23 september. Reizen met ander vervoer. Ik ga morgen vooreen paar weken naar Nederland. Mijn vlucht gaat pas om tien voor zes vanuit Athene. Ik moet eerst met de pont naar Pireus, de haven van Athene. We liggen tenslotte op een eiland. Ik hoef pas de pont van 12 uur te nemen. Dat is nog eens relaxt reizen!
Als ik mijn kaartje ga halen zegt de dame achter de balie: “First ferry, at six o ’clock tomorrow.” Ik denk eerst dat ze me niet begrijpt, ik hoef niet zo vroeg te reizen. Zo goed spreekt ze nou ook geen Engels. Maar de baas komt erbij en ik hoor dat er morgen gestaakt wordt, vooral in Athene. “And we don’t know if the busses are on strike in Pireus.” Ik kan nog wel naar Pireus komen met die pont van 6 uur, maar van daaruit is het maar gokken of ik op het vliegveld van Athene kom. Dank u wel! Ik loop daarna wel een keer of vier naar het ticketbureau voor de laatste stand van zaken en ook op internet kijk ik voortdurend. Dat ik om half 5 mijn bedje uit moet is niet eens het ergste: ik moet op dat vliegveld zien te komen! Ik krijg allerlei adviezen: een taxi naar Athene met andere gedupeerden (waar vind ik die?), of een taxi van Pireus naar het vliegveld. Ik ga maar gewoon vroeg naar Pireus met de ferry en dan zie ik het wel. Ik ben al ver voor mijn wekker wakker. Toch een beetje nerveus? Frans draagt mijn tasje om half zes naar de pont en ik vertrek. Het is nog donker. De dageraad is weer mooi, het is rustig weer. Ik heb dat al lang niet meer gezien. De laatste keer was toen we de oversteek naar Griekenland hebben gemaakt. Ik sta lekker buiten te genieten en wil nog even niet denken aan ‘sharing a taxi!’ Als ik weer binnen zit zoek ik tussen de passagiers naar vakantiegangers: ze zijn vaak samen en kijken niet zo verwezen voor zich uit op dit uur. Ook hebben ze verbrande koppen. In de andere hoek, denk ik er een paar te spotten. Eerst maar koffie. Ik heb mijn koffie nog maar net op als naast me een net opgemaakte oudere dame verschijnt: ”Hello love, are you going to the airport, shall we share a taxi?” Ze lijkt zo uit Coronationstreet te zijn weggelopen. We maken een afspraak. Dat is makkelijk! Als ik later de ‘Ladiesroom’ bezoek zie ik een kordate meid (ik schat haar net in de dertig) allerlei toiletspullen weggooien die ze net heeft gebruikt om zich mee op te maken. Als ik met een lach informeer waarom ze dat doet zegt ze: “To much weight, I’m going to London for business.” Hé, nog een voor de taxi. We wisselen onze telefoonnummers uit. Ze is Grieks en komt uit Aegina, de haven die we net hebben aangedaan en ze lijkt me een geduchte tegenstander bij een zakenbespreking. Ze moet nog even geld wisselen op de kade, dat is op de boot veel duurder, dus we moeten maar even sms’en. Ze is een opvallende verschijning als ze later naar haar bagage beent:
strak in haar lijf, lange blonde haren en ze heeft de pas erin. De rest drentelt net zo als ik, naar de uitgang. Eenmaal geland wacht ik nog een tijdje op mijn Engelse medereiziger: niets te zien. Bij de bushalte kom ik haar weer tegen. Ze heeft al drie andere Engelse dames gevonden, maar ze gaat met mij in de taxi als ik niemand heb, verzekert ze me in onvervalst Cockney accent. “If the ‘bos’ is not coming.” Ik heb al een kaartje gekocht en de mevrouw achter het loket heeft me verzekerd dat er nog een bus voor het vliegveld komt. De staking begint pas om 10 uur. Moeten de Grieken eerst uitslapen voordat ze op de barricade klimmen? Dus de taxi kan blijven staan. Ik sms met de blonde Griekse. Ze kan de bus nemen. Even later zit ik in een overvolle bus, met veel Hollandse vakantiegangers. Ik praat de hele reis over vakanties in Griekenland. Ik zit naast een aardige man, nou ja, man? Hij gaat met zijn partner al jaren naar Griekenland en volgens hem er is niets veranderd. Je moet alleen niet in het ziekenhuis terecht komen, dan kan je beter dood gaan. Daar heeft hij ervaringen mee. Als ik om me heen kijk zie ik nog meer mannelijke stellen. Lesbos ligt niet voor niets in Griekenland. Een tolerant volk die Grieken, al moet je niet in de kleine dorpjes zijn, is me later verteld. Na ruim een uur komen we aan op het vliegveld. De vertrekhal is overvol: de staking is nu wel begonnen! Ik heb alle tijd om rustig naar deze chaos te kijken: mijn vliegtuig heeft weliswaar nog geen vertraging, maar ik heb meer dan zes uur de tijd om in te checken. In die zes uur heb ik vluchtige ontmoetingen in de koffietent: een Griekse, die terugvliegt naar Australië waar ze al 20 jaar woont (6 uur vertraging), een Engelse lerares (2 uur vertraging), een Hollands echtpaar (ook 2 uur vertraging, vlucht van Martin Air), de enige man in de war (where is my flight?) en natuurlijk mijn Engelse lady met Cockneyaccent. Ze moet ook 2 uur wachten. We hebben gesprekken alsof we elkaar al jaren kennen en mijn andere contacten denken dat we samen op vakantie zijn! Kortom ik heb me niet verveeld, alleen een beetje stijf van het lange zitten en een volle blaas van de koffie. Ik heb geen vertraging, toch een goede reisclub die KLM! Als ik op Schiphol aankom en wil bellen dat ik veilig geland ben is mijn mobiel leeg. Ik heb teveel ge-sms’t vandaag! Eenmaal bij Prisca mijn vriendin en pension voor de komende dagen, hoor ik dat ze al uitgebreid met Frans heeft gebeld. Ze hebben elkaar gerustgesteld dat ik goed ben aangekomen. Ik moet van haar meteen met Frans bellen. Dan een borrel voordat ik mijn bedje induik.
9 oktober. Weer terug met mijn koffer. Ik gebruik mijn tijd in Den Haag om iedereen weer te bezoeken. Het worden overvolle dagen, maar wel heel gezellig. Ik word door Leo naar het station in Rotterdam gebracht. Een dag eerder heeft Yvon waar ik ook logeerde, mij al naar Rotterdam gebracht, Prisca heeft mij daarvoor weer naar Yvonne gereden: ze vinden mijn koffer te zwaar om er in het openbaar vervoer mee te reizen. Ik heb toch fijne vrienden! De sporttas is inderdaad bijna niet te tillen. Ik heb van Frans een heuse waslijst spullen bij me, o.a. vier nieuwe motorsteunen. Leo kan geen parkeerplaats vinden en door allerlei omleidingen zijn we ook redelijk laat. Ik worstel in het station alleen de trap op naar het perron en word geholpen door een stoere veertiger: “Ik doe dat wel even, mevrouw”. Hij zucht even onder het gewicht maar geeft geen krimp! Ik ben in ieder geval boven. Ik kijk naar het animatiebord voor mijn trein. Hij heeft 40 minuten vertraging! “Shit!”. Er staat een N.S. ambtenaar naast me. “U kunt de snelle Fyratrein van perron 12 nemen over 10 minuten”. “Nee”, zeg ik resoluut.
“Ik ga met deze koffer het perron niet meer af!” Ik weet dan nog niet dat ik 6 kilo overgewicht meesjouw, maar ik vind hem zwaar genoeg. “U kunt met de lift en ik wil voor u wel een extra kaartje halen voor de Fyra als u 2 euro heeft.” De ( tijdelijke) lift doet het niet en ik heb geen 2 euro. Ze loopt weg. Ik bedenk dat ik van dit perron naar Den Haag HS kan rijden en dan zie ik daar wel verder. De liften doen het daar in ieder geval wel! De beambte komt terug en zegt met haar planner in de hand: “U kunt de volgende trein nemen en in Leiden overstappen naar Schiphol en ik kan u een kop koffie aanbieden.” Ze stopt me een kaartje in de hand. Toch wel goede service van de spoorwegen bedenk ik, ze zal er wel een training voor hebben gedaan. Ik haal koffie met alle bagage mee: ik ben op de heenreis bevoogdend toegesproken door twee marechaussees toen ik mijn weekendtas even liet staan op het perron onder Schiphol. Als ik de koffie aangereikt krijg komt mijn trein al binnenrijden. Ik sleep alles mee naar die trein: rugzak, handbagage, overgewichtsporttas, koffie in de hand. Die zet ik het eerst in de trein en dan volgt de rest. Gelukkig heb ik meteen een plekje in de in- en uitstapcoupé, ik zit! Op Schiphol moet ik zelf mijn koffer inchecken: allemaal hokjes met daarnaast een klok die het gewicht controleert. Dat gaat mis weet ik nu al, als ik in de lange rij wachtenden sta. Waarom is het zo druk op een doordeweekse dinsdag? Ik mag van de KLM dame die al weer nieuwe dranghekken heeft neergezet naar een balie aan het eind van de rij hokjes ouderwets inchecken. Daar valt het oordeel: 29 kilo, 6 kilo te zwaar! Ze doen er niet moeilijk over, ik hoef alleen maar 55 euro af te rekenen! Ze neemt niet de moeite om me te vragen om even wat gewicht te wisselen naar de handbagage, dat heeft geen zin. En dan ben ik eindelijk van mijn overgewicht af! In het vliegtuig speel ik met mijn nieuwe Ipad, de tijd vliegt ook. In Athene kan ik zo naar de bushalte voor Pireus. Maar de bus is zo vol dat ik een uur ingepakt tussen mijn bagage, moet hangen. Is het internationale reisdag vandaag? We doen er lang over, het is spits. Kom ik wel op tijd voor de laatste ferry? Anders moet ik straks als een ‘kadedel’ ergens op de kade de nacht doorbrengen. Ik heb in Pireus precies 10 minuten om een kaartje te kopen en de ferry te halen. Een ‘poepie’ van een meisje draagt mijn handbagage en wijst me waar ik moet zijn. Voor zo ver dat lukt ren ik naar de ferry en kom 2 minuten voor vertrek aan. Gered! Het is een spinnenpoot waar ik nu mee ga.
In de ferry geniet ik van een biertje en een zakje chips. Het wordt donker op zee. Dat heb ik ook al een tijdje niet meegemaakt. Lekker, nu ik geen verantwoordelijkheid heb om veilig aan land te komen. Ik sms Frans dat ik het allemaal heb gered en met de ferry van half acht aankom. Hij zit braaf op een bankje te wachten. ”Waarom heb je niet gebeld?” Oeps, vergeten om in Griekenland een 1 voor de code in mijn mobiel te zetten. Hij sjouwt mijn koffer naar de boot. “Wel een beetje zwaar, hè.”
10 oktober. In Poros. We liggen al een tijdje samen aan de kade: de Ra en wij. We wachten op de prijs van de elektriciteit voor de winter. Dat is nu in het seizoen bijna niet te betalen, elke 24 uur 12 euro! We worden aan het lijntje gehouden: “They must have a meeting”. Dat wordt ons verteld door Hellenia en Georgie die dagelijks om de beurt langskomen. Ze zijn al heel aardig geweest toen we eerder in Poros lagen. Ze kwamen maar eens in de drie dagen de 12 euro innen. Nu hebben we nog niets betaald. We wachten. Ondertussen is het hier goed uit te houden.
Poros is een lief plaatsje dat helemaal tegen de bergen is aangebouwd. Het ligt op het ‘nissos’ Poros en is de enige plaats op het verder ruige eiland. Het is een wirwar van kleine straatjes naar boven, afgewisseld met trappen. Als ik een andere route neem naar de winkels kom ik steeds in straatjes die weer een ander uitzicht hebben op de baai. Allemaal even schilderachtig.
Alles is goed onderhouden, er wonen hier veel buitenlanders. In het kroegje op het pleintje tegenover ons horen we veel Engels. Ook varen er nog veel charters, met daarop mensen uit heel Europa. Het zou goed moeten gaan in Griekenland met al die vakantiegangers, want we zien ook veel rugzakken voorbij komen. Op de kade is het gezellig. De ferry’s meren er af en de vele voetgangerspontjes zwermen over het water als kleine waterspinnetjes, ze brengen ons naar de overkant voor 1 euro. Daar doen we boodschappen in de Lidl. We houden het hier wel een winter uit. Het weer blijft mooi met af en toe
een onweersbui ’s avonds, dat koelt lekker af. Het is gemiddeld zo’n 24 graden. Alleen die elektriciteit! 12 oktober. Gedonder in Poros. Frans en Willem zijn al vaak naar meneer ‘Hopeloos Moroppolos’ geweest en het enige dat hij kon zeggen was: “There will be a meeting, come back next week”. Ze worden steeds aan het lijntje gehouden: kom morgen maar terug. Inmiddels liggen we al een dag of veertien te wachten. Op vrijdag 12 oktober blijft Georgie van de elektriciteit bij ons staan. Van haar horen we dat de meeting nog niet is geweest en dat er dus nog geen beslissing is gevallen. “My bos will charge you for every day you have been here”. Dat zijn we niet van plan! We waren al lang weg geweest als we niet op meneer Hopeloos moesten wachten op een antwoord. Ze druipt af en zegt: “We will see on Monday”. 15 oktober. Afgesloten! Op maandag komt meneer Hopeloos langs samen met Helennia. Hij sluit de elektriciteit af! Ze heeft hem meegesleept, want ze wilde dat niet zelf doen. Er volgt een behoorlijk verhitte discussie, die door Willem met Griekse scheldwoorden wordt begeleid. Frans is wat genuanceerder, maar kan meneer Hopeloos niet overtuigen: we krijgen pas weer stroom als we alles hebben betaald. Willem en Alie besluiten om meteen te vertrekken, maar wij krijgen volgende week bezoek en die komen in Poros aan en we willen dan niet van de kade worden gejaagd, als uitschot. De volgende dag komt Helennia weer langs: ze mag ons weer aansluiten als we 12 euro betalen. Frans zit een hele tijd op een bankje met haar te praten. Ze is blij dat ze aan het eind van de maand kan vertrekken, want ze is het hele gedoe behoorlijk zat. We zijn niet de enige vakantiegangers die bezwaar hebben gemaakt tegen die belachelijk hoge prijzen. En wij zijn wel heel raar behandeld, vindt ze ook. Meneer Hopeloos is het kennelijk met haar eens, want er wordt niet meer gepraat over de rekening van de afgelopen twee weken die we moeten betalen. We vertrekken de volgende dag gelukkig: we kunnen weer terugkomen. 17 oktober. Naar Methana. We krijgen een sms van Willem, hij is in Methana en kan daar de winter blijven. Voor ons is er misschien ook wel een plek. Dat is goed nieuws. We hebben inmiddels ook met Aegina gebeld voor een winterplek, maar daar moeten we half november maar weer eens contact zoeken. Dus die optie is behoorlijk vaag. Methana is een veilige haven in de winter. We blijven er een paar dagen. Ik ga met Alie lekker zwemmen in zee vlakbij de haven. Dat is wel een pluspunt, zolang het nog lekker warm is. Verder is het een verlaten plek, dat zal in de winter nog wel erger worden, als alle restaurantjes aan het water sluiten. Maar er gaat twee keer per dag een bus naar Galata en dat ligt aan de overkant van Poros, dus kunnen we ook onze gasten die nog komen met de bus en watertaxi in Poros ophalen. Al met al niet zo’n slechte plek om te zijn en het is een stuk goedkoper dan Poros, want voor de elektriciteit is een meter en de kosten zijn een stuk minder: 30 cent per kilowatt. En als het goed weer is kunnen we alsnog naar Poros varen: het is een klein uurtje met de boot. We bespreken met de havenmeester of we ook een winterplek kunnen krijgen en dat kan als we maar aan boord blijven wonen. Ze heeft nare ervaringen met andere boten. De bewoners zijn vertrokken en hebben al jaren niets van zich laten horen. Maar voor ons is er plek. Hè, hè, eindelijk een winterplek!
20 oktober. Weer naar Poros. Zondagmiddag vertrekken we om nieuwe gasten te ontvangen uit Den Haag: Karin en Henk. Henk kennen we al jaren en is ondertussen een goede vriend geworden. Ze komen op dinsdag aan, een kwartier voor de normale tijd, dus ze zitten al te wachten als wij er aankomen. Ze hadden de wind mee! Die wind neemt toe en we blijven woensdag liggen. De dames van de elektriciteit laten ons met rust. We hebben betaald toen we aankwamen. Dat is een vriendelijk gebaar, leuke meiden. Alleen die meneer Hopeloos heeft ons wel laten zien hoe het in Griekenland is geregeld: niet dus. Met ons bezoek gaan we naar Epidavros, daar is een van de best bewaarde theaters uit de Griekse oudheid, met een geweldige akoestiek: als Frans beneden op de stip staat kan ik helemaal boven letterlijk verstaan wat hij zegt.
25 oktober. Naar Hydra. Gelukkig is het weer opgeknapt, we varen naar Hydra met volle zeilen. Voor het eerst in tijden weer een prachtige zeildag: genoeg wind en stralende zon! Lekker voor Henk die ook een enthousiast zeiler is. Hydra is net zo als Poros tegen de berg aan gebouwd. Het ligt in een kleine baai met aan twee kanten hoge bergen, een ideaal kapersnest. Ze hebben zich altijd met vuur en zwaard verdedigd tegen aanvallers. De kanonnen staan nu mooi gerestaureerd, nog op de wallen.
Hydra werd in de 18de eeuw een marinemacht en de Engelsen hebben veel handel gedreven met de Araklianen, zoals de bevolking zichzelf noemt. Er staan mooie mansions aan de kop van de haven, die herinneren aan die rijke tijd. Er is nu nog een Handels Marine Training School, overgebleven uit de maritieme traditie. Hier rijden geen auto’s: ezels en kleine paarden nemen het vervoer voor hun rekening.
De bevolking is nog steeds niet gesteld op inmenging vanuit Athene: ze hebben eerder dit jaar de belastingambtenaren opgesloten in het stadhuis. Die moesten met een eenheid marechaussees uit Athene worden bevrijd. Nou, dit eiland willen we wel bekijken!
Onze aankomst verloopt niet smetteloos. Als we de zeilen willen strijken zit er een lijn van het grootzeil klem. Ondertussen begint het alarm van de motor te loeien: hij krijgt niet genoeg koeling. Dat is wel veel tegelijk! Frans besluit om de zeilen weer te hijsen en de baai in te varen. Ondertussen krijgt Henk de lijn los en op het voorzeil en de bezaan varen we terug richting haven. Eenmaal binnen gaat de loeiende motor weer even aan. We meren af, gelukt! Frans begint meteen te sleutelen en na een uurtje is het euvel gevonden: de impeller was helemaal weggesleten aan een kant. Nu nog kijken of de nieuwe impeller erin wil. Ook dat verloopt gladjes. We kunnen morgen weer varen. Karin en Henk besluiten om vanuit Hydra naar Athene te vertrekken. Dus hebben we nog een extra dagje om samen met de (vele) andere vakantiegangers het plaatsje te bekijken. Dat is achteraf ook het enige wat we kunnen doen: blijven liggen. De haven loopt letterlijk vol met wedstrijdschepen, die in de late avond en nacht binnenkomen: een race van Athene naar Hydra. Het is de hele nacht onrustig, de laatste boot komt binnen als het al licht wordt. Nu eens niet op de kade, maar in de haven!
27 oktober. In Hydra. Je kunt letterlijk over de schepen lopen, zien we de volgende morgen. Henk en Karin gaan met de pont van 11 uur naar Pireus. We brengen ze naar de ferry, zo’n spinnenpoot.
We hebben een gezellige week gehad. De heren hebben uitgebreid doorgenomen hoe het nu met het nieuwe kabinet moet onder het genot van een glaasje. Karin en ik hebben het ook nog over andere zaken gehad. Kortom weer lekker bijgepraat. Gelukkig knapte het weer op, want daar komen de gasten tenslotte voor naar Griekenland. Natuurlijk ook voor ons, maar de zon wil toch wel het genot verhogen. Ook vandaag is het prachtig weer, alleen een paar windveertjes in de blauwe lucht. Het zal morgen wel harder waaien, maar we kunnen vandaag niet zo makkelijk weg. We blijven maar liggen, samen met al die wedstrijdschepen die een dagje uitrusten voordat ze de race zondag weer voortzetten.