Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e
[email protected] www.tns-nipo.com
Social & Polling
Rapport
Met recht een ander ontslagrecht?
Peter Kanne en Mattijs de Jongh
E8692 | 13 september 2007 In opdracht van de FNV
Alle in dit document vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder toestemming van TNS NIPO beslist niet toegestaan. © TNS NIPO | ISO 9001 | rapport nederlands.dot
Inhoud Inleiding
1
Conclusies
2
1 1.1 1.2
Kennis huidige situatie Burgers en werkgevers goed op de hoogte van huidig ontslagrecht Werknemers zien eigen situatie rooskleuriger in
5 5 6
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.7 2.1.8 2.1.9 2.1.10
Kennis kabinetsplannen ontslagrecht Nieuwe maatregelen lang niet bij iedereen bekend Ontslag hoeft niet langer aantoonbaar redelijk te zijn Ontslagvergoeding gesteld op maximaal één jaarsalaris Kosten scholing worden afgetrokken van ontslagvergoeding Ontslagvergoeding krijgt een plafond Toestemming rechter niet langer nodig Geen wettelijke, financiële vergoeding voor alle ontslagen werknemers Flexwerkers krijgen geen ontslagvergoeding Ontslagvergoeding niet langer gekoppeld aan aantal gewerkte jaren Topinkomens worden niet aangepakt Proceskosten voor rekening werknemer
7 7 7 7 8 8 9 9 9 9 9 9
3 3.1 3.1.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11
Draagvlak voor kabinetsplannen Aantal voorstanders daalt naarmate argumenten bekend zijn Vooral PvdA- en SP-stemmers tegen Ontslagrecht niet grootste prioriteit voor werkgevers Versoepeling ontslagrecht zal oudere werknemer treffen Zowel burgers als werkgevers zien nadelen huidig ontslagrecht Verdeeldheid over effect soepeler ontslagrecht op werkgelegenheid Werkgevers vinden huidige ontslagvergoeding te hoog Helft burgers stelt dat PvdA kiezersbedrog pleegt Derde werknemers denkt dat nieuw ontslagrecht hen zal raken Zowel burgers als werkgevers voor maximeren ontslagvergoeding Burgers tegen, werkgevers vóór laten vervallen van toetsing ontslag Ruim helft werknemers voelt zich vertegenwoordigd door vakbonden
10 10 11 12 13 13 13 15 15 15 15 16 16
4 4.1 4.1.1 4.1.2
Consequenties voor de eigen situatie Burgers Vast contract verliest zijn waarde Eenderde Nederlanders wordt lid van vakbond wanneer plannen doorgang vinden Rechtsbijstandsverzekering populair wanneer versoepeling ontslagrecht komt Nederlanders leggen zich niet neer bij ontslag onder nieuwe stelsel
18 18 18
4.1.3 4.1.4
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007
18 18 18
4.1.5 4.1.6 4.1.7 4.2 4.2.1 4.2.2
4.2.5 4.2.6 4.2.7
Kwart zegt minder snel te zullen klagen bij leidinggevende Versoepeling ontslagrecht leidt niet tot sneller vinden van baan Versoepeling ontslagrecht zal zowel CDA als PvdA kiezers kosten Werkgevers Werkgevers zullen sneller nieuw personeel aannemen Oudere werknemers profiteren volgens werkgevers van nieuw ontslagrecht Arbeidsverhoudingen zullen niet verstoord worden Kwart werkgevers denkt dat vakbondslidmaatschap binnen hun bedrijf zal toenemen Kwart werkgevers zal eerder tot ontslag overgaan Administratieve lastendruk zal afnemen Vast contract verliest ook volgens werkgevers zijn waarde
1 2 3
Bijlagen Onderzoeksverantwoording Vragenlijst Burgers Vragenlijst werkgevers
4.2.3 4.2.4
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Inhoud figuren en tabellen Kennis van het huidige ontslagrecht Kennis van kabinetsplannen voor versoepeling ontslagrecht Burgers tegen, werkgevers vóór kabinetsplannen Electoraat PvdA en SP kent meeste tegenstanders, ook CDA-stemmers tegen Werkgevers: vermindering administratieve lastendruk grootste prioriteit werkgeversorganisaties Meningen over ontslagrecht Ontslagvergoeding krijgt steun van meerderheid burgers en werkgevers Drie op de tien burgers zien rol vakbond als opbouwend Vast contract heeft minder waarde CDA en PvdA dreigen kiezers te verliezen wanneer plannen doorgang vinden Consequenties situatie van werkgevers
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007
19 19 20 20 20 20 20 21 21 21 21
5 8 10 11 12 14 16 17 19 20 21
Inleiding Sinds Prinsjesdag 2006 hangt het al in de lucht. Toen maakte het toenmalige kabinet Balkenende III bekend het bestaande ontslagrecht aan te pakken. Na de val van dat kabinet, de formatie van het nieuwe kabinet en de ‘honderd dagen’ van Balkenende IV, kwam het ontslagrecht vanuit het niet weer ter tafel. In juni van dit jaar kondigde minister Donner van Sociale Zaken aan dat het kabinet na het zomerreces met een wetsvoorstel zou komen waarin het ontslagrecht wordt versoepeld. Een heikel punt zo blijkt. Het kabinet was (en is) het (lange tijd) oneens (geweest) over de invoering van het wetsvoorstel en belangenbehartigers van werknemers en werkgevers staan lijnrecht tegenover elkaar. Om de mening óver en het draagvlak vóór de plannen van het kabinet met betrekking tot het ontslagrecht te toetsen heeft de FNV door TNS NIPO een onderzoek laten uitvoeren, dat uit dient te wijzen in hoeverre burgers en werkgevers (inhoudelijk) op de hoogte zijn van het voorstel van het kabinet en in hoeverre zij deze plannen steunen. Om een antwoord te kunnen krijgen op deze vraag is het nodig om te weten in hoeverre Nederlanders op de hoogte zijn van het voorstel van het kabinet en in hoeverre men bekend is met de standpunten van vakbonden en werkgeversorganisaties. Daarnaast is het belangrijk om te weten hoe Nederlanders tegenover versoepeling van ontslagrecht staan in het algemeen en wat volgens hen de consequenties zijn voor de eigen situatie. In opdracht van de FNV heeft TNS NIPO twee onderzoeken uitgevoerd. Enerzijds is er een onderzoek uitgevoerd onder de Nederlandse bevolking, waaraan 1053 burgers hebben deelgenomen. Anderzijds was er een onderzoek onder werkgevers, waaraan 327 werkgevers hebben meegedaan. De resultaten van beide onderzoeken zijn te vinden in dit rapport. In het eerste hoofdstuk zal de kennis van de huidige situatie worden uiteengezet. In hoeverre zijn zowel burgers als werkgevers op de hoogte van het nu geldende ontslagrecht? Vervolgens zal er in hoofdstuk 2 worden ingegaan op de kennis, onder burgers en werkgevers van de kabinetsplannen aangaande de versoepeling van het ontslagrecht. In hoofdstuk 3 komen de meningen over de plannen van het kabinet aan de orde en wordt er een beeld geschetst van het draagvlak onder zowel burgers als werkgevers. Het laatste hoofdstuk (4) gaat in op de mogelijke consequenties voor de eigen situatie, wanneer het ontslagrecht wordt versoepeld. In het rapport wordt meestal over burgers gesproken maar soms ook over werknemers. Wanneer er over burgers wordt gesproken, wordt de gehele populatie bedoeld. Wanneer er echter over werknemers wordt gesproken, worden alleen werkenden bedoeld.
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 1
Conclusies Kennis huidige situatie vrij groot Nederlandse burgers (werknemers en niet-werkenden) en werkgevers zijn goed op de hoogte van de ins and outs van het huidige ontslagrecht. Een ruime meerderheid (zo’n 80%) van burgers en werkgevers weet dat ernstig disfunctioneren van een werknemer een reden voor ontslag kan zijn en eenzelfde percentage weet dat de werkgever dit disfunctioneren moet aantonen. Zo’n zeven op de tien werkgevers en burgers denken dat bedrijfseconomische redenen altijd reden voor ontslag kunnen zijn. Een dreigend faillissement of financiële nood wordt door de meeste burgers en werkgevers genoemd, maar dat ook kostenbesparingen of winstmaximalisatie reden voor ontslag kan zijn, is bij de meerderheid niet bekend. Bekendheid met kabinetsplannen ontslagrecht laag Ruim zes op de tien Nederlanders hebben iets meegekregen van de kabinetsplannen over het ontslagrecht. Hiervan zegt minder dan een derde ‘tamelijk’ tot ‘zeer goed’ van de plannen op de hoogte te zijn, de rest kent de plannen ‘niet zo’ of ‘helemaal niet goed’. Al met al kunnen we dus stellen dat een op de vijf Nederlanders inhoudelijk (enigszins) op de hoogte is van de plannen. Onder werkenden in loondienst is dit iets meer dan een kwart (27%). Belangrijke onderdelen van het kabinetsplan zijn niet bekend bij de werknemers. Hieronder staat overzicht van de verschillende onderdelen: Maakt onderdeel uit van kabinetsplan
Volgens burgers onderdeel van kabinetsvoorstel:
(% van alle burgers)
De werkgever heeft geen toestemming nodig van de rechter om een werknemer te ontslaan
45
Topinkomens worden aangepakt/gouden handdrukken verdwijnen
39
De ontslagvergoeding wordt maximaal één jaarsalaris
34
Er komt een wettelijke, financiële vergoeding voor alle werknemers die worden ontslagen
28
De werkgever hoeft niet meer aan te tonen dat het ontslag redelijk is
27
De ontslagvergoeding blijft gekoppeld aan het aantal jaren dat de werknemer heeft gewerkt voor deze werkgever, voor elk gewerkt jaar staat ongeveer één bruto maandsalaris
26
De ontslagvergoeding wordt maximaal 100.000 euro voor werknemers van 40 jaar of ouder
23
De ontslagvergoeding wordt maximaal 75.000 euro voor werknemers jonger dan 40 jaar
22
Kosten die de werkgever heeft gemaakt voor scholing van een werknemer, kunnen worden afgetrokken van de ontslagvergoeding
21
De werkgever draait op voor eventuele proceskosten bij een ontslagprocedure
18
Flexwerkers (freelancers, uitzendkrachten) krijgen altijd een ontslagvergoeding
4
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 2
Burgers (werknemers) tegen kabinetsplannen ontslagrecht Burgers zijn in meerderheid tegen de plannen om het ontslagrecht te versoepelen. Ruim de helft (55%) van de burgers zegt tegen versoepeling van het ontslagrecht te zijn zonder dat argumenten voor of tegen worden gegeven en 32% is voor. Als vervolgens de argumenten van zowel de werkgevers- als de werknemersorganisaties worden gegeven, blijkt het verschil toe te nemen: 61% is dan tegen en 29% is voor. Werknemers in loondienst zijn het vaakst tegen (64%). Burgers
Vóór noemen argumenten
Ná noemen argumenten
%
%
Voorstander
32
29
Tegenstander
55
61
Weet niet
13
11
Werkgevers vóór kabinetsplannen ontslagrecht De werkgevers zijn voor de plannen om het ontslagrecht te versoepelen. Acht op de tien (81%) zijn voor versoepeling van het ontslagrecht zonder dat argumenten voor of tegen worden gegeven, 13% is tegen. Als argumenten van zowel de werkgevers- als werknemersorganisaties worden gegeven, stijgt het aandeel tegenstanders: van 13% naar 25%. Werkgevers
Vóór noemen argumenten
Ná noemen argumenten
%
%
Voorstander
81
72
Tegenstander
13
25
Weet niet
6
3
Maximeren ontslagvergoeding krijgt steun burgers en werkgevers Een onderdeel van het kabinetsplan is het maximeren van de ontslagvergoeding voor werknemers tot 40 jaar (maximaal € 75.000) en 40-plussers (maximaal € 100.000). Met dit onderdeel van het plan kunnen zowel burgers (52%) als werkgevers (60%) leven. Burgers die tegen dit onderdeel van de plannen zijn, zeggen met name dat ze de maximum ontslagvergoeding voor werknemers ouder dan 40 jaar te laag te vinden. Ook voor de werkgevers (die tegen zijn) is dit een belangrijke reden om tegen te zijn. De belangrijkste reden om tegen te zijn is voor de werkgevers echter dat ze de maximale vergoeding te hoog vinden. Verdeeldheid over vervallen toetsing ontslag Burgers en werkgevers staan lijnrecht tegenover elkaar als het gaat om het onderdeel van de kabinetsplannen waarin staat dat werkgevers niet langer verplicht zijn het ontslag van een werknemer te laten toetsen door de kantonrechter of het CWI. Burgers zijn in twee
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 3
derde van de gevallen tegen, werkgevers zijn juist in bijna tweederde (63%) van de gevallen voor deze maatregel. Vast contract verliest waarde bij nieuw ontslagrecht Drie kwart van de burgers en tweederde van de werkgevers zijn van mening dat een vast contract minder waarde zal hebben als de versoepeling van het ontslagrecht – zoals nu voorgesteld – wordt doorgevoerd. Een op de drie burgers zegt in dat geval een rechtsbijstandsverzekering te nemen (als hij of zij die nog niet had) en een op de zes zegt lid te worden van de vakbond (als hij of zij dat nog niet was). Drie op de tien werklozen, uitzendkrachten en studenten denken sneller een baan te zullen vinden met het nieuwe ontslagrecht. Van deze groep zijn uitzendkrachten en flexwerkers het meest pessimistisch, studenten het meest optimistisch. Van de werkgevers verwacht 60% dankzij de plannen sneller personeel aan te gaan nemen. Anderzijds geeft 29% toe dankzij de plannen eerder mensen te zullen ontslaan. Verder denken twee op de drie werkgevers dat de lastendruk zal verminderen dankzij de plannen en denkt 62% dat het aantrekkelijker wordt oudere werknemers aan te nemen. Negatieve effecten op de arbeidsverhoudingen verwacht bijna niemand (10%). twee derde van de werkgevers (67%) is het een met de stelling ‘Het nieuwe ontslagrecht maakt voor mijn bedrijf niets uit’.
Vooral PvdA, maar ook CDA wordt plannen aangerekend Als de plannen van het kabinet worden doorgezet kunnen zowel PvdA als CDA op weerstand uit de achterban rekenen. Van de PvdA-stemmers (Tweede Kamerverkiezingen 2006) is maar liefst driekwart tegen de plannen en 21% is voor. Onder CDA-stemmers is dat 52% en 42%. Onder ChristenUnie-stemmers houdt het elkaar in evenwicht (47% tegen, 44% voor). Van alle Nederlanders zegt een op de vijf dat - vanwege de ontslagrechtplannen - de kans kleiner wordt dat men op dezelfde partij gaat stemmen als in november vorig jaar. Dit geldt vooral voor de PvdA-stemmers (Tweede Kamerverkiezingen 2006), hiervan zegt 38% dat de kans kleiner wordt dat men weer op de PvdA gaat stemmen bij de volgende verkiezingen. Voor 3% wordt deze kans juist groter. Bij het CDA is dit respectievelijk 27% en 6% en voor de ChristenUnie 15% en 0%. De PvdA zou vooral stemmen verliezen aan de SP. Vooral de PvdA wordt kiezersbedrog verweten (door 46% van alle Nederlanders en 53% van de eigen kiezers). Maar ook het CDA en ChristenUnie worden beschuldigd van kiezersbedrog (CDA: 31% van allen en 27% van de CDA-kiezers; ChristenUnie: 32% en eveneens 32% van CU-kiezers).
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 4
1
Kennis huidige situatie
1.1
Burgers en werkgevers goed op de hoogte van huidig ontslagrecht
Zowel Nederlandse burgers als werkgevers zijn vrij goed op de hoogte van het geldende ontslagrecht. Zij weten waar zij recht op hebben en wat geoorloofd is. Zo is driekwart van de burgers en werkgevers (75%) van mening dat in Nederland ernstig structureel disfunctioneren van de werknemer altijd reden kan zijn voor ontslag. Acht op de tien burgers en werkgevers (80%) denken dat in Nederland de werkgever altijd moet aantonen dat de werknemer niet functioneert, voordat de werkgever deze werknemer kan ontslaan. Ook wat betreft de regeling omtrent ontslagvergoedingen weet een grote meerderheid van de Nederlanders hoe het in elkaar steekt. Slechts één op de tien werkgevers (11%) denkt dat de stelling in Nederland krijgt een werknemer bij ontslag altijd een ontslagvergoeding waar is. Wanneer het echter om de hoogte van deze vergoeding gaat, zijn werkgevers duidelijk beter op de hoogte dan de burgers. Driekwart van de werkgevers is van mening dat de ontslagvergoeding gerelateerd is aan het aantal jaren dat een werknemer bij een werkgever heeft gewerkt. Onder burgers zijn een kleine zes op de tien deze mening toegedaan. 1 | Kennis van het huidige ontslagrecht
werkgever hoeft daarvoor niets aan te tonen
In Nederland krijgt een werknemer bij ontslag altijd een ontslagvergoeding
Weet niet
In Nederland kan een werkgever een werknemer altijd ontslaan, de
Niet waar
functioneert, voordat de werkgever deze werknemer kan ontslaan*
Waar
In Nederland moet de werkgever altijd aantonen dat de werknemer niet
Weet niet
altijd reden zijn voor ontslag*
Niet waar
In Nederland kan ernstig structureel disfunctioneren van de werknemers
Werkgevers
Waar
Burgers
%
%
%
%
%
%
79
15
7
75
22
4
81
16
3
80
19
1
5
93
2
3
94
3
12
83
5
11
88
1
58
25
17
75
21
4
69
23
8
68
30
3
De ontslagvergoeding is gerelateerd aan het aantal jaren dat een werknemer bij zijn werkgever heeft gewerkt; voor elk gewerkt jaar staat ongeveer één bruto maandsalaris*
In Nederland kunnen bedrijfseconomische problemen van het bedrijf altijd reden zijn voor ontslag van een werknemer*
* Deze stellingen zijn waar
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 5
Zeven op de tien burgers (69%) en werkgevers (68%) denken dat bedrijfseconomische problemen van een bedrijf in Nederland altijd reden kunnen zijn voor ontslag van een werknemer. Wij hebben aan alle burgers gevraagd welke bedrijfseconomische problemen voor een bedrijf reden kunnen zijn voor het ontslag van een werknemer. Driekwart van de burgers en werkgevers (75%) denkt dat financiële nood een reden is. Een dreigend faillissement wordt door ruim acht op de tien werkgevers (82%) en zeven op de tien burgers (72%) genoemd. Een kwart van de burgers (26%) denkt dat kostenbesparing bij een bedrijf reden is voor ontslag van een werknemer, tegen 10% van de werkgevers. Winstmaximalisatie wordt door slecht 3% van de burgers en 1% van de werkgevers genoemd. Kostenbesparing en winstmaximalisatie worden dus door een grote meerderheid van zowel burgers als werkgevers niet genoemd als reden voor ontslag van een werknemer, terwijl dit in werkelijkheid wel het geval is.
1.2
Werknemers zien eigen situatie rooskleuriger in
Aan burgers die werkzaam zijn in loondienst bij de overheid of bij een particulier bedrijf hebben wij gevraagd of de in de vorige paragraaf genoemde stellingen al dan niet op hun arbeidssituatie van toepassing zijn. Het lijkt erop dat werknemers hun eigen positie veiliger inschatten dan de positie van een werknemer in het algemeen. Zo denkt tweederde (64%) dat de bewering als ik structureel niet goed functioneer heeft mijn werkgever altijd het recht mij te ontslaan van toepassing is op zijn of haar arbeidssituatie, terwijl 80% van mening is dat dit het geval is voor werknemers in het algemeen. Verder blijkt dat werkzamen hun situatie rooskleuriger zien uit het feit dat eenderde (34%) van mening is dat zij bij ontslag recht hebben op een ontslagvergoeding. Wanneer dit op burgers in het algemeen wordt betrokken is nog maar 12% deze mening toegedaan.
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 6
2
Kennis kabinetsplannen ontslagrecht
2.1
Nieuwe maatregelen lang niet bij iedereen bekend
Nagenoeg vier op de tien burgers (37%) geven aan niets gezien, gehoord of gelezen te hebben over de kabinetsplannen waarin wordt voorgesteld het ontslagrecht te versoepelen. Ruim zes op de tien (63%) zeggen hierover wel iets gezien, gehoord of gelezen te hebben. Van degenen die iets gezien, gehoord of gelezen hebben, geven zo’n drie op de tien (31%) aan dat ze goed op de hoogte zijn van de inhoud van de kabinetsplannen. Zeven op de tien (69%) zeggen daarentegen niet goed op de hoogte te zijn. Al met al kunnen we dus stellen dat één op de vijf Nederlanders inhoudelijk (enigszins) op de hoogte is van de plannen. Onder werkenden in loondienst is dit iets meer dan een kwart (27%). Van de werkgevers zegt tweederde (67%) iets te hebben gezien, gehoord of gelezen aangaande de plannen omtrent de versoepeling van het ontslagrecht, terwijl eenderde (33%) aangeeft niets te hebben gezien, gehoord of gelezen. Van de werkgevers die te kennen gaven op de hoogte te zijn van de plannen, zegt 41% dat ze goed op de hoogte zijn. Zes op de tien werkgevers geven aan niet goed op de hoogte te zijn van de plannen van het kabinet. Zowel de burgers als de werkgevers die hebben aangegeven iets te hebben gezien, gehoord of gelezen over de kabinetsplannen aangaande de versoepeling van het ontslagrecht, is in willekeurige volgorde een aantal maatregelen voorgelegd. Een deel van deze maatregelen maakt daadwerkelijk deel uit van het kabinetsvoorstel, terwijl het andere deel daarin niet is opgenomen. Wij hebben de respondenten gevraagd of zij van mening zijn of de genoemde maatregelen deel uitmaken van het kabinetsvoorstel of niet. 2.1.1 Ontslag hoeft niet langer aantoonbaar redelijk te zijn De eerste maatregel die wij voorlegden was de werkgever hoeft niet meer aan te tonen dat het ontslag redelijk is. Eenderde van de werkgevers (33%) denkt dat dit deel uitmaakt van het voorstel aangaande de versoepeling van het ontslagrecht. Zes op de tien werkgevers denken echter dat dit er geen deel van uitmaakt. Onder burgers denken vier op de tien (43%) dat deze maatregel deel uitmaakt van het voorstel. Van de werknemers in loondienst denken ruim vier op de tien dat deze maatregel deel uitmaakt van het voorstel. Onder freelancers en zelfstandigen denkt eenderde (34%) dat. Vier op de tien burgers (40%) denken dat de werkgever wel moet aantonen dat het ontslag redelijk is. 2.1.2 Ontslagvergoeding gesteld op maximaal één jaarsalaris Ruim de helft van de burgers (54%) denkt dat deze maatregel opgenomen is in het voorstel voor het nieuwe ontslagrecht, en 19% denkt van niet. De ontslagvergoeding wordt maximaal één jaarsalaris maakt volgens zes op de tien werkgevers (62%) deel uit van de plannen. Volgens twee op de tien is dit niet het geval.
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 7
2.1.3 Kosten scholing worden afgetrokken van ontslagvergoeding Slechts eenderde van de burgers (33%) denkt dat een werkgever de kosten die hij heeft gemaakt voor scholing van een werknemer kan aftrekken van de ontslagvergoeding. Onder werkgevers is deze maatregel iets bekender. Van hen zijn ruim vier op de tien (43%) van mening dat deze maatregel deel uitmaakt van de kabinetsplannen. 2.1.4 Ontslagvergoeding krijgt een plafond Lang niet iedereen is op de hoogte van het feit dat de ontslagvergoeding, onder het nieuwe stelsel, aan een maximum wordt gebonden. Voor werknemers jonger dan 40 jaar zal deze € 75.000 worden, terwijl werknemers van 40 jaar of ouder maximaal € 100.000 tegemoet kunnen zien. 2 | Kennis van kabinetsplannen voor versoepeling ontslagrecht
De werkgever heeft geen toestemming nodig van de rechter om een werknemer te ontslaan *
Topinkomens worden aangepakt/gouden handdrukken verdwijnen
De ontslagvergoeding wordt maximaal één jaarsalaris *
Er komt een wettelijke, financiële vergoeding voor alle werknemers die worden ontslagen
De werkgever hoeft niet meer aan te tonen dat het ontslag redelijk is *
Weet niet
voorstel
Niet in
In voorstel
Werkgevers
Weet niet
voorstel
voorgesteld het ontslagrecht te versoepelen
Niet in
gelezen hebben over de kabinetsplannen waarin wordt
In voorstel
Burgers
Basis = Burgers en werkgevers die iets gezien, gehoord of
%
%
%
%
%
%
72
16
12
70
21
10
62
27
11
59
30
11
54
19
27
62
23
15
44
29
27
43
38
19
43
40
17
33
54
13
41
33
26
48
37
15
37
25
38
46
26
27
35
24
41
43
27
30
33
33
34
43
32
25
28
33
40
32
41
27
6
63
30
5
81
14
De ontslagvergoeding blijft gekoppeld aan het aantal jaren dat de werknemer heeft gewerkt voor deze werkgever, voor elk gewerkt jaar staat ongeveer één bruto maandsalaris
De ontslagvergoeding wordt maximaal 100.000 euro voor werknemers van 40 jaar of ouder *
De ontslagvergoeding wordt maximaal 75.000 euro voor werknemers jonger dan 40 jaar *
Kosten die de werkgever heeft gemaakt voor scholing van een werknemer, kunnen worden afgetrokken van de ontslagvergoeding *
De werkgever draait op voor eventuele proceskosten bij een ontslagprocedure
Flexwerkers (freelancers, uitzendkrachten) krijgen altijd een ontslagvergoeding * maakt deel uit van kabinetsplan
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 8
Onder werknemers zegt ongeveer een derde dat deze maatregelen (zowel voor werknemers tot 40 jaar als werknemers van 40 jaar en ouder) deel uitmaken van de plannen. Onder werkgevers denkt 43% dat de maatregel voor werknemers tot 40 jaar klopt, terwijl 46% van mening is dat de maatregel voor werknemers van 40 jaar en ouder deel uitmaakt van de plannen. 2.1.5 Toestemming rechter niet langer nodig Zeven op de tien werknemers (72%) en werkgevers (70%) weten dat de werkgever niet langer toestemming van de rechter nodig heeft wanneer deze een werknemer wil ontslaan. 2.1.6 Geen wettelijke, financiële vergoeding voor alle ontslagen werknemers Onder het nieuwe stelsel zal geen wettelijke, financiële vergoeding komen voor alle werknemers die worden ontslagen. Drie op de tien werknemers (29%) en zo’n vier op de tien werkgevers (38%) zijn hiervan op de hoogte. Ruim vier op de tien van beide groepen denken dat er wel een wettelijke, financiële vergoeding zal komen. 2.1.7 Flexwerkers krijgen geen ontslagvergoeding Bijna tweederde van de burgers (63%) denkt dat flexwerkers (freelancers, uitzendkrachten etc.) niet altijd recht hebben op een ontslagvergoeding. Van de flexwerkers zelf weet 66% dit, 13% denkt dat het wel onderdeel uitmaakt van de plannen van het kabinet. Bij de werkgevers zijn acht op de tien (81%) op de hoogte van het feit dat flexwerkers niet altijd een ontslagvergoeding krijgen. 2.1.8 Ontslagvergoeding niet langer gekoppeld aan aantal gewerkte jaren Onder het nieuwe ontslagrecht zal de ontslagvergoeding niet langer gekoppeld zijn aan het aantal jaren dat een werknemer heeft gewerkt voor de werkgever. Circa eenderde van de werknemers (33%) en werkgevers (37%) geeft aan dat dit inderdaad geen deel uitmaakt van de plannen. De helft van de werkgevers (48%) en 41% van de burgers denkt daarentegen dat de ontslagvergoeding gekoppeld zal zijn aan het aantal gewerkte jaren. 2.1.9 Topinkomens worden niet aangepakt Het voorstel betreffende de versoepeling van het ontslagrecht zegt niets over de ontslagvergoedingen voor de topinkomens (ook wel ‘gouden handdrukken’ genoemd). Toch denken zes op de tien werknemers (62%) en werkgevers (59%) dat het kabinet dit gaat aanpakken. Slechts zo’n drie op de tien van beide groepen zijn van mening dat het geen deel uitmaakt van het voorstel. 2.1.10 Proceskosten voor rekening werknemer Wanneer een ontslagen werknemer het niet eens is met zijn of haar ontslag, zijn de kosten van het (eventuele) proces voor zijn of haar rekening. Veel werknemers (28%) en werkgevers (32%) denken echter dat de werkgever opdraait voor eventuele proceskosten bij een ontslagprocedure. Eenderde van de burgers (33%) en 41% van de werkgevers denkt dat dit niet zo is.
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 9
3
Draagvlak voor kabinetsplannen
3.1
Aantal voorstanders daalt naarmate argumenten bekend zijn
Alle respondenten is tweemaal gevraagd of zij voor of tegen de kabinetsplannen om het ontslagrecht te versoepelen zijn. De eerste keer zonder het noemen van de argumenten van werknemers- en werkgeversorganisaties. Voordat deze vraag echter werd gesteld is de respondenten gevraagd in hoeverre zij op de hoogte zijn van de kabinetsplannen inzake de versoepeling van het ontslagrecht. Daaruit blijkt dat 63% op de hoogte was van de plannen (en 37% niet). Van de groep die zegt op de hoogte te zijn geven zo’n drie op de tien (31%) aan goed op de hoogte te zijn, terwijl 69% zegt niet goed op de hoogte te zijn. De tweede keer werd de vraag gesteld ná het noemen van de argumenten van de werkgevers- en werknemersorganisaties. De respectievelijke argumenten werden als volgt geformuleerd: Werkgeversorganisaties zeggen dat de versoepeling van het ontslagrecht een goede zaak is. Volgens hen wordt het door een soepeler ontslagrecht voor werkgevers makkelijker om mensen aan te nemen en leidt het tot minder administratieve en financiële lasten voor werkgevers. De vakbonden zeggen dat het huidige ontslagrecht prima voldoet als een werkgever een geldige reden voor ontslag heeft. Volgens hen zet een soepeler ontslagrecht de rechtsbescherming van werknemers onder druk en vergroot het juist de werkloosheid bij groepen die toch al moeilijk aan de slag komen. Vóór het noemen van de argumenten zegt ruim de helft van de Nederlandse burgers (55%) tegen de kabinetsplannen om het ontslagrecht te versoepelen te zijn. Eenderde (32%) geeft aan juist voor deze versoepeling te zijn. Burgers die aangaven iets te hebben gezien, gehoord of gelezen over de kabinetsplannen zijn vaker (59%) tegen dan de burgers die niet op de hoogte zijn (49%). Werkgevers zijn duidelijk vóór de plannen. Acht op de tien (81%) zien zichzelf als voorstander van de nieuwe kabinetsplannen. Slechts 13% is tegen deze plannen vóór het noemen van de argumenten. 3 | Burgers tegen, werkgevers vóór kabinetsplannen Voor noemen argumenten
Na noemen argumenten
Burgers
Werkgevers
Burgers
Werkgevers
%
%
%
%
Voorstander
32
81
29
72
Tegenstander
55
13
61
25
Weet niet
13
6
11
3
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 10
Na het noemen van de argumenten van de werknemers- en werkgeversorganisaties zijn zowel burgers als werkgevers kritischer over de plannen dan daarvoor. Het aandeel voorstanders onder burgers daalt van 32% naar 29%, terwijl het aandeel tegenstanders oploopt tot zes op de tien (61%). Onder freelancers/zelfstandigen (50%) en vutters en AOW-ers (40%) zijn de meeste voorstanders te vinden. Onder mensen die werkzaam zijn in loondienst bij de overheid of een particulier bedrijf is het aantal tegenstanders het hoogst (respectievelijk 63% en 64%). Bij de werkgevers is het percentage voorstanders gedaald naar 72% (was 81%). Het aandeel tegenstanders is zelfs verdubbeld na het noemen van de argumenten (van 13% naar 25%). 3.1.1 Vooral PvdA- en SP-stemmers tegen Wanneer er wordt gekeken naar de politieke achtergrond van burgers, wordt duidelijk dat de meeste tegenstanders te vinden zijn onder het electoraat van de PvdA en de SP. Eerstgenoemde is als regeringspartij (en in de persoon van Minister van Financiën Wouter Bos zelfs nauw) betrokken bij de doorvoering van de plannen omtrent de versoepeling van het ontslagrecht. De achterban kent echter slechts een klein aantal voorstanders. Slechts twee op de tien PvdA-stemmers (21%) zeggen voor de plannen te zijn, terwijl bijna driekwart (73%) tegen is. Van de CDA-stemmers is eveneens een meerderheid (52%) tegen de kabinetsplannen. Ook zonder het noemen van de argumenten van werkgeversorganisaties en de vakbonden zien we dit beeld, al is het verschil tussen voor- en tegenstanders dan iets minder groot. 4 | Electoraat PvdA en SP kent meeste tegenstanders, ook CDA-stemmers tegen CDA
PvdA
SP
VVD
PVV
CU
GL
Totaal
%
%
%
%
%
%
%
%
Voorstander
42
22
17
56
43
41
33
32
Tegenstander
49
70
73
37
47
45
60
55
Weet niet
10
8
11
6
10
14
7
13
Voorstander
42
21
14
50
27
44
18
29
Tegenstander
52
73
73
48
69
47
79
61
Weet niet
6
6
12
2
4
10
4
11
Zonder argumenten
Met argumenten
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 11
3.2
Ontslagrecht niet grootste prioriteit voor werkgevers
De werkgevers is gevraagd waar volgens hen in de belangenbehartiging de prioriteit moet liggen bij de werkgeversorganisaties. Daaruit blijkt dat de verlichting van de administratieve lastendruk de eerste prioriteit zou moeten zijn voor de werkgeversorganisaties (wordt door 30% van de werkgevers als eerste genoemd). 1 Versoepeling van het ontslagrecht (19%) wordt door twee op de tien als eerste genoemd en vervolgens het verlagen van de loonkosten (12%), maatschappelijk verantwoord ondernemen (11%) en een continu aanbod van goed gekwalificeerd personeel (10%). Door werkgevers van bedrijven met meer dan 100 werknemers wordt het continue aanbod van goed gekwalificeerd personeel vaker genoemd dan gemiddeld. 5 | Werkgevers: vermindering administratieve lastendruk grootste prioriteit werkgeversorganisaties 3
2,4
2,5
2
1,5 1,4
Score 1,5
1,3
1,3
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Continu aanbod goed gekwalificeerd personeel
1,1 1
0,9
0,5
0 Scholing werknemers
Verlagen van BTW-tarieven
Verlagen van loonkosten
Versoepeling ontslagrecht
Verlichting administratieve lastendruk
Bron: TNS NIPO, 2007
1
De score van een antwoord, zoals te zien in figuur 5, wordt als volgt berekend: Er is gevraagd waar de
werkgeversorganisaties de prioriteit aan moeten geven. Deze vraag werd vervolgens 3 keer herhaald. De maatregel die het eerst genoemd wordt krijgt 4 punten. Die daarna 3, die daarna 2 etc. Hierna wordt het gemiddelde per maatregel berekend. Versoepeling van ontslagrecht werd bijvoorbeeld bij de eerste en tweede keer vragen als tweede genoemd maar werd vervolgens niet meer bij de eerste 4 genoemd. De score voor deze maatregel is dus 2 keer 3 punten. Omdat er 4 keer gevraagd werd moet het puntentotaal door 4 worden gedeeld. De score voor de versoepeling van het ontslagrecht wordt dus (6 / 4 =) 1,5.
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 12
3.3
Versoepeling ontslagrecht zal oudere werknemer treffen
Zeven op de tien Nederlandse burgers (70%) en zes op de tien werkgevers (60%) verwachten dat oudere werknemers het slachtoffer zullen worden van de voorgenomen versoepeling van het ontslagrecht. Ouderen (19%) zijn het vaker oneens met de stelling oudere werknemers worden het slachtoffer van een soepeler ontslagrecht dan gemiddeld (14%).
3.4
Zowel burgers als werkgevers zien nadelen huidig ontslagrecht
Zowel onder burgers (61%) als onder werkgevers (86%) onderschrijft een meerderheid de stelling het is in Nederland nu erg moeilijk om een werknemer te ontslaan. Het grootste deel van de werkgevers is tevens van mening dat het huidige ontslagrecht zorgt voor een starre arbeidsmarkt en de economie hindert. Tweederde van de werkgevers (68%) onderschrijft deze stelling. Burgers onderschrijven deze stelling in mindere mate (30%). Ruim de helft van de burgers (56%) is het echter ook eens met de stelling ‘Bij een gunstige economie is een soepeler ontslagrecht helemaal niet nodig’. Onder de werkgevers is een kleine meerderheid het hier mee oneens (51%).
3.5
Verdeeldheid over effect soepeler ontslagrecht op werkgelegenheid
Zes op de tien burgers zijn het niet eens met de stelling het is gunstig voor de werkgelegenheid en economie dat werkgevers makkelijker personeel kunnen ontslaan. Van de werkgevers onderschrijft echter driekwart (73%) deze stelling. Verder valt op dat twee derde van de werkgevers (67%) de stelling ‘Het nieuwe ontslagrecht maakt voor mijn bedrijf niets uit’ onderschrijft.
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 13
6 | Meningen over ontslagrecht
Weet niet
Oneens
Eens
Oneens
Eens
Werkgevers
Weet niet
Burgers
%
%
%
%
%
%
70
15
15
60
34
6
61
30
9
86
13
1
56
27
17
41
51
8
46
10
44
49
16
35
Het ontslagrecht leidt tot steeds meer zinloze rechtszaken Het huidige ontslagrecht beschermt vooral de ouderen
44
30
26
76
14
11
43
33
23
53
33
14
Het nieuwe ontslagrecht zal mij niet raken Het plan voor een soepeler ontslagrecht pakt ook de
43
33
24
-
-
-
36
39
24
-
-
-
35
12
53
27
29
44
33
54
13
73
21
6
32
11
57
28
21
51
31
20
49
24
30
46
30
44
26
68
22
9
De huidige ontslagvergoeding is te hoog
29
39
31
63
24
13
Een soepeler ontslagrecht is gunstig voor jonge werknemers
29
50
21
54
32
14
Soepeler ontslag voorkomt dat mensen vastroesten
25
62
13
56
37
7
25
44
31
9
73
18
-
-
-
67
30
2
Oudere werknemers worden het slachtoffer van een soepeler ontslagrecht
Het is in Nederland nu erg moeilijk om een werknemer te ontslaan
Bij een gunstige economie is een soepeler ontslagrecht helemaal niet nodig
De PvdA pleegt kiezersbedrog, als ze akkoord gaat met de plannen van minister Donner over het ontslagrecht
topinkomens aan
Het kabinet grijpt veel verder in het ontslagrecht in dan het regeerakkoord toelaat
Het is gunstig voor werkgelegenheid en economie dat werkgevers makkelijker personeel kunnen ontslaan
De ChristenUnie pleegt kiezersbedrog, als ze akkoord gaat met de plannen van minister Donner over het ontslagrecht
Het CDA pleegt kiezersbedrog, als ze akkoord gaat met de plannen van minister Donner over het ontslagrecht
Het huidige ontslagrecht zorgt voor een starre arbeidsmarkt en hindert de economie
De invoering van het nieuwe ontslagrecht zou voor mij een reden zijn om op een andere politieke partij te stemmen
Het nieuwe ontslagrecht maakt voor mijn bedrijf niets uit
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 14
3.6
Werkgevers vinden huidige ontslagvergoeding te hoog
Twee derde van de Nederlandse werkgevers (63%) zegt de nu geldende ontslagvergoeding te hoog te vinden. Van de burgers zijn drie op de tien (29%) deze mening toegedaan.
3.7
Helft burgers stelt dat PvdA kiezersbedrog pleegt
Iets minder dan de helft van de ondervraagde burgers (46%) onderschrijft de stelling de PvdA pleegt kiezersbedrog, als ze akkoord gaat met de plannen van minister Donner over het ontslagrecht. Ongeveer eenderde is van mening dat dit het geval is voor het CDA (31%) en de ChristenUnie (32%). Dat een dergelijk groot deel van de burgers van mening is dat de PvdA kiezersbedrog pleegt, bevreemdt enigszins daar eveneens de helft van de ondervraagden aangeeft niet te weten of het kabinet veel verder in het ontslagrecht ingrijpt dan het regeerakkoord toelaat. Vooral degenen die bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen gestemd hebben op de VVD (63%) en de PVV (63%) zeggen dat de partij van Wouter Bos zich schuldig maakt aan kiezersbedrog. Van het electoraat van de PvdA is 53% deze mening toegedaan. Bij de werkgevers is eenzelfde beeld te zien. De helft (49%) is van mening dat de PvdA kiezersbedrog pleegt, terwijl ongeveer een kwart deze mening is toegedaan ten aanzien van het CDA en de Christenunie (respectievelijk 24% en 28%).
3.8
Derde werknemers denkt dat nieuw ontslagrecht hen zal raken
Eenderde van de werkenden (33%) is van mening dat het nieuwe ontslagrecht hen zal raken. Vier op de tien (43%) denken echter dat dit niet het geval zal zijn, terwijl een kwart het niet weet. Een meerderheid van de werkgevers zegt het eens te zijn met de stelling het nieuwe ontslagrecht maakt voor mijn bedrijf niets uit. Twee derde (67%) denkt namelijk de gevolgen ervan niet te zullen ervaren.
3.9
Zowel burgers als werkgevers voor maximeren ontslagvergoeding
Een meerderheid van zowel de burgers (52%) als de werkgevers (60%) is vóór het onderdeel van het kabinetsplan dat ingaat op de ontslagvergoeding. In deze plannen is opgenomen dat een werknemer jonger dan 40 jaar maximaal € 75.000 tegemoet kan zien, terwijl dit voor een werknemer van 40 jaar of ouder € 100.000 bedraagt. Burgers die tegen dit onderdeel van de plannen zijn, zeggen vooral de maximum ontslagvergoeding voor werknemers ouder dan 40 jaar te laag te vinden. Ook voor de werkgevers is dit een belangrijke reden om tegen te zijn. De belangrijkste reden om tegen te zijn, is voor de werkgevers echter dat ze de vergoeding te hoog vinden (voor zowel werknemers onder de 40 als vanaf 40 jaar).
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 15
3.10
Burgers tegen, werkgevers vóór laten vervallen van toetsing ontslag
Twee derde van de Nederlandse burgers (65%) zegt tegen het onderdeel van de kabinetsplannen te zijn waarin staat dat werkgevers niet langer verplicht zijn het ontslag van een werknemer te laten toetsen door de kantonrechter of het CWI. Van de werkgevers is juist ongeveer twee derde (63%) voorstander van deze regel. 7 | Ontslagvergoeding krijgt steun van meerderheid burgers en werkgevers Invoering van maximale
Vervallen van toetsing door
ontslagvergoeding
kantonrechter of CWI
Burgers
Werkgevers
Burgers
Werkgevers
%
%
%
%
Voorstander
52
60
26
63
Tegenstander
30
35
65
33
Weet niet
18
5
9
4
3.11
Ruim helft werknemers voelt zich vertegenwoordigd door vakbonden
De helft van alle werkzamen (49%) zegt zich vertegenwoordigd te voelen door de vakbonden waar het het ontslagrecht betreft. Een derde (32%) zegt zich helemaal niet vertegenwoordigd te voelen door de vakbonden inzake het ontslagrecht, terwijl 19% het niet weet. Werknemers in loondienst bij de overheid, voelen zich meer vertegenwoordigd door de vakbonden dan werknemers in loondienst bij particuliere werkgevers (64% tegen 52%). Van de freelancers en zelfstandigen voelt slechts een kwart (26%) zich vertegenwoordigd door de vakbonden en 56% helemaal niet. Drie op de tien burgers (28%) omschrijven de opstelling van de vakbonden inzake het ontslagrecht als constructief en opbouwend. Een op de zeven (14%) zegt deze opstelling juist destructief en afbrekend te vinden, terwijl 28% het noch constructief, noch destructief acht. Onder werknemers die in loondienst werken, is het oordeel iets positiever: 11% van de mensen in loondienst bij de overheid of een particulier bedrijf beoordeelt de opstelling van de vakbonden als destructief. De opstelling van de werkgeversorganisaties wordt door de meeste burgers als destructief en afbrekend gezien. Een op de zes (17%) vindt de opstelling wel opbouwend en constructief.
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 16
Ook bij de werkgevers voelt ongeveer de helft (51%) zich vertegenwoordigd door hun belangenbehartigers. Een derde van de werkgevers (34%) zegt zich helemaal niet vertegenwoordigd te voelen door de werkgeversorganisaties.2 Vier op de tien werkgevers (40%) beoordelen de houding van de werkgeversorganisaties als opbouwend en constructief, terwijl 16% de rol van de werkgeversorganisaties destructief en afbrekend noemt. Eveneens vier op de tien (40%) typeren de instelling van de vakbonden inzake het ontslagrecht als destructief en afbrekend. Een op de tien (10%) zegt de rol van de vakbonden juist als opbouwend en constructief te zien. 8 | Drie op de tien burgers zien rol vakbond als opbouwend
Constructief noch destructief
Destructief
Weet niet
Constructief
Constructief noch destructief
destructief
Weet niet
Werkgevers
Constructief
Burgers
%
%
%
%
%
%
%
%
Vakbonden
28
28
14
30
10
34
40
17
Werkgeversorganisaties
17
22
32
30
40
28
16
16
Leeswijzer: deze tabel dient horizontaal te worden gelezen. Van links naar rechts tellen de percentages op tot 100%. Dus: van de burgers ziet 28% de opstelling van de vakbonden als constructief, 28% noch constructief noch destructief, 14% destructief en 30% van de burgers kan de opstelling van de vakbonden in deze kwestie niet beoordelen.
Mensen die lid zijn van een vakbond typeren de opstelling van de vakbonden vaker als opbouwend en constructief dan gemiddeld (45% tegen 28%). Eenzelfde beeld zien we bij de werkgevers. Zij die aangesloten zijn bij een werkgeversorganisatie beoordelen de houding van die organisaties vaker als constructief dan gemiddeld (57% tegen 40%).
2
Dit zijn voornamelijk de werkgevers met minder dan tien werknemers.
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 17
4
Consequenties voor de eigen situatie
4.1
Burgers
4.1.1 Vast contract verliest zijn waarde Volgens driekwart van de Nederlanders (77%) heeft een vast contract minder waarde dan voorheen, wanneer de versoepeling van het ontslagrecht wordt doorgevoerd. Ruim een op de tien (13%) denkt dat dit niet het geval zal zijn. Mensen die in loondienst zijn bij de overheid (71%) zijn deze mening minder toegedaan dan mensen die in loondienst zijn bij een particulier bedrijf (81%). 4.1.2
Eenderde Nederlanders wordt lid van vakbond wanneer plannen doorgang vinden Een op de zes (16%) Nederlanders (die momenteel nog geen lid is van een vakbond)3 zegt zich aan te zullen melden bij een vakbond wanneer de versoepeling van het ontslagrecht wordt doorgevoerd. Zes op de tien (59%) zeggen dit niet te zullen doen, terwijl zo’n 25% het nog niet weet. 4.1.3
Rechtsbijstandsverzekering populair wanneer versoepeling ontslagrecht komt Een derde (33%) van degenen die geen rechtsbijstandverzekering hebben4, zegt er één te nemen wanneer het kabinet de plannen omtrent de versoepeling van het ontslagrecht doorvoert. Vier op de tien doen dit niet en ruim een kwart weet het nog niet. 4.1.4 Nederlanders leggen zich niet neer bij ontslag onder nieuwe stelsel Zes op de tien Nederlanders (59%) zeggen zich er niet bij te zullen neerleggen wanneer zij onder het nieuwe stelsel ontslagen worden. Een vijfde (22%) zegt dat wel te zullen doen. Vakbondsleden zijn strijdbaarder dan de Nederlanders die geen lid zijn van een werknemersorganisatie. Driekwart van de vakbondsleden (74%) zegt zich niet te zullen neerleggen bij een ontslag, terwijl dat bij niet-leden 54% betreft. Van de Nederlanders geeft 45% aan dat wanneer zij worden ontslagen onder het nieuwe stelsel, zij daartegen in beroep zullen gaan bij de rechter. Bijna een kwart (23%) zegt geen juridische stappen te willen ondernemen, terwijl 32% het (nog) niet weet. Ook hier wordt duidelijk dat vakbondsleden zich niet snel bij de situatie neerleggen. Waar onder niet-leden vier op de tien (40%) zeggen naar de rechter te stappen zijn dat onder vakbondsleden zes op de tien (60%).
3
Ruim twee op de tien ondervraagden (22%) zijn lid van een vakbond.
4
Ruim de helft van de ondervraagden (58%) heeft een rechtsbijstandverzekering.
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 18
4.1.5 Kwart zegt minder snel te zullen klagen bij leidinggevende Twee op de tien ondervraagden geven aan minder snel te zullen klagen bij de leidinggevende wanneer de versoepeling van het ontslagrecht wordt doorgevoerd. Het lijkt erop dat mensen zaken die ze normaliter zouden aankaarten, laten voor wat het is uit angst voor ontslag. Zo’n zes op de tien (58%) trekken zich hier echter niets van aan en zullen niet minder snel klagen dan voorheen. 4.1.6 Versoepeling ontslagrecht leidt niet tot sneller vinden van baan Volgens de meeste uitzendkrachten zal de versoepeling van het ontslagrecht er niet toe leiden dat zij sneller een baan zullen vinden. Slechts 21% denkt dat dit het geval zou zijn. Studenten schatten de situatie rooskleuriger in. Van hen zijn vier op de tien (38%) van mening dat zij door de versoepeling van het ontslagrecht makkelijker een baan zullen vinden. Gemiddeld onderschrijven drie op de tien uitzendkrachten, studenten, werklozen en werkzoekenden (30%) de stelling wanneer de versoepeling van het ontslagrecht wordt doorgevoerd, zal ik sneller een baan kunnen vinden. 9 | Vast contract heeft minder waarde Wanneer de versoepeling van het ontslagrecht wordt
Eens
Oneens
Weet niet
%
%
%
16
59
25
33
42
24
… zou ik minder snel klagen bij mijn leidinggevende
21
58
21
… heeft een vast contract minder waarde dan voorheen *** … zal ik sneller een baan kunnen vinden
77
13
10
30
52
17
22
59
19
45
23
32
doorgevoerd, … … meld ik mij aan bij een vakbond
*
… neem ik een rechtsbijstandverzekering
**
Wanneer ik ontslagen word onder het nieuwe stelsel, leg ik mij daar bij neer Wanneer ik ontslagen word onder het nieuwe stelsel, ga ik daartegen in beroep bij de rechter
*
Gevraagd aan burgers die geen lid zijn van een vakbond
**
Gevraagd aan burgers die geen rechtsbijstandverzekering hebben
***
Gevraagd aan uitzendkrachten, studenten, werkzoekenden en werklozen
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 19
4.1.7 Versoepeling ontslagrecht zal zowel CDA als PvdA kiezers kosten Een op de vijf Nederlandse burgers (20%) zegt dat de kans dat hij /zij op de zelfde politieke partij zal stemmen als in 2006, kleiner zal zijn wanneer de plannen voor het ontslagrecht, zoals nu voorgesteld, doorgevoerd worden door het kabinet. Een op de tien (10%) geeft aan dat de kans juist groter wordt, terwijl zeven op de tien (70%) aangeven dat het geen verschil zal maken. 10 | CDA en PvdA dreigen kiezers te verliezen wanneer plannen doorgang vinden CDA
PvdA
SP
VVD
PVV
CU
Totaal
%
%
%
%
%
%
%
Groter
6
3
18
17
21
-
10
Kleiner
27
38
11
10
6
15
20
Maakt geen verschil
67
59
71
72
73
85
70
Vooral het CDA en de PvdA moeten vrezen voor verlies van kiezers. Een kwart van het electoraat van het CDA (27%) en bijna vier op de tien PvdA-stemmers (38%) geven aan dat de kans dat zij opnieuw op deze partijen gaan stemmen kleiner zal zijn wanneer de plannen voor het ontslagrecht doorgang vinden. Een op de tien PvdA-stemmers (11%) zegt zijn stem uit te zullen brengen op de SP wanneer er nu Tweede Kamerverkiezingen zouden zijn.
4.2
Werkgevers
4.2.1 Werkgevers zullen sneller nieuw personeel aannemen Zes op de tien werkgevers (60%) zeggen sneller nieuw personeel te zullen aannemen wanneer de versoepeling van het ontslagrecht wordt doorgevoerd. Voor drie op de tien werkgevers is dat niet het geval. 4.2.2 Oudere werknemers profiteren volgens werkgevers van nieuw ontslagrecht Zes op de tien werkgevers (62%) zijn van mening dat het door de versoepeling van het ontslagrecht aantrekkelijker wordt om oudere werknemers aan te nemen. Een kwart van de werkgevers (23%) denkt dat dit niet het geval zal zijn. 4.2.3 Arbeidsverhoudingen zullen niet verstoord worden Nagenoeg drie kwart van de werkgevers (71%) denkt niet dat als gevolg van de kabinetsplannen de arbeidsverhoudingen binnen hun bedrijf negatieve effecten zullen ondervinden. Slechts een op de tien (10%) denkt dat dit wel het geval zal zijn.
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 20
4.2.4
Kwart werkgevers denkt dat vakbondslidmaatschap binnen hun bedrijf zal toenemen Een kwart van de werkgevers (25%) voorziet dat meer van hun werknemers lid zullen worden van een vakbond. Ruim vier op de tien (44%) zien dit niet gebeuren, terwijl 30% het niet weet. 4.2.5 Kwart werkgevers zal eerder tot ontslag overgaan Zo’n drie op de tien werkgevers (29%) zeggen, onder het nieuwe ontslagstelsel, eerder werknemers te zullen ontslaan dan nu het geval is. Bijna zes op de tien werkgevers (57%) geven echter aan niet eerder tot ontslag over te gaan dan nu. 4.2.6 Administratieve lastendruk zal afnemen De helft van de werkgevers (50%) is van mening dat ze, onder het nieuwe stelsel, minder last zullen hebben van administratieve lastendruk. Drie op de tien (31%) werkgevers zijn deze mening niet toegedaan. 4.2.7 Vast contract verliest ook volgens werkgevers zijn waarde Net als de burgers, denken ook werkgevers dat een vast contract minder waarde zal hebben dan voorheen. Bijna zeven op de tien (68%) denken dat de waarde van een vast contract minder zal worden. Drie op de tien (30%) denken daarentegen dat een vast contract zijn waarde zal behouden. 11 | Consequenties situatie van werkgevers Wanneer de versoepeling van het ontslagrecht wordt
Eens
Oneens
Weet niet
doorgevoerd,…
%
%
%
… zal een vast contract minder waarde hebben dan voorheen
68
30
3
… is het aantrekkelijker om oudere werknemers aan te nemen
62
23
15
… zal ik sneller nieuw personeel aannemen
60
30
10
… zal ik minder last hebben van administratieve lastendruk
50
31
19
… zal ik eerder werknemers ontslaan dan nu het geval is
29
57
14
25
44
30
10
71
19
… zullen meer werknemers van mijn bedrijf lid worden van een vakbond … zal dit een negatief effect hebben op de arbeidsverhoudingen binnen mijn bedrijf
Met recht een ander ontslagrecht? | E8692 | © TNS NIPO | 13 september 2007 | 21