t.
«
Raad
vanState
^GĒKOMBV 2 2 ME/ 2015 Afdeling bestuursrechtspraak
15BIN03102
Raad van de gemeente Lingewaard Postbus 1 5 6 6 8 0 AA BEMMEL
Datum
Ons n u m m e r
20 mei 201 5
201406818/1/R2
U w ken merk
Onderwerp
Behandelend ambten aar
Lingewaard Bestemmingsplan Blauwe Hoek 58-58a Doornenburg
S.G. Antonio-Mac aay 070-4264260
In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. De procedure is daarmee beëindigd. Een eensluidend afsc hrift van deze uitspraak treft u hierbij aan. Hoogachtend, de griffier Deze brief is geautomatiseerd aangemaakt en is daarom niet ondertekend.
2731 152ICA0)
Postbus 20019 - 2500 EA Den Haag - T 070 426 44 26 - F 070 365 13 80 - www.raadvanst at e.nl Bij correspondentie de datum en het nummer van deze brief vermelden
Raad
vanState 201406818/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2 0 1 5
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen: 1.
E.A.W. Rasing en A. Rasing-Peters (hierna tezamen en in enkelvoud: Rasing), wonend te Doornenburg, gemeente Lingewaard, 2. G.J.Th. Joosten en M. Joosten-Verhoeven (hierna tezamen en in enkelvoud: Joosten), wonend te Doornenburg, gemeente Lingewaard, appellanten,
de raad van de gemeente Lingewaard (hierna: de raad), verweerder.
201406818/1/R2
2
20 mei 201 5
Procesverloop Bij besluit van 10 juli 2 0 1 4 heeft de raad het bestemmingsplan "Blauwe Hoek 58-58a te Doornenburg" (hierna: het plan) vastgesteld. Tegen dit besluit hebben Rasing en Joosten beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 april 2 0 1 5 , waar de raad, vertegenwoordigd door R.L. Noppen, is verschenen. Overwegingen 1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. 2. Het plan voorziet in de verwezenlijking van een vrijstaande woning op het perceel Blauwe Hoek 58-58a te Doornenburg. In beroep richten Rasing en Joosten zich tegen het gehele plan. 3. Rasing en Joosten betogen dat de in het plan voorziene woning niet past in de omgeving. Hiertoe voeren zij aan dat het plan niet in overeenstemming is met de uitgangspunten van de Dorpenvisie Doornenburg uit december 2 0 0 6 (hierna: de Dorpenvisie) en de gemeentelijke welstandsnota, althans dat onvoldoende is gemotiveerd waarom wordt afgeweken van dit gemeentelijk beleid. In dit verband wijzen zij erop dat het plan niet structuurversterkend is en evenmin aansluit bij de seriematige bebouwing uit de omgeving. Voorts voeren Rasing en Joosten aan dat de vorm en de locatie van het bouwvlak atypisch in relatie tot de omgeving is en de in het plan toegestane bouwhoogten te hoog zijn. Ter onderbouwing van hun standpunt verwijzen zij naar de stedenbouwkundige toets die zij hebben laten verrichten naar het bouwvoornemen voor het perceel Blauwe Hoek 58-58a, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een memo van BügelHajema van 29 september 2 0 1 4 . 3.1. De raad stelt zich op het standpunt dat het plan voldoet aan de uitgangspunten van het gemeentelijk beleid en de in het plan voorziene woning vanuit ruimtelijk en stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is. Daaraan heeft de raad onder meer een welstandsadvies van
201406818/1/R2
3
20 mei 201 5
29 december 2 0 1 4 van de welstandscommissie Gelders Genootschap (hierna: de welstandscommissie) met betrekking tot de bouwplannen ten grondslag gelegd. Daarin staat dat het bouwplan ingevolge de gebiedscriteria valt onder "Seriële bouw A 2 - bijzondere bebouwing", een basistoets die w o r d t toegepast in gebieden waar de bestaande ruimtelijke structuur relatief veel kan verdragen en afwijkingen en ingrepen minder grote gevolgen hebben voor de ruimtelijke kwaliteit. Met het voorliggende bouwplan wordt rekening gehouden met de situering en hoofdvorm van het bouwwerk, aldus het welstandsadvies. Daarbij w o r d t verwezen naar de langgerekte bouwmassa's, waarbij ingespeeld wordt op de - lange en smalle - vorm van de kavel, en de maximale bouwhoogte. Met de gekozen positionering ontstaan volgens het welstandsadvies ruime afstanden tot de perceelgrenzen. Het bestaande straatbeeld wordt volgens de welstandscommissie gekenmerkt door de clustering van bouwmassa's met kappen op relatief kleine kavels. Het voorliggende plan toont relatief bescheiden in het straatbeeld, w o r d t gecomplimenteerd met een sterk landschappelijke inrichting en past binnen de bestaande bebouwingskarakteristiek. Gelet op hetgeen in het welstandsadvies staat, heeft de raad geconcludeerd dat de in het plan voorziene woning passend is in de omgeving. 3.2. Aan het perceel waarop het plan ziet is de bestemming " W o n e n " toegekend. Aan het centrale deel van het perceel is de aanduiding " b o u w v l a k " toegekend. De afstand van het in het plan opgenomen bouwvlak tot de aangrenzende woonpercelen bedraagt minimaal ongeveer 3,5 m en maximaal 4 2 m. Op de verbeelding is voor de woning binnen het bouwvlak een maximale bouwhoogte van 5 m aangegeven. In het midden van het bouwvlak is op de verbeelding een maximale bouwhoogte van 8 m aangegeven. Voorts is aan de grond binnen het bouwvlak de aanduiding "vrijstaand" toegekend. Het bestemmingsplan "Kern Doornenburg", vastgesteld door de raad op 13 december 2 0 0 7 , waarvan het onderhavige plan een partiële herziening is, kent voor de omliggende gronden aan de Mulderswei en de Blauwe Hoek verschillende goothoogten van maximaal 6 m en verschillende bouwhoogten van maximaal 10 m. Gelet op het voorstaande alsmede de in het welstandsadvies genoemde stedenbouwkundige aspecten in aanmerking genomen, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de in het plan mogelijk gemaakte bebouwing qua bouwhoogte aansluit bij de bebouwing in en passend is in de omgeving. Voor zover Rasing en Joosten hebben aangevoerd dat het plan niet in overeenstemming is met de uitgangspunten van de Dorpenvisie wordt overwogen dat, zoals in het door Rasing en Joosten aangehaalde memo van BügelHajema op pagina 5 wordt erkend, de Dorpenvisie geen expliciete uitspraken geeft over de planlocatie, maar in zijn algemeenheid stelt dat in buurten alleen nieuwe bebouwing is toegestaan mits dit structuurversterkend is. In de Dorpenvisie staat verder dat de Mulderswei en de Blauwe Hoek overwegend uit vrijstaande en halfvrijstaande woningen bestaan en de woningen aan de Blauwe Hoek een grote diversiteit in architectuur en materiaalgebruik kennen. Hetgeen Rasing en Joosten aanvoeren geeft geen aanleiding voor het oordeel dat de
201406818/1/R2
4
20 mei 201 5
raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de Dorpenvisie niet in de weg staat aan het vaststellen van het plan. De betogen falen. 4. Rasing en Joosten betogen dat hun w o o n - en leefklimaat onevenredig w o r d t aangetast door de vermindering van uitzicht. 4.1. De raad stelt zich op het standpunt dat het plan geen onevenredige aantasting van het w o o n - en leefklimaat van Rasing en Joosten met zich brengt. 4.2. De kortste afstand tussen het plangebied en het perceel van Rasing bedraagt ongeveer 11 m. De afstand tussen het in het plan opgenomen bouwvlak en het perceel van Rasing is ongeveer 14 m. De afstand van de gevel van de woning van Rasing en de gevel van de in het plan voorziene woning bedraagt, naar de raad onweersproken heeft gesteld, ongeveer 23,5 m. De kortste afstand tussen het plangebied en het perceel van Joosten bedraagt ongeveer 11 m. De afstand tussen het in het plan opgenomen bouwvlak en het perceel van Joosten is ongeveer 15 m. De afstand van de gevel van de woning op het perceel van Joosten en de gevel van de in het plan voorziene woning bedraagt, naar de raad onweersproken heeft gesteld, ongeveer 18,6 m. 4.3. Niet kan worden uitgesloten dat de in het plan voorziene bouw van de woning zal leiden tot enige aantasting van het uitzicht voor Rasing en Joosten. De raad heeft zich echter, gelet op de voornoemde afstanden, de maximale bouwhoogte van 5 m respectievelijk 8 m van de toren en de ligging van de woningen van Rasing en Joosten in een bebouwde omgeving, in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de aantasting van het uitzicht niet ernstig is. Daarbij heeft de raad van belang mogen achten dat geen recht op blijvend vrij uitzicht bestaat. Gelet op het voorgaande heeft de raad bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid een groter gewicht kunnen toekennen aan het realiseren van de voorziene woning dan aan de belangen van Rasing en Joosten bij behoud van een onveranderde omgeving. De betogen falen. 5. Rasing en Joosten hebben zich in het beroepschrift voor het overige beperkt tot het verwijzen naar de inhoud van de zienswijze. In de overwegingen van het bestreden besluit is ingegaan op deze zienswijze. Rasing en Joosten hebben in het beroepschrift, noch ter zitting redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende zienswijze in het bestreden besluit onjuist zou zijn. 6.
De beroepen zijn ongegrond.
7.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
201406818/1/R2
5
20 mei 201 5
Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: verklaart de beroepen ongegrond. Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Taal, griffier.
w . g . Van Sloten lid van de enkelvoudige kamer
w . g . Taal griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2 0 1 5 325-823. Verzonden: 20 mei 2 0 1 5