WFP-Barry_Came
Project
Het WFP in de Hoorn van Afrika Groep 1/2
Thema: Transport Hoorn van Afrika is een project van Kids Moving the World ®
WFP-Marcus_Prior
WFP-Marcus_Prior
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Inhoudsopgave
Groep 1/2
Inhoudsopgave
• Introductie
2
• Verhaal
3
• Opdracht 1
5
• Opdracht 2
6
• Opdracht 3
7
• Informatie leerkracht -
World Food Programme
-
Hoorn van Afrika
8 11
• Werkblad 1
14
• Werkblad 2
15
Colofon Dit is een uitgave van Kids Moving the World www.kidsmovingtheworld.nl Projectbureau Kids Moving the World
[email protected]
Projectleiding Kids Moving the World Caroline Bakker Concept en auteur Hazel Educatief Advies Anica Schilperoord
Fotografie WFP - World Food Programme Illustraties, ontwerp en vormgeving Spore Creation bno Fleur Suijten
1
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Handleiding
Groep 1/2
Introductie Inleiding lesmateriaal Dit lesmateriaal gaat over de humanitaire noodsituatie in de Hoorn van Afrika vanaf de zomer van 2011. In de lessen krijgen de kinderen informatie over de situatie in de Hoorn van Afrika en maken de kinderen kennis met het werk van het World Food Programme (WFP) in dit gebied. Het lesmateriaal wordt aangeboden op vier niveaus. Elk niveau heeft een eigen thema: • Groep 1/2 Transport • Groep 3/4 Vluchtelingenkamp • Groep 5/6 Voedselhulp • Groep 7/8 Hoorn van Afrika In het onderdeel Informatie leerkracht kunt u meer lezen over de achtergronden van de situatie in de Hoorn van Afrika. Daarnaast krijgt u meer informatie over de organisatie en de werkzaamheden van het WFP. Voor dit lesmateriaal is een Fotopresentatie gemaakt over de Hoorn van Afrika. Deze presentatie kan als introductie worden ingezet voor alle vier de niveaus. In de fotopresentatie krijgen de kinderen een beeld van de situatie in de Hoorn van Afrika. Ook maken de kinderen kennis met het werk van het WFP. Download de fotopresentatie van de website: www.kidsmovingtheworld.nl Groep 1/2 Voor groep 1/2 is het thema Transport. In dit thema maken de kinderen kennis met verschillende transportmiddelen die worden ingezet om hulpgoederen zoals voedsel op de juiste plek te krijgen. In het onderdeel Informatie leerkracht staat aanvullende informatie over dit thema onder het kopje Logistiek. Leerdoelen • De kinderen begrijpen dat de Hoorn van Afrika uit een aantal landen in Afrika bestaat • De kinderen kunnen enkele kenmerken van landen uit de Hoorn van Afrika benoemen • De kinderen kunnen enkele overeenkomsten en verschillen tussen Nederland en Afrika benoemen • De kinderen begrijpen dat veel mensen in de Hoorn van Afrika honger hebben • De kinderen begrijpen dat organisaties zoals het WFP hulp geven aan mensen in de Hoorn van Afrika • De kinderen begrijpen dat deze hulp naar de mensen toe moet worden gebracht • De kinderen kunnen enkele transportmiddelen benoemen die worden gebruikt voor transport van hulpgoederen • De kinderen kunnen enkele voordelen en nadelen van bepaalde transportmiddelen benoemen Lesverloop
Titel Activiteit In beeld Fotopresentatie Verhaal Voorlezen verhaal Opdracht 1 Bespreken verhaal Opdracht 2 Kleuren transportmiddelen Opdracht 3 Knutselen kamelenkaravaan
Tijd 15 minuten 10 minuten 10 minuten 10 minuten 30 minuten
Werkblad www.kidsmovingtheworld.nl
Werkblad 1 Werkblad 2 2
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Groep 1/2
Kamelen in de woestijn (deel 1)
Handleiding Verhaal
Tijd: 10 minuten Materiaal: Verhaal Kamelen in de woestijn Instructie: Lees het verhaal Kamelen in de woestijn aan de kinderen voor.
Kamelen in de woestijn ‘Camel, camel,’ fluistert Nari. Hij geeft een paar korte rukjes aan de teugels. Plotseling staat de kameel stil. Hij buigt door zijn knieën zodat Nari af kan stappen. Nari tuurt in de verte. Hij ziet iets wits, vlak bij de weg die verderop ligt, maar hij kan niet goed zien wat het is. ‘Kom we gaan weer verder,’ zegt Nari en hij stapt weer op zijn rijdier. Samen rijden ze verder door de woestijn. De kameel sjokt door het warme zand. De witte vlek komt langzaam dichterbij. Na een tijdje krijgt de vlek een duidelijke vorm. Het is een auto. Hij staat langs de weg. Nari rijdt verder tot hij vlak bij de auto is. De auto staat nog steeds stil. Nari hoort enkele stemmen zachtjes praten, maar hij ziet nog geen mensen. Nari bekijkt de auto. Het is een grote witte truck. Er staan allemaal grote zakken in de laadbak achter op de auto. ‘Wat zou daar in zitten?’ denkt Nari hardop. De stemmen stoppen met praten. Er verschijnt een hoofd vanachter de eerste truck. ‘Maalin wanagsan, goedendag,’ zegt Nari. ‘Hallow, hallo,’ groet de man terug, ‘ik heet Abdi’. ‘En hoe heet jij?’ ‘Ik heet Nari,’ zegt Nari. ‘Wat een mooie kameel heb jij,’ zegt Abdi. Nari knikt, hij is zelf ook dol op zijn rijdier. Ze is heel lief en af en toe heel eigenwijs. ‘Waarom staan jullie hier stil?’ vraagt Nari nieuwsgierig. Abdi zucht. ‘We hebben pech met de auto,’ zegt hij. ‘Waarschijnlijk iets met de motor en het water. Het is zo heet! We hoopten vandaag nog bij het kamp te kunnen komen.’ Het kamp! Nu begrijpt Nari het. De auto moet naar het vluchtelingenkamp. Dat ligt een eindje de andere kant op, achter zijn dorp. ‘Haa, ja,’ knikt Nari, ‘ik weet waar dat is.’ Hij wijst op de woestijn achter zich. ‘Wat gaan jullie eigenlijk in het vluchtelingenkamp doen?’ vraagt Nari. ‘Wij gaan eten brengen,’ zegt Abdi. ‘Er zijn veel nieuwe vluchtelingen aangekomen. Deze mensen hebben bijna niets meer. Er is dringend behoefte aan eten.’ Abdi wijst op de zakken die achter op de auto staan. ‘Deze zakken met maïs zijn vanmorgen aangekomen op het vliegveld. Wij dachten de maïs snel naar het kamp te kunnen brengen. Maar dat gaat nu niet meer lukken,’ zegt Abdi spijtig. ‘Kunnen jullie geen hulp krijgen?’ vraagt Nari. ‘Maya, nee,’ zegt Abdi somber. ‘Niet vandaag in elk geval. Het is een lange weg vanaf het vliegveld.’ Nu krijgt Nari een idee. ‘Over de weg lukt het misschien niet meer,’ zegt hij. ‘Maar ik heb een idee! Wacht u maar even hier.’ Nari klimt weer op zijn kameel en trekt aan de teugels. De kameel laat een luide brul horen. Dan begint het dier te rennen. Abdi kijkt het rennende dier na tot hij het niet meer kan zien. Dan gaat hij weer in de schaduw zitten. Het is gewoon te heet in de zon. ‘Kijk, daar is het,’ zegt Nari. Hij wijst op de witte vlek in de verte. De vader van Nari knikt. Hij had de vlek al eerder gezien. Nari en zijn vader rijden met een kudde kamelen door de woestijn. Als ze bij de auto aankomen, worden ze hartelijk begroet door Abdi en de andere chauffeur.
3
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Groep 1/2
Handleiding
Kamelen in de woestijn (deel 2)
Verhaal
‘Mijn zoon vertelde mij dat jullie eten naar het vluchtelingenkamp moeten brengen,’ zegt de vader van Nari. ‘Ik heb begrepen dat het haast heeft.’ ‘Dat klopt,’ zegt Abdi, ‘we hebben helaas pech met de auto.’ Nari’s vader knikt. ‘In de woestijn kan je beter deze auto’s hebben,’ zegt hij. Hij wijst op de kamelen achter hen. ‘Ze gaan dwars door de woestijn heen en gebruiken minder water dan jullie auto’s.’ Abdi glimlacht. ‘Fijn dat u wilt helpen,’ zegt hij dan. ‘De kamelen kunnen een kortere route door de woestijn nemen. Dan is de maïs toch nog vandaag bij het vluchtelingenkamp.’ De chauffeurs beginnen de zakken met maïs over te laden op de kamelen. De kamelen hebben grote stoffen zakken aan de zijkant van hun rug hangen. Hier kunnen veel maïszakken in. De rest van de maïszakken wordt met touw bovenop de ruggen van de dieren gebonden. De bulten van de kamelen zijn een mooi steuntje. Al gauw is alle maïs overgeladen op de kamelen. De karavaan staat klaar voor vertrek. Het is een mooi gezicht, deze stoet van woestijnauto’s, denkt Nari. Dan begint één van de kamelen te brullen. Hij is in zijn staart gebeten door een andere kameel. Nari schiet in de lach. Kamelen zijn handig in de woestijn maar het zijn wel hele eigenwijze auto’s!
4
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Groep 1/2
Opdracht 1
Handleiding Bespreken verhaal
Tijd: 10 minuten Materiaal: Info Een groot deel van de bevolking in Somalië leeft als nomadische veehouders. Zij trekken met hun geiten, kamelen en schapen door het land. Kamelen worden al duizenden jaren als lastdier en rijdier in de woestijn gebruikt. Een kameel kan zo’n 280 kilo aan last dragen. Daarnaast worden de dieren gehouden voor hun melk, wol en vlees. De laatste jaren gaan steeds meer nomaden over op kamelen. Dit heeft te maken met de klimaatverandering. Veel gebieden in Afrika zijn extreem droog geworden. Geiten en schapen kunnen niet overleven in deze droogte. Zij moeten regelmatig drinken. Kamelen kunnen wekenlang zonder water overleven. Als een kameel drinkt, drinkt hij heel veel, tot meer dan 100 liter achter elkaar. In de bulten op hun rug slaan kamelen een vetvoorraad op. Hier kunnen ze uit putten bij voedselgebrek. Als de voedselreserves niet worden aangesproken staan de bulten rechtop. Als de kameel vanwege voedselschaarste zijn energie uit het vet moet halen, gaan de bulten slap naar één kant hangen. Kamelen worden door het WFP ingezet als lokaal transportmiddel voor hulpgoederen. Dit gebeurt vooral in situaties waarin wegen en bruggen niet toegankelijk of kapot zijn, als gevolg van conflictsituaties of natuurrampen. Instructie Bespreek het verhaal met behulp van de volgende praatvragen: • Waar wil de chauffeur van de auto (Abdi) naar toe? Naar het vluchtelingenkamp. • Wat gaat Abdi in het vluchtelingenkamp doen? Voedsel (zakken met maïs) brengen. • Waarom heeft Abdi zo’n haast? Er zijn veel nieuwe vluchtelingen in het kamp die allemaal honger hebben. • Waarom kan Abdi niet verder rijden? Hij heeft pech met de auto. • Welke transportmiddelen komen in het verhaal voor? Een vliegtuig, een auto en een kameel. • Waarom gebruiken hulporganisaties zoals het WFP verschillende transportmiddelen zoals een vliegtuig of een auto? Vliegtuigen zijn geschikt voor grote afstanden over land of zee. Maar vliegtuigen kunnen niet overal landen. Vanaf een vliegveld worden andere transportmiddelen ingezet zoals auto’s, treinen, bussen of kamelen. • Wat is een voordeel van een kameel als transportmiddel? - Een kameel kan goed tegen droogte, hij heeft weinig water nodig. - Een kameel kan dwars door droge gebieden (woestijn) lopen ook als er geen verharde weg is. • Wat is een nadeel van een kameel als transportmiddel? - Een kameel gaat minder snel dan een gemotoriseerd voertuig zoals een auto. - Kamelen kunnen erg eigenwijs zijn. - Kamelen kunnen een beperkte last dragen.
5
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Groep 1/2
Opdracht 2
Handleiding Kleuren transportmiddelen
Tijd: 10 minuten Materiaal: Werkblad 1 Kleurpotloden Instructie 1. Zorg voor voldoende kopieën van werkblad 1. 2. Geef elk kind één werkblad en enkele kleurpotloden. 3. Neem het werkblad met de kinderen door. Op het werkblad zijn 6 plaatjes te zien. Op de plaatjes zijn “transportmiddelen” afgebeeld. De kinderen omcirkelen welke transportmiddelen geschikt zijn voor het transport van hulpgoederen zoals voedsel. 4. De kinderen mogen de plaatjes kleuren.
6
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Handleiding
Groep 1/2
Opdracht 3
Knutselen kamelenkaravaan
Tijd: 30 minuten Materiaal: Werkblad 2 Kleurpotloden Eierdozen Kurken Houten wasknijpers Sisal(touw) of ander soort touw Verf Kwasten Scharen Lijm Prikpennen Spulletjes voor goederen, zoals eierdozen/zakjes, droge granen, noten, rijst of peulvruchten Instructie Het is handig om voor jonge kinderen een aantal materialen voor te bereiden: 1. Knip voor elk kind twee bulten voor de kameel uit een eierdoos. 2. Knip voor de nek een smalle strook uit de deksel van een eierdoos (in de breedte heb je meteen de goede maat). Tip! Zet de kamelen als ze klaar zijn in een karavaan bij elkaar. Alle kamelen dragen kleine beetjes voedsel (goederen) op hun rug. Zo gaan de kamelen echt op voedseltransport! Aanwijzingen bij de foto’s op werkblad 2 Foto 1 Leg alle materialen voor de kinderen klaar. Foto 2 Plak de nek van de kameel met één van de omgevouwen uiteinden vast. Zet dit uiteinde met lijm vast aan de binnenzijde van één van de bulten. Gebruik een wasknijper om de nek te laten drogen. Foto 3 Prik een gaatje in de billen van de kameel. Foto 4 Neem wat sisal of een stukje sisaltouw van 10 cm. als staart en steek dit een stukje door het gaatje. Zet de staart aan de binnenkant vast met een beetje lijm. Zorg dat het langste deel van de staart aan de buitenkant zit. De staart kan voor meer volume aan de buitenkant een beetje worden ‘uitgedraaid’. Foto 5 Neem vier wasknijpers voor de poten van de kameel. Bevestig de wasknijpers als poten. Schuif eventueel wat met de knijpers zodat de kameel stabiel staat. Foto 6 Knip met de schaar een inkeping tussen de twee bulten van de kameel. Foto 7 Plak (als de nek droog is) de kurk als hoofd op de nek. De kurk wordt met lijm op het omgevouwen stukje nek geplakt. Foto 8 Maak kamelenzakken door twee kamelenbulten (die over zijn uit een eierdoos) om te draaien en over de kameel te hangen. Je kunt natuurlijk ook plastic, stof of andere soorten zakjes gebruiken. Vul de kamelenzakken met bijvoorbeeld noten, peulvruchten of rijst. Tot slot: de kinderen mogen de kameel ook verven en ogen en oren geven.
7
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Groep 1/2
World Food Programme
Handleiding Informatie leerkracht
Organisatie Het Wereldvoedselprogramma of World Food Programme (WFP) is een onderdeel van de internationale organisatie voor vrede en veiligheid, de Verenigde Naties (VN). Het WFP geeft voedselhulp aan vluchtelingen, aan mensen in noodsituaties en aan langdurige ontwikkelingsprojecten in landen met voedselproblemen. Alle hulp en acties van het WFP hebben uiteindelijk als doel om honger en armoede de wereld uit te helpen. De kracht van het WFP is dat de organisatie snel kan reageren in noodsituaties. Het WFP redt levens door voedsel snel op de juiste plek te brengen. Daarnaast heeft het WFP verschillende speciale programma’s om honger in de toekomst te voorkomen. Deze programma’s zetten bijvoorbeeld voedsel in om de infrastructuur van een land te versterken en kennis te verspreiden. Een voorbeeld van een speciaal programma van het WFP zijn de schoolmaaltijden die worden verzorgd in landen met voedselproblemen. In deze landen zorgt het WFP samen met de lokale gemeenschap voor maaltijden op school. Kids Moving the World heeft verschillende gratis lesmodules waarin deze schoolmaaltijden centraal staan. De lesmodules bestaan uit een voorbereiding in de klas en een gastles door een Game Guide, waarbij een interactief spel wordt gespeeld of aan praktische opdrachten wordt gewerkt. Zie www.kidsmovingtheworld.nl/lesmodules en klik door naar Landen Module of Malawi Module voor meer informatie. Doelstellingen Het WFP is naast aanbieder van voedsel in noodsituaties vooral ook partner bij het opbouwen en ondersteunen van samenlevingen zodat zij zelfvoorzienend worden. Dit is zichtbaar in het strategisch plan van 2008-2013 dat vijf doelen heeft: 1. Redden van levens en beschermen van levende have in noodsituaties; 2. Voorbereiden op noodsituaties; 3. Herstel en wederopbouw van levens na noodsituaties; 4. Verminderen van chronische honger en ondervoeding; 5. Eigen capaciteit van landen versterken om zo honger te verminderen. Expertise Om haar taken goed te kunnen uitvoeren heeft het WFP expertise op verschillende gebieden nodig. Binnen het WFP zijn vijf hoofdgebieden met eigen teams van experts die waar mogelijk samenwerken. Deze vijf hoofdgebieden zijn: 1. Noodhulp Tijdens noodsituaties is voedsel één van de eerste zaken die geregeld moeten worden. Tijd is van cruciaal belang in noodsituaties. Hoe sneller de hulp ter plaatse is, hoe sneller mensen geholpen kunnen worden. Speciale teams inventariseren de benodigde hoeveelheid voedsel en de logistieke situatie. Zodra de voedselvoorraden ter plaatse zijn, zorgt het WFP samen met regeringsinstanties en NGO’s (niet-gouvernementele organisaties, dus onafhankelijk van een regering) voor een goede verdeling.
8
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Groep 1/2
World Food Programme
Handleiding Informatie leerkracht
2. Voedingsexpertise Voor elk programma is het van groot belang dat de juiste voeding wordt geleverd. Hierbij gaat het niet alleen om de juiste hoeveelheid voedsel, maar ook om voedsel met de juiste voedingswaarden en het soort voedsel wat mensen in een bepaalde regio eten. Voedingsexperts adviseren over het juiste voedselpakket voor een bepaalde situatie. Sommige programma’s richten zich op speciale doelgroepen. Met name jonge kinderen zijn kwetsbaar en gevoelig voor ondervoeding. 3. Aankoop en bemiddeling De meeste donoren geven geld aan het WFP. Het WFP moet zelf zorgen dat het juiste voedsel op de juiste plek komt. Experts in aankoop en bemiddeling zorgen ervoor dat het benodigde voedsel tegen een zo laag mogelijke prijs wordt ingekocht. Daarbij wordt geprobeerd het voedsel in te kopen op een plek die zo dicht mogelijk bij de eindbestemming ligt. Dit bespaart transportkosten en stimuleert de lokale economie. 4. Voedsel veiligheidsanalyse Een speciaal team van analisten brengt voor elk land waar het WFP actief is de situatie in kaart. Hiervoor maken zij een voedsel veiligheidsanalyse. Hierin komt bijvoorbeeld te staan: a. Voor wie is de hulp? b. Om hoeveel mensen gaat het? c. Waar wonen deze mensen? d. Waarom hebben deze mensen honger? e. Welke groepen zijn kwetsbaar voor een natuurramp of andere crisis? Al deze gegevens worden verwerkt in rapporten en bijvoorbeeld overzichtskaarten. 5. Logistiek Het is vaak lastig om voedsel op de juiste plaats te krijgen. In noodsituaties is de normale infrastructuur meestal beschadigd. Bij overstromingen zijn wegen niet begaanbaar en bruggen stukgeslagen. Daarnaast kunnen sommige gebieden onveilig zijn als gevolg van conflicten. Als gebieden niet toegankelijk zijn per weg, spoor of rivier worden alternatieven gezocht. In noodsituaties worden soms voedseldroppings gedaan met behulp van vliegtuigen of helikopters ingezet om voedsel te verplaatsen. Een andere optie is de inzet van lokale transporteurs. Zij gebruiken hun eigen vervoersmiddelen om het voedsel op de juiste plaats te krijgen. In dat geval worden naast trucks en ossenkarren ook ezels, olifanten en kamelen ingezet. Samenwerking Het WFP is als onderdeel van de VN een onafhankelijke organisatie. Regeringen kunnen altijd een beroep doen op het WFP ongeacht de politieke situatie in een land. Het WFP is volledig afhankelijk van vrijwillige bijdragen om haar werk te financieren. Regeringen zijn de grootste donoren. In noodsituaties doet het WFP een beroep op de internationale gemeenschap voor geld en voedselhulp. Deze hulp kan worden gegeven in de vorm van geld, voedsel of bijvoorbeeld logistieke ondersteuning. Verschillende bedrijven ondersteunen het WFP met behulp van hun eigen expertise op het gebied van voeding of transport.
9
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Groep 1/2
World Food Programme
Handleiding Informatie leerkracht
Het WFP werkt nauw samen met andere onderdelen van de VN zoals de voedsel- en landbouworganisatie FAO, vluchtelingenorganisatie UNHCR en het kinderfonds UNICEF. Daarnaast wordt waar mogelijk en wenselijk samengewerkt met verschillende NGO’s en lokale organisaties. Soms wordt het WFP de toegang tot een gebied ontzegd, terwijl een andere NGO daar wel mag opereren. Lokale instanties zijn zeker bij de uiteindelijke voedselverdeling heel belangrijk. Er wordt veel samengewerkt met lokale leiders om te zorgen dat het voedsel bij de juiste personen terecht komt.
10
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Groep 1/2
Hoorn van Afrika
Handleiding Informatie leerkracht
Humanitaire crisis Rond de zomer van 2011 wordt duidelijk dat zich in de Hoorn van Afrika een humanitaire noodsituatie ontwikkelt. Ongeveer 13 miljoen mensen zullen worden getroffen door de langdurige droogte, de voedselcrisis en het conflict in Somalië. Het getroffen gebied wordt de Hoorn van Afrika genoemd vanwege de karakteristieke hoornvormige omtrek. Het getroffen gebied omvat een viertal landen in Oost-Afrika: • Somalië • Ethiopië • Kenia • Djibouti Het epicentrum van de ramp ligt in Somalië en heeft ook grote gevolgen voor met name de buurlanden Kenia en Ethiopië. Oorzaken De directe oorzaak van de voedselcrisis is de extreme droogte die grote delen van de Hoorn van Afrika treft. Deze periode van droogte is ingezet met het slechte regenseizoen van september november 2010. Verschillende andere factoren hebben het effect van de voedselcrisis versterkt. In combinatie met het conflict in Somalië heeft de voedselcrisis zich ontwikkeld tot een humanitaire noodsituatie. Extreme droogte In de vier regenseizoenen van 2010 en 2011 is extreem weinig regen gevallen. Dit heeft gezorgd voor één van de droogste periodes in 60 jaar. In veel droge gebieden leven mensen van landbouw en veeteelt. Normaal gesproken kunnen zij hiermee in hun eigen onderhoud voorzien. Door de langdurige droogte zijn veel oogsten mislukt en is er een hoge veesterfte. Hierdoor is er weinig aanbod van voedsel. Het gevolg is dat de lokale voedselprijzen enorm zijn gestegen. De meeste mensen kunnen deze prijzen niet betalen. De extreme droogte is een natuurramp die te maken heeft met de huidige klimaatverandering. Klimaatverandering en met name de mogelijke oplossingen zijn een actueel politiek onderwerp. In dit geval worden met name de humanitaire gevolgen heel duidelijk. Door de klimaatverandering heeft zich de afgelopen jaren een enorme stijging van weergerelateerde rampen voorgedaan, zoals overstromingen, orkanen en extreme droogte. Kwetsbare gemeenschappen zijn onvoldoende voorbereid op deze rampen.
11
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Groep 1/2
Hoorn van Afrika
Handleiding Informatie leerkracht
Kids Moving the World heeft een speciale lesmodule waarin klimaatverandering en het broeikaseffect centraal staan. De gratis lesmodule bestaat uit een voorbereiding in de klas en een gastles door een Game Guide waarbij een interactief spel wordt gespeeld. Zie www.kidsmovingtheworld.nl/lesmodules en klik door naar Planet Me Module voor meer informatie. Conflict in Somalië In Somalië is al 20 jaar een burgeroorlog gaande tussen verschillende stammen en groeperingen. Zij vechten met elkaar om macht, geld, vee en religie. De onveilige situatie zorgt binnen Somalië voor vluchtelingenstromen naar de regio rondom de hoofdstad Mogadishu. De (voedsel)druk op deze regio is hierdoor groot. Veel mensen vluchten ook naar de buurlanden Kenia en Ethiopië. De reis naar de buurlanden is vaak lang, zwaar en gevaarlijk. Veel kinderen die in de vluchtelingenkampen aankomen zijn hierdoor verzwakt en ondervoed. De conflicten in Somalië bemoeilijken de humanitaire hulp. Delen van het land zijn onveilig en in sommige gebieden hebben humanitaire hulporganisaties beperkte toegang. De jarenlange burgeroorlog in Somalië zorgt voor veel onrust. De burgeroorlog is ontstaan doordat verschillende groeperingen de macht in handen willen krijgen. Zij kunnen het niet eens worden over welke partij de regering mag vormen. In 2004 werd door verschillende stammen een overgangsregering gevormd voor vijf jaar. Deze regering wordt niet door iedereen erkend en vanaf 2006 braken al weer conflicten uit. De overgangsregering kan dus niet in het hele land voor een veilige situatie zorgen. In het noorden zijn twee gebieden, Somaliland en Puntland waar het relatief rustig is. De radicaalislamitische groepering Al Shabaab is met name actief in het zuiden van Somalië. Al Shabaab vecht tegen de overgangsregering. Weinig hulporganisaties kunnen of mogen werken in de gebieden die onder controle staan van Al Shabaab. De gebieden zijn onveilig vanwege de gevechten, maar ook omdat hulpverleners bedreigd of ontvoerd worden voor losgeld. Al Shabaab houdt in Zuid-Somalië ongeveer 2 miljoen mensen vast. Zij hebben het WFP de toegang tot dit gebied ontzegd. Situatieschets De hongersnood wordt ook wel de Children’s famine genoemd. Onder de 13 miljoen mensen die worden getroffen door de ramp zijn veel kinderen van onder de vijf jaar. Zo’n 75% van de vluchtelingen uit Somalië zijn kinderen. De overige 25% bestaat voor het grootste deel uit vrouwen (moeders). De verwachting is dat in heel Zuid-Somalië hongersnood zal ontstaan. Het WFP hoopt rond de 11,5 miljoen mensen te kunnen voorzien van voedselhulp.
12
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Handleiding
Groep 1/2
Hoorn van Afrika Hieronder vallen de volgende aantallen: • Somalië • Ethiopië • Kenia • Vluchtelingen in Ethiopië • Vluchtelingen in Kenia
Informatie leerkracht
3,7 miljoen 3,7 miljoen 2,7 miljoen 226.000 496.000
De vluchtelingenkampen in Somalië, Ethiopië en Kenia zitten overvol. Vluchtelingen die aankomen worden vaak opgevangen in een doorgangskamp. Hier worden zij geregistreerd en krijgen zij een polsbandje. Bij aankomst krijgen de vluchtelingen van het WFP een voedselrantsoen voor twee weken. Daarnaast krijgen zij een pakket met andere benodigdheden (zeep, keukenspullen, dekens, jerrycans, muskietennetten) van de UNHCR. Een WFP voedselpakket bestaat uit een hoeveelheid meel of rijst, peulvruchten, zout, olie en suiker. Vaak wordt dit aangevuld met speciaal gemengd voedsel zoals CSB (Corn Soya Blend). Dit is een soort pap van graan en soja met extra voedingsstoffen. Voor kinderen onder de vijf jaar is er CSB-plus. In deze noodsituatie worden met name kinderen onder de vijf jaar bedreigd. Veel van deze kinderen zijn matig tot zwaar ondervoed. Naast de normale WFP voedselpakketten is daarom veel voedsel met extra hoge voedingswaarden nodig. Dit voedsel is cruciaal voor een goede lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jonge kinderen. Voorbeelden van dit speciale voedsel dat in vluchtelingenkampen wordt vertrekt zijn CSB, Plumpy nut (kant en klare pindakaasrepen met extra vitamines en mineralen speciaal voor jonge kinderen) en High energy biscuits (biscuits met extra hoge voedingswaarde). Donatie Gebaseerd op de gemiddelde kosten van WFP operaties in het gebied is $ 0,50 per persoon per dag nodig om iedereen van voedsel te kunnen voorzien. Het WFP heeft in totaal $ 767 miljoen nodig tot de volgende oogst in januari 2012. Voor de totale VN organisatie is dit $ 1,5 miljard. Het WFP heeft al veel bijdragen van regeringen, particulieren en bedrijven mogen ontvangen. Als u met uw school een bijdrage wilt leveren aan het werk van het WFP in het getroffen gebied, kunt u terecht op de website van het WFP: www.wfp.org Uiteraard kunt u ook andere organisaties en NGO’s ondersteunen bij hun werk. Hiervoor kunt u bijvoorbeeld terecht op de website van de samenwerkende hulporganisaties van giro 555: www.giro555.nl
13
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Groep 1/2
Werkblad 1
Naam:
Opdracht 2 Kleuren transportmiddelen
Kleur de transportmiddelen voor hulpgoederen
14
Het WFP in de Hoorn van Afrika
Werkblad 2
Groep 1/2
Naam:
Opdracht 3 Knutselen kamelenkaravaan
Knippen en plakken 1 2
3 4
5
6
7
8 15