in het hart van Afrika Leerkrachtenkatern 2016 campagnefilm
Inleiding Deel 1 In dit deel presenteren we onze nieuwe campagnefilm. We belichten de verhaallijn, laten je kennismaken met de personages en geven duiding bij de titel. Deel 2 De oplossingen van de verwerkingsopdrachten voor de leskaternen. Deel 3 In het laatste deel krijg je meer achtergrondinformatie over het projectland van de film en – bij uitbreiding – over de globale werking van Damiaanactie.
Dank Myriam Van de Peer en Dirk Van de Poel zorgden voor het opstellen van de leskaternen A en B voor het lager onderwijs. Annelies Lauwers verzorgde de leskatern C voor het secundair onderwijs. We danken deze vrijwilligers van harte. De foto’s in de katernen en in deze leerkrachtenkatern zijn van de hand van Jean Platteau.
2
INLEIDING In deze leerkrachtenkatern vind je achtergrondinformatie over onze campagnefilm en het audioverhaal. Gebruik hem als onmisbare handleiding om de begeleidende oefeningen in de leskaternen A, B en C voor te bereiden. Voor de onderbouw (1ste, 2de en 3de leerjaar lager onderwijs) is leskatern A beschikbaar. Die sluit aan bij het audioverhaal, dat als bonus op de dvd van campagnefilm 2016 te vinden is. Voor de bovenbouw (4de, 5de en 6de leerjaar lager onderwijs) kun je gebruik maken van leskatern B, die een verlengde is van de campagnefilm. Katern C is geschikt voor de eerste graad van het secundair onderwijs. Bijkomend materiaal •
Voor leerkrachten verzamelen we alle informatie via damiaanactie.be/leerkrachten.
•
Heb je al een gratis multimediaprojectie van onze film of het audioverhaal gereserveerd? Een van onze animatoren zorgt voor een passende inleiding. Gebruik het aanvraagformulier op onze website: damiaanactie.be/projectie.
Contact •
Campagnemateriaal bestellen kan via www.damiaanactie.be of via Benjamin Meersschaert,
[email protected], tel. 02 422 59 13.
•
Voor vragen over acties en de school-en vrijwilligerswerking kun je terecht bij Nancy De Backer, vrijwilligerscoach via
[email protected], gsm 0475 232 426.
3
HET VERHAAL
DEEL 1
DE NIEUWE CAMPAGNEFILM De nieuwe campagnefilm van Damiaanactie heet ‘Buitenspel, in het hart van Afrika’. De film zoomt in op twee kinderen in Burundi die het slachtoffer zijn van de armoedeziektes lepra en tbc. Faustine is zeventien jaar en leprapatiënte. Ghislain is tien jaar en is besmet met tbc. De ziektes zetten beide kinderen buitenspel. Gelukkig kan Team Damiaanactie hen tijdig opsporen en behandelen. Zodat ze hun grote dromen nog niet moeten opbergen: verpleegster en voetballer worden.
DE NIEUWE CAMPAGNEFILM 1. Het verhaal 2. Personages 3. Titel Surf vooraf naar www.damiaanactie.be/leerkrachten voor een paar belangrijke tips om de film te bekijken of het audioverhaal voor de allerjongsten te beluisteren!
4
PERSONAGES
5
FAUSTIN E IRA KOZE EN LE PR A
> > >
17 jaar Lep rapa tiën te Geb oren en geto gen in Mur wi > Gem een te in de heu vels op 1.33 0 met er hoo gte > Met ruim 82.0 00 inw one rs > In de noo rdw este lijke pro vinc ie Cib itok e > 75 min uten rijde n van uit hoo fdst ad Buju mbu ra
DE THUISSITUATIE Faustine woont op een afgelegen plek in de bergen van Burundi. Na de dood van haar moeder en het vertrek van haar stiefmoeder moest de jonge Faustine noodgedwongen de moederrol in het gezin opnemen. Ze zorgt dag in dag uit voor haar vader (Willot, 59 jaar), haar broer Révérien (14 jaar) en zusjes Joëlle en Darlène (12 en 3 jaar). Ze doet boodschappen, kookt en wast. Tegelijk gaat ze ook naar school. Dat alles zonder morren. > Financiële problemen Het gezin zit in grote financiële problemen. Papa Willot was schrijnwerker. Door een ontsteking aan zijn knie kan hij zijn beroep niet meer uitoefenen. Dat stortte het gezin in de armoede. Hun enige bron van inkomsten: een schamel deel van de oogstopbrengst van een lapje grond dat een pachter bewerkt. Faustine probeert – vaak tevergeefs – om de zitbankjes en krukken van haar vader te slijten op de dinsdag- en vrijdagmarkt. Daarnaast verkoopt ze in de schoolvakanties geroosterde noten, om haar schoolonkosten te betalen. Omdat het zo niet verder kan, brengt Papa Willot in de weekends zijn zoon Révérien de kneepjes van het schrijnwerkersvak bij. In de hoop dat hij op korte termijn voor wat inkomsten kan zorgen. BESMET MET LEPRA Op een dag ontdekt Faustine vreemde vlekken op haar lichaam. Ze heeft al van lepra gehoord. Vooral in de kerk en op school, waar ze leprapatiënten als ‘onrein’ bestempelen. Zowel de schooldirecteur als de pastoor noemt de ziekte een straf van God. Zo staat het nu eenmaal in de Bijbel. Faustine heeft dan ook
grote angst om verstoten te worden. Weggestuurd van school, verbannen uit het dorp, misschien zelfs verwijderd uit het gezin dat zij rechthoudt, en dat haar rechthoudt. Zodat ze haar ultieme droom moet opgeven: ooit verpleegster worden. Daarom verzwijgt ze haar aandoening en draagt ze die zware last alleen op haar tengere schouders. VECHTEN TEGEN VOOROORDELEN De Heer sprak tot Mozes: “Heeft iemand een gezwel, uitslag of een vlek op zijn huid en gaat het lijken op huidziekte, dan moet men hem bij de priester Aäron of bij een priester van diens geslacht brengen. Degene die aan huidziekte lijdt, moet in gescheurde kleren lopen en zijn haren los laten hangen; hij moet zijn baard bedekken en roepen: ‘Onrein, Onrein!’ Zolang de ziekte duurt, is hij onrein; hij moet apart wonen en buiten het kamp blijven.” Leviticus – hoofdstuk 13, verzen 1 tot en met 2 en 45 tot en met 46 Deze passage uit de Bijbel voedt de vooroordelen tegen lepra. Ook in Afrika, waar lepralijders vaak als onrein worden bestempeld. Nog te vaak denken mensen dat lepra een straf van God is. Een straf die niet kan worden omgekeerd, die niet kan worden ‘genezen’. De patiënten en Damiaanactie moeten opboksen tegen deze muur van vooroordelen. Niet evident. Zeker niet wanneer tal van lokale gezagsdragers zoals priesters en schooldirecteurs de Bijbelse stelling bijtreden en zelfs uitdragen. Het gevolg is dat veel patiënten niet openlijk voor hun ziekte durven uitkomen. Dat ze de vlekken verbergen en (te) lang wachten om medische hulp te zoeken. Of zelfs nooit naar de dokter durven te stappen. Het risico? Blijvende verminkingen die hen verhinderen om te werken. Hierdoor storten ze zich nog dieper in de armoede. Zodat ze uiteindelijk nog meer vervreemden van de lokale gemeenschap. > Vooroordelen wegnemen In die context is het primordiaal dat Damiaanactie deze eeuwenoude vooroordelen wegneemt, zowel bij de bevolking als bij de patiënten zelf. Zodat ze sneller zelf de stap zetten om naar een dokter of verpleger toe te stappen. In België pak je dat aan met een voorlichtingscampagne in de kranten, op tv, via sociale media … Dat is in Afrika vaak geen optie, zeker niet in de landelijke gebieden (aan de oevers van de Congostroom, in de heuvels van Rwanda en Burundi, in het regenwoud … ). Daar hebben de mensen vaak niet eens elektriciteit, laat staan tv-toestellen of internet. De ongeletterdheid van veel dorpelingen maakt het ook niet makkelijk om de doelgroepen – meestal de arme en niet geschoolde gezinnen – te bereiken. En laat het nu net daar zijn, dat veel brandhaarden van lepra te vinden zijn. 5
Afrika 6
LEPRA VECHTEN TEGEN LEPRA > Campagnes de dépistage Damiaanactie heeft de medicijnen om leprapatiënten te genezen. Maar om iemand te behandelen, moet je ze eerst … opsporen. Of de patiënten naar je toe laten komen. De ‘campagnes de dépistage’ zijn op dat vlak uiterst efficiënt. Iedereen met vreemde vlekken op de huid wordt opgeroepen – vaak enkele dagen op voorhand via megafoon – om een gratis screeningcampagne bij te wonen. Die vindt plaats in het lokale gezondheidscentrum of – bij gebrek eraan – in een gezondheidskamp dat ter plaatse wordt opgebouwd. Daar krijgen de aanwezigen uitleg over lepra via grote foto’s die voorbeelden van vlekken tonen. Ze leren de symptomen kennen zodat ze snel hulp kunnen zoeken – voor zichzelf of mensen uit hun omgeving. Ze ontdekken ook dat lepra geen straf is van god maar een geneeslijke ziekte. Dit alles verlaagt de drempel om zich te melden, en maakt lepra bespreekbaar: binnen het gezin, binnen de scholen, binnen de kerkgemeenschap en de lokale samenleving. > Lepra herkennen Huidvlekken alleen zijn natuurlijk niet voldoende om lepra te herkennen. Het kan immers ook om banale huidaandoeningen gaan. Verdachte huidvlekken worden onderzocht door met een watje over de vlek te strijken. De patiënt moet aangeven of hij of zij het watje voelt. Als dat niet het geval is, wordt er weefsel afgenomen en onder de microscoop onderzocht. Op die manier ziet de onderzoeker of de leprabacterie aanwezig is en kan de behandeling ogenblikkelijk worden opgestart. Die bestaat erin dat de patiënt zes maanden lang een cocktail van medicijnen inneemt. MOGELIJKE GEVOLGEN VAN LEPRA De leprabacterie zoekt vooral de koelere delen van het lichaam op. Ze nestelt zich daarom vaak in de huid, de slijmvliezen van de neus, de mond en de keel en
6
op de oppervlakkig gelegen zenuwen. Hier voert ze haar vernietigende werk uit. Dat kan leiden tot misvormingen (knobbels), blindheid, verlammingen en verminkingen. > Aangetaste zenuwen Zijn de zenuwen aangetast door de leprabacil? Dan is de ziekte onomkeerbaar. De gevoelloosheid van de ledematen en/of de verlamming van handen, voeten, oogleden, ... blijft en onverzorgde wonden kunnen snel verzweren. Damiaanactie zorgt in dat geval voor revalidatie via verzorging van de wond, fysiotherapie, chirurgische ingrepen en zelfs amputatie met aanpassing van prothesen. > Misvormingen Ontwikkelt er zich op één plaats in het lichaam een groot aantal bacillen? Dan verschijnen er op die plek knobbels. Soms zijn er zoveel bacteriën aanwezig in het neusslijm, dat het neustussenschot helemaal verrot. De zieke krijgt dan een ingevallen neus en een misvormd gezicht. > Blindheid In een latere fase tasten de bacillen de zenuwen aan, ondermeer van het gezicht. De patiënt verliest de knipoogreflex en kan zijn ogen niet meer sluiten. Dat leidt tot uitdroging van het oog, etteren en uiteindelijk blindheid. Het hoornvlies kan ook gevoelloos worden, zodat de zieke niet weet wanneer er vuiltjes in zijn oog zitten. Lepra is één van de grootste oorzaken van blindheid in de ontwikkelingslanden. > Verlammingen Vaak wordt ook de motoriek van het lichaam aangetast. Dat heeft verlammingen tot gevolg. Deze leiden op hun beurt tot een verstijving van de gewrichten (bv. klauwhanden). > Verminkingen Verminkingen zijn een gevolg van de aangetaste zenuwen én de ongevoeligheid aan handen en voeten. Hierdoor verliest de patiënt zijn automatische reflexen die hem beschermen tegen hitte of pijn. De zieke kwetst of verbrandt zich zonder het te beseffen. De wonden zweren en infecteren. Ernstige infecties kunnen uiteindelijk leiden tot amputaties.
PERSONAGES
7
GH ISL AIN MA SA BA RA KIZ A EN TBC > > > >
10 jaar Tbc-patiëntje Woont in Musaga Een wijk in de heuvels van hoofdstad Bujumbura > Op 887 meter boven de zeespiegel > Ghislain stopte met school door zijn ziekte > De jongen is verslingerd aan voetbal > Maar te zwak om het spelletje nog te kunnen spelen
DE THUISSITUATIE Ghislain woont in Musaga, een van de bijna 3000 wijken of ‘collines’ van de Burundese hoofdstad Bujumbura. Ghislain is de oudste zoon in een gezin met vier kinderen: zijn zusje Evelyne en zijn jongere stiefbroertjes Alpha en baby Christa. Samen met mama Yvette en stiefvader Pierre wonen ze met hun zessen, hoog in de heuvels van Bujumbura. Daar zijn de huisjes goedkoper. > Het restaurant Pierre is chauffeur, maar heeft weinig werk. Mama Yvette huurt een kleine oppervlakte in een restaurant waar ze maaltijden maakt en verkoopt om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Ze werkt keihard, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Ghislain helpt altijd als hij in het restaurant aanwezig is. Hij schilt en spoelt aardappels. Hij dient op en ruimt af. Hij geeft bestellingen door aan mama Yvette. Hij veegt tafels schoon. Hij brengt afval en leeggoed weg. Hij sleept houtskool aan, wakkert het vuur aan en doet de vaat. Het restaurant wordt vaak bezocht door de arbeiders uit de bananenplantages die zich op de heuvel bevinden. Ze ontbijten hier en eten en drinken er na een dag zwoegen. Een van de specialiteiten van mama Yvette is het klassieke Burundese ontbijt agatoke: een dikke pap met banaan en groenten. > Aan de voet van de heuvel Het restaurant bevindt zich aan de voet van de heuvel. Dat betekent dat mama Yvette en Ghislain elke dag steil moeten dalen en klimmen om het restaurant te bereiken en weer naar huis terug te keren. Voor Ghislain, die tbc heeft, is dat een hele opgave. Vaak kan hij Evelyne en Alpha, voor wie hij onderweg moet zorgen, niet eens bijhouden. Als hij weer eens buiten adem is, neemt Evelyne de zorg voor Alpha over.
WANKELE GEZONDHEID Ghislain heeft altijd al met zijn gezondheid gesukkeld. Zo heeft hij last van groeistoornissen. Die leidden tot een lichte misvorming in zijn lichaam. En nu heeft hij tbc. Elke keer trekt Ghislain op eigen houtje naar het gezondheidscentrum om zijn dosis medicijnen op te halen. Daarna wandelt hij naar het restaurant om zijn moeder te helpen met de afwas. Daar krijgt hij ook wat eten toegestopt. > Nu ook besmet met tbc Ghislain is pienter maar gaat voorlopig niet naar school. Door zijn besmetting met tbc vroeg de directrice hem om een jaartje thuis te blijven, tot hij volledig genezen is. Zij heeft schrik dat hij anders de andere leerlingen besmet. Besmetting met tbc gebeurt meestal door de bacillen in te ademen die de tbc-patiënt ophoest. Een onschuldig contact met de bacterie leidt niet automatisch tot de ziekte. De infectie zal zich vooral via de bloedwegen verspreiden in een lichaam met weinig weerstand of wanneer het aantal ziektekiemen bijzonder groot is. GHISLAIN EN VOETBAL Ghislain is verkikkerd op voetbal. Hij speelde regelmatig met zijn vriendjes op de stoffige grond. Geen goals, geen voetbalschoenen en een primitieve bal: een deel plastic tasjes die met een koord worden samengehouden. Maar dat deerde hem niet. Zolang hij maar met zijn vriendjes een balletje kon trappen. Dat is nu voorbij. Door zijn ziekte is hij meteen buiten adem en kan hij niet meer meespelen. > Posters tegen de muur Dat Ghislain verzot is van voetbal, blijkt ook in zijn kamer. Die hangt vol met posters van bekende Burundese voetballers. Onder andere Banza, kapitein van Inter Star Burundi in Bujumbura én speler van de nationale Burundese ploeg. Elke keer wanneer Ghislain naar de posters kijkt, voedt hij zijn droom: zelf ook een grote voetbalster worden. ELKE DAG PILLETJES Gelukkig is tbc te behandelen. Om te genezen moet een tbc-patiënt wel zes maand lang dagelijks twee tot vijf verschillende medicijnen innemen. Dat is enorm moeilijk om vol te houden. Wanneer ze zich beter voelen, willen velen met de behandeling stoppen. Dat mag niet. De ziekte komt immers terug en is dan vaak immuun tegen de medicijnen. > Zelf naar het gezondheidscentrum Omdat zijn moeder in het restaurant werkt, trekt Ghislain altijd zelf naar het gezondheidscentrum voor zijn pilletjes. Hij neemt een pilletje onder het toeziend oog van de verpleegkundigen, die dit zorgvuldig noteren. Daarna krijgt hij een strip pilletjes mee voor de volgende drie dagen. Meestal neemt hij die pilletjes ’s morgens, in het restaurant, terwijl zijn moeder toekijkt. Dat is belangrijk. Als Ghislain thuis een pilletje vergeet, blijft de bacterie sterk in zijn lichaam aanwezig. Dat is ook het probleem bij aanvang van de film. Ondanks de behandeling is de jongen nog verder vermagerd. Hij weegt nog maar zeventien kilo. En het aantal tbc-bacillen in zijn bloed is nog veel te hoog. Zolang dat het geval is, vormt hij ook een grote bedreiging voor de andere kinderen en mag hij niet naar school. 7
DE DOTS-METHODE Om dergelijke scenario’s te vermijden, promoot de Wereldgezondheidsorganisatie DOTs: ‘Directly Observed Treatment, short course’ oftewel de ‘standaardbehandeling onder directe supervisie’. Dit gebeurt tijdens de eerste twee maanden van de behandeling. Concreet betekent dit, dat elke dosis medicijnen wordt ingeslikt in het bijzijn van een verpleegster of familielid. Zo is men zeker dat de zieke daadwerkelijk alle medicijnen inneemt.
TBC > De gevolgen Bij onbehandelde tbc-patiënten teert het longweefsel letterlijk weg. De kans op overleven is dan slechts 50%. Geen wonder dat jaarlijks wereldwijd tot 1,5 miljoen mensen aan deze ziekte overlijden. > Opsporing Er is maar één manier om met zekerheid de diagnose van tuberculose te stellen: een onderzoek van de opgehoeste fluimen van de zieke. Bevatten die tbc-bacillen? Dan is de ziekte effectief aanwezig. Symptomen en radiografieën alleen zijn onvoldoende om een 100% zekere diagnose te geven. > Symptomen Wie besmet is met tbc krijgt chronische hoestbuien (soms met bloederige slijmen), zweet overvloedig en heeft last van uitputting, gewichtsverlies, pijn in de borst en een algemene verslechtering van de gezondheid. > Hoesten Sommige patiënten hoesten dode longweefsels op. Deze weefsels zijn drager van de tbc-bacil. Een dergelijke toestand noemt men ‘open tuberculose’. Patiënten met open tuberculose zijn uiterst besmettelijk. Zij tasten per jaar gemakkelijk een tiental personen uit hun onmiddellijke omgeving aan. > Snelle dood Zonder behandeling volgt bij bijna de helft van de zieken de dood al na enkele maanden tot twee jaar. De overlevingskansen dalen als je lijdt aan een multiresistente vorm van tuberculose en woont in een land waar geen tbc-behandeling voorhanden is. Met een goede behandeling kan 95% genezen. .
8
Ghislain in de wijk Musaga in hoofdstad Bujumbura; Faustine in Murwi in het noordwesten van het land: beiden kunnen ze rekenen op de hulp van Team Damiaanactie. Een team dat niet alleen medische zorgen verstrekt, maar hun families ook het nodige duwtje in de rug geeft. Zodat ze niet meer buitenspel staan en de kans krijgen om zelf hun dromen te realiseren.
9
10
DE TITEL
Buitenspel, in het hart van Afrika BUITENSPEL Lepra en tbc zijn armoedeziekten. Ze treffen in de eerste plaats mensen die door hun armtierige levensomstandigheden al vatbaar zijn voor ziektes. Maar ook vaak personen die vóór hun ziekte al moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Door lepra of tbc komen deze mensen helemaal buitenspel te staan in hun gemeenschap. Ze kunnen niet meer werken, zien het kleine inkomen dat ze hebben helemaal verdwijnen en verzeilen aan de zijlijn van de samenleving. Dat geldt ook voor Faustine en Ghislain. Faustine houdt zich afzijdig omdat ze schrik heeft dat anderen ontdekken dat ze aan lepra lijdt. Ze wil geen paria zijn die door iedereen gemeden wordt. Ghislain moet tijdelijk de school verlaten en kan door zijn gezondheidstoestand ook niet meer voetballen met zijn vriendjes. Hij staat dus niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk ‘buitenspel’. HET HART VAN AFRIKA Het hart van Afrika verwijst naar het gebied van de Grote Meren. Meer bepaald naar Congo, Rwanda en Burundi. In deze drie landen strijdt Damiaanactie al meer dan 50 jaar tegen lepra, en sinds 1973 ook tegen tbc. Hart verwijst natuurlijk ook naar het logo van Damiaanactie: de vlinder in de vorm van een hart. Een symbool voor de manier waarop onze vrijwilligers, medische teams en andere medewerkers zich inzetten voor al wie het nodig heeft: met hart en ziel. 11
DEEL 2
OPLOSSINGEN SCHOOLKATERNEN DOELSTELLINGEN De doelstellingen voor je lesbereidingen (incl. officiële codes) vind je op www. damiaanactie.be/leerkrachten. We maakten een overzicht van de doelstellingen voor het Onderwijssecretariaat Van de Steden en Gemeenten (OVSG), het Vlaams Verbond van het Katholiek Basis Onderwijs (VVKBaO) en de Autonome Raad voor het GemeenschapsOnderwijs (ARGO). Bij elk van deze koepels kun je de doelstellingen voor de vakken wereldoriëntatie, Nederlands en wiskunde lezen. We voegden in een apart document ook de doelstellingen voor roomskatholieke godsdienst en niet-confessionele zedenleer toe. Op deze manier kun je de doelstellingen makkelijk overzetten naar je digitale agenda en/of lesvoorbereiding. `
SCHOOLKATERN A 1. MAAK JE EIGEN AFRIKAANSE BAL Bekijk, voor je de verwerkingsblaadjes met de kinderen oplost, het filmpje op www.damiaanactie. be/leerkrachten. Hierop zie je stapsgewijs hoe je deze bal maakt. Maak de bal zelf vooraleer je die met de kinderen maakt. Verzamel een week op voorhand het materiaal: > een sterke ballon of een rubberen handschoen > een paar oude vodden of lappen stof > voldoende plastic zakken, plastic verpakking van PET-flessen, of opengesneden vuilniszakken > ruw touw, raffia, restjes wol Bekijk het filmpje ook samen met je leerlingen. In het 1ste en 2de leerjaar maak je één of twee ballen, samen met de kinderen. In het 3de leerjaar kun je hen in groepjes laten werken om een bal te maken. Las dit bijvoorbeeld in als hoekenwerk, waar je de leerlingen begeleidt tijdens moeilijke momenten. Vergeet niet dat kinderen in Afrika als kleuters al zo’n bal maken. Waarom zou het bij ons dan niet lukken? 12
2. SPEEL BUITENSPEL Hiervoor gebruik je uiteraard de zelfgemaakte bal! Dit spel is niet zozeer op zoek naar een winnaar maar wil leerlingen vooral laten kennismaken met het ervaren van verschillende gevoelens. De verdere opdrachten in de onderwijskatern A sluiten hier bij aan. Zonder dit spel is het dus moeilijk om de andere opdrachten uit te voeren. Werkwijze > Zet de groep in een cirkel. Eén kind wordt in het midden van die cirkel geplaatst. Geef nu de bal aan een leerling in de cirkel. > Opdracht voor de leerlingen in de cirkel: geef de bal door naar elkaar, in de cirkel. De leerling in het midden mag de bal niet te pakken krijgen. De leerlingen in de cirkel mogen zich niet verplaatsen. > Opdracht voor de leerling in het midden: probeer de bal te pakken te krijgen. Deze leerling mag zich onbeperkt in en uit de kring verplaatsen. Spelverloop > De bal wordt in de cirkel naar elkaar gegooid. Het is de bedoeling dat iedereen om de beurt de bal aanneemt en doorgeeft. Bewaak dat iedereen aan bod komt en dat dit met een zeker tempo gebeurt. > De bal mag naar een buur, maar even goed naar de overstaande personen geworpen worden. De leerling in het midden blijft proberen om de bal te pakken te krijgen. Stop het spel niet voor iedereen in de cirkel minimaal één keer de bal kon aanpakken en gooien. > Indien het moeilijk is om de bal vlot naar alle kinderen te werpen, kun je aangeven dat je enkel naar je buur mag gooien. Opgelet Het spel kan bij sommige kinderen hevige reacties veroorzaken (agressie, verdriet). Blijf dus als begeleider bij het spel. Speel bij voorkeur ook in één groep. 3. GEVOELENS: OMCIRKEL EEN SMILEY Neem samen met de klasgroep de betekenis door van de verschillende smileys. De kinderen omcirkelen een smiley die aansluit bij het gevoel dat ze ervaarde tijdens het spel. Iemand die in de cirkel stond, zal zich anders voelen dan iemand die ‘buitenspel’ stond. Spreek hierover met je leerlingen.
4. IS HET EERLIJK OM IEMAND NOOIT DE BAL TE GEVEN? Voer een kringgesprek rond het thema ‘iemand buitenspel zetten’, iemand uitsluiten. 5. WAAROM KAN GHISLAIN DOOR ZIJN ZIEKTE NIET MEESPELEN? Lees samen met je leerlingen de korte zinnen. Verbind daarna samen met hen de juiste tekening met de juiste zin. Kinderen van het 3de leerjaar kunnen dit zelfstandig oplossen (of in een groepje). 6. DUID DE DINGEN AAN DIE GHISLAIN MOET MISSEN. Doe vooraf een kringgesprekje: > Wat wil dat zeggen, ‘iets missen’? Wat kan jij missen? Wat niet? > Vind jij het erg dat je iets moet missen? > En Ghislain? Wat moet hij missen?
OPROEP Wil jij met je klas of school ook een actie ondernemen? Wij zijn je zeer dankbaar. Neem gerust contact op met: Nancy De Backer, vrijwilligerscoach, via
[email protected] of gsm 0475 23 24 26. Heb je leuke foto’s van je actie, van jouw klas die de bal maakt of aan de slag is met het materiaal? Stuur ze op naar: Benjamin Meersschaert via
[email protected]. We plaatsen ze graag op de website of Facebook-pagina.
Laat de kinderen beseffen: > dat wij het normaal vinden om in een bed te slapen, … > dat wij het normaal vinden dat er water uit de kraan komt, … 7. ZET DE WOORDEN OP DE JUISTE PLAATS IN DE ZIN. Maak deze oefening eerst mondeling, samen met je leerlingen. In het 1ste en 2de leerjaar maak je de invuloefening samen. Leerlingen van het 3de leerjaar kunnen dit zelfstandig (of in een groepje). Oplossing: alleen | stad | pilletjes | elke week | Damiaanactie | gratis | genezen | voetballen 8. WELKE KLUSJES KUN JE ZOAL IN EEN RESTAURANT DOEN? > Bespreek met de leerlingen welke taken er in een restaurant moeten gebeuren: koken, tafels dekken, afwassen, vuilnis opruimen, … > Laat leerlingen van het 1ste en 2de leerjaar deze opdracht tekenen. De kinderen van het 3de leerjaar kunnen drie zinnetjes schrijven. 9. KLEUR HET TRUITJE VAN JE FAVORIETE TEAM. Bekijk dit ruimer: dit hoeft niet enkel en alleen een voetbaltruitje zijn. Dit kan ook een truitje worden van hun sportclub, hun favoriete zanggroep, de jeugdbeweging, …
10. WAT DOET DAMIAANACTIE VOOR PATIËNTEN ZOALS GHISLAIN? Bekijk de foto’s op het werkblad. Laat de kinderen van het 1ste en 2de leerjaar vertellen wat ze zien. De kinderen van het 3de leerjaar kunnen drie tot vijf zinnetjes schrijven over de foto’s.
13
SCHOOLKATERN B 1.a. MAAK JE EIGEN AFRIKAANSE BAL Bekijk, voor je de verwerkingsblaadjes met de kinderen oplost, het filmpje op www.damiaanactie.be/ leerkrachten. Hierop zie je stapsgewijs hoe je deze bal maakt. Maak de bal zelf vooraleer je die met de kinderen maakt. Verzamel een week op voorhand het materiaal: > voldoende plastic zakken of plastic verpakking van PET-flessen > touw: gewoon touw, inpaklint, raffia Bekijk het filmpje ook samen met je leerlingen. In het 3de leerjaar maak je één of twee ballen, samen met de kinderen. In het 4de leerjaar kun je hen in groepjes laten werken om een bal te maken. Las dit bijvoorbeeld in als hoekenwerk. Ga ervan uit dat je zelf nog wel moet ondersteunen waar nodig. In het 5de en 6de leerjaar kun je groepen alleen aan de slag laten gaan. Het kan nuttig zijn om de leerlingen terug te laten grijpen naar het filmpje. Zorg dus dat het filmpje beschikbaar is op de klascomputers voor elk groepje. 1.b. SPEEL BUITENSPEL Hiervoor gebruik je uiteraard de zelfgemaakte bal! Dit spel is niet zozeer op zoek naar een winnaar maar wil leerlingen vooral laten kennismaken met het ervaren van verschillende gevoelens. De verdere opdrachten in de onderwijskatern A sluiten hier bij aan. Zonder dit spel is het dus moeilijk om de andere opdrachten uit te voeren.
Stop het spel niet voor iedereen in de cirkel minimaal één keer de bal kon aanpakken en gooien. > Als het moeilijk is om de bal vlot naar alle kinderen te werpen, kun je aangeven dat je enkel naar je buur mag gooien. > Zijn er verschillende ballen dan kun je dit spel met meerdere ballen spelen. Dit maakt het spel net wat moeilijker omdat de leerlingen hun aandacht moeten verdelen. Opgelet Het spel kan bij sommige kinderen hevige reacties veroorzaken (agressie, verdriet). Blijf dus als begeleider bij het spel. Speel bij voorkeur ook in één groep. 2. GEVOELENS: OMCIRKEL EEN SMILEY Neem samen met de klasgroep de betekenis door van de verschillende smileys. De kinderen omcirkelen een smiley die aansluit bij het gevoel dat ze ervaarde tijdens het spel. Iemand die in de cirkel stond, zal zich anders voelen dan iemand die ‘buitenspel’ stond. Spreek hier over met je leerlingen. 3. IS HET EERLIJK OM IEMAND NOOIT DE BAL TE GEVEN? Voer een kringgesprek in kleine groepjes. Elk groepje noteert zijn besluit. De besluiten worden samengelegd en in klasverband toegelicht. Hier kan een breder kringgesprek volgen. Zorg dat het begrip ‘iemand buitenspel zetten’ hier duidelijk wordt gemaakt. Is dit niet haalbaar met je groep, voer dan een kringgesprek rond ‘ iemand buitenspel zetten’, iemand uitsluiten. 4. NAMEN VAN DE GROTE MEREN
Werkwijze > Zet de groep in een cirkel. Eén kind wordt in het midden van die cirkel geplaatst. Geef nu de bal aan een leerling in de cirkel. > Opdracht voor de leerlingen in de cirkel: geef de bal door naar elkaar, in de cirkel. De leerling in het midden mag de bal niet te pakken krijgen. De leerlingen in de cirkel mogen zich niet verplaatsen. > Opdracht voor de leerling in het midden: probeer de bal te pakken te krijgen. Deze leerling mag zich onbeperkt in en uit de kring verplaatsen. Spelverloop > De bal wordt in de cirkel naar elkaar gegooid. Het is de bedoeling dat iedereen om de beurt de bal aanneemt en doorgeeft. Bewaak dat iedereen aan bod komt en dat dit met een zeker tempo gebeurt. > De bal mag naar een buur, maar even goed naar de overstaande personen geworpen worden. De leerling in het midden blijft proberen om de bal te pakken te krijgen. 14
via wikipedia.be Het Grote Merengebied in Midden-Afrika beslaat de landen Rwanda, Burundi en Oeganda en delen van de Democratische Republiek Congo, Tanzania en Kenia. De meren waarnaar het gebied genoemd is, zijn het Victoriameer, Albertmeer, Edwardmeer, Kivumeer, Malawimeer en het Tanganyikameer.
5. HET TERREIN VERKENNEN Wat zie je op de foto? Zandweg (is hoofdweg) Mensen gaan te voet Dieren (schaap) mee onderweg Oerwoud overal …
Heuvels Oerwoud Hoge bomen Groene omgeving Geen wegen, enkel paden ...
Vlak landschap Overal vind je wel een huis Overal doorkruisen wegen het landschap Vlaanderen is vrij vlak …
Weinig toegang tot dit gebied Heel natuurlijke omgeving
Vergelijk met België. Asfaltwegen Auto’s Vrachtwagens Fietsers - voetgangers Honden aan de leiband …
Stenen gebrouwen Isolatie Stevig dak Afwatering We leven in een gemeente of stad. (verstedelijkte omgeving) …
Gevolgen voor wie hier leeft? Wegen worden in het regenseizoen slijkwegen (bijna onbegaanbaar) Verbindingen zijn altijd traag en moeilijk
6. WELKE ZIEKTE HEBBEN ZE? ZIEKTESYMPTOMEN
Ghislain
Faustine
Kortademig Koorts Geen eetlust meer Sterk vermageren Veel en hard hoesten
Vlekken Klauwhand Klompvoet Gevoelloze huid
7. GEVOLGEN VAN DE ZIEKTES DOORSTREEP WAT NIET PAST
Ghislain - tbc
Faustine - lepra
Je gaat misschien dood. Je krijgt vlekken. De anderen zijn bang van jou. Je haalt moeilijk adem. Je vermagert. Je vingers kunnen vervormen en je krijgt klauwhanden Je voelt niets meer. Je tenen kunnen vervormen en je krijgt klompvoeten.
Je gaat misschien dood. Je krijgt vlekken. De anderen zijn bang van jou. Je haalt moeilijk adem. Je vermagert. Je vingers kunnen vervormen en je krijgt klauwhanden Je voelt niets meer. Je tenen kunnen vervormen en je krijgt klompvoeten.
Houten huisjes Hutten Daken van golfplaat Klein …
Weinig beschutting in de huizen Weinig woonplaats voor veel mensen Mensen leven in een dorpje …
9. MUUR VAN VOOROORDELEN Alle vooroordelen waarmee zowel kinderen in het Noorden als in het Zuiden mee geconfronteerd worden, komen op deze muur. Je kunt elke steen apart gebruiken om een vooroordeel in te zetten. Of werk de muur uit met een graffiti-project. Dat hangt van jou als leerkracht af. Leuke resultaten mag je altijd opsturen naar Benjamin Meersschaert via
[email protected]. 10. DAMIAAN > Via www.damiaanactie.be/leerkrachten vind je een stukje uit het leven van Damiaan. Damiaan kiest met gevaar voor zijn leven tegen vooroordelen. > Je kunt dit verhaal zelf vertellen of voorlezen. Of kies ervoor om het samen te lezen in groepjes. > Voer daarna een kort gesprek over dit waargebeurde verhaal en laat de leerlingen zelfstandig hun ideeën over Damiaan opschrijven.
8. LEPRATEST Je kunt deze test uitvoeren met een veer, een wattenstaafje (voor kwetsbare plaatsen zoals in de buurt van de ogen) of met een balpen.
15
11. DAMIAAN IS DE COACH VAN DAMIAANACTIE Opgelet de voorbeeldpijl op de onderwijskatern is niet correct. Hij verzorgt de wonden verpleger van de melaatsen Hij onderzoekt de melaatsen dokter als ze ziek zijn onderwijzer Hij geeft les aan de kinderen priester Hij gaat de mis voor Hij bouwt een school, architect een ziekenhuis timmerman Hij timmert heel wat huizen politieman Hij bestrijdt plaatselijke misdrijven begrafenisondernemer Hij begraaft de doden Hij richt een fanfare op en animator zorgt voor ontspanning 12. HOE PAKT DAMIAANACTIE DE STRIJD TEGEN ZIEKTES AAN We handelen in vijf stappen. De leerlingen kunnen die geleid door jou of in groepswerk invullen. 1. Uitleg verschaffen aan de bevolking over informeren lepra & tbc 2. Kenmerken van ziektes zoals koorts, symptomen vlekken, hoesten, … 3. Zelf patiënten zoeken om ze daarna opsporen effectief te kunnen helpen 4. Patiënten proberen te genezen met de behandeling meest geschikte … 5. Patiënten ook na genezing de nodige zorgen blijven bieden op sociaal en care after cure economisch vlak
16
OPROEP Wil jij met je klas of school ook een actie ondernemen? Wij zijn je zeer dankbaar. Neem gerust contact op met: Nancy De Backer, vrijwilligerscoach, via nancy.debacker@ damiaanactie.be of gsm 0475 23 24 26. Heb je leuke foto’s van je actie, van jouw klas die de bal maakt of aan de slag is met het materiaal? Stuur ze op naar: Benjamin Meersschaert via campagne@damiaanactie. be. We plaatsen ze graag op de website of Facebookpagina.
SCHOOLKATERN C 1. KLEUR DE BEGRIPPEN IN Kenmerken van Burundi: [Republiek] [even groot als België] [ Kirundi] [Bevolkingsgroepen] [Bujumbura] [Burgeroorlog] [Bergachtig] [Tropisch] [Twa’s] [Franstalig] [Hutu’s] [Tutsi’s] [Landbouweconomie] [zandwegen] [weinig openbaar vervoer] 2. BURUNDI IS ÉÉN VAN DE ARMSTE LANDEN > Het tropisch klimaat veroorzaakt op sommige plaatsen aanhoudende droogte. Daardoor kan er niet aan landbouw gedaan worden en is er weinig economische activiteit. > De instabiele politieke situatie door langdurige conflicten tussen Hutu’s en Tutsi’s. 3. WELKE HINDERNISSEN ONDERVINDT HET TEAM > Weinig transportmogelijkheden. > Geen verharde wegen. Slechte infrastructuur. 4. FAUSTINE EN GHISLAIN STAAN BUITENSPEL Faustine: Hallo!
Ghislain zegt: Hoi!
Zorgverlener: Dag Faustine, vertel eens … Faustine: Ik heb vreemde vlekken op mijn lichaam.
Zorgverlener zegt: Dag Ghislain! Waarmee kan ik jou helpen? Heb je iets te vertellen? Ghislain zegt: Ik voel me niet zo goed de laatste tijd.
Zorgverlener: Je denkt waarschijnlijk aan lepra. Wrijf eens met een watje over de vlekken. Is je huid daar gevoelloos? Faustine: Ja Zorgverlener: Kom dan nog eens langs in het gezondheidscentrum om het verder te onderzoeken. Heb je er thuis al iets over verteld? Faustine: Neen, ik durf niet. Volgens de Bijbel ben ik dan onrein. Ik vrees dat anderen bang zullen worden van mij. Zorgverlener: Het is echt heel belangrijk dat je de behandeling opstart. Als je er op tijd bij bent kan je een klauwhand of klompvoet voorkomen. Faustine: Ok! Ik vind het belangrijk dat ik kan genezen. Ik wil mijn droom om ooit verpleegster te worden nog niet opgeven.
Zorgverlener zegt: Wat heb je dan juist gemerkt? Ghislain zegt: Ik moet hoesten en ben nogal kortademig als ik voetbal. Zorgverlener zegt: Eet je goed? Ghislain zegt: Ik heb weinig eetlust en ben sterk vermagerd. Zorgverlener zegt: Heb je koorts? Meet je temperatuur eens. Ghislain zegt: 39 °C, ja dus! Zorgverlener zegt: Ik heb een sterk vermoeden dat het om tbc gaat. Geen nood Damiaanactie gaat jou de juiste medicatie geven om je te genezen. Ghislain: Ga ik misschien dood? Zorgverlener: Alles is afhankelijk van het stadium waarin we de ziekte ontdekken. Als je de medicijnen goed inneemt zal je genezen. Dat kan 6 tot 8 maanden duren. Ghislain: Zal ik ooit nog voetballer kunnen worden? Zorgverlener: Geef de hoop niet op. Eerst gaan we je beter maken. 17
5. WAAROM STAAN FAUSTINE EN GHISLAIN BUITENSPEL? Faustine houdt zich afzijdig omdat ze schrik heeft dat anderen ontdekken dat ze aan lepra lijdt. Ze wil geen paria zijn die door iedereen gemeden wordt. Ghislain moet tijdelijk de school verlaten en kan door zijn gezondheidstoestand ook niet meer voetballen met zijn vriendjes. Hij staat dus niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk ‘buitenspel’. 6. NIET BIJ DE GROEP HOREN, GEPEST WORDEN, JE UITGESLOTEN VOELEN, … HET ZIJN ALLEMAAL VOORBEELDEN VAN ‘BUITENSPEL’ STAAN. WAS JE ER OOIT ZELF SLACHTOFFER VAN? BESCHRIJF HOE JIJ JE TOEN VOELDE. Laat de leerlingen hier hun eigen gevoel en/of mening neerschrijven. Nadien kun je dit met de hele klasgroep bespreken. 7. DE KOMST VAN SOCIAL MEDIA, ZOALS FACEBOOK, WAKKERT PESTGEDRAG AAN. HEEL WAT JONGEREN KRIJGEN TE MAKEN MET CYBERPESTERS. WAT VIND JE VAN DEZE VORM VAN PESTEN? Laat de leerlingen hier hun eigen gevoel en/of mening neerschrijven. Nadien kun je dit met de hele klasgroep bespreken. 8. PATER DAMIAAN LEGDE EEN OPMERKELIJKE LEVENSWEG AF. PLAATS IN DE JUISTE VOLGORDE. 8 - De paus verklaart Damiaan zalig in 1995. 7 - Damiaan krijgt lepra en hij sterft. 3 - Hij trekt het klooster in en krijgt de naam ‘Damiaan’. 1 - Jozef De Veuster wordt geboren in Tremelo als zevende kind van een groot gezin. 4 - Damiaan vertrekt naar Hawaï als missionaris. 9 - wordt heilig verklaard in 2009. 2 - Hij helpt zijn vader op de boerderij. 5 - Damiaan geeft de melaatsen op Molokai een beter leven. 6 - Hij zet ze niet buitenspel, maar wordt hun vriend en coach.
9. WOORDZOEKER Priester | verpleger | dokter | architect timmerman | onderwijzer | politieman | organisator
E R U O A L P G D V J O E H C W V B O M O D F X U H O P
I
I N O T
B T Z H U D X
I
I
V A D O A B H
I
P E O I I
X A W Z G A O T
U S L V E
I
I
E N A M E
I
T
I
I E
L O P A
D A I M E W S N C O T N H B A A K S E C
I N M O A I
I
Z G
O S
I
E A Z R C U E
I M J A A
I M T O J X G H
I
E D A N O Y K
D K E Z G Z E R
I
U T E
I
Z Q Y
L A Y D X E R A O E L O R U I A E U A I
E S G O Q B M U O R C U
I
A H O X O
I
Y L C G K Z
I
B
D E
I A C C U A
I C M O
I O A U T U C N P S F C U U Y R
I
F G X A R E G E L P R E V X D G U E A Q E A A
I
I
E A R E T S E
I
R P
I W F
10. DE TACTIEK VAN DAMIAANACTIE IN 5 STAPPEN In de onderwijskatern C is een foutje geslopen het zijn niet zes maar vijf stappen. 1. Uitleg verschaffen aan de bevolking over informeren lepra & tbc 2. Kenmerken van ziektes zoals koorts, symptomen vlekken, hoesten, … 3. Zelf patiënten zoeken om ze daarna opsporen effectief te kunnen helpen 4. Patiënten proberen te genezen met de behandeling meest geschikte … 5. Patiënten ook na genezing de nodige zorgen blijven bieden op sociaal en care after cure economisch vlak 11. HOE WIL JIJ JE INZETTEN VOOR DAMIAANACTIE? Laat de leerlingen eventueel in groepjes nadenken en bespreek het later in klasverband. Een leuk idee of actie kan dan verder uitgewerkt worden.
OPROEP Wil jij met je klas of school ook een actie ondernemen? Wij zijn je zeer dankbaar. Neem gerust contact op met: Nancy De Backer, vrijwilligerscoach, via
[email protected] of gsm 0475 23 24 26. Heb je leuke foto’s van je actie, van jouw klas die de bal maakt of aan de slag is met het materiaal? Stuur ze op naar: Benjamin Meersschaert via campagne@ damiaanactie.be. We plaatsen ze graag op de website of Facebookpagina. 18
I
K X U A D A
G E A S E A N U P N U A U Z W I
U T S D R E
J
19
DEEL 3
ACHTERGRONDINFORMATIE In dit derde deel geven we extra achtergrondinformatie over de locatie van de film: het hart van Afrika. En meer bepaald Burundi, waar zowel het verhaal van Faustine als dat van Ghislain zich afspelen. We werpen ook een licht op de werking van Damiaanactie – in Burundi én algemeen.
ACHTERGRONDINFORMATIE 1. Vergelijking Burundi - België 2. Geschiedenis 3. Bevolkingsgroepen 4. Het land Burundi 5 Damiaanactie wereldwijd
20
CAMPAGNELAND
Burundi Burundi is een klein Afrikaans land in Centraal-Afrika, in de regio van de Grote Meren. De republiek Burundi grenst aan Congo-Kinshasa, Rwanda en Tanzania. De hoofdstad Bujumbura telt zo’n 500.000 inwoners. Burundi heeft de bedenkelijke eer dat het al jaren bovenaan staat in de lijst van armste landen ter wereld. Het inkomen per persoon is enorm laag. Zo’n 70 tot 80% leeft onder de armoedegrens. Een van de redenen is het continue etnische geweld tussen Hutu’s en Tutsi’s. In zo’n arm land vinden armoedeziektes zoals tbc en lepra natuurlijk een goede voedingsbodem.
VERGELIJKING BELGIË - BURUNDI
type KONINKRIJK
type REPUBLIEK
oppervlakte 30.528 KM 2
oppervlakte 27.834 KM 2
grenst aan zee JA
grenst aan zee NEEN (moeilijk voor handel & export)
bevolking 11,2 MILJOEN
bevolking TUSSEN 8 EN 11 MILJOEN
jaarlijkse bevolkingsgroei 0,06 TOT 0,4%
jaarlijkse bevolkingsgroei 2,4 TOT 2,8%
munt EURO
munt BURUNDESE FRANK
talen NEDERLANDS, FRANS, DUITS
talen FRANS EN KIRUNDI (85% Hutu, 14% Tutsi, 1% Twa)
gemiddeld jaarinkomen 16.651 EURO (2012)
gemiddeld jaarinkomen 100 EURO (MO magazine, 2015)
gemiddelde gezinsgrootte 2,3 PERSONEN
gemiddelde gezinsgrootte GEM. 6 KINDEREN/MOEDER
levensverwachting 79,65 JAAR
levensverwachting 59,24 JAAR
[ http://www.indexmundi.com/nl/belgie/bevolkingsgroei.html ] [ http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/vooruitzichten/ ] [ http://www.indexmundi.com/nl/burundi/levensverwachting.html ] [ http://www.indexmundi.com/nl/belgie/levensverwachting.html ]
21
GESCHIEDENIS
> Eind 19de eeuw | Duitsland palmt het huidige grondgebied van Burundi in. Het maakt deel uit van Duits-Oost-Afrika. > Eerste Wereldoorlog | Troepen uit BelgischCongo vallen Burundi binnen in 1916 en veroveren het. > 1919 | Het Vredesverdrag van Versailles verdeelt Duits-Oost-Afrika. > 1924 | De Volkenbond geeft België het mandaat over het gebied Ruanda-Urundi. > Tot 1962 | De Belgische koloniale aanwezigheid ‘zuigt’ het grondgebied leeg en draagt zo bij tot de huidige situatie in het land.
1. KOLONISATIE
> 1972 | De afgezette koning Ntare V wordt vermoord in zijn voormalig koninklijk paleis. Waarschijnlijk in opdracht van UPRONA. Het geweld tussen Hutu’s en Tutsi’s escaleert. 50.000 tot 100.000 Burundezen komen hierbij om het leven – vooral Hutu-leiders en Hutuintellectuelen. > 1976 | Generaal Jean Baptiste Bagaza pleegt een geweldloze coup en zet Micombero af. Hij is ook een Tutsi maar voert een meer gematigd beleid. Zo krijgen de Hutu’s meer rechten. > Jaren 80 | Van het gematigde beleid blijft weinig over. De mensenrechten verslechteren aanzienlijk. De Kerk voert oppositie tegen het bewind. Dat leidt tot een nieuwe staatsgreep in 1987. > 1987 | De nieuwe president Buyoya voert een beleid van verzoening, gaat voor democratisering én knoopt relaties aan met andere landen. Zo doorbreekt hij het jarenlange isolement. > 1992 | Buyoya schaft het eenpartijstelsel af en voert een meerpartijenstelsel in.
3. TUTSI’S AAN DE MACHT
eind 19e
1962
1972
2. ONAFHANKELIJKHEID > 1962 | Ruanda-Urundi worden onafhankelijk en heten voortaan Rwanda en Burundi. > 1962 | Tutsi-koning Mambutsa IV voert hervormingen door en voert bepaalde vormen van democratie in. > September 1966 | Ntare V, zoon van Mambutsa en ook Tutsi, pleegt een staatsgreep, roept zichzelf tot koning uit en herstelt de absolute monarchie. > November 1966 | Michel Micombero, Tutsi-leider en staatssecretaris van Defensie, neemt op zijn beurt de macht over, roept de Republiek Burundi uit en installeert zich als president. Burundi wordt een 1-partijstaat met UPRONA (Unie voor Nationale Vooruitgang) aan het roer. > 1966 - 1972 | Micombero omringt zich met radicale Tutsi-adviseurs die de Hutu’s – 85% van de lokale bevolking – volledig onderdrukken. 22
> 1994 | Ntibuntunganya versterkt de positie van de Hutu’s. Hierdoor komen de Tutsi’s in opstand en breekt er een burgeroorlog los die twee jaar duurt. > Juli 1996 | Het leger grijpt de macht en installeert Tutsi Buyoya opnieuw als president. De Hutu Pascal Firmin Ndimira wordt premier. Ondanks nieuwe slachtingen eind 1996 verbetert de situatie lichtjes. > 1998 | Het ambt van premier wordt afgeschaft.
DE BELGISCHE OVERHEERSING Van 1924 tot 1962 zwaaide België de plak in Rwanda en Burundi (toen nog Ruanda-Urundi genoemd). De Belgen ontzagen de lokale bevolking niet. Ze onderdrukten de Hutu-meerderheid met behulp van de regerende Tutsiklasse. Zo hielden ze ook de heersende rassentheorie in stand. Die ging ervan uit dat de Tutsi-minderheid superieur was aan de Hutu’s. Dat gedachtegoed zou later mee leiden tot de genocide van 1994.
5. BURGEROORLOG Economisch zoog België het gebied leeg. Ons land verrijkte zich met de koffieplantages die op de vulkanische ondergrond goed gedijden. De vaak al arme bevolking moest ook belastingen betalen. In 1946, na de oprichting van de Verenigde Naties, werd Ruanda-Urundi een trustgebied: België moest het gebied klaar stomen voor onafhankelijkheid. Die kwam er uiteindelijk in 1962, veel eerder dan de Belgen zelf hadden gedacht. De drang naar zelfstandigheid werd aangewakkerd door de onafhankelijkheidsbeweging in Belgisch-Congo. Hierdoor verloor België snel greep op het gebied.
1993
1994
2003 6. NKURUNZIZA: BIG MAN SYNDROOM
4. HUTU’S AAN DE MACHT > Juni 1993 | Bij de verkiezingen verslaat Hutukandidaat Melchior Ndadaye president Buyoya. Zijn partij FRODEBU, Front voor Democratie in Burundi, komt aan de macht. > Oktober 1993 | Enkele maanden later wordt Nadadaye al vermoord. Maar de staatsgreep zelf mislukt. > Januari 1994 | FRODEBU-politicus Cyprien Ntaryamira – ook een Hutu – wordt de nieuwe president. > April 1994 | Het vliegtuig van Ntaryamira wordt neergeschoten. Ook de Rwandese president Habyarimana is aan boord. In Rwanda leidt dit tot een genocide waarbij op 100 dagen tijd 500.000 tot 1 miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s worden vermoord. > 1994 | In Burundi volgt Silvestre Ntibantunganya intussen Ntaryamira op als president.
> 2003 | De Hutu Domitien Ndayizeye van de FRODEBU-partij wordt de nieuwe president van een overgangsregering naar aanloop van nieuwe verkiezingen. > 2005 | Die verkiezingen vinden plaats in juni en juli 2005. Winnaar is de partij van de Hutu-rebellen, de CNDD-FDD. Die afkorting staat voor de Nationale Raad voor de Verdediging van de Democratie – Strijdkrachten voor de verdediging van de democratie. > Augustus 2005 | De leden van het parlement kiezen Pierre Nkurunziza als nieuwe president. > 2010 | Opnieuw verkiezingen. De oppositie trekt zich terug. Nkurunziza wordt met een monsterscore herverkozen voor een tweede ambtstermijn. Volgens de grondwet zijn laatste. > 2015 | Nkurunziza stelt zich opnieuw verkiesbaar als president. Ongrondwettelijk volgens de andere partijen. Maar de president wil niet van wijken weten. Dat leidt tot nieuwe protesten, tot geweld en onlusten en zelfs een poging tot staatsgreep door generaal Godefroid Niyombare. 23
Afrika 2 4 BEVOLKINGSGROEPEN Tutsi’s en Hutu’s: al jaren voeren ze in het hart van Afrika een verbeten strijd om de macht. Die al enkele keren tot een ware volkerenmoord heeft geleid. Maar wie zijn beide bevolkingsgroepen? En hoe is het zover kunnen komen?
TUTSI’s Tutsi’s zijn langer en magerder dan de Hutu’s. Ze hebben ook een iets lichtere huidskleur. Mogelijk komen de Tutsi’s uit de regio van het huidige Ethiopië in Oost-Afrika. In de 11de eeuw trokken ze naar het gebied van de Grote Meren. Vanaf de 16de eeuw richtten ze koninkrijken op die tot de jaren ’60 van vorige eeuw standhielden. Tutsi’s zijn vooral veehouders. Ze leven in clans. Als minderheid is dit een goede manier om zich te beschermen tegen de Hutumeerderheid.
HUTU’s De Hutu’s zijn een Bantoevolk. De Bantoe komen uit Centraalen Zuidelijk-Afrika. In de regio van de Grote Meren maken ze het overgrote deel van de bevolking uit: 90% in Rwanda, 85% in Burundi. De Hutu’s zijn landbouwers, die eeuwenlang ondergeschikt leefden aan de Tutsi’s. Zo kregen ze stukken grond ‘in leen’ om te bewerken. In ruil daarvoor waren ze verplicht om ‘herendiensten’ uit te voeren. Bijvoorbeeld onder dwang een aantal dagen per week werken in dienst van de Tutsi’s.
ONDERLINGE VERSCHILLEN
HUT
De Tutsi’s hebben zich altijd opgeworpen als aristocraten. De Hutu’s waren eeuwenlang sociaal en economisch aan hen ondergeschikt. Huwelijken tussen Tutsi’s en Hutu’s waren zelfs verboden. De Duitse en Belgische kolonisatie veranderde niets aan deze situatie. Integendeel: België maakte deze hiërarchie zelfs officieel, door te verplichten om de etnische afkomst op de paspoorten te vermelden. Die documenten kostten veel Tutsi’s het leven tijdens de genocide.
De Hut en Zui ze het 85% in onderg ‘in leen ‘herend aantal d
TWA 1% van de bevolking van Burundi zijn Twa. Dat is een pygmeeënvolk. Deze jagers-verzamelaars zijn gemiddeld 1,2 tot 1,3 meter ‘groot’. Ze leven vooral in de regenwouden. Het vredelievende volkje was vroeger gehoorzaamheid verplicht aan de Bantoe. Zij houden zich afzijdig in de strijd tussen Hutu’s en Tutsi’s, maar worden vaak ongewild het slachtoffer van de strijdende partijen.
24
OVER HET LAND BURUNDI 1. HOOFDSTAD BUJUMBURA Bujumbura is de belangrijkste stad van Burundi. Hier wonen zo’n 500.000 mensen. Ter vergelijking: de tweede stad van Burundi is Gitega met zo’n 50.000 inwoners. Bujumbura was tot aan de Duitse overheersing maar een dorpje. Maar door zijn ligging aan het Tanganiykameer groeide het plaatsje uit tot de belangrijkste havenstad van het land. Vooral koffie, katoen en tinertsen worden hier verscheept. De lokale industrie beperkt zich vooral tot zeep en textiel. 2. HET TANGANYIKAMEER Het Tanganyikameer is het diepste en op één na grootste meer van Afrika. Na het Baikalmeer is het ook het oudste meer ter wereld. Met zijn 32.900 km2 is het Tanganyikameer groter dan België. Het is 673 kilometer lang en gemiddeld 50 km breed. Het diepste punt bevindt zich 1470 meter onder het wateroppervlak. Wereldwijd is alleen het Baikalmeer nog dieper. Het Tanganyikameer is verdeeld onder de vier omringende landen: Burundi, Congo-Kinshasa, Tanzania en Zambia. Congo-Kinshasa (45%) en Tanzania (41%) bezitten het leeuwenaandeel.
3. BERGACHTIG Burundi heeft een gemiddelde hoogte van 1700 meter boven de zeespiegel. Het land telt dan ook heel wat bergreliëfs. Meer dan twintig bergen torenen boven de 2000 meter uit. In het noordwesten bevindt zich het Kibira Nationaal Park. Dat strekt zich uit over het bergmassief dat de scheiding vormt tussen het bekken van tu’s zijn een Bantoevolk. De Bantoe komen uit Centraalde Nijl enerzijds en dat van de Congorivier delijk-Afrika. In deanderzijds. regio van de Grote Meren maken overgrote deel van de bevolking uit: 90% in Rwanda, n Burundi. De Hutu’s4.zijn die eeuwenlang HETlandbouwers, KLIMAAT geschikt leefden aan Burundi de Tutsi’s. Zo kregen ze stukken grond heeft een tropisch klimaat. Het hele jaar n’ om te bewerken. Indoor ruil is daarvoor waren verplicht om het er warm. Dezegemiddelde temperatuur diensten’ uit te voeren. onder dwang is 20 Bijvoorbeeld graden. Sommige delen vaneen het land dagen per week werken in dienst van de krijgen veel regen te Tutsi’s. verwerken, in andere slaat regelmatig de droogte toe.
TU’s
> Er zijn twee ‘droge’ seizoenen: van juni tot augustus én van december tot en met januari. > De twee regenseizoenen lopen van februari tot mei en van september tot november. 5. WEINIG TOT GEEN TRANSPORT Een van de grootste hinderpalen voor de lokale economische ontwikkeling, is het gebrek aan infrastructuur en transportmogelijkheden. Zo is maar 7% van alle wegen in Burundi verhard
en het hele jaar door berijdbaar. De rest zijn lokale wegen en paden. Er zijn geen spoorlijnen en zelfs het aantal ferryverbindingen via het Tanganyikameer is beperkt. Er zijn enkele busverbindingen naar Kigali (Rwanda), maar geen enkele verbinding naar Tanzania of Congo-Kinshasa. Deze gebrekkige infrastructuur maakt verplaatsingen in het land heel moeilijk. Bovendien heeft het bijgedragen tot het jarenlange isolement dat Burundi had van de rest van de wereld. 6. WEINIG ECONOMISCHE ACTIVITEIT [ Bron: http://burundi.wikidot.com/economie ] In Burundi is er maar heel weinig economische activiteit. 95% van de bevolking doet aan landbouw. Koffie is het belangrijkste exportproduct, daarna thee, suiker en katoen. Er worden verder ook bonen, bananen, maniok en zoete aardappelen geteeld. Vee is belangrijk. Hoe meer stuks, hoe hoger je aanzien in de samenleving. De Tutsi’s hadden vroeger altijd het meeste vee, de Hutu’s waren vooral landbouwers. Industrie is er bijna niet. Zo worden er dekens, schoenen en zeep gemaakt. Het grootste bedrijf in Burundi is de Brarudi-brouwerij waarvan Heineken meerderheidsaandeelhouder is. 7. GROTE ARMOEDE Door de jarenlange conflicten, de instabiele politieke situatie en de regelmatig terugkerende droogte is Burundi vandaag een van de armste landen ter wereld. In heel wat lijsten bekleedt het steevast een positie binnen de top vijf en zelfs top drie van armste landen. Alleen CongoKinshasa en de Centraal-Afrikaanse Republiek doen het in de lijstjes steevast nog slechter. Enkele andere weinig benijdenswaardige ‘cijfers’: > Volgens de DHL Global Connectedness Index is Burundi het minst geïndustrialiseerde land van de 140 onderzochte gebieden. > Volgens de Global Hunger Index van 2013 is Burundi procentueel gezien het land met de meeste honger in de wereld. > Volgens de Wereldbank is het gemiddelde jaarinkomen in Burundi 260 dollar. 66,9% van de bevolking zou onder de armoedegrens leven. (http://data.worldbank.org/country/burundi) > Volgens sommige bronnen zou een Burundees in Bujumbura gemiddeld 160 BIF (Burundese frank) per dag verdienen. Dat is 0,09 euro. Op het platteland is dat 105 BIF of 0,06 euro per dag.
25
Damiaanactie wereldwijd
239.516 NIEUWE PATIËNTEN IN 2014! De medische teams die Damiaanactie ondersteunt, hebben in 2014 meer dan 239.516 zieken opgespoord en behandeld. Om precies te zijn: 20.970 lepra-, 216.217 tuberculose-, en 2.329 leishmaniasispatiënten (ook wel berglepra genoemd).
Damiaanactie is een nietgouvernementele organisatie met 1.500 medewerkers. Zij binden de strijd aan tegen lepra en tbc in 15 projectlanden in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Met Congo, India en Bangladesh als belangrijkste actieterreinen.
Amerika
Damiaanactie werd in 1964 opgericht om lepra te bestrijden. Niet veel later besteedde onze organisatie ook aandacht aan tuberculose. De reden: beide armoedeziektes vertonen veel gelijkenissen en vereisen een gelijkaardige aanpak. Intussen gaat het grootste deel van onze aandacht naar tbc-patiënten. In 2015 vertegenwoordigden zij xx% van de door ons opgespoorde zieken. Dat betekent allerminst dat Damiaanactie lepra vandaag verwaarloost: in tien van onze vijftien projectlanden bestrijdt Damiaanactie zowel lepra als tuberculose.
GU ATEMALA N IC AR A GU A GU IN E E
5.993 opgespoorde patiënten in 2014 Nicaragua
4.016
Guatemala
1.977
BLIJVEN STRIJDEN TEGEN LEPRA Damiaanactie is in de eerste plaats opgericht als hulporganisatie in de strijd tegen lepra. Hoewel we ook aandacht besteden aan de bestrijding van tbc, wil onze organisatie zich in de toekomst prioritair blijven inzetten voor lepraprojecten. Damiaanactie wil er zo zeker van zijn dat ze alles blijft doen voor leprapatiënten: zowel medisch als sociaal-economisch. CARE AFTER CURE Mede dankzij de inspanningen van Damiaanactie is het aantal lepragevallen in veel projectlanden sterk teruggedrongen. Maar het werk stopt niet bij opsporen en genezen. Damiaanactie wil in de toekomst ook veel energie blijven steken in ‘care after cure’. Met andere woorden: ervoor zorgen dat genezen leprapatiënten ook sociaal en economisch een toekomst hebben. Dat ze uit hun sociaal isolement raken en aan de armoede ontsnappen. Bijvoorbeeld door hen na hun behandeling de kans te geven een beroep aan te leren, hun wat kleinvee te schenken of materiaal te bezorgen waarmee ze een eigen zaakje starten. LEPRAKOLONIES EN LEPROZERIEËN Een ander aandachtspunt is de behandeling van ‘oude’ leprapatiënten – vaak patiënten die al jarenlang in een leprakolonie leven. Damiaanactie wil dat deze patiënten in menswaardige omstandigheden in hun leprozerie kunnen blijven wonen. Hiervoor bouwen we specifieke activiteiten uit in eigen beheer of in samenwerking met lokale partners.
26
Azië DAMIAANACTIE OOK ACTIEF IN BELGIË Onze projecten kunnen we onmogelijk realiseren zonder de uitgebreide steun waarop we in België kunnen rekenen: enthousiaste vrijwilligers en trouwe donateurs dragen elk jaar hun steentje bij. Of zeg maar gerust ‘een rotsblok’. Ze zorgen namelijk voor meer dan de helft van de nodige financiële middelen van onze vereniging. Zo bieden ze Damiaanactie de kans om onafhankelijk te blijven werken.
B E LG I Ë
C H IN A B A N GLAD E S H
108.629 LAOS
NI G E R
IN D IA
NI G E R I A RWANDA
D . R. CO NG O
Afrika
opgespoorde patiënten in 2014 India
72.373
Bangladesh
24.864
China
7.025
Laos
4.367
B U R U N DI COM OREN M O Z A M B IQUE
124.894 opgespoorde patiënten in 2014
TWEE TYPES VAN PROJECTEN Lepra en tbc aanpakken: we doen het in nauwe samenwerking met de nationale gezondheidsprogramma’s ter bestrijding van lepra en/of tuberculose. De beste manier van werken, voor wie een zo groot mogelijk aantal mensen toegang wil bieden tot gezondheidszorg. Naast deze methode hanteert Damiaanactie de laatste jaren ook een ander soort projectwerking: de basisprojecten. Ze zijn bestemd voor een beperkt aantal mensen en moeten een oplossing bieden voor een aantal specifieke noden van lepra- of tbc-patiënten (of ex-patiënten). Het gaat zowel om socio-economische als om medische projecten.
D.R. Congo
71.569
Nigeria
17.861
Mozambique
10.411
Burundi
7.805
Guinee
6.590
Rwanda
6.067
Niger
4.112
Comoren
479
27
Damiaanactie, Leopold II-laan, 263 | 1081 Brussel | 02 422.59.11 www.damiaanactie.be |
[email protected]