Grondwet In de formele zin: = geheel van rechtsregels waarvan de goedkeuring aan strakkere regels is gebonden dan wat voor de gewone wetten geldt en waarvoor een specifieke wijzigingsprocedure geldt.
In de materiële zin: = geheel van fundamentele regels (geschreven of ongeschreven) die de werking en organisatie van de gezagsinstanties en de verhouding tussen deze gezagsinstanties en de rechtsonderhorigen bepalen. -
staat hoger dan wet, decreet en ordonnantie geen sanctie indien wet strijdig is met de Grondwet geschreven of ongeschreven star of soepel Grondwettelijk Hof
Grondwetsherziening: 1) -
verklaring tot herziening van de Grondwet 3 verklaringen van elk der 3 takken van de wetgevende macht (preconstituante) doorsnede komt in aanmerking voor wijziging gewone meerderheid vereist in Kamer en Senaat
2) Ontbinding Wetgevende Kamers - verkiezingen binnen 40 dagen - nieuw verkozen kamers bijeenroepen binnen 2 maanden 3) -
Constituante nieuw verkozen Kamers grondwettelijke meerderheid (minstens 2/3 aanwezig en minstens 2/3 ja-stemmen) geen verplichting om de Grondwet te herzien niet inhoudelijk gebonden aan overwegingen van de preconstituante, tenzij de preconstituante de opheffing of invoeging van een artikel heeft vooropgesteld
Preconstituante en constituante Preconstituante: = het orgaan, samengesteld uit de 3 takken van de wetgevende macht, dat over de bevoegdheid beschikt om d.m.v. 3 afzonderlijke verklaringen tot herziening van de Grondwet de procedure tot grondwetsherziening te laten aanvangen, waardoor een ander orgaan (de constituante) de bevoegdheid verkrijgt de herziening van de Grondwet door te voeren. -
niet mogelijk in oorlogstijd of wanneer de Kamers verhinderd zijn vrij bijeen te komen op het nationaal grondgebied of tijdens een regentschap wat de grondwettelijke macht van de Koning en art.85-88, 91-95,106 en 197 G.W. betreft
Constituante: = het orgaan, samengesteld uit de 3 takken van de wetgevende macht, dat over de bevoegdheid beschikt om de grondwetsbepalingen die door de preconstituante werden aangeduid te wijzigen. -
geen verplichting tot herziening kan enkel artikelen wijzigen die in herziening gesteld werden inhoudelijke vrijheid, tenzij bij opheffing of invoeging van een artikel
Waleffe-arrest = arrest van het Hof van Cassatie van 20 april 1950 dat stelt dat wanneer de betekenis van de wet onduidelijk is, de rechter redelijkerwijze ervan moet uitgaan dat de wetgever niet de bedoeling kan hebben gehad de Grondwet te schenden en derhalve een met de Grondwet strijdige interpretatie van de wet dient af te wijzen; van zodra echter de betekenis van de wet duidelijk is en geen ruimte voor interpretatie laat, dient de rechter de wet toe te passen en kan hij haar toepassing niet wegens ongrondwettigheid weigeren
Feiten: Waleffe, raadsheer bij HvC, maakte deel uit van de Kongolese magistratuur. Na zijn uitdiensttreding genoot hij van een burgerlijk pensioen. In 1945 werd hij emeritus en behield ook voor zijn gewezen functie in het HvC zijn wedde. Een K.B. genomen op basis van een bijzondere machtenwet, beperkte de cumulatie van beide pensioenen. Het emiraatspensioen werd daardoor beperkt. Waleffe meende dat de wet de Grondwet en het principe van de scheiding der machten schond door een aantasting van zijn emiraatsvergoeding mogelijk te maken.
Weerslag: Hof wijkt niet af van de regel van de onschendbaarheid van de wet, maar nuanceert het, in die zin dat in geval van twijfel over de bedoeling van de wetgever, de rechter moet vertrekken van het redelijk vermoeden dat de wetgever niet de bedoeling kan hebben gehad de Grondwet te schenden. Wanneer een machtigingsbesluit, gesteund op een machtigingswet, ongrondwettelijk blijkt te zijn, kan de rechter weigeren het besluit toe te passen omdat het niet binnen de grenzen van de machtigingswet is genomen. Men moet er namelijk vanuit gaan dat de machtigingswet in overeenstemming is met de grondwet.
Wet In formele zin: = iedere handeling die door de federale wetgevende macht wordt goedgekeurd. Ook de handelingen die door de wetgevende machten van de gemeenschappen en gewesten worden goedgekeurd kunnen als wetten in formele zin worden omschreven
In materiële zin: = bevat rechtsregels met een abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter, die voor de duur van hun gelding op een onbepaald aantal gevallen van toepassing zijn. Grondwettelijk Hof kan enkel formele wetten op hun grondwettigheid toetsen. Louter formele wetten: - niet vatbaar voor cassatieberoep - kunnen geen basis zijn voor het nemen van uitvoeringsbesluiten door de Koning - geen advies van RvS afdeling wetgeving vereist (uitz.: instemmingswetten met internationale verdragen) Gewone wet: goedgekeurd met gewone meerderheid (meerderheid aanwezig en ja-stemmen) Communautaire of bijzondere wet: goedgekeurd met een communautaire of bijzondere meerderheid (meerderheid van elke taalgroep aanwezig, minstens meerderheid ja-stemmen in elke taalgroep en minstens 2/3 ja-stemmen in totaal) Besluitwet: aangenomen door de in raad verenigde ministers (en Koning) wegens de materiële onmogelijkheid van alle takken van de wetgevende macht om vrij hun functie uit te oefenen en waarvan het HvC achteraf de wetgevende aard heeft erkend. Organieke wet: regelt een belangrijke sector van het openbare leven Interpretatieve wet: wet waardoor de wetgevende macht zelf een voor iedereen bindende en retroactieve interpretatie geeft van een vroegere wet Programma- of herstelwet: wet waarin maatregelen genomen worden die de federale Regering nodig acht om haar economisch, sociaal en financieel beleid te verwezenlijken. Opdrachtwet: verleent Koning bijkomende normatieve bevoegdheden Kader- of raamwet: Opdrachtwet waarin de essentiële beginselen volgens welke een bepaalde materie zal worden geregeld, worden vastgelegd en waarbij aan de Koning de bevoegdheid wordt gegeven om de complementaire regelen te bepalen die nodig zijn om de toepassing van die beginselen mogelijk te maken. Bijzondere machtenwet (volmachtenwet): Opdrachtwet waarin de Koning, voor een beperkte periode, met het oog op een bepaald doel, de bevoegdheid wordt opgedragen zonodig wetten te wijzigen, aan te vullen of te vervangen (met ruime beleidsvrijheid)
Administratieve rechtshandeling = eenzijdige en uitvoerbare rechtshandeling die wordt verricht door een administratief orgaan -
-
rechtshandeling: bewust verricht met het oog op het creëren of beletten van rechtsgevolgen eenzijdig uitvoerbaar uitgaan van een administratieve overheid: niet onder de rechterlijke of wetgevende macht ressorterende instellingen of lichamen die door een openbare macht zijn opgericht om in een openbare dienst of in een dienst van openbaar nut te voorzien kan geschorst en vernietigd worden door de RvS, afdeling bestuursrechtspraak exceptie van onwettigheid (art. 159 G.W.) toepasbaar voor rechtscolleges
Verordenende administratieve rechtshandelingen: verordeningen (geschreven rechtsregels met een abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter). Beschikkende administratieve rechtshandelingen: administratieve rechtshandelingen waarbij in een concreet geval een rechtsregel wordt toegepast. → moet formeel gemotiveerd zijn
Verordening = geschreven rechtsregel met een abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter die voor de duur van zijn gelding op een onbepaald aantal gevallen van toepassing is (wet in materiële zin van het woord) maar die geen wet is in de formele zin van het woord, noch een daarmee gelijkwaardige of hogere rechtsnorm. -
administratieve rechtshandeling geschreven rechtsregel abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter uitgevaardigd door uitvoerende macht of gedecentraliseerd bestuur kan niet genomen worden zonder dat de Grondwet of een wettelijke (of decretale) bepaling de bevoegdheid daartoe aan de uitvoerende macht heeft toegewezen moet hogere normen respecteren → exceptie van onwettigheid (buiten beschouwing laten door rechter) of vernietiging door RvS, afdeling bestuursrechtspraak
= norm van de Europese Gemeenschappen (of EU) met een algemene strekking, die verbindend is in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk is in elke lidstaat -
inhoud moet niet in nationaal recht worden omgezet opdat de verordening zou gelden in de nationale rechtsorde (directe werking) particulieren hebben het recht om voor de nationale rechter een met een Europese verordening strijdige nationale norm buiten toepassing te laten verklaren particulieren kunnen rechten ontlenen aan verordeningen
Motivering = weergave van de feitelijke en juridische redenen waarop een rechterlijke uitspraak of een administratieve rechtshandeling is gesteund. Materiële motivering: beslissing moet steunen op redenen die rechtens en feitelijk aanvaardbaar zijn. - alle administratieve rechtshandelingen Formele motivering: redenen worden veruitwendigd door ze uitdrukkelijk in de akte zelf op te nemen. - beschikkende administratieve rechtshandelingen - indien niet (afdoende) gebeurd: vernietigingsberoep open bij RvS afdeling bestuursrechtspraak en zullen de rechtscolleges ze buiten beschouwing laten Elk vonnis moet met redenen zijn omkleed (alle rechtscolleges) - alle door de partijen opgeworpen middelen onderzocht - redenen om tot een bepaalde uitspraak te komen
Scheiding der machten = ongeschreven constitutionele regel, volgens dewelke de macht verdeeld is tussen de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht en elke macht gecontroleerd wordt door een tegenmacht
Algemeen: -
niet expliciet opgenomen in de Belgische Grondwet, maar zit er impliciet in verankerd bij interpretatie ervan mag men niet ingaan tegen een geschreven grondwettelijke bepaling
Bevoegdheden van de 3 machten: 1) Wetgevende macht - uitvaardigen algemene juridische normen in overeenstemming met de Grondwet en de internationale verdragen - goedkeuren van verdragen - controleren van de uitvoerende macht, en minder direct de rechterlijke macht - kan de regering ter verantwoording roepen en eventueel haar het vertrouwen ontzeggen - jaarlijkse goedkeuring van de begroting - jaarlijkse vaststelling hoeveel militairen er in dienst mogen zijn - residuaire bevoegdheid 2) -
Uitvoerende macht berust bij Koning toegewezen bevoegdheid (toegewezen door de Grondwet) uitvoeren van wetten voeren van het algemeen beleid van het land
3) -
Rechterlijke macht uitgeoefend door hoven en rechtbanken vellen van uitspraken over geschillen die bij hen aanhangig gemaakt worden geschillen van burgerlijke of strafrechtelijke aard in bepaalde gevallen ook geschillen tussen burger en overheid politieke rechten: wet kan een ander rechtscollege bevoegd verklaren, maar niet noodzakelijk
Geen dogmatische interpretatie: -
-
onafhankelijkheid en samenwerking uitvoerende macht wordt gerechtelijk gecontroleerd op de wettelijkheid van haar daden en parlementair op de politieke opportuniteit wetgever wordt gerechtelijk gecontroleerd op de verenigbaarheid met de internationale normen en wordt door de uitvoerende macht onder druk gezet in regeringsontwerpen of –amendementen, met ultieme dreiging het vallen van de regering en mogelijks nieuwe verkiezingen rechterlijke macht moet via de openbaarheid en de motiveringsplicht verantwoording afleggen, wordt benoemd door de uitvoerende macht en moet middelen krijgen van de wetgevende macht
Gemeenschappen en Gewesten: -
zelfde beginselen geen afzonderlijke rechterlijke macht verhouding tussen wetgevende en uitvoerende macht is op diverse punten afwijkend in de uitwerking
Verdrag = internationale overeenkomst die, met het oog op de regeling van hun onderlinge verhoudingen en eventueel deze van hun respectievelijke rechtsonderhorigen, door 2 of meer volkenrechtelijke subjecten wordt gesloten en wordt beheerst door het volkenrecht
Totstandkoming: 1) Voorafgaande onderhandelingen - via gevolmachtigde vertegenwoordigers 2) Ondertekening door de Koning - ook Gemeenschaps- en Gewestregeringen bevoegd voor zover de betrokken materie tot hun bevoegdheid behoort - sommige gevallen: mededelingsplicht aan het Parlement (vóór ondertekening) 3) Mededeling aan bevoegd parlement door Koning of gemeenschaps- of gewestregering 4) -
Instemming van het bevoegde parlementair orgaan federaal niveau: Kamer en Senaat gemeenschaps- en gewestniveau: parlementen algemene verplichting goedkeuring gebeurt d.m.v. wet, decreet of ordonnantie
5) Ratificatie - niet verplicht - bevestiging van de internationale overeenkomst door het bevoegd intern orgaan (Koning of Gemeenschaps- of Gewestregering) 6) -
Bekendmaking verplicht niet uitdrukkelijk voorgeschreven door Grondwet noch door wet HvC heeft geoordeeld dat een verdrag behoorlijk moet worden bekendgemaakt
Direct werkende verdragen: -
-
monisme: de door de wetgevende macht goedgekeurde verdragen die directe werking hebben maken deel uit van de nationale rechtsorde, zonder dat de bepalingen inhoudelijk in nationaal recht moeten worden omgezet rechtsonderhorige kan de rechten en plichten inroepen voor de nationale rechtbanken 2 voorwaarden: objectief en subjectief criterium EVRM en de constituerende EU-verdragen nemen hoogste positie in in de hiërarchie der rechtsnormen GwH bevoegd om wetgevende akten aan elk internationaal verdrag te toetsen (al dan niet met directe werking)
Communautaire meerderheid = meerderheid vereist om bepaalde wetswijzigingen die de verhoudingen tussen federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten raken, door te voeren -
meerderheid van de uitgebrachte stemmen in elke taalgroep zijn ja-stemmen meerderheid van de leden van elke taalgroep is aanwezig totaal van de ja-stemmen is minstens 2/3 van het totale aantal uitgebrachte stemmen
Taalgroep = groep leden van de Kamer of Senaat die geacht worden, op basis van de Grondwet of op basis van de plaats waar het parlementslid is verkozen of de taal waarin de eed werd afgelegd, tot een bepaalde taalaanhorigheid te behoren. Er bestaan ook taalgroepen in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement -
-
-
senatoren van rechtswege en de door het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap aangewezen senator behoren niet tot een taalgroep Nederlandse en Franse taalgroep Nederlandse taalgroep Senaat: senatoren rechtstreeks gekozen door het Nederlands kiescollege, senatoren aangewezen door en uit het Vlaams Parlement en de door deze senatoren gecoöpteerde senatoren Nederlandse taalgroep Kamer: lid is verkozen in een kieskring dat integraal behoort tot het Nederlandse taalgebied, en de leden verkozen in de kieskring B-H-V indien zij hun eed aflegden in het Nederlands Brussels Hoofdstedelijk Parlement: 17 leden in Nederlandse taalgroep, 72 leden in Franse taalgroep
Belang: - communautaire wetten - adviesverlening RvS - toepassing alarmbelprocedure - samenstelling Ministerraad
Alarmbelprocedure = regeling waardoor ¾ van de leden van een taalgroep in de Kamer, de Senaat of het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, de behandeling van een ontwerp of voorstel van wet of ordonnantie, binnen de eigen parlementaire vergadering kan doen opschorten. Op die manier moet voorkomen worden dat een bepaald ontwerp of voorstel van wet of ordonnantie de betrekkingen tussen de gemeenschappen ernstig in het gedrang brengt. De alarmbelprocedure is voorzien in art.54 G.W. ingevoegd in 1970. De procedure geldt niet voor ontwerpen van begroting en ontwerpen of voorstellen van wetten waarvoor reeds een bijzondere meerderheid vereist is. 1) Tekst van de motie moet de gewraakte bepalingen aanwijzen en verklaren waarom het ontwerp of voorstel de betrekkingen tussen de gemeenschappen in het gedrang brengt 2) Motie moet ondertekende zijn door minstens ¾ van de leden van een taalgroep; ze moet worden ingediend voor de eindstemming in openbare vergadering 3) Schorsing van de verdere procedure 4) Ministerraad (respectievelijk Brusselse Hoofdstedelijke Regering) moet binnen de 30 dagen aan de betrokken Kamer (respectievelijk Brussels Hoofdstedelijk Parlement) een gemotiveerd advies geven over de motie en eventueel voorstellen het ontwerp of voorstel te amenderen 5) Betrokken Kamer (respectievelijk Brussels Hoofdstedelijk Parlement) moet zich uitspreken over het advies of amendement 6) Procedure kan slechts eenmaal door de leden van een taalgroep t.a.v. hetzelfde ontwerp of voorstel worden toegepast -
vermijden dat een taalgroep via een eenvoudige meerderheid-minderheid wordt benadeeld op het niveau van gemeenschappen: ideologische en filosofische alarmbelprocedure (niet voor gewesten)
Koninklijk Besluit = rechtshandeling waarbij de Koning een algemene bestuurlijke maatregel of een individuele overheidshandeling stelt Reglementaire (verordende) K.B.’s: formuleren een rechtsregel en hebben dus een algemene draagwijdte, het zijn wetten in de materiële, maar niet in de formele zin van het woord Organieke K.B.’s: organiseren een openbare dienst Beschikkende K.B.’s: passen een rechtsregel in een concreet geval toe Op het niveau van de gemeenschappen en gewesten: besluiten van de respectievelijke regeringen die collegiaal de uitvoerende macht van de gemeenschappen en gewesten vormen
Koning = staatshoofd dat in ons land is aangesteld op erfopvolging (art. 85 G.W.) en volgens eerstgeboorterecht, indien een nakomeling huwt zonder toestemming van de Koning of van hen die, bij gebreke van de Koning, zijn macht uitoefenen in de bij de Grondwet bepaalde gevallen, verliest zijn recht op de kroon. Hij kan echter in zijn recht worden hersteld door de Koning of door hen die, bij gebreke van de Koning, zijn macht uitoefenen in de bij de Grondwet bepaalde gevallen, doch alleen met instemming van Beide Kamers. De Koning is onschendbaar en kan niet allee handelen. -
-
-
tak van de federale wetgevende macht: wetgevend initiatief, amenderingsrecht, bekrachtiging van wetten en neemt deel aan procedure tot grondwetsherziening hoofd van de uitvoerende macht: afkondigen en bekendmaking van wetten, sluit de zittingen van de Kamers, roept de Kamers bijeen in buitengewone zitting of ontbindt ze en benoemt de ministers en rijksambtenaren is onschendbaar en onverantwoordelijk: onmogelijk een rechtsgeding tegen Hem te voeren (intendant of administrateur van de civiele lijst), kan niet uit zijn ambt ontzet worden is onbekwaam om alleen te handelen (ministers verantwoordelijk: contraseign) heeft geen persoonlijke macht
Contraseign = voorafgaandelijke ondertekening van wetsontwerpen en K.B.’s door een minister of eventueel een staatssecretaris -
Koning is onverantwoordelijk en onbekwaam om te handelen verantwoordelijkheid voor het (niet-)handelen van de Koning ligt bij de ministers afzonderlijk of de federale regering in haar geheel (verantwoording verschuldigd aan parlement)
Algemeen rechtsbeginsel = rechtsregel die door de rechter direct of indirect wordt afgeleid uit principes die aan de gehele rechtsorde ten grondslag liggen en die om die reden als fundamenteel worden beschouwd -
-
rechter mag geen uitspraak doen bij wege van algemene en als regel geldende beschikking en mag zich niet schuldig maken aan rechtsweigering algemene rechtsbeginselen hun ontstaan is niet afhankelijk van een gevestigde praktijk ↔ gewoonterechtelijke regels grondwettelijke waarde: hiërarchisch boven de wet, worden erkend door GwH (recht van verdediging, onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter, evenredigheidsbeginsel, beginsel van wapengelijkheid,...) wettelijke waarde: hiërarchisch boven de administratieve rechtshandelingen, ontwikkeld door RvS (→ beginselen van behoorlijk bestuur: zorgvuldigheidsbeginsel, zuinigheid, onpartijdigheid, rechtszekerheidbeginsel,...)
Grondwettelijke gewoonte = rechtsregel die naar voren treedt ingevolge een onderbroken en overeenstemmende reeks van rechtshandelingen die door de gestelde machten zijn verricht in de overtuiging dat deze handelingen voor rechtmatig en wettig moeten worden gehouden -
lagere plaats dan formele Grondwet in de hiërarchie der rechtsnormen aanvullend wijziging formele Grondwet kan een eind maken aan een grondwettelijke gewoonte vb.: lopende zaken, geheimhouding gesprekken Koning en zijn ministers houdt een juridische verplichting in (juridische sancties) ↔ grondwettelijk gebruik (enkel politieke sancties)
Lopende zaken = bevoegdheden die een regering als uitvoerende macht kan blijven uitoefenen als ze handelt in een toestand waarin geen volwaardige parlementaire controle meer mogelijk is, het wordt beschouwd als een grondwettelijke gewoonte -
-
parlementaire democratie: evenwicht tussen wetgevende en uitvoerende macht, als de regering ontslag neemt of als het parlement door een ontbinding in de onmogelijkheid verkeert de regering te controleren, valt het evenwicht weg beginsel van de continuïteit van de openbare dienst → ontslag van de regering pas formeel aanvaard op het ogenblik dat de nieuwe regering wordt benoemd ontslagnemende regering blijft voorlopig aan de macht, maar niet met alle bevoegdheden (enkel de lopende zaken) niet in de Grondwet geregeld beslissingen buiten de lopende zaken kunnen vernietigd worden door RvS of buiten beschouwing gelaten worden regering moet zich ook tot de lopende zaken beperken indien het parlement is ontbonden CATEGORIE Dagelijks Bestuur Regeringszaken Tussencategorie
LOPENDE ZAKEN JA NEEN NEEN
Benoeming ambtenaren niveau 1
JA
UITZONDERING Hoogdringend 1) procedure moet vóór de periode van de lopende zaken zijn gestart 2) procedure mag niet overhaast gevoerd zijn 3) eindbeslissing mag geen belangrijke en nieuwe beleidskeuzes inhouden
De benoemingen van ambtenaren niveau 1 behoren tot de lopende zaken; de Koning neemt deze beslissingen maar de nieuwe regering moet beslissen of de benoeming uitgevoerd wordt of niet.
Decreet = juridische norm met kracht van wet, die wordt aangenomen door een gemeenschapsof gewestraad (voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: ordonnantie) = handeling waarbij de Wetgevende Kamers, in verenigde vergadering bijeen, besluiten nemen -
beperkte uitwerking (betrokken gemeenschap of gewest) betrekking op aangelegenheid die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen en gewesten behoort
Provincie = enerzijds een zelfstandige politieke instelling met eigen bevoegdheden die belast is met het beheer van de provinciale belangen en anderzijds wordt ze door de federale overheid en de overheden van de gemeenschappen en gewesten belast met het uitvoeren van taken van algemeen bestuur. België is onderverdeeld in 10 provincies. -
-
organieke wetgeving van provincies is een bevoegdheid van de gewesten (Lambermont-akkoord van 2001) provincies oordelen zelf wat van provinciaal belang is, mits de desbetreffende aangelegenheden niet door of krachtens de Grondwet, wetten of decreten aan hun bevoegdheid onttrokken zijn provinciaal belang: bovenlokale taakbehartiging, ondersteunende taken op verzoek van andere overheden en het nemen van initiatieven met het oog op gebiedgerichte samenwerking tussen besturen in een regio
Provincieraad: = het vertegenwoordigende (verkozen) en beraadslagende orgaan van de provincie en vertegenwoordigt alles wat van provinciaal belang is. Hij vertegenwoordigt niet enkel degenen die hem hebben gekozen maar de gehele bevolking van de provincie. Behoudens andere wettelijke of decretale bepalingen beschikt de provincieraad over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden van provinciaal belang en voor de uitoefening van de medebewindstaken. Hij bepaalt het beleid van de provincie, kan daartoe algemene regels vaststellen en hij stelt de provinciale reglementen vast. -
om de 6 jaar rechtstreeks verkozen door inwoners van provincie 75 of 84 leden Voorzitter (Belg), niet de provinciegouverneur
Deputatie: = uitvoerende collegiale orgaan van de provincie en bestaat uit 6 leden. I.t.t. de provincieraad beschikt de deputatie slechts over toegewezen bevoegdheden. Dit betekent dat zij slechts bevoegd is voor die aangelegenheden die de wet, het decreet of een provincieraadsbesluit uitdrukkelijk aan de deputatie toekennen. -
gekozen uit en door provincieraad provinciegouverneur = voorzitter, maar niet stemgerechtigd (tenzij de deputatie als administratief rechtscollege optreedt) dagelijks bestuur uitvoering eigen besluiten en die van de provincieraad taken i.v.m. algemeen belang administratief rechtscollege
Provinciegouverneur: = vertegenwoordiger van het algemeen ebstuur in de provincie. Hij treedt op als een commissaris van zowel de Vlaamse als de federale regering in de provincie. Daarnaast vertegenwoordigt hij de provincie en is hij het verbindingsorgaan tussen de provincie en de federale en de gemeenschaps- en gewestregeringen. Hij wordt benoemd en afgezet door de gewestregering op eensluidend advies van de federale ministerraad. -
uitvoering van wetten, decreten en besluiten van algemeen bestuur in de provincie leiden van de coördinatie en overleg tussen de verschillende administraties belangrijke taak m.b.t. handhaven veiligheid en openbare orde kan beroep doen op de federale politie en gewapende macht betrokken bij de werking van de provincieorganen voorzitter deputatie kan beraadslagingen van provincieraad bijwonen en daar het woord eisen kan door de provincieraad verzocht worden informatie te geven over de wijze waarop hij zijn bevoegdheden uitoefent
Gemeente = politieke instelling die overeenkomstig art.41 G.W. bevoegd is voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang voor de verwezenlijking waarvan ze alle initiatieven kan nemen. Daarnaast oefenen de gemeenten ook bevoegdheden uit die gen door of krachtens een wet, decreet of ordonnantie zijn toevertrouwd. België is onderverdeeld in 589 gemeenten. -
verantwoordelijk voor zaken van gemeentelijk belang (ruime beleidsvrijheid) medebewindstaken kunnen belastingen heffen ontvangen geld van de gewestelijke overheid via het gemeentefonds Vlaamse Gewest bevoegd voor organieke wetgeving van gemeenten en gemeentelijke instellingen (Lambermont-akkoord)
Gemeenteraad: = vertegenwoordigende (verkozen) en beraadslagende vergadering van de gemeente en regelt alles wat van gemeentelijk belang is. Behoudens andere wettelijke of decretale bepalingen beschikt hij over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang en voor de uitoefening van de medebewindstaken. Hij bepaalt het beleid van de gemeente, kan daartoe algemene regels vaststellen en hij stelt de gemeentelijke reglementen vast. Dit betekent ook dat de gemeenteraad in ruime mate de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen kan beperken. De belangrijkste bevoegdheid is nochtans de goedkeuring van de begroting en van de gemeentebelastingen. -
om de 6 jaar rechtstreeks verkozen voorzitter is niet noodzakelijk de burgemeester kan een volksraadpleging organiseren (soms verplicht)
College van burgemeester en schepenen: = uitvoerend collegiaal orgaan van de gemeente, samengesteld uit de door de gewestregering benoemd burgemeester en een aantal schepenen. I.t.t. de gemeenteraad beschikt het college van burgemeester en schepenen slechts over toegewezen bevoegdheden. Dit betekent dat het slechts bevoegd is voor die aangelegenheden die de wet, decreet of gemeenteraadsbesluit uitdrukkelijk aan het college toekennen. -
samenstelling: burgemeester, voorzitter van de ocmw-raad en een # schepenen belast met dagelijks bestuur van de gemeente uitvoering gemeenteraadsbesluiten medebewindstaken
Burgemeester: = het, door de gewestregering benoemde, hoofd van de gemeente en de vertegenwoordiger van de hogere overheden in de gemeente. -
benoemd door gewestregering (niet noodzakelijk uit gemeenteraad) voorzitter van het college van burgemeester en schepenen vertegenwoordiger van de hogere overheden (uitvoering wetten, decreten en uitvoeringsbesluiten) belangrijke taken in het kader van de administratieve politie hoofd van de lokale politie, of lid van politieraad en politiecollege
Referendum en volksraadpleging = vorm van directe democratie waarbij aan de burgers gevraagd wordt om zich via een stemming uit te spreken over een genomen of voorgenomen overheidsbeslissing; indien de overheid niet juridisch gebonden is de uitslag te respecteren, spreekt men van een volksraadpleging -
rechtstreekse democratie is moeilijk te verzoenen met de Grondwet (macht berust bij de natie, niet bij het volk) volksraadpleging (consultatief referendum) niet noodzakelijk strijdig met het principe van nationale soevereiniteit onder bepaalde voorwaarden en voor sommige aangelegenheden is een volksraadpleging mogelijk op gemeentelijk vlak gewesten beschikken over de bevoegdheid inzake de uitwerking en organisatie van de gemeentelijke en provinciale volksraadpleging (Lambermont-akkoord)
Grondwettelijk Hof = rechtscollege dat bevoegd is om formele wetten te toetsen aan de door of krachtens de Grondwet vastgestelde bevoegdheidsverdelende regels, titel II van de Grondwet, artikel 170 en 172 G.W. en artikel 191 G.W.
Ontstaansgeschiedenis: Staatshervorming van 1980: Arbitragehof opgericht dat de bevoegdheidsconflicten moest oplossen. 1988: Arbitragehof ook bevoegd om wetten, decreten en ordonnanties die het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel of de grondwettelijke onderwijsbeginselen schonden te vernietigen. 2003: Bijzondere wet breidt bevoegdheid Arbitragehof uit, nu is het Hof ook bevoegd om wetten, decreten en ordonnanties aan titel II G.W., artikel 170 en 172 G.W. en artikel 191 G.W.. Grondwetsherziening van 2007: Grondwettelijk Hof
Het Grondwettelijk Hof is een volwaardig rechtscollege: → valt niet onder hoofdstuk VI “De rechterlijke macht”, maar heeft eigen hoofdstuk, maar is toch een rechtscollege
Samenstelling: -
dubbele pariteit: helft Nederlands en helft Franstalig, helft met juridische ervaring en helft met ervaring als parlementslid 12 leden beurtrol voorzitterschap (om het jaar) 2 griffiers zaken behandeld door 7 rechters (beurtrol)
Bevoegdheid: -
enkel formele wetten toetsing aan bevoegdheidsverdelende regels (niet exhaustief, GwH beslist zelf) Titel II G.W., artikels 170,172 en 191 G.W., GwH interpreteert zijn bevoegdheid ruim a.d.h.v. art. 10 en 11 G.W. toetsingsmaatstaf kan uitgebreid worden d.m.v. bijzondere wet, geen grondwetsherziening nodig
Toegang: GwH kan pas een arrest vellen na een vernietigingsberoep of een prejudiciële vraag Vernietigingsberoep: - instelbaar door ministerraad, gemeenschaps- of gewestregering, voorzitters van de parlementen (verzoek van 2/3 leden) en iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken van belang - binnen de 6 maanden na bekendmaking van de formele wet in BS - binnen de 60 dagen indien het gaat om een wetgevende akte tot goedkeuring van een verdrag - schorsing mogelijk indien ernstige middelen worden aangevoerd en dat een ernstig nadeel wordt aangetoond Prejudiciële vraag is niet verplicht indien: - bodemgeschil niet door het rechtscollege kan worden behandeld wegens redenen van onbevoegdheid of niet-ontvankelijkheid, tenzij wanneer die redenen zijn ontleend aan normen die zelf het voorwerp uitmaken van het verzoek tot het stellen van de prejudiciële vraag - GwH heeft reeds uitspraak gedaan over identiek voorwerp - Vordering is spoedeisend en uitspraak heeft slechts voorlopig karakter (geldt niet waneer er ernstige twijfel is) - Betreft voorlopige hechtenis (geldt niet waneer er ernstige twijfel is) - Antwoord is niet onontbeerlijk om uitspraak te doen - Er klaarblijkelijk geen schending is
Gevolgen van een arrest van het Grondwettelijk Hof: Vernietigingsarresten: - absoluut gezag van gewijsde vanaf bekendmaking in BS - retroactief Prejudiciële arresten: - beperkt gezag van gewijsde (enkel voor rechtscolleges die in dezelfde zaak uitspraak doen) - buiten toepassing laten van de wet, decreet of ordonnantie indien ze niet verenigbaar was
Prejudiciële vraag = vraag m.b.t. een juridisch twistpunt gesteld door een rechtscollege, vooraleer het een zaak ten gronde beslecht, aan een ander rechtscollege. -
-
-
enkel het rechtsprobleem vormt het voorwerp van de vraag rechter die vraag heeft gesteld is gebonden door de uitspraak van de rechter die de vraag beantwoordde Hof Van Justitie van de EG: uitlegging EG-verdragen en geldigheid en uitlegging van de door de instellingen van de Europese Gemeenschappen en de Europese Centrale Bank verrichte handelingen Benelux-Gerechtshof: geven van bindende interpretatie aan de gemeenschappelijke rechtsregels in het Verdrag van 31 maart 1965 betreffende de instelling en statuut van het Hof GwH: uitspraak over overeenstemming van wetten, decreten en ordonnanties met Titel II G.W., art. 170,172 en 191 G.W. en de bevoegdheidsverdelende regels
Gezag en kracht van gewijsde Gezag van gewijsde: = een, om de reden van een dwingende maatschappelijke noodwendigheid, door de wet aan een rechtelijke beslissing ten gunste van de procespartijen toegekende eigenschap, ter bescherming van de bindende kracht van de uitspraak. -
eigenschap van een rechterlijke uitspraak beschermt bindende kracht van een rechterlijke beslissing verzekert de onaantastbaarheid van rechten en verplichtingen tussen de partijen relatief, maar kan ook absoluut zijn (erga omnes) zoals de vernietigingsarresten van het GwH en de RvS
Kracht van gewijsde: = het verworven zijn door een gerechtelijke beslissing van de volle uitvoeringsmogelijkheid, zodat ze niet meer kan worden bestreden door verzet of hoger beroep, noch door een buitengewoon rechtsmiddel dat, op het vlak van de tenuitvoerlegging, van rechtswege een schorsende werking heeft. -
betrekking op de uitvoerbaarheid van een beslissing geen rechtsmiddelen meer mogelijk die een schorsende werking hebben op de tenuitvoerlegging burgerlijke zaken: geen gewoon rechtsmiddel meer mogelijk strafzaken: geen enkel rechtsmiddel meer mogelijk
Raad van State = rechtscollege sui generis, bestaande uit enerzijds een afdeling bestuursrechtspraak die optreedt als hoogste administratief rechtscollege en anderzijds een afdeling wetgeving die advies geeft aan regeringen en parlementen
Samenstelling: 1) Zetel - 44 leden (staatsraden) - Geven adviezen en vellen arresten 2) Auditoraat - 80 leden - Afdeling wetgeving: onderzoeken van de aan advies onderworpen teksten, deelnemen aan de zitting van de kamer waarop over de te adviseren tekst wordt beraadslaagd en zorgt voor nadere uitwerking en verspreiding van beginselen van de wetgevingstechniek - Afdeling bestuursrechtspraak: controleren naleving van de maatregelen die het onderzoek van de RvS voorafgaan, neerleggen van een verslag over de zaak, advies geven inzake de wijze van beslechting van de zaak - Bijhouden documentatie betreffende de rechtspraak en adviezen van de RvS 3) -
Coördinatiebureau 4 leden Bijhouden van de stand van de wetgeving Ter beschikking stellen van de documentatie van het bureau, van de 2 afdelingen van de Raad en van het publiek en de coördinatie Codificatie en vereenvoudiging van de wetgeving voorbereiden
4) Bureau voor de concordantie van de teksten - # leden van het administratief personeel - Taalkundig op elkaar afstemmen van Nederlands- en Franstalige versies 5) -
Griffie: 1 hoofdgriffier, 25 griffiers Controletoren: regelen praktische verloop van procedures Intermediaire rol tussen partijen en RvS
10 assessoren: afdeling wetgeving Gespecialiseerde diensten: bibliotheek, dienst informatica,...
Afdeling Wetgeving: -
verlenen van advies over voorontwerpen van wet, decreet of ordonnantie en over reglementaire besluiten aan de parlementen en regeringen facultatief of verplicht louter adviserend beperkt tot juridisch-technisch aspect (opportuniteit niet beoordeeld) sanctie in geval van niet-nakoming adviesverplichting: enkel politiek tenzij voor reglementaire besluiten die de onwettigheid van het besluit tot gevolg hebben (annulatieberoep)
Facultatief: - voorzitter van een wetgevende vergadering → (amendementen op) voorstellen en ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie - leden van de uitvoerende macht → (amendementen op) voorstellen en ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie - 1e minister of voorzitter van een gemeenschaps- of gewestregering → opmaken van tekst van voorontwerpen of amendementen Verplicht: - voorzitter van een wetgevende vergadering → (amendementen op) voorstellen en ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie bij verzoek van minstens 1/3 van de leden - voorzitter van Senaat, KvV, Brusselse Hoofdstedelijk Parlement of van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie → (amendementen op) voorstellen en ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie bij verzoek van een meerderheid van de leden van een taalgroep - voorzitter van Senaat of KvV → (amendementen aangenomen bij een 1e stemming op) voorstellen en ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie bij verzoek van tenminste 12 leden van de parlementaire overlegcommissie - ministers van de federale regering en van een gemeenschaps- of gewestregering → (amendementen op) voorstellen en ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie en over alle ontwerpen van reglementaire besluiten. → beperkte advisering ingeval van hoogdringendheid → voorontwerpen van louter formele wetten enkel als het gaat om voorontwerpen inzake wetten houdende goedkeuring van internationale verdragen en samenwerkingsakkoorden → ontwerpen van reglementaire besluiten moeten in geval van gemotiveerde hoogdringendheid even min voor advies worden voorgelegd, tenzij het gaat om ontwerpen van koninklijke besluiten die, op basis van een opdrachtwet, bestaande wettelijke bepalingen kunnen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen Wanneer het advies stelt dat het voorstel of ontwerp in strijd is met de bevoegdheidsverdeling tussen de Staat, gemeenschappen en gewesten → Overlegcomité RvS beslist steeds over de te volgen procedure indien het advies betrekking heeft op een wetsvoorstel of –ontwerp of een amendement daarop.
Afdeling bestuursrechtspraak: 1) Annulatiebevoegdheid - tegen administratieve rechtshandelingen - tegen akten en reglementen van de wetgevende vergaderingen of van hun organen, van het Rekenhof en het GwH, van de RvS en de administratieve rechtscolleges en van organen van de rechterlijke macht en de Hoge Raad van Justitie - leidt tot vernietiging (retroactief en gezag van gewijsde erga omnes) - externe wettigheid: onbevoegdheid en schending van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereisten - interne wettigheid: schending van de wet en machtsafwending - binnen de 60 dagen na bekendmaking of betekening - schorsingsbevoegdheid is accesorium van annulatiebevoegdheid en heeft 2 voorwaarden (ernstige middelen aanvoeren en ernstig nadeel) - voorlopige maatregelen - dwangsom 2) Cassatierechter - oordeelt enkel in rechte - verwijzing naar een ander administratief rechtscollege na vernietiging dat gebonden is aan de beslissing van de RvS - procedure van toelating 3) Rechter in laatste aanleg - oordeelt zowel in feite als in rechte 4) Specifieke bevoegdheden - oordelen over geschillen aangaande vergoedingen voor buitengewone schade, veroorzaakt door het optreden van de overheid - oordelen over geschillen aangaande dotaties aan politieke partijen
Dwangsom = bijkomende veroordeling tot betaling van een geldsom die door de rechter, op verzoek van een procespartij, kan worden opgelegd om druk uit te oefenen opdat de veroordeelde de tegen hem uitgesproken hoofdveroordeling tijdig zou uitvoeren -
-
-
RvS heeft bevoegdheid een dwangsom op te leggen om een efficiënte uitvoering van de arresten te verzekeren, een dwangsom is dus enkel mogelijk als reeds voordien een annulatiearrest werd uitgesproken en dit arrest een plicht tot (niet-)handelen inhoudt, bovendien moet de overheid eerst aangemaand worden het arrest uit te voeren RvS is ook bevoegd om een dwangsom op te leggen aan de overheid die niet het vereiste administratief dossier indient RvS ook bevoegd om in het arrest dat de schorsing of voorlopige schorsing van de tenuitvoerlegging van een akte of reglement beveelt, een dwangsom aan de betrokken overheid op te leggen RvS tenslotte bevoegd om een dwangsom op te leggen aan de betrokken overheid, samen met het bevelen van voorlopige maatregelen
Rechtscollege = overheidsorgaan dat beslissingen kan nemen die gezag van gewijsde hebben -
-
3 soorten rechtscolleges: hoven en rechtbanken (rechterlijke macht), administratieve rechtbanken die krachtens een wet worden ongesteld en rechtscolleges sui generis: GwH en RvS, afdeling bestuursrechtspraak Hoven en rechtbanken zijn uitsluiten bevoegd om uitspraak te doen over geschillen m.b.t. burgerlijke en politieke rechten Geschillen m.b.t. politieke rechten kunnen door de wetgever toegewezen worden aan de andere rechtscolleges GwH bevoegd om uit te maken of men al dan niet met een politiek recht te maken heeft Beslissingen van rechtscolleges hebben gezag van gewijsde (uitz.: beslissing alvorens recht te doen)
Arrest = beslissing van de hogere (Belgische) rechtscolleges
Vonnis = uitspraak van een lager rechtscollege
Hof van Cassatie = het hoogste rechtscollege van de rechterlijke macht, het heeft de bevoegdheid de in laatste aanleg gewezen vonnissen en arresten te verbreken wegens schending van de wet of substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereisten. Op die manier waarborgt het Hof de eenheid in de rechtspraak -
-
-
-
uitspraak over de voorziening in cassatie (= buitengewoon rechtsmiddel) geen beoordeling van de feiten, maar enkel vernietiging indien het gewezen arrest of vonnis strijdig is met de wet of wanneer zij substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereisten schendt enkel toetsing aan wetten in materiële zin mag wel rekening houden met de feiten bij verbreking van een arrest of vonnis, geen uitspraak ten gronde, verwijst de zaak naar een ander rechtscollege van gelijke rang en hoedanigheid als het rechtscollege dat het verbroken uitspraak heeft geveld of naar hetzelfde rechtscollege met een andere samenstelling rechtscollege is niet gebonden door arrest van HvC indien rechtscollege HvC volgt is geen cassatievoorziening mogelijk indien rechtscollege het HvC niet volgt is een 2e cassatievoorziening mogelijk, indien het Hof het vonnis of arrest om dezelfde reden vernietigt is zijn arrest wel bindend voor het volgend rechtscollege termijn: 3 maanden in burgerlijke zaken, 15 dagen in strafzaken enkel schorsende werking in strafzaken ook uitspraak over conflicten van attributie: geschillen van bevoegdheid tussen burgerlijke en administratieve rechter
Smeerkaasarrest = arrest van het HvC van 27 mei 1971 dat stelt dat wanneer er een conflict bestaat tussen een internrechtelijke norm en een internationaalrechtelijke norm die rechtstreeks gevolgen heeft in de interne rechtsorde, de door het verdrag bepaalde regel moet voorgaan, en dat deze voorrang volgt uit de aard zelf van het bij het verdrag bepaald internationaal recht.
Feiten: 1958: Belgische regering voert taks in op de invoer van bepaalde zuivelproducten EG: “deze heffing druiste in tegen de stand-still bepaling van art. 12 EG-verdrag” N.V. Franco-Suisse lijdt grote financiële verliezen en wenste dit terug te vorderen van de Belgische staat maar een wet belette dit en nam dus gerechtelijke stappen → ongelijk in 1e aanleg → wel gelijk bij HvB te Brussel, omdat het Hof weigerde de wet toe te passen wegen strijdigheid met EG-verdrag, het Hof stelde dat het internationaal recht primeert boven nationaal recht → HvC bevestigt uitspraak HvB te Brussel
Weerslag: -
rechter moet nationale wet die strijdig is met internationaal recht buiten toepassing laten in de desbetreffende zaak wet is niet meer onschendbaar door dit arrest
Exceptie van onwettigheid = verplichting voor elke rechter, ook de administratieve rechtscolleges, om de besluiten en verordeningen van alle administratieve overheden buiten toepassing te laten, wanneer zij niet met de wetten en de rechtsnormen van hogere rang overeenstemmen. -
art. 159 G.W. geldt voor de rechter, niet voor administratieve overheid buiten beschouwing laten ↔ annulatieberoep (vernietiging) geldt niet erga omnes kan ten allen tijde ingeroepen worden verplichting (ambtshalve)
RvS: art.159 G.W. enkel toepasbaar op reglementaire handelingen en niet op individuele beslissingen, deze zouden rechtsgeldig zijn indien ze niet binnen de 60 dagen worden aangevochten → visie wordt niet gevolgd door gewone hoven en rechtbanken
Residuaire en toegewezen bevoegdheid Toegewezen bevoegdheid: = de bevoegdheid om die aangelegenheden te regelen die de Grondwet of een krachtens de Grondwet genomen wet uitdrukkelijk toewijst, hetzij aan 1 van de 3 machten, met name de wetgevende, uitvoerende of de rechterlijke macht, hetzij aan de gemeenschappen, gewesten of de federale staat
Residuaire bevoegdheid: = de bevoegdheid om alle aangelegenheden te regelen die de Grondwet of een krachtens de Grondwet genomen wet niet uitdrukkelijk heeft toegewezen
Verticaal: -
-
uitvoerende macht: toegewezen bevoegdheden wetgevende macht: residuaire bevoegdheid rechterlijke macht: toegewezen bevoegdheden gelijkaardig voor de machten van de gemeenschappen en gewesten wetgevende macht beschikt ook over aantal voorbehouden bevoegdheden “bij” of “door” wet: uitsluitend wetgevende macht bevoegd (in principe geen delegatie aan uitvoerende macht mogelijk) delegatie wel mogelijk op voorwaarde dat de dan door de uitvoerende macht uitgevaardigde normen door de wetgevende macht worden onderzocht en bekrachtigd en voor zover de machtiging aan de uitvoerende macht uitdrukkelijk en ondubbelzinnig is → bijzondere machtenwet “krachtens” de wet: ruimere mogelijkheid om de regeling van die aangelegenheid te delegeren aan de uitvoerende macht
Horizontaal: -
-
residuaire bevoegdheid normaalgezien bij de deelstaten federale overheid normaalgezien toegewezen bevoegdheid overgangsbepaling: artikel kan niet in werking treden alvorens in de Grondwet een lijst is opgenomen van de toegewezen bevoegdheden van de federale overheid, bovendien moet een bijzondere wet de wijze en de voorwaarden bepalen waaronder de gemeenschappen en gewesten de residuaire bevoegdheden kunnen uitoefenen federale overheid beschikt over residuaire bevoegdheid tot de wijzigingen zijn doorgevoerd en hebben gemeenschappen en gewesten dus toegewezen bevoegdheden (en impliciete bevoegdheden)
Exclusieve bevoegdheden: aangelegenheden waarbij op een bepaald grondgebied slechts 1 overheid bevoegd is. Concurrerende bevoegdheden: aangelegenheden waarbij op een bepaald grondgebied zowel de federale overheid als de deelgebieden beide principieel bevoegd zijn, maar waarbij de deelgebieden slechts regelend mogen optreden zolang de federale overheid haar bevoegdheid niet heeft gehanteerd. Van zodra de overheid regelend optreedt, wordt de n,normering van de deelgebieden van rechtswege opgeheven. Parallelle bevoegdheden: aangelegenheden waarbij zowel de federale overheid als de deelgebieden tegelijkertijd en cumulatief bevoegd zijn zonder dat er een hiërarchie tussen de rechtsnormen bestaat.
Impliciete bevoegdheid = bijkomende en voorwaardelijke maar binnen deze context volwaardige bevoegdheden, die niet als dusdanig door de wet aan een bepaald bestuursniveau zijn toegewezen -
-
normerende overheden kunnen bevoegdheden uitoefenen waarvoor ze strikt genomen niet bevoegd zijn, maar die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de aangelegenheden waarvoor ze wel bevoegd zijn tweevoudige voorwaarde: voorbehouden aangelegenheid leent zicht tot een gedifferentieerde regeling en de weerslag op de federale aangelegenheid is marginaal
Gemeenschappen en gewesten = In de Belgische staatsordening worden de centrale bevoegdheden door 3 instanties uitgeoefend: de federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten 3 gewesten: - Vlaamse Gewest (Vlaamse provincies) - Waalse Gewest (Waalse provincies) - Brussels Hoofdstedelijk Gewest (19 Brusselse gemeenten) 3 gemeenschappen: - Vlaamse Gemeenschap (Vlaamse Gewest en 19 Brusselse gemeenten t.a.v. instellingen die wegens hun activiteiten of organisatie moeten worden beschouwd als uitsluitend behorend tot de Vlaamse Gemeenschap) - Franse Gemeenschap (Waalse Gewest en 19 Brusselse gemeenten t.a.v. instellingen die wegens hun activiteiten of organisatie moeten worden beschouwd als uitsluitend behorend tot de Franse Gemeenschap) - Duitstalige Gemeenschap (Duitse taalgebied)
Gemeenschappen: - cultuur - onderwijs - persoonsgebonden aangelegenheden - regeling van het taalgebruik Gewesten: - ruimtelijke ordening - leefmilieu en waterbeleid - landinrichting en natuurbehoud - huisvesting - landbouw en zeevisserij - economie - ondergeschikte besturen - tewerkstelling - openbare werken en vervoer Beide: - wetenschappelijk onderzoek in de hun opgedragen aangelegenheden - organisatie en uitoefening van het administratief toezicht op handelingen van gedecentraliseerde overheden wat de aangelegenheden betreft waarvoor ze bevoegd zijn - samenwerking tussen gemeenschappen, gewesten en federale overheid en instemming met verdragen in de hun toegewezen bevoegdheden - internationale betrekkingen in de hun opgedragen aangelegenheden
De Franse Gemeenschap heeft een aantal van haar bevoegdheden overgedragen aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie in Brussel. Daarnaast heeft het Waalse Gewest bepaalde bevoegdheden overgedragen aan de Duitstalige Gemeenschap.
Taalgebied = België wordt ingedeeld in 4 taalgebieden: het Nederlandse, het Franse, het Duitse en het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. Elke Belgische gemeente behoort tot een taalgebied. De grenzen van de taalgebieden kunnen enkel bij communautaire meerderheid gewijzigd worden. Nederlandse taalgebied: provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Limburg en Vlaams Brabant, Nederlands is bestuurstaal Franse taalgebied: provincies Luik, Waals-Brabant, Henegouwen, Luxemburg en Namen Duits taalgebied: enkele gemeenten in provincie Luik, Duits is bestuurstaal Tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad: 19 Brusselse gemeenten, Frans en Nederlands vormen op voet van gelijkheid de bestuurstaal van dit gebied Indeling in taalgebieden houdt een beperking in van de bevoegdheid van de wetgevers tot regeling van het taalgebruik en vormt dus een grondwettelijke waarborg van de voorrang van de taal van het eentalige gebied of van het tweetalig karakter van het gebied. Eentalige gebieden: voorrang bestuurstaal Taalgrens- en Brusselse randgemeenten = faciliteitengemeenten: - gebruik van andere taal in relatie met de overheid kan wettelijk toegelaten worden - berichten, mededelingen en formulieren moeten opgesteld worden in zowel Frans als Nederlands - zijn verplicht zich in de taal te wenden die de burger wenst (Nederlands of Frans) - iedere belanghebbende kan , zonder bijkomende kosten en zonder verantwoording van zijn aanvraag, bij de dienst die de akte heeft opgemaakt een gewaarmerkte vertaling met waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift verkrijgen (geldt ook voor gemeenten uit het Malmédyse) - wijzigingen slechts mogelijk bij communautaire meerderheid Duitse taalgebied: berichten, mededelingen en formulieren moeten opgesteld worden in zowel Frans als Duits
Federalisme = techniek waarbij in de schoot van een zelfde staat bevoegdheden verdeeld worden tussen het centrale gezag en de deelstaten van deze staat met het doel deze deelstaten een ruime autonomie te verlenen door ze staatsmachten toe te vertrouwen, die zij uitoefenen vrij van iedere hiërarchische band met het centrum. Eenheidsstaat: - soevereiniteit in 1 centrum - 2 afgezwakte vormen: deconcentratie en decentralisatie - deconcentratie: hiërarchisch toezicht van de hogere overheid - decentralisatie: administratief toezicht van de hogere overheid (hogere overheid kan niet beslissen i.p.v. gedecentraliseerd bestuur), gedecentraliseerd orgaan heeft rechtspersoonlijkheid en beschikt over grotere autonomie Confederatie: - statenverbinding - staten behouden eigen soevereiniteit - verdrag als basis - beraadslagend orgaan samengesteld uit diplomatieke vertegenwoordigers - internationaal recht Federale staten: - tweekamerstelsel waarbij 1 kamer de federale staat en 1 kamer de deelstaten vertegenwoordigt - residuaire bevoegdheden bij de deelstaten - grondwettelijk hof - medebeslissingsrecht voor de deelgebieden bij het vaststellen van hun bevoegdheden en meer in het algemeen bij het bepalen van hun statuut (communautaire meerderheid, constitutieve autonomie,...)
Administratief beroep = beroep dat wordt ingesteld bij een orgaan van het actief bestuur en dat ertoe strekt een beslissing van dat orgaan zelf of van een hiërarchisch ondergeschikt orgaan, van een onder toezicht staand orgaan of van een andere administratieve overheid te doen intrekken, te vernietigen, te wijzigen of dat, indien geen dergelijke beslissing werd genomen, beoogt alsnog een beslissing te bewerkstelligen.
Algemeen: -
beoordeling op wettigheid en opportuniteit ingesteld bij een orgaan van het actief bestuur → beslissing = administratieve rechtshandeling geen gezag van gewijsde
Indeling naargelang de overheid bij wie men beroep instelt: Willig of oneigenlijk beroep: bij dezelfde overheid die de oorspronkelijke beslissing heeft genomen Hiërarchisch beroep: bij hiërarchisch meerdere van de overheid die de oorspronkelijke beslissing heeft genomen Beroep bij de toezichthoudende overheid: bij overheid die toezicht houdt op de gedecentraliseerde overheid die de beslissing heeft genomen Beroep bij een andere administratieve overheid: bij een andere overheid die niet in een hiërarchische of toezichthoudende relatie staat tot de overheid die de oorspronkelijke beslissing heeft genomen → Vol beroep:de door het beroep gevatte overheid kan een volledig nieuwe beslissing nemen (moet zich niet beperken tot vernietiging)
Indeling naargelang de verplichting het beroep te beantwoorden: Georganiseerd beroep: verplicht Niet-georganiseerd beroep: niet verplicht
Administratief toezicht = geheel van middelen waarover de toezichthoudende overheid beschikt om de territoriaal en functioneel gedecentraliseerde diensten en overheden te verplichten, hetzij om de rechtsregels na te leven (legaliteitscontrole), hetzij om het algemeen belang te eerbiedigen.
Algemeen: Gedecentraliseerde overheden en diensten: - eigen rechtspersoonlijkheid - eigen beslissingsrecht - niet aan het hiërarchisch gezag onderworpen - wel onderworpen aan controle van toezichthoudende overheid (deze kan niet optreden in de plaats van de gedecentraliseerde dienst of overheid)
Gewoon versus specifiek administratief toezicht: Gewoon administratief toezicht: wordt uitgeoefend op de handelingen die de gemeenten en provincies ofwel stellen in het lader van hun eigen bevoegdheden ofwel stellen in het kader van de medebewindstaken, in de mate dat daarbij niet in een strengere controle werd voorzien door de bevoegde wet- of decreetgever. Specifiek administratief toezicht: wordt uitgeoefend op medebewindstaken en wordt georganiseerd en uitgeoefend door de overheid tot wiens bevoegdheid de betrokken materie behoort, deze overheid zal ook bepalen hoe dit specifiek toezicht wordt georganiseerd.
Algemeen, bijzonder en dwangtoezicht: Algemeen administratief toezicht: houdt in dat een beslissing van een gemeente- of provinciebestuur onmiddellijk uitvoerbaar is tenzij deze beslissing naderhand wordt geschorst of vernietigd (indien deze beslissing een rechtsregel schendt of het algemeen belang schaadt). Schorsing: - tijdelijk - verliest haar juridische impact indien de beslissing later niet wordt ingetrokken of vernietigd - bevoegdheid: provinciegouverneur (gemeente) en Vlaamse Regering (provincie) Vernietiging: - retroactief - bevoegdheid: Vlaamse Regering - normaalgezien na schorsing Bijzonder administratief toezicht: houdt in dat een beslissing van een gemeente- of provinciebestuur niet uitvoerbaar is tenzij de Vlaamse regering de beslissing expliciet goedkeurt. -
Dwangtoezicht: laat toe dat een toezichthoudende overheid toch in de plaats van het gedecentraliseerd bestuur kan beslissen. (beslissing schendt een rechtsregel of schaadt het algemeen belang. (→ commissaris)
Parlement = hoogst verkozen orgaan van een rechtsstaat. Naargelang van de enkelvoudige of tweeledige structuur spreekt men van monocameralisme of bicameralisme. België kent op federaal niveau een bicameralisme, op gemeenschaps- en gewestniveau is er monocameralisme. -
-
parlementaire monarchie: staatshoofd onverantwoordelijk en bestaan van regering is afhankelijk van een steeds herroepbaar vertrouwen van het Parlement tegenover wie zij verantwoordelijk is bicameralisme: 2 onafhankelijke en onderscheiden organen maken samen op hetzelfde niveau deel uit van de wetgevende macht representatief: burgers duiden vertegenwoordigers aan die in naam van het geheel van de bevolking beslissingen nemen
Parlementair statuut: -
-
jaarlijkse vergoeding voor volksvertegenwoordigers senatoren genieten vergoeding van hun onkosten (geen wedde) vrij verkeer op alle verkeerswegen die door de openbare overheden worden geëxploiteerd of in concessie werden gegeven parlementaire immuniteiten: parlementaire onverantwoordelijkheid en parlementaire onschendbaarheid parlementaire onverantwoordelijkheid: lid van een Kamer kan niet worden vervolgd of aan enig onderzoek worden onderworpen n.a.v. een mening of stem in de uitoefening van zijn functie uitgebracht → onbeperkt (verder dan vrije meningsuiting) parlementaire onschendbaarheid: lid van een Kamer kan niet worden aangehouden in strafzaken, verwezen naar of gedagvaard voor een rechtbank tijdens de zitting tenzij de betrokken Kamer hem verlof verleent, behalve bij ontdekking op heterdaad; wanneer de aanhouding, verwijzing of dagvaarding begonnen is vóór de zitting dan kan de betrokken Kamer de betrokken handelingen schorsen (2/3 meerderheid vereist)
Senaat (bevoegdheden): -
-
tak van de wetgevende macht bicamerale aangelegenheden: zelfde bevoegdheid als Kamer gedeeltelijk bicamerale aangelegenheden: Kamer beslist in fine, Senaat kan wel initiatief nemen of ene initiatief uit de Kamer evoceren als minstens 15 leden dat vragen exclusieve bevoegdheden: belangenconflicten tussen de vergaderingen die wetgevend optreden alternerende bevoegdheden: voordrachten van de benoemingen in het GwH en de RvS niet bevoegd voor (monocamerale aangelegenheden): verlenen van naturalisaties, wetten betreffende aansprakelijkheid van federale ministers, begroting en rekeningen (uitz.: dotatie van de Senaat) en vaststelling legercontingent
Senaat (samenstelling): -
-
71 senatoren in totaal 40 rechtsreeks verkozen senatoren (4 jaar, behalve bij voortijdige ontbinding van de Kamer), 25 gekozen door Nederlands kiescollege, 15 door Frans kiescollege 21 gemeenschapssenatoren, aangeduid door Gemeenschapsparlementen, 10 door Vlaams Parlement, 10 door Franse Gemeenschapsparlement en 1 door Parlement van Duitstalige Gemeenschap (dubbel mandaat) 10 gecoöpteerde senatoren, rechtstreeks verkozen door de verkozen en de gemeenschapssenatoren, 6 Nederlandstalige en 4 Franstalige senatoren van rechtswege: kinderen van de koning (indien er geen zijn, de Belgische nakomelingen van de tot regeren gerechtigde tak van het koninklijk stamhuis) zijn van rechtswege lid op de leeftijd van 18 jaar en stemgerechtigd vanaf 21 jaar, maar worden niet meegerekend bij aanwezigheidsquorum, ze treden pas in functie na eedaflegging
Kamer van Volksvertegenwoordigers: -
tak van de wetgevende macht 150 leden federale deler = totale bevolking / 150 zetels per kieskring = bevolking van de kieskring / federale deler overblijvende zetels → kieskringen met het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot gekozen voor 4 jaar (behalve in voortijdige ontbinding) ruimere bevoegdheden dan Senaat exclusief bevoegd voor politieke controle en alternerend bevoegd voor de voordracht van magistraten
Gemeenschaps- en Gewestparlementen: -
-
-
wetgevende macht van de gemeenschappen en gewesten verkozen voor 5 jaar (vaste duur → legislatuurparlement) Vlaams Parlement: 124 leden (118 rechtstreeks verkozen in Vlaamse kieskringen, 6 verkozen in Brusselse kieskringen) Waalse Gewestparlement: 75 rechtstreeks verkozen leden, verkozen in Waalse kieskringen Franse Gemeenschapsparlement: 94 leden (75 leden uit Waalse Gewestraad + 19 leden die uit en door de Franse taalgroep van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement worden verkozen) Brussels Hoofdstedelijk Parlement: 89 leden (72 in Franse taalgroep, 17 in Nederlandse taalgroep verkozen door kiezers die in de bevolkingsregisters van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn ingeschreven) Parlement van de Duitstalige Gemeenschap: 25 leden (rechtstreeks verkozen door de kiezers van de gemeenten van het Duitse taalgebied)
Zitting = jaarlijks tijdperk waarin een verkozen orgaan haar vergaderingen houdt. Onderscheid voor federaal parlement: - gewone zitting: duurt ieder jaar minstens 40 dagen en neemt van rechtswege aanvang op de 2e dinsdag van oktober - buitengewone zitting: zitting die niet op de 2e dinsdag van oktober begint, ze komen voor wanneer het Parlement is ontbonden en een volgende zitting nog niet is begonnen -
loopt de facto het hele jaar door koning sluit de zitting op de dag van het begin van de volgende zitting buitengewone zitting: na verkiezingen (10 dagen na verkiezingen) alleen tijdens zitting genieten parlementsleden van de parlementaire onschendbaarheid
Legislatuur = duur waarvoor een orgaan verkozen is -
democratische verkiezingen → voorkeur van de kiezer kan periodiek gewijzigd worden gemeente- en provincieraden: 6 jaar Kamer en Senaat: 4 jaar Europees Parlement en Gewest- en Gemeenschapsparlementen: 5 jaar kan voortijdig beëindigd worden voor Kamer en Senaat → vervroegde verkiezingen indien geen voortijdige ontbinding mogelijk: legislatuurparlement stemming in Kamer noodzakelijk om Kamer te ontbinden → quasilegislatuurparlement ontbinding van de Kamer brengt automatisch ontbinding van de Senaat mee
Coöptatie = aanduiding van personen voor een bepaalde functie door personen die een dergelijke functie reeds zelf bekleden -
komt voor bij senatoren mogelijk maken van rekrutering van vooraanstaande personaliteiten 6 senatoren voorgesteld door Nederlandse taalgroep en 4 door Franse taalgroep
Verkiezingen = verrichting waarbij de gerechtigde personen hun vertegenwoordigers in een orgaan aanduiden. In België kent men 5 soorten van rechtstreekse verkiezingen van politieke vertegenwoordigers, verkiezingen van: - Kamer en Senaat - Gemeenschaps- en Gewestparlementen - Europees Parlement - Provincieraadsverkiezingen - Gemeenteraadsverkiezingen
Passieve kiesvoorwaarden: = voorwaarden waaraan iemand moet voldoen om verkozen te worden tot lid van een bepaald orgaan Voor Kamer en Senaat: - Belg zijn - genot hebben van burgerlijke en politieke rechten - min. 21 jaar zijn - woonplaats hebben in België of ingeschreven zijn in bevolkingsregisters die worden bijgehouden in de diplomatieke of consulaire beroepsposten Voor Gemeenschaps- en Gewestparlementen: - Belg zijn - genot hebben van burgerlijke en politieke rechten - min. 18 jaar zijn - woonplaats hebben in België Voor Europees Parlement: - woonplaats in 1 van de lidstaten van de EG en ofwel Belg zijn ofwel onderdaan zijn van een andere lidstaat van de EG - zich niet bevinden in 1 der gevallen van uitsluiting of schorsing of niet ten gevolge van een individuele, civielrechtelijke of strafrechtelijke beslissing in zijn Staat van herkomst het stemrecht hebben verloren - zich geen kandidaat gesteld hebben bij dezelfde verkiezing in een andere lidstaat - min. 21 jaar zijn - De taal van het kiescollege spreken waarbij men zich aanmeldt Provincieraad: - Belg zijn - min. 18 jaar zijn - ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van een gemeente van de provincie - zich niet bevinden in 1 van de gevallen van onverkiesbaarheid Gemeenteraad: - Belg zijn, of EU-burger die aan de actieve kiesvoorwaarden voldoet - min. 18 jaar zijn - ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente - zich niet bevinden in 1 van de gevallen van onverkiesbaarheid
Actieve kiesvoorwaarden = voorwaarden waaraan men moet voldoen om stemgerechtigd te zijn -
min. 18 jaar zijn niet verkeren in 1 van de gevallen van uitsluiting bij wet bepaald Belg zijn
Gemeenteraadsverkiezingen: EU-onderdanen komen ook in aanmerking indien ze zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente en hun wil hebben gegeven om dit stemrecht in België uit te oefenen. Ook niet EU-onderdanen kunnen bij gemeenteraadsverkiezingen hun stem uitbrengen, op voorwaarde dat ze in de gemeente waar ze hun hoofdverblijfplaats hebben een schriftelijke aanvraag indienen met vermelding van hun nationaliteit, adres van hun hoofdverblijfplaats, ze een verklaring ondertekenen waarin ze zich ertoe verbinden de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het EVRM na te leven en ze gedurende minstens 5 jaar ononderbroken hun hoofdverblijfplaats in België hebben.
Europese Unie = economische en politieke internationale organisatie sui generis, bestaande uit 27 Europese staten, die georganiseerd is rond 3 bevoegdheidspijlers: - klassieke bevoegdheden van de EG (1e pijler) - buitenlandse en veiligheidsbeleid (2e pijler) - politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (3e pijler)
Evolutie: -
-
-
resultaat van verschillende maar parallelle vormen EGKS + EEG + EGA = EG (Verdrag van Brussel van 1965) EG beschikt over 1 Commissie, Raad van Ministers,Hof van Justitie en budget Verdrag van Maastricht (1992) breidde bevoegdheden EG uit → EU → 3 pijlers 1e pijler → supranationaal: beslissingen werden genomen door organen die qua samenstelling en werkwijze onafhankelijk van de lidstaten optraden en bij meerderheid besluiten konden nemen 2e en 3e pijler → intergouvernementeel: beslissingen via samenwerking tussen verschillende afzonderlijke lidstaten, al dan niet met gebruik van instellingen, procedures en regelingen voorzien in het EG- en EU-verdrag Pogingen om structuur en werking van de EU te hervormen wegens toenemend aantal leden: Verdrag van Nice (2001) en Europese Grondwet kenden geen succes, verdrag van Lissabon (2007) treedt normaal in werking in 2009
Juridische aard: -
geen rechtspersoonlijkheid samenwerkingsvorm sui generis zowel supranationaal als intergouvernementele samenwerking verdrag van Lissabon geeft EU rechtspersoonlijkheid
Bevoegdheden en beslissingsprocedures: 1e pijler: - supranationaal, overgeheveld van een nationaal naar een bovennationaal niveau - EU heeft bevoegdheden uitgebreid - Verdrag van Amsterdam: aantal aangelegenheden die vroeger tot de 3e pijler behoorden opgenomen in EG-verdrag, maar nog steeds beslissing op intergouvernementele basis 2e pijler: - intergouvernementeel - buiten de toezichtsbevoegdheid van het Hof van Justitie 3e pijler: - via samenwerking tussen verschillende lidstaten, hoewel verdrag van Nice lidstaten de mogelijkheid geeft om op dit terrein gebruik te maken van instellingen, procedures en regelingen voorzien in het EG- en EU-verdrag - bevoegdheid Hof van Justitie (beperkende voorwaarden)
Rechtshandelingen van de EU: Verordening: algemene strekking en is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat Richtlijn: verbinden t.a.v. het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen Beschikking: verbindend in al haar onderdelen voor degenen tot wie zij uitdrukkelijk is gericht Aanbevelingen en adviezen: niet verbindend
Organen: -
1 institutioneel kader Raad van Ministers (Raad van de EU) Europese Commissie Europees Parlement Hof van Justitie: bevoegd om de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van het EG-verdrag te verzekeren Gerecht van 1e Aanleg: kan kennis nemen van bepaalde categorieën van beroepen die vroeger door het Hof werden behandeld Europese Raad: belangrijk intergouvernementeel orgaan waar het topoverleg over de toekomstige beleidslijnen van de Gemeenschappen en de Unie plaatsvindt en dat wordt samengesteld uit de staatshoofden en regeringsleiders van de verschillende lidstaten.
Regering = centrale orgaan van de uitvoerende macht. Er is een regering op het niveau van de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten. De regeringen bestaan uit ministers (en eventueel staatssecretarissen) die worden aangeduid door de Koning of door de Gemeenschaps- of Gewestparlementen
Federale regering: -
max. 15 ministers benoemd en ontslagen door Koning doorgaans door de Koning belast met 1 of meerdere specifieke deelaspecten van het beleidsterrein ministers zonder portefeuille: volwaardige leden van de regering maar zijn niet belast met de leiding van een departement noch met een bepaalde staatstaak geleid door 1e minister taalpariteit (1e minister uitgezonderd) verschillend geslacht ministerraad = 1e minister + ministers (zonder portefeuille), beslist bij consensus (iedereen akkoord en draagt volle verantwoordelijkheid) regeringsraad = leden van de ministerraad + staatssecretarissen staatssecretarissen worden toegevoegd aan een federale minister, bevoegdheid begrensd door minister geen taalpariteit voor staatssecretarissen ministers en staatssecretarissen zijn politiek verantwoordelijk tegenover de Kamer, die de regering via een constructieve motie van wantrouwen tot ontslag kan dwingen functie van minister of staatssecretaris is onverenigbaar met het mandaat van volksvertegenwoordiger of senator ministers van Staat: benoemd door koning (K.B.), eretitel verleend aan personen die zich in het openbare leven verdienstelijk hebben gemaakt
Gemeenschaps- en gewestregeringen: -
verkozen door gemeenschaps- en gewestparlementen (government making power) eedaflegging in handen van de voorzitter van hun gemeenschaps- of gewestparlement ministers duiden een voorzitter aan die eed aflegt in handen van de Koning voorzitter Vlaamse Regering = minister-president Gemeenschaps- en Gewestparlementen kiezen zelf het maximale aantal leden van hun regering (constitutieve autonomie) Vlaamse regering: max. 11 leden Waalse gewestregering: max. 9 leden Franse gemeenschapsregering: max. 8 leden Brussels Hoofdstedelijk Parlement en Parlement Duitstalige Gemeenschap kunnen niet zelf kiezen Regering Brussels Hoofdstedelijk Gewest: max. 5 leden, maar wel taalpariteit m.u.v. voorzitter Regering Duitstalige Gemeenschap: 3-5 leden verschillend geslacht politiek verantwoordelijk t.a.v. hun parlementen (constructieve motie van wantrouwen) indien de regeringen zelf de vertrouwenskwestie stellen en hen die wordt gewijzigd, zijn ze van rechtswege ontslagnemend
Ministeriële immuniteiten: -
-
-
ministeriële onverantwoordelijkheid: geen vervolging of enig onderzoek mogelijk n.a.v. een mening uitgebracht in de uitoefening van de ambt (handelingen niet beschermd, enkel meningen) ministeriële onschendbaarheid: afzonderlijke procedure bij het onderzoek naar en de vervolging en bestraffing van misdrijven gepleegd door ministers afzonderlijke procedure gevolgd voor misdrijven gepleegd door een minister of staatssecretaris in de uitoefening van zijn ambt, ongeacht of hij daarvoor berecht wordt tijdens of na zijn ambtstermijn en voor misdrijven die door een minister of staatssecretaris zijn gepleegd buiten de uitoefening van zijn ambt en waarvoor hij wordt berecht tijdens de ambtstermijn Kamer (of gemeenschaps- of gewestparlement) zal verlof moeten verlenen voor bepaalde gerechtelijke handelingen vervolging enkel instelbaar door procureur-generaal bij bevoegde hof van beroep
Constitutieve autonomie = bevoegdheid voor de deelstaten van een federale staat om de inrichting en werking van hun eigen organen te bepalen. -
-
-
deelstaten niet onafhankelijk deelstaten bepalen niet volledig eigen inrichting, basisregels in Grondwet en wetgeving gemeenschappen en gewesten kunnen de bevoegdheid toegewezen krijgen om de aangelegenheden betreffende de verkiezingen, samenstelling en werking van hun parlement zelf te regelen 2 voorwaarden: communautaire meerderheidswet moet aanduiden voor welke aangelegenheden deze bevoegdheid nu effectief wordt toegewezen, de decreten die deze autonomie vorm geven moet worden aangenomen met een meerderheid van 2/3 van de uitgebrachte stemmen, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van het betrokken Parlement aanwezig is geen afwijking van Grondwet of bepalingen van bijzondere wet 8 augustus 1980 constitutieve autonomie komt niet toe aan Duitstalige Gemeenschap, noch aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belangrijke onderwerpen: wijzigen # leden van de parlementen, vaststelling van de kieskringen en het wijzigen van de werking van de regeringen
Ministeriële omzendbrief = brief die richtlijnen bevat en die door een minister wordt verstuurd Interpretatieve omzendbrieven: minister geeft instructies aan de ondergeschikte ambtenaren van zijn diensten over de wijze waarop de wetten en besluiten naar zijn oordeel moeten worden toegepast. → geen rechtsregels (geen bindend karakter) → geen annulatieberoep bij RvS mogelijk → uitzonderlijk wel een rechtsregel: wanneer de interpretatie met een algemene draagwijdte op een dwingende, imperatieve wijze geredigeerd is (bedoeling primeert de erin vervatte interpretatie als enige juiste toepasbaar te stellen), in dit geval verkrijgt ze een verordenend karakter en kan aangevochten worden bij RvS Indicatieve omzendbrieven: minister stelt voor zichzelf richtlijnen vast die hij zich voorneemt te volgen bij het onderzoek van individuele gevallen of hij deelt de voorwaarden mee waarvan hij als toezichthoudende overheid zijn goedkeuring zal laten afhangen of die in acht moeten worden genomen om een schorsing en/of een vernietiging van de beslissing te voorkomen. → geen rechtsregels (geen bindend karakter) → geen annulatieberoep bij RvS mogelijk Verordenende omzendbrieven: hebben de bedoeling een dwingende rechtsregel te formuleren, die moet worden nageleefd door degenen aan wie hij is gericht, ze moet: - nieuwe regels aan de bestaande toevoegen - regels moeten abstract en algemeen zijn - overheid moet de richtlijnen verplichtend willen stellen (dwingend karakter) - opgesteld en bekendgemaakt door een overheid die over de verordenden bevoegdheid beschikt m.b.t. behandelde materie en die over een discretionaire bevoegdheid beschikt die het haar mogelijk maakt, bij betwisting, de naleving van de door haar uitgevaardigde normen af te dwingen → vatbaar voor annulatieberoep → verplicht voorafgaand advies RvS, afdeling wetgeving → moeten op behoorlijke wijze bekendgemaakt worden
Discretionaire bevoegdheid = bevoegdheid waarbij de overheid over een grote mate van beleidsvrijheid beschikt in de keuze van de middelen om het wettelijk gestelde doel te bereiken. Om de wet toe te passen moet de overheid dus een beleidskeuze maken. -
binnen de toepassing van de wet zijn verschillende oplossingen mogelijk overheid moet het algemeen belang nastreven, daarom kan ze niet willekeurig optreden bij het maken van haar beleidskeuze overheid moet de verschillende belangen ernstig afwegen
Marginale toetsing = toetsing door de rechter die de wettelijkheid van een beslissing moet nagaan en daarbij moet onderzoeken of de belangenafweging, die door de overheid gebeurde, niet kennelijk onredelijk is. De rechter kan zelf de belangenafweging niet maken, maar kan wel nagaan of de overheid bij deze afweging op een redelijke manier te werk gegaan is. -
rechter kan nagaan of de overheid niet kennelijk onredelijk en dus buiten haar bevoegdheid en verplichting om het algemeen belang te dienen, optreedt bij gebonden bevoegdheid hoeft de rechter zich niet tot de marginale toetsing te beperken
Ombudsman = onafhankelijk instelling met de hoofdzakelijke taak klachten over het onbehoorlijk functioneren van de overheid te onderzoeken. Hij tracht na dit onderzoek de standpunten van overheid en klager te verzoenen. Daarnaast kan hij algemene aanbevelingen formuleren over het functioneren van de overheid Formele rechtsbescherming: jurisdictionele procedures Informele rechtsbescherming: uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen, openbaarheid van bestuur en de ombudsman -
verschillende ombudsdiensten verhelpen onbehoorlijk optreden van de overheid, niet het onwettelijk optreden bemiddelingsfunctie kan een aanbeveling richten aan de overheid, maar deze is niet juridisch afdwingbaar kunnen aanbevelingen kracht bijzetten door ze te publiceren in hun jaarlijkse werkingsverslagen onafhankelijk
Bekrachtiging = handeling waarbij de Koning, als tak van de wetgevende macht, of de Gemeenschapsen Gewestregeringen, als tak van de decreet- of ordonnantiegevende macht, zich akkoord verklaart met het door het federale parlement, respectievelijk het Gemeenschaps- en Gewestparlement, aangenomen voorstel of ontwerp van wet, decreet of ordonnantie, het is het laatste stadium van de wetgevende procedure. -
wetgevende macht: Koning, Kamer en Senaat Koning kan principieel niet weigeren de wet te bekrachtigen, indien hij dit toch doet verhindert dit niet dat de wet totstandkomt bekrachtigingsformule verschilt naargelang het gaat om een monocamerale, bicamerale of gedeeltelijk bicamerale wet decreten en ordonnanties worden bekrachtigd door de respectievelijke Gemeenschapsof Gewestregering
Afkondiging = 1e daad van de uitvoering van een wet, decreet of ordonnantie waarbij de uitvoerende macht de authenticiteit en het bestaan van een wet, decreet of ordonnantie bevestigt -
federale wet: Koning bevestigt het bestaan van de wet en beveelt dat ze met ’s Lands zegel wordt bekleed en in het BS wordt bekendgemaakt decreten en ordonnanties worden afgekondigd door de respectievelijke Gemeenschaps- of Gewestregering
Bekendmaking = handeling van de uitvoerende macht waarbij een norm ter kennis wordt gebracht van de burger op de door de wet bepaalde wijze, met de bedoeling deze de kans te geven de wet te kennen vooraleer hij erdoor gebonden is -
-
wet bestaat reeds na afkondiging, maar is slechts verbindend voor derden nadat zij door de minister van Justitie met ’s Lands zegel bekleed werd en in het BS gepubliceerd werd 10 dagen na bekendmaking: verbindend, tenzij de wet zelf een andere termijn bepaalt of de Koning machtigt de datum van haar inwerkingtreding te bepalen na verstrijken van de termijn wordt iedereen onweerlegbaar geacht deze wet te kennen analoge regels voor decreten, ordonnanties en besluiten van provincieraad en gemeenteraad
Grondrechten = geheel van subjectieve rechten die tot doel hebben de voorwaarden te creëren en te garanderen opdat personen op vrije en menswaardige wijze zouden kunnen functioneren, ze worden als essentieel beschouwd in een rechtsstaat en binden dus eveneens de democratisch verkozen meerderheid.
Historiek en rechtsbronnen: -
filosofische grondslag in liberale democratische gedachtegoed (Magna Charta, Bill of rights, Déclaration des droits de l’homme et du citoyen,...) hedendaagse bronnen : Grondwet, UVRM, BUPO, ECOSOC, EVRM,...
Categorieën en generaties van grondrechten: 4 categorieën: - burgerlijke rechten: rechten die de rechtsonderhorige dienen te beschermen tegen onrechtmatig en ongeoorloofd overheidsoptreden - politieke rechten: bedoeld om de rechtszoekende deel te laten nemen aan het staatsgezag - economische, sociale en culturele rechten: verplichten de overheid om een aantal voorwaarden te scheppen opdat de rechtszoekenden in waardigheid zouden kunnen leven - collectieve rechten: strekken ertoe om t.a.v. groepen van personen een globale toestand te garanderen 3 generaties: - burgerlijke en politieke rechten - economische, sociale en culturele rechten - collectieve rechten Vooral burgerlijke en politiek rechten zijn in rechte afdwingbaar.
Afdwingbaarheid van grondrechten: 1) nationale rechter - grondrechten met directe werking: norm moet self-executing zijn (regel behoeft geen verdere nationale reglementering met het oog op precisering of vervollediging) - objectief en subjectief criterium 2) internationaal forum - afdwingingsmechanisme - variërend van rapportageprocedure tot rapportageplicht en klachtenprocedure bij een niet-jurisdictioneel orgaan tot een klachtenprocedure bij een jurisdictioneel orgaan
Toepassingsgeval: EVRM -
België verdragspartij EVRM biedt aan iedereen die onder de rechtsmacht van de verdragsstaten ressorteert een collectieve garantie voor een aantal fundamentele rechten en vrijheden EHRM en Comité van Ministers verzekeren de naleving men kan zich niet rechtstreeks tot deze organen wenden, eerst alle interne rechtsmiddelen uitputten (EVRM heeft directe werking) eerst onderzoek naar ontvankelijkheid indien ontvankelijk: onderzoek ten gronde en/of voorstel tot minnelijke schikking Hof kan een billijke genoegdoening toekennen aan de klager indien een schending van het EVRM wordt vastgesteld Comité van Ministers houdt toezicht op de uitvoering van de arresten door de veroordeelde lidstaat
Rechtsstaat = staat waarin de gezagsdragers gehouden zijn door het objectieve, democratisch tot stand gekomen, recht waarvan zij de toepassing verzekeren, waarin de bevoegdheid van de gezagsdragers door de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers wordt beperkt en waarbij de rechtsregels afdwingbaar zijn voor een onafhankelijke rechtbank -
machthebbers halen hun macht uit democratische aanduiding, rechtsstaat is dus altijd een democratische staat democratische meerderheid moet een aantal fundamentele rechten respecteren effectieve rechtsbescherming → onafhankelijke rechtbank aanwezigheid van de mogelijkheid om de strijdigheid van de wet met de Grondwet voor een rechtbank af te dwingen is geen vereiste
Ambtenaar = iedere burger die aan de uitoefening van de openbare macht deelneemt (brede zin) of de persoon die statutair en meestal in vast dienstverband, werkzaam is in overheidsdienst (enge zin) -
-
statuur (geen overeenkomst) rechtstoestand wordt eenzijdig bij wet of reglement door de overheid bepaald of gewijzigd alle wijzigingen moet op voorhand worden onderhandeld met de vakbonden vastheid van betrekking: ambtenaar kan slechts worden ontslagen door een tuchtmaatregel of in uitzonderlijke omstandigheden benoeming: handeling waarbij de overheid eenzijdig het wettelijk of reglementair statuut op een ambtenaar van toepassing verklaart, wordt effectief als de betrokkene hem aanvaardt bevordering: handeling waarbij een ambtenaar benoemd wordt tot een graad van een hogere rang strikte regels om politieke beïnvloeding uit te sluiten Gemeenschappen en Gewesten bevoegd voor het vaststellen van de statutaire regels van hun eigen personeel
Flandria-arrest = arrest van 5 november 1920 waarmee het Hof van Cassatie de tot dan toe algemeen aanvaardbare stelling dat de overheid niet aansprakelijk kon worden gesteld voor daden en besluiten genomen in het kader van het algemeen belang
Feiten: Zeer oude boom die eigendom was van de stad Brugge viel op de openbare weg en vernietigt de planten van de onderneming Flandria. De val was te wijten aan nalatigheid van de stad Brugge.
Vóór Flandria-arrest: Burgerlijke rechter enkel bevoegd om over bestuursdaden te oordelen, wanneer de overheid als privaatrechtelijk persoon was opgetreden. Wanneer de overheid optrad als drager van de openbare macht moest de burgerlijke rechter zich onbevoegd verklaren.
Flandria-arrest: HvC stelde een einde aan het onderscheid tussen de Staat als private persoon en als openbare macht: wanneer het bestuur een burgerlijk recht van de gewone burger aantast, begaat het een onrechtmatige daad, waarvoor de gewone rechter bevoegd is. Wanneer de overheid een fout maakt, kan dat voor de gewone rechtbank worden gebracht en kan de schadelijder door diezelfde rechtbank een vergoeding worden toegekend.
Verfijningen: Wegverkeerstekenarrest (1963)
Koepokkenarrest (1963)
Cuvelierarrest (1965)
Goffinarrest (1971)
Overheid is zowel in haar beslissingen, als bij de uitvoering ervan onderworpen aan de algemene voorzichtigheidsplicht op straffe van anders een fout te hebben begaan en aansprakelijk te zijn voor de door de burgers ten gevolge hiervan opgelopen schade Administratieve overheid is ook in de uitoefening van haar verordeningsbevoegdheid onderworpen aan de zorgvuldigheidsplicht Schending van een politiek recht door de overheid levert een burgerlijk recht tot schadevergoeding op, waarvoor uitsluitend de burgerlijke rechter bevoegd is Zelfs in de gevallen waarin aan de uitvoerende macht geen termijn is voorgeschreven om een wet of K.B. uit te voeren, kan het verzuim van de overheid aanleiding geven tot schadeloosstelling ten laste van de overheid
Leclef- en Dumoulinarrest (1980)
Anca-arrest (1992)
Francovich-arrest (1991)
Brasserie du Pêcheur-arrest (1996)
Gewone rechter kan aan de overheid, die door een onrechtmatige daad de burgerlijke rechten van een persoon schendt en schade berokkent, de herstelling in natura van de schade bevelen en haar maatregelen opleggen om een einde te maken aan de schade verwekkende onwettigheid Beginselen inzake de scheiding der machten en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht brengen niet mee dat de overheid onttrokken zou zijn aan de verplichting tot herstellen van de schade veroorzaakt door de fout van de rechterlijke macht Een staat kan door de nationale rechter aansprakelijk gesteld worden voor de schade die veroorzaakt wordt door het niet tijdig omzetten van een Europese richtlijn in nationaal recht wanneer: - het door de richtlijn beoogde resultaat de toekenning van rechten aan particulieren bevat - deze rechten op basis van de richtlijnbepalingen kunnen worden aangeduid - er een causaal verband is tussen de schending van de verplichting die rust op de lidstaat en de door de rechtsonderhorige geleden schade Wanneer een schending van het gemeenschapsrecht door een lidstaat is toe te rekenen aan de nationale wetgever, die optreedt in een materie waarin hij bij het maken van normatieve keuzes over een ruime beoordelingsmarge beschikt, hebben de benadeelde particulieren recht op schadevergoeding wanneer de geschonden regel van gemeenschapsrecht ertoe strekt hen rechten toe te kennen, het om een voldoende gekwalificeerde schending gaat en er een rechtstreeks oorzakelijk verband bestaat tussen deze schending en de door de particulieren geleden schade
Köbler-arrest (2003)
Een lidstaat kan aansprakelijk gesteld worden voor de schade veroorzaakt door een schending van het gemeenschapsrecht door een in laatste aanleg uitspraak doende rechterlijke instantie van die lidstaat, indien: - de geschonden rechtsregel ertoe strekt particulieren rechten toe te kennen - er sprake is van een voldoende gekwalificeerde schending - er een rechtstreeks causaal verband bestaat tussen deze schending van de op de staat rustende verplichting en de door de betrokkenen geleden schade
Openbaar ministerie = korps van magistraten bij de hoven en rechtbanken dat hoofdzakelijk belast is met het vorderen van de toepassing van de strafwet tijdens het strafproces, het is in dat kader verantwoordelijk voor de opsporing en vervolging van misdrijven. Daarnaast heeft het O.M. nog enkele taken in burgerlijke zaken -
-
-
staande magistratuur beslechten geen geschillen ↔ zittende magistratuur afzetbaar door Koning staan onder het gezag van de minister van Justitie bij het opsporen en vervolgen van misdrijven vordering ter terechtzitting is een rechterlijke taak die het O.M. volledig onafhankelijk uitoefent behoort niet tot de rechterlijke macht (sensu stricto), wel tot de rechterlijke orde Procureur des Konings: verbonden aan een arrondissement, staat aan het hoofd van een parket bij de arrondissementsrechtbank, rechtbank van 1e aanleg, rechtbank van koophandel en de politierechtbank, hij wordt bijgestaan door substituten Arbeidsauditeur: oefent het ambt van O.M. uit bij de arbeidsrechtbanken en wordt bijgestaan door substituut-arbeidsauditeurs Procureur-generaal bij het hof van beroep: staat aan het hoofd van een parketgeneraal en wordt bijgestaan door advocaten-generaal en substituut-procureursgeneraal, hij oefent het ambt van O.M. uit bij het hof van beroep, arbeidshof en hoven van assisen van zijn rechtsgebied; hij staat ook in voor de coherente uitvoering en coördinatie van het strafrechtelijk beleid binnen zijn rechtsgebied, hij kan hiertoe dwingende algemene onderrichten geven aan alle leden van het O.M. binnen zijn rechtsgebied, ook wat betreft de uitoefening van de strafvordering Procureur-generaal bij het Hof van Cassatie: waakt enkel over de juiste toepassing van de wet en oefent de strafvordering in principe niet uit Federaal procureur: hoofd van het federaal parket en wordt bijgestaan door federale magistraten; hij is voornamelijk bevoegd voor de uitoefening van de strafvordering m.b.t. misdrijven die verschillende rechtsgebieden betreffen of een internationale dimensie hebben of die te maken hebben met georganiseerde criminaliteit of terrorisme
Misdrijf = handeling die strafbaar is gesteld bij de wet -
nullum crimen sine lege nulla poene sine lege
Overtreding: -
strafbaar met een politionele hoofdstraf gevangenisstraf 1-7 dagen geldboete € 1-25 werkstraf 20-45 u. politierechter bevoegd (verkeersmisdrijven steeds bij politierechter)
Wanbedrijf: -
strafbaar met correctionele hoofdstraf gevangenisstraf 8 dagen – 5 jaar geldboete ≥ € 26 werkstraf 45-300 u. correctionele rechtbank bevoegd
Misdaad: -
strafbaar met criminele hoofdstraf hechtenis en opsluiting doodstraf en dwangarbeid zijn afgeschaft hof van assisen bevoegd
Ook rechtspersonen zijn strafrechtelijk verantwoordelijk. Het strafwetboek voorziet voor gen een omzetting van vermelde vrijheidsstraffen en specifieke straffen. Geldboetes zijn te vermenigvuldigen met 5,5, zonder dat dit de aard van de straf wijzigt. Misdrijven van gemeen recht: komen voor de gewone strafrechter Politieke misdrijven en drukpersmisdrijven: komen voor het hof van assisen Bepaalde factoren kunnen ertoe leiden dat het misdrijf van zijn wederrechtelijkheid wordt ontdaan = rechtvaardigingsgronden. Sommige omstandigheden leiden ertoe dat de schuld wordt weggenomen = schulduitsluitingsgronden. Andere omstandigheden leiden tot strafvermindering of –uitsluiting: verschoningsgronden (bij wet bepaald) en verzachtende omstandigheden (grotere beoordelingsvrijheid voor strafrechter)
Verzachtende omstandigheden kunnen zowel tijdens het onderzoek ter terechtzitting als tijdens het vooronderzoek in aanmerking genomen worden. → correctionalisering → contraventionalisering
Amnestie = beslissing van de wetgevende macht die met terugwerkende kracht bepaalde, voorheen strafbare handelingen hun strafbaar karakter ontneemt; deze handelingen worden wettelijk geacht nooit een misdrijf te zijn geweest. -
strafbaarheid van een handeling uitwissen retoractief door de wetgever, maar kan ook door de Koning (“krachtens” de wet een amnestiemaatregel nemen) draagwijdte in elk geval nader omschreven algemene draagwijdte wetten van openbare orde
Genaderecht = recht dat de Koning bezit om de straffen die door definitief geworden rechterlijke beslissingen zijn uitgesproken, d.m.v. een K.B. kwijt te schelden of te verminderen, de genademaatregel kan individueel of collectief zijn, doet de fout of de straf zelf niet verdwijnen en betreft alleen de uitvoering van de straf -
Koning heeft het recht de door de rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen, behoudens hetgeen t.a.v. de ministers is bepaald enkel betrekking op strafrechtelijke sancties die het juridisch karakter van een straf hebben ongeacht de aard van de straf ongeacht of de straf met of zonder uitstel van tenuitvoerlegging uitgesproken werd nuttigheidsfunctie: opheffen van onbillijke en ongewenste gevolgen geen retroactieve kracht (afwijking wat betreft geldboetes, geldboete kan terugbetaald worden mits bepaalde voorwaarde) Koning kan een door het Hof van Beroep veroordeelde minister of lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering geen genade verlenen dan op verzoek van de Kamer of van het betrokken parlement
Eerherstel = rechterlijke beslissing waardoor voor de toekomst aan de strafrechtelijke gevolgen van een veroordeling tot een criminele, correctionele of politiestaf, na de uitvoering van de straf of na een genademaatregel, een einde wordt gesteld Voorwaarden voor de veroordeelde: - mag geen eerherstel genoten hebben gedurende de voorbije 10 jaar - uitvoering van de door het strafvonnis opgelegde vrijheids- en geldstraffen - voldoening van de plicht tot teruggave, schadevergoeding en betaling van de kosten - veroordeelde moet een proeftijd (3-10 jaar) doorlopen hebben tijdens dewelke hij een vaste verblijfplaats had en blijk gaf van verbeter gedrag
-
-
rechterlijke beslissing bevorderen maatschappelijke reïntegratie ≠ uitwissing van veroordelingen of wettelijk eerherstel (= in het strafwetboek voorziene maatregel waarbij veroordelingen tot politiestraffen en de daaruit volgende juridische gevolgen en sommige correctionele straffen voor de toekomst automatisch verdwijnen wanneer 3 jaar verstreken is) wettelijk herstel gebeurt automatisch, is geen persoonlijk recht en heeft geen voorwaarden
Belasting = verplichte geldelijke bijdrage aan de overheid, en dit zonder een rechtstreeks aanwijsbare tegenprestatie vanwege de overheid -
verplicht dient om de uitgaven van de overheid te financieren geen rechtstreeks aanwijsbare band tussen bijdrage van de belastingbetaler en de tegenprestatie vanwege de overheid kan slechts worden ingevoerd door de wetgevende organen van de verschillende beleidsniveaus (legaliteitsbeginsel) annaliteitsbeginsel gelijkheidsbeginsel directe belasting: wordt geheven op een periodiek weerkerende toestand indirecte belasting: wordt geheven op toevallige, geïsoleerde, bijzondere rechtshandelingen of juridische feiten (op de prijs van goederen en diensten) retributie: vrijheid aanwezig om al dan niet gebruik te maken van een welbepaalde dienst van de overheid, er is een wettelijke basis noodzakelijk maar enkel voor de hoofdlijnen (uitvoerende macht kan nadere regels bepalen), het annaliteitsbeginsel geldt niet
Begroting = raming van de inkomsten en uitgaven van een overheidsorgaan voor een toekomstige periode; ze houdt een verplichting in om de geraamde ontvangsten in te vorderen en een machtiging om de geraamde uitgaven aan te gaan en te betalen. -
-
-
regering bereidt begroting voor in een ontwerp van begroting uiteindelijke vaststelling gebeurt door wetgevende macht (Kamer en Koning op federaal niveau, de parlementen en de Gemeenschaps- of Gewestregering op regionaal niveau) begroting neemt de vorm aan van een wet, decreet of ordonnantie (wetten in louter formele zin en dus niet onderworpen aan voorafgaand advies van de afdeling wetgeving RvS en kunnen niet als grondslag dienen voor een reglementair besluit) uitzondering: begrotingsruiters: wel wetten in materiële zin
1) Annaliteitsbeginsel -
-
jaarlijkse stemming over de begroting begroting kan slechts betrekking hebben op de inkomsten en uitgaven van 1 jaar = begrotingsjaar (valt samen met kalenderjaar) begroting moet gestemd zijn uiterlijk de laatste dag van december, indien dit niet gebeurd is kan de Regering de Kamer verzoeken om voorlopige kredieten toe te kennen, maar deze mogelijkheid is sterk ingeperkt beginsel geldt ook voor gemeenschappen en gewesten
2) Universaliteitsbeginsel -
alle uitgaven en inkomsten moeten in de begroting terug te vinden zijn verbod om een bepaalde ontvangst voor te behouden voor een bepaalde uitgave (nietaffectatie) begrotingsfonds is mogelijk om op vorig verbod af te wijken
3) Specialiteitsbeginsel -
geen artikel van de uitgaven der begroting mag overschreden worden er mag geen overschrijving tussen verschillende begrotingsartikelen plaatsvinden (bepaald overschot op bepaald artikel mag niet worden aangewend om een tekort op een ander artikel te voorkomen, zonder aanpassing van de begroting)