Paritair comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken
Commission paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes
Collectieve Arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 tôt invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel
Convention collective de travail du 4 avril 2006 portant sur l'instauration d'un régime de pension complémentaire sectoriel
Art. 1. Toepassingsgebied
Art. 1. Champs d'application
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.
La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux travailleurs relevant de la Commission Paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes.
Art. 2. Algemeenverbindendheid
Art. 2. Force obligatoire
De partijen vragen de algemeenverbindendverklaring aan.
Les parties demandent la force obligatoire.
Art. 3. Begrippen en definities
Art. 3. Notions et définitions
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden verstaan onder:
Pour l'application de la présente convention collective de travail, il est entendu par:
3.1 WAP: De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (B.S. 15 mei 2003).
3.1 LPC: La loi du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale (M.B. 15 mai 2003).
3.2 Loon: Het totale loon van de bedienden onderworpen aan de sociale zekerheidsbijdragen.
3.2 Salaire: Le salaire total des employés assujetti aux cotisations de sécurité sociale.
3.3 Het Paritair Comité: Het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.
3.3 La Commission Paritaire: La Commission Paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes.
3.4 De RSZ: De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
3.4 L'ONSS: L'Office National de Sécurité Sociale.
3.5 Het protocolakkoord: De Collectieve Arbeidsovereenkomst van 1 juni 2005 betreffende een protocol van akkoord 2005-2006, geregistreerd op 17 juni 2005 onder nummer 75.198/10/226.
3.5 Le Protocole d'accord: La Convention Collective de Travail du 1 er juin 2005 concernant un protocole d'accord 2005-2006, enregistrée le 17 juin 2005 sous le numéro 75.198/10/226.
NEERLEGGING-DEPOT REGISTR.-ENREGISÏH. NR. 1 8 -0V 2006
20
r
- >î-'.- r*r>
V Art. 4. Doelstelling
Art. 4. Objectif
Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst heeft als enig onderwerp het invoeren van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van het Paritair Comité en de regels ervan vast te leggen, conform de regels van de WAP ter zake, en in uitvoering van het protocolakkoord, artikel 2, 8.
La présente convention collective de travail a pour seul objectif d'instaurer un régime de pension complémentaire pour les travailleurs de la Commission Paritaire et d'en fixer les règles, conformément aux règles en cette matière de la LPC, et en exécution du protocole d'accord, article 2, 8.
Het doel van dit sectoraal pensioenstelsel is het garanderen, buiten de wettelijke verplichtingen inzake pensioenen en ter verhoging ervan, van: aan de aangeslotene zelf, een kapitaal of een levenslange lijfrente indien hij in leven is op de eindleeftijd; aan de begunstigde zoals bepaald in het pensioenreglement, een kapitaal of een levenslange overlevingsrente in geval van overlijden van de aangeslotene vôôr de einddatum zoals bepaald in het pensioenreglement. Werknemers die in dienst zijn van een werkgever die conform de artikelen 6, 7, 8 en 9 hierna vrijgesteld wordt van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel kunnen geen rechten doen gelden op basis van dit doel, voor zover en voor zolang hun werkgever vrijgesteld is van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel en voor zover en voor zolang zij in dienst zijn bij deze werkgever.
L'objectif de ce régime de pension est d'assurer, outre les obligations légales en matière de pensions et de leur augmentation: -à l'affilié même, un capital ou une rente viagère, s'il est en vie à l'âge terme;
Het in bijlage opgenomen règlement van aanvullend pensioen maakt integraal deel uit van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
Le règlement de pension complémentaire repris en annexe fait partie intégrante de la présente convention collective de travail.
Art. 5. Opting out niet voorzien
Art. 5. Opting out pas prévu
De mogelijkheid zoals voorzien in artikel 9 van de WAP waardoor werkgevers de mogelijkheid zouden hebben om de uitvoering van het pensioenstelsel zelf te organiseren in een pensioenstelsel op het niveau van de ondememing ("opting out"), wordt niet weerhouden door het Paritair Comité.
La possibilité prévue dans l'article 9 de la LPC par laquelle les employeurs auraient la possibilité d'organiser eux-mêmes le régime de pension par le biais d'un régime de pension organisé au niveau de l'entreprise ("opting out") n'a pas été retenue par la Commission Paritaire.
Art. 6. Toepassingsgebied van het sectoraal pensioenstelsel voor ondernemingen met een structureel overlegorgaan
Art. 6. Champ d'application au sein des entreprises dotée d'un organe de concertation structurel
6.1
6.1
Conform het protocolakkoord geldt de volgende keuze in ondernemingen met een eigen structureel overlegorgaan, mits zij op 31 december 2006 een eigen stelsel van aanvullend pensioen hebben:
Conformément au protocole d'accord, le choix suivant s'applique au sein des entreprises dotées d'un organe de concertation structurel propre, à condition qu'elles disposent en date du 31 décembre 2006 d'un régime de pension complémentaire propre:
1. de bijdrage van 0,50 pet. toevoegen aan het eigen pensioenstelsel (beslissing werkgever); 2. aansluiten bij het sectorpensioenstelsel (beslissing werkgever); 3. in overleg met de vakbondsafvaardiging een ander evenwaardig voordeel van 0,50 pet. voorzien, hetzij globaal op het niveau van de ondememing, hetzij individueel. Deze 0,50 pet. is een
1.
-au bénéficiaire, comme stipulé au règlement de pension, un capital ou une rente de survie à vie en cas de décès de l'affilié avant l'âge terme définie dans le règlement de pension. Les employés qui sont au service d'un employeur qui, conformément aux articles 6, 7, 8 et 9 ci-après, est exonéré de participer au régime de pension sectoriel, ne peuvent faire valoir aucun droit sur base de cet objectif pour autant et tant que leur employeur est exonéré de sa participation au régime sectoriel et qu'ils restent au service de cet employeur.
2. 3.
ajouter la contribution de 0,50 pet. au régime de pension propre (décision de l'employeur); adhérer au régime de pension sectoriel (décision de l'employeur); en concertation avec la délégation syndicale, prévoir un autre avantage équivalent de 0,50 pet. soit globalement au niveau de l'entreprise soit individuellement. Ce 0,50 pet. est ,yne
koopkrachtverhoging inclusief aile toepasselijke fiscale en parafiscale heffingen en kosten, eigen aan het gekozen altematief voordeel. 6.2 Het eigen stelsel van aanvullend pensioen dient aan volgende criteria te voldoen:
augmentation du pouvoir d'achat qui comprend tous les prélèvements fiscaux et parafiscaux et les frais propres à l'avantage alternatif choisi.
6.2 Le régime de pension complémentaire propre doit satisfaire aux critères suivants:
gelijkwaardig aan of beter dan het sectoraal pensioenstelsel: voor stelsels van aanvullend pensioen van het type "vaste bijdragen" wordt de gelijkwaardigheid gemeten aan de hand van de werkgeversbijdragen zoals die in het pensioenreglement zijn bepaald. Deze dienen voor aile bedienden minimaal 0,46 pet. van het loon te bedragen, waarbij het percentage wordt gedefinieerd zoals in artikel 13 hieronder. voor stelsels van aanvullend pensioen van het type "vaste prestaties" dient het niveau van aanvullend kapitaal of aanvullend pensioen te worden getoetst aan het theoretisch niveau, zoals dit door het sectoraal pensioenstelsel wordt gerealiseerd. Dit betekent dat, indien de toezegging is uitgedrukt in kapitaal, het aanvullend pensioenkapitaal voor de volledige loopbaan op de eindleeftijd van 65 jaar, zoals die bepaald is in het pensioenreglement, tenminste gelijk zal zijn aan 39,19 pet. van het laatste loon. Indien de toezegging is uitgedrukt als een jaarlijks pensioen, dient het aanvullend rustpensioen op de eindleeftijd van 65 jaar voor een volledige loopbaan tenminste 3,02 pet. van het laatste loon te bedragen. Indien de in het pensioenreglement voorziene eindleeftijd 60 jaar is, dienen deze percentages respectievelijk tenminste 30,74 pet. en 2,05 pet. van het laatste loon te bedragen.
1. valable le 31 décembre 2006. 2. valable pour tous les employés relevant de la Commission Paritaire, pour autant que, sans préjudice de l'application de l'article 6.2.3° ciaprès, une distinction puisse exister concernant le niveau des contributions définies et/ou des prestations définies entre les sous-catégories éventuelles des employés, ou au sein de ces souscatégories mêmes. 3. équivalent ou plus avantageux que le régime de pension sectoriel: pour les régimes de pension complémentaire du type "contributions définies", l'équivalence est mesurée à l'aide des contributions patronales telles que définies dans le règlement de pension. Celles-ci doivent pour tous les employés s'élever à minimum 0,46 pet. du salaire, le pourcentage étant défini comme stipulé à l'article 13 ci-dessous, pour les régimes de pension complémentaire du type "prestations définies", le niveau du capital complémentaire ou de la pension complémentaire doit être comparé au niveau théorique, tel que réalisé par le régime de pension sectoriel. Cela signifie que, si l'engagement est exprimé en capital, le capital de pension complémentaire pour la carrière complète à l'âge terme de 65 ans, tel que défini au règlement de pension, sera égal à minimum 39,19 pet. du dernier salaire. Si l'engagement est exprimé en une pension annuelle, la pension de retraite complémentaire à l'âge terme de 65 ans pour une carrière complète doit être égale à minimum 3,02 pet. du dernier salaire. Si l'âge terme prévu au règlement de pension est de 60 ans, ces pourcentages doivent s'élever respectivement à minimum 30,74 pet. et 2,05 pet. du dernier salaire.
De gelijkwaardigheid met het sectoraal pensioenstelsel moet niet op elk eerder moment voorafgaand aan de in het pensioenreglement vastgelegde eindleeftijden worden gerealiseerd.
L'équivalence par rapport au régime de pension sectoriel ne doit pas être réalisée à tout autre moment précédant les âges termes déterminés au règlement de pension.
6.3 Indien de werkgever, voor mogelijkheid 1 van punt 6.1 kiest, wordt de ondememing vrijgesteld van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel. De werkgever maakt zijn keuze bekend door vôôr 15juni2006 een ingevulde en ondertekende intentieverklaring, volgens model a in bijlage, aangetekend op te sturen naar de voorzitter van het Paritair Comité per adres Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel,
6.3 Si l'employeur, conformément au point 6.1 ci-dessus, opte pour la possibilité 1, l'entreprise est exonérée de sa participation au régime de pension sectoriel. L'employeur communique son choix en envoyant avant le 15 juin 2006 par lettre recommandée la déclaration d'intention dûment complétée et signée, selon le modèle a ci-joint, au président de la Commission Paritaire c/o Fonds Social de la Commission Paritaire pour les employés du commerce international,Adu
1. geldig op 31 december 2006. 2. geldig voor aile bedienden ressorterend onder het Paritair Comité, met dien verstande dat er, onverminderd toepassing van artikel 6.2.3° hierna, een onderscheid met betrekking tôt het niveau van vaste bijdragen en/of vaste prestaties mag bestaan tussen eventuele subcategorieën van bedienden, of binnen deze subcategorieën zelf. 3.
S;
het vervoer en de aanverwante Brouwersvliet 33 te 2000 Antwerpen.
bedrijfstakken,
transport et des branches d'activité Brouwersvliet 33 à 2000 Anvers.
connexes,
6.4 Indien de werkgever conform punt 6.1 hierboven voor mogelijkheid 3 kiest, wordt de ondememing vrijgesteld van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel.
6.4 Si l'employeur, conformément au point 6.1 ci-dessus, fait le choix de l'option 3, l'entreprise est exonérée de sa participation au régime de pension sectoriel.
De werkgever maakt zijn keuze bekend door vôôr 15juni2006 een ingevulde en ondertekende intentieverklaring, volgens model b in bijlage, aangetekend op te sturen naar de voorzitter van het Paritair Comité per adres Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33 te 2000 Antwerpen.
L'employeur communique ce choix en envoyant avant le 15 juin 2006 par lettre recommandée la déclaration d'intention dûment complétée et signée, selon le modèle b ci-joint, au président de la Commission Paritaire c/o Fonds Social de la Commission Paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes, Brouwersvliet 33 à 2000 Anvers.
6.5 De ondememing waarvoor de voorzitter van het Paritair Comité vôôr 15juni2006 geen ingevulde en ondertekende intentieverklaring conform model a of b ontvangt, wordt verondersteld definitief gekozen te hebben voor mogelijkheid 2 conform punt 6.1 hierboven.
6.5 L'entreprise pour laquelle le président de la Commission Paritaire ne reçoit pas de déclaration d'intention dûment complétée et signée avant le 15 juin 2006, est censée avoir opté définitivement pour la possibilité 2 conformément au point 6.1 ci-dessus.
6.6 Indien de werkgever kiest voor mogelijkheid 1 van punt 6.1 of mogelijkheid 3 van punt 6.1, stuurt deze vôôr 15 september 2006 per aangetekend schrijven een attest volgens model c in bijlage naar de voorzitter van het Paritair Comité per adres Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33 te 2000 Antwerpen. Dit attest moet correct en volledig ingevuld, gedagtekend en ondertekend zijn door de aangeduide actuaris van de pensioeninstelling van de ondememing.
6.6 L'entreprise optant pour la possibilité 1 du point 6.1 ou la possibilité 3 du point 6.1, envoie avant le 15 septembre 2006 par lettre recommandée une attestation selon le modèle c ci-joint, au président de la Commission Paritaire c/o Fonds Social de la Commission Paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes, Brouwersvliet 33 à 2000 Anvers. Cette attestation doit être complétée correctement et exhaustivement et doit être datée et signée par l'actuaire désigné de l'organisme de pension de son entreprise.
Bij gebrek aan ontvangst van dit attest volgens de modaliteiten hierboven, wordt de ondememing verondersteld, ondanks het bezorgen van de intentieverklaring waarvan sprake in de punten 6.3 of 6.4, definitief gekozen te hebben voor mogelijkheid 2 conform punt 6.1 hierboven.
En l'absence de réception de cette attestation conformément aux modalités ci-dessus, l'entreprise est censée avoir opté définitivement pour la possibilité 2 conformément au point 6.1, nonobstant l'envoi de la déclaration d'intention visée aux points 6.3 ou 6.4.
Art. 7. Toepassingsgebied van het sectoraal pensioenstelsel voor ondernemingen zonder structureel overlegorgaan
Art. 7. Champ d'application au sein des entreprises sans organe de concertation structurel
7.1 Conform het protocolakkoord van het Paritair Comité kunnen ondernemingen zonder eigen structureel overlegorgaan, mits zij op 31 december 2006 een eigen stelsel van aanvullend pensioen hebben, vrijgesteld worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel.
7.1 Conformément au protocole d'accord de la Commission Paritaire, les entreprises sans organe de concertation structurel peuvent être exonérées de leur participation au régime de pension sectoriel, pour autant qu'elles disposent d'un régime de pension complémentaire propre en date du 31 décembre 2006.
7.2 Het eigen stelsel van aanvullend pensioen dient aan volgende criteria te voldoen:
7.2 Le régime de la pension complémentaire propre doit satisfaire aux critères suivants:
t 1. geldig op 31 december 2006. 2. geldig voor aile bedienden ressorterend onder het Paritair Comité, met dien verstande dat er, onverminderd toepassing van artikel 7.2.3° hierna, een onderscheid met betrekking tôt het niveau van vaste bijdragen en/of vaste prestaties mag bestaan tussen eventuele subcategorieën van bedienden, of binnen deze subcategorieën zelf. gelijkwaardig aan of beter dan het sectoraal pensioenstelsel: - voor stelsels van aanvullend pensioen van het type "vaste bijdragen" wordt de gelijkwaardigheid gemeten aan de hand van de werkgeversbijdragen zoals die in het pensioenreglement zijn bepaald. Deze dienen voor aile bedienden minimaal 0,46 pet. van het loon te bedragen, waarbij het percentage wordt gedefinieerd zoals in artikel 13 hieronder. - voor stelsels van aanvullend pensioen van het type "vaste prestaties" dient het niveau van aanvullend kapitaal of aanvullend pensioen te worden getoetst aan het theoretisch niveau, zoals dit door het sectoraal pensioenstelsel wordt gerealiseerd. Dit betekent dat, indien de toezegging is uitgedrukt in kapitaal, het aanvullend pensioenkapitaal voor de volledige loopbaan op de eindleeftijd van 65 jaar, zoals die bepaald is in het pensioenreglement, tenminste gelijk zal zijn aan 39,19 pet. van het laatste loon. Indien de toezegging is uitgedrukt als een jaarlijks pensioen, dient het aanvullend rustpensioen op de eindleeftijd van 65 jaar voor een volledige loopbaan tenminste 3,02 pet. van het laatste loon te bedragen. Indien de in het pensioenreglement voorziene eindleeftijd 60 jaar is, dienen deze percentages respectievelijk tenminste 30,74 pet. en 2,05 pet. van het laatste loon te bedragen. De gelijkwaardigheid met het sectoraal pensioenstelsel moet niet op elk eerder moment voorafgaand aan de in het pensioenreglement vastgelegde eindleeftijden te worden gerealiseerd.
1. valable le 31 décembre 2006. 2. d'application pour tous les employés relevant de la Commission Paritaire, pour autant que, sans préjudice de l'application de l'article 7.2.3e ciaprès, une distinction puisse exister concernant le niveau des contributions définies et/ou des prestations définies entre les sous-catégories éventuelles des employés, ou au sein de ces souscatégories mêmes. 3. équivalent au ou plus avantageux que le régime de pension sectoriel: pour les régimes de pension complémentaire du type "contributions définies", l'équivalence est mesurée à l'aide des contributions patronales telles que définies au règlement de pension. Celles-ci doivent s'élever pour tous les employés à minimum 0,46 pet. du salaire, le pourcentage étant défini comme stipulé à l'article 13 ci-dessous. pour les régimes de pension complémentaire du type "prestations définies", le niveau du capital complémentaire ou de la pension complémentaire doit être comparé au niveau théorique, tel que réalisé par le régime de pension sectoriel. Cela signifie que, si l'engagement est exprimé en capital, le capital de pension complémentaire pour la carrière complète à l'âge terme de 65 ans, tel que défini au règlement de pension, sera égal à minimum 39,19 pet. du dernier salaire. Si l'engagement est exprimé en une pension annuelle, la pension de retraite complémentaire à l'âge terme de 65 ans pour une carrière complète doit être égale à minimum 3,02 pet. du dernier salaire. Si l'âge terme prévu au règlement de pension est de 60 ans, ces pourcentages doivent s'élever respectivement à minimum 30,74 pet. et 2,05 pet. du dernier salaire. L'équivalence par rapport au régime de pension sectoriel ne doit pas être réalisée à tout autre moment précédant les âges termes déterminés au règlement de pension.
7.3 De onderneming die vrijgesteld wenst te worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, stuurt vôôr 15 september 2006 per aangetekend schrijven een attest volgens model c in bijlage naar de voorzitter van het Paritair Comité per adres Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33 te 2000 Antwerpen. Dit attest moet correct en volledig ingevuld, gedagtekend en ondertekend zijn door de aangeduide actuaris van de pensioeninstelling van de onderneming.
7.3 L'entreprise qui désire être exonérée de sa participation au régime de pension sectoriel, envoie, avant le 15 septembre 2006, par lettre recommandée une attestation selon le modèle c au président de la Commission Paritaire c/o Fonds Social de la Commission Paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes, Brouwersvliet 33 à 2000 Anvers. Cette attestation doit être complétée correctement et exhaustivement, datée et signée par l'actuaire désigné de l'organisme de pension de l'entreprise.
Bij gebrek aan ontvangst van dit attest volgens de modaliteiten hierboven, wordt de onderneming verondersteld definitief gekozen te hebben om deel te nemen aan het sectoraal pensioenstelsel.
En l'absence de la réception de cette attestation conformément aux modalités ci-dessus, l'entreprise est censée avoir choisi définitivement d'adhérer au régime de pension sectoriel.
3.
Art. 8. Nieuwe ondernemingen Een onderneming die bij oprichting of op een later tijdstip onder het Paritair Comité komt te ressorteren, sluit aan bij het sectorpensioenstelsel. Uitzondering wordt gemaakt indien: 1. de betrokken onderneming sociaat-economische banden heeft met een onderneming die, conform artikels 6 of 7 hierboven, vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel. In dit geval kan de onderneming tevens vrijgesteld worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, indien de werkgever van de betrokken onderneming of zijn lasthouder de inrichter hiervan per aangetekend schrijven op de hoogte brengt, gestaafd met de nodige stukken:
Art. 8. Nouvelles entreprises Une entreprise qui, au moment de sa création ou ultérieurement, vient à ressortir de la commission paritaire, adhère au régime de pension sectoriel. Une exception est faite si: 1. l'entreprise concernée a des liens socioéconomiques avec une entreprise qui, conformément aux articles 6 ou 7 ci-dessus, est exonérée de sa participation au plan de pension sectoriel. Dans ce cas, l'entreprise peut également être exonérée de sa participation au plan sectoriel si celle-ci ou son mandataire en avise l'organisateur par envoi recommandé accompagné des justificatifs adéquats:
-
aantonen van sociaal-economische banden; een onderneming wordt geacht sociaal economische banden te hebben indien zij valt onder de definitie van "met een vennootschap verbonden vennootschappen", zoals bepaald in artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen; - het bestaan van een evenwaardig pensioenstelsel, conform het attest model d in bijlage. De vrijstelling van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel gaat in vanaf het eerstvolgende kwartaal na betekening.
2.
3.
-
preuve des liens socio-économiques; une entreprise est considérée comme ayant des liens socio-économiques dès l'instant où elle répond à la définition de "société liée à une autre société", telle que décrite à l'article 11 du Code des sociétés;
l'existence d'un régime de pension équivalent, conformément à l'attestation modèle d en annexe. L'exonération de la participation au régime de pension sectoriel prend effet au premier trimestre qui suit la signification.
een onderneming tôt stand komt door splitsing van een andere onderneming die, conform artikels 6 of 7 hierboven, vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel. In dat geval kan de onderneming tevens vrijgesteld worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, indien de werkgever van de betrokken onderneming of zijn lasthouder de inrichter hiervan per aangetekend schrijven op de hoogte brengt, gestaafd met de nodige stukken: - aantonen dat de onderneming tôt stand gekomen is door splitsing van een onderneming die conform artikels 6 of 7 hierboven vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel; splitsing van een onderneming wordt aangetoond met dezelfde middelen als waarmee de tegenstelbaarheid van de splitsing aangetoond wordt conform de bepalingen in het Wetboek van vennootschappen ter zake; - het bestaan van een evenwaardig pensioenstelsel, conform het attest model d in bijlage. De vrijstelling van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel gaat in vanaf het eerstvolgende kwartaal na betekening.
2.
een onderneming tôt stand komt door fusie van andere ondernemingen (ten gevolge van een fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap zoals bepaald in artikel 672 van het Wetboek van vennootschappen) waarvan minstens één die,
3.
l'entreprise est issue de la scission d'une autre entreprise qui, conformément aux articles 6 ou 7 cidessus, était exonérée de sa participation au régime de pension sectoriel. Dans ce cas, l'entreprise peut également être exonérée de sa participation au régime de pension sectoriel si celle-ci ou son mandataire en avise l'organisateur par lettre recommandée accompagnée des justificatifs adéquats:
preuve que l'entreprise est issue de la scission d'une entreprise qui, conformément aux articles 6 et 7 ci-dessus, était exonérée de sa participation au régime de pension sectoriel. La scission de l'entreprise est démontrée au moyen des justificatifs de l'opposabilité de la scission suivant les dispositions du Code des sociétés en la matière;
-
l'existence d'un régime de pension équivalent, conformément à l'attestation modèle d en annexe. L'exonération de la participation au régime de pension sectoriel prend effet au premier trimestre qui suit la signification.
une entreprise est issue de la fusion d'autres entreprises (suite à une fusion par création d'une nouvelle société tel que prévu à l'article 672 du Code des sociétés) dont au moins une d'entre elles, conformément aux articles 6 ou 7 ci-dessus, éta*
conform artikels 6 of 7 hierboven, vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel. In dat geval kan de nieuwe onderneming tevens vrijgesteld worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, indien de werkgever van de betrokken onderneming of zijn lasthouder de inrichter hiervan per aangetekend schrijven op de hoogte brengt, gestaafd met de nodige stukken: - aantonen dat de onderneming tôt stand gekomen is door fusie van minstens één onderneming die, conform artikels 6 of 7 hierboven vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel; fusie met een onderneming wordt aangetoond met dezelfde middelen als waarmee de tegenstelbaarheid van de fusie aangetoond wordt conform de bepalingen in het Wetboek van vennootschappen ter zake; - het bestaan van een evenwaardig pensioenstelsel, conform het attest model d in bijlage. De vrijstelling van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel gaat in vanaf het eerstvolgende kwartaal na betekening. de betrokken onderneming sociaal-economische banden heeft met een andere onderneming die tôt een ander paritair comité behoort en deze laatste onderneming een eigen pensioenstelsel heeft dat minstens evenwaardig is conform de bepalingen van artikel 6 hierboven. In dat geval kan de onderneming vrijgesteld worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, indien de betrokken onderneming of zijn lasthebber de inrichter hiervan op de hoogte brengt, gestaafd met de nodige stukken: aantonen van sociaal-economische banden; een onderneming wordt geacht sociaal economische banden te hebben indien zij valt onder de definitie van "met een vennootschap verbonden vennootschappen", zoals bepaald in artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen; het bestaan van een evenwaardig pensioenstelsel, conform het attest model d in bijlage. De vrijstelling van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel gaat in vanaf het eerstvolgende kwartaal na betekening.
exonérée de sa participation au régime de pension sectoriel. Dans ce cas, l'entreprise peut également être exonérée de sa participation au régime de pension sectoriel si celle-ci ou son mandataire en avise l'organisateur par lettre recommandée accompagnée des justificatifs adéquats:
-
la preuve que l'entreprise est issue de la fusion avec au moins une entreprise qui, conformément aux articles 6 ou 7, ci-dessus, était exonérée de sa participation au régime de pension sectoriel; la fusion de l'entreprise est démontrée au moyen des justificatifs de l'opposabilité de la fusion suivant les dispositions du Code des sociétés en la matière;
-
l'existence d'un régime de pension équivalent, conformément à l'attestation modèle d en annexe. L'exonération de la participation au régime de pension sectoriel prend effet au premier trimestre qui suit la signification.
4.
l'entreprise concernée a des liens socioéconomiques avec une entreprise qui relève d'une autre commission paritaire et qui a un régime de pension propre au moins équivalent, conformément à l'article 6 ci-dessus. Dans ce cas, l'entreprise peut également être exonérée de sa participation au plan sectoriel si celle-ci ou son mandataire en avise l'organisateur par envoi recommandé accompagné des justificatifs adéquats:
preuve des liens socio-économiques; une entreprise est considérée comme ayant des liens socio-économiques dès l'instant où elle répond à la définition de "société liée à une autre société", telle que décrite à l'article 11 du Code des sociétés; l'existence d'un régime de pension équivalent, conformément à l'attestation modèle d en annexe. L'exonération de la participation au régime de pension sectoriel prend effet au premier trimestre qui suit la signification.
Art. 9. Fusie door overneming
Art. 9. Fusion par absorption
Wanneer verschillende ondernemingen fuseren tôt één onderneming (ten gevolge van een fusie door overneming zoals bepaald in artikel 671 van het Wetboek van vennootschappen) en één van de betrokken ondernemingen werd, conform artikels 6 of 7 hierboven, vrijgesteld van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, kan de gefuseerde onderneming ervoor kiezen om als geheel vrijgesteld te worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, indien de
Lorsque différentes entreprises fusionnent en une seule entreprise (suite à une fusion par création d'une nouvelle société tel que prévu à l'article 671 du Code des sociétés) et qu'une des entreprises concernées était, conformément aux articles 6 ou 7, ci-dessus, exonérée de sa participation au régime de pension sectoriel, l'entreprise résultant de la fusion peut choisir d'être exonérée, dans son entièreté, de la participation au plan sectoriel si cell^-ci ou son mandataire en avise
t werkgever of zijn lasthouder de inrichter hiervan per aangetekend schrijven op de hoogte brengt, gestaafd met de nodige stukken: aantonen van de fusie met een onderneming die, conform artikels 6 of 7 hierboven vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel; fusie met een onderneming wordt aangetoond met dezelfde middelen als waarmee de tegenstelbaarheid van de fusie aangetoond wordt conform de bepalingen in het Wetboek van vennootschappen ter zake; het bestaan van een evenwaardig pensioenstelsel, conform het attest model d in bijlage. De vrijstelling van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel gaat in vanaf het eerstvolgende kwartaal na betekening.
l'organisateur par lettre recommandée accompagnée des justificatifs adéquats:
l'existence d'un régime de pension équivalent, conformément à l'attestation modèle d en annexe. L'exonération de la participation au régime de pension sectoriel prend effet au premier trimestre qui suit la signification.
Art. 10. Inrichter
Art. 10. Organisateur
De inrichter van het sectorpensioenplan is het Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33 te 2000 Antwerpen.
L'organisateur du plan de pension sectoriel est le Fonds Social de la Commission Paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes, Brouwersvliet 33 à 2000 Anvers.
Art. 11. Uitvoerder van de Pensioentoezegging
Art. 11. Exécuteur de l'Engagement de pension
Bij toepassing van artikel 8 van de WAP wordt als pensioeninstelling gekozen ING Insurance NV, verzekeringsonderneming toegelaten door de CBFA onder codenummer 0051, met als maatschappelijke zetel Sint-Michielswarande 70 te 1040 Brussel.
En application de l'article 8 de la LPC, l'organisme de pension choisi est ING Insurance SA, entreprise d'assurances agréée par la CBFA sous le numéro de code 0051, ayant son siège social Cours Saint-Michel 70 à 1040 Bruxelles.
Art. 12. Pensioenbijdrage
Art. 12. Contribution
De totale bijdrage wordt vastgesteld op 0,44 pet. van het loon.
La contribution totale a été fixée à 0,44 pet. du salaire.
Deze bijdrage omvat aile administratieve kosten, inclusief aile kosten aangerekend door de pensioeninstelling en de inrichter. Deze bijdrage bevat niet de RSZ-bijdrage voor aanvullende pensioenen noch de toepasselijke taksen.
Cette contribution comprend tous les frais administratifs, y compris tous les frais imputés par l'organisme de pension et par l'organisateur. Cette contribution ne comprend pas la cotisation ONSS pour pensions complémentaires ni les taxes applicables.
Art. 13. Te innen bijdrage
Art. 13. Perception de la cotisation
De bijdragen te innen via de RSZ bedragen 0,46 pet. van het bon, zijnde de totale pensioenbijdrage en de toepasselijke taksen, inclusief de kosten aangerekend door de pensioeninstelling en de inrichter. Dit percentage bevat niet de RSZ-bijdrage voor aanvullende pensioenen, noch de inningskost van de RSZ.
Les cotisations à percevoir via l'ONSS s'élèvent à 0,46 pet. du salaire, à savoir la contribution de pension totale et les taxes applicables, y compris les frais imputés par l'organisme de pension et l'organisateur. Ce pourcentage ne comprend ni la cotisation ONSS pour pensions complémentaires, ni les frais de perception par l'ONSS.
Art. 14. Verzekeringscombinatie
Art. 14. Combinaison d'assurances
De bijdragen voor de pensioentoezegging worden, na afhouding van aile toepasselijke kosten en (para)fiscale
Les contributions pour l'engagement de pension sont, après déduction des frais applicables et des charges
la preuve de la fusion avec une entreprise qui, conformément aux articles 6 ou 7, ci-dessus, était exonérée de sa participation au régime de pension sectoriel; la fusion de l'entreprise est démontrée au moyen des justificatifs de l'opposabilité de la fusion suivant les dispositions du Code des sociétés en la matière;
lasten, aangewend in een verzekeringscombinatie Uitgesteld Kapitaal met Tegenverzekering van de Reserve (UKMTR).
(para)fiscales, affectées à une technique d'assurance Capital Différé Avec Contre-assurance de la Réserve (CDACR).
De aanspraken op het aanvullend pensioen worden bepaald overeenkomstig het pensioenreglement, dat als bijlage gehecht wordt aan onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
Les droits à la pension complémentaire sont déterminés conformément au règlement de pension qui est joint en annexe à la présente convention collective de travail.
Art. 15. Werking in de tijd van het pensioenstelsel
Art. 15. Fonctionnement dans le temps du régime de pension
In uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt het pensioenstelsel in werking vanaf 1 januari 2007.
En exécution de la présente convention collective de travail, le régime de pension prend effet au 1er janvier 2007.
Art. 16. Inwerkingtreding en opzeggingsmodaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst
Art. 16. Prise d'effet et modalités de résiliation de la convention collective de ravail
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 4 april 2006 en wordt gesloten voor een onbepaaide duur. Zij kan door elk der partijen worden beëindigd, mits een opzegging van zes maanden wordt betekend per aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité.
La présente convention collective de travail prend effet au 4 avril 2006 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par chacune des parties, moyennantune lettre recommandée adressée au président de la Commission Paritaire.
MODEL A : Intentieverklarinq
Ondergetekende, (naam), Gemachtigd om op te treden namens (onderneming), bevestigt dat de werkgever de intentie heeft om niet deel te nemen aan het sectoraal pensioenstelsel zoals ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 en ervoor kiest om een bijdrage van 0,46 % op het totale loon van de bedienden onderworpen aan de sociale zekerheidsbijdragen (inclusief kosten en taksen, exclusief RSZ-bijdrage) toe te voegen aan het eigen ondernemingspensioenstelsel.
Opgesteld te
, op dd/jj/mm.
De onderneming zal, conform artikel 6.6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 vôôr 15 september 2006 een actuarieel attest zoals gehecht aan de collectieve arbeidsovereenkomst (model C) correct en volledig ingevuld aangetekend opsturen naar de voorzitter van het Paritair Comité per adres Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33 te 2000 Antwerpen.
MODEL B : Intentieverklarinq
Ondergetekende, (naam), Gemachtigd om op te treden namens (onderneming), bevestigt dat de werkgever, in overleg met de vakbondsafvaardiging, de intentie heeft om niet deel te nemen aan het sectoraal pensioenstelsel zoals ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 en ervoor kiest om een evenwaardig voordeel te voorzien, conform de bepalingen van het protocolakkoord van 1 juni 2005 ter zake.
Opgesteld te
, op dd/jj/mm.
De onderneming zal, conform artikel 6.6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 vôôr 15 september 2006 een actuarieel attest zoals gehecht aan de collectieve arbeidsovereenkomst (model C) correct en volledig ingevuld aangetekend opsturen naar de voorzitter van het Paritair Comité per adres Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33 te 2000 Antwerpen.
MODEL C : Actuarieel attest
Ondergetekende, (naam en onderneming), actuaris, die beschikt over de nodige kwalificaties, zoals opgelegd door het Koninklijk Besluit houdende uitvoering van artikel 40bis van de wet van 9 juli 1975 betreffende de contrôle der verzekeringsondernemingen, met betrekking tôt het bepalen van de voorwaarden waaraan actuarissen moeten voldoen, thans het Koninklijk Besluit van 22 november 1994, bevestigt dat: 1.
door (werkgever) met KBO-nummer bij (verzekeraar of pensioenfonds) een aanvullend pensioenstelsel werd aangegaan met contractnummer in het voordeel van het geheel of een gedeelte van zijn werknemers, minstens betrekking heeft op aile bedienden, die ressorteren onder het paritair comité nr. 226 voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken; 2. dit pensioenstelsel geldig is op 31 december 2006; 3. het pensioenstelsel - zelfs indien het niveau van de bijdrage en/of de vaste prestatie verschillend is - ten minste voor aile bedienden ressorterend onder het paritair comité nr. 226 gelijkwaardig is aan of beter is dan het sectoraal pensioenstelsel, en dit volgens de regels vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006.
Opgesteld te
, op dd/jj/mm.
MODEL D : Actuarieel attest
Ondergetekende, (naam en onderneming), actuaris, die beschikt over de nodige kwalificaties, zoals opgelegd door het Koninklijk Besluit houdende uitvoering van artikel 40bis van de wet van 9 juli 1975 betreffende de contrôle der verzekeringsondernemingen, met betrekking tôt het bepalen van de voorwaarden waaraan actuarissen moeten voldoen, thans het Koninklijk Besluit van 22 november 1994, bevestigt dat: 1.
door (werkgever) met KBO-nummer bij (verzekeraar of pensioenfonds) een aanvullend pensioenstelsel werd aangegaan met contractnummer in het voordeel van het geheel of een gedeelte van zijn werknemers, minstens betrekking heeft op aile bedienden, die ressorteren onder het paritair comité nr. 226 voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken; 2. dit pensioenstelsel geldig sinds dd/mm/jjjj; 3. het pensioenstelsel - zelfs indien het niveau van de bijdrage en/of de vaste prestatie verschillend is - ten minste voor aile bedienden ressorterend onder het paritair comité nr. 226 gelijkwaardig is aan of beter is dan het sectoraal pensioenstelsel, en dit volgens de regels vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006.
Opgesteld te
, op dd/jj/mm.
INSURANCE
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Maatschappelijke zetel Zetel Antwerpen Sint-Michielswarande 70, 1040 Brussel Desguinlei 92, 2018 Antwerpen T +32 2 738 97 11 F +32 2 738 98 96 T +32 3 244 66 88 F +32 3 244 66 87 E
[email protected] www.inginsurance.be ING Insurance NV, verzekeringsonderneming toegelaten door de CBFA onder codenummer 0051.
6102
ING 320-0002736-90 IBAN BE34 3200 0027 3690 BIC BBRUBEBB RPR Brussel - BTW BE 0404.500.094
06/2005
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Aile oplichting of poging tôt oplichting van de verzekeringsmaatschappij brengt niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 496 van het Strafwetboek. De betrokkene zal bovendien opgenomen worden in het bestand van het Economisch Samenwerkingsverband Datassur, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico's ter herinnering brengt aan de aangesloten leden-verzekeraars. De aangeslotene stemt er bij deze mee in dat ING Insurance NV het ESV Datassur persoonsgegevens meedeelt die relevant zijn in het exclusieve kader van de beoordeling van de risico's en van het beheer van de contracten en desbetreffende schadegevallen. ledere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tôt Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben in te zien en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van zijn identiteitskaart, sturen naar het volgende adres: Datassur, dienst Bestanden, de Meeûsplantsoen, 29 te 1000 Brussel. Indien de inrichter klachten heeft in verband met dit contract, kan hij zich wenden tôt hetzij de Ombudsdienst ING Insurance NV, Desguinlei, 92 te 2018 Antwerpen, hetzij de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen), Congresstraat, 10-16 te 1000 Brussel, hetzij de Ombudsman van ASSURALIA, de Meeûsplantsoen, 35 te 1000 Brussel. Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procédure te starten niet uit.
De verzekeraars zijn ^^^^^^T voortaan extra waakzaam /"N/""^ om fraude op te sporen... IMjL i n *
.udie te goeder trouw bent. kunt op ons rekenen.
Betaal niet onnodig voor anderen, help ons misbruik te voorkomen
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
INHOUDSOPGAVE DE WERKINGSPRINCIPES Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3
Definities Wat is het voorwerp van het pensioenstelsel? Op welke grondslagen worden de werkgeversbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst voor elke aangeslotene opgesteld? Artikel 4 Wanneer gaat de verzekering in? Artikel 5 Betaling van de premies Artikel 6 Recht op omvorming van een kapitaal in rente voor werknemers Artikel 7 Bepaling van aanspraken en/of persoonlijke bijdragen van actieve aangeslotenen die niet voltijds tewerkgesteld zijn Artikel 8 Vrijwillige persoonlijke stortingen Artikel 9 Voorschotten en inpandgevingen Artikel 10 Communicatie Artikel 11 Medische acceptatie Artikel 12 Verplichtingen van de aangeslotene Artikel 13 Aanvaarding van de begunstiging Artikel 14 Betaling van de prestaties Artikel 15 Wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging Artikel 16 Financieringsfonds Artikel 17 Onderfinanciering van het pensioenstelsel AFKOOP - NIET-BETALING VAN DE PREMIES - WEDERINWERKINGSTELLING Artikel 18 Definities Artikel 19 Afkoop door de inrichter Artikel 20 Afkoop door de aangeslotene Artikel 21 Niet-betaling van de premies Artikel 22 Wederinwerkingstelling ONTHAALSTRUCTUUR Artikel 23 Onthaalstructuur
4 5 5 6 6 6 7 10 11 12 13 13 13 14 14 16 17 18 18 20 21 22 23
OMVANG VAN DE WAARBORG IN GEVAL VAN OVERLIJDEN Artikel 24 Geografische uitgestrektheid Artikel 25 Opzettelijke daad Artikel 26 Luchtvaart Artikel 27 Oproer Artikel 28 Oorlog Artikel 29 Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden Artikel 30 Aangifte van een schadegeval WINSTDEELNAME Artikel 31 Winstdeelname KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT Artikel 32 Kennisgevingen Artikel 33 Rechtsmacht Artikel 34 Toepasselijk belastingsregime Artikel 35 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer Artikel 36 Goede trouw, redelijkheid en billijkheid BIJZONDERE UITGAVEN Artikel 37 Bijzondere uitgaven ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 38 Algemene bepalingen
25 25 25 25 25 26 26 27 27 27 28 28 29 29 29
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
1.
DE WERKINGSPRINCIPES
Artikel 1
Definities Begunstigde: De perso(o)n(en) in wiens voordeel de verzekerde prestaties bedongen zijn. Benefit statement: De pensioenfiche zoals voorgeschreven in de WAP. Gemeenschappeliike kas: De pensioeninstelling opgericht op basis van het Koninklijk Besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij KB nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van dit KB vervangt en/of aanvult. Individuele pensioentoezeqqinq: Een occasionele, niet stelselmatige pensioentoezegging aan één werknemer en/of zijn rechthebbenden. In het geval dat de bijzondere voorwaarden bepalen dat de pensioentoezegging een individuele pensioentoezegging is, moeten in de algemene voorwaarden de woorden "groepsverzekering", "pensioenreglement", "pensioenstelsel" en "financieringsfonds" respectievelijk worden gelezen als "individuele pensioentoezeggingsverzekering", "pensioenovereenkomst", "individuele pensioentoezegging" en "technische voorzieningen". Inrichter: De werkgever die een pensioentoezegging doet. De rechtspersoon, paritair samengesteld, aangeduid via een collectieve arbeidsovereenkomst door de representatieve organisaties van een paritair comité of subcomité, opgericht volgens hoofdstuk III van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, die een pensioenstelsel invoert. KB leven: Het Koninklijk Besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringen en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van dit KB vervangt en/of aanvult. Pensioeninstellinq: ING Insurance NV. Pensioenreglement: Het règlement waarin de rechten en de verplichtingen van de inrichter, van de werkgever, de aangeslotenen en van hun rechthebbenden, de aansluitingsvoorwaarden en de regels inzake de uitvoering van het pensioenstelsel worden bepaald. De algemene en de bijzondere voorwaarden van de pensioentoezegging, de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur en het benefit statement vormen samen het pensioenreglement. Pensioenstelsel: De collectieve pensioentoezegging. Pensioentoezegqinq: De toezegging van een aanvullend rust- en/of overlevingspensioen, resp. kapitaal bij leven en/of kapitaal bij overlijden, door een inrichter aan één of meerdere werknemers en/of hun rechthebbenden.
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Persoonlijke biidrageovereenkomst: De overeenkomst die met persoonlijke bijdragen wordt gefinancierd. Premies: De werkgeversbijdragen en/of de persoonlijke bijdragen. Deze kunnen de risicopremies en de koopsommen omvatten. Tak 21 "groepsverzekerinqen": Dit is de verzekeringstak waarbinnen de pensioeninstelling groepsverzekeringen beheert. De premies en de reserves binnen deze verzekeringstak genieten een rendementswaarborg. De modaliteiten van deze rendementswaarborg kunnen verschillend zijn in functie van het gekozen groepsverzekeringsproduct. Verzekeringsjaar: De période gaande van de jaarlijkse aanpassingsdatum van enig jaar tôt en met de dag onmiddellijk voorafgaand aan de eerstvolgende jaarlijkse aanpassingsdatum. Zo het règlement beëindigd wordt tussen twee jaarlijkse aanpassingsdatums, loopt het laatste verzekeringsjaar over de période tussen de laatste jaarlijkse aanpassingsdatum tôt de beëindigingsdatum van het règlement. Vestigingskapitaal : Het onderliggend kapitaal dat nodig is om een renteuitkering te verzekeren. WAP: De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult. Werkgeversbiidraqeovereenkomst: De overeenkomst die met werkgeversbijdragen wordt gefinancierd. Werknemer: De persoon die in uitvoering van een arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld.
Artikel 2
Wat is het voorwerp van het pensioenstelsel? Het pensioenstelsel heeft als voorwerp, mits betaling van de premies door de inrichter, het waarborgen van de betaling aan de aangeslotene of aan de begunstigde van de prestaties, zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 3
Op welke grondslagen worden de werkgeversbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst voor elke aangeslotene opgesteld? Het pensioenstelsel is onderworpen aan de wettelijke en réglementaire bepalingen die voor de levensverzekering gelden. De werkgeversbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst worden opgesteld op basis van de inlichtingen die door de inrichter en de aangeslotene in aile oprechtheid en zonder verzwijging zijn verstrekt om de pensioeninstelling in te lichten over de risico's die ze ten laste neemt. De pensioeninstelling kan aile inlichtingen eisen die zij nodig acht met inachtneming van de vigerende wetgeving. Evenwel, vanaf de aansluiting ziet de pensioeninstelling af van het aanvoeren van de nietigheid van de pensioentoezegging van een aangeslotene uit hoofde van de te goeder trouw geschiede verzwijgingen of onjuiste verklaringen.
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Fraude, opzettelijke verzwijging(en) en/of opzettelijke onjuiste verklaring(en) hebben de nietigheid van de werkgeversbijdrageovereenkomst(en) en/of de persoonlijke bijdrageovereenkomst(en) tôt gevolg. Bij onnauwkeurigheid in verband met de geboortedatum en het geslacht van de aangeslotene en/of de begunstigde indien de pensioentoezegging in een overdraagbare aanvullende pensioenrente voorziet, worden de prestaties aangepast, rekening houdend met de juiste gegevens.
Artikel 4
Wanneer gaat de verzekering in? Voor de aangeslotenen die op de ingangsdatum van het pensioenstelsel worden aangesloten gaat de verzekering in na de eerste premiebetaling. Voor latere aansluitingen of aanpassingen gaat de persoonlijke- en/of de werkgeversbijdrageovereenkomst in op de ingangsdatum die in de bijzondere voorwaarden is vermeld.
Artikel 5
Betaling van de premies De premies worden betaald volgens de beschikkingen van de bijzondere voorwaarden. De betaling geschiedt op de verschillende bank- of postrekeningen van de pensioeninstelling of in handen van de personen gelast met het innen van het bedrag, doch enkel tegen kwijtschriften uitgaande van de pensioeninstelling.
Artikel 6
Recht op omvorming van een kapitaal in rente voor werknemers Indien de pensioentoezegging voorziet in de betaling van een kapitaal op einddatum, heeft de aangeslotene (of de begunstigde bij overlijden van de aangeslotene vôôr de einddatum) het recht om aan de inrichter de omvorming in een rente te vragen indien de rente bij aanvang van de uitkering groter is dan 500,00 EUR per jaar. Het bedrag van 500,00 EUR wordt geïndexeerd volgens de bepalingen die voorzien zijn in de WAP. Indien de rente op verzoek van de aangeslotene gevestigd wordt door rechtstreekse omvorming van de in de toezegging voorziene kapitaalsuitkering, dan zal het bedrag van de rente bepaald worden op basis van het verzekerde kapitaal en de berekeningswijze vastgelegd door de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen. De pensioeninstelling heeft hierbij het recht een tijdelijke rente uit te keren, volgens de duurtijd en modaliteiten bepaald in het technisch dossier. Indien het in de pensioentoezegging voorziene kapitaal lager is dan het vestigingskapitaal om de rente, zoals bepaald in de vorige alinéa, te financieren, dan is de verplichting van de pensioeninstelling beperkt tôt het in de pensioentoezegging voorziene kapitaal terwijl de inrichter verantwoordelijk is voor het verschil. Het in de vorige alinéa bedoelde vestigingskapitaal wordt berekend volgens het gangbare commerciële tarief van de pensioeninstelling aan de hand van de tariefgrondslagen, méthodes voor de berekening en de productkenmerken van de rente, die zijn opgenomen in haar technisch dossier zoals bedoeld wordt in het KB leven. Ter financiering van het eventuele verschil zal de pensioeninstelling aan de inrichter een eenmalige koopsom aanrekenen. Die eenmalige koopsom wordt berekend aan de hand van de door de pensioeninstelling gehanteerde tariefgrondslagen, méthodes voor de berekening en productkenmerken. De pensioeninstelling heeft steeds de mogelijkheid een gemeenschappelijke kas aan te duiden die belast wordt met de uitkering van de rente.
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Artikel 7
Bepaling van aanspraken en/of persoonlijke bijdragen van actieve aangeslotenen die niet voltijds tewerkgesteld zijn Aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltiidse prestaties: a) aanspraken en/of persoonlijke bijdragen bepaald volgens het principe "vaste bijdragen": voor salarisgebonden aanspraken en/of persoonlijke bijdragen gebeurt de berekening op basis van het salaris dat overeenstemt met voltijdse prestaties. De berekende aanspraken en/of persoonlijke bijdragen worden vervolgens proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad; forfaitaire aanspraken en/of forfaitaire persoonlijke bijdragen worden proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad. b) aanspraken bepaald volgens het principe "vaste prestaties": voor salarisgebonden aanspraken gebeurt de berekening op basis van het salaris dat overeenstemt met voltijdse prestaties. Indien de aanspraken afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan worden voor het bepalen van het aantal pensioenjaren perioden van deeltijdse tewerkstelling herleid in functie van de tewerkstellingsgraad die tijdens deze perioden van toepassing was. De som van voltijdse en herleidde deeltijdse dienstjaren en maanden wordt beperkt tôt het maximaal in aanmerking te nemen pensioenjaren. Indien de aanspraken niet afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan worden ze proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad. voor forfaitaire aanspraken die afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, worden voor het bepalen van het aantal pensioenjaren perioden van deeltijdse tewerkstelling herleid in functie van de tewerkstellingsgraad die tijdens deze perioden van toepassing was. De som van voltijdse en herleidde deeltijdse dienstjaren en -maanden wordt beperkt tôt het maximaal in aanmerking te nemen pensioenjaren. Forfaitaire aanspraken onafhankelijk van pensioenjaren worden proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad. Opname van tijdskrediet en andere vormen van sociaal verlof: Voor aile vormen van: opname tijdskrediet; ouderschapsverlof; verlof voor verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid; verlof voor palliatieve zorgen, of elke andere wettelijk geregelde vorm van sociaal verlof waarbij voorzien wordt dat deze perioden wat betreft de Belgische sociale zekerheid gelijkgesteld worden met perioden van voltijdse arbeidsprestaties, worden de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen als volgt bepaald: gedurende de eerste drie maanden gerekend vanaf de mutatiedatum, worden de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn; vanaf de vierde maand, gerekend vanaf de mutatiedatum, gelden volgende bepalingen: • in geval van opname van voltijds tijdskrediet of voltijds sociaal verlof: de verschuldigdheid van de premies wordt stopgezet, tijdelijke overlijdensverzekeringen worden beëindigd en de werkgeversbijdrageovereenkomst en persoonlijke bijdrageovereenkomst worden gereduceerd. Bij werkhervatting zijn vanaf de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum van werkhervatting de premies opnieuw verschuldigd en worden de
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
•
aanspraken en/of persoonlijke bijdragen berekend i.f.v. de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene, waarbij perioden van voltijdse werkonderbreking gelijkgesteld worden met een tewerkstellingsgraad gelijk aan 0. in geval van opname van deeltijds tijdskrediet of deeltijds sociaal verlof: de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen worden bepaald in overeenstemming met de procédure hiervoor omschreven onder "aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties".
Opname van halftijds brugpensioen of deeltijds tijdskrediet door de aangeslotene ouder dan 50 iaar: In tegenstelling tôt de hiervoor omschreven bepalingen worden voor de aangeslotene die op halftijds brugpensioen gaat en voor de aangeslotene ouder dan 50 jaar die deeltijds tijdskrediet opneemt, voor de ganse période van halftijds brugpensioen, resp. van opname van deeltijds tijdskrediet, de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen niet gereduceerd in functie van de terwerkstellingsgraad, maar blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn en dit op basis van zijn salaris in de maand voorafgaand aan opname van tijdkrediet of brugpensioen. Arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene als gevolg van ziekte of ongeval: a) Voor pensioentoezeggingen die niet gekoppeld zijn aan een règlement van collectieve verzekering premievrijstelling voor de pensioentoezegging, gelden volgende bepalingen - in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid: Voor een werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden en voor een aangeslotene die gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt, worden vanaf de aansluitingsdatum, resp. mutatiedatum de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen bepaald in overeenstemming met de procédure hiervoor omschreven onder "aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties". - in geval van volledige arbeidsongeschiktheid: Voor een werknemer die volledig arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden wordt de aansluiting uitgesteld tôt na werkhervatting. Voor een aangeslotene die volledig arbeidsongeschikt wordt, wordt vanaf de mutatiedatum de verschuldigdheid van premies stopgezet, tijdelijke overlijdensverzekeringen worden beëindigd en de werkgeversbijdrageovereenkomst en persoonlijke bijdrageovereenkomst worden gereduceerd. Bij werkhervatting zijn vanaf de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum van werkhervatting de premies opnieuw verschuldigd en worden de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen berekend in functie van de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene, in overeenstemming met de procédure hiervoor omschreven onder "aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties". Perioden van voltijdse werkonderbreking worden gelijkgesteld met een tewerkstellingsgraad gelijk aan 0. Indien de période van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval korter is dan 30 dagen, wordt de hiervoor omschreven procédure niet toegepast maar blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn.
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
b) Voor pensioentoezeggingen die wel gekoppeld zijn aan een règlement van collectieve verzekering premievrijstelling voor de pensioentoezegging, gelden volgende bepalingen: - in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid: Een werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden en die nog niet aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, kan de waarborg premievrijstelling niet inroepen voor het gedeelte van de aanspraken die betrekking hebben op zijn gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Vanaf de aansluitingsdatum worden zijn aanspraken en/of persoonlijke bijdragen bepaald in overeenstemming met de procédure hiervoor omschreven onder "aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties". Voor een aangeslotene die gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt en die voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, worden vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals voorzien in het règlement premievrijstelling de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen bepaald in overeenstemming met de procédure hiervoor omschreven onder "aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties". De verschuldigdheid van de premies die verband houden met de deeltijdse arbeidsongeschiktheid wordt beëindigd vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals bepaald in het règlement premievrijstelling. Het gedeelte van de aanspraken dat betrekking heeft op de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt vanaf dan door de pensioeninstelling in stand gehouden op basis van de bepalingen van het règlement premievrijstelling. Tôt het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals bepaald in het règlement premievrijstelling blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen echter berekend aan het tewerkstellingspercentage van toepassing bij ingang van de arbeidsongeschiktheid. - in geval van volledige arbeidsongeschiktheid: Voor een werknemer die volledig arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden en die nog niet aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, wordt de aansluiting uitgesteld tôt na werkhervatting. Deze werknemer kan de waarborg premievrijstelling niet inroepen. Voor een aangeslotene die volledig arbeidsongeschikt wordt en die voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, wordt vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals bepaald in het règlement premievrijstelling de verschuldigdheid van premies stopgezet. Vanaf dat moment worden de aanspraken door de pensioeninstelling in stand gehouden op basis van de bepalingen van het règlement premievrijstelling. Bij werkhervatting zijn de premies onmiddellijk opnieuw verschuldigd. De berekening van de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen gebeurt conform de bijzondere voorwaarden en op basis van het salaris en het tewerkstellingspercentage op dat moment. Indien de aanspraken afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan wordt de période van arbeidsongeschiktheid voor het bepalen van de pensioenjaren mee in aanmerking genomen proportioneel het tewerkstellingspercentage bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Dit geldt echter niet voor de perioden waarvoor geen premievrijstelling kan worden ingeroepen. Indien de période van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval korter is dan 30 dagen, wordt de hiervoor omschreven procédure niet toegepast maar blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn.
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Schorsing van de arbeidsovereenkomst van de aanqeslotene met verlies van salaris: Wanneer de arbeidsovereenkomst van een aangeslotene geschorst wordt voor een andere reden dan: - opname van tijdskrediet of andere vormen van sociaal verlof; of - arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte of ongeval; wordt vanaf de mutatiedatum de verschuldigdheid van premies stopgezet, tijdelijke overlijdensverzekeringen worden beëindigd en de werkgeversbijdrageovereenkomst en persoonlijke bijdrageovereenkomst worden gereduceerd. Na de schorsing zijn vanaf de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum van opheffing van de schorsing de premies opnieuw verschuldigd. De berekening van de aanspraken gebeurt conform de bijzondere voorwaarden en op basis van het salaris en het tewerkstellingspercentage op dat moment. Wanneer de aanspraken afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan wordt de période van schorsing voor het bepalen van de pensioenjaren in aanmerking genomen in verhouding tôt het tewerkstellingspercentage van toepassing tijdens deze période waarbij voor volledige schorsing een percentage wordt toegepast van 0%. Indien de schorsing van de arbeidsovereenkomst korter is dan 30 dagen, wordt de hiervoor omschreven procédure niet toegepast maar blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn. Indien de pensioentoezegging gekoppeld is aan een règlement van collectieve premievrijstelling en de schorsing van de arbeidsovereenkomst is het gevolg van een zwangerschap of bevalling zoals wettelijk bepaald binnen de sociale zekerheid, gelden de hiervoor omschreven procédures niet. In dat geval zijn de bepalingen betreffende "Arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene als gevolg van ziekte of ongeval" (punt b) van toepassing.
Artikel 8
Vrijwillige persoonlijke stortingen ledere aangeslotene kan vrijwillige persoonlijke stortingen doen om de aanspraken van de op zijn leven gesloten verzekering(en) te verhogen. Deze vrijwillige persoonlijke stortingen worden aangewend in een door de pensioeninstelling aangeboden individuele verzekeringscombinatie op basis van constante jaar- of maandpremies in het tarief van de tak 21 "individuele levensverzekeringen" die op dat moment van toepassing zijn op nieuw af te sluiten overeenkomsten. Indien deze vrijwillige persoonlijke stortingen een verhoging van de verzekerde aanspraken bij overlijden inhouden, kan de pensioeninstelling de aanvaarding van deze verhoging afhankelijk stellen van de gunstige uitslag van een (bijkomend) geneeskundig onderzoek op haar kosten door de aangeslotene te ondergaan op het ogenblik dat de verhoging wordt aangevraagd en inzoverre de van toepassing zijnde wetgeving dit toelaat. De individuele rekening waarop de vrijwillige persoonlijke stortingen worden gealloceerd, wordt "persoonlijke overeenkomst" genoemd. De vrijwillige persoonlijke stortingen worden door de aangeslotene aan de pensioeninstelling overgemaakt. In geval van uittreding kan de uittreder de persoonlijke overeenkomst geheel of gedeeltelijk verderzetten of de premiebetaling stopzetten en verzekerd blijven voor de premievrije waarde voor die verzekeringsbewerkingen waarbij dit mogelijk is. In dit geval moet iedere aanvraag tôt
10
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
wijziging van deze persoonlijke overeenkomst rechtstreeks bij de pensioeninstelling worden ingediend. Door de pensioeninstelling wordt hiervoor een document afgeleverd met opgave van de verzekerde prestaties gefinancierd door de vrijwillige persoonlijke stortingen. Deze verzekerde prestaties worden niet op het benefit statement weergegeven. De persoonlijke overeenkomst deelt in de "winstdeelname leven" toegekend door de pensioeninstelling in de tak 21 "individuele levensverzekeringen" indien aan de voorwaarden voldaan wordt.
Artikel 9
Voorschotten en inpandgevingen Voorschotten op prestaties en inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening worden enkel toegestaan om de aangeslotene in staat te stellen op het grondgebied van de Europese Unie onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen. Als gevolg van de fiscale wetgeving en de desbetreffend door de Administratie der Directe Belastingen uitgevaardigde richtlijnen, mogen de voorschotten op prestaties en inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening enkel toegestaan worden om de aangeslotene in staat te stellen in België onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen. Om deze reden wordt het bepaalde in de vorige alinéa van dit artikel niet toegestaan en kunnen voorschotten en inpandgevingen enkel conform de bepalingen onder deze alinéa. Tevens is het als bijzonder stelsel van aanslag bepaalde omzettingsstelsel van toepassing in zoverre die voorschotten verleend zijn voor het bouwen, het verwerven, het verbouwen, het verbeteren of het herstellen van de in België gelegen enige woning die uitsluitend bestemd is voor het persoonlijk gebruik van de voorschotnemer en zijn gezinsleden. Voorschotten worden door de pensioeninstelling toegekend op voorwaarde dat: de aangeslotene een akte van voorschot ondertekent; de aangeslotene akkoord gaat met de vooruit te betalen intrest die door pensioeninstelling op basis van de door haar gehanteerde intrestvoet wordt berekend het ogenblik van toekenning; de schriftelijke toestemming van de eventuele aannemende begunstigde(n) van pensioentoezegging wordt bekomen; zolang de aangeslotene in dienst is van de inrichter, de schriftelijke toestemming van inrichter wordt bekomen door de aangeslotene.
de op de de
De voorschotten moeten worden terugbetaald zodra die goederen uit het vermogen van de aangeslotene verdwijnen of van zodra de dekking bij overlijden wegvalt. De mogelijkheid tôt opneming van voorschotten bestaat enkel ten belope van de netto theoretische afkoopwaarde (na bedrijfsvoorheffing, riziv, solidariteitsbijdrage en eventuele penalisatie) vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan 1 en waarvan de noemer gelijk is aan 1 plus de door de door de pensioeninstelling gehanteerde intrestvoet berekend op het ogenblik van toekenning van het voorschot. Hierbij kan het op te nemen voorschot echter nooit meer bedragen dan het verzekerde netto (vestigings)kapitaal bij overlijden. Indien het berekende voorschot kleiner is dan 2.500,00 EUR, dan wordt het niet toegekend. Indien een voorschot is toegekend, vervalt het recht op winstdeelname voor het bedrag van de wiskundige reserves overeenstemmend met het bedrag van voorschot en dit overeenkomstig het winstdeelnameplan.
11
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Artikel 10 Communicatie De pensioeninstelling bezorgt éénmaal per jaar aan de aangeslotenen die hun verworven reserves in de pensioentoezegging hebben ondergebracht, met uitsluiting van de rentegenieters, een benefit statement waarop de volgende gegevens vermeld staan: het bedrag van de verworven reserves, desgevallend aangevuld tôt de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving; het bedrag van de verworven prestaties en de datum waarop ze opeisbaar zijn; de variabele elementen waarmee bij de berekening van de verworven reserves en van de verworven prestaties rekening wordt gehouden; het bedrag van de verworven reserves van het vorige verzekeringsjaar; de mededeling dat de tekst van dit règlement op eenvoudig verzoek kan verkregen worden bij de inrichter. De pensioeninstelling deelt minstens om de vijf jaar het bedrag van de te verwachten rente bij pensionering, zonder aftrek van de belastingen, mee aan aile aangeslotenen vanaf de leeftijd van 45 jaar. Daarbij wordt uitgegaan van de volgende hypothèses: voor de actieve werknemers: • de stortingen blijven doorlopen; • voor de toezeggingen van het type vaste prestaties wordt rekening gehouden met de beloofde prestaties; • voor de toezeggingen van het type vaste bijdragen worden de verworven reserves en de nog te storten bijdragen gekapitaliseerd aan de maximale referentierentevoet voor verzekeringsverrichtingen van lange duur die vastgesteld is in de uitvoeringsbesluiten van de wet van 9 juli 1975, verminderd met 0,5 %. voor de qewezen werknemers: • voor de toezeggingen van het type vaste prestaties, indien de aangeslotene gekozen heeft om de verworven reserves, desgevallend aangevuld tôt de bedragen gewaarborgd door de rendementsgarantie zoals bepaald door artikel 24 WAP, in de pensioentoezegging te laten, wordt er rekening gehouden met de gereduceerde prestaties; • voor de toezeggingen van het type vaste bijdragen worden de verworven reserves gekapitaliseerd aan de maximale referentierentevoet voor verzekeringsverrichtingen van lange duur die vastgesteld is in de uitvoeringsbesluiten van de wet van 9 juli 1975, verminderd met 0,5 %. Twee maanden voor de pensionering of binnen de twee weken nadat de inrichter van de vervroegde pensionering op de hoogte gebracht is, brengt de inrichter de aangeslotene op de hoogte van het recht van omvorming van een kapitaal in een rente. In geval van overlijden van de aangeslotene brengt de inrichter de begunstigde van dit recht op de hoogte binnen de twee weken nadat de inrichter van het overlijden op de hoogte gebracht is. De pensioeninstelling stelt elk jaar een verslag op over het beheer van de pensioentoezegging zoals vereist door de van toepassing zijnde wetgeving en stelt dit verslag ter beschikking van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen.
12
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
ArtikelU
Medische acceptatie De pensioeninstelling houdt zich het recht voor medische formaliteiten en/of onderzoeken op te leggen in zover dit wettelijk toegelaten is. In bepaalde gevallen zal de pensioeninstelling, in overeenstemming met haar medische acceptatiepolitiek, een medisch onderzoek opleggen, waarvan zij de kosten ten laste neemt. Deze politiek kan, onder andere, in de volgende gevallen van toepassing zijn: bij aansluiting; bij verhoging van de verzekerde prestaties bij overlijden of van het weder in werking stellen van de overeenkomst; bij vrijwillige persoonlijke bijdragen; bij vervroegde vereffening van de voordelen bij leven; in geval van verdaging indien toegelaten door het pensioenreglement. Met betrekking tôt de prestaties bij overlijden kan enkel een medisch onderzoek worden opgelegd wanneer de aangeslotene de vrijheid krijgt om de omvang van de overlijdensdekking zelf te kiezen of indien het kapitaal bij overlijden minstens 50% hoger is dan het pensioenkapitaal of indien er tien werknemers of minder zijn aangesloten bij het pensioenstelsel. Indien een verhoogd risico wordt vastgesteld kan de pensioeninstelling, indien dit wettelijk toegelaten is, in toepassing van haar medische acceptatiepolitiek een bijpremie aanrekenen of het risico geheel of gedeeltelijk weigeren.
Artikel 12 Verplichtingen van de aangeslotene De aangeslotene is verplicht onmiddellijk mededeling aan de inrichter te doen van iedere wijziging in de gezinssituatie of van de burgerlijke staat die aanleiding kan geven tôt een aanpassing van de verzekerde prestaties of de begunstiging bij overlijden. De pensioeninstelling heeft het recht te eisen dat dergelijke wijzigingen gestaafd worden door officiële stukken. De aangeslotene draagt de voile verantwoordelijkheid voor de volledigheid en juistheid van de door hem verstrekte inlichtingen.
Artikel 13 Aanvaarding van de begunstiging De aangeslotene kan, conform de bepalingen in de bijzondere voorwaarden, een begunstigde aanwijzen. Elke begunstigde mag de begunstiging aanvaarden mits akkoord van de inrichter. Aanvaarding geschiedt door een geschrift met de handtekening van de begunstigde, de inrichter, de aangeslotene en de pensioeninstelling. De aanvaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die gevallen waarin de wet herroeping toestaat, als gevolg dat de latere wijziging van de begunstiging, de afkoop of de reserveoverdracht, de inpandgeving en de opname van een voorschot slechts mogelijk zijn mits de schriftelijke toestemming van de aanvaardende begunstigde. Deze toestemming is eveneens vereist voor elke wijziging die een vermindering impliceert van de verzekeringsprestaties die ten gunste van de aanvaardende begunstigde verzekerd zijn door reeds betaalde premies. In de mate dat de aanvaarding van de begunstiging ertoe leidt dat de bepalingen betreffende de begunstiging in de bijzondere voorwaarden niet kunnen worden toegepast, blijven de bepalingen in de bijzondere voorwaarden zonder uitwerking.
13
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Artikel 14 Betaling van de prestaties De prestaties worden in de vorm van een kapitaal uitgekeerd nadat de begunstigde(n) het door hen tegengetekend kwijtschrift samen met de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken aan de pensioeninstelling hebben laten geworden. De uitkering gebeurt binnen de 30 dagen na ontvangst van het tegengetekende kwijtschrift en de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken. De prestaties worden uitgekeerd in de vorm van een rente nadat de begunstigde(n) de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken aan de pensioeninstelling hebben laten geworden. De eerste uitkering gebeurt binnen de 30 dagen na ontvangst van de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken. De pensioeninstelling mag op elk ogenblik nieuwe bewijsstukken vragen in welk geval de voorgaande procédure opnieuw van toepassing wordt. De pensioeninstelling heeft het recht de hierboven genoemde stukken als haar eigendom te behouden. Voor de vertraging in de uitkering van de door de pensioeninstelling verschuldigde bedragen, doordat deze bedragen niet zijn opgevorderd, de stukken niet volledig of niet in orde zijn, of in het algemeen ten gevolge van een omstandigheid onafhankelijk van de wil van de pensioeninstelling, wordt geen intrest door haar vergoed.
Artikel 15 Wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging De pensioeninstelling kan eenzijdig geen enkele beperkende wijziging aanbrengen in het pensioenreglement. De inrichter kan de pensioentoezegging wijzigen of opheffen, mits eerbiediging van de voorschriften neergelegd in de WAP, indien zij van toepassing zijn ten aanzien van de aangeslotenen. In geen geval mag echter inbreuk gemaakt worden op de verzekerde prestaties opgebouwd door de door de inrichter aan de pensioeninstelling tôt op het tijdstip van wijziging reeds betaalde of tôt op dat ogenblik nog te betalen premies. Hoewel de premiebetaling in de relatie inrichter-pensioeninstelling niet verplicht is, is de afbouw of de opheffing van de pensioentoezegging op basis van dit pensioenreglement en onder voorbehoud van eventuele andere sociale wetgeving, door de inrichter ten aanzien van de aangeslotenen op dat ogenblik bovendien slechts mogelijk wanneer zich één of meer hierna omschreven omstandigheden voordoen: bij invoering van nieuwe of wijziging, respectievelijk verdere uitwerking van de bestaande wetgeving, rechtspraak, richtlijnen van de controleoverheid en/of andere maatregelen of feitelijke omstandigheden die rechtstreeks of onrechtstreeks een verhoging van de kostprijs van de pensioentoezegging zouden teweegbrengen; wanneer de wetgeving betreffende de sociale zekerheid, waarop deze pensioentoezegging een aanvulling vormt, grondige wijzigingen zou ondergaan; wanneer bedrijfsinterne of -externe economische ontwikkelingen de handhaving van de pensioentoezegging (in zijn ongewijzigde vorm) niet langer in overeenstemming zouden brengen met een gezonde bedrijfsvoering. Indien de inrichter de beslissing tôt wijziging of opheffing bekendmaakt aan pensioeninstelling bevestigt de inrichter dat hij aan de bovenstaande voorwaarden voldoet.
de
De verhoging van de aanspraken is onderworpen aan de voorwaarden die van kracht zijn op het ogenblik van de aanpassing, onder andere op het gebied van de aanvaarding.
14
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Indien de gevraagde aanpassing aanleiding geeft tôt een vermindering van de prestaties die op het ogenblik van de wijziging door de reeds betaalde premies verzekerd zijn, moet de inrichter de schriftelijke toestemming van de eventuele aannemende begunstigde voorleggen. De inrichter overhandigt de tekst van de in het pensioenreglement aangebrachte wijzigingen aan elke actieve aangeslotene. Mits het akkoord van de pensioeninstelling en mits eerbiediging van de voorschriften neergelegd in de van toepassing zijnde wetgeving, kan de inrichter de pensioentoezegging wijzigen. In geen geval mag deze wijziging tôt gevolg hebben dat de reeds door de aangeslotenen verworven voordelen op het ogenblik van de wijziging verminderd worden. Voordat de pensioeninstelling overgaat tôt wijziging van de pensioentoezegging moet de inrichter schriftelijk aan de pensioeninstelling bevestigen dat aile wettelijk voorgeschreven procédures bij wijziging van een pensioenstelsel van toepassing op deze pensioentoezegging werden nageleefd. De inrichter kan de pensioentoezegging beëindigen mits eerbiediging van de voorschriften neergelegd in de van toepassing zijnde wetgeving. In geen geval mag deze beëindiging tôt gevolg hebben dat de reeds door de aangeslotenen verworven prestaties en verworven reserves, met uitzondering van de voordelen die gedekt zijn door risicoverzekeringen, op het ogenblik van de beëindiging verminderd worden. In dit geval worden de tijdelijke verzekeringen op basis van jaarlijks hernieuwbare risicopremies beëindigd. Voordat de pensioeninstelling overgaat tôt beëindiging van de pensioentoezegging moet de inrichter schriftelijk aan de pensioeninstelling bevestigen dat aile wettelijk voorgeschreven procédures bij beëindiging van een pensioenstelsel van toepassing op deze pensioentoezegging werden nageleefd. Wordt aan de pensioentoezegging een einde gesteld door ontbinding of vereffening van de inrichter, zonder dat zijn verplichtingen door een andere inrichter worden overgenomen, dan zullen de individuele rekeningen in voile eigendom aan de aangeslotenen worden overgedragen. In geval van wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging hebben de aangeslotenen het recht de bijdragebetalingen nodig voor de instandhouding van hun verzekeringen zelf voort te zetten conform de bepalingen in de algemene voorwaarden. De aanvraag tôt wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging geschiedt met een gedagtekend en ondertekend schrijven. De reductiewaarde wordt berekend op de datum van de vervaldag van de eerste niet betaalde bijdrage. Indien aile bijdragen betaald werden op het ogenblik dat de inrichter schriftelijk zijn inzicht kenbaar maakt zijn toekomstige bijdragen niet meer te betalen of over te gaan tôt afkoop, heeft de reductie uitwerking op de eerstvolgende bijdragevervaldag tenzij een latere datum wordt opgegeven en mits verderzetting van de bijdragebetaling.
15
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Artikel 16 Financieringsfonds Samen met de pensioentoezegging wordt een financieringsfonds opgericht dat door de pensioeninstelling wordt beheerd. Het bevat de reserves die geen betrekking hebben op werkgeversbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst en vormt een theoretische afkoopwaarde. De activa van het financieringsfonds kunnen niet terug worden opgenomen in het vermogen van de inrichter. De inrichter kan in dit fonds ten definitieve titel stortingen doen in het vooruitzicht van de financiering van de toekomstige lasten die voortspruiten uit de verzekeringsverrichtingen zoals voorzien in onderhavig pensioenreglement. Naast de hiervoor genoemde stortingen ontvangt het fonds de bedragen die eraan worden toegekend in toepassing van het pensioenreglement. Wanneer de totale gestorte werkgeversbijdrage lager is dan deze die krachtens het pensioenreglement moet worden toegewezen aan de werkgeversbijdrageovereenkomst, wordt het verschil uit het financieringsfonds geput. Dit is geen afdwingbaar recht tegenover de pensioeninstelling. De pensioeninstelling blijft in dit geval op elk ogenblik het recht behouden om de procédure wegens niet betaling van de premies in te zetten. Indien de verworven reserves in uitvoering van een beslissing van de aangeslotene naar aanleiding van zijn uittreding naar de onthaalstructuur of naar een andere pensioeninstelling worden overgedragen, zullen eventuele tekorten die op dat ogenblik door de van kracht zijnde wetgeving moeten afgefinancierd worden, geput worden uit het financieringsfonds. Indien de reserves in het financieringsfonds door zulk een operatie negatief worden, zal de inrichter het negatieve saldo onmiddellijk aanzuiveren. In geval van definitieve opheffing van het pensioenstelsel, in geval van vereffening van de inrichter, van faillissement van de inrichter en van analoge procédures of in geval van ontslagen zoals bedoeld in de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondememingen en in het KB van 29 augustus 1985 tôt bepaling van de ondememingen in moeilijkheden of die uitzonderlijk ongunstige economische omstandigheden kennen, bedoeld in artikel 39bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, worden de activa van het financieringsfonds gestort in een maatschappelijk fonds van de inrichter dat beheerd wordt in overeenstemming met artikel 15, h, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, tenzij bij collectieve arbeidsovereenkomst andere toekenningsmodaliteiten worden overeengekomen. Het bedrag van de activa van het financieringsfonds dat in toepassing van het vorige lid gestort wordt in een maatschappelijk fonds van de inrichter of een andere bestemming krijgt op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst, is hoogstens gelijk aan het bedrag van de activa die de verworven reserves, in voorkomend geval verhoogd tôt de bedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24 van de WAP, overschrijden en wordt beperkt naar verhouding van de verworven reserves, in voorkomend geval verhoogd tôt de bedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24 van de WAP, van de betrokken werknemers.
16
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Artikel 17 Onderfinanciering van het pensioenstelsel In geval de financiering van de reserves ontoereikend is of bij een ontoereikendheid van de aflossingen voor de aanzuivering van de onderfinanciering die voortvloeit uit de inwerkingtreding van het KB leven, verwittigt de pensioeninstelling de inrichter zodra de ontoereikendheid wordt vastgesteld. Indien een voldoende financiering binnen een termijn van 6 maanden vanaf de bovengenoemde verwittiging uitblijft, of in aile gevallen waar het pensioenstelsel is opgeheven, wordt de pensioentoezegging gereduceerd. In die gevallen worden de niet geïndividualiseerde reserves overgedragen naar de individuele overeenkomsten voorzover dit nog niet het geval was. De verdeling van de niet geïndividualiseerde reserves gebeurt voor iedere aangeslotene in de verhouding van het verschil tussen zijn volledige verworven reserves, in voorkomend geval verhoogd tôt het bedrag gewaarborgd in toepassing van het minimumrendement bepaaid door de WAP, en de reserves van zijn individuele persoonlijke bijdrage- en werkgeversbijdrageovereenkomsten, tôt de som, voor aile aangeslotenen, van die verschillen.
17
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
2.
AFKOOP NIET-BETALING WEDERINWERKINGSTELLING
VAN
DE
PREMIES
Artikel 18 Definities Actuele inventariswaarde: De actuele waarde op een bepaald ogenblik berekend in functie van de inventarisgrondslag, zijnde het geheel van de inventaristoeslagen, de technische rentevoet en de voorvalswetten die het tarief of het samenstellen van de reserves bepalen. Afkoop van de pensioentoezeqqinq: Opzegging van de pensioentoezegging. Beëindiqing van het pensioenstelsel door de inrichter: Opzegging van het pensioenstelsel door de inrichter. Reductie van de pensioentoezegging: De vermindering van de actuele waarde van de verzekerde prestaties ten gevolge van het stopzetten van de betaling van de bijdragen. Reductiewaarde: De prestatie die op het ogenblik van de stopzetting van de betaling van de bijdragen verzekerd blijft. Wanneer de reductie gepaard gaat met het wegvallen van de verzekerde prestaties bij overlijden, kan de actuele inventariswaarde berekend worden met de sterftetafels voor de verrichtingen bij leven. Theoretische afkoopwaarde: Het verschil tussen de actuele inventariswaarde van de verbintenissen van de pensioeninstelling en de actuele waarde van de reductiepremies die betrekking hebben op de toekomstige vervaldagen. Dat verschil wordt verhoogd met het niet verbruikte gedeelte van de toeslagen. De technische grondslagen die voor de berekening van de theoretische afkoopwaarde gebruikt worden, zijn die die gebruikt worden voor de berekening van de premie.
Artikel 19 Afkoop door de inrichter De inrichter kan, mits eerbiediging van de van toepassing zijnde wetgeving, beslissen om de theoretische afkoopwaarden over te dragen naar een andere toegelaten pensioeninstelling. Voordat de pensioeninstelling overgaat tôt zulk een overdracht moet de inrichter bewijzen dat aile van toepassing zijnde wettelijk voorgeschreven procédures werden nageleefd. In geval van overdracht zal de pensioeninstelling een vereffeningsvergoeding vragen in toepassing van de wettelijke bepalingen. Bij de berekening van de vereffeningsvergoeding wordt rekening gehouden met de volgende elementen: de samenstelling van de portefeuille van de representatieve activa van de reserves opgebouwd door het geheel van de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomsten en de financieringsfondsen beheerd door de pensioeninstelling; de beleggingsduur per catégorie van representatieve activa; de evolutie van de door de pensioentoezegging opgebouwde reserves en van het financieringsfonds van deze pensioentoezegging; aile andere gerechtvaardigde overdrachtskosten; de regels eventueel vastgelegd door het règlement of een andere overeenkomst.
18
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Deze vereffeningsvergoeding wordt als volgt berekend: Indien de over te dragen theoretische afkoopwaarden groter zijn dan 1.250.000,00 EUR1 wordt een vereffeningsvergoeding aangerekend die de som is van de volgende elementen: •
Forfaitaire vergoeding: De forfaitaire vergoeding bedraagt 5% van de theoretische afkoopwaarde.
•
Administratieve vergoeding: De administratieve vergoeding bedraagt 45,00 EUR1 per aangeslotene met een maximum van 1.970,00 EUR1.
•
Financiële vergoeding = theoretische afkoopwaarde x FV De bepaling van de latente minderwaarden op de beleggingsportefeuille gebeurt op basis van het rendement van de OLO met een looptijd van 10 jaar. De financiële vergoeding kan nooit negatief zijn en wordt uitgedrukt als een percentage van de pensioenreserves. FV = (5-2u)(i1 -\2) waarbij • FV = 0 als il < of = \2 • FV = 0 als u > of = 2,5 met: • u = duur in jaren en maanden tussen het moment van de afkoopmelding en de effectieve uitbetaling (of wens tôt uitbetaling) van de afkoopwaarde; • il = het OLO rendement (OLO 10 jaar) op het ogenblik van afkoopmelding. De pensioeninstelling behoudt zich het recht om, indien er geen OLO markt meer bestaat, het rendement te nemen van een gelijkwaardige EURO belegging; • i 2 = het gemiddelde OLO rendement (OLO 10 jaar) over de laatste 5 jaar, op het moment van de afkoopmelding.
In geval van overdracht van de reserves van het financieringsfonds, rekent de pensioeninstelling eveneens een vereffeningsvergoeding aan die op dezelfde wijze en volgens dezelfde modaliteiten wordt berekend, zij het dat er geen administratieve vergoeding wordt toegepast. Indien de over te dragen theoretische afkoopwaarden kleiner zijn dan of gelijk zijn aan 1.250.000,00 EUR1 wordt een vereffeningsvergoeding per aangeslotene aangerekend die gelijk is aan het maximum van: • •
75,00 EUR1 het minimum van 5% van de theoretische afkoopwaarde en 1% van de theoretische afkoopwaarde vermenigvuldigd met de tôt de einddatum van de pensioentoezegging nog te verstrijken looptijd van de overeenkomst uitgedrukt in jaren.
In geval van overdracht van de theoretische afkoopwaarden mag geen enkele vergoeding of verlies van winstdeelname ten laste gelegd worden van de aangeslotenen of van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserves worden afgetrokken. De overdracht van de theoretische afkoopwaarden wordt uitgesteld vereffeningsvergoeding integraal betaald werd aan de pensioeninstelling.
totdat
de
1
Dit bedrag wordt geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet genomen worden is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de afkoop voorafgaat.
19
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Artikel 20 Afkoop door de aangeslotene Er bestaat geen recht op afkoop voor de pensioentoezeggingen waarin uitsluitend verzekerde prestaties bij leven zijn bedongen. Zolang de aangeslotene niet is uitgetreden, kan het recht op afkoop niet worden uitgeoefend, behoudens in de door het règlement gespecifieerde gevallen en enkel ten voordele van de aangeslotene. Enige afkoop anders dan deze die wettelijk toegelaten is naar aanleiding van uittreding of naar aanleiding van het opnemen van voorschotten, in pandgeving en het wedersamenstellen van een hypothecair krediet, zijn niet toegelaten. De afkoopwaarde wordt vereffend ten belope van de verzekerde prestaties bij overlijden. Het eventuele saldo van de theoretische afkoopwaarde wordt aangewend voor de vorming, op basis van de inventarisgrondslag, van prestaties bij leven, betaalbaar op dezelfde vervaldagen en in dezelfde voorwaarden als de prestaties bij leven van de oorspronkelijke verrichting. Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen kunnen de reserves van de werkgevers- en de persoonlijke bijdrageovereenkomst door de aangeslotene worden afgekocht vanaf het ogenblik waarop hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt. Bij afkoop vôôr het bereiken van de leeftijd van 60 jaar is een afkoopvergoeding verschuldigd die gelijk is aan 1% van de theoretische afkoopwaarde vermenigvuldigd met de tôt de einddatum nog te verstrijken looptijd van de overeenkomst uitgedrukt in volledige jaren. De aldus berekende afkoopvergoeding mag niet meer bedragen dan 5% van de theoretische afkoopwaarde, maar zal altijd minstens gelijk zijn aan 75,00 EUR.2 Voor die pensioentoezeggingen waarop artikel 61, §1 van de WAP van toepassing is, geldt tôt 31 december 2009 dat het recht op afkoop ontstaat zodra de theoretische afkoopwaarde positief is. De afkoopwaarde is echter beperkt tôt de verzekerde prestaties bij overlijden en bedraagt: 95 % van de theoretische afkoopwaarde; vanaf het 9e tôt en met het 6e aan de einddatum voorafgaand verzekeringsjaar, bedraagt zij opeenvolgend 96, 97, 98 en 99 % van de theoretische afkoopwaarde; en gedurende de laatste 5 verzekeringsjaren voorafgaand aan de einddatum is de afkoopwaarde gelijk aan 100 % van de theoretische afkoopwaarde. De aanvraag tôt afkoop geschiedt met een gedagtekend en ondertekend schrijven door de aangeslotene. Voor de berekening van de afkoopwaarde wordt de datum van de aanvraag in aanmerking genomen. De afkoop heeft uitwerking op de datum waarop het voor akkoord ondertekend kwijtschrift van afkoop bij de pensioeninstelling toekomt. Om de afkoopwaarde te verkrijgen moet de begunstigde een levensbewijs en een kopie van zijn identiteitskaart aan de pensioeninstelling overmaken.
2
Dit bedrag wordt geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet genomen worden is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de afkoop voorafgaat.
20
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Artikel 21 Niet-betaling van de premies De betaling van de premies of een gedeelte ervan is ten aanzien van de pensioeninstelling niet verplicht. De niet-betaling van de premies heeft de reductie van de persoonlijke- en de werkgeversbijdrageovereenkomst tôt gevolg, of de verbreking ervan indien de theoretische afkoopwaarde negatief is op de vervaldatum van de eerste niet betaalde premie. Tevens heeft dit de stopzetting van de tijdelijke overlijdensverzekeringen tôt gevolg. De aangetekende ingebrekestelling mag ten vroegste 30 dagen na de vervaldag van de onbetaalde premies worden verzonden. Indien de premies niet meer gestort worden en behoudens schriftelijke verklaring van de inrichter dat hij de premiebetaling staakt, zullen de premies nà een eerste herinnering uit het financieringsfonds geput worden. Indien er een betalingsachterstand wordt vastgesteld van 1 maand en de inrichter geen schriftelijke kennisgeving van stopzetting van (de premiebetaling voor) het pensioenstelsel aan de pensioeninstelling heeft gericht, verstuurt deze laatste een aangetekende ingebrekestelling aan de inrichter. Hierin wordt vermeld dat de risicowaarborgen stopgezet worden en dat indien er een betalingsachterstand wordt vastgesteld van 3 maanden en de inrichter geen schriftelijke kennisgeving van stopzetting van (de premiebetaling voor) het pensioenstelsel aan de pensioeninstelling heeft gericht, de pensioeninstelling aile actieve aangeslotenen hiervan onmiddellijk in kennis moet stellen. Na uitputting van het financieringsfonds en tenzij de inrichter inmiddels hiervoor genoemde verklaring heeft overgemaakt, zal gehandeld worden in overeenstemming met de regels bij "niet-betaling van de premie". Tenzij de inrichter de hiervoor genoemde verklaring heeft overgemaakt, in welk geval hij aile actieve aangeslotenen hiervan onmiddellijk in kennis stelt, licht de pensioeninstelling uiterlijk 3 maanden na de eerste onbetaalde premievervaldag (in voorkomend geval na uitputting van het financieringsfonds) elke aangeslotene in over de niet-betaling van de premie bij gewone brief per post. Vanaf dat ogenblik worden de respectievelijke persoonlijke bijdrageovereenkomst en werkgeversbijdrageovereenkomst premievrij gemaakt voor aile aanspraken. Zij blijven onderworpen aan het pensioenreglement en delen verder in de winst van de tak 21 "groepsverzekeringen". In geval van reductie van de pensioentoezegging wordt bij een vermindering van de nog te vervallen premies een reductievergoeding aangerekend. Deze mag niet groter zijn dan: op het moment van de reductie, een forfait van 75,00 EUR3; nadien, op elke vervaldag van de oorspronkelijke voorziene premie, een vergoeding die overeenstemt met de vermindering van het gedeelte van de toeslagen dat het algemeen beheer van de overeenkomsten dekt en die tôt 5 promille van de vermindering van de reductiepremie beperkt is. Deze vergoeding wordt als een inventaristoeslag beschouwd. Wanneer de reductie gepaard gaat met het wegvallen van de waarborgen in geval van overlijden, wordt de inventariswaarde berekend met de sterftetafels voor verrichtingen bij leven.
3
Dit bedrag wordt geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet genomen worden is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de reductie voorafgaat.
21
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Voor een tijdelijke overlijdensverzekering waarbij het risico gedekt wordt voor stilzwijgend hemieuwbare perioden van één jaar, is er geen reductiewaarde.
Artikel 22 Wederinwerkingstelling Een bij toepassing van het artikel betreffende de niet-betaling van de premies opgezegde, gereduceerde of afgekochte pensioentoezegging mag opnieuw in werking worden gesteld en dit gedurende een termijn van 3 maanden voor de opgezegde of afgekochte pensioentoezegging en gedurende een termijn van 3 jaar voor de gereduceerde pensioentoezegging. De wederinwerkingstelling mag afhankelijk worden gemaakt van medische acceptatie volgens de op dat ogenblik geldende voorwaarden. Onverminderd eventuele andere verplichtingen die uit het pensioenreglement of uit de wettelijke bepalingen voortvloeien, geschiedt het opnieuw in werking stellen onder de oorspronkelijke voorwaarden, indien de aanvraag gedaan wordt binnen de 3 maanden na de opzeg of de afkoop en binnen de 3 jaar na de reductie en mits de achterstallige premies voorafgaandelijk betaald worden. Indien de pensioentoezegging werd afgekocht, moet eveneens de volledige afkoopwaarde worden teruggestort. Onverminderd eventuele andere verplichtingen die uit het pensioenreglement of uit de wettelijke bepalingen voortvloeien, wordt de gereduceerde pensioentoezegging na de hogervermelde période van 3 maanden opnieuw in werking gesteld zonder betaling van de achterstallige bijdragen maar dan op grond van een nieuwe bijdrage, berekend op basis van de leeftijd van de aangeslotene op dat ogenblik en rekening houdend met de theoretische afkoopwaarde op het ogenblik van het opnieuw in werking stellen van de pensioentoezegging. De wederinwerkingstelling gaat in na kennisgeving ervan door de pensioeninstelling aan de inrichter.
22
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
3.
ONTHAALSTRUCTUUR
Artikel 23 Onthaalstructuur De inrichter onderschrijft bij de pensioeninstelling samen met de groepsverzekeringsovereenkomst een onthaalstructuur waarvan de tarieven door de pensioeninstelling onder de productnaam "onthaalstructuur" bij de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen) ingediend werden en die bestemd is om reserves te ontvangen van aanvullende pensioenen. De reserves die de aangeslotene overdraagt vanuit een andere pensioentoezegging worden verplicht ondergebracht in de onthaalstructuur en kunnen nooit ondergebracht worden in de pensioentoezegging die verbonden is aan deze onthaalstructuur. De reserves die de aangeslotene van deze pensioentoezegging verworven heeft op het ogenblik van de uittreding kunnen naar keuze van de aangeslotene ondergebracht worden in deze onthaalstructuur. De keuze tôt overdracht naar de onthaalstructuur heeft tôt gevolg dat de aangeslotene zijn reserves niet meer kan overdragen naar de oorspronkelijke pensioentoezegging. De onthaalstructuur geeft de overdragende aangeslotene de keuze uit: een verzekering bij leven en overlijden onder de vorm van een uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserves (UKMR). Het verzekerde bedrag wordt bekomen door het kapitaliseren van het overgedragen bedrag conform de tariefgrondslagen UKMR neergelegd bij de CBFA onder de productnaam "onthaalstructuur"; of een verzekeringscombinatie gemengde levensverzekering waarbij een verhouding 10/25 bestaat tussen het kapitaal overlijden en het kapitaal leven conform de tariefgrondslagen gemengde levensverzekering neergelegd bij de CBFA onder de productnaam "onthaalstructuur". De pensioeninstelling kan de toetreding tôt deze verzekeringscombinatie afhankelijk maken van medische acceptatie zoals omschreven in de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur. Indien de overdragende aangeslotene geen keuze bekendmaakt op het ogenblik van zijn overdracht (of in afwachting van zijn keuze), worden zijn overgedragen reserves ondergebracht in de combinatie UKMR. De overdragende aangeslotene behoudt éénmaal per jaar de mogelijkheid om geheel kostenloos de omvorming te vragen van zijn overgedragen reserves naar een andere verzekeringscombinatie waarvan de tariefgrondslagen neergelegd zijn bij de CBFA onder de productnaam "onthaalstructuur" en dit ten belope van de theoretische afkoopwaarde. In voorkomend geval wordt de afkoopwaarde slechts overgedragen ten belope van het kapitaal overlijden. Het saldo van de theoretische afkoopwaarde zal aangewend worden voor het verzekeren, op inventarisgrondslag, van prestaties bij leven betaalbaar onder dezelfde voorwaarden als de prestaties bij leven van de oorspronkelijk gekozen verzekeringscombinatie. Indien de overdragende aangeslotene tijdens eenzelfde kalenderjaar bijkomende aanvragen tôt omvorming van zijn overgedragen reserves doet, zal de pensioeninstelling de kosten vermeld in het tarief aanrekenen. Wanneer de aangeslotene zijn reserves overdraagt naar de onthaalstructuur, dan: zijn de verplichtingen van de pensioeninstelling beperkt tôt de verplichtingen die voortvloeien uit de onthaalstructuur; eindigen de verplichtingen van de inrichter die voortvloeien uit het pensioenstelsel waarbinnen de reserves werden opgebouwd.
23
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Indien de aangeslotene van de pensioentoezegging op het moment van zijn uittreding kiest voor de overdracht van zijn verworven reserves naar de onthaalstructuur, worden de verworven reserves desgevallend door de inrichter aangevuld tôt de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving. Hierdoor vervalt voor de inrichter en de pensioeninstelling iedere verplichting die voortvloeit uit het pensioenreglement. De reserves die zijn overgedragen naar de onthaalstructuur zijn onmiddellijk verworven door de overdragende aangeslotene in overeenstemming met de regels die binnen de gekozen productcombinatie gelden. De algemene voorwaarden van de onthaalstructuur maken integraal deel uit van dit pensioenreglement. Op de onthaalstructuur zijn enkel de bepalingen die omschreven worden in de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur van toepassing en hebben de bepalingen zoals omschreven in dit pensioenreglement (algemene en bijzondere voorwaarden) geen toepassing tenzij uitdrukkelijk anders vermeld.
24
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
4.
OMVANG VAN DE WAARBORG IN GEVAL VAN OVERLIJDEN
Artikel 24 Geografische uitgestrektheid Het overlijdensrisico geldt wereldwijd, onder voorbehoud van de bepalingen van de overige artikelen onder hoofdstuk 4.
Artikel 25 Opzettelijke daad Het overlijden van de aangeslotene veroorzaakt door een opzettelijke daad van één van de begunstigden, of op hun aansporing, is niet gedekt. Een opzettelijke daad is een daad die gesteld wordt met de bedoeling om de aangeslotene te doden of ernstige letselschade toe te brengen.
Artikel 26
Luchtvaart Het overlijden van de aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als piloot of lid van het boordpersoneel is niet gewaarborgd. Het overlijden van de aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als passagier is gewaarborgd, uitgezonderd wanneer het een toestel betreft: waarvan de aangeslotene wist of kon weten dat het geen vliegvergunning heeft voor het vervoer van personen of goederen; van een luchtmacht dat niet bestemd is voor personenvervoer; dat producten met strategische kenmerken vervoert in streken waar vijandelijkheden aan de gang zijn of opstand heerst; dat zich voorbereidt tôt of deelneemt aan een sportwedstrijd; dat proefvluchten uitvoert; van het type ultra-licht-gemotoriseerd.
Artikel 27 Oproer Er wordt geen dekking verleend wanneer het overlijden het rechtstreekse en onmiddellijke gevolg is van oproer, burgerlijke onlusten, aile collectieve gewelddaden van politieke, ideologische of sociale aard, al dan niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid of welke gevestigde macht ook, indien de aangeslotene er op vrijwillige en actieve wijze aan heeft deelgenomen.
Artikel 28 Oorlog Er wordt geen dekking verleend voor het overlijden als gevolg van een oorlogsgebeurtenis, dat wil zeggen, een gebeurtenis die het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van een offensieve of defensieve actie van een oorlogvoerende mogendheid of van welke andere gebeurtenis van militaire aard ook. Indien het conflict uitbreekt tijdens het verblijf van de aangeslotene in het buitenland, wordt dekking verleend van het oorlogsrisico op voorwaarde dat de aangeslotene niet op actieve wijze aan de vijandelijkheden deelneemt.
25
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Artikel 29 Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden In de niet gewaarborgde gevallen, vastgesteld in de artikelen 25 tôt en met 28, betaalt de pensioeninstelling de theoretische afkoopwaarde, berekend op de dag van het overlijden en beperkt tôt het bij overlijden verzekerde kapitaal. Wanneer het overlijden van de aangeslotene voortkomt uit een opzettelijke daad van (één van) de begunstigde(n), of op zijn (hun) aansporen, verliest (verliezen) de begunstigde(n), die het overlijden opzettelijk heeft (hebben) veroorzaakt, aile rechten op de verzekerde prestaties. De verzekerde prestaties worden dan, in tegenstelling tôt de vorige paragraaf, niet beperkt tôt de theoretische afkoopwaarde, maar komt integraal toe aan de medebegunstigde(n), of bij ontstentenis, aan de subsidiaire begunstigde(n) volgens de in de bijzondere voorwaarden vermelde volgorde, en bij gebreke daarvan, aan de nalatenschap van de aangeslotene. De verzekerde prestaties in geval van overlijden worden zonder beperking uitgekeerd aan de begunstigde(n), indien het overlijden van de aangeslotene te wijten is aan zelfmoord.
Artikel 30 Aangifte van een schadegeval Het overlijden van de aangeslotene moet bij de pensioeninstelling uiterlijk binnen 8 dagen worden aangegeven. Bij laattijdige aangifte kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de aangifte van het schadegeval zo snel als redelijkerwijs mogelijk was, werd ingediend. De aangifte moet gebeuren via het daartoe bestemde formulier en moet vergezeld gaan van aile originele documenten, attesten en rapporten die het bestaan van het schadegeval kunnen aantonen. De aangeslotenen stemmen ermee in dat de behandelende arts na hun overlijden aan de raadgevende arts van de pensioeninstelling een verklaring over de doodsoorzaak bezorgt. De pensioeninstelling kan bijkomende inlichtingen vragen of op haar kosten een autopsie laten uitvoeren. In voorkomend geval zal de pensioeninstelling de resultaten afwachten alvorens een standpunt in te nemen over het al dan niet gewaarborgd zijn van de schade. Indien aan één van deze verplichtingen niet voldaan wordt, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel. Indien valse getuigschriften worden voorgelegd, valse verklaringen worden afgelegd of opzettelijk bepaaide feiten of omstandigheden worden verzwegen die duidelijk van belang zijn bij de beoordeling van het schadegeval, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst weigeren en elke ten onrechte uitgekeerde som terugvorderen, verhoogd met de wettelijke intrest.
26
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
5.
WINSTDEELNAME
Artikel 31 Winstdeelname De pensioentoezeggingen nemen kosteloos deel in de winst, in de catégorie van de verzekeringscontracten, gemaakt volgens door de pensioeninstelling bepaalde regels die meegedeeld worden aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA). Indien de pensioentoezegging opgezegd is in het kader van een overdracht van de reserves naar een andere pensioeninstelling, wordt gedurende de période van de opzegging geen winstdeelname toegekend. Het winstdeelnameplan wordt ter beschikking van het publiek gesteld op de zetel van de vestiging van de pensioeninstelling waar de pensioenovereenkomst werd afgesloten.
6.
KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT
Artikel 32
Kennisgevingen De inrichter zorgt ervoor dat aile aangeslotenen de voordelen die de pensioentoezegging hun biedt ten voile kunnen genieten door hen correct te informeren en aile nuttige documenten over te maken. De inrichter bezorgt de pensioeninstelling de nodige informatie zodat het beheer correct en vlot kan verlopen en zorgt voor de tijdige betaling van de premie. Elke schriftelijke kennisgeving van een partij aan een andere wordt geacht te zijn gedaan op de datum van de postafgifte en geschiedt geldig op hun laatste onderling meegedeelde adres. De verzending van een aangetekende brief wordt bewezen door het ontvangstbewijs van de post. Bij gebrek aan voorlegging van het origineel exemplaar van enige briefwisseling, geldt het afschrift ervan in de dossiers van de pensioeninstelling als bewijs. In afwijking van het voorgaande wordt iedere kennisgeving van de pensioeninstelling aan de aangeslotene geacht gedaan te zijn door middel van de laatst verstuurde benefit statement.
Artikel 33 Rechtsmacht De pensioentoezegging is onderworpen aan de wettelijke en réglementaire bepalingen die in België voor levens- en aanvullende verzekeringen in het algemeen en voor groepsverzekeringen in het bijzonder gelden. Mocht de inrichter buiten België gevestigd zijn, dan wordt er, indien toegelaten, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht. De WAP is van toepassing op de aanvullende rust- en overlevingspensioenen voor aangeslotenen met werknemersstatuut (of hun rechthebbenden) wiens arbeidsovereenkomst beheerst wordt door het Belgisch arbeidsrecht en/of wiens gewone plaats van tewerkstelling België is. Tenzij andersluidend bericht van de inrichter, gaat de pensioeninstelling ervan uit dat deze voorwaarden vervuld zijn uit hoofde van aangeslotenen met werknemersstatuut. De toepassing van deze wet heeft onder meer voor gevolg dat de inrichter er toe gehouden is om bij de uittreding van een werknemer eventuele reservetekorten aan te zuiveren. In voorkomend geval wordt de inrichter hiertoe uitgenodigd door de pensioeninstelling. Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen eveneens, mits de partijen hierover ten vroegste op het ogenblik dat het geschil ontstaat uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord gaan, beslecht worden in een minnelijke medische expertise (arbitrage), waarbij de partijen elk een eigen geneesheer aanstellen. Indien er geen akkoord is tussen de geneesheren wordt er door
27
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
hen of, bij gebrek aan overeenstemming, door de voorzitter van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg een "derde" geneesheer aangesteld. Het aldus gevormde collège beslist bij meerderheid van stemmen en de beslissing is onherroepelijk. Op straffe van nietigheid van hun beslissing mogen de geneesheren evenwel niet afwijken van de bepalingen van het pensioenreglement. Elke partij betaalt de honoraria van de door haar aangestelde geneesheer. De honoraria van de eventuele "derde" geneesheer worden door de partijen in gelijke delen gedragen.
Artikel 34 Toepasselijk belastingsregime Voor wat betreft de fiscale lasten die op de premies drukken, geldt de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van de woonstaat van de inrichter. De eventuele toekenning van belastingvoordelen op de premies wordt bepaald door de belastingwetgeving van het woonland van de inrichter en/of van de aangeslotene. In bepaalde gevallen is de wetgeving van het land toepasselijk waar belastbare inkomsten verkregen worden. De verzekeringsprestaties worden belast in overeenstemming met de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van het woonland van de begunstigde. Voor wat betreft de eventuele successierechten, is de wetgeving van het woonland van de overledene en/of van de begunstigde van toepassing. De pensioeninstelling zal de wettelijk verplichte inhoudingen verrichten op het ogenblik van de uitkering van de prestaties. Voor nadere inlichtingen betreffende het toepasselijke belastingregime kan de inrichter zich wenden tôt de pensioeninstelling. Voor de toepassing van de fiscale begrenzing inzake de toekenning van belastingvoordelen op de werkgevers- en de persoonlijke premies in functie van het bedrag van de pensioenreserves die op de in de bijzondere voorwaarden vermelde einddatum toekomen aan de aangeslotenen, wordt er rekening gehouden met aile door de aangeslotenen bij de inrichter gepresteerde (en gelijkgestelde) dienstjaren, verhoogd met het maximum fiscaal toegelaten aantal niet in de onderneming gepresteerde (en gelijkgestelde) jaren. De inrichter behoudt zich het recht voor om de aanwending van het premiebudget voor de vorming van pensioenreserves te beperken indien de voornoemde fiscale begrenzing zou overschreden worden.
Artikel 35 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer De gegevens die op de aangeslotene betrekking hebben, worden opgenomen in bestanden die gehouden worden om de verzekeringsovereenkomsten te kunnen opstellen, te beheren en uit te voeren. In overeenstemming met de wet van 8 december 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult, kan de aangeslotene van zijn persoonsgegevens kennis nemen en ze indien nodig doen verbeteren. De pensioeninstelling is verantwoordelijk voor de verwerking.
28
Pensioentoezegging Algemene voorwaarden
Artikel 36 Goede trouw, redelijkheid en billijkheid De inrichter regeit de aangelegenheden in zijn verhouding met de aangeslotenen waarin het pensioenreglement niet expliciet voorziet of die vatbaar zouden zijn voor interpretatie. Indien de pensioeninsteiling hierbij belanghebbende partij is, geschiedt dit steeds in samenspraak met haar. De regeling van dergelijke aangelegenheden moet steeds gebeuren binnen de perken en met inachtneming van de goede trouw, de billijkheid, de redelijkheid en de geest van het pensioenreglement.
7.
BIJZONDERE UITGAVEN
Artikel 37
Bijzondere uitgaven De pensioeninsteiling heeft het recht om bepaalde kosten aan te rekenen in geval van bijzondere uitgaven veroorzaakt door toedoen van de inrichter, de aangeslotene(n) en de begunstigde(n). Dit kan slechts na voorafgaandelijke kennisgeving van de pensioeninsteiling aan de betrokkene(n).
8.
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 38 Algemene bepalingen De inrichter heeft het recht om de overeenkomst ten aanzien van de pensioeninsteiling op te zeggen binnen 30 dagen vanaf de inwerkingtreding ervan. In dit geval stort de pensioeninsteiling de betaalde premies terug, verminderd met de bedragen die werden verbruikt om het risico te dekken. Indien de pensioeninsteiling de algemene voorwaarden wenst te wijzigen, dan stelt zij bij aangetekend schrijven aan de inrichter voor om de gewijzigde algemene voorwaarden toe te passen vanaf een door haar bepaalde datum. Indien de inrichter binnen 90 dagen na dit voorstel aan de pensioeninsteiling schriftelijk meldt dat hij of zij deze wijziging weigert, blijven de vroegere algemene voorwaarden van toepassing. De inrichter overhandigt in voorkomend geval een exemplaar van de gewijzigde algemene voorwaarden aan elke aangeslotene.
29
INGJi) INSURANCE
Pensioenreglement
Maatschappelijke zetel Sint-Michielswarande 70, 1040 Brussel
Zetel Antwerpen Desguinlei 92, 2018 Antwerpen
T +32 2 738 97 11 F +32 2 738 98 96
T +32 3 244 66 88 F +32 3 244 66 87
E
[email protected] www.inginsurance.be ING Insurance NV, verzekeringsonderneming toegelaten door de CBFA onder codenummer 0051. Var.nlin Df. TRANSPORT NI
ING 320-0002736-90 IBAN BE34 3200 0027 3690
BIC BBRUBEBB RPR Brussel - BTW BE 0404.500.094
n?/?nnfi
INSURANCE
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Maatschappelijke zetel Zetel Antwerpen Sint-Michielswarande 70, 1040 Brussel Desguinlei 92, 2018 Antwerpen T +32 2 738 97 11 F +32 2 738 98 96 T +32 3 244 66 88 F +32 3 244 66 87 E
[email protected] www.inginsurance.be ING Insurance NV, verzekeringsonderneming toegelaten door de CBFA onder codenummer 0051. Varnlin DC T R A N S P O R T NI
ING 320-0002736-90 IBAN BE34 3200 0027 3690 BIC BBRUBEBB RPR Brussel - BTW BE 0404.500.094
n?/?(infi
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Inhoudsopgave Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15
Definities Elementen voor de berekening van de aanspraken Aansluiting Beëindiging van de aansluiting Aanspraken Verdaging van de einddatum Verschuldigdheid van de bijdragen Uitkeringsmodaliteiten bij leven van de aangeslotene op de einddatum Uitkeringsmodaliteiten bij overlijden van de aangeslotene vôôr de einddatum Winstdeelname Verworven prestaties en verworven reserves Fiscale aspecten verbonden aan de pensioentoezegging Uittreding Vervroegde vereffening Slotbepalingen
4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 19 20
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 1
Definities Voor de toepassing van dit pensioenreglement wordt verstaan onder: Pensioenstelsel: Het sectorale pensioenstelsel, bij CAO van 4 april 2006 ingericht in uitvoering van artikel 2,8° van de CAO van 1 juni 2005 betreffende een protocol van akkoord van 2005-2006, afgesloten binnen het Paritair Comité nr. 226 voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken. De CAO: De CAO van 4 april 2006 tôt invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel afgesloten binnen het Paritair Comité nr. 226 voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken. Inrichter: Het Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33/7, 2000 Antwerpen. Pensioeninstellinq: In aanvulling van de algemene voorwaarden wordt gesteld dat het gaat om de verzekeringsinstelling die in uitvoering van de CAO door de inrichter werd aangeduid voor de uitvoering en het beheer van het sectorale pensioenstelsel. Werkgever: Wordt als werkgever gedefinieerd, de natuurlijke of rechtspersoon die personeel tewerkstelt dat ressorteert onder het Paritair Comité nr. 226 en die niet vrijgesteld is van deelname aan het sectorale pensioenstelsel conform artikels 5 en 6 van de CAO. Een derde werkqever: Een derde werkgever is natuurlijke of rechtspersoon waarvan de onderneming niet ressorteert onder het Paritair Comité nr. 226 en/of die niet valt onder het toepassingsgebied van het sectorale pensioenstelsel conform artikels 5 en 6 van de CAO. Werknemer: De natuurlijke persoon die een arbeidsovereenkomst heeft afgesloten met de werkgever. Aangeslotene: De actieve aangeslotene is de werknemer die behoort tôt de personeelscategorie van de werkgever waarvoor de inrichter een pensioentoezegging heeft ingevoerd en die aan de aansluitingsvoorwaarden van de pensioentoezegging voldoet. De passieve aangeslotene is de gewezen werknemer die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet indien hij bij zijn uittreding verkozen heeft zijn verworven reserves zonder wijziging van de pensioentoezegging bij de pensioeninstelling te laten. Gehuwde aangeslotene: De aangeslotene die wettelijk gehuwd is en niet gerechtelijk van tafel en bed gescheiden is of in aanleg tôt echtscheiding of gerechtelijke scheiding van tafel en bed. Wettelijk geregistreerde samenwonende aangeslotene: De aangeslotene die wettelijk geregistreerd samenwoont zoals bepaald in artikel 1475 tôt en met artikel 1479 van het Burgerlijk Wetboek of, volgens gelijkaardige regelingen van buitenlands recht, wordt gelijkgesteld met een gehuwde aangeslotene.
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Feitelijk samenwonende aangeslotene: De aangeslotene die niet onder de definitie van gehuwde aangeslotene valt en op basis van een door de gemeente afgeleverd bewijs kan aantonen dat hij samenwoont met een partner in gezinsverband (gedomicilieerd op hetzelfde adres). Partner: Onder partner verstaat men: de echtgeno(o)t(e) van de gehuwde aangeslotene; de partner van de wettelijk geregistreerde samenwonende aangeslotene; de partner van de feitelijk samenwonende aangeslotene. Alleenstaande aangeslotene: De aangeslotene die geen partner heeft zoals hierboven omschreven. Bequnstigde: De perso(o)n(en) in wiens voordeel de verzekerde prestaties bedongen zijn. Werkqeversbijdrage: De storting door de werkgever voor de pensioentoezegging zoals in dit pensioenreglement omschreven en die wordt bijgehouden op een afzonderlijke individuele werkgeversrekening voor elke aangeslotene, zijnde de werkgeversbijdrageovereenkomst. Loon: Het totale loon van de aangeslotenen onderworpen aan de sociale zekerheidsbijdragen. WAP: De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (B.S. 15 mei 2003).
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 2
Elementen voor de berekening van de aanspraken Inqanqsdatum: 01/01/2007 Trimestriële aanpassingsdata: 01/01
01/04 01/07 01/10 Op deze data worden de aanspraken van iedere aangeslotene herrekend in functie van het loon. Wijzigingen aan het loon in de loop van een trimester hebben slechts uitwerking vanaf de eerstvolgende aanpassingsdatum. Artikel 7 van de algemene voorwaarden "Bepalingen van aanspraken en/of persoonlijke bijdragen van actieve aangeslotenen die niet voltijds tewerkgesteld zijn", is niet van toepassing voor dit pensioenreglement.
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 3
Aansluiting Aile werknemers die behoren tôt de personeelscategorie vermeld in de CAO in dienst van een werkgever waarop het pensioenstelsel van toepassing is, worden in deze pensioentoezegging opgenomen vanaf indiensttreding of toetreding tôt betrokken personeelscategorie. De administratieve aansluiting gebeurt op de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum waarop de werknemer aan de gestelde voorwaarden voldoet. De aansluiting geschiedt ten vroegste op 1 januari 2007. Aansluiting is verplicht voor de werknemers aangeworven door de werkgever na 1 januari 2007, voor zover zij behoren tôt de hiervoor omschreven personeelscategorie en aan de hiervoor omschreven aansluitingsvoorwaarden voldoen.
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 4
Beëindiging van de aansluiting De aansluiting wordt beëindigd op: de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de aangeslotene niet langer aan de definitie van aangeslotene en/of aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet en zijn verworven reserves de pensioentoezegging verlaten hebben; de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de aangeslotene niet meer in dienst is van een werkgever, met uitsluiting van een derde werkgever en zijn verworven reserves de pensioentoezegging verlaten hebben; de einddatum, zijnde de eerste van de maand volgend op de 65ste verjaardag van de aangeslotene; de datum van net overlijden van de aangeslotene vôôr de einddatum.
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 5
Aanspraken Voor de actieve aangeslotene wordt voorzien: Werkqeversbijdraqen De trimestriële werkgeversbijdragen worden door de inrichter gefinancierd en zijn gelijk aan het bedrag betaaibaar in uitvoering van de sectorale CAO tôt bepaling van de werkgeversbijdragen voor het sectoraal aanvullend pensioenstelsel zoals deze op elk respectievelijk moment van kracht is. Op de ingangsdatum geldt de CAO. De werkgeversbijdragen worden aangewend in de verzekeringscombinatie uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserves. Deze verzekeringscombinatie voorziet: bij leven van de aangeslotene op de einddatum: een pensioenkapitaal ten behoeve van de aangeslotene zelf. bij overlijden van de aangeslotene vôôr de einddatum: een kapitaal-overlijden ten behoeve van de begunstigde omschreven in artikel "uitkeringsmodaliteiten bij overlijden van de aangeslotene vôôr de einddatum". Dit kapitaal-overlijden is gelijk aan de som van de op de datum van overlijden van de aangeslotene reeds opgebouwde reserves in de werkgeversbijdrageovereenkomst, inclusief winstdeelnamereserves. Vrijwilliqe persoonlijke stortingen In afwijking op de algemene voorwaarden kan een aangeslotene op geen enkel moment vrijwillige persoonlijke stortingen doen om de aanspraken van de op zijn leven gesloten verzekeringen te verhogen.
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 6
Verdaging van de einddatum Verdaging wordt niet in deze pensioentoezegging voorzien.
10
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 7
Verschuldigdheid van de bijdragen De bijdragen zijn trimestrieel betaaibaar door de inrichter aan de pensioeninstelling op de eerste dag van elk trimester, met dien verstande dat de eerste bijdrage verschuldigd is op de eerste dag van de eerste maand van het tweede trimester volgend op het trimester van aansluiting van de aangeslotene. De trimestriële bijdrage zal berekend worden op het loon dat werd uitbetaald aan de betrokken aangeslotene tijdens het tweede trimester dat de betrokken verschuldigdheidsdatum voorafgaat. Ingeval van uittreding van de aangeslotene, of in geval van overlijden of pensionering, zal uiterlijk op de dag van de uittreding, het overlijden of de einddatum, een bijdrage aangerekend worden welke als volgt berekend wordt: N*RSZ-jaarloon/365 * bijdragepercentage waarbij: N = aantal kalenderdagen vanaf het laatste kwartaal waarvan het loon reeds gebruikt werd om er een bijdrage mee te berekenen en tôt de datum van respectievelijk uittreding, pensionering of overlijden. RSZ-jaarloon = het totale loon dat onderworpen is aan de sociale zekerheidsbijdragen in de laatste vier kwartalen waarvan het loon reeds gebruikt werd om er een bijdrage op te baseren. Indien de aangeslotene op datum van uittreding, overlijden of pensionering nog geen vier volledige kwartalen aangesloten was, wordt het loon van de période waarin hij wel aangesloten was pro rata temporis omgezet naar het loon voor vier kwartalen. Bijdragepercentage = het percentage toe te passen op het loon conform artikel 9 van de CAO en eventuele latere wijzigingen. De verschuldigdheid van de bijdragen stopt respectievelijk de dag na de datum van uittreding, de datum van overlijden of op de einddatum.
11
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 8
Uitkeringsmodaliteiten bij leven van de aangeslotene op de einddatum Het pensioenkapitaal, verhoogd met de winstdeelname op de werkgeversbijdrageovereenkomst, is betaalbaar bij leven van de aangeslotene op de einddatum en wordt indien nodig door de inrichter aangevuld tôt de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving. De pensioeninstelling betaalt dit kapitaal rechtstreeks aan de aangeslotene, na ontvangst van de door hem ondertekende kwijting opgemaakt door de pensioeninstelling. De pensioeninstelling heeft het recht bij de uitkering een bewijs van leven te vragen van de begunstigde.
12
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 9
Uitkeringsmodaliteiten bij overlijden van de aangeslotene vôôr de einddatum Het kapitaal-overlijden, verhoogd met de winstdeelname, is betaalbaar op de datum van overlijden van de aangeslotene vôôr de einddatum en wordt rechtstreeks aan de begunstigde uitgekeerd. De pensioeninstelling heeft het recht bij de uitkeringen een bewijs van leven te vragen van de begunstigde. De begunstigde bij overlijden is bepaald met de volgende voorrangsorde: de partner; bij ontstentenis, de descendenten in de eerste graad van de aangeslotene of - bij plaatsvervulling - hun afstammelingen; bij ontstentenis, de ascendenten in de eerste graad van de aangeslotene; bij ontstentenis, de wettige erfgenamen van de aangeslotene, met uitsluiting van de Staat; bij ontstentenis, het "financieringsfonds" van deze pensioentoezegging. Indien door bovenstaande rangorde meer dan één begunstigde aangeduid wordt, wordt het kapitaal-overlijden evenredig verdeeld over de verschillende begunstigden. De aangeslotene kan niet van bovenstaande rangorde afwijken en hij kan geen begunstigde bij naam aanduiden. De vereffening van het kapitaal-overlijden gebeurt na ontvangst van de door de begunstigde ondertekende kwijting, opgemaakt door de pensioeninstelling.
13
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 10 Winstdeelname leder jaar zal de pensioeninstelling haar winstdeelnameplan meedelen aan de inrichter.
De werkgeversbijdrageovereenkomst deelt in de pensioeninstelling in de tak 21 "groepsverzekeringen".
winsten
"leven"
gemaakt
door de
De winstdeelnamedotaties toegekend m.b.t. de reserves opgebouwd in de werkgeversbijdrageovereenkomst worden op deze overeenkomst gestort en worden aangewend als inventariskoopsommen voor de verzekering van een uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserves. De winstdeelname wordt samen uitgekeerd met het pensioenkapitaal. Bij overlijden vôôr de einddatum worden de reserves uitgekeerd.
14
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 11 Verworven prestaties en verworven reserves De verworven reserves zijn de reserves op een bepaald ogenblik waarop de aangeslotene recht heeft overeenkomstig de pensioentoezegging. De verworven reserves zijn gelijk aan het bedrag dat zich op dat ogenblik op de werkgeversbijdrageovereenkomst van de aangeslotene bevindt. De verworven prestaties zijn de prestaties waarop de aangeslotene aanspraak kan maken de einddatum. De verworven prestaties worden bekomen door de reserves op werkgeversbijdrageovereenkomst in functie van de verzekeringscombinatie en de leeftijd van aangeslotene op de trimestriële aanpassingsdatum te kapitaliseren in functie van tariefgrondslagen.
op de de de
De reserves (inclusief de winstdeelnamereserves) opgebouwd door middel van werkgeversbijdragen zijn pas na één jaar aansluiting bij de pensioentoezegging verworven door de aangeslotene. In het geval de aangeslotene uittreedt vôôr het einde van het eerste jaar van zijn aansluiting, worden de reserves op de werkgeversbijdrageovereenkomst in het financieringsfonds van deze pensioentoezegging gestort. Indien de aangeslotene opteert om verworven reserves opgebouwd in het kader van een andere pensioentoezegging over te dragen naar deze pensioentoezegging dan kunnen deze overgedragen reserves nooit op de werkgeversbijdrageovereenkomst van deze pensioentoezegging worden geplaatst, maar worden zij steeds in de onthaalstructuur verbonden met deze pensioentoezegging - ondergebracht.
15
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 12 Fiscale aspecten verbonden aan de pensioentoezegging Ingevolge de fiscale wetgeving en de desbetreffend door de Administratie der Directe Belastingen uitgevaardigde richtlijnen wordt de aftrek van de werkgeversbijdragen slechts toegestaan voor zover het totaal bedrag naar aanleiding van pensionering, uitgedrukt in jaarlijkse rente van de door deze pensioentoezegging verzekerde uitkeringen, van het wettelijk rustpensioen, van de andere buitenwettelijke uitkeringen van dezelfde aard waarop de aangeslotene recht zal hebben, met als enige uitzondering de uitkeringen uit hoofde van door hem zelf onderschreven (aanvullende) individuele levensverzekeringscontracten, niet meer bedraagt dan 80% van de laatste normale brutojaarbezoldiging, rekening houdend met een normale duurtijd van beroepsactiviteit. Deze rente is indexeerbaar aan 2% en overdraagbaar aan de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk geregistreerde samenwonende partner voor 80%. De pensioeninstelling kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor enig nadelig fiscaal gevolg met betrekking tôt de aftrekbaarheid van de werkgeversbijdragen voor de inrichter, indien dit rechtstreeks voortvioeit uit onjuiste informatie die door de inrichter of door de aangeslotene aan de pensioeninstelling verstrektwerd.
16
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 13 Uittreding Uittreding is de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen de aangeslotene en zijn huidige werkgever anders dan door overlijden of het bereiken van de einddatum, in zoverre de aangeslotene niet een nieuwe arbeidsovereenkomst heeft aangegaan met een andere werkgever die eveneens aan deze pensioentoezegging onderworpen is. De uittreder is de uitgetreden aangeslotene. Bij uittreding van een aangeslotene is de inrichter ertoe gehouden uiterlijk binnen de termijn van één jaar de pensioeninstelling hiervan schriftelijk in kennis te stellen. De uittreder kan, indien hij dit wenst, de pensioeninstelling op een vroeger ogenblik schriftelijk in kennis stellen van zijn uittreding. Indien de uittreder vôôr de termijn van één jaar terug in dienst getreden is van een werkgever, moet onderstaande procédure niet uitgevoerd worden. De pensioeninstelling deelt uiterlijk binnen de 30 dagen na de hiervoor vermelde kennisgeving de volgende gegevens mee aan de inrichter door middel van de uittredingsbrief: het bedrag van de verworven reserves, zo nodig aangevuld tôt de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving; het bedrag van de verworven prestaties; de verschillende keuzemogelijkheden bij uittreding met vermelding of de overlijdensdekking al dan niet behouden blijft. De inrichter stelt de aangeslotene onmiddellijk in kennis van de door de pensioeninstelling meegedeelde gegevens. Bij uittreding worden de verworven reserves en prestaties berekend op basis van de wettelijke bepalingen en de elementen voor de berekening van de aanspraken die van toepassing zijn op de laatste trimestriële aanpassingsdatum vôôr de uittreding. Op het ogenblik van de uittreding wordt geen enkele vergoeding of verlies van winstdeelname ten laste gelegd van de aangeslotene of van de verworven reserves afgetrokken. De inrichter is ertoe gehouden bij de uittreding de eventuele tekorten van de verworven reserves aan te zuiveren. Deze eventuele aanvulling zal om fiscale redenen steeds beschouwd worden als een werkgeversbijdrage. Bij de uittreding van de aangeslotene zullen de in de vorige paragraaf gedefinieerde verworven reserves zo nodig door de inrichter aangevuld worden tôt de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving. Deze eventuele aanvulling zal door de inrichter in het financieringsfonds van deze pensioentoezegging gestort worden indien niet voldoende fondsen aanwezig zijn of indien de aanwezige fondsen andere verbintenissen van de inrichter dekken. Pas van zodra de passieve aangeslotene de beslissing bekend maakt dat hij zijn verworven reserves naar een onthaalstructuur buiten deze pensioentoezegging of naar een andere pensioeninstelling wenst te transfereren, zal het op dat ogenblik geldende eventuele tekort t.o.v. de gegarandeerde bedragen aangezuiverd worden op de werkgeversbijdrageovereenkomst. Bij uittreding heeft de aangeslotene de volgende keuzemogelijkheden met betrekking tôt de verworven reserves, zo nodig aangevuld tôt de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving: bij deze pensioeninstelling laten zonder wijziging van de pensioentoezegging; in de onthaalstructuur gekoppeld aan dit pensioenreglement onderbrengen; overdragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die werkgever;
17
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen in verhouding tôt hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning. De aangeslotene moet zijn keuze binnen de 30 dagen na de kennisgeving door de inrichter schriftelijk meedelen aan de pensioeninstelling. Na ontvangst van de keuze van de aangeslotene voert de pensioeninstelling de keuze van de aangeslotene uit binnen de 30 dagen. Wanneer de aangeslotene deze termijn heeft laten verstrijken wordt hij verondersteld te hebben gekozen voor de mogelijkheid om zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling te laten zonder wijziging van de pensioentoezegging.
18
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 14 Vervroegde vereffening De aangeslotene heeft het recht op de uitbetaling van zijn verworven reserves op de einddatum. Vervroegde vereffening is het opnemen van de pensioenreserves door de aangeslotene vôôr de einddatum. Vervroegd vereffenen is ten vroegste mogeiijk vanaf het ogenblik waarop hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt en in zoverre de werknemer niet langer de hoedanigheid van aangeslotene heeft. De vervroegd uit te betalen prestaties worden bepaald door de theoretische afkoopwaarde van de werkgeversbijdrageovereenkomst. De theoretische afkoopwaarde wordt voor 100% aangewend: in geval van vereffening in rente in geval van vereffening in kapitaal in zoverre de aangeslotene zijn voomemen tôt vervroegde vereffening ten minste 6 maanden op voorhand aan de pensioeninstelling heeft meegedeeld. In afwijking op de algemene voorwaarden kan de aangeslotene op geen enkel ogenblik voorschotten op prestaties of inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening opnemen of aanvragen.
19
Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden
Artikel 15 Slotbepalingen De bijzondere voorwaarden, de algemene voorwaarden, de algemene voorwaarden van de onthaaistructuur en het benefit statement vormen samen het pensioenreglement. De eventuele bijlagen en aanhangsels aan de bijzondere voorwaarden vormen er een integrerend bestanddeel van. De bepalingen van de bijzondere voorwaarden en de eventuele bijlagen en aanhangsels hebben evenwel voorrang op de algemene voorwaarden. De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor aile niet uitdrukkelijk door deze bijzondere voorwaarden voorziene kwesties te regelen in overeenstemming met de algemene voorwaarden.
20
INGli) INSURANCE
Onthaaistructuur Algemene voorwaarden
Maatschappelijke zetel Zetel Antwerpen Sint-Michielswarande 70, 1040 Brussel Desguinlei 92, 2018 Antwerpen T +32 2 738 97 11 F +32 2 738 98 96 T +32 3 244 66 88 F +32 3 244 66 87 E
[email protected] www.inginsurance.be ING Insurance NV, verzekeringsonderneming toegelaten door de CBFA onder codenummer 0051.
6116
ING 320-0002736-90 IBAN BE34 3200 0027 3690 BIC BBRUBEBB RPR Brussel - BTW BE 0404.500.094
06/2005
Onthaalstructuur Algemene voorwaarden
Aile oplichting of poging tôt oplichting van de verzekeringsmaatschappij brengt niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grand van artikel 496 van het Strafwetboek. De betrokkene zal bovendien opgenomen worden in het bestand van het Economisch Samenwerkingsverband Datassur, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico's ter herinnering brengt aan de aangesloten leden-verzekeraars. De overdragende aangeslotene stemt er bij deze mee in dat ING Insurance NV het ESV Datassur persoonsgegevens meedeelt die relevant zijn in het exclusieve kader van de beoordeling van de risico's en van het beheer van de contracten en desbetreffende schadegevallen. ledere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tôt Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben in te zien en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van zijn identiteitskaart, sturen naar het volgende adres: Datassur, dienst Bestanden, de Meeûsplantsoen, 29 te 1000 Brussel. Indien de inrichter klachten heeft in verband met dit contract, kan hij zich wenden tôt hetzij de Ombudsdienst ING Insurance NV, Desguinlei, 92 te 2018 Antwerpen, hetzij de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen), Congresstraat, 10-16 te 1000 Brussel, hetzij de Ombudsman van ASSURALIA, de Meeûsplantsoen, 35 te 1000 Brussel. Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procédure te starten niet uit.
De verzekeraars zijn voortaan extra waakzaam om fraude op te sporen...
\ 1*
.udie tegoeder trouw bent, kunt op ons rekenen.
Betaa! niet onnodig voor anderen, help ons misbruik te voorkomen
Onthaalstructuur Algemene voorwaarden
INHOUDSOPGAVE DE WERKINGSPRINCIPES Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Definities Voorwerp van de onthaalstructuur Grondslagen van de individuele rekening die voor elke overdragende aangeslotene wordt opgesteld Wanneer gaat de verzekering in? Overdracht van de reserves komende van een andere pensioeninstelling Tarieven Voorschotten en inpandgevingen Communicatie Medische acceptatie Begunstiging en aanvaarding van de begunstiging Betaling van de prestaties Wijziging of beëindiging van de onthaalstructuur Financieringsfonds
4 5 5 5 5 5 6 6 7 7 8 8 8
AFKOOP Artikel 14 Afkoop door de inrichter Artikel 15 Afkoop door de overdragende aangeslotene
9 9
OMVANG VAN DE WAARBORG IN GEVAL VAN OVERLIJDEN
4. 5.
Artikel 16 Geografische uitgestrektheid Artikel 17 Opzettelijke daad Artikel 18 Luchtvaart Artikel 19 Oproer Artikel 20 Oorlog Artikel 21 Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden Artikel 22 Aangifte van een schadegeval WINSTDEELNAME Artikel 23 Winstdeelname 24 25 26 27 28
Kennisgevingen Rechtsmacht Toepasselijk belastingsregime Bescherming van de persoonlijke levenssfeer Goede trouw, redelijkheid en billijkheid
12 12 13 13 13
BIJZONDERE UITGAVEN Artikel 29 Bijzondere uitgaven
7.
12
KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
6.
10 10 10 10 10 11 11
14
ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 30 Algemene bepalingen
14
Onthaalstructuur Algemene voorwaarden
1.
DE WERKINGSPRINCIPES
Artikel 1
Definities Begunstigde: De perso(o)n(en) in wiens voordeel de verzekerde prestaties bedongen zijn. Benefit statement: De pensioenfiche zoals voorgeschreven in de WAP. Inrichter: De werkgever die een pensioentoezegging doet en die de onthaalstructuur onderschreven heeft. De rechtspersoon, paritair samengesteld, aangeduid via een collectieve arbeidsovereenkomst door de representatieve organisaties van een paritair comité of subcomité, opgericht volgens hoofdstuk III van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, die een pensioenstelsel invoert en die de onthaalstructuur onderschreven heeft. De overdragende aangeslotene: De aangeslotene van de aan de onthaalstructuur verbonden pensioentoezegging die reserves overdraagt vanuit een pensioentoezegging naar deze onthaalstructuur en de aangeslotene van de aan de onthaalstructuur verbonden pensioentoezegging die kiest zijn reserves op het ogenblik van de uittreding uit de verbonden pensioentoezegging over te dragen naar deze onthaalstructuur. Overgedragen reserves: De reserves opgebouwd in het kader van een pensioentoezegging voor werknemers. Pensioeninstelling: ING Insurance NV. Pensioentoezegging: De toezegging van een aanvullend rust- en/of overlevingspensioen, resp. kapitaal bij leven en/of kapitaal bij overlijden, door een inrichter aan één of meerdere werknemers en/of hun rechthebbenden verbonden aan deze onthaalstructuur. Individuele rekening: De individuele rekening wordt in voorkomend geval opgebouwd met het deel van de reserves die binnen de pensioentoezegging opgebouwd werden met persoonlijke bijdragen en met het deel van de reserves die binnen de pensioentoezegging opgebouwd werden met werkgeversbijdragen. Tak 21 "groepsverzekeringen": Dit is de verzekeringstak waarbinnen de pensioeninstelling groepsverzekeringen beheert. De premies en de reserves binnen deze verzekeringstak genieten een rendementswaarborg. De modaliteiten van deze rendementswaarborg kunnen verschillend zijn in functie van het gekozen groepsverzekeringsproduct. WAP: De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult. Werknemer: De persoon die in uitvoering van een arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld.
Onthaalstructuur Algemene voorwaarden
Artikel 2
Voorwerp van de onthaalstructuur De onthaalstructuur heeft als voorwerp, mits overdracht van de reserves door de overdragende aangeslotene, het waarborgen van de betaling aan de aangeslotene of aan de begunstigde van de prestaties, zoals bepaald in deze algemene voorwaarden.
Artikel 3
Grondslagen van de individuele aangeslotene wordt opgesteld
rekening
die
voor
elke
overdragende
De onthaalstructuur is onderworpen aan de wettelijke en réglementaire bepalingen die voor de levensverzekering gelden. In geval van overdracht van reserves uit een niet aan deze onthaalstructuur verbonden pensioentoezegging, wordt de individuele rekening opgesteld op basis van de inlichtingen die door de overdragende aangeslotene in aile oprechtheid en zonder verzwijging zijn verstrekt om de pensioeninstelling in te lichten over de risico's die ze ten laste neemt. De pensioeninstelling kan aile inlichtingen eisen die zij nodig acht met inachtneming van de vigerende wetgeving. Evenwel, vanaf de aansluiting ziet de pensioeninstelling af van het aanvoeren van de nietigheid van de aansluiting aan de onthaalstructuur uit hoofde van de te goeder trouw geschiede verzwijgingen of onjuiste verklaringen. Fraude, opzettelijke verzwijging(en) en/of opzettelijke onjuiste verklaring(en) hebben de nietigheid van de individuele rekening tôt gevolg. Bij onnauwkeurigheid in verband met de geboortedatum en het geslacht van de overdragende aangeslotene, worden de prestaties aangepast, rekening houdend met de juiste gegevens.
Artikel 4
Wanneer gaat de verzekering in? De verzekering gaat in na de effectieve overdracht van de reserves in deze onthaalstructuur.
Artikel 5
Overdracht van de reserves komende van een andere pensioeninstelling De reserves worden overgedragen aan de pensioeninstelling. De overdracht geschiedt op de verschillende bank- of postrekeningen van de pensioeninstelling of in handen van de personen gelast met het innen van het bedrag.
Artikel 6
Tarieven De onthaalstructuur geeft de overdragende aangeslotene de keuze uit: een verzekering bij leven en overlijden onder de vorm van een uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserves (UKMR). Het verzekerde bedrag wordt bekomen door het kapitaliseren van het overgedragen bedrag conform de tariefgrondslagen UKMR neergelegd bij de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen) onder de productnaam "onthaalstructuur"; of een verzekeringscombinatie gemengde levensverzekering waarbij een verhouding 10/25 bestaat tussen het kapitaal overlijden en het kapitaal leven conform de tariefgrondslagen gemengde levensverzekering neergelegd bij de CBFA onder de productnaam "onthaalstructuur".
Onthaalstructuur Algemene voorwaarden
Indien de overdragende aangeslotene geen keuze bekendmaakt op het ogenbik van zijn overdracht (of in afwachting van zijn keuze), worden zijn overgedragen reserves ondergebracht in de combinatie UKMR.
Artikel 7
Voorschotten en inpandgevingen Voorschotten op prestaties en inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening worden enkel toegestaan om de overdragende aangeslotene in staat te stellen op het grondgebied van de Europese Unie onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen. Ingevolge de fiscale wetgeving en de desbetreffend door de Administratie der Directe Belastingen uitgevaardigde richtlijnen, mogen de voorschotten op prestaties en inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening enkel toegestaan worden om de overdragende aangeslotene in staat te stellen in België onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen. Om deze reden wordt het bepaalde in de vorige alinéa van dit artikel niet toegestaan en kunnen voorschotten en inpandgevingen enkel conform de bepalingen onder deze alinéa. Tevens is het als bijzonder stelsel van aanslag bepaalde omzettingsstelsel van toepassing in zoverre die voorschotten verleend zijn voor het bouwen, het verwerven, het verbouwen, het verbeteren of het herstellen van de in België gelegen enige woning die uitsluitend bestemd is voor het persoonlijk gebruik van de voorschotnemer en zijn gezinsleden. Voorschotten worden door de pensioeninstelling toegekend op voorwaarde dat: de overdragende aangeslotene een akte van voorschot ondertekent; de overdragende aangeslotene akkoord gaat met de vooruit te betalen intrest die door de pensioeninstelling op basis van de door haar gehanteerde intrestvoet wordt berekend op het ogenblik van toekenning; de schriftelijke toestemming van de eventuele aannemende begunstigde(n) van de pensioentoezegging wordt bekomen. De voorschotten moeten worden terugbetaald zodra die goederen uit het vermogen van de overdragende aangeslotene verdwijnen. De mogelijkheid tôt opneming van voorschotten bestaat enkel ten belope van de netto theoretische afkoopwaarde (na bedrijfsvoorheffing, riziv, solidariteitsbijdrage en eventuele penalisatie) vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan 1 en waarvan de noemer gelijk is aan 1 plus de door de door de pensioeninstelling gehanteerde intrestvoet berekend op het ogenblik van toekenning van het voorschot. Hierbij kan het op te nemen voorschot echter nooit meer bedragen dan het verzekerde netto (vestigings)kapitaal bij overlijden. Indien een voorschot is toegekend, vervalt het recht op winstdeelname voor het bedrag van de wiskundige reserves overeenstemmend met het bedrag van voorschot en dit overeenkomstig het winstdeelnameplan.
Artikel 8
Communicatie De pensioeninstelling bezorgt bij overdracht en bij iedere omvorming van de reserves een benefit statement. Op dit benefit statement wordt tevens de opgebouwde winstdeelname vermeld.
Onthaalstructuur Algemene voorwaarden
Artikel 9
Medische acceptatie De pensioeninstelling houdt zich het recht voor medische formaliteiten en/of onderzoeken op te leggen in zover dit wettelijk toegelaten is. In bepaalde gevallen zal de pensioeninstelling, in overeenstemming met haar medische acceptatiepolitiek, een medisch onderzoek opleggen waarvan zij de kosten ten laste neemt. Deze politiek kan, onder andere, in de volgende gevallen van toepassing zijn: bij overdracht van de reserves vanuit een andere pensioeninstelling; bij omvorming van de reserves; bij verhoging van de verzekerde prestaties bij overlijden of van het weder in werking stellen van de overeenkomst; bij vervroegde vereffening van de voordelen bij leven.
Artikel 10 Begunstiging en aanvaarding van de begunstiging De bepalingen betreffende de begunstiging zoals beschreven in de bijzondere voorwaarden van de aan deze onthaalstructuur verbonden pensioentoezegging, zijn van toepassing. De overdragende aangeslotene kan, voor wat de prestaties bij overlijden betreft, de begunstiging wijzigen, of hij kan een begunstigde bij naam aanduiden waarvan akte wordt genomen in het benefit statement. Indien de afwijking een aanduiding betreft anders dan de partner of de descendenten in de eerste graad van de overdragende aangeslotene, dan moet de melding schriftelijk bevestigd worden met een handtekening van de partner. Indien er meerdere begunstigden worden aangeduid, ontvangen zij ieder de opeisbare prestaties volgens de begunstigingsclausule waarvan akte wordt genomen in het benefit statement. Evenwel, wanneer de partner en de descendenten in de eerste graad al of niet bij naam gezamenlijk als begunstigden worden aangeduid, komen de opeisbare prestaties voor de helft toe aan de partner en voor de andere helft - in gelijke delen - aan de descendenten in de eerste graad. Wanneer de descendenten in de eerste graad niet bij naam als begunstigden worden aangeduid, komen de prestaties toe aan de personen die bij hun opeisbaarheid deze hoedanigheid hebben. Afstammelingen in de rechte lijn van een vooroverleden descendent in de eerste graad komen bij plaatsvervulling op. Deze afwijkende begunstiging treedt in voege vanaf de datum van uitgifte van het benefit statement. Elke begunstigde mag de begunstiging aanvaarden. Aanvaarding geschiedt door een geschrift met de handtekening van de begunstigde, de overdragende aangeslotene en de pensioeninstelling. De aanvaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die gevallen waarin de wet herroeping toestaat, als gevolg dat de latere wijziging van de begunstiging, de afkoop of de reserveoverdracht, de inpandgeving en de opname van een voorschot slechts mogelijk zijn mits de schriftelijke toestemming van de aanvaardende begunstigde. Deze toestemming is eveneens vereist voor elke wijziging die een vermindering impliceert van de verzekeringsprestaties die ten gunste van de aanvaardende begunstigde verzekerd zijn door reeds betaalde premies. In de mate dat de aanvaarding van de begunstiging ertoe leidt dat de bepalingen betreffende de begunstiging in de bijzondere voorwaarden van de onderliggende pensioentoezegging niet kunnen worden toegepast, blijven de bepalingen in de bijzondere voorwaarden zonder uitwerking.
Onthaalstructuur Algemene voorwaarden
Artikel 11 Betaling van de prestaties De prestaties, die in voorkomend geval de winstdeelname leven omvatten, worden in de vorm van een kapitaal uitgekeerd nadat de betrokken begunstigde het tegengetekende kwijtschrift samen met de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken aan de pensioeninstelling heeft laten geworden. De uitkering gebeurt binnen de 30 dagen na ontvangst van het tegengetekende kwijtschrift en de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken. De pensioeninstelling heeft het recht de hierboven genoemde stukken als haar eigendom te behouden. De prestaties bij leven worden uitgekeerd op de eerste van de maand volgend op de einddatum van de verbonden pensioentoezegging zonder rekening te houden met een eventuele verdaging van de verbonden pensioentoezegging. De prestaties bij overlijden vôôr de einddatum van de verbonden pensioentoezegging, worden uitgekeerd op de datum van overlijden van de overdragende aangeslotenene. Voor de vertraging in de uitkering van de door de pensioeninstelling verschuldigde bedragen, doordat deze bedragen niet zijn opgevorderd, de stukken niet volledig of niet in orde zijn, of in het algemeen ten gevolge van een omstandigheid onafhankelijk van de wil van de pensioeninstelling, wordt geen intrest door haar vergoed.
Artikel 12 Wijziging of beëindiging van de onthaalstructuur De pensioeninstelling kan eenzijdig geen enkele beperkende wijziging aanbrengen in de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur. Deze algemene voorwaarden kunnen op initiatief van de inrichter of op initiatief van de pensioeninstelling maar steeds in samenspraak met de inrichter gewijzigd of beëindigd worden. Deze wijziging of beëindiging zal echter nooit afbreuk doen aan de verworven rechten van de overdragende aangeslotenen waarvan de verworven reserves op dat ogenblik op een individuele rekening binnen de onthaalstructuur ondergebracht zijn.
Artikel 13
Financieringsfonds De onthaalstructuur is niet verbonden met een financieringsfonds.
Onthaalstructuur Algemene voorwaarden
2.
AFKOOP
Artikel 14 Afkoop door de inrichter De inrichter kan op geen enkel moment overgaan tôt de afkoop van het geheel van de individuele rekeningen die de onthaalstructuur uitmaken.
Artikel 15 Afkoop door de overdragende aangeslotene Enige afkoop anders dan deze die wettelijk toegelaten is naar aanleiding van de overdracht of naar aanleiding van het opnemen van voorschotten of in pandgeving, zijn niet toegelaten. De afkoopwaarde wordt vereffend ten belope van de verzekerde prestaties bij overlijden. Het eventuele saldo van de theoretische afkoopwaarde wordt aangewend voor de vorming, op basis van de inventarisgrondslag, van prestaties bij leven, betaalbaar op dezelfde vervaldagen en in dezelfde voorwaarden als de prestaties bij leven van de oorspronkelijke verrichting. Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen kunnen de reserves van de individuele rekening door de overdragende aangeslotene worden afgekocht vanaf het ogenblik waarop hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt. Bij afkoop vôôr het bereiken van de leeftijd van 60 jaar is een afkoopvergoeding verschuldigd die gelijk is aan 1% van de theoretische afkoopwaarde vermenigvuldigd met de tôt de einddatum nog te verstrijken looptijd van de individuele rekening uitgedrukt in volledige jaren. De aldus berekende afkoopvergoeding mag niet meer bedragen dan 5% van de theoretische afkoopwaarde, maar zal altijd minstens gelijk zijn aan 75,00 EUR.1 De theoretische afkoopwaarde is het verschil tussen de actuele inventariswaarde van de verbintenissen van de pensioeninstelling en de actuele waarde van de reductiepremies. Dat verschil wordt verhoogd met het niet verbruikte gedeelte van de toeslagen. De technische grondsiagen die voor de berekening van de theoretische afkoopwaarde gebruikt worden zijn deze die gebruikt worden voor de berekening van de premie. De actuele inventariswaarde is de actuele waarde op een bepaaid ogenblik berekend in functie van de inventarisgrondslag, zijnde het geheel van de inventaristoeslagen, de technische rentevoet en de voorvalswetten die het tarief of het samenstellen van de reserves bepalen. De aanvraag tôt afkoop geschiedt met een gedagtekend en ondertekend schrijven door de overdragende aangeslotene. Voor de berekening van de afkoopwaarde wordt de datum van de aanvraag in aanmerking genomen. De afkoop heeft uitwerking op de datum waarop het voor akkoord ondertekend kwijtschrift van afkoop bij de pensioeninstelling toekomt. Om de afkoopwaarde te verkrijgen moet de begunstigde een levensbewijs en een kopie van zijn identiteitskaart aan de pensioeninstelling overmaken.
Dit bedrag wordt geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet genomen worden is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de afkoop voorafgaat.
Onthaalstructuur Algemene voorwaarden
3.
OMVANG VAN DE WAARBORG IN GEVAL VAN OVERLIJDEN
Artikel 16 Geografische uitgestrektheid Het overlijdensrisico geldt wereldwijd, onder voorbehoud van de bepalingen van de overige artikelen onder hoofdstuk 3.
Artikel 17 Opzettelijke daad Het overlijden van de overdragende aangeslotene veroorzaakt door een opzettelijke daad van één van de begunstigden, of op hun aansporing, is niet gedekt. Een opzettelijke daad is een daad die gesteld wordt met de bedoeling om de overdragende aangeslotene te doden of ernstige letselschade toe te brengen.
Artikel 18 Luchtvaart Het overlijden van de overdragende aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als piloot of lid van het boordpersoneel is niet gewaarborgd. Het overlijden van de overdragende aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als passagier is gewaarborgd, uitgezonderd wanneer het een toestel betreft: waarvan de overdragende aangeslotene wist of kon weten dat het geen vliegvergunning heeft voor het vervoer van personen of goederen; van een luchtmacht dat niet bestemd is voor personenvervoer; dat producten met strategische kenmerken vervoert in streken waar vijandelijkheden aan de gang zijn of opstand heerst; dat zich voorbereidt tôt of deelneemt aan een sportwedstrijd; dat proefvluchten uitvoert; van het type ultra-licht-gemotoriseerd.
Artikel 19 Oproer Er wordt geen dekking verleend wanneer het overlijden het rechtstreekse en onmiddellijke gevolg is van oproer, burgerlijke onlusten, aile collectieve gewelddaden van politieke, ideologische of sociale aard, al dan niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid of welke gevestigde macht ook, indien de overdragende aangeslotene er op vrijwillige en actieve wijze aan heeft deelgenomen.
Artikel 20 Oorlog Er wordt geen dekking verleend voor het overlijden als gevolg van een oorlogsgebeurtenis, dat wil zeggen, een gebeurtenis die het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van een offensieve of defensieve actie van een oorlogvoerende mogendheid of van welke andere gebeurtenis van militaire aard ook. Indien het conflict uitbreekt tijdens het verblijf van de overdragende aangeslotene in het buitenland, wordt dekking verleend van het oorlogsrisico op voorwaarde dat de overdragende aangeslotene niet op actieve wijze aan de vijandelijkheden deelneemt.
10
Onthaalstructuur Algemene voorwaarden
Artikel 21
Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden In de niet gewaarborgde gevallen, vastgesteld in de artikelen 17 tôt en met 20, betaalt de pensioeninstelling de theoretische afkoopwaarde, berekend op de dag van het overlijden en beperkt tôt het bij overlijden verzekerde kapitaal. Wanneer het overlijden van de overdragende aangeslotene voortkomt uit een opzettelijke daad van (één van) de begunstigde(n), of op zijn (hun) aansporen, verliest (verliezen) de begunstigde(n), die het overlijden opzettelijk heeft (hebben) veroorzaakt, aile rechten op de verzekerde prestaties. De verzekerde prestaties worden dan, in tegenstelling tôt de vorige paragraaf, niet beperkt tôt de theoretische afkoopwaarde, maar komt integraal toe aan de medebegunstigde(n), of bij ontstentenis, aan de subsidiaire begunstigde(n) volgens de in de bijzondere voorwaarden vermelde volgorde, en bij gebreke daarvan, aan de nalatenschap van de overdragende aangeslotene. De verzekerde prestaties in geval van overlijden worden zonder beperking uitgekeerd aan de begunstigde(n), indien het overlijden van de overdragende aangeslotene te wijten is aan zelfmoord.
Artikel 22 Aangifte van een schadegeval Het overlijden van de overdragende aangeslotene moet bij de pensioeninstelling uiterlijk binnen 8 dagen worden aangegeven. Bij laattijdige aangifte kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de aangifte van het schadegeval zo snel als redelijkerwijs mogelijk was, werd ingediend. De aangifte moet gebeuren via het daartoe bestemde formulier en moet vergezeld gaan van aile originele documenten, attesten en rapporten die het bestaan van het schadegeval kunnen aantonen. De overdragende aangeslotenen stemmen ermee in dat de behandelende arts na hun overlijden aan de raadgevende arts van de pensioeninstelling een verklaring over de doodsoorzaak bezorgt. De pensioeninstelling kan bijkomende inlichtingen vragen of op haar kosten een autopsie laten uitvoeren. In voorkomend geval zal de pensioeninstelling de resultaten afwachten alvorens een standpunt in te nemen over het al dan niet gewaarborgd zijn van de schade. Indien aan één van deze verplichtingen niet voldaan wordt, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel. Indien valse getuigschriften worden voorgelegd, valse verklaringen worden afgelegd of opzettelijk bepaaide feiten of omstandigheden worden verzwegen die duidelijk van belang zijn bij de beoordeling van het schadegeval, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst weigeren en elke ten onrechte uitgekeerde som terugvorderen, verhoogd met de wettelijke intrest.
11
Onthaaistructuur Algemene voorwaarden
4.
WINSTDEELNAME
Artikel 23
Winstdeelname De kapitalen leven en overlijden worden verhoogd met de toegekende deelname in de winst leven voor de onthaaistructuur. De toegekende winstdelingdotaties worden op de individuele rekeningen gestort en worden aangewend als inventariskoopsommen in de gekozen verzekeringscombinatie. De individuele rekeningen van de onthaaistructuur nemen kosteloos deel in de winst, in de catégorie van de verzekeringscontracten, gemaakt volgens door de pensioeninstelling bepaalde regels die meegedeeld worden aan de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen). Het winstdeelnameplan wordt ter beschikking van het publiek gesteld op de zetel van de vestiging van de pensioeninstelling waar de onthaaistructuur werd afgesloten.
5.
KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT
Artikel 24
Kennisgevingen De inrichter zorgt ervoor dat aile overdragende aangeslotenen de voordelen die de onthaaistructuur hun biedt ten voile kunnen genieten door hen correct te informeren en aile nuttige documenten over te maken. De inrichter bezorgt de pensioeninstelling de nodige informatie zodat het beheer correct en vlot kan verlopen. Elke schriftelijke kennisgeving van een partij aan een andere wordt geacht te zijn gedaan op de datum van de postafgifte en geschiedt geldig op hun laatste onderling meegedeelde adres. De verzending van een aangetekende brief wordt bewezen door het ontvangstbewijs van de post. Bij gebrek aan voorlegging van het originele exemplaar van enige briefwisseling, geldt het afschrift ervan in de dossiers van de pensioeninstelling als bewijs. In afwijking van het voorgaande wordt iedere kennisgeving van de pensioeninstelling aan de overdragende aangeslotene geacht gedaan te zijn door middel van de laatst verstuurde benefit statement.
Artikel 25 Rechtsmacht De onthaaistructuur is onderworpen aan de wettelijke en réglementaire bepalingen die in België voor levens- en aanvullende verzekeringen in het algemeen en voor groepsverzekeringen in het bijzonder gelden. Mocht de inrichter buiten België gevestigd zijn, dan wordt er, indien toegelaten, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht. De WAP is van toepassing op de aanvullende rust- en overlevingspensioenen voor overdragende aangeslotenen met werknemersstatuut (of hun rechthebbenden) wiens arbeidsovereenkomst beheerst wordt door het Belgisch arbeidsrecht en/of wiens gewone plaats van tewerkstelling België is. Tenzij andersluidend bericht van de inrichter, gaat de pensioeninstelling ervan uit dat deze voorwaarden vervuld zijn uit hoofde van overdragende aangeslotenen met werknemersstatuut. Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen eveneens, mits de partijen hierover ten vroegste op het ogenblik dat het geschil ontstaat uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord gaan,
12
Onthaalstructuur Algemene voorwaarden
beslecht worden in een minnelijke medische expertise (arbitrage), waarbij de partijen elk een eigen geneesheer aanstellen. Indien er geen akkoord is tussen de geneesheren wordt er door hen of, bij gebrek aan overeenstemming, door de voorzitter van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg een "derde" geneesheer aangesteld. Het aldus gevormde collège beslist bij meerderheid van stemmen en de beslissing is onherroepelijk. Op straffe van nietigheid van hun beslissing mogen de geneesheren evenwel niet afwijken van de bepalingen van de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur. Elke partij betaalt de honoraria van de door haar aangestelde geneesheer. De honoraria van de eventuele "derde" geneesheer worden door de partijen in gelijke delen gedragen.
Artikel 26 Toepasselijk belastingsregime De verzekeringsprestaties worden belast in overeenstemming met de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van het woonland van de begunstigde. Voor wat betreft de eventuele successierechten, is de wetgeving van het woonland van de overledene en/of van de begunstigde van toepassing. De pensioeninstelling zal de wettelijk verplichte inhoudingen verrichten op het ogenblik van de uitkering van de prestaties. Voor nadere inlichtingen over het toepasselijke belastingregime kan de inrichter zich wenden tôt de pensioeninstelling.
Artikel 27 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer De gegevens die op de overdragende aangeslotene betrekking hebben, worden opgenomen in bestanden die gehouden worden om de verzekeringsovereenkomsten te kunnen opstellen, te beheren en uit te voeren. In overeenstemming met de wet van 8 december 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult, kan de overdragende aangeslotene van zijn persoonsgegevens kennis nemen en ze indien nodig doen verbeteren. De pensioeninstelling is verantwoordelijk voor de verwerking.
Artikel 28 Goede trouw, redelijkheid en billijkheid De inrichter regelt de aangelegenheden in zijn verhouding met de overdragende aangeslotenen waarin deze algemene voorwaarden niet expliciet voorzien of die vatbaar zouden zijn voor interpretatie. Indien de pensioeninstelling hierbij belanghebbende partij is, geschiedt dit steeds in samenspraak met haar. De regeling van dergelijke aangelegenheden moet steeds gebeuren binnen de perken en met inachtneming van de goede trouw, de billijkheid, de redelijkheid en de geest van de algemene voorwaarden.
13
Onthaaistructuur Algemene voorwaarden
6.
BIJZONDERE UITGAVEN
Artikel 29 Bijzondere uitgaven De pensioeninstelling heeft het recht om bepaalde kosten aan te rekenen in geval van bijzondere uitgaven veroorzaakt door toedoen van de inrichter, de overdragende aangeslotene en de begunstigde. Dit kan slechts na voorafgaandelijke kennisgeving van de pensioeninstelling aan de betrokkene(n).
7.
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 30 Algemene bepalingen De inrichter heeft het recht om de overeenkomst onthaaistructuur ten aanzien van de pensioeninstelling op te zeggen binnen 30 dagen vanaf de inwerkingtreding ervan. In dit geval draagt de pensioeninstelling de reeds overgedragen reserves, verminderd met de bedragen die werden verbruikt om het risico te dekken, over naar de door de inrichter aangeduide onthaaistructuur. Indien de pensioeninstelling de algemene voorwaarden onthaaistructuur wenst te wijzigen, dan stelt zij per aangetekend schrijven aan de inrichter voor om de gewijzigde algemene voorwaarden toe te passen vanaf een door haar bepaalde datum. Indien de inrichter binnen 90 dagen na dit voorstel aan de pensioeninstelling schriftelijk meldt dat hij of zij deze wijziging weigert, blijven de vroegere algemene voorwaarden van toepassing. De inrichter overhandigt in voorkomend geval een exemplaar van de gewijzigde algemene voorwaarden aan elke overdragende aangeslotene.
14
MODELE A : déclaration d'intention
Je soussigné, (nom), Mandaté pour représenter (entreprise), Confirme que l'employeur a l'intention de ne pas participer au régime de pension sectoriel instauré par la convention collective de travail du 4 avril 2006 et fait le choix d'augmenter son propre régime de pension à concurrence d'une cotisation équivalente à 0,46 % ( taxes et frais inclus, cotisation ONSS exclue) du salaire total des employés soumis à la sécurité sociale. Fait à
, le dd/jj/mm.
L'entreprise enverra, conformément à l'article 6.6 de la convention collective de travail du 4 avril 2006, une attestation actuarielle telle qu'annexée à la convention collective de travail (modèle C) dûment complétée. Celle-ci sera adressée par envoi recommandé au président de la commission paritaire c/o Fonds Social de la Commission Paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes, Brouwersvliet 33 à 2000 Anvers avant le 15 septembre 2006.
MODELE B : déclaration d'intention
Je soussigné, (nom), Mandaté pour représenter (entreprise), Confirme que l'employeur, en concertation avec la délégation syndicale, a l'intention de ne pas participer au régime de pension sectoriel tel qu'il est instauré par la convention collective de travail du 4 avril 2006 et fait le choix de prévoir un avantage équivalent, conformément aux dispositions du protocole d'accord du 1 juin 2005 en la matière.
Fait à
, le dd/jj/mm.
L'entreprise enverra, conformément à l'article 6.6 de la convention collective de travail du 4 avril 2006, une attestation actuarielle telle qu'annexée à la convention collective de travail (modèle C) dûment complétée. Celle-ci sera adressée par envoi recommandé au président de la commission paritaire c/o Fonds Social de la Commission Paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes, Brouwersvliet 33 à 2000 Anvers avant le 15 septembre 2006.
MODELE C : Attestation Actuarielle
Le soussigné, (nom et entreprise), Actuaire répondant aux qualifications requises par l'Arrêté Royal portant exécution de l'article 40 bis de la loi du 9 juillet 1975 sur le contrôle des entreprises d'assurance concernant la détermination des conditions auxquelles les actuaires doivent satisfaire, actuellement Arrêté Royal du 22 novembre 1994, Atteste que: 1.
Un régime de pension complémentaire a été mis en place par (entreprise), portant le n° BCE auprès de (assureur ou fonds de pension) n° de contrat xxx, au profit de l'entièreté ou d'une partie de son personnel comprenant au moins tous les employés ressortissant à la commission paritaire 226 pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes ; 2. ce régime de pension est valable au 31 décembre 2006. 3. Même si le niveau des cotisations et/ou des prestations définies est différent, le régime de pension, en ce qui concerne tous les employés relevant de la commission paritaire 226, est au moins équivalent ou supérieur au régime de pension sectoriel et cela suivant les règles établies dans la convention collective de travail du 4 avril 2006.
Fait à
, le dd/jj/mm.
MODELE D : Attestation actuarielle
Le soussigné, (nom et entreprise), Actuaire répondant aux qualifications requises par l'Arrêté Royal portant exécution de l'article 40 bis de la loi du 9 juillet 1975 sur le contrôle des entreprises d'assurance concernant la détermination des conditions auxquelles les actuaires doivent satisfaire, actuellement Arrêté Royal du 22 novembre 1994, Atteste que: 1.
Un régime de pension complémentaire a été mis en place par (entreprise), portant le n° BCE auprès de (assureur ou fonds de pension) n° de contrat xxx, au profit de l'entièreté ou d'une partie de son personnel comprenant au moins tous les employés ressortissant à la commission paritaire 226 pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes ; 2. ce régime de pension est en cours depuis dd/mm/jjjj; 3. Même si le niveau des cotisations et/ou des prestations définies est différent, le régime de pension, en ce qui concerne tous les employés relevant de la commission paritaire 226, est au moins équivalent ou supérieur au régime de pension sectoriel et cela suivant les règles établies dans la convention collective de travail du 4 avril 2006.
Fait à
, le dd/jj/mm.
INGiài) INSURANCE
Engagement de pension Conditions générales
Siège social Siège d'Anvers Cours Saint-Michel 70, 1040 Bruxelles Desguinlei 92, 2018 Antwerpen T +32 2 738 97 11 F +32 2 738 98 96 T +32 3 244 66 88 F +32 3 244 66 87 E
[email protected] www.inginsurance.be ING Insurance SA, entreprise d'assurances agréée par la CBFA sous le numéro de code 0051.
ING 320-0002736-90 IBAN BE34 3200 0027 3690 BIC BBRUBEBB RPM Bruxelles - TVA BE 0404.500.094
Engagement de pension Conditions générales
Toute escroquerie ou tentative d'escroquerie envers la compagnie d'assurances entraîne non seulement la résiliation du contrat d'assurance, mais fait également l'objet de poursuites pénales sur la base de l'article 496 du Code Pénal. En outre, l'intéressé est repris dans le fichier du groupe d'intérêt économique Datassur, qui comporte tous les risques spécialement suivis par les assureurs qui y sont affiliés. L'affilié(e) donne par la présente son consentement à la communication par l'entreprise d'assurances ING Insurance SA au GIE Datassur, des données à caractère personnel pertinentes dans le cadre exclusif de l'appréciation des risques et de la gestion des contrats et des sinistres y relatifs. Toute personne justifiant de son identité a le droit de s'adresser à Datassur afin de vérifier les données la concernant et d'en obtenir, le cas échéant, la rectification. Pour exercer ce droit, la personne concernée adresse une demande datée et signée accompagnée d'une copie de sa carte d'identité à l'adresse suivante : Datassur, service Fichiers, square de Meeûs, 29 à 1000 Bruxelles. Pour toute plainte relative à ce contrat l'organisateur peut s'adresser à soit le Service Médiateur d'ING Insurance SA, Desguinlei, 92 à 2018 Anvers, soit la CBFA (Commission Bancaire, Financière et des Assurances), Rue du Congrès, 10-16 à 1000 Bruxelles, soit l'Ombudsman d'ASSURALIA, square de Meeûs, 35 à 1000 Bruxelles. Cette possibilité n'exclut pas celle d'entamer une procédure judiciaire.
Les assureurs mettent toute leur vigilance à dépister les tentatives de fraude....
^ \ jf Vi^^ ^ " ^ \ i^fc^^^*"i
...en revanche, vous qui ®' es ^ e D O n n e f°'> v o u s pouvez compter sur nous
Pour ne pas payer inutilement pour les autres, aidez-nous à prévenir les abus
Engagement de pension Conditions générales
TABLE DES MATIERES
LES PRINCIPES DE FONCTIONNEMENT Article 1 Définitions Article 2 Quel est l'objet du régime de pension? Article 3 Sur quelles bases le contrat contribution patronale et le contrat contribution personnelle sont-ils établis pour chaque affilié? Article 4 Quand l'assurance prend-elle effet? Article 5 Paiement des primes Article 6 Droit à la transformation du capital en rente pour les travailleurs Article 7 Définition de droits et/ou de contributions personnelles d'affiliés actifs qui ne sont pas occupés à temps plein Article 8 Versements personnels volontaires Article 9 Avances et mises en gage Article 10 Communication Article 11 Acceptation médicale Article 12 Obligations de l'affilié Article 13 Acceptation du bénéfice Article 14 Paiement des prestations Article 15 Modification ou liquidation de l'engagement de pension Article 16 Fonds de financement Article 17 Sous-financement du régime de pension
4 5 5 6 6 6 7 10 11 12 13 13 13 14 14 15 16
RACHAT - NON-PAIEMENT DES PRIMES - REMISE EN VIGUEUR Article 18 Définitions Article 19 Rachat par l'organisateur Article 20 Rachat par l'affilié Article 21 Non-paiement des primes Article 22 Remise en vigueur
17 17 19 20 21
STRUCTURE D'ACCUEIL Article 23 Structure d'accueil
22
ETENDUE DE LA GARANTIE EN CAS DE DECES Article 24 Etendue géographique Article 25 Fait intentionnel Article 26 Navigation aérienne Article 27 Emeutes Article 28 Guerre Article 29 Prestations en cas de décès non couvert Article 30 Déclaration d'un sinistre
24 24 24 24 24 24 25
PARTICIPATION AUX BENEFICES Article 31 Participation aux bénéfices
25
NOTIFICATIONS - JURIDICTION Article 32 Notifications Article 33 Juridiction Article 34 Régime fiscal applicable Article 35 Protection de la vie privée Article 36 Bonne foi et équité
26 26 27 27 27
DEPENSES PARTICULIERES Article 37 Dépenses particulières
28
DISPOSITIONS GENERALES Article 38 Dispositions générales
28
Engagement de pension Conditions générales
1.
LES PRINCIPES DE FONCTIONNEMENT
Article 1
Définitions AR Vie : L'Arrêté Royal du 14 novembre 2003 relatif à l'activité d'assurance sur la vie et toute modification ultérieure remplaçant et/ou complétant les dispositions contraignantes de cet AR. Bénéficiaire : La personne en faveur de laquelle ou les personnes en faveur desquelles sont stipulées les prestations assurées. Benefit statement : La fiche de pension telle que prescrite dans la LPC. Branche 21 "assurances de groupe" : II s'agit de la branche d'assurance dans laquelle l'organisme de pension gère des assurances de groupe. Dans cette branche d'assurance, les primes et les réserves bénéficient d'une garantie de rendement. Les modalités de cette garantie de rendement peuvent être différentes en fonction du produit d'assurance de groupe choisi. Caisse commune : L'organisme de pension constitué sur la base de l'arrêté royal du 14 novembre 2003 concernant l'octroi d'avantages extralégaux aux travailleurs salariés visés par l'Arrêté Royal n° 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés et aux personnes visées à l'article 32, alinéa premier, 1° et 2° du Code des Impôts sur les Revenus 1992, occupées en dehors d'un contrat de travail et à toute modification ultérieure remplaçant et/ou complétant les dispositions contraignantes de cet AR. Capital constitutif : Le capital sous-jacent qu'il faut pour assurer le versement d'une rente. Contrat contribution patronale : La convention qui est financée par des contributions patronales. Contrat contribution personnelle : La convention qui est financée par des contributions personnelles. Engagement de pension : L'engagement d'un organisateur de constituer une pension de retraite et/ou de survie complémentaire, respectivement un capital en cas de vie et/ou de décès, au profit d'un ou plusieurs travailleurs et/ou de leurs ayants droit. Engagement individuel de pension : Un engagement de pension occasionnel et non systématique au profit d'un travailleur et/ou de ses ayants droit. Au cas où les conditions particulières stipulent que l'engagement de pension est un engagement individuel de pension, il faudrait remplacer dans les conditions générales les notions "assurance de groupe", "règlement de pension", "régime de pension" et "fonds de financement" par respectivement "engagement individuel de pension", "convention de pension", "engagement individuel de pension " et "dispositions techniques". LPC: La loi du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de ces pensions et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale et de toute modification ultérieure remplaçant et/ou complétant les dispositions contraignantes de cette loi.
Engagement de pension Conditions générales
Organisateur : L'employeur qui prend un engagement de pension. La personne morale, composée paritairement, désignée via une convention collective de travail par les organisations représentatives d'une commission ou d'une sous-commission paritaire, constituée en vertu du chapitre III de la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, qui instaure un régime de pension. Organisme de pension : ING Insurance SA. Primes : Les contributions patronales et/ou personnelles. Celles-ci peuvent inclure les primes de risque et les primes uniques. Régime de pension : L'engagement de pension collectif. Règlement de pension : Le règlement où sont fixés les droits et obligations de l'organisateur, de l'employeur, des affiliés et de leurs ayants droit ainsi que les conditions d'affiliation et les règles relatives à l'exécution du régime de pension. Les conditions générales et particulières de l'engagement de pension, les conditions générales de la structure d'accueil et le benefit statement constituent ensemble le règlement de pension. Travailleur : La personne occupée en exécution d'un contrat de travail.
Article 2
Quel est l'objet du régime de pension? Le régime de pension a pour objet, moyennant versement des primes par l'organisateur, de garantir le paiement à l'affilié ou au(x) bénéficiaire(s) des prestations fixées dans les conditions particulières.
Article 3
Sur quelles bases le contrat contribution patronale et le contrat contribution personnelle sont-ils établis pour chaque affilié? Le régime de pension est soumis aux dispositions légales et réglementaires s'appliquant à l'assurance-vie. Le contrat contribution patronale et le contrat contribution personnelle sont établis sur la base des renseignements fournis par l'organisateur et l'affilié en toute bonne foi et sans omission en vue d'informer l'organisme de pension des risques qu'il prend en charge. L'organisme de pension peut exiger tous les renseignements qu'il estime nécessaires dans le respect de la législation en vigueur. L'organisme de pension renonce cependant, dès l'affiliation, à faire valoir la nullité de l'engagement de pension d'un affilié pour toute omission ou déclaration erronée faite de bonne foi. Seules la fraude, l'omission et/ou l'inexactitude intentionnelles dans la déclaration rendent le(s) contrat(s) contribution patronale et/ou le(s) contrats(s) contribution personnelle nulles. En cas d'inexactitude sur la date de naissance et le sexe de l'affilié et/ou du bénéficiaire si l'engagement de pension prévoit une rente de pension complémentaire cessible, les prestations sont adaptées en fonction des données exactes.
Engagement de pension Conditions générales
Article 4
Quand l'assurance prend-elle effet? Pour les personnes qui sont affiliées au régime de pension à la date d'entrée en vigueur de celui-ci, l'assurance prend effet après le premier paiement de prime. Pour les affiliations et les adaptations ultérieures, le contrat contribution patronale et/ou le contrat contribution personnelle prennent effet à la date de prise d'effet mentionnée dans les conditions particulières.
Article 5
Paiement des primes Les primes sont payées conformément aux dispositions des conditions particulières. Leur paiement s'effectue sur les différents comptes bancaires ou postaux de l'organisme de pension ou entre les mains des personnes chargées de l'encaissement du montant, mais seulement contre quittance émanant de l'organisme de pension.
Article 6
Droit à la transformation du capital en rente pour les travailleurs Si l'engagement de pension prévoit le paiement d'un capital à la date d'expiration, l'affilié (ou le bénéficiaire en cas de décès de l'affilié avant l'âge final) a le droit de demander à l'organisateur la transformation en rente si celle-ci, dès le début du paiement, est supérieure à 500,00 EUR par an. Le montant de 500,00 EUR est indexé conformément aux dispositions prévues par la LPC. Si la rente est établie à la demande de l'affilié par transformation directe du paiement de capital prévu dans l'engagement, le montant de la rente sera défini sur la base du capital assuré et le mode de calcul sera déterminé par la législation et la réglementation en vigueur en matière de pensions complémentaires. L'organisme de pension a, dans ce cas, le droit d'attribuer une rente temporaire, selon la durée et les modalités définies dans le dossier technique. Si le capital prévu dans l'engagement de pension est inférieur au capital constitutif destiné à financer la rente, comme prévu à l'alinéa précédent, l'obligation de l'organisme de pension est limitée au capital prévu dans l'engagement de pension tandis que l'organisateur est responsable de la différence. Le capital constitutif visé à l'alinéa précédent est calculé selon le tarif commercial courant de l'organisme de pension, à l'aide des bases tarifaires, des modes de calcul et des caractéristiques de produit de la rente, qui sont repris dans son dossier technique, comme visé dans l'AR Vie. Pour le financement d'une éventuelle différence, l'organisme de pension imputera à l'organisateur une prime unique. Cette prime unique est calculée à l'aide des bases tarifaires, des modes de calcul et des caractéristiques de produit utilisés par l'organisme de pension. L'organisme de pension a toujours la possibilité de désigner une caisse commune qui est chargée du paiement de la rente.
Engagement de pension Conditions générales
Article 7
Définition de droits et/ou de contributions personnelles d'affiliés actifs qui ne sont pas occupés à temps plein Affilié possédant un contrat de travail pour prestations à temps partiel : a) droits et/ou contributions personnelles selon le principe "contributions définies" : pour les droits et/ou contributions personnelles liés au salaire, le calcul est effectué sur la base du salaire qui correspond à des prestations à temps plein. Les droits et/ou contributions personnelles calculés sont ensuite réduits proportionnellement en fonction du taux d'occupation ; les droits et/ou contributions personnelles forfaitaires sont réduits proportionnellement en fonction du taux d'occupation. b) droits définis selon le principe "prestations définies" : pour les droits liés au salaire, le calcul se fait sur la base du salaire qui correspond à des prestations à temps plein. Si les droits dépendent du nombre d'années de pension, les périodes d'occupation à temps partiel sont réduites, pour la détermination du nombre d'années de pension, en fonction du taux d'occupation qui était d'application pendant ces périodes. La somme des années et mois de service à temps plein et réduits est limitée au nombre maximum d'années de pension à prendre en considération. Si les droits ne dépendent pas du nombre d'années de pension, ils sont réduits proportionnellement en fonction du taux d'occupation. pour les droits forfaitaires en fonction du nombre d'années de pension, les périodes d'occupation à temps partiel sont réduites, pour la détermination du nombre d'années de pension, en fonction du taux d'occupation qui s'appliquait pendant ces périodes. La somme des années et mois de service à temps plein et les années et mois de service à temps partiel réduits est limitée au nombre maximum d'années de pension à prendre en considération. Les droits forfaitaires indépendants des années de pension sont réduits proportionnellement en fonction du taux d'occupation. Prise de crédit-temps et d'autres formes de congé social : Pour toutes les formes de: prise de crédit-temps; congé parental; congé pour les soins d'un membre de la famille ou du ménage gravement malade; congé pour soins palliatifs, ou toute autre forme de congé social régie par la loi pour laquelle il est prévu que ces périodes soient assimilées à l'égard de la sécurité sociale belge à des périodes de prestation à temps plein, les droits et/ou les contributions personnelles sont définis comme suit : pendant les trois premiers mois à compter de la date de mutation, les droits et/ou les contributions personnelles sont définis comme si le taux d'occupation de l'affilié était resté inchangé;
Engagement de pension Conditions générales
à partir du quatrième mois à compter de la date de mutation, les dispositions suivantes s'appliquent : • en cas de prise de crédit-temps à temps plein ou de congé social à temps plein : l'exigibilité des primes est arrêtée, il est mis fin aux assurances-décès temporaires et le contrat contribution patronale et le contrat contribution personnelle sont réduits. Lors de la reprise du travail, les primes sont à nouveau dues à partir du 1 e r du mois coïncidant avec ou suivant la date de la reprise et les droits et/ou les contributions personnelles sont calculés en fonction du taux d'occupation de l'affilié, les périodes d'interruption de travail à temps plein étant assimilées à un taux d'occupation de 0. • en cas de prise de crédit-temps à temps partiel ou de congé social à temps partiel : les droits et/ou les contributions personnelles sont définis conformément à la procédure décrite à cette fin sous la rubrique "affilié lié par un contrat de travail pour prestations à temps partiel". Prise de prépension à mi-temps ou de crédit-temps à temps partiel par l'affilié âgé de plus de 50 ans : Contrairement aux dispositions décrites ci-avant, les droits et/ou les contributions personnelles pour l'affilié qui prend sa prépension à mi-temps et pour l'affilié âgé de plus de 50 ans qui prend un crédit-temps à temps partiel, pour toute la période de prépension à mi-temps ou respectivement de prise de crédit-temps à temps partiel, ne sont pas réduits en fonction du taux d'occupation, mais ils continuent à être déterminés comme si le taux d'occupation de l'affilié était resté inchangé, et ce, sur la base de son salaire du mois qui a précédé la prise du crédittemps ou de la prépension. Incapacité de travail de l'affilié par suite de maladie ou d'accident : a) Pour les engagements de pension qui ne sont pas liés à un règlement d'assurance collective "exonération du paiement de prime pour l'engagement de pension", les dispositions suivantes s'appliquent : en cas d'incapacité de travail partielle : Pour un travailleur en incapacité partielle le jour où il remplit les conditions d'affiliation et pour un affilié qui devient par la suite partiellement inapte au travail, les droits et/ou les contributions personnelles sont déterminés à partir de la date d'affiliation ou respectivement de la date de mutation conformément à la procédure décrite ci-avant sous la rubrique "affilié lié par un contrat de travail pour des prestations à temps partiel". en cas d'incapacité de travail totale : Pour un travailleur qui est en incapacité totale le jour où il remplit les conditions d'affiliation, l'affiliation est reportée jusqu'après la reprise de l'activité. Pour un affilié qui devient totalement inapte au travail par la suite, l'exigibilité des primes prend fin à partir de la date de mutation, il est mis fin aux assurances-décès temporaires et le contrat contribution patronale et le contrat contribution personnelle sont réduits. Lors de la reprise de l'activité, les primes sont à nouveau dues à partir du premier du mois coïncidant avec ou suivant la date de la reprise de l'activité et les droits et/ou les contributions personnelles sont calculés en fonction du taux d'occupation de l'affilié, conformément à la procédure décrite ci-avant sous "affilié possédant un contrat de travail pour prestations à temps partiel". Les périodes d'interruption de travail à temps plein sont assimilées à un taux d'occupation équivalant à 0. Si la période d'incapacité de travail pour cause de maladie ou d'accident est de moins de 30 jours, la procédure décrite à cette fin n'est pas appliquée mais les droits et/ou les contributions personnelles sont définis comme si le taux d'occupation de l'affilié était resté inchangé.
Engagement de pension Conditions générales
b) Pour les engagements de pension qui sont liés à un règlement d'assurance collective "exonération du paiement de prime pour l'engagement de pension", les dispositions suivantes s'appliquent : en cas d'incapacité de travail partielle : Un travailleur qui est en incapacité de travail partielle le jour où il remplit les conditions d'affiliation et qui n'était pas encore affilié à la garantie d'exonération du paiement de prime ne peut pas invoquer cette garantie pour la partie des droits qui ont trait à son incapacité de travail partielle. A partir de la date d'affiliation, les droits et/ou contributions personnelles sont définis conformément à la procédure décrite ci-avant sous la rubrique "affilié lié par un contrat de travail à temps partiel". Pour un affilié qui devient par la suite partiellement inapte au travail et qui était déjà affilié à la garantie d'exonération du paiement de prime, les droits et/ou les contributions personnelles seront définis à partir de l'expiration du délai de carence défini dans le règlement d'exonération du paiement de prime conformément à la procédure décrite ciavant sous la rubrique "affilié lié par un contrat de travail à temps partiel". L'exigibilité des primes qui sont liées à l'incapacité de travail à temps partiel prend fin à partir de l'expiration du délai de carence défini dans le règlement exonération du paiement de prime. La partie des droits qui ont trait à l'incapacité de travail partielle est maintenue à partir de ce moment par l'organisme de pension sur la base des dispositions du règlement d'exonération du paiement de prime. A l'expiration du délai de carence défini dans le règlement d'exonération du paiement de prime, les droits et/ou les contributions personnelles continuent à être calculés selon le taux d'occupation d'application au moment de la survenance de l'incapacité de travail. en cas d'incapacité de travail totale : Pour un travailleur qui est en incapacité de travail complète au moment où il remplit les conditions d'affiliation et qui n'était pas encore affilié à la garantie d'exonération du paiement de prime, l'affiliation est différée jusqu'après la reprise de l'activité. Ce travailleur ne peut pas invoquer la garantie d'exonération du paiement de primes. Pour un affilié qui devient par la suite totalement inapte au travail et qui était déjà affilié à la garantie d'exonération du paiement de prime avant son incapacité de travail, il est mis fin à l'exigibilité des primes à partir de l'expiration du délai de carence défini dans le règlement d'exonération du paiement de prime. A partir de ce moment, les droits sont maintenus par l'organisme de pension sur la base des dispositions du règlement d'exonération du paiement de prime. Lors de la reprise de l'activité, les primes sont à nouveau dues directement. Le calcul des droits et/ou des contributions personnelles se fait conformément aux conditions particulières et sur la base du salaire et du taux d'occupation à ce moment. Si les droits dépendent du nombre d'années de pension, la période d'incapacité de travail est prise en compte pour la détermination des années de pension proportionnellement au taux d'occupation au moment de l'incapacité de travail. Cela ne s'applique toutefois pas aux périodes pour lesquelles on ne peut invoquer aucune exonération du paiement de prime. Si la période d'incapacité de travail pour cause de maladie ou d'accident est de moins de 30 jours, la procédure décrite à cette fin n'est pas appliquée mais les droits et/ou les contributions personnelles sont définis comme si le taux d'occupation de l'affilié était resté inchangé.
Engagement de pension Conditions générales
Suspension du contrat de travail de l'affilié avec perte de salaire : Lorsque la convention de travail d'un affilié est suspendue pour un autre motif que : la prise de crédit-temps ou de toute autre forme de congé social ; ou l'incapacité de travail pour cause de maladie ou d'invalidité ; il est mis fin à l'exigibilité des primes à partir de la date de mutation, les assurances-décès temporaires sont terminées et le contrat contribution patronale et le contrat contribution personnelle sont réduits. Après une suspension, les primes sont à nouveau dues à partir du 1 e r du mois coïncidant avec ou suivant la date de levée de la suspension. Le calcul des droits se fait conformément aux conditions particulières et sur la base du salaire et du taux d'occupation à ce moment. Lorsque les droits dépendent du nombre d'années de pension, la période de suspension est prise en compte pour la détermination des années de pension proportionnellement au taux d'occupation d'application pendant cette période, un pourcentage de 0% étant appliqué pour la suspension totale. Si la suspension du contrat de travail est de moins de 30 jours, la procédure décrite ci-avant n'est pas appliquée mais les droits et/ou les contributions personnelles continuent à être déterminés comme si le taux d'occupation de l'affilié était resté inchangé. Dans le cas où l'engagement de pension est lié à un règlement collectif d'exonération du paiement de prime et que la suspension du contrat de travail est la conséquence, ou est provoquée par une grossesse ou un accouchement, tels que déterminés par la loi dans le contexte de la sécurité sociale, les procédures décrites ci-avant ne sont pas d'application. Dans ce cas là les dispositions décrites sous "Incapacité de travail de l'affilié par suite de maladie ou d'accident" (point b) sont d'application.
Article 8
Versements personnels volontaires Chaque affilié peut effectuer des versements personnels sur base volontaire pour augmenter le droit de(s) l'assurance(s) contractée(s) sur sa vie. Ces versements personnels volontaires sont utilisés dans une combinaison d'assurance individuelle proposée par l'organisme de pension sur la base de primes mensuelles ou annuelles constantes dans le tarif de la branche 21 "assurances-vie individuelles" en vigueur à ce moment pour les nouvelles conventions à conclure. Si ces versements personnels volontaires entraînent une augmentation des droits assurés en cas de décès, l'organisme de pension peut faire dépendre l'acceptation de cette augmentation du résultat favorable d'un examen médical (supplémentaire) à ses frais au moment de la demande d'augmentation pour autant que la législation applicable le permette. Le compte individuel sur lequel les versements personnels volontaires sont versés est appelé "contrat personnel". Les versements personnels volontaires sont transmis à l'organisme de pension par l'affilié. En cas de sortie, le sortant peut poursuivre totalement ou partiellement le contrat personnel ou mettre fin au paiement des primes et rester assuré pour la valeur de réduction si les opérations d'assurance le permettent. Dans ce cas, toute demande de modification de ce contrat personnel devra être directement introduite auprès de l'organisme de pension. L'organisme de pension délivre à cette fin un document reprenant les prestations assurées financées par des versements personnels effectués sur base volontaire. Ces prestations assurées ne sont pas reprises sur le benefit statement.
10
Engagement de pension Conditions générales
Le contrat personnel a sa part dans la "participation bénéficiaire vie" attribuée par l'organisme de pension dans la branche 21 "assurances-vie individuelles" si les conditions sont remplies.
Article 9
Avances et mises en gage Des avances sur prestations et des mises en gage de droits de pension pour garantir un prêt ne peuvent être consenties que pour permettre à l'affilié d'acquérir, de construire, d'améliorer, de réparer ou de transformer des biens immobiliers situés sur le territoire de l'Union européenne et productifs de revenus imposables. En raison de la législation fiscale et des directives édictées dans le prolongement de celles-ci par l'Administration des Contributions Directes, des avances sur prestations et des mises en gage de droits de pension pour garantir un prêt ne peuvent être consenties que pour permettre à l'affilié d'acquérir, de construire, d'améliorer, de réparer ou de transformer des biens immobiliers situés en Belgique et productifs de revenus imposables. Pour ces motifs, les dispositions du premier paragraphe de cet article ne peuvent s'appliquer et des avances et des mises en gage ne peuvent être accordées que conformément aux dispositions du présent paragraphe. A la fois un régime spécial d'imposition est appliqué sous la forme d'un régime de conversion pour autant que ces avances aient été accordées en vue de la construction, de l'acquisition, de la transformation, de l'amélioration ou de la réparation de la seule habitation située en Belgique et destinée exclusivement à l'usage personnel du preneur de l'avance et des personnes faisant partie du ménage. Des avances sont accordés par l'organisme de pension à condition que : l'affilié signe un acte d'avance; l'affilié soit d'accord de payer à l'avance les intérêts calculés par l'organisme de pension sur la base du taux d'intérêt appliqué par lui au moment de l'attribution; l'accord écrit des éventuels bénéficiaires acceptants de l'engagement de pension ait été obtenu. l'affilié obtienne le consentement écrit de l'organisateur aussi longtemps qu'il travaille pour l'organisateur. Des avances doivent être remboursées dès que ces biens sortent du patrimoine de l'affilié ou dès l'instant où la couverture en cas de décès est résiliée. La possibilité de prendre des avances n'existe qu'à concurrence de la valeur de rachat théorique nette (après précompte professionnel, INAMI, cotisation de solidarité et la pénalisation éventuelle) multipliée par une fraction dont le numérateur est égal à 1 et dont le dénominateur est égal à 1 plus le taux d'intérêt appliqué par l'organisme de pension et calculé au moment de l'avance. L'avance à prendre ne peut toutefois jamais être supérieure au capital (constitutif) net assuré en cas de décès. Si l'avance calculée est inférieure à 2.500,00 EUR, elle n'est pas attribuée. Si une avance a été accordée, le droit à la participation bénéficiaire échoit pour le montant des réserves mathématiques correspondant au montant de l'avance, et ce, conformément au plan de participation bénéficiaire.
11
Engagement de pension Conditions générales
Article 10 Communication L'organisme de pension transmet une fois par an aux affiliés qui ont affecté leurs réserves acquises à l'engagement de pension, à l'exclusion des crédirentiers, un benefit statement reprenant les données suivantes : le montant des réserves acquises, le cas échéant complétées jusqu'à concurrence des montants garantis par la législation applicable ; le montant des prestations acquises et la date à laquelle elles sont exigibles ; les éléments variables dont il est tenu compte pour le calcul des réserves acquises et des prestations acquises ; le montant des réserves acquises de l'année d'assurance précédente ; la communication que le texte du présent règlement peut être obtenu sur simple demande auprès de l'organisateur. L'organisme de pension communique au moins tous les cinq ans le montant de la rente prévisible en cas de retraite, sans déduction d'impôts, à tous les affiliés âgés de 45 ans et plus. On part dans ce contexte des hypothèses suivantes : pour les travailleurs actifs : • les versements continuent; • pour les engagements du type "prestations définies", il est tenu compte des prestations promises; • pour les engagements du type "contributions définies", les réserves acquises et les contributions restant à verser sont capitalisées au taux de référence maximal pour les opérations d'assurance de longue durée tel qu'il est défini dans les arrêtés d'exécution de la loi du 9 juillet 1975, réduit de 0,5%. pour les anciens travailleurs : • pour les engagements du type "prestations définies", si l'affilié a choisi de laisser dans l'engagement de pension les réserves acquises, le cas échéant complétées jusqu'à concurrence des montants garantis par la garantie de rendement telle que visée à l'article 24 de la LPC, il est tenu compte des prestations réduites; • pour les engagements du type "contributions définies", les réserves acquises sont capitalisées au taux de référence maximal pour les opérations d'assurance de longue durée tel qu'il est défini dans les arrêtés d'exécution de la loi du 9 juillet 1975, réduit de 0,5%. Deux mois avant la retraite ou dans les deux semaines après que l'organisateur a été informé de la retraite anticipée, l'organisateur informe l'affilié de son droit de transformer un capital en une rente. En cas de décès de l'affilié, l'organisateur informe le bénéficiaire de ce droit dans les deux semaines après que l'organisateur a été informé du décès. L'organisme de pension rédige chaque année un rapport sur la gestion de l'engagement de pension comme l'exige la législation applicable et met ce rapport à la disposition de l'organisateur, qui le communique aux affiliés sur simple demande.
12
Engagement de pension Conditions générales
Article 11 Acceptation médicale L'organisme de pension se réserve le droit d'imposer des formalités et/ou des examens d'ordre médical dans la mesure où la législation l'y autorise. Dans certains cas, l'organisme de pension imposera conformément à sa politique d'acceptation médicale un examen médical qui sera réalisé à ses frais. Cette politique peut notamment s'appliquer dans les cas suivants : en cas d'affiliation ; en cas d'augmentation des prestations assurées en cas de décès ou de remise en vigueur du contrat ; en cas de versements personnels volontaires ; en cas de liquidation anticipée des avantages en cas de vie ; en cas de prorogation si autorisée par le règlement de pension. En ce qui concerne les prestations en cas de décès, il ne peut être imposé d'examen médical que lorsque l'affilié est libre de choisir lui-même la portée de la couverture décès ou si le capitaldécès est au moins 50% supérieur au capital de pension ou si dix travailleurs ou moins sont affiliés au régime de pension. Si un risque aggravé est constaté, l'organisme de pension peut, si la loi l'y autorise, imputer une surprime en application de sa politique d'acceptation médicale ou refuser entièrement ou partiellement le risque.
Article 12 Obligations de l'affilié L'affilié est obligé de communiquer sans délai à l'organisateur toute modification de sa situation familiale ou de son état civil susceptible d'entraîner l'adaptation des prestations assurées ou du bénéfice en cas de décès. L'organisme de pension a le droit d'exiger que ces modifications soient justifiées par des pièces officielles. L'affilié porte toute la responsabilité de l'exhaustivité et de l'exactitude des renseignements qu'il fournit.
Article 13 Acceptation du bénéfice L'affilié peut, conformément aux dispositions des conditions particulières, désigner un bénéficiaire. Tout bénéficiaire peut accepter sa désignation sous réserve de l'accord de l'organisateur. L'acceptation s'effectue par un document portant la signature du bénéficiaire, de l'organisateur, de l'affilié et de l'organisme de pension. Sauf dans les cas où la loi admet la révocation, l'acceptation du bénéfice a pour conséquence que le changement de l'attribution bénéficiaire, le rachat ou le transfert de réserves, la mise en gage et l'avance sur police ne sont possibles que moyennant l'accord écrit du bénéficiaire acceptant. Cet accord est également exigé pour toute modification impliquant une diminution des prestations assurées au bénéfice du bénéficiaire acceptant par les primes payées. Dans la mesure où l'acceptation du bénéfice entraîne la non applicabilité des dispositions des conditions particulières relatives à la qualité de bénéficiaire, les dispositions des conditions particulières demeurent sans effet.
13
Engagement de pension Conditions générales
Article 14 Paiement des prestations Les prestations sont payées sous la forme d'un capital après que le(s) bénéficiaire(s) a (ont) fait parvenir à l'organisme de pension la quittance contresignée par ces derniers accompagnée des pièces demandées par l'organisme de pension. Le paiement s'effectue dans les 30 jours après réception de la quittance contresignée et des pièces demandées par l'organisme de pension. Les prestations sont payées sous la forme d'une rente après que le(s) bénéficiaire(s) a (ont) fait parvenir à l'organisme de pension les pièces demandées par cette dernière. Le premier paiement s'effectue dans les trente jours après réception des pièces demandées par l'organisme de pension. L'organisme de pension peut, à tout moment, demander de nouvelles pièces justificatives, auquel cas la procédure précitée est à nouveau d'application. L'organisme de pension a le droit de conserver en sa possession les pièces mentionnées cidessus. En cas de retard de versement des montants dus par l'organisme de pension du fait que ces montants n'ont pas été réclamés, que les pièces sont incomplètes ou non conformes, ou en général suite à une circonstance indépendante de la volonté de l'organisme de pension, celui-ci ne paiera aucun intérêt.
Article 15 Modification ou liquidation de l'engagement de pension L'organisme de pension ne peut, unilatéralement, apporter aucune modification limitative au règlement de pension. L'organisateur peut modifier ou abroger l'engagement de pension, sous réserve de respecter les prescriptions fixées par la LPC, si elles sont d'application pour les affiliés. En aucun cas il ne peut être porté atteinte aux prestations assurées constituées par les primes déjà payées ou restant à payer par l'organisateur à l'organisme de pension au moment de la modification ou de l'abrogation. Bien que le paiement de primes ne soit pas obligatoire dans la relation organisateur/organisme de pension, la réduction ou l'abrogation de l'engagement de pension sur la base de ce règlement de pension et sous réserve d'une éventuelle autre législation sociale, par l'organisateur à l'égard des affiliés à ce moment n'est possible que si l'une ou plusieurs des circonstances décrites ci-dessous se produisent : lors de l'instauration d'une nouvelle disposition ou lors d'une modification, respectivement d'un amendement de la législation existante, de la jurisprudence, des directives de l'autorité de contrôle et/ou d'autres mesures ou de circonstances concrètes qui entraîneraient, directement ou indirectement, l'augmentation du coût de l'engagement de pension ; au cas où la législation relative à la sécurité sociale à laquelle cet engagement de pension constitue un complément devait subir des modifications fondamentales ; au cas où des développements économiques internes ou externes à l'entreprise devaient exclure que le maintien de l'engagement de pension (dans sa forme inchangée) reste en conformité avec la saine gestion de l'entreprise. Si l'organisateur communique la décision de modification ou d'abrogation à l'organisme de pension, l'organisateur confirme qu'il satisfait aux conditions précitées. L'augmentation des droits est soumise aux conditions en vigueur au moment de l'adaptation, notamment en ce qui concerne l'acceptation. Si l'adaptation demandée entraîne une diminution des prestations assurées au moment de la modification par les primes déjà payées, l'organisateur doit présenter l'accord écrit de l'éventuel bénéficiaire acceptant.
14
Engagement de pension Conditions générales
L'organisateur remet le texte des modifications apportées au règlement de pension à chaque affilié actif. Moyennant accord de l'organisme de pension, l'organisateur peut modifier l'engagement de pension dans le respect des prescriptions fixées par la législation applicable. En aucun cas, cette modification ne peut porter atteinte aux avantages déjà acquis par les affiliés au moment de la modification. Avant que l'organisme de pension ne procède à la modification de l'engagement de pension, l'organisateur est tenu de confirmer par écrit à l'organisme de pension que toutes les procédures prescrites par la loi en cas de modification d'un régime de pension applicables à cet engagement de pension ont été respectées. L'organisateur peut résilier l'engagement de pension dans le respect des prescriptions fixées dans la législation applicable. En aucun cas, cette résiliation ne peut entraîner une réduction des prestations et des réserves déjà acquises par les affiliés au moment de la résiliation, à l'exception des avantages couverts par les assurances de risque. Dans ce cas, il est mis fin aux assurances temporaires sur la base des primes de risque renouvelables annuellement. Avant que l'organisme de pension ne procède à la résiliation de l'engagement de pension, l'organisateur est tenu de confirmer par écrit à l'organisme de pension que toutes les procédures prescrites par la loi en cas de résiliation d'un régime de pension applicables à cet engagement de pension ont été respectées. S'il est mis fin à l'engagement de pension suite à la dissolution ou la liquidation de l'organisateur, et ce, sans que ses obligations ne soient reprises par un autre organisateur, les comptes individuels et le fonds de financement sont cédés en pleine propriété aux affiliés. En cas de modification ou de résiliation de l'engagement de pension, les affiliés ont le droit de continuer à payer personnellement les contributions afin de préserver leurs assurances, conformément aux dispositions reprises dans les conditions générales. La demande de modification ou de résiliation de l'engagement de pension doit être introduite par un écrit daté et signé. La valeur de réduction est calculée à la date de l'échéance de la première contribution non payée. Si toutes les contributions ont été payées au moment où l'organisateur a fait connaître par écrit son intention de ne plus continuer à payer ses contributions suivantes ou de procéder au rachat, la réduction prendra effet à la première échéance suivante de la contribution, à moins qu'une date ultérieure soit fixée et moyennant continuation du paiement des contributions.
Article 16 Fonds de financement En même temps que l'engagement de pension, il est créé un fonds de financement qui est administré par l'organisme de pension. Il comprend les réserves qui n'ont pas trait au contrat contribution patronale et au contrat contribution personnelle et constitue une valeur de rachat théorique. Les actifs du fonds de financement ne peuvent pas être repris dans le patrimoine de l'organisateur. L'organisateur peut effectuer, à titre définitif, des versements dans ce fonds en prévision du financement des charges futures qui découlent des opérations d'assurance prévues dans le présent règlement de pension. Outre les versements mentionnés ci-dessus, le fonds recueille aussi les montants qui y sont affectés en application du règlement de pension.
15
Engagement de pension Conditions générales
Lorsque la contribution patronale totale versée est inférieure à celle qui doit être attribuée en vertu du règlement de pension dans le contrat contribution patronale, la différence est prélevée sur le fonds de financement. Il ne s'agit pas d'un droit contraignant à l'égard de l'organisme de pension. L'organisme de pension garde dans ce cas à tout moment le droit d'introduire la procédure en cas de non-paiement des primes. Si les réserves acquises sont transférées vers une structure d'accueil ou vers un autre organisme de pension en exécution d'une décision de l'affilié à la suite de sa sortie, les déficits éventuels qui doivent être financés en vertu de la législation en vigueur à ce moment seront prélevés sur le fonds de financement. Si les réserves du fonds de financement arrivent en négatif à cause d'une telle opération, l'organisateur apurera immédiatement le solde négatif. En cas d'abrogation définitive du régime de pension, en cas de liquidation de l'organisateur, de faillite de l'organisateur et de procédures analogues ou en cas de licenciements comme décrit dans la loi du 28 juin 1966 relative à l'indemnisation des travailleurs licenciés en cas de fermeture d'entreprises et dans l'AR du 29 août 1985 définissant les entreprises en difficultés ou connaissant des circonstances économiques exceptionnellement défavorables visées à l'article 39bis de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, les avoirs du fonds de financement sont versés dans un fonds social de l'organisateur géré conformément à l'article 15, h, de la loi du 20 septembre 1948 portant organisation de l'économie, à moins que d'autres modalités d'attribution ne soient convenues par convention collective de travail. Le montant des avoirs du fonds de financement qui est versé en application de l'alinéa précédent dans un fonds social de l'organisateur ou qui reçoit une autre affectation en vertu d'une convention collective de travail est tout au plus égal au montant des avoirs qui dépassent les réserves acquises, le cas échéant majoré jusqu'à concurrence des montants garantis en application de l'article 24 de la LPC et est limité en proportion des réserves acquises, le cas échéant majorées jusqu'à concurrence des montants garantis en application de l'article 24 de la LPC, des travailleurs concernés.
Article 17 Sous-financement du régime de pension Au cas où le financement des réserves est insuffisant ou en cas d'insuffisance de paiements pour l'apurement du sous-financement découlant de l'entrée en vigueur de l'AR Vie, l'organisme de pension avertit l'organisateur dès constatation de cette insuffisance. A défaut d'apurement du sous-financement dans les 6 mois à compter de l'avertissement visé ci-dessus ou dans tous les cas où le régime de pension est supprimé, l'engagement de pension est réduit. Dans ces cas, les réserves non individualisées sont transférées aux contrats individuels à moins que cela ait déjà été effectué. La répartition des réserves non individualisées intervient pour chaque affilié proportionnellement à la différence entre ses réserves acquises totales, le cas échéant majorées jusqu'à concurrence du montant garanti en application du rendement minimal défini par la LPC, et les réserves de ses contrats individuels contribution patronale et contribution personnelle, jusqu'à la somme, pour tous les affiliés, de ces différences.
16
Engagement de pension Conditions générales
2.
RACHAT - NON-PAIEMENT DES PRIMES - REMISE EN VIGUEUR
Article 18 Définitions Valeur de rachat théorique : La différence entre la valeur d'inventaire actuelle des engagements de l'organisme de pension et la valeur actuelle des primes de réduction relatives aux échéances futures. Cette différence est augmentée de la partie non consommée des chargements. Les bases techniques à utiliser pour le calcul de la valeur de rachat théorique sont celles utilisées pour le calcul de la prime. Valeur d'inventaire actuelle : La valeur actuelle calculée à un moment donné en fonction de la base d'inventaire, soit l'ensemble des chargements d'inventaire, le taux d'intérêt technique et les lois de survenance intervenant dans la détermination du tarif ou de la constitution des réserves. Valeur de réduction : La prestation restant assurée en cas de cessation du paiement des contributions à cet instant. Lorsque la réduction est accompagnée de la suppression des prestations assurées en cas de décès, la valeur d'inventaire actuelle peut être calculée avec les tables de mortalité des opérations en cas de vie. Résiliation du régime de pension par l'organisateur : Suppression du régime de pension par l'organisateur. Rachat de l'engagement de pension : Suppression de l'engagement de pension. Réduction de l'engagement de pension : Diminution de la valeur actuelle des prestations assurées suite à la cessation du paiement des contributions.
Article 19 Rachat par l'organisateur L'organisateur peut décider, moyennant le respect des prescriptions de la législation applicable, de transférer les valeurs de rachat théoriques à un autre organisme de pension autorisé par la législation en vigueur. Avant que l'organisme de pension ne passe à un tel transfert, l'organisateur doit prouver que toutes les procédures légalement prescrites ont été observées. En cas de transfert, l'organisme de pension demandera une indemnité de liquidation en vertu des dispositions légales. Pour le calcul de l'indemnité de liquidation, il sera tenu compte des éléments suivants : la composition du portefeuille des avoirs représentatifs des réserves constituées par l'ensemble des contrats contribution patronale et contribution personelle et des fonds de financement gérés par l'organisme de pension ; la durée de placement par catégorie d'actifs représentatifs ; révolution des réserves constituées par l'engagement de pension et du fonds de financement de cet engagement de pension ; tous les autres frais de transfert justifiés ; les règles éventuellement fixées par le règlement ou par une autre convention.
17
Engagement de pension Conditions générales
Cette indemnité de liquidation est calculée comme suit : Si les valeurs de rachat théoriques à transférer sont supérieures à 1.250.000,00 EUR1, une indemnité de liquidation est prévue, qui est la somme des éléments suivants : •
Indemnité forfaitaire : L'indemnité forfaitaire s'élève à 5% de la valeur de rachat théorique.
•
Indemnité administrative : L'indemnité administrative est de 45,00 EUR1 par affilié avec un maximum de 1970,00 EUR1.
•
Indemnité financière = valeur de rachat théorique x IF La définition des moins-values latentes sur le portefeuille de placement se fait sur la base du rendement de l'OLO à 10 ans. L'indemnité financière ne peut jamais être négative et est exprimée sous la forme d'un pourcentage des réserves de pension. IF = (5 - 2u)(i1 - \2) avec • IF = 0 si il < ou = i2 • IF = 0 si u > ou =2,5 avec: • u = durée en années et en mois entre le moment de l'avis de rachat et le paiement effectif (ou souhait de paiement) de la valeur de rachat ; • il = le rendement OLO (OLO 10 ans) au moment de l'avis de rachat. Pour le cas où le marché OLO n'existerait plus, l'organisme de pension se réserve le droit de prendre le rendement d'un placement équivalent en EUROS ; • i2 = le rendement OLO moyen (OLO 10 ans) sur les 5 dernières années, au moment de l'avis de rachat.
En cas de transfert des réserves du fonds de financement, l'organisme de pension impute également une indemnité de liquidation qui est calculée de la même manière et selon les mêmes modalités, à moins qu'il ne soit pas appliqué d'indemnité administrative. Si les valeurs de rachat théoriques à transférer sont inférieures ou égales à 1.250.000,00 EUR1, une indemnité de liquidation est prévue par affilié qui équivaut à un maximum de : • •
75,00 EUR1 le minimum de 5% de la valeur de rachat théorique et de 1% de la valeur de rachat théorique multipliée par la durée du contrat, exprimée en années, qui reste d'ici la date d'expiration de l'engagement de pension.
En cas de transfert des valeurs de rachat théoriques, aucune indemnité ni perte de participation bénéficiaire ne peut être imputée aux affiliés ni déduite des réserves acquises au moment du transfert. Le transfert des valeurs de rachat théoriques est reporté jusqu'à ce que l'indemnité de liquidation ait été intégralement payée à l'organisme de pension.
1
Ce montant est indexé en fonction de l'indice santé (base 1998 = 100). L'indice qui doit être pris en considération est celui du deuxième mois du trimestre qui précède la date du rachat.
18
Engagement de pension Conditions générales
Article 20
Rachat par l'affilié II n'existe aucun droit de rachat pour les engagements de pension dans lesquels les prestations assurées se limitent exclusivement au cas de vie. Tant que l'affilié n'est pas sorti, le droit de rachat ne peut pas être exercé, sauf dans les cas spécifiés par le règlement et uniquement au profit de l'affilié. Il n'est pas autorisé d'effectuer d'autres rachats que ceux autorisés par la loi dans le cadre d'une sortie ou d'une prise d'avances, de mise en gage et de reconstitution d'un crédit hypothécaire. La valeur de rachat est liquidée à concurrence des prestations assurées en cas de décès. Le solde éventuel de la valeur de rachat théorique est utilisé pour la constitution, en fonction de la base d'inventaire, de prestations en cas de vie, payables aux mêmes échéances et dans les mêmes conditions que les prestations en cas de vie de l'opération initiale. Sauf dispositions légales contraires, les réserves du contrat contribution patronale et celles du contrat contribution personnelle peuvent être rachetées par l'affilié à partir du moment où il a atteint l'âge de 60 ans. En cas de rachat avant l'âge de 60 ans, l'indemnité de rachat due est égale à 1% de la valeur de rachat théorique multipliée par la durée restant à courir jusqu'au terme du contrat exprimée en années entières. L'indemnité de rachat ainsi calculée ne peut excéder 5% de la valeur de rachat théorique, mais sera toujours au moins égale à 75,00 EUR2. Pour les engagements de pension auxquels s'applique l'article 61, §1 de la LPC, une disposition prévoit que jusqu'au 31 décembre 2009, le droit de rachat existe dès que la valeur de rachat théorique est positive. La valeur de rachat est cependant limitée aux prestations assurées en cas de décès et s'élève à : 95 % de la valeur de rachat théorique ; à partir de la 9e jusqu'à la 6e année d'assurance précédant la date d'expiration, la valeur de rachat s'élève successivement à 96, 97, 98 et 99 % de la valeur de rachat théorique ; et au cours des 5 dernières années d'assurance précédant la date d'expiration, la valeur de rachat est égale à 100 % de la valeur de rachat théorique. La demande de rachat se fait par une lettre datée et signée par l'affilié. Pour le calcul de la valeur de rachat, la date de la demande est prise en considération. Le rachat prend effet à la date à laquelle la quittance de rachat signée pour accord parvient à l'organisme de pension. Pour obtenir la valeur de rachat, le bénéficiaire doit transmettre à l'organisme de pension une preuve de vie et une copie de sa carte d'identité.
2
Ce montant est indexé en fonction de l'indice santé (base 1998 = 100). L'indice qui doit être pris en considération est celui du deuxième mois du trimestre qui précède la date du rachat.
19
Engagement de pension Conditions générales
Article 21
Non-paiement des primes Le paiement des primes ou d'une partie de la prime n'est pas obligatoire à l'égard de l'organisme de pension. Le non-paiement des primes entraîne la réduction du contrat contribution personnelle et du contrat contribution patronale, ou leur annulation si la valeur de rachat théorique est négative à l'échéance de la première prime non payée. En outre, cela entraîne également l'annulation des assurances-décès temporaires. La mise en demeure par voie recommandée peut être envoyée au plus tôt 30 jours après l'échéance des primes impayées. Si les primes ne sont plus versées et à moins d'une déclaration écrite de l'organisateur qu'il cesse le paiement des primes, les primes seront, après un premier rappel, prélevées sur le fonds de financement. Si on constate un retard de paiement d'un mois et si l'organisateur n'a pas adressé par écrit une déclaration de cessation (du paiement de prime) du régime de pension à l'organisme de pension, ce dernier envoie une mise en demeure par recommandé à l'organisateur. Il y sera mentionné qu'il est mis un terme aux garanties de risque et que si le retard de paiement devait atteindre 3 mois et que l'organisateur n'adresse pas par écrit une déclaration de cessation (du paiement de prime) du régime de pension à l'organisme de pension, celui-ci devra en informer immédiatement tous les affiliés actifs. Après l'épuisement du fonds de financement et à moins que l'organisateur n'ait transmis entretemps la déclaration visée ci-dessus, il sera procédé conformément aux règles relatives au "non-paiement des primes". A moins que l'organisateur n'ait transmis la déclaration visée ci-dessus, auquel cas il en avertira immédiatement tous les affiliés actifs, l'organisme de pension informera chaque affilié au plus tard 3 mois après la première échéance de prime impayée (le cas échéant, après épuisement du fonds de financement) du non-paiement de la prime par simple lettre à la poste. A partir de ce moment, les contrats contribution personelle et contribution patronale respectifs sont réduits. Ils restent soumis au règlement de pension et continuent à participer aux bénéfices de la branche 21 "assurance de groupe". En cas de réduction de l'engagement de pension, une indemnité de réduction est imputée pour compenser la réduction des primes restant à échoir. Celle-ci ne peut pas excéder : au moment de la réduction, un forfait de 75,00 EUR3 ; ensuite, à chaque échéance de la prime prévue initialement, une indemnité qui correspond à la réduction de la partie des chargements qui couvre la gestion générale des contrats et qui est limitée à 5 pour mille de la réduction de la prime réduite. Cette indemnité est considérée comme un chargement d'inventaire. Lorsque la réduction s'accompagne de la suppression des garanties en cas de décès, la valeur d'inventaire est calculée sur la base des tables de mortalité pour des opérations en cas de vie. Pour une assurance-décès temporaire pour laquelle le risque est couvert pour des périodes tacitement renouvelables d'un an, il n'y a pas de valeur de réduction.
3
Ce montant est indexé en fonction de l'indice santé (base 1998 = 100). L'indice qui doit être pris en considération est celui du deuxième mois du trimestre qui précède la date de la réduction.
20
Engagement de pension Conditions générales
Article 22 Remise en vigueur Un engagement de pension résilié, réduit ou racheté en application de l'article relatif au nonpaiement des primes peut être remis en vigueur dans les 3 mois qui suivent la résiliation ou le rachat de l'engagement de pension ou dans les 3 ans qui suivent sa réduction. On peut faire dépendre la remise en vigueur d'une acceptation médicale conformément aux conditions d'application à ce moment. Sans préjudice d'éventuels autres engagements découlant du règlement de pension ou de dispositions légales, la remise en vigueur s'effectue dans les conditions initiales si la demande est introduite dans les 3 mois après la résiliation ou le rachat et dans les 3 ans après la réduction et moyennant paiement préalable de l'arriéré des primes. En cas de rachat de l'engagement de pension, la valeur de rachat doit être intégralement remboursée. Sans préjudice d'éventuels autres engagements découlant du règlement de pension ou de dispositions légales, la remise en vigueur de l'engagement de pension réduit après la période précitée de 3 mois s'effectue sans paiement de l'arriéré des contributions mais sur la base d'une nouvelle contribution calculée en fonction de l'âge de l'affilié à ce moment et compte tenu de la valeur de rachat théorique au moment de la remise en vigueur de l'engagement de pension. La remise en vigueur prend cours après sa notification par l'organisme de pension à l'organisateur.
21
Engagement de pension Conditions générales 3.
STRUCTURE D'ACCUEIL
Article 23 Structure d'accueil Conjointement à la convention d'assurance de groupe, l'organisateur souscrit auprès de l'organisme de pension une structure d'accueil dont les tarifs ont été déposés par l'organisme de pension sous le nom de produit "structure d'accueil" auprès de la CBFA (Commission bancaire, financière et des assurances) et qui est destinée à recevoir des réserves de pensions complémentaires. Les réserves que l'affilié transfère d'un autre engagement de pension sont obligatoirement placées dans la structure d'accueil et ne peuvent jamais être placées dans l'engagement de pension lié à cette structure d'accueil. Les réserves que l'affilié a acquises de cet engagement de pension au moment de sa sortie peuvent, au choix de l'affilié, être placées dans cette structure d'accueil. Le choix de les transférer vers la structure d'accueil a pour conséquence que l'affilié ne peut plus transférer ses réserves vers l'engagement de pension initial. La structure d'accueil permet à l'affilié qui transfère de choisir entre : une assurance en cas de vie et de décès sous la forme d'un capital différé avec contreassurance des réserves (CDAR). Le montant assuré est obtenu par la capitalisation du montant transféré conformément aux bases tarifaires CDAR déposées auprès de la CBFA sous le nom de produit "structure d'accueil"; ou une combinaison d'assurance "assurance-vie mixte" avec une proportion 10/25 entre le capital-décès et le capital-vie conformément aux bases tarifaires assurance-vie mixte déposées auprès de la CBFA sous le nom de produit "structure d'accueil". L'organisme de pension peut lier l'adhésion à cette combinaison d'assurance à l'acceptation médicale telle que décrite dans les conditions générales de la structure d'accueil. Si l'affilié qui transfère ne communique pas son choix au moment de son transfert (ou dans l'attente de son choix), ses réserves transférées seront placées dans la combinaison CDAR. L'affilié qui transfère conserve, une fois par an, la possibilité de demander gratuitement la transformation de ses réserves transférées en une autre combinaison d'assurance dont les bases tarifaires ont été déposées auprès de la CBFA sous le nom de produit "structure d'accueil", et ce à concurrence de la valeur de rachat théorique. Dans ce cas, la valeur de rachat n'est transférée qu'à concurrence du capital-décès. Le solde de la valeur de rachat théorique sera affecté à la garantie, sur base d'inventaire, des prestations en cas de vie payables sous les mêmes conditions que les prestations en cas de vie de la combinaison d'assurance initialement choisie. Si l'affilié qui transfère demande, au cours d'une même année civile, de nouvelles transformations de ses réservées transférées, l'organisme de pension imputera les frais repris dans le tarif. Lorsque l'affilié transfère ses réserves vers la structure d'accueil : les obligations de l'organisme de pension se limitent aux obligations qui découlent de la structure d'accueil; les obligations de l'organisateur qui découlent du régime de pension dans lequel les réserves ont été constituées prennent fin. Si l'affilié opte, au moment de sa sortie de l'engagement de pension, pour le transfert de ses réserves acquises vers la structure d'accueil, les réserves acquises sont, le cas échéant, complétées par l'organisateur jusqu'à concurrence des montants garantis par la législation applicable. L'organisateur et l'organisme de pension sont ainsi déchargés de toute obligation découlant du règlement de pension.
22
Engagement de pension Conditions générales
Les réserves qui sont transférées vers la structure d'accueil sont immédiatement acquises par l'affilié qui transfère conformément aux règles en vigueur dans la combinaison de produit choisie. Les conditions générales de la structure d'accueil font partie intégrante du présent règlement de pension. Seules les dispositions décrites dans les conditions générales de la structure d'accueil s'appliquent à la structure d'accueil et les dispositions décrites dans le règlement de pension (conditions générales et particulières) ne s'y appliquent pas sauf stipulation contraire.
23
Engagement de pension Conditions générales
4.
ETENDUE DE LA GARANTIE EN CAS DE DECES
Article 24 Etendue géographique Le risque de décès est valable dans le monde entier, quelle qu'en soit la cause, mais sous réserve des autres articles du chapitre 4.
Article 25 Fait intentionnel Le décès de l'affilié provoqué par un fait intentionnel d'un des bénéficiaires, ou à leur instigation, n'est pas couvert. Le fait intentionnel est un acte posé dans le but de tuer l'affilié ou de lui infliger des lésions graves.
Article 26 Navigation aérienne Le décès de l'affilié des suites d'un accident d'un appareil de navigation aérienne dans lequel il s'est embarqué en tant que pilote ou membre du personnel de bord n'est pas couvert. Le décès de l'affilié des suites d'un accident d'un appareil de navigation aérienne dans lequel il s'est embarqué en tant que passager est couvert, sauf s'il s'agit d'un appareil : dont l'affilié savait ou pouvait savoir qu'il ne disposait pas d'une autorisation pour le transport de personnes ou de biens ; d'une force aérienne qui n'est pas destinée au transport de personnes ; qui transporte des produits à caractère stratégique dans des régions où des hostilités ou rébellions sont en cours ; qui se prépare ou participe à une compétition sportive ; qui effectue des vols d'essai ; du type "ultra léger motorisé".
Article 27 Emeutes N'est pas couvert, le décès résultant directement et immédiatement d'émeutes, de troubles civils, de tout acte de violence collectif, d'inspiration politique, idéologique ou sociale, accompagné ou non de rébellion contre l'autorité ou tout pouvoir institué, si l'affilié y a pris une part active et volontaire.
Article 28 Guerre N'est pas couvert, le décès causé par la guerre, c.-à-d. résultant directement ou indirectement d'une action offensive ou défensive d'une puissance belligérante ou de tout autre événement à caractère militaire. Si le conflit éclate pendant le séjour de l'affilié dans un pays étranger, le risque de guerre est néanmoins couvert, pour autant que l'affilié ne participe pas activement aux hostilités.
Article 29 Prestations en cas de décès non couvert Dans les cas de non-couverture prévus aux articles 25 à 28 inclus, l'organisme de pension paie la valeur de rachat théorique calculée au jour du décès et limitée au capital assuré en cas de décès.
24
Engagement de pension Conditions générales
Si le décès de l'affilié résulte d'un acte intentionnel commis par un bénéficiaire/les bénéficiaires, ou à son instigation, le ou les bénéficiaires qui a/ont provoqué le décès intentionnellement perd(ent) tout droit aux prestations assurées. Le cas échéant, les prestations assurées ne sont, contrairement au paragraphe précédent, pas limitées à la valeur de rachat théorique, mais elle revient intégralement au(x) co-bénéficiaire(s) ou, à défaut, au(x) bénéficiaire(s) subsidiaire(s) selon l'ordre de priorité stipulé dans les conditions particulières ou, à défaut, à la succession de l'affilié. Les prestations assurées en cas de décès sont versées sans restrictions au(x) bénéficiaire(s), si le décès de l'affilié est dû à un suicide.
Article 30 Déclaration d'un sinistre Le décès de l'affilié doit être déclaré à l'organisme de pension au plus tard dans les 8 jours. En cas de déclaration tardive, l'organisme de pension peut réduire son intervention du préjudice qu'il a subi, à moins que la preuve ne soit fournie que la déclaration du sinistre a été soumise dès que c'était raisonnablement possible. La déclaration doit être faite sur le formulaire prévu à cette fin et doit être accompagnée de tous les originaux des documents, attestations et rapports qui peuvent prouver l'existence du sinistre. Les affiliés acceptent que le médecin traitant remette après leur décès une déclaration établissant la cause de mort au médecin-conseil de l'organisme de pension. L'organisme de pension peut demander des informations complémentaires ou faire procéder à ses frais à une autopsie. Le cas échéant, l'organisme de pension attendra les résultats avant de prendre position au sujet de la couverture du sinistre. S'il n'est pas satisfait à une de ces obligations, l'organisme de pension peut réduire son intervention du préjudice qu'il a subi. En cas de remise de faux certificats, de fausses déclarations ou de dissimulation volontaire de certains faits ou circonstances de toute évidence importants pour l'évaluation du sinistre, l'organisme de pension peut refuser d'intervenir et réclamer toute somme indûment versée, majorée des intérêts légaux.
5.
PARTICIPATION AUX BENEFICES
Article 31 Participation aux bénéfices Les engagements de pension participent gratuitement aux bénéfices réalisés dans la catégorie des contrats d'assurance, conformément aux règles déterminées par l'organisme de pension, communiquées à la Commission bancaire, financière et des assurances (CBFA). Si l'engagement de pension a été résilié dans le cadre d'un transfert des réserves vers un autre organisme de pension, il n'est pas attribué de participation bénéficiaire pendant la période de la résiliation. Le plan de la participation aux bénéfices est mis à la disposition du public au siège de l'organisme qui a conclu le régime de pension.
25
Engagement de pension Conditions générales
6.
NOTIFICATIONS - JURIDICTION
Article 32 Notifications L'organisateur veille à ce que les affiliés puissent bénéficier totalement des avantages que leur offre l'engagement de pension en les informant correctement et en leur transmettant tous les documents utiles. L'organisateur fournit à l'organisme de pension les informations nécessaires de sorte que la gestion puisse s'effectuer correctement et aisément. Il veille également au paiement régulier des primes. Toute notification écrite d'une partie à l'autre est censée avoir été faite à la date de son dépôt à la poste et est valablement faite à la dernière adresse qu'elles se sont mutuellement communiquée. L'envoi d'une lettre recommandée est prouvé par l'accusé de réception de la poste. A défaut de présenter l'exemplaire original de tout échange de courrier, la copie conservée dans les dossiers de l'organisme de pension sert de preuve. Par dérogation à ce qui précède, toute notification de l'organisme de pension à l'affilié est censée avoir été faite au moyen du dernier benefit statement envoyé.
Article 33 Juridiction L'engagement de pension est soumis aux dispositions légales et réglementaires s'appliquant en Belgique aux assurances sur la vie et complémentaires en général et aux assurances de groupe en particulier. Si l'organisateur est domicilié hors de la Belgique, les parties choisiront, si elles y sont autorisées, expressément l'application du droit belge. La LPC s'applique aux pensions complémentaires de retraite et de survie pour les affiliés ayant le statut de travailleur (ou leurs ayants droit) dont le contrat de travail est régi par le droit belge du travail et/ou dont le lieu de travail habituel est la Belgique. A moins d'un avis contraire de l'organisateur, l'organisme de pension considère que ces conditions sont remplies dans le chef des affiliés ayant le statut de travailleur. L'application de cette loi a notamment pour conséquence que l'organisateur est tenu d'apurer les éventuels déficits de réserve lors de la sortie d'un travailleur. Le cas échéant, l'organisateur y sera invité par l'organisme de pension. Les litiges relatifs à des questions d'ordre médical peuvent également, moyennant l'accord exprès et écrit des parties à ce sujet, au plus tôt au moment de la survenance de la contestation, être tranchés par une expertise médicale amiable (arbitrage), au cours de laquelle les parties nomment chacune leur propre médecin. En cas de désaccord entre les médecins, un "troisième" médecin désigné par les deux premiers ou, à défaut d'accord, par le Président du tribunal de première instance compétent, sera nommé. Le collège ainsi constitué décide à la majorité des voix et sa décision est irrévocable. Sous peine de nullité de leur décision, les médecins ne peuvent en aucun cas déroger aux dispositions du règlement de pension. Chaque partie prend en charge les honoraires du médecin qu'elle a nommé. Les honoraires de l'éventuel " troisième" médecin sont pris en charge par les parties dans des proportions égales.
26
Engagement de pension Conditions générales
Article 34 Régime fiscal applicable Les charges fiscales grevant les primes sont régies par la législation belge et/ou la législation de l'état du domicile de l'organisateur. L'éventuel octroi d'avantages fiscaux sur les primes est fixé par la législation fiscale du pays de domicile de l'organisateur et/ou de l'affilié. Dans certains cas, la législation qui s'applique est celle du pays de perception des revenus imposables. Les prestations d'assurance sont imposées conformément à la législation belge et/ou la législation du pays du domicile du bénéficiaire. En ce qui concerne les éventuels droits de succession, c'est la législation du pays du domicile du défunt et/ou du bénéficiaire qui s'applique. L'organisme de pension s'acquittera des retenues légales obligatoires au moment du paiement des prestations. Pour tout autre renseignement complémentaire concernant le régime fiscal applicable, l'organisateur peut s'adresser à l'organisme de pension. Pour l'application de la limite fiscale en matière d'octroi d'avantages fiscaux sur les primes payées par l'employeur et personnellement en fonction du montant des réserves de pension qui reviennent à l'affilié à la date d'expiration visée dans les conditions particulières, il est tenu compte de toutes les années de service prestées (ou assimilées) par l'affilié chez l'organisateur, majorées du nombre maximum fiscalement admis d'années non prestées (ou assimilées) dans l'entreprise. L'organisateur se réserve le droit de limiter l'application du budget des primes à la constitution de réserves de pension si la limite fiscale précitée était dépassée.
Article 35 Protection de la vie privée Les données qui concernent l'affilié sont reprises dans des fichiers tenus afin de pouvoir établir, gérer et exécuter les contrats d'assurance. Conformément à la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel et à toute modification ultérieure qui remplace et/ou complète les dispositions contraignantes de cette loi, l'affilié peut prendre connaissance de ses données à caractère personnel et si nécessaire faire procéder à leur rectification. Le responsable du traitement est l'organisme de pension.
Article 36 Bonne foi et équité L'organisateur statue sur les matières de sa relation avec les affiliés que le règlement de pension ne prévoit pas explicitement ou qui sont susceptibles d'interprétation. Si l'organisme de pension est partie prenante dans celles-ci, cette procédure s'effectue toujours en concertation avec elle. Le règlement de ces matières doit toujours s'effectuer dans les limites de et en toute bonne foi et équité, ainsi que dans l'esprit du règlement de pension.
27
Engagement de pension Conditions générales
7.
DEPENSES PARTICULIERES
Article 37 Dépenses particulières L'organisme de pension a le droit d'imputer certains frais en cas de dépenses exceptionnelles causées par l'intervention de l'organisateur, du ou des affilié(s) et du ou des bénéficiaire(s). Cela n'est possible qu'après que l'organisme de pension ait préalablement informé la ou les personne(s) concernée(s).
8.
DISPOSITIONS GENERALES
Article 38 Dispositions générales L'organisateur a le droit de résilier le contrat à l'égard de l'organisme de pension dans les 30 jours à compter de son entrée en vigueur. Dans ce cas, l'organisme de pension rembourse les primes payées, diminuées des montants utilisés pour couvrir le risque. Si l'organisme de pension souhaite modifier les conditions générales, elle propose par courrier recommandé à l'organisateur d'appliquer les conditions générales modifiées à partir de la date définie par elle. Si l'organisateur signale dans les 90 jours à l'organisme de pension qu'il refuse cette proposition, les anciennes conditions générales restent d'application. L'organisateur remet le cas échéant un exemplaire des conditions générales modifiées à chaque affilié.
28
INSURANCE
Règlement de pension
Maatschappelijke zetel Sint-Michielswarande 70, 1040 Brussel
T +32 2 738 97 11 F +32 2 738 98 96
Zetel Antwerpen Desguinlei 92, 2018 Antwerpen
T +32 3 244 66 88 F +32 3 244 66 87
E
[email protected] www.inginsurance.be ING Insurance NV, verzekeringsonderneming toegelaten door de CBFA onder codenummer 0051. Var.nlin DC T R A N S P O R T NI
ING 320-0002736-90 IBAN BE34 3200 0027 3690
BIC BBRUBEBB RPR Brussel - BTW BE 0404.500.094
n?/?nDfi
INSURANCE
Engagement de pension Conditions particulières
Siège social Siège d'Anvers ING 320-0002736-90 Cours Saint-Michel 70, 1040 Bruxelles Desguinlei 92, 2018 Antwerpen IBAN BE34 3200 0027 3690 T +32 2 738 97 11 F +32 2 738 98 96 T +32 3 244 66 88 F +32 3 244 66 87 BIC BBRUBEBB E
[email protected] www.inginsurance.be RPM Bruxelles - TVA BE 0404.500.094 ING Insurance SA, entreprise d'assurances agréée par la CBFA sous le numéro de code 0051. Varnlin DO TRANSPORT NI
n?/?nnfi
Engagement de pension Conditions particulières
Table des matières Article 1 Article 2 Article 3 Article 4 Article 5 Article 6 Article 7 Article 8 Article 9 Article 10 Article 11 Article 12 Article 13 Article 14 Article 15
Définitions Eléments pour le calcul des droits Affiliation Cessation de l'affiliation Droits Prorogation de la date d'expiration Exigibilité des primes Modalités de paiement en cas de vie de l'affilié à la date d'expiration Modalités de paiement en cas de décès de l'affilié avant la date d'expiration Participation aux bénéfices Prestations acquises et réserves acquises Aspects fiscaux liés à l'engagement de pension Sortie Liquidation anticipée Dispositions finales
4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 19 20
Engagement de pension Conditions particulières
Article 1
Définitions Pour l'application de ce règlement de pension, on entend par: Régime de pension: Le régime de pension sectoriel, instauré par la CCT du 4 avril 2006 en exécution de l'article 2,8° de la CCT du 1 er juin 2005 concernant le protocole d'accord de 2005-2006, conclu au sein de la Commission Paritaire n° 226 pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes. La CCT: La CCT du 4 avril 2006 en introduction d'un régime de pension sectoriel complémentaire conclu au sein de la Commission Paritaire n° 226 pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes. Organisateur: Le Fonds social de la Commission Paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes, Brouwersvliet 33/7, 2000 Anvers. Organisme de pension: En complément des conditions générales, il est stipulé qu'il s'agit de la compagnie d'assurances désignée en exécution de la CCT par l'organisateur pour l'exécution et la gestion du régime de pension sectoriel. Employeur: Est définie comme employeur la personne physique ou morale qui emploie du personnel ressortissant à la commission paritaire n° 226 et qui n'est pas exonéré de sa participation au régime de pension sectoriel conformément aux articles 5 et 6 de la CCT. Un employeur tiers: Un employeur tiers est une personne physique ou morale dont l'entreprise ne ressortit pas à la commission paritaire n° 226 et/ou qui ne tombe pas sous le champ d'application du régime de pension sectoriel conformément aux articles 5 et 6 de la CCT. Travailleur: La personne physique qui a conclu un contrat de travail avec l'employeur. Affilié: L'affilié actif est le travailleur qui appartient à la catégorie de personnel de l'employeur pour laquelle l'organisateur a instauré un engagement de pension et qui remplit les conditions d'affiliation de l'engagement de pension. L'affilié passif est l'ancien travailleur qui continue à bénéficier de droits actuels ou différés s'il a préféré, lors de sa sortie, laisser ses réserves acquises auprès de l'organisme de pension sans modification de l'engagement de pension. Affilié marié: L'affilié qui est légalement marié et qui n'est ni séparé judiciairement de corps et de biens ni en instance de divorce ou de séparation judiciaire de corps et de biens. Affilié légalement enregistré comme cohabitant: L'affilié légalement enregistré comme cohabitant au sens des articles 1475 à 1479 du Code Civil ou qui, conformément aux dispositions similaires du droit étranger, est assimilé à un affilié marié.
Affilié cohabitant de fait:
Engagement de pension Conditions particulières L'affilié qui ne relève pas de la définition d'affilié marié et qui peut prouver sur base d'une attestation délivrée par la commune, qu'il cohabite avec un partenaire avec lequel il forme un ménage (le fait d'être domicilié à la même adresse). Partenaire: On entend par partenaire: - l'époux (l'épouse) de l'affilié marié - le partenaire de l'affilié légalement enregistré comme cohabitant - le partenaire de l'affilié cohabitant de fait Affilié isolé: L'affilié qui n'a pas de partenaire au sens évoqué ci-dessus. Bénéficiaire : La personne en faveur de laquelle ou les personnes en faveur desquelles sont stipulées les prestations assurées. Contribution patronale: Le versement par l'employeur pour l'engagement de pension tel que décrit dans le présent règlement de pension et tenu à jour sur un compte individuel particulier de l'employeur pour chaque affilié, à savoir le contrat contribution patronale. Salaire: Le salaire total des affiliés soumis aux cotisations de sécurité sociale. LPC: La loi du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de ces pensions et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale (M.B. 15 mai 2003).
Engagement de pension Conditions particulières
Article 2
Eléments pour le calcul des droits Date de prise d'effet: 01/01/2007
Date d'adaptation trimestrielle: 01/01 01/04
01/07 01/10 A ces dates, les droits de chaque affilié sont recalculés en fonction du salaire. Des modifications du salaire au cours d'un trimestre produisent seulement leurs effets à partir de la date d'adaptation suivante. L'article 7 des conditions générales « Définitions des droits et/ou contributions personnelles d'affiliés actifs n'étant pas employés à temps plein » ne s'applique pas à ce règlement de pension.
Engagement de pension Conditions particulières
Article 3
Affiliation Tous les travailleurs faisant partie de la catégorie de personnel mentionnée dans la CCT au service d'un employeur auquel le régime de pension s'applique sont repris dans le présent engagement de pension à partir de leur entrée en service ou de leur accès à la catégorie de personnel visée. L'affiliation administrative intervient le premier du mois coïncidant avec ou suivant la date à laquelle le travailleur satisfait aux conditions fixées. L'affiliation intervient au plus tôt le 1er janvier 2007. L'affiliation est obligatoire pour les travailleurs engagés par l'employeur après le 1 e r janvier 2007, pour autant qu'ils appartiennent à la catégorie de personnel décrite ci-dessus et remplissent les conditions d'affiliation susmentionnées.
Engagement de pension Conditions particulières
Article 4
Cessation de l'affiliation II est mis fin à l'affiliation: - le premier du mois coïncidant avec ou suivant la date à laquelle l'affilié ne satisfait plus à la définition d'affilié et/ou aux conditions d'affiliation et où ses réserves acquises sont sorties de l'engagement de pension ; - le premier du mois coïncidant avec ou suivant la date à laquelle l'affilié quitte le service d'un employeur, à l'exclusion d'un tiers employeur, et où ses réserves acquises sont sorties de l'engagement de pension ; - à la date d'expiration, soit le premier du mois suivant le 65e anniversaire de l'affilié ; - à la date du décès de l'affilié avant la date d'expiration.
Engagement de pension Conditions particulières
Article 5
Droits Pour l'affilié actif, il est prévu: Contributions patronales Les contributions patronales trimestrielles sont financées par l'organisateur et sont égales au montant payable en exécution de la CCT sectorielle fixant les contributions patronales pour le régime de pension complémentaire sectoriel en vigueur à chaque moment respectif. La CCT est applicable à la date de prise d'effet. Les contributions patronales sont affectées à la combinaison d'assurance capital différé avec contre-assurance des réserves. Cette combinaison d'assurances prévoit: en cas de vie de l'affilié à la date d'expiration: un capital de pension au profit de l'affilié lui-même. en cas de décès de l'affilié avant la date d'expiration: un capital-décès au profit du bénéficiaire décrit à l'article "modalités de paiement en cas de décès de l'affilié avant la date d'expiration". Ce capital-décès est identique à la somme des réserves déjà constituées à la date de décès de l'affilié dans le contrat contribution patronale, y compris les réserves de participation bénéficiaire. Versements personnels volontaires Par dérogation aux conditions générales, un affilié ne peut à aucun moment faire des versements personnels volontaires pour augmenter les droits des assurances contractées sur sa vie.
Engagement de pension Conditions particulières
Article 6
Prorogation de la date d'expiration La prorogation n'est pas prévue dans le présent engagement de pension.
10
Engagement de pension Conditions particulières
Article 7
Exigibilité des primes Les primes doivent être payées chaque trimestre par l'organisateur à l'organisme de pension le premier jour de chaque trimestre, étant entendu que la première prime est imputée le premier jour du premier mois du deuxième trimestre suivant le trimestre d'affiliation de l'affilié. La prime trimestrielle sera calculée sur le salaire qui a été payé à l'affilié en question durant le deuxième trimestre précédant la date d'exigibilité concernée. En cas de sortie de l'affilié, ou en cas de pension ou de décès, une prime calculée comme suit sera imputée au plus tard le jour de la sortie, du décès ou à la date d'expiration : N*salaire annuel ONSS/365 * pourcentage de contribution où: N = le nombre de jours civils à partir du dernier trimestre dont le salaire a déjà été utilisé pour calculer une prime et jusqu'à la date respective de sortie, pension ou décès ; - salaire annuel ONSS = le salaire total soumis aux cotisations de sécurité sociale dans les quatre derniers trimestres dont le salaire a déjà été utilisé comme base pour une prime. Si, au moment de la sortie, du décès ou de la mise à la pension, l'affilié n'a pas encore été affilié pendant quatre trimestres complets, le salaire de la période au cours de laquelle il a été effectivement affilié est converti pro rata temporis en un salaire équivalent à quatre trimestres. Pourcentage de contribution = le pourcentage à appliquer sur le salaire conformément à l'article 9 de la CCT et des éventuelles modifications ultérieures. L'exigibilité des primes prend fin respectivement le jour suivant la date de sortie, la date de décès et la date d'expiration.
11
Engagement de pension Conditions particulières
Article 8
Modalités de paiement en cas de vie de l'affilié à la date d'expiration Le capital de pension, augmenté de la participation bénéficiaire sur le contrat contribution patronale, est payable en cas de vie de l'affilié à la date d'expiration et est, si nécessaire, complété par l'organisateur à concurrence des montants garantis par la législation en vigueur. L'organisme de pension paie ce capital directement à l'affilié, après réception de la quittance établie par l'organisme de pension et signée par l'affilié. Lors du versement, l'organisme de pension a le droit de demander un certificat de vie du bénéficiaire.
12
Engagement de pension Conditions particulières
Article 9
Modalités de paiement en cas de décès de l'affilié avant la date d'expiration Le capital-décès, augmenté de la participation bénéficiaire, est payable à la date de décès de l'affilié avant la date d'expiration et est versé directement au bénéficiaire. L'organisme de pension a le droit de demander, lors du versement, un certificat de vie du bénéficiaire. Le bénéficiaire en cas de décès est défini selon l'ordre de priorité suivant: - le partenaire ; - à défaut, les descendants au premier degré de l'affilié ou - par représentation - leurs descendants ; - à défaut, les ascendants au premier degré de l'affilié ; - à défaut, les héritiers légitimes de l'affilié, à l'exclusion de l'Etat ; - à défaut, le "fonds de financement" de cet engagement de pension. Si l'ordre de priorité susmentionné désigne plus d'un bénéficiaire, le capital-décès est réparti proportionnellement entre les différents bénéficiaires. L'affilié ne peut pas déroger à l'ordre de priorité susmentionné et ne peut pas désigner un bénéficiaire nommément. La liquidation du capital-décès est effectuée après réception de la quittance signée par le bénéficiaire, qui a été établie à cette fin par l'organisme de pension.
13
Engagement de pension Conditions particulières
Article 10 Participation au bénéfice Chaque année, l'organisme de pension communiquera son plan de participation au bénéfice à l'organisateur. Le contrat contribution patronale participe aux bénéfices « vie » réalisés par l'organisme de pension dans la branche 21 « assurances de groupe ». Les dotations de participation au bénéfice accordées concernant les réserves constituées dans le contrat contribution patronale sont versées sur ce contrat et sont affectées en tant que sommes d'acquisition d'inventaire pour l'assurance d'un capital différé avec contre-assurance des réserves. La participation au bénéfice est allouée en même temps que le capital-pension. En cas de décès avant la date d'expiration, les réserves sont distribuées.
14
Engagement de pension Conditions particulières
Article 11 Prestations acquises et réserves acquises Les réserves acquises sont les réserves à un moment donné auxquelles l'affilié a droit conformément à l'engagement de pension. Les réserves acquises sont égales au montant qui se trouve à ce moment sur le contrat contribution patronale de l'affilié. Les prestations acquises sont les prestations que l'affilié peut revendiquer à la date d'expiration. Les prestations acquises sont obtenues en capitalisant les réserves du contrat contribution patronale en fonction de la combinaison d'assurances et de l'âge de l'affilié à la date d'adaptation trimestrielle en fonction des bases tarifaires. Les réserves (y compris les réserves de participation au bénéfice) constituées au moyen de contributions patronales ne sont acquises qu'après un an d'affiliation à l'engagement de pension par l'affilié. Si l'affilié se retire avant la fin de la première année de son affiliation, les réserves sur le contrat contribution patronale sont versées dans le fonds de financement de cet engagement de pension. Si l'affilié choisit de transférer les réserves acquises constituées dans le cadre d'un autre engagement de pension vers le présent engagement de pension, ces réserves transférées ne peuvent jamais être placées sur le contrat contribution patronale de cet engagement de pension, mais elles sont toujours placées dans la structure d'accueil liée à cet engagement de pension.
15
Engagement de pension Conditions particulières
Article 12
Aspects fiscaux liés à l'engagement de pension Conformément à la législation fiscale et aux directives promulguées en la matière par l'Administration des Contributions Directes, la déduction des contributions patronales n'est autorisée que pour autant que le montant total, suite à la mise à la retraite et exprimé sous la forme d'une rente annuelle, - des paiements assurés par le présent engagement de pension, - de la pension légale de retraite, - des autres paiements extralégaux de même nature auxquels l'affilié aura droit, à l'exception des paiements relatifs aux contrats d'assurance-vie individuels (complémentaires) souscrits par lui, ne dépasse pas 80% de la dernière rémunération annuelle brute normale, compte tenu d'une durée normale d'activité professionnelle. Cette rente est indexable à hauteur de 2% et cessible à concurrence de 80% en faveur de l'épou(x)se ou du partenaire légalement enregistré comme cohabitant. L'organisme de pension ne peut pas être tenu responsable de quelque conséquence préjudiciable d'ordre fiscal que ce soit concernant la déductibilité des contributions patronales pour l'organisateur, si cela découle directement d'informations inexactes fournies par l'organisateur ou par l'affilié à l'organisme de pension.
16
Engagement de pension Conditions particulières
Article 13 Sortie Par "sortie", on entend la fin du contrat de travail entre l'affilié et son employeur actuel pour une autre raison que le décès ou l'arrivée de la date d'expiration, dans la mesure où l'affilié n'a pas conclu un nouveau contrat de travail avec un autre employeur également soumis à cet engagement de pension. Le sortant est l'affilié dont le contrat de travail prend fin. En cas de sortie d'un affilié, l'organisateur est tenu de le notifier à l'organisme de pension par écrit au plus tard dans un délai d'un an. S'il le souhaite, le sortant peut informer plus tôt l'organisme de pension par écrit de sa sortie. Si le sortant entre à nouveau en fonction chez un employeur avant un délai d'un an, la procédure ci-dessous ne doit pas être exécutée. L'organisme de pension communique, par le biais d'une lettre de sortie, les données suivantes à l'organisateur au plus tard dans les 30 jours suivant la notification précitée: - le montant des réserves acquises, complétées si nécessaire à concurrence des montants garantis par la législation en vigueur ; - le montant des prestations acquises ; - les différentes options en cas de sortie précisant le maintien ou non de la couverture décès. L'organisateur informe immédiatement l'affilié des données communiquées par l'organisme de pension. En cas de sortie, les réserves et prestations acquises sont calculées sur base des dispositions légales et des éléments de calcul des droits d'application à la dernière date d'adaptation trimestrielle avant la sortie. Au moment de la sortie, aucune indemnité ou perte de participation bénéficiaire ne peut être mise à charge de l'affilié ou être déduite des réserves acquises. L'organisateur est tenu d'apurer les déficits éventuels des réserves acquises lors de la sortie. Pour des raisons fiscales, ce complément éventuel sera toujours considéré comme une contribution patronale. En cas de sortie de l'affilié, les réserves acquises définies au paragraphe précédent seront complétées, si nécessaire, par l'organisateur à concurrence des montants garantis par la législation en vigueur. Ce complément éventuel sera versé par l'organisateur dans le fonds de financement de cet engagement de pension s'il n'y a pas suffisamment de fonds ou si les fonds présents couvrent d'autres engagements de l'organisateur. Ce n'est que lorsque l'affilié passif fait connaître sa décision de transférer les réserves acquises à une structure d'accueil extérieure à cet engagement de pension ou à un autre organisme de pension que le déficit éventuel existant à ce moment par rapport aux montants garantis est apuré sur le contrat contribution patronale. En cas de sortie, l'affilié peut choisir à l'égard des réserves acquises, complétées si nécessaire à concurrence des montants garantis par la législation en vigueur, entre les possibilités suivantes: - laisser les réserves auprès de l'organisme de pension actuel sans modification de l'engagement de pension ; - placer les réserves dans la structure d'accueil liée au présent règlement de pension ; - transférer les réserves auprès de l'organisme de pension du nouvel employeur avec qui il a conclu un contrat de travail, s'il est affilié à l'engagement de pension de cet employeur ; - transférer les réserves auprès d'un organisme de pension qui partage le bénéfice total entre les affiliés en proportion de leurs réserves et limite les frais selon les règles fixées par le Roi.
17
Engagement de pension Conditions particulières
L'affilié doit communiquer son choix par écrit à l'organisme de pension dans les 30 jours suivant la notification par l'organisateur. Après réception du choix de l'affilié, l'organisme de pension exécute cette option dans les 30 jours. Lorsque l'affilié a laissé expirer ce délai, il est supposé avoir opté pour la possibilité de laisser ses réserves acquises auprès de l'organisme de pension sans modification de l'engagement de pension.
18
Engagement de pension Conditions particulières
Article 14
Liquidation anticipée L'affilié a droit au versement de ses réserves acquises à la date d'expiration. La liquidation anticipée consiste dans le retrait par l'affilié des réserves de pension avant la date d'expiration. La liquidation anticipée est possible au plus tôt à partir du moment où l'affilié a atteint l'âge de 60 ans et pour autant que le travailleur n'ait plus la qualité d'affilié. Les prestations à payer de manière anticipée sont définies par la valeur de rachat théorique du contrat contribution patronale. La valeur de rachat théorique est utilisée à 100%: - en cas de liquidation sous forme de rente - en cas de liquidation sous forme de capital pour autant que l'affilié ait fait part de son intention de liquidation anticipée à l'organisme de pension au moins 6 mois à l'avance. Par dérogation aux conditions générales, l'affilié ne peut à aucun moment demander ou retirer des avances sur les prestations ou des mises en gage des droits de pension pour garantir un emprunt.
19
Engagement de pension Conditions particulières
Article 15 Dispositions finales Les conditions particulières, les conditions générales de la structure d'accueil et le benefit statement forment ensemble le règlement de pension. Les annexes et les avenants éventuels aux conditions particulières en font partie intégrante. Les dispositions des conditions particulières et des annexes et avenants éventuels ont toutefois la priorité sur les conditions générales. L'organisme de pension se réserve le droit de régler conformément aux conditions générales tous les aspects qui ne sont pas explicitement prévus par les présentes conditions particulières.
20
INGikft) INSURANCE
Structure d'accueil Conditions générales
Siège social Siège d'Anvers Cours Saint-Michel 70, 1040 Bruxelles Desguinlei 92, 2018 Antwerpen T +32 2 738 97 11 F +32 2 738 98 96 T +32 3 244 66 88 F +32 3 244 66 87 E
[email protected] www.inginsurance.be ING Insurance SA, entreprise d'assurances agréée par la CBFA sous le numéro de code 0051.
ING 320-0002736-90 IBAN BE34 3200 0027 3690 BIC BBRUBEBB RPM Bruxelles - TVA BE 0404.500.094
Structure d'accueil Conditions générales
Toute escroquerie ou tentative d'escroquerie envers la compagnie d'assurances entraîne non seulement la résiliation du contrat d'assurance, mais fait également l'objet de poursuites pénales sur la base de l'article 496 du Code Pénal. En outre, l'intéressé est repris dans le fichier du groupe d'intérêt économique Datassur, qui comporte tous les risques spécialement suivis par les assureurs qui y sont affiliés. L'affilié(e) donne par la présente son consentement à la communication par l'entreprise d'assurances ING Insurance SA au GIE Datassur, des données à caractère personnel pertinentes dans le cadre exclusif de l'appréciation des risques et de la gestion des contrats et des sinistres y relatifs. Toute personne justifiant de son identité a le droit de s'adresser à Datassur afin de vérifier les données la concernant et d'en obtenir, le cas échéant, la rectification. Pour exercer ce droit, la personne concernée adresse une demande datée et signée accompagnée d'une copie de sa carte d'identité à l'adresse suivante : Datassur, service Fichiers, square de Meeûs, 29 à 1000 Bruxelles. Pour toute plainte relative à ce contrat l'organisateur peut s'adresser à soit le Service Médiateur d'ING Insurance SA, Desguinlei, 92 à 2018 Anvers, soit la CBFA (Commission Bancaire, Financière et des Assurances), Rue du Congrès, 10-16 à 1000 Bruxelles, soit l'Ombudsman d'ASSURALIA, square de Meeûs, 35 à 1000 Bruxelles. Cette possibilité n'exclut pas celle d'entamer une procédure judiciaire.
^ Les assureurs mettent toute leur vigilance à dépister les tentatives de fraude....
* * r \m^ ^ ^ • • W i^fc^^***^
^
...en revanche, vous qui êtes de bonne foi, vous pouvez compter sur nous
Pour ne pas payer inutilement pour les autres, aidez-nous à prévenir les abus
Structure d'accueil Conditions générales
TABLE DES MATIERES
1.
LES PRINCIPES DE FONCTIONNEMENT Article 1 Article 2 Article 3
2.
3.
4. 5.
6. 7.
Article 4 Article 5 Article 6 Article 7 Article 8 Article 9 Article 10 Article 11 Article 12 Article 13 RACHAT Article 14 Article 15
Définitions Objet de la structure d'accueil Bases sur lesquelles on établit le compte individuel pour chaque affilié qui transfère ses réserves Quand l'assurance prend-elle effet? Cession des réserves provenant d'un autre organisme de pension Tarifs Avances et mises en gage Communication Acceptation médicale Désignation bénéficiaire et acceptation du bénéfice Paiement des prestations Modification ou résiliation de la structure d'accueil Fonds de financement
4 5 5 5 5 5 6 6 7 7 8 8 8
Rachat par l'organisateur Rachat par l'affilié qui a transféré
9 9
ETENDUE DE LA GARANTIE EN CAS DE DECES Article 16 Etendue géographique Article 17 Fait intentionnel Article 18 Navigation aérienne Article 19 Emeutes Article 20 Guerre Article 21 Prestations en cas de décès non couvert Article 22 Déclaration d'un sinistre PARTICIPATION AUX BENEFICES Article 23 Participation aux bénéfices NOTIFICATIONS-JURIDICTION Article 24 Notifications Article 25 Juridiction Article 26 Régime fiscal applicable Article 27 Protection de la vie privée Article 28 Bonne foi et équité DEPENSES PARTICULIERES Article 29 Dépenses particulières DISPOSITIONS GENERALES Article 30 Dispositions générales
10 10 10 10 10 10 11 11 12 12 12 13 13 13 13
Structure d'accueil Conditions générales
1.
LES PRINCIPES DE FONCTIONNEMENT
Article 1
Définitions Affilié : L'affilié de l'engagement de pension lié à la structure d'accueil qui transfère des réserves d'un autre engagement de pension à la présente structure d'accueil et l'affilié de l'engagement de pension lié à la structure d'accueil qui décide de transférer ses réserves à la présente structure d'accueil au moment de la sortie de l'engagement de pension lié. Bénéficiaire : La personne en faveur de laquelle ou les personnes en faveur desquelles sont stipulées les prestations assurées. Benefit statement : La fiche de pension telle que prescrite dans la LPC. Branche 21 "assurances de groupe" : II s'agit de la branche d'assurance dans laquelle l'organisme de pension gère des assurances de groupe. Dans cette branche d'assurance, les primes et les réserves bénéficient d'une garantie de rendement. Les modalités de cette garantie de rendement peuvent être différentes en fonction du produit d'assurance de groupe choisi. Compte individuel: Le cas échéant, le compte individuel est constitué, avec d'une part, la partie des réserves constituées dans l'engagement de pension avec les contributions personnelles et, d'autre part, la partie des réserves constituées dans l'engagement de pension avec les contributions patronales. Engagement de pension: L'engagement d'une pension de retraite et/ou de survie complémentaire, resp. le capital en cas de vie et/ou de décès, par un organisateur à un ou plusieurs travailleurs et/ou leurs ayants droit liés à la présente structure d'accueil. LPC: La loi du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de ces pensions et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale et de toute modification ultérieure remplaçant et/ou complétant les dispositions contraignantes de cette loi. Organisateur : L'employeur qui prend un engagement de pension et qui a souscrit la structure d'accueil. La personne morale, composée paritairement, désignée via une convention collective de travail par les organisations représentatives d'une commission ou d'une sous-commission paritaire, constituée en vertu du chapitre III de la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, qui instaure un régime de pension et qui a souscrit la structure d'accueil. Organisme de pension : ING Insurance SA. Réserves transférées : Les réserves constituées dans le cadre d'un engagement de pension pour les travailleurs. Travailleur : La personne occupée en exécution d'un contrat de travail.
Structure d'accueil Conditions générales
Article 2
Objet de la structure d'accueil La structure d'accueil a pour objet, moyennant le transfert des réserves par l'affilié concerné, de garantir le paiement à l'affilié ou au bénéficiaire des prestations telles que définies dans les présentes conditions générales.
Article 3
Bases sur lesquelles on établit le compte individuel pour chaque affilié qui transfère ses réserves La structure d'accueil est soumise aux dispositions légales et réglementaires qui s'appliquent à l'assurance-vie. En cas de transfert de réserves d'un engagement de pension non lié à la présente structure d'accueil, le compte individuel est établi sur la base des renseignements fournis par l'affilié concerné en toute sincérité et sans dissimulation en vue d'informer l'organisme de pension des risques qu'il prend à sa charge. L'organisme de pension peut exiger toutes informations qu'il juge nécessaires, en tenant compte de la législation en vigueur. Toutefois, l'organisme de pension renonce, dès l'affiliation, à faire valoir la nullité de l'affiliation à la structure d'accueil du chef de toute omission ou déclaration erronée faite de bonne foi. Toute(s) fraude, omission(s) intentionnelle(s) et/ou incorrecte(s) entraînent la nullité du compte individuel.
déclaration(s)
intentionnellement
En cas d'imprécision concernant la date de naissance et le sexe de I' affilié, les prestations sont adaptées en fonction des données correctes.
Article 4
Quand l'assurance prend-elle effet? L'assurance prend cours après le transfert effectif des réserves dans la présente structure d'accueil.
Article 5
Cession des réserves provenant d'un autre organisme de pension Les réserves sont transférées à l'organisme de pension. Le transfert est effectuée sur les différents comptes bancaires et de chèques postaux de l'organisme de pension ou entre les mains des personnes chargées de l'encaissement du montant.
Article 6
Tarifs La structure d'accueil permet à l'affilié qui transfère de choisir entre : une assurance en cas de vie et de décès sous la forme d'un capital différé avec contreassurance des réserves (CDAR). Le montant assuré est obtenu par la capitalisation du montant transféré conformément aux bases tarifaires CDAR déposées auprès de la CBFA (Commission bancaire, financière et des assurances) sous le nom de produit "structure d'accueil"; ou une combinaison d'assurance "assurance-vie mixte" avec une proportion 10/25 entre le capital-décès et le capital-vie conformément aux bases tarifaires assurance-vie mixte déposées auprès de la CBFA sous le nom de produit "structure d'accueil. Si l'affilié qui transfère ne communique pas son choix au moment de son transfert (ou dans l'attente de son choix), ses réserves transférées seront placées dans la combinaison CDAR.
Structure d'accueil Conditions générales
Article 7
Avances et mises en gage Des avances sur prestations et des mises en gage de droits de pension pour garantir un prêt ne peuvent être consenties que pour permettre à l'affilié d'acquérir, de construire, d'améliorer, de réparer ou de transformer des biens immobiliers situés sur le territoire de l'Union européenne et productifs de revenus imposables. En raison de la législation fiscale et des directives édictées dans le prolongement de celles-ci par l'Administration des Contributions Directes, des avances sur prestations et des mises en gage de droits de pension pour garantir un prêt ne peuvent être consenties que pour permettre à l'affilié d'acquérir, de construire, d'améliorer, de réparer ou de transformer des biens immobiliers situés en Belgique et productifs de revenus imposables. Pour ces motifs, les dispositions du premier paragraphe de cet article ne peuvent s'appliquer et des avances et des mises en gage ne peuvent être accordées que conformément aux dispositions du présent paragraphe. A la fois un régime spécial d'imposition est appliqué sous la forme d'un régime de conversion pour autant que ces avances aient été accordées en vue de la construction, de l'acquisition, de la transformation, de l'amélioration ou de la réparation de la seule habitation située en Belgique et destinée exclusivement à l'usage personnel du preneur de l'avance et des personnes faisant partie du ménage. Des avances sont accordés par l'organisme de pension à condition que : l'affilié signe un acte d'avance; l'affilié soit d'accord de payer à l'avance les intérêts calculés par l'organisme de pension sur la base du taux d'intérêt appliqué par lui au moment de l'attribution; l'accord écrit des éventuels bénéficiaires acceptants de l'engagement de pension ait été obtenu. Des avances doivent être remboursés dès que ces biens sortent du patrimoine de l'affilié. La possibilité de prendre des avances n'existe qu'à concurrence de la valeur de rachat théorique nette (après précompte professionnel, INAMI, cotisation de solidarité et la pénalisation éventuelle) multipliée par une fraction dont le numérateur est égal à 1 et dont le dénominateur est égal à 1 plus le taux d'intérêt appliqué par l'organisme de pension et calculé au moment de l'avance. L'avance à prendre ne peut toutefois jamais être supérieure au capital (constitutif) net assuré en cas de décès. Si une avance a été accordée, le droit à la participation bénéficiaire échoit pour le montant des réserves mathématiques correspondant au montant de l'avance, et ce, conformément au plan de participation bénéficiaire.
Article 8
Communication Lors d'un transfert ou à chaque conversion de réserves, l'organisme de pension fournit un benefit statement. La participation bénéficiaire constituée est mentionnée également sur ce benefit statement.
Structure d'accueil Conditions générales
Article 9
Acceptation médicale L'organisme de pension se réserve le droit d'imposer des formalités et/ou des examens d'ordre médical dans la mesure où la législation l'y autorise. Dans certains cas, l'organisme de pension imposera, conformément à sa politique d'acceptation médicale, un examen médical qui sera réalisé à ses frais. Cette politique peut notamment s'appliquer dans les cas suivants : en cas de transfert des réserves provenant d'un autre organisme de pension; en cas de transformation des réserves; en cas d'augmentation des prestations assurées en cas de décès ou de remise en vigueur du contrat; en cas de liquidation anticipée des avantages en cas de vie.
Article 10 Désignation bénéficiaire et acceptation du bénéfice Les dispositions concernant l'attribution des bénéficiaires telle que décrite dans les conditions particulières de l'engagement de pension lié à la présente structure d'accueil, sont d'application. L'affilié peut déroger à l'ordre prévu après en avoir informé l'organisme de pension ou désigner nommément un bénéficiaire dont il est pris acte dans le benefit statement. Si la dérogation concerne une désignation autre que celle du partenaire ou des descendants au premier degré de l'affilié, la mention doit être confirmée par écrit par une signature du partenaire. Si plusieurs bénéficiaires sont désignés, ils recevront chacun les prestations exigibles selon la clause bénéficiaire dont il est pris acte dans le benefit statement. Toutefois, lorsque le partenaire et les descendants au premier degré sont désignés conjointement comme bénéficiaire, nommément ou non, les prestations exigibles reviennent pour moitié au partenaire et pour moitié, à parts égales, aux descendants au premier degré. Lorsque les descendants au premier degré n'ont pas été désignés nommément comme bénéficiaires, les prestations reviennent aux personnes qui ont cette qualité au moment de leur exigibilité. Les descendants en ligne directe d'un descendant au premier degré prédécédé entrent en ligne de compte comme suppléants. Cette désignation bénéficiaire dérogatoire entre en vigueur à partir de l'émission du benefit statement. Tout bénéficiaire peut accepter sa désignation. L'acceptation s'effectue par un document portant la signature du bénéficiaire, de l'organisateur, de l'affilié et de l'organisme de pension. Sauf dans les cas où la loi admet la révocation, l'acceptation du bénéfice a pour conséquence que le changement de l'attribution bénéficiaire, le rachat ou le transfert de réserves, la mise en gage et l'avance sur police ne sont possibles que moyennant l'accord écrit du bénéficiaire acceptant. Cet accord est également exigé pour toute modification impliquant une diminution des prestations assurées au bénéfice du bénéficiaire acceptant par les primes déjà payées. Dans la mesure où l'acceptation du bénéfice entraîne la non applicabilité des dispositions des conditions particulières de l'engagement de pension lié à la présente structure d'accueil relatives à la qualité de bénéficiaire, les dispositions des conditions particulières demeurent sans effet.
Structure d'accueil Conditions générales
Article 11 Paiement des prestations Les prestations, qui le cas échéant, comprennent la participation bénéficiaire en cas de vie, sont versées sous la forme d'un capital après que l'organisme de pension a bien reçu du bénéficiaire la quittance contresignée par ce dernier ainsi que les documents qu'il avait demandés. L'organisme de pension a le droit de conserver les documents précités comme sa propriété. Les prestations en cas de vie sont versées le premier du mois suivant la date d'expiration de l'engagement de pension lié, sans tenir compte d'une prorogation éventuelle de l'engagement de pension lié. Les prestations en cas de décès avant la date d'expiration de l'engagement de pension lié sont versées à la date du décès de l'affilié. Aucun intérêt de retard ne sera dû par l'organisme de pension pour le retard dans le versement des montants dus par ce dernier, en raison de la non-réclamation de ces montants, de l'incomplétude des documents ou, de manière générale, suite à une circonstance indépendante de la volonté de l'organisme de pension.
Article 12 Modification ou résiliation de la structure d'accueil L'organisme de pension ne peut adopter unilatéralement aucune modification restrictive dans les conditions générales de la structure d'accueil. Les conditions générales de la structure d'accueil peuvent être modifiées ou résiliées à l'initiative de l'organisateur ou de l'organisme de pension, mais toujours en concertation avec l'organisateur. Cette modification ou résiliation ne portera toutefois aucun préjudice aux droits acquis des affiliés dont les réserves acquises ont été placées sur un compte individuel dans la structure d'accueil.
Article 13 Fonds de financement La structure d'accueil n'est pas liée à un fonds de financement.
Structure d'accueil Conditions générales
2.
RACHAT
Article 14 Rachat par l'organisateur L'organisateur ne peut à aucun moment procéder au rachat de l'ensemble des comptes individuels qui constituent la structure d'accueil.
Article 15 Rachat par l'affilié qui a transféré II n'est pas autorisé d'effectuer d'autres rachats que ceux autorisés par la loi à l'occasion de la cession ou de la prise d'avances ou de mise en gage. La valeur de rachat est liquidée à concurrence des prestations assurées en cas de décès. Le solde éventuel de la valeur de rachat théorique est utilisé pour la constitution, en fonction de la base d'inventaire, de prestations en cas de vie, payables aux mêmes échéances et dans les mêmes conditions que les prestations en cas de vie de l'opération initiale. Sauf dispositions légales contraires, les réserves du compte individuel peuvent être rachetées par l'affilié qui a transféré à partir du moment où il a atteint l'âge de 60 ans. En cas de rachat avant l'âge de 60 ans, l'indemnité de rachat due est égale à 1% de la valeur de rachat théorique multipliée par la durée restant à courir jusqu'au terme du compte individuel exprimée en années entières. L'indemnité de rachat ainsi calculée ne peut excéder 5% de la valeur de rachat théorique, mais sera toujours au moins égale à 75,00 EUR1. Par valeur de rachat théorique on entend la différence entre la valeur d'inventaire actuelle des engagements de l'organisme de pension et la valeur actuelle des primes de réduction. Cette différence est augmentée de la partie non consommée des chargements. Les bases techniques à utiliser pour le calcul de la valeur de rachat théorique sont celles utilisées pour le calcul de la prime. Par valeur d'inventaire actuelle on entend la valeur actuelle calculée à un moment donné en fonction de la base d'inventaire, soit l'ensemble des chargements d'inventaire, le taux d'intérêt technique et les lois de survenance intervenant dans la détermination du tarif ou de la constitution des réserves. La demande de rachat est notifiée par le biais d'un courrier daté et signé par l'affilié qui a transféré. Pour le calcul de la valeur de rachat, la date de la demande est prise en considération. Le rachat prend effet à la date à laquelle la quittance de rachat signée pour accord parvient à l'organisme de pension. Pour obtenir la valeur de rachat, le bénéficiaire doit fournir à l'organisme de pension un certificat de vie et une copie de sa carte d'identité.
1 Ce montant est indexé en fonction de l'indice santé (base 1998 = 100). L'indice qui doit être pris en considération est celui du deuxième mois du trimestre qui précède la date du rachat.
Structure d'accueil Conditions générales
3.
ETENDUE DE LA GARANTIE EN CAS DE DECES
Article 16 Etendue géographique Le risque de décès est valable dans le monde entier, quelle qu'en soit la cause, mais sous réserve des autres articles du chapitre 3.
Article 17
Fait intentionnel Le décès de l'affilié provoqué par un fait intentionnel d'un des bénéficiaires, ou à leur instigation, n'est pas couvert. Le fait intentionnel est un acte posé dans le but de tuer l'affilié ou de lui infliger des lésions graves.
Article 18 Navigation aérienne Le décès de l'affilié des suites d'un accident d'un appareil de navigation aérienne dans lequel il s'est embarqué en tant que pilote ou membre du personnel de bord n'est pas couvert. Le décès de l'affilié des suites d'un accident d'un appareil de navigation aérienne dans lequel il s'est embarqué en tant que passager est couvert, sauf s'il s'agit d'un appareil : dont l'affilié savait ou pouvait savoir qu'il ne disposait pas d'une autorisation pour le transport de personnes ou de biens ; d'une force aérienne qui n'est pas destinée au transport de personnes ; qui transporte des produits à caractère stratégique dans des régions où des hostilités ou rébellions sont en cours ; qui se prépare ou participe à une compétition sportive ; qui effectue des vols d'essai ; du type "ultra léger motorisé".
Article 19
Emeutes N'est pas couvert, le décès résultant directement et immédiatement d'émeutes, de troubles civils, de tout acte de violence collectif, d'inspiration politique, idéologique ou sociale, accompagné ou non de rébellion contre l'autorité ou tout pouvoir institué, si l'affilié y a pris une part active et volontaire.
Article 20 Guerre N'est pas couvert, le décès causé par la guerre, c.-à-d. résultant directement ou indirectement d'une action offensive ou défensive d'une puissance belligérante ou de tout autre événement à caractère militaire. Si le conflit éclate pendant le séjour de l'affilié dans un pays étranger, le risque de guerre est néanmoins couvert, pour autant que l'affilié ne participe pas activement aux hostilités.
Article 21
Prestations en cas de décès non couvert Dans les cas de non-couverture l'organisme de pension paie la valeur de rachat théorique calculée au jour du décès et limitée au capital assuré en cas de décès.
10
Structure d'accueil Conditions générales
Si le décès de l'affilié est le résultat d'un acte intentionnel de (l'un des) bénéficiaire(s) ou à son (leur) instigation(s), le (ou les) bénéficiaire(s) qui a (ou ont) provoqué le décès de manière intentionnelle perd(ent) tous les droits sur la prestation assurée. Dans ce cas, la prestation d'assurance n'est pas, par dérogation au paragraphe précédent, limitée au maximum des réserves de pension mais revient intégralement à (aux) autre(s) co-bénéficiaire(s) ou, à défaut, au(x) bénéficiaire(s) subsidiaire(s) suivant l'ordre spécifié dans les conditions particulières et, à défaut, à la succession de l'affilié. Les prestations assurées en cas de décès sont versées sans restrictions au(x) bénéficiaire(s), si le décès de l'affilié est dû à un suicide.
Article 22 Déclaration d'un sinistre Le décès de l'affilié doit être déclaré à l'organisme de pension au plus tard dans les 8 jours. En cas de déclaration tardive, l'organisme de pension peut réduire son intervention du préjudice qu'il a subi, à moins que la preuve ne soit fournie que la déclaration du sinistre a été soumise dès que c'était raisonnablement possible. La déclaration doit être faite sur le formulaire prévu à cette fin et doit être accompagnée de tous les originaux des documents, attestations et rapports qui peuvent prouver l'existence du sinistre. Les affiliés acceptent que le médecin traitant remette après leur décès une déclaration établissant la cause de mort au médecin-conseil de l'organisme de pension. L'organisme de pension peut demander des informations complémentaires ou faire procéder à ses frais à une autopsie. Le cas échéant, l'organisme de pension attendra les résultats avant de prendre position au sujet de la couverture du sinistre. S'il n'est pas satisfait à une de ces obligations, l'organisme de pension peut réduire son intervention du préjudice qu'il a subi. En cas de remise de faux certificats, de fausses déclarations ou de dissimulation volontaire de certains faits ou circonstances de toute évidence importants pour l'évaluation du sinistre, l'organisme de pension peut refuser d'intervenir et réclamer toute somme indûment versée, majorée des intérêts légaux.
4.
PARTICIPATION AUX BENEFICES
Article 23 Participation aux bénéfices Les capitaux vie et décès sont augmentés de la participation bénéficiaire "vie" accordée pour la structure d'accueil. Les dotations bénéficiaires sont versées sur les comptes individuels et sont affectées comme primes uniques d'inventaire dans la combinaison d'assurance choisie. Les comptes individuels de la structure d'accueil participent gratuitement aux bénéfices réalisés dans la catégorie des contrats d'assurance, conformément aux règles déterminées par l'organisme de pension, communiquées à la Commission bancaire, financière et des assurances (CBFA). Le plan de la participation bénéficiaire est mis à la disposition du public au siège de l'organisme de pension où la structure d'accueil a été conclue.
11
Structure d'accueil Conditions générales
5.
NOTIFICATIONS - JURIDICTION
Article 24 Notifications L'organisateur veille à ce que les affiliés puissent bénéficier totalement des avantages que leur offre la structure d'accueil en les informant correctement et en leur transmettant tous les documents utiles. L'organisateur fournit à l'organisme de pension les informations nécessaires de sorte que la gestion puisse s'effectuer correctement et aisément. Toute notification écrite d'une partie à l'autre est censée avoir été faite à la date de son dépôt à la poste et est valablement faite à la dernière adresse qu'elles se sont mutuellement communiquée. L'envoi d'une lettre recommandée est prouvé par l'accusé de réception de la poste. A défaut de présenter l'exemplaire original de tout échange de courrier, la copie conservée dans les dossiers de l'organisme de pension sert de preuve. Par dérogation à ce qui précède, toute notification de l'organisme de pension à l'affilié est censée avoir été faite au moyen du dernier benefit statement envoyé.
Article 25 Juridiction La structure d'accueil est soumise aux dispositions légales et réglementaires s'appliquant en Belgique aux assurances sur la vie et complémentaires en général et aux assurances de groupe en particulier. Si l'organisateur est domicilié hors de la Belgique, les parties choisiront, si elles y sont autorisées, expressément l'application du droit belge. La LPC s'applique aux pensions complémentaires de retraite et de survie pour les affiliés ayant le statut de travailleur (ou leurs ayants droit) dont le contrat de travail est régi par le droit belge du travail et/ou dont le lieu de travail habituel est la Belgique. A moins d'un avis contraire de l'organisateur, l'organisme de pension considère que ces conditions sont remplies dans le chef des affiliés ayant le statut de travailleur. Les litiges relatifs à des questions d'ordre médical peuvent également, moyennant l'accord exprès et écrit des parties à ce sujet, au plus tôt au moment de la survenance de la contestation, être tranchés par une expertise médicale amiable (arbitrage), au cours de laquelle les parties nomment chacune leur propre médecin. En cas de désaccord entre les médecins, un "troisième" médecin désigné par les deux premiers ou, à défaut d'accord, par le Président du tribunal de première instance compétent, sera nommé. Le collège ainsi constitué décide à la majorité des voix et sa décision est irrévocable. Sous peine de nullité de leur décision, les médecins ne peuvent en aucun cas déroger aux dispositions des conditions générales de la structure d'accueil. Chaque partie prend en charge les honoraires du médecin qu'elle a nommé. Les honoraires de l'éventuel " troisième" médecin sont pris en charge par les parties dans des proportions égales.
Article 26 Régime fiscal applicable Les prestations d'assurance sont imposées conformément à la législation belge et/ou la législation du pays du domicile du bénéficiaire. En ce qui concerne les éventuels droits de succession, c'est la législation du pays du domicile du défunt et/ou du bénéficiaire qui s'applique. L'organisme de pension s'acquittera des retenues légales obligatoires au moment du paiement des prestations. Pour tout autre renseignement complémentaire concernant le régime fiscal applicable, l'organisateur peut s'adresser à l'organisme de pension.
12
Structure d'accueil Conditions générales
Article 27 Protection de la vie privée Les données qui concernent l'affilié sont reprises dans des fichiers tenus afin de pouvoir établir, gérer et exécuter les contrats d'assurance. Conformément à la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel et à toute modification ultérieure qui remplace et/ou complète les dispositions contraignantes de cette loi, l'affilié peut prendre connaissance de ses données à caractère personnel et si nécessaire faire procéder à leur rectification. L'organisme de pension est responsable du traitement.
Article 28 Bonne foi et équité L'organisateur statue sur les matières de sa relation avec les affiliés qui transfèrent que les conditions générales de la structure d'accueil ne prévoient pas explicitement ou qui sont susceptibles d'interprétation. Si l'organisme de pension est partie prenante dans celles-ci, cette procédure s'effectue toujours en concertation avec lui. Le règlement de ces matières doivent toujours s'effectuer dans les limites de et en toute bonne foi et équité, ainsi que dans l'esprit des conditions générales.
6.
DEPENSES PARTICULIERES
Article 29 Dépenses particulières L'organisme de pension a le droit d'imputer certains frais en cas de dépenses exceptionnelles causées par l'intervention de l'organisateur, de I' affilié et du bénéficiaire. Cela n'est possible qu'après que l'organisme de pension ait préalablement informé la ou les personne(s) concernée(s).
7.
DISPOSITIONS GENERALES
Article 30 Dispositions générales L'organisateur a le droit de résilier la convention de la structure d'accueil à l'égard de l'organisme de pension dans les 30 jours à compter de son entrée en vigueur. Dans ce cas, l'organisme de pension transfère les réserves déjà transférées, diminuées des montants utilisés pour couvrir le risque, à la structure d'accueil désignée par l'organisateur. Si l'organisme de pension souhaite modifier les conditions générales de la structure d'accueil, il propose par courrier recommandé à l'organisateur d'appliquer les conditions générales modifiées à partir de la date définie par lui. Si, dans les 90 jours de cette proposition, l'organisateur signale par écrit à l'organisme de pension qu'il refuse cette proposition, les anciennes conditions générales reste d'application. L'organisateur remet, le cas échéant, à chaque affilié concerné un exemplaire des conditions générales modifiées de la structure d'accueil.
13