Om U een indruk te geven van het boek, volgt hier een representatief fragment. Het is niet toegestaan deze citaten uit het boek te vermenigvuldigen zonder voorafgaande toestemming door de uitgever. Mail:
[email protected] © 1997; ©2000; ©2008; ©2013 M. Heemelaar, Amsterdam - BSL, Houten. Seksueel script Een script is een algemeen, psychisch schema waarmee je een situatie interpreteert en ingaat. Het past binnen de theorie over cognitieve schema’s uit de psychologie. Om de werkelijkheid overzichtelijk te houden, selecteren we in onze waarneming. Vervolgens ordenen we relevante informatie in de vorm van een cognitief schema. Het eerste script dat beschreven werd, is het restaurantscript. Het bleek dat de meeste mensen vanuit een algemeen schema interpreteren. Als je binnenkomt in een restaurant, zoek je een tafel uit. Als je in het restaurant het gesloten boekje op tafel ziet, lees je dat en je begrijpt dat je een bestelling moet opgeven als de ober aan je tafel komt staan. Een ander bekend script is het liftscript: de meeste mensen gedragen zich uniform als ze een lift binnenstappen. Die gedragingen zijn min of meer standaard, afhankelijk van het aantal mensen dat in de lift staat als je binnenkomt. Als er bij binnenkomst al iemand in de lift staat, gaan bijna alle mensen in een diagonale positie ten opzichte van die persoon staan. Zo wordt ook door je ontwikkeling, je ervaringen, je socialisatie en je biologische achtergronden een seksueel script ‘geschreven’. Dit seksuele script bevat voor veel mensen standaardcodes. Nederlanders leren dat je seks met tongzoenen begint en je er meestal niet mee eindigt. Mensen leren dat je je afzondert voor seks: je zoekt privacy op.
Seksuele scripts verschillen per tijd, per cultuur en ook per individu. Watzlawick analyseerde de grote verwarring over tongzoenen tussen Engelse meisjes en Amerikaanse soldaten, in hun ontmoetingen bij de bevrijding na de Tweede Wereldoorlog. In het Amerikaanse seksuele script van die tijd mocht tongzoenen veel eerder plaatsvinden na een ontmoeting dan in het script van de Engelse meisjes. Die meisjes interpreteerden dit als een soort huwelijksaanzoek (Rigter, 2004). Zo heeft ieder mens een individueel seksueel script. Iemands seksuele script is de persoonlijke weerslag van al die invloeden. Je zou een seksueel script kunnen zien als een logboek, waarin staat wat iemand opwindend en niet opwindend vindt. Op onbewust niveau schrijft dit boek die persoon voorwaarden, emoties en gedrag op het terrein van seksualiteit voor. In dit boek staat welke situaties hij als seksueel opwindend beleeft en welke niet, hoe hij zich in seksuele situaties dient te gedragen en hoe je dingen kunt aanpakken. Hierbij kun je denken aan verschillende facetten. Bij elk facet worden een of meer individuele voorbeelden gegeven. a) Een kenmerkende opeenvolging van gebeurtenissen: Het blijkt dat veel seks in een relatie plaatsvindt na een ruzie (Rigter, 1996b). Veel mensen hebben een voorkeur voor het al of niet nemen van initiatief: sommige mensen vinden het opwindender om versierd te worden, bij anderen verdwijnt de lust dan juist; zij versieren liever zelf. a) De sfeer van een situatie wordt ook sterk verschillend beleefd: kaarslicht, speciale muziek, glaasje wijn, haardvuur; voor anderen juist aan het strand, in de auto, op een donkere, spannende openbare plek waar mensen voorbij zouden kunnen
komen. b) Lichamelijke kenmerken: de geur van de partner; voor veel mensen blijkt het heel belangrijk – zonder dat ze zich daar al te zeer van bewust zijn – dat de lichaamsgeur van de partner hen bevalt; glanzend haar; blond of donker haar; een bepaalde vorm van de mond. c) Kleding: strak truitje; spijkerbroek en wit overhemd. d) Het optreden van een partner: langzaam ontkleden door een partner; seksuele taal gebruiken om elkaar en jezelf op te winden; praten over seksuele belevenissen vinden sommige mensen ook opwindend. e) Andere zintuiglijke waarnemingen van de fysieke omgeving: de geur van bloeiende kamperfoelie; het geluid van bijvoorbeeld een bromfiets, dat onbewust een associatie kan leggen met een fantasie en seksuele opwinding kan geven. Aan de voorbeelden kun je zien dat een seksueel script uiteindelijk persoonlijk is. Bij al die elementen kan de ene lezer zich wel wat voorstellen en een andere juist weer niet. In (porno)films wordt geraffineerd gebruikgemaakt van onderdelen van seksuele scripts die door de beoogde consumenten worden gedeeld. Het seksuele script kun je ook zien als een seksueel lied van verlangen. Daarbij heeft ieder zijn eigen lied. Zodra iemand tonen fluit van dit lied, raakt de ander opgewonden. Een seksueel script is niet statisch, het ontwikkelt zich in de loop van het leven. Aanvankelijk, in de puberteit, is het ‘boek’ nog vrij dun. Het is van belang dat voorlichters zich realiseren dat hun seksuele script meestal veel omvangrijker is dan dat van de jongeren die ze voorlichten. Het script ontwikkelt zich naar aanleiding van seksuele ervaringen. Bepaalde voorkeuren veranderen dan ook. De Amerikaanse seksuoloog John Money (1986) introduceerde het begrip love-map waar wij het hebben over seksueel script: een liefdeskaart die aangeeft langs welke wegen je gevoelens en fantasieën zich bij voorkeur verplaatsen bij het deelnemen aan of het fantaseren over het seksuele verkeer. De Nederlandse seksuoloog Van Lunsen (1995) verklaart een hardnekkige tegenstelling in veel heterorelaties aan de hand van de love-map: vrouwen vinden seks fijn als de relatie goed is, mannen vinden de relatie goed als de seks goed is. In de hiervoor behandelde theorie zijn verklaringen gegeven voor de vraag hoe die verschillen in de love-maps van man en vrouw ontstaan. Van Naerssen (1996) zegt hierover: ‘Seks is de motor die je trekt, maar niet de motor die het bij elkaar houdt’. Als er problemen zijn in een seksuele relatie, kan het helpen om het seksuele script te analyseren. Deze analyse kan duidelijkheid scheppen over misverstanden die ontstaan uit een verschillend verwachtingspatroon bij de partners. De meeste mensen kennen elkaars seksuele script maar ten dele. Dan kunnen codes verkeerd geïnterpreteerd worden, te veel vanuit projectie. Je neemt dan je eigen verlangen waar in de ander: je denkt dat de ander je gedrag opwindend vindt omdat je hoopt dat de ander dit vindt. Eye Catcher Start Tinus Tinus is hetero. In één ding wijkt hij af van de meeste andere mannen: hij kijkt mensen (mannen en vrouwen) die hij niet kent, net iets langer aan dan wat standaard is voor de duur van het gemiddelde oogcontact in onze cultuur. Hij is zich hiervan niet bewust. Tot zijn verbazing heeft hij veel sjans van
homomannen. De verklaring ligt in het seksuele script: zij menen in Tinus’ oogopslag een subtiele code voor versieren te herkennen. Omdat de homo’s Tinus leuk vinden, projecteren zij hun gevoel op hem en menen zij te zien dat Tinus hen ook leuk vindt. Vrouwen pikken dit signaal blijkbaar niet op of decoderen het anders. Eye Catcher Stop In de therapie voor seksueel delinquenten wordt het seksuele script gebruikt als invalshoek voor de cliënt om meer controle te krijgen over ongewenst gedrag. Voor hulpverleners zit het belang van het begrip seksueel script in de mogelijkheid onverwachte seksuele spanning tussen cliënt en hulpverlener of tussen cliënten onderling te analyseren. In de nu volgende studietaak wordt hiervan een voorbeeld gegeven. Overview Start Studietaak 2.7 De heer Van Zwieten (verwerkingsopdracht) In deze taak wordt het begrip ‘seksueel script’ toegepast. De heer Van Zwieten (80) woont alleen thuis. Zijn geheugen, lichamelijke conditie en zelfverzorging gaan achteruit. De wijkverpleging stuurt driemaal per week iemand om hem te begeleiden bij zijn zelfverzorging en het huishouden. Bij één wijkverpleegster, Magda, is de heer Van Zwieten opdringerig (hij geeft haar een tik op de billen, probeert haar borsten te strelen), bij de andere niet. Tijdens de teamvergadering probeert het team het seksuele script van de heer Van Zwieten te analyseren. Uiteindelijk blijkt dat er twee verpleegsters zijn met blond haar. Magda draagt haar haar los; haar collega heeft het opgestoken als ze werkt. Deze haardracht bleek een voorwaarde te zijn voor het seksuele gedrag van de heer Van Zwieten. Het neemt een belangrijke plaats in in zijn seksuele script. Vermoedelijk gaat het terug tot vroegere ervaringen en fantasieën, die werkelijkheid lijken te worden in zijn beleving. Als Magda de volgende keer haar haren opgestoken draagt, gebeurt er niets. a) Kies een medestudent die je vertrouwt. Maak samen afspraken over het vertrouwelijke van jullie gesprek. b) Vervolgens probeer je elkaar beurtelings bij alle categorieën van het begrip ‘seksueel script’ voorbeelden te geven van: je eigen beleving; en/of het gedrag en de beleving van je partner (echtgenoot, vriend, minnaar enzovoort); en/of een werksituatie waarbij je seksueel benaderd werd door een cliënt. c) Bereid voor een groepsgesprek de volgende vragen voor. In hoeverre ben je van mening dat je in je gedrag rekening moet houden met het seksuele script van cliënten? Vergelijk dit standpunt met je mening in hoeverre je in je gedrag rekening moet houden met niet-seksuele gedragingen van cliënten. In hoeverre acht je jezelf in staat om deze ervaringen te bespreken met collega’s? d) Bespreek je mening over de vragen die onder c) staan in een grotere groep. Probeer conclusies te trekken over jullie visie op het bewaken van grenzen in het contact tussen hulpverlener en cliënt. Overview Stop Overview Start Studietaak 2.8 Een Turks seksueel script (verwerkingsopdracht) Eerdere werd beschreven hoe allochtone jongeren van de tweede generatie in de knel kunnen komen tussen de allochtone en de autochtone cultuur. Verplaats je eens in Alpaslan, een Turkse jongen van 15 die een Nederlandse middelbare school bezoekt. Thuis ziet het leven er traditioneel-islamitisch uit.
Op school en op straat gaat hij veel om met autochtone jongens. Sommigen hebben al een meisje, waar ze seks mee hebben. Vul dit verhaal verder aan door je te verplaatsen in deze jongen, midden in zijn puberteit. a) Hoe gaat hij met meisjes om en welke gedachten heeft hij hierover? Welke normen spelen er thuis, bij zijn ouders, broers, zussen? (Herlees hiertoe eventueel vooral ▶ par. ) b) Hoe kijken de autochtone vrienden van Alpaslan tegen seksualiteit aan? Hoe gaan hun ouders met hen om? Welke normen spelen hier? (Herlees hiertoe eventueel ▶ par c) Als je kijkt naar het seksuele script van Alpaslan, kun je dit visualiseren door te bedenken dat er in twee talen ‘over elkaar heen geschreven’ is. Expliciteer de codes die in zijn seksuele script te lezen zijn. d) Geef vervolgens aan wat je herkent in je eigen script: welke boodschappen daarin zijn tegenstrijdig? e) Maatschappelijke integratie is naar de mening van veel mensen een proces waarin twee partijen naar elkaar toe moeten groeien: beide partijen moeten water bij de wijn doen, zodat het beste van twee culturen samensmelt tot iets kleurrijks. Hoe stel jij je de maatschappelijke integratie voor? Beperk je in de discussie tot de verschillen op het terrein van seksualiteit. f) Formuleer aan de hand van je conclusies bij e) het gezamenlijke seksuele script dat jij Alpaslan en zijn autochtone vrienden toewenst in de toekomst. g) Hoe denk je als hulpverlener te kunnen bijdragen aan Alpaslans seksuele ontwikkeling, als hij en zijn ouders door jou zouden worden begeleid? Overview Stop
1.1.1
Lichaamsbeeld
Een tweede psychologisch begrip dat hier behandeld wordt, is lichaamsbeeld. Woertman (1994) deed onderzoek naar de beleving van mensen van hun eigen lichaam: vinden we onszelf aantrekkelijk of zijn we ontevreden met ons eigen lichaam? Het spreekt voor zich dat het lichaamsbeeld invloed heeft op iemands seksuele script en zijn seksuele gedrag. Ook hebben hulpverleners hier in bijzondere mate mee te maken, omdat nogal wat cliënten lichamelijk afwijken van het gemiddelde (lichamelijk gehandicapten, sommige verstandelijk gehandicapten). Pubers, bij wie de lichamelijke veranderingen zich in bijzonder snel tempo voltrekken, zijn ook heel sterk gericht op hun lichaamsbeeld. Geen leeftijdsgroep kijkt zo vaak in een spiegel. Bovendien reageren mensen uit hun omgeving op hun veranderende lichaam door een andere houding tegenover hen aan te nemen. Mensen staan nooit los van sociale lichaamsbeelden, maatschappelijke normen over aantrekkelijk en onaantrekkelijk. Uit Woertmans onderzoek blijkt dat het lichaamsbeeld van mensen sterk samenhangt met het idee dat ze hebben over hoe ze worden waargenomen door anderen. Woertmans onderzoeksgroep bestond uit heteroseksuele en homoseksuele mannen en vrouwen en gekleurde mensen. Bovendien zocht zij ook consequent naar een verband tussen eventueel seksueel misbruik en lichaamsbeeld. Woertman onderzocht dus geen verstandelijk en lichamelijk gehandicapten. Over het lichaamsbeeld van lichamelijk gehandicapten schreef Spaink (zie Buurman & Spaink, 1991). Kern in haar betoog is dat zelfacceptatie een voorwaarde is voor een positieve waardering van het eigen lichaam en het zoeken van een passende en bevredigende seksualiteit (zie ook Kool, 2010). Woertman trekt wel conclusies voor een groep die ‘negatief aangeraakt is’ (door ongeluk, ziekte, weinig waardering van ouders/partner, misbruik): naar verwachting waarderen zij hun eigen lichaam significant lager. Dit geldt in nog sterkere mate voor seksueel misbruikte mannen. In het algemeen blijkt dat jonge, blanke, heteroseksuele vrouwen zichzelf ook relatief minder mooi vinden, een sterkere cosmetische veranderingswens hebben en een lagere mate van welbevinden ervaren. Het blijkt dat de tevredenheid niet samenhangt met het al of niet deel uitmaken van een minderheidsgroep: gekleurde mensen vinden zichzelf het mooist en geven de hoogste mate van
welbevinden aan. Overview Start Studietaak 2.9 Lichaamsbeeld en hulpverlening (verwerkingsopdracht) Hulpverleners kunnen in hun begeleiding positieve bevestiging geven om daarmee een positiever zelfbeeld bij cliënten te doen ontstaan. Het is de vraag in hoeverre dit invloed heeft (vaak is de feedback van anderen minstens zo relevant), maar ‘niet geschoten is altijd mis’. Een positief lichaamsbeeld biedt mogelijkheden tot een prettiger leven en seksueel meer bevredigende relaties. a) Welk lichaamsbeeld hebben jouw cliënten? b) Welke invloed denk jij dat jouw gedrag heeft op het lichaamsbeeld van je cliënten? c) Zou je dit willen veranderen na lezing van de resultaten van het onderzoek van Woertman in deze subparagraaf?