AANTEKENEN Stichting RTV Noord-Holland T.a.v. het bestuur Postbus 9823 1006 AM AMSTERDAM
Datum
Onderwerp
14 mei 2013
Nevenactiviteiten inzake dienstverlening aan Amstel Televisie Vijf BV
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Contactpersoon
Doorkiesnummer
27720/2012014732
Geacht bestuur, Op 8 juni 2012 verzocht RTV Noord-Holland (hierna: RTV N-H) het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) om goedkeuring voor de nevenactiviteit “Dienstverlening aan Amstel Televisie Vijf BV”. Bij brief van 12 juni 2012 (kenmerk: 27720/2012007930) heeft het Commissariaat de melding van de nevenactiviteit bevestigd en RTV N-H verzocht het daartoe bestemde vragenformulier in te vullen. Bij e-mail van 25 juni 2012 heeft RTV N-H het ingevulde vragenformulier retour gezonden. Bij e-mail van 26 juni 2012 heeft het Commissariaat RTV N-H om aanvullende informatie gevraagd. Bij brief van 27 juni 2012, door het Commissariaat ontvangen op 28 juni 2012, heeft RTV N-H aanvullende informatie verstrekt. Bij brief van 16 juli 2012 (kenmerk: 27720/2012009693) heeft het Commissariaat RTV N-H uitgenodigd om haar zienswijze te geven op de gemelde nevenactiviteit, omdat de door RTV N-H aangeleverde stukken niet steeds die informatie bevatten die het Commissariaat nodig heeft om de nevenactiviteit te kunnen beoordelen, en dat de informatie die wel in de stukken besloten ligt, op een aantal punten vooralsnog moeilijk verenigbaar lijkt met de vereisten waaraan het Commissariaat toetst. Op 26 juli 2012 is RTV N-H op de hoorzitting verschenen en heeft zij haar zienswijze mondeling toegelicht. Afgesproken is dat RTV N-H uiterlijk 1 september 2012 de melding zal aanvullen en verduidelijken met inachtneming van hetgeen tijdens de hoorzitting is besproken. Het verslag van deze hoorzitting is bij e-mail van 6 augustus 2012 aan RTV N-H verzonden. Bij e-mail van 13 augustus 2012 heeft RTV N-H voor het aanpassen van de melding uitstel gevraagd tot 15 september 2012. Bij e-mail van 13 augustus 2012 heeft het Commissariaat voor het aanpassen van de melding uitstel verleend tot 15 september 2012. Bij brief van 14 september 2012, door het Commissariaat ontvangen op 17 september 2012, heeft RTV N-H informatie inzake de aangepaste melding verstrekt.
Uit de stukken en de toelichting blijkt dat de gemelde nevenactiviteit uiteenvalt in vier afzonderlijke nevenactiviteiten. Op grond van de hiernavolgende toetsing wordt RTV N-H toestemming verleend voor de nevenactiviteit: 1. Verhuren van kantoorruimte aan Amstel Televisie Vijf BV. Daarnaast wordt op grond van de hiernavolgende toetsing RTV N-H geen toestemming verleend voor de nevenactiviteiten: 2. Verzorgen van reclameverkoop en externe producties ten behoeve van Amstel Televisie Vijf BV; 3. Verzorgen van zakelijk management en ondersteunende diensten ten behoeve van Amstel Televisie Vijf BV; 4. Beschikbaar stellen van productie, opname- en uitzendfaciliteiten aan Amstel Televisie Vijf BV. Vanwege de verwevenheid van de afzonderlijke nevenactiviteiten en het feit dat RTV N-H deze nevenactiviteiten in één aanvraag als Dienstverlening aan Amstel Televisie Vijf BV bij het Commissariaat heeft gemeld worden de nevenactiviteiten in één (onderhavig) besluit beoordeeld. Onderstaand zal per nevenactiviteit de volledige toetsing (relatie, marktconformiteit en kostendekkendheid) worden beschreven. Onderhavige nevenactiviteiten staan los van de reeds eerder door RTV N-H gemelde en door het Commissariaat goedgekeurde nevenactiviteit van 3 mei 2012 “Indirecte deelneming in de productiemaatschappij Besloten Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid handelend onder de naam Amstel Televisie Vijf BV (via een directe deelneming in een Stichting handelend onder de naam Stichting Nieuw Amsterdams Bereik) ten behoeve van het realiseren van media-aanbod” (kenmerk: 27373/2012004440). Naast RTV N-H wordt ook door de AVRO en het Parool deelgenomen in Amstel Televisie Vijf BV (hierna: ATV). Onderhavige nevenactiviteiten worden echter uitsluitend uitgevoerd door RTV N-H. Bovenstaande nevenactiviteit deelneming is gemeld op 15 maart 2012. Het Commissariaat heeft naar aanleiding van deze melding reeds aangegeven dat voor andere nevenactiviteiten, zoals het detacheren van medewerkers van RTV N-H bij ATV en het verhuren van kantoor- en studieruimte en faciliteiten aan ATV, afzonderlijk toestemming moet worden verkregen voordat deze kunnen worden uitgevoerd. Het Commissariaat heeft hier in zijn besluit van 3 mei 2012, waarin toestemming is verleend voor het uitvoeren van de nevenactiviteit deelneming, in randnummer 35 nogmaals op gewezen. RTV N-H heeft ervoor gekozen om de nevenactiviteiten uit te voeren zonder voorafgaande toestemming. Pas op 8 juni 2012 heeft RTV N-H de nevenactiviteiten ter toetsing aan het Commissariaat voorgelegd. Op 26 juli 2012 heeft het Commissariaat tijdens de hoorzitting RTV N-H een toelichting gegeven op het gehanteerde toetsingskader van de nevenactiviteiten en RTV N-H gewezen op de omstandigheid dat een aantal van de nevenactiviteiten moeilijk verenigbaar lijken met de vereisten waaraan het Commissariaat toetst. Nadere antwoorden van RTV N-H, zoals hierna toegelicht, hebben de bezwaren van het Commissariaat tegen het kunnen uitvoeren van deze nevenactiviteiten niet weggenomen.
blad 2
Op grond van artikel 2.132, eerste lid, van de Mediawet 2008 mag een nevenactiviteit alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat worden verricht. Indien de nevenactiviteiten waarvoor geen toestemming is verkregen niet worden gestaakt, kan het Commissariaat overwegen om op basis van artikel 7.12, van de Mediawet 2008 een bestuurlijke boete en/ of een herstelsanctie op te leggen.
A. De activiteit 1.
2.
De door RTV N-H gemelde nevenactiviteit van RTV N-H bestaat uit “Dienstverlening aan Amstel Televisie Vijf BV”. Deze nevenactiviteit bestaat echter uit verschillende nevenactiviteiten die in dit besluit ieder afzonderlijk worden beoordeeld: 1.
Verhuren van kantoorruimte aan Amstel Televisie Vijf BV;
2.
Verzorgen van reclameverkoop en externe producties ten behoeve van Amstel Televisie Vijf BV;
3.
Verzorgen van zakelijk management en ondersteunende diensten ten behoeve van Amstel Televisie Vijf BV;
4.
Beschikbaar stellen van productie, opname- en uitzendfaciliteiten aan Amstel Televisie Vijf BV.
ATV is een productiemaatschappij die nieuws- en actualiteitenprogramma’s verzorgt voor de Amsterdamse zender AT5 van de publieke media-instelling Salto. De Stichting Nieuw Amsterdams Bereik (opgericht door RTV N-H, De AVRO en het Parool) is enig aandeelhouder van de productiemaatschappij ATV.
B. Relevante bepalingen 3.
Artikel 2.132 Mediawet 2008 1. De publieke media-instellingen mogen alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat nevenactiviteiten verrichten. 2. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten. 3. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke omroep, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.
4.
Voorts wordt verwezen naar de Regeling van het Commissariaat voor de Media van 10 april 2009 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteiten publieke mediainstellingen (hierna: beleidsregels nevenactiviteiten 2009).
blad 3
C. Status 5.
Volgens artikel 2, onderdeel c, van de beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is een nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.
6.
Op grond van artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008, worden alle activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten, aangemerkt als nevenactiviteiten.
7.
Dienstverlening van RTV N-H aan ATV (in de vorm van verhuur van personeel en middelen) houdt niet rechtstreeks verband met en staat niet rechtstreeks ten dienste van de uitvoering van de publieke media-opdracht van RTV N-H en is evenmin een verenigingsactiviteit.
8.
De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.
D. Toetsing 9.
Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het mediaaanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.
D1. Verhuren van kantoorruimte aan ATV D1.1 Relatietoets 10. Op grond van artikel 4, eerste lid, sub b, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, staat een nevenactiviteit, indien wordt voldaan aan de voorwaarden van het tweede lid, naast datgene bedoeld in artikel 3 van deze regeling, op andere wijze ten dienste van de verwezenlijking van de media-opdracht indien er sprake is van verhuur van personeel of middelen, op voorwaarde dat dit personeel of deze middelen niet zijn verworven met het oogmerk om te verhuren en een beperkte omvang hebben. 11. Bij de vaststelling van beperkte omvang kan er van uitgegaan worden dat er geen sprake is van een capaciteit die groter is dan noodzakelijk om de publieke media-opdracht ook onder bijzondere omstandigheden te kunnen verwezenlijken. Het uitgangspunt is voorts dat het verhuren geen grootschalige vorm mag aannemen. Verder mogen personeel en middelen niet zijn verworven met het oogmerk deze te verhuren.
blad 4
12. RTV N-H verhuurt een deel van haar huisvesting aan ATV. RTV N-H heeft verklaard dat de verhuur tijdelijk is omdat het de bedoeling is dat de medewerkers van ATV uiteindelijk naar een andere definitieve locatie verhuizen. 13. De extra kantoorruimte bij RTV N-H is gecreëerd door bureaus in looppaden te plaatsen en de bestaande kantoorruimte efficiënter te gebruiken. De te verhuren kantoorruimte is dus niet verworven met het oogmerk deze te verhuren. 14. Het aandeel van de huisvesting van RTV N-H dat wordt verhuurd aan ATV valt buiten de range van door het Commissariaat beoordeelde soortgelijke nevenactiviteiten, maar kan gezien het tijdelijke karakter en de omstandigheid dat er – door efficiënter gebruik hiervan – extra kantoorruimte is gecreëerd, worden aangemerkt als beperkte omvang. 15. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
D1.2 Marktconformiteit 16. Overeenkomstig artikel 7, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 wordt bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, de verkoopprijs als uitgangspunt genomen. Een publieke media-instelling dient voor zijn nevenactiviteiten een marktconforme verkoopprijs te hanteren. De publieke media-instelling heeft derhalve een zorgplicht om deze eis van marktconformiteit mee te nemen in de onderhandelingen voorafgaand aan de totstandkoming van de nevenactiviteit. Op grond van artikel 7, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 kan het Commissariaat bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, ook het imago van de publieke media-instelling betrekken. Onder imago wordt in ieder geval verstaan beeldmerk of logo. 17. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit, op basis van de nu bekende feiten en omstandigheden, aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 18. In het desbetreffende geval gaat het om de verhuur van kantoorruimte, inclusief servicekosten, aan ATV. 19. De verkoopprijs is afhankelijk van de markt die door de publieke media-instelling met de nevenactiviteit wordt betreden. RTV N-H berekent de kostprijs van de eigen huur, onderhoud, belastingen, verzekeringen, energie, schoonmaak, huismeesterschap en overige huishoudkosten, voor het aandeel in de huisvesting door aan ATV. De lasten die RTV N-H zelf draagt komen overeen met de lasten verantwoord in de jaarrekening. Aangenomen kan worden dat de prijzen die RTV N-H betaalt voor de huur van het pand en de bijkomende kosten marktconform zijn, waardoor de verhoudingsgewijze doorberekening aan ATV automatisch marktconform is.
blad 5
20. Het Commissariaat heeft onderzoek gedaan naar de prijzen die gangbaar zijn op de commerciële markt van verhuur (en servicekosten) van kantoorpanden en deze vergeleken met de door RTV N-H gehanteerde prijs. Na vergelijking moet worden geconcludeerd dat de verhuur aan ATV marktconform geschiedt. 21. Het Commissariaat ziet, mede in het licht van eerder bij het Commissariaat aangemelde vergelijkbare nevenactiviteiten, voorshands geen reden om aan te nemen dat de licentievergoeding niet marktconform is. 22. Het Commissariaat is vooralsnog dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit marktconform wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
D1.3 Kostendekkendheid 23. Overeenkomstig artikel 11 van de beleidsregels nevenactiviteiten 2009, is er geen sprake van kostendekkendheid indien de nevenactiviteit direct of indirect wordt bekostigd uit of anderszins ten laste komt van de publieke omroepmiddelen. 24. Het Commissariaat is van oordeel dat de nevenactiviteit aan de voorwaarde van kostendekkendheid voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 25. RTV N-H rekent alle kosten voor de verhuur en servicekosten van de kantoorruimte direct door aan ATV. RTV N-H maakt hiervoor verder geen kosten. De verhuur geschiedt derhalve kostendekkend. 26. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit kostendekkend wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. 27. Het Commissariaat zal de kostendekkendheid controleren aan de hand van de jaarrekening.
D1.4 conclusie verhuur van kantoorruimte aan ATV 28. Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit “Verhuren van kantoorruimte aan Amstel Televisie Vijf BV” toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
D2. Verzorgen van reclameverkoop en externe producties ten behoeve van ATV D2.1 Relatietoets
blad 6
29. Op grond van artikel 4, eerste lid, sub b, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, staat een nevenactiviteit, indien wordt voldaan aan de voorwaarden van het tweede lid, naast datgene bedoeld in artikel 3 van deze regeling, op andere wijze ten dienste van de verwezenlijking van de media-opdracht indien er sprake is van verhuur van personeel of middelen, op voorwaarde dat dit personeel of deze middelen niet zijn verworven met het oogmerk om te verhuren en een beperkte omvang hebben. 30. Bij de vaststelling van beperkte omvang kan er van uitgegaan worden dat er geen sprake is van een capaciteit die groter is dan noodzakelijk om de publieke media-opdracht ook onder bijzondere omstandigheden te kunnen verwezenlijken. Het uitgangspunt is voorts dat het verhuren geen grootschalige vorm mag aannemen. Verder mogen personeel en middelen niet zijn verworven met het oogmerk deze te verhuren. 31. RTV N-H heeft de afdeling reclameverkoop uitgebreid met vier verkopers ten behoeve van het verzorgen van reclameverkoop ten behoeve van ATV. Daarnaast zullen 3 nieuwe medewerkers vanuit een productiehuis binnen RTV N-H voor 50% (1,5 fte) activiteiten gaan verrichten voor ATV, namelijk: het begeleiden van de lopende productieportefeuille van ATV. 32. RTV N-H heeft tijdens de hoorzitting aangegeven dat deze medewerkers niet aan ATV worden verhuurd omdat er sprake is van overcapaciteit, maar om nieuwe markten open te breken en synergievoordelen te behalen. De besparing die RTV N-H boekt komt volledig ten goede aan hun media-aanbod. RTV N-H ontvangt van ATV een vergoeding voor de reclameacquisitie, hetgeen is gebaseerd op de verwachte omzet en waarmee alle kosten worden gedekt. 33. Het uitbreiden van beide afdelingen (reclame en producties) om daarmee opdrachten te kunnen uitvoeren voor ATV betekent dat deze medewerkers zijn verworven met het oogmerk deze (of hun activiteiten) te verhuren. Daarnaast kan bij een uitbreiding van de beide afdelingen met respectievelijk vier medewerkers (oorspronkelijk negen medewerkers) en anderhalve fte (een nieuwe afdeling) ten behoeve van het uitvoeren van deze nevenactiviteit niet worden gesproken van een beperkte omvang. 34. Daar is gebleken dat ten behoeve van de nevenactiviteit “Verzorgen van reclameverkoop en externe producties ten behoeve van ATV” personeel zal worden verworven met het oogmerk deze te verhuren en er geen sprake is van een beperkte omvang, is niet voldaan aan de relatietoets. Gezien het bovenstaande is daarmee sprake van onvoldoende verband met de verwezenlijking van de publieke media-opdracht. 35. Er wordt derhalve niet voldaan aan artikel 4, eerste lid, onder b en tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009. D2.2/3 Marktconformiteit en kostendekkendheid 36. Aan de toetsing van de voorwaarden van de marktconformiteit en kostendekkendheid wordt niet meer toegekomen, nu is gebleken dat aan de voorwaarde van de relatietoets niet is voldaan.
blad 7
D2.4 Conclusie verzorgen van reclameverkoop en externe producties ten behoeve van ATV 37. Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit “Verzorgen van reclameverkoop en externe producties ten behoeve van ATV” niet toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
D3. Verzorgen van zakelijk management en ondersteunende diensten ten behoeve van ATV D3.1 Relatietoets 38. Op grond van artikel 4, eerste lid, sub b, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, staat een nevenactiviteit, indien wordt voldaan aan de voorwaarden van het tweede lid, naast datgene bedoeld in artikel 3 van deze regeling, op andere wijze ten dienste van de verwezenlijking van de media-opdracht indien er sprake is van verhuur van personeel of middelen: op voorwaarde dat dit personeel of deze middelen niet zijn verworven met het oogmerk om te verhuren en een beperkte omvang hebben. 39. Bij de vaststelling van beperkte omvang kan er van uitgegaan worden dat er geen sprake is van een capaciteit die groter is dan noodzakelijk om de publieke media-opdracht ook onder bijzondere omstandigheden te kunnen verwezenlijken. Het uitgangspunt is voorts dat het verhuren geen grootschalige vorm mag aannemen. Verder mogen personeel en middelen niet zijn verworven met het oogmerk deze te verhuren. 40. Naast het verzorgen van reclameverkoop en externe producties verhuurt RTV N-H ook een zakelijk manager en ondersteunend personeel aan ATV. De personele diensten die worden geleverd geschieden op basis van werkelijke kosten, dat wil zeggen kosten gebaseerd op de CAO. Deze zijn daarmee volgens RTV N-H marktconform. 41. Volgens RTV N-H wordt de media-instelling geconfronteerd met inkrimping van de activiteiten en heeft zij dientengevolge te maken met overcapaciteit in de ondersteunende functies die vervuld worden door medewerkers met een vaste aanstelling. De overcapaciteit die is ontstaan kan niet eenvoudig worden opgelost door medewerkers te ontslaan omdat de overcapaciteit in alle ondersteunende functies slechts in geringe mate aanwezig is. 42. De te verhuren personeelsleden (negen in totaal) waren al in dienst bij RTV N-H en zijn dus niet verworven met het oogmerk deze te verhuren. 43. De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is of de verhuur van deze negen personeelsleden van beperkte omvang is. 44. Het betreft de verhuur van negen personeelsleden (zakelijk management en ondersteunende diensten) voor 20 tot 50 procent van hun werkzame uren. In totaal gaat het voor deze negen personeelsleden over een structurele verhuur van RTV N-H aan ATV van 2,45 fte.
blad 8
45. Mede in vergelijking met gelijksoortige nevenactiviteiten die het Commissariaat heeft beoordeeld en gezien het structurele karakter van de verhuur, blijkt dat er in onderhavig geval niet kan worden gesproken van verhuur met een beperkte omvang. 46. Naast de verhuur van negen personeelsleden van RTV N-H aan ATV dat niet is verworven met het oogmerk deze te verhuren, is er ook sprake van personeel dat wel speciaal voor de verhuur aan ATV is geworven. Het betreft een uitbreiding van een dienstverband met 8 uur per week voor een medewerker financiën en de inhuur van een extra fulltime medewerker financiën. 47. Ingevolge art 4, eerste lid, sub b van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 mag personeel niet zijn verworven met het oogmerk deze te verhuren. RTV N-H heeft verklaard dat dit voor twee medewerkers financiën wel is gebeurd. 48. Daar is gebleken dat de nevenactiviteit “verzorgen van zakelijk management en ondersteunende diensten ten behoeve van ATV” geen beperkte omvang kent en personeel is geworven met het oogmerk deze te verhuren, is niet voldaan aan de relatietoets. Gezien het bovenstaande is daarmee sprake van onvoldoende verband met de verwezenlijking van de publieke media-opdracht. 49. Er wordt derhalve niet voldaan aan artikel 4, eerste lid, onder b en tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009. D3.2/3 Marktconformiteit en kostendekkendheid 50. Aan de toetsing van de voorwaarden van de marktconformiteit en kostendekkendheid wordt niet meer toegekomen, nu is gebleken dat aan de voorwaarde van de relatietoets niet is voldaan. D3.4 Conclusie verzorgen van reclameverkoop en externe producties ten behoeve van ATV 51. Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit “Verzorgen van zakelijk management en ondersteunende diensten ten behoeve van ATV” niet toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
D4. Beschikbaar stellen van productie, opname- en uitzendfaciliteiten aan Amstel Televisie Vijf BV D4.1 Relatietoets 52. Op grond van artikel 4, eerste lid, sub b, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, staat een nevenactiviteit, indien wordt voldaan aan de voorwaarden van het tweede lid, naast datgene bedoeld in artikel 3 van deze regeling, op andere wijze ten dienste van de verwezenlijking van de media-opdracht indien er sprake is van verhuur van personeel of middelen, op voorwaarde dat dit personeel of deze middelen niet zijn verworven met het oogmerk om te verhuren en een beperkte omvang hebben.
blad 9
53. Bij de vaststelling van beperkte omvang kan er van uitgegaan worden dat er geen sprake is van een capaciteit die groter is dan noodzakelijk om de publieke media-opdracht ook onder bijzondere omstandigheden te kunnen verwezenlijken. Het uitgangspunt is voorts dat het verhuren geen grootschalige vorm mag aannemen. Verder mogen personeel en middelen niet zijn verworven met het oogmerk deze te verhuren. 54. RTV N-H verhuurt productie, opname- en uitzendfaciliteiten (hierna: faciliteiten) aan ATV. De verhuur geschiedt op basis van de kostprijs van de faciliteiten met daarbij een opslag.
55. Het beschikbaar stellen van faciliteiten heeft volgens RTV N-H tot doel kostenvoordelen te boeken voor RTV N-H en ATV. De efficiency wordt bevorderd door het gedeelde gebruik. De besparing die RTV N-H hiermee boekt komt volledig ten goede aan hun media-aanbod. 56. RTV N-H heeft verklaard dat faciliteiten van RTV N-H beschikbaar kunnen worden gesteld aan ATV, omdat er sprake is van overcapaciteit. De faciliteiten zijn dus niet verworven met het oogmerk deze te verhuren aan ATV. 57. De verhuur van de diverse faciliteiten (kosten telefonie, licenties software, ict, bedrijfswagens, apparatuur en overige faciliteiten) hangt nauw samen met de verhuur van personeelsleden van RTV N-H aan ATV (zie paragraaf D3). Zo wordt het gebruik van ICT-faciliteiten tezamen met de werkzaamheden van de medewerker salarisadministratie per factuur doorberekend aan ATV. 58. Ondanks herhaaldelijke verzoeken van het Commissariaat, om deze kosten per faciliteit te specificeren en aan te geven wat de exacte omvang ervan is, heeft RTV N-H dit nagelaten. 59. Daar niet is gebleken dat de nevenactiviteit “Beschikbaar stellen van productie, opnameen uitzendfaciliteiten aan ATV” een beperkte omvang kent, is niet voldaan aan de relatietoets. Gezien het bovenstaande is daarmee sprake van onvoldoende verband met de verwezenlijking van de publieke media-opdracht. 60. Er wordt derhalve niet voldaan aan artikel 4, eerste lid, onder b en tweede lid, van de beleidsregels. D4.2/3 Marktconformiteit en kostendekkendheid 61. Aan de toetsing van de voorwaarden van de marktconformiteit en kostendekkendheid wordt niet meer toegekomen, nu is gebleken dat aan de voorwaarde van de relatietoets niet is voldaan. D4.4 Conclusie verzorgen van reclameverkoop en externe producties ten behoeve van ATV 62. Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit “Beschikbaar stellen van productie, opname- en uitzendfaciliteiten aan ATV” niet toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
blad 10
E. Besluit 63. Op grond van bovenstaande toetsen is de volgende nevenactiviteit toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008: 1. Verhuren van kantoorruimte aan Amstel Televisie Vijf BV. 64. Daarnaast zijn op grond van bovenstaande toetsen de volgende nevenactiviteiten niet toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008: 1. Verzorgen van reclameverkoop en externe producties ten behoeve van Amstel Televisie Vijf BV; 2. Verzorgen van zakelijk management en ondersteunende diensten ten behoeve van Amstel Televisie Vijf BV; 3. Beschikbaar stellen van productie, opname- en uitzendfaciliteiten aan Amstel Televisie Vijf BV.
F. Register 65. De nevenactiviteit die is toegestaan is als “Verhuren van kantoorruimte aan Amstel Televisie Vijf BV” opgenomen in het openbare Register nevenactiviteiten, te vinden op de internetsite van het Commissariaat (www.cvdm.nl).
blad 11
G. Publicatie 66. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat heeft het algemeen belang bij onverkorte openbaarmaking van het besluit afgewogen tegen het belang van RTV N-H. Aan het algemeen belang dat door (onverkorte) openbaarmaking wordt gediend, komt een groot gewicht toe. Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de belangen van RTV N-H door onverkorte openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden benadeeld.
Een afschrift van dit besluit wordt verzonden aan de NPO.
Hilversum, 14 mei 2013
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter
drs. Eric Eljon commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.
blad 12