DEONTOLOGISCHE CODE VOOR LOKALE MANDATARISSEN INZAKE DIENSTVERLENING AAN DE BEVOLKING VVSG-TEKST T.B.V. GEMEENTEN EN OCMW‟S
(o.b.v. voorstel Vlaams Parlement)
NOOT: Deze tekst is een basismodel, specifiek gericht op de dienstverlening van lokale mandatarissen aan de burger. De tekst kan uiteraard nog aangevuld worden met bepalingen over de onderlinge verhouding tussen mandatarissen, de verhoudingen tussen mandatarissen en ambtenaren, etc. Belangrijker nog dan de tekst op zich vinden wij het proces dat voorafgaat aan het aannemen van de tekst. Dit model is dan ook allesbehalve DE modeltekst, maar een louter voorstel. Beschouw deze tekst dus allerminst als definitief, maar maak hem tot voorwerp van discussie, kritiek, aanvulling en verbetering. Meer informatie vindt u in de VVSG-Politeia pocket 'De deontologische code' zie http://www.politeia.be/lokale-besturen/gemocmwpockets1.html#publ1-10. Relevante artikels wetgeving: Artt. 41, 56, 276 en 278 Gemeentedecreet Artt. 40bis OCMW-wet 25 oktober 2007 David Vanholsbeeck en Marian Verbeek
1. Voorafgaande bedenkingen 1.1. Het debat over een aantal deontologische afspraken betreffende de gedragingen van lokale mandatarissen m.b.t. de dienstverlening aan de bevolking kan niet apart behandeld worden van het fundamentele debat over de juiste taakinvulling van de verkozen mandataris. Hierbij moet trouwens een onderscheid worden gemaakt tussen de taak van de gemeente- en OCMWraadsleden en de taak van de uitvoerende mandatarissen (burgemeester, schepenen, OCMWvoorzitter). Vooral echter moet er een duidelijke afbakening zijn tussen de taken en opdrachten van de ambtenarij en de specifieke taakomschrijving van de politieke mandataris. Uitgaande van het primaat van de politiek zijn het de door de bevolking verkozen vertegenwoordigers die de plicht hebben om beslissingen te nemen over de richting waarin de lokale samenleving moet evolueren. Al te vaak nog verzanden besprekingen in de verkozen raden in detaildiscussies over kwesties die perfect op het ambtelijk niveau kunnen beslist worden, terwijl fundamentele keuzevraagstukken voor de lokale samenleving onvoldoende uitgediept worden.
1/12
De hoofdopdrachten voor verkozen mandatarissen zijn als volgt samen te vatten : besturen op hoofdlijnen: visie ontwikkelen over de gewenste ontwikkeling van de lokale samenleving, strategische keuzes maken ten behoeve van het algemeen belang, afwegingen maken van de vele particuliere en groepsbelangen die spelen in dossiers; controletaak: op het ambtelijk en bestuurlijk functioneren; signaalfunctie: door permanente contacten met de bevolking (individuen, groepen, organisaties, bedrijven, …) op de hoogte blijven van belangrijke maatschappelijke problemen waarvoor een overheidsoptreden mogelijk vereist is. Het debat over deontologische spelregels inzake dienstverlening aan de bevolking moet gesitueerd worden in de deeltaak „signaalfunctie‟: de permanente luisterbereidheid van lokale mandatarissen heeft als doel de detectie van maatschappelijke problemen die bij de bevolking leven. Het oogmerk is dus niet direct concrete problemen en vragen ad hoc op te lossen, maar te streven (binnen de gemeenteraden en OCMW-raden) naar structurele oplossingen voor de problemen die de mandatarissen bij hun contacten met de bevolking vaststellen. Deze tekst kan een goede aanleiding zijn om een meer fundamenteel gesprek over de taakstelling van de verkozen lokale mandatarissen op gang te brengen. 1.2. Deze tekst is beperkt tot deontologische regels inzake de dienstverlening van mandatarissen aan de bevolking. Het is duidelijk dat dit slechts een onderdeel kan zijn van een totale deontologische plichtenleer voor de mandataris. Niettemin zijn er andere, even belangrijke, gedragsnormen te ontwikkelen. Enkele voorbeelden ter illustratie : hoe gedragen politieke mandatarissen zich tegenover mekaar? (meerderheid-minderheid: is er bij de meerderheid respect voor de rechten van de minderheid? vervalt de minderheid in loutere obstructiepolitiek t.a.v. de meerderheid?) hoe communiceren lokale mandatarissen over hun collega-mandatarissen naar de publieke opinie? (b.v. gedragingen als nestbevuiling, bekladden van de politiek, enz. bevorderen zeker niet de geloofwaardigheid van de politieke mandatarissen); hoe omgaan met geschenken, etentjes, „studiereizen‟ die aangeboden worden door publieke en private firma‟s ? hoe deontologisch omgaan met de evaluatie van gemeentelijke topfunctionarissen ? hoe omgaan met cumuls tussen bepaalde politieke mandaten en hoe omgaan met cumuls tussen een lokaal politiek mandaat en bepaalde privé-beroepen (waar soms problemen van belangenvermenging kunnen opduiken)? De bespreking van dit voorstel van deontologische code kan een goede gelegenheid zijn om een ruimer debat te voeren over de ethische opstelling bij het politiek functioneren. 1.3. Lokaal spelen ook grote verschillen tussen de onderscheiden besturen en mandatarissen. Zo zal onder meer moeten rekening worden gehouden met enerzijds het gemeentebestuur en anderzijds het OCMW-bestuur. Met name in het OCMW zal men bij het uitstippelen van deontologische spelregels veel duidelijker rekening moeten houden met het feit dat een belangrijk deel van het werk daar te maken heeft met persoonlijke dossiers en dat daarmee met de grootste omzichtigheid moet omgegaan worden. Zowel de bescherming van de persoonlijke levenssfeer als de geheimhoudingsplicht in hoofde van betrokken ambtenaren en gemeente- en OCMW-raadsleden legt extra plichten op. In de lokale besturen bestaat ook een zeer uitgebreid inzagerecht in hoofde van de gemeenteen OCMW-raadsleden in bestuurlijke dossiers. Dit betekent dat deontologische regels inzake tussenkomsten in dossiers niet mogen verward worden met het wettelijk gewaarborgd inzage2/12
recht van verkozen gemeente- en OCMW-raadsleden. Het kan niet dat via deze deontologische code het inzagerecht van gemeente- en OCMW-raadsleden zou beknot worden. 1.4. Vervolgens moeten we ook rekening houden met een verschillende taakstelling tussen de (gemeente- en OCMW-) raadsleden en de uitvoerende mandatarissen (burgemeester, schepenen, OCMW-voorzitter). Principieel moeten de spelregels voor iedereen gelden, maar toch zal men enige nuancering moeten aanbrengen. Leden van colleges van burgemeesters en schepenen en OCMW-voorzitters moeten de normale administratieve afhandeling van dienstverleningsdossiers respecteren, maar daarnaast moeten zij in overleg met de secretaris (als hoofd van de administratie) ook afspraken maken over hoe beleidsdossiers behandeld worden. In de voorsteltekst in deel 2 van dit document wordt er voor gekozen om de deontologische code toch van toepassing te laten voor de uitvoerende mandatarissen, met het voorbehoud dat hierboven wordt aangegeven. 1.5. De situatie voor de lokale mandatarissen op lokaal niveau is soms ook totaal verschillend. Sommige kleinere gemeenten kampen bijv. met moeilijkheden om voor de vele beleidsterreinen waarop ze moeten actief zijn voldoende geschoold personeel te kunnen inzetten. Onder meer in sectoren zoals ruimtelijke ordening en milieu is niet altijd voldoende ambtelijke deskundigheid aanwezig waardoor een deel van het publiek met vragen noodgedwongen terecht komt bij de politieke mandataris. Deze laatste kan dan niet altijd verwijzen naar bevoegde lokale diensten, simpelweg omdat ze ontbreken. 1.6. De deontologische code is van toepassing op de verkozen mandatarissen. Terecht wordt er op gewezen dat onoorbare tussenkomsten of niet wenselijk geachte vormen van dienstverlening vanwege mandatarissen evenzeer moeten gelden voor ambtenaren (alle personeelsleden). Het kan niet zijn dat de naleving van de code door politici als effect heeft dat de niet gewenste praktijken zich verplaatsen naar de ambtenarij. Ook ambtenaren moeten in hun plichtenleer deze spelregels ten volle eerbiedigen. Zij zijn trouwens door hun statuut reeds gebonden aan een hele reeks deontologische verplichtingen, o.a. neutraliteit, loyauteit, discretieplicht, aangifteplicht, enz. En ook in het handvest van de gebruiker van de openbare diensten worden heel wat gedragsregels voor ambtenaren aangereikt (dienstbaarheid, klantgerichtheid, billijke behandeling van vragen, enz.). Het consequent toepassen van deze ambtelijke verplichtingen is parallel met de deontologische code voor mandatarissen zeker zo belangrijk (een “nieuwe” ambtelijke cultuur). De correcte naleving van de deontologische spelregels door zowel politici als ambtenaren kan er toe bijdragen dat ook de gedragsnormen bij de bevolking worden versterkt en dat vragen naar onoorbare tussenkomsten of dienstverlening niet langer worden gesteld.
2. Procedure-aanpak Het lijkt ons belangrijk dat op lokaal niveau de deontologische code zowel van toepassing wordt op het gemeentebestuur als op het OCMW. Ofwel laat men de bespreking eerst voeren in hoofde van de gemeenteraad om nadien de goedgekeurde gemeentelijke tekst in de raad voor maatschappelijk welzijn te vertalen naar de OCMW-situatie. Ofwel start men van in het begin met een gemengde werkgroep vanuit gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn om dan een gemeenschappelijke tekst voor te leggen aan beide organen.
3/12
Een snelle, louter formele, goedkeuring van de code op de raad is niet wenselijk, want dit heeft meestal tot gevolg dat er van de concrete toepassing weinig in huis komt. Een grondige bespreking en voorbereiding in een gemeenteraadscommissie of een ad hoc werkgroep (van b.v. alle fractieleiders) is meer aangewezen. In ieder geval moet het gesprek hierover met alle gemeente- en OCMW-raadsleden (van alle fracties) gevoerd worden. De bedoeling moet zijn om tot een zo groot mogelijke consensus te komen over alle fracties heen: een unanieme goedkeuring op de raad moet nagestreefd worden omdat het juist gaat over gedragsnormen die voor iedereen moeten gelden. Aanvullend op de formele goedkeuring op de raad kan ook in een tweede stap uitdrukkelijk aan elk raadslid afzonderlijk gevraagd worden om de goedgekeurde deontologische code persoonlijk te ondertekenen. Dit brengt een nog persoonlijker engagement mee. Vervolgens kan ook bekeken worden of bepaalde onderdelen van de deontologische code eventueel kunnen opgenomen worden in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Ten slotte moet na de goedkeuring van de deontologische code ook een intensieve voorlichting gebeuren. Enerzijds naar de bevolking zodat deze zeer duidelijk weet welke de nieuwe spelregels zijn (via het informatieblad en via andere media). Anderzijds ook naar de ambtenarij: het is essentieel dat alle personeelsleden goed op de hoogte zijn van de afspraken en ze ook weten dat dezelfde regels voor hen gelden. Zij moeten ook correct gebrieft worden over de administratieve gevolgen (o.a. de opname van tussenkomsten in dossiers). Het feit dat vele burgers en alle ambtenaren kennis hebben van deze spelregels zal preventief werken en zal de toepassing van mogelijke sancties overbodig maken.
4/12
TEKSTVOORSTEL De hiernavolgende tekst is een herwerkte versie van het oorspronkelijke document van het Vlaamse parlement. Op korte termijn werd er voor gekozen om de tekst te beperken tot deontologische regels inzake dienstverlening aan de bevolking. Deze tekst staat uiteraard steeds open voor aanvulling en actualisering. Er werd gepoogd om de tekst van het Vlaamse parlement overzichtelijker te structureren, te verduidelijken op plaatsen waar dat nodig was en te concretiseren naar de plaatselijke situatie. Inleiding De gemeente- en OCMW-raadsleden zijn zich bewust van hun belangrijke maatschappelijke rol. Luisterbereidheid, aanspreekbaarheid en dienstbaarheid van politici via rechtstreeks contact met de bevolking worden als waardevol en noodzakelijk beschouwd in een moderne democratie, inzonderheid naar de zwakkeren toe. Het is belangrijk dat politieke mandatarissen voor de bevolking bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Direct contact met de bevolking is een meerwaarde bij het aan politiek doen. Misbruiken inzake sociale dienstverlening dienen evenwel bestreden te worden. De doelstelling van goed bestuur houdt ook in dat geen tussenkomsten worden verricht die de goede werking van de overheidsadministraties in het gedrang brengen. Vandaar het belang van een goede regeling, zoals beoogd door voorliggende deontologische code inzake dienstverlening aan de bevolking. Deze deontologische code beoogt in hoofdzaak twee doelstellingen m.b.t. de dienstverlening van de gemeente- en OCMW-raadsleden aan de bevolking: - enerzijds moeten gemeente- en OCMW-raadsleden de bevolking correct informeren en juist doorverwijzen naar de geëigende ambtelijke dienst. Dit heeft als doel dat de burger in zijn rol van klant van de overheidsadministratie zelf sterker wordt en dat de ambtelijke diensten hun rol van dienstverlener ten volle kunnen spelen; - anderzijds moeten gemeente- en OCMW-raadsleden streven naar structurele oplossingen voor de problemen die ze bij hun contacten met de bevolking vaststellen zodat de behoefte aan sociale dienstverlening stelselmatig wordt teruggedrongen. De correcte naleving van de deontologische code kan er toe bijdragen dat ook de deontologie bij de bevolking wordt versterkt en dat vragen naar onoorbare tussenkomsten niet langer worden gesteld. Dergelijke dienstverlening of onoorbare vragen mogen zich uiteraard niet verplaatsen naar de ambtenarij of naar de lokale uitvoerende organen. Onderhavige deontologische code behandelt enkel de gedragsvormen van de gemeente- en OCMW-raadsleden inzake dienstverlening aan de bevolking. Deontologische regels m.b.t. andere facetten van de taak van de gemeente- en OCMW-raadsleden kunnen altijd nog toegevoegd worden. Deze code is ook van toepassing op de leden van het college van burgemeester en schepenen en op de OCMW-voorzitter en het Vast Bureau omdat zij in principe ook allen raadslid zijn. De 5/12
toepassing van de code mag echter geen afbreuk doen aan de noodzakelijke administratieve contacten die nodig zijn om hun taak van voorbereiding van beleidsdossiers waar te maken.
1. Het statuut van de code Artikel 1 De deontologische code van de gemeente- en OCMW-raadsleden inzake dienstverlening aan de bevolking, hierna de deontologische code te noemen, is het geheel van beginselen, gedragsregels en gebruiken die de gemeente- en OCMW-raadsleden als leidraad nemen bij hun dienstverlening aan de bevolking. Deze code is ook van toepassing op groepen van gemeente- en OCMW-raadsleden die aan collectieve dienstverlening doen, alsook op medewerkers of derden die in opdracht van gemeente- en OCMW-raadsleden handelen. Artikel 2 Gemeente- en OCMW-raadsleden die een ander openbaar mandaat bekleden (b.v. provincieraadslid of een parlementair mandaat) houden zich, gelet op een zekere samenhang en functionele wisselwerking tussen deze mandaten, aan de deontologische code voor al hun dienstverlenende activiteiten, ook als zij die uitoefenen uit hoofde van hun ander mandaat. De gemeente- en OCMW-raadsleden moeten erover waken dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten en in het licht van deze code, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer en de waardigheid van hun mandaat kunnen schaden. Artikel 3 Wanneer in deze code gemakshalve telkens gesproken wordt over de burger of bevolking, moet dit wel degelijk zo worden begrepen dat het niet enkel over een persoon kan gaan, maar ook over een groep, een vereniging of een bedrijf.
2. Algemene plichten, doelstellingen en uitgangspunten Artikel 4 De gemeente- en OCMW-raadsleden zullen voor de omschrijving van hun eigen dienstverleningsactiviteiten geen termen gebruiken die verwarring creëren met officieel door overheden ingestelde dienstverlening (dus b.v. niet de termen “ombudsman”, “ombudsvrouw”, “ombudsdienst”, “klachtendienst”, “klachtenmanagement” of andere vergelijkbare samenstellingen met “ombud” en “klacht”). Artikel 5 Bij hun optreden in en buiten het gemeente- en OCMW-bestuur en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven geven de gemeente- en OCMW-raadsleden voorrang aan het algemeen belang boven particuliere belangen en zij vermijden elke vorm van belangenvermenging.
6/12
Artikel 6 Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling of doorverwijzing gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden. Artikel 7 De gemeente- en OCMW-raadsleden moeten op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste staan van alle burgers die op hun dienstverlening een beroep doen, zonder onderscheid van geslacht, ras, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische overtuiging, partijvoorkeur of persoonlijke gevoelens jegens hen. Artikel 8 Tussenkomsten bij gerechtelijke en politionele instanties om de juridische besluitvorming in individuele dossiers te beïnvloeden, bijvoorbeeld om een proces-verbaal te laten seponeren, zijn verboden.
3. Specifieke bepalingen 3.1
Het gemeente- en OCMW-raadslid als informatiebemiddelaar en als doorverwijzer
Artikel 9 Het behoort tot de wezenlijke taken van de gemeente- en OCMW-raadsleden om informatie te ontvangen en te verstrekken en om door te verwijzen naar de geëigende diensten of instanties. Artikel 10 De gemeente- en OCMW-raadsleden stellen informatie ter beschikking over de werking van ombudsdiensten en de diensten die instaan voor het behandelen van klachten van de burger over het optreden van de overheid. Tevens verstrekken ze informatie over bestaande informatiediensten waar de burger voor informatie terecht kan. Artikel 11 Bestuurlijke en gerechtelijke informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie of het gerecht kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mag door de gemeente- en OCMW-raadsleden niet worden doorgegeven. Artikel 12 In het kader van hun algemene luisterbereidheid kunnen gemeente- en OCMW-raadsleden de rol vervullen van vertrouwenspersoon. Artikel 13 De gemeente- en OCMW-raadsleden proberen, waar mogelijk, vraagstellers door te verwijzen naar de geëigende diensten van de administratie, het gerecht, enz., zoals bijvoorbeeld de ombudsdiensten en informatie-ambtenaren die van overheidswege ingesteld of aangesteld zijn om de problemen van de vraagstellers op te lossen, of naar particuliere en overheidsdiensten die professioneel gespecialiseerd zijn in het oplossen van de opgeworpen problemen. 7/12
3.2
Het gemeente- en OCMW-raadslid als administratieve begeleider en ondersteuner
Artikel 14 Gemeente- en OCMW-raadsleden kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met betrokken instanties: zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken van een dossier, daarover verdere uitleg en verantwoording te vragen, en voorafgaande vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers. Artikel 15 Omdat steeds meer overheidsdiensten en gespecialiseerde diensten een ombudsdienst of klachtendienst hebben ingesteld ter oplossing van conflicten, moeten de gemeente- en OCMWraadsleden de burger in eerste instantie doorverwijzen naar de bevoegde ombuds- of klachtendienst. Artikel 16 Gemeente- en OCMW-raadsleden hebben het recht te vragen naar concrete toelichting bij de bestaande regelgeving of bij een genomen beslissing, naar de stand van zaken van een dossier of de verantwoording voor het niet-beantwoorden van vragen gesteld door de burger. Artikel 17 Bij het ondersteunen en begeleiden van vraagstellers, respecteren de gemeente- en OCMWraadsleden de onafhankelijkheid van de ambtenaren en diensten, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als normaal beschouwd worden voor de afhandeling van soortgelijke dossiers. Artikel 18 Wanneer het gemeente- en OCMW-raadslid optreedt als administratief begeleider of ondersteuner van de burger (artikels 14 t.e.m. 17) wordt de eventuele briefwisseling terzake op naam van de burger gevoerd. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de ondersteunende en begeleidende rol van het gemeente- en OCMW-raadslid.
3.3
Tussenkomsten
Artikel 19 Bespoedigingstussenkomsten, waarbij gemeente- en OCMW-raadsleden een administratieve of gerechtelijke procedure proberen te versnellen in dossiers die zonder die tussenkomst weliswaar een langere verwerkingsperiode, maar toch een gunstig gevolg zouden krijgen, zijn niet toegestaan. Het bespoedigen van het dossier van de ene houdt immers automatisch het vertragen van de behandeling van andere dossiers in, wat een vorm van favoritisme is.
8/12
Artikel 20 Verzoeken van een gemeente- en OCMW-raadslid om een burger te begunstigen zijn verboden. Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het bevorderen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie en binnen de gerechtelijke sector zijn niet toegestaan. Artikel 21 Als gemeente- en OCMW-raadsleden om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een bepaalde functie of bevordering ambiëren, dan delen de mandatarissen aan de kandidaten mee dat de benoeming of bevordering gebeurt op basis van de vastgelegde criteria en verwijzen ze de kandidaten door naar de geëigende instanties. Artikel 22 De gemeente- en OCMW-raadsleden mogen wel informatie inwinnen en doorgeven omtrent de voorwaarden en de organisatie van examens en bekwaamheidstests en de procedures voor benoemingen, aanstellingen en bevorderingen. Artikel 23 De gemeente- en OCMW-raadsleden mogen zich engageren tot het uitoefenen van toezicht op de objectiviteit van examens of bekwaamheidstests. Om die objectiviteit te garanderen, kunnen zij inlichtingen inwinnen over de evaluatieprocedures en –criteria. Bij de eigenlijke selecties komen zij niet tussenbeide. A posteriori kunnen zij wel vragen stellen over de objectiviteit van het examen of de test, of over de objectiviteit van de evaluatie of de selectie, en in geval van overtreding of van vermoeden van overtreding, kunnen zij de tekortgedane partij bijstand verlenen, als die via de geëigende kanalen beroep aantekent. Artikel 24 De gemeente- en OCMW-raadsleden mogen werkzoekenden op de hoogte stellen van werkaanbiedingen in de particuliere en de overheidssector. Voor die informatietaak mogen zij geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers. Zij moeten zich ook onthouden van enige aanbeveling, zowel schriftelijk als mondeling.
3.4
Onrechtmatige en onwettelijke voordelen
Artikel 25 Elke poging tot bevoordeling, waarbij de burger door toedoen van een gemeente- en OCMWraadslid iets probeert te bereiken wat onrechtmatig of wettelijk niet toelaatbaar is, is verboden. Artikel 26 Tussenkomsten van gemeente- en OCMW-raadsleden met de bedoeling de toewijzing of de uitvoering van contractuele verbintenissen met de overheid te beïnvloeden, zijn verboden.
3.5
Schijndienstbetoon en ongevraagd dienstbetoon
Artikel 27 Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij gemeente- en OCMW-raadsleden bewust maar onterecht de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide gekomen zijn (eventueel zonder dat de betrokken burger om een tussenkomst heeft ge9/12
vraagd) zijn niet toegestaan. Wanneer een burger daar niet om heeft gevraagd, zal het gemeente- en OCMW-raadslid hem niet aanschrijven om hem, in plaats van of naast de officiële kennisgeving, op de hoogte te brengen van de beslissing die genomen werd in een dossier. Artikel 28 Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon, waarbij gemeente- en OCMW-raadsleden daadwerkelijk optreden om de goede afloop van een dossier te waarborgen, zonder dat de betrokken burger daarom gevraagd heeft, zijn niet toegestaan.
3.6
Bekendmaking dienstverlening
Artikel 29 Het gemeente- en OCMW-bestuur zullen op geregelde tijdstippen de lijst van alle gemeenteen OCMW-raadsleden met hun contactadressen en foto bekendmaken bij de bevolking. Het is de gemeente- en OCMW-raadsleden verboden om publiciteit te maken voor dienstverlenende activiteiten. Zij kunnen, aanvullend op de informatieverstrekking door de lokale overheid, bekendheid geven aan hun bereikbaarheid voor de bevolking. Deze informatieverstrekking wordt beperkt tot het bekendmaken van een of meer contactadressen, naam en mandaat van de gemeente- en OCMW-raadsleden, spreekuren, telefoon- en faxnummer en e-mailadres. In ieder geval kan er geen melding worden gemaakt van de aard van de dienstverlening waarin zij eventueel gespecialiseerd zijn en er wordt geen foto van het gemeente- en OCMW-raadslid gepubliceerd. Die regels gelden niet voor ledenbladen van politieke partijen of eigen politieke publicaties (tenzij ze huis aan huis bedeeld worden). Publiciteit voor dienstverlening is niet toegestaan op lokale en regionale radiozenders en op televisiezenders. Artikel 30 De gemeente- en OCMW-raadsleden maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen, geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
4. Naleving, controle en sanctionering Artikel 31 De naleving van deze deontologische code veronderstelt openbaarheid als enige fundamenteel structurele oplossing om ongeoorloofde tussenkomsten te verhinderen. Artikel 32 Het college van burgemeester en schepenen, de OCMW-voorzitter en het Vast Bureau zullen er voor zorgen dat de dossierbehandelende ambtenaren elke tussenkomst (ondermeer uitgaande van politieke mandatarissen en partijfunctionarissen op alle niveaus, vertegenwoordigers van drukkingsgroepen en publieke, semi-publieke of privé-hulpverleners) toevoegen aan het desbetreffende administratieve dossier. N.B. Toelichting Dit artikel kan op twee manieren geconcretiseerd worden a) ofwel wordt systematisch elke tussenkomst van wie dan ook (uitvoerende mandataris, raadslid, ambtenaar, derden) vermeld in het dossier; 10/12
b) ofwel wordt in het dossier elke “tussenkomst” opgenomen die niet behoort tot de normale hiërarchische lijn. In de praktijk betekent dit dat: gewone informatieve vragen die niet de intentie hebben de visie of de behandelingstermijn van de betrokken ambtenaren te beïnvloeden, niet in het dossier dienen te worden vermeld; andere “tussenkomsten” buiten de hiërarchische lijn steeds in het bewuste dossier dienen opgenomen. Artikel 33 Er wordt in de gemeenteraad een deontologische commissie ingesteld die waakt over de naleving van de deontologische code. Alle fracties maken deel uit van die deontologische commissie. Ook het OCMW duidt enkele afgevaardigden aan. De voorzitter ervan wordt aangeduid door de gemeenteraad. Ambtenaren of andere personen die geconfronteerd worden met een inmenging van een mandataris of derde die zij in strijd achten met deze deontologische code, wordt verzocht hiervan binnen tien dagen melding te maken bij de gemeentesecretaris. Kopie van de melding wordt onverwijld ter kennis gebracht van het betrokken raadslid. Anonieme klachten zijn onontvankelijk. De gemeentesecretaris legt de in het tweede lid omschreven meldingen voor aan de deontologische commissie van de gemeenteraad binnen dertig dagen na ontvangst. De commissie onderzoekt die meldingen op hun gegrondheid. Daarbij moet het recht van verdediging van het betrokken raadslid worden gevrijwaard. Uitspraak moet geschieden binnen dertig dagen na ontvangst. De termijnen in dit artikel worden verdubbeld in vakantieperiodes. Als de commissie een inbreuk op de deontologische code vaststelt, dan zal zij een blaam leggen op de betrokken mandataris.
5. Doorstroming naar het eigenlijke gemeentelijke werk Artikel 34 In hun dienstverlening aan de bevolking worden de gemeente- en OCMW-raadsleden geconfronteerd met de individuele en collectieve problemen van de burgers. Daarom zullen de fracties in de gemeenteraad en in de raad voor maatschappelijk welzijn minstens één maal per jaar een synthese maken van de meest voorkomende dienstverleningsproblemen waarmee zij worden geconfronteerd. Dat moet ertoe leiden dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn hun controlerende en regelgevende opdracht doelgerichter kunnen uitvoeren.
11/12
6. Datum van inwerkingtreding en evaluatie Artikel 35 De code treedt in werking voor de gemeenteraadsleden de dag na goedkeuring in de gemeenteraad en voor de OCMW-raadsleden de dag na goedkeuring in de raad voor maatschappelijk welzijn. Na één jaar toepassing zal de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn een evaluatie houden met het oog op aanpassing en verbetering van de code.
12/12