Inhoudsopgave
1. Achtergrond
1
2. Resultaten stellingen
5
3. Conclusies per thema
7
4. Top 3 aandachtspunten en beoordeling Noord-Brabant
9
5. Opvallende resultaten
10
Achtergrond Inleiding
Dit voorjaar is YoungWorks in opdracht van de Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant gestart met de ontwikkeling van een jongerenparticipatietraject. Dit heeft geleid tot TeamBrabant; een team van 50 Brabantse jongeren gaat actief meedenken met de provincie over thema’s die hen raken. De provincie Noord-Brabant wil zo de politieke en maatschappelijke belangstelling van de jongeren in Brabant vergroten en een goede doorsnede van de Brabantse jongeren betrekken bij de verbetering van het beleid van de provincie. In het voorjaar hield de Provincie een grote jongerenpoll onder 36 scholen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs in heel Brabant. De Provincie heeft hiermee inzicht gekregen in onderwerpen die bij jongeren spelen. In de jongerenpoll hebben 1.123 jongeren hun mening gegeven over 25 stellingen die gaan over uiteenlopende onderwerpen als milieu, stage en veiligheid. Daarnaast hebben de jongeren over 29 thema’s aangegeven waar de Brabantse politiek volgens hen meer aandacht aan moet besteden. De drie belangrijkste onderwerpen vormen de Top 3 van Brabant waarmee politici en jongeren straks samen aan de slag gaan. Na de aftrap op 15 september gaat TeamBrabant – een afvaardiging van circa 50 jongeren uit de hele provincie – samen met politici en beleidsmakers de belangrijkste thema's uitdiepen en werken aan concrete oplossingen. De eerste ontmoeting staat in oktober gepland.
>>1/13
Samenvatting
1123 jongeren uit Noord-Brabant hebben de jongerenpoll ingevuld. Het merendeel van de deelnemers heeft een leeftijd van 15 tot 19 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 16 jaar. 49,78% van hen is jongen en 50,22% meisje. 79,52% is van autochtone en 20,48% van allochtone afkomst. Uit het resultaat blijkt dat de meerderheid van Brabantse jongeren positief is over het leven in de provincie, een zonnige toekomst tegemoet ziet en zich zowel thuis als op school veilig voelt. Als het aan de jongeren ligt, zijn de drie belangrijkste aandachtspunten van de provincie vrijetijdsbesteding, werk- en stageaanbod voor jongeren en veiligheid op straat. Bovendien werd de jongeren gevraagd om rapportcijfers te geven aan de provincie en hun gemeente. Gemiddeld scoort de provincie een 7,7. De gemeente waar men zelf woont scoort gemiddeld een rapportcijfer van 7,6. De eigen woonplaats wordt dus een fractie negatiever beoordeeld dan de Provincie, maar beide scoren doorgaans erg goed. Geen enkele gemeente krijgt een onvoldoende. Een kleine greep uit de uitslagen: • 60 procent van de jongeren ervaart een sterk saamhorigheidsgevoel onder de Brabantse bevolking. • 30 procent van de jongeren wil later een eigen bedrijf beginnen. • In de toekomst een baan vinden is volgens 78 procent van de jongeren een eitje. • Volgens 43 procent van de jongeren valt de milieuvervuiling in Brabant wel mee.
>>2/13
De steekproef
• •
• • •
•
Bruto steekproef: Er zijn 2000 jongeren in de leeftijdscategorie van 12 tot en met 18 jaar benaderd via scholen. Respons: In totaal hebben 1123 jongeren de vragenlijst ingevuld, een respons van 56,15%, uitgaande van 2000 vragenlijsten. Deze respons is bijzonder hoog te noemen. Dit valt toe te schrijven aan de methode om leerlingen in de klas onder toezicht van hun docent de vragenlijst in te laten vullen. Non-respons betreft absente leerlingen, leerlingen die de vragenlijst niet ingevuld hebben en vragenlijsten die na sluitingsdatum zijn geleverd. Leeftijd: Het merendeel van de deelnemers heeft een leeftijd van 15 tot 19 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 16 jaar. Geslacht: Van de deelnemers is 49,78% jongen en 50,22% meisje. Opleiding: o 36,24% zit op het VMBO. o 13,15% zit op het MBO. o 20,66% op de HAVO. o 23,51% op het VWO. o 4,1% volgt een andere opleiding. o Van 2,34% van de deelnemers is het opleidingsniveau niet bekend. Etniciteit: o In totaal is 79,52% van alle deelnemers in Nederland geboren en geldt dit ook voor beide ouders. o Bij 7,03% is de jongere ofwel zelf of een van de ouders in Turkije, Marokko, Suriname of op de Antillen geboren. Dit vormt de zogenaamde TMSA-groep. o 13,45% van de deelnemers heeft zelf, of een van de ouders, een overig (nietTMSA) land van herkomst.
De vragenlijst De vragenlijst is schriftelijk voorgelegd en bestond uit 25 stellingen waarop de jongeren konden antwoorden met: ‘mee eens’, ‘mee oneens’ of ‘geen mening’. De volgende thema’s zijn aan bod gekomen: • respect • veiligheid • werk/stage • activiteiten voor jongeren • milieu • drugs • vervoer • integratie • huisvesting • familie • inspraak Daarnaast is de beoordeling in de vorm van een rapportcijfer gevraagd voor de Provincie, net als voor de eigen woonplaats. Vervolgens is de jongeren gevraagd aan welke onderwerpen de Provincie Noord-Brabant meer aandacht moet besteden. De vragenlijst werd afgesloten met vragen over achtergrondkenmerken.
>>3/13
Rapportage De uitkomsten van het onderzoek zijn weergegeven voor de gehele groep jongeren. Daarnaast is er gekeken naar significant afwijkende verschillen voor de volgende factoren: geslacht, etniciteit en opleidingsniveau. Alleen significant afwijkende resultaten zijn weergegeven. Uiteraard zijn enkele van de verschillen in resultaten toe te schrijven aan de verschillen tussen de subgroepen.
>>4/13
2. Resultaten stellingen In onderstaande tabel worden de resultaten per stelling weergegeven in percentages.
In Brabant helpen we elkaar. In mijn buurt kan ik mezelf zijn. In Brabant leven allochtonen en autochtonen zonder problemen met elkaar. Ik voel me veilig in mijn buurt. Ik voel me veilig op school. Ik, of iemand die ik goed ken, heeft wel eens iets strafbaars gedaan. Ik vrees voor een terroristische aanslag. Als ik dat wil, kan ik makkelijk een bijbaantje vinden. Iedereen kan een stageplaats vinden. Ik heb een bijbaantje nodig om al mijn kosten te betalen. Als ik straks helemaal met school klaar ben, kan ik met mijn diploma(‘s) een baan vinden die bij mij past. Ik wil later een eigen bedrijf beginnen. Als ik uitga doe ik dat meestal in mijn eigen woonplaats. In mijn woonplaats zijn er voor mij voldoende plekken om mijn vrije tijd door te brengen. Ik vind dat er in Brabant voldoende evenementen zijn waar ik naar toe kan gaan. Ik heb last van het geluid en de stank van fabrieken/bedrijven in mijn woonplaats. In Brabant is zoveel verkeer dat het milieu erdoor vervuild raakt. Als ik zou willen, weet ik hoe ik aan harddrugs kan komen. Ik kan met de bus/trein vanuit mijn woonplaats overal in Brabant komen. Ik kan na het uitgaan met de bus/trein naar huis. Ik vind dat Brabant nog lang niet vol is. Er kunnen hier nog meer mensen komen wonen. Ik verwacht dat ik in Brabant snel een betaalbaar huis kan vinden als ik op mezelf ga wonen. Ik word door mijn ouders gestimuleerd om verder te studeren. Als ik problemen heb waar mijn vrienden of familie mij niet bij kunnen helpen, weet ik bij welke instantie(s) ik terecht kan om hulp te vinden. Als ik wil, kan ik meepraten over wat er in mijn woonplaats en omgeving gebeurt.
>>5/13
Mee eens 59,0% 90,4% 23,1%
Mee oneens 8,4% 5,4% 49,2%
Geen mening 31,8% 3,9% 27,2%
85,8% 87,8% 55,3% 8,6% 69,7% 40,1% 32,5% 78,0%
7,5% 4,5% 30,6% 79,6% 18,4% 29,5% 58,4% 7,7%
6.4% 6.9% 13,3% 11,3% 11,6% 29,7% 8,3% 13,9%
30,3% 37,1% 56,7%
40,9% 43,55 36,4%
28,1% 18,3% 6,1%
58,4%
30,3%
10,9%
11,8%
80,6%
7,2%
23,9% 35,3% 71,2%
42,9% 50,3% 19,9%
32,7% 13,7% 7,7%
45,4% 18,3%
36,1% 60,4%
17,8% 20,9%
50,6%
25,6%
23,4%
78,7% 53,3%
9,0% 23,5%
11,5% 22,5%
63,0%
17,5%
19,0%
Welke onderwerpen scoren het hoogst?
Het vaakst geven de jongeren aan dat ze zichzelf kunnen zijn in de buurt, dat ze zich veilig voelen op school en zich veilig voelen in de buurt. Het minst vaak noemen de jongeren dat er nog ruimte is voor andere mensen om in Brabant te komen wonen, dat ze last hebben van fabrieken of bedrijven in de eigen woonplaats en dat ze bang zijn voor een terroristische aanslag. In onderstaande grafiek staat hiërarchisch weergegeven met welke stellingen de Brabantse jongeren het meeste instemmen en met welke stellingen het minste. De weergegeven waarden zijn de verschilscores tussen het percentage ‘mee eens’ minus het percentage ‘mee oneens’ per stelling. Grafische weergave stellingen: Vaker mee oneens, of vaker mee eens
In mijn buurt kan ik mezelf zijn. Ik voel me veilig op school. Ik voel me veilig in mijn buurt. Als ik straks helemaal met school klaar ben, kan ik met mijn diploma(‘s) een baan vinden die bij mij past. Ik word door mijn ouders gestimuleerd om verder te studeren. Ik kan met de bus/trein vanuit mijn woonplaats overal in Brabant komen. Als ik dat wil, kan ik makkelijk een bijbaantje vinden. In Brabant helpen we elkaar. Als ik wil, kan ik meepraten over wat er in mijn woonplaats en omgeving gebeurt. Als ik problemen heb waar mijn vrienden of familie mij niet bij kunnen helpen, weet ik bij welke instantie(s) ik terecht kan om hulp te vinden. Ik vind dat er in Brabant genoeg evenementen zijn waar ik naar toe kan gaan. Ik verwacht dat ik in Brabant snel een betaalbaar huis kan vinden als ik op mezelf ga wonen. Ik, of iemand die ik goed ken, heeft wel eens iets strafbaars gedaan. In mijn woonplaats zijn er voor mij voldoende plekken om mijn vrije tijd door te brengen. Iedereen kan een stageplaats vinden.
vaker eens
Ik kan na het uitgaan met de bus/trein naar huis. Als ik uitga doe ik dat meestal in mijn eigen woonplaats.
vaker oneens
Ik wil later een eigen bedrijf beginnen. Als ik zou willen, weet ik hoe ik aan harddrugs kan komen. In Brabant is zoveel verkeer dat het milieu erdoor vervuild raakt. Ik heb een bijbaantje nodig om al mijn kosten te betalen. In Brabant leven allochtonen en autochtonen zonder problemen met elkaar. Ik vind dat Brabant nog lang niet vol is. Er kunnen hier nog meer mensen komen wonen. Ik heb last van het geluid en de stank van fabrieken/bedrijven in mijn woonplaats. Ik vrees voor een terroristische aanslag.
-80
>>6/13
-60
-40
-20
0
20
40
60
80
100
3. Conclusies per thema Het merendeel van de jongeren is positief over het leven in de Provincie Noord-Brabant. Hieronder staan per thema de belangrijkste conclusies vermeld. Respect Het saamhorigheidsgevoel leeft sterk bij de jongeren. Het merendeel van de jongeren is het eens met de stelling ‘In Brabant helpen we elkaar’. Deze stelling heeft behalve met saamhorigheid, ook met wederzijds respect te maken. Dit vinden Brabantse jongeren belangrijk. Veiligheid Zowel op school als thuis voelen jongeren zich veilig. Belangrijke bevinding is dat men zich gewoon lekker voelt in de eigen buurt: ruim 90 procent van de Brabantse jongeren zegt in de eigen buurt zichzelf te kunnen zijn. De angst voor terroristische aanslagen is ook laag onder jongeren. Men is helemaal niet zo angstig ingesteld, in tegenstelling tot wat landelijk bij volwassenen aan de hand lijkt te zijn. Jongeren zijn veel meer bezig met zaken die hen direct raken, dichterbij in de eigen omgeving en veel minder met abstracte begrippen als veiligheid en terrorisme. Werk en stage Jongeren zien de toekomst positief als het gaat om het vinden van een baan nadat ze hun huidige opleiding hebben afgerond. Ook al is er enige tijd sprake van verminderde economische groei geweest, het toekomstperspectief voor jongeren zien ze zelf als gunstig. Met veel gadgets (scooter, mobiele telefoon, iPod, merkkleding) en een, wat materie betreft, doorgaans goed leven ziet de toekomst er volgens jongeren dan ook rooskleurig uit. Het vinden van baantjes is ook niet zo moeilijk volgens jongeren. Mogelijk is dit een wat onrealistisch optimisme van de jongeren. Ze vinden het namelijk wel lastig om een stageplaats te vinden. Dit zoeken naar een stageplek is voor jongeren vaak een eerste kennismaking met de arbeidsmarkt. Hierbij komen ze er voor het eerst achter dat je een baan niet zomaar cadeau krijgt. Vrijetijdsbesteding jongeren Over wat er te doen is in de buurt is men verdeeld. Het merendeel van de jongeren geeft aan dat er voldoende plekken zijn in de eigen woonplaats om de vrije tijd in door te brengen, maar meer dan een derde deel vindt dit juist niet. Dit geldt ook voor evenementen in de Provincie. Milieu Over het milieu maken jongeren zich ongetwijfeld wel enige zorgen, maar als je ze vraagt of ze last hebben van stank- of geluidsoverlast door fabrieken en bedrijven in de eigen omgeving, geldt dit maar voor zo’n elf procent van de jongeren. De leefbaarheid op het gebied van milieu is voor Brabantse jongeren dus merendeels positief. Drugs Jongeren weten heel goed wat er in de wereld te koop is, ook op het gebied van drugs. Je ogen hiervoor sluiten en het probleem hiermee ontkennen helpt niet. Meer dan een derde van de jongeren geeft aan te weten hoe aan harddrugs te kunnen komen. Dan is het natuurlijk de vraag in hoeverre ze open staan voor gebruik en hiermee willen experimenteren. Dat hebben we niet gevraagd. Wel is bekend dat jongeren nu eenmaal snel experimenteren en nieuwe dingen willen proberen.
>>7/13
Vervoer Met toenemende welvaart groeit ook de mobiliteit van jongeren. Jongeren netwerken meer dan vroeger. Via internet doen ze vele contacten op met anderen die ze ook willen ontmoeten. Ze zoeken dan ook vaak buiten de eigen woonplaats vertier, bijvoorbeeld tijdens het uitgaan. De behoefte aan goede voorzieningen om deze mobiliteit te bevorderen is dan ook groot. Gelukkig vindt het merendeel dat ze met bus of trein overal in Brabant kunnen komen. Na het uitgaan met openbaar vervoer naar huis is volgens jongeren nog vaker problematisch en gezien de behoefte dus wel een aandachtspunt. Integratie De jongeren in de Provincie zijn niet positief over de integratie. Ze signaleren zelf dat allochtonen en autochtonen niet goed samenleven. Daarnaast is zestig procent het oneens met de stelling dat er nog ruimte is in Brabant voor mensen om er te komen wonen. Dat betekent dat het merendeel van de jongeren waarschijnlijk niet zo tolerant is ten aanzien van nieuwe Nederlanders. Dit is duidelijk een punt van zorg voor de Provincie. Huisvesting Iets meer dan de helft van de jongeren verwacht een betaalbaar huis te kunnen vinden in de Provincie. Dit geldt voor een kwart van de jongeren juist niet. Gezien de landelijke problematiek voor jonge starters om een woning te vinden valt dit beeld dat jongeren hebben nog wel mee. Het is wel zo dat ook hier geldt dat ze wat onrealistisch optimistisch zijn over hun mogelijkheden in de toekomst, simpelweg omdat ze gewoon nog geen idee hebben hoe lastig het in werkelijkheid kan zijn een woning te vinden. Familie Bijna tachtig procent van de jongeren vindt dat ze door hun ouders worden gestimuleerd om door te leren na hun opleiding. Gecombineerd met de veiligheid die jongeren in hun eigen omgeving ervaren lijkt het erop dat de thuissituatie bij de meeste jongeren wel in orde is. De rol van ouders/opvoeders neemt natuurlijk af naarmate jongeren ouder worden en zich meer op hun leeftijdsgenoten richten. Toch zijn ouders en familie nog het primaire aanspreekpunt van de jongeren en daarmee erg belangrijk. Iets meer dan de helft van de jongeren zegt dat ze de weg weten te vinden naar daarvoor bestemde instanties, als ze problemen met vrienden of familie hebben. Dit is te laag als je rekening houdt met het feit dat jongeren met problemen niet zomaar uit zichzelf aan de bel trekken, vaak uit een gevoel van schaamte. Inspraak Jongeren worden wel steeds mondiger, mede onder invloed van de toenemende communicatiemogelijkheden. Ze leren sneller hun mening te geven. Zo vinden ze ook steeds makkelijker de weg naar inspraak via de daarvoor bestemde kanalen. Althans, dat geven ze zelf aan. Dit geldt natuurlijk nog sterker voor de uit zichzelf al hoogbetrokken jongere. De vraag blijft bestaan hoe het is gesteld met jongeren die wat minder betrokken zijn bij de politiek.
>>8/13
4. Top 3 aandachtspunten en beoordeling Noord-Brabant Wat zijn volgens jou de drie belangrijkste onderwerpen waar de Provincie Noord-Brabant meer aandacht aan moet besteden? Top 3 issues
Bovenaan de lijst van belangrijke zaken waar de Provincie meer aandacht aan zou moeten besteden volgens jongeren, staan voorzieningen voor jongeren. Ze willen vooral meer uitgaansmogelijkheden en recreatieplekken. Deze nemen plaats één en twee in, maar liggen sterk in elkaar verlengde. Dit onderwerp past binnen het serieus nemen van jongeren in hun behoeften. Een ander belangrijk onderwerp is werk voor jongeren. Daarbinnen passen ook bijbaantjes en stages. Jongeren hebben een sterke what’s in it for me-mentaliteit. Op de vierde plaats (of derde plaats door samenvallen eerste twee onderwerpen) staat veiligheid op straat. Jongeren voelen zich doorgaans wel veilig, maar hechten er kennelijk waarde aan dat hier nog meer aandacht voor is.
Beoordeling
De beoordeling van de Provincie en de beoordeling van de gemeente waar men in woont verschilt niet sterk van elkaar. Jongeren zijn vrij tevreden. • De Provincie scoort gemiddeld een rapportcijfer van 7,7. • De gemeente waar men zelf woont gemiddeld een rapportcijfer van 7,6. De eigen woonplaats wordt dus een fractie negatiever beoordeeld dan de Provincie, maar beide scoren doorgaans erg goed.
>>9/13
5. Opvallende resultaten naar achtergrondkenmerken
Naast de resultaten die gelden voor alle Brabantse jongeren, is in de analyse ook gekeken naar verschillen in resultaten voor groepen met verschillende achtergrondkenmerken. Hierbij is gekeken naar geslacht, opleiding, etniciteit en de vraag of de jongeren willen deelnemen aan TeamBrabant (hoogbetrokken jongeren). Hieronder staan de (significante) verschillen. Verschillen jongens en meisjes
De verschillen in resultaten tussen jongens en meisjes die de vragenlijst hebben ingevuld is niet zo groot. Meisjes zijn minder tevreden over werk, vrije tijd en veiligheid dan jongens: • • • • • • •
Meisjes voelen zich iets minder vaak (83,8%) veilig in de buurt dan jongens (88,4%). Ook kennen ze minder vaak iemand die iets strafbaars heeft gedaan (48,9% versus 61,2% van de jongens). Het vinden van een baantje is voor meisjes minder gemakkelijk (65,5%) dan voor jongens (73,5%). Dit geldt ook voor een stageplaats (33% van de meisjes, versus 46,5% van de jongens). Ondernemerschap is een stuk lager bij meisjes. Slechts 25% wil later een eigen bedrijf beginnen, versus 35% van de jongens. Ook zijn ze minder vaak tevreden over voldoende plekken (jongerenvoorzieningen) in de woonplaats om de vrije tijd door te brengen (50,4% versus 62,2% van de jongens). Het rapportcijfer dat meisjes geven is ook lager dan het rapportcijfer dat jongens geven. Voor de eigen woonplaats geven ze een 7,3 versus een 7,8 gegeven door jongens, en voor de Provincie een 7,5 versus een 7,8 gegeven door jongens.
Verschillen opleidingsniveau
School- en opleidingsniveau blijken ook verantwoordelijk te zijn voor een aantal verschillen. VWO’ers zijn het minst streetwise. VMBO en MBO’ers zien vaker problemen bij streetwiseonderwerpen als veiligheid, integratie en werk. Dit komt vooral door de meer praktijkgerichte instelling van (V)MBO’ers: • • • • • •
•
MBO’ers zijn een stuk minder (51%) overtuigd van de stelling ‘In Brabant helpen we elkaar’ dan VWO’ers (65,5%). MBO’ers hebben, ondanks het hoge percentage mee eens, toch meer moeite om zichzelf te zijn in de buurt (84,8%) dan alle jongeren (90,4%). Het samenleven van allochtonen en autochtonen gaat volgens maar 20,4% van de VMBO’ers goed en volgens 29,5% van de VWO’ers. Ook voelen VMBO’ers zich minder vaak veilig op school (79,6%) ten opzichte van VWO’ers (97%). Angst voor terrorisme is onder VWO’ers lager dan bij de rest van de jongeren (5,7% versus 8,6%). Stageplaatsen zijn volgens VMBO’ers makkelijker (45,9%) te vinden dan volgens VWO’ers (29,5%). Dit lijkt logisch gezien het meer praktijkgerichte onderwijs op het VMBO. Bijbaantjes om alle kosten te betalen zijn met name nodig volgens MBO’ers (67,5% versus 32,5% van de rest van de jongeren). Dit is met name toe te schrijven aan de vaak hogere leeftijd van MBO’ers. >>10/13
• • • •
Het vinden van een baan die past na het halen van een diploma scoort het laagst bij MBO’ers met 62,9% versus 78% voor alle jongeren. Een eigen bedrijf beginnen is voor HAVO-leerlingen minder populair dan voor alle jongeren (19,8% versus 30,3%). Harddrugs zijn vooral voor MBO’ers vaker te krijgen (48,3%) dan voor alle jongeren (35,3%). De stelling ‘Brabant is nog lang niet vol’ wordt het minst vaak onderschreven door HAVO-leerlingen (13,4% versus 18,3% voor alle jongeren)
Verschillen etniciteit: TMSA versus autochtone jongeren
In het onderzoek is ook gekeken naar de resultaten van niet-autochtone Nederlanders. De groep Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen, kortweg TMSA, is nader bekeken. Hierbij is de volgende definitie gehanteerd: ofwel de jongere is zelf in één van bovengenoemde landen geboren, ofwel één van de ouders is in een van deze landen geboren. TMSA’ers hebben het meeste last van stadsproblematiek en de meeste moeite met het vinden van baantjes/werk: • • • • • • •
•
Het samenleven van allochtonen en autochtonen gaat volgens TMSA’ers vaker goed dan volgens alle jongeren (39,2% versus 23,1%). Angst voor een terroristische aanslag is ook hoger dan bij de andere jongeren (15,2% versus 8,6%). Het gemakkelijk vinden van een bijbaantje is lastiger voor TMSA’ers (46,8% versus 69,7% voor alle jongeren). Dit geldt ook voor het vinden van een stageplaats (34,2% versus 40,1%). De eigen verwachting om een baan te vinden die bij hen past is voor de groep TMSA ook negatiever (58,2% versus 78% voor alle jongeren). Leuk om te zien is dat het eigen ondernemerschap wel vaker positief geprikkeld is dan bij alle jongeren (46,8% versus 30,3%). Minder vaak dan alle jongeren noemen TMSA’ers dat er in de eigen woonplaats voldoende plekken zijn om de vrije tijd door te brengen (34,2% versus 56,7%). Dit geldt ook voor evenementen in de Provincie (30,4% versus 58,4%). Deze groep heeft ook vaker last van geluid en stank door fabrieken/bedrijven (19,8% versus 11,8% voor alle jongeren). Ze vinden ook vaker dat er zoveel verkeer is dat het milieu hierdoor wordt vervuild (32,9% versus 23,9%).
>>11/13
•
• •
•
Zorg voor de natuur als top 3 onderwerp waar de Provincie meer aandacht aan zou moeten besteden scoort echter met 1,3% erg veel lager dan dat dit punt voor alle jongeren geldt (9,4%). Bij problemen de weg naar instanties vinden scoren TMSA’ers beter. Maar liefst 62% zegt de juiste weg te vinden als er wat aan de hand is, versus 53,5% van alle jongeren. De rapportcijfers voor zowel de eigen woonplaats als de Provincie zijn bij TMSA’ers het laagst van alle subgroepen: een 7,1 (TMSA) versus 7,6 (alle jongeren) voor de eigen woonplaats en 7,2 (TMSA) versus 7,7 (alle jongeren) voor de Provincie. De top 3 onderwerpen waar de Provincie meer aandacht aan zou moeten besteden wijkt voor de groep TMSA af van alle jongeren in de Provincie. Werk voor jongeren staat al in de top 3 van alle jongeren. Voor de TMSA-groep staat dit onderwerp met stip bovenaan (35,4% versus 23% voor alle jongeren). Bijbaantjes en stages vindt deze groep dan ook vaker een top 3 onderwerp (26,6% versus 14% voor alle jongeren). Opvallend is dat daarnaast veiligheid op school veel vaker als belangrijk wordt genoemd (8,9% versus 4,4% voor alle jongeren). Zorg voor natuur vindt men minder belangrijk, net als voorzieningen op het platteland. Dit is ook logisch aangezien jongeren uit de groep TMSA ook vaker in steden leven.
>>12/13
TeamBrabant De groep ‘TeamBrabant’ zijn alle jongeren die op de vragenlijst hebben aangegeven dat ze daadwerkelijk actief willen meepraten over en participeren in het provinciaal beleid. Hieronder staan kort de verschillen in resultaten van deze groep ten opzichte van de andere deelnemers weergegeven.
TeamBrabant-jongeren, signaleren problemen, maar willen er wat aan doen: • • • • • •
Opmerkelijk om te zien is dat TeamBrabant jongeren vaker iemand kennen die iets strafbaars heeft gedaan dan andere jongeren (65,8% versus 55,3%). Harddrugs kunnen krijgen als ze daar behoefte aan zouden hebben, lukt deze groep naar eigen zeggen ook vaker (46,7%) dan alle jongeren (35,3%). Deze groep is vaker bang voor een terroristische aanslag (15,2% versus 8,6% voor alle jongeren). Ze hebben ook meer moeite met het vinden van een stageplek (40,1% versus 33,3% voor alle jongeren). Ze vinden minder vaak dat er genoeg plekken om de vrije tijd door te brengen in de eigen woonplaats zijn (47,5% versus 56,7% voor alle jongeren). Ook hebben TeamBrabant-jongeren vaker last van stank en geluid van fabrieken/bedrijven (19,2% versus 11,8%).
>>13/13