122e jaargang • nummer 1 • januari 2015
PTss
cybercrime
voorzitter gezocht Aangesloten bij de European Confederation Of Police
Colofon Redactie:
ONINK Communicatie, Emmeloord (eindredactie) Redactieadres:
Postbus 91460, 2509 EB Den Haag tel: (070) 419 19 41 fax: (070) 419 19 42 e-mail:
[email protected]
Vernieuwing en afscheid G
eachte lezer en lezeres,
Medewerker(s):
bereid was tot een interview, uitnodigingen voor allerlei bijeenkomsten heeft gestuurd,
Zoals u wellicht niet zal zijn ont-
of suggesties voor een onderwerp heeft
gaan is de VMHP in de afgelopen jaren bezig
gedaan. Hierbij een speciaal woord van dank
geweest met vernieuwing van vereniging en
aan Bob Nagel, die mij niet alleen inspireerde,
structuur. Een onderdeel hiervan is de in- en
maar met zijn opmerkingen ten aanzien van
ONINK Communicatie, Emmeloord
externe communicatie. Beleidsuitgangspunt
mijn omissies ook scherp hield.
Vormgeving & Druk:
positioneren als middelpunt van de commu-
Verder dank aan het team van drukkerij
GBU grafisch compleet, www.gbu.nl
nicatie. Een logisch gevolg daarvan is dat
GBU Urk, en speciaal Lub Post, Mierande
ons verenigingsblad, het Blauwtje, een stapje
Weerstand-Visser en Pieter Keuter, die telkens
Advertenties:
terug doet om ruimte te maken. Daarom heeft
weer creatief meedachten met de layout van
Secretariaat VMHP, (070) 419 19 41
het bestuur besloten om het Blauwtje voort-
het blad en uiterst flexibel waren ten aanzien
aan viermaal per jaar te laten verschijnen. De
van mijn eisen en wensen.
Secretariaat,
inhoud van het Blauwtje wordt eveneens aan-
Sanna Eichhorn, Hans Bogers, Willy Valcks, Jan Dikkers Fotografie:
voor de komende jaren is om de website te
ledenadministratie, abonnementen:
gepast en zal meer beschouwelijke achter-
Last but not least ben ik veel dank verschul-
Bereikbaar van woensdag t/m vrijdag, Christine van Beelen tel: (070) 419 19 41, fax: (070) 419 19 42, e-mail:
[email protected]
grondartikelen gaan bevatten.
digd aan mijn beide columnisten. Sanna, die
Afscheid
wing wist te geven over de actualiteit, en
Daarnaast, maar niet als gevolg van boven-
natuurlijk Hans Bogers, die vanaf februari
staande ontwikkelingen, heeft ondergeteken-
2003 voor alle 100 edities trouw een column
de besloten te stoppen als eindredacteur van
met zijn historische en vaak persoonlijke
het Blauwtje. Een cumulatie van persoonlijke
beschouwingen inleverde, en daarmee elke
en zakelijke ontwikkelingen heeft geleid tot dit
keer de voor een eindredacteur altijd pran-
besluit; en ik moet zeggen: met pijn in mijn hart.
gende vraag – wat zet ik op de achterkant van
Vanaf 2003 ben ik nauw betrokken geweest
de cover – voor mij wist op te lossen.
Dagelijks bestuur VMHP:
Mw. S.E. Eichhorn, voorzitter G.J. Smit, tweede voorzitter C. van der Voet, secretaris W. Doppenberg, penningmeester Bankrekening VMHP:
NL23 INGB 0000 1329 81 Coverfoto:
Cybercriminelen liggen overal op de loer. Beveilig de computer tegen aanvallen en misbruik.
voor elk blad weer een bestuurlijke beschou-
bij het blad, eerst als verantwoordelijk hoofdredacteur namens het hoofdbestuur (15 edi-
Velen van u zal ik bij diverse VMHP-activiteiten
ties) en vanaf september 2005 als zakelijk
blijven ontmoeten, maar als eindredacteur
eindredacteur (84 edities). Dit wordt num-
wens ik de VMHP en alle lezers en lezeressen
mer 85 (in totaal dus precies 100 nummers).
een veilige toekomst in goede gezondheid.
Voor de productie van al deze bladen heb ik veel persoonlijke contacten opgedaan,
Evert Onink
ben ik in diverse settings op veel bijzonde-
eindredacteur
re plaatsen geweest en heb ik veel interessante mensen, zowel van binnen als buiten de politie, mogen interviewen of citeren. Ik wil iedereen bedanken die een directe bijdrage aan deze 100 edities heeft geleverd,
Belangenbehartiging Belangenbehartiging is in eerste instantie een zaak voor het bestuur van de betreffende afdeling. Zo nodig kan vervolgens met het hoofdbestuur contact worden gezocht.
Inleveren kopij Deadline voor de volgende VMHP-Nieuws: 03 april 2015
pagina 2
Wie is… maaike van der linden Ik ben een 31-jarige projectleider bij het bureau Veiligheid, Integriteit en Klachten van de Eenheid Amsterdam.
I
k kom uit een politiefamilie. Mijn vader is brigadier in Noord-Holland en ook een oom en tante werkten bij de politie. Ik heb altijd bij de politie gewild, een mooie afwisselende baan met maatschappelijke betrokkenheid. Mijn opa adviseerde om naar de officiersopleiding (hele oude naam voor de NPA ;-)) op de Politieacademie te gaan, en ik heb naar hem geluisterd. Ik heb op m’n 18e gesolliciteerd en in 2002 mocht ik de opleiding in. Op dat moment ging juist PO2002 van start, en ik heb op de Kleiberg drie jaar niveau 6 gevolgd. De bedoeling was dat ik na de opleiding uitgeplaatst werd als buurtregisseur, maar toen ik mijn opleiding had afgerond waren die functies door gewijzigd beleid inmiddels allemaal ingevuld. Na mijn opleiding ben ik toen een loopbaanontwikkeltraject ingegaan. Hierbij heb ik voor verschillende Amsterdamse afdelingen en diensten gewerkt en veel functies bekleed. Dat was een mooie tijd met veel leuke en interessante ervaringen. Ik kwam er toen wel achter dat ik geen echte ‘boevenvanger’ ben, maar veel meer betrokkenheid voel bij het begeleiden en faciliteren van collega’s. Daarom ben ik al snel het pad van het leiderschap op gegaan. Een mooi project in die tijd was het organiseren van een conferentie voor alle hoofdstedelijke korpschefs uit Europa. Die conferentie ging over gelijkwaardigheid en ondermijning, vanuit PIO (Politie In Ontwikkeling). We hadden geen kennis van het organiseren van evenementen, en hebben de organisatie in de vorm van een SGBO-organisatie gegoten. Dat is het mooie van ons bedrijf. We zijn eigenwijs en denken dat we alles kunnen, en dan
pagina 3
blijkt het te gaan ook. We hebben uiteindelijk met elkaar een mooi evenement neergezet. Daarna ben ik vanuit het traject naar het toenmalige Bureau Integriteit gegaan, waar ik uiteindelijk projectleider werd. In de tussentijd heb ik aan de UvA nog mijn master Sociologie behaald, omdat ik vond dat het nog te vroeg was om te stoppen met studeren. En vanuit de Eenheid mocht ik de TLL doen. Vervolgens werd ik uitgeplaatst als plaatsvervangend chef Bureau Communicatie, wat ik bijna anderhalf jaar heb gedaan. Dat paste mij niet goed. Ik vond het te vluchtig. Het ging niet altijd over de inhoud, maar vaak ook over de positie. Ik houd meer van openheid, gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid. Ik ben toen teruggegaan naar Bureau Integriteit als projectleider. Dit doe ik nu bijna drie jaar. Dat is het mooie aan het bedrijf; dat er ruimte is je eigen pad te kiezen en dat daar ook mogelijkheden toe zijn. Doen waar je goed in bent en waar je kracht ligt, ook wanneer het betekent dat een stapje terug of opzij zetten beter voor je is. Integriteit is een mooi onderdeel om voor te werken. Het is een belangrijke bouwsteen voor een gezonde organisatie. Er is veel ruimte voor preventie; om het gesprek aan te gaan met medewerkers. We hebben daarmee in Amsterdam in de afgelopen jaren mooie stappen gezet. Het bureau heet inmiddels VIK (Veiligheid, Integriteit en Klachten) en heeft een combinatie van taken, zoals preventie en rechercheonderzoeken. Ik geef nu de dagelijkse leiding aan zo’n twintig professionals en voel mij goed thuis in deze faciliterend rol. Daarnaast ben ik pelotonscommandant
bij de Amsterdamse Vredeseenheid. Ook dat is een mooie job, waarbij je toch affiniteit houdt met het operationele werkveld. Ik ben gematcht als bedrijfsvoeringsspecialist C. Mijn functie komt niet terug en ik word dus herplaatsingskandidaat. Dat biedt voldoende perspectief. Ik ben twee maanden geleden moeder geworden van een mooie dochter, Madelief. Ik ga eerst nog een paar maanden genieten van mijn dochter en het bevallingsverlof. Als ik terug kom zie ik wel welke functies er dan zijn. Ik heb wel een voorkeur om binnen het vakgebied Integriteit te blijven werken. Zoals ik ons bedrijf ken, zullen er echt wel voldoende kansen zijn op een functie die mij voldoening zal schenken. Ik vind Amsterdam een mooie eenheid met veel dynamiek, maar het zou ook wel leuk zijn om na 12½ jaar eens ergens anders te gaan kijken. Misschien bij een andere eenheid of een landelijke dienst. De VMHP heb ik leren kennen op de Politieacademie. Vooral het coachingstraject van de afdeling Amsterdam sloeg bij mij aan. Het is een van de activiteiten waarin de vereniging zich onderscheidt en die mij aansprak. Verder moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat ik momenteel niet echt bij het vakbonds- en verenigingswerk betrokken ben. Was getekend, Maaike van der Linden
De VMHP is er trots op om op een transparante wijze op zoek te gaan naar een nieuwe voorzitter. De afgelopen Algemene Vergadering werd op initiatief van ons erelid Koen de Maat voorgesteld de huidige termijn van onze voorzitter bij hoge uitzondering te verlengen. Het HB heeft ervoor gekozen deze periode te beperken tot 1 jaar en dit voor te leggen aan de Algemene Vergadering van 2015. Het onderliggende argument voor deze afwijkende benoemingsprocedure is dat de CAO getekend en in voldoende mate geïmplementeerd moet zijn om de wisseling van voorzitter niet nadelig te laten zijn voor de VMHP en haar leden, en daarnaast gelet op de reorganisatie van de politie en de politieacademie.
Voorzitter gezocht Op de AV 2015 kiezen we de nieuwe voorzitter in spé, voorafgaand aan haar of zijn benoeming. Deze nieuwe voorzitter in spé wordt toegevoegd aan het DB als adviseur en ter voorbereiding informeel nauw betrokken bij de VMHP aangelegenheden. Tijdens de AV van 2016 wordt de nieuwe voorzitter benoemd.
Leiding geven aan ontwikkelingen en onderhandelingen De VMHP is in ontwikkeling naar een vereniging waarin individuele en collectieve belangen behartiging centraal staan en waarbij leden actief en betrokken zijn in een professioneel platform. Hierbij heeft de VMHP niet alleen oog voor haar leden, maar ook voor de politieorganisatie en het maatschappelijk belang als geheel. Dit maakt de VMHP tot een bijzondere vakvereniging en een sparringpartner met een bijzondere positie. De leden zoeken een voorzitter die in staat is leiding te geven aan de nieuwe koers van de vereniging en hen hierin volop weet te inspireren en stimuleren. Daarnaast wordt verwacht dat deze voorzitter de onderhandelingen met de minister over reorganisaties, fusies, sociale plannen, CAO’s op een strategische manier vorm kan geven en de realisatie hiervan weet te bewaken.
Het kan niet anders dan dat de voorzitter die wordt gezocht een ‘persoonlijkheid’ is, een mens met karakter, die op charismatische wijze mensen aan zich bindt, positie weet te verwerven in een politiek krachtenveld en op basis daarvan de collectieve en individuele belangen van de VMHP leden weet te versterken. Als voorzitter ben je natuurlijk maatschappelijk betrokken, sociaal bewogen en flexibel en ben je thuis in thema’s als bestuursrecht, sociaal zekerheidsrecht en arbeidsvoorwaarden. Daarbij heb je de juiste talenten, zoals politiek/bestuurlijke sensitiviteit, overtuigingskracht, visieontwikkeling, abstractievermogen, verbindend vermogen en boven alles een hart voor
alle professionals die op directe of indirecte wijze een bijdrage leveren aan de verbetering van de veiligheid. De VMHP biedt je deze uitdagende bijbaan als voorzitter, waarbij je met één been in de organisatie blijft staan (met vrijstelling cf. het BARP). Waar nodig wordt ondersteuning, coaching en opleiding aangeboden. Herken je jezelf in deze beschrijving? Neem dan vóór 1 maart 2015 contact op met de secretaris, Cees van der Voet (06-10907061, secretaris@vmhp. nl) om te bespreken of we gezamenlijk deze nieuwe uitdaging aan kunnen gaan. Voor informatie kun je terecht bij de voorzitter, Sanna Eichhorn (0620601983,
[email protected]).
Procedure voor selectie nieuwe voo De volgende procedure is afgesproken in het Hoofdbestuur van de VMHP: Op de AV 2015 kiezen we de nieuwe voorzitter in spé, voorafgaand aan haar of zijn benoeming. Deze nieuwe voorzitter in spé wordt toegevoegd aan het DB als adviseur en ter voorbereiding informeel nauw betrokken bij de VMHP aangelegenheden. Tijdens de AV van 2016 wordt de nieuwe voorzitter benoemd. Het onderliggende argument voor deze afwijkende benoemingsprocedure is dat de CAO getekend en in voldoende mate geïmplementeerd moet zijn om de wisseling van voorzitter niet nadelig te laten zijn voor de VMHP en haar leden, en daarnaast gelet op de reorganisatie van de politie en de politieacademie.
pagina 4
De VMHP is op zoek naar een enthousiaste
Voorzitter met karakter Doel van de functie: Leiding geven aan de vereniging en het gezicht daarvan zijn. Regie hebben over en richting geven aan de koers van de vernieuwingen binnen de VMHP. Als VMHPonderhandelaar formeel overleg plegen met de Minister in het arbeidsvoorwaardenoverleg. Het voorbereiden van, het besluiten over en het uitvoeren van collectieve en individuele belangenbehartiging en daarbij de kwaliteit van de politie en het algemeen belang in aanmerking nemen.
leden? • Heb je een belangrijk netwerk en netwerkvaardigheden voor een goede lobby om de belangen van de VMHP te behartigen? • Heb je de juiste talenten - politiek/bestuurlijke sensitiviteit, overtuigingskracht, visieontwikkeling, abstractievermogen, verbindend en een blauw hart, met oog voor de ondersteuning- om van het voorzitterschap een succes te maken?
Wij zijn …
Ben jij daarnaast…
een vakvereniging met een diversiteit aan leden. Samen met je bestuur en kaderleden geef je sturing aan uiteenlopende diensten en producten op het gebied van werk en inkomen voor onze leden. Je krijgt een stimulerende in - en externe werkomgeving, waarin respect is voor je achtergrond, talenten en capaciteiten. Wij geven je adequate begeleiding en kansen om jezelf verder te ontwikkelen. Wij zijn voor deze vakvereniging voor professionals op zoek naar ervaren talent.
maatschappelijk betrokken, sociaal bewogen en flexibel? Heb je kennis van het bestuursrecht, sociaal zekerheidsrecht, arbeidsvoorwaarden en ben je bereid tot verdere studie? Voel je affiniteit met de (ontwikkelingen van de) vereniging en die van de vakbeweging in brede zin?
Kun jij… • samen met de kaderleden van de VMHP zorgen voor een goede belangenbehartiging en dienstverlening aan onze leden? Ben je in staat om aan te sluiten bij leden en hen te coachen en te begeleiden? Ben je in staat om leden te activeren en hen hierbij te ondersteunen?
Kun jij... • onderhandelen met de werkgever over reorganisaties, fusies, sociale plannen, cao’s, zorgen voor de naleving daarvan en andere zaken die belangrijk zijn voor onze
Meld je dan, want zo • kun je een substantiële bijdrage leveren aan het positioneren van professionals in onze dynamische politiewereld. • geef je de collega’s die lid zijn van de VMHP een spreekbuis op het vakbondspodium, in de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen en recht van spreken in de arbeidsverhoudingen. • ontwikkel je je eigen kennis en vaardigheden in een unieke vakbondsomgeving. • ontmoet je je collega’s ook op een heel andere wijze. • kun je veel betekenen voor al die VMHP collega’s. De VMHP heeft een voorkeur voor bestuursleden die met één been in de organisatie blijven staan. Je bent in dienst bij de politie krijgt vrijstelling cf het BARP.
voorzitter VMHP Reacties voor 1 maart 2015 bij de secretaris Reacties worden besproken in het DB in een ingelaste DB-vergadering in week 10 van 2015 waarin een preselectie uit de reacties wordt gemaakt. Zijn er meerdere kandidaten, dan wordt een selectiecommissie samengesteld uit het HB in de HB-vergadering van 27 maart 2015. Die kiest een gerede kandidaat die voorgedragen wordt via het HB. Is er één kandidaat en is er een positief advies van het DB, dan wordt het besluit van de voordracht aan het HB voorgelegd in de HB-vergadering van 27 maart 2015. Deze voordracht wordt aan de AV van 29 mei 2015 gedaan. Is er geen kandidaat dan wordt na de AV van 29 mei 2015 verder gezocht. Voor informatie over de taak en de rol kunnen geïnteresseerden terecht bij de voorzitter.
pagina 5
Zijn wij klaar voor cyber De digitale ontwikkelingen gaan snel en zijn soms gewoon niet te bevatten. Deze ontwikkelingen zijn meestal positief bedoeld, maar kennen ook negatieve effecten en kunnen ingezet worden voor criminele of oorlogsdoeleinden. Zijn wij ons wel bewust van deze ontwikkelingen, en zijn wij er klaar voor om met de sociaal-maatschappelijke vernieuwingen om te gaan en ons te verdedigen tegen de negatieve aspecten?
D
door Evert Onink
rs. Ing. W.M. (Wil) van Gemert, tot voor kort directeur Cybersecurity van de NCTV, thans plaatsvervangend directeur van Europol, maakt de problematiek op de Postactievendag duidelijk aan de hand van parallellen met de geschiedenis van de oorlogsvoering en het internationaal recht. Hij trekt de problematiek breder dan cybercrime. “Ik wil aangeven waar wij nu staan met cyber; welke gevolgen het heeft voor de maatschappij en hoe de overheid en het bedrijfsleven zouden kunnen en moeten reageren.”
Cultuurverandering Wil begint met een plaatje van een
Probleempje
vlucht ganzen. “Eén voorop, de rest er achteraan, een hiërarchische structuur, duidelijkheid in de richting waarin ze gaan. Dit was een succesvol concept, maar ik denk dat dat in de toekomst niet meer zal zijn. Onze cultuur is door de digitalisering veranderd. Dit concept hadden we, maar ik denk dat we het inmiddels kwijt zijn en nooit meer terug krijgen.” Vervolgens laat Wil aan de hand van plaatjes zien dat het allemaal eigenlijk niet nieuw is. Het bekende Paard van Troje, waarmee aanvallers binnen de muren van Troje werden gesmokkeld, is nog steeds een van de meest bekende vormen van computeraanvallen (Troyan horses). Wat wij firewalls
Diginotar was een Nederlands bedrijf en een commerciële certificaatautoriteit. Deze certificaten worden gebruikt om computers veilig met elkaar te laten praten. Het bedrijf komt van oorsprong uit de notariële wereld. Onder meer de gehele Nederlandse overheid werkt hiermee. In 2011 merkte een Duits toezichtsbureau dat in Iran een ongeldig certificaat was gebruikt. Dat werd ook gemeld aan de Nederlandse autoriteiten, en uit onderzoek bleek, dat er was ingebroken door een hacker, en niemand was in staat die informatie te verwijderen. Vermoedelijk waren er vijfhonderd valse certificaten aangemaakt. Het effect was dat grote (voornamelijk Amerikaanse) partijen geen vertrouwen meer hadden in de certificaten. Alle apparaten van de overheid (waaronder de Belasting, het Inklaringswezen, de Rijksdienst Wegverkeer, enzovoorts) waren hierdoor besmet verklaard. Het opzeggen van het vertrouwen in de certificaten kon ertoe leiden dat er geen digitaal verkeer meer zou plaatsvinden. Dit kon grote problemen opleveren, bijvoorbeeld in de Rotterdamse havens. Door druk van de overheid bij de Amerikaanse partijen kon er een week uitstel verkregen worden en zijn alle certificaten geverifieerd. Dus een hack in Iran had ertoe kunnen leiden dat de Nederlandse economie voor een deel zou worden stilgelegd.
noemen, waren in de Middeleeuwen de vestingmuren, en de ‘brute-forceattacks’ (met heel veel computers een computersysteem binnendringen) kennen we als de katapulten. Een virus was vroeger ook al een bekend militair aanvalswapen in de vorm van rottende kadavers die met katapulten over de vestingmuren werden geschoten en binnen hun werk deden. Het kanon was een middel om iets terug te doen. “De methodieken en technieken zijn dus eigenlijk niet zo nieuw. Alleen de verschijningsvormen zijn anders en het tempo waarmee het gebeurt is echt totaal anders. En de vijand nu niet zichtbaar. De vraag is nu hoe de politie kan acteren in een omgeving waarin je niet weet waar de vijand is, wie verantwoordelijk is of waar we uiteindelijk uitkomen. We zijn gewend om toestemming te vragen als we met een onderzoek in een ander land komen. Maar hoe doe je dat als je achter een computer aangaat als er systemen zijn aangevallen?”
Dimensies We kennen in ons bestaan de dimensies Land – Zee – Lucht – Ruimte, en we hebben geleerd om in die omgevingen te leven. “Ieder van de 7 miljard mensen leeft op het land, en daarvoor zijn in de loop van zo’n 10.000 jaar regels gemaakt. Die noemen we soms democratie of internationale rechtshulp. Dat systeem werkt in z’n algemeenheid voldoende, alhoewel er altijd discussies, politieke vraagstukken en internationale vredesvraagstukken zijn. Zo’n 4.000 jaar geleden hebben we de tweede dimensie veroverd: we zijn de zee opgegaan, maar het aantal betrokken personen was hier een stuk minder. Op zee waren eerst ook conflicten, waaruit zo’n 300 jaar geleden het zeerecht is ontstaan. De volgende stap was de luchtvaart. Ook hier waren weer minder mensen actief dan in de voorgaande dimensies. We hebben in
pagina 6
space? de loop van de afgelopen 100 jaar luchtvaartverdragen afgesloten hoe we met het luchtruim om moeten gaan en wie waarvoor verantwoordelijk is. En dan de ruimte, waarin we sinds de jaren ’60 opereren. De ruimte is oneindig en er zijn relatief weinig betrokkenen, maar ook daar proberen we in de laatste 50 jaar internationaal afspraken over te maken.”
Vijfde dimensie Wil noemt de cyberspace de vijfde dimensie. “Wij leven allemaal in deze vijfde dimensie. Het opvallende is dat dit de enige dimensie is die door mensen is gecreëerd. Internet bestaat nu zo’n 25 jaar en hierin zijn al ruim drie miljard mensen actief. Waarschijnlijk zijn het er over tien jaar zo’n vijf miljard en over twintig jaar misschien meer dan zeven miljard. Er rijzen vraagstukken als: wie is waarvoor verantwoordelijk, hoe gaan we ermee om, wat is de rol van de burger, wat doet de overheid, hoe moet de politie optreden. Er is nauwelijks tijd om regels te stellen en de vraagstukken op te lossen. Deze vijfde dimensie gaat veel meer impact hebben dat alle andere dimensies, en in een veel korter tijdsbestek. De factor van deelname is enorm te noemen. Een voorbeeld: er komen elke dag 750.000 Facebookgebruikers bij, die allemaal in de cyberspace actief zullen zijn.”
Ongeldige concepten
De heer Van Gemert begon zijn loopbaan na de politieacademie in 1988 als
De centrale vraag van zijn betoog is: We staat aan de vooravond van een maatschappelijke revolutie. Zijn we ons wel bewust van wat er gebeurt en zijn we er klaar voor om daarmee om te gaan? Als voorbeeld noemt Wil de Waterlinie. Die werd tussen 1850 en 1870 aangelegd om de Randstad te beschermen tegen aanvallen. 47 forten, 5 vestingsteden en land dat minimaal 60 cm onder water gezet kon worden. De bouw heeft miljoenen gekost. Wil: “De gedachte was dat
officier bij de politie in Amsterdam waar hij diverse leidinggevende functies
pagina 7
vervulde, met name in het rechercheveld. In 1995 stapte hij over naar het KLPD om het eerste landelijke rechercheteam te gaan vormen. Ook was hij bij het KLPD verantwoordelijk voor de oprichting van de Nationale Recherche. In 2004 vertrok hij naar de AIVD waar hij als directeur democratische rechtsorde leiding gaf aan de terrorismebestrijding, contraspionage en veiligheidsonderzoeken. Begin 2012 trad hij aan bij de NCTV, waar hij als directeur cybersecurity verantwoordelijk was voor de vormgeving van het Nationaal Cyber Security Centrum. OP 1 mei 2014 is Van Gemert door de Europese Raad benoemd tot adjunct-directeur van Europol, waar hij leiding geeft aan het Operations Department en onder meer verantwoordelijk is voor het steunen van EU-lidstaten bij het bestrijden van georganiseerde misdaad en terrorisme.
je dan niet met een voertuig en zwaar materieel bij de steden kon komen. Maar toen kwam de luchtvaart en was dat concept in één keer waardeloos. De Duitsers zetten in 1940 moeiteloos parachutisten af in de Randstad. Ook de komst van de vijfde dimensie heeft direct consequenties voor de manier waarop wij onze processen inrichten. Dat betekent dat sommige concepten, die nu nog voor 100% zouden gelden, morgen met één klap niet meer effectief zullen zijn. De huidige concepten gelden dan gewoon niet meer.”
Remote-control Als een van de voorbeelden noemt Wil de Cyberwar. Moderne oorlogsvoering met drones, die bestuurd worden vanuit een basis aan de andere kant van de wereld. Tot nu toe telde je mee als je miljarden investeerde in je militaire macht en een vliegdekschip had. Nu kan je met een klein, goed georganiseerd team en zo’n 100 miljoen vanuit een hoekje van de wereld veel bereiken, ook op het gebied van oorlogsvoering. Kleine landen kunnen dan grote landen digitaal aanvallen. De cybertechniek maakt dat mogelijk. De verhoudingen veranderen en je hoeft dus niet meer tot de grootmachten te behoren. “Ook in Nederland is onlangs een cybercommando opgericht. Zo’n cybercommando is er niet alleen om onze defensieve strijdkrachten te beschermen tegen aanvallen, maar om ook offensief te kunnen zijn. Bijvoorbeeld door op afstand de luchtverdediging van de vijand uit te schakelen. Ook het inbrengen van een virus in belangrijke installaties kan grote effecten hebben. Nederland is een van
Cybermoord?
Een Nieuw-Zeelandse hacker heeft al aangetoond dat met de juiste apparatuur pacemakers en insulinepompen op afstand kunnen worden beïnvloed. In Amerika is al serieus nagedacht over beveiliging voor Dick Cheney om te voorkomen dat terroristen hem op deze manier zouden vermoorden. Is het nu wachten op de eerste cybermoord?
“Cyberspace is wereldwijd. Hoe liggen de bevoegdheden als je niet weet waar de computers staan?”
de 29 landen die een cyberdoctrine heeft, waarbij verkend wordt wat er nu mag en niet mag op dat terrein. Hoe ver kan je gaan? Mag je burgerinstallaties, zoals een elektriciteitscentrale, platleggen? Mogen de slimme meters, waarvoor nu reclame gemaakt wordt, een op afstand bedienbare aan/uitknop hebben? Dat laatste vraagstuk is opgelost en het overheidsantwoord is: nee, omdat daar misbruik van gemaakt zou kunnen worden.” Wil raadt iedereen aan om het boek “Black Out” eens te lezen. Daarin staat beschreven wat er gebeurt als je in staat bent de elektriciteit in Europa uit te schakelen.
Intelligence Wil stipt ook de privacy-problematiek aan. “Het inwinnen van inlichten gaat nu op een andere manier. De oude stiel is niet verlaten, maar er wordt op een andere manier mee omgegaan om informatie binnen te halen. Data is overal en neemt toe in volume, in kwaliteit en in verschijningsvormen. 90% van alle in de wereld opgeslagen data is in de laatste twee jaren ontstaan. Op Facebook staan momenteel meer dan 100 miljard foto’s en elke minuut wordt er vijftig uur video geüpload. Bij de eerste maanlanding in 1969 had de software 67.500 programmeerlijnen nodig. In de software van de smartphone zitten 21 miljoen programmeerlijnen, en de moderne - recente – auto gebruikt al 100 miljoen programmeerlijnen. Auto’s hebben nu sleutels die de auto openen als je in de buurt komt. Voertuigcriminaliteit neemt toe omdat criminelen de digitale sleutels nama-
ken. Data is dus overal en kan ook met elkaar gecombineerd worden. De vraag is: Hoe beheers ik het en hoe haal ik uit al die data wat voor mij van belang is?”
Vervagende grenzen Op alle mogelijk gebieden zie je die snelle veranderingen, houdt Wil zijn gehoor voor. In tijd, in afstand, maar ook in privé en zakelijk. “Men verwacht tegenwoordig steeds sneller een besluit of een reactie op een vraag of idee. Met een smartphone werkt men per dag gemiddeld twee uur langer, bijvoorbeeld omdat iedereen buiten werktijd toch even de mail controleert en daarop reageert. Op dit moment wordt tussen Europa en de VS een glasvezelkabel aangelegd , die 200 miljoen dollar kost. Die kabel zorgt ervoor dat je zes milliseconden winst hebt in het overbrengen van berichten. Heeft dat nut? In 1 seconde vinden zo’n 30.000 aandelentransacties plaats, dus 6 milliseconden kunnen veel verschil uitmaken. Verwacht wordt dat die kabel zich binnen driejaar terugverdient.”
Hyperconnectiviteit Iedereen is digitaal met elkaar verbonden. Sinds 2008 zijn er meer apparaten verbonden aan internet dan er mensen zijn op deze wereld. Nu 10 miljard apparaten, in 2020 zo’n 20 miljard. “Eigenlijk weten we nog niet waartoe het zal leiden,” zegt Wil. “94% van de Nederlandse huishoudens heeft toegang tot internet. Daarmee zijn we het hoogste in de wereld. In Afrika en Azië ligt dat op 15 tot 20 procent. Google
pagina 8
Koppeling van data
Je staat op Schiphol en neemt geld op. De bank/verzekeringsmaatschappij kijkt toevallig in je dossier en ziet dat je geen dekking bij hen hebt lopen. Vanuit marketingprincipes is het dan een goed idee om je – vlak voor je vertrek – een sms-je te sturen met een aanbieding voor een snel af te sluiten reisverzekering. Andere voorbeelden: de bonuskaarten van de supermarkten.
hand van smartphones de drukte aangeeft bij theaters, zodat te zien is wanneer het publiek het theater verlaat.” De uitvinding van de 3D-printers geeft volgens Wil een grote omwenteling, omdat er minder artikelen gemaakt en vervoerd behoeven te worden.
Balans telt momenteel drie miljard zoekvragen per dag. Het aantal verzonden mails ligt op ongeveer 280 miljard per dag, inclusief de spam.”
Digitaal IQ “De gevolgen van alle ontwikkelingen zijn groot”, meent Wil. “Het concept van de samenleving verandert. De jeugd gaat volledig in cyberspace leven. Vier van de vijf grootste private partijen zijn IT-bedrijven. De snelheid van de ontwikkelingen zijn te bestempelen als ‘destructieve innovatie’; de innovatie gaat vaak sneller dan bedrijven kunnen groeien. Met overnames en fusies van digitale bedrijven zijn miljarden gemoeid. Facebook bijvoorbeeld is in twaalf jaar gegroeid van niets naar 290 miljard dollar. De vraag om ‘digitaal IQ’ is groot; dus het kunnen nadenken – ook als overheid - over het effect van cyber op onze samenleving en hoe daarmee om te gaan. Daar zijn we nog niet aan gewend.”
Gebruiksrisico Wil benoemt ook de effecten van cyber voor de politie. “In 1996 hadden we in Amsterdam zo’n 600 bankovervallen per jaar. De laatste bankoverval was in juni 2013. Bankovervallen zijn niet meer van deze tijd. Er is weinig geld
in omloop en alles gaat digitaal. Ook met het verkeer kan cyber ons helpen. Zo wordt er al gewerkt aan auto’s zonder chauffeur en automatisch remmende auto’s, en worden cybersystemen ingezet om in tunnels gevaren te signaleren. De smartphone wordt gebruikt voor veel zaken, van internet en mail tot aan de portemonnee, fotoalbum, agenda en adressenlijst. Ook medische toepassingen, zoals waarschuwingen van de pacemaker of insulinepomp, zijn al voor de smartphone beschikbaar. In 2009 kwamen de eerste 500 apps op de markt. Inmiddels hebben we er meer dan één miljoen en er zijn gemiddeld zo’n vijf miljard downloads per dag. Ook voor de politie, met snelle sturingsmogelijkheden en op straat bevraagbare databanken, heeft de smartphone positieve toepassingsmogelijkheden. Naast de positieve toepassingen vormt de smartphone ook een risico. Het apparaat kan gehackt worden en daarmee kan de besturing van de aangesloten apparaten worden overgenomen. Naast financiële zaken kunnen dat ook de medische toepassingen zijn, of bijvoorbeeld de bediening van elektrische apparaten en de verwarming in huis.”
Drones
“We zullen onze opsporingsmethodes en informatie-inwinning moeten aanpassen aan deze nieuwe techniek. Criminelen doen dat zeker.”
pagina 9
“Cyber is goed toepasbaar met behulp van smartphones en drones,” zegt Wil. “Denk maar aan brandbestrijding op moeilijk bereikbare plaatsen, of crowdcontrol bij acties met de Mobiele Eenheid. Door het meten van de dichtheid van smartphones bij evenementen en manifestaties kunnen de publieksdichtheid en de publieksstromen in kaart gebracht worden. Een voorbeeld uit de civiele praktijk: er is een app voor taxichauffeurs die aan de
“Het gevolg van deze ontwikkelingen is onder meer dat mensen in kleinere communes gaan wonen,” voorspelt Wil. “De communicatie gaat digitaal en straks kunnen we alles lokaal maken. De mensen hebben elkaar niet direct meer nodig.” Als laatste punt geeft Wil een beschouwing over de effecten van cyber op ons en de overheid. “De overheid heeft beseft dat er iets moet gebeuren en dat we op het gebied van cybersecurity – dus breder dan cybercrime – dingen moeten veranderen. Onze samenleving wordt bedreigd door de digitale en sociale infrastructuur. Omdat alle techniek aan het internet is opgehangen gaan we risico’s lopen. Daarom is ook het Cyber Security Center opgericht. We moeten onze respons klaar hebben. Mensen moeten niet alleen bewust, maar ook bekwaam gemaakt worden om hiermee om te gaan. Het aantal vraagstukken is enorm groot. En telkens gaat het erom een balans te vinden tussen veiligheid, privacy en maatschappelijke groei en verandering. De overheid heeft een zorgplicht en moet de mensen aanspreken op verantwoordelijkheid.”
Bitcoin
Bitcoin is in de digitale wereld een geaccepteerde manier van betaling. Het geld is digitaal en er kan anoniem mee betaald worden. Slechts circa tien procent is geïndexeerd. Dit systeem lokt crimineel geld aan en werkt witwaspraktijken in de hand. Daarnaast is er ook een ‘darknet’, dat voor onbevoegden nagenoeg ontoegankelijk is en wordt gebruikt door criminelen van allerlei slag. Het is voor de overheid moeilijk hier ingang toe te krijgen.
Het functioneren van de samenleving is gebouwd op veiligheid en vertrouwen. Als die twee elementen niet aanwezig zijn gaat onze samenleving minder goed functioneren. Cyber is overal en raakt alles. Elke sector en branche werkt er mee of is ermee verbonden. Cybersecurity gaat over de kwetsbaarheid en bedreiging van onze netwerken en data. Dat is verschrikkelijk fundamenteel, want als
Hebben wij ons voldoe
Cybers
we die twee zaken niet meer kunnen vertrouwen, waar baseren we dan onze analyses op. Hoe goed zijn dan onze beslissingen, als die analyses niet kloppen. Dat raakt meteen ook onze economische veiligheid, de sociale kwaliteit van onze samenleving, en raakt zo ook onze nationale veiligheid.
D
door Evert Onink
it is volgens Dick Berlijn de relevantie van het onderwerp. “Als mijn collega’s en ik terugkwamen van een missie in Afghanistan of Irak, zeiden we tegen elkaar: ‘Wat functioneert het hier allemaal goed.’ Het internet is een schitterend medium, en ook nog helemaal niet zo oud; vooral niet zoals het de laatste tien tot twintig jaar gebruikt wordt. Zoals we nu met data-uitwisseling omgaan, en met alle applicaties, is het nog jonger. Het heeft onze kennis op een geweldige manier verdiept, en het heeft ons in staat gesteld om databestanden met elkaar in verbinding te brengen, op basis waarvan we een veel beter inzicht kunnen vormen over werkelijke situaties. Het heeft ons in staat gesteld om de bedrijfsvoering op een geweldige manier te opti-
Deloitte
maliseren; niet altijd gelukkig, maar het is zeker efficiënter geworden. Ook de handel is hierdoor sneller geworden, en het heeft gezorgd dat de kennis niet meer in handen van enkelen is. Het heeft ook democratisering in de hand gewerkt, omdat kennis via de social media op een spectaculaire manier wordt gedeeld.”
Toekomstbeeld Dick schetst een toekomstbeeld met zelfregulerende slimme steden, slimme autowegen waar informatie uitgewisseld wordt tussen auto’s en weg, automatische of via smartphones bedienbare apparatuur, zoals de verwarming in huis, de koelkast die zelf de boodschappen bestelt bij de supermarkt, scanners in de medische wereld die automatisch data uitwis-
‘Deloitte’ is de merknaam waaronder tienduizenden toegewijde professionals in zelfstandige memberfirms wereldwijd samenwerken op het gebied van accountancy, consulting, financiële advisering, risk management, belastingadvies en gerelateerde dienstverlening. Deze firms maken onderdeel uit van Deloitte Touche Tohmatsu Limited (‘DTTL’), een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde ‘private company limited by guarantee’. Dick Berlijn werkt voor het onderdeel Cyberrisk. Hierin werken zo’n 300 verschrikkelijke supernerds samen om de ontwikkelingen en risico’s van de digitale wereld dagelijks in kaart te brengen. Dick: “Als je met deze mensen praat, ben je al na 30 seconden de weg volledig kwijt. Hun uitdaging is dat zij hun verhaal moeilijk begrepen krijgen in de bestuurskamers. Mijn taak bij Deloitte is om het superjargon te vertalen naar een verhaal voor de besturen van grote ondernemingen.”
selen met elkaar. Veel zaken die de systemen zelf regelen zonder dat er mensen tussen zitten. Dick: “Dit kan gevaarlijk zijn, want al die kleine computertjes hebben vaak niet dezelfde hoge graad van veiligheid als de grote computersystemen. Maar dit alles kan alleen werken als wij in staat zijn die digitale cyberomgeving stabiel te houden en vertrouwd te laten blijven, en zo in te richten dat wij erop kunnen blijven bouwen.”
Kwetsbaarheid “Maar alles wat je kunt maken, kan je ook kapot maken”, zegt Dick, inzoomend op de kwetsbaarheid van de systemen. “Alles wat je maakt met een bepaald gebruik in het achterhoofd, kan ook misbruikt worden. En dat zien we onder meer bij de digitale hangjongeren die het leuk vinden om in te breken op websites; het frauderen bij banken, nu gedaald door de chip in pin- en creditcards; tegenstanders van buitenlands beleid; spionage op alle niveaus, zowel door landen als door bedrijven; en chantage, waarmee bedrijven onder druk gezet worden: betalen of platgegooid worden. We zien dat de cyberellende, die vroeger een beetje vervelend was, veranderd is. Het is big business geworden, een multi-miljarddollar business, die ook door de criminelen is ontdekt.”
Problemen? Dick haast zich te zeggen dat we het probleem niet groter moeten maken dan het is, en niet in paniek moeten raken. “Maar we moeten het ook niet bagatelliseren. TNO heeft becijferd dat de G20-economieën, waar Nederland bij hoort, per jaar anderhalf
pagina 10
ende beveiligd?
ecurity – hoe verder tot twee procent van het bruto binnenlands product verliezen aan cybercrime. In Nederland betekent dat 10 miljard. Hierbij geeft TNO ook aan dat het bedrag waarschijnlijk twee à drie keer zo hoog is. In Amerika is vastgesteld dat 90% van de bedrijven in 2013 met een cyberaanval te maken heeft gehad, en bij 60% van de bedrijven ging het om meerdere aanvallen. 50% van die bedrijven gaf aan geen vertrouwen te hebben dat het de komende periode beter zou worden. 86% van de websites heeft tenminste één zwakke plek, die hackers kunnen gebruiken om binnen te komen in de systemen. Per dag worden er 73.000 nieuwe vormen van malware ontdekt, en ook dat is nog maar de top van de ijsberg.”
Vitale infrastructuur Naast de kleine en grote bedrijven die bedreigd worden, zijn er ook Industrial Control Systems (ICS), systemen die elektriciteitscentrales, zorgsystemen, transportsystemen, waterleiding, bruggen, sluizen en tunnels bedienen, die zorgen dat in de petrochemische industrie de kleppen op de juiste manier open en dichtgaan, en dat soort zaken. Dick: “Er is een programma, SHODAN, dat constant het internet scant op dat soort ICS-systemen, die aan de verkeerde kant van de firewall staan, en dus te benaderen zijn door u en ik, zonder dat wij daar rechten toe hebben. In de Amerika zijn dat er duizenden, maar in Europa is dat niet anders. Die zijn niet allemaal van levensbelang, maar het tekent wel de huidige beveiligingsgraad.”
A-symmetrische strijd Vroeger hadden we de hobbyhacker,
pagina 11
D.L. (Dick) Berlijn werkte tot 2008 bij Defensie. Zijn laatste functie was Commandant der Strijdkrachten. Berlijn komt uit de Luchtmacht, waar hij jachtvlieger was. Tot 2000 vloog hij F16’s, waarmee hij ook uitzendingen meemaakte. In 2004 werd hij chef Defensiestaf, wat later omgezet werd tot Commandant der Strijdkrachten, nu de hoogste functie in de Nederlandse krijgsmacht. Op 17 april 2008 werd hij opgevolgd door generaal Peter van Uhm. Dick Berlijn is Adjudant in buitengewone Dienst van de Koningin en onder andere Senior Board Advisor bij Deloitte.
Generaal b.d. Dick Berlijn: “Stel jezelf de juiste vragen, stel een compleet veiligheidsplan op en voer dit ook consequent uit.”
die het leuk vond om een website te kraken, maar we hebben nu te maken met echte boeven, georganiseerde misdaad met goed gecoördineerde aanvallen, spionage, sabotage, identiteitsfraude, en noem maar op. “Het vervelende is”, zegt Dick, “je hoeft tegenwoordig geen IT-super expert meer te zijn om dit soort ellende aan te richten. Ga naar Google, tik in Botnet, DDOS-attack, en je krijgt gewoon aangeboden wie je wilt aanvallen en hoe
”De aanvallen zullen toenemen en de complexiteit van de aanvallen ook. De consequenties van de aanvallen worden steeds groter en het is een grote industrie, waar veel geld verdiend wordt. En dat zal eerder meer dan minder worden omdat wij als samenleving steeds meer gebruik maken van de digitale omgeving en al die applicaties die worden aangeboden. Als we de unieke capaciteit en de innovatieve kracht van internet willen behouden
Dick: “Er zijn veel goede initiatieven, maar de grote internationale structuur ontbreekt. Er is geen Silver Bullit. De VN, of de overheid, of het bedrijfsleven, of u en ik alleen, gaan het niet oplossen. Maar gezamenlijk kunnen we voortgang maken. De vraag is wie de stakeholders zijn, waar de verantwoordelijkheid ligt. Naar mijn mening zijn dat: u en ik op individueel niveau, het bedrijfsleven dat 80% van de vitale infrastructuur in handen heeft, en de lokale, regionale, landelijke overheden en internationale/mondiale organisaties. In de fysieke wereld liggen die verantwoordelijkheden vaak helder, maar in de digitale wereld niet. We hebben wel knappe koppen op technisch gebied, maar we moeten ook knappe koppen hebben op bestuurlijk niveau.”
Stip op de horizon Komend jaar is er een internationale top, waarvan Nederland de voorzitter is. “Hier wordt weer gesproken hoe om te gaan met de digitale snelweg. Bas Eenhoorn, de digitale commissaris, spant zich in voor onze regering om na te denken wat er op de agenda moet komen en ik heb aangegeven dat we het vooral moet hebben over de verantwoordelijkheden en internatio-
De vraag is niet WAAR je wordt gehackt, maar WANNEER. geavanceerd de aanval moet zijn en hoelang dat moet duren. Als je maar betaalt. Er is maar één gaatje nodig om toegang te geven. En als er gaatjes worden gevonden, moet je maatregelen nemen. Dus moet je steeds op de hoogte blijven van nieuwe mogelijke kwetsbaarheden en daar actie op ondernemen. Veel hackers zitten gewoon op hun zolderkamer te kijken waar een gaatje te vinden is, en de verdedigers moeten alert zijn om dat soort aanvallen te kunnen pareren.”
Consequenties Dick voorspelt dat het aantal van de aanvallen alleen maar groter wordt.
en willen gebruiken om wereldwijd de echte problemen van onze tijd te helpen oplossen, zoals het klimaat of het efficiënt omgaan met onze natuurlijke bronnen, dan hebben we dit medium nodig.”
Geen Silver Bullit Als we internet willen behouden, en ook het vertrouwen erin willen behouden, dan is de grote vraag: Wat dan? Wat is mogelijk en wat is verstandig om te doen? We kunnen het hele internet gaan reguleren; iedereen een nummerbord geven met regels voor de digitale highway? Maar daarmee draaien we die unieke capaciteit de nek om.
nale aanpak, en hoe we elkaar daaraan gaan houden. Het probleem is mondiaal, maar de bewustwording nog niet. In Nederland staat het wel op de agenda, maar er zijn zoveel initiatieven, en zoveel praatgroepen die allemaal dingen roepen die relevant zijn, maar de grote structuur ontbreekt. We moeten een keer een stip op de horizon zetten. Wat willen we nu precies bereiken?”
Voorbereid? “Als we in staat zijn die verantwoordelijkheden te verduidelijken en het daar met elkaar over eens kunnen worden, en als we in staat zijn er ook werkelijk naar te gaan leven, dan moe-
pagina 12
ten we in een meer weerbare digitale samenleving kunnen komen”, meent Dick. “De vragen aan organisaties zijn of zij wel aan cyberriskmanagement doen. Wat zijn de grootste bedreigingen en kwetsbaarheden? Heeft u dat helder? Is er een lijst? Wie is verantwoordelijk voor het wegnemen van die bedreigingen? Is het weggezet als een IT-probleem of als business continuity probleem? Want het is natuurlijk een concernbreed probleem en hoort thuis in de bestuurskamer. En heeft u wel voldoende preventieve maatregelen genomen? Bent u voorbereid op het worstcase cyberincident? Weet u waar de data uit uw bedrijf naartoe gaat? Weet u wel wie er op uw netwerk inlogt en waar vandaan? En hoe stelt u zeker dat er alleen gevalideerde software op uw systemen wordt geïnstalleerd? En de belangrijkste laatste vraag: hoe beperkt u de informatie die uw werknemers vanuit en over het bedrijf vrijwillig doorgeven via de social media? Die informatie, hoe eenvoudig ook, kan voor een hacker cruciaal zijn bij het voorbereiden van een aanval.” Dick geeft ook nog wat leerwerk mee: twee jaar geleden heeft Deloitte een studie opgezet in de vorm van een forum, en die studie heette: Risks and Responsibilities in a Hyperconnected World. Daaruit is geboren het initiatief ‘Partner for Cyber Resilience’. Dit is in een brochure gezet en organisaties worden gevraagd dit te omarmen. Het is niet juridisch verplichtend, maar het is een uiting van die organisatie dat zij zich verantwoordelijk voelt en niet op de overheid gaat wachten. De Nederlandse en Britse regering hebben getekend, evenals Shell, Unilever, KLM, de vier grote steden; en organisaties hoeven zich niet te schamen als zij lid van deze familie zijn.”
Lessen uit het verleden Dick eindigt met een vergelijking vanuit het verleden. “Wat waren in het verleden onze kostbaarheden en hoe beschermden we die? Dat was geld, eten, juwelen, familie. En we bouwden daar een dikke muur omheen, of
pagina 13
Tips
Dick heeft ook nog een paar eenvoudige tips, zoals: • Zorg dat je je passwords regelmatig wijzigt en deze niet te eenvoudig zijn; • Zorg dat je firewall up-to-date is en aan staat; • Zet - als het niet nodig is - je Wi-Fi en Bluetooth uit, want daarmee geef je onbewust toegang tot je smartphone of iPad; • Plak een sticker over de camera van je laptop, zodat anderen niet kunnen meekijken; • Herken phishing-mails en klik daar niet op.
een slotgracht, om de rovers buiten te houden. Nu is dat vooral data. Data is essentieel voor alles en iedereen. Zonder data functioneert niets en niemand meer. Als je bij de data van een ander kunt komen, heeft de dief goud in handen. De beveiliging ligt niet alleen op het gebied van de fysieke beveiliging, maar ook bij de bewuste of onbewuste slordigheid van werknemers. En naarmate we eerder op de hoogte zijn van bedreigingen, kunnen we ook eerder maatregelen nemen. En vroege maatregelen kosten minder en hebben een groter effect. Bekijk een organisatie eens als een menselijk lichaam. Wij kunnen ook geïnfecteerd worden door virussen. Om ons te beveiligen kunnen we ons in een plastic zak hijsen en die dichtknopen. Dat houd je niet lang vol. Je hebt contact nodig met de buitenwereld. Dus de plastic zak is geen optie. Je moet je gewoon kleden, maar ervoor zorgen dat je weerstand voldoende is om
een virus weerstand te bieden als dat je lichaam binnen treedt, zonder dat je meteen doodziek wordt. De bottom-line is: Wat we ook doen, u wordt gehackt, en het is niet de vraag WAAR, maar WANNEER. En de vraag zal dan zijn: heeft u tijdig de juiste maatregelen genomen?”
Stel je het volgende scenario voor. Iemand is in staat om ervoor te zorgen dat we een week lang geen gebruik kunnen maken van het elektronisch betalingsverkeer. Tegelijkertijd is die groep hackers in staat om de verkeerslichten te saboteren, en tegelijkertijd blijkt dat de berichtgeving van de overheid niet deugt en tegelijkertijd staat er hier en daar een sluis open, die niet open hoort te staan. Zo’n scenario heeft als effect dat aan het einde van de week in delen van het land geen vers voedsel meer in de schappen ligt. En dat is tegenwoordig al een maatschappelijke ramp.
Investeren in politie prof Inkomensverbetering
Het is een turbulente tijd, bij het afsluiten van het vorige arbeids-
Op dit moment is de personele reorganisatie net aangevangen. Een groot deel van de teamchefs en sectorhoofden is bekend. De rest van de organisatie bevindt zich tussen de oude en nieuwe organisatie in. Dat geeft een gevoel van onrust en er is de afgelopen jaren niet veel in de ontwikkeling van (jonge) professionals geïnvesteerd. Daarbij staat de politie qua loonontwikkeling sinds 2010 op de 0-lijn en heeft de afgelopen jaren als sector het juiste voorbeeld in loonmatiging gegeven. De invoering van het LFNP is nog niet goed gecommuniceerd in de organisatie waardoor, mede door de vele juridische zaken, het systeem niet als ondersteunend aan de loopbaan wordt gezien. Dit heeft tezamen met de reorganisatie tot effect dat er geen sprake meer is van de vanzelfsprekende loyaliteit van middelbare en hogere professionals bij de politie. Ondanks deze processen heeft iedereen een passie voor de uitvoering van en de ondersteuning aan het politievak, en dat moet gewaardeerd worden.
voorwaarden akkoord dachten wij in 2015 de personele reorganisa-
De VMHP eist 3,3% loonsverhoging per jaar. De VMHP gaat voor een kort durend arbeidsvoorwaardenakkoord met een looptijd van 2 jaar.
Ontwikkelingen in de samenleving en de consequenties voor de politie De invoering van OVW wordt door de groep ondersteuning gevoeld als het op inkomensachterstand zetten en het niet waarderen van professionals in de bedrijfsvoering. Voor inzet van medewerkers uit de bedrijfsvoering bij operationele taken zoals SGBO, ME, HOVJ en anderszins moet een vergelijkbare
tie afgerond te hebben en verder te kunnen met de opbouw van de nationale politie. vergoeding komen als voor de uitvoering. Daarbij moet volgens de VMHP nog eens gekeken worden naar het daadwerkelijk aan de orde zijn van onvermijdelijke werkomstandigheden bij medewerkers in de uitvoering. De vergrijzing en ontgroening zullen de komende jaren zorgen voor een grote uitstroom waar de politie zich onvoldoende op heeft voorbereid qua vervangingsvraag. De VMHP wil een vijfjarenplan waarin de strategische planning zichtbaar wordt. Op basis daarvan moet er een plan van aanpak komen waarin de vervanging aangegeven wordt in reële aantallen in- en doorstroom en het niveau daarvan. Daarbij moet de politie zorgen dat ze aansluit bij de ontwikkelingen in de samenleving en meer HBO- en WO functies opnemen in de organisatie. De VMHP heeft zorg over de groei van grote (gemeentelijke) handhavingsorganisaties die het gat opvullen dat ontstaat door het gebrek aan politiehandhavers in het publieke domein. De binding van de politie met de samenleving komt toenemend onder druk te staan. Politiewerk is een professie; opleidingen voor het vak kunnen in een kortere tijd met een diploma worden afgerond. Hier hoort een andere visie op doorstroom bij. De VMHP wil de huidige regeling voor “groene instroom” via een BOA-constructie bij de OAE afschaffen. In het kader van langer werken wil de VMHP voor iedere 5 jaar boven de
40 overheidsjaren een gratificatie die gelijk is aan de gratificatie voor 40 dienstjaren. In een onderzoek naar de levensverwachting, uitgevoerd door de Belgische vakvereniging VSOA politie, wordt geconstateerd dat de gemiddelde levensverwachting van de Belgische politiemedewerker 62 jaar bedraagt. De VMHP wil onderzoek naar de gemiddelde levensverwachting van de Nederlandse politiemedewerker. Het politievak behoort tot de zware beroepen waarvoor ook in de toekomst een vroegpensioen mogelijk moet blijven. De politieambtenaar moet continue voldoen aan hoge eisen. Ook in de privé-situatie wordt gepast gedrag verwacht van de medewerker. Dit geeft beperkingen in de privésfeer. De VMHP vindt dat iedereen bij de politie recht heeft op een integriteitstoelage.
Het pensioenakkoord en arbeidsomstandigheden Op dit moment is er een lichte economische verbetering zichtbaar en of die doorzet is nog onbekend. Het pensioenakkoord heeft op langere termijn een negatief effect op de inkomenspositie van de sector. De VMHP wil de opbrengsten van het pensioenakkoord niet gebruiken voor algemene loonsverhoging. Nogmaals: rust in roosters. Als gevolg van de hedendaagse technische mogelijkheden, zoals de blackberrymail en andere media, wordt van
pagina 14
essionals politieprofessionals meer dan ooit gevraagd om ook na werktijd ‘ongevraagd’ bereikbaar te zijn. Hiermee vervaagt de grens tussen de tijd die de medewerker werkt en herkenbaar vrij is. De VMHP is van mening dat dit een ongewenste tendens is. Om die reden eist de VMHP een grens tussen werken herkenbare vrije tijd. De VMHP gaat voor een splitsing tussen bereikbaarheid en beschikbaarheid. Dit moet wel passen in ‘het nieuwe werken’. In de CAO 2012-2014 zijn afspraken gemaakt over het beperken van de consignatiediensten en het gebruik van de opbrengst daarvan voor verhoging van de consignatievergoeding. Die afspraak is niet nagekomen. De VMHP wil in plaats van een vast bedrag per uur een percentage op basis van het salaris. De LAR moet verlengd, formeel vastgesteld en gepubliceerd worden.
Ontwikkelingen In dit arbeidsvoorwaardenakkoord eist de VMHP garanties over de uitvoering van afgesproken onderwerpen uit deze en voorgaande arbeidsvoorwaardenakkoorden. Als eerste de invoering van duurzame inzetbaarheid. De VMHP eist een loopbaanontwikkelingsinstrument voor de professionals in de operatiën én bedrijfsvoering conform het beleid operationeel leidinggevenden. Het proces leiding is verdeeld tussen de functies in het domein leiding en functies in het vakgebied operationeel- en bedrijfsvoeringsspecialisten. De VMHP constateert dat te weinig leidinggevende capaciteit in de organisatie is georganiseerd. Dit heeft twee effecten die volgens de VMHP onderzocht moeten worden. Bij het constateren van onderstaande effecten moeten maatregelen worden genomen om
pagina 15
deze niet-gewenste effecten op te heffen. 1. medewerkers krijgen niet de juiste HRM zorg omdat de direct leidinggevende teveel medewerkers moet ondersteunen; 2. bedrijfsvoerings- en operationeel specialisten krijgen meer HRM taken opgelegd dan vanuit hun functie de bedoeling is. De VMHP roept de Minister op om, voor zover dat al niet gebeurt, bij inkoop en aanbesteding social return als voorwaarde te stellen. Daarmee wordt social return als arbeidsmarktinstrument ingezet om arbeidsplaatsen, leerbanen en stageplaatsen beschikbaar te stellen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het landelijk MD-beleid dient aangepast te worden, zodat het hebben van ervaring in het leidinggeven in internationale uitzendingen of internationale werkervaring nadrukkelijk als een pré wordt beschreven. Voeg internationale werkervaring toe aan het opleidingsprofiel van functies op het niveau van EFQ 5, 6 en 7.
Reparatie De bovenwettelijke WW-uitkering dient de verkorting van de wettelijke WW-uitkering van 38 maanden naar 24 maanden op te vangen. Het pensioengevolg VPL moet gerepareerd worden en de vrijval van het werkgeversdeel van het PPP pensioen dient herbesteed te worden. De VMHP zal verderop in het proces specifiekere eisen stellen. Reparatie € 100.000+: Werknemers moeten bij het ABP terecht kunnen voor het voortzetten van de netto
OP-opbouw. Indien deze vorm niet mogelijk is moet er verhoging komen van de schalen waar deze in vallen. Het pensioengevolg met betrekking tot de versobering van het voorwaardelijk pensioen (i.p.v. voormalige FPU garantierechten) moet gerepareerd worden. De VMHP wil vanaf 2015 het leerrugzakje continueren en de 1% inzichtelijk houden in BVCM. De definitie van leiding moet in het BARP aangepast worden aan de wens om alleen leiding, die in overwegende mate leiding geeft aan medewerkers met een politietaak, deze status en OVW te laten krijgen. Alle uitsluitingen van vergoedingen en dergelijke gelden alleen voor diegenen die vallen onder de arbeidsvoorwaarden politietop. Overal waar in de sector 65 jaar staat moet dit veranderd worden in AOWgerechtigde leeftijd. Alle reeds lopende regelingen moeten van 65 jaar naar de AOW gerechtigde leeftijd getrokken worden. Wettelijke eisen geven aan dat vliegers hun vak kunnen uitoefenen tot de medische wettelijke leeftijdsgrens. De werkgever moet voor een tweede loopbaan zorgen indien de vlieger niet meer in staat is aan de wettelijke vereisten te voldoen. Zolang de werkgever dit niet uitvoert komen de kosten voor een ontslaguitkering geheel voor kosten van de werkgever. In het BRVVP moet in het kader van de nationale politie de term ‘eerste indiensttreding’ komen te vervallen.
Pubers op het internet Elk kind dat na 1990 is geboren, is op een vanzelfsprekende manier
Internet is voor jongeren de virtuele
opgegroeid met internet. Internet maakt onderdeel uit van hun
speelplaats. Hier vinden zij alles: spel-
dagelijkse leven. Internet heeft een onweerstaanbare aantrekkings-
mogelijke informatie.”
letjes, chatmogelijkheden en alles
kracht op jongeren. Op alle basisscholen zou het wegwijs maken op internet even gewoon moeten zijn als rekenen, taal en schrijven. door Evert Onink
“Ik ben van 1965. Toen ik van de middelbare school kwam, kreeg ik van mijn ouders een degelijke typmachine”, zegt Joyce Kerstens. “In mijn studietijd kwamen de boeken uit de bibliotheek en moest ik alles in papieren bronnen opzoeken. Nu heb ik met een paar muisklikken wereldwijd toegang tot alle mogelijke informatie. Dat zijn de zegeningen van internet. Voor jongeren is internet een belangrijke informatiebron voor schoolopdrachten en werkstukken, maar ook voor allerlei andere vragen. Jongeren, en zeker pubers, zijn onzeker over wie ze zijn, wie ze willen zijn, en hebben allerlei vragen over seksualiteit. Onderzoek
wijst uit dat jongeren vooral het internet gebruiken om op dat soort vragen antwoord te vinden.”
Virtuele speelplaats Volgens Joyce worden vooral de websites die praktische informatie hebben en antwoord geven op vragen op het gebied van seksualiteit door de jongeren veelvuldig geraadpleegd. Internet is voor hen een vrij veilige plek om te kunnen grasduinen en te exploreren. Ook de contacten met leeftijdsgenoten zijn voor pubers heel belangrijk, en dat kan via internet en de sociale media. Internet is ook een virtuele marktplaats waar je alles kunt kopen,
verkopen en downloaden. Joyce noemt internet voor jongeren een ‘virtuele speelplaats’. “Er gaan miljarden om in de game-industrie en je ziet dat jongeren op steeds jongere leeftijd bezig zijn met spelletjes. Een driejarige, die op zijn iPad een virtueel huisdier verzorgt en ook al heel handig is met swipen, is geen uitzondering.”
Risico’s Internet kent ook risico’s. De jongeren zijn hier een kwetsbare doelgroep, en in de nieuwsbladen zijn tal van voorbeelden te vinden. Joyce noemt onder meer de zelfdoding van een meisje in Pijnacker na aanhoudende pesterijen (onder meer met een ‘bangalijstje’), en de zaak Frank R. uit Cuijk die social media gebruikte om met jongeren in contact te komen en via chatsessies
pagina 16
hun vertrouwen probeerde te winnen met als doel hen te bewegen tot seksuele handelingen (‘grooming’). Toen de zaak aan het licht kwam bleek dat hij met zo’n 300 minderjarigen in gesprek was en enkelen van hen daadwerkelijk seksueel had misbruikt. “Jongeren kunnen dus in de problemen komen door acties van anderen, maar jongeren halen zelf ook vaak stommiteiten uit en kunnen zich soms aardig in de problemen brengen met vergaande consequenties. Zo werd in Rotterdam een 14-jarig meisje opgepakt die zich via de mail aan een
wel de uit wassen daarvan, zoals stalking, cyberstalking, belediging, discriminatie, etcetera. Minister Dekker van Onderwijs heeft alle scholen verplicht om een anti-pestbeleid te hebben.
Onderzoek
het om leeftijdsgenoten of waren er ook volwassenen bij betrokken en wat was de eigen rol van de jongere? In de laatste plaats wilden we weten welke jongeren met internet in de problemen komen, zowel in de rol van slachtoffer als dader.”
Als de nadruk zo sterk ligt op allerlei risico’s, dan is het ook belangrijk om precies te weten hoe groot het risico is. Daarom is de vakgroep een onderzoek gestart met subsidie van het ministerie van OCW. Met dit onderzoek is in kaart gebracht wat jongeren op internet doen en met welke risi-
Aan de hand van de resultaten is een profiel opgesteld en zijn mogelijke risicofactoren benoemd. Het meest voor de hand liggende zijn de sociaaldemografische kenmerken: jongen of meisje en de leeftijd. Verder is geke-
Profiel
Maak kinderen op de basisschool al wegwijs op internet. luchtvaartmaatschappij voordeed als Ibrahim uit Afghanistan en een terroristische dreiging veroorzaakte. Ook dreigmails tegen medeleerlingen, leraren of de school zelf kunnen grote gevolgen hebben. Bekend zijn ook de seksueel getinte ‘selfies’. Als iemand tien jaar later gaat solliciteren en die foto’s komen boven, kan dat grote problemen opleveren. Ook worden foto’s van anderen misbruikt (‘bezemen’), soms zelfs met telefoonnummer van betrokkenen erbij.”
Maatregelen Internet heeft dus veel mogelijkheden en veel risico’s. In de media wordt vooral de nadruk gelegd op de risico’s, en de spraakmakende zaken, zoals de groomingzaak van Frank R., leiden tot veel maatschappelijke discussies of tot maatschappelijke verontwaardiging en de roep om maatregelen. Joyce: “Je ziet vervolgens dat zo’n zaak zijn weerslag heeft op beleid en politieke maatregelen. In Engeland is een wet aangenomen die leveranciers van computers verplicht standaard een pornofilter te installeren om kinderen te beschermen tegen expliciete pornofilms. Als je toch toegang tot deze films wilt hebben moet je dat bij de overheid aanvragen en bewijzen dat je 18+ bent. Minister Opstelten heeft een voorstel ingediend om het fenomeen cyberpesten te criminaliseren. Pesten op zich is niet strafbaar maar
pagina 17
co’s ze in aanraking komen. Het team is het hele land doorgetrokken om op scholen in de klassen kinderen een vragenlijst in te laten vullen over hun internetervaringen. Aan het onderzoek hebben 6.500 jongeren deelgenomen in de leeftijd van 10-18 jaar. Joyce: “De vragenlijsten konden uiteraard anoniem worden ingevuld en op die manier hebben we een genuanceerd beeld gekregen wat jongeren op internet doen. Daarnaast zijn we ook met jongeren in gesprek gegaan; individueel en in focusgroepen.” De vakgroep heeft zich vooral gefocust op de volgende risicogebieden: internetverslaving, cyberpesten, online seksuele activiteiten en ervaringen met cybercrime; dat laatste vooral gericht op vermogensdelicten, zoals commerciële misleiding en Marktplaatsfraude. “We wilden vooral weten hoe vaak iets gebeurt, wat het risico is en hoe de jongere een incident ervaart en ermee omgaat. Daarnaast hebben we vragen gesteld over de context van het incident: ging
ken naar de individuele kenmerken zoals het zelfbeeld dat een jongere van zichzelf heeft en de mate van zelfcontrole. “Jongeren met een lage zelfcontrole komen bovengemiddeld vaak in de problemen. Zij handelen impulsief, vanuit het hier en nu, zonder na te denken over mogelijke consequenties. We hebben ook gekeken wat jongeren op internet doen en naar de rol van de ouders in het kader van toezicht en het stellen van regels, en of er thuis over internet gesproken wordt. Verder hebben we nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen risico en nadeel. Een risico hoeft ten slotte niet altijd uit te monden in een nadeel, en hoe meer ervaring de jongere heeft hoe lager het risico wordt.”
Uitkomsten 1 Wat doet de jeugd online: • chatten (Whatsappen, Twitter, Facebook) • filmpjes kijken (YouTube), • informatie zoeken.
Jongeren met een verstandelijke beperking zijn niet meegenomen in dit onderzoek, alhoewel zij een belangrijke en bijzonder kwetsbare risicogroep vormen. Zij maken tegenwoordig ook veelvuldig gebruik van internet en kunnen kwaadwillenden mogelijk minder snel herkennen. In het verlengde van dit onderzoek komt er een nieuw onderzoek, samen met de Hogeschool in Leiden. Dat onderzoek richt zich vooral op het gebruik van social media door jongeren met een verstandelijke beperking.
Lokvogel
In 2011 is als experiment een ‘lokpuber’ ingezet, waarbij een rechercheur zich als jongere voordeed en in contact kwam met een volwassen man. Na internetcontact volgde ook fysiek contact. De verdachte werd aangehouden, maar is vrijgesproken omdat de rechercheur geen minderjarige was. Dit was reden voor minister Opstelten om de wet aan te passen en de politie meer bevoegdheid te geven om online te kunnen opereren. De organisatie Terres des Hommes maakt zich sterk om kindertoerisme tegen te gaan. Deze organisatie heeft Sweety bedacht. Kort na de lancering van dit virtuele ‘minderjarige’ meisje op internet waren er al meer dan duizend belangstellenden die graag contact wilden hebben met Sweety. Terres des Hommes heeft deze informatie overgedragen aan de politie, maar het blijft lastig hoe zo’n zaak juridisch te onderbouwen is.
Er zijn wel verschillen tussen jongens en meisjes. De meer collectieve activiteiten worden vooral door de meisjes gedaan, terwijl de activiteiten die alleen gedaan kunnen worden, meer bij de jongens liggen. De gamers zijn bijna allemaal jongens, en de jongens kijken vaker filmpjes en downloaden vaker. Uit het onderzoek blijkt ook dat het gebruik van internet door jongeren sinds 2011 enorm is toegenomen. Dit heeft alles te maken met de komst van smartphones. In 2011 had een enkeling een mobiele telefoon, nu heeft meer dan 80% van de jongeren een eigen mobiele telefoon met internettoe-
je kunt niet meer slapen en het ontregelt je sociale relaties). “Er is op al die aspecten bevraagd en op het moment dat jongeren op al die aspecten bevestigend antwoorden, kan je spreken van een internetverslaving. Volgens deze criteria heeft 1,5% van de jongens en 2,7% van de meisjes een internetverslaving. Dit is in 2014 niet zoveel meer als in 2011. Wel is er een verschuiving van jongens (gamers) naar meisjes, wat te maken heeft met de komst van social media waarbij vooral de meisjes constant op de hoogte willen blijven van alles wat er speelt.” 3 Cyberpesten Sinds de komst van internet hebben
de jongeren heeft weleens te maken gehad met een vorm van online pesterijen, als dader of als slachtoffer. Tweederde van de slachtoffers reageerde laconiek op de pesterijen en een derde werd hierdoor wel geraakt. Dat is nog altijd bijna één op de tien kinderen en dus een groep die groot genoeg is om extra aandacht aan te besteden. Kinderen die gepest worden zijn zelf soms ook weer pesters. Pesten is voor een deel - vooral op VMBO-niveau - een meidencultuur. Bij daders zien we dat 3,8% zegt dat ze echt wilde kwetsen. Verder hebben we geconstateerd dat er een sterke relatie is tussen pesten op school en op internet. Pesten begint vaak op school en wordt op internet voortgezet, en andersom. Pestkoppen op school zijn vaak dezelfde als op internet. Een eenzijdige focus op cyberpesten is ongewenst omdat beide vormen van pesten samengaan en ook samen aangepakt zouden moeten worden.” 4 Vermogensdelicten Allerlei commerciële aanbieders hebben ontdekt dat kinderen een lucratieve doelgroep zijn. Kinderen hebben in toenemende mate hun eigen budget, en worden vaak bij onschuldige spelletjes gevraagd credits te kopen. Er zijn
Laat kinderen niet zelf aankopen op internet doen. gang. Ook de toename van onderwijs via tablets heeft hieraan bijgedragen. “Deze toename van de online tijdsbesteding hoeft geen probleem te zijn en hoeft niet tot verslaving te leiden. Het aantal uren dat iemand besteedt aan internet hoeft geen graadmeter zijn”, zegt Joyce. 2 Verslaving Verslaving kent meerder aspecten, zoals het escapisme (je wilt ontsnappen aan de werkelijkheid door het bouwen van een mooie schijnwereld), dwangmatigheid (compulsief; je bent er continu mee bezig en raakt gestresst als je niet op internet kunt) en ontregeling (je kunt niet meer eten,
we twee soorten pesten: het ‘traditioneel’ pesten en het ‘cyberpesten’. Pesten is het machtsverschil tussen degene die pest en degene die gepest wordt, met een intentiecriterium (de pestkop heeft de intentie om te pesten en de andere moedwillig te kwetsen) en een frequentiecriterium (het gaat niet om een incident maar om structurele plagerijen). Joyce: “Het traditioneel pesten komt nog altijd veel vaker voor dan pesten via internet. Het meest voorkomend zijn de online scheldpartijen, roddelen, expres iemand buitensluiten, bedreigen, het plaatsen van foto’s en filmpjes, en het hacken van iemands account. Ongeveer een kwart van
veel malafide aanbieders die proberen de kinderen commercieel te misleiden. “Zo’n 5% heeft te maken met online veilingfraude, de zogenaamde Marktplaatsfraude (iets kopen en betalen, maar het product nooit krijgen). Virtuele diefstal bestaat ook. In de virtuele wereld staat het Habbo Hotel, en je kamer daarin kan leeggeroofd worden, en dan ga je zo voor € 100 in het schip. Enkele jaren geleden is daar door het Gerechtshof in Leeuwarden een veroordeling over uitgesproken. 15% van de jongeren is bestolen, en 10% van de jongeren maakt zich zelf schuldig aan virtuele diefstal. We hebben dat vergeleken met de CBS-cijfers in de gewone wereld en daar liggen
pagina 18
Joyce Kerstens is onderzoeker bij het lectoraat Cybersafety bij de Politieacademie en NHL Hogeschool in Leeuwarden. Het lectoraat doet vooral praktijkgericht onderzoek naar cybersafety en bestudeert allerlei veiligheidsvraagstukken die te maken hebben met de komst van internet. Joyce: “We zijn acht jaar geleden begonnen - toen hadden we nog een pioniersfunctie - toen werd er nog nauwelijks onderzoek gedaan naar cybercrime in Nederland. We kregen opdrachten van het openbaar ministerie en de politie. Inmiddels werken we met elf mensen en zijn we een multidisciplinair team. Aanvankelijk deden we vooral sociaal wetenschappelijk onderzoek en keken dus vooral naar de mens achter de computer. Ik ben van huis uit sociologe en heb me later meer toegelegd op de criminologie. We hebben nu ook meer te maken met rechtshandhaving, dus zijn er ook twee juristen in onze vakgroep gekomen, en we hebben er sinds kort ook een echte nerd bij. Soms moeten we even zoeken om elkaars taal te spreken. In de vakgroep hebben we zes promovendi, waarvan ik er een ben. Ik heb me al vier jaar lang verdiept in pubers op het internet en ben nu bezig met de afronding van mijn dissertatie.”
Joyce Kerstens: “Internet is voor kinderen een onderdeel van hun leven en minstens zo belangrijk als lezen, schrijven en rekenen. Zij groeien ermee op en zullen ervan afhankelijk zijn.”
tegen het zien van porno. En dat heeft alles te maken met internet. Het wordt wel het Triple-A genoemd: Anoniem, Affordable en Accessible (anoniem, gratis en toegankelijk). Jonge kinderen hebben nog geen referentiekader en het is onwenselijk dat zij in aanraking komen porno. In de huidige campagnes gaat het er vooral om dat ouders tijdig met kinderen praten over seks, zodat zij beseffen dat seks op internet niet de realiteit is. Onderzoek heeft uitgewezen dat je twee jaar geleden in
nemen jongeren wat ze zien over in hun beeldvorming en gedrag, vooral als ze de beelden leuk vinden. Het is daarom goed om jongeren kritisch te leren kijken. Ook moeten zij voorbereid worden op wat zij tegen kunnen komen, hoe ze vervelende beelden kunnen vermijden en hoe ze kunnen reageren als ze deze toch zien.” Sexting, het maken en publiceren van filmpjes door jongeren zelf, komt weinig voor. Ongeveer 5% van de jongeren heeft wel eens een naaktfoto
Cyberpesten en traditioneel pesten gaat vaak hand in hand. de cijfers op een vergelijkbaar niveau. Bij bestrijding van Marktplaatsfraude is er een belangrijke rol voor de ouders, en de tip is: laat kinderen niet zelf aankopen doen op Marktplaats.” 5 Seks online In het onderzoek is gekeken hoe vaak jongeren in aanraking komen met pornografische content, hoe vaak er seksuele contacten via internet zijn en hoe vaak er door jongeren pornografische content gemaakt en geplaatst wordt. Joyce: “We zien de laatste jaren een duidelijke verschuiving op het gebied van porno. In de jaren 70-80 richtten tegenstanders zich vooral op mannen; nu richt het zich meer op kinderen. Kinderen moeten beschermd worden
pagina 19
een fractie van een seconde 195 miljoen hits op pornosites had. Nu zijn dat 400 miljoen hits. Het aanbod is dus enorm. Uit ons onderzoek blijkt dat kinderen op basisscholen maar weinig in aanraking komen met porno, terwijl dat percentage op de middelbare scholen behoorlijk is. Jongeren ervaren het zelf niet als risico. Van de 33% die porno heeft gezien vond twee derde het wel spannend, terwijl 10% zei het vervelend vinden. Maar de beleving van deze beelden is slechts een deel van het verhaal als het gaat om risico’s. Seksueel expliciete beelden tonen vaak elementen (bijvoorbeeld mannelijke dominantie of onveilige seks) die niet stroken met een gezonde seksuele ontwikkeling. Soms
op internet gezet. Joyce: ”Het grote probleem daarvan is het zogenaamde “posten” of doorsturen. Zo’n verspreiding van een foto of filmpje kan behoorlijk uit de hand lopen en leiden tot miljoenen hits.” “Ik ben er een groot voorstander van om jongeren op zo jong mogelijke leeftijd - al op de basisschool - wegwijs te maken op internet en ik denk dat we het meest kunnen winnen door de jongeren zelf weerbaarder te maken, om hen te leren wat risicovol is, en ik hoop dat ons project een bijdrage kan leveren tot het veiliger maken van internet.”
Is PTSS te herkennen? De politie heeft de taak hulp te verlenen aan hen die dat behoeven en het daadwerkelijk handhaven van de openbare orde. We staan 24 uur per dag klaar en ons werk is divers. Van bemiddelen bij gezinsproblemen tot geweldsdelicten, verkeersongevallen en zelfdodingen. Bij dit werk worden we uitgescholden, bespot, bespuugd, bedreigd of mishandeld.
P
door Evert Onink
olitiemensen staan altijd in de frontlinies en dat vaak zonder adempauze of enige blijk van waardering. Waar anderen een stap naar achteren doen, doen politiemensen ze vooruit. Dat wordt van hen verwacht! Dit moet effect hebben op ons en onze collega’s. Een van de meest onderkende effecten is het Post Traumatische Stress Stoornis(PTSS). Er is al veel over gesproken en geschreven, maar wat is het nu eigenlijk en wat kun je er, ook als leidinggevende, aan doen? Ik praat hierover met Arthur van der Vlies, die gezien mag worden als een (ervarings)deskundige op het gebied van PTSS.
Hoe zag je loopbaan eruit? Ik ben nu 47 en daarvan heb ik 21 jaar bij de politie gewerkt. Het grootste gedeelte van mijn loopbaan heb ik bij de politie in Rotterdam doorgebracht en een kortere in Zuid-Holland-Zuid. Ik heb gewerkt in de surveillancedienst, bij de bereden brigade, als buurtagent en in diverse overlast-teams. Ik heb eigenlijk altijd met mijn voeten in de klei gestaan in de veelal “mindere” wijken, waar veel overlast en openbare orde problematiek speelde. Ik ben uiteindelijk geëindigd als brigadier in de surveillancedienst. Mijn collega’s kenden mij als iemand die zei wat hij dacht en dat doe ik nog steeds. In mijn carrière heb ik behoorlijk wat
incidenten meegemaakt en daar heb ik naar mijn gevoel eigenlijk nooit last van gehad. Ik stond altijd vooraan, maar in 2007 kreeg ik in een korte tijd achter elkaar met een aantal behoorlijke incidenten te maken.
Wat waren bij jou de symptomen van PTSS? De eerste tekenen waren dat ik wat nukkiger werd en vaker de confrontatie zocht. Ook meldde ik mij steeds voor korte perioden ziek. Normaal zou ik doorgegaan zijn met werken, en een paracetamol hebben genomen, maar nu bleef ik thuis. Ik begon te veranderen, maar dat was een heel geleidelijk proces dat niemand in mijn omgeving, ook ikzelf niet, onderkende. Op het werk bleef bijvoorbeeld het schriftelijk werk liggen (concentratieproblemen). Ik had minder fut en zin in dingen. Maar ik wilde niet toegeven dat er iets aan de hand was. Ik was tenslotte politieman, had alles gedaan, gezien en meegemaakt. Een soort ego, denk ik. Ik moest niet klagen.
pagina 20
Hoe heb je het gemerkt? Naar aanleiding van een heftige reanimatie, waar twee kinderen bij betrokken waren, merkte ik aan mezelf dat ik een lijntje overging. Na afloop merkte ik dat ik geen steun kreeg vanuit de organisatie. Ik voelde me in de steek gelaten, machteloos, verraden. Tevens nam ik bij dit incident een, voor mijn gevoel, verkeerde beslissing. Waarbij ik, dacht ik toen, iemand in gevaar bracht. Ik had spijt van deze beslissing. Dit alles bij elkaar was een trigger en ik merkte dat ik minder ging functioneren. Maar ik moest niet zeuren! Ik zette mijn zaken op papier en ging “gewoon” door met mijn werk, want dit was het vak waar ik voor had gekozen.
Heb je dat aangegeven? Ik ben na dit incident gewoon doorgegaan, want het werk gaat door. Ik werd korte periodes ziek en kreeg kleine pijntjes. Op een gegeven moment moest ik bij mijn leidinggevende komen en ik vroeg mijn partner Corrie om met mij mee te gaan. Op een of andere manier had ik geen goed gevoel bij het gesprek. Tijdens het gesprek maakte de leidinggevende de opmerking: “Kom maar werken, want dat is beter voor je.” Deze opmer-
meer de confrontatie. Ik kwam uiteindelijk een keer thuis te zitten met hartklachten, maar dat zou vanzelf overgaan. Na een bezoek aan het ziekenhuis kreeg ik het advies om iets rustiger aan te doen. Ik meldde het bij mijn chef en deed mijn uniform aan, mijn koppel om en ging weer aan het werk. De confrontaties werden meer en mijn gedrag veranderde en uiteindelijk solliciteerde ik naar de regio Zuid-Holland-Zuid en ging van de grote stad Rotterdam naar de Hoeksche Waard. Als ik nu terugkijk, wilde ik dan weg uit Rotterdam? Nee, ik ben gevlucht voor mijzelf en mijn omgeving. Ik begon in de Hoeksche Waard met frisse moed. En de eerste periode ging voorbij zonder enige problemen, maar na verloop van tijd begonnen de concentratieproblemen en de confrontaties weer. Confrontaties met publiek en leidinggevenden. Ook in de Hoeksche Waard bleef schriftelijk werk weer liggen en er ontstonden opnieuw irritaties. Uiteindelijk ging het thuis mis en ging ik compleet door het lint. Ik heb staan schreeuwen, staan huilen en ik sloeg dingen stuk. Corrie begreep er niets van. Ik ben gaan slapen, want ik had
ring in mijn eigen gedrag moeten herkennen? Ik had jaren deel uitgemaakt van het bedrijfsopvangteam (BOT/ TCO). Misschien had ik de signalen wel moeten herkennen, maar ook ik ben gewoon door gegaan!
Advies aan collega’s Dit is mijn verhaal. Maar iedere collega ervaart het op zijn manier, vaak zijn er overeenkomsten in ervaringen en belevingen. Het politiewerk, de incidenten en de impact daarvan, is voor iedere collega verschillend. Mijn belangrijkste tip is: Let op gedragsveranderingen. Heb aandacht voor collega’s die heel stil worden, waar ze voorheen druk waren of andersom. Let ook op je eigen gedrag en een eventuele verandering daarvan. Niet alleen binnen het bureau, maar ook buiten op straat of in de thuissituatie. Als je verandering bemerkt bij een collega, ga dan met hem in gesprek en stel je vragen vanuit interesse. Bemerk je veranderingen bij jezelf of merk je dat je even minder goed in je vel zit, geeft dat aan bij je leidinggevende en zoek samen naar een oplossing. Let ook als leidinggevende op de opeenstapeling van grote incidenten en geef mensen de ruimte
Wij zijn maar gewone mensen die een stap naar voren doen waar anderen weglopen. king schoot bij mij geheel verkeerd. Ik wilde mijn leidinggevende aanvliegen. Ik werd door Corrie het kantoor van de leidinggevende uit gewerkt en ben gaan koffie drinken en gaan afkoelen. Ik kreeg het gevoel dat ik niet werd begrepen. De volgende dag heb ik mijn uniform aangetrokken, mijn wapen in mijn holster gedaan en ik ben gaan werken. Ik vraag me af: Had mijn chef mijn signaal begrepen? Had ikzelf mijn signaal begrepen?
Hoe is het geëscaleerd? Na de uitbarsting tegen mijn leidinggevende merkte ik dat mijn gedrag ging veranderen, op straat nog meer vooraan staan, ik werd alerter en zocht
pagina 21
nachtdienst. Toen ik op het bureau kwam vroeg een collega of het goed met mij ging. En dat was voor de eerste keer dat ik durfde te zeggen dat ik niet wist wat ik kwam doen. Ik ben naar huis gegaan en ik ben nooit meer teruggekeerd in mijn oude functie.
om daarvan te herstellen. En het antwoord: “Als je hier niet tegen kunt, dan had je maar dameskapper moeten worden!” is echt niet meer van deze tijd. We moeten oog hebben voor elkaar.
Is PTSS herkenbaar?
Wat is het advies aan leidinggevenden?
PTSS is door ons niet vast te stellen. Om PTSS vast te kunnen stellen moet je deskundig zijn, dat betekent een psycholoog of psychiater. Wat wij vaak kunnen constateren bij collega’s is verandering in gedrag. Gedrag wat collega’s voorheen niet vertoonden en dat gedrag kan per persoon verschillend zijn. Had ik de verande-
Ga als leidinggevende met je mensen mee de straat op als dat mogelijk is. Zorg dat je aansluiting hebt bij je ploeg of team. Ga eens een goed gesprek aan en bouw een band op. Of voer, zoals ik dat noem, een “voeten op tafelgesprek”, een gesprek op basis van gelijkwaardigheid. Ga voor je mensen staan en deel een compliment
of schouderklop uit. Als je bij een heftig incident ben geweest, mag je ook als leidinggevende best je emoties tonen, want ook als leidinggevende ben je maar gewoon mens. Wees collega als het kan en chef als het moet. Zet iemand even in de luwte als hij of zij veel heftige incidenten heeft meegemaakt, maar doe dit wel in overleg met de desbetreffende collega. Politiemensen willen werken en blijven werken en voelen het soms als falen als zij, van bovenaf, zonder overleg worden teruggetrokken uit het werk. Het belangrijkste is dat je op een juiste wijze blijft communiceren. Open en eerlijk.
Hoe is het nu met jou? In 2011 heb ik de politieorganisatie verlaten en ben nu burger. Regelmatig ondervind ik nog hinder van de restschade van mijn PTSS. Ik vergelijk PTSS wel eens met een wond. Op deze wond is een korstje gekomen, maar soms door een beeld, geluid, geur of incident wordt het korstje opengekrabd en heb ik dan even weer last van de restschade van de PTSS. Ik heb tools gekregen om hier mee om te gaan. Ik draag de organisatie nog steeds een warm hart toe en sta nog in nauw contact met de politieorganisatie. Ik geef lezingen binnen de politie over de impact van het werk en de eventuele gevolgen daarvan. De presentaties geef ik zowel nationaal als internationaal. De inhoud van deze presentatie wordt regelmatig gecontroleerd door een onderzoeker van de politieacademie en andere deskundigen. Dit om de presentatie zo up-todate mogelijk te houden met alle laatste inzichten. Daarnaast mag ik mijn expertise, die ik inmiddels heb opgedaan op het gebied van PTSS en de impact van het politiewerk, op diverse plaatsen binnen de politieorganisatie delen. In mijn gesprekken die ik heb, met collega’s en leidinggevenden, zie ik niet alleen stress door het werk ontstaan maar ook door de reorganisatie en de onzekerheid die daar uit voortvloeit. Wat mij betreft zou er in de opleiding wat meer aandacht mogen worden
Arthur van der Vlies. “Let op gedragsverandering bij jezelf en je collega’s, en ga eens een goed gesprek aan.”
besteed aan de impact van het politiewerk en de mogelijke gevolgen daarvan. We moeten elkaar in het oog houden en op tijd in actie komen, maar de oplossing ligt vaak bij jezelf. Je moet zelf aangeven dat je hulp nodig hebt en de ander hoeft dan alleen maar te vragen: “Wat kan ik voor jou doen?” en “Waar kan ik je bij helpen?” Je kunt altijd met een hulpvraag terecht bij een bedrijfsmaatschappelijk werk(st)er binnen je eigen Eenheid. Daarnaast kun je terecht bij het 24/7 Loket Politie. Hier kun je als politiemedewerker om hulp vragen als het niet goed met je gaat. Het 24/7 Loket
Politie biedt ook hulp aan gezinsleden en familie van politiemensen en is geheel onafhankelijk. Ik wil ook duidelijk aangeven dat het vragen om advies of hulp geen vorm van falen is, maar als je om hulp durft te vragen dan ben je juist sterk. Wij, politiemensen, zijn tenslotte ook maar gewone mensen die een stap naar voren doen, daar waar anderen voor weglopen. Ik besef me terdege dat het voor leidinggevenden best lastig is om onder alle werkdruk en veranderingen overal oog voor te hebben, maar het levert je zoveel meer op als je probeert om dat wel te doen.
pagina 22
Twitterende
wijkagent moet vooral niet opscheppen Met twitteren kunnen wijkagenten het vertrouwen van buurtbe-
Niet opscheppen
woners in de overheid vergroten, maar de agent moet wel met
Wat een wijkagent dus vooral niet moet doen is veel ‘opscheppen’ over wat de politie allemaal bereikt heeft. ‘En je moet ook echt weten waar het over gaat. Als je meldt dat er een verkeerscontrole is geweest, wek je niet veel sympathie op. Maar als je meldt dat die controle om half acht bij een school was waar klachten over het verkeer waren, werkt het wél om het vertrouwen te verhogen. Je moet ook oppassen voor stigmatiseren, bijvoorbeeld door de zoveelste inbraak in dezelfde buurt te melden.’
een aantal dingen rekening houden. Dat is de conclusie uit een onderzoek van een gemeentelijke veiligheidscoördinator. Op welke manier
Betrokkenheid tonen
Dick Roodenburg, coördinator Integrale Veiligheid Gemeente De Ronde Venen, onderzocht voor zijn afstudeeronderzoek hoe het vertrouwen van de burger in de politie is te verbeteren via sociale media. In het bijzonder richtte hij zich op het gebruik van Twitter door wijkagenten in Mijdrecht, Utrecht/Leidsche Rijn en Vleuten de Meern. Zijn belangrijkste vaststelling is dat twitteren ertoe doet, mits je het op de juiste manier inzet. ‘Er was al vastgesteld dat er een relatie is tussen het gebruik van sociale media door autoriteiten en het vertrouwen van de burger, maar wat zijn de factoren?’ Het vertrouwen van de burger in de politie is gebaseerd op drie elementen, weet Roodenburg: effectiviteit; eerlijk/rechtvaardig/respectvol optreden, en betrokkenheid met de lokale gemeenschap. ‘Betrokkenheid en respect blijken belangrijke factoren. Maar politieagenten die alleen maar vertellen hoe goed ze zijn, krijgen de handen niet op elkaar.’
Nabijheid en zichtbaarheid zijn veel belangrijker dan vertellen dat er weer iemand aangehouden is, stelt Roodenburg. ‘Het is belangrijk om te laten zien ‘we weten wat er speelt in de buurt’. Dus laten zien dat je betrokken bent.’ Twitter kan ook zeer drempelverlagend werken, weet hij uit de reacties van twitteraars uit de onderzochte buurten. ‘De wijkagent in Leidsche Rijn vraagt bijvoorbeeld via Twitter waar hij het beste kan gaan surveilleren. Dat werkt.’
pagina 23
T
E TWE
TAg
HASh
IA
MED L A I SOC
Gemeentelijke rol Voor de gemeentelijke veiligheidsfunctionaris die hijzelf is, ziet hij hierin ook een rol. ‘Naar aanleiding van incidenten kun je communiceren over wat wel of niet handig is om via Twitter te verspreiden. Het is belangrijk daarover te sparren met de politie.’ Roodenburg denkt dat zijn uitgangspunten tot op zekere hoogte ook toe te passen zijn op communicatie door - sterk in aantal groeiende - wijkgerichte functionarissen van de gemeente zelf.
Eurocop Committee Berlijn
Veiligheidsprogramma en Risco Te Op 28 en 29 oktober 2014 vond in Berlijn de halfjaarlijkse vergadering plaats van het Eurocopcommittee. Naast de gebruikelijke huishoudelijke agenda-onderwerpen sprong een tweetal topics in het oog. De contouren van het nieuwe veiligheidsprogramma 2015 2019 van de Europese Unie die zich beginnen af te tekenen, en als tweede het mogelijke stralingsgevaar van het gebruik - ook binnen Nederland - van Tetra-apparatuur. door Willy Valckx
Z
oals eerder geschreven maakt Eurocop in Brussel gebruik van het lobby-kantoor Fleishmann / Hillard om haar invloed binnen de Europese Unie - en meer in het bijzonder binnen de Europese Commissie en het Europese Parlement - te professionaliseren. Voor het nieuw te maken veiligheidsprogramma 2015 – 2019 van de Europese Unie heeft deze lobby er toe geleid dat de tweede voorzitter van Eurocop op 29 september 2014 aanwezig was bij en kon deelnemen aan de conferentie over de vernieuwing van de bin-
nenlandse veiligheidsstrategie van de Europese Unie. Tijdens de Eurocopmeeting in Berlijn gaf de tweede voorzitter een terugkoppeling van deze conferentie. In deze terugkoppeling tekenden zich de contouren voor de nieuwe veiligheidsstrategie af.
Contouren nieuw veiligheidsprogramma EU Het nieuwe veiligheidsprogramma gaat onderwerpen bevatten als economische criminaliteit, mensenhandel, criminaliteit tegen kinderen, terrorisme, radicalisme, fundamentalisme en extremisme; onderwerpen die vragen om een betere samenwerking tussen openbare en private instellingen, preventie en informatie-uitwisseling, zowel binnen als buiten de Europese Unie. Daarnaast tast cybercriminaliteit zowel
ondernemingen als privé-personen direct aan. De data-uitwisseling tussen politie en telefoon- en internetproviders dient te worden vergemakkelijkt. Georganiseerde criminaliteit als indringer in het legale domein dient per land en per sector in kaart te worden gebracht. De bewijslast bij inbeslagname van vermogensbestanddelen bij criminele organisaties dient te worden verlaagd. Profiling van dataverkeer is in principe legitiem, doch als dit leidt tot etnisch profileren worden de grenzen van legitimiteit overschreden. Het gaat om het zoeken van de balans tussen het respecteren van rechten en de strijd tegen de verschillende criminaliteitsvormen. Om de Europese binnenlandse veiligheid te behouden is het noodzakelijk dat de Noord-Afrikaanse landen worden ondersteund bij de wederopbouw
pagina 24
2015-2019 tra-apparatuur van hun veiligheidssystemen. Daarbij is het gewenst dat Europol, Eurojust en Frontex zich ook gaan bezig houden met de Europese buitenlandse veiligheid. Het conferentieverslag van de tweede voorzitter is zowel in het Duits als in het Frans te lezen op de site van de VMHP via de link http://www.vmhp.nl/commissies/kenniskring-internationaal/.
Stralingsgevaar Tetra-apparatuur De Zweedse Dr. L.O. Stromberg verzorgde een lezing over het gezamenlijk project van de Zweedse politievakbond Polisförbundet en het Zweedse Royal Institute of Technology over de mogelijke relatie tussen de (interferentie van) elektro-magnetische velden van de Tetra-randapparatuur en ziekten, waaronder kanker. Het simpele feit dat het antwoord op de vraag of deze relatie bestaat niet
kan worden beantwoord, is de drijfveer achter het project. Hoe meer informatie er door middel van internationaal onderzoek kan worden verkregen, hoe beter de vraag naar de relatie zal zijn te beantwoorden. De volledige presentatie is te lezen op de site van de VMHP via de link http:// www.vmhp.nl/commissies/kenniskringinternationaal/. Na afloop van zijn presentatie nodigde Stromberg de aanwezigen Eurocopleden uit om zijn presentatie breed uit te zetten in hun landen van herkomst en relevante stakeholders uit te nodigen tot deelname aan zijn onderzoek. Immers, hoe groter de internationale onderzoekspopulatie hoe groter de kans op beter onderzoek, verkrijging van informatie en hoe sterker de vuist jegens de producenten van tretra-produkten. Dr. L.O. Stromberg is bereikbaar via zijn mailadres:
[email protected] en telefonisch onder het nummer + 46 70 144 3400.
PV-vergoeding
definitief geschrapt
De proces-verbaal-vergoedingen die gemeenten ontvangen voor de handhavende taken van boa’s, zijn per 1 januari definitief vervallen. Wel wordt een onderzoek gehouden naar de effecten die dit besluit heeft op gemeenten. Gemeenten kregen een PV-vergoeding als BOA’s (buitengewoon opsporingsambtenaren) handhavend optraden. Voor elk proces-verbaal dat zij schreven kregen gemeenten 25 of 40 euro, afhan-
pagina 25
kelijk van het feit waarvoor zij een boete gaven. Het overige bedrag vloeide naar het rijk. Hoe meer de boa’s in gemeenten handhavend optraden, hoe meer geld er naar de staatskas ging. Gemeenten kre-
gen daarvoor de PV-vergoeding. Die was niet kostendekkend, maar was bedoeld als een tegemoetkoming voor kosten van opleidingen en hulpmiddelen. Het gaat landelijk gezien om een relatief klein bedrag: 14,5 miljoen euro per jaar. Probleem is wel dat de vergoeding per 1 januari geschrapt is, wat de gemeenten weinig tijd geeft om hiervoor nog financiële dekking te vinden in hun begroting.
Hoofdbestuur VMHP en taakverdeling S.E. (Sanna) Eichhorn (Zuid Nederland) voorzitter, lid CGOP, beheerscommissie PZP mobiel: 06-20 60 19 83 e-mail:
[email protected] G.J. (Gerry) Smit (Amsterdam) vice-voorzitter mobiel: 06-53 27 66 03 e-mail: vice-voorzitter@@vmhp.nl W. (Willem) Doppenberg, penningmeester mobiel: 06 - 36 21 13 61 e-mail:
[email protected] C. (Cees) van der Voet, (Midden Nederland) secretaris mobiel: 06-10 90 70 61 e-mail:
[email protected] R.H.R. (Ruub) Petow (Den Haag) ad interim mobiel: 06-53 47 45 37 e-mail:
[email protected]
Gemeenten duurder uit met stadswacht dan met agent Gemeenten zijn vaak veel geld kwijt aan stadswachten en andere toezichthouders. Per saldo kosten die buitengewoon opsporingsambtenaren soms meer dan een gewone politieagent, terwijl die laatste beter is opgeleid en veel
I.D. (Irene) de Hoop-Nijkamp (Rotterdam) mobiel: 06-51 12 26 72 e-mail:
[email protected]
meer mag. Dat blijkt uit een onderzoek van de
H. (Hans) Bogers (Noord Nederland) mobiel: 06-54 35 12 07 e-mail:
[email protected]
‘Politie light’
M.G.A.E. (Maarten) van de Nieuwenhuijzen (Oost Nederland) PR en Voorlichting mobiel: 06-53 66 51 27 e-mail:
[email protected] J. (Jan) Dogger (Noord-Holland) mobiel: 06-53 35 16 83 e-mail:
[email protected]
Afdelingsvoorzitters
SP, die een bericht daarover in de Telegraaf bevestigt.
De salarissen van de politie worden betaald door het Rijk en die van de buitengewoon opsporingsambtenaren door de gemeenten. Maar de SP wijst erop dat het allemaal publiek geld is. “Ik vind het belachelijk dat er veel geld vloeit naar een soort ‘politie light’ terwijl het allemaal taken zijn die de politie zelf zou moeten uitvoeren”, zegt SP-Kamerlid Nine Kooiman. De SP ergert zich al langer aan de wildgroei van gemeentelijke handhavers. De inzet en taken verschillen per plaats, ze zijn vaak niet effectief en nu blijkt dat ze ook nog duur zijn, aldus Kooiman. Bron: Binnenlands Bestuur
afdeling Amsterdam: J. (Jan) de Wit afdeling Oost Nederland: C.W. (Corry) van Ballegooijen afdeling Den Haag: vacant afdeling Noord-Holland: C. (Kees) Hordijk afdeling Noord Nederland: H. (Hans) Bogers afdeling Rotterdam: F.E.O (Frans) Henninger afdeling Midden Nederland: G. (Ger) Huijer afdeling Zuid Nederland: I.R.T. (Ine) van Praet
Rectificatie In uitgave van oktober 2014 (editie 2014 - 5) van dit blad is in het artikel over Portugal de functie van de heer Colaco onjuist weergegeven. De heer Colaco is voormalig raadsheer van de Hoge Raad van Portugal en niet van het Constitutionele Hof. Jan Dikkers lid commissie Internationaal
pagina 26
Vooraankondiging
Algemene Vergadering Datum: 29 mei 2015 Locatie: Nationale Park de Hoge Veluwe
Op een steenworp afstand van het geografisch middelpunt van Nederland (in Lunteren) ligt het Nationale Park de Hoge Veluwe. Deze “groene schatkamer” van Nederland wordt de locatie voor de Algemene Vergadering op 29 mei a.s. Midden in het park ligt de uitspanning “De Koperen Kop”, met een prettige vergaderlocatie en ruime parkeergelegenheid. Ook met openbaar vervoer is deze locatie goed bereikbaar vanuit Apeldoorn en/of Arnhem (busdienst).
H
et programma zal worden afgestemd op de ambiance van de rust in een bosrijke natuur, waarbij de kenmerken van de VMHP (als vakvereniging) goed tot hun recht kunnen komen, zoals ruime gelegenheid om elkaar ontmoeten, maar ook om over het vak te discussiëren. Hoewel het definitieve programma nog moet worden vastgesteld, kunnen
Het partnerprogramma omvat onder meer een rondleiding door het onlangs prachtig verbouwde Jachthuis St. Hubertus.
pagina 27
we wel alvast een tipje van de sluier oplichten. Het partnerprogramma na de lunch betreft een bezoek met rondleiding in het Jachthuis Sint Hubertus (zojuist gerestaureerd in oude glorie) en aansluitend aan het museum KröllerMüller (met de herdenkingstentoonstelling van Van Gogh: Van Gogh & Co, dwars door de collectie). Het vervoer naar het Jachthuis wordt georganiseerd en het museum ligt op loopafstand van “De Koperen Kop “. Voor de VMHP-leden volgt na de lunch de Algemene Vergadering en aansluitend een lezing over een relevant onderwerp. Het Hoofdbestuur is druk doende om dit te organiseren. Vanaf omstreeks 16.30 uur worden deelnemers en partners verenigd en kan er gebruik gemaakt worden van enkele activiteiten naar keuze, zoals een fietstochtje op een witte fiets, een
Alle activiteiten vinden plaats in of starten vanuit De Koperen Kop.
rondwandeling onder leiding van een boswachter of een bezoek aan het Museonder, dat een verassend inzicht geeft over het leven onder de grond. Na het aperitief van 18.00 uur tot 19.00 uur zullen de vuren zijn ontstoken en wordt de barbecue verder bereid door de koks. Er zullen specialiteiten van de streek worden geserveerd. Het organiserend comité zal daags voorafgaand aan deze AV zorgen dat ook het wild daarbij niet ontbreekt. Meer details kunt u tegemoet zien in het volgende Blauwtje en zal u bereiken via e-mail of de post. Houd ook de website in de gaten, waar we de stand van zaken zullen weergeven. Voldoende krachtige argumenten om nu al de datum in uw agenda te blokkeren: vrijdag 29 mei 2015. Uw organisatiecomité van de afdeling Oost Nederland.
C
o
lu
m
n
Een Stille Tocht
Z
o optimistisch als ik mijn laatste column van 2014 beëindigde met de toch wel met enige zekerheid uitgesproken verwachting - welhaast het onwankelbare vertrouwen - dat er zich een jong, fris en kritisch VMHP lid zou opwerpen dat het klappen van de politiezweep anno 2015 kende en dat zijn of haar gedachten daarover aan de allerlaatste bladzijde van het Blauwtje zou willen toevertrouwen, zo teleurgesteld moet ik vanochtend constateren, dat dit lid uit duizend en nog wat zich nog niet heeft gemeld en ik noodgedwongen, al is het niet met tegenzin natuurlijk en op verzoek van de redactie, mijn columnistenschap voorlopig nog even zal continueren, om als ambteloos burger, en voormalig ambtenaar van gemeente-, regionale- en landelijke politie te proberen de trouwe lezers en lezeressen van het Blauwtje te onderhouden dan wel te vermaken met mijn aan het papier toevertrouwde gedachten. En mocht de lezer na het verwerken van deze openingszin de indruk hebben gekregen dat ik heb deelgenomen aan het Groot Dictee der Nederlanden, dan zal ook teleurstelling zíjn deel zijn, want aan die onzin doe ik nou eenmaal niet mee. Veel te ingewikkeld allemaal. Maar los van dit al: Gelukkig Nieuwjaar! Het is jullie allen van harte gegund. Droevig genoeg is dit jaar nou niet bepaald gelukkig van start gegaan en wellicht is dat in andere culturen de reden om de jaarwisseling op een andere datum te plannen. 2015 is begonnen met een stille tocht in heel veel
gemeenten en het zal vast niet de laatste tocht zijn die er dit jaar gemaakt wordt. Nou ben ik niet zo iemand van stille tochten. Niet zozeer om de deelnemers, want ik twijfel geen moment aan hun betrokken oprechtheid. En ook niet zozeer vanwege de onvermijdelijke sprekers, want ook bij hen twijfel ik niet aan hun oprechte betrokkenheid, zelfs al wekken ze soms de indruk de show te willen stelen met mooie woorden en schitterende oneliners. ‘Ich bin ein Berliner’. ‘I had a dream’. ‘I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat’. ‘Je Suis Charlie’. Je zou toch zo’n schitterende uitspraak op je historische conto krijgen! Ik ben niet zo iemand van stille tochten omdat ze zo vaak niet stil zijn. Ik ben niet zo iemand van stille tochten, omdat ze de illusie wekken van gezamenlijkheid. De illusie van daadwerkelijk verzet. De gebalde vuist, maar wel weggestopt in de broekzak. Ver weg van waar het werkelijke gevaar komt. Ver weg van moordzuchtige idioten. De illusie, dat zo’n stille tocht ook maar iets helpt. Het idee alleen al, dat pen en papier als wapen sterker zijn dan een Kalasjnikov! Zolang de aanmaak van wapentuig profijtelijker is dan het fabriceren van schrijfmateriaal zal ook dat een illusie blijven. De illusie, dat de wereld er na zo’n stille tocht beter uit zal zien. Dat mensen in het uitgaansleven elkaar en de politie wat meer respecteren. Dat politici zich extra bewust zijn van het belang van onze democratische rechtsstaat en wat minder arglistige trucjes toepassen.
Toch heb ik donderdagavond 8 januari meegelopen in een stille tocht door de straten van Steenwijk. Vooral denkend aan de vermoorde Franse politiecollega’s en al die politiemensen, die zich dag in dag uit, soms met gevaar voor eigen leven, inzetten voor onze vrijheid en de bescherming van onze democratie, en ik heb die stille tocht verwoord in een gedicht: “Vandaag heb ik even niets te zeggen, hoewel er zoveel te zeggen is. Vandaag moest ik gewoon maar zwijgen, omdat het niet anders is. Laat toch stille tochten stil zijn, stil van begin tot eind. Tochten zonder woorden, omdat die er niet meer zijn. Tochten om een reden, die sprakeloos is. Laat niet een ander mijn gevoel verwoorden. Geen bewogen speeches. Ondraaglijke clichés. Vandaag heb ik niet meer te zeggen dan de woorden misschien van JC Bloem: Het onaanvaardbare te aanvaarden en het zwijgen er toe doen.” Daar op De Markt in Steenwijk heb ik in stilte stilgestaan bij al mijn collega’s en het waardevolle, soms zo gevaarvolle werk, dat ze voor mij doen. Hans Bogers