121e jaargang • nummer 4 • augustus 2014
ER IS MEER DAN POLITIE
HET NIEUWE UNIFORM
EUROPEES VEILIGHEIDSPROGRAMMA 2015-2019 Aangesloten bij de European Confederation Of Police
Colofon Redactie:
ONINK Communicatie, Emmeloord (eindredactie), Maarten van de Nieuwenhuijzen (namens hoofdbestuur VMHP) Redactieadres:
Postbus 91460, 2509 EB Den Haag tel: (070) 419 19 41 fax: (070) 419 19 42 e-mail:
[email protected] Medewerker(s):
Sanna Eichhorn, Bob Nagel, Willy Valckx, Hans Bogers Fotografie:
ONINK Communicatie, Emmeloord Vormgeving & Druk:
GBU grafisch compleet, www.gbu.nl Advertenties:
Secretariaat VMHP, (070) 419 19 41 Secretariaat, ledenadministratie, abonnementen:
Bereikbaar van woensdag t/m vrijdag, Christine van Beelen tel: (070) 419 19 41, fax: (070) 419 19 42, e-mail:
[email protected] Dagelijks bestuur VMHP:
Mw. S.E. Eichhorn, voorzitter G.J. Smit, tweede voorzitter C. van der Voet, secretaris W. Doppenberg, penningmeester Bankrekening VMHP:
NL23 INGB 0000 1329 81 Coverfoto:
Het nieuwe politie-uniform.
Belangenbehartiging Belangenbehartiging is in eerste instantie een zaak voor het bestuur van de betreffende afdeling. Zo nodig kan vervolgens met het hoofdbestuur contact worden gezocht.
Reorganiseren en oude huizen
I
n het oude politiebestel kon je een korps binnen één jaar reorganiseren, van de start tot de plaatsing van de medewerkers in de nieuwe organisatie. De meeste korpsen deden daar wat langer over want onderweg kwam je altijd wel wat onverwachts tegen. Het is net als de verbouwing van een oud huis. De makelaar of oude eigenaar heeft met de hand op het hart beloofd dat er geen verrassingen in het huis zitten, maar je hebt het behang nog niet van de eerste muur gehaald en je ziet al dat daar constructieve maatregelen nodig zijn. Er zijn veel mensen die dachten met een beetje opknapwerk een leuk woonhuis te hebben binnen een redelijke tijd. Een jaar verbouwen dan erin, en daarna misschien nog wat extra dakkapellen of over een jaar toch nog die uitbouw laten maken. Er zijn weinig mensen die het oude huis volledig strippen, er meteen intrekken en na drie jaar nog in de verbouwing zitten. Dat doet wat met mensen en daar word je niet beter van. De nationale politie is ruim drie jaar bezig met de reorganisatie en wij zijn nog lang niet klaar. Met zijn allen werken wij al drie jaar in een organisatie die volop in re-organisatie is. Dat doet wat met mensen. Dat zie je en dat voel je dag-dagelijks. Net als voorheen in de oude korpsen is ook nu gevraagd of de "P-dossiers" op orde zijn. Ervaring met talloze reorganisaties leert dat dat altijd wordt bevestigd, maar ook altijd weer tegenvalt. Dat zien de voortrekkers van de ‘Werk naar
Team-tabellen’ als eersten: welk taakgebied is dominant bij een medewerker? Dat is een grote puzzeltocht geweest. Langzaamaan beginnen de eerste gerenoveerde onderdelen uit de verf te komen. De eerste teamchefs zijn bekend, nog even wachten op groen licht van het AIVD-onderzoek. Er is een groot aantal leidinggevenden dat naar de vacatures van de sectorhoofden solliciteert, dus dat gaat goed komen. In december zijn de robuuste wijkteams en de districtrecherches in werking. Om dat te bereiken wordt er nog hard gewerkt aan de uitvoering van de ‘Werk naar Team-tabellen’ en de Commissie Functievergelijking (CFV): een andere benaming voor de logicacommissie. Wat je doet in de praktijk en wat je doet op papier blijven regelmatig twee verschillende zaken. Ik hoop dat de CFV daar duidelijkheid in mag scheppen. Die onduidelijkheid komt ook omdat de vastlegging van wijzigingen, ook in de afgelopen twee jaar, niet goed is bijgehouden. Je kunt natuurlijk ook je eigen verantwoordelijk pakken en je eigen P-dossier eens opvragen. Dan wordt het geen verrassing met welke uitgangspositie je de reorganisatie ingaat. Staan al je opleidingen en ervaring er goed in? Je hebt dan meer tijd om te reageren als er iets niet klopt. En het verleden en het LFNP traject laten zien dat je daar niet vroeg genoeg over kunt beginnen. Sanna Eichhorn voorzitter VMHP
Inleveren kopij Deadline voor de volgende VMHP-Nieuws: 26 september 2014
pagina 2
Wie is… Ines van Brink Ik ben een 28-jarige adviseur bij de afdeling Informatie Management in de Eenheid Midden-Nederland. Formeel ben ik nog projectassistent B, maar gedurende de afgelopen drie jaar heb ik een groei doorgemaakt waardoor mijn taken, verantwoordelijkheden en werkzaamheden zijn uitgebreid. Ik weet nog niet hoe mijn functie er straks uit zal zien als de reorganisatie voltooid is.
I
n het laatste jaar van mijn opleiding Integrale Veiligheidskunde (IVK) aan de Hogeschool Utrecht ben ik in 2008 via Randstad bij het Regionaal Service Center (RSC) van de politieregio Utrecht terecht gekomen. Het betrof destijds nog een bijbaan naast mijn studie waar ik uiteindelijk een jaar lang met veel voldoening heb gewerkt. Werken bij de politieorganisatie bleek een goede match met mijn studie en het heeft uiteindelijk een breed beeld opgeleverd van wat het ‘politiewerk’, maar ook het werk bij de ondersteunende afdelingen, omvat. Je komt tenslotte door je werkzaamheden met vrijwel alle diensten en disciplines in aanraking. Nu ik mijn overstap naar Informatie Management heb gemaakt, zie en ervaar ik daar zeerzeker de meerwaarde van. Na een jaar bij het RSC werkzaam te zijn geweest, heb ik mijn HBO diploma behaald. Ik besloot om afscheid te nemen van de politieorganisatie om in het buitenland te gaan reizen. Mijn intentie was om na deze backpackreis terug te keren bij de politie. Bij terugkomst bleek echter dat de politie een vacaturestop had voor extern personeel, met als lichtpuntje aan de horizon dat het Service Center een van de weinige afdelingen bleek te zijn waar instroom wel nog mogelijk was. Dit resulteerde in een vast dienstverband en aangezien ik al ervaring had bij het Service Center, bekend was met de politieorganisatie, de werkprocessen en de applicaties, was ik snel inzetbaar. Een win-win situatie. Ik ben altijd transparant geweest over mijn uiteindelijke doel om binnen de orga-
pagina 3
nisatie door te stromen. Toen in 2011 de vacature voor projectassistent B bij Informatie Management werd opengesteld, zag ik de kans om een nieuwe tak van sport binnen de politieorganisatie te ontdekken en heb ik deze sprong in het diepe gewaagd. In de loop der jaren heb ik bij Informatie Management een groei doorgemaakt naar mijn huidige adviesen projectmanagement werkzaamheden. Door de reorganisatie is het momenteel lastig om een dergelijke doorstroom te formaliseren, maar het MT IM van de eenheid Midden-Nederland laat zich daar niet door tegenhouden! Het MT (h)erkent de meerwaarde voor persoonlijke ontwikkeling van een medewerker en probeert hier in de praktijk aan tegemoet te komen door uitdagende klussen aan te bieden, kansen te creëren en een doorkijk te maken naar de toekomst. De afdeling heeft hier tenslotte ook baat bij. Als adviseur opereer je binnen een breed speelveld binnen de politieorganisatie, met veel contacten in alle geledingen van de eenheid. Van vertegenwoordigers van de politieprofessie tot aan de Directie IV. Vooral de vele klantcontacten, het samen bedenken, ontwikkelen en inregelen van de nieuwe IV portefeuilles zorgt momenteel voor een behoorlijke dosis dynamiek. Naast mijn fulltime werk bij de politie ben ik in 2012 gestart met een deeltijd (pre)master Bestuurskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Na het premasterjaar heb ik, in lijn met mijn studie IVK en het werk bij de politie, gekozen voor de afstudeerrichting Besturen van Veiligheid. Ik heb onlangs het eerste jaar
van de master afgesloten en komend studiejaar zal ik naar alle waarschijnlijkheid afstuderen. De politieorganisatie (onder) steunt mij in het volgen van deze studie en ik beoog dan ook dan ook om een afstudeeropdracht binnen de organisatie uit te voeren. Op deze wijze kan ik iets aan de organisatie teruggeven. Ik heb altijd een baan bij de politie willen vervullen en werk met veel enthousiasme voor de organisatie. Daar haal ik ook mijn drive uit. Mijn opleiding zorgt ervoor dat deuren open gaan en ik maak mij dan ook niet veel zorgen dat ik binnen deze organisatie geen plekje kan vinden waar ik me nuttig kan maken. Mijn ambitie is momenteel om mijn advieswerkzaamheden bij Informatie Management door te zetten. Mijn bestuurskundige opleiding biedt wellicht ook kansen in de toekomst, maar daar heb ik mij nog niet afdoende in verdiept. Ik heb het gevoel dat er in mijn huidige werk momenteel nog genoeg klussen en uitdagingen liggen. Om je stem te laten gelden vind ik dat je lid moet zijn van een vakvereniging. In eerste instantie ben ik een lidmaatschap aangegaan bij een andere vakbond aangezien de VMHP bekend stond als een bond die zich voornamelijk inzet voor het ‘hogere segment’. Dit onderscheid voelde voor mij niet goed. Na een jaar ben ik alsnog overgestapt naar de VMHP. Het werd mij duidelijk dat juist de VMHP meer voor de ondersteunende diensten en voor het politievak in het algemeen doet in relatie tot de andere bonden. De korte lijntjes binnen deze vakvereniging ervaar ik als positief. Ik ben zelf nog op zoek naar aansluitpunten binnen de VMHP, waar ik laagdrempelig contacten kan leggen of mogelijk iets kan betekenen. Ik denk dat hier in de toekomst zeker nog genoeg gelegenheid voor bestaat. Was getekend, Ines van Brink
Eurocopcommitt Bijdrage Eurocop aan Europees Veiligheidsprogramma 2015 - 2019 Op 29 en 30 april 2014 vond in Vilnius, Litouwen, de halfjaarlijkse vergadering plaats van het committee van Eurocop. Als lid van Eurocop maakt de VMHP qualitate qua deel uit van deze halfjaarlijkse vergadering. Naast de standaard onderdelen van de agenda stond de vergadering vooral in het teken van de vaststelling van de bijdrage die Eurocop aan het Europees Parlement levert voor een nieuw Europees Veiligheidsprogramma voor de periode 2015 - 2019. Deze bijdrage werd voorafgegaan door een evaluatie van Eurocop over het nagenoeg voorbije Programma van Stockholm. door Willy Valckx
D
e vergadering van het Eurocopcommittee werd geopend door een toespraak van Prof. Landsbergis. Landsberigs is namens Litouwen lid van het Europees Parlement. Hij sprak over macht en de rechtsstaat. ‘Losgeweekt’ van de voormalige Sovjet Unie en nog niet zo lang geleden lid geworden van de Europese Unie is deze jonge democratie naar Europees model veel gelegen aan de beginselen van de rechtsstaat. Het leger beschermt de staat en de samenleving wordt beschermd door de politie. Gelegen aan de noordoostelijke zijde van de Europese Unie komen de recente gebeurtenissen in de Oekraïne en de Krim afgezet tegen de ‘Rule of Law’ in Litouwen op een Europarlementariër Professor Vytautas Landsbergis uit Litouwen sprak de vergadering van Eurocop toe vanuit de context van de Krim- en Oekraïnecrisis.
intensere wijze over dan aan de westelijke zijde van de Europese Unie, hoewel vlucht MH17 ook heeft gezorgd dat het conflict daadwerkelijk voelbaar is aan de westkant van de Europese Unie. Op deze manier komt het Krimen Oekraïne-conflict wel erg dicht bij jezelf! De volledige toespraak van prof. Landsbergis is te lezen op de website van de VMHP.*)
Evaluatie Alvorens als Eurocop een wezenlijke bijdrage te kunnen leveren aan een nieuw veiligheidsprogramma 2015 - 2019 van de Europese Unie is het verstandig om het - thans nog lopende - Programma van Stockholm te evalueren. Dit programma werd breed geëvalueerd door alle aangesloten Eurocopleden te vragen hun ervaringen kenbaar te maken aan Eurocop. Ook de commissie internationaal van de VMHP heeft haar ervaringen kenbaar gemaakt. Uiteindelijk hebben alle evaluaties van de leden geleid tot een evaluatie van Eurocop over het Programma
van Stockholm. Deze evaluatie op haar beurt, aangevuld met de resultaten van de werkgroepen tijdens de vergadering van het Eurocopcommittee in Praag in oktober van 2013, heeft geleid tot de aanbevelingen van Eurocop aan het Europese Parlement voor het nieuw Europees Veiligheidsprogramma 2015 – 2019.
Aanbevelingen Primair gaat het Eurocop om de consolidatie van de Europese Unie als een ‘Area of Freedom, Security and Justice (ASJF)’. Eurocop doet hiertoe de hoofdaanbeveling om dit te bereiken door het creëren van een gemeenschappelijke cultuur van rechtshandhaving.
pagina 4
ee Vilnius van de rol van nationale parlementen en het Europese Parlement. Het integrale document van evaluatie en aanbevelingen is te lezen op de website van de VMHP*).
Nieuw programma In het voorjaar waren de verkiezingen voor het Europees Parlement. Het is afwachten hoe het nieuwe veiligheidsprogramma van de Europese Unie voor de jaren 2015 - 2019 eruit zal zien. In ieder geval heeft de VMHP - en in het verlengde daarvan Eurocop - geen lijdzame rol gekozen door dit programma af te wachten. Zoals een belangenorganisatie betaamt, heeft Eurocop samen met haar leden en haar ondersteuning van het Brussels lobbybureau Fleismann/Hillen, haar verantwoordelijkheid genomen en de belangen van haar aangesloten leden op een professionele wijze kenbaar gemaakt aan de Europese Unie. Zodra het nieuwe Europese Veiligheidsprogramma bekend is, zal de commissie internationaal van de VMHP hierover berichten.
Tot slot De kathedraal van Vilnius
Deze aanbeveling wordt in de ogen van Eurocop verder vormgegeven door het vergroten van het vertrouwen en solidariteit in Europa door Europese minimumstandaards voor de politie. Europese politietrainingsmogelijkheden op alle politieniveaus. Eén Europees rechtelijk bindend gemeenschappelijk Europees politiekader, beschreven in een Europese ethische politiecode. Evaluatie en verbetering van informatie-uitwisseling(systemen). En tot slot het vermijden van excessieve administratieve lasten. De tweede hoofdaanbeveling die Eurocop doet plaatst ASJF in een
pagina 5
nieuwe en politieke context. Vorm te geven door bij bezuinigingsmaatregelen de gevolgen voor veiligheid mee te wegen. Een sterker politiek leiderschap bij het vormgeven van interne en externe veiligheid van het Verdrag van Schengen. Verbetering van de communicatie over rechtshandhaving. De implementatie en handhaving van bestaande en toekomstige wetgeving voor een open en veilige Europese Unie geniet prioriteit. Ondersteuning
Het bestuur rapporteert aan de vergadering van het Eurocopcommittee haar ondernomen activiteiten om de belangen van de aangesloten leden in Europees verband te dienen. Het overzicht over de periode november 2013 april 2014 is ter informatie na te lezen op de website van de VMHP.*)
*) Onderliggende stukken zijn te vinden op www.vmhp.nl/commissies/kenniskring-internationaal/
Het Programma van Stockholm: een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger.
Nieuw uniform gepresenteerd Met een spetterende show wordt eind juni 2014 in het provinciehuis van Limburg het nieuwe politie-uniform gepresenteerd. Lawaai, rook, demonstranten, honden, paarden, bikers, een boot en motoren. Alles is uit de kast gehaald om alle facetten van het politiewerk te tonen. Tal van collega’s uit alle operationele geledingen van het korps laten met trots het ‘operationele werkpak’ zien aan de verzamelde media, onder het toeziend oog van medewerkers van de inkoopafdeling van de PDC en leden van de commissie Bewapening, Uitrusting en Kleding (BUK). door Evert Onink
Rekken met nieuwe kleding in de pasruimte van het pand van Politie Uitrusting in Apeldoorn.
pagina 6
N
a jarenlang vragen om een functioneel operationeel politie-uniform is het er nu dus eindelijk. In zijn openingsspeech benadrukt korpschef Gerard Bouman dat het uniform bestemd is voor de ruim 32.000 executieve politiemensen die op straat hun werk doen. “Het is een prestatie van formaat die hier in korte tijd is neergezet. Dit kon mede door een centrale besluitvorming, in plaats van in 27 korpsen. Het uniform past bij de huidige samenleving en is gemaakt voor de praktijk: rennen, hulpverlenen, over schuttingen klauteren, onder alle omstandigheden.”
Zorgvuldig Bouwman memoreert dat bij het ontwerpen van het uniform niet alleen enquêtes zijn geweest onder collega’s, maar dat ook de mening van burgers gevraagd is. Het huidige uniform (het ‘representatieve uniform’) blijft bestaan voor de collega’s die niet op straat werken. Het doel van het nieuwe uniform is volgens Gerard niet alleen een functioneel werkpak voor de diender op straat, maar ook om de politie een imago mee te geven. “We zijn er voor de burger, we helpen altijd. Wij
pagina 7
zijn het gezag op straat. Vriendelijk als het kan, hard als het moet. En daarvoor zijn we uitgerust met veilige en comfortabele kleding en uitrusting.” Regioburgemeester Onno Hoes vindt het uniform actiegericht. “Ik ben van mening dat de politie niet in het bureau behoort, maar op straat. We hebben in Limburg de primeur al gehad. De ‘Reuzenstoet’ op 1 juni in Maastricht werd begeleid door politiemensen in het nieuwe uniform. Ook bij de opnamen voor de nieuwe serie ‘Flikken Maastricht’ zijn de nieuwe uniformen al gebruikt, zodat deze serie straks direct aan de nieuwe huisstijl van de politie voldoet. En waarom de uitrol van het uniform in Limburg begint? Het hoogste punt van Nederland ligt in Vaals, dus is het logisch dat er vanaf dat punt uitgerold wordt.”
Collega’s van de straatdienst. Stoer, strak en uniform.
Testers De collega’s die het nieuwe uniform showen hebben het ook geruime tijd getest. Zonder uitzondering loven zij de kwaliteiten van de werkkleding. “Soepel dragend, goede pasvorm, prettig zittend, overal bruikbaar en goed aanpasbaar aan de weersomstandigheden” zijn een paar van de uitdrukkingen die hierbij gebruikt wor-
Voor de bikers is aangepaste kleding. Maar wel uniform.
den, terwijl zij allen uiterst content zijn over de uitstraling van het werkpak. Het meest geroemd wordt wel het veiligheidsvest, dat nu over de kleding gedragen mag worden en dus snel en gemakkelijk aan en af te doen is. Corry de Groot, inspecteur in Rotterdam, heeft het pak ook geruime tijd gedragen. Ook bij 30oC vond zij het pak goed voldoen. “Bij ons wordt het pak in september pas uitgegeven. Ik mag het wel mee naar huis nemen, maar ik moet wachten tot ik het mag gaan dragen.” Karen Liedenbaum, technisch product adviseur, staat te stralen bij de aandacht en de lovende woorden voor de kleding. Samen met Marloes Siewes was zij verantwoordelijk voor het ontwerp, de pasvorm, de maatvoering en de look. “We hebben goed gekeken naar de markt in en buiten Europa; de sportmarkt, de outdoormarkt en zo, en hebben diverse stijlen en materialen gecombineerd. Daar zijn we anderhalf jaar mee bezig geweest. We hadden op een aantal gebieden speciale eisen, zoals brandwerendheid. Niets is standaard; alles is speciaal ontwikkeld voor de politie. We zijn de hele wereld over gegaan en de hele wereld is voor de Nederlandse politie bezig. Denk alleen maar eens aan de details, zoals knoopjes, emblemen, plakvlieseline, ritsen of de stoffen. In het ontwerp hebben we goed rekening gehouden met de verschillen tussen mannen en vrouwen. Alles is iets fijner uitgevoerd en uiteraard is hier ook met de pasvorm rekening mee gehouden. Ik ben trots op het resultaat.”
Het proces Om te weten hoe het proces gelopen is en nog loopt klop ik aan bij VMHPer Rein van Dijk, die het proces vanaf het begin heeft meegemaakt. Ik tref Rein in het pand van Politie Uitrusting in Apeldoorn; een sober kantoorpand met een enorme opslagloods. “En daar hebben we nog niet genoeg aan”, zegt Rein trots “we hebben nog meer opslagplaatsen omdat we hier alles niet kwijt kunnen.” Rein begint zijn verhaal over de POPU (Programma Operationeel Politie
Rein van Dijk: “We zijn allemaal trots op het nieuwe uniform.”
Uniform), met de start in juli 2012. “Het is ongelofelijk om nu te zien dat we het project in twee jaar hebben gerealiseerd en – met de uitrol mee - binnen 2½ jaar 32.500 collega’s gaan voorzien van een compleet nieuw uniform. We begonnen met Ronald Verheggen als programmamanager en Ada Leeman en ik als projectmanagers, toevallig alle drie lid van de VMHP. In het eerste halfjaar hebben we onder andere een enquête gehouden onder 1.500 burgers, aan wie we tekeningen hebben voorgelegd van twee modellen. De modellen zijn ook voorgelegd aan de collega’s, wat maar liefst 33.000 reacties heeft opgeleverd. De modellen waren de look van het ME-pak met het gele vlak en het nu gekozen pak met de twee strepen. Ruim 75% van de collega’s koos voor het pak met de twee strepen.”
Aanbesteding In januari 2013 is het programma overgenomen door Marga Smit-Willems (teamchef Gelderland-Zuid) en is het programma van start gegaan met 23 enthousiaste collega’s. Er werd een stuurgroep ingericht onder leiding van
Janine van den Berg (korpsleiding). Rein: “De eerste stap was de aanbesteding. Omdat er op 1 april nieuwe regelgeving kwam, wat risico’s kon opleveren, moest de aanbesteding voor 1 april gepubliceerd worden. Dat is ons gelukt.” Rein constateert dat er maar weinig ‘hick-up’s’ zijn geweest. “Er moest eenmaal een ‘perceel’ teruggetrokken worden omdat TNO met ons onjuiste informatie had gedeeld. We hebben alle onderdelen van het uniform door een onafhankelijk laboratorium laten testen, en bij de definitieve levering bleek dat dat artikel niet aan de gewenste standaard voldeed. Het ‘perceel’ is toen op basis van onderhandeling tot stand gekomen.”
Risico’s Na de aanbesteding werden in juli 2013 de contracten getekend. Rein: “Nog nooit in de geschiedenis van de politie-uitrusting is een aanbesteding van zo’n groot project in zo korte tijd gerealiseerd. We hebben dan ook de beste mensen gekozen van alle diensten die je kunt bedenken, zoals Inkoop, Technisch Specialisten, Financiën, Marketing, Logistiek, Voorlichting, en
“Soepel dragend, goede pasvorm, prettig zittend, overal bruikbaar.”
pagina 8
De historie
De ruiters houden nog wel hun blauwe rijbroeken.
zes dienders vanuit alle geledingen van het korps. In totaal 23 mensen, terwijl zo’n groep normaal uit zes á zeven mensen bestaat. We hebben ook een lijst met zo’n honderd risico’s opgesteld. Dat zijn allerlei risico’s die het project zouden kunnen verstoren. Als er bijvoorbeeld ergens een fabriek in de fik vliegt, kan je je uitrolschema wel vergeten. Een aantal van deze risico’s bestaat nog steeds. We halen bijvoorbeeld de broeken uit Polen, de schoenen uit Slovenië en Kroatië, de caps uit Tunesië, de jassen en de softshells uit Indonesië en de polo’s uit Turkije, om er een paar te noemen. In alle gevallen zit hier wel een Nederlandse, Duitse of Belgische leverancier tussen.”
Levering Rein: “Je moet niet denken dat een paar maanden na het tekenen van de contracten de spullen op de plank liggen. Dat is écht onmogelijk. Normaal ben je minimaal anderhalf jaar verder. Standaard rekenen we op twee jaar. Bij de aanbesteding moeten de leveranciers hun materialen wel inleveren om getest te worden, maar in het verdere proces kan het product nog aangepast worden. Daarna moet de leverancier opstarten, zoals het bestellen van garens, maken en verven van de stof, modellen knippen en in elkaar zetten. Hierbij zijn er veel afhankelijkheden in de markt. Bijvoorbeeld als er ergens een oogst mislukt, kan het al misgaan bij het bestellen van de garens. Zo kan je de hele kolom doorspitten en overal
pagina 9
risico’s benoemen die de levering kunnen vertragen. We hebben nu voldoende voorraad om met de uitlevering te beginnen.” Bij de uitlevering in piloteenheid Limburg wordt wel meteen een bijzonderheid opgemerkt, die niet ingecalculeerd was. Rein: “Kennelijk zijn de collega’s in Limburg kleiner dan elders in het land. We werken met een maatboog, die bestaat uit zo’n vijftig maten. Voor de bestelling delen we de maten procentsgewijs in op basis van de Nederlandse politie. Een van de kleine maten was op 6 procent berekend. Bij uitgifte in Limburg bleek de vraag naar die maat gestegen te zijn naar 35 procent. Daardoor kan je een tekort krijgen in de kleine maat. Dat hebben we nu meegemaakt bij de veiligheidsvesten. Dus moeten we de maatboog bijstellen. En je kunt bij een leverancier niet zomaar bijbestellen, want die leverancier moet ook voorbereidingen treffen. In de veiligheidsvesten bijvoorbeeld zit een maliënkolder, en daarvan kunnen er maar 1.000 per maand gemaakt worden. Dat wordt dus soms naleveren. Het wordt wel gedoogd dat in bijzondere gevallen nog even het oude uniform gedragen wordt in een eenheid die al overgegaan is. Zo hebben we een paar honderd collega’s met zulke grote maten, de stevige collega’s, dat deze apart opgemeten moeten worden. Zo’n 200 collega’s, van wie we weten dat zij in de buitencategorie vallen, hebben we al opgeroepen om zich te laten opmeten, maar uitzonderingen zullen er altijd blijven.”
In de jaren voor en vlak na de 2e Wereldoorlog was het politie-uniform statig en strak, met een hoge boord. De hogere officieren liepen vaak in een burgerpak. Een zomertenue was er nog niet, rijbroek (de ‘ballonbroek’) en rijlaarzen wel. In de jaren ’60 veranderde het uniform. De hoge kraag verdween en in de zomermaanden (strak gereguleerd van 1 mei tot en met 30 september) mochten (moesten) de ‘ballonbroek’ en rijlaarzen plaatsmaken voor een lange pantalon met lage schoenen. Daarbij kwam de duffelse jekker, de leren jekker (voor de rijkere gemeentepolitiekorpsen) en de kunstleren lekkers en lange jassen (ook wel palingvellen genoemd). Bij hogere temperaturen werd een overhemd met korte mouw toegestaan, waarbij in de loop der jaren ook de stropdas achterwege mocht blijven. In de jaren ’70 verscheen het ME-tenue, wat gezien kan worden als het eerste tenue dat specifiek functioneel ontworpen was voor een specifieke taak van de politie. In de jaren ’90 kwam de blouson in omloop, verscheen ook het ‘colbert’, en werden er voor diverse specialistische functies concessies en aanpassingen gedaan. Hierdoor ontstond een grote verscheidenheid aan kledingstukken, die willekeurig gedragen konden worden en kon er niet echt meer gesproken worden van een ‘uniform uniform’. Mede doordat ook andere toezichthouders het politie-uniform kopieerden, werd de uniformiteit, herkenbaarheid en uitstraling van de politie sterk verminderd. Met de komst van het nieuwe uniform heeft de Nederlandse politie niet alleen een functioneel werkpak, maar ook weer één herkenbare – stoere - uitstraling.
Beperkte uitgifte Rein benadrukt dat niet alle collega’s het nieuwe uniform zullen krijgen. “Er wordt momenteel beleid ontwikkeld voor alle uniformdragenden. Maar het nieuwe uniform wordt alleen uitgegeven aan collega’s die daadwerkelijk op straat in het publiek hun werk moeten doen. Het gaat om de uitstraling in het straatbeeld. Dit betekent bijvoorbeeld dat de Arrestantenverzorgers, Recherche, Bewaking en Transport en baliemedewerkers hier nog niet voor in aanmerking komen. Die zullen het oude uniform voorlopig nog moeten blijven gebruiken.”
Uitgifte De pilot van de uitgifte in Limburg heeft veel informatie opgeleverd hoe het niet moet. De uitgifte in kleine hoeveelheden op meerdere plaatsen had als effect dat niet alles direct op locatie beschikbaar was, en er dus veel nageleverd moest worden. Rein: “Nu gaan we in elke eenheid naar één – hooguit twee – locaties, die ruim 1.000 m2 moeten zijn. Daar kunnen we dan de 170 pallets kwijt die we elke dag nodig hebben om op die dag iedereen te voorzien van de juiste kleding. Alles wordt per collega op maat verstrekt, wat vooral bij het veiligheidsvest – per slot van rekening een persoonlijk beveiligingsmiddel – heel belangrijk is. De collega’s die de uitgifte doen hebben daar dan ook een driedaagse opleiding voor gehad. We kunnen per dag 380 collega’s in het pak steken. Voor een eenheid als bijvoorbeeld Den Haag hebben we dus tien dagen nodig. Overweging was om de wisseling per eenheid zo kort mogelijk te laten duren en voor de jaarwisseling klaar te zijn. Bij het uitgiftepunt staan ook containers om de oude uniformstukken in te leveren. Je kunt dus in het oude uniform binnen komen en in een compleet nieuw uniform weggaan. In Limburg leverde dat zo’n 6.000 kg (43 m3) oude kleding op. Wel moet elke collega een ‘representatief uniform’ houden voor officiële gelegenheden.”
Draagplicht Ook over de draagplicht is al nagedacht. Volgens Rein gaat de korpsleiding sturen op het dragen van de onder andere de cap en het veiligheidsvest; voor een uniforme uitstraling. Andere ‘oude uniformonderdelen’ mogen niet meer worden gedragen. We leveren ook nieuwe tactische veiligheidsvesten uit, de zogenaamde ‘harnassen’; voor elke opvallende auto drie harnassen (twee voor de bemanning en een voor een eventueel passerende biker of motorrijder), tien voor elk ME-peloton en tien in de bureaus van de basisteams. Deze harnassen worden over het veiligheidsvest gehaakt, dus je zult het ene nodig heb-
Ook in de boot het nieuwe uniform.
ben om het andere te kunnen gebruiken. De korpsleiding is bezig met een algemeen draagvoorschrift, en zodra de uitlevering voltooid is, mag niemand meer in enige vorm van andere kleding lopen en zijn cap en vest verplicht. Het is tenslotte een uniform.”
Stuurgroep Rein is van mening dat de stuurgroep een belangrijke bijdrage heeft geleverd om het uniform snel van de grond te krijgen. “Alle takken van dienst zaten erin, inclusief het ministerie. Zij begrepen dat de dienders een nieuw uniform wilden en zijn er ook voor gegaan. Normale aanbestedingen lopen niet zo snel, omdat er soms andere belangen meespelen. Nu was iedereen gecommitteerd om aan de slag te gaan. Verder is er ook heel veel geïnvesteerd in samenwerking. Veel capaciteit ging naar dit programma en daardoor kon alles soepel lopen.”
Redden we het? De planning is dat op 19 december 2014 alle 32.500 collega’s zijn voorzien van het nieuwe pak; een enorme logistieke uitdaging. Rein: “We hebben voorraad en dagelijks rollen de pallets bij ons naar binnen. We hebben extra ruimte moeten huren om alles op te kunnen slaan. Ja, we redden het.”
Dankbaar en trots Bij de uitgifte in Limburg merkte Rein veel trots en dankbaarheid bij de collega’s. “Ze laten goed voelen dat dit een uniform is waar ze jaren om gevraagd en op gewacht hebben. “Ik stond bij de poort en hoorde een niet te beschrijven dankbaarheid en trots op de nieuwe kleding. Als ik een vrouw was geweest, was ik door iedereen gezoend geweest”, besluit een trotse Rein.
Bescherming Het oude uniform had geen specifieke merk- of modelbescherming, zodat je na verloop van tijd ook allerlei andere diensten in gelijksoortige uniformen op straat kon tegenkomen. Rein: “Dit uniform is beschermd en mag niet worden gekopieerd. Het is ons eigen gedeponeerd merk. Ons logo staat overal in en het mag dus niet worden overgenomen.”
In de opslagruimte ontelbare pallets met dozen met kleding en uitrustingstukken. Klaar voor aflevering.
pagina 10
Stichting Waarborgfonds Politie
Vergoeding voor schade die je nergens vergoed krijgt Schade omdat je bij de politie werkt en je krijgt de schade nergens anders vergoed? Doe een verzoek tot schadevergoeding bij de Stichting Waarborgfonds Politie (SWP).
s en
W Stic lit aa ht ie rb in or g gf on ds Po
ijg
d
kr
e
rg
oe
di ve
de ha sc or vo
t
rg
ne
Ve rg e j
oe
di
ng
Voor elke politieman en -vrouw De Stichting Waarborgfonds Politie is bedoeld voor individuele politiemensen die, als gevolg van hun beroep, buiten hun schuld om schade lijden die ze op geen andere manier vergoed kunnen krijgen en dat sociaal maatschappelijk gezien niet aanvaardbaar is. Vangnet De SWP is een vangnetvoorziening. Je kunt er alleen een beroep op doen als je de schade niet volledig kunt verhalen binnen de geldende regelingen en verzekeringen. Eenvoudig een verzoek indienen Je kunt aanvragen indienen voor incidenten die op of na 25 november 2005 hebben plaatsgevonden. Hoewel het waarborgfonds uiteraard voorwaarden hanteert, staat de deur wagenwijd voor je open en is de drempel laag. Vul eenvoudig het aanvraagformulier in op de site van het PolitieKennisNet. PolitieKennisNet Alle informatie over De Stichting Waarborgfonds vind je op het PolitieKennisNet. Zoek op ‘waarborgfonds’ of ‘swp’.
pagina 11
VMHP-Golfdag 2014 Wanneer is een activiteit of een gebeurtenis traditioneel? Na twee, drie of vier keer? De VMHP-Golfdag werd dit jaar voor de zesde keer gehouden en kan dus wel traditioneel genoemd worden. Ook het gestaag stijgende aantal deelnemers bewijst dat dit evenement meer dan levensvatbaar is.
door Evert Onink
A
nders dan in de vijf voorgaande edities van dit gezellige golftoernooi – en dus afwijkend van de traditie - moesten de deelnemers zich ditmaal niet melden op golfbaan Harderwold in Harderwijk, maar hadden de organisatoren besloten te kiezen voor vernieuwing, en voor de golfbaan BurgGolf Haverleij in Den Bosch.
stijging van 19 naar 23 deelnemers, ondanks het overlijden van enkele vaste deelnemers en afzeggingen wegens onverwachte drukke werkzaamheden elders. Voorzitter Sanna Eichhorn plaats dit evenement volledig binnen de kaders en tradities van de VMHP: er is een activiteit, het is spontaan en gezellig, en het heeft een groot netwerk- en reüniegehalte.
Het weer
Natuurschoon
Wel volgens de traditie begint de dag met behoorlijk dreigende bewolking. Halverwege de wedstrijd is er zelfs sprake van hele lichte regen, maar verder blijft de dag droog, terwijl aan het einde van de middag zelfs de zon nog doorbreekt. In zijn openingsspeech memoreert organisator Piet Bisschop de lichte
Na de – ook al traditionele – groepsfoto gaan de deelnemers in flights van drie de baan op. Als fotograaf – en absolute niet-golfer (ik krijg op het eerste hole voor het eerst een ‘club’ in mijn hand gedrukt) – heb ik het genoegen om van hole naar hole te mogen switchen en overal de verrichtingen van de golfers te mogen
Johan Koelewijn kijkt na de afslag zijn bal na.
volgen. Mooie ‘drives’ met ‘birdies’ (en soms een ‘eagle’) wisselen af met slagen die als ‘onspeelbaar’ worden bestempeld, plonzen in de talrijke vijvers en persoonlijke gevechten in de ‘bunkers’. Naast het volgen van de golfers is het al een waar genoegen te mogen rondlopen op de prachtige groene baan met glooiende hellingen, hinderlijke waterpartijen en zandbunkers, strategisch geplaatste bosschages en ontelbare vogels. Ook de deelnemers vinden de baan prachtig, met kwalificaties als ‘uitstekend aangelegd en onderhouden’, ‘afwisselend’ en ‘uitdagend’. Als het stof opgetrokken is reikt medeorganisator Kees van Dijk op de 19e hole (voor niet-ingewijden: het club-
pagina 12
weer succesvol
huis) onder het genot van een drankje de prijzen uit. Eppo van Hoorn heeft de vijfde plaats veroverd en Bram van Kempen de vierde. De derde en tweede plaats gaan naar de twee nieuwelingen in het deelnemersveld (en oud-VMHP-ers) Wijnand Eissens, respectievelijk Rudy van Leussen. De prijzen voor de langste slag gaan naar Karin Alferink bij de dames en Wijnand Eissens bij de heren. De neary (wie komt met één slag het dichtst bij de vlag) is voor Elly Molendijk. De kampioen, tevens winnaar van de Theo Stallmann-schaal, is Johan Koelewijn , die met 37 Stablefordpunten iedereen de baas is gebleven. Kees van Dijk sluit af met de mededeling, dat ook volgend jaar het VMHPGolftoernooi op de laatste vrijdag van
pagina 13
juli (dus 31 juli 2015) gehouden zal worden, en roept iedereen op om ook andere golfers hiervoor te enthousiasmeren.
De deelnemers. Kampioen Johan Koelewijn met de Theo Stallmann-schaal.
Overstap van Rotterdam naar Calgary
Margreet Reinders still going strong! In 2006 maakte Margreet Reinders de overstap van Politie Rotterdam naar de Calgary Police Service. Eerder verscheen een interview in dit blad over het hoe en waarom en de verschillen. Een aantal weken geleden – we kwamen aan de dag vóór de WK-wedstrijd tegen Spanje en vertrokken de dag na de WK-finale - maakten wij een rondreis door west Canada, om op vijf plaatsen familie van echtgenote Hannelies te bezoeken. Daarbij ook Calgary. In 1991, toen ik eindredacteur van het Blauwtje mocht zijn, was Margreet de correspondent van de NPA. Reden genoeg om Margreet op te zoeken.
Margreet, ofwel Margaret zoals zij hier heet, haalt mij op in de lobby van het hotel. Wij rijden naar een tent “waar ze wèl lekkere koffie hebben”. Onderweg vertelt zij dat er veel reacties kwamen op het interview van destijds. Enthousiast laat Margreet een mapje met foto’s zien van haar diverse activiteiten; sporten neemt nog steeds een hele belangrijke plaats in. Ze is keeper bij het(ijs-) hockey, speelt golf en doet aan skiën en marathon lopen. Het hockeyteam is een belangrijke vriendenkring. Daarnaast heeft zij contacten via de kerk. Dat is in de praktijk een sociaal vangnet; men helpt elkaar als dat nodig is. Margreet werkt al geruime tijd bij Verkeer en rijdt zomers op de Harley. Zij overweegt om binnenkort de overstap naar de recherche te maken.
Toekomst Bij de start in Calgary was het uiteraard erg wennen, met name ook vanwege de (vak-)taal en de wijze waarop de auto’s worden aangestuurd met incidentencodes, straten en blocks. Anders dan in Nederland is men niet hulpvaardig als je een bepaald woord niet begrijpt. Wij gaan dan helpen,
door Bob Nagel
maar hier laten ze je lekker doormodderen. De chef van Margreet is een Duitser en in haar ploeg zitten diverse Engelsen. Met haar rechtenstudie en academie bevalt het werk op straat haar prima. Soms vraagt zij zich af of ze moet gaan voor “sergeant”, zoals veel van haar collega’s. Die beslissing hangt ook een beetje af van wat ze Participatiemaatschappij in Canada. Veel toezichtsinitiatieven van de burgers.
nog wil. Je kunt met 55 jaar met pensioen, maar na 25 jaar bij de politie is het financieel nog aantrekkelijker. De keuze dus tussen nog 10 of 17 jaar. Het vakbondsbloed vloeit bij haar nog steeds door d’aderen. Margreet is actief in de CPA, de Calgary Police Association. Iedereen is daar vanuit het werk automatisch lid van, vertelt zij. Wellicht gaat zij binnenkort wel voor een bestuursfunctie, waarbij je gedeeltelijk wordt vrij gemaakt. Zij is ook lid van de ceremoniegroep van het korps, die het korps in uniform en met vaandel vertegenwoordigt bij officiële gelegenheden.
Community-denken Het korps steekt veel energie in preventieve activiteiten. Zo worden er sportontmoetingen georganiseerd met probleemjongeren. De criminaliteitscijfers zijn laag. De politie komt voor alles, inclusief de rokende bbq van de buurman. Het community-denken is in Canada, net als in de VS, sterk ontwikkeld. Wel is haar opgevallen dat er vanuit Canada nauwelijks ‘naar buiten’ wordt gekeken. In Nederland zijn we altijd bezig om te bestuderen wat er op ons afkomt, welke ontwikkelingen
pagina 14
Margreet bij een Ford F-250 van de Calgary Police Service.
er zijn over de grens. Hier niet. Maar het is ook een groot land: 35 miljoen inwoners op 9.984.670 km2 (130 keer het oppervlak van Nederland en België bij elkaar!); Nederland telt 17 miljoen inwoners op 42.000 km2! In de steden is er lokale politie, op het platte land opereert de Royal Canadian Mounted Police (RCMP), een soort Rijkspolitie. Laten er nu ideeën bestaan om alles bij elkaar te harken en er regio’s van te maken!... Na de koffie rijden we naar haar bureau buiten het centrum, waar de motoren staan en een duur bomvoertuig met robot. In de regen maken we snel even een foto. Soepel stelt ze mij voor aan haar collega’s, daarbij indirect complimenten krijgend, als een collega mij vraagt “send dus more offi-
pagina 15
cers like her!”. Haar persoonlijkheid en de wijze waarop zij over haar werk praat geven aan dat het van oorsprong Hardenbergse meisje haar mannetje staat. In de provincie Alberta waarin Calgary ligt, zijn kentekenplaten aan de voorzijde van de auto niet verplicht. Dat vindt zij erg lastig. In de praktijk is er een scheiding tussen het Engelstalige westen en het Franstalige oosten van het land. De cultuur is ook anders. De VS is weer een verhaal apart, ook als ik bij een collega een vergelijking maak met dat land. “This is Canada”, klinkt het kortaf. Als je aan de ruimte en levensstijl van daar gewend bent, is er van terugkomen geen sprake. Margreet overweegt te zijner tijd een huis in de buurt van
Vancouver te kopen en in Calgary ook iets aan te houden. Het klimaat is daar aantrekkelijker. Hier is het bijvoorbeeld nauwelijks herfst, vertelt Margreet. Hoogstens een week en dan - boem – is het winter. Zo af en toe komt Margreet in Nederland en als het uitkomt wil zij best wel iets vertellen over haar leven en werken daar. Die ambassadeursrol vervult zij graag. Margreet is bereikbaar via Reinders.margaret@gmail. com
Canada by car Het was voor ons de eerste keer dat wij Canada bezochten; we waren eerder wel in de VS. We bezochten, om even het gebied aan te geven, onder meer Vancouver, Calgary, Edmonton,
Eland langs de highway van Jasper naar Edmonton.
Whistler, Sunshine Coast, Vancouver Island met als slot hoofdstad Victoria. Daar tussendoor prachtige nationale parken. Vandaar weer naar het vliegveld van Vancouver. We reden 6.000 km met een gehuurde Dodge Journey, bij de start 1.200 km op de teller. Waren aanvankelijk van plan een camper te huren, maar dat is met z’n tweetjes relatief duur en bovendien voor de familiebezoeken niet zo praktisch. Negen procent van Canada bestaat uit water, dus er zijn veel ferry’s, meestal in handen van de staat. Tijdens zo’n reis valt een aantal zaken op. Allereerst de ruimte, ruimte en nog eens ruimte! Op een aantal plaatsen zagen we beren op de weg (letterlijk) en later ook wasbeertjes, grizzly-beren, herten en orka’s. Waar in de
Adembenemende vergezichten.
VS de begroeting “how are you guys doing today?” meer een routinematige vraag is die meestal onbeantwoord kan blijven, geeft men hier een antwoord en stelt vervolgens vaak een wedervraag “how about you?”
Smeltkroes De oorspronkelijke bewoners van Canada zijn de Indianen (nu aboriginals of first-nations genoemd), die door de Fransen en Engelsen naar reservaten werden verbannen. In musea zijn prachtige dingen over hen te zien. Nu is het land een smeltkroes van alle nationaliteiten die je maar kunt bedenken; opvallend veel Aziaten. “Were are you from?” is er een veel gebezigde vraag. De banden met Nederland zijn talrijk; Canadezen hebben wel wat met ons
,,De banden met Nederland zijn talrijk; Canadezen hebben wel wat met ons land.”
land. Vaak worden we qua uitspraak voor Duitsers versleten. Als men dan weet waar we ”from zijn”, praat iedereen heel enthousiast over de resultaten van de “soccer”; op dat moment een internationaal bindende factor. Deze sport gaat daar ook steeds meer leven en overal staat de tv tijdens de wedstrijden aan. Wij denken dat wij qua liberalisme, homoscene, wietshops en zo bijzonder zijn. Wereldwijd zal dat best zo zijn, maar in British Columbia Vancouver voorop - kunnen ze er ook wat van! Buurprovincie Alberta is conservatiever.
Verkeer De wegen zijn heel breed en goed berijdbaar. De rijstijl is heel gedisciplineerd en de snelheid is maximaal 110 km! Hoe anders kijk je dan tegen een discussie in ons landje aan of een stuk 120 of 130 moet zijn!... Voetgangers en fietsers (helm op) vormen een categorie apart. Als je er over denkt over te gaan steken, staat het verkeer al stil. Daarentegen is fietsen langs de highway, bij gebrek aan fietspaden,
pagina 16
wel weer toegestaan. Onze caravan heet daar trailer en onze camper mobile home. Dan heb je nog de tandemastrailers die je op een truck met een open laadbak kunt doen. Dat zijn de zogenaamde fifth-wheels. Vervoer is in zo’n groot land uiteraard belangrijk en de variëteit in voertuigen is grenzeloos en ze zijn bovenal gróóót. Ze komen daar wat van terug, vooral vanwege de benzineprijs. Kostte die tijdens het eerdergenoemde interview nog 75 cent, nu was die 90 eurocent. Treinen slingeren zich traag langs bergen en door tunnels: rond de 100 goederenwagons per trein! Heel plezierig zijn de overal voorhanden openbare – meestal schone - toiletten, tot in de parken toe. Verder is het leven redelijk easy. Omkleden om in een restaurant te gaan eten is vaak niet nodig. Korte broek en sportschoenen voldoen langer aan de dresscode.
Niet goedkoop Behalve de benzine is Canada geen goedkoop land voor ons, alcohol voorop. Uiteraard is daar wel op te sturen en je krijgt er heel veel voor terug! Bij
pagina 17
de aangegeven nettoprijzen komen nog de governmental tax en de provinciale tax. Bij alcohol ook nog de liquortax. De belasting in Alberta is lager dan in BC. Verder is het tippen in de horeca een verhaal apart. De tip maakt onderdeel uit van het salaris en 15 tot 20 procent wordt verwacht. Als het echt slecht is uiteraard niet. Meestal kun je het zelf bepalen. Eén keer had men onze rekening zelf al met 17% gecharged! De porties zijn vaak (te) groot, reden waarom wij regelmatig aan “sharing” deden. Verder kun je in de supers, als je dat wilt, prima je kostje bij elkaar sprokkelen. Canada is een geweldig reisland, waar natuur nog echt natuur is en je de stilte kunt beluisteren. Ben je in de buurt van Calgary: Meet Greet!
Margreet op de Harley.
Toen ik dit stukje op 22 juli aan Margreet mailde met het verzoek er even naar te kijken, bleek dat de kop helaas geweld werd aangedaan door een ernstig auto-ongeluk dat Margreet op 17 juli (de dag van de MH 17) kreeg. Haar auto was totall loss, toen een auto met aanhanger, die in dezelfde richting reed, begon te slingeren en zij ge-“sideswiped”werd. Margreet belandde in het ziekenhuis waar ernstige kneuzingen aan de nek werden geconstateerd. Zij is momenteel nog thuis en hoopt binnenkort voorzichtig weer wat te kunnen doen. De prognose voor de langere termijn is nog onduidelijk. Bob
Er is meer dan de “Er is meer buiten de politie en er is veel vraag naar leidinggevenden vanuit het politievak. Het kan een grote stap zijn om buiten je comfortzône te stappen en een job buiten de politie te aanvaarden, maar het kan een enorme een verrijking zijn voor jezelf, voor je ontwikkeling als mens en als professional. Kijk eens om je heen en grijp de kansen waar deze zich voordoen.”
A
door Evert Onink
ls ik in een bericht lees dat Pier Eringa een van de leden is van de onlangs ingestelde Commissie van Toezicht en Beheer voor de Nationale Politie is het besluit snel genomen om hier een artikel aan te wijden. Ook een interviewafspraak met mijn voormalige korpschef is binnen enkele dagen gemaakt, maar het interview loopt anders dan verwacht.
Commissie Ik word ontvangen op de 10e verdieping van de bestuurstoren van het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht, waar Pier Eringa als voorzitter van de Raad van Bestuur zetelt. Zijn kantoor is eenvoudig, zonder de pracht en praal en bijzondere opsmuk, zoals die vaak bij directieleden wordt aangetroffen. Pier is zoals ik hem ken: hartelijk, joviaal, geïnteresseerd, open en to-thepoint. Over de reden van mijn komst is hij kort: “De Commissie van Toezicht en Beheer is onlangs opgericht. Deze bestaat uit vijf leden vanuit bestuurlijke en bedrijfsmatige invalshoeken. Arjan van Gils en ik zijn commissielid vanuit ons verleden met de politie. Ik ben nu acht jaar bij het korps Flevoland weg
en werd gevraagd, omdat ik in het profiel paste. Ik heb ingestemd omdat ik iets voor de politie terug wilde doen. Ik kan nu vanaf gepaste afstand meepraten. Onze taak is het adviseren van de minister over vraagstukken ten aanzien van het beheer van de politie, zoals bijvoorbeeld het PDC, huisvesting, ICT en de HRM-problematiek. Complexe vraagstukken, zoals bijvoorbeeld de contradictie tussen de opgelegde bezuinigingen en de baangaranties. Of minder gebouwen terwijl elke burgemeester de bureaus open wil houden. We moeten hiervoor nog een werkprogramma schrijven. Meer kan ik hier op dit moment niet over zeggen.”
Ervaringsdeskundige Vervolgens gaat Pier naadloos over op een onderwerp dat hem na aan het hart ligt: persoonlijke ontwikkeling door wisseling van vakgebied. Met zijn cv kan je wel stellen dat hij hierin een ervaringsdeskundige bij uitstek is. Veel collega’s weten hem inmiddels te vinden. Pier: “Ik krijg maandelijks wel politiemensen bij mij over de vloer, leidinggevenden of anderen, die met mij een kop koffie willen drinken met de vraag: “Hoe is het buiten de poli-
De politie is uniek in opdracht, maar niet in organisatie.
tie? Zou de overstap wel kunnen? Zou de zorgsector misschien iets voor mij zijn?” Ik denk dat politiemensen zich in de zorg zeer goed thuis zouden kunnen voelen. Ik vind het ook goed dat politieleidinggevenden zich afvragen of zij de rest van hun leven wel bij de politie willen blijven. Mijn geruststellend antwoord is dan ook dat er meer is dan de politie alleen. Tegelijkertijd zie je ook dat het voor politiemensen toch een grote stap is om weg te gaan bij de politie. De politie is tenslotte een vreselijk leuke baan; de afwisseling en variatie, de actiegerichtheid, midden in de dynamiek van de samenleving. De overstap kan je ook het gevoel geven dat je een overloper bent. Aan de andere kant merk ik ook bewondering bij politieofficieren die zien dat een overstap goed kan uitpakken, zoals bij Arjan van Gils (gemeentesecretaris), Herman Geerdink (zorgsector), Karel Brugman (gemeentesecretaris) of Jan Krijns (ING-bank), om er eens een paar te noemen. Zo zijn er heel veel voorbeelden van politieofficieren die in andere takken van sport terecht gekomen zijn en het daar goed doen. Er wordt met een zekere nieuwsgierige belangstelling gekeken naar het leven buiten de politie. Ik ben zelf twee keer bij de politie weggegaan en weer terugkomen, dus het is ook niet zo dat, als je eenmaal weg bent, je nooit terug zou kunnen naar de politie.”
Reputatie Pier schetst zijn motivatie waarom hij in zijn carrière meerdere malen overgestapt is. “De wereld op leidinggevenden- en officiersniveau bij de politie is overzichtelijk en het nadeel van een lange loopbaan is dat je, voor je het weet, een bepaalde naam of reputatie hebt - een stempeltje op je voorhoofd - die je de rest van je leven meedraagt. Dat maakt dat je niet díe ont-
pagina 18
politie
Pier Eringa, directeur van het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht, een klinisch ziekenhuis met vier vestigingen in de regio Dordrecht en omstreken.
wikkeling door kunt maken die je zelf zou willen. Je kan zelf wel het gevoel hebben dat je je ontwikkelt, maar je omgeving moet je dat ook wel gunnen. Het risico van stagnatie van je ontwikkeling ligt op de loer. In een nieuwe omgeving kan je weer een blanco start maken, met een blanco reputatie. De goeie dingen uit je vorige werkkring kan je behouden, en op gebieden waar je je wilt verbeteren en ontwikkelen
pagina 19
kan je dat uitproberen in een nieuwe setting en in een nieuwe omgeving die jou dat veel meer gunt. Hierin liggen de kansen op verbetering van jezelf. Met elke overstap wordt je rugzakje weer gevuld met nieuwe kennis en vaardigheden.”
Politiek Als voorbeeld noemt Pier zijn overstap van korpschef Flevoland naar gemeen-
Ziekenhuizen
Nederland kent een gradatie in ziekenhuizen. Er zijn 6 academische ziekenhuizen, 27 klinische ziekenhuizen met opleidingsfaciliteiten (waaronder het Albert Schweitzer ziekenhuis) en circa 90 andere ziekenhuizen. Na het interview kreeg ik een rondleiding door – een deel van – het ziekenhuis. Duidelijk was dat alles patiëntgericht was ingericht, zoals alle specialismen voor een bepaalde ziekte bij elkaar, met bijvoorbeeld bij kankerpatiënten het creëren van een ‘huiskamergevoel’. De lieveling van directeur Eringa is duidelijk de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH). “Deze afdeling is vergelijkbaar met de politie. Hier gebeurt het echte acute werk en is alles strak geregeld. Soms heel rustig, dan weer hectisch. Er geldt een tijdslimiet van drie uur. Daarna moet de patiënt behandeld zijn: op zaal of naar huis.” Pier ziet nog een overeenkomst met de politie. “Bij de politie is bekeuren één van de belangrijkste activiteiten. Contact met de burger, aanspreken, uitleggen, informeren, afhandelen. Wie doen dat bij de politie? Niet de ervaren dienders, maar studenten, groentjes, de lager opgeleiden. De SEH is de belangrijkste afdeling van het ziekenhuis. Hier komen de acute gevallen binnen met de meeste diversiteit. Hier staat ook alle apparatuur, zoals die ook elders in het ziekenhuis aanwezig is. En wat zetten wij hier neer? Leerlingen en assistent-artsen, in plaats van de ervaren specialisten.”
tesecretaris Nijmegen. “Dat was wel de grootste stap in mijn carrière. Veel mensen dachten dat er met mij wat mis gegaan was, vonden het sneu dat ik de overstap moest maken of dachten dat die baan gewoon niet bij mij paste. Bij Politie Flevoland was mijn missie om Flevoland op de kaart te zetten. Dat betekende een prominente leidende rol met veel zichtbaarheid en exposure, veel media. Als gemeentesecretaris werd ik de grote dienaar achter het College van Burgemeester en Wethouders. Ik kwam in een rol waarin van mij gevraagd werd dat ik weinig zichtbaar was en dienend was aan het College. Bovendien moest ik dealen met allerlei politieke processen en politieke spelletjes; dan gaat het dus niet
alleen om de inhoud maar ook de politiek eromheen. Het werk was niet operationeel, maar achter de schermen. Het paste eigenlijk niet bij mij, maar in die periode heb ik veel geleerd. Mijn eerste burgemeester, Guusje ter Horst, was van de haakse bochten; doortastend en de confrontatie. Thom de Graaff daarentegen was veel ronder en wijzer, meer beschouwend. Van beiden heb ik veel geleerd, en dat heeft - denk ik - gemaakt dat ik de stap naar de zorgsector heb gezet.”
door Evert Onink
Zorgsector De stap naar het bestuur van het Albert Schweitzer ziekenhuis noemt Pier de beste stap die hij gemaakt heeft. “Deze functie heeft de combinatie van de politie en de politiek. Enerzijds het 24-uurs bedrijf waarin altijd iets moet gebeuren, nauw bij de patiënt en het vak betrokken medewerkers, hoogwaardige professionals, slimme dokters die zich niet gemakkelijk dingen laten zeggen; en anderzijds declaratieregels, kosten van verzekeraars, banken, kortom een heel circus aan belangrijke partijen rondom het ziekenhuis waarmee je moet dealen. De ene dag heb ik te maken met een calamiteit als er bijvoorbeeld een verwisseling van spuiten geweest is, waardoor iemand gedeeltelijk verlamd raakt (er gaan nog steeds mensen onnodig dood door miscommunicatie, verwisseling van medicatie en dergelijke), en het volgende moment zit je in onderhandeling met verzekeraars over contracten. Ik vind dat de politie mij heel veel heeft gebracht - ik gebruik hier ook nog steeds voorbeelden uit de politiewereld - zoals bijvoorbeeld actiegerichtheid, oplossingsgerichtheid, crisisbestendig zijn; dat zijn vaardigheden die ik goed kan gebruiken. Tegelijk is er ook iets meer, in de zin van: kunnen beschouwen, afstand kunnen nemen, kennis van bestuurlijke processen. Dus niet altijd via de binnenbocht maar ook wel eens door de buitenbocht; af toen zijpaadje inwandelen waarvan je van tevoren al weet dat het niets wordt. Overal leer je van en steek je wat van op. Dat in de praktijk brengen in een nieuwe setting, is wat ik heb gedaan. Dat kan vooral door
Pier Eringa bij de verzameling apparatuur in de Spoedeisende Hulpverlening.
even een flinke stap te nemen naar een andere baan in een andere omgeving. Dus niet alleen een nieuwe cultuur en de nieuwe organisatie maar ook met nieuwe mensen.”
Werkvloer Ondanks alle carrièreswitchen is Pier in heel veel dingen dezelfde gebleven. In Flevoland ging Pier als korpschef minstens eenmaal per maand in uniform mee op surveillance. Wijzend op een wit pak achter de deur van zijn kantoor zegt Pier: “Eén keer per maand ga ik als verpleegkundige het ziekenhuis in. Ik vind het leuk om bij operaties te kij-
Overal leer je van en steek je wat van op.
ken of bij een dokter bij het spreekuur aanwezig te zijn. Ik vind het belangrijk om benaderbaar te zijn en in contact te zijn met mensen. Ik ben niet het type dat in driedelig pak de directeur uithangt. Als persoon ben ik nog steeds wie ik ben, maar ik heb wel dingen toe kunnen voegen. Mijn stelling is dat je je het gemakkelijkst en het best kunt ontwikkelen als je de kans krijgt om iets te doen in een nieuwe omgeving waar de mensen je niet kennen. Daarom gun ik het politiemensen dat zij de stap zetten in een hele nieuwe omgeving met een nieuwe cultuur en nieuwe mensen, maar dan zonder stempeltje op het voorhoofd. Ik weet dat het niet gemakkelijk is, want de prijs die je betaalt, kan soms zijn dat je terugvalt in salaris, geen auto van de zaak meer, langere reistijd, investeren in eigen opleiding. Ik heb een speciaal tweejarig traject voor het besturen van ziekenhuizen gevolgd bij SIOO en Boer en Croon. Je krijgt het dus niet cadeau. Je moet er wat voor doen en je moet het zelf willen.”
pagina 20
dat je je goed oriënteert en niet zomaar in het diepe stapt, maar het mag ook wel een beetje spannend zijn. Na een paar jaar gemeentesecretaris was mijn conclusie wel dat dit niet de baan van mijn leven was; dat is ziekenhuisdirecteur zijn wel. Dit is wel de baan van mijn leven, omdat dit de leukste baan is die ik tot nu toe heb gehad. Het heeft de combinatie van het zakelijke en het bedrijfsmatige van de NS, de crisisbestendigheid, actiegerichtheid en oplossingsgerichtheid van de politie en het politieke en dienend leiderschap van gemeentesecretaris; dat zit allemaal in deze functie. Ik heb nu het probleem dat ik niet zo goed weet wat ik hierna zal gaan doen. De stap naar gemeentesecretaris was een belangrijke leerfunctie en de stap naar ziekenhuisdirecteur was een bewuste stap uit overtuiging.”
niet uniek. Wel in opdracht, maar niet in organisatie. Ook de thema’s zijn vaak hetzelfde: communicatie, afstemming, samenwerking, mensen enthousiasmeren. Die thema’s kom je overal tegen. Toen ik in dit ziekenhuis kwam was het een middelmatig ziekenhuis. We deden het in de lijstjes en klassementen niet goed. Dit moment zijn we het beste ziekenhuis van Nederland. Een van mijn ‘drives’ is ook om de organisatie beter te maken en bij de besten te willen horen. Het kan toch niet zo zijn dat ik de enige ben die dat zou kunnen; waarom zouden andere politiebazen dat niet kunnen? Ik gun iedereen het werk waarin hij of zij het meest gelukkig is. En als iemand informatie wil hebben: mijn deur staat altijd open.”
Zoek geen excuus
Kansen grijpen Pier geeft aan dat het rugzakje van de politie uitermate waardevol is, maar vult aan dat het de moeite waard is om daar ook dingen bij te stoppen vanuit andere culturen en organisaties. “Dat maakt je blik breder en zorgt voor een grotere persoonlijke onafhankelijkheid, zodat je geen speelbal van de ontwikkelingen wordt. Ik vind het wel een interessante vraag hoe je meer regie kunt krijgen op wat je doet. Dat moet je wel zelf doen. Mensen kunnen zeggen: ‘daar heb je misschien ook wel geluk voor nodig’. Ik denk ook dat je dat geluk moet hebben, dat de kans langs moet komen, maar ook dat je kansen moet grijpen en het soms moet aandurven om in het onzekere te stappen. Mijn stap naar het Openbaar Ministerie was niet zo spannende. Mijn stap naar de NS was alweer groter, naar het bedrijfsleven. Mijn stap naar Politie Flevoland was weer vertrouwd, want ik kende de politie. De stap van politie naar gemeentesecretaris was een grote en spannende. Het is belangrijk
pagina 21
Pier was nog relatief jong bij zijn overstappen, maar dat ziet hij niet als voordeel of excuus om het wel of niet te doen. “Er zijn allerlei redenen om niet over te stappen, maar het lijkt me vreselijk als je op je 55e denkt ‘ik moet nog 10 tot 12 jaar’. Leidinggeven is niets anders als: ´hoe krijg ik met een groep mensen dingen voor elkaar’. Dat geldt in alle sectoren. Ik heb in het publieke domein de meeste takken wel gehad. Veiligheid, openbaar vervoer, lokaal bestuur en nu de gezondheidszorg. Maar er zijn meer mogelijkheden, zoals veiligheidsregio’s, brandweer, of onderwijs. Politiemensen zijn snel ergens in thuis, hebben snel door hoe zaken in organisaties lopen, de structuur, de grote lijnen. De politie is
Trots toont Pier Eringa de plaquette die verbonden is aan de status van het beste ziekenhuis in de Top 100 van Nederland.
Leden van de Commissie van Toezicht en Beheer De Commissie van Toezicht en Beheer wordt gevormd door: • Ed Kranenburg, oud secretaris-generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en ambassadeur in Parijs (voorzitter) • Gerrit de Jong, oud Kamerlid en oud-lid van de Rekenkamer • Annemarie Kuks, HRM directeur van Douwe Egberts • Arjan van Gils, gemeentesecretaris van Amsterdam • Pier Eringa, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht
Hoofdbestuur VMHP en taakverdeling S.E. (Sanna) Eichhorn (Zuid Nederland) voorzitter, lid CGOP, beheerscommissie PZP mobiel: 06-20 60 19 83 e-mail:
[email protected] G.J. (Gerry) Smit (Amsterdam) vice-voorzitter mobiel: 06-53 27 66 03 e-mail: vice-voorzitter@@vmhp.nl W. (Willem) Doppenberg, penningmeester mobiel: 06 - 36 21 13 61 e-mail:
[email protected] C. (Cees) van der Voet, (Midden Nederland) secretaris mobiel: 06-10 90 70 61 e-mail:
[email protected] R.H.R. (Ruub) Petow (Den Haag) ad interim mobiel: 06-53 47 45 37 e-mail:
[email protected] I.D. (Irene) de Hoop-Nijkamp (Rotterdam) mobiel: 06-51 12 26 72 e-mail:
[email protected] H. (Hans) Bogers (Noord Nederland) mobiel: 06-54 35 12 07 e-mail:
[email protected] M.G.A.E. (Maarten) van de Nieuwenhuijzen (Oost Nederland) PR en Voorlichting mobiel: 06-53 66 51 27 e-mail:
[email protected] J. (Jan) Dogger (Noord-Holland) mobiel: 06-53 35 16 83 e-mail:
[email protected]
Afdelingsvoorzitters afdeling Amsterdam: J. (Jan) de Wit afdeling Oost Nederland: S.C. (Susanne) Katus afdeling Den Haag: vacant afdeling Noord-Holland: C. (Kees) Hordijk afdeling Noord Nederland: H. (Hans) Bogers afdeling Rotterdam: F.E.O (Frans) Henninger afdeling Midden Nederland: G. (Ger) Huijer afdeling Zuid Nederland: I.R.T. (Ine) van Praet
Bedreigde bestuurder moet altijd aangifte doen Bestuurders die bedreigd worden moeten altijd aangifte doen bij de politie, ondermijning van het openbaar bestuur is namelijk zeer ernstig. Dat zegt het Genootschap van Burgemeesters naar aanleiding van het nieuws dat meerdere Brabantse burgemeesters worden bedreigd door de drugsmaffia. Volgens onderzoek van de NOS proberen drugscriminelen burgemeesters en wethouders te beïnvloeden. Dat melden bronnen bij politie, justitie en de lokale overheid. Zo is er een oud-wethouder die als adviseur optreedt voor mensen die bij xtc-productie betrokken zijn. Ook is er sprake van een wethouder wiens broer nauwe banden heeft met criminelen en die hem naar voren schuiven om hun belangen te behartigen. Ook zouden er politiemensen worden omgekocht. En burgemeesters die optreden tegen criminelen, worden bedreigd en geïntimideerd. Burgemeesters, politie en Openbaar Ministerie zijn hard bezig om oplossingen te zoeken in de strijd tegen de drugscriminaliteit waar naar schatting miljarden in omgaan. Het Genootschap van Burgemeesters heeft het onlangs nog voor elkaar gekregen dat bedreigde bestuurders niet zelf voor de kosten van hun beveiliging hoeven op te draaien. ‘Als uit een dreigingsanalyse blijkt dat bewaking nodig is, zijn camera’s en dergelijke voor rekening van de gemeente,’ vertelt Ruud van Bennekom, directeur van het Genootschap van Burgemeesters.
Grootste drugslab Onlangs werd er in de Brabantse gemeente Woensdrecht nog een groot drugslab ontmanteld. Volgens een politiewoordvoerder ging het om een van de grootste drugslaboratoria die ooit in Nederland is aangetroffen. De verdachten zijn opgepakt. De verdachten komen uit Rotterdam, Den Hoorn en Den Haag. Volgens loco-burgemeester Hans de Waal is er in de gemeente Woensdrecht nog niet eerder een drugszaak van deze omvang aangetroffen. ‘Er is in het verleden wel eens een wietplantage ontdekt, maar meer ook niet. Laat ik duidelijk zijn, we zijn natuurlijk niet blij met die rommel, we willen dit absoluut niet binnen onze gemeentegrenzen. Maar er is gelukkig geen gevaar voor de omwonenden geweest en er zijn ook geen aanwijzingen dat veel inwoners zich hiermee bezighouden.’ De Waal herkent zijn gemeente niet in de collega-gemeenten waar de misdaad welig tiert. ‘We zijn geen drugsgemeente. In het College is voor de zekerheid nog even de vraag gesteld en voor zover we weten wordt er niemand bedreigd. Maar het kan altijd opduiken, we blijven wel alert.’
pagina 22
Postactievendag in teken van ‘Cybercrime’ Dit jaar zal de jaarlijkse Postactievendag op woensdag 8 oktober plaats vinden. Voor de commissie postactievendag was al snel duidelijk welk thema voor deze bijeenkomst werd gekozen: “cybercrime”, een onderwerp waarover in de afgelopen jaren veel is gediscussieerd, veel is geschreven en waarvoor wetgeving is of zal worden aangepast. Kortom, een onderwerp waar we niet omheen kunnen.
D
at de commissie voor deze dag en het te behandelen thema een aantal zeer deskundige sprekers heeft uitgenodigd is vanzelfsprekend. Zoals altijd zijn we weer welkom in het gastvrije Huis ’t Velde te Warnsveld. Ook in het inmiddels traditionele concept van de laatste jaren komt dit keer geen verandering. Rustig en ontspannen, na de vroege files, richting Warnsveld rijden, een kopje koffie of thee bij aankomst en de vele bekenden, vrienden en oud collega’s begroeten. Het zal weer voelen als ‘thuiskomen’. Na de opening door de dagvoorzitter zal Drs. Ing. W.M. (Wil) van Gemert zijn licht over het onderwerp “cybercrime” laten schijnen. Wil van Gemert was voorheen Directeur Cybersecurity van de NCTV, maar sedert 1 mei jl. is hij plaatsvervangend directeur Europol met onder meer Cybercrime in zijn portefeuille. Na deze inleiding en nog voor de lunch zal VMHP voorzitter Sanna Eichhorn het laatste nieuws van de VMHP met ons delen en zal erelid Koen de Maat ons op zijn welsprekende wijze op de hoogte stel- Dick Berlijn, voormalig len van de ontwikkelingen in ons commandant der Nederlandse strijdkrachten en pensioenland.
Discussie
expert op het gebied van cyber security, zal een
Na de lunch en de groepsfo- der inleiders zijn op de to wordt een inleiding verzorgd P:ostactievendag 2014.
pagina 23
Huis ‘t Velde.
door generaal b.d. de heer D.L. (Dick) Berlijn, Senior Board Advisor Deloitte. Zijn bijdrage zal gaan over Cybersecurity met als ondertitel “Hoe nu verder”. Na de middagthee volgt de derde inleiding. Deze zal worden verzorgd door mevrouw Drs. Joyce Kerstens, projectleider bij het gezamenlijke lectoraat Cybersafety van de NHL Hogeschool te Leeuwarden en de Politieacademie te Apeldoorn. Haar inleiding heeft als titel “Jongeren in cyberspace, herkennen en bevorderen van cybersafety” met daarbij als ondertitel “onzekerheid is een kenmerk van bijna alle pubers”. Alle drie inleiders hebben te kennen gegeven dat zij gaarne ingaan op vragen en de discussie niet uit de weg zullen gaan. Zoals de deelnemers aan deze dag de laatste jaren gewend zijn wordt de dag besloten met een aperitief en een diner, waarna eenieder weer na de avondfiles huiswaarts kan keren. Het belooft wederom een interessante dag te worden. De uitnodigingen met het programma worden in de tweede helft van augustus aan de VMHP-postactieven toegezonden. Noteert u de datum alvast in uw agenda. Wij rekenen wederom op een grote opkomst. Tot ziens op 8 oktober in Warnsveld. Namens de commissie postactievendag een hartelijke groet, Hans Kamphuis
C
olumn
Via Gladiola of Via Dolorosa
“I
k zit soms zwaar te denken over Zonnen, Zielen, Hemelenrijk, maar eveneens verbijstert mij de uitslag Ajax - Elinkwijk.” Waarmee ik wil zeggen, vrienden, dat ik mij schuldig maak aan een vrij veel voorkomend menselijk euvel, namelijk de tweeslachtigheid. En u zult mij vragen: “Sprekert is dit euvel een onoverkomelijk euvel? En dan zal ik antwoorden: Welnee, wij kunnen dit euvel beschouwen als een vluchteuvel. Een vluchteuvel in een wereld vol spanning en emoties, waarin een mens nerveus, zo niet neurotisch, dreigt te worden.” Zo ongeveer begon een conference van Toon Hermans, aan het einde van de vijftiger jaren. Een conference die - eindeloos op z’n Hermansiaans uitgekauwd - de zaal krom deed liggen van het lachen. Maar aan al die grollen, grappen, spitsvondigheden en woordspelingen ligt een bittere, onontkoombare waarheid ten grondslag. De waarheid van het leven. Van Himmelhoch jauchzend tot zum Tode betrübt. Van de via Gladiola tot de via Dolorosa. Van de uitbundige blijdschap bij de intocht van de Vierdaagse tot het onvoorstelbare verdriet over de verschrikkelijke dood van zoveel onschuldige mensen. Van de geboorte van mijn zoon tot de dood van mijn moeder. In de week van de Vierdaagse, waaraan ik voor het eerst van m’n leven meedeed, heb ik niet erg stilgestaan bij de
ramp in de Oekraïne. Het grote wereldnieuws ging daar in Malden sowieso wat langs mij heen. Daarvoor werd ik teveel in beslag genomen door de wandeltocht der wandeltochten. Tijdens de onvergetelijke intocht over de Via Gladiola merkte ik niets van een ingetogen of sobere sfeer, toegejuicht als ik werd door duizenden blije en enthousiaste mensen. Maar op de weg terug naar het basiskamp van de politie Noord Nederland in Malden, m’n eerste lintje en bossen gladiolen rijker, maar verworden tot publiek, toen hoorde ik tussen alle gejuich de indringende klanken van een Schotse doedelzak: Abide with me. Een merkwaardige ervaring: stilte te midden van heel veel lawaai. Als een brandende kaars in de duisternis. Verder dan de gedachte, dat ik dat wel een merkwaardige muziekkeus vond voor die gelegenheid, kwam ik toen nog niet, maar later besefte ik dat hiermee de toon werd gezet naar een versoberde, meer ingetogen intocht over de Sint Annastraat. De muzikale overgang van de Via Gladiola naar de Via Dolorosa. De muzikale overgang van een bloemrijke zegetocht naar een droevige lijdensweg. Een lijdensweg, waaraan voor veel nabestaanden geen einde meer zal komen. Door die onverwachte, verschrikkelijke dood wordt voor hen het leven nooit meer zoals het was. Een muzikale overgang, die telkens weer in ons leven gespeeld zal worden.
Nadat ik op woensdag 23 juli weer een geweldige dag met mijn kleine Maarten had doorgebracht in Deventer, parkeerde ik mijn auto op de terugweg naar Steenwijk bij een restaurant in Averlo, om met vele Nederlanders overal in het land één minuut stil te zijn. Stil te staan bij het onvoorstelbare verdriet dat zoveel Nederlanders is overkomen. Maar ook, (want in zo’n bezinningsminuut en de minuten daar omheen houd je je gedachten niet in de hand), maar ook aan het in een rouwstand geknipte kapsel; aan de politieke correctheid;aan al die landgenoten, die het allemaal geen flikker interesseert; aan de onzinnige opmerkingen van een burgemeester; aan de weer van stal gehaalde Bas Eenhoorn, die z’n kunstje maar weer eens deed; aan hoe goed wij in Amerika en Europa zijn en hoe slecht zij in Eurazië; aan hoe goed wij westerlingen zijn en hoe slecht de Chinezen en de Arabieren; aan al die populistische reacties zonder enige kennis van zaken; aan onze machteloosheid; aan Syrië; aan Gaza; aan Soedan. Maar daar op die parkeerplaats in Averlo bij NuNu, de rit er naar toe en de rit er vandaan, en nu bij het schrijven van deze column, ondanks alle cynisme, en alle nuanceringen ten spijt, overheerst de gedachte dat de Via Gladiola en de Via Dolorosa elkaar niet alleen heel vaak kruisen, maar parallel aan elkaar in elkaars verlengde liggen. Hans Bogers