z Bouwhistorisch onderzoek
Boerderij aan de Graafdijkwest 10/11 te Molenaarsgraaf
IJsselstein 16-06- 2014
Wout van Vliet Bouwkundige
Prins Bernhardlaan 2 3402CD IJsselstein tel 0306883426 mobiel 0623886155
[email protected]
Plan van onderzoek Dit rapport wordt opgesteld in opdracht van de (mogelijke) toekomstige eigenaar Dhr. N. den Besten, i.v.m. restauratie-/verbouwingsplannen. De boerderij staat aan de Graafdijk West 10/11 te Molenaarsgraaf en is een Rijksmonument (monumenten nummer 29963). De boerderij is ingedeeld in 2 woningen en een leegstaande veeschuur. Bij de Gemeente en Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed zal naar archiefstukken geïnformeerd worden. Doel van het onderzoek is vast te stellen wat de mogelijkheden en aandachtspunten zijn voor de restauratie-/verbouwingsplannen. Het bouwhistorisch onderzoek zal uitgevoerd worden met de gegevens uit de Gemeente- en Rijksarchieven en een opname van het pand; deze gegevens zullen d.m.v. tekst en fotomateriaal in dit rapport verwerkt worden. Op een plattegrondtekening zal de waardestelling nog verduidelijkt worden. Aangezien het pand nog niet in bezit is van de opdrachtgever is het niet mogelijk om achter voorzetwanden en verlaagde plafonds de situatie op te nemen. Tijdens de verbouwing zullen mogelijk bouwhistorische onderdelen gefotografeerd en zoveel mogelijk behouden worden e.e.a. in overleg met de Gemeente en Rijksdiensten.
Inleiding De monumentale boerderij staat langs de graafstroom te Molenaarsgraaf, onderdeel van de kenmerkende lintbebouwing in deze omgeving. Het pand is gebouwd in 1740 als boerderij, (woonhuis+stal) onder de noordwest kant van het woonhuis is een kelder aanwezig. Dit is opmerkelijk omdat de kelder meestal aan de noordoost hoek aangebracht werd (meest koele zijde). Doordat de boerderij hoge zijgevels heeft, is er in de opkamer boven de kelder ook nog veel woonruimte aanwezig In 1946 is de stal en het achterhuis ingrijpend verbouwd waardoor veel oorspronkelijke onderdelen verloren zijn gegaan. In 1964/1965 is het achterhuis op verschillende plaatsen verbouwd (met name de westgevel). Daardoor zijn er twee woningen in het pand gerealiseerd; voorhuis en achterhuis. Ook is in die periode het voorhuis intern verbouwd en de oorspronkelijke schouw op de begane grond verwijderd. De spiltrap (bij de voorgevel) die toegang geeft tot de opkamer en verdieping van het voorhuis is gelukkig wel behouden gebleven. Meest kenmerkende aan de boerderij zijn de drie peilstenen in de voorgevel, die aangeven tot hoe hoog het water is gekomen. De boerderij staat in de omgeving bekend als het huis met de drie stenen. Momenteel is het pand ingedeeld in 2twee woningen met een eigen ingang (voorhuis en achterhuis) en een leegstaande koestal met hooiberging erboven.
2
Bouwhistorische inventarisatie/opname Gemeentearchief 1 2 3 4 5
tekening uit 1946 i.v.m wijziging koestal zie bijlage 1 tekening uit 1965 i.v.m wijziging 2 ramen in de voorgevel zie bijlage 2 tekening uit 1964 interne verbouwing zie bijlage 3 tekening uit 1964 interne verbouwing zie bijlage 4 tekening uit 1964 nieuwe kozijnen zie bijlage 5
Rijksarchief Het pand heeft bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de volgende omschrijving. Boerderij (XVIII) onder rieten dak. In hoge voorgevel vlechtingen, vensters met kleine roedenverdeling en drie peilstenen, herinnerend aan de hoge waterstanden. Stal, gedeeltelijk van gepotdekselde houten delen. Op de deurlatei het geschilderde jaartal: 1740. In het Rijksarchief zijn verder geen bouwhistorische gegevens aangetroffen; in het archief zitten alleen nota’s en reactie hierop daterend van 1969 t/m 1984. Het pand is sinds 23 oktober 1967 Rijksmonument.
Aandachtspunt. Als eerste wordt hieronder het grote probleem van het pand omschreven omdat veel andere onderdelen hier mee te maken hebben. In 1964 is de stal en achterhuis voorzien van een nieuw betonvloer en zijn ook nieuwe hoge betonpoeren onder de bestaande houten gebinten aangebracht. Hierdoor is er een heel zware constructie gemaakt op een niet voldoende draagkrachtige onderlaag, met als gevolg dat deze zware constructie is gaan verzakken en daardoor zijn er in de stal en achterhuis veel horizontale scheuren in de binnen- en buitenwanden ontstaan. Ook zijn er een aantal houten gebinten los gekomen van de betonpoeren. Tevens zijn er in 1964 2 stuks poeren/gebindstijlen verwijderd waardoor er een instabiele constructie is ontstaan. De verzakking is niet gestabiliseerd en zal de komende jaren het monumentale pand steeds meer schade toebrengen. Om dit probleem op te lossen zal de zware betonvloer inclusief poeren verwijderd moeten worden en een nieuwe betonvloer aangebracht moeten worden die de belastingen van de gebinten en muren wel goed kan dragen. Een constructeur zal na moeten gaan of dit d.m.v. van een vloer op de bestaande grondslag kan, of dat er een paalfundering aangebracht moet worden. Aangezien de binnen- en buitenwanden in dit gedeelte van het pand op de nieuwe vloer/fundering moeten komen te rusten en deze wanden horizontaal kapot gescheurd zijn, zullen de meeste van deze wanden geheel vervangen moeten worden om weer tot een degelijke constructie te komen wat van levenbelang is voor dit pand.
3
Opname ter plaatse Hieronder volgt een opname per gebouwdeel en tevens een advies hoe dit ingepast kan worden in het restauratie-/verbouwingsplan.
Voorgevel (noord) De voorgevel is nog bijna geheel in zijn oorspronkelijke staat en wordt beschouwd als waardevol. De gevel is opgebouwd uit een gestukadoorde plint met daarboven metselwerk van ijsselsteentjes, de kozijnen zijn voorzien van schuiframen en er zijn vlechtingen onder de rietenkap aanwezig. Ook de drie peilstenen zijn zeer kenmerkend. De voorgevel verkeert bouwtechnisch in een redelijke staat. Doordat het versleten rietendak bijna geen overstek meer heeft op de gevel wordt deze nu veel te nat en is ook erg vervuild. In de bestaande kozijnen zijn op een aantal plaatsen het hang- en sluitwerk van de vroeger aanwezige luiken nog zichtbaar.
Geadviseerd wordt deze gevel schoon te maken en indien nodig het voegwerk te herstellen. De houten kozijnen moeten hoognodig gerepareerd/gerestaureerd worden. De schuiframen in deze kozijnen zijn voorzien van enkelglas en zijn in slechte staat en moeten waarschijnlijk vervangen worden. De voordeur is nu aan de binnenzijde dichtgetimmerd, maar in de verbouwplannen wordt deze gelukkig weer in zijn oorspronkelijk functie hersteld. Aan de binnenzijde van de voorgevel kan een isolerende voorzetwand aangebracht worden.
4
Westgevel voorhuis Dit deel van de westgevel is ook nog geheel in zijn oorspronkelijke staat en hiervoor gelden dezelfde omschrijvingen als voor de voorgevel. Op onderstaande foto is heel duidelijk het verschil te zien in de orginele westgevel van het voorhuis en de verbouwde westgevel van het achterhuis. De gevelankers tpv van de vloer van de opkamer zijn nog aanwezig en erg kenmerkend.
Westgevel achterhuis Dit gedeelte is in de loop der jaren verschillende keren verbouwd en is opgetrokken met niet oorspronkelijke stenen en kozijnen. Ook hier is de muur horizontaal gescheurd i.v.m. met het gewichtprobleem als eerder omschreven. Geadviseerd wordt deze wand tijdens het vervangen van de fundering/vloerconstructie ook te vervangen en te voorzien van nieuwe kozijnen, deze kunnen afgestemd worden op de nieuwe woonwensen en bouwvoorschriften.
5
Westgevel stalgedeelte Deze gevel is in de loop deze jaren ook verschillende keren aangepast en is opgetrokken met niet oorspronkelijke stenen en kozijnen. Het ritme van de groepblinden en stalramen is echter wel heel kenmerkend voor deze boerderij.
Ook dit gedeelte van de gevel is door de verkeerde fundering geheel horizontaal kapot gescheurd en moet tijdens de verbouwing vervangen worden door een nieuwe muur met kozijnen. Geadviseerd wordt dan wel om het karakteriserende ritme van de kozijnen zoveel mogelijk te handhaven.
6
Achtergevel (zuid) De achtergevel is opgetrokken uit een metselwerkdeel (onder) en daarboven potdekselwerk. Het metselwerk en kozijnen zijn in 1946 aangebracht zie bijlage 1 en zijn dus niet oorspronkelijk. De grote hooideur op de zuidoost hoek van de gevel is echter wel heel kenmerkend
Het metselwerk is in redelijke staat, maar het potdekselwerk is slecht en aangezien deze gevel ook weer opgevangen moet worden op de nieuwe fundering, zal deze geheel vernieuwd moeten worden. Geadviseerd wordt deze gevel dan weer op te trekken met potdekselwerk op een gemetselde muur zoals nu aanwezig. De kenmerkende grote hooideur kan dan weer terug gebracht worden en overige kozijnen kunnen afgestemd worden op de huidige woonwensen.
7
Oostgevel voorhuis Deze gevel is opgetrokken met de oorspronkelijk gevelstenen en voorzien van oude niet oorspronkelijke kozijnen. Metselwerk verkeert in een matige conditie en moet nodig gerestaureerd worden. De aanwezige kozijnen zijn in een later stadium in deze gevel aangebracht dit is zichtbaar t.p.v. van de kozijnstijlen (stuclaag op dagkant).
Aangezien de voorgeveldeur weer zijn oorspronkelijk functie terugkrijgt, kan de hier aanwezige deur komen te vervallen. In dit gevelgedeelte moeten wel oude traditionele kozijnen aangebracht worden die relatie hebben met de kozijnen van het achterhuis in deze gevel.
8
Oostgevel achterhuis Ook dit gedeelte is opgetrokken met de oorspronkelijke gevelstenen en voorzien van oude niet oorspronkelijke kozijnen. Maar de kozijnpartij onder de dakverhoging is zeer kenmerkend en gevelbepalend, ook de vlechtingen onder het rieten dak zijn waardevol.
Geadviseerd wordt dit gevelgedeelte te restaureren en ook de kozijnen en ramen in zijn uiterlijke vorm te handhaven. De overgang naar het gepotdekselde stalgedeelte is echter zeer rommelig. Geadviseerd wordt het potdelselwerk iets verder door te zetten tot aan de oorspronkelijke gevelstenen.
9
Oostgevel stalgedeelte Deze gevel is opgetrokken uit een gemetselde borstwering met daarboven potdekselwerk. Het metselwerk is in zeer slechte staat (ligt los) en het potdekselwerk is uit verschillende periodes samengesteld. I.v.m. het funderingsprobleem moet deze gevel waarschijnlijk ook geheel opnieuw opgetrokken worden.
Geadviseerd wordt om deze weer op te trekken uit bovengenoemde materialen en de aanwezige dubbele deur te handhaven; in deze gevel kunnen verder beperkt raam- en deurpartijen aangebracht worden i.v.m met de huidige woonwensen.
Rieten kap Het gehele rieten dak is nodig aan vervanging toe (lekt op zeer veel plaatsen) dit veroorzaakt ernstige schade aan de kapconstructie en spanten.
10
Het dak is opgebouwd uit stapelspanten, gordingen, sporen, panlatten en riet (gebonden). Er dient uiteraard weer een rieten kap terug gebracht worden omdat dit zeer kenmerkend is voor de boerderijen in deze omgeving. In de rieten kap zijn nu geen lichtopeningen aanwezig omdat hier grotendeels de hooiberging was. I.v.m met de nieuwe indeling is het wel nodig om een aantal lichtopeningen te creëren; dit kan d.m.v. dakramen in de west- en oostgevel; dakkapellen worden i.v.m met het verstoren van het silhouet van de boerderij afgeraden. Om aan de nieuwe regelgeving van brandveiligheid te voldoen is het nodig om het rieten dak uit te voeren als schroefdak. Hiervoor zullen de bestaande panlatten vervangen worden door een watervaste beplating waar het riet op vast geschroefd wordt. Hierdoor blijft het riet op dezelfde positie aanwezig zodat de metselwerk vlechtingen in voor- en zijgevel gehandhaafd kunnen worden.
Kelder Onder de noordwest kant van het pand bevindt zich een vrij grote monumentale kelder. Deze kelder is later opgedeeld in 2 delen. De kelder is droog en in vrij goede staat, stukwerk is wel geheel los Geadviseerd wordt om de kelder te handhaven en aan de binnenzijde te voorzien van een nieuwe stuklaag ook de oude oorspronkelijke keldertrap (steen) is in goede staat en moet behouden blijven. De later aangebrachte tussenwand kan verwijderd worden omdat deze afbreuk doet aan de ruimtelijkheid in de kelder.
11
Voorhuis Het voorhuis is na een aantal verbouwingen nu erg rommelig ingedeeld en de oorspronkelijke voordeur is niet in gebruik. Wel is de kenmerkende opkamer (boven de kelder) nog aanwezig en is het voorhuis daardoor opgedeeld in verschillende niveaus. Ook is de oorspronkelijke brandgevel nog aanwezig I.v.m. met de huidige woonwensen kunnen niet belangrijke wanden vervallen of verplaatst worden. Belangrijke onderdelen om te handhaven zijn de opkamer, trap naar boven.
Achterhuis Het achterhuis is opgebouwd uit niet oorspronkelijke binnenwanden en vloer,waarschijnlijk is dit gedeelte vroeger ook stal of werkruimte geweest. Door het funderingsprobleem zijn hier ook alle binnenwanden geheel kapot gescheurd. Na het aanbrengen van een nieuwe vloer kunnen hier t.b.v de nieuwe indeling nieuwe wanden aangebracht worden. Indien mogelijk is het wel raadzaam om de bestaande muur tussen het achterhuis en de schuur te handhaven, zodat zichtbaar blijft waar de overgang tussen stal en achterhuis was. Ook dient de oude schoorsteen gehandhaafd te worden.
12
Stalgedeelte Het stalgedeelte is in 1946 geheel aangepast en heeft het grote funderingsprobleem. Na het aanbrengen van een nieuwe fundering/vloer moeten de gebinten (spantpoten) weer dragend naar de vloer gemaakt worden. Verder is de binnenwand tussen het stalgedeelte en de wagenloods zeer kenmerkend voor deze boerderij, deze binnenwand moet tijdens de restauratie/verbouwing zoveel mogelijk gehandhaafd worden.
13
Spanten De oude spanten zijn in heel de boerderij nadrukkelijk aanwezig en verkeren in een vrij goede staat. Geadviseerd word deze spanten zoveel mogelijk in het zicht te laten. Ook moeten de 2 verwijderde spantpoten weer teruggeplaatst worden, uiteraard in overleg met de constructeur.
14
Waardestelling/samenvatting Hieronder is in een plattegrondtekening de waardestelling aangegeven. Zoals uit de voorgaande info en onderstaande tekening blijkt is vooral het voorhuis zeer waardevol. Dit geldt voor de buitengevels van het voorhuis maar ook de binnenzijde zoals de kelder/opkamer en trap. Het achterhuis en de stal zullen ingrijpend verbouwd moeten worden om verder verzakken en beschadigen van het gehele pand te voorkomen.
Dit rapport is opgesteld door Wout van Vliet bouwkundige te IJsselstein.
15
Bijlage 1
16
Bijlage 2
17
Bijlage 3
18
Bijlage 4
19
Bijlage 5
20