10
Dirk-Jan Beumer
Cirkus Kiekeboe Een circusvoorstelling op een kinderdagverblijf voor verstandelijk gehandicapte kinderen In 1990 bestond KDV 'Kindervreugd' in Venlo 25 jaar en in datzelfde jaar zou een grote verbouwing plaatsvinden. Ter ere van een heropening en het jubileum was een feestelijke dag gepland en een 'open dag'. Maar wat doe je nu op zo'n feestelijke-heropeningsdag? Laat je een aantal sprekers komen of een of andere theatergroep die een programma verzorgd? Nee, als het gebouw er is voor de kinderen, dan moet de opening ook voor en door de kinderen gebeuren. Een mooie activiteit hiervoor is een 'Circusvoorstelling'. Het idee voor een circusvoorstelling sloeg direct goed aan bij de groepsleiding en andere geledingen in het kinderdagverblijf. Er waren twee belangrijke problemen waar we goed rekening mee moesten houden: -
Ten eerste was de periode beperkt die we aan de voorbereiding konden besteden ( ongeveer 3 maanden). Ten tweede is de populatie van een KDV zeer divers. Er komen kinderen van 3 tot16 jaar ( er zitten dus hele kleintjes bij). Allen hebben een verstandelijk handicap ( in meer of mindere mate). Daarnaast zijn een aantal kinderen meervoudig gehandicapt.
Dit heeft grote gevolgen voor het opzetten van de acts en voor de mate van bewustzijn dat de kinderen voor het circusgebeuren hebben. In een later stadium kom ik hier nog op terug. Voorbereiding. In een aantal bijeenkomsten met groepsleiding hebben we de opzet van het geheel duidelijk gemaakt. Daarnaast kan de groepsleiding een beeld krijgen wat er aan acts mogelijk is voor hun groep, door eens te neuzen in een stencil-map met allerlei circusnummers ( overgenomen uit het boek ' Circus is een spel' van C. Hazelebach en D. Westerbaan-Mellema, uitgave van WB.O).
11 De eerste weken lopen er een aantal activiteiten parallel met elkaar. De kinderen komen in de gymzaal en kunnen daar kennismaken met de circussfeer (muziek) en met mogelijke circusnummers (o.a. jongleren, zwaaien, balansnummers) . In andere groepsactiviteiten wordt ook al een start gemaakt met activiteiten die aansluiten bij het thema: - voorlezen - kleurplaten met thema 'circus' - dia's kijken - muziekactiviteiten . Voor ondersteunende activiteiten wordt een beroep gedaan op ouders: - kleding maken - maken van attributen - piste bouwen/versieren/decor. De muziektherapeut begint met het bij elkaar zoeken van muziek (zowel op casette als bladmuziek) als ook met het samenstellen van een echt circusorkest. Na een aantal weken algemene activiteiten wordt met groepsleiding van alle groepen een bijeenkomst gepland om te bepalen in welke richting wordt gedacht voor een activiteit. Leidraad voor de keuze moet zijn dat alle kinderen in een nummer kunnen deelnemen en er daadwerkelijk iets aan beleven. I.v.m. de grote verschillen tussen de kinderen (en dus ook tussen de groepen, want deze zijn zoveel mogelijk homogeen samengesteld) zullen de nummers dan ook een verschillende doelstelling en toonzetting hebben. Om dit te verduidelijken maak ik onderscheid tussen 3 soorten nummers: 1. sfeernummers 2. actienummers 3. effectnummers. Elk soort nummer vereist een bepaalde mate van bewustzijn voor het gebeuren. ad 1. Er zijn op het KDV een aantal kinderen die nauwelijks op een betekenisvolle manier reageren op de omgeving . Ernstig gehandicapte kinderen nemen weinig initiatief en hebben weinig variatiebreedte in gedrag. Van deze kinderen weten we dat ze bij een circusvoorstelling niet zullen beseffen dat ze optreden. Om met deze
12 kinderen een 'act' te doen moet je hier ter dege rekening mee houden. Je moet ten alle tijden voorkomen dat je ze kunstjes gaat leren die geen enkele betekenis voor hen hebben. We kiezen voor activiteiten die een bepaalde sfeer hebben en ervaringen oproepen die aangenaam zijn voor de betreffende kinderen. Deze sfeer moeten we dan in een zodanige vorm gieten dat het ook interessant is voor het publiek. ad 2. Voor die kinderen die wel initiatief nemen om gericht dingen te hanteren en te verplaatsen , maar die nog niet echt beseffen dat ze optreden voor anderen of een act opvoeren, moeten we zoeken naar nummers die interessant zijn door de hoeveelheid actie. De structuur van de activiteit moet duidelijk aangegeven worden door het arrangement en door de begeleiding ondersteund worden, omdat de kinderen dit nog niet vanuit zichzelf kunnen . ad 3. De kinderen die echt voelen dat ze optreden voor anderen, dat ze een voorstelling geven, kunnen nummers aan die echt naar een climax toegroeien en waarbij de optredende artiesten ook vanuit zichzelf deze climax vormgeven door show- en andere theatrale elementen . Door deze onderverdeling konden we bij elke groep gerichter zoeken naar een mogelijke act. Ik wil voor elk soort een nummer uitwerken. Sfeernummers. Voor sfeernummers kwamen twee groepen in aanmerking. a. De groep meervoudig gehandicapten, die voor het grootste deel in een rolstoel zitten en zich niet zelfstand ig kun nen verplaatsen en zelf nauwelijks iets gericht kunnen hanteren . Voor deze groep hebben we gekozen voor een 'windnummer'. D.m.v. een 'blower' van een luchtkussen kun je een gerichte windstroom oproepen , waar je allerlei activiteiten mee kan doen. Hoe hebben we dit nummer opgebouwd? Eerst hebben we tijdens een aantal bijeenkomsten geexperimenteerd wat je allemaal met dat opblaasapparaat kan doen: - tegen de wind in rijden (windstroom horizontaal) - dingen horizontaal wegblazen (balonnen , ballen , linten, e.d.) - dingen vertikaal wegblazen - dingen er boven laten zweven (balonnen aan een touwtje, strandbal , deze laatste blijft uit zichzelf in de stroom hangen) - dingen laten fladderen (wimpels van stof of andere materialen) - parachute omhoog laten blazen . Uit deze activiteiten hebben we gezocht naar de leukste om naar te kijken en de leukste voor de kinderen . Het leuke van deze activiteit is dat er veel zintuiglijke ervaringen kunnen worden opgedaan . Ervaringen waar deze kinderen het van moeten hebben .
13 voelen van de wind en van de doeken tegen je aan (parachute) . horen van de blower, het ritselen van slingers, de muziek die erbij werd gespeeld . zien van allerlei dingen die in de lucht vliegen. Bij veel activiteiten moet de groepsleiding een zeer actieve rol spelen , omdat de kinderen bijna niets kunnen hanteren. Een paar kinderen kunnen net iets gericht, bv. een touwtje vasthouden, of een strandbal van het blad van de rolstoel afstoten en dit wordt dan ook gebruikt in de voorstelling. b. De tweede groep waarbij we voor een sfeernummer hebben gekozen is de groep verblijfskinderen . Dit zijn ernstig gehandicapte kinderen die meestal tot hun zestiende op het KDV blijven en niet voor een schooIplaatsing in aanmerking komen. Deze groep kinderen kan zich wel zelfstandig verplaatsen, maar niet gericht iets hanteren. In verband hiermee hebben we gekozen voor een nummer waarbij gezamelijk verplaatsencentraal staat. De kinderen lopen samen met een begeleidster in een 'drake-pak'. Er zijn twee draken. Belichting, een rookmachine en Chinese muziek zorgen voor een aparte sfeer. De draak klimt op een 'fitnesstrampoline' en veert wat, op het laatst wordt de clown door de draak opgegeten .
Actienummers. Vooral voor de groepen met hele jonge kinderen zijn actienummers geschikt. Het gaat om kinderen tussen de 3 en 6 jaar, allemaal met een grote ontwikkelingsachterstand, zowel cognitief als motorisch. We hebben gekozen voor activiteiten die de kinderen al kennen van het dagelijks gebeuren op het KDV. Zo was er een driewieler-act, gecombineerd met skateboard-activiteiten en een act waarbij veel gebalanceerd werd en het verzamelen van ballonnetjes centraal stond. Voor de aanvangsgroep, allemaal kinderen van 3 en 4 jaar, hebben we gekeken welke activiteiten op bewegingsgebied het meest aanspraken en waarbij het meest motorisch opgeroepen wordt. Het was al snel duidelijk dat dit klimmen , klauteren en glijden zou moeten worden . We hebben de weken voor de voorstelling diverse combinaties van deze activiteiten gedaan en uit wat de kinderen konden activiteiten gekozen die geschikt waren om te laten zien . In dit geval waren dat hele simpele activiteiten: naar boven klimmen in een rek op verschillende manieren van de glijbaan gaan Met name door aankleding, muziek, belichting en attributen wordt de circussfeer benadrukt en worden hele simpele activiteiten op het nivo van de kinderen tot een heuse act.
Effectnummers. De twee schoolvoorbereidende groepen hebben we laten kiezen uit een aantal effectnummers, waarbij ook ge-
14
keken is naar wat de kinderen zelf aangaven. De wat jongere groep, met veel kinderen die zich nog niet zo goed kunnen richten en concentreren , heeft gekozen voor een 'spring- en rol act', een geheel dat tussen een actieen eeneffectnummer in zit. Vanuit veel vrije spelsituaties, die met springen en rollen te maken hebben, zijn we steeds verder gaan inperken naar activiteiten die geschikt zijn voor een act. Sleutelbegrippen hiervoor zijn: ritmische herhaling gelijktijdigheid samen iets doen toewerken naar een climax . Voor de kinderen die niet echt shows kunnen maken hebben we gekozen voor activiteiten die in een vlot ritme na elkaar herhaald worden ; bv. bij de opkomst allemaal achter elkaar van een dikke mat afrennen , die aan een kant op een bank ligt, en een spring-act vanaf een soort springplank gemaakt van een grote multiplex plank (zie foto) . Daarnaast acts voor die kinderen die wel iets echt kunnen verbeelden : tegelijk van het schuine vlak afrollen twee kinderen gaan op elkaar liggen en rollen zo naar beneden . Dit alles afgesloten door een buiging. Aan het eind komt de climax door de springplank een stuk hoger te zetten, waardoor er tegenop klimmen al spannend is en het een hele sprong is naar beneden . De spanning is te snijden en een flinke roffel van de drummer doet de rest.
Aankleding en muziek. Als de kinderen weinig kunnen in de zin van gericht hanteren en verplaatsen , wordt het hele gebeuren om de daadwerkelijke acts heen van nog groter belang . Voor het publiek moet toch het gevoel bestaan dat ze naar een echte circusvoorstelling komen kijken . Door de kostuums kan voor elk nummer een bepaalde sfeer worden gecreerd . Bv. doordat de kinderen van de glijbaan-act een halve bal met een lont op het hoofd hebben , worden het echte 'vliegende kanonskogels'. Door alle groepen iets eigens te geven in aankleding , zonder het moeilijk te maken, krijg je hele verschillende sferen . Daarnaast doet ook het inrichten van de ruimte een hoop. D.m.v. strobalen, slingers en wat mooie rode doeken hadden we al snel een mooie piste. Het geheel werd afgemaakt met een goede volgspot en een rookmachine, die bij de sfeernummers een goede functie vervulde. Speciale vermelding verdient de muziek. Door de inzet van diverse mensen hadden we de beschikking over een 'Iive'-circusorkest, bestaande uit de muziektherapeut , een aantal muzikanten van een plaatselijke harmonie, een aantal kinderen van het KDV, die weer begeleid werden door een enthousiaste stageaire en een bezoeker van een in de buurt gelegendagverblijf voor oudere verstandelijk gehandicapten als drummer. We hebben gekozen voor een combinatie van muziek op band
15 en live-muziek. M.n . door elke keer eenzelfde opkomst- en afgangmuziek te spelen krijgt de voorstelling een bepaald ritme en duidelijke structuur. Daarnaast hebben we bij elke act toepasselijke muziek gekozen, m.n. ten aanzien van tempo en sfeer. Zo werd er bij de 'draak-act' Penta-tonische muziek gespeeld waardoor een echte oosterse sfeer ontstond . Aan de andere kant heeft een springnummer weer muziek nodig die aanmerkelijk vlotter is. Ook door op bepaalde momenten juist de muziek weg te laten , wordt een ander appel op het publiek gedaan en krijg je mogelijkheden voor anderssoortige begeleiding: bij het glijnummer een schuiftrompet die meegaat met het omhoog of omlaag gaan de drummer kan door roffels bepaalde accenten leggen. De voorstelling. We hebben gekozen voor twee voorstellingen. Er is een voorstelling voor ouders en familie gepland, die tegelijk wordt gebruikt als generale repetitie. De volgende dag is er een voorstelling echt ter ere van de heropening van het gebouw. In de week voor de voorstellingen is er per nummer een try-out gepland. (De meeste nummers zijn niet echt ingestudeerd, omdat de kinderen dat toch niet kunnen volgen . Met de gropesleiding is goed doorgesproken wat de volgorde is en de kinderen zijn gewend aan de activiteiten.) Voordat de voorstelling begint zitten de muzikanten al op hun plaats en verwelkomen het publiek met vlotte circusdeuntjes. Het fest kan beginnen . De spreekstalmeesters komen binnen. Een groepsleidster wordt bijgedaan door twee kinderen, die elke keer aanvullen en bijspringen. De eerste keer zijn de hulpstalmeesters zo geimponeerd dat er weinig initiatief komt, maar bij de tweede voorstelling komen ze al meer los. Dan wordt clown Jojo aangekondigd . Deze uit de kluiten gewassen clown loopt de hele voorstelling door de piste en springt overal bij waar nodig, om het geheel vlot te laten verlopen . Nadat ze zijn aangekondigd komen de verschillende artiesten binnen ; ieder heeft een eigen opkomst. De ene groep komt achter elkaar in een soort polonaise binnen, een andere groep die dit juist niet zou snappen , weer gewoon door elkaar wandelend (als het nummer moet beginnen worden ze gewoon bij elkaar gezocht en op een vaste plaats neergezet). Elk nummer duurt maar een paar minuten, er is veel afwisseling en het is qua tijdsspanne te overzien voor de kinderen en het publiek. In de volgorde is er gezorgd voor afwisseling tussen sfeer-, actie- en effectnummers. Tussendoor moeten de pisteknechten flink zweten om voor vlotte changementen te zorgen, maar gelukkig springt het orkest bij als dit niet helemaal lukt. Het applaus klatert van de tribunes. Veel kinderen/artiesten genieten van het gebeuren en de aandacht die hen ten deel valt . Een aantal reageert meer neutraal, zij laten het meer aan zich voorbijgaan. Er zijn echter ook een paar kinderen , die in de drukte uit hun evenwicht raken . Deze vragen extra oppvang en meer steun , waar ter plekke op moet worden ingesprongen. Na afloop zijn er veel enthousiaste reacties, vaak ook met de achtergrond: 'dat deze kinderen dat kunnen'. Vooral ouders van ernstig gehandicapte kinderen zijn blij dat ook hun kinderen een functie in het geheel hebben gehad. Door nummers voor elk nivo te maken is het een hele geslaagde opening geworden , voor en door alle kinderen .