25 maart 2012 De Golem
Rabbi Yehuda Loew en de Golem Teksten: Psalm 84 Gelukkig de mensen Die op jou vertrouwen Als de brom van hun kracht. Zij zoeken hun weg Als een pelgrim. Al gaat die ook door Een dal, woest en dor, zij maken het tot Een groene oase: Daar regent de lente Haar zegen. En steeds gaan zij voort Van kracht tot kracht Onder de hoede van de hemel, Tot zij jou ontmoeten. (hertaling Sytze de Vries)
en Mattheus 3:1-13 (doop in de Jordaan) Preek Toen Hitler, aan het hoofd van de Duitse invasietroepen, Praag in 1939 in bezit nam, liet hij zich brengen bij het stadhuis. Voor dat stadhuis staat (nog steeds) een gigantisch bronzen standbeeld van de Maharal van Praag, opperrabbijn Loew, die leefde aan het einde van de vijftiende eeuw. Deze grote kabbalist zou, volgens de legende, een reus van leem tot leven hebben gebracht: de GOLEM, die over een ongekende kracht beschikte en tot taak kreeg de joden te beschermen. Bijgelovig als hij was, zou Hitler onder de indruk van de oude legende zijn gekomen en besloten hebben het standbeeld van rabbi Loew én de stad waar hij leefde, intact te laten. De joodse bevolking kon helaas niet op deze bescherming rekenen. Twee derde van de omvangrijke bevolking van de joodse wijk, werd in de Tweede Wereldoorlog vermoord. Dit verhaal vertelt de Frans-joodse schrijver Marek Halter die vorig jaar een prachtige roman over de Golem schreef: Le kabbaliste de Prague. Helaas nog niet in het Nederlands of in het Engels vertaald maar
1 zondag 25 maart 2012 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam
dat zal niet lang op zich laten wachten. Aan de andere kant: het lezen van de originele versie is heel goed om uw Frans op te halen. De Golem De Golem is een mythische figuur die al in de Talmud voorkomt. De Golem is een reus van leem, die door een mens tot leven wordt geroepen. Zeg maar een gigantische Adam, ook al van leem, die niet door God maar door de mens tot leven wordt geroepen. Een onwaarschijnlijk sterk wezen dat de mensen zouden kunnen aansturen en laten doen wat zij wensen. De Golem is de held van menige legendes. Van hem werd door kunstenaars gretig gebruik gemaakt. Beeldhouwers maar ook schrijvers. Tolkien en Goethe, bij voorbeeld, de Duitse Gustav Meyrink maar ook Harry Mulisch, in zijn roman De procedure bij voorbeeld, maken dankbaar gebruik van de legende van de Golem. Marek Halter doet dat ook, op onnavolgbare wijze en zodra het boek vertaald is, moet u het echt lezen. Waar komt de Golem vandaan, of liever gezegd, hoe komen mensen op het idee zo’n legende te bedenken? Psalm 84 en Johannes de Doper Waar vindt een mens zijn kracht, waar hoopt een mens op als hij wordt bedreigd, wat verwacht een mens die met een onzekere toekomst wordt geconfronteerd? Deze vragen houden iedereen wel eens uit de slaap. Waar vind ik een kracht die mij beschermt? Waar hoop ik op in tijden van duisternis? Wat kan ik verwachten als mijn toekomst onzeker wordt? Oude, steeds hernieuwde vragen. Gelukkig de mens die er een antwoord op heeft. Psalm 84 zei het al, zo een slordig 3000 jaar geleden: Gelukkig de mens Die op jou (God) vertrouwen, Als de bron van hun kracht… Steeds gaan zij voort, Van kracht tot kracht Onder de hoede van de hemel, Tot zij jou (God) ontmoeten. Oude, steeds hernieuwde vragen, die Johannes de Doper zich al stelde. Hij zelf bezat die hele kracht niet, maar herkende in Jezus, daar op de oever van de Jordaan, een mens die die kracht wél volledig bezat. Johannes de Doper zegt: Ik doop jullie met water ten teken van jullie nieuwe leven, maar na mij komt iemand die sterker is dan ik; Ik ben zelfs niet goed genoeg om zijn sandalen voor hem te dragen. De mens die zijn kracht in God vindt (psalm 84), de mens die als afgezant van God verschijnt en deze kracht uitstraalt (Jezus op de oever van de Jordaan), die mens bezit een sterkte die bijna bovenmenselijk is. Hij brengt verlossing en verlichting. Van hem verwacht men redding, verlossing. Hij is een door God gezegende mens en wordt als een boodschapper van Gods kracht binnengehaald. In het Hebreeuws: een Messias, in het Grieks, een Christus.
2 zondag 25 maart 2012 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam
Het is dus niet verwonderlijk als mensen, in tijden van bedreiging en van duisternis, om zo iemand roepen: een sterke man, wie zal hem vinden? Laat hem komen om ons te bevrijden! De Veertigdagentijd is een periode van inkeer waar we ons voorbereiden op de overwinning van het leven op de dood, op het vieren van het Paasmysterie. Net als Advent is de periode voorafgaande aan Pasen een roep om licht, om bevrijding, om het terugkeren van het leven, om een mens die dàt symboliseert. Een sterke legende Praag, einde vijftiende eeuw. Het is de tijd van grote vooruitgang maar ook van grote verwarring. Sterrenkundigen hebben vastgesteld dat de aarde rond is en om de zon draait, lees: dat de hemel vol is met sterren en planeten. Maar als dat zo is: waar is God dan? Zou de mens op zichzelf zijn teruggeworpen? Wie komt ons dan te hulp? Niemand? Of moeten we zelf daar voor zorgen? Het is ook de tijd waar alchemisten in de weer zijn om puur goud te maken en om het geheim van de eeuwige jeugd te ontdekken. De mens waant zich God zelf. Praag telt een omvangrijke joodse gemeenschap, die leeft in de joodse buurt. Aan hun hoofd, rabbi Loew, de Maharal, een grote kabbalist. Voor hem ligt de kracht van God én mens in de TAAL, of liever gezegd in de LETTERS. Letters leven en doen leven, de taal leeft en doet leven. Er dreigen opnieuw pogroms, de Joden vrezen voor hun leven. De vrouwen vragen rabbi Loew een GOLEM te maken. Een reus van leem die hen zou beschermen. De Maharal weigert aanvankelijk: jullie hebben geen flauw idee wat je dan ontketent, zegt hij. De vrouwen roepen dan de namen van hun mannen en zonen die in vorige pogroms zijn omgekomen. Wat jullie willen, zegt de Maharal, is MACHT, om met geweld te antwoorden aan het geweld van onze belagers. Wie geweld door geweld antwoordt, zegt hij, zal de vrede nooit kennen. Je weet nooit waar macht toe leidt… Uiteindelijk weet de kleindochter van de Maharal hen te overtuigen (dat is dat naakte meisje bij de grote bronzenbeeld bij het stadhuis van Praag). Rabbi Loew laat klei uit de rivier halen en, op het grote plein van de joodse stad, boetseert hij een gigantisch beeld. Een romp, twee benen, twee armen, een hoofd met twee ogen, maar geen mond. De Golem zal sprakeloos blijven. En dan legt hij op het voorhoofd van de Golem 4 plankjes met letters: EMET staat er. WAARHEID. Het is geen toverspreuk. Kabbalisten zijn geen tovenaars of dan woorden-tovenaars. De letters die het woord waarheid vormen hebben zelf de kracht om waarheid te worden. Op dat moment komen de christenen aangerend om een pogrom te beginnen. Dan zegt de Maharal tegen de Golem: Ga, doe waar je voor bedoeld bent. En de reus komt tot leven en verjaagt de belagers. Maar zodra het gevaar geweken is, wijkt het leven van het lemen beeld en valt hij in slaap. De roem van de Golem bereikt heel Europa. Zelfs de keizer komt kijken. Als hij de slapende Golem ziet, zegt hij tegen de Maharal: wat is hij lelijk! Hij beweegt helemaal niet! De Maharal, de enige die de Golem kan commanderen, laat hem voor de keizer knielen. Daarbij zegt rabbi Loew: macht kan men voor twee dingen gebruiken: om de baas te spelen of om vrede te stichten. Hijzelf wil de Golem alleen tot leven roepen om de joodse bevolking te beschermen, om die vrede te bewaren.
3 zondag 25 maart 2012 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam
Maar dan gebeurt er wat er altijd gebeurt met een bevrijder, met een Messias. De mensen willen méér en duwen die persoon in een richting die oorspronkelijk niet de bedoeling was. Ze willen de Golem gebruiken, misbruiken. Eerst als circusattractie voor de vele toeristen die op zijn roem uit heel Europa aankomen. De Golem wordt een aap die trucjes moet doen. Dan als brute kracht om een haven te bouwen. De Golem wordt tot slaaf gemaakt. En het gaat natuurlijk mis. Slechts één persoon doorziet het allemaal: de kleindochter van de Maharal. Zij heeft contact weten te leggen met de sprakeloze Golem, zij ziet en voelt zijn pijn. Zij is de enige, met haar grootvader, die weet da de Golem écht leeft en geen robot is. Uiteindelijk wordt de tot aap en slaaf gereduceerde Golem razend en vernielt alles wat hij gebouwd heeft: de dijken, de nieuwe haven. Er vallen veel slachtoffers. Het volk, dat hem als beschermer had gewild, eist nu zijn verdwijning. Noodgedwongen haalt de Maharal de plankjes met de woorden EMET van zijn hoofd weg. De waarheid verdwijnt. De Golem vervalt tot leem. Tot zover de legende van de Golem. Wachtend op de Grote Beschermer Er zijn momenten in het leven waar een mens, waar een hele groep, smacht naar een Grote Beschermer die alles ten goede zal doen keren. In de joods-christelijke traditie is dat de Messias, de Christus. En het wachten op deze Bevrijder is van oudsher gekoppeld aan het wachten naar de terugkeer van het licht, het tot leven komen van de natuur in de lente. Wat wij nu elke dag merken. Op wie, op wat wachten wij? Natuurlijk, als alle generaties voor ons, wachten we met smacht op de terugkeer van het licht, op het herleven van de natuur. Zeker. Dat is nu volop gaande. Als christenen stonden we 12 weken geleden te wachten op de geboorte van een mensenkind dat symbool staat voor bevrijding, verlossing, onvoorwaardelijke liefde, open toekomst. Nu is de vraag of wij dit kind, Jezus van Nazareth, verwachten en aanvaarden als degene die hij werkelijk is. Een licht in het donker, een lamp voor onze voeten, een voorbeeld om te volgen, een gids voor het leven. Iemand die vrede, gerechtigheid en liefde uitstraalt en daardoor bij anderen de angst voor bedreiging en duisternis wegneemt. Maar hij werd niet begrepen, We zijn nu midden in de 40 dagen tijd, de voorbereiding op de lijdenstijd, het bewijs van het onbegrip voor deze Grote Bevrijder, deze Messias, deze Christus. De joodse scheppingsmythe vertelt hoe God de mens naar zijn evenbeeld boetseerde. Het mislukte. Het kerstverhaal vertelt hoe God op herhaling komt en een mensenkind geboren laat worden dat opnieuw zijn evenbeeld is. En met Goede Vrijdag blijkt dat ook deze tweede poging lijkt mislukt te zijn. Het zal met Pasen hersteld worden, en nu voor goed. De legende van de Golem borduurt op het idee van de schepping van de mens. Maar nu is het de mens die een mens maakt. Niet naar zijn evenbeeld maar een maatje groter, alsof de Golem over zo’n goddelijke kracht beschikt dat hij alles onder controle kan krijgen en elke bedreiging ongedaan maakt. De mens wil een mens naar Gods beeld maken, met diens verstanden dat die controleerbaar en bruikbaar blijft. Door de mens, wel te verstaan. Voordat de ontgoochelde Maharal de Golem het leven ontneemt, maakt hij de balans van het experiment op. En hij spaart zijn toehoorders niet:
4 zondag 25 maart 2012 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam
Jullie hebben Golem gewild om jullie te verdedigen. Hij bracht jullie veiligheid en vrede.Toen wilden jullie van hem een slaaf maken en geld uit hem slaan. Jullie hebben zijn macht misbruikt. Jullie dachten dat hij een speelgoed was en zagen niet in dat hij jullie Gods genade bracht. Wanneer zullen jullie leren dat de macht die de mens is gegeven niets met slavernij te maken kan hebben. Golem heeft zich tegen ons gekeerd en het is jullie hart die hem tot razernij heeft gebracht. Op dat moment verwijdert de Maharal de letter E van het woord EMET, waarheid. Nu staat er: MET. Dat betekent DOOD. En de Golem valt uiteen en wordt weer modder. Conclusie Waar vindt een mens zijn kracht, waar hoopt een mens op als hij wordt bedreigd, wat verwacht een mens die met een onzekere toekomst wordt geconfronteerd? Waar vind ik een kracht die mij beschermt? Waar hoop ik op in tijden van duisternis? Wat kan ik verwachten als mijn toekomst onzeker wordt? Welnu, met psalm 84, kunnen we zeggen: Gelukkig de mensen Die op jou vertrouwen Als de bron van hun kracht. Nee, sterker: Gelukkig ben ik die op Jou, God, vertrouw. Zo moge het zijn.
5 zondag 25 maart 2012 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam