Reg istratiekenmerk·
Ter opiniërende raadsconunissie Datum
Cie. verg
Agendapun~ Onderwerp,
Portefeuillehouder:
bespreking Bestuur
2013/110759
en Strategie
22 januari 2014 11 Voorlopige uitgangspunten voor de samenstelling van de perspectief nota 2015-2018 alsmede de procesgang M.A.W.].M. Wijdeven
Inleiding Het opstellen van de programmabegroting wordt jaarlijks voorafgegaan door de perspectiefnota. In de perspectiefnota vindt een integrale afweging plaats van beleidsvoornemens. Voor deze integrale afWeging is het noodzakelijk de beschikbare financiële ruimte te bepalen waarbinnen deze afweging moet plaatsvinden. De beschikbare financiële ruimte wordt voor een groot gedeelte bepaald door de financieel-technische uitgangspunten. Zij bevatten - het woord zegt het al met name aspecten als loon- en prijsindexen, rentepercentages ete. In deze notitie willen wij u alvast informeren over de voorlopige financieel-technische uitgangspunten die we gaan hanteren voor het samenstellen van de perspectiefnota 2015-2018. Daarnaast willen wij met u een discussie voeren over de procesgang van de totstandkoming de perspectiefnota 2015-2018.
van
Toelichting 1. Voorlopige uitgangspunten voor de perspectiefuota 2015-2018 De planning en controlcyclus start jaarlijks met de perspectiefnota. Begin januari vindt ambtelijk een inventarisatie plaats van alle beleidsvoornemens. Deze voornemens komen voort uit wettelijke en/ of medebewindstaken, vervangingsinvesteringen en wensen van overige belanghebbenden (inwoners, ondernemers en/ of vertegenwoordigers van organisaties/verenigingen) . Om de financiële ruimte te bepalen, waarbinnen de integrale afweging van de beleidsvoornemens moet plaatsvinden, stellen we jaarlijks in een vroeg stadium de voorlopige financieel-technische uitgangspunten vast. Deze voorlopige uitgangspunten zijn onderstaand weergegeven.
a. Loonontwikkeling Voor de loonontwikkeling sluiten we aan bij het in de septembercirculaire 2013 gehanteerde percentage voor loonontwikkeling. Dit percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenning van het CPB. Dit betekent vooralsnog een jaarlijkse index van 1% over de jaren 2015 tot en met 2018.
b. Prijscompensatie leveringen goederen en diensten en dotaties voorzieningen Voor het percentage voor prijsontwikkeling voor levering van goederen en diensten en dotaties aan voorziening baseren wij ons op de prijsontwikkeling Bruto Binnenlands Product. Dit betekent vooralsnog een jaarlijkse index van 1,4% over de jaren 2015 tot en met 2018.
c. Leges, retributies en huren Voor leges, retributies en huren hanteren we vooralsnog de volgende uitgangspunten: • de tarieven voor leges en retributies indexeren we jaarlijks met 1,4%. Dit percentage is gebaseerd op de voorgestelde prijscompensatie levering goederen en diensten (zie punt b); • de maatschappelijke tarieven voor vastgoed indexeren we vooralsnog ook jaarlijks met 1,4%; • De indexering voor de commerciële verhuur baseren we op het CPI alle huishoudens zoals overeengekomen in de onderliggende huurcontracten; • De huurprijzen voor woningen en woonwagens indexeren we op basis van landelijke richtlijnen.
d. Rentebeleid De kaders voor het rentebeleid van Bernheze kunnen we als volgt beschrijven: • Met het oog op een stabiel financieel beleid werken we met vaste interne rentetarieven; dit tarief moet danook zodanig 'robuust' zijn dat het gedurende een langere termijn gehanteerd kan worden waarbij opgemerkt moet worden dat we afhankelijk blijven van de omgeving om ons heen. • Aan reserves en voorzieningen worden rentekosten toegerekend (bespaarde rente). De bespaarde rente is de rente die de gemeente uitspaart omdat een deel van de investeringen met eigen vermogen (reserves en voorzieningen) wordt gefinancierd. • Geen projectfinanciering, maar concernfinanciering. Dit betekent dat beslissingen om geldleningen aan te trekken, worden gebaseerd op de totale financieringsbehoefte van de gemeente. Voor afzonderlijke projecten worden dus in principe geen aparte geldleningen aangetrokken. • Voor de rentetoerekening aan investeringen op zowel de algemene dienst als op de grondexploitatie, wordt een vast rentepercentage gehanteerd. Het principe om te werken met een vaste interne rekenrente (voor algemene dienst en grondexploitaties nu 4%) is noodzakelijk om een stabiel financieel beleid te kunnen voeren. Een vaste interne rekenrente zorgt ervoor dat we relatief ongevoelig zijn voor marktrenteschommelingen. Wij willen vooralsnog het rentepercentage voor de interne rekenrente met ingang van 2015 aanpassen naar 3% en het rentepercentage op bespaarde rente naar 1%. De verlaging is gebaseerd op de verwachting ten aanzien van de ontwikkeling van de marktrente voor langlopende geldleningen ('de rentevisie'). Met deze aanpassing denken we een stabiel rentebeleid neer te zetten voor de langere termijn. Natuurlijk blijven we afhankelijk van wat er om ons heen gebeurt.
2
C: \ Uscrs\Lzool\AppData
vl.ocal'v Temp'v 1O\DMS1 F8BE08û.doc
e. Rioolheffing Voor de jaarlijkse stijging van het tarief rioolheffing blijven we uitgaan van het eerder vastgesteld percentage van 6% waarbij we inschatten dat we in circa 2025 een kostendekkend tarief hebben bereikt.
f
Afvalstoffenheffing De systematiek van het gemeentelijk afvalfonds garandeert dat eventuele exploitatievoordelen, achteraf weliswaar, weer bij de burger komen. Voor de jaarlijske stijging van het tarief afvalstoffenheffing houden we vooralsnog rekening met een index van 1,4%, gelijk aan de inflatie.
g.OZB Wij houden vooralsnog rekening met een jaarlijkse aanpassing van 3% van de OZB, zoals is opgenomen in de meerjarenbegroting 2014-2017. h. Subsidiering professionele instellingen en vrijwilligers- en zelf organisaties In de meerjarenbegroting 2014-2017 is over de periode 2015-2017 rekening gehouden van een taakstellende bezuiniging van totaal € 283.113 (jaarlijks € 94.371). Deze taakstelling handhaven we. Daarnaast zullen we de subsidiebedragen vanaf2015 vooralsnog wel jaarlijks indexeren met een percentage van 1,4%, gebaseerd op de voorgestelde prijscompensatie levering goederen en diensten (zie punt b);
i. Bijdragen gemeenschappelijke regelingen De gemeenschappelijke regelingen zijn inmiddels gestart met het opstellen van hun kadernota 2015-2018. Deze nota's zullen op 31 maart 2014 in de gecombineerde commissie worden besproken. Als uitgangspunt hanteren we het op 3 december 2013 regionaal afgesproken kortingspercentages van 5% in 2015, oplopend naar 9% in 2017. Tevens is afgesproken de gemeenschappelijke regelingen te compenseren voor loon- en prijsstijgen. Gemeenten ontvangen immers ook een compensatie voor loon- en prijsstijgingen via de algemene uitkering. De kortingpercentages zijn gebaseerd op de systematiek 'samen de trap op, samen de trap af, gemeenschappelijke regelingen zijn immers 'verlengd lokaal bestuur'. Door hantering van deze systematiek vindt een doorvertaling plaats van de kortingen die door het Rijk zijn opgelegd aan de gemeenten. Zoals u bekend is de lSD Optimisd een 'anticyclisch bedrijf waarbij er juist in tijden van economische recessie extra druk ligt op de bedrijfsvoering, m.a.w. in tijden dat het slecht gaat met de economie is er een toenemende behoefte aan diensten van Optimisd. Ondanks het anticyclisch karakter van de lSD Optimisd is het de lSD toch gelukt een structurele bezuiniging van totaal 9% door te voeren over de periode 2010 tot en met 2012. Inmiddels is door Optimisd aangegeven dat de werkdruk onverminderd hoog is, al lijkt de ontwikkeling van de uitkeringsgerechtigden enigszins te stabiliseren. Gezien dit anticyclisch karakter vinden wij het verdedigbaar lSD Optimisd geen aanvullende taakstelling op te leggen. j. Decentalisaties sociaal domein Het kabinet heeft besloten een aantal beleidsvelden op het sociaal domein door gemeenten te laten uitvoeren en tegelijkertijd met de overheveling van de budgetten een forse korting door te
3
C: \Users\Lzool\AppData
\Local\ Temp', 1O\DMS 1F8BE080.doc
voeren. Het gaat om de zogeheten decentralisatie van de ABWZ-functie, de jeugdzorg en de invoering van de Participatiewet. Ook op de bestaande taak "huishoudelijke hulp" wordt een forse korting (40%) doorgevoerd. Voor de decentralisaties en de huishoudelijke hulp hebben we in de meerjarenbegroting 2014-2017 het uitgangspunt gekozen dat de gerichte kortingen binnen het desbetreffende beleidsterrein moeten worden opgevangen omdat we namelijk van mening zijn dat het niet de taak van de gemeente is om gaten die het Rijk creërt op te vangen c.q. te dichten. Voor het meerjarenperspectief2015-2018 blijven we dan ook het uitgangspunt handhaven geen extra gelden beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de decentralisaties. Wel hebben we besloten de motie 'Tweede bestuursrapportage 2013' uit te voeren en uw raad bij de vaststelling van de jaarrekening 2013 voor te stellen, middels een apart beslispunt, de reserve "Transities" te vormen. De raad is immers bevoegd tot het instellen van reserves, het college heeft deze bevoegdheid niet.
Extra bezuinigingstaakstelling In de meerjarenbegroting 2014-2017 vertoonden de jaarschijven 2015 en 2016 nog een tekort. Maar de wereld om ons heen staat niet stil. Inmiddels is de septembercirculaire 2013 uitgekomen en is op rijksniveau het herfstakkoord afgesloten. Ook is door het rijk de decembercirculaire uitgebracht. De uitkomsten van deze circulaire zullen wij in januari op raadsnet publiceren. Ook hebt u op 12 december j.l. de 2e bestuursrapportage 2013 vastgesteld die een structureel voordeel van € 377.000 laat zien. Ook bovenstaande voorlopige uitgangspunten hebben effect op de gepresenteerde saldi in de meerjarenbegroting 2015-2017. Daarnaast kunnen ook uit de jaarrekening 2013 nog structurele effecten optreden (o.a. hoogte reserves, voortgang uitvoering investeringen) . Mochten aanvullende bezuinigingen noodzakelijk zijn dan zullen wij de in de programmabegroting 2014 opgenomen oplossingsrichtingen als uitgangspunt nemen. Dit betreffen o.a. de volgende oplossingsrichtingen: • Een onderzoek naar een betere en efficiëntere benutting van het maatschappelijk vastgoed; • In overleg met het maatschappelijk middenveld bekijken welke alternatieven er zijn om verenigingen en instellingen zo veel mogelijk subsidie-onafhankelijk te maken; • Zero Based Budgeting.
2. Procesgang Perspectiefuota 2015-2018 Planning behandeling perspectiefnota 2015-2018 Op 19 maart 2014 vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Bij de raadsverkiezingen in 2010 is geen perspectiefnota uitgebracht. Dit heeft veel discussie opgeleverd. Omdat in 2014 wederom gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden, willen wij uitdrukkelijk vooraf het proces met u afstemmen door middel van deze notitie ter opiniërende bespreking. Op basis van het Vergaderschema raadscommissies en raad 2014 dient de perspectiefnota uiterlijk 1 april 2014 door het college te worden vastgesteld om de raadsbehandeling op 21 en 28 mei mogelijk te maken. De perspectiefnota wordt volgens planning uiterlijk 25 april 2014 aan uw raad aangeboden. Dit betekent dat ten tijde van het besluitvormingsproces, naar alle waarschijnlijkheid, de ambities van de nieuwe coalitie voor de raadsperiode c.q. het bestuursprogramma 2014-2018 nog niet bekend zijnlis.
4
C:\ Users\Lzool\AppDaca
vl.ocalv Temp \ 1O\DMS 1F8BE080.doc
Wij willen, gezien het tijdstip van de gemeenteraadsverkiezingen, de volgende drie opties met u bespreken: 1. in 2014 geen perspectiefnota 2015-2018 uitbrengen als richtinggevend instrument voor de besluitvorming van de (meerjaren)begroting 2015-2018. Dit betekent dat integrale afweging pas plaatsvindt bij de begroting in november 2014; 2. in 2014 wel een perspectiefnota 2015-2018 uitbrengen op basis van de huidige planning (bespreking in de raad op 28 mei 2014). De inschatting is dat op basis van deze planning het bestuursprogramma 2014-2018 van een nieuwe coalitie niet als richtinggevend instrument kan worden gebruikt voor het samenstellen van de perspectiefnota 20152018. 3. in 2014 wel een perspectiefnota 2015-2018 uitbrengen maar deze doorschuiven naar de raadscyclus van juli (bespreking in de raad op 3 juli 2014). Doorschuiving geeft wellicht ruimte om het bestuursprogramma 2014-2018 als richtinggevend instrument te gebruiken voor het samenstellen van de perspectiefnota 2015-2018.
Voorstel proces voor de totstandkoming van de perspectiefnota 2015-2018 Mocht uw raad besluiten het college te vragen een perspectiefnota doen we onderstaand een voorstel voor het proces.
2015-2018 uit te brengen dan
Het is op dit moment nog niet duidelijk wat de ambities van een nieuwe coalitie zijn. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor de inhoud van de perspectiefnota 2015-2018 omdat het college nu geen rekening kan houden met deze ambities. Omdat de perspectiefnota een belangrijk instrument is om de begroting 2015-2018 te kunnen samenstellen doen wij uw raad een voorstel hoe het totstandkomingsproces er uit zou kunnen zien. Een denkrichting voor de totstandkoming is: 1. In de perspectief nota 2015-2018 die aan uw raad wordt aangeboden geeft het college per programma een weergave van alle beleidsvoornemens die ambtelijk zijn geïnventariseerd. Deze voornemens komen voort uit wettelijke en/ofmedebewindstaken, vervangingsinvesteringen en wensen van overige belanghebbenden (inwoners, ondernemers en/ of vertegenwoordigers van organisaties/verenigingen). Elk beleidsvoornemen wordt voorzien van een korte toelichting en een inzicht in de kosten die met dit beleidsvoornemen samenhangen. 2. Om de raad een sluitend meerjarenperspectief aan te bieden zou voor de prioritering van de voornemens het volgende proces kunnen worden gehanteerd: Het uitgangspunt is een beleidsarme perspectiefnota, in afwachting van het bestuursprogramma van een nieuwe coalitie 2014-2018. Dit betekent honorering van de voornemens die voortvloeien uit wettelijke taken en vervangingsinvesteringen. Deze voornemens zijn noodzakelijk en wenselijk ten behoeve van going concern. In de uitvoering van deze taken heb je immers geen keuze, behoudens een keuze in de hoogte van de uitvoeringsambitie. Afhankelijk van de financiële ruimte stellen wij vervolgens voor de beleidsvoornemens uit de meerjarenbegroting 2015-2017 als eerste in de doorrekening van het meerjarenperspectief op te nemen. Bij een resterende ruimte kan het college (huidig of nieuw) uw raad nog voorstellen doen uit de overige beleidsvoornemens.
5
C: \Usm\Lzool\AppDm.
vl.ccal', T emp', 1O\DMSl
F8BEOSo.doc
O.b.v. het voorgaande krijgt uw raad een voorstel aangeboden wat een aanzet kan zijn om de perspectiefnota opiniërend te bespreken. 3. De perspectiefnota wordt opiniërend besproken in de gemeenteraad. Tijdens deze bespreking kan de gemeenteraad aangeven aan welke voorstellen en beleidsterreinen veel prioriteit wordt gegeven en aan welke minder of geen. De uitkomsten van deze bespreking en het bestuursprogramrna 2014-2018 zijn richtinggevend voor het college bij de uitwerking van de begroting 2015-2018 die in november 2014 wordt vastgesteld. 4. De raad besluit in deze fase: - kennis te nemen van de perspectiefnota 2015-2018; - het college de opdracht te geven de begroting 2015-2018 voor te bereiden, rekening houdend met de door de raad geformuleerde richtingen/uitspraken. Wij willen graag met u in overleg of bovenstaand geschetst proces als uitgangspunt kan dienen voor het samenstellen van de perspectiefnota 2015-2018.
Extra raadsbrede bijeenkomst Om de raad in een vroegtijdig stadium te betrekken in de planning & controlcydys 2014 hebben we de laatste jaren, voorafgaande aan de behandeling van de perspectiefnota, in de eerste helft van maart een extra raadsbijeenkomst ingepland. De achterliggende gedachte van deze bijeenkomst is de raad te informeren over actuele financiële zaken. Onze inschatting is dat uw raad deze bijeenkomst als positief hebt ervaren. Wij denken aan de volgende agendapunten voor deze bijeenkomst: • Informatie over de planning & controlcydus van gemeente Bernheze • Informatie over de actuele financiële zaken.
Ter bespreking Wij leggen aan u de volgende vragen voor: 1. Stemt u in met het uitbrengen van een perspectiefnota 2015-2018 als richtinggevend instrument voor de begroting 2015-2018? 2. Indien u instemt met punt 1 wilt u dan de perspectief nota 2015-2018 bespreken op 28 mei 2014 of op 3 juli 2014? 3. Indien u instemt met punt 1 stemt u dan in met het totstandkomingsproces van de perspectiefnota 2015-2018 zoals in deze notitie is geschetst? 4. Stemt u in met de organisatie van een raadsbrede bijeenkomst na de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 (april 2014) waarin wij de raad informeren over de planning & controlcydus van gemeente Bernheze en de actuele financiële stand van zaken? Burgemeester
en wethouders,
~~
A.J. G.
Bex MLD secretaris
drs. M.A.H. burgemeester
Bijlagen: Geen
6
C: \ Users'cl.zool'vópplöata
\Local\T
empv 1O\DMS1
F8B E080.doc