Raadsvergadering d.d. 5 juli 2011 Raadsnota nummer 0110043 0nderwerp: concept-Woonvisie 2011 – 2016 Vragen van fractie
Naam raadslid: Jan de Hoogh
1. Prestatieafspraken met woningbouwcoöperaties voor starters in de huursector. Kunt u voorbeelden geven? Antwoord: In de prestatieafspraken met Thuisvester is opgenomen dat zij minimaal 20% van de te verhuren huurwoningen zullen verhuren aan starters. 2. Het % alleenstaanden is nu 29%. Er is een toename berekend van 35 % in 2010 naar 40 % in 2050. Is deze ontwikkeling ook meegenomen bij het vaststellen van de basisverdeling, zoals genoemd op blz. 7 van het concept Woonvisie? Indien ja, kunt u dit toelichten? Antwoord: De Woonvisie heeft een looptijd tot 2016 en houdt in die zin op korte termijn in de basisverdeling geen rekening met bevolkingsontwikkelingen tot 2050. Wel zijn de demografische ontwikkelingen (waaronder gezinsverdunning) meegenomen in de Woonmonitor, die onder meer als basis voor de differentiatie geldt. 3. Er treden beperkingen op van hypotheekverstrekkingen * rekenvoorbeeld blz. 13 van het concept Woonvisie. Is deze ontwikkeling ook meegenomen bij het vaststellen van de basisverdeling, zoals genoemd op blz. 7 van het concept Woonvisie? Indien ja, kunt u dit toelichten? Antwoord: Ja, in de basisverdeling wordt bewust gekozen voor het veiligstellen van het bouwen van goedkope koopwoningen. Of deze woningen beschikbaar zijn voor kopers hangt af van de individuele inkomensposities op grond waarvan de hypotheken verstrekt worden. 4. Uit hoeveel personen bestaat de doelgroep migranten en op welke wijze zijn deze momenteel gehuisvest? Vervult ook Thuisvester hierin momenteel een rol en zo ja, om hoeveel woningen gaat het? Antwoord: De exacte grootte van de doelgroep arbeidsmigranten is niet bekend, evenals het aantal woningen en het type woning dat bewoond wordt. Er is verder onderzoek nodig om beter zicht te krijgen op de doelgroep. Dit wordt in regionaal verband opgepakt. Op dit moment vervult Thuisvester geen specifieke rol in het huisvesten van de doelgroep.
1
5. Worden ook de mogelijkheden onderzocht voor het bouwen van koopwoningen met een maximum van 108.373 Euro, zijnde de maximale hypotheek voor een gezamenlijk inkomen van 34.000 Euro? Zo ja, kunt dit toelichten? Indien niet van toepassing, kunt u dit toelichten? Antwoord: In de aanbevelingen wordt ingezet op een pilot voor goedkope koopwoningen tot €150.000,-, zijnde de maximale hypotheek voor een gezamenlijk inkomen van €40.000,-. Dit bedrag van €40.000,- was tot 1 januari 2011 voldoende om een goedkope koopwoning van €175.000,- te kunnen financieren. Bij de uitwerking van de pilot zal worden bezien of het bouwen van nog goedkopere woningen voor nog lagere inkomensgrenzen tot de mogelijkheden behoort.
Raadsvergadering d.d. 5 juli 2011 Raadsnota nummer: 110043 Onderwerp: (concept) Woonvisie 2011 – 2016 Vragen van fractie: GroenLinks
Naam raadslid: A.E. van Bruchem
Raadsnota 1. Is het gezien de huidige onzekerheden over de woningmarkt (2011 is tot nu toe anders dan voorspeld) wel zinvol om een visie tot 2016 vast te stellen? Moet deze visie niet jaarlijks worden geactualiseerd? Wordt een dergelijke flexibiliteit ook in de prestatieafspraken met Thuisvester opgenomen? Antwoord: Het is zinvol om een visie tot 2016 vast te stellen omdat dat richting partners over meer jaren duidelijkheid biedt wat het woonbeleid van de gemeente is. De Woonvisie zal jaarlijks geëvalueerd worden, en uw raad zal hierover worden geïnformeerd. Waar nodig zal de Woonvisie (door uw raad) bijgesteld worden. Het zelfde geldt voor de prestatieafspraken met Thuisvester. Deze zullen jaarlijks worden gemonitord en geëvalueerd. 2. Op welke wijze wordt duurzame woningbouw gestimuleerd? Antwoord: De wijze waarop duurzaamheid wordt gestimuleerd wordt weergegeven in de aanbevelingen van de concept-Woonvisie en in het Milieubeleidsplan 2010-2016. 3. Welke partijen hebben zitting in de Bouwraad? Heeft er dit jaar al een Bouwberaad plaatsgevonden? Zo ja, is hier een verslag van beschikbaar?
2
Antwoord: Er heeft nog geen Bouwberaad plaatsgevonden. Partijen die hiervoor zullen worden uitgenodigd zijn (lokale) ontwikkelaars, makelaars, verhuurders en instellingen die een raakvlak met ‘wonen’ hebben. Op (sub)regionaal niveau heeft een dergelijk bouwberaad al wel plaatsgevonden, en hier zijn goede ervaringen mee opgedaan. 4. Hoeveel huizen per type (huur/koop, prijsklasse) zijn er na de vaststelling van de vorige Woonvisie gebouwd? Antwoord: Een gedifferentieerd overzicht van de jaarlijks gerealiseerde woningbouw is vanaf 2008 opgenomen in de jaarrekeningen. Vóór deze periode zijn alleen de totale aantallen bekend. De totale aantallen opleveringen over de periode 2004-2008: 2004: 95 woningen 2005: 195 woningen 2006: 304 woningen 2007: 471 woningen 2008: 218 woningen 2009: 275 woningen 2010: 112 woningen. Woonvisie 2011 – 2016 5. Blz. 2. Wat is de reden dat er in 2008 geen nieuwe woonvisie is opgesteld? Antwoord: Er is in 2008 geen nieuwe Woonvisie opgesteld omdat het accent in het politiek akkoord lag op het uitvoeren van beleid in plaats van het ontwikkelen van nieuw beleid. In het huidig politiek akkoord is opgenomen dat de Woonvisie geactualiseerd zou worden. 6. Blz. 3. Welk streekplan wordt hier bedoeld? Is het niet zo dat de provincie vorig jaar een Structuurvisie heeft vastgesteld en dat het planfiguur streekplan in de nWRO is vervallen? Antwoord: Het streekplan is vervangen door de provinciale structuurvisie en de verordening Ruimte. 7. Blz. 7. Wat is de bevolkingsprognose voor Oosterhout? Wanneer is deze vastgesteld? Antwoord: De meest recente bevolkingsprognose is afkomstig van het CBS en dateert van 2009. De prognose van het CBS dient als basis voor de Woonmonitor. 2009: 54.198 inwoners
3
2014: 55.500 inwoners 2035: 60.285 inwoners 2040: 60.450 inwoners 2050: 60.000 inwoners In de loop van 2011 zullen er nieuwe prognoses door het CBS worden opgesteld.
8. Blz. 7. Wanneer is de provinciale taakstelling voor de gemeente Oosterhout vastgesteld? Wie heeft deze taakstelling vastgesteld? Antwoord: In maart 2010 heeft de provincie deze taakstelling vastgesteld. 9. Blz. 7. Met welke frequentie wordt deze taakstelling geactualiseerd? Antwoord: Formeel wordt de taakstelling driejaarlijks op basis van bevolkings- en woningbehoeftenprognoses vanuit de provincie geactualiseerd. 10. Blz. 12. Hoeveel arbeidsmigranten kent Oosterhout? Aan welke concrete oplossingen voor huisvesting van deze arbeidsmigranten wordt gedacht? Antwoord: De exacte grootte van de doelgroep is niet bekend, evenals het aantal woningen en het type woning dat bewoond wordt. Er is verder onderzoek nodig om beter zicht te krijgen op de doelgroep. Dit wordt in regionaal verband opgepakt.
Raadsvergadering d.d. 5 juli 2011 Raadsnota nummer 110043 0nderwerp; (concept) Woonvisie 2011-2016 Vragen van fractie
CDA
Naam raadslid: Tanja Roovers-Huijben
1. Op welke manier corresponderen de prestatieafspraken tussen de gemeente en Thuisvester met het systeem dat Thuisvester hanteert om mensen een woning toe te wijzen? Antwoord:
4
Thuisvester bepaalt zelf dat systeem waarop zij woningtoewijzing hanteert en vraagt de gemeente om haar mening in deze. De uitkomst hiervan kan worden vastgelegd via prestatieafspraken.
Raadsvergadering d.d. 05-07-2011 Raadsnota nummer: 0110043 0nderwerp: concept Woonvisie
Vragen van fractie
Naam raadslid: Bert van Ham
1. In uw samenvatting op de 1e pagina van het raadsvoorstel … van de partners die input hebben geleverd via een consultatiebijeenkomst. Wie zijn exact deze partners? Makelaars van de Water, Biemans, van der Plas, Kops. Woningcorporaties Thuisvester en Volkaert-SBO Groep, het ouderenplatform en het Wmo-platform. Antwoord: 2. Onderaan deze pagina: richtinggevende verdeling…. Zijn daarbij grote verschillen te verwachten en zo ja welke? Antwoord: In principe geen grote verschillen. Per locatie wordt gekeken naar de meest wenselijke en haalbare verdeling. Via de jaarlijkse evaluatie wordt bewaakt dat de basisverdeling uiteindelijk wordt gehaald. 3. Laatste zin op deze pagina: ontwikkelende partijen … wie zijn dat exact? Dat zijn alle partijen waarmee de gemeente voor de ontwikkeling van woningbouwlocaties al afspraken heeft gemaakt of nog gaat maken (bijvoorbeeld Thuisvester en de ontwikkelaars van de gebieden de Zwaaikom en de Contreie. Antwoord: 4. 2e Pagina doelgroepen:laatste zin 1 e alinea: maar ook door met woningcorporaties prestatieafspraken hierover te maken. Is dit al met deze corporaties besproken en zo ja zijn deze “in”? Antwoord: De Woonvisie wordt eerst vastgesteld. De prestatieafspraken vloeien voort uit de Woonvisie. In de gesprekken over de prestatieafspraken wordt dit meegenomen.
5
5. Onder aan deze pagina: afstemming en samenwerking gezocht met regionale partners. Heeft dit reeds plaats gevonden en zo ja met welke resultaten? Antwoord: Regionale afstemming vindt momenteel plaats tussen de gemeenten Breda en Etten-Leur en in een ander verband tussen Geertruidenberg en Drimmelen. Er vindt afstemming plaats op het gebied van de woningbouwplanning en het woonbeleid. 6. U spreekt voornamelijk over Thuisvester. Is dit de enige corporatie waar de Gemeente Oosterhout zaken mee doet? Zo ja vindt u dat niet gevaarlijk a] geen concurrentie b] mocht er wat dan ook met Thuisvester gebeuren c] ook voor Thuisvester de niet de meest gewenste situatie indien er zich vanuit Gemeentewege calamiteiten voordoen? Is dit niet een te grote wissel welke op Thuisvester getrokken wordt? Antwoord: In Oosterhout zijn naast Thuisvester ook Stichting Huisvesting Bejaarden Oosterhout, AlleeWonen, Mooiland Vitalis en WSG actief. Concurrentie is mogelijk, corporaties hebben een regionale toelating en kunnen dus ook in Oosterhout werkzaam zijn. a. Thuisvester heeft een gezonde positie dus de kans dat er met deze corporatie iets gebeurt is gering. b. Voor zover ons bekend wordt er geen grote wissel getrokken. 7. Op pagina 7 van de concept Woonvisie staat dat Oosterhout tot 2019 3175 woningen aan de woningvoorraad mag toevoegen. Gaat u dit ook werkelijk realiseren? Antwoord: Ja, dit willen wij realiseren. 8. Op pagina 11 staat MGE-constructie. Wat behelst dat? Antwoord: Met behulp van maatschappelijk gebonden eigendom (MGE) kunnen woningen met korting gekocht worden. Voor huishoudens met lagere inkomens (bijvoorbeeld starters) is dit de mogelijkheid om een betaalbare woning te kunnen financieren. MGE wordt met name door woningcorporaties toegepast: zij bieden de woning met korting aan en kopen de woning terug als deze verkocht wordt. Op deze manier blijft de woning beschikbaar voor de doelgroep. 9. Pagina 14 duurzaamheid: u schrijft in de 2 e alinea: een andere vorm van duurzaamheid betreft het transformeren van gebouwen etc. ……Hebt u hier voorbeelden van en zo ja welke? Antwoord: Binnen Oosterhout zijn er een aantal concrete voorbeelden. Zo is het voormalig GAK6
kantoor omgezet in koopappartementen en is het voormalige Speelgoedmuseum aan de Sint-Vincentiusstraat van functie veranderd in een Thomashuis (kleinschalige woonvorm voor volwassenen met een verstandelijke beperking). In de gemeente Gilze-Rijen wordt voormalig Hotel Cigogne benut voor de huisvesting van arbeidsmigranten.
Raadsvergadering d.d. Raadsnota nummer
5 juli 2011 0110043
Onderwerp: (concept) Woonvisie 2011-2016
Vragen van fractie:
Naam raadslid: D.F.J. Melsen
1. Wat is de status van de jaarlijkse evaluatie van het woningbouwprogramma over
2010? Antwoord: De evaluatie over 2010 heeft plaatsgevonden. Deze evaluatie heeft niet geleid tot ingrijpende wijzigingen ten opzichte van de keuzes die gemaakt zijn voor het woningbouwprogramma in 2009 (zoals eerder schriftelijk medegedeeld). De uitkomsten van de evaluatie zijn verwoord in het overzicht meerjaren woningbouwprogramma zoals bijgevoegd bij de concept-Woonvisie. 2. Wat betekent het streven naar 7-8 EPC concreet voor de betaalbaarheid van de
woningen (vraagprijs v.o.n. en huurprijs)? Antwoord: In de basis betekent dit dat de woningen door de duurzaamheidseisen duurder worden. De meerkosten zullen niet per definitie bij de koper / huurder terecht komen, maar zouden op basis van afspraken ook bij ontwikkelaars gelegd kunnen worden.
7
3. Wat zijn de consequenties van het stellen van een minimumpercentage voor de
ontwikkeling van CPO-kavels (bijv. 25%)? Is het reëel om een norm te stellen? Antwoord: Consequentie van het hanteren van percentages voor CPO-ontwikkeling betekent dat deze in beginsel niet via de traditionele manier ontwikkeld kunnen worden. Hoe reëel het is om een norm te stellen hangt af van de norm (in relatie tot het bouwprogramma). 4. Heeft u voorzien in een tussentijdse evaluatie van de Woonvisie 2011-2016? Zo ja,
hoe krijgt die evaluatie gestalte en wanneer? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Jaarlijks zal aan de hand van de aanbevelingen de Woonvisie geëvalueerd worden. De vorm waarin en wanneer zal ingebed worden in de planning en control-cyclus.
5. Ziet u voor de arbeidsmigrantenhuisvesting ook een taak weggelegd voor
Thuisvester? Zo ja, hoe denkt u daaraan invulling te gaan geven? Zo nee, waarom niet? Antwoord: In beginsel wel. Dit zal verder worden uitgewerkt in de prestatieafspraken.
8