1
Inhoudsopgave 1 Inleiding
3
2 Missie, visie en hoofddoelstelling
3
3 Positie en netwerk
4
4 Programmering en activiteiten 2013-2016
5
5 Publieksbereik
8
6 Educatie schoolgaande kinderen en jongeren
11
7 Professionele talentontwikkeling
13
8 Verdienmodel en ondernemerschap
14
2
I
Inleiding
Dit nieuwe beleidsplan is voor de nieuwe kunstenplan periode van 2013-2016. Dit najaar bestaat het NNO 150 jaar en vanuit deze historie wil het NNO de toekomst in; als hét symfonieorkest van en voor het Noorden. Het NNO is landelijk bekend vanwege zijn verrassende en brede programmering. In dit beleidsplan staat hoe het NNO deze eigenheid op hoog niveau blijft presenteren, in de concertzaal, in de openlucht, tijdens festivals en voor scholen. En hoe we daarmee ons trouwe publiek verrassen, kenners uitdagen, muzikaal talent stimuleren en 'nieuwe oren' vertrouwd maken met symfonische muziek. Het uitbreiden van het vaste publiek en het aanboren van nieuw publiek is de belangrijkste doelstelling. In dit beleidsplan staat beschreven hoe de structurele bezuinigingen ( van 800.000) kunnen worden opgevangen. Er is een verdienmodel opgesteld waarin maatregelen staan om de inkomsten toe te nemen, uit de kaartverkoop, door sponsoring en ondersteuning van fondsen en particulieren. De basisbezetting van orkest en staf wordt in de komende jaren bewust verkleind, door bij natuurlijk verloop functies niet meer in te vullen of alleen op freelance basis. Uitgangspunt is dat met deze basisbezetting en een flexibele schil van freelancers daaromheen het niveau van het huidige programma-aanbod kan worden gecontinueerd.
2
Missie, visie en hoofddoelstelling van het NNO
Missie Het NNO brengt als toonaangevend symfonieorkest vier eeuwen symfonische muziek tot leven, tot in alle uithoeken van de drie noordelijke provincies. Het haalt deze traditie naar de eigen tijd via prikkelende interpretaties en een brede programmering, in de concertzaal, in de openlucht, tijdens een festival, voor scholen, in oude kerkjes of op een bedrijfsgala. Zo verrassen we ons trouwe publiek, dagen we kenners uit, stimuleren we muzikaal talent en maken we 'nieuwe oren' vertrouwd met symfonische muziek. Visie Het NNO geeft de symfonische muziektraditie, waarin vakmanschap en zeggingskracht samenkomen, nieuwe inhoud. Het ziet zichzelf als de equivalent van het Amsterdamse Museumplein, dat met drie verschillende musea een breed kunstspectrum aanbiedt. Het NNO biedt dat brede spectrum in de muziek: symfonische muziek, crossovers en andere allianties met populaire muziek en barok. Dit spectrum komt niet alleen in een doordacht jaarprogramma aan bod, ook binnen één concert of in een festival worden verrassende combinaties gemaakt. Verschillende componisten en muziekstijlen worden thematisch en musicologisch samengebracht en in eigenzinnige interpretaties uitgevoerd. Dit leidt tot bijzondere en spraakmakende combinaties en exploreert de grenzen van de muzikaliteit. Deze aanpak is prikkelend voor het publiek en vraagt tegelijkertijd veel van het vakmanschap en de inzetbaarheid van de NNO musici; die zijn bereid en gewend op hoog niveau diverse muziekstijlen te spelen. Hoofddoelstelling Klassieke muziek staat onder druk. De overheid en het bedrijfsleven vragen om een andere rol en ook het publiek wil in zijn zoeken naar (totaal)beleving steeds meer op maat worden bediend. Net als van historische musea wordt van een symfonieorkest actieve en vernieuwende presentatievormen verwacht. Steeds meer musea tonen hun collecties niet meer in vitrines en aan de wand, maar met veel special effects via beeldschermen en interactieve installaties. Contact met de tastbare verzameling speelt daarbij soms nauwelijks meer een rol, het publiek wordt verleid tot het beleven van een verhaal. In de orkestwereld vinden soortgelijke veranderingen plaats. Het NNO probeert al jaren via aangepaste programmering, marketing en educatie ook nieuw publiek te bereiken. 3
Met het oog op de nieuwe beleidsperiode is intern en met externe adviseurs veel gesproken over de manier waarop een nog grotere publieksgerichtheid meer bezoekers kan opleveren, zonder dat we onze core business uit het oog verliezen. Voorkomen moet worden dat het NNO voor elk wat wils laat horen en voor niemand iets bijzonders. Verhevenheid en afstandelijkheid passen dit symfonieorkest niet. Wel het serieus onderzoeken van zijn taak: het publiek dichterbij de muziek brengen door een goede ambiance te creëren, avontuurlijk te programmeren en door inzicht te geven in de muziekgeschiedenis. Zoals de nieuwe chef-dirigent zijn visie op klassieke muziek formuleert: ‘Muziek is een taal, het is erg belangrijk om dat te begrijpen. Degene die het heeft geschreven communiceert met je. Elke generatie moet de muziek ontdekken, proberen te begrijpen en beseffen wat het wil zeggen. Dat is onze missie.’1 Ideeën om bestaand publiek te verbreden en nieuw publiek aan te boren moeten daar niet van afleiden, maar juist andersom: ze moeten de toegang tot symfonische muziek makkelijker en aantrekkelijker maken. Met uiteindelijk als doel mensen er meer deelgenoot van te maken. Dat gaan we de komende jaren in allerlei vormen uitproberen; het is een gezamenlijke opdracht aan alle medewerkers in ons orkestbedrijf. In deze beleidsnota wordt beschreven hoe deze hoofddoelstelling wordt vertaald in de uitvoering, van programmering tot marketing en presentatie, van educatie tot formatieplan.
3
Positie en netwerk
Positie in het landelijk bestel De rechtsvoorgangers van het NNO leiden terug tot 1862, toen het ‘Orchest Der Vereeniging De Harmonie te Groningen’ werd opgericht. Met deze wortels kan het NNO tot het oudste symfonieorkest van Nederland worden bestempeld.2 Het NNO is het enige professionele symfonieorkest in het Noordelijk landsdeel. De lokale en regionale overheden erkennen deze positie en besteden daar in hun cultuurnota’s ook aandacht aan. Het NNO is zich ervan bewust dat de artistieke kwaliteit topprioriteit is, om regionaal over een grote bandbreedte inzetbaar te zijn en zich landelijk te kunnen meten met de andere toonaangevende orkesten. Voor de zichtbaarheid en om die kwaliteit te blijven beproeven speelt het NNO ook regelmatig buiten het Noorden. (Inter)nationaal netwerk Zowel de directeur als de artistiek manager heeft een groot nationaal en internationaal netwerk. De kwaliteit en het imago van het orkest en van het programma worden in belangrijke mate bepaald door de internationaal vermaarde dirigenten en solisten die naar het Noorden worden gehaald en door moderne componisten waarvan werk in uitvoering (première) kan worden gebracht. De naam van het NNO is verbonden met lef, durf en creativiteit en daar hoort inmiddels een gerenommeerde lijst namen van dirigenten, solisten en componisten bij die ook anderen weer over de streep trekt. Onderscheidend wil het NNO ook zijn in het verkrijgen van de rechten van bijzondere werken. Met enige regelmaat treedt het NNO buiten Nederland op. Regionale betekenis Voor de Noordelijke regio wil het NNO fungeren als muzikale voedingsbodem, springplank voor toptalent en bij het publiek de vonk voor het genieten van symfonische muziek laten overspringen. Het NNO wil zich nog steviger 1
Bron: docusoap NNO 2011. Het is Willem Noske geweest, het ‘orakel’ van de Nederlandse muziekgeschiedenis, die de prioriteit van de symfonische muziek in ons land heeft toegeschreven aan Groningen. Diverse andere ensembles, die evenals het Groningse Harmonieorkest waren voortgekomen uit de harmoniemuziek van de Dienstdoende Schutterij, hebben later de overstap gemaakt naar een symfonisch repertoire, zoals het Concertgebouworkest in 1888 en het Residentie Orkest in 1903. 2
4
verankeren, onder andere door aan te sluiten bij bestaande sterke regioactiviteiten. De opening van de Nieuwe Kolk in Assen biedt een fantastische nieuwe locatie, evenals de nieuwe concertzaal in Sneek. In Groningen, Friesland en Drenthe worden gratis toegankelijke openlucht concerten gegeven, daarmee zijn langdurige en nieuwe samenwerkingsrelaties ontstaan. Vanwege het brede publieksbereik (ca. 20.000 per jaar) willen we deze continueren en verder uitbouwen. Dit realiseren we mede door nieuwe sponsors hiervoor enthousiast te maken. En krijgt regionaal muziektalent een plek in de programmering van de openlucht concerten. De keuze voor nauwe samenwerking met Noordelijke instellingen, dirigenten en solisten past in de visie. Op hun beurt vervullen de musici van het NNO een belangrijke rol in de noordelijke muzikale infrastructuur, door hun activiteiten als docent op muziekscholen en conservatorium, als dirigent van een harmonie, jeugdorkest of amateur-symfonieorkest, als koorbegeleider enzovoort. Het NNO is een belangrijke schakel in de Culturele Keten.
4
Programmering en activiteiten
Jaarprogramma’s Nu is het jaarprogramma gebaseerd op een ‘format’ dat zich heeft ontwikkeld op basis van een aantal factoren, zoals artistieke programmering en vereiste aantal speelbeurten. In het licht van de nieuwe ontwikkelingen is over dit format goed nagedacht en gezocht naar sturingsmogelijkheden. Dat betekent dat naast de prolongatie van goedlopende activiteiten nieuwe activiteiten zijn toegevoegd en andere zijn geschrapt. Met het oog op de belastbaarheid van het orkestbedrijf (in 2011 werden 153 concerten en activiteiten georganiseerd!) wordt de kwantitatieve omvang beter bewaakt. Hieronder de hoofdlijnen in de jaarprogramma’s 2013-2016 Het grote symfonische repertoire De symfonische muziek is en blijft de kern van het NNO als symfonieorkest. Het NNO kiest er daarom voor minimaal 25 weken per jaar symfonische muziek (inclusief opera, educatieve projecten en familieconcerten) te blijven spelen. Alleen zo blijven de kern en de kwaliteit van het orkest gewaarborgd. Cross-over concerten De komende jaren wordt het aantal cross-over speelweken van drie verhoogd naar vijf tot zes weken. Dit kunnen werken zijn met muziek van de Beatles, Ede Staal of Simon & Garfunkel maar ook musicalprogramma’s, zoals Soldaat van Oranje in 2012. Barok Met interpreten als Johannes Leertouwer en Stefan Vladar weet het NNO barokmuziek op Combattimento Consort-achtige wijze te spelen. Er is publieke belangstelling voor, daarom wordt de programmering van barokmuziek in kleinere orkestbezetting, aanvullend op de Messiah en de Matthäus-Passion, uitgebreid van drie naar vijf weken. De samenwerking met het Noord Nederlands Concertkoor en andere koren is daarmee gewaarborgd. Programmeren voor jonger publiek Bij het voor ‘oudere jongeren’ programmeren borduurt het NNO voort op het cross-over denken: de kracht van muziek versterken door verschillende stijlen en muziekgroepen te combineren. Zoals bij het project ‘Stravinksy meets Steve Vai’ in november 2011. Het NNO gaat ook cross-overs richting filmmuziek maken, voor veertigers en vijftigers die in de jaren tachtig Koyaanisquatsi in de bioscoop zagen of Stanley Kubrick’s Space Odyssey 2001,
5
maar ook voor tieners en begin twintigers die naar de filmmuziek van Star Wars, JFK en Harry Potter van John Williams kunnen komen luisteren (voor educatieve concerten zie 1.6). Festivals en openluchtconcerten De festivals die in de afgelopen jaren succesvol waren worden gecontinueerd. Zoals het Interpretatiefestival. Het publiek hoort zijn geliefde symfonieën, waaraan door de verschillende uitvoeringspraktijken een extra musicologische component wordt toegevoegd. Bij de programmering en uitvoering van festivals gaat het NNO de samenwerking met zijn vaste partners intensiveren en samenwerken met nieuwe partners zoals Eurosonic/Noorderslag en het Frysk Jeugd Orkest. Met de openluchtconcerten aan het eind en het begin van het seizoen richt het NNO zich op een zo breed mogelijk publiek, voor een deel publiek dat niet snel of regelmatig naar de concertzalen komt. De concerten zijn gratis toegankelijk (behalve Lauswolt) en op sommige plaatsen onderdeel van festiviteiten met een lange traditie (zoals Bommen Berend). Bij de programmering van deze concerten is extra aandacht voor de presentatie van (jong) talent uit de regio. Voor de openluchtconcerten wordt bewust geen entree geheven. Ze zijn bij uitstek gelegenheden om ‘nieuwe oren’ voor symfonische muziek te winnen en nieuwe sponsors te enthousiasmeren. Kamermuziek op locatie In 2012 wordt onderzocht of en hoe de kamermuziek meer integraal deel kan uitmaken van de NNO programmering. Kamermuziek biedt musici de kans zich meer te profileren en te excelleren in verwant repertoire. Het zorgt ervoor dat de ambitie ‘tot in alle uithoeken van de drie noordelijke provincies te spelen’ ook letterlijk wordt waargemaakt. Het NNO neemt graag zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid door bij verschillende gelegenheden muziek te brengen waar dit niet vanzelfsprekend is, zoals in ziekenhuizen of bij zorginstellingen. Een heel orkest ten tonele voeren is kostbaar en praktisch vaak onmogelijk, een ensemble is daarom veel geschikter. De uitkomsten van het onderzoek worden vertaald in de programmering 2013-2016. Presentatie en beleving De toegang tot symfonische muziek makkelijker en aantrekkelijker maken. Vanuit deze gedachte gaan we veel meer aandacht besteden aan belevingswaarde en presentatie, aansluitend bij concertthema’s of streekeigen festivals. Denk aan het spelen van cross-overs in een moderne outfit, projectie van live beeldopnamen en andere visuals op beeldschermen, inzet van bekende solisten en presentatoren, toevoeging van toepasselijke randactiviteiten (horeca, merchandising), activeren van de relatie dirigent/solist en publiek door meet en greets, aankleding van zalen en foyers met licht en sfeerbepalende elementen en door in het communicatiebeleid de website met de sociale media te beschouwen als belangrijkste toegangspoort. Samenwerkingspartners bij activiteiten Het NNO is in de gelukkige omstandigheid dat er welhaast van NNO-familierelaties gesproken kan worden, met het NNO-Fonds, de vriendenvereniging, het Noord Nederlands Concert Koor en de Stichting Pieter Roelf Jeugd Concerten. Hieronder worden de volgende samenwerkingsverbanden nader toegelicht: a.
Chef-dirigent en gastdirigenten
b.
De Oosterpoort en het Prins Claus Conservatorium
c.
Noord Nederlands Concert Koor
a. Chef-dirigent en gastdirigenten De bijdrage van dirigenten aan de kwaliteit van een symfonieorkest is wezenlijk en het NNO beschouwt ze dan ook als belangrijke partners. Onder chef-dirigent Michel Tabachnik (van 2005 tot mei 2011) verbeterde de kwaliteit van het orkest sterk, waardoor het na diens vertrek geen probleem was opnieuw een internationaal vermaarde chef-dirigent te contracteren.
6
De keuze voor de Britse chef-dirigent Stefan Asbury past in de toekomstvisie van het NNO.3 Asbury’s taak bij het NNO is de ontwikkeling van samenspel en klankkleur van het orkest. Hij vraagt verantwoordelijkheid van de musici en nodigt hen uit hun eigen inbreng en muzikale inspiratie te tonen. Het NNO ziet in Asbury een bijzonder talentvolle dirigent met visie, die zich wil identificeren met de taakopvatting van het NNO als regio-orkest en bovendien een actieve rol wil spelen in het bereiken van nieuw publiek en bij talentontwikkeling. Over zijn nieuwe plek zei Asbury in een interview: ‘Ik heb mijn hele loopbaan een orkest voor ogen gehad dat het hele repertoire uitvoert, omdat het in zijn eentje verantwoordelijk is voor de klassieke muziek in een bepaalde stad of regio. (…) Een orkest als het NNO dient van alle markten thuis zijn, moet als het ware zoveel mogelijk mensen blij maken. Dat is een speciale kans maar ook een grote verantwoordelijkheid en die wil ik graag op me nemen.’ Naast Asbury blijft Michel Tabachnik de komende jaren nog als honorair dirigent verbonden aan het NNO. Ook zijn er diverse terugkerende gastdirigenten, waaronder de Weense toppianist, dirigent en chef van het Wiener KammerOrchester, Stefan Vladar. Voor de school- en familieconcerten werkt het NNO graag met Hans Leenders, die in de afgelopen jaren een belangrijke bijdrage leverde aan een enthousiasmerende en toegankelijke presentatie, die een jonge doelgroep aanspreekt. b. Samenwerking met De Oosterpoort en het Prins Claus Conservatorium De behuizing van De Oosterpoort, het Prins Claus Conservatorium (Hanzehogeschool) en het NNO sluit fysiek nauw op elkaar aan. Het NNO is niet alleen de huisbespeler van De Oosterpoort, maar heeft de Grote Zaal ook als repetitieruimte. De orkestinspectie is er gehuisvest en uit het raam kijkend zie je conservatoriumstudenten in hun studio oefenen. Vanwege die nabijheid en met ‘t oog op sterkere samenwerking kijken de drie partners sinds 2011 met een nieuwe bril naar hun raakvlakken. Samen vormen ze in feite al een muziekplein op de kop van de Oosterpoortwijk, waar het wemelt van muziekproducenten, docenten en liefhebbers. Het plan om dit muziekplein inhoudelijk en fysiek grote allure en uitstraling te geven is in wording. c. Noord Nederlands Concertkoor Het NNO is het enige orkest in Nederland met een eigen, hoogwaardig koor en is daar trots op: het Noord Nederlands Concert Koor (NNCK). Hierin zingen de beste amateurzangers van Noord Nederland, dat een lange en rijke koortraditie heeft. Het NNCK functioneert als een projectkoor en wordt per programmaseizoen gericht ingezet. De vaste dirigenten Louis Buskes en Leendert Runia nemen beurtelings de directie voor hun rekening. Het is geweldig dat dankzij het NNCK grote orkestwerken met koor geprogrammeerd kunnen worden.
3
Stefan Asbury (1965) is een veelgevraagd dirigent bij grote orkesten, ensembles en festivals over de hele wereld. Van 2001 tot 2005 was hij chef-dirigent van het Remix Ensemble in Porto en sinds het seizoen 2007-2008 is hij vaste gastdirigent van het Tapiola Sinfonietta (Finland). Asbury dirigeerde de afgelopen seizoenen bij het Koninklijk Concertgebouworkest, het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, het London Symphony Orchestra, de Dresdner Philharmonie, het Filharmonisch Orkest van Seoel en het Los Angeles Philharmonic. Hij treedt regelmatig op als gastdirigent tijdens festivals als de Salzburger Festspiele en La Biennale di Venezia. Asbury gaf in het najaar 2011 meteen zijn visitekaartje af met een bijzondere interpretatie en uitvoering van Pärts Stabat Mater en Romeo en Julia van Prokofjev.
7
5
Publieksbereik
In de vorige hoofdstukken is (publieks)bereik al vaak genoemd. In het marketingplan 2012 wordt een koers uitgezet waarin publieksegmentatie leidend is; budget en middelen worden direct gekoppeld aan type concerten en doelgroepen.Samengevat heeft het NNO de komende periode als doel: het behouden en uitbreiden van het vaste publiek en het aanboren van nieuw publiek. Deelnemers en gebruikers Het NNO onderscheidt vier typen deelnemers en gebruikers: publiek, vrienden en donateurs, vakgenoten en samenwerkingspartners. Publiek Het onderscheid in publieksgroepen gebeurt op basis van de producten die het NNO aanbiedt. Met uitzondering van de groep ‘studenten en scholieren’ die wordt onderscheiden op basis van leeftijd en opleiding. Het NNO werkt met de volgende productsegmenten:
Operaliefhebbers;
Cross-over publiek;
Bezoekers symfonische concerten;
Liefhebbers van koorwerken;
Families (inclusief schoolgaande kinderen en jongeren);
Scholieren (MB0) en studenten (HBO en Universiteit) tot en met 25 jaar;
Kamermuziekliefhebbers;
Festivalbezoekers;
Geïnteresseerden in (gratis) (openlucht) concerten.
Vrienden en donateurs Het NNO heeft 2215 vrienden in de drie noordelijke provincies en daarbuiten, verenigd in de Vereniging Vrienden van het NNO (VVNNO). Daarnaast kent het orkest het NNO instrumentenfonds. Donaties van particulieren en organisaties maken onder meer de aanschaf van instrumenten mogelijk, die het fonds aan orkestleden in bruikleen geeft. Vakgenoten en samenwerkingspartners De partners waar het NNO mee samenwerkt zijn:
Theaters/concertzalen (drie in Friesland, vier in Drenthe, vier in Groningen, een tiental elders in
Koren (het Noord Nederlands Concert Koor, Capella Frisiae, Toonkunstkoor Bekker, diverse andere
Dansgezelschappen (Noord Nederlandse Dans, Club Guy & Roni, dansschool Lucia Marthas);
Muziekgezelschappen (Nationale Reisopera, Stichting Prime, Haydn Jeugd Strijkorkest, Young Pianist
Nederland en een aantal in het buitenland); amateurkoren);
Foundation, Jungle Warriors, Jorma Panula stichting);
Theatergezelschappen (De Citadel, PeerGrouP, Tryater, René Groothof, Noord Nederlands Toneel);
Conservatoria (Prins Claus Conservatorium Groningen, conservatoria Amsterdam en Den Haag);
Scholen, muziekscholen en bemiddelingsinstellingen cultuureducatie (cultuurprofielscholen, basis- en voortgezet onderwijs, Kunststation C, Keunstwurk, alle regionale muziekscholen);
Andere (culturele) instellingen (Groninger Museum, Museum de Buitenplaats, Marketing Groningen en Friesland, Forum/Images, openbare bibliotheek) (dorpshuizen, culturele commissies, kerken en kleine podia via de kamermuziek);
Mediabedrijven (NTR, IdTV, RTV Noord, Omrop Fryslân, Classic FM, Moomba Media!, iWink, General Graphics, NDC Mediagroep, Scholma);
8
Evenementenorganisaties (Landgoed Lauswolt Beetsterzwaag, Koninklijke Vereniging voor Volksvermaken, Blauwe Stad, City Proms Leeuwarden, Stichting Aria Aperta Hoogeveen, Noorderzon, Nacht van Electra, Oestvolskaja Festival Amsterdam, De Culturele Onderneming, Bijzondere Locaties Groningen).
Om deze lijst compact te houden is het accent gelegd op structurele samenwerkingspartners. Beoogde samenwerkingspartners zijn: het Drents Museum, Fries Museum, Dierenpark Emmen, FC Groningen en FC Heerenveen, Academie voor Popcultuur, Eurosonic/Noorderslag en Oerol. Publieksregistratie Voor de registratie van publieksgegevens wordt gebruikt gemaakt van twee databases en een mailingsysteem. De NNO-database bevat de NAW-gegevens, de e-mail adressen en het koopgedrag van bezoekers en relaties. In de Vriendendatabase worden de aan- en afmeldingen en de contributiebetalingen van de vrienden bijgehouden. De grootste slag kan worden gemaakt door meer en effectiever in te zetten op online kanalen. Het NNO zal in 2012 overgaan tot een verkoopsysteem via de website, gekoppeld aan een database. Dit maakt het bezoekers makkelijker om kaarten te bestellen en vergroot de eigen kennis over bezoekers. Daarnaast zet het NNO de sociale media en de website meer in voor promotieactiviteiten en relatiebeheer. Recent onderzoek naar de werking van de sociale media in de (klassieke) muziekbranche wordt meegenomen in het marketingplan. In het mailingsysteem wordt het publiek bijgehouden dat zich aanmeldt om de maandelijkse nieuwsbrieven te ontvangen, evenals bezoekers van specifieke concerten, die zo via e-mail kunnen worden geattendeerd op soortgelijke concerten als die eerder zijn bezocht. Onderzoeksresultaten Het NNO brengt op verschillende manieren het bereik en de tevredenheid van zijn huidige en toekomstige publiek in kaart. Databases zijn daarbij het belangrijkste hulpmiddel. Daarnaast is in 2011 voor het eerst gebruik gemaakt van een testteam van deskundigen. Aanbevelingen testteam In zijn zoektocht naar verbetering van zijn imago, identiteit en nieuw publiek heeft het NNO in 2011 een testteam samengesteld met vier culturele adviseurs, werkzaam op het gebied van de popmuziek, visuele media, marketing en (kunstvak)onderwijs. Zij hebben hun veronderstellingen over het NNO tijdens concerten getest. Belangrijkste aanbeveling: zorg ervoor dat mensen zich mede-eigenaar van het orkest gaan voelen. De suggesties om dit voor elkaar te krijgen neemt het NNO ter harte en kijkt welke wanneer uitvoerbaar zijn. Benadering nieuwe deelnemers en gebruikers Het NNO probeert jongeren naar de klassieke concertzaal te krijgen. De gemiddelde leeftijd van het orkestpubliek is 55 jaar. De afgelopen jaren had het NNO grote successen met cross-over concerten.4 Ze leveren nieuw publiek op, anders dan het vaste klassieke- muziekpubliek.
4
In 2007 en 2008 gaf het NNO symfonische concerten met de muziek van Pink Floyd (met Bert Heerink, Erik Mesie en Antonie Kamerling/Chris Zegers). In 2008 trad het NNO op met Laurie Anderson tijdens het Americans Festival. In 2009 en 2010 was ‘Symfonic Queen’ zeer succesvol, met Syb van der Ploeg, Joseph Clark en Ellen Evers. In 2010 trad het NNO bij het jaarlijkse componistenfestival op met hardrock gitarist en componist Steve Vai. In 2011 bracht het NNO muziek van de Beatles ten gehore (met onder andere de bij het grote publiek bekende broers Jim en Marcel de Groot en Chris Zegers); wegens succes wordt dit herhaald in 2012. Ook gaf het NNO concerten met de symfonisch bewerkte muziek van en met de wereldberoemde DJ Armin van Buuren, in live streaming met Radio 4. Het was met meer dan 100.000 luisteraars het best beluisterde radioprogramma ooit en gaat wegens succes in reprise in 2012. Voorjaar 2012 staat ook ‘NNO goes USA!’op het programma, met muziek van onder andere Gershwin, Frank Zappa en John Williams (Harry Potter suites). Een perfect concert voor een kennismaking met het NNO, zeker ook voor jongeren. 9
Aanvankelijk wilde het NNO dat dit publiek ook naar de klassieke concerten zou komen. De ervaring leerde dat het niet zo werkt. Inmiddels kiest het NNO ervoor om verschillende doelgroepen naast elkaar te bedienen. Promotie via evenementen en festivals Het NNO wil nog sterker naar buiten treden door met evenementen en festivals in de drie noordelijke provincies samen te werken of bij hen aan te sluiten. Via festivals en evenementen maken grote groepen potentiële bezoekers op een laagdrempelige manier kennis met het NNO en klassieke muziek. Ook is het NNO te vinden op de culturele markten in de grotere steden tijdens de opening van het seizoen en bij de bedrijvencontactdagen. Buddysysteem Met zijn school- en familieconcerten bereikt het NNO een groot aantal kinderen in de basisschoolleeftijd en hun ouders. Voor de periode 2013-2016 stelt het NNO zich daarnaast ten doel meer jongeren naar de concertzalen in het Noordelijk landsdeel te trekken. De nadruk wordt daarbij gelegd op Groningen en Leeuwarden, omdat dit beide studentensteden zijn. Het NNO start met een buddysysteem onder studenten (HBO en Universiteit) en scholieren (MBO). Dat gaat uit van het principe dat leeftijdsgenoten elkaar overhalen naar evenementen te gaan. Wanneer ze vaker mee zijn geweest is de kans veel groter dat zij de volgende keer alleen of met anderen naar het concert komen. Klanten en relaties Bezoekers, vrienden en sponsors ontvangen één tot twee keer per maand de digitale nieuwsbrief met concertinformatie, aanbiedingen, filmpjes en ander nieuws. Daarnaast ontvangen ze bij de nieuwe seizoenbrochure en een CD. Om achtergrondinformatie te geven over het concert van die avond organiseert het NNO gratis toegankelijke inleidingen. Contact maken met het publiek door een persoonlijke benadering en korte toelichtingen tijdens het concert levert binding en enthousiaste reacties op, is de recente ervaring. Ook het persoonlijke contact met de dirigent en de musici heeft effect, daarom organiseert het NNO gerichte meet en greets na afloop in de foyers van de betreffende concertzaal. Vrienden ontvangen één keer in de twee à drie maanden een exclusieve extra Vriendennieuwsbrief met specifieke informatie en speciale acties. Sponsors worden uitgenodigd voor geselecteerde concerten of evenementen. Ook zij krijgen driemaal per jaar het NNO-Magazine toegestuurd.
10
6
Educatie schoolkinderen en jongeren
Visie en missie educatie Uit diverse onderzoeken blijkt dat muziek een duidelijke meerwaarde heeft voor de ontwikkeling van (jonge) kinderen. Muziek ontroert, versterkt de motorische en zintuiglijke ontwikkeling, de concentratie en stimuleert de cognitieve en sociale vaardigheden. Ouderen die vroeger een muziekinstrument hebben bespeeld, hebben een scherpere geest dan zij die dat niet deden. Kortom: muziek maakt slim! En muziekeducatie is een goede voedingsbodem voor latere cultuurdeelname. Wie jong kennismaakt met cultuur in allerlei vormen, zal dit later ook beter weten te waarderen.5 Met de Pieter Roelf Jeugdconcerten bereikt het NNO ruim een derde van alle basisscholen in Groningen, Friesland en Drenthe. Elk voorjaar maken bijna 18.000 basisschoolleerlingen kennis met symfonische muziek. In twaalf jaar heeft het NNO hiermee een stevige traditie en een sterk ‘merk’ opgebouwd. Op deze doelgroep ligt ook het accent, vanuit de overtuiging dat de vonk voor muziek op zo vroeg mogelijke leeftijd moet overspringen. Het NNO breidt zijn breedtestrategie, gericht op het bereiken van zoveel mogelijk schoolgaande kinderen, uit met een dieptestrategie. Die is enerzijds gericht op educatieve verdieping: bij het huidige en toekomstige educatieve aanbod voor schoolgaande kinderen en jongeren wordt het ontwikkelen van doorgaande leerlijnen een belangrijk toetsingsinstrument. Anderzijds is de dieptestrategie gericht op talentontwikkeling van jongeren en amateurs en professionalisering van aankomende musici en jong toptalent, waarover meer in 2.6. In zijn visie op educatie onderscheidt het NNO drie benaderingen van het begrip educatie: 1.
Educatie gericht op beleving
Hierbij staat de persoonlijke ervaring en beleving centraal, zowel van de luisteraar als van de musicus zelf. Hoe breng je mensen dichter bij de muziek en muziek dichter bij de mensen? Hoe breng je je fascinatie voor muziek en de magie die je er zelf bij ervaart over op je publiek? Het NNO wil de muzikale beleving van klassieke muziek versterken door een theatrale vormgeving ,door disciplineoverschrijdende activiteiten en door direct persoonlijk contact en interactie tussen de makers (musici, componist, dirigent) en gebruikers (leerlingen, concertpubliek). 2.
Educatie gericht op waardering
Vanuit deze benadering wil het NNO kinderen, jongeren en volwassenen leren genieten van de schoonheid van de muziek. Dat vereist inhoudelijke verdieping in de muziek en zijn makers. Binnen deze benadering geeft het NNO invulling aan zijn taak om het publiek inzicht te geven in de muzikale geschiedenis. Activiteiten vanuit deze educatieve benadering worden zoveel mogelijk verbonden aan de reguliere programmering. 3.
Educatie vanuit maatschappelijk perspectief
Bij deze bredere benadering van educatie staat de waarde van muziek en de rol van het orkest voor de samenleving centraal. Hierbij wordt uitgegaan van het bredere cultuureducatiebegrip, waarbij muziekeducatieve activiteiten een middel vormen om het culturele klimaat te versterken en sociale cohesie te bevorderen. De komende jaren wil het NNO door flexibeler inzet van musici meer tegemoet komen aan de vele verzoeken die het orkest hiervoor krijgt van jeugdorkesten en amateurkoren.
5
Bronnen oa. H.G. Bastian (2003). Muziek maakt slim. Katwijk: Panta Rhei; onderzoeksresultaten American Physical Association april 2011 op www.muziektelt.nl, H.J. Honing (2009) Iedereen is muzikaal. Amsterdam: Nieuw Amsterdam. 11
Het huidige educatieaanbod en de projecten op het gebied van talentontwikkeling bieden concrete handvatten voor voortzetting en uitbreiding van de activiteiten op de korte termijn. De evaluatieformulieren die jaarlijks worden ingevuld door scholen geven hierbij zinvolle informatie. De activiteiten worden hieronder in het overzicht samengevat weergegeven. Voor de verdere uitwerking en de concrete uitvoering in de volgende jaren wordt een actieplan opgesteld, zodat de medio 2012 nieuw aan te stellen medewerker educatie het uitgezette spoor direct kan volgen. De contacten met scholen, steunfunctie-instellingen, muziekscholen en samenwerkingspartners kunnen dan worden geïntensiveerd. Overzicht activiteiten educatie 1. Primair onderwijs Voor scholen -
Pieter Roelf Jeugd Concerten: het NNO toert sinds 1999 in juni bijna drie weken lang met een toegankelijk en speels muzikaal programma door het Noorden.
-
Lesmateriaal
-
Beleving: actieve rol kinderen tijdens het concert
Op scholen -
Musici als gast/ambassadeur op school
-
Voorbereiding en lesbegeleiding concertbezoek op scholen (i.s.m. Conservatorium en PABOminorstudenten muziek): bij de evaluatie van de schoolconcerten in 2011 bleek behoefte te bestaan aan begeleiding van voorbereidende lessen op school.
Vrije tijd -
Familieconcerten en Sinterklaasconcert
-
Instrumententuin in de foyers voorafgaand aan familieconcert (pilot 2012)
2. Voortgezet onderwijs -
Repetitiebezoek: de artistiek manager/programmeur ontvangt de leerlingen, vertelt over het orkest en zijn musici en gaat met de leerlingen in gesprek, ter voorbereiding op het veertig minuten durende repetitiebezoek zelf.
-
Dansproject Move-it!: een effectieve manier om middelbare scholieren voor live klassieke muziek en moderne dans te interesseren, is ze actief mee te laten doen en ook hun andere kunstzinnige vermogens aan te spreken. Vanuit die gedachte ontwikkelden het NNO en het in Groningen gesitueerde dansgezelschap Club Guy & Roni in 2011 het participatieproject Move it!, geïnspireerd door de Berlijnse voorstelling Rythm is it. Dit wordt voortgezet in de periode 2013-2016, mogelijk ook in Friesland en Drenthe.
-
Gereduceerde toegangstarieven concerten (CKV).
3. Maatschappelijke activiteiten Openbare repetities -
Lunchconcerten in Groningen (met pilots in Friesland en Drenthe) i.s.m. PCC en Oosterpoort
Gratis inleidingen en persoonlijk contact -
De inleidingen niet achter gesloten deuren.
-
Informatieve tweets naar bezoekers voorafgaand aan het concert
-
Interviews op het podium, bijvoorbeeld met solist, componist, regisseur
-
Meet and greets met musici in de foyers van de concertzaal
Gratis optredens in de openlucht
12
4. Mediatoepassingen Educatiepagina website NNO -
Educatiepagina website NNO een jeugdigere uitstraling geven en interactiever maken, indeling per doelgroep, voorstellen musici met tekst en videobeelden; downloadbare lesbrieven en geluidsfragmenten; investeren in videoregistratie
Sociale media -
Sociale media inzetten bij educatieve activiteiten voor scholieren en studenten
-
Amateur-musici meer betrekken bij activiteiten van het NNO via sociale media
Cd’s en dvd’s voor educatieve doeleinden
7
Professionele talentontwikkeling
Visie en doelstellingen talentontwikkeling Het NNO gaat uit van een meerduidige interpretatie van het begrip talentontwikkeling. Enerzijds wil het NNO toptalent stimuleren: studenten die de ambitie hebben om solist of dirigent op de internationale podia te worden. Hiervoor is al een aantal initiatieven in gang gezet, zoals de samenwerking met onder andere de Young Pianist Foundation (YPF) en de conservatoria van Groningen, Amsterdam en Den Haag. Anderzijds wil het NNO de brede basis van (amateur)talent in de drie Noordelijke provincies stimuleren. Daartoe worden momenteel de mogelijkheden verkend, bijvoorbeeld het begeleiden van vergevorderde zangers en musici. Gevorderde amateurs -
Groot Noord Nederlands Jeugd Orkest (amateurmusici spelen samen met de orkestmusici als onderdeel van een concert van het NNO) i.s.m. PCC
-
Coaching van amateur musici door NNO-musici
-
Noord Nederlands Concertkoor
Professionalisering en verdieping Conservatorium studenten -
Orkeststages (na auditie; een programma mee repeteren en spelen met het orkest)
-
Repetities onder leiding van chef-dirigent Stefan Asbury
-
Optreden met NNO voor toelating en eindexamen studenten Master Directie (i.s.m. Conservatoria van Amsterdam en Den Haag)
Jonge dirigenten -
Internationale dirigeer masterclasses
Aankomende topmusici -
Begeleiding internationaal piano concours
-
Concert met winnaars van het Franz Liszt Concours en het Prinses Christina Concours Noord
-
Presentatie Noord-Nederlands talent bij optreden NNO tijdens festivals
-
Prijzen voor Noord-Nederlands muziektalent (Gouden en Zilveren Viooltje)
Klassieke muziekliefhebbers -
Cursussen Luisteren naar klassieke muziek (i.s.m. Volksuniversiteit)
13
Talentontwikkeling en beroepspraktijk Momenteel wordt onderzocht op welke manieren het NNO en het PCC binnen de in september 2011 gestarte conservatoriumopleiding Master of Music6 kunnen samenwerken om huidige en toekomstige musici voor te bereiden op hun beroepspraktijk.
8
Verdienmodel en ondernemerschap
Groot werkgebied Het is van belang de eigenheid van het Noorden te betrekken bij het ontwikkelen van cultureel ondernemerschap. Het NNO heeft het grootste werkgebied van alle Nederlandse symfonieorkesten. Het Noorden is dunbevolkt en heeft de meeste gemeenten met het laagste inkomensgemiddelde. Het binden van grote sponsors is een uitdaging, omdat zich hier weinig bedrijfshoofdkantoren bevinden. Relatie tussen verdienmodel en activiteiten Er is een aantal mogelijkheden om eigen inkomsten te verwerven dicht bij de core-business:
Zoveel mogelijk naar de muziekliefhebbers toe te komen. Lag tot nu toe het accent op spreiding van het programma over zoveel mogelijk Noordelijke locaties, in de toekomst zullen de keuzes sterker afhangen van de bezoekerscijfers.
De abonnementsverkoop te analyseren en aan te passen
Door middel van een geactualiseerd sponsor- en fondsenwervingplan het aantal sponsors uit te breiden, vooral in Friesland en Drenthe. De Board of Ambassadors7 wordt hierbij betrokken.
Particuliere steun in de vorm van cultuurmecenaat verder te ontwikkelen en hierbij de vriendenvereniging en het NNO Fonds in te schakelen
Om succesvol extra geld te kunnen aanboren voor de programmering moet het NNO flexibeler dan nu (vanwege CAO, jaarlijsten en bezetting) in staat zijn om in te spelen op wensen van opdrachtgevers.
Concertkaartverkoop Publieksinkomsten vormen de belangrijkste eigen inkomstenbron. Het aantal bezoekers is de afgelopen drie jaren stabiel gebleven. Publieksinkomsten zijn onder te verdelen in abonnementen, voorverkoop van losse kaarten en de reguliere kaartverkoop. In de verhouding tussen deze drie is de afgelopen jaren veel veranderd. Vooral de voorverkoop is afgenomen. Bezoekers besluiten steeds later of zij een concert willen bezoeken en welke dat zal zijn. Dat is reden de abonnementen te actualiseren, met de introductie van een nieuwe abonnementreeks met hogere kortingen. Daarnaast wil het NNO de algehele verkoop van de kaarten stimuleren door nog beter in te spelen op de behoeften van publiek. In het marketingplan worden hiervoor concrete acties opgenomen. Sponsoring Het NNO is van waarde voor het bedrijfsleven en dus voor sponsors, zoals blijkt uit publicaties van VNO-NCW Noord en onderzoek van Marlet (2009 en 2011).8 Het culturele aanbod is voor Groningen, maar ook voor Leeuwarden en de omringende regio bepalend voor de aantrekkingskracht, de economische vitaliteit en de concurrentiepositie ten opzichte van andere gebieden. Het NNO is in het Noorden één van de belangrijke
6
Deze masteropleiding kent vier studieroutes: De Parijse School (Klassieke Muziek), New York Jazz, Historische Orgels en New Audiences and Innovative Practice (NAIP). Dit laatste nieuwe en innovatieve programma is een gezamenlijk project van vier Europese Hogeschool-muziekopleidingen (Groningen-Den Haag-Stockholm-Reykjavik). 7 De heren M. Calon, B. van der Haar, L. Klaassen, H. Post, K. Schuiling en B. Wientjes 8
Marlet, G. (2009) De aantrekkelijke stad. Nijmegen: VOC uitgevers. Marlet, G. (2011) Het belang van Cultuurstad Groningen. Atlas voor gemeenten 14
cultuuraanbieders en draagt mede bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Het orkest is een A-merk dat durft te experimenteren, terwijl de kwaliteit gewaarborgd blijft. In de periode 2012-2016 wordt het concertsponsoring pakket uitgebreid met een hoger segment en ruimte voor een hoofdsponsor. Om fanatieker in te zetten op sponsoring is in het formatieplan extra formatie hiervoor opgenomen. NNO ensembles Het NNO wil beter in kunnen spelen op verzoeken van derden, de kamermuziekensembles zijn daar een uitstekend middel voor. Al twintig jaar zet de vriendenvereniging zich in om kamermuziekseries te realiseren. Dat levert draagvlak op en zichtbaarheid. Er zijn elk seizoen rond de vijfentwintig concerten. Gezien het stijgende aantal verzoeken verwacht het NNO dat kamermuziek commercieel potentieel heeft en onderzoekt of dit via een intern impresariaat kan worden georganiseerd, in combinatie met de inzet van kamermuziek om nieuwe publieksgroepen aan te boren, of als maatschappelijke dienst in te zetten. Cultuurmecenaat bevorderen De Vriendenvereniging heeft zich opnieuw groei ten doel gesteld. In de periode 2013-2016 overweegt men een gelaagd lidmaatschap te introduceren, met ruimte voor grotere giften. Ook met het NNO Fonds is overleg over ondersteuning van het orkest in de nieuwe cultuurperiode. Elk jaar legt het NNO minimaal één project in handen van het publiek, dat via online crowdfunding een donatie kan doen. Wanneer een project succesvol is gefinancierd, wordt het uitgevoerd. Flexibele inzet van personeel Vanaf 2012 verschuift via natuurlijk verloop het aantal formatieplaatsen met een vast dienstverband naar invulling op tijdelijke contractbasis. Op deze manier sluit het beschikbare urenaantal nog steeds aan op de programmering, maar neemt de flexibiliteit toe. Dit bespaart op termijn aanzienlijk in de kosten. Financieringsbehoefte en financieringsmix De rijkssubsidie loopt naar verwachting terug van 6,8 mln. naar 6 mln., de structurele Noordelijke subsidies stijgen nauwelijks. Het groeipotentieel van inkomsten uit kaartverkoop wordt in de komende jaren maximaal benut. Op het gebied van cultuurmecenaat liggen kansen, de sponsorinkomsten moeten substantieel omhoog. Deze nieuwe verhoudingen in de financieringsmix leiden in 2016 tot een sluitende begroting en een financieringsbehoefte van ruim 8 mln. De jaren ervoor kunnen als overgangsjaren worden beschouwd, waarin naast bezuinigd ook geïnvesteerd moet worden. Groei eigen inkomsten 2013
2016 27,7
2009 30,6
2010 21,9
21,7
Visie op ondernemerschap en fondsenwerving Het NNO staat voor de pittige opdracht om nieuw publiek te trekken, meer aan sponsor- en fondsenwerving te doen en de beleving van de concerten te maximaliseren. Dit vraagt om andere competenties. Het NNO wil een goed geoliede machine zijn met actieve, bij klassieke muziek betrokken, zakelijke, communicatief vaardige en op samenwerking gerichte medewerkers.
15