Toelichting / voorstel van het college aan de gemeenteraad Zaaknummer : 454147 Portefeuillehouder : wethouder D.A. (Dirk) Heijkoop Onderwerp
: Vaststelling Programmabegroting 2016-2019
Gevraagd besluit: De gemeenteraad van Molenwaard besluit: 1. de Programmabegroting 2016-2019 vast te stellen; 2. de gemeentelijke subsidieplafonds, zoals die gelden per 1 januari 2016 op grond van de geldende Subsidieverordening en het Subsidiebeleid Molenwaard vast te stellen, als volgt: a. Amateurkunst: muziek € 27.895 b. Amateurkunst: zang € 10.845 c. Cultuurhistorie: € 2.760 d. Jeugdsport: € 112.738 e. Speeltuinwerk: € 14.390 f. Stimuleringssubsidies cultuur en sport: € 10.000 g. Ouderencomités: € 4.633 h. EHBO-verenigingen: € 1.453 Inhoud aanbiedingsbrief 1
Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2
Molenwaard stimuleert samenwerking en innovatie Kadernota 2016 leidend voor begroting Vormgeving verantwoording in PenC-cyclus 2016 Actuele ontwikkelingen Subsidieplafonds
Financiële positie
2 2 2 2 3 3 3
2.1 Begrotingsresultaat 2016 2.1.1 Baten en lasten onderverdeeld 2.1.2 Provinciale toets 2.1.3 Woonlasten 2016
3 3 3 4
2.2 Duiding begrotingsresultaten 2016-2019 2.2.1 Meerjarenperspectief 2016-2019 2.2.2 Weerstandsprofiel en risicobeheersing 2.2.3 Overige relevante ontwikkelingen 2.2.4 Samenvattend
4 4 5 6 6
2
1
Inleiding
1.1 Molenwaard stimuleert samenwerking en innovatie Voor u ligt de begroting 2016(-2019). De Kadernota 2016, waar deze begroting op is gebaseerd, kreeg de titel “Molenwaard stimuleert samenwerking en innovatie”. De Kadernota heeft focus gebracht voor de komende periode door: de doelen scherper te formuleren te benoemen dat de route waarlangs deze doelen moeten worden bereikt uitdagend en innovatief moet blijven; en het tempo waarin de doelen bereikt worden aansluit bij het tempo dat de gemeenschappen verlangen of aankunnen. Per programma is daar een kernboodschap geformuleerd en deze kernboodschap is weer de basis geweest om de doelen-inspanningen-netwerken in deze begroting te vervolmaken. Het doel van Molenwaard is dus scherper en de route blijft uitdagend. Én niet blind voor ontwikkelingen in de regio. Veel van doelen en ambities in de programma’s liggen in het verlengde van een regionale focus of dragen daar aan bij. De kaders die in deze Kadernota staan, moeten ook in dat licht worden gezien. Een voorbeeld is de visie 2030 AlblasserwaardVijfheerenlanden. De doelen die daarin zijn omschreven, hebben op relevante onderdelen ook in de programma’s van Molenwaard een plaats.
1.2 Kadernota 2016 leidend voor begroting Deze aanbiedingsbrief vormt, samen met bijgevoegd beleidsdeel en beheerdeel, de programmabegroting 2016-2019. De Kadernota 2016 liet al een financieel gunstiger perspectief zien dan de jaren die achter ons liggen. De vraag die automatisch voorligt is of er dan ook ruimte is voor vrijmaken van middelen voor bepaalde ambities die aansluiten bij de strategische doelen. Om er voor te zorgen dat van het meerjarenperspectief gesteld kan worden dat sprake is van een duurzaam robuuste en stabiele financiële huishouding is terughoudendheid nog steeds geboden. De kaderstelling die rechtstreeks te maken heeft met het presenteren van een financieel sluitend meerjarenperspectief bestond uit een drietal componenten: Het tempo waarin de reserves worden aangevuld tot een niveau waarmee de risico’s zijn afgedekt; De mate waarin op langere termijn de begroting nog afhankelijk is van bijdragen uit de “investeringen- en jaarlastenreserve”; Het beïnvloeden van bepaalde componenten uit de balanssturing zoals bijvoorbeeld het verbeteren van de schuldpositie van de gemeente. In deze begroting treft u, naast een voorzichtige en realistische raming van staand beleid, ook een kleine uitzetting van de begroting aan om ambities op het terrein van economie en toerisme (uitvoering economisch actieplan) waar te maken. Ook de ontwikkeling van de reservepositie, de afname van risico’s en de daarmee verband houdende weerstandsratio maken dat het streven naar een robuuste begroting in balans is met de gevonden ruimte voor deze ambitie.
1.3 Vormgeving verantwoording in PenC-cyclus 2016 De uitvoering van de beleidsprogramma’s wordt gedurende het begrotingsjaar gemonitord. Hierover wordt aan de gemeenteraad bij de Zomernota gerapporteerd over de voortgang van en bij de Jaarrekening verantwoording afgelegd over de geleverde prestaties. Begin 2015 is bij het debat over de programmaverantwoording 2014 de effectiviteit van het gebruik van stoplichtkleuren en smileys aan de orde geweest. Dat debat is aanleiding om de informatie die in de rapportages geboden wordt, aan te passen ten opzichte van voorgaande jaren. De beleidsrapportage wordt verder geobjectiveerd, en er zal meer inzicht worden geboden op welke wijze bijsturing aan de beleidsprogramma’s wordt gegeven.
3 Het college zal de aangepaste opzet -als eerste proeve- bij de Jaarrekening 2015 aan de raad voorleggen. Op deze manier kan de systematiek eventueel verder worden verfijnd ten behoeve van de beleidsrapportages over het begrotingsjaar 2016 (Zomernota en Jaarrekening).
1.4 Actuele ontwikkelingen Het vaststellen van een begroting is altijd een momentopname en per definitie dus snel achterhaald. Een tweetal ontwikkelingen met mogelijk incidentele financiële consequenties noemen wij hier: Vluchtelingen: Mogelijk volgt in november met een voorstel voor het beschikbaar stellen van budget voor onze activiteiten mbt tot de opvang voor vluchtelingen. Bestuurlijke samenwerking: Mogelijk volgt in december een voorstel voor het beschikbaar stellen van budget voor het zetten van een vervolgstap in het fusieonderzoek Molenwaard Giessenlanden.
1.5 Subsidieplafonds Tegelijkertijd met de vaststelling van de begroting worden ook de subsidieplafonds vastgesteld. De raad maakt daarbij de wijze van verdeling van de beschikbare middelen bekend. Subsidieaanvragen kunnen zonder nadere motivering worden afgewezen op het moment dat het subsidieplafond bereikt is. De plafonds zoals hier voorgesteld komen overeen met het vastgestelde subsidiebeleid. Indien het voor subsidie beschikbare bedrag enkel op de begroting vermeld staat en de gemeente deze bedragen niet als zijnde subsidieplafonds heeft gepubliceerd, kan de gemeente subsidieaanvragen niet ongemotiveerd weigeren wegens het bereiken van het plafond.
2
Financiële positie
De financiën zijn uiteraard een belangrijk onderdeel van de programmabegroting. Hierna een nadere beschouwing van het begrotingsresultaat 2016 (2.1) en een duiding van de meerjarige resultaten (2.2) inclusief de ontwikkeling van de algemene reserve en het weerstandsratio.
2.1 Begrotingsresultaat 2016 Voor het jaar 2016 kunnen wij u, met inachtneming van door u gestelde kaders, net geen sluitende begroting presenteren. (x € 1.000) 2016 Lasten totaal 75.398 Baten totaal 73.734 Saldo toevoegingen/onttrekkingen reserves -/- 1.597 Begrotingsresultaat 67 N
2.1.1 Baten en lasten onderverdeeld Elders in deze toelichting (onder 2.2) en ook in het beheerdeel van de begroting (separaat) wordt dieper ingegaan op hoe dit resultaat tot stand is gekomen. Los van die verdieping is een terechte vraag: wat zeggen deze getallen? Hiernaast/-onder in ieder geval de lasten onderverdeeld per hoofdstuk uit het beheerdeel. De kosten van bedrijfsvoering zijn voor dit doel naar rato verdeeld over de hoofdstukken. Hieronder een globale onderverdeling van de baten.
4
2.1.2 Provinciale toets Zoals u weet zal de provincie in het kader van haar toezichthoudende rol de begroting van Molenwaard toetsen en bepalen of zij goedkeuring kan uitspreken over de begroting. De provincie kijkt eerst naar de mate waarin de begroting voor 2016 sluitend is. Zij zal toetsen of het begrotingsresultaat een positief saldo is van structurele baten en lasten. Met andere woorden: zij zuivert het begrotingsresultaat van incidentele baten en lasten. Voor 2016 is dat “gezuiverde” saldo positief (€ 484.770) en dat zal dus leiden tot een goedkeuring van de begroting door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.
2.1.3 Woonlasten 2016 Op de woonlasten in de gemeente Molenwaard zijn de volgende drie effecten van toepassing: 1. Inflatiecorrectie: de woonlasten stijgen maximaal met de inflatie. De inflatiecorrectie zorgt voor een opbrengststijging van 0,8%. 2. Afvalbelasting: de verhoging van de afvalstoffenheffing die nodig was om de nieuwe afvalbelasting van het Rijk aan Waardlanden op te vangen vervalt. Waardlanden vangt deze binnen eigen middelen op. 3. Precario: Als onderdeel van de invoering van precariobelasting (separaat voorstel) worden inwoners van Molenwaard via de afvalstoffenheffing gecompenseerd voor een hogere waternota. Per saldo gaan in absolute zin de gemiddelde woonlasten dus stevig omlaag. Dat is overigens wel geflatteerd vanwege het genoemde onder 3. De verschillende heffingen en tarieven worden u zoals gebruikelijk in december van dit jaar ter besluitvorming voorgelegd. Ten opzichte van 2016 zal steeds maximaal sprake zijn van een inflatiecorrectie. De drie belangrijkste gemeentelijke lasten voor een huishouden zijn de OZB, het rioolrecht en de afvalstoffenheffing (volgens de “Atlas van de lokale lasten”, samengesteld door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO)). Een fictieve berekening gebaseerd op een huishouden met een gemiddelde WOZ-waarde geeft inzicht in de feitelijke stijging. Uitgaande van een gemiddelde WOZ-waarde van € 233.302 (2016) dalen de woonlasten van: éénpersoonshuishoudens met € 35,- namelijk: € 737,- i.p.v. € 772,- in 2015 meerpersoonshuishoudens met € 32,- namelijk: € 832,- i.p.v. € 864,- in 2015 Zie ook paragraaf “Lokale heffingen” in het Beheerdeel.
2.2 Duiding begrotingsresultaten 2016-2019 2.2.1 Meerjarenperspectief 2016-2019 Bij de Kadernota 2016 die kort vóór de zomer is vastgesteld was er een vooruitzicht van een begrotingsoverschot van ongeveer € 427.000 in 2019. Dat overschot is gegroeid naar ruim € 700.000 (inclusief mutaties Zomernota 2015, septembercirculaire en overige mutaties). Hieronder de ontwikkelingen van het begrotingssaldo afgezet tegen het perspectief bij de vaststelling van de Kadernota 2016 (juli 2015). bedragen x € 1.000 (er kunnen kleine afrondingsverschillen ontstaan) Saldi volgens Kadernota 2016 Mutaties gemeld in de Zomernota 2015 Overige begrotingseffecten incl. sept. circ. '15
2016 -327 -66 327
N N V
2017 -350 -62 184
N N V
2018 -10 -144 384
N N V
2019 427 -88 364
V N V
Meerjarenperspectief 2016-2019
-67
N
-228
N
230
V
703
V
Voor de repressieve begrotingstoets van de provincie spelen alleen structurele begrotingsposten een rol. Voor die toets moeten bovenstaande cijfers gecorrigeerd worden met het saldo van incidentele baten en lasten: Saldo incidentele baten en lasten 2016-2019
Meerjarenperspectief gecorrigeerd voor incidentele baten en lasten
551
V
176
V
136
V
61
V
485
V
-51
N
366
V
764
V
5 Twee dingen vallen op: 1. Jaarschijf 2016: die sluit met een incidenteel tekort van € 67.000. Dat is veel gunstiger dan zich bij de Kadernota 2016 liet aanzien. 2. Het begrotingsresultaat gecorrigeerd voor incidentele baten en lasten (van belang voor provinciale toets: dat is ronduit positief). Dit gegeven zegt iets over de financiële robuustheid van de begroting. In deze telling zitten alleen maar structurele baten en lasten. Kort en goed wordt het positieve verschil t.o.v. het inzicht ten tijde van de Kadernota veroorzaakt door een paar flinke positieve effecten en een reeks kleinere negatieve effecten. De positieve effecten zijn grofweg: de netto-opbrengst van de nieuwe precarioheffing op kabels en leidingen; (871k) de netto hogere uitkering uit het gemeentefonds(125k in 2016 oplopend naar ruim 350k in 2019) De reeks aan kleinere negatieve effecten zijn o.a. het gevolg van uitzetting van de begroting door waarmaken ambities (115k) waaronder die binnen programma Economie en toerisme (uitvoering Economisch actieplan) (75k in 2016) stijgende kosten van staand beleid (w.o. wetgeving, gemeenschappelijke regelingen, CAO en realistischer ramingen (462k)) In bijlage 9 van het beheerdeel zijn deze effecten op hoofdlijnen op een rijtje gezet.
2.2.2 Weerstandsprofiel en risicobeheersing Twee belangrijke componenten die in samenhang met het financieel meerjarenperspectief helpen het begrotingsresultaat te duiden zijn het weerstandsprofiel en, als onderdeel daarvan, de ontwikkeling van de algemene reserve. Het weerstandsprofiel vertelt ons dat de beschreven risico’s op zowel korte als lange termijn zich nagenoeg gelijkmatig ontwikkelen ten opzichte van de financiële buffers. Uit deze grafiek blijkt dat onze financiële buffer ruim groter is dan de becijferde risico’s: een weerstandsratio van bijna 1,4. Dat is hoger dan de bovengrens die als balanssturingskader richtinggevend is meegegeven (ratio tussen 0,75 en 1,0).
Ook aan de afname van de Algemene Reserve komt een einde. Vorig jaar baarde deze ons nog zorgen, thans is er zicht op verbetering. Ook dit, samen met de ontwikkeling van het weerstandsratio maakt dat wij geen aanleiding zien u nieuwe ombuigingen voor te stellen.
6
2.2.3 Overige relevante ontwikkelingen De accountant wijst al enige tijd op majeure veranderingen in het landschap van controle en audit. Laatstelijk tijdens de auditcommissie in september 2015 is dit door hem nader geduid. Zo zal op een groot aantal terreinen de accountantscontrole worden verbreed en aangescherpt. Denk aan: nieuwe wetgeving (WNT, WKR, Wet Hof, BBV, VpB)1; focus op IT-omgeving aanscherping audit EU-aanbesteding aandacht voor fraude-risico toets op prestatieverklaring enz. Al deze ontwikkelingen zullen leiden tot zowel hogere accountantskosten en dito bedrijfsvoeringskosten. Een voorbeeld uit de begroting die voorligt is de grotere aandacht voor informatieveiligheid (die wij overigens van harte ondersteunen) zal een grotere wissel trekken op de inzet van ambtelijke capaciteit. In welke mate de bedrijfsvoeringskosten verder worden beïnvloed vereist nadere studie, maar zal zeker bij de voorbereiding van de kadernota/begroting 2017 een rol gaan spelen. Naast de veranderingen in het controle- en auditlandschap biedt de vernieuwing van de BBV (regels rond begroting en beleidsverantwoording) nieuwe uitdagingen maar ook kansen. Eén voorbeeld: Het wordt een verplichting om de investeringen in wegen gewoon weer te gaan afschrijven, in plaats van dat er voor wordt gereserveerd. Dat zal direct tot gevolg hebben dat het begrotingsresultaat op korte termijn enorm toeneemt (paar miljoen per jaar!) omdat de storting in een reserve achterwege kan blijven ten koste van een langzame uitzetting van de begroting door stijging van kapitaallasten. Dit plaatst discussies over sluitende begrotingen, opbouwen algemene reserve en afbouwen investerings- en jaarlastenreserve ineens in een heel ander daglicht. De Kadernota/Begroting 2017 zal hierdoor enorm worden beïnvloed en vereist een goede voorbereiding in de 1e helft van 2016. 2.2.4 Samenvattend Het financieel meerjarenperspectief schetst ons een viertal trends: Een incidenteel begrotingstekort, groeiend naar ruim materieel sluitend meerjarenperspectief 2016-2019; Een groeiende weerstandsratio door afname van risico’s en toename van weerstandsvermogen; Een toename van de Algemene Reserve; De Kadernota/begroting 2017 zal deels gedomineerd worden door effecten van de vernieuwde BBV. Uit de cijfers voor de gemeente Molenwaard blijkt dat de weg naar boven weer is gevonden. De doelstelling van een robuuste financiële huishouding zal ons over een aantal jaar in staat stellen om de uitdagingen van dat moment te vertalen in ambities.
1
WNT: Wet Normering Topinkomens, WKR: Werkkostenregeling, Wet Hof: Wet houdbare overheidsfinanciën, BBV: Besluit begroting en verantwoording en Vpb: Wet Vennootschapsbelasting.