Wegwijs in sociale media voor GO! scholen en instellingen
Inhoudsopgave 1 Voorwoord Raymonda Verdyck
2
2 Inleiding
3
2.1 Sociale media: wat is het?......................................................................................................... 3 2.2 Wie gebruikt sociale media? ..................................................................................................... 4 2.3 Waarom zijn sociale media belangrijk? ..................................................................................... 6
3 Doelstellingen & Visie
8
3.1 Waarom moet het GO! zich op sociale media begeven? .......................................................... 8 3.2 Welke waarden moet het GO! uitstralen op sociale media? ..................................................... 8 3.3 Wat willen we bereiken met sociale media?.............................................................................. 9 3.4 Hoe kunnen scholen mee bouwen aan de uitstraling van het GO! op sociale media? ............. 9 3.5 Waar zitten de kansen voor scholen? ..................................................................................... 10
4 Strategie
13
4.1 Korte termijn: inbedden van de sociale media in de communicatiemix ................................... 13 4.2 Middellange termijn: awareness creëren bij de gebruikers in het onderwijs ........................... 14 4.3 Toekomst: integratie in het leerproces .................................................................................... 14
5 Richtlijnen
15
5.1 Algemene richtlijnen ................................................................................................................ 15 5.2 Do’s en don’ts.......................................................................................................................... 16 5.3 Wettelijk kader / Deontologische code .................................................................................... 17 5.4 Huisstijlrichtlijnen ..................................................................................................................... 19 5.5 Gevaren van sociale media ..................................................................................................... 21 5.6 Crisiscommunicatie ................................................................................................................. 23
6 Praktisch
27
6.1 Hoe starten? ............................................................................................................................ 27 6.2 Pistes & de ideale sociale mediamix ....................................................................................... 30 6.3 Hoe promoten?........................................................................................................................ 33 6.4 Hoe beheren?.......................................................................................................................... 36 6.5 Rekruteren via sociale media .................................................................................................. 37 6.6 Startgids .................................................................................................................................. 38
7 FAQ
53
8 Gevaren van sociale media: tips en illustraties
54 1
1 Voorwoord Raymonda Verdyck Eén van de grootste sterktes van het GO! is dat we een breed, open net zijn. Bij het GO! begeleiden we leerlingen in hun persoonlijke ontplooiing, in een geest van transparantie, en laten we hen proeven van de diversiteit waaruit onze wereld bestaat. Met die filosofie in het achterhoofd kan het GO! niet achterblijven bij de nieuwe ontwikkelingen op vlak van sociale media. De GO! scholen nemen daarbij een voorbeeldfunctie in: laat ons tonen aan onze leerlingen hoe je op een verantwoorde manier kan omgaan met sociale media, laat hen zien welke gevaren er in schuilen, maar ook welke mogelijkheden ze bieden. Alleen op die manier kunnen we onze leerlingen opleiden tot kritische, creatieve burgers in de maatschappij van vandaag. Het GO! wil op sociale media communiceren op voet van gelijkheid met anderen, met aandacht en respect voor diversiteit, op een betrokken en verdraagzame manier in dialoog treden. Bij het GO! hechten we veel belang aan goede communicatie. We vinden het belangrijk dat elke school zijn eigen verhaal vertelt, maar dat doorheen al die verschillende verhalen dezelfde stem weerklinkt. Elke school kiest zelf hoe ze naar buiten treedt: met een originele website, een persbericht, door een knappe speelplaats,… Naast de kanalen die stilaan ingeburgerd geraken, eisen ook sociale media daarin hun plaats op. Sociale netwerken vormen een kanaal zoals de andere, met eigen wetten en geplogenheden. Een kanaal ook dat mogelijkheden biedt dat andere niet hebben. Het GO! waakt ook over de kwaliteit van zijn onderwijs, is een innovatief kenniscentrum, en moet dit ook op sociale media uitstralen. Sociale media zijn bij uitstek een kanaal om expertise op te tonen, en ook om voor de verspreiding van die expertise te zorgen, door interactie tussen mensen te bevorderen. En tot slot: mensen gaan niet meer bij de bakker raad vragen over welke school nu het meest geschikt is voor hun zoon of dochter. Ze gaan nu zelf op zoek op het internet, of vragen raad op Facebook. Willen we bij het GO! relevant blijven en aanwezig zijn in die zoektocht, dan moeten we ook actief worden op sociale media. Vandaar dan ook deze gids. Deze biedt een leidraad voor hoe de GO! stem op sociale media moet klinken, wat we ermee willen bereiken, en wat de rol van onze scholen daarin kan zijn. We willen onze scholen wapenen met duidelijke richtlijnen, hen inzicht geven in de kansen die sociale media bieden, en hen waarschuwen voor de valkuilen die ze op hun weg kunnen tegenkomen. Ik zal alvast een fervent gebruikster van sociale media worden. Ik hoop hetzelfde van jou.
2
2 Inleiding 2.1 Sociale media: wat is het? Sociale media (of sociale netwerken) kunnen beschouwd worden als de derde grote golf van het internetgebruik. In een eerste beweging waren het vooral grote gebruikers die informatie op het internet plaatsten: grote bedrijven, overheden en media. Het was een model van communicatie dat sterk gericht was op het uitzenden van een boodschap (‘broadcast’-model). In een tweede fase ontstonden meer en meer websites en netwerken die gebruik maakten van de mogelijkheid om op internet te reageren of te discussiëren. Aanvankelijk waren dat vooral forums – vaak opgehangen aan één thema (auto’s, voetbalclubs, Harry Potter...) of doelgroep (ouderen, jongeren, gamers,...). Forums waren gesloten gemeenschappen, waarvoor lidmaatschap noodzakelijk was. Vaak converseerden mensen er ook anoniem, met een alias of een ‘handle’. Het waren veelal ommuurde tuintjes, die weinig interactie hadden met de buitenwereld, en ook betrekkelijk weinig impact buiten de muren van het tuintje. Blogs kunnen hier ook toe gerekend worden. De nadruk ligt wel op de kleinere gebruiker die content op het internet plaatst, maar de blog dient nog steeds vooral om uit te zenden (broadcast), minder om te interageren. Tot aan de tweede golf lag de nadruk van internetcontent op lange vormen: lange artikels en blog posts. Sociale media of sociale netwerken, de derde golf, hebben op een aantal belangrijke punten de muren gesloopt tussen gespecialiseerde gemeenschappen. Facebook heeft mensen min of meer verplicht om zich op het internet te begeven met hun eigen naam – iets wat ze tot dan toe nooit hadden gewild of gedurfd. Facebook verplicht gebruikers in zijn gebruikersovereenkomst om hun echte naam te gebruiken, anders kan je profiel verwijderd worden. Bovendien is het eigenlijk noodzakelijk om je eigen naam te gebruiken, zodat mensen je herkennen als je een vriendschapsverzoek stuurt. Het belang daarvan mag niet onderschat worden: door de anonimiteit af te schaffen, kan je mensen identificeren over heel hun internetgebruik. Als je met je Facebookprofiel inlogt bij de website van Knack om een commentaar achter te laten, kunnen al je vrienden dat zien. Anderzijds: wie je naam intypt in Google, zal je commentaar ook kunnen terugvinden. Het zorgt er in elk geval voor dat discussies op internet wellicht beschaafder worden, maar dat gaat wel ten koste van een belangrijk stuk privacy. Het is dus van groot belang om zeer bewust om te gaan met informatie en opinies die je op internet zet. Op internet is weinig of niets echt ‘privé’. Zo mag je Twitter niet beschouwen als een SMS-dienst van Proximus of Mobistar (verkeer tussen twee partijen). Je moet het eerder beschouwen als korte artikeltjes die je in de krant zet: iedereen kan meelezen. Met de komst van de sociale netwerken is de focus ook verlegd van lange vormen van content (artikels en blog posts) naar kortere vormen (tweets en status updates). Net zoals we ook geen lange brieven meer sturen naar elkaar om de twee weken, maar liever elke dag twintig korte sms’jes. Soms met praktische info, soms met affectieve boodschappen, soms met een grapje, soms gewoon om te vragen: ‘alles ok?’ Vrijwel alle sociale media of sociale netwerken vertrekken vanuit het principe dat iedereen een kring van getrouwen heeft – op Facebook heten die ‘friends’, op Twitter ‘followers’, op LinkedIn ‘connections’. 3
Die verschuiving naar kortere boodschappen met een vaste groep getrouwen maakt dat de uitingen op sociale netwerken meer en meer de vorm aannemen van een conversatie in plaats van een briefwisseling. Vandaar dat men het soms heeft over ‘the conversation’ – dat is dan het geheel aan boodschappen en berichten dat wordt uitgewisseld op alle sociale netwerken. Vaak wordt de vergelijking gemaakt met een gesprek op café: korte, soms oppervlakkige gesprekjes, die toch zorgen voor diepgaande en langdurige relaties met mensen – zoals men die in het stamcafé ook heeft. Opgepast: sommige aspecten van deze ‘conversatie’ blijven het karakter van briefwisseling behouden. Facebook, bijvoorbeeld, houdt alle boodschappen die je uitwisselt bij op zijn servers, en beschouwt deze boodschappen als zijn eigendom. Het gebruikt deze informatie om een profiel van je samen te stellen, om je zo beter te kunnen bestoken met advertenties. Vrijwel alle social media verdienen geld met advertenties, die ze aan gebruikers koppelen op basis van de kennis die ze over de gebruiker hebben opgebouwd. De belangrijkste sociale media kanalen vandaag zijn: Facebook, Twitter, LinkedIn (voor professionals) en YouTube. Minder prominente sociale media zijn: Netlog (kampt met teruglopende gebruikers), Foursquare en Gowalla (locatie-gebaseerde sociale netwerken), Flickr (foto’s), enzovoort. De nieuwste, Google+, zal binnenkort opengesteld worden voor het publiek en ziet er veelbelovend uit.
2.2 Wie gebruikt sociale media?
Tegenwoordig mogen we stilaan zeggen dat iedereen sociale media gebruikt. In alle demografische groepen neemt het gebruik van sociale media toe. De belangrijkste groep gebruikers is de leeftijdsgroep tussen 25 en 54 jaar. Opvallend: op Twitter en Facebook zijn de 35-plussers de grootste groep.
4
(bron: Google Ad Planner) In het algemeen is het gebruik van sociale media het meest verspreid onder jongeren (zo’n 90 % van de jongeren is actief op sociale netwerken, en zelfs 73 % van de jongeren tussen 12 en 17), al zijn oudere bevolkingsgroepen duidelijk aan een inhaalbeweging bezig. Volgens studies begeven oudere bevolkingsgroepen zich vooral op sociale netwerken om contact te houden met hun familie en de leefwereld van hun kleinkinderen.
5
2.3 Waarom zijn sociale media belangrijk? Zonder sociale netwerken te willen hypen, is het duidelijk dat een zeer groot deel van de bevolking een belangrijke toegevoegde waarde ziet in het gebruik van sociale netwerken. Vooral jongeren zien hun aanwezigheid op sociale netwerken als een verlengstuk van hun echte leven: het is een plek waar ze contact houden met vrienden en vriendinnen, waar ze hun persoonlijkheid kunnen uiten en waar ze spelletjes kunnen spelen. Het lijkt er trouwens op dat sociale netwerken een belangrijke motor zijn van het mobiele internet – meer en meer mensen kiezen ervoor om constant online te zijn via hun smartphone of tablet. Volgens de meeste voorspellingen is de trend naar mobiel onomkeerbaar, en zal een belangrijk deel van de bevolking binnenkort permanent online zijn. Omdat school een dermate belangrijk onderdeel is van het leven van jongeren, zou het dan ook vreemd zijn als de school volledig afwezig zou blijven van deze nieuwe platformen om in contact te blijven met de gemeenschap rond de school. Sociale netwerken zijn, door hun intuïtieve en alomtegenwoordige karakter, een handig hulpmiddel om het sociale weefsel rond de school hechter te maken. Zo kunnen contacten 6
tussen ouders, leraars, ex-leraars, leerlingen en ex-leerlingen vergemakkelijkt en gecentraliseerd worden zonder grote financiële inspanningen – de meeste sociale media zijn gratis te gebruiken. Bovendien nodigen sociale netwerken inherent uit tot interactie: ouders die bv. geen tijd hebben om zich te engageren in de ouderraad, kunnen op deze manier toch deelnemen aan belangrijke discussies omtrent de school en de klas. Daarnaast is het onmiskenbaar mee de taak van de school om jongeren en ouders bewust te leren omgaan met deze nieuwe online wereld – die verraderlijk spontaan en intuïtief is, maar niet volkomen vrij van gevaar. Het is de taak van de school om aan jongeren duidelijk te maken hoe belangrijk privacy is, bijvoorbeeld, zowel van jezelf als van anderen. Net zoals scholen les geven over hoe je je in het verkeer begeeft, zullen scholen moeten aanleren hoe kinderen veilig en verantwoord aan het online sociale verkeer kunnen deelnemen. Het is bijvoorbeeld niet omdat Facebook je telefoonnummer vraagt, dat je dat automatisch en zonder nadenken ook moet geven. In lessen kan duidelijk worden gemaakt waarom Facebook zoiets wil weten van ons, en waarom wij dat misschien niet willen prijsgeven. Waar kennis van de wereld van het internet vandaag al belangrijk is om mee te tellen in de steeds meer gedigitaliseerde wereld, zal dat in de toekomst nog veel meer zo zijn. Het is ongetwijfeld de taak van scholen om ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren de ‘digitale kloof’ overbrugd krijgen. Net zoals er op school aandacht is voor ‘oude media’ als kranten en televisie, zullen jongeren moeten leren om nieuwe, sociale media te kaderen en te begrijpen. Sociale media zijn dus niet belangrijk omdat ze in sommige marketingkringen een hype zijn. Wel omdat het er op lijkt dat ze een vast onderdeel van ons leven zijn geworden.
7
3 Doelstellingen & Visie 3.1 Waarom moet het GO! zich op sociale media begeven? Eén van de grootste sterktes van het GO! is dat we een breed, open net zijn. Bij het GO! begeleiden we leerlingen in hun persoonlijke ontplooiing, in een geest van transparantie, en laten we hen proeven van de diversiteit waaruit onze wereld bestaat. Met die filosofie in het achterhoofd kan het GO! niet achterblijven bij de nieuwe ontwikkelingen op vlak van sociale media. De GO! scholen nemen daarbij een voorbeeldfunctie in: laat ons tonen aan onze leerlingen hoe je op een verantwoorde manier kan omgaan met sociale media, laat hen zien welke gevaren er in schuilen, maar ook welke mogelijkheden ze bieden. Alleen op die manier kunnen we onze leerlingen opleiden tot kritische, creatieve burgers in de maatschappij van vandaag. Bij het GO! hechten we veel belang aan goede communicatie. We vinden het belangrijk dat elke school zijn eigen verhaal vertelt, maar dat doorheen al die verschillende verhalen dezelfde stem weerklinkt. Elke school kiest zelf hoe ze naar buiten treedt: met een originele website, een persbericht, door een knappe speelplaats,… Naast de kanalen die stilaan ingeburgerd geraken, eisen ook sociale media daarin hun plaats op. Sociale netwerken vormen een kanaal zoals de andere, met eigen wetten en geplogenheden. Een kanaal ook dat mogelijkheden biedt dat andere niet hebben. Dankzij crowdsourcing bijvoorbeeld wordt de uitwisseling van ervaringen er sterk vergemakkelijkt. Je kan ook op een informele manier communiceren met mensen die je met pakweg een folder niet zou bereiken. En misschien nog het allerbelangrijkste: mensen gaan niet meer bij de bakker raad vragen over welke school nu het meest geschikt is voor hun zoon of dochter. Ze gaan nu zelf op zoek op het internet, of vragen raad op Facebook. Willen we bij het GO! relevant blijven en aanwezig zijn in die zoektocht, dan moeten we ook actief worden op sociale media. Vandaar ook deze gids. Deze biedt een leidraad voor hoe de GO! stem op sociale media moet klinken, wat we ermee willen bereiken, en wat de rol van onze scholen daarin kan zijn. We willen onze scholen wapenen met duidelijke richtlijnen, hen inzicht geven in de kansen die sociale media bieden, en hen waarschuwen voor de valkuilen die ze op hun weg kunnen tegenkomen.
3.2 Welke waarden moet het GO! uitstralen op sociale media? Uit onderzoek over online interactie blijkt dat drie zaken cruciaal zijn om geloofwaardigheid te bereiken: op een transparante, gelijkwaardige manier dialogeren. Transparantie, gelijkwaardigheid, dialoog: het is een manier van communiceren die perfect aansluit bij de waarden van het GO!. Vertalen we onze waarden naar sociale media, dan kunnen we daarin drie polen onderscheiden: ‐
Openheid: het GO! is een open net, met oog voor verschillende visies in de maatschappij. Laat ons daar ook op sociale media zonder schroom over communiceren.Omgekeerd is er geen beter kanaal om de vinger aan de pols te houden van wat er beweegt in de wereld rondom ons,en die kennis ook door te geven aan onze leerlingen, om zo de vorming van hun totale persoon te bevorderen. 8
‐
‐
Respect: het GO! wil ook op sociale media communiceren op voet van gelijkheid met anderen, met aandacht en respect voor diversiteit, om zo op eenbetrokken en verdraagzame manier in dialoog te treden. Kwaliteit: het GO! waakt over de kwaliteit van zijn onderwijs, is een innovatief kenniscentrum, en moet dit ook op sociale media uitstralen. Sociale media zijn bij uitstek een kanaal om expertise op te tonen, en ook om voor de verspreiding van die expertise te zorgen, door interactie tussen mensen te bevorderen.
3.3 Wat willen we bereiken met sociale media? Met onze aanwezigheid op sociale media hebben we drie grote doelstellingen voor ogen: COMMUNITY BUILDING Sociale media kunnen ons helpen bij het verder creëren van een groepsgevoel, ze kunnen de zin doen ontstaan om mee in ons verhaal te stappen, bij alle doelgroepen (medewerkers van GO!, leerkrachten en directeurs, leerlingen, ouders van leerlingen, …). We willen een gemeenschap uitbouwen waarin mensen zich thuis voelen, waarin ze ook vlot raad kunnen vragen, ervaringen uitwisselen,... EXPERTISE Sociale media zijn een uitgelezen kanaal om de reputatie van GO! als expert op het vlak van onderwijs verder uit te bouwen. We kunnen er onze standpunten formuleren, en zo uitgroeien tot een aanspreekpunt voor onderwijskwesties. Aangezien het op sociale media belangrijk is om de mensen achter de organisatie te tonen, willen we onze afgevaardigd bestuurder Raymonda Verdyck als opinieleider en gezicht van GO! naar voor schuiven. BRANDING Door consequent onze waarden uit te dragen via sociale media, kunnen we het imago van GO! mee ondersteunen. Op de sociale media moet duidelijk worden waar GO! voor staat: een breed en open onderwijsnet.
3.4 Hoe kunnen scholen mee bouwen aan de uitstraling van het GO! op sociale media? Net zoals in klassiekere vormen van communicatie is er een wisselwerking tussen de communicatie vanuit GO! centraal en die van de individuele scholen: communicatie van het GO! zal afstralen op individuele scholen, maar omgekeerd krijgt het GO! ook vorm door wat individuele scholen doen en zeggen, en hoe ze omgaan met ouders, leerlingen en personeel. Op sociale netwerken is dit niet anders. Enerzijds zet GO!centraal een aantal kanalen op waarmee we communiceren met de buitenwereld. Zo hebben we op centraal niveau o.a. al een Facebook-pagina, LinkedIn-pagina en YouTube-kanaal aangemaakt. Het is evenwel niet de bedoeling dat alle communicatie van de scholen via deze weg gebeurt: ten eerste zou dat praktisch onmogelijk zijn, ten tweede zou dat ingaan tegen de gedecentraliseerde en door de gebruiker gestuurde beleving van sociale netwerken. Scholen mogen dus zelf hun eigen sociale mediamix aanmaken en invullen. Gaat de school op Facebook, op Twitter, of liever op Tumblr aan de slag? Dat moeten scholen zelf bepalen, afhankelijk van hoe zij willen communiceren met hun ‘stakeholders’ (belanghebbenden: leerlingen, ouders, alumni, personeel en ex-personeel, mogelijke stagiairs en werkzoekenden...). 9
De GO! communicatiedienst centraal biedt scholen daarom deze richtlijnen als kader. Net zoals in klassieke vormen van communicatie is het van het allergrootste belang dat scholen hun sociale media communicatie inbedden in de waarden van het GO!. Let er ook op dat je school oog heeft voor de duurzaamheid van een engagement op vlak van sociale media. Zeven kanalen starten waarvan er slechts één wordt geüpdatet na verloop van tijd geeft een slordige indruk, die negatief afstraalt op de school (en dus ook op GO!).
3.5 Waar zitten de kansen voor scholen? Zoals we in de inleiding schreven vertrekken alle sociale netwerken van het idee van een ‘netwerk’, ofwel: individuen die met een ander individu of organisatie verbonden zijn. Op LinkedIn is dat een netwerk van ‘connecties’ (connections), op Facebook heten ze ‘vrienden’ (friends), op Twitter spreken we van ‘volgers’ (followers). Sociale netwerken bieden dus de mogelijkheid om zeer breed maar toch fijnmazig te communiceren naar de belanghebbenden. Het idee achter sociale media is dat doelgroepen zichzelf automatisch aanbieden om relevante informatie te bekomen. De praktijk wijst uit dat dit ook klopt. Voor scholen biedt dat een aantal interessante mogelijkheden. We gaan in de volgende bladzijden dieper in op een paar concrete voorbeelden, maar het principe is altijd hetzelfde. De stappen die men moet doorlopen zijn: • • • • •
kies een doelgroep maak een kanaal op maat biedt relevante informatie aan bouw een netwerk uit interageer met de doelgroep
Een school die kampt met een acuut tekort aan leerkrachten zou bv. een Facebook of LinkedIn-groep kunnen maken voor geïnteresseerde leerkrachten en toekomstige leerkrachten uit de buurt. Om de potentiële werknemers warm te maken, kan de school relevante informatie publiceren op het kanaal: teksten van het onderwijzend personeel over het pedagogische project van de school, projecten die de school organiseert, getuigenissen van ouders, enzovoorts. Belangrijk: de focus van alle informatie op dit specifieke kanaal moet altijd liggen op het informeren en overtuigen van potentiële leerkrachten. Voor er informatie wordt gepost, moet de toetssteen telkens zijn: ‘zou ik dit willen weten als mogelijk leerkracht van deze school?’ Informatie als ‘we gaan een nieuwe sporthal bouwen’ is duidelijk relevant voor toekomstige leerkrachten. Informatie als ‘de maandag na de paasvakantie is er uitzonderlijk geen warme maaltijd’, dan weer niet. Maar die info is wél relevant voor ouders, leerlingen en leerkrachten. Relevantie voor de doelgroep die je voor ogen hebt, maakt het verschil tussen een actief, groeiend netwerk of een krimpend, gedesinteresseerd netwerk. Pas op! Dit wil niet zeggen dat je voor elke groep belanghebbenden een aparte Facebookgroep (of YouTube-kanaal) moet starten. Dit is voor scholen wellicht te hoog gegrepen. Bedenk dat elk kanaal werk vereist (reken minstens een uur per week per actief kanaal). Leg prioriteiten vast. Wellicht is het verstandig om sociale media in een eerste fase in hoofdzaak te gebruiken om te communiceren met ouders, leerlingen en personeel. Of je die doelgroepen moet uitsplitsen of niet, kan je intern bepalen aan de hand van de noden en het beschikbare budget. 10
Hieronder een overzicht van de meest voorkomende doelen en hoe ze het beste te bereiken:
Naambekendheid Wat? De naambekendheid van je school of instelling verhogen. Hoe? In de eerste plaats door op regelmatige basis interessante content online te plaatsen, die niet alleen over je eigen school of instelling gaat, maar die ook relevante actuele thema’s aan bod laat komen. Inhoud? − − − − −
Nieuws over je eigen school of instelling Interviews met leerlingen van je school (bijv. als filmpje) Reportages over je school, over de investeringen, over nieuwe projecten of initiatieven, een bepaalde les,… Discussies en/of polls lanceren over maatschappelijke thema’s en actuele onderwijs-topics (bijv. Wat denk jij over ‘hoofddoeken op school’?) Persartikels over je school of instelling online plaatsen
Kanalen? Facebook, Twitter, YouTube
Netwerking Wat? De band warm houden of aanhalen met oud-leerlingen. Hoe? Door topics uit te kiezen die aanleunen bij de leefwereld van oud-leerlingen en interactie aan te wakkeren. Inhoud? − − − − −
Aankondigingen van events (voor oud-leerlingen) Foto’s van events (voor oud-leerlingen) Interviews met oud-leerlingen die vertellen over bijv. hun job of een schoolherinnering Polls over actuele onderwerpen: ‘Wat vind jij van…?’ Wedstrijden
Kanalen? Voornamelijk Facebook, LinkedIn
Participatie Wat? De participatie van leerlingen en ouders stimuleren. Hoe? Door topics te kiezen die aanleunen bij de leefwereld van leerlingen en ouders. Inhoud? − − − −
Aankondigen van activiteiten en events op school Achteraf berichten over activiteiten en events op school (via filmpjes, foto’s, getuigenissen,…) Interactie met leerlingen en ouders aanwakkeren, onder meer via polls, wedstrijden,… Leerlingen en ouders stimuleren om hun meningen en ervaringen online te delen.
Kanalen? Voornamelijk Facebook, maar ook Twitter en YouTube 11
Rekrutering Wat? Rekrutering van nieuwe leerkrachten Hoe? Door je school of instelling te profileren als een dynamische omgeving waarin het prettig werken is, en door duidelijk te communiceren over vacatures Inhoud? − − − − − −
Vacatures online zetten Getuigenissen van huidige leerkrachten Communiceren over originele projecten, initiatieven in je school of instelling Getuigenissen van leerlingen (‘Waarom is het fijn om hier naar school te gaan’) Debatten stimuleren door conversaties op te starten rond actuele topics Persartikels over je school of instelling online plaatsen
Kanalen? LinkedIn en Facebook
Voorbeeldfunctie Het GO! heeft als onderwijsinstelling een voorbeeldfunctie. Onze leerlingen bewust en veilig leren omgaan met sociale netwerksites past volledig binnen ons pedagogisch project. Let er bij elke post op deze voorbeeldfunctie op te nemen.
12
4 Strategie 4.1 Korte termijn: inbedden van de sociale media in de communicatiemix De GO! communicatiedienst zette een aantal kanalen op zoals een Facebookpagina en een het youtubekanaal www.youtube.com/iedereenvip . De opzet en uitbouw van sociale mediakanalen door het GO! kadert in het stroomlijnen van de communicatie naar het brede publiek. De sociale mediakanalen worden gelinkt aan de andere communicatiekanalen zoals de (vernieuwde) GO! website www.g-o.be en de (nieuwe) professionele website Smartweb.De belangrijkste kanalen om het grote publiek en professionelen te bereiken zijn de websites. Onze sociale mediakanalen zijn een aanvulling en een verlenging daarop. Er werd een doelgroepgerichte aanpak uitgewerkt die aansluit bij de aanpak voor de sites. Aan de basis van de social media mix ligt het onderscheid tussen professionele communicatie en PR communicatie. Het vertrekpunt van de social media kanalen is telkens een website. In de huidige strategie richt elk kanaal zich prioritair tot één soort doelgroep (PR of professioneel, met uitzondering van YouTube). Dit betekent niet dat er geen overlapping kan zijn. Ook op langere termijn kunnen bepaalde kanalen verder ontwikkeld of uitgesplitst worden om meerdere doelgroepen aan te spreken. Niveau GO!: Onderstaand schema biedt een overzicht van de (hoofd)doelgroepen en via welk kanaal ze te benaderen: G O !SO CIAL M EDIA M IX KANAAL DOELGROEP
MAG. PROF. SITE SITE
DIRECTEURS & MANAGEMENT
X
LEERKRACHTEN
X
X
X
POTENTIËLE WERKNEMERS
X
SCHOLEN
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
LEERLINGEN
X
X
X
X
OUDERS
X
X
X
X
JOURNALISTEN & PERS
X
BREED PUBLIEK, VERENIGINGEN,…
X
X
X
DEPARTEMENT ONDERWIJS
X
X X X
X X
X
X
X
X
X
G O !SO CIAL M EDIA M IX KANAAL DOELGROEP PROFESSIONELE COMMUNICATIE PR-COMMUNICATIE
MAG. PROF. SITE SITE X X
X
X
X X
X
X
X X
X X
X
Niveau scholen: Onderstaande tabel geeft schematisch weer welke (hoofd)doelgroepen met welk kanaal te benaderen.
13
Belangrijk om weten is dat de centrale sociale mediakanalen ook nieuws van de scholen verspreiden omdat hoofdartikels van de nieuwe magazinesite www.g-o.be en een link naar de nieuwe nieuwsbrief (tegenhanger van de klikkrant) een plaats zullen krijgen op de fanpagina van GO! op Facebook.
4.2 Middellange termijn: awareness creëren bij de gebruikers in het onderwijs Op middellange termijn is het de bedoeling van het GO! om belanghebbenden in te lichten over het bestaan en de mogelijkheden en uitdagingen van sociale netwerken. In een eerste fase wil het GO! vooral onderwijzend personeel en directies betrekken bij een brede interpellatie over de plaats van sociale netwerken binnen het GO!, zowel op het vlak van stakeholder communicatie (contact tussen school en personeel, leerlingen en ouders) als op het vlak van onderwijs (pedagogisch gebruik van sociale media). Parallel is het GO! ook in gesprek met Child Focus over aspecten van zogenaamde ‘esafety’: de vraag hoe we kinderen en jongeren veilig kunnen leren omgaan met internet en sociale media. Op de site www.clicksafe.be staat veel informatie over de voordelen en risico’s van het gebruik van sociale media. Onder de button ‘voor professionelen’ zijn ondermeer pasklare lespakketten te vinden.
4.3 Toekomst: integratie in het leerproces Op langere termijn is het de bedoeling om het omgaan met sociale media te integreren in het leerproces. Er kan dus volop nagedacht worden over het nut van sociale netwerken in de klas en op school: hoe kunnen sociale media het leerproces en het educatieve proces helpen? Daarnaast kan er ook over de plaats van sociale media in de vernieuwing van onderwijs en lesgeven gereflecteerd worden: sociale media als plek om informatie en ideeën uit te wisselen op het vlak van onderwijs, om scholen en personeel te enthousiasmeren rond een pedagogisch project. Sociale media als een incubator voor een zichzelf permanent vernieuwend onderwijs. De GO! communicatiedienst heeft alvast een Tumblr-blog aangemaakt waar geïnteresseerden kunnen reflecteren over en deelnemen aan brede discussies aangaande de vernieuwing en toekomst van het onderwijs (zie:http://go4education.tumblr.com).
14
5 Richtlijnen 5.1 Algemene richtlijnen ACTIEF Sociale media vragen een voortdurende investering. Heb je geen tijd of middelen om je sociale netwerken goed te onderhouden, en verschillende keren per week nieuwe berichten te posten, denk dan goed na voor je eraan begint. Je kanalen zijn maar zo interessant als je laatste post. AMBASSADEURSCHAP Wees een lid van de GO! gemeenschap. Onthoud dat je ten allen tijde een ambassadeur bent van je organisatie (zie ook algemene deontologische code van het GO!). BETROUWBAAR Wees accuraat, eerlijk, transparant, grondig. Communiceer enkel correcte en duidelijke informatie, en corrigeer eventuele gemaakte fouten zo snel mogelijk. CONSEQUENT Denk goed na voor je een bericht post. Alles wat je deelt op sociale media, zelfs in een beveiligd netwerk, is niet privé, maar zal gedeeld, opgeslagen en verspreid worden over heel het internet. Post daarom niks waar je je niet 100% comfortabel over voelt. GEÏNTEGREERD Onthoud dat je online communicatie een verlengstuk is van je offline communicatie. Beide hebben tot doel om de waarden van het GO! uit te dragen en te versterken. LUISTER Wie een constructieve dialoog wil aangaan, moet openstaan voor zijn gesprekspartners: luister dus naar conversaties, op je eigen sociale media, maar ook op andere relevante netwerken. Zo leer je begrijpen wat jouw doelgroepen belangrijk vinden. NEDERLANDS Op alle sociale netwerken worden de dialogen gevoerd in het Nederlands, de voertaal van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Uiteraard mogen er bij gelegenheid wel anderstalige uitdrukkingen of termen gebruikt worden. PERSOONLIJKE COMMUNICATIE VS. PROFESSIONELE COMMUNICATIE Een evenwicht vinden tussen je professionele en persoonlijke aanwezigheid op sociale media kan soms lastig zijn. Probeer die zoveel mogelijk te scheiden, door professionele content enkel op je professionele pagina’s te posten, of door privé-boodschappen enkel via je privé-account online te plaatsen. RESPECTVOL Wees altijd professioneel en respectvol. Berichten posten op sociale media doe je in je rol als lid van de GO! gemeenschap. Lanceer je daarom niet in discussies of uitgebreide debatten met dwarsliggers op het internet. RESPONSIEF Deel relevante informatie en kennis, en moedig ook interactie aan. Een sociale media site zonder commentaren is niet erg sociaal. Sta dus ook open voor constructieve kritiek, en blijf steeds professioneel, vriendelijk en eerlijk.
15
5.2 Do’s en don’ts Do’s op sociale media − − − − − − − − −
− − − −
Bepaal voor je start je strategie en doelstellingen. Duid een verantwoordelijke aan voor de sociale netwerken van je school Evalueer je aanwezigheid op sociale media regelmatig. Focus enkel op die kanalen die aansluiten bij je doelstellingen, probeer niet op alle sociale media aanwezig te zijn. Ga op zoek naar sociale media kenners in je school. Geef altijd correcte en eerlijke informatie mee. Leg vooraf vast hoeveel tijd je elke dag/week aan sociale media zult besteden Luister naar wat je doelgroepen te zeggen hebben, en naar hun interesses Maak enkel personen verantwoordelijk voor je sociale netwerken die geïnteresseerd zijn in sociale media, een juiste inschatting kunnen maken van wat wel en niet kan op sociale media, en die de school positief kunnen uitdragen. Onthoud dat je online communicatie een verlengstuk is van je offline communicatie. Stimuleer interactiviteit op je sociale netwerken: antwoord op commentaren. Wees creatief. Zorg dat je genoeg tijd en middelen hebt om je sociale netwerken dagelijks op te volgen.
Dont’s op sociale media − − − − − −
Begin niet met sociale media als je geen interactiviteit wil met je doelgroepen. Ga niet in een uitgebreide discussie met mensen die negatieve commentaren geven op je netwerken (zie Crisiscommunicatie). Post geen berichten waar je je niet comfortabel over voelt: online communicatie blijft lang vindbaar. Sociale media is geen wondermiddel om je school te promoten. Start niet met sociale media als je andere communicatiekanalen niet in orde zijn. Start niet met sociale media als je niet de tijd en de middelen hebt om je netwerken dagelijks op te volgen en wekelijks te updaten.
16
5.3 Wettelijk kader / Deontologische code 1 Wettelijk kader: Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens Als een personeelslid van een school of een leerling (van de leerlingenraad bijvoorbeeld) professioneel actief is op de sociale mediakanalen van de school dient hij/zij rekening te houden met een wettelijk kader. Personeelsleden dienen handelingen te vermijden die ingaan tegen de plichtenleer. Informeer betrokkenen via richtlijnen in het arbeidsreglement, het schoolreglement of een specifiek document met richtlijnen. Verspreiding van gegevens van leerlingen Bij het verspreiden van gegevens van de leerling dient de school de privacywetgeving te respecteren. http://www.e-privacy.be/privacywet.pdf Gebruik van beeldmateriaal Ga voorzichtig om met beeldmateriaal want de privacywetgeving is ook van toepassing op het afbeeldingrecht. Indien je foto’s van een leerling of cursist wenst te publiceren op je website of op je sociale mediakanalen, moet je hiervoor de toestemming van de leerling of cursist hebben, of van de ouders bij een minderjarige leerling. Het is aangewezen om bij het schoolreglement een formulier te voegen dat ouders, leerlingen of cursisten samen met het schoolreglement kunnen ondertekenen bij het begin van het schooljaar. Mogelijke invulling: “Ondergetekende, …………………, geeft hierbij de toelating om afbeeldingen, foto’s, filmmateriaal en klaswerkjes van zijn/haar zoon/dochter, genaamd ……………………….., vrij te gebruiken in diverse digitale communicatiekanalen en gedrukte publicaties van de school en het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Gelezen en goedgekeurd, datum en handtekening.” Richtlijnen in verband met opnames maken op school met de GSM of andere technologische apparatuur De leerlingen mogen niet in de klas of op het schooldomein filmen, tenzij hiervoor de uitdrukkelijke toestemming van de leerkracht werd verleend. Indien deze toestemming niet werd gevraagd, dan moet de leerkracht gebruik maken van zijn recht tot verzet tegen de verwerking van persoonlijke gegevens. Dit betreft immers een geautomatiseerde verwerking van gegevens waarvoor er noodzakelijk aangifte moet worden gedaan bij de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Indien de leerling weigert de beelden van het internet te verwijderen, dan kan de leerkracht een gerechtelijke procedure instellen bij de voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg ofwel klacht neerleggen bij de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer. 2 Deontologische code Personeelsleden van het GO! dienen rekening te houden met de deontologische code. Ook wanneer ze professioneel actief zijn op sociale media dienen zij het PPGO, de gehechtheid en neutraliteit indachtig te zijn. Het PPGO reikt een referentiekader aan, waarbinnen jongeren begeleid worden in hun ontwikkeling naar leven in gevarieerde omstandigheden. Wezenlijk is hierbij dat mensen denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzen maken.
17
Pedagogisch Project van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (PPGO) Ons doel is leerlingen optimale ontwikkelingskansen bieden en ze begeleiden zodat zij kunnen opgroeien tot gelukkige, zelfstandige, verdraagzame, creatieve, positief kritische jongeren. Hoe wij dat doen, wordt bepaald door het Pedagogisch Project van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (PPGO). Daarin zijn de grote principes van onze onderwijsvisie en -strategie vastgelegd. Binnen dit kader ontwikkelt een school haar eigen schoolwerkplan. Het PPGO heeft een pluralistische grondslag. Het beantwoordt aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en vooral aan het Verdrag over de Rechten van het Kind (dat op 20 november 1989 in New York werd aangenomen). Het PPGO streeft de totale ontwikkeling van de persoon na en heeft daarbij oog voor de optimale ontwikkeling van elke individuele leerling. Ons Pedagogisch Project opteert voor een dynamisch mens- en maatschappijbeeld en beoogt de vorming van vrije mensen. In de ontwikkelingsbegeleiding van de jongeren leggen wij de klemtoon én op de mens als individu én op de mens als gemeenschapswezen. Om onze doelstellingen te bereiken, stemmen wij onze beleidsvisie af op ons Pedagogisch Project. De scholen van het GO! zijn democratisch. Alle belanghebbenden moeten zich uitgenodigd voelen om betrokken te zijn bij het beleid en bij de uitvoering van de beleidsbeslissingen. Wij trachten dat proces op gang te brengen via informatie, coördinatie en inspraak, die fundamentele begrippen zijn in de beleidsvisie van het GO!. De integrale tekst van het PPGO vind je op http://www.g-o.be/Onspedagogischproject De gehechtheidsverklaring aan het GO! Alle gebruikers van de sociale media dienen ten volle te beseffen hoe belangrijk onderwijs en opvoeding zijn voor de ontwikkeling van mensen tot volwaardige leden van de samenleving. Zij waarderen het specifieke opvoedingsproject van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, gekenmerkt door open engagement en actief pluralisme, waarin alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke visies met democratische grondslag hun plaats krijgen, en zij erkennen de GO! scholen als bevoorrechte ontmoetingsplaatsen voor iedereen die in de geest van het PPGO (Pedagogisch Project van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap) met elkaar wil samenwerken en elkaar wil leren kennen, begrijpen en waarderen. Zij stellen zich ook te allen tijde loyaal op ten aanzien van het GO!, engageren zich om bij te dragen tot de realisatie van het PPGO, en ondersteunen initiatieven die de kwaliteit van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap ten goede komen en zijn uitstraling verhogen. Neutraliteitsverklaring aan het GO! De gebruikers van de sociale media erkennen dat het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap in eerste instantie de ontwikkeling en de vorming van de gehele persoonlijkheid bevordert, zoals aangegeven in het PPGO (Pedagogisch Project van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap). −
Diversiteit: ze houden rekening met de leefwereld van de leerlingen, zowel het familiale, sociale, levensbeschouwelijke en culturele milieu. 18
− −
Kritische geest: ze willen begeleiden en stimuleren de kritische zin van leerlingen. Ze weten dat ze hun persoonlijk engagement enkel mogen bekendmaken als de opvoedings- of onderwijssituatie daartoe aanleiding geeft. Actief pluralisme: ze nemen iedere gelegenheid te baat om de leerlingen en cursisten de waarden van het actief pluralisme bij te brengen en te verhelderen, zoals eerbied voor de Rechten van de Mens en voor de Rechten van het Kind, zorg voor rechtvaardigheid en eerlijkheid, inzet voor het algemeen welzijn, verdediging van de democratie en eerbied voor de rechten van minderheden, eerbiediging van en inzet voor de actieve verdraagzaamheid, de vrijheid van meningsuiting, de scheiding van Kerk en Staat, de gelijkwaardigheid van man en vrouw, het zelfbeschikkingsrecht van het individu, het vrij wetenschappelijk onderzoek.
5.4 Huisstijlrichtlijnen Het GO! heeft een specifieke huisstijl die je vandaag al in de bestaande dragers en kanalen (zoals website, briefwisseling, brochures, …) van jouw school hanteert. Deze huisstijl is het vertrekpunt voor het inkleden van de sociale media die je inzet. Hier alvast enkele raadgevingen hoe je dit aanpakt. EENVORMIGHEID EN HERKENBAARHEID TROEF Het is belangrijk om het GO! als een samenhangend net te profileren. Zorg dan ook dat je herkenbaar bent als onderdeel van dat net. Dit kan door consequent eenzelfde stijl te hanteren in de profilering op sociale media. BENAMINGEN PROFIELEN, KANALEN, PAGINA’S EN GROEPEN Neem GO! of GO op in je benaming van kanalen, pagina’s en groepen. Zo ben je gemakkelijk vindbaar via zoekfuncties. Een pagina op Facebook krijgt idealiter als naam “GO! naam school” (bijv. GO! basisschool De Brug, GO! atheneum Gent-Brugge). Voor YouTube en Twitter geldt dat een accountnaam ook de extensie van het webadres is (bijvoorbeeld: www.youtube.com/iedereenvip en www.twitter.com/GO_onderwijs). Het uitroepteken in GO! vormt soms een probleem: dit leesteken wordt niet altijd aanvaard. Voor het aanmaken van persoonlijke profielen op Facebook en LinkedIn gebruik je best gewoon je voornaam en naam. BASISTEKST Communiceer duidelijke en beknopte informatie: plaats op het profiel of de pagina de broodtekst van je school, idealiter in een verkorte versie. Als alternatief voor de broodtekst van je school, kan je ook de basistekst van het GO! plaatsen: “Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap streeft naar maximale, gelijke onderwijskansen. Elke persoon is een unieke persoonlijkheid met specifieke interesses en ambities en moet zich intellectueel en creatief kunnen ontplooien. Onze 1000 scholen en instellingen maken hier werk van voor om en bij de 300.000 leerlingen en cursisten. Werken aan de ontwikkeling van elke persoonlijkheid, aan harmonie in diversiteit en aan verantwoordelijkheid ten aanzien van anderen is het doel waarvoor 32.000 medewerkers zich dagelijks engageren.” LAY-OUT VAN DE PAGINA Het is aangewezen om als afbeelding het logo van je school of instelling te gebruiken: ofwel het beeldlogo, ofwel het volledig logo. Wanneer het mogelijk is om de pagina een 19
kleuraccent te geven, zoals op YouTube, gebruik dan de huiskleur of -kleuren van je school. GEBRUIK VAN BEELDMATERIAAL: KIES VOOR DE GO! STIJL Misschien illustreer je je sociale mediapagina/kanaal met foto’s. Kies dan voor de GO! stijl: een strakke, sterke vormgeving met gevarieerd beeldmateriaal waarin leerlingen, cursisten en leerkrachten centraal staan. Bij de keuze van foto’s let je er best op dat: − er telkens maar één tot drie personen op de voorgrond staan en de achtergrond 'flou' is − de personen in de camera kijken − de foto's actie en dynamiek uitstralen in een positieve sfeer − er een goed contrast is op de foto, onder andere door kleurrijke kledij − je artificiële of geposeerde foto’s vermijdt. Indien je toch personen stilstaand fotografeert, zorg dan voor een close-up en snijd het beeld kort af. Dit maakt het beeld sterk en indrukwekkend.
20
5.5 Gevaren van sociale media Elk systeem heeft zo zijn voor- en nadelen. Zo ook sociale media. Er is al zeer veel inkt gevloeid over de zin (of onzin) van sociale media, er zijn talrijke internetpagina’s te vinden over dit onderwerp. Het is niet de bedoeling om dit hier verder uit te spitten, maar om te wijzen op een paar gevaren die gepaard gaan met het gebruik van deze netwerken. Sociale netwerken bevorderen niet alleen de communicatie, ze kunnen ook een venster openen op de wereld, je uitdrukkingsvermogen bevorderen en een stimulans zijn voor je persoonlijke ontwikkeling. Wanneer je aan de slag gaat met sociale media besef je daarom soms niet dat er ook gevaren aan verbonden zijn - vooral op je persoonlijke profielen en pagina’s. Wat zijn de valkuilen? Zodra je informatie op een sociaal netwerk plaatst, heb je in principe geen controle meer over je bericht. Zelfs indien je een profiel hebt aangemaakt dat enkel toegankelijk is voor vrienden, kan iemand anders zeer gemakkelijk je informatie achterhalen. Een vals profiel aanmaken op naam van een vriend is trouwens vlug gebeurd – het mag niet, maar het gebeurt wel. Sommige gebruikers maken er bovendien een sport van om zoveel mogelijk vrienden te maken, ook personen die ze niet kennen. Zo geraak je uiteraard de controle kwijt. Is je informatie wel correct? Verder heb je ook geen controle over de manier waarop jouw geposte informatie verder gebruikt en verspreid wordt. Vrienden of derden kunnen je berichten doorgeven, of erger nog: wijzigen of vervalsen. Een foto bewerken met PhotoShop is vandaag kinderspel. Let op met wat je op sociale netwerksites post Zeer gedetailleerde profielen of dagboeken kunnen zich wel eens tegen jou keren. Als je veel persoonlijke informatie prijsgeeft, bijvoorbeeld over je politieke of religieuze overtuiging, seksuele geaardheid, of vrijetijdsactiviteiten en hobby’s, dan kan dit wel eens in jouw nadeel spreken. Zo gebeurt het bij sollicitaties, verzekeringsaanvragen en dergelijke geregeld dat kandidaten gescreend worden op Facebook en andere sociale netwerken ook al is dat niet wettelijk. In sommige gevallen gaat het al zo ver dat in rechtszaken (zoals echtscheidingen) gebruik wordt gemaakt van informatie gevonden op sociale netwerksites. Verwijderen/vernietigen van informatie Een profiel op een sociaal netwerk - of een deel ervan (o.a. foto’s, teksten,…) - kan je in principe verwijderen. Maar is je informatie dan wel degelijk verwijderd? Meestal is dat niet het geval: al je informatie blijft mooi bewaard op de servers, je kan er gewoon niet meer aan. Voor jou is dat misschien voldoende, maar het gevaar bestaat dat anderen de inhoud van jouw profielen al lang gekopieerd en verder verspreid kunnen hebben. Daarnaast is er ook de zoekmachine Google, die van de meeste pagina’s een kopie maakt en het op eigen servers in een cache bewaart. Eenmaal iets op het internet geplaatst is, is het dus bijna altijd terug te vinden. Google maar eens je eigen naam: je zult versteld staan van de informatie die je over jezelf terugvindt.
21
Ongewenste reclame Sociale netwerksites zijn geen sociale instellingen, het zijn commerciële bedrijven. Omdat een profiel aanmaken gratis is, moeten deze netwerken hun inkomsten dus ergens anders uithalen, namelijk uit publiciteit. Is het je al opgevallen dat de reclamebanners die verschijnen op je online profielen vaak verband houden met jouw persoonlijke interesses? Dat komt doordat je, door een profiel aan te maken op een sociaal netwerk, in feite toestemming geeft om je persoonlijke gegevens en de gegevens die je publiceert door te verkopen aan de reclamejongens. Zelfs je surfgedrag, zoals de pagina’s die je bezoekt op Facebook, kan doorgegeven worden. Wat met de privacywetgeving Als Belg geloof je waarschijnlijk dat je op sociale netwerksites volledig beschermd bent door onze privacywetgeving. Dat is zeker gedeeltelijk zo, voor zaken die gebeuren onder Belgen of personen op Belgisch grondgebied. Maar de meeste organisatoren van sociale netwerken, met uitzondering van Netlog, zijn van buitenlandse – meestal Amerikaanse – origine, en daar zijn andere wetgevingen van toepassing. Het merendeel van de sociale netwerken zijn dus onderhevig aan de Amerikaanse wetgeving, waarbij de privacywaarborgen bijna onbestaand zijn en de antiterrorismewetten vergaande bevoegdheden geven aan de veiligheidsdiensten. Daarnaast moet je bij het registreren van een sociaal netwerk ook je akkoord geven met de privacyverklaring van de provider van het netwerk. Kijk maar eens naar de privacyverklaring van Facebook - veel bescherming biedt die niet. Gevaar voor virussen / hacking Via sociale netwerksites kan je allerlei andere toepassingen starten, zoals spelletjes. Vaak zijn die niet zo onschuldig als ze lijken. De meeste sociale media geven geen waarborgen voor deze externe linken. Hackers zijn er op uit om de zwakke punten van de sites te gebruiken voor het installeren van virussen of spyware op je PC. Besluit Wens je gebruik te maken van sociale media, hou dan zeker rekening met de eventuele risico’s die je loopt. Houd steeds het doel van je communicatie en je doelpubliek voor ogen, en gebruik je verstand wanneer je online informatie deelt. Gebruik sociale media hoofdzakelijk voor onderwerpen die je met het grote publiek wil delen, zoals: − Algemene gegevens over de school − Aankondigingen van opendeurdagen, schoolfeesten,… − Nieuwe studierichtingen Kijk uit of er geen veiliger alternatieven zijn om je persoonlijke gegevens te delen. Zo kan je het overzicht van het schoolpersoneel allicht beter via de schoolwebsite meegeven, en worden uitnodigingen voor ouderdagen misschien beter via smartschool gecommuniceerd.
22
5.6 Crisiscommunicatie Hoe reageer ik op cyberpesten? Onder cyberpesten verstaan we alle vormen van pesten die gebeuren via gsm of internet, en in dit geval de sociale netwerksites van de school. De meest voorkomende vormen van cyberpesten zijn: beledigingen of bedreigingen via internet, roddels verspreiden via internet, iemands account binnendringen en berichten rondsturen in de naam van de gebruiker, kwetsende foto’s verspreiden, … Ook specifiekere vormen van pesten, zoals steaming (afpersing door medeleerlingen) en mobbing (pesten in klascontext), kunnen online verdergezet worden. Online pesten is in veel gevallen een verderzetting van ‘in het gezicht’ pesten op school. Alleen ervaren de slachtoffers cyberpesten als nog persoonlijker: berichten kunnen oneindig op het internet blijven staan en zijn zichtbaar voor een groot aantal personen. De aanpak tegen cyberpesten van de school moet kaderen in het globaal pestbeleid van de school. Zowel met de leerkrachten, leerlingen als ouders moet hierover open gecommuniceerd worden. Enkele richtlijnen om cyberpesten tegen te gaan: − − −
− − − −
−
Integreer de aanpak tegen online pesten in het algemeen pestbeleid van de school. Sensibiliseer leerkrachten en ouders over het fenomeen cyberpesten, en stimuleer hen om gevallen van online pesten te melden. Duid een verantwoordelijke aan met een breed leerlingennetwerk (dit kan de verantwoordelijke zijn voor de sociale media per school) die als aanspreekpunt voor gevallen van cyberpesten functioneert. Idealiter heeft deze persoon de nodige technologische kennis om stappen te kunnen ondernemen tegen online pesten (bijv.: posts en foto’s verwijderen, …) Zorg dat het schoolnetwerk goed beveiligd is, en maak afspraken rond sociale media- en internetgebruik met de leerlingen. (Zie Hoe reageer ik op negatieve of kritische berichten) Organiseer info-uren over cyberpesten en de gevolgen ervan voor leerlingen en ouders. Discussieer over wat wel en niet kan. Op basis hiervan kunnen achteraf in samenspraak richtlijnen over sociale media-gebruik worden opgesteld. Geef leerlingen en ouders mee wat wettelijk gezien strafbaar is (inbreken in iemands account, paswoorden verspreiden, haatmails, …). Informeer alle betrokkenen via richtlijnen in het schoolreglement, het arbeidsreglement, of een specifiek document met richtlijnen inzake crisiscommunicatie, het gebruik van sociale media en internet, en veilig omgaan met informatie en privacy. In ernstige gevallen kunnen de pesters geweerd worden van de sociale mediasites, en kunnen de slachtoffers een andere gebruikersnaam en emailadres kiezen. Eventueel kan de lokale politie worden ingeschakeld.
Over de aanpak tegen cyberpestenkan je ook informatie vinden op www.clicksafe.be Hoe reageer ik op negatieve of kritische berichten op mijn sociale media? Sociale media zijn voor organisaties een kans om dichter bij hun doelgroepen te komen. Maar hoe reageer je het best wanneer er negatieve of kritische berichten verschijnen op je sociale netwerken? −
Omgaan met negatieve berichten is in principe de taak van de aangestelde verantwoordelijke van de sociale media. Hij/zij kan best reageren vanuit zijn/haar eigen naam in plaats van vanuit de school. Op die manier spreekt 23
−
−
−
− − − − −
hij/zij als ambassadeur van de school, maar toch op een persoonlijke manier. Let wel: in het geval van duidelijk belangrijke berichten, dient de verantwoordelijke persoon eerst de directie in te lichten en overleg te plegen, alvorens te reageren. Ook achteraf wordt de verantwoordelijke gevraagd om terug te koppelen naar de directie over het verdere verloop van de discussie. In die zin vervult de verantwoordelijke voor sociale media een soort filterfunctie; hij/zij bepaalt zelf in welke gevallen al dan niet overleg nodig is met de directie, en in welke gevallen de kritische berichten worden doorgesluisd naar de directie. Maak een onderscheid tussen verschillende vormen van kritiek: • Klachten: reageer snel en met correctie informatie; • Aanvallen: reageer best niet, of probeer de discussie te verschuiven van de sociale media naar persoonlijk contact, bijvoorbeeld via e-mail of telefoon. Overweeg enkel in zeer ernstige gevallen om de berichten van je sociale netwerken te verwijderen. • Suggesties: reageer positief en bedank. Ook hier vervult de verantwoordelijke voor de sociale media een filterfunctie; van hem/haar wordt verwacht dat hij/zij zelf een verantwoordelijke afweging maakt. Reageer snel en correct op negatieve berichten: hoe sneller je reageert (liefst nog de dag zelf), hoe sneller de discussie stopgezet kan worden. Hoe langer de discussie wordt uitgesponnen, hoe meer kans er is dat de negatieve berichten ook in de resultaten van zoekmachines verschijnen. Ga niet in discussie, maar probeer net om de discussie stop te zetten. In sommige gevallen is het beter om helemaal niet op kritische berichten te reageren. Reageer je wel, blijf dan positief en reageer nooit beledigend of aanvallend. Het GO! onderwijsnet draagt immers enkel positieve waarden uit: respect, verdraagzaamheid en een positieve kritische ingesteldheid zijn drie pijlers van het Pedagogisch Project. Gaan de negatieve berichten wel over een belangrijk onderwerp, probeer de conversatie dan van sociale media naar persoonlijk contact te verplaatsen. Op die manier kan je veel dieper ingaan op de bezorgdheden van de gebruikers. Wees eerlijk en transparant, post enkel correcte informatie. Laat de gebruikers weten dat er naar ze wordt geluisterd. Gebruik bijvoorbeeld de schoolnieuwsbrief om leerlingen en ouders te laten weten hoe de school concreet rekening heeft gehouden met hun bezorgdheden. Gebruik sociale media niet enkel om te reageren, maar probeer ook vanuit eigen initiatief online aanwezig te zijn. Let op met het oprichten van zogenaamde ‘haatgroepen’ op Facebook waarmee je wil protesteren tegen bijvoorbeeld een bepaalde uitspraak van een BV. Deze kunnen al snel verzanden in ongepast gescheld waar je zelf als oprichter van de groep niet meer kan achter staan, en dat je zelf niet meer in de hand hebt.
Mag ik negatieve berichten van mijn prikbord verwijderen? Ja, let wel: verwijder negatieve berichten als moderator niet zomaar van het prikbord, maar richt tegelijk een boodschap met een positieve toonaard aan de schrijver via een mailtje, niet publiek via sociale media. Reëel voorbeeld: Iemand schrijft: “Het GO!, met voorsprong het relevantste onderwijs van België. Hier vindt ieder kind, ongeacht zijn/haar etnische afkomst, rang of stand, .... zijn/haar plekje! In feite zou het GO! eens 'een kalootje' moeten durven doen en meer zijn naam 'officieel onderwijs' durven in de verf zetten, al was het maar om onze katholieke hoogwaardigheidsbekleders van antwoord te dienen.” 24
Het GO! reageert: “Beste X, bedankt voor uw berichtje. Het doet ons deugd te lezen dat het GO! wel degelijk believers kent. Anderzijds willen wij ons als GO! niet afzetten tégen iets of iemand, zoals bijvoorbeeld tegen het katholiek onderwijs, een medespeler in het onderwijslandschap. Continu werken aan de verbetering van onze eigen kwaliteit, dit is de stijl die wij in het GO! aanhangen. Ons onderwijsnet draagt ook enkel positieve waarden uit: respect, verdraagzaamheid en een positieve kritische ingesteldheid zijn 3 pijlers van ons Pedagogisch Project. Omwille van bovenstaande redenen hebben wij geoordeeld uw bericht te moeten verwijderen van het prikbord op de pagina GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Wij rekenen op uw begrip en nodigen u graag uit om samen met ons de GO! waarden in de praktijk te brengen.” Wat kan ik doen als het echt de spuigaten uitloopt? In het geval van een continue negatieve stroom aan berichten op je Facebook-pagina, klik op “Account” > “Help Center” > “Security” voor alle informatie om hierop te reageren. Om je Facebook-account permanent te laten verwijderen, https://ssl.facebook.com/help/contact.php?show_form=delete_account.
surf
naar
In het geval van een continue negatieve stroom aan berichten op je Twitter, surf naar het Twitter Help Center via http://support.twitter.com/entries/41949-guidelines-for-lawenforcement. Wil je een compromitterende video laten verwijderen van YouTube, surf dan naar www.youtube.com/t/community_guidelines om te zien of de video in strijd is met de Community Guidelines van YouTube. Zo ja, volg de richtlijnen op http://www.youtube.com/t/dmca_policy om de schending te rapporteren. Is de video niet in schending van de Community Guidelines, dan kan je de video enkel markeren (Flag). YouTube controleert gemarkeerde video’s: indien de inhoud inderdaad ongepast is, zullen zij de video verwijderen. Wat zijn de risico’s wanneer ik mij als leerkracht ongepast gedraag online? Vertoont een leraar ongepast gedrag online, zowel professioneel als privé (o.a. compromitterende of opruiende berichten posten,...), dan riskeert hij/zij ontslag. De maatregelen die beschreven zijn in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs zijn dan van toepassing. Voor meer informatie kan je terecht bij de sector Bijzondere maatregelen, tel 02 790 93 52 en 02 790 93 53. Dergelijke situaties kunnen vermeden worden door alle gebruikers van sociale media (leerkrachten, leerlingen, ouders) vooraf voldoende te informeren over de mogelijke gevaren. (Zie Hoe starten?) Kan ik als directeur een orde of tuchtmaatregel opleggen aan een leerling van de school vanwege ongepast online gedrag? Komt aan het licht dat een leerling online bijvoorbeeld opruiende berichten post of een leerkracht door het slijk haalt, dan kan een orde- of tuchtmaatregel in overweging genomen worden. Vereiste is wel dat leerlingen vooraf voldoende geïnformeerd worden over mogelijke sancties die kunnen volgen wanneer ze online in de fout gaan. Dit kan via het schoolreglement of een specifiek document met richtlijnen inzake het gebruik van sociale media, internet, en veilig omgaan met informatie en privacy.
25
Een tuchtstraf moet pedagogisch verantwoord kunnen worden en in overeenstemming zijn met de ernst van de feiten. De directeur kan een tuchtmaatregel nemen als het gedrag werkelijk een gevaar vormt voor het ordentelijk verstrekken van het onderwijs en/of de verwezenlijking van het opvoedingsproject van de school in het gedrang brengt.
26
6 Praktisch 6.1 Hoe starten? STAP 1: BEPAAL JE STRATEGIE EN DOELEN Alvorens in sociale netwerken te duiken, moet je een goed zicht hebben op welke doelstellingen je hiermee voor jouw school wil bereiken (zie ter inspiratie Waar zitten de kansen voor scholen?). Bespreek ook vooraf wie je wil bereiken, en welke informatie je het eerst wil delen. Hoe meer denkwerk vooraf, hoe meer kans je sociale media aanwezigheid heeft om te slagen. STAP 2: DUID EEN VERANTWOORDELIJKE AAN Het is aangewezen om per school een verantwoordelijke contactpersoon aan te wijzen voor het volledige sociale mediabeleid. Deze persoon zal eveneens verantwoordelijk zijn voor de naleving van de richtlijnen in dit plan. Idealiter is deze persoon een leerkracht met een breed leerlingennetwerk of een medewerker van de ondersteunende diensten (bijvoorbeeld de zorgcoördinator of leerlingenbegeleider), die een minimum aan tijd aan de sociale media kan besteden. Veel technische kennis is hiervoor niet nodig, maar het helpt wel als de persoon voeling heeft met sociale media. Wij raden af om een leerling als verantwoordelijke aan te duiden. Dit staat participatie van de leerlingen echter niet in de weg. De verantwoordelijke contactpersoon wordt daarom gevraagd om initiatieven van de leerlingen zeker aan te moedigen. Individuele leerlingen of de leerlingenraad kunnen bijvoorbeeld een eigen Facebook-pagina of -groep oprichten. STAP 3: ORGANISEER EEN INFOSESSIE Alvorens te starten met je sociale netwerken moeten alle betrokken personen (leerkrachten, leerlingen) op de hoogte worden gebracht van het initiatief. Je kan daarvoor een infosessie organiseren waarin leerkrachten en leerlingen de nodige tools en richtlijnen meekrijgen voor hun sociale mediagebruik, en waarin je verwachtingen van de online communicatie worden uitgelegd. Een extra aandachtspunt kan zijn om de leerlingen te wapenen tegen mogelijke privacy-misbruiken online (o.a. waarschuwen om geen compromitterende foto’s of hun privéadres te posten). STAP 4: EVALUEER ANDERE INITIATIEVEN (optioneel) Identificeer relevante websites en bekijk die regelmatig om inzicht te verwerven in het online gedrag en de opinies van je doelgroepen. Monitor eveneens op welke manier andere websites en sociale media je doelgroepen aanspreken. Om een goede “producent” te worden op sociale media, is het belangrijk dat je in eerste instantie genoeg ervaring hebt als “consument” van sociale media, en leert luisteren naar conversaties op andere netwerken. STAP 5: KIES JE NETWERKEN Na het luisteren kan je tot de conclusie komen dat Twitter-berichten van 140 karakters perfect zijn om je doelstellingen te bereiken. Of misschien sluit het delen van foto’s en filmpjes op een Facebook-pagina meer aan bij wat je voor ogen had. Kies die kanalen die het best passen bij je doel, en focus in eerste instantie daarop om de sociale media aanwezigheid van je school op te bouwen. STAP 6: DE VERANTWOORDELIJKE MAAKT EEN PROFESSIONEEL PROFIEL AAN
27
Zorg ervoor dat de verantwoordelijke een profiel voor professioneel gebruik aanmaakt. Zorg voor twee beheerders als back-up voor elkaar, met elk een profiel voor professioneel gebruik (bijv. bij Facebook kunnen verschillende personen beheerder zijn van je pagina). STAP 7: MAAK PAGINA’S, GROEPEN OF KANALEN AAN Kies voor een paginanaam die je sociale mediaprogramma en de relatie met je school duidelijk identificeert. Neem GO! of GO op in de benaming van je kanalen, pagina’s en groepen. Let wel: het ‘!’ kan niet altijd gebruikt worden in een profielnaam. Een pagina van een school op Facebook heeft idealiter als naam “GO! school X” (bijv. GO! basisschool De Brug). Een pagina van een scholengroep idealiter ‘GO! scholengroep X’. Het ‘!’ levert hier geen probleem op. STAP 8: MAAK EEN LIJST MET ACCOUNTS, LOGINS EN PASWOORDEN Zeker als je op meer dan 1 kanaal actief zal zijn is het nuttig om een lijst aan te maken met een overzicht van je kanalen met telkens de beheerders, de accounts, logins en paswoorden. Bewaar deze lijst op een plaats waar zowel de verantwoordelijke, diens backup en andere medewerkers van de school of instelling aan kunnen. Gebruik geen algemene logins op schoolniveau. Duidt beheerders aan die een persoonlijk profiel hebben. Gebruik sterke wachtwoorden(diverse letters/cijfers/tekens) in plaats van gemakkelijk te raden wachtwoorden (zoals de naam van de school, namen van kinderen, …) STAP 9: EXPERIMENTEER Start met bloggen en twitteren, bouw aan je Flickr-profiel of je Facebook-pagina, en spendeer er gedurende enkele weken genoeg tijd aan. Deel je sociale media in deze fase enkel met een kleine groep, die feedback kan leveren. Zorg ervoor dat je netwerken up and running zijn alvorens ze officieel te lanceren. STAP 10: LANCEER JE NETWERKEN Je bent klaar om te communiceren op sociale netwerken. Via berichten op je website of email kan je mensen op de hoogte brengen van je aanwezigheid op sociale media. Link jouw kanalen ook aan andere relevante kanalen, zodat mensen met gelijkaardige interesses bij jou terecht komen (bijv. op Twitter door ook andere Twitteraars te volgen, op Facebook door ook andere Facebook-pagina’s te ‘liken’, door vriend te worden van anderen, enz.). STAP 11: VERWIJS NAAR JE SOCIALE NETWERKEN Sociale media zijn een verlengstuk van je gewone communicatie. Verwijs daarom zoveel mogelijk naar je online sociale netwerken via je andere communicatiekanalen: website, folders, brochures, in de schoolkrant, nieuwsbrieven, email handtekening, … Voeg bijvoorbeeld de icoontjes van je Facebook-pagina of Twitter toe op de homepage van je website en in je email handtekening. Zet de link van je profielen steeds onderaan de brieven die je naar leerlingen en ouders verstuurt, en in je email handtekening. Omgekeerd verwijs je op je sociale mediakanalen ook best naar je andere communicatiemiddelen, zoals je website of folders die uitgedeeld zijn op school. Op die manier werken al je communicatiekanalen samen als een soort fuik, en lokken ze meer bezoekers. Zie ook Hoe promoten? STAP 12: LOK INTERACTIE UIT Sociale media zijn geen eenrichtingscommunicatiemiddel. Het is dus niet voldoende om alleen zelf informatie te posten, je moet ook interactie uitlokken met de bezoekers van je sociale netwerken. Dit kan onder meer door: wedstrijden te organiseren, bezoekers uit te nodigen om hun meningen en ervaringen te delen, polls te posten, ... STAP 13: EVALUEER DE WERKING VAN JE SOCIALE MEDIA Je zal snel merken dat sommige content op de sociale netwerken bijzonder populair is, terwijl andere berichten worden genegeerd. Sociale media bevatten ook eenvoudige 28
tracking tools, om zelf te evalueren welke berichten het meest gelezen worden. Pas je sociale mediastrategie regelmatig aan deze feedback aan, en speel zo in op wat je doelgroepen graag lezen.Tip: slaat een bericht niet onmiddellijk aan bij de gebruikers op je sociale media, post het dan zeker geen tweede keer. Er is weinig kans dat een herhaling van je bericht opeens wel relevant zal worden. STAP 14: EVALUEER DE DOELSTELLINGEN VAN JE SOCIALE MEDIA Na verloop van tijd zal je misschien merken dat bepaalde doelstellingen van je sociale media voorbijgestreefd zijn, of komen er nieuwe doelstellingen bij. Probeer daarom ook tijdig je doelstellingen te evalueren, en pas de werking van je sociale media daaraan aan. Zie hiervoor ook Doelstellingen & Visie.
29
6.2 Pistes & de ideale sociale mediamix Noot 1: Belang van interactie In onderstaande pistes wordt telkens een luik “productie” (= zelf actief posten op sociale media) beschreven. Vanzelfsprekend bestaat het beheer en gebruik van sociale netwerken ook uit een belangrijk onderdeel luisteren naar je doelpublieken en interactiviteit stimuleren, en uit een luik monitoring, waarin de werking van de sociale netwerken wordt geëvalueerd en eventueel bijgestuurd. Maak bij het communiceren dus een doelbewuste keuze van de doelgroepen die je wil aanspreken, op basis van de relevantie van het bericht. Noot 2: Ruimte voor initiatieven In principe gebeurt de communicatie op de sociale media door de aangeduide verantwoordelijke persoon, maar het is zeker de bedoeling om de participatie van alle leerkrachten en leerlingen zoveel mogelijk te stimuleren. Zo kunnen leerkrachten, mits overleg met de verantwoordelijke, zelf een pagina oprichten voor hun klas, en kunnen leerlingen zelf initiatieven nemen om aanwezig te zijn op sociale media, bijvoorbeeld in klasverband of via de leerlingenraad. Daarbij dient wel strikt onderscheid gemaakt te worden tussen de professionele en persoonlijke communicatie, en dus tussen de professionele en privé-accounts op sociale media. Zie ook FAQ.
PISTE 1 – VOOR SCHOLEN DIE MAX. 2 UUR PER WEEK AAN SOCIALE MEDIA KUNNEN BESTEDEN DOELSTELLING? Voornamelijk de naambekendheid van je school vergroten en de interactie verhogen met leerkrachten, leerlingen en ouders. Eventueel ook netwerking met oud-leerlingen en andere geïnteresseerden in je school. Zie hiervoor Waar zitten de kansen voor scholen? MINIPAKKET INHOUD: ENKEL OVER DE SCHOOL ZELF − − − − −
Communicatie over schoolnieuws Communicatie over geplande schooluitstappen en –activiteiten (+ foto’s, filmpjes) & uitwisseling ervaringen achteraf Agenda / kalender met belangrijke data Online wedstrijden Eventueel: communicatie over maatschappelijke kwesties of thema’s waarrond op school gewerkt wordt (bijvoorbeeld: armoede, pesten, …)
UITVOERING? KEUZE 1: ENKEL EEN FACEBOOK-FANPAGINA EN LINKEDIN-PAGINA Opstart: zie Hoe starten? Wat? Informatie: beschrijving van de school, schoolnieuws, informatie over schooluitstappen/activiteiten Forum: discussievragen om meer interactie te creëren. Het prikbord kan hiernaar verwijzen. Foto’s en filmpjes Evenementen: communicatie over geplande algemene uitstappen/activiteiten 30
Kalender: een overzicht van belangrijke data (vakantiedagen, dag van de jeugdbeweging, Schrijf-ze-VRIJdag, dag van de leerkracht, …) Wanneer je een LinkedIn pagina voor je school aanmaakt is het natuurlijk ook aangeraden om je leerkrachten aan te moedigen een eigen profiel aan te maken en zich te koppelen aan de pagina van de school. Doelgroepen? Extern: ouders, oud-leerlingen,… Voor leerkrachten en leerlingen raden we aan dat je indien mogelijk interne tools zoals smartschool gebruikt. Frequentie? Probeer dagelijks te kijken of externe mensen iets gepost hebben en daar indien nodig op te reageren, en probeer enkele keren per week zelf iets online te zetten. De boodschap is om consequent en op regelmatige basis te communiceren, en niet om in één uur tijd al je berichten voor die week in één keer te posten. Werk liever vier keer per week een kwartier aan je sociale media, dan twee uur doorlopend. KEUZE 2: ENKEL EEN YOUTUBE / FLICKR-ACCOUNT Opstart: Zie Hoe starten? Wat? Filmpjes en foto’s van schooluitstappen/activiteiten Chrysostomus, carnavalbal, schoolreizen, …)
(opendeurdag,
schoolfeest,
Doelgroepen? Leerkrachten, leerlingen, ouders, oud-leerlingen,… Frequentie? Wekelijks
PISTE 2 – VOOR SCHOLEN DIE 2 TOT 5 UUR PER WEEK AAN SOCIALE MEDIA KUNNEN BESTEDEN DOELSTELLING? De naambekendheid van je school vergroten en de interactie verhogen met leerkrachten, leerlingen en ouders. Daarnaast ook netwerking met oud-leerlingen en andere geïnteresseerden in je school, en eventueel de rekrutering van nieuwe medewerkers. Zie hiervoor Waar zitten de kansen voor scholen? MAXIPAKKET INHOUD: OVER SCHOOL, HET GO! & DE MAATSCHAPPIJ − − − − − − −
Communicatie over schoolnieuws Communicatie over geplande schooluitstappen en –activiteiten (+ foto’s, filmpjes) & uitwisseling ervaringen achteraf Agenda / kalender met belangrijke data Online wedstrijden Communicatie en discussie over maatschappelijke thema’s of schoolthema’s (bijvoorbeeld: armoede, pesten, …) Communicatie en discussie over actuele topics in de media Polls: ‘Wat vind jij van….?’
UITVOERING? COMBINATIE FACEBOOK-FANPAGINA, TWITTER-ACCOUNT, LINKEDIN-PROFIEL EN FLICKR / YOUTUBE-ACCOUNT 31
FACEBOOK Wat? Prikbord: links naar leuke foto’s en filmpjes, en naar de andere sociale media kanalen Informatie: beschrijving van de school, schoolnieuws, informatie over schooluitstappen/activiteiten Forum: discussievragen om meer interactie te creëren. Het prikbord kan hiernaar verwijzen. Foto’s en filmpjes: ook links naar foto’s op de andere sociale mediakanalen Evenementen: communicatie over geplande uitstappen/activiteiten Kalender: een overzicht van belangrijke data (vakantiedagen, dag van de jeugdbeweging, Schrijf-ze-VRIJdag, dag van de leerkracht, …) TWITTER Wat? Links naar relevante posts op YouTube en/of foto’s op Flickr Links naar relevante, nieuwe posts op Facebook Nieuwsberichten, aankondiging van evenementen,… Reacties/verslag tijdens een bepaald evenement Verwijzing naar persberichten van de school Retweets van andere gebruikers LINKED-IN Wat? Links naar relevante posts op YouTube en/of foto’s op Flickr Links naar relevante, nieuwe posts op Facebook Nieuwsberichten, aankondiging van evenementen,… Verwijzing naar persberichten van de school Opinies en meningen over actuele onderwerpen FLICKR – YOUTUBE Wat? Filmpjes en foto’s van schooluitstappen/activiteiten Chrysostemos, carnavalbal, schoolreizen, …)
(opendeurdag,
schoolfeest,
Doelgroepen? Leerkrachten, leerlingen, ouders, oud-leerlingen, nieuwe potentiële medewerkers, het brede publiek, eventueel verenigingen Frequentie? Probeer dagelijks te kijken of er externe mensen iets gepost hebben en daar indien nodig op te reageren, en probeer enkele keren per week zelf iets online te zetten. De boodschap is om consequent en op regelmatige basis te communiceren, en niet om in één uur tijd al je berichten voor die week in één keer te posten.
32
6.3 Hoe promoten? Belangrijk is dat de sociale mediakanalen niet bedoeld zijn als een op zichzelf staand communicatiemiddel voor je school. Ze vormen integendeel een verlengstuk en versterking van de bestaande externe communicatie van je school, via je huidige online (o.a. website) en offline (o.a. brochures, brieven, affiches,…) kanalen. Voeg daarom in al je externe communicatie de linken en iconen toe van je sociale mediakanalen (bijv. via widgets), en verwijs omgekeerd op je sociale media ook regelmatig naar de website van je school, je folders en brochures, … Daarmee worden je contacten in een kringloop doorheen je communicatie geloodst, tot de cirkel gesloten is. Aan deze strategie hangt één belangrijke voorwaarde vast: het heeft geen zin om met sociale media te starten wanneer je website, de rest van je externe communicatie en de interne organisatie op je school nog niet op punt staan. Zorg er dus voor dat deze basis eerst goed loopt, alvorens op strategische wijze met sociale media te starten. Je sociale media werken het best van zodra iedereen vlot de weg vind naar je verschillende kanalen. Om een maximum aan zichtbaarheid voor je sociale media te verzekeren kan je tal van stappen nemen om de doorverwijzing naar je kanalen te vergroten. E-mailhandtekening: Voorzie in je e-mailhandtekening steeds de doorverwijzing naar je sociale media. Dit heeft dezelfde filosofie als het invoegen van je contactgegevens in je e-mailhandtekening: je biedt je correspondent een extra mogelijkheid om contact op te nemen, of uit nieuwsgierigheid een kijkje te gaan nemen op je kanalen. Om je e-mailhandtekening aantrekkelijk te maken, raden we je aan om te werken met een widget. Dit is een klein icoontje in de huisstijl van het sociaal medium waarnaar je verwijst. Op http://www.buttonshut.com/ vind je een overzicht van de meest courante widgets die er beschikbaar zijn. Om deze icoontjes als vast onderdeel op te nemen in je e-mails moet je de afbeeldingen toevoegen in je e-mailhandtekening. De procedure hiervoor is afhankelijk van het emailprogramma dat je gebruikt. We leggen even uit hoe je dit in Microsoft Outlook voor mekaar krijgt: 1 Kopieer de widget die je wil gebruiken 2 Open Microsoft Outlook en klik op ‘Bestand’ en vervolgens op ‘Opties’
33
3
Bij ‘Opties’ klik je op het tabblad ‘E-mail’ en vervolgens op de knop ‘Handtekeningen’
4 5 6
Maak je handtekening aan met de contactinformatie die je wil delen Plak de widgets die je wil gebruiken in de handtekening Selecteer elke widget apart en voeg de link naar het kanaal toe via de knop “Url toevoegen”
34
7 8
Nadat je alle widgets hebt bewerkt klik je op ‘OK’ om je handtekening op te slaan Je bent nu klaar om je e-mailhandtekening te gebruiken.
Website: Voorzie net zoals in je e-mailhandtekening widgets met directe links naar je sociale media vanaf de website van je school. Zorg ervoor dat je widgets al op de homepage duidelijk in het zicht staan. Als voorbeeld kan je altijd een kijkje nemen op www.g-o.be. Het invoegen van deze widgets is geen ingrijpende taak, maar neem veiligheidshalve toch contact op met de webmaster om deze links in te voegen.
Gedrukte communicatie: In je gedrukte communicatie kan je ook doorverwijzen naar je verschillende sociale media. Om het visueel aantrekkelijk te houden, raden we ook hier aan om de widgets te gebruiken. Dit maakt het zeer herkenbaar voor iedereen die je school wil volgen. Vervolgens kan je een directe link vermelden. TIP: Op Facebook kan je een directe link aanmaken naar je Facebook pagina. Dit kan je viahttp://www.facebook.com/username/ instellen. Zo’n directe link is vaak gemakkelijker en overzichtelijker om te vermelden.
35
6.4 Hoe beheren? Toepassingen zoals Hootsuite of Seesmic laten toe om je verschillende sociale netwerken aan elkaar te koppelen en centraal te beheren. Dit bespaart heel wat tijd: je kan bijvoorbeeld tegelijk iets posten op Facebook, Twitter en LinkedIn, of het posten van op verschillende Twitter-accounts (bijv. die van jou en van je collega). Via ‘Add Stream’ kan je je verschillende sociale mediakanalen toevoegen aan Hootsuite. Let wel: je hoeft niet verplicht een bericht meteen op al je sociale mediakanalen te posten. Sommige van je Twitter-berichten zijn misschien minder relevant voor Facebook? Vink zelf naar keuze aan op welke kanalen je een bericht wil posten. Zie hiervoor: www.hootsuite.com, www.seesmic.com, http://www.tweetdeck.com/ Bekijk via deze link de Hootsuite Video Tour, die de volledige werking van Hootsuite uitlegt: http://www.youtube.com/watch?v=NXpYVTnyCjU&feature=player_embedded#at=13
Gebruik je Hootsuite om je berichten op Twitter te posten, dan zit daarin automatisch de urlinkorter ow.ly geïntegreerd. Voeg gewoon je url toe in het ow.ly kadertje, dat verschijnt van zodra je een bericht typt in het berichtenkader, klik op ‘Shrink’, en je ingekorte url wordt automatisch toegevoegd aan je bericht.
36
6.5 Rekruteren via sociale media Sociale media zijn niet alleen het perfecte kanaal om te communiceren met je doelgroepen en een hechte, online gemeenschap te creëren. Ze vormen ook een handig online kanaal om nieuwe medewerkers en leerkrachten te rekruteren. Neem bijvoorbeeld het professionele sociaal medium LinkedIn, waarop ruim 45.000 Belgen een profiel hebben – en waarop je dus hun volwaardig cv kan bekijken. Maar ook pagina’s op Facebook zijn een goede manier om nieuwe potentiële medewerkers te tonen hoe fijn het is om op jouw school te werken. Rekruteren via LinkedIn 1
2
3
Via de ‘Status Updates’ kan je je volledige netwerk laten weten dat je op zoek bent naar een nieuwe leerkracht Nederlands, een nieuwe leerlingenbegeleider, etc. Misschien kent iemand in jouw netwerk wel de perfecte aanvulling van je schoolteam? Via de zoekfunctie ‘Search People’ kan je profielen selecteren die aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo kan je zoeken op de zoekterm ‘Leerkracht’, om een overzicht te krijgen van alle leerkrachten die zich in jouw netwerk en in het netwerk van jouw contacten bevinden. Via de Inmail kan je hen zelf contacteren. Op LinkedIn kan je ook zelf vacatures plaatsen, die LinkedIn zelf zal promoten bij mensen die aansluiten bij het profiel dat je zoekt. Op die manier ligt de kwaliteit van de sollicitanten die reageren op je vacature een pak hoger dan via traditionele jobsites. Het kan ook handig zijn om je vraag naar een nieuwe medewerker te posten in welbepaalde groepen, waarin zich misschien de juiste profielen bevinden voor de job. Per groep is er een aparte sectie ‘Jobs’ voorzien, waar je vacatures kan posten. Let wel: deze diensten zijn niet gratis.
Rekruteren via Facebook Facebook zal vooral nuttig zijn om potentiële nieuwe medewerkers te tonen welke uitstraling en persoonlijkheid jouw school heeft. Laat bijvoorbeeld enthousiaste leerkrachten op Facebook getuigen over hun werk: hoe het er op je school aan toe gaat, hoe hecht de band is in de leraarskamer,… Op Facebook kan je ook ludieke foto’s posten van schooluitstappen en –activiteiten. Je kan zelfs rechtstreeks in gesprek gaan op Facebook met geïnteresseerde mensen om op je school te komen werken. Rekruteren via andere sociale media Een goede tip is om op al je sociale mediakanalen te linken naar de openstaande vacatures op je school. Zo zullen je online contacten op hun beurt je vacature gemakkelijk kunnen delen met hun netwerk. Plaats ook een link naar de jobsite van je school op je sociale netwerken, zodat geïnteresseerden daar gemakkelijk naartoe geleid worden. Zie www.go-jobs.be
37
6.6 Startgids Facebook Facebook-groepen en Facebook-pagina’s zien er op het eerste gezicht gelijkaardig uit, maar pagina’s hebben in principe meer mogelijkheden dan groepen. Pagina’s laten toe om gericht te communiceren met je ‘fans’, om discussies en conversaties te stimuleren (onder meer om de behoeftes en reacties van je ‘fans’ te peilen) en om die interactiviteit eveneens op te volgen. Pagina’s zijn met andere woorden het perfecte forum om een community rond je school te creëren. Voordelen van een Facebook-pagina tegenover een Facebook-groep: Iedereen kan fan worden van een fanpagina. − Een pagina kan gevonden worden via Google; − Een nieuwe post op de wall van een pagina verschijnt automatisch in de updates van de fans; − Voor een pagina kan je een vanity url aanmaken met een zelf gekozen naam erin (bijvoorbeeld: www.facebook.com/gonascholing); − Een pagina laat toe om uitgebreid statistieken te monitoren over de interactiviteit en het profiel van je fans. Eventuele nadelen van een Facebook-pagina tegenover een Facebook-groep: − Bij een pagina kan je geen fans toevoegen op basis van een e-mailadres; − Bij een pagina kan je fans geen bericht sturen in hun e-mail inbox; − Op een pagina kan je geen fans weigeren.
Hoe start ik een Facebook-pagina? 1 2 3 4
Om een pagina op Facebook aan te maken, moet je eerst een professionele Facebook-account hebben. Dit kan op www.facebook.com. Ga naar www.facebook.com en log in met je gebruikersnaam en paswoord. Ga naar www.facebook.com/pages/create.php. Je komt dan terecht op de volgende pagina:
38
5 6 7 8
9
Kies de categorie Local > Education. Kies voor “Name of Page” voor een naam die je school duidelijk identificeert. Zie hiervoor ook ‘Huisstijlrichtlijnen’. Klik op de “Create Page” knop. Vul de basisinformatie over je school in: adres, korte beschrijving, contactgegevens. Klik op “Save Changes”
Laad onder “Profile Picture” eveneens het logo van je school of van GO! op. Om het juiste logo te bekomen (max. 4 MB, bij voorkeur in jpg), kan je contact opnemen met de communicatiedienst van het GO!.
39
10
Ga naar ‘Manage permissions’.
11
Stel in wat je fans op je pagina kunnen doen: zelf content posten, foto’s en/of video’s toevoegen. Houd steeds in het achterhoofd dat je sociale netwerken dienen om interactiviteit met je doelgroepen te stimuleren. Met andere woorden: het is aangeraden om zoveel mogelijk informatie en functionaliteiten open te stellen voor je gebruikers.
12
Je bent nu klaar om informatie toe te voegen op je pagina. Enkele richtlijnen: − Val je fans niet lastig met te veel updates. − Geef aan wanneer je site geüpdatet is met nieuwe foto’s, een nieuw evenement, … − Voeg links toe naar je andere sociale netwerken en de website van je school. − Monitor en beantwoord de commentaren op je Facebook-wall dagelijks, om interactiviteit te stimuleren. Verwijder vulgaire of te negatieve commentaren, maar sta wel open voor kritische commentaren. − Zet een link naar je Facebook-pagina in je e-mail handtekening. − Probeer regelmatig op je andere profielen een link naar Facebook te posten.
40
Hoe start ik een Facebook-groep? 1 2
Ga naar www.facebook.com en log in met je gebruikersnaam en paswoord. Klik op je Facebook-profiel links op de tab “Create a group”.
3
Denk goed na over welke “Group name” je kiest. Zie hiervoor ook de ‘Huisstijlrichtlijnen’. Je kan zelf je Facebook-vrienden uitnodigen om lid te worden van je groep door het vak “Members” in te vullen. Je vrienden krijgen dan een uitnodiging die ze kunnen bevestigen. Vul de nodige gegevens in over je groep, en laad eveneens het logo van je school of van het GO! op. Om het juiste logo te bekomen (max. 4 MB, bij voorkeur in jpg), kan je contact opnemen met de communicatiedienst van GO!. Je bent nu klaar om berichten te posten. Enkel de leden van je groep zullen deze posts te zien krijgen. Indien gewenst kan je de ‘Privacy Settings’ van je groep veranderen, via de knop ‘Edit Group’ rechts bovenaan. Je kunt kiezen tussen een: − Open groep: iedereen op Facebook kan je groep zien en lid worden. − Gesloten groep: iedereen op Facebook kan je groep en de leden zien, maar enkel de leden kunnen de inhoud van de groep bekijken. − Geheime groep: deze groepen kunnen niet gevonden worden via de zoekfunctie, en niet-leden kunnen geen enkele informatie over de groep zien.
4
5
6 7
Noot: Facebook verkleint automatisch je afbeeldingen van zodra je die oplaadt. Houd hier rekening mee wanneer je bijvoorbeeld een afbeelding van je folder of brochure post: de tekst zal waarschijnlijk niet leesbaar zijn. Link op Facebook dan liever naar een grotere afbeelding of pdf-bestand die op je website staan.
Twitter Twitter werkt met posts van maximum 140 karakters: een goede manier om regelmatig up to date informatie en feedback van je doelgroepen te sturen of te krijgen. 1
Ga naar www.twitter.com en klik op “Sign up now”
41
2
Kies bij “Name” de naam van je school − Met je “Username” ben je zichtbaar voor andere twitteraars. Kies dus een gebruikersnaam die je relatie met je school en de GO! gemeenschap in één oogopslag afbakent (bijv. GO_basisschool Zaventem). Een ‘!’ voor GO! kan niet gebruikt worden in je gebruikersnaam op Twitter. − Kies voor “Email” een adres dat door alle actieve gebruikers van je Twitterprofiel geraadpleegd kan worden.
3
Klik op “Settings” en vul alle gevraagde informatie in.
4 5
Gebruik als “Picture” het logo van je school. Bouw een lijst met mensen/organisaties op die je wil volgen. Dit kunnen zijn: andere scholen (uit de GO! gemeenschap), media,…. Start met tweeten! Onthoud dat Twitter een conversatie is, geen megafoon. Gebruik je Twitter-profiel om eigen informatie te delen, maar ook om berichten van andere netwerken te verspreiden (bijvoorbeeld een post op je Facebook-pagina), en om te reageren op andere gebruikers.
6
42
7
8 9
10
Aangezien Twitter-berichten beperkt zijn tot maximum 140 karakters, is Twitter vooral het aangewezen kanaal om links op te posten naar de nieuwste berichten op je andere sociale media kanalen, voor korte aankondigingen van je evenementen en activiteiten op korte termijn, voor korte opinies en meningen over actuele onderwerpen,… Er bestaan verschillende applicaties om je gebruik van Twitter te vergemakkelijken: TweetDeck, Tweetie, HootSuite, … Enkele standaardacties op Twitter waarmee je vertrouwd moet zijn: − Reply: antwoord op de tweet van iemand anders. − Retweet: deel de tweet van iemand anders met jouw followers. Dit is de perfecte manier om een conversatie te starten op Twitter. Klik op het desbetreffende icoontje of voeg RT toe voor het @-teken en de gebruikersnaam van de andere persoon. − URL-inkorter: dit zijn webapplicaties om de URL’s in je tweets af te korten, omdat je berichten maximum 140 karakters mogen tellen op Twitter. Dit kan bijvoorbeeld via: http://ow.ly/url/shorten-url, http://bit.ly/ … − Met een hashtag (#) kan je kernwoorden toevoegen aan je tweet. Gebruikers kunnen op hashtags zoeken om tweets over dat onderwerp te lezen. Als je bijvoorbeeld een tweet post over het nieuwe schooljaar kan je bijvoorbeeld #terugnaarschool gebruiken. Een goed Twitter-bericht bestaat uit volgende elementen: − Korte en bondige boodschap: beperk je tot één slagzin die de essentie van je nieuws samenvat. − Neem de gebruikersnaam van andere Twitter-gebruikers mee in het bericht wanneer je naar hen wil verwijzen of hun aandacht wil trekken. − Verwijs naar bijkomende informatie (nieuwsbericht, persbericht, uitnodiging…) via een (verkorte) hyperlink. − Gebruik een hashtag (#) om kernwoorden aan te stippen in je bericht. − Voorbeeld:
LinkedIn LinkedIn is voornamelijk een professioneel kanaal, dat bijvoorbeeld gebruikt kan worden door de schooldirecteur. Als leerkracht is het ook aangeraden om zelf een LinkedIn-profiel op te zetten, en dit te linken aan de bedrijfspagina op LinkedIn van je school. Zo wordt er rond je school een volledige gemeenschap gecreëerd op LinkedIn. Hoe maak ik een profiel op LinkedIn? 1 2 3
Surf naar http://www.linkedin.com/ en klik op ‘Join Today’. Registreer je bij voorkeur met je professioneel e-mailadres. Log in met je e-mailadres en paswoord. Ga naar ‘Profile’ > ‘Edit profile’ en vul daar je profiel / CV zo volledig mogelijk in: huidige job, vroegere werkervaring, studies, interesses, enzovoort. Laad ook een foto op om je profiel een ‘gezicht’ te geven, en persoonlijker te maken.
43
4
Vul eveneens de GO!-website of je schoolwebsite in bij ‘Additional information’ op je profiel.
44
5
6
Je profiel is aangemaakt: je bent klaar om berichten te posten op LinkedIn. Via het tekstkader ‘Share an update’ kan je informatie delen met je netwerk. Je kan er ook een link aan toevoegen, bijvoorbeeld naar nieuwe informatie op de website van je school of op je andere sociale mediakanalen. Nieuwe contacten voor je netwerk, maar ook bedrijven, groepen en vacatures, kan je zoeken via de zoekknop rechts bovenaan.
Aanbevelingen voor een professioneel LinkedIn-profiel: noodzakelijke stappen −
Zorg ervoor dat je status updates zichtbaar zijn voor je volledige netwerk. Ga naar ‘Settings’, ‘Privacy Settings’, ‘Profile and Status Updates’. Kies ‘yes’ op de volgende vragen: "Publish profile updates, recommendations and companies you follow?" "Notify your connections of status updates?".
Via de tab ‘Companies’ kan je het GO!-onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap volgen.
Je kan je LinkedIn-profiel rechtstreeks aan de blog feed van het GO! linken (via RSS), en de andere sociale media van het GO! of van je school (Twitter, Slideshare, …). Koppel je bijvoorbeeld je LinkedIn-profiel aan de Twitter-account van het GO!, dan zal LinkedIn elke keer dat het GO! een tweet uitstuurt, ook je status automatisch updaten. Dit kan via ‘Edit Profile’ (voor Twitter) en via ‘Settings’/‘Applications’ (voor Slideshare).
45
Aanbevelingen voor een professioneel LinkedIn-profiel: extra stappen Je kan regelmatig ‘Status Updates’ posten om je contacten op de hoogte te houden van de activiteiten en het nieuws van het GO!: o.a. nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs / onderwijsbeleid, nieuws uit de GO!-gemeenschap, activiteiten en events georganiseerd door het GO! of GO!-scholen, nieuwe inzichten of opinies over publieke onderwijsdebatten (bijv. de maximumfactuur), … LinkedIn status updates zijn te kort om lange berichten te posten: meestal zal je dus linken naar het nieuws op de GO!-website of op het GO!videokanaal. Geef ook in een korte opinie of duiding mee waarom je naar dit nieuws linkt. Schrijf je in op zoveel mogelijk relevante groepen (“My groups”) (thema’s: onderwijs, onderwijsbeleid, onderwijsprofessionals). Je kan groepen passief gebruiken om op de hoogte te blijven van trends en debatten die leven, maar ook actief door er zelf nieuws of discussies in te lanceren. Zo kan je een zeer specifieke doelgroep aanspreken met nieuws waarin zij geïnteresseerd zijn, en meteen GO! profileren als gemeenschap die op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen in onderwijs(beleid). Bestaan er geen specifieke groepen rond een specifiek onderwijsthema, overweeg dan om er zelf een op te richten.
46
Gebruik ook de sectie ‘Answers’ of ‘Q&A’ op LinkedIn. Je kan hier zelf vragen stellen over een bepaald probleem of thema. Of je kan antwoorden op onderwijsvragen die anderen op LinkedIn stellen. Wanneer je antwoorden geapprecieerd worden, zullen de andere LinkedIn gebruikers je ‘expert points’ toekennen. Hoe meer ‘expert points’, hoe hoger je in de zoekresultaten van LinkedIn terecht komt.
47
Je kan je linken aan de ‘events’ die GO! aanmaakt in LinkedIn zodat je contacten ook zien welke evenementen er gepland zijn.
YouTube Hoe maak ik een YouTube account? YouTube is het online medium om video’s te posten. Dit kan via een zelf aangemaakt kanaal voor je school. Enkele voorbeelden: www.youtube.com/GOatheneumdendermonde www.youtube.com/GObasisschooldevlinder www.youtube.com/leerlingenraadGOatheneumdendermonde 1 2
3 4
Surf naar YouTube en klik op “Registreren”. Vul je gegevens in (hiervoor moet je een Google-account aanmaken. Heeft de school al een gmail-adres, dan kan dit hiervoor gebruikt worden). Bevestig je e-mailadres in je mailbox. Een ‘!’ toevoegen in je gebruikersnaam kan niet op YouTube: kies daarom best voor de naam van je school. Let op: de accountnaam die je opgeeft wordt ook meteen de extensie van je url (bijv.: www.youtube.com/iedereenvip ). Ga naar “Mijn video’s”. Klik op “Nieuwe video” en selecteer een bestand. Klik op “Video uploaden”.
Voorwaarden voor je video: niet groter dan 2 GB en niet langer dan 15 minuten. YouTube accepteert de volgende bestanden: .avi, .3GP, .AVI, .MOV, .MP4, .MPEG, .FVL, .MKV. Meer informatie via http://www.google.com/support/youtube/bin/answer.py?answer=55744. 5
6 7
Vul de beschrijving en titel in. Probeer in je titel zo duidelijk mogelijk te maken waarover je film gaat. Probeer je daarbij in de plaats van iemand te stellen die buiten de school staat, en dus niets weet van wat er allemaal reilt en zeilt bij jullie. Vul ook de zoekwoorden in: hierop zullen bezoekers op jouw video uitkomen. Andere functies van YouTube zijn: een blog publiceren, je statistieken bekijken, je instellingen wijzigen, andere video’s beoordelen, ... 48
8 9
Wanneer je een aantal video’s hebt verzameld, kan je afspeellijsten opstellen. Schrijf bij elke afspeellijst een begeleidend tekstje. Als je wil dat je video’s in het algemene GO! TV kanaal (www.youtube.com/iedereenvip) worden opgenomen, neem dan contact op met
[email protected]
Flickr Flickr is het perfecte online medium om foto’s (bijvoorbeeld: na een schoolevenement, schoolreis, schooltoneel, opendeurdag, …) te posten, en te delen met andere online gebruikers. 1
Om een Flickr-account te kunnen aanmaken, heb je eerst een Yahoo-account nodig. Maak dit dus eerst aan als je dat nog niet hebt. Heeft je school al een Yahoo-account, dan kan je dit hiervoor gebruiken.
49
2
Na het registreren en inloggen via je nieuwe account, zal je terecht komen op de volgende pagina:
3
Personaliseer je account via ‘You’ > ‘Your account’, en voeg de nodige informatie toe over je bedrijf en laad een foto op:
50
4
Je kunt ook een eigen Flickr url kiezen om gemakkelijk te delen met je online contacten.
51
5
6 7
Je bent klaar om foto’s op te laden. Ga naar ‘You’ > ‘Upload photos and Videos’. Kies voor stap 2: ‘Upload your first photos’. Klik op ‘Choose photos and videos’ en kies de foto’s die je wil opladen in de bestanden op je computer. Van zodra je foto’s zijn opgeladen, kan je er een beschrijving aan toevoegen via ‘Add a description’. Om je foto’s netjes te ordenen, kan je ze onderverdelen in verschillende mappen, bijvoorbeeld per evenement of schoolreis. Dit kan via ‘Organize and Create’ > ‘Your Sets’. Daar krijg je een overzicht van al je mappen. Klik bovenaan op ‘Create a new set’ om een nieuwe map aan te maken, en selecteer de foto’s die je daarin wil ordenen.
52
7 FAQ Q1: Mag ik als leerkracht een eigen pagina op Facebook oprichten voor mijn klas? A1: Dat kan, mits overleg met de aangeduide verantwoordelijke voor sociale media op school, en mits de acties die op de sociale media uitgevoerd zullen worden vooraf worden besproken. De leerkracht maakt een professioneel profiel aan waarmee hij of zij de fanpagina beheert. Professionele en privé-accounts moeten strikt gescheiden blijven.De leerkracht dient ook rekening te houden met de afspraken inzake de benaming van pagina’s (zie ‘Huisstijlrichtlijnen’). Q2: Mogen leerlingen een eigen pagina op Facebook oprichten voor hun school/klas? A2: De aangeduide contactpersoon voor sociale media op school blijft verantwoordelijk voor elk sociaal netwerk dat voor de school wordt opgericht. Het is dus afgeraden dat individuele leerlingen pagina’s oprichten in naam van de school. Participatie van de leerlingen kan evenwel gestimuleerd worden, bijvoorbeeld op initiatief van de leerlingenraad. De voorzitter van de leerlingenraad kan hiervoor nauw samenwerken met de verantwoordelijke voor sociale media op school. Let er wel op dat de overdracht gewaarborgd is (bijvoorbeeld als de leerling niet langer verbonden is aan de school: kan de door de leerling opgerichte Facebook-pagina gemakkelijk overgedragen worden aan een andere leerling?). Q3: Wat zijn sociale media? A3: Zie Sociale media: wat is het? Q4: Hoe begin ik met sociale media op school? A4: Zie Hoe starten? Q5: Hoe maak ik een pagina aan op Facebook? A5: Zie Hoe starten? Q6: Hoe maak ik een account op Twitter aan? A6: Zie Hoe starten? Q7: Maak ik best een pagina of een groep aan op Facebook? A7: Zie Hoe starten? Q8: Hoe kan ik cyberpesten voorkomen? A8: Zie Crisiscommunicatie Q9: Hoe moet ik reageren wanneer iemand een negatief of kritisch bericht op mijn sociale netwerken post? A9: Zie Crisiscommunicatie Q10: Hoe kan ik een bericht/video laten verwijderen van Facebook, Twitter of YouTube? A10: Zie Crisiscommunicatie Q11: Waar kan ik terecht met vragen over sociale media op school? A11: Voor al je vragen in verband met de opstart, richtlijnen en het gebruik van sociale media op school, kan je contact opnemen met: Lieve De Cuyper, verantwoordelijke sociale media GO!, tel. 02 790 92 97
[email protected] of
[email protected] 53
8 Gevaren van sociale media: tips en illustraties Ongewenste content op je pagina Vermijd ongewenste content op je pagina, bv. applicaties van spelletjes en bescherm je pagina via de instellingen tegen ongewenste informatie. Kies je er bewust voor om mensen vrij berichten te laten posten zorg dan dat je dagelijks de content op je pagina controleert. Voorbeelden van ongewenste content op de pagina of het profiel:
54
Goed praktijkvoorbeeld van gecontroleerde content:
55
Valse profielen Behoed je voor valse profielen! De Morgen 21/9/2011 Zeven maanden met uitstel voor vals Facebook-profiel De Gentse correctionele rechtbank heeft een vrouw uit Kortemark die een vals Facebookprofiel aanmaakte van haar ex-baas om hem van overspel te beschuldigen, veroordeeld tot zeven maanden celstraf met uitstel en een geldboete van 550 euro. Haar man stond ook terecht maar werd vrijgesproken. lees het volledige artikel De Morgen 21/9/2011 Vrouw aangehouden na aanmaak vals Facebook-profiel van advocaat De onderzoeksrechter in Dendermonde heeft een 40-jarige vrouw uit Erembodegem aangehouden omdat ze een vals Facebook-profiel aanmaakte op naam van een advocaat uit Aalst. De vrouw probeerde anoniem te blijven door vanuit een internetcafé te werken, maar werd opgespoord door de Computer Crime Unit van de federale gerechtelijke politie. lees het volledige artikel
Het gevaar van miljoenen gebruikers van sociale media Hou er rekening mee dat nieuws, dus ook foutief nieuws of nieuws die je organisatie kan schaden, razendsnel wordt verspreid via sociale media. De Morgen 11/9/2011 Het gevaar van 100 miljoen actieve Twitter-gebruikers Sociaalnetwerksite Twitter heeft afgelopen weekend de kaap van de 100 miljoen actieve gebruikers gerond. Veertig procent plaatst echter nooit een 'tweet' online, maar leest wel uitvoerig de berichten van andere personen. De sociaalnetwerksite wordt dan ook vaak gebruikt om nieuws snel te verspreiden en vormt dan ook een belangrijke markt voor internetkranten, die volop 'breaking news' op Twitter posten. Dit weekend werd echter duidelijk dat er ook een gevaar schuilt in deze combinatie, blijkt uit een bericht van de onafhankelijke nieuwssite TG Daily. lees het volledige artikel
Nuttige links www.saferinternet.be www.clicksafe.be
56