Beschrijvende nota aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor de uitvoering van de Wegenwerken deel 3 C van het ruilverkavelingsproject S INT -L IE V E NS -H OUT E M
1.
Inleiding
De werken voorzien in de voorliggende aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning geven uitvoering aan maatregelen voorzien op het landschapsplan – structuurplan van de ruilverkaveling Sint-Lievens-Houtem en worden uitgevoerd door het ruilverkavelingscomité. Zij worden gefinancierd door het Vlaamse Gewest, de gemeente Sint-Lievens-Houtem, de gemeente Oosterzele en de gemeente Erpe-Mere. Ruilverkaveling herschikt landbouwpercelen binnen een vooraf afgebakend gebied. Hiermee wordt gestreefd naar aaneengesloten, regelmatige en gemakkelijk toegankelijke kavels die zo dicht mogelijk bij het landbouwbedrijf liggen. Ruilverkaveling bevordert zo de rendabele en duurzame landbouwuitbating. De wetgever creëerde het instrument ruilverkaveling in de naoorlogse periode voor de ontwikkeling van de landbouwsector voor de verbetering van de externe landbouwstructuren. De doelstellingen zijn sindsdien veel ruimer geworden. Ruilverkaveling geeft uitvoering aan het ruimtelijke ordenings-, het milieu- en natuurbeleid en het plattelandsbeleid. Er wordt gezocht naar mogelijkheden om bij te dragen aan natuur- en landschapszorg, waterbeleid, zorg voor cultuurhistorisch en archeologisch erfgoed, recreatief medegebruik,... in evenwicht met de landbouwkundige verbeteringen. Het structuurplan van de ruilverkaveling Sint-Lievens-Houtem geeft een overzicht van de geplande maatregelen die uitvoering geven aan vermelde doelstellingen.
2.
Situering
De ruilverkaveling Sint-Lievens-Houtem is gelegen in het zuiden van de provincie OostVlaanderen, langs de N42 van Wetteren naar Geraardsbergen en ten Zuiden van de spoorlijn tussen Gent en Brussel. Zij strekt zich uit over delen van de gemeenten SintLievens-Houtem, Oosterzele, Erpe-Mere en Lede en beslaat een oppervlakte van 1.700 ha.
3.
Verloop van het ruilverkavelingsproject Sint-Lievens-Houtem
Bij besluit van de minister bevoegd voor de ruilverkaveling werd op 30 september 1996 het onderzoek naar het nut van de ruilverkaveling ingesteld. Een voorlopige afbakening en een ontwerp ruilverkavelingsplan werden opgemaakt. Op 21 januari 2002 werd het milieueffectrapport (MER) op het ontwerp ruilverkavelingsplan conform verklaard. Het openbaar onderzoek over de ruilverkaveling Sint-Lievens-Houtem met neerlegging van het kavelplan, de lijsten met gegevens over de oppervlakte, de eigenaars en gebruikers van de kavels, het ontwerp ruilverkavelingsplan, het MER en de kostenraming, vond plaats in september 2002.
1
De ruilverkaveling Sint-Lievens-Houtem overlapt over ongeveer 10,35 ha met het Habitatrichtlijngebied BE230007 (bossen van de Vlaamse Ardennen en andere ZuidVlaamse bossen). In overeenstemming met art. 71 van de ruilverkavelingswet van 22 juli 1970 zijn op het ruilverkavelingsplan de activiteiten aangeduid die nodig zijn voor het realiseren van de maatregelen, bedoeld in artikel 36 ter; § 1 en 2 van het natuurdecreet. In uitvoering van artikel 6 van de Habitatrichtlijn, en van artikel 36 ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (natuurdecreet), werd een informatiedocument opgesteld over de betekenisvolle effecten van de in het ruilverkavelingsplan opgenomen activiteiten en maatregelen voor het genoemde Habitatrichtlijngebied. De toenmalige afdeling Natuur van de toenmalige administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (nu het Agentschap voor Natuur en Bos) heeft de inlichtingenfiche op 1 oktober 2003 goedgekeurd als passende beoordeling zoals bedoeld in de Habitatrichtlijn. De ruilverkaveling Sint-Lievens-Houtem werd nuttig verklaard en het ruilverkavelingsplan en het monitoringsprogramma voor natuur werden goedgekeurd bij ministerieel besluit van 14 juli 2004. Het ruilverkavelingscomité Sint-Lievens-Houtem werd opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 maart 2007. De commissie van advies werd opgericht bij ministerieel besluit van 26 juli 2007. Bij beslissingen van het ruilverkavelingscomité Sint-Lievens-Houtem van 16 juni 2008, 20 oktober 2008 en 23 juni 2009 werd het ruilverkavelingsplan geactualiseerd en werd het landschapsplan – structuurplan van het ruilverkavelingsproject Sint-Lievens-Houtem goedgekeurd. In overeenstemming met Artikel 8 §5, 2° van het decreet Integraal Waterbeleid is een watertoets voorbereid. De nota “Watertoets voor het landschapsplan – structuurplan van de ruilverkaveling Sint-Lievens-Houtem” geeft een overzicht van de maatregelen, terreinacties, hun effecten, de watertoetskaarten en de geplande milderende maatregelen op het watersysteem. De nota concludeert dat “het landschapsplan -structuurplan Sint-LievensHoutem verenigbaar is met de doelstellingen van artikel 5 en de beginselen van artikel 6 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. Alle effecten op het watersysteem en de milderende maatregelen, op basis waarvan de watertoets uitgevoerd werd, zijn beschreven in deze nota”. Het ruilverkavelingscomité heeft op 23 juni 2009 de verenigbaarheid bevestigd van het landschapsplan – structuurplan met de doelstellingen van artikel 5 en de beginselen van artikel 6 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid; het bevestigt dat alle effecten op het watersysteem en de milderende maatregelen, op basis waarvan de watertoets uitgevoerd werd, beschreven zijn in de nota Watertoets voor het landschapsplan structuurplan van de ruilverkaveling Sint-Lievens-Houtem. In het kader van de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor de uitvoering van werken stelde de VLM in juli 2010 een actualiteitstoets op voor het conform verklaarde MER. De dienst MER bevestigde op 2 augustus 2010 dat deze actualiteitstoets / MER / passende beoordeling / watertoets volstaan wat de milieueffectrapportage betreft voor de
2
aanvragen stedenbouwkundige vergunning ter uitvoering van het landschapsplan / structuurplan.
4.
Ruilverkavelingsproject Sint-Lievens-Houtem
4.1.
Gebiedsinrichting
Het landschapsplan – structuurplan omvat een ruimtelijke visie en concrete maatregelen die in verschillende onderdelen worden uitgewerkt. In de zone voor herverkaveling en kavelinrichting ligt de nadruk op de verbetering van de algemene landbouwstructuur: perceelsvergroting en verbetering van de perceelsvorm. Erosiebestrijding gebeurt door een reeks van maatregelen. Sommige zijn gekoppeld aan landschappelijke of ecologische inrichting en/of weginrichting. Knelpunten met wateroverlast worden opgelost door een grote verscheidenheid van maatregelen. Verspreid in het landbouwgebied komen een aantal zones met houtkanten, bosjes, poelen en soortenrijke graslanden. De valleien worden beschermd en versterkt. Aanplantingen van (knot)bomen, houtkanen en bomenrijen zijn voorzien. Voor de bereikbaarheid van de landbouwpercelen wordt maximaal gebruik gemaakt van het bestaande wegennet. De inrichting van de meeste wegen wordt afgestemd op het landbouwverkeer. De verharding is afhankelijk van verschillende factoren zoals de bestaande verharding, het landschapstype, de gebruiksfrequentie en het grondgebruik. Vanuit verschillende dorpskernen worden er wandel- en ruitercircuits aangelegd. Voor fietsers worden veilige verbindingswegen aangelegd. De werken worden in delen opgesplitst om per soort werk telkens gespecialiseerde aannemers in te zetten, maar ook omdat het budget niet in één keer maar over verschillende jaren wordt vrijgegeven.
4.2.
Voorliggende maatregelen
De aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning geeft uitvoering aan maatregelen met betrekking tot ontsluiting, recreatie, erosiebestrijding, cultuurhistorie en natuur- en landschapszorg. Het betreft (multifunctionele) steenslagwegen, steenslag insteekwegen, enkele recreatieve paden, aanpalende erosiestroken (grasstroken), grachten en (aanpalende) beplantingen, rooien van bomen en de heropbouw van de kapel Sint-Renildis. De plantensoorten werden gekozen op basis van de situatie ter plaatse zoals bodem, ligging en aanbevolen soorten. De beplanting wordt uitgevoerd met autochtoon plantmateriaal of met planten van aanbevolen herkomsten. De knotbomenrijen worden met pootgoed uit het project aangeplant. De wegen liggen op het grondgebied van de gemeente Oosterzele (O), Sint-Lievens-Houtem en Erpe-Mere (EM). Omdat de meeste wegen geen naam hebben wordt in dit dossier een eigen nummering gegeven. De aansluitvleugels van de steenslagwegen op bestaande kruisende verharde wegen wordt meestal uitgevoerd in kasseien om het verkeer af te remmen en te vermijden dat de steenslag op de kruispunten terecht komt. Kapel 3
Heropbouw kapel St.-Renildis, Oordegemstraat Nieuwe ontsluitingsweg in steenslagverharding (type 1 A) Algemeen: weg (3 m) aanleggen in steenslag, aanleg bermen. Akkerpalen, gracht of weideafsluiting duiden het nieuwe openbaar domein aan. Weg 1.5 (deel) (O) Weg 1.6 (deel) (O) Weg 4.3 (deel): aanplant eiken Weg 5.3 (deel) Weg 5.5 (deel) Weg 6.6 Weg 7.4 (deel) Weg 7.6 (deel) Weg 8.4 (deel) Weg 9.5 (deel) Weg 9.8 (deel) Weg 9.10 (deel) Weg 11.3 Weg 11.5 (deel) Weg 12.1 (deel) Weg 13.2 (deel) Weg 13.3 (deel) Weg 13.8 (deel) Weg 14.1 Weg 14.4 Weg 15.7 (deel): aanplant houtkant in dossier natuur- en landschapszorg Weg 16.1 (deel) Weg 16.2 (deel) Weg 17.10 (deel) (EM) Weg 17.11 (deel) (deel EM) Weg 17.14 Heraanleg ontsluitingsweg in steenslagverharding (type dwarsprofiel 1 B) Algemeen: bestaande steenslagweg verbreden (naar 3 m) en kwaliteit verbeteren door herladen met steenslag, aanleg bermen. Akkerpalen, een gracht of de weideafsluiting duiden het nieuwe openbaar domein aan.
Weg 1.6 (deel) (O) Weg 6.5 Herladen bestaande steenslagverharding: (type dwarsprofiel 2 B = type dwarsprofiel 2 A)
4
Algemeen: bestaande steenslagweg verbeteren (naar 3 m), fundering verbeteren en herladen met steenslag, aanleg bermen. Akkerpalen, gracht of weideafsluiting duiden het nieuwe openbaar domein aan. Weg 2.7 (O) Weg 3.10 (deel), aanplanting eiken in dossier natuur- en landschapszorg Weg 4.3 (deel), aanplant eiken Weg 5.3 (deel), nieuwe gracht Weg 5.5 (deel) Weg 7.4 (deel) Weg 8.3 (deel), nieuwe kokerduiker over Bijlokebeek Weg 9.5 (deel) Weg 9.8 (deel) Weg 9.10 (deel) Weg 13.2 (deel) Weg 13.3 (deel) Weg 14.5 (deel) Weg 15.7 (deel): aanplant houtkant in dossier natuur- en landschapszorg Weg 16.1 (deel) Weg 16.2 (deel) Weg 17.5 Weg 17.10 (deel) (EM)
Verharding in KWS (type dwarsprofiel 3) Algemeen: Aanleg weg (3 m) in KWS met bermen. Akkerpalen, gracht of weideafsluiting duiden het nieuwe openbaar domein aan. Weg 1.5 (deel) (O) Weg 11.5 (deel) Fietspad en ontsluitingsweg in asfalt (type dwarsprofiel 3.1) Algemeen: aanleg asfaltweg met begrinding (breedte 3 of 2,5 m) en bermen. Akkerpalen, gracht of weideafsluiting duiden het nieuwe openbaar domein aan. Weg 9.12 Wandelpad/Moutainbikepad in steenslag (type dwarsprofiel 4 A) Algemeen: aanleg steenslagstrook en bermen. Akkerpalen, gracht of weideafsluiting duiden het nieuwe openbaar domein aan. Weg 3.11 Weg 12.1 (deel) Wandelpad/Moutainbikepad (type dwarsprofiel 4) Algemeen: aanleg grazige strook (1 m) en bermen. Akkerpalen, gracht of weideafsluiting duiden het nieuwe openbaar domein aan. 5
Weg 1.6 (deel) (O) Weg 3.10 (deel), aanplanting eiken in dossier natuur- en landschapszorg Weg 5.3 (deel) Weg 7.6 (deel), grazige strook Weg 9.5 (deel) Weg 9.8 (deel) Weg 9.10 (deel) Weg 11.5 (deel), aanplant bosgoed in dossier natuur- en landschapszorg Weg 12.8 Weg 13.8 (deel) Weg 14.5 (deel) Weg 15.3 Weg 16.1 (deel) Weg 16.11 Weg 17.11 (deel) (EM) Weg 17.13: aanplant bomenrij in dossier natuur- en landschapszorg Verharding in kasseien (type dwarsprofiel 5) Algemeen: Weg aanleggen in kasseien, aanleg bermen. Akkerpalen, gracht of weideafsluiting duiden het nieuwe openbaar domein aan. Weg 5.3 (deel) Rooiplan Bij de uitvoering van dossier natuur- en landschapszorg en wegenwerken is gebleken dat een aantal bijkomende rooiwerken noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de maatregelen (bouwvergunningen verkregen). Rooi 1: noodzakelijk voor de aanleg van een weg, Rooi 2: populieren staan op perceel dat wordt bebost met autochtone planten of materiaal van aanbevolen herkomsten in dossier natuur- en landschapszorg, Rooi 3: perceel wordt herbebost met autochtone planten of materiaal van aanbevolen herkomsten in dossier natuur- en landschapszorg.
6
Wij, ondergetekenden ir. P. KOUCKUYT en Jo Dierickx, in hoedanigheid van respectievelijk Voorzitter en Secretaris van het Ruilverkavelingscomité "Sint-Lievens-Houtem", ingesteld bij Besluit van de Vlaamse Minister van Leefmilieu en Landbouw van 23 maart 2007, secretariaat: Vlaamse Landmaatschappij Oost-Vlaanderen te 9000 GENT, Ganzendries 149, telefoon 09/244.85.36 en in opdracht van bedoeld ruilverkavelingscomité, vragen wij vergunning tot het uitvoeren van volgende werken en handelingen: Aanleg en verbetering van wegen en recreatieve paden in KWS, steenslag, kassei en (gefundeerd) gras en aanpalende erosiestroken, grachten en beplantingen, rooien van bomen en heropbouw kapel. Bijgevoegde plannen van 1 tot en met 125. Het gewestplan Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem verbindt ons ertoe, binnen de perken van onze bevoegdheid, deze voorschriften te doen naleven. De hierboven omschreven handelingen en werken zullen worden uitgevoerd in de vorm en met de materialen, aangegeven op de hierbij gevoegde documenten. Wij verklaren dat deze gegevens correct zijn. Te Gent, ……. Mei 2013 De Secretaris
De Voorzitter
Jo Dierickx
ir. P. KOUCKUYT
Aan de Gewestelijk Stedenbouwkundig ambtenaar
7