1. INLEIDING Het bestuur van het museum heeft wederom de moeite genomen om goed en gestructureerd na te denken over verleden, heden en toekomst van het museum. Ze heeft haar bevindingen vastgelegd in het beleidsplan 2009 - 2013. Dit beleidsplan is voor het museum de neerslag van kritisch kijken naar haar functioneren op dit moment, het vaststellen van eventuele tekortkomingen, gebreken en zaken die om verbetering vragen. Het is dus een analyse van de sterke en zwakke punten. Omdat de continuïteit van het museum hoog in het vaandel staat is het goed om het beleid voor de toekomst bij te stellen en daar waar het mogelijk is aan te passen aan de eisen van de tijd.
2. DE INDELING VAN HET BELEIDSPLAN 2.1
AANLEIDING VOOR HET BELEIDSPLAN De eisen die gesteld worden om als geregistreerd museum in aanmerking te kunnen blijven komen vormen de basis om het bestaande beleidsplan aan te passen. Ook de vergevorderde herinrichting van het museum is mede een reden om het beleidsplan bij te stellen en te actualiseren. Het beleidsplan is bedoeld voor: - intern gebruik (bestuur en medewerkers) - extern gebruik (subsidiegevers zoals gemeente Etten-Leur, provincie Noord-Brabant, Prins Bernhard cultuurfonds en anderen via de Brabantse Museum Stichting) Het beleidsplan geldt voor de periode 2009 - 2013.
2.2
ICOM DEFINITIE EN MISSIE Definitie museum: - Het museum is een permanente instelling ten dienste van de gemeenschap en haar ontwikkeling, toegankelijk voor publiek, niet gericht op het maken van winst, die de materiële getuigenissen van de mens en zijn omgeving verwerft, behoudt, wetenschappelijk onderzoekt, presenteert voor doeleinden van studie, educatie en genoegen. Belangrijk hierbij is ook dat het museum zich richt naar de “Gedragslijn voor de Museale Beroepsethiek” uitgegeven door de Nederlandse Museumvereniging en ICOM Nederland. Missie van het museum: - Het museum beschouwt het als haar missie om zoveel mogelijk mensen kennis te laten nemen van het wonen, scholing, beroepen/ambachten, spelen/vertier en de geloofsbelijdenis van onze ouders en voorouders in de streek van Etten-Leur vanaf ongeveer 1800 tot 1960. - Tijdens de beleidsperiode wil het museum, daar waar het mogelijk en nodig is, een aantal zaken verbeteren op het gebied van de presentatie en behoud van de collectie, toegang en de veiligheid van bezoekers en vrijwilligers. Deze voornemens staan verder in het beleidsplan vermeld. - Het museum is opgenomen in het Museumregister als “Geregistreerd Museum” en laat zich adviseren door de Brabantse Museum Stichting.
1
2.3
DOELSTELLINGEN 2.3.1 STATUTAIRE DOELSTELLINGEN Deze zijn in de statuten van de stichting onder artikel 5 als volgt omschreven: - De inrichting, het beheer, de exploitatie en instandhouding van een heemkundig museum te Etten-Leur teneinde ruimte en gelegenheid te bieden voor het tentoonstellen van haar verzamelingen en verzamelingen van derden en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. - Het beheren van de eigen collectie en die van derden. - In het algemeen beheersactiviteiten uit te (laten) oefenen van heemkundige aard.
2.3.2 STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN Hoewel in de afgelopen periode het museum is uitgebreid met een nieuwe ontvangst- en wisselexpositieruimte en gedeeltelijk is heringericht, streeft het museum er naar om in de beleidsperiode 2009-2013 nog een aantal belangrijke zaken uit te voeren. Optimaliseren van de collectieregistratie: - Van ieder object een aparte foto maken en deze toevoegen aan de gegevens van het gedigitaliseerde registratiesysteem. Het streven is er op gericht om dat eind 2013 af te hebben. - Achtergrondinformatie over de museumobjecten, verkregen door onderzoek uit bestaande literatuur over bepaalde objecten of mondelinge overleveringen, digitaal vastleggen. Dit dient ook na de deze beleidsperiode door te gaan. Klimaatbeheersing en behoud van de collectie: - Met behulp van thermohydrografen wordt regelmatig de temperatuur en vochtigheidsgraad in verschillende ruimten van het museum en het depot gemeten. Zo nodig worden maatregelen genomen om schommelingen van temperatuur en luchtvochtigheidsgraad door invloed van de buitenlucht nog meer te beperken. Toegankelijkheid voor het publiek en gastvrijheid: - Volgens een roostersysteem worden goed voorgelichte vrijwilligers ingeschakeld, die rondleidingen verzorgen en uitleg geven aan groepen bezoekers. - Een aantal oude tekstbordjes worden in deze beleidsperiode vervangen en bij andere afdelingen van het museum komen informatiemappen ter inzage te liggen. - Vooral voor bezoekers, die niet in staat zijn de trappen te beklimmen, bestaat de mogelijkheid om een beeldpresentatie over het museum of historische opnamen te bekijken. Ook met behulp van audiovisuele middelen (DVD-speler en beamer) kunnen minder mobiele bezoekers een beeld krijgen van het museum. - Door het inrichten van wisselexposities trachten de belangstelling van een groter publiek te trekken. - De eigen website op het internet levert, naast een museumfolder en regelmatige persberichten, een grotere bijdrage aan de bekendheid van het museum. - Er bestaat een mogelijkheid voor het verkrijgen van koffie, thee of frisdrank. Verbeteringen en aanvullingen op het gebied van veiligheid en inbraakbeveiliging:
2
-
In de vorige beleidsperiode is het systeem geheel aangepast volgens het advies en de eisen van de brandweer door de firma Altech Elektrotechniek uit Etten-Leur. Het calamiteitenplan opgesteld in 2008, jaarlijks controleren en zo nodig aanpassen. Een aantal vrijwilligers een cursus BHV (Bedrijfshulpverlening) laten volgen. Trachten om tijdens de openingstijden van het museum en bij groepsbezoeken een suppoost met BHV opleiding aanwezig te laten zijn. Jaarlijks een calamiteitenoefening houden voor suppoosten en andere medewerkers.
3
3. DE COLLECTIE 3.1
ALGEMEEN -
Tot het verzamelgebied van de museumcollectie behoort overwegend West-Brabant en in het bijzonder de gemeente Etten-Leur. - De collectie bestaat in hoofdzaak uit gereedschappen, gebruiksvoorwerpen, en objecten die men vroeger nodig had voor het dagelijkse leven, het wonen, werken en leven van de mensen in de bovengenoemde regio. - De collectie van het museum bestaat daarom uit de clusters; wonen, scholing, beroep/ambacht, spelen/vertier, geloofsbelijdenis en rampen/calamiteiten. - De collectie is zo ingericht dat het bezoekers op aanschouwelijke wijze enig inzicht geeft over de belangrijkste facetten van het eenvoudige dorpsleven in onze regio tot ongeveer 1960. - Tijdens de beleidsperiode 2009 - 2013 worden enkele expositieruimten anders ingedeeld. Het streven is er op gericht om de objecten op zodanig wijze te exposeren dat er weinig of geen toelichting bij nodig is. Dit kan bijvoorbeeld door nog meer gebruik te maken van o.a. etalagepoppen in een bij het onderwerp passende houding en kleding. Ook kunnen mappen (mogelijk ook digitaal) met een korte beschrijving en foto’s van het tentoongestelde een bijdrage leveren.
3.1.1 COLLECTIEHISTORIE Museum: De basis voor het Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte werd in 1947 gelegd door een klein groepje ambitieuze mensen die zich bezig hielden met de geschiedenis van het eigen heem. In de loop van de daarop volgende jaren verzamelden zij allerlei gebruiksvoorwerpen, gereedschappen, huisraad en kleding. Daarnaast vergaarden zij allerlei informatie en documentatie over tijdsbepalende zaken die verloren dreigden te gaan door nieuwe ontwikkelingen en inzichten in de samenleving. Ook vanuit de bevolking werd een scala aan ‘oude spullen’ aangedragen. Terwijl de collectie zich gestadig uitbreidde, ontbrak het aan een goede opslagruimte. Vele attributen lagen dan hier en dan weer elders opgeslagen, hetgeen de verzameling niet ten goede kwam. Pas in 1959 kreeg men de beschikking over enige ruimte in het huidige museum van het Sint Paulushofje aan de Markt te Etten-Leur. Met eigen krachten en eigen middelen werd deze ruimte ingericht tot een zogenaamde ‘boerenkamer’. Tijdens een grondige restauratie van het Sint Paulushofje werd de zolder van de achtervleugel ingericht als museum. Op 4 juli 1964 kon het geheel gerestaureerde gebouw en het museum officieel worden geopend. In de daarop volgende jaren verwierf het museum enige bekendheid en regelmatig gaven mensen ‘spullen’ af om ze tentoon te stellen. Aanvankelijk nam men alles aan, ook al waren de voorwerpen kapot, niet compleet of waren er al meerdere van dezelfde voorwerpen in bezit. Het bleef ontbreken aan een goede en definitieve depotruimte. Regelmatig verhuizen naar andere vaak vochtige ruimten ging ten koste van de kwaliteit van de opgeslagen objecten. Een toenemend aanbod van voorwerpen en het toen geldende aannamebeleid had tot gevolg dat het museum na verloop van tijd het overzicht verloor en meer gelijkenis vertoonde met een pakhuis. In 1983 traden enkele nieuwe bestuursleden toe en zij keken met positief kritische ogen naar de presentatie van de collectie. Bij het aantreden van een nieuwe voorzitter van de Stichting Heemkundekring in 1988 is men gestart met een herinrichting van het museum.
4
Hierbij was het streven er vooral op gericht om alle dingen in een zo realistische mogelijke omgeving te presenteren. Kapotte en overbodige zaken verdwenen uit de collectie. Een ander doel was om de bezoekers zo goed mogelijk de sfeer te laten voelen van de tijd waarin de verschillende ambachten nog werden uitgeoefend, gereedschappen gehanteerd en gebruiken en gewoonten nog gangbaar waren. In 1989 kreeg het museum er een ruimte bij waardoor de indeling van het museum publieksvriendelijker kon worden ingericht met plaats voor wisseltentoonstellingen over bepaalde thema’s. Naast oog voor selectie schonk men, dankzij de conservator, steeds meer aandacht aan conservatie, registratie en presentatie van reeds in bezit zijnde en schenkingen van nieuwe museumobjecten. De schenkers van museale stukken of het in bruikleen afstaan daarvan ontvingen een bewijs van schenking of bruikleenoverkomst. Vanaf ongeveer 1990 neemt het museum geen bruikleenstukken meer aan. Sedert de wijziging van de bestuursstructuur van 26 april 1994 draagt het museum statutair de naam: Stichting Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte. Tijdens een controle van het Sint Paulushofje in 2001 bleken een groot aantal zolderbalken aangetast door bruinrot. Het gevolg was dat een grondige restauratie van de rotte balken en een stevige opknapbeurt van de ruimten noodzakelijk waren. Het museum moest zijn deuren voor bezoekers sluiten. Na vele uren van noeste arbeid en een bouwkundige wijziging aan de wisselexpositieruimte is de restauratie in februari 2002 voltooid. Medio december 2002 zijn van alle afdelingen binnen het museum dia’s gemaakt om op deze wijze een totaal beeld te krijgen van de inrichting en plaats van de objecten. In september 2005 kwam huisje nr. 59 vrij. Het museum kreeg van de eigenaar, Stichting St. Paulushofje, de mogelijkheid om dit pand te huren en te verbouwen. Na diverse ontwerpplannen, overleg, toestemming van de plaatselijke en landelijke monumentencommissie en vergunningprocedures is de verbouwing begin 2007 gestart. Tussen huisje 59 en 61 zijn 2 muuropeningen gemaakt waardoor deze ruimtes met elkaar zijn verbonden. Samen doen ze dienst als ontvangst- en wisselexpositieruimte. In de oude bergruimte van de kapel is een keukentje ingebouwd. De kapel is verplaatst naar nr. 57. Door deze verandering en uitbreiding is een bezoekersvriendelijke ruimte ontstaan waar men ook iets kan drinken en tevens naar een film- of fotovertoning kan kijken. Depot: Het grote tekort aan geschikte opbergruimte was aanleiding om elke loze ruimte in het museum te benutten, zodat veel materiaal behouden kon worden voor de toekomst. Na vele inspanningen en enig toeval kreeg het museum in 2001 de beschikking over een locatie als depotruimte aan de Wipakker. De gemeente Etten-Leur was bereid deze locatie te verhuren aan het museumbestuur. Deze ruimte is door een aantal vrijwillige medewerkers praktisch en overzichtelijk ingericht met kasten en opbergrekken. Tevens zijn er voorzieningen gecreëerd om conserverings- en restauratiewerkzaamheden uit te voeren. In 2007 en 2008 is de ruimte gedeeltelijk heringericht en geselecteerd op overbodige objecten. Inkomende museumobjecten worden door enkele kundige vrijwilligers geselecteerd voordat ze definitief worden aangenomen, geregistreerd en opgeslagen in het depot.
Wisselexposities: 1989 De geboorte 1990 Gewichtige metingen
alles rondom de geboorte van een kind Nederlandse maten, gewichten, weegwerktuigen
5
1991 1992 1993 1994 1994 1995 1996 1996 1997 1998 1998 1999 2000 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
3.2
Terug naar school Vergaard en Bewaard Karakteristieke huisvlijt Op de wind gezet
onderwijstentoonstelling allerlei dingen die men verzamelde en bewaarde werkstukken die mensen maakten in hun vrije tijd afbeeldingen en miniaturen van Nederlandse molens Bezet Verzet Bevrijd herdenking en viering 50 jaar bevrijding Creatief verleden kunstwerken van 3 overleden leden van de heemkundekring 200 jaar Bestuur in West-Brabant overzicht bestuurders en bestuursstructuren Vlas, de plant van de vrouw vlasteelt, verwerkingsproces en producten Wij werden geroepen -erkenning aan oud-militairen in Ned. Oost-Indië Foto’s uit de oude doos allerlei foto’s van personen en Etten-Leur Huisvlijt door de tijd functionele werkstukken voor beroep of versiering Zoet met speelgoed van eenvoudig zelf gemaakt tot duur speelgoed Stapsgewijs naar 2000 overzicht van ontwikkelingen tussen 1900 en 2000 Bijzondere dagen door het jaar kenmerkende dingen over bijzondere dagen Bezoek Van Gogh het leven en werken van Van Gogh in Etten-Leur Verzamelingen collecties van allerlei onderwerpen Oorlog en Bevrijding 60 jaar bevrijding Kind in beeld tekeningen van basisschoolleerlingen groepen 4 en 7 kleinschalig miniaturen van agrarische gereedschappen turf, turven, geturfd turfwinning, turfvaarten, straatnamen, gezegden, gebouwen en andere aan turf gerelateerde namen
COLLECTIEBESCHRIJVING 3.2.1. KERNCOLLECTIE De museumcollectie is voor een duidelijk en helder overzicht van de verschillende objecten verdeeld in logische en samenhangende clusters, zoals beschreven onder 3.1. Alle verschillende ruimten en objecten beschouwen we als deelcollectie. Sommigen zijn echter gezichtsbepalend of van bijzondere waarde voor de collectie en worden dan ook tot de kerncollectie gerekend. Hieronder vallen de volgende ruimten met hun belangrijkste objecten. 1. Wonen: - Goeikamer: kabinetkast, klaptafel, secretaire, rookstoel, bedstee en wandtegels van de open haard. - Textilia: mutsen, ondergoed en bovenkleding van rond 1900, uniformen en kazuifels. 2. Scholing: - Klaslokaaltje: schoolbank uit ca. 1820 -1830, houten schooltas, lessenaar, schoolbord, leesplankjes en diverse schoolplaten. 3. Beroep/ambacht: - Gemengd boerenbedrijf en tuinbouw: ontginningsploeg, beerkist, eg, wannen, schoppen, rieken, maaigereedschap, handgraanmolentje en een zaaiviool. - Melk- en zuivelinrichting: koeknieband, hoornbeschermer, karnton, kaasvormen en melkbus met teems. - Wagenmakerij/timmerwerkplaats: karwielen, diverse mallen, asdomp, zagen, busboor, werkbank, houten spakenklem, verstelbare houten lijmklem (sergeant) en een stoeltjesboor.
6
- Smederij: variatie aan hoefijzers, een speerstaak uit 1742, stuikmachine, blaasbalg, siersmeedstukken en gesmede spijkers. - Schoenmakerij: schoennaaimachine, werktafel, leesten, schoenen en laarzen. - Bakkerij: speculaas-, beschuitenbollensnij-, en appelschilmachine, bak-, en chocoladevormen. - Was- en strijkinrichting: fornuis, teilen, wasbord, stampers, zeep, wringer en strijkijzers. - Winkelinrichting (kruidenierswinkeltje): toonbank, koffiemolen, weegschaal, kassa en voorraadblikken. 5. Spelen/vertier: - Speelgoed: arrenslee, meccanodozen en speelgoedfornuis. - Café-inrichting (dorpscafé): toog, vitrine, stamtafel, spaarkas en reclameposters. 6. Geloofsbelijdenis: - Huiskapel: altaarkast van eind achttiende eeuw, stoelen, heiligenbeelden, portretten en devotionele knipselwerken.
3.2.2 INDELING IN DEELCOLLECTIES 1. Wonen - Boerenkamer, ofwel ‘goeikamer’ met open haard en bedstee uit de omgeving van Etten-Leur. De inrichting bestaat uit huisraad, meubilair, tegels, eet- en drinkgerei en een offerblok uit ca. 1475. - Textilia: mutsen, ondergoed en bovenkleding van rond 1900. 2. Scholing: - Schoolinrichting van een klaslokaaltje uit het begin van de 20e eeuw. Bijzonder is een houten schooltas en een schoolbank uit de Openbare school van Etten van ca. 1820-1830. Verder een lessenaar, schoolbord, schrijfgerei, leerboeken en diverse schoolplaten. 3. Beroep/ambacht: - Turf- en moernering: gereedschappen als turfschop en een moerslagijzer, ook turf in de gebruikssituatie. - Jacht en stroperij met o.a. een jachtgeweer, diverse klemmen voor het vangen van vogels, wild en ongedierte. Ook een wildhaak en een palingsteker behoren tot de inventaris. - Imker: een bijenstal met korven, honingraten, honingpers en koninginnerooster. - Gemengd boerenbedrijf en tuinbouw: allerhande land- en tuinbouwgereedschappen die in de omgeving van Etten-Leur werden gebruikt zoals o.a. ploegen, eg, wannen, schoppen, rieken, maaigereedschappen, zaaiviool, handgraanmolentje, veilingkisten, frambozentubs en aardbeienmandjes. - Vlasserij met vlasschoven, een braak, hekel en rekel. - Maten en gewichten zoals stenen en metalen gewichten, balans uit de 18e eeuw, bascule, inhoudsmaten, meetinstrumenten voor o.a. inhoud en lengten. Een Bredase graanmaat behoort tot de belangrijkste objecten. - Melk- en zuivelinrichting met voorwerpen voor het bereiden van boter en kaas. Een koeknieband en hoornbeschermers getuigen van de veehouderij. - Bakkerij met bakoven, deegkist en kneedtafel met als bijzondere attractiewaarde een speculaas-, beschuitenbollensnij-, en een appelschilmachine. Tot de representatieve objecten behoren bak-, chocolade-, en koekvormen. - Wagenmakerij met gereedschappen en hulpmiddelen voor het vervaardigen van wagens. De collectie is in hoofdzaak afkomstig van de Etten-Leurse wagenmaker
7
Christ Wagemakers. Diverse mallen, hamers, zagen, schaven en wielen bepalen de collectie. - Smederij, samengesteld uit diverse smederijen in en om Etten-Leur. De collectie is vooral gericht op het vervaardigen van hoefijzers, waarvan een aantal bijzondere soorten afkomstig is van Willem Deckers uit Etten-Leur. De collectie is verrijkt met een aantal siersmeedstukken en functionele voorwerpen. Bij de deelcollectie behoren ook een aantal werkstukken van de loodgieter. Opvallende objecten zijn: een speerstaak uit 1754, een blaasbalg en een stuikmachine. - Schoen- en zadelmakerij bestaande uit de inventaris van de schoenmakerijen Mol, Janus van Ooijen en Janus van Unen uit Etten-Leur. Verder een kleine verzameling objecten uit de zadelmakerij van de familie de Been uit Etten-Leur. - Kenmerkend zijn de schoenmakerstafel, naaimachine, gereedschappen, leesten, gareelbok en paardentuigen. - Klompenmakerij met diverse objecten van klompenmaker Edmond van Mieghem uit Etten-Leur. Representatief zijn de zagen, hakblokken, kliefijzers, krambank, afschavers en lepelboren. - Rietdekker en huisslachter met diverse gereedschappen van huisslachter Jan Pijs uit Etten-Leur. - Was- en strijkuitrusting zoals die door vrouwen werd gebruikt tot ongeveer 1950. Tot de representatieve objecten behoren een wasfornuis, waskuip, teilen, wringer en strijkijzers. - Schildersuitrusting: samengesteld uit verschillende schildersbedrijven, waaronder Ko Gobbens, Van de Goolberg en Van Ierssel uit Etten-Leur. Opvallend in deze collectie zijn: een werkbank, pigmentkisten, gereedschappen, decoratiemateriaal en een glas-in-loodraam. 4. Spelen/vertier - Speelgoed, bedoeld om binnen en buiten mee te spelen. Representatief zijn constructiedozen, een arrenslede en een speelgoedfornuis. - Café-inrichting met de inventaris van café ‘Havenzicht’ van Katrien Snelders uit Leur, aangevuld met objecten uit ander cafés uit Etten-Leur of omgeving. De vitrinekast, toog en prijzenkast bepalen de uitstraling van de inrichting. - Winkelinrichting met de inventaris van kruidenierswinkel Joossen uit Breda van ca. 1880 tot 1930. Naast kruideniersartikelen staan allerlei andere producten opgesteld. Belangrijk zijn vooral de toonbank, kassa en koffiemolen. 5. Geloofsbelijdenis: - Huiskapel met een altaarkast uit de St. Antoniuskerk van Breda. De kerkstoelen zijn afkomstig uit de St. Lambertuskerk in Etten-Leur. De inrichting bevat verder o.a. kerk-meubilair, beelden, een harmonium, devotionalia en misgewaden. 6. Rampen/calamiteiten: - Een ruimte met o.a. een brandweerspuit, andere brandbestrijdingsmiddelen en een cachotdeur uit het raadhuis van 1776. Objecten uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog, stafkaart, kogels, een staartstuk van een Duitse vliegtuigbom uit 1940 en militaire uniformen.
3.2.3 HERKOMST EN EIGENDOM Het overgrote deel van de collectie is verkregen door schenkingen zonder voorwaarden en zijn dus eigendom van het museum. Voor stukken die in bruikleen zijn afgestaan is in het verleden een bruikleenovereenkomst afgesloten. Hierop staat vermeld of de bruikleen voor bepaalde of voor onbepaalde tijd geldig is. Naast een korte beschrijving is ook de
8
geschatte verzekeringswaarde van elk afzonderlijk in bruikleen gegeven object apart aangegeven.
3.2.4 CULTUURHISTORISCHE WAARDE De cultuurhistorische waarde van de collectie is per definitie relatief en afhankelijk van de context waarin deze wordt beoordeeld en door wie. Door de collectie mede te bekijken vanuit het perspectief van de “Collectie Nederland” of als onderdeel van het geheel van openbare museale collecties in Nederland zal getracht worden om vast te stellen welke collectieonderdelen werkelijk bijzonder zijn op nationaal niveau.
3.3
COLLECTIEREGISTRATIE, DOCUMENTATIE EN ONDERZOEK 3.3.1 REGISTRATIE De gehele collectie is in de afgelopen jaren geregistreerd. Enkele personen hebben zich ingezet om de tentoongestelde collectie en alles wat in het depot is ondergebracht te registreren. Hierbij is een registratiesysteem gehanteerd waarbij elk object te identificeren is. Op elk object is duidelijk zichtbaar een identificatienummer aangebracht. Op een standaardformulier staat genoteerd: registratienummer, standplaats, objectnaam, het gebruik, afmetingen, materialen, plaats van afkomst, ouderdom, fysieke staat, naam en plaats van de schenker. Voor een aantal objecten is een afbeelding in de vorm van tekeningen en/of foto toegevoegd. Bij verschillende objecten is ook achtergrondinformatie vastgelegd. De gegevens zijn tevens in een Microsoft Access database opgeslagen.
3.3.2 DOCUMENTATIE Het museum heeft een vrijwilligers/personeelsruimte met bibliotheek bestaande uit boeken, tijdschriften en archiefmaterialen. Daarin is van vergelijkbare museumobjecten informatie terug te vinden. De geselecteerde documentatie wordt door vrijwilligers geregistreerd en geautomatiseerd. Daardoor is het in de toekomst mogelijk om gemakkelijker informatie en gegevens over diverse objecten op te sporen.
3.3.3 ONDERZOEK Alle bruikbare informatie op het gebied van museale objecten, hetzij mondeling door bezoekend publiek, studie, documentatie of anderszins wordt genoteerd. Deze aanvullingen krijgen een plaats in het registratiesysteem.
3.4
BEHOUD EN BEHEER 3.4.1 PASSIEVE CONSERVERING Omgevingsfactoren museum:
9
-
De benedenruimten van het museum zijn voorzien van luchtbevochtigers en ontvochtigers ten behoeve van een goede klimaatsbeheersing. Ter voorkoming van mogelijke schadelijke invloeden door lichtinval en zonlicht op de collectie zijn alle ramen geblindeerd of voorzien van ultraviolet bestendige folie. - De zolder is voorzien van verwarmingsradiatoren waarvan de leidingen tijdens de herinrichting zo goed mogelijk geïsoleerd zijn. Er zijn thermohydrografen in gebruik waarmee alle ruimten regelmatig worden gecontroleerd. Indien nodig worden er maatregelen getroffen ter verbetering van de klimaatbeheersing. - De verlichting in het gehele museum is zodanig dat eventuele schade aan objecten zo beperkt mogelijk is. Depot: - Het depot is verdeeld in 2 aparte af te sluiten ruimten; een werkruimte en een opslaggedeelte. Beide ruimten hebben verwarmingsradiatoren. Met een thermohydrograaf worden continue metingen verricht om de klimatologische omstandigheden zo goed mogelijk op peil te houden. Indien nodig zullen er maatregelen genomen worden om deze omstandigheden van vooral de opslagruimte zo goed mogelijk te beheersen. - Een gekwalificeerde vrijwilliger, houdt toezicht op de kwaliteit van alle objecten, zowel in het museum als in het depot.
3.4.2 ACTIEVE CONSERVERING Nieuwe schenkingen: - Alvorens nieuwe aangenomen schenkingen een plaats krijgen in een expositieruimte worden deze eerst behandeld tegen aantasting of verval en voor zover dat mogelijk is gerestaureerd in de oorspronkelijke staat. Bestaande collectie: - De bestaande collectie krijgt een regelmatige onderhoud- en schoonmaakbeurt en indien er enig verval wordt geconstateerd aan voorwerpen neemt de daarvoor aangestelde medewerker de nodige maatregelen. - De kosten voor eenvoudige conservering worden opgenomen in een conserverings- en restauratiebudget.
3.4.3 RESTAURATIE Er wordt bij de jaarlijkse begroting een bepaald budget voor restauratie uitgetrokken. Hiervan worden, indien mogelijk in eigen beheer door een restaurateur (vrijwilliger van het museum) restauratiewerkzaamheden uitgevoerd. Indien door welke omstandigheden dat niet meer mogelijk is, wordt dat werk uitbesteed aan een landelijk erkende restaurateur. In de komende periode staat op de nominatie om de houtdraaibank in de wagenmakerij te restaureren. Ook een aantal nog nader te bepalen objecten uit het depot zullen worden gerestaureerd.
3.4.4
LICHTBEERSING
Daglicht:
10
-
Alle museale ruimtes zijn beschermd tegen invloeden van direct daglicht. Op de zolder is geen daglicht mogelijk. Bij de goeikamer en kapel zijn de luiken van de ramen aan de onderzijde altijd gesloten en de bovenzijde van de ramen is verduisterd met multiplexplaatmateriaal. In de wisselexpositieruimte zijn alle luiken van de ramen m.u.v. het raam aan de hofzijde gesloten. Bij alle bovenramen is aan de binnenzijde dubbele gordijndoek aangebracht.
Verlichting: In de tentoonstellingsruimten is de verlichting alleen aan tijdens de openingstijden als er bezoekers zijn.
3.4.5
SCHOONMAKEN:
Het schoonhouden en schoonmaken van de buitenzijde en het interieur van het museum behoort tot de taken van de huismeester. Ook de gepresenteerde objecten worden door hem regelmatig onderhouden en gecontroleerd op b.v. houtworm. Afhankelijk van het object gebeurt dat met een stofdoek of vochtige doek.
3.5
COLLECTIEVORMING De collectievorming van het museum is vooral gericht op de waarde en kwaliteit van haar kerncollectie. Deze bestaat uit het verzamelen, selecteren en afstoten van objecten. Hierbij wordt de “Gedragslijn voor museale beroepsethiek” van de Nederlandse Museumvereniging ICOM Nederland gehanteerd. Nieuwe schenkingen: - Bij nieuwe schenkingen vindt een “selectie aan de deur” plaats. Aangeboden objecten worden door de daarvoor aangestelde medewerker geselecteerd op de volgende criteria: 1 passend in de collectie 2 geen doublures 3 de afmetingen 4 in goede staat. - Bij twijfel over de bruikbaarheid en kwaliteit van een aangeboden object laat het bestuur de toestand van het voorwerp controleren door een deskundige. - De schenker ontvangt een dankbrief waarop de schenking staat vermeld. Een kopie van deze brief met relevante gegevens wordt bewaard in het archief. - De aangeboden objecten dienen zoveel mogelijk regio gebonden te zijn en/of passen in de expositie. - Het museum neemt alleen objecten in bruikleen aan t.b.v. wisselexposities. - De in bruikleengever ontvangt een bruikleenovereenkomst waarop het in bruikleengegevene staat vermeld. Een kopie van deze brief met relevante gegevens wordt bewaard in het archief. Bestaande collectie: - Hoewel bij de herinrichting van het museum al heel selectief is gekeken naar aantal en kwaliteit van gelijkwaardige objecten is het niet uit te sluiten dat er toch in de toekomst voorwerpen worden afgestoten. De intentie is dat er geen overdaad aan opgeslagen
11
voorwerpen mag zijn. Boventallige objecten kunnen eventueel ‘geruild’ worden met andere musea. Uitbreiding van de collectie: - Het museum streeft er naar om een verzameling aan te leggen van objecten die te maken hebben met wonen tussen de jaren 1950-1960 en 1960-1970. - In de afgelopen periode is al gekeken naar per cluster ontbrekende museumobjecten. Tijdens deze beleidsperiode wordt het onderzoek daarnaar uitgebreid, middels bezoeken aan andere musea en andere kennisbronnen, om vast te stellen welke ontbrekende objecten een wezenlijke bijdrage en meerwaarde leveren aan de collectie. Indien deze aan te schaffen zijn (ook financieel) dan worden deze objecten toegevoegd aan de collectie. Afstoten van overtollige objecten in het depot: - In de periode oktober 2008 t/m maart 2009 zijn alle objecten in het depot geselecteerd en gecontroleerd op bruikbaarheid en kwaliteit. Een aantal overtollige, maar nog bruikbare objecten, worden aangeboden aan een drietal musea in de regio. - Alles wat daarna overblijft gaat naar collecteurs of mogen vrijwilligers een keuze uit doen.
3.7
ONDERZOEK NAAR DE COLLECTIE In de vorige beleidsperiode zijn er door vrijwilligers diverse informatiebladen en mappen ontwikkeld over bepaalde onderwerpen en voorwerpen uit het museum. Deze hangen of liggen in de buurt van het tentoongestelde ter inzage voor de bezoekers. Enkele voorbeelden bij het thema: - maten en gewichten oude maten en gewichten, metrieke stelsel, meetgereedschap en meetinstrumenten, weegtoestellen, de menselijke maat - land- en tuinbouw boekweit, gerst, haver, rogge, tarwe, hop, asperges steken, bietenoogst, erwten/erwtenplukken, frambozenplukken, bosbessenplukken, de graanoogst, mais - vlasteelt vlas tot linnen, draad tot touw - klompenmaker van boom tot klomp - geloofsleven beschrijvingen van kerken, kapellen, moskee en andere geloofsruimten, priesterkleding en misatributen, katholieke woordenlijst, heiligen door het jaar heen, patroonheiligen
3.8
INTERNE DESKUNDIGHEID Leidraad voor suppoosten:
12
- De leidraad voor suppoosten wordt soms aangevuld met informatie die verkregen is van bezoekers of kennisoverdracht van en door vrijwilligers. Suppoosten maken aantekeningen van nieuwe en aanvullende informatie voor het museum. - Het museum beschikt over mappen waarin allerhande voorwerpen, toestellen en gereedschappen staan afgebeeld met een korte beschrijving ervan. - Bijscholing van vrijwilligers door kennisoverdracht van ervaren suppoosten van het museum. Registratie en Documentatie: - Bijscholing van 10 vrijwilligers voor registratie en beschrijven van objecten door consulent Erfgoed Brabant. - Enkele vrijwilligers gaan een cursus fotografie volgen. Bedrijfsvoering: Jaarlijkse volgt de huismeester een bijscholingscursus BHV.
13
4. HET PUBLIEK 4.1
ALGEMEEN Een belangrijke pijler is de publieksfunctie van het museum. Deze behelst niet alleen de bezoekers maar de gehele communicatie van alle personen en instellingen die op de een of andere wijze voor het museum van belang zijn. Het museum richt zich op verschillende soorten publiek: - Individuele bezoekers van alle leeftijdsklassen met belangstelling voor het verleden en/of nostalgie. - Groepen volwassenen van alle leeftijden, in verenigings-, bedrijfs-, familieverband, toeristen of anderszins. - Groepen scholieren uit de groepen 4 van de basisscholen van Etten-Leur in het kader van “Het Grote Project Ik” - Alle andere groepen leerlingen van de basisscholen. - Groepen scholieren uit de basisvorming van het voortgezet onderwijs en leerlingen met CKV in hun studiepakket. - Ouders met kinderen en/of grootouders met kleinkinderen. - Bezoekers uit Etten-Leur, de regio, Nederland en het buitenland. De collectie biedt toegang aan iedereen: - Ouderen vinden er echter dingen en zaken terug die ze zelf hebben gebruikt en gedaan, waardoor herinneringen uit hun jonge leven worden opgeroepen. - Bezoekers van jongere leeftijd ontdekken dingen die hen zijn overgeleverd door hun ouders of grootouders. - De kinderen ontdekken aan de hand van de presentatie en uitleg bij groepsbezoeken door scholen het leven en alles wat daar bij hoorde van vroeger.
4.2
SAMENSTELLING EN OMVANG VAN HET PUBLIEK. - De bezoekers zijn als volgt onder te verdelen: individuele bezoekers, paren, gezinnen met kinderen, groepen in familie- of verenigingsverband, groepen scholieren onder begeleiding, binnen- en buitenlandse toeristen. - Wisselexposities met een specifiek thema kunnen de aandacht trekken van het publiek. Door sterk uiteenlopende thema’s te kiezen zal er ook steeds een gevarieerd publiek met uiteenlopende belangstellingen komen. - De huidige openingstijden voor het publiek zijn dinsdag t/m donderdag, de eerste zondag van de maand en tweede kerstdag van 13.30 tot 16.30 uur. Groepen kunnen ook op afspraak buiten de openingstijden het museum bezoeken.
4.3
PUBLIEKSACTIVITEITEN Tot de concrete publiekstaken van het museum om informatie aan het publiek over te dragen behoren: de vaste opstelling, tijdelijke of wisselexposities, public-relations, educatie en gastvrijheid. 4.3.1 PRESENTATIE VAN DE COLLECTIE
14
-
-
-
-
-
De opstelling van de collectie wordt regelmatig op details gewijzigd. Eventuele nieuw binnenkomende objecten kunnen aanleiding vormen tot veranderingen of verwijdering van delen van de collectie. Bij de verschillende opstellingen staan tekstbordjes met een korte doch duidelijke uitleg over het thema van de opstelling. Het streven is er opgericht om tijdens deze beleidsperiode inkijkmappen te maken met foto’s en een korte omschrijving. Alle bezoekers krijgen, indien men daar prijs op stelt, persoonlijke uitleg over de geëxposeerde thema’s en objecten. Voor bezoekers die geen gebruik kunnen maken van de trappen naar de zolderverdieping, bestaat de mogelijkheid om in de ontvangstruimte foto- en/of filmpresentaties te bekijken over (oude) Etten-Leurse gebeurtenissen of over bij de wisselexpositie passende onderwerpen. De dia’s van de museumcollectie zijn in 2004 en 2007 op een CD gezet. Daardoor is het mogelijk om ook minder mobiele bezoekers een beeld te geven van de inhoud van het museum. Er zijn inmiddels audiovisule presentaties ontwikkeld die o.a. aansluiten bij wisselexposities zoals “turf, turven geturfd”. Andere presentatiemogelijkheden zijn o.a. Boerderijen in Etten-Leur, Sporten in Etten-Leur, Kerstmis en Van Gogh in Etten.
4.3.2. TIJDELIJKE TENTOONSTELLINGEN -
-
-
-
Zoals onder 3.2 is aangeven worden er regelmatig wisseltentoonstellingen over een bepaald thema georganiseerd. Het streven is er op gericht om jaarlijks een thematentoonstelling te presenteren. De tijdelijke tentoonstellingen worden ondersteund door bijpassende audiovisuele presentaties. Voor kleinere kinderen wordt een hoekje/plek ingericht waar ze actief bezig kunnen zijn met iets wat betrekking heeft op het thema. Tot nu toe is slechts één tentoonstelling van anderen overgenomen. Indien zich dat in de toekomst aanbiedt, zal het zeker te overwegen zijn om daar, onder bepaalde voorwaarden, gebruik van te maken. Een groep vrijwilligers vormt een tentoonstellingscommissie en heeft het voornemen om nieuwe wisselexposities voor te bereiden en te gaan uitvoeren voor de jaren 2009 t/m 2013. In 2009 wordt een kleine wisselexpositie ingericht met als thema: De eerste gemotoriseerde vliegtuigopstijging in Nederland.
4.3.3 EDUCATIEVE TAKEN -
-
Educatie binnen het museum heeft als doel kennis te vergroten en de houding en/of het gedrag van de bezoeker voor een langere periode te beïnvloeden. Tot de educatieve taken rekent het museum rondleidingen aan groepen van scholieren, families en verenigingen. De rondleiders beschikken over kennis van de collecties en bijzonderheden die aansluiten bij bepaalde objecten. Speciaal voor groepen scholieren zijn er opdrachtenlijsten met meerkeuzevragen ontwikkeld die zowel tijdens de rondleiding of als speurtocht kunnen worden ingevuld. In het kader van “Het Grote Project IK” met als thema Oma’s ladekastje, krijgen kinderen van de basisscholen groep 4 tijdens hun bezoek aan het museum een aantal
15
doe-opdrachten. Voorbereiding op hun school vormt samen met een bezoek aan het museum een educatieve bijdrage aan hun kennis. - Het museum biedt aan iedere geïnteresseerde de mogelijkheid voor hulp bij een studie naar een thema of object dat tot de collectie behoort.
4.3.4 PUBLICATIES - Het museum heeft brochures laten drukken en verspreid bij het gemeentehuis, de bibliotheek, VVV-kantoren, restaurants en campings in de regio. Daarnaast bestaat er een brochure uitgegeven door de gemeente Etten-Leur, waarin ook alle musea van die plaats staan vermeld. Gegevens over het museum worden ieder jaar opgenomen in Museum Magazine voor Noord-Brabant en de landelijke gidsen van musea. - Er vindt regelmatig overleg plaats tussen alle Etten-Leurse musea om zich, naast de gezamenlijke folder, ook op andere manieren te presenteren - In het mededelingenblad, dat 4 maal per jaar verschijnt voor leden van de Heemkundekring, ruilabonnementhouders en diverse instellingen is een speciale rubriek opgenomen over zaken aangaande het museum. - Het museum beschikt samen met de heemkundekring naast het eigen e-mailadres ook over een eigen internetsite www.janutenhoute.nl.
4.3.5 TAKEN OP HET GEBIED VAN GASTVRIJHEID Bewegwijzering: - De route naar het museum is over het algemeen goed aangegeven. Bereikbaarheid met openbaar vervoer: - De loopafstanden vanaf het NS-station (ook buslijndiensten) en die van de bushalte voor lijndiensten bij het Winkelcentrum bedragen ongeveer 5 tot 8 minuten. Eigen vervoer per auto: - Aan de ingangszijde van het museum (Markt) en aan de achterzijde van het Sint Paulushofje is tijdens de weekdagen betaald parkeren verplicht. Toegankelijkheid: - De museumcollectie is gedeeltelijk ondergebracht op de begane grond en op de zolderverdieping. Het gevolg is dat rolstoelgebruikers en lichamelijk gehandicapten slechts toegang hebben tot de ruimten van de begane grond. De vrij steile trappen naar de zolderverdieping leveren voor overwegend oudere bezoekers een probleem op. Aangezien het Sint Paulushofje een beschermd monument is, heeft het aanbrengen van een lift of traplift grote bouwkundige en financiële consequenties en is dit moeilijk te verwezenlijken. - Er is een aparte toiletruimte voor bezoekers, deze is echter voor rolstoelgebruikers moeilijker toegankelijk. - Er bestaat de mogelijkheid voor het verkrijgen van koffie of thee. Alleen voor groepen op afspraak kunnen ook andere dranken en een Hûske (speciaal gebakje) worden geserveerd. - Op verzoek en onder bepaalde voorwaarden mogen bruidsparen in het museum, foto’s laten maken.
16
Publiciteitsfaciliteiten: In 2007 is door het museum uitgebreid. Tijdens een interne verbouwing is een grotere ontvangst- en wisselexpositieruimte ontstaan met een keukentje. 4.3.6 PUBLIC RELATION Een aantal activiteiten op het gebied van de public relations zijn reeds onder 4.3.4 vermeld. Kort samengevat zijn dat: - Eigen brochures - Gemeentelijke brochure - Gezamenlijke folder musea in Etten-Leur - Museum Magazine voor Noord-Brabant - Landelijke museumgids - Internetsite www.janutenhoute.nl - Mededelingenblad van de Heemkundekring - Aankondigingen van de zondagopeningen en aanvangstijden van nieuwe wisselexposities via de streekkrant BN/De Stem en weekbladen De Etten-Leurse Bode en Het Stadsblad. Ook via andere media zoals: websites en lokale radio wordt hier melding van gemaakt, bijvoorbeeld: “Uit in Etten-Leur”, “De Tentoonstellingsagenda”, radio Local FM, Brabant 10 en Omroep Brabant. - Uitnodigingen bij openingen van wisselexposities, afhankelijk van het thema, aan sponsors, schenkers en/of in bruikleengevers van objecten, actieve leden van de heemkundekring, gemeentebestuur, Etten-Leurse musea en anderen die op een of andere manier betrokken worden bij het thema.
17
5. BEDRIJFSVOERING 5.1
HUISVESTING EN VEILIGHEID -
-
5.2
Er hangt op strategische plaatsen brandblusapparatuur die jaarlijks wordt gecontroleerd. Op alle buitendeuren (aangegeven op de vluchtroute) is paniekbeslag (draaiknoppen op de sloten) aangebracht waarmee bij calamiteiten altijd de deuren kunnen worden geopend. In 2008 is in alle ruimten van het museum, op eigen verzoek, door de brandweer een brandveiligheidscontrole uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat nooduitgangen en vluchtwegen voldoen aan door de brandweer gestelde eisen. De eis om sommige scheidingsmuren te laten voldoen aan een wbdbo van 60 of 100 minuten is vooralsnog onuitvoerbaar, vanwege het monumentale karakter van het gebouw. Het museum is voorzien van inbraakbeveiliging en brandmelding aangesloten op de meldkamer van het SMC (Security Monitoring Centre) te Tiel. Het depot is (via de gemeente Etten-Leur) aangesloten bij beveiligingsbedrijf NVD (Nederlandse Veiligheidsdienst) te Rijswijk. In 2008 is een calamiteitenplan opgesteld.
ORGANISATIE EN PERSONEEL Organisatie: - Het bestuur van het museum wordt gevormd door een stichting en functioneert onder de naam: “Stichting Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte”. De stichting telt momenteel 7 bestuursleden bestaande uit een voorzitter, secretaris, penningmeester en 4 leden. Het stichtingsbestuur vormt tevens het bestuur van de Heemkundekring Jan uten Houte. De heemkundekring is nauw verweven met het museum. Medewerkers: - Het museum beschikt over 1 betaalde kracht die in WVS-verband bij het museum is gedetacheerd. Hij heeft een volledige weektaak en verricht naast het verzorgen van rondleidingen ook allerhande schoonmaak -en onderhoudswerkzaamheden. - Uit een groep van ruim 60 leden uit de heemkundekring is op geheel vrijwillige basis ook een aantal mensen actief ten dienste van het museum. - In de vorige beleidsperiode hebben een aantal suppoosten een cursus gevolgd die gegeven werd door een persoon die een aantal jaren rondleidingen en informatie gaf aan bezoekers van het museum. Aan de hand van “Leidraad voor suppoosten van het Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte”, een beschrijving van het museum, zijn deze mensen opgeleid voor suppoost. - Omdat er regelmatig wisselingen plaats hebben zullen in deze beleidsperiode nieuwe vrijwilligers een dergelijke scholing krijgen. Conservator: - Op dit moment heeft het museum geen conservator. Daarom wordt getracht om iemand te vinden die deze taak op zich wil nemen. Uiteraard moet deze persoon over voldoende kennis van zake beschikken of zich daar in willen bekwamen.
5.3
AUTOMATISERING, KOPIEERMACHINE EN BEELDAPPARATUUR
18
-
Het museum beschikt over diverse computers waarop ook scanners en printers zijn aangesloten. - Deze worden gebruikt voor correspondentie, boekhouding, collectieregistratie, documentatie, het maken van tekstbordjes, educatief materiaal en uitnodigingen. De ICT-apparatuur wordt om de 3 jaar vervangen. - Ook voor de presentatie van foto- en filmbeelden wordt een computer gebruikt. - Voor de collectieregistratie wordt een databank in MS Access gebruikt. Deze databank is gebaseerd op de handleiding van het basisregistratiesysteem voor computers van de Stichting IMC. - In 2002 is een digitale fotocamera aangeschaft welke dienst doet bij openingen en andere bijzondere zaken m.b.t. het museum. Deze wordt tevens gebruikt om foto’s te maken van museumobjecten voor de collectieregistratie. De afschrijftijd van 5 jaar is inmiddels verstreken. - Ook is een DVD-speler aangeschaft, waardoor beeldmateriaal met behulp van een beamer vertoont kan worden aan bezoekers. Het museum heeft een eigen e-mailadres;
[email protected] en een eigen website www.janutenhoute.nl. - Technische deskundigheid is binnen het bestuur en bij enkele vrijwilligers aanwezig om het gebruik en vernieuwing van deze apparatuur te waarborgen.
5.4
VERZEKERINGEN -
-
5.5
Het museum heeft een Aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven afgesloten t.b.v al haar activiteiten. Bij de ABN-AMRO bank is een speciale verzekering voor museale objecten afgesloten. Hierin worden antiquiteiten, kunstvoorwerpen, kostbaarheden en overige inboedel gedekt. Alle objecten zowel in het museum als in het depot zijn verzekerd tegen alle schade aan of verlies van de verzekerde zaken, ongeacht of de schade is veroorzaakt door eigen gebrek, eigen bederf of uit de aard en de natuur van de verzekerde zaken zelf onmiddellijk voortspruit. De verzekerde som van de museumobjecten is gebaseerd op een taxatierapport vastgesteld door een beëdigd taxateur en moet om de 3 jaar worden aangepast. In de verzekering is een bedrag van € 11.344,51 opgenomen voor in bruikleen ontvangen objecten die in de wisseltentoonstelling worden gebruikt. De gehele collectie is verzekerd van “spijker tot spijker”, d.w.z dat bij uitleen van museumobjecten deze objecten ook tijdens vervoer en plaatsing zijn verzekerd tegen eventuele schade.
FINANCIEN EN BEGROTING Het museum verwerft haar inkomsten uit entreegelden en subsidies voor huisvesting en bedrijfsvoering. Voor speciale projecten worden projectsubsidies aangevraagd. Het museum werkt in principe budgettair neutraal en probeert een reserve op te bouwen voor onvoorziene uitgaven en nieuwe projecten. - De administratie wordt gevoerd volgens het boekhoudsysteem dubbelboekhouden in het boekhoudpakket Davi-Club 2000. - Jaarlijks wordt een begroting van baten en lasten opgesteld. De begroting is gebaseerd op de werkelijke inkomsten en uitgaven van het voorgaande boekjaar alsmede de te verwachten nieuwe inkomsten en uitgaven.
-
19
-
5.6
Jaarlijks wordt een reservering gemaakt voor eventuele calamiteiten en te verwachten nieuwe projecten.
MEERJARENBEGROTING
Meerjarenbegroting 2009-2013 Omschrijving Entreegelden Entreegelden leden Museumverkopen Gebruik accommodatie Subsidies Huurbijdrage Donaties/sponsoring Rente Overige inkomsten Totaal baten
Huur gebouwen huur depot 0nderhoudskosten Beveiligingskosten Energiekosten Zakelijke lasten Verzekeringen Kantoorbenodigdheden Communicatiekosten Vergaderkosten Huishoudelijke kosten Drukkosten Abonnementen Bibliotheek/documentatie Cursuskosten PR-kosten Collectiekosten Restauratiekosten Tentoonstellingskosten Afschrijvingskosten Totaal lasten
jaar 2009 jaar 2010 jaar 2011 jaar 2012 jaar 2013 Baten Baten Baten Baten Baten 2.000,00 2.100,00 2.200,00 2.300,00 2.400,00 1.300,00 1.300,00 1.300,00 1.300,00 1.300,00 1.000,00 1.100,00 1.200,00 1.300,00 1.400,00 350,00 350,00 350,00 350,00 350,00 14.200,00 14.250,00 14.300,00 14.350,00 14.400,00 1.900,00 1.950,00 2.000,00 2.050,00 2.100,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 200,00 200,00 200,00 200,00 200,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 21.950,00
22.250,00
22.550,00
22.850,00
23.150,00
Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten 11.700,00 11.900,00 12.100,00 12.300,00 12.500,00 2.200,00 2.300,00 2.400,00 2.500,00 2.600,00 650,00 650,00 650,00 650,00 650,00 450,00 450,00 450,00 450,00 450,00 200,00 200,00 200,00 200,00 200,00 600,00 600,00 600,00 600,00 600,00 800,00 800,00 800,00 800,00 800,00 400,00 400,00 400,00 400,00 400,00 700,00 700,00 700,00 700,00 700,00 50,00 100,00 100,00 100,00 100,00 1.000,00 800,00 800,00 800,00 800,00 100,00 250,00 250,00 250,00 250,00 250,00 250,00 250,00 250,00 250,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 150,00 150,00 150,00 150,00 150,00 500,00 500,00 500,00 500,00 500,00 500,00 500,00 500,00 500,00 500,00 200,00 200,00 200,00 200,00 200,00 300,00 300,00 300,00 300,00 300,00 1.100,00 1.100,00 1.100,00 1.100,00 1.100,00 21.950,00
22.250,00
20
22.550,00
22.850,00
23.150,00
6. SAMENVATTING De belangrijkste speerpunten waarbij in de periode 2009 - 2013 aandacht aan besteed dient te worden zijn: - Automatisering van registratie museumobjecten, documentatie en aanvullende gegevens over museumobjecten door studie of informatie van bezoekers. - Klimaatbeheersing van museumzolder en depotruimte. - Vervanging van de tekstbordjes bij de verschillende afdelingen van het museum, zo mogelijk door digitale apparatuur. - Voorbereiden van wisselexposities. - Herinrichting van verschillende expositieruimten. - Restauratie van een aantal nader te bepalen objecten. - Scholing van vrijwillige medewerkers tot suppoosten. - “Leidraad voor suppoosten van het Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte” aanvullen met passende informatie. - Het aantrekken van een deskundige conservator. - Verzamelen van objecten die te maken hebben met wonen tussen 1950 – 1960 en 1960 - 1970 - Optimaliseren van de brandveiligheid. - Calamiteitenplan actueel houden en vrijwilligers scholen voor BHV-er.
Dit beleidsplan is goedgekeurd door het bestuur van de Stichting Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte tijdens de bijeenkomst van 09-12-2008 te Etten-Leur.
Bijlagen: - Tekeningen Noodplannen - Klussenlijst 2009-2013
21