peritoneale dialyse
1.
Inleiding
Uw arts deelde u mee dat uw nieren niet meer voldoende werken en dat u moet starten met een behandeling die de functie van uw nieren overneemt (nierfunctievervangende therapie). Het opstarten van nierfunctievervangende therapie is een ingrijpende gebeurtenis. Deze brochure is bedoeld om de informatie die u van uw arts kreeg aan te vullen en te verduidelijken. Na afwegen van de verschillende vormen van nierfunctievervangende therapie (hemodialyse of kunstnier en peritoneale dialyse of buikdialyse) koos u voor peritoneale dialyse.
2.
Functie van de nieren
De nieren verwijderen afvalstoffen uit het bloed en zorgen ervoor dat het scheikundig evenwicht (de zuurtegraad …) en de hoeveelheid lichaamswater op peil worden gehouden. Daarnaast maken de nieren hormonen aan die het aantal rode bloedcellen optimaal houden en de bloeddruk regelen. Ook in de stofwisseling van het bot spelen de nieren een belangrijke rol. De nieren vervullen deze functies via een groot aantal onderdelen (ongeveer 1 miljoen per nier) die we nefronen noemen. Deze onderdelen bestaan elk uit een filter die kleine bloedvaatjes omsluit. In deze filter wordt het bloed gefiltreerd en op die manier worden afvalstoffen uit het bloed verwijderd. De gefiltreerde vloeistof (het filtraat) wordt via een minuscuul buizensysteem naar het nierbekken geleid en vandaar naar de urineblaas. Tijdens het transport doorheen dit buizensysteem wordt de samenstelling van het filtraat nog aangepast aan de behoeften van het lichaam. Nierziekten verlopen geleidelijk. Meer en meer nefronen worden ziek en vallen uit. De overblijvende gezonde nefronen nemen hun functie over maar raken daardoor overbelast. Ook de gezonde nefronen zullen vroeg of laat onder deze overbelasting begeven. De nieren hebben een grote reserve. U kan tot 70% van de nefronen verliezen zonder klachten te hebben. Pas wanneer meer dan 70% van uw nierfunctie is uitgevallen, ondervindt u daarvan hinder: vermoeidheid, slechte eetlust, zwelling (oedeem) van de enkels, kortademigheid, jeuk, vergeetachtigheid, concentratiestoornissen … Vroeg of laat wordt nierfunctievervangende therapie noodzakelijk. Meestal is dit het geval bij een nierfunctie tussen 10 en 15% van de normale werking, maar het juiste moment is niet precies te voorspellen. De arts zal samen met u de beslissing nemen. 2
De voornaamste overweging hierbij is hoe u zich voelt, hoeveel klachten u hebt, en of er al dan niet verwikkelingen of bijkomende ziekten (comorbiditeit) als een hartaandoening, diabetes … aanwezig zijn. Het juiste cijfer van uw nierfunctie speelt uiteraard een rol maar is niet het belangrijkste element.
3.
Wat is peritoneale dialyse?
Het buikvlies (peritoneum) bedekt de buikorganen en bekleedt de wand van de buikholte. Dit vlies is rijkelijk voorzien van kleine haarvaatjes (capillairen). Deze haarvaatjes zijn halfdoorlaatbaar. Zij laten de passage van kleine moleculen toe. Peritoneale dialyse maakt gebruik van deze eigenschap van de capillairen. Men brengt een hoeveelheid (meestal tussen 1,5 en 2 liter) vloeistof (dialysaat) in de buikholte. Doorheen de wand van de haarvaatjes gaan afvalstoffen over naar het dialysaat. Na een vooraf bepaalde tijd (de verblijftijd) laat men de buikholte leeglopen. De afvalstoffen worden samen met het dialysaat verwijderd. Deze cycli (inloop – verblijftijd – uitloop) worden meerdere keren per dag herhaald. Een wisseling kan manueel worden uitgevoerd, ofwel automatisch met een programmeerbaar toestel (de cycler). Om overtollig vocht te onttrekken, wordt glucose (suiker) aan het dialysaat toegevoegd. De hoge glucoseconcentratie in het dialysaat zuigt vocht uit de capillairen aan. Dit vocht wordt aan het einde van de cyclus met het dialysaat verwijderd. Er bestaan spoelvloeistoffen met een verschillend glucosegehalte. Een hoger glucosegehalte laat toe meer vocht te onttrekken maar wanneer u dit te vaak gebruikt, heeft dit ook nadelen. De glucose in de spoelvloeistof wordt opgenomen in het bloed. Glucose levert calorieën, met het risico op zwaarlijvigheid. Een te hoge glucosetoevoer doet het vetgehalte in het bloed stijgen. Hoge glucoseconcentraties in het dialysaat kunnen het buikvlies beschadigen. Om peritoneale dialyse lange tijd te kunnen uitvoeren, moet het buikvlies zo veel mogelijk beschermd worden. Wanneer u minder urine maakt, moet u de hoeveelheid vocht die u inneemt beperken.
4.
De peritoneale katheter
De spoelvloeistof loopt in de buikholte door een buisje (katheter). Een katheter voor peritoneale dialyse wordt onder algemene verdoving ingebracht tijdens een kijkoperatie. Om lekken van dialysaat langsheen de katheter te vermijden, wacht men na het inplanten van de katheter twee weken vooraleer te starten met peritoneale dialyse. In die tijd kan de katheter goed ingroeien in de buikwand.
3
5.
Plaatsing van de katheter
Zoals voor elke operatie voeren we vooraf enkele onderzoeken uit: een radiografie van hart en longen, een elektrocardiogram (hartonderzoek), een bloedname. De avond voor de ingreep wordt u opgenomen. De peritoneale dialyseverpleegkundige brengt merktekens aan op de huid zodat de chirurg precies weet waar de katheter geplaatst moet worden. De morgen van de operatie krijgt u een klein lavement en wordt de operatiestreek geschoren. Na de operatie blijft u één nacht in het ziekenhuis. De dag van ontslag verrichten we ’s morgens een proefspoeling: we laten via de katheter een kleine hoeveelheid dialysaat in de buikholte lopen. Op die manier voorkomen we dat de katheter verstopt door bloedklontertjes. Wanneer het verband bevuild is, wordt het ververst. De eerste weken na de operatie mag u de buikspieren niet te veel belasten en geen zware lasten tillen. Om verstopping (constipatie) te voorkomen, moet u indien nodig laxativa innemen. Na twee weken is de katheter voldoende ingegroeid en starten we de behandeling. In de tussentijd wordt de katheter nog enkele keren gespoeld en wordt het verband ververst. De verpleegkundige spreekt met u af wanneer u hiervoor mag langskomen op de dialyseafdeling. Indien u koos voor automatische peritoneale dialyse zal onze dialysetechnicus bij u thuis langskomen om na te gaan of de elektrische installatie voldoet om een automatisch dialysetoestel te kunnen gebruiken. Soms is een kleine aanpassing nodig. De kosten hiervan worden volledig door het ziekenhuis gedragen.
6.
De opleiding
Twee weken na plaatsing van de katheter start de eigenlijke behandeling. Peritoneale dialyse is een techniek die u volledig zelf kan uitvoeren, maar uiteraard voorzien we hiervoor in een opleiding. Voor deze opleiding verblijft u gedurende een tiental dagen in het ziekenhuis. De dag van de opname gebeurt eerst een bloedname in het laboratorium. Om praktische redenen en om besmettingen te voorkomen, verblijft u in een éénpersoonskamer. Omdat dit om medische redenen noodzakelijk is, brengt dit voor u geen bijkomende kosten met zich mee. 4
De opleiding start met het aanleren van manuele wisselingen (met een moeilijke term aangeduid als CAPD: continue ambulante peritoneale dialyse). Bij elke wisseling laat u eerst de buikholte leeglopen, om nadien verse spoelvloeistof te laten inlopen. Een klassiek CAPD-schema voorziet in vier wisselingen per dag, om de vier tot vijf uur. Een praktisch voorbeeld: 7 uur – 12.30 uur – 17.30 uur – 23 uur. Een wisseling neemt ongeveer een half uur in beslag. Overdag blijft de vloeistof gedurende een vijftal uur in de buikholte. De vloeistof die bij de laatste wisseling inloopt, blijft ’s nachts in de buikholte, met een verblijftijd van een achttal uur. Aan het einde van elke wisseling worden afvalstoffen en overtollig vocht uit het lichaam verwijderd met de spoelvloeistof. Om precies te weten hoeveel vocht werd verwijderd, dient u telkens te wegen hoeveel spoelvloeistof er inloopt, en hoeveel spoelvloeistof er na de verblijftijd weer uitloopt. Het verschil tussen beide is de hoeveelheid vocht die werd onttrokken (ultrafiltratie). U noteert deze gewichten op een volgblad. Op dit volgblad noteert u ook uw bloeddruk en het nuchtere lichaamsgewicht ’s morgens na de eerste inloop. Op die manier kan u nagaan of uw gewicht niet te veel afwijkt van het streefgewicht dat de arts bepaalde. Dit is het gewicht waarbij er geen overtollig vocht in uw lichaam aanwezig is. Dit gewicht mag niet te veel worden overschreden om kortademigheid, zwellingen en hoge bloeddruk te voorkomen. Uw arts zal het ideale gewicht regelmatig herevalueren en indien nodig aanpassen. Zo zal het streefgewicht verhogen als u last hebt van krampen of lage bloeddruk, en zal het verlagen als u om een of andere reden tijdelijk minder kan eten, als uw bloeddruk stijgt, of als u vocht opstapelt (zwelling van de voeten, kortademigheid …). De wisselingen kunnen automatisch uitgevoerd worden met een toestel dat hiervoor geprogrammeerd wordt: de cycler. Deze vorm van peritoneale diayse noemen we APD (automatische peritoneale dialyse). APD wordt in principe ’s nachts uitgevoerd, terwijl u slaapt. Deze vorm van peritoneale dialyse geeft u meer vrijheid overdag. Indien u kiest voor APD leggen we u deze techniek ook uitgebreid uit, na het aanleren van de manuele wisselingen. U leert het toestel ’s avonds klaar te maken. Nadien sluit u zich aan op het toestel door uw peritoneale dialysekatheter te verbinden met de vloeistoflijn van het toestel. Het toestel zorgt dan voor de wisselingen. De instructies voor deze wisselingen (lengte van de verblijftijd, aantal wisselingen, volume van de wisselingen …) stelt de nefroloog op en programmeert de verpleegkundige op een geheugenkaartje. Bij de meeste patiënten die behandeld worden met APD vult het toestel ’s morgens de buikholte met 5
spoelvloeistof die overdag aanwezig blijft. Op die manier loopt de behandeling ook overdag door en wordt een maximale efficiëntie bereikt. Het toestel heeft een aantal alarmen die u verwittigen bij probleemsituaties, bvb een trage uitloop. Tijdens uw opleiding in het ziekenhuis leren de verpleegkundigen u wat te doen bij de verschillende alarmsituaties. Peritoneale dialyse met een cycler is volstrekt ongevaarlijk. U hoeft zeker niet te panikeren bij een alarm. Een alarm duidt op een technisch probleem, uw gezondheid is hierbij niet in gevaar. De belangrijkste verwikkeling van peritoneale dialyse is een buikvliesontsteking (peritonitis). Om deze complicatie te voorkomen, leert u hoe u steriel moet werken. Ook de verbandzorg wordt aangeleerd. Indien u de instructies goed opvolgt, is een buikvliesontsteking heel zeldzaam. Wanneer nodig zal ook de partner in de opleiding worden betrokken. Een thuisverpleegkundige kan u met de behandeling bijstaan. Aan het einde van uw ziekenhuisverblijf bepaalt de nefroloog in samenspraak met u en de verpleegkundigen het dialyseschema dat voor u het meest geschikt is. U krijgt concrete instructies mee op basis van dit dialysevoorschrift. Peritoneale dialyse is een behandeling die u zelf in handen neemt. Naast een degelijke opleiding zijn een volgehouden discipline en zin voor verantwoordelijkheid essentieel om de behandeling te doen slagen. U kan steeds, 24 uur op 24, een beroep doen op een verpleegkundige van het dialysecentrum. In een aantal gevallen kan deze hulp ook ’s nachts nodig zijn. Voor medische zaken kan u de spoedopname van het ziekenhuis contacteren. Tijdens de training zal u duidelijk worden dat de meeste alarmsituaties eenvoudig op te lossen zijn.
7.
Dieet
Op het moment dat u met dialyse start, werken uw nieren onvoldoende maar maken zij nog urine. Dit zal geleidelijk afnemen; sommige patiënten kunnen helemaal geen urine meer maken. Het vocht dat u inneemt, kan zich gemakkelijk opstapelen indien u weinig of geen urine meer maakt. Een overdreven opstapeling van vocht doet uw bloeddruk stijgen. Een overdreven vochtopstapeling kan ook zeer uitgesproken kortademigheid veroorzaken als het vocht overloopt in de longblaasjes (longoedeem). Om deze problemen te vermijden, mag u niet te veel drinken. U moet uw vochtin6
name afstemmen op uw restdebiet (= de hoeveelheid urine die u nog maakt). U mag ongeveer 700 ml vocht innemen per dag, plus uw restdebiet. Een handige methode om uw vochtinname te controleren, is uw gewicht op te volgen. Indien uw gewicht toeneemt en u toch voldoende ultrafiltreert, betekent dit dat u te veel drinkt. Een ander belangrijk gegeven in verband met dieet is kalium: een mineraal dat in verschillende voedingsstoffen (fruit, groenten …) aanwezig is. Voor een correcte werking van uw spieren is het zeer belangrijk dat het kaliumgehalte in uw bloed binnen normale grenzen blijft. Hoge kaliumwaarden in uw bloed kunnen aanleiding geven tot spierverlammingen en tot levensgevaarlijke ritmestoornissen van de hartspier. Het is zeer belangrijk dat u de instructies in verband met kaliumbeperking strikt opvolgt. U kan hieromtrent onze dieetbrochure raadplegen. Bij twijfel zal onze diëtiste u bijstaan. Zoutbeperking is nodig om het dorstgevoel te beperken en de bloeddruk onder controle te houden.
8.
Ontslag
Bij uw ontslag uit het ziekenhuis zal een peritoneale dialyseverpleegkundige meegaan om bij u thuis het toestel voor de eerste keer klaar te maken voor de behandeling. Een week na het ontslag komt u op raadpleging in het ziekenhuis. Naderhand worden de raadplegingen gespreid. Als alles vlot verloopt, komt u om de zes weken naar het ziekenhuis. Bij iedere raadpleging gaan we na of de behandeling voldoende werkt. Er gebeurt een bloedname. U brengt een staal van het uitloopvolume en een 24 uur-urinecollectie mee. De volgbladen worden nagekeken en besproken. Bij patiënten die behandeld worden met APD lezen we de behandelingsgegevens op het geheugenkaartje af.
9.
Vakantie
Dat u dialysepatient bent, betekent niet dat u niet meer kan reizen. Peritoneale dialyse biedt u meer mogelijkheden en meer vrijheid dan hemodialyse. De materialen die u voor de behandeling nodig hebt, worden door de firma op de plaats van uw vakantiebestemmng afgeleverd. Het is belangrijk uw reisplannen minstens een maand op voorhand aan de dialyseafdeling mee te delen zodat de nodige regelingen genomen kunnen worden. 7
NUTTIGE TELEFOONNUMMERS Hoofdverpleegkundige
Ludwijn Van Wyngene
056 63 33 65
Adjunct-hoofdverpleegkundige
Annie Masselis
056 63 33 65
Peritoneale dialyseverpleegkundige
056 63 33 63 0477 77 86 76
Secretariaat nefrologie
056 63 33 60
Dialysediëtiste
Nathalie Logghe
056 63 33 92
Sociaal assistente dialyse
An Van Keirsbilck
056 63 68 69
Dienst spoedopname
vzw az groeninge, zetel: President Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk t. 056 63 63 63 | f. 056 63 63 69, www.azgroeninge.be vu: Jan Deleu, President Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk
8
056 63 61 12
doc.nr. 46323- november 2010