LOKO INTERNATIONAAL/ONDERWIJS NEIL SIMONS
Algemeen Bureau – 15 oktober 2012
NOTA Beleidsplan internationaal 1. Inleiding De KU Leuven profileert zich als een open instelling, toegankelijk voor een zo breed mogelijk publiek. Hierbij tracht de Leuvense universiteit ook een zo hoog mogelijk onderwijs - en onderzoeksniveau aan te bieden. Dergelijke filosofie kan LOKO enkel toejuichen. In onze hedendaagse samenleving vervagen de grenzen tussen de nationale staten meer en meer. Internet brengt ons in contact met alle verbonden uithoeken van de wereld. Lange afstandsreizen is voor velen geen utopie meer. Maar we stellen ook vast dat er een zekere afstand bewaard blijft tussen ons en ‘de andere’. De stap in het onbekende vereist aanvankelijk een gezonde dosis lef en doorzettingsvermogen. Contacten met mensen met andere waarden en opvattingen lopen niet altijd van een leien dakje. Ontgoochelingen en conflicten zijn daarbij niet ondenkbaar. Maar wie er uiteindelijk
in
slaagt
deze
obstakels
te
overwinnen,
zal
competenties
als
inlevingsvermogen, flexibiliteit en kritische zelfreflectie verder aanscherpen. We dienen nog eens niet zo ver te gaan kijken om contacten tussen verschillende culturen
waar
te
nemen.
De
Belgische
samenleving
is
meer
dan
ooit
een
ontmoetingsplaats voor culturen. Inspirerende ontmoetingen met andere culturen worden vandaag de dag echter nog steeds overschaduwd door onwetendheid en de daaruit voortvloeiende angst voor de andere. Of de Belgische samenleving dan ook werkelijk een plaats van ontmoeting is, kunnen we betwijfelen. Gelet op de Europese vrijheden en de constante stroom van asielzoekers naar België kunnen we niet anders dan vaststellen dat een cultureel homogeen Vlaanderen een utopie is (in de toekomst). Indien we onwetendheid en angst kunnen vervangen door vertrouwdheid en wederzijds respect zijn we samen in staat om een tot vandaag te weinig benutte bron van intellectuele, sociale en culturele rijkdom aan te wenden.
De vraag stelt zich dan ook hoe we deze opvattingen kunnen kaderen in het debat rond onderwijs in een internationale context. Zonder politieke belangen te behartigen zijn we Nota
Beleidsplan internationaal
1
van mening dat de universitaire samenleving in zijn geheel, en de studentenpopulatie in het bijzonder, een motor kan zijn in de creatie van een werkelijke ontmoetingsplaats van culturen. Dit biedt zowel de nodige voordelen voor de individuele student, die voorbereid wordt op een loopbaan in een geglobaliseerde wereld, als voor België en in ruimere zin Europa. Zowel België als Europa zijn een samenkomen van culturen die samen een antwoord trachten te bieden op de uitdagingen van een geglobaliseerde wereld. Bij dit samenkomen van culturen dienen we te voorkomen dat al te grote fricties ontstaan, die een efficiënt samenwerken in de weg staan. In dit maatschappelijke proces is een belangrijke rol weggelegd voor LOKO en de kringen. Vanuit de basis kunnen we werken aan een mentaliteitsverandering. Hierbij betrachten we uiteindelijk open, ruimdenkende en (zelf)kritische studenten af te leveren. De student van vandaag en morgen dient een minimum aan internationale ervaring te hebben gehad, waarin de (ondersteunde) kans wordt geboden om belangrijke interculturele competenties te ontwikkelen. Niemand heeft echter de waarheid in pacht en er kunnen goede argumenten bestaan om de hierboven voorgestelde weg niet in te slaan. Het is dan ook noodzakelijk dat kritische stemmen hun bedenkingen in een vertrouwenklimaat kunnen opwerpen om uiteindelijk samen tot een compromisoplossing te komen.
Na de uiteenzetting van de achterliggende gedachtegang van de beleidsdoelstellingen gaan we vervolgens dieper in op die beleidsdoelstellingen. Het is gepast om met een positieve noot te beginnen. De Leuvense universiteit toont de laatste jaren meer en meer aandacht voor het internationaliseringsvraagstuk. Verwijzen we hierbij onder meer naar het internationaal beleidsplan uit 2010. 1 We onthouden jullie ook niet de positieve bemerkingen die vele internationale studenten uiten in het kader van de ‘International Student Barometer’. 2 Eramus is als concept ruim gekend bij de studenten. Toch zijn er ook nog punten vatbaar voor verbetering. Het komt ons in de eerste plaats toe deze punten weer te geven. In tweede instantie wordt een aanzet tot verbetering meegegeven. De rode draad in dit verhaal is de noodzaak om de gevoeligheid en interesse bij de Belgische student inzake internationalisering te verhogen. We dienen de student te 1 http://www.kuleuven.be/internationaal/visie/strategisch_plan.pdf 2 http://nieuws.kuleuven.be/node/8714 (Internationale studenten opnieuw vol lof over K.U.Leuven)
Nota
Beleidsplan internationaal
2
overtuigen van de meerwaarde van internationale ervaringen voor de persoonlijke ontwikkeling op intellectueel en sociaal vlak. De taak van LOKO en de kringen bestaat erin hiertoe het gepaste kader aan te reiken waarbinnen de student zijn competenties ten volle kan ontwikkelen. Indien we hierin niet zelf kunnen voorzien, dient er druk uitgeoefend te worden op de betrokken instellingen.3 Het kader dat de student dient aangereikt te worden, valt uiteen in drie componenten: uitgaande mobiliteit, inkomende mobiliteit en internationalisation at home. Deze drie elementen zijn verweven en staan geenszins los van elkaar.
2. Uitgaande mobiliteit Ondanks de naambekendheid van onder meer het Erasmusprogramma gaan nog steeds een minderheid van de studenten naar het buitenland in het kader van hun opleiding. Het promoten van deze uitgaande projecten door diverse actoren uit de universitaire gemeenschap behoort dan ook tot één van de grote uitdagingen. Hierbij dient de student ook inzicht te krijgen in de meerwaarde van dergelijke buitenlandse ervaring.
In de
eerste plaats komt deze rol toe aan het academische persoon, in het bijzonder de professoren. Verder kunnen ook medestudenten wijzen op de meerwaarde van een internationale ervaring. Dit kan gebeuren door het organiseren van praatavonden, losse contacten, aandacht binnen de PAL-sessies, … Het
begrip
uitgaande
mobiliteit
dekt
een
breed
kader
van
projecten.
Het
Erasmusprogramma is door allen gekend. Daarnaast kunnen we ook wijzen op stageplaatsen in het buitenland en zomerscholen. Bij deze laatste voorbeelden is het mogelijk dat de activiteit buiten het curriculum valt. Wij zijn van mening dat het mogelijk moet zijn om in de eerste plaats zomerscholen als studiepunten op te nemen in het leertraject van de student. Hierbij dient wel de kwaliteit van het aangereikte aanbod verzekert te worden. Merken we op dat de GPS-gids internationalisering voor studenten een aanzet vormt tot het bijeenbrengen van verscheidene projecten. In een overzichtelijk en eenvoudig hanteerbaar portaal biedt de KU Leuven hier ook praktische informatie aan om tot het project toe te treden. Het verdient dan ook de aanbeveling om de studenten in te lichten over het bestaan van dit portaal.4 Daarnaast kan het portaal verder uitgebouwd worden, eventueel met facultaire subcategorieën. Wij zijn het idee genegen dat deze
3 In een oudere beleidsnota pleitte LOKO nog voor de oprichting van een volwaardige facultaire Cel Internationalisering. We vragen ons dan ook af of deze doelstelling reeds is gerealiseerd? 4 LOKO internationaal is voorstander van een link te plaatsen op de webafdeling van LOKO internationaal.
Nota
Beleidsplan internationaal
3
GPS-gids als paraplu werkt en reeds bestaande informatie hier integraal onder te brengen of aan te bieden via link. In verband met de zomerscholen kunnen we nog wijzen op het prijzige karakter. Hierdoor blijken weinig Belgische studenten hun weg te vinden naar deze initiatieven. De student zal hier ook weinig financieringsvormen terugvinden, waardoor hij/zij de volledige last zal dragen. Het is dan ook aan te bevelen om overheidsinstanties 5 en privéinstellingen aan te sporen om geld ter beschikking te stellen. Er bestaan wel voorbeelden waar
de
Leuvense
universiteit
reeds
een
akkoord
heeft
gesloten
met
een
partneruniversiteit en een vrijstelling van inschrijvingsgeld heeft bedongen. Dit pad dient verder bewandeld te worden. Ook kan de Leuvense universiteit zelf trachten om meer en langerlopende zomerscholen in te richten. Dit kan eventueel gebeuren in samenwerking met een partneruniversiteit uit Franstalig België of een naburig land. Hierbij zouden de sessies zowel aan de Leuvense universiteit als aan de partneruniversiteit doorgaan.
Als de student uiteindelijk beslist op buitenlands avontuur te gaan werpt zich het vraagstuk van de begeleiding op. Hierbij zijn er twee opties. We laten de student los, laten hem fouten maken en problemen ondervinden. Hieruit zal de student uiteindelijk zelf zijn/haar levenslessen trekken. Anderen zijn voorstander van een begeleiding, zowel voor, tijdens als na de internationale uitgaande ervaring. Hoe ver we hier dienen te gaan staat open voor discussie. Een bepamperende houding lijkt ons echter niet in lijn te zijn van de achterliggende doelstellingen van uitgaande mobiliteit. De student dient op zelfstandige basis uiteindelijk ook een eigen weg uit te stippelen. Het lijkt ons hier aangewezen om reeds bestaande initiatieven uit te wisselen en te komen tot een gemeenschappelijk kader. LOKO is van mening dat een weloverwegen begeleiding de meer geschikte optie is. Niet iedere student die een buitenlandervaring (alleen) opdoet, leert daar ook van. De student loslaten heeft niet altijd een goede uitkomst. Soms leidt het zelfs tot een vroegtijdig afbreken van zijn internationaal verhaal.
3. Internationalisering at home. Ondanks de naambekendheid van onder meer het Erasmusprogramma gaan nog steeds een minderheid van de studenten naar het buitenland in het kader van hun opleiding. Het promoten van deze uitgaande projecten door diverse actoren uit de universitaire gemeenschap behoort dan ook tot één van de grote uitdagingen. Hierbij dient de student ook inzicht te krijgen in de meerwaarde van dergelijke buitenlandse ervaring.
In de
eerste plaats komt deze rol toe aan het academische persoon, in het bijzonder de 5 Er is minimale financiële hulp voor enkele landen waar de Vlaamse overheid een akkoord heeft mee gesloten.
Nota
Beleidsplan internationaal
4
professoren. Verder kunnen ook medestudenten wijzen op de meerwaarde van een internationale ervaring. Dit kan gebeuren door het organiseren van praatavonden, losse contacten, aandacht binnen de PAL-sessies, … Het
begrip
uitgaande
mobiliteit
dekt
een
breed
kader
van
projecten.
Het
Erasmusprogramma is door allen gekend. Daarnaast kunnen we ook wijzen op stageplaatsen in het buitenland en zomerscholen. Bij deze laatste voorbeelden is het mogelijk dat de activiteit buiten het curriculum valt. Wij zijn van mening dat het mogelijk moet zijn om in de eerste plaats zomerscholen als studiepunten op te nemen in het leertraject van de student. Hierbij dient wel de kwaliteit van het aangereikte aanbod verzekert te worden. Merken we op dat de GPS-gids internationalisering voor studenten een aanzet vormt tot het bijeenbrengen van verscheidene projecten. In een overzichtelijk en eenvoudig hanteerbaar portaal biedt de KU Leuven hier ook praktische informatie aan om tot het project toe te treden. Het verdient dan ook de aanbeveling om de studenten in te lichten over het bestaan van dit portaal.6 Daarnaast kan het portaal verder uitgebouwd worden, eventueel met facultaire subcategorieën. Wij zijn het idee genegen dat deze GPS-gids als paraplu werkt en reeds bestaande informatie hier integraal onder te brengen of aan te bieden via link. In verband met de zomerscholen kunnen we nog wijzen op het prijzige karakter. Hierdoor blijken weinig Belgische studenten hun weg te vinden naar deze initiatieven. De student zal hier ook weinig financieringsvormen terugvinden, waardoor hij/zij de volledige last zal dragen. Het is dan ook aan te bevelen om overheidsinstanties 7 en privéinstellingen aan te sporen om geld ter beschikking te stellen. Er bestaan wel voorbeelden waar
de
Leuvense
universiteit
reeds
een
akkoord
heeft
gesloten
met
een
partneruniversiteit en een vrijstelling van inschrijvingsgeld heeft bedongen. Dit pad dient verder bewandeld te worden. Ook kan de Leuvense universiteit zelf trachten om meer en langerlopende zomerscholen in te richten. Dit kan eventueel gebeuren in samenwerking met een partneruniversiteit uit Franstalig België of een naburig land. Hierbij zouden de sessies zowel aan de Leuvense universiteit als aan de partneruniversiteit doorgaan.
Als de student uiteindelijk beslist op buitenlands avontuur te gaan werpt zich het vraagstuk van de begeleiding op. Hierbij zijn er twee opties. We laten de student los, laten hem fouten maken en problemen ondervinden. Hieruit zal de student uiteindelijk zelf zijn/haar levenslessen trekken. Anderen zijn voorstander van een begeleiding, zowel 6 LOKO internationaal is voorstander van een link te plaatsen op de webafdeling van LOKO internationaal. 7 Er is minimale financiële hulp voor enkele landen waar de Vlaamse overheid een akkoord heeft mee gesloten.
Nota
Beleidsplan internationaal
5
voor, tijdens als na de internationale uitgaande ervaring. Hoe ver we hier dienen te gaan staat open voor discussie. Een bepamperende houding lijkt ons echter niet in lijn te zijn van de achterliggende doelstellingen van uitgaande mobiliteit. De student dient op zelfstandige basis uiteindelijk ook een eigen weg uit te stippelen. Het lijkt ons hier aangewezen om reeds bestaande initiatieven uit te wisselen en te komen tot een gemeenschappelijk kader. LOKO is van mening dat een weloverwegen begeleiding de meer geschikte optie is. Niet iedere student die een buitenlandervaring (alleen) opdoet, leert daar ook van. De student loslaten heeft niet altijd een goede uitkomst. Soms leidt het zelfs tot een vroegtijdig afbreken van zijn internationaal verhaal.
4. Inkomende mobiliteit De laatste jaren bemerken we een opgang van het aantal internationale studenten. De ‘International Student Barometer’ toont aan dat de internationale studenten grotendeels tevreden zijn over hun verblijf in Leuven. Toch willen we enkele mindere punten hier uitlichten. Vanuit LOKO willen we het voorbeeld geven om de communicatie naar de studenten in het Nederlands en Engels te laten voorlopen en dit voor alle activiteiten waar ook internationale studenten aan kunnen deelnemen. Een vertaling van de websites van zowel LOKO als de kringen verdient de aanbeveling. Op deze manier wordt de internationale student ook aangetrokken naar die activiteiten waar vele Belgische studenten aanwezig zijn. Internationale studenten arriveren pas in de maand september in Leuven. Op dit moment zijn reeds vele koten verhuurd. Hierdoor is de prijs/kwaliteitsverhouding van de ter beschikkingstaande koten niet altijd optimaal. Het verdient dan ook de aanbeveling om een voldoende aantal koten te reserveren voor internationale studenten. Verder is het niet ondenkbaar dat het samenbrengen van internationale en Belgische studenten onder één dak tot culturele fricties aanleiding geeft. Een initiatief waar we als LOKO achterstaan is de kotcoach van de huisvestingsdienst van de KU Leuven. Deze probeert te bemiddelen bij culturele disputen tussen kotbaas en de internationale bevolking. Zij kan ook preventief ingezet worden in een huis met een internationale bevolking, om veel voorkomende problemen voortkomend uit cultuur te voorkomen. Gelet op het beperkt aantal kotcoachen zullen enkel grote disputen behandeld worden. LOKO Internationaal kan daarom als aanspreekpunt voor kleinere wrijvingen dienen en eventueel op informele basis proberen te bemiddelen. Indien de situatie escaleert zal de zaak doorverwezen worden naar de huisvestigingsdienst. Een verdere uitbouw van het aantal kotcoachen verdient ook de aanbeveling.
Nota
Beleidsplan internationaal
6
De Engelse taalvaardigheid van een niet te onderschatten aandeel internationale studenten laat vaak de wensen over. Het kan nuttig zijn om (verplichte) taaltesten te voorzien, waarop aansluitend een (facultatieve of verplichte) spoedcursus Engels wordt aangeboden.8 Het CLT heeft reeds veel ervaring met taalonderwijs. Nagegaan dient te worden of het mogelijk is om reeds in september internationale studenten een stoomcursus (academisch) Engels te geven en dit doorheen het academiejaar te bestendigen in de vorm van praatklassen en wekelijkse lessen. Eventueel kan ook aan 1 op 1 tutoring gedacht worden door studenten Taal-en Letterkunde die de Engelse taal als optie hebben.
Voor internationale studenten is de aanpassing aan het Vlaamse onderwijssysteem vaak niet even eenvoudig. Nieuwe lesvormen, andere examineermethodes, een gebrekkige kennis van de (Engelse) taal, … dragen bij tot moeilijkheden op het onderwijs pad. We stellen als doelstelling voorop om deze problemen op gestructureerde en overzichtelijke wijze in kaart te brengen. Wij vragen dan ook na te gaan of de installering van een raad voor internationale studenten opportuun is. We hebben vooral de studenten met een één – of tweejarig verblijf op het oog. Merken we op dat deze raad ook het Belgisch onderwijssysteem vanuit een ander perspectief benadert en alzo ook een meerwaarde voor Belgische studenten kan leveren. Binnen deze raad kunnen weerkerende problemen snel aan het licht komen. Diverse internationale studenten hebben immers eigen noden. In de mate van het mogelijke dient hier op in gespeeld te worden. Bovenal de steeds groter wordende Chinese studentengemeenschap blijft buiten het sociale leven in Leuven. Speciale aandacht dient uit te gaan naar deze studenten, daar zij de belangrijkste groep niet-Europese studenten vormen. LOKO hoopt ook dat de Leuvense kringen zullen blijven verder investeren in hun internationale werking. LOKO Internationaal wilt een kader aanbieden waarbinnen de diverse kringen hun gedachten en ervaringen kunnen uitwisselen.
De Leuvense studentenpopulatie is zeer divers, waardoor het opleidingsniveau en de voorkennis soms te gering zijn om een bepaald vak te volgen. Om de achterstand weg te werken kan gedacht worden aan PAL in een internationale context. Er bestaan reeds initiatieven om internationale studenten in te lichten over de examineringswijzen, maar deze zijn niet altijd gekend. Daarbij dient in rekening genomen te worden dat de aandacht 8 Zie reeds: http://med.kuleuven.be/Faculteit_Geneeskunde/english/borders/internationalstudents-school-of-dentistry,
Nota
Beleidsplan internationaal
7
van de studenten bij het onthaal nog niet op de examens van januari gericht zal zijn. Een weloverwegen strategische inplanning en promotie van deze informatiesesies verdient dan ook de aanbeveling.
ALGEMENE PUNTEN Docentenevaluatie vanuit internationaal oogpunt: - taalvaardigheden - wordt in de les aandacht besteedt aan internationale componenten (zou het een vereiste voor elke les moeten zijn om een minimum aan internationale inslag moeten hebben?) - de nodige interculturele vaardigheden om de internationale groep studenten zo goed mogelijk te begeleiden en de extra leerkansen die deze context biedt - promoten van internationale ervaringen ???
Engelstalige versie voor het OER-document
Nota
Beleidsplan internationaal
8
VERKORTE VERSIE
Punt
A:
Belgische
studenten
warm
maken
voor
internationale contacten We beogen uiteindelijk open, ruimdenkende en (zelf)kritische studenten af te leveren. De student van vandaag en morgen dient een minimum aan internationale ervaring te hebben
gehad,
waarin
de
(ondersteunde)
kans
wordt
geboden
om
belangrijke
interculturele competenties te ontwikkelen. Het is hierbij belangrijk de gevoeligheid en interesse bij de Belgische student inzake internationalisering te verhogen. Wij ijveren voor het optrekken van de aandacht voor internationaal-georiënteerde activiteiten. Zowel de universiteit als instelling, het academisch personeel als de kringen dienen meer informatie te verspreiden over de reeds bestaande activiteiten en hun meerwaarde voor de intellectuele en sociale ontwikkeling van student.
Punt
B:
Het
ontwikkelen
van
een
drieledig
kader
waarbinnen de student zijn interculturele competenties kan ontwikkelen
Voorafgaand subpunt 1: De
‘GPS-gids
internationalisering
voor
studenten’
dient
binnen
de
universitaire
gemeenschap uit te groeien tot een vertrouwd begrip, waarvan elke beginnende student het
bestaan
van
af
weet.
Elke
activiteit/
maatregel
ter
bevordering
van
de
naambekendheid ondersteunen wij. Zo stellen wij voor dat LOKO en de kringen een duidelijke link plaatsen op hun website en sociale media. Indien nodig kan een flyercampagne overwogen worden.
Wij vragen eenieder te reflecteren over de verdere uitbouw van de GPS-gids.
1. UITGAANDE MOBILITEIT
Nota
Beleidsplan internationaal
9
i) Wij vragen om reeds bestaande projecten actiever te promoten. In het bijzonder dient de aandacht voor summer schools opgedreven te worden. iii) Wij vragen de uitbouw van een financieringssysteem ter ondersteuning van de deelname aan summer schools en (vrijwillige) stages in het buitenland iii) Wij vragen de uitwerking van meer Leuvense summer schools en dit bij voorkeur in samenwerking met buitenlandse of Franstalig Belgische universiteiten iv) LOKO (internationaal) is van mening dat uitgaande studenten zowel voor, tijdens als na op een doordachte wijze begeleidt dienen te worden. De initiatieven hier rond bestaan reeds, maar wij vragen om binnen het kader van LOKO gedachten en ervaringen uit te wisselen. Een tegenvallende internationale ervaring, te wijten aan een gebrekkige begeleiding, heeft immers averechtse effecten.
2. INTERNATIONALISATION AT HOME i) Het verdient de aanbeveling de resultaten van het ISBI-project te verspreiden aan de studenten(vertegenwoordigers). Eventueel kan hier gedacht worden aan het organiseren van een aantal lezingen, die navolgende projecten beter toelichten. Noteer dat ook deze verspreiding van de onderzoeksresultaten de GPS-gids in het daglicht zal stellen. ii) Het verdient de aanbeveling om activiteiten te ontwikkelen of verder uit te bouwen die gericht zijn op de ontmoeting tussen de Vlaamse en internationale student. In de uitgebreide nota geven wij enkele mogelijke pistes. Internationale studenten zijn over het algemeen tevreden over hun verblijf in Leuven, maar merken vaak op dat de contacten met Belgische studenten gering zijn. iii) Wij vragen om het onderwijsprogramma aan de Leuvense universiteit te herdenken vanuit een internationaal perspectief. Wij reiken hierboven talrijke pistes aan. Wij benadrukken dat de student een minimum aan internationale ervaring dient op te doen, dit betekent geenszins dat wij elke opleiding volledig op internationale leest willen schoeien. a) We bevelen aan om het ICOM-project nauwgezet op te volgen. ICOM beoogt het versterken van de kwaliteit van de internationale dimensie in Bacheloropleidingen en kent zijn einddatum in 2013. b) Wij vragen tot de inrichting van autonome anderstalige opleidingen. Hierbij stappen we af van de equivalentieregel die bepaalt dat er telkens in een Nederlandstalige tegenhanger voorzien dient te worden. Let wel op: wij leggen hiervoor strenge vereisten op. Wij zijns geenszins voorstander van een blinde verengelsing van het onderwijs.
Nota
Beleidsplan internationaal
10
3. INKOMENDE MOBILITEIT i) Vanuit LOKO willen we het voorbeeld geven om de communicatie naar de studenten in het Nederlands en Engels te laten voorlopen en dit voor alle activiteiten waar ook internationale studenten aan kunnen deelnemen. Een vertaling van de websites van zowel LOKO als de kringen verdient de aanbeveling. Op deze manier wordt de internationale student ook aangetrokken naar die activiteiten waar vele Belgische studenten aanwezig zijn. ii) Wij vragen een verhoogde aandacht voor de problemen ivm huisvestiging van internationale studenten. iii) Wij bevelen aan om internationale studenten reeds bij hun aankomst hun Engelse taalkennis te testen en eventueel een spoedcursus academische Engels te nemen. iv) Wij vragen de oprichting van een raad voor internationale studenten. Dit spoor kan tweeledig zijn. Enerzijds kunnen de verantwoordelijken internationaal binnen de kringen in overleg treden. Daarnaast kan het zeer interessant zijn om internationale studenten zelf een stem te geven, in de vorm van een eigen raad. v) Wij vragen om de problemen rond Belgische examineringsvormen verder in kaart te brengen en initiatieven te nemen internationale studenten beter in te lichten over mogelijke valkuilen.
PUNT
C:
Aanvullingen
op
andere
domeinen
vanuit
internationaal perspectief 1. In de docentenevaluatie dienen criteria opgenomen te worden die de docent vanuit internationaal perspectief evalueren: - taalvaardigheden - wordt in de les aandacht besteedt aan internationale componenten (zou het een vereiste voor elke les moeten zijn om een minimum aan internationale inslag moeten hebben?) - de nodige interculturele vaardigheden om de internationale groep studenten zo goed mogelijk te begeleiden en de extra leerkansen die deze context biedt - promoten van internationale ervaringen ???
2. Een Engelstalige versie voor het OER-document van LOKO verdient de aanbeveling.
Nota
Beleidsplan internationaal
11