INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Programma
INTER-‐PSY
Inleiding “AuGsme Spectrum Stoornissen; implicaGes voor de werkvloer & auGsme vriendelijke omgeving” Dineer Aggression Management DisfuncGonele denkschema's & cogniGes; in standhoudende arbeidsbelemmerende cogniGes en gedragingen. CasuïsGek & Discussie
W E R K T Deskundigheidsbevordering bedrijfsartsen
Carl Blijd (kj)psychiater/directeur behandelzaken
C. Blijd, 2012
Wat is auGsme? genen, hersengebieden
“AuGsme Spectrum Stoornissen; implicaGes voor de werkvloer & auGsme vriendelijke omgeving”
verklaringsmodellen
Carl Blijd (forensisch) (kinder-‐& jeugd) Psychiater INTER-‐PSY Directeur Behandelzaken CONDUCTORE
symptomen/kerndomeinen diagnose
C. Blijd, 2012
naar Morton & Frith, 1995
DSM-‐IV-‐TR Voor het 3e levensjaar
1. Gedrag Triade van stoornissen C. Blijd, 2012
© INTER-PSY, 2012
C. Blijd, 2012
1
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
3 kerndomeinen
Afwijkende sociale interacGe (1) • Stoornissen in gebruik van nonverbaal gedrag om de sociale interacGe te bepalen:
1. KwalitaGeve beperkingen in sociale interacGe 2. KwalitaGeve beperkingen in communicaGe 3. Rigiditeit in denken & doen
Oogcontact – niet vaak/lang genoeg, ongericht, leeg Gezichtuitdrukking – vlak, onpeilbaar, maskerachGg Lichaamshouding – sGjf, geen imitaGe, weinig variaGe Gebaren – te weinig, geen middel van expressie
C. Blijd, 2012
Afwijkende sociale interacGe
C. Blijd, 2012
Afwijkende sociale interacGe (3)
• Gebrek aan adequate relaGes met leecijdsgenoten • moeite met samenspelen, teruggetrokken, geen interesse in contact en indien wel interesse: veel ruzie
• Gebrek aan spontaan delen van plezier, interesses en prestaGes • einzelgänger, geen plezier om samen te spelen, niet delen van belevenissen
• Gebrek aan sociale en emoGonele wederkerigheid stelt te weinig vragen, te weinig beurtgedrag, geen belangstelling voor anderen, geen woorden voor gevoelens en onvoldoende kunnen … inschafen van de bedoelingen van anderen
C. Blijd, 2012
3 kerndomeinen
3 kerndomeinen
1. KwalitaGeve beperkingen in sociale interacGe 2. KwalitaGeve beperkingen in communicaGe 3. Rigiditeit in denken & doen
1. KwalitaGeve beperkingen in sociale interacGe 2. KwalitaGeve beperkingen in communicaGe 3. Rigiditeit in denken & doen
C. Blijd, 2012
© INTER-PSY, 2012
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
2
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Afwijkende communicaGe en spel
Afwijkende communicaGe en spel
• Afwezigheid/achterstand spraak
• StereoGep en herhaald taalgebruik
woorden > 2jr. en zinnen > 3 jr. omkering van persoonlijke voornaamwoorden ik/jij omkeringen
echolalie: herhalen van woorden/teksten, aparte woordenschat neologismen
• Beperkingen in vermogen gesprek te onderhouden
• Gebrek gevarieerd spontaan fantasiespel
niet kunnen beginnen met een gesprekje monoloog, over eigen interesses, geen verveling opmerken bij de ander leferlijk opvafen van woorden/ uitdrukkingen bedoeling van een ‘half woord’ niet snappen
te weinig imitaGe van anderen te weinig fantasie, of geen onderscheid tussen fantasie & …… werkelijkheid slachtoffer van pesterijen
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
3 kerndomeinen
Rigiditeit in denken & doen • Sterke preoccupaGe te diep opgaan in bizarre/merkwaardige interesse beperkte interesses bezigheden met weinig groei/variaGe
1. KwalitaGeve beperkingen in sociale interacGe 2. KwalitaGeve beperkingen in communicaGe 3. Rigiditeit in denken & doen
• Rigide vastzifen aan rouGnes/rituelen moeite met veranderingen
• Maniërismen tenenloop wiegen fladderen hoofdschudden
• PreoccupaGe met delen van voorwerpen C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
Wat is auGsme? genen, hersengebieden
verklaringsmodellen
symptomen/kerndomeinen diagnose
naar Morton & Frith, 1995
© INTER-PSY, 2012
3
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Wat is auGsme? genen, hersengebieden
3. CogniGe
verklaringsmodellen
symptomen/kerndomeinen diagnose
C. Blijd, 2012
naar Morton & Frith, 1995
Drie theorieën
C. Blijd, 2012
Wat is TOM? DefiniGe Theory-‐of-‐mind – het sociaal-‐ cogni3ef vermogen om gevoelens, gedachten, ideeën en inten3es aan zichzelf en anderen toe te schrijven en op basis daarvan gedrag te voorspellen Ocewel het sociale snapvermogen
1. Zwakke Theory-‐of-‐Mind 2. Zwakke centrale coherenGe 3. Zwak execuGef funcGoneren
C. Blijd, 2012
ToM biedt verklaring voor
Drie theorieën
Sociale interacGe problemen – Moeite met vrienden maken & houden – Moeite met meerdere & wisselende emoGes (begrafenis: verdriet & begroeGng) PragmaGek problemen – Geen rekening houden met info & interesse gesprekspartner – Beperkt begrip ironie, grappen, leugens & figuurlijk taalgebruik
1. Zwakke Theory-‐of-‐Mind 2. Zwakke centrale coherenGe 3. Zwak execuGef funcGoneren
C. Blijd, 2012
© INTER-PSY, 2012
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
4
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Wat is CC?
WCC biedt verklaring voor
• De vaardigheid om betekenis te verlenen aan informaGe. Daarbij houden mensen rekening met de relevante gegevens uit de context.
Onsamenhangend verslag Van de hak op de tak springen Leferlijk begrijpen
• ASS: gericht op details, kijken minder naar de samenhang – Wereld = fragmentarisch & leferlijk – Eerder cogniGeve sGjl dan cogniGef tekort
Frith, 1989, 2003 / Frith & Happé, 1994 / Happé, 1999
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
WCC biedt ook verklaring voor
Drie theorieën
Superieure kwaliteiten
1. Zwakke Theory-‐of-‐Mind 2. Zwakke centrale coherenGe 3. Zwak execuGef funcGoneren
– AudiGef, bijv. exacte toonhoogte (pitch) – Visueel, bijv. snel patronen herkennen – Verder
o Detailkennis (savant vaardigheden) o Op een klein domein, bijv. kalender rekenen o Splintervaardigheden, bijv. tekenen
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
Wat is ExecuGef FuncGoneren? • DefiniGe
Rigiditeit & moeite met veranderingen Leerproces kenmerkt zich door
– Vaardigheid om te gaan met situaGes waarin snelle & rouGnemaGge oplossingen niet meer werken.
– PerseveraGes – Slechte zelf-‐regulaGe – IneffecGeve probleemoplossing
• Paraplubegrip – Probleemoplossend denken – CogniGeve flexibiliteit – Planning – Impulscontrole – Feedback
WANT – Blijven vasthangen aan 1e methode – Moeite om meerdere dingen tegelijk te doen – Aanleren rouGne duurt lang
C. Blijd, 2012
© INTER-PSY, 2012
EF biedt verklaring voor
C. Blijd, 2012
5
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Daarnaast ook hyper-‐ & hyposensiGviteit
Visueel (kijken) AudiGef (horen) VesGbulair (balans) Olfactorisch (reukzin) GustaGef (smaakvermogen) TacGel (tastzin) PropriocepGe
C. Blijd, 2012
Protocol
C. Blijd, 2012
Moeilijke diagnose
Huidig funcGoneren – ASS kenmerken – cogniGeve verklaringsmodellen Ontwikkelingsanamnese – ouders/brussen/partner/etc Familieanamnese (Neuro)psychologisch onderzoek
Fenotypische variabiliteit – Geen prototype – Geen typisch auGsGsch gedrag
SubjecGeve gedragsdiagnose: patroonherkenning – Beperkingen meeGnstrumenten – KwalitaGeve stoornis vs. kwanGtaGeve meGng
Verbleken en verkleuren beeld – Leecijdsgebonden klinisch beeld – Camouflage en compensaGe – Co-‐morbiditeit
C. Blijd, 2012
Co-‐morbiditeit (1)
Co-‐morbiditeit (2) Mentale retardaGe – AuGsGsche stoornis: 80% – ASS: 15 % Organische hersenpathologieën: epilepsie – AuGsGsche stoornis: 35 % – ASS: 5-‐10 % Slaapproblemen SelecGef muGsme: meer symptoom Angststoornis
ADHD – Merendeel Aspergers: ADHD kenmerken – probleem= cut off
Tics Depressie/Bipolaire st. Pers. Stoornissen & forens. psych. problemen
C. Blijd, 2012
© INTER-PSY, 2012
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
6
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Ontwikkelingsgeschiedenis 1
Aandachtspunten binnen ontwikkelingsanamnese gericht op ASS Domein
Ontwikkelingsanamnese
Observa2e
AUTISME Bijzonderheden
Zwangerschap, bevalling & fysiologie baby
dysmorfieën
Zelfredzaamheid Sociale interac2e
Taal & communica2e
Spel & fantasie Stereo2epe patronen
Eten / drinken, aan / uitkleden, wassen, huishoudelijke taken, planning van taken, Nemen van verantwoordelijkheid voor eigen leven Moment eerste lach, troostbaarheid, houding baby ten opzichte van moeder, knuffelig / overstrekken, armen uitstrekken bij oppakken als baby, oogcontact, gezichtsexpressie, delen van ervaringen, eenkennig / geen onderscheid met vreemden, wederkerigheid in contact, open / gesloten, teruggetrokken / ac2ef vermijdend, aanvoelen van sociale situa2es, gevoel voor humor, te corrigeren, gepest / ruzie, vriendjes / posi2e in groep, rela2evorming Brabbelen, eerste woordjes / zinnen op 2jd, ja / nee knikken en schudden, tweerich2ngsverkeer in communica2e, ar2cula2e / stoNeren, intona2e monotoon / stereo2ep, echolalie / echopraxie, neologismen, symbolisch taalgebruik / grapjes, logopedie, gehoortest Imita2e, symbolisch, construc2ef, samenspel / alleen, te weinig / te veel fantasie, interesses Eigen lijn volgen, ongewone interesses, preoccupa2es, verzamelen, omgaan met veranderingen, rigiditeit, rituelen, drang, stereotypieën: tenen lopen, wiegen, fladderen, hoofdbonken, hoofdrollen, draaien rond as, draaien met handen of vingers
Ontwikkelingsanamnese zeer wenselijk kwaliteit contact, oogcontact, gezichtsexpressie, sociaal inlevingsvermogen, verwoorden van gevoelens, wederkerig sociaal gedrag, reac2e op afscheid
Vraag evenwel: kan het (niet) zonder? Onderscheid: ‘current’ versus ‘lifeGme’
abnormale intona2e / volume / ritme, ar2cula2e / stoNeren / mu2sme, woordkeuze, echolalie, stereo2ep / idiosyncra2sch taalgebruik, non-‐verbaal communiceren, communica2es2jl preoccupa2es & stereotypieën
C. Blijd, 2012
E.M.A. Blijd-Hoogewys, 2007
A. Bartels, 2008
C. Blijd, 2012
DifferenGaal diagnosGek
Ontwikkelingsanamnese
Mentale retardaGe Taalontwikkelingsstoornis (dysfasie) ADHD, GTS, OCD MCDD, NLD Sensore defecten, (s)elecGef muGsme HechGngsstoornis & emot. Verwaarlozing Leerstoornissen Schizofrenie (negaGeve symptomen) Persoonlijkheidsstoornissen
RelaGoneel Taal Motoriek Zintuiglijk Weerstand tegen veranderingen Angsten Spel Overig
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
Doelen behandeling • Bevorderen normale ontwikkeling
5. Behandeling
– Contact, communicaGe & interesses
• Verminderen specifieke problemen – Stereotypieën, rigiditeit & preoccupaGes
• Verminderen niet-‐specifieke problemen – Eet-‐, slaap-‐ & impulscontroleproblemen
C. Blijd, 2012
© INTER-PSY, 2012
Rutter, 1985
C. Blijd, 2012
7
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Behandelaanbod
Psycho-‐educaGe I
Afhankelijk van functioneringsniveau • • • • • • • • • • •
Psycho-‐educaGe MedicaGe Vroege sGmulering & speltraining Ouderbegeleiding Training sociale vaardigheden (CogniGeve) gedragstherapie Partnercursus & relaGetherapie Psycho-‐motore therapie, fysiotherapie & logopedie Thuisbegeleiding, werkbegeleiding/jobcoach Begeleiding via PGB PaGëntenvereniging (NVA, Pas, Balans & Impuls)
Meer dan voorlichGng Leren herkennen, analyseren en interpreteren van en anGciperen op probleemsituaGes Aparte factor binnen de behandeling
Zowel aan de patiënt als aan partner/ouders/PGB’er/begeleider/jobcoach vb. ASS-patient bij verslavingszorg wiens behandelaar ook psycho-educatie krijgt
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
van Doorn & Verheij, 2002
Psycho-‐educaGe Ia
Psycho-‐educaGe • IteraGef en interacGef
Niveau’s
– iteraGef/herhaaldelijk: want in verschillende levensfases kom je weer andere dingen tegen – interacGef: hoe zit het bij jou
1. Informerend 2. Begeleidend 3. TherapeuGsch
• ASS is niet staGsch maar dynamisch
normaal C. Blijd, 2012
van Doorn & Verheij, 2002
“AuGsme Spectrum Stoornissen; implicaGes voor de werkvloer & auGsme vriendelijke omgeving” Carl Blijd (forensisch) (kinder-‐& jeugd) Psychiater INTER-‐PSY Directeur Behandelzaken CONDUCTORE
© INTER-PSY, 2012
PDD-NOS
Syndroom van Asperger
Autistische Stoornis C. Blijd, 2012
Blijd-Hoogewys, 2007
“Aggression Management” Carl Blijd (forensisch) (kinder-‐& jeugd) Psychiater INTER-‐PSY Directeur Behandelzaken CONDUCTORE
8
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Overzicht
Affiniteit met thema Aggression Management Consultancy PresentaGes & PublicaGes
IntroducGe DefiniGes Theorieën van Agressie
Types Ethologie
Firework model CogniGve Behavioural Model
Process van geweld De-‐escalaGe
Non-‐verbaal Verbaal Fysiek
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
Agressie definitie I
Een verzameling strategieën die manifest worden onder heel specifieke, contextuele condiGes - Definities
C. Blijd, 2012
D. Buss, 1999, Evolutionary Psychology
Agressie
C. Blijd, 2012
Textbook definiGons definitie II
“…de op soortgenoten gerichte vechtlust, zowel bij dieren als mensen…” Lorenz, 1968 “…those acts that inflict bodily or mental harm on others…” Loeber, 1997 “… gedrag dat voortkomt uit boosheid…” Koops, 2001
Aggression is behaviour intended to harm some one Smith & Mackie 2000
Behaviour that results in personal injury or destruction of property Bandura 1973
Behaviour directed that aims at harming or injuring another being who is motivated to avoid the harm Hogg & Vaughan 2002
“… vorm van sociaal gedrag en communicatie dat gericht is op de overleving…” Koolhaas, 2007 C. Blijd, 2012
© INTER-PSY, 2012
C. Blijd, 2012
9
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Agressie
Geweld definitie IV
.
definitie VI
Violence: “extreme acts of aggression”
Brehm et al 2002
Pathologische vorm van agressief gedrag dat geen funcGe meer heec in de sociale communicaGe
Elke vorm van gedrag dat iemand tegen zijn wil fysiek dan wel psychisch beschadigt
Koolhaas, 2007
treiteren, intimideren, seksuele intimidatie en gedrag bedoeld om de ander te vernederen
B. Patterson, 1998, C. Blijd, 2001
C. Blijd, 2012
Geweld
C. Blijd, 2012
Wat is agressie? definitie VII
Elke daad die feitelijke dan wel gepoogde fysieke letseltoebrenging met zich mee brengt
genen, hersengebieden
verklaringsmodellen elke poging van de een om een ander letsel toe te brengen
symptomen/kerndomeinen diagnose B. Patterson, 1998, C. Blijd, 2001
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
Vijandige soorten I
(reacGef)
Gaat samen met boosheid of hogere emoGonele spanningsniveau
Soorten agressie
(angst/vrees)
C. Blijd, 2012
© INTER-PSY, 2012
C. Blijd, 2012
10
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Instrumentele
Overt vs Covert soorten I
(pro-‐acGef) Gaat samen met gebruik agressie of geweld om een doel te verkrijging (in afwezigheid van boosheid)
C. Blijd, 2012
Openlijke agressie
Soorten III
Heimelijke agressie
Loeber, 1998
C. Blijd, 2012
InsGnct etiologie III
De mens leert niet om agressief te zijn, maar leert om niet agressief te zijn
Etiologie agressie
Of preciezer, hoe de agressie op een sociaal aanvaardbare manier te uiten (socialisatie proces)
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
Aangeleerd
FrustraGe etiologie IV
Agressie is aangeleerd gedrag
etiologie II
Door directe bekrachGging/ beloning Of door gedrag bij anderen bekrachGgd te zien worden Kan ook afgeleerd worden of er kan adequater gedrag geleerd worden
etiologie VII
Verzet tegen het idee van een aangeboren agressie-‐ insGnct De agressiedric kan ook aangeleerd zijn Kans op openlijk agressief gedrag neemt toe wanneer de frustraGe sterker is of vaker optreedt, of wanneer het individu zich dichter bij zijn doel bevindt
Bandura, A., Ross, D., & Ross, S. A. (1961). Transmission of aggression through imitation of aggressive models. Journal of Abnormal and Social Psychology, 63, 575–582.
C. Blijd, 2012
© INTER-PSY, 2012
Dollard et al., 1939
C. Blijd, 2012
11
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
FrustraGe-‐Agressie Theorie
Firework Model of Anger etiologie VIIa
etiologie VIII
Brein Reageert
Alle Frustratie Leidt tot Agressie Alle Agressie Is Veroorzaakt Door Frustratie frustraGe
Gedachtes & Gevoelens
agressie
Maar sommige mensen lijken instaat om veel meer frustratie te kunnen verdragen ze stapelen het op anderen lijken een korter lontje te hebben
Miller and Dollard, Yale Group
C. Blijd, 2012
r ge ig Tr Feindler & Ecton, 1986
Wat is agressie?
C. Blijd, 2012
Firework Model of Anger etiologie VIII
Brein Reageert Gedachtes
genen, hersengebieden
& Gevoelens
gedachtes & gevoelens
r ge ig Tr
symptomen C. Blijd, 2012
CGT-‐model van Agressie
Feindler & Ecton, 1986
C. Blijd, 2012
Wat is agressie?
Interventies Gebeurtenis
genen, hersengebieden
Gedachte
verklaringsmodellen Gedrag
Gevoel (Emotie)
symptomen Aangepast van Novaco & Paterson
© INTER-PSY, 2012
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
12
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Biologische factoren
Wat is agressie?
Neurobiologische factoren (brein) (Prefrontaal, Amygdala)
Hormonale factoren (Testosteron / CorGsol)
GeneGsche factoren
e c o l o g i s c h
genen, hersengebieden
gedachtes & gevoelens
symptomen
C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
Conclusie eGologie
Herformuleerde FrustraGe-‐Agressie Theorie etiologie X
hiNe
pijn
frustra2e Nega2eve gevoelens
instinct frustratie aangeleerd biologisch
Andere onplezierige ervaringen
drift
aanleg
EmoGonele agressie
FrustraGe is een van de vele onprewge omstandigheden dat kan leiden tot negaGeve gevoelens en daaropvolgend emoGonele agressie C. Blijd, 2012
C. Blijd, 2012
Een proces ….
C. Blijd, 2012
© INTER-PSY, 2012
Turnbull & Paterson, 1999, Blijd, 2002
C. Blijd, 2012
13
INTER-PSY BIJSCHOLING
30-05-2012
Aggression Cycle
Phase 1
Phase 2
Kaplan & Wheelan, 1983
© INTER-PSY, 2012
Phase 3
Phase 4
“Aggression Management”
Post Crisis Depression phase
Recovery phase
Crisis phase
Escalation phase
Trigger phase
Aggression level
High Risk of repeat crisis
Phase 5
Carl Blijd (forensisch) (kinder-‐& jeugd) Psychiater INTER-‐PSY Directeur Behandelzaken CONDUCTORE c.blijd@inter-‐psy.nl
@Een_Psychiater
Time
C. Blijd, 2012
14