NIEUWSBRIEF najaar 2005
Stichting Werkgroep Kerk en Dier http://www.kerkendier.nl
De Periode voor de Schepping komt eraan! Juist nu, in deze moeilijke tijd, willen wij het wonder van Gods Schepping en haar grootsheid, plaatsen tegenover het verval en de gevaren die onze kostbare en geliefde aarde bedreigen. Een ieder zal deze uitdaging vanuit zijn eigen gezichtshoek benaderen. De themamap 'Verwondering' met preekschetsen en meditaties zal ons hierbij zeker kunnen inspireren! De periode voor de Schepping duurt van 1 september tot 4 oktober. Het themapakket is (voor 5 euro) te bestellen bij de Evangelische Alliantie, tel. 0343513693 (Een bestelformulier is ook uit te printen via de website www.cenet.nl)
Overwegingen bij de kerkelijke viering van dierendag -
God heeft het dierlijk leven gewild en gezegend. Als deel van de schepping getuigt het van Zijn heerlijkheid. God schiep de dieren naar hun aard, dus met een aangeboren levens- en gedragspatroon. God gaf de naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen mensen de heerschappij over de gehele aarde en alle dieren, dat wil zeggen dat de mens Hem vertegenwoordigt en dus aan Hem verantwoording verschuldigd is, maar ook grote vrijheid van handelen heeft. Er zijn grote overeenkomsten tussen mensen en dieren, zowel positief als negatief. Er is een sterke lotsverbondenheid tussen mensen en dieren, zowel positief als negatief. God heeft de heerschappij van de mens soms door geboden ingeperkt. De mensen in het Oude Testament stonden dichtbij hun dieren, hadden besef van Gods interesse in dieren en van Zijn Eigendomsrechten op al het geschapene. Er blijkt een besef van de verantwoordelijkheid voor een goede verzorging van dieren.
Zie ook: www.kerkendier.nl
Overdenking in de dienst van Kerk & Milieu n.a.v. Gen.1 t/m Gen 2:4 en Gen. 2:5-8 en 15-20a Drs. Tineke Veldhuizen Kun je uit de bijbel richtlijnen halen voor het omgaan met dieren? En dan wel het soort richtlijnen waar je met goed fatsoen kunt aankomen in een dienst als deze? Voordat ik probeer daar een beetje antwoord op te geven eerst maar eens iets over hoe mensen aankijken tegen de bijbel als het gaat om diervriendelijkheid. Toen ik bekend had gemaakt dat ik mijn studieverlof wilde besteden aan 'de relatie tussen mens en dier, gezien vanuit het perspectief van het christelijk geloof', kreeg ik reacties als 'Daar zul je niet vrolijk van worden' en 'Ik hoop dat je je geloof erbij zult houden. Als je toch in de bijbel leest…'. De bijbel staat niet hoog aangeschreven als het om dit soort zaken gaat. Het is zelfs zo dat binnen de Animal Rights-beweging het christendom als de grote boosdoener gezien wordt wat betreft het onethisch omgaan met dieren. Daar wijst men als de basis van dit onethisch omgaan een stukje tekst aan dat wij gelezen hebben: Gen. 1:26. Daar zegt God dat Hij mensen zal scheppen om heerschappij te voeren over de vissen van de zee, de vogels van de hemel en de hele aarde en alles wat daarop rondkruipt. In vers 28 wordt dat nog eens herhaald in de vorm van een opdracht aan de mens. En inderdaad, door de eeuwen heen tot op de dag van vandaag, hebben christenen met die opdracht tot heerschappij voeren het uitbuiten en onderdrukken van dieren goedgepraat. Tja, zo gaat dat met bijbelgebruik of, liever gezegd, -misbruik. Niet alleen ten opzichte van dieren, ook ten opzichte van mensen. De onderdrukking van vrouwen en homo's, de slavernij en de apartheidspolitiek zijn ermee verdedigd. Gelukkig staan daar wat betreft de omgang met dieren ook andere voorbeelden tegenover: Franciscus van Assissi en Albert Schweitzer trokken andere conclusies uit de bijbeltekst en in onze dagen hebben zowel de PKN-synode als de paus zich op bijbelse gronden uitgesproken tegen de bio-industrie. De vraag is natuurlijk of je überhaupt antieke teksten, zoals die uit de bijbel, kunt gebruiken om ethische lijnen uit te zetten voor de huidige samenleving. Ja en nee, denk ik. Je zult je op z'n minst altijd moeten verdiepen in de achtergrond van waaruit iets geschreven is, tijd en cultuur, oorspronkelijke betekenis van vertaalde woorden. Je kunt bovendien niet een enkele tekst aanvoeren met voorbijgaan aan andere teksten. Iedere ketter heeft immers z'n letter. Dat heeft al heel wat ellende veroorzaakt. Die letter bijvoorbeeld waar de Animal Rights-beweging het over heeft: Gen. 1:26. Wie zich in deze tijd baseert op die letter van de bijbel om naar willekeur met dieren om te gaan, mag er wel op gewezen worden dat 'heerschappij voeren' bijbels gezien iets anders is dan gebruiken voor je eigen behoeften met voorbijgaan aan de behoeften van de ander. Het is juist oog hebben voor de behoefte van wie aan je zorg is toevertrouwd, oor hebben voor de noodkreten, hulp bieden aan wie geen helper heeft. Dat zet die tekst in een ander licht. En als het gaat om 'iedere ketter zijn letter', is het op z'n minst merkwaardig dat mensen die zich beroepen op 'het' scheppingsverhaal' en 'de' scheppingsorde, voorbijgaan aan het feit dat er nog een tweede scheppingsverhaal is. Het eerste loopt van Gen. 1:1 t/m Gen. 2:4 en vertelt over een schepping in zes dagen met als zevende dag de rustdag, omdat alles is voltooid. Maar dan begint vervolgens alles opnieuw: geen mens, geen plant, geen dier te bespeuren. En dan komt er weer een scheppingsverhaal. Dat verloopt in een totaal andere volgorde. Niks zes dagen, niks ordening waarin de mens uiteindelijk als kroon op de schepping geschapen wordt. In dit tweede verhaal wordt na de aarde eerst de mens geschapen, want, zegt het verhaal, er moet toch iemand zijn om voor de aarde te zorgen. Juist door de zorg van de mens zal de prachtige tuin die God aanlegt, in stand gehouden moeten worden.. Daar, in die tuin, leeft de mens een paradijselijk maar toch ook eenzaam bestaan. En dan horen we: "God de Heer dacht: 'Het is niet goed dat de mens alleen is.'" Waar denkt God allereerst aan als gezelschap voor de mens? Aan de dieren! Ook hier krijgt de mens een opdracht met betrekking tot de dieren. Hij moet ze namen geven. Voor de antieke mens is naamgeving van veel grotere betekenis dan voor ons. Je naam is je wezen. Door iemand bij de naam te noemen ontstaat er een relatie, je kent elkaar en 'kennen' is bijbels gezien synoniem met 'op waarde schatten', 'liefhebben' zelfs. Iets daarvan vinden we nog terug in onze uitdrukking dat iets 'geen naam mag hebben'. Het is van weinig belang, betekent dat, je hoeft je er niet druk over te maken. Dat God de mens opdraagt de dieren een naam te geven, geeft aan dat hun belang en hun waarde erkend zullen moeten worden. Dat er liefde tussen mens en dier zal zijn. Veel later klinkt hetzelfde op in het boek Spreuken: 'De wijze kent het leven van zijn beest'. 'Hij zorgt ervoor', staat er in de nieuwe bijbelvertaling. Dat de mens de dieren een naam moet geven, ze moet leren kennen, heeft alles te maken met ervoor zorgen.
Kennelijk had de mens oorspronkelijk een diep besef van het belang van zorgvuldig met dieren omgaan. Een besef zoals je dat nu nog tegenkomt bij volkeren die dicht bij de natuur leven. Ik citeer de chief Seattle van een Indianenstam die in 1854 schrijft: 'Je moet de dieren behandelen als je broeders. Ik ben een natuurmens, ik ken geen andere manier, want wat de dieren overkomt, zal spoedig de mensen overkomen, alles hangt met alles samen.' Terug naar de bijbel. Terecht wijst Paus Benedictus erop dat in de scheppingsverhalen geen sprake is van het eten van dieren. Nadrukkelijk niet. God geeft precies aan wat de mens mag eten: plantaardig voedsel. Na het verhaal van de zondeval lezen we ineens over het eten van dieren. En ook over het offeren ervan. Soms word je er akelig van hoe dat toegaat. Gebrokenheid van de schepping in optima forma. In de loop van het Oude Testament komt er wel protest op tegen de offercultus. Dat brengt vooruitgang in de positie van de dieren, maar diervriendelijkheid is niet de basis van dat protest. Profeten roepen dat God geen slachtoffers wil maar recht en gerechtigheid en dat het enige echte offer het schenken van je hart is. Het gaat daar om liefde tot God en de medemens, niet om liefde voor dieren. Houdt de liefde en de zorg voor de dieren dan al op bij Gen. 2? Nee, er zijn zeker teksten te vinden met betrekking tot het goed omgaan met dieren. Vier daarvan hebben uitsluitend de unieke waarde en het welzijn van dieren op het oog en ze zijn geformuleerd als geboden van Gods kant aan de mens. Ten eerste het sabbatsgebod. In Ex. 23 lezen we: 'Op de zevende dag zult gij rusten, opdat uw os en uw ezel rust hebben'. De mens moet van ophouden weten, niet alleen in het belang van zichzelf maar ook juist in het belang van het dier, dat beschermd moet worden tegen uitbuiting. Ten tweede is er een verbod waarin wordt gezegd dat je, als je eieren raapt, nooit met de eieren ook de moeder mag wegnemen. Met andere woorden: pas op dat een diersoort niet uitsterft! Ten derde het gebod: ge zult niet ploegen met een os en een ezel tezamen. De achtergrond daarvan is de positie van arme boeren, die vaak maar één os en één ezel hadden. Als hun stukje land geploegd moest worden lag het voor de hand die twee dieren daarvoor te gebruiken, maar door het verschil in trekkracht en looptempo zou dat tot een marteling worden voor beide diersoorten. Met andere woorden: ook al ben je er als boer beroerd aan toe, je mag nooit methodes toepassen die het lijden van dieren ten gevolge hebben. En tenslotte: 'Ge zult een dorsende os niet muilbanden'. Bij het dorsen vielen graankorrels af. De os, hongerig van het zware werk kon die ophappen, wat de oogst voor de boer beperkte. Dit gebod zegt: economische belangen mogen niet prevaleren boven het belang van het dier. Het zijn naar mijn idee juist deze teksten, expliciet geformuleerd ter bescherming van dieren, die hun zeggingskracht behouden hebben. Niet om ze naar de letter toe te passen, maar om van daar uit lijnen te trekken naar de dag van vandaag. Ze roepen ons op om zorg te dragen voor de dieren met het oog op hun leven hier en nu, maar ook met het oog op de toekomst, onze toekomst, Gods toekomst. Waar het over dat laatste gaat keren in de bijbel de beelden van het paradijs terug: de wolf en het lam die samen uitrusten, de koe en de berin die samen in de wei lopen, de slang en het kind die samen spelen. Oerbeelden die we in ons dragen van hoe het zou moeten zijn. Maar zo is het niet! Wij zitten niet alleen met het feit dat wilde en tamme dieren, slangen en kinderen beter niet bij elkaar gezet kunnen worden. Dat is peanuts vergeleken bij de problemen van onze tijd, ook waar het gaat om de belangen van de dieren. We zitten met dodelijke ziektes die bestreden moeten worden, met boeren die nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden. Wat moeten we dan? Ik ga nog even naar die leefregels: mens, zorg ervoor dat dieren niet uitsterven, in het belang van de dierenwereld en in het belang van jezelf, want wat de dieren overkomt zal uiteindelijk de mens overkomen, alles hangt met alles samen. Mens, laat je door economische belangen niet verleiden tot uitbuiting en marteling van dieren. Juist in de tijd waarin de economie 'god' geworden is, zullen we daarvoor moeten waken, in het belang van de dieren, vanwege hun unieke waarde, maar alweer, ook in het belang van de mensen. We hebben de wrange vruchten van onze wijze van omgaan met dieren al geproefd. We zullen met elkaar moeten staan voor een nieuwe koers. Het gaat er niet dat wij als stadsmensen de boeren met goedkope kreten om de oren te slaan. Ook van ons worden 'offers' gevraagd, maar dan wel andere dan die uit de oudheid. De hele schepping is in barensnood, zegt de apostel Paulus, en ze wacht op het openbaar worden van de 'zonen' van God. Die zonen van God, dat zijn mensen, mannen en vrouwen die Gods bedoeling met de schepping zichtbaar wil maken. Wij dus. Er is nog heel veel over dit onderwerp te zeggen, ik zal het u niet aandoen. Ik hoop dat het een aanzet is om elkaar en anderen te blijven aansporen om recht te doen aan dieren, recht te doen aan de schepping en zo uiteindelijk ook recht te doen aan God. Dominee Veldhuizen is predikant van de Bethel- en Bergkerk in Den Haag
In de leefgemeenschap van de Schepping hebben de dieren recht op een eigen plaats!
COMPLEET
waar ik op hoop o God waar ik om smeek een aarde waar niet alleen mensen maar ook dieren tot hun recht komen gij hebt het beloofd een aarde waar vrede is ik droom er van het is mijn visioen dieren levend naar hun aard o God mijn geluk zal compleet zijn uit: Licht dat op ons valt van Hans Bouma
Mededogen (met dieren) is niet een kwestie van emotionaliteit, maar van spiritualiteit… "Wat Gij de minste der mijnen gedaan hebt, dat hebt gij aan Mij gedaan."
Overwegingen Mens en dier
Verborgen Licht
Dieren zijn (net als wij) Schepselen van God. Zij verlenen (net als wij) hun Identiteit aan hun Bron. Aan hun Kind-schap van God. Heel de Schepping is één, (zij het in verschillende trappen van bewustwording). Daarom is de lotsverbondenheid van mens en dier zo groot dat wat de mens overkomt, ook het dier overkomt (zie de 'zondeval'). Dit geeft het woord 'heersen over' een belangrijke betekenis. Meer in de zin van: bepalend voor hun (innerlijk) geluk en staat van zijn. Het is daarom dat "heel de Schepping reikhalzend wacht op het Openbaar worden der Zonen Gods" (Rom.8). In het tijdperk dat de mensheid weer weet wie hij is: kind van God, uit Liefde geschapen, zal heel de Schepping in die vreugde delen.
O, hidden Life, vibrant in every atom,
Voorbede God, Vader van alle schepselen, wij willen op deze dag bidden voor een bijzondere groep van de schepselen: de dieren. Dat mensen met hen mogen omgaan zoals Gij -God- dat doet met liefde en mededogen, want ook zij komen voort uit Uw scheppende Hand. Laat ons bidden.
De theologie kon het dier het uitzicht op de hemel ontzeggen. De mens kon het dier het recht op de aarde ontnemen omdat wij de eenheid van alle leven nog niet werkelijk kunnen voelen in het diepst van ons hart.
O hidden Light, shining in every creature, O hidden Love, embracing all in oneness, May each who feels himself as one, with Thee know that he is also one with every other!
Ik vraag het maar… Geef mij te eten, geef mij te drinken en zorg voor mij. Geef mij een schoon nest en genoeg ruimte. Spreek zacht tot mij, wees goed voor mij en ik zal van u houden. Sla mij niet als ik u niet begrijp, maar geef mij de tijd u te verstaan. Hou het niet voor ongehoorzaamheid als ik uw bevelen niet opvolg. Misschien is er iets niet in orde aan mij. Onderzoek het. Houd mij niet te kort en onderhoud mijn vacht. En, aan het einde, wanneer ik niet meer van nut ben, laat mij niet hongeren en dorsten. Laat mij geen kou lijden en keer u niet van mij af. Laat mij niet lijden, maar verlos mij door een barmhartige, snelle dood. En God zal het u lonen, hier en in eeuwigheid. Mag ik dat van u verlangen? Vat het niet als oneerbiedig op als ik dit vraag in naam van Hem die in een stal werd geboren, onze Heiland Jezus Christus, amen.
Laat ons bidden
U kent ze al, de 'tob' 5 dierenleed?
Laat ons bidden voor de dieren, vooral voor hen, die wij voor consumptie hebben bestemd. Dat wij oog mogen krijgen voor hun manier van leven. Dat wij oog mogen krijgen voor hun manier van sterven. Dat wij onze verantwoordelijkheid daarvoor aanvaarden. Dat we onze menselijke opgave mogen volbrengen: Gods liefde onder ons dagelijks, hier en nu, amen.
Top 5 dierenleed volgens wetenschappers: 1. Vissen: doden door verstikking, strippen of zoutbaddodingsmethode 2. (Vlees)varken: kaal hok, zonder afleiding (alleen bijtketting) 3. Vleeskip: gezondheidsproblemen door te snelle groei (doorgefokt ras) 4. Legkip: onmogelijkheid natuurlijke gedragingen in (traditionele) kooihuisvesting 5. Zeug: gebrek aan bewegingsvrijheid en sociaal contact in ligbox
Dierziekten Wanneer de mens er niet voor zorgt dat dieren in Gods naam tot hun eer komen in Zijn schepping, zal dat gevolgen hebben. Niet als straf van God, maar als ingrijpen van de mens in de schepping. God is niet de boeman die de zonden van de mens afstraft. Als de mens de grenzen te overschrijdt en handelt in strijd met Gods ordening, is onheil het gevolg.
Compassie Dieren zijn unieke creaties van onze Schepper. Dieren kunnen speels en uitdagend zijn. Dieren kunnen timide, agressief en verdrietig zijn. Dieren kunnen heel treurig zijn om de dood van hun wijfje en sommige dieren hebben een roerend liefdesleven (kauwen en zwanen bijvoorbeeld). Dieren helpen elkaar, soms stellen zij hun eigen leven in de waagschaal. In deze basisgevoelens zijn mens en dier gelijk. Wat mensen menselijk maakt, is hun vermogen zich soortoverschrijdend in te leven. Dat noemen wij compassie en dat is een vorm van beschaving. Of, zo u wilt, goed rentmeesterschap.
Twee haasjes zaten heel parmant te knagen in een knollenland de één vroeg: "Zou jou het verdrieten, als ik een jagerman zou schieten?" "Wat dacht je?" riep de ander uit, "Geen fluitefluitefluitefluit!"
- Kees Stip
Wij hebben de klacht van de dieren gehoord en wij willen antwoorden!
Colofon Deze nieuwsbrief is een uitgave van de Stichting Kerk en Dier. Reacties graag naar: Secretariaat Kerk en Dier Juliana van Stolberglaan 4A 1412 BG NAARDEN Tel.: 035 - 69 454 46 (ma-vr 09:00-10:00) B.g.g. 023 - 53 700 67 E-mail:
[email protected] Postgironummer 7340799 t.n.v. Kerk en Dier, Heemstede