1. Algemene situering van de cursus NCZ leraar secundair onderwijs-groep 1 De cursus niet-confessionele zedenleer (NCZ) in de opleiding leraar secundair onderwijsgroep 1 (LSO-1) sluit aan bij de algemene leerplanontwikkeling uitgewerkt door de bevoegde officiële instantie, de Raad voor de Inspectie en Begeleiding van de cursus NCZ (RIBZ). In de mate van het mogelijke werd rekening gehouden met het competentie- en functieprofiel van de leerkracht NCZ, hoewel deze nog niet volledig vastliggen. Uiteraard sluit de cursus aan bij de basiscompetenties zoals uitgetekend door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO).
2. Doel van de cursus NCZ De doelstellingen voor deze cursus liggen op verschillende vlakken. Het gaat zowel om het leren verwerven van attitudes, kennis en vaardigheden, als om het opbouwen van een levensbeschouwelijk engagement. De studenten worden opgeleid binnen de doelstellingen en grenzen van de leerplanontwikkeling NCZ. Dit betekent dat in de opleiding vijf procesdoelen voorop staan: 1. Vrij en zelfstandig leren denken en handelen om te komen tot een zo groot mogelijke persoonlijke autonomie. 2. Moreel leren denken, wat inhoudt dat de studenten leren ingaan tegen de onverschilligheid en betrokkenheid leren ontwikkelen. 3. De waarde leren inzien van het humaniseren van de samenleving, in een poging een humane wereld op te bouwen. 4. Verantwoordelijkheid leren opnemen tegenover de huidige en de toekomstige generaties. 5. Het oefenen van de zingeving en leren inzien dat de individuele mens nooit de enige zindrager is. De studenten zullen in hun opleiding leren een hoge graad van morele autonomie te bereiken en leren verantwoordelijk om te springen met de principes van het vrij onderzoek. De studenten leren bovendien hoe zij aan jongeren diezelfde principes kunnen aanreiken en hoe ze de voorwaarden kunnen scheppen opdat die leerlingen eveneens tot een moreel verantwoord denken en handelen kunnen komen. De studenten weten daarbij hun taak als leerkracht te kaderen rond de principes verdraagzaamheid, gelijkwaardigheid en solidariteit om op die manier bij te dragen tot een meer menselijke, rechtvaardige samenleving. En dit zoals gezegd in overeenstemming met de leerplanontwikkeling van de cursus niet-confessionele zedenleer en met de basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs, groep 1. Uiteraard vormt het aanleren van de gepaste didactiek een belangrijk onderdeel van de opleiding. Vooral omdat het leerplan volledig in het licht staat van het doen, het handelen.
Leerplan NCZ-Leraar SO-Groep 1 Pagina 3
3. Basiscompetenties leerkracht secundair onderwijs-groep 1 Uit de uitwerking van het leerplan en de procesdoelen (zie verder) blijkt duidelijk, dat wat betreft kennis, vaardigheden en attitudes er in zeer grote mate rekening gehouden werd met de basiscompetenties. De basiscompetenties worden hier opgesomd, zodat de lectoren in hun leerplanontwikkeling daar kunnen naar verwijzen. 1. De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 2. De leraar als opvoeder 3. De leraar als inhoudelijk expert 4. De leraar als organisator 5. De leraar als innovator/onderzoeker 6. De leraar en de relatie met ouders/verzorgers 7. De leraar als lid van het schoolteam 8. De leraar en de relatie met externen 9. De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap 10. De leraar als cultuurparticipant
4. Competentieprofiel leerkracht NCZ Hierbij enkele richtinggevende uitgangspunten voor het bepalen van het profiel: 1. De leerkracht heeft kennis van de leerstof, de leerplannen en de doelstellingen van de cursus NCZ. 2. De leerkracht weet waar relevante informatie te zoeken, die te raadplegen en te verwerken. 3. De leerkracht kan zich aanpassen aan het niveau van de leerlingen, rekening houdend met zowel de kwaliteiten en eigenschappen van de klas als geheel als van de leerlingen als individu. 4. De leerkracht kan de methode van het vrij onderzoek toepassen en integreren in zijn lessen. 5. De leerkracht toont een duidelijk maatschappelijk engagement. 6. De leerkracht baseert zich in zijn denken en handelen op de principes van het vrijzinnig humanisme. 7. De leerkracht beheerst voldoende de didactische werkvormen om zijn doelstellingen te realiseren.
Leerplan NCZ-Leraar SO-Groep 1 Pagina 4 8. De leerkracht weet een vertrouwensrelatie op te bouwen met zijn leerlingen.
5. Functieprofiel leerkracht NCZ Hoewel het functieprofiel van de leraar NCZ nog niet is vastgelegd door de RIBZ, geven we hier toch de algemene elementen aan waarop het functieprofiel betrekking heeft: 1. Planning en organisatie 2. Het lesgeven 3. Vertrouwensleraar 4. Evaluatie en zelfevaluatie 5. Waardenvorming 6. Verantwoordelijkheid 7. Maatschappelijk engagement 8. Actualiteitsgericht 9. Overleg en samenwerking 10.Persoonlijke ontwikkeling
6. Fundamenten van het NCZ-onderwijs We nemen hier de belangrijkste elementen over van de gedachtestroom die aan de basis ligt voor de zingeving en de waardeoriëntatie van de cursus NCZ: 1. Er worden geen bovennatuurlijke autoriteiten ingeroepen. 2. De cursus is gericht op de emancipatie van het denken en het zijn. 3. De mens wordt als zelfstandig en verantwoordelijk gezien. 4. Er wordt actief gestreefd naar een rechtvaardige en democratische samenleving gebaseerd op samenhorigheid. 5. Het verwezenlijken van het menselijk geluk voor iedereen staat centraal. Voorop staat hier de zorg voor de levenskwaliteit van eenieder. 6. Er wordt gebruik gemaakt van een wetenschappelijke fundering.
7. Inhoud van de cursus NCZ De cursus bestaat uit een combinatie van informatie, dialoog, discussie, oefeningen, praktijk, didactiek en begeleid zelfstandig werk. Alle beschikbare wetenschappelijke kennis en de methode van het vrij onderzoek vormen het draagvlak van de lessen NCZ. De inhoud van de cursus wordt geplaatst in zijn maatschappelijke en culturele context. Via colleges, discussies, opdrachten en analyse-oefeningen krijgen de studenten inzicht in de menselijke psychische processen en de werking van de maatschappij. Hierbij wordt veel gebruik gemaakt van onder andere de Socratische methode. Alle verworven inzichten worden naar de praktijk vertaald en getoetst aan de realiteit. Dit geldt zeker voor de voorbereiding en realisatie van proeflessen. Via praktische oefeningen en stagelessen leren de leerkrachten tenslotte op een bewuste manier hun lessen niet-confessionele zedenleer uit te werken. Hierbij wordt veel aandacht besteed aan evaluatie, reflectie en remediëring.
Leerplan NCZ-Leraar SO-Groep 1 Pagina 5 Zeer veel aandacht gaat naar de creatieve invulling van de cursus vertrekkende van de interesses en de ervaringswereld van de leerlingen. Alle vorming dient praktisch gericht te zijn. 7.1 Kennistheoretisch deel (procesdoelen) 7.1.1 Vrij en zelfstandig leren denken en handelen 7.1.2 Moreel denken tegen de onverschilligheid en pro betrokkenheid 7.1.3 Humaniseren van het samenleven met anderen 7.1.4 Verantwoordelijkheid tegenover huidige en toekomstige generaties 7.1.5 Oefening in zingeving 7.2 Methodiek en didactiek cursus NCZ 7.2.1 Socratische methode 7.2.2 Hoorcolleges 7.2.3 Praktijkcolleges 7.2.4 Onderwijsleergesprekken 7.2.5 Discussies en debatten 7.2.6 Begeleid zelfstandig werk (BZW) 7.2.7 Projectwerk 7.2.8 Probleemgestuurd leren (PGL) 7.2.9 Case-studies 7.2.10 Multimediale werkvormen 7.2.11 Andere didactische werkvormen
8. Leerplan NCZ De inhoudelijke modules van het leerplan baseren zich op de reeds eerder beschreven leerplanontwikkeling. Specifiek voor de leerkrachten NCZ van het hoger onderwijs werden binnen de procesdoelen thema’s uitgewerkt die de lectoren van de hogescholen moeten toelaten hun doelstellingen maximaal te realiseren binnen de specifieke context van hun hogeschool. De leerkrachten krijgen op die manier inzicht in de studie van morele verschijnselen. Ze leren ethische problemen en ethische standpunten te analyseren. Daarbij krijgen ze eveneens een basispakket filosofie aangereikt. Via kennis van het psychologisch en moreel ontwikkelingsproces van de mens in het algemeen en jongeren in het bijzonder, verwerven de leerkrachten de noodzakelijke basis om hun lessen op te bouwen. Via de vorming van de eigen persoonlijkheid, het inzicht in waardeontwikkeling en het intermenselijk gedrag, verwerven de leerkrachten inzicht in attitudevorming. Dit alles kadert in een grondige studie van het vrij denken, de evolutie en werking van het vrij onderzoek, de vrijzinnigheid en het humanistisch waardesysteem. De leerkrachten leren de principes van het vrij onderzoek in de praktijk hanteren om hun toekomstige leerlingen tot morele autonomie op te voeden en hen morele verantwoordelijkheid bij te brengen. Bovendien leren de leerkrachten de principes en grondslagen van de leerplanontwikkeling niet-confessionele zedenleer op een consequente, overdachte en creatieve manier te hanteren.
Leerplan NCZ-Leraar SO-Groep 1 Pagina 6 Voorop staat de betrachting dat leerkrachten niet alleen moraal moeten leren, maar in de eerste plaats moeten ‘doen’. Dat moet later ook hun betrachting zijn met hun toekomstige leerlingen. Uiteraard is in de opleiding een grondige studie en analyse van de maatschappij en van alle mogelijke maatschappelijke fenomenen voorzien.