RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en)
5952/08
JUR 25 COUR 1
BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer Dimitrij Rupel, Voorzitter van de Raad van de Europese Unie Betreft: Voorgestelde wijzigingen van het reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie die de invoering beogen van de nadere regels betreffende het verloop van de procedure van heroverweging
Hooggeachte heer, Onder verwijzing naar artikel 223, zesde alinea, EG-Verdrag en artikel 139, zesde alinea, EGA-Verdrag leg ik hierbij de als bijlage toegevoegde wijzigingen van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie ter goedkeuring door de Raad voor. De voorgestelde wijzigingen beogen de invoering in het Reglement voor de procesvoering van de nadere regels betreffende het verloop van de procedure van heroverweging bedoeld in artikel 225, lid 2, EG-Verdrag en artikel 140 A, lid 2, EGA-Verdrag en in grote lijnen geregeld in de artikelen 62 tot en met 62 ter van het Protocol betreffende het Statuut van het Hof van Justitie. De voorgestelde wijzigingen gaan vergezeld van een toelichting waarnaar wordt verwezen. De wijzigingen zijn bijgevoegd in alle officiële talen.
5952/08
pau/YEN/lm JUR
1
NL
Ten slotte wijs er ik voor de goede orde op dat u bij afzonderlijke brief een ontwerp van besluit van de Raad houdende wijziging van het Reglement voor de procesvoering inzake de regeling van het taalgebruik van toepassing op de procedure van heroverweging wordt toegestuurd. Met bijzondere hoogachting,
Vassilios SKOURIS
______________
5952/08
pau/YEN/lm JUR
2
NL
BIJLAGE
ONTWERP VAN WIJZIGINGEN VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING VAN HET HOF VAN JUSTITIE
Artikel 225, lid 2, EG-Verdrag en artikel 140 A, lid 2, EGA-Verdrag bepalen dat, wanneer het Gerecht van eerste aanleg uitspraak doet op een beroep tegen een beslissing van een krachtens artikel 225 A EG-Verdrag en artikel 140 B EGA-Verdrag ingestelde rechterlijke kamer, de beslissing van het Gerecht (hierna: de „beslissing op hoger beroep of hogere voorziening”) op de wijze en binnen de grenzen die in het Statuut worden bepaald, bij uitzondering door het Hof van Justitie kan worden heroverwogen wanneer er ernstig gevaar bestaat dat de eenheid of de samenhang van het gemeenschapsrecht wordt aangetast. Artikel 225, lid 3, EG-Verdrag en artikel 140 A, lid 3, EGA-Verdrag bepalen op vergelijkbare wijze dat, wanneer het Gerecht van eerste aanleg uitspraak doet op prejudiciële vragen die uit hoofde van artikel 234 EG-Verdrag en artikel 150 EGA-Verdrag zijn voorgelegd in specifieke in het Statuut bepaalde aangelegenheden, de beslissing van het Gerecht op de wijze en binnen de grenzen die in het Statuut worden bepaald, bij uitzondering door het Hof van Justitie kan worden heroverwogen wanneer er ernstig gevaar bestaat dat de eenheid of de samenhang van het gemeenschapsrecht wordt aangetast. De artikelen 62 tot en met 62 ter van het Statuut bepalen op welke wijze en binnen welke grenzen beslissingen die het Gerecht van eerste aanleg op hoger beroep of hogere voorziening of op prejudiciële verwijzing heeft gegeven, door het Hof kunnen worden heroverwogen. Volgens artikel 62 van het Statuut kan de eerste advocaat-generaal binnen een maand na de uitspraak van het Gerecht aan het Hof voorstellen die beslissing te heroverwegen, wanneer hij van oordeel is dat er een ernstig gevaar bestaat dat de eenheid of de samenhang van het gemeenschapsrecht wordt aangetast, en besluit het Hof binnen een maand na dit voorstel of heroverweging van de uitspraak noodzakelijk is. In artikel 62 bis van het Statuut wordt bepaald dat, wanneer het Hof besluit een beslissing te heroverwegen, het op basis van het dossier dat het Gerecht hem doet toekomen, in het kader van een spoedprocedure uitspraak doet op de vragen waarop de heroverweging betrekking heeft. De in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden en, wanneer de heroverweging betrekking heeft op een beslissing op hoger beroep of hogere voorziening, de partijen in de procedure voor het Gerecht, hebben het recht om over de vragen waarop de heroverweging betrekking heeft, memories of schriftelijke opmerkingen in te dienen binnen een daartoe gestelde termijn. Het Hof kan besluiten een mondelinge behandeling te organiseren alvorens uitspraak te doen. Ten slotte bepaalt artikel 62 ter van het Statuut, zakelijk weergegeven, dat het voorstel van de eerste advocaat-generaal en het besluit van het Hof om een beslissing van het Gerecht te heroverwegen schorsende werking hebben wanneer het gaat om een beslissing op prejudiciële verwijzing, maar niet wanneer het gaat om een beslissing op hoger beroep of hogere voorziening, en bepaalt dit artikel de gevolgen van de door het Hof aan het einde van de heroverwegingsprocedure gegeven beslissing.
5952/08 BIJLAGE
pau/YEN/lm JUR
3
NL
Het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie is ingesteld bij besluit 2004/752/EG, Euratom van de Raad van 2 november 2004 (PB L 333, blz. 7) en heeft zijn werkzaamheden aangevat op 12 december 2005. Bij het Gerecht van eerste aanleg kan dus thans reeds hogere voorziening worden ingesteld tegen beslissingen van het Gerecht voor ambtenarenzaken. Het onderhavige ontwerp van wijzigingen heeft tot doel, in het Reglement voor de procesvoering in een nieuwe vierde titel bis „Van de heroverweging van beslissingen van het Gerecht van eerste aanleg” de bepalingen in te voegen die nodig zijn om het verloop en een aantal in het Statuut niet nader aangegeven modaliteiten van de door bovengenoemde bepalingen van de Verdragen en van het Statuut georganiseerde heroverwegingsprocedure te regelen. De voorgestelde bepalingen betreffen zowel de heroverweging van door het Gerecht op hoger beroep of hogere voorziening gegeven beslissingen als de heroverweging van op prejudiciële verwijzing gegeven beslissingen, ofschoon het nemen van dergelijke beslissingen thans nog niet aan de orde is. In de eerste plaats moet, wat de organisatie betreft, de formatie worden bepaald die binnen een maand na het voorstel van de eerste advocaat-generaal moet besluiten of heroverweging van de beslissing van het Gerecht noodzakelijk is (artikel 123 ter). In de tweede plaats moet nader worden bepaald op welke wijze het Gerecht het Hof kennis geeft van de beslissingen die in aanmerking komen voor heroverweging (artikel 123 quater). In de derde plaats moeten nadere regels worden vastgesteld voor het voorstel van de eerste advocaat-generaal om een beslissing van het Gerecht te heroverwegen, voor het besluit om al dan niet in te gaan op dat voorstel en voor de kennisgeving daarvan aan het Gerecht, de partijen en, in voorkomend geval, de nationale rechterlijke instantie (artikel 123 quinto). In de vierde plaats moeten, ter zake van de spoedprocedure van artikel 62 bis van het Statuut, nadere regels worden vastgesteld betreffende de betekening van het besluit van het Hof aan de partijen en de andere belanghebbenden, de termijn waarbinnen dezen memories of schriftelijke opmerkingen kunnen indienen, en de verdere fasen van de procedure tot aan de beslissing van het Hof over de vragen waarop de heroverweging betrekking heeft (artikel 123 sexto). Ten slotte moet de regeling van het taalgebruik van toepassing op de procedure van heroverweging worden vastgesteld en daartoe is een ontwerp van besluit van de Raad houdende wijziging van het Reglement voor de procesvoering van het Hof aan de Raad voorgelegd (artikel 123 bis).
5952/08 BIJLAGE
pau/YEN/lm JUR
4
NL
HET HOF, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name artikel 223, zesde alinea, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 139, zesde alinea, Overwegende hetgeen volgt: (1) Artikel 225, leden 2 en 3, EG-Verdrag en artikel 140 A, leden 2 en 3, EGA-Verdrag voorzien in een procedure van heroverweging door het Hof van Justitie van beslissingen die het Gerecht van eerste aanleg heeft gegeven op hoger beroep of hogere voorziening tegen een beslissing van een rechterlijke kamer of op prejudiciële vragen in specifieke in het Statuut bepaalde aangelegenheden; (2) In de artikelen 62 tot en met 62 ter van het Statuut van het Hof is bepaald op welke wijze en binnen welke grenzen de procedure van heroverweging wordt gevoerd; (3) Het verloop van de procedure van heroverweging en een aantal nadere regels daarvoor moeten worden vastgesteld in het Reglement voor de procesvoering; Met de goedkeuring van de Raad, gegeven op .................. STELT DE NAVOLGENDE WIJZIGINGEN VAN ZIJN REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING VAST: Artikel 1 Het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 19 juni 1991 (PB L 176 van 4.7.1991, blz. 7, met rectificatie in PB L 383 van 29.12.1992, blz. 117), zoals gewijzigd op 21 februari 1995 (PB L 44 van 28.2.1995, blz. 61), 11 maart 1997 (PB L 103 van 19.4.1997, blz. 1, met rectificatie in PB L 351 van 23.12.1997, blz. 72), 16 mei 2000 (PB L 122 van 24.5.2000, blz. 43), 28 november 2000 (PB L 322 van 19.12.2000, blz. 1), 3 april 2001 (PB L 119 van 27.4.2001, blz. 1), 17 september 2002 (PB L 272 van 10.10.2002, blz. 24, met rectificatie in PB L 281 van 19.10.2002, blz. 24), 8 april 2003 (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 17), 19 april 2004 (PB L 132 van 29.4.2004, blz. 2), 20 april 2004 (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 107), 12 juli 2005 (PB L 203 van 4.8.2005, blz. 19), 18 oktober 2005 (PB L 288 van 29.10.2005, blz. 51) en 18 december 2006 (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 44), wordt gewijzigd als volgt:
5952/08 BIJLAGE
pau/YEN/lm JUR
5
NL
1. Na artikel 123 wordt de volgende tekst ingevoegd:
„VIERDE TITEL BIS VAN DE HEROVERWEGING VAN BESLISSINGEN VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
[Artikel 123 bis] In dit artikel zal de regeling van het taalgebruik van toepassing op de procedure van heroverweging worden opgenomen. Volgens artikel 64 van het Statuut van het Hof kan de regeling van het taalgebruik van toepassing op het Hof slechts worden gewijzigd volgens de procedure voor wijziging van het Statuut, namelijk bij een besluit dat door de Raad op verzoek van het Hof van Justitie en na raadpleging van het Europees Parlement en de Commissie met eenparigheid van stemmen wordt genomen. Een ontwerp van besluit van de Raad houdende wijziging van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie door invoeging van een nieuw artikel 123 bis in dat reglement, is tegelijkertijd met het onderhavige ontwerp aan de Raad voorgelegd.
5952/08 BIJLAGE
pau/YEN/lm JUR
6
NL
Artikel 123 ter Er wordt een speciale kamer ingesteld om volgens de regels vastgesteld in artikel 123 quinto te besluiten of een beslissing van het Gerecht dient te worden heroverwogen in de zin van artikel 62 van het Statuut. Deze kamer bestaat uit de president van het Hof en vier presidenten van een kamer bestaande uit vijf rechters aangewezen volgens de rangorde bepaald in artikel 6 van dit reglement.
Het lijkt aangewezen, de bevoegdheid om te besluiten of op het voorstel van de eerste advocaatgeneraal moet worden ingegaan, toe te wijzen aan een kleine kamer bestaande uit vijf rechters. In het Statuut wordt immers bepaald dat dit besluit moet worden genomen binnen een maand na het voorstel van de eerste advocaat-generaal, dat zelf binnen een maand na de beslissing van het Gerecht moet worden gedaan. Volgens de gewone werkingsregels van het Hof zou het besluit moeten worden genomen door de rechtsprekende formatie waaraan de algemene vergadering op basis van een rapport van de rechter-rapporteur het besluit heeft toewezen. Gelet op de korte termijnen waarin het Statuut voorziet, lijkt het echter niet erg realistisch een procedure te willen organiseren waar alle leden van het Hof bij betrokken zijn. Daartoe wordt de instelling voorgesteld van een speciale kamer bestaande uit de president van het Hof en vier presidenten van een kamer bestaande uit vijf rechters. Het cijfer vier komt overeen met het huidige aantal kamers bestaande uit vijf rechters. De presidenten van de kamers bestaande uit vijf rechters worden gekozen voor drie jaar, nemen deel aan alle beslissingen van hun kamer en nemen met de president van het Hof deel aan alle beslissingen van de grote kamer. Het gaat dus om een stabiele formatie die de gehele rechtspraak van het Hof beheerst.
5952/08 BIJLAGE
pau/YEN/lm JUR
7
NL
Artikel 123 quater
Zodra de datum voor de uitspraak van een beslissing op grond van artikel 225, lid 2 of 3, EGVerdrag of artikel 140 A, lid 2 of 3, EGA-Verdrag bekend is, laat de griffie van het Gerecht dit weten aan de griffie van het Hof. Zij deelt haar deze beslissing mee zodra deze is uitgesproken.
Voorgesteld wordt, te bepalen dat de griffie van het Gerecht de griffie van het Hof onmiddellijk op de hoogte brengt van de datum die is vastgesteld voor de uitspraak van een beslissing die in aanmerking komt voor heroverweging. Deze informatie zal de eerste advocaat-generaal in staat stellen, al in die fase te beginnen met het onderzoek van de zaak, met name op basis van de beslissing van de rechterlijke kamer ingeval het gaat om een beslissing van het Gerecht op hoger beroep of hogere voorziening.
Verder wordt voorgesteld te bepalen dat de griffie van het Gerecht een afschrift van de betrokken beslissing meedeelt. Het kan daarbij gaan om een beschikking waardoor een einde komt aan het geding, die niet in openbare terechtzitting wordt uitgesproken.
5952/08 BIJLAGE
pau/YEN/lm JUR
8
NL
Artikel 123 quinto
Het voorstel van de eerste advocaat-generaal om een beslissing van het Gerecht te heroverwegen wordt toegezonden aan de president van het Hof en tegelijkertijd wordt de griffier in kennis gesteld van deze toezending. Wanneer het gaat om een beslissing van het Gerecht op grond van artikel 225, lid 3, EG-Verdrag of artikel 140 A, lid 3, EGA-Verdrag, brengt de griffier het voorstel tot heroverweging onmiddellijk ter kennis van het Gerecht, de nationale rechterlijke instantie en de partijen in de procedure voor deze instantie. Onmiddellijk na de ontvangst van het voorstel tot heroverweging wijst de president de rechter-rapporteur aan onder de rechters van de in artikel 123 ter bedoelde kamer. Deze kamer besluit, op rapport van de rechter-rapporteur, of heroverweging van de beslissing van het Gerecht noodzakelijk is. In het besluit om de beslissing van het Gerecht te heroverwegen wordt aangegeven op welke vragen de heroverweging betrekking heeft. Wanneer het gaat om een beslissing van het Gerecht op grond van artikel 225, lid 2, EGVerdrag of artikel 140 A, lid 2, EGA-Verdrag, brengt de griffier het besluit van het Hof om de beslissing van het Gerecht te heroverwegen onmiddellijk ter kennis van het Gerecht en van de partijen in de procedure voor het Gerecht. Wanneer het gaat om een beslissing van het Gerecht op grond van artikel 225, lid 3, EGVerdrag of artikel 140 A, lid 3, EGA-Verdrag, brengt de griffier het besluit van het Hof om de beslissing van het Gerecht te heroverwegen of niet te heroverwegen onmiddellijk ter kennis van het Gerecht, van de nationale rechterlijke instantie en van de partijen in de procedure voor de nationale rechterlijke instantie. Van het besluit om de beslissing van het Gerecht te heroverwegen wordt een mededeling opgenomen in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het voorgestelde artikel betreft de eerste fase van de procedure van heroverweging, namelijk de nadere regels voor een voorstel van de eerste advocaat-generaal en voor het besluit van het Hof op dit voorstel. Artikel 62 van het Statuut voorziet in dwingende termijnen voor deze eerste, zuiver interne fase van de procedure: het voorstel van de eerste advocaat-generaal moet binnen een maand na de uitspraak van het Gerecht worden gedaan en het besluit van het Hof op dit voorstel moet binnen een maand na het voorstel worden genomen. Om deze termijnen te kunnen eerbiedigen is het nodig dat de procedure eenvoudig is. Daarom wordt voorgesteld te bepalen dat de eerste advocaat-generaal zijn voorstel om een beslissing van het Gerecht te heroverwegen rechtstreeks toezendt aan de president van het Hof. Onmiddellijk na de ontvangst van dit voorstel wijst de president een rechter-rapporteur aan onder de kamerpresidenten die lid zijn van de in artikel 123 ter bedoelde kamer, en zendt hij hem het voorstel toe. De rechter-rapporteur stelt zo snel mogelijk een rapport op over dit voorstel en over het gevolg dat daaraan dient te worden gegeven, en legt dit aan die kamer voor. In deze fase van de procedure dienen de rechterlijke instanties en de partijen voor wie de procedure van heroverweging van belang is, echter enige informatie te ontvangen. In artikel 62 ter, tweede alinea, van het Statuut wordt immers bepaald dat, wanneer het gaat om een beslissing van het Gerecht op prejudiciële verwijzing, het voorstel van de eerste advocaat-generaal
5952/08 BIJLAGE
pau/YEN/lm JUR
9
NL
om de beslissing van het Gerecht te heroverwegen schorsende werking heeft voor de antwoorden die het Gerecht op de prejudiciële vragen heeft gegeven, en dat het besluit van het Hof om de beslissing te heroverwegen dezelfde werking heeft. Bijgevolg moeten het Gerecht, de nationale rechterlijke instantie die zich tot het Gerecht heeft gewend, en de partijen in de procedure voor de nationale rechterlijke instantie in kennis worden gesteld van een voorstel van de eerste advocaatgeneraal om de beslissing te heroverwegen (eerste alinea van het voorgestelde artikel) en van het besluit dat het Hof op dit voorstel heeft genomen, ongeacht de strekking van dat besluit (vijfde alinea van het voorgestelde artikel). Bovendien moet van het besluit van het Hof om de procedure van heroverweging te openen, wegens de schorsende werking ervan, een mededeling worden opgenomen in het Publicatieblad. Wanneer het echter gaat om een beslissing van het Gerecht op hoger beroep of hogere voorziening, hebben het voorstel van de eerste advocaat-generaal en het besluit van het Hof om de beslissing van het Gerecht te heroverwegen volgens artikel 62 ter, eerste alinea, van het Statuut geen schorsende werking. In dat geval lijkt het aangewezen, alleen het Gerecht en de partijen in de procedure voor het Gerecht in kennis te stellen van het besluit van het Hof om de beslissing van het Gerecht te heroverwegen (vierde alinea van het voorgestelde artikel). De betekening van dit besluit, die de termijn voor het indienen van memories of schriftelijke opmerkingen doet ingaan, kan immers pas plaatsvinden nadat de nodige vertalingen van het besluit zijn gemaakt (zie artikel 123 sexto, eerste alinea).
5952/08 BIJLAGE
pau/YEN/lm JUR
10
NL
Artikel 123 sexto
Het besluit om een beslissing van het Gerecht te heroverwegen wordt betekend aan de partijen en de andere in artikel 62 bis, tweede alinea, van het Statuut bedoelde belanghebbenden. De betekening aan de lidstaten, aan de staten – niet zijnde lidstaten – die partij zijn bij de EER-Overeenkomst en aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA gaat vergezeld van een vertaling van het besluit van het Hof overeenkomstig artikel 104, lid 1, eerste en tweede alinea, van dit reglement. Het besluit van het Hof wordt bovendien meegedeeld aan het Gerecht en, wanneer het gaat om een beslissing van het Gerecht op grond van artikel 225, lid 3, EG-Verdrag of artikel 104 A, lid 3, EGA-Verdrag, aan de betrokken nationale rechterlijke instantie. Binnen een maand na de in de voorgaande alinea bedoelde betekening kunnen de partijen en andere belanghebbenden aan wie het besluit van het Hof is betekend, memories of schriftelijke opmerkingen indienen over de vragen waarop de heroverweging betrekking heeft. Zodra het besluit tot heroverweging van een beslissing van het Gerecht is genomen, wijst de eerste advocaat-generaal de heroverweging toe aan een advocaat-generaal. Nadat hij de rechter-rapporteur heeft aangewezen, bepaalt de president de datum waarop deze een voorlopig rapport voorlegt aan de algemene vergadering van het Hof. Dit rapport omvat de voorstellen van de rechter-rapporteur over het eventuele treffen van voorbereidende maatregelen, over de rechtsprekende formatie waaraan de heroverweging dient te worden toegewezen, over de noodzaak om een pleitzitting te organiseren en over de wijze waarop de advocaat-generaal zijn standpunt zal bepalen. Het Hof beslist over het gevolg dat aan de voorstellen van de rechter-rapporteur dient te worden gegeven, na de advocaatgeneraal te hebben gehoord. Wanneer de beslissing van het Gerecht waarop de heroverweging betrekking heeft, is gegeven op grond van artikel 225, lid 2, EG-Verdrag of artikel 140 A, lid 2, EGA-Verdrag, beslist het Hof over de kosten.”
Het hier voorgestelde artikel betreft de tweede fase van de procedure van heroverweging, te weten de procedure na een besluit van het Hof om een beslissing van het Gerecht te heroverwegen. Dit deel van de procedure voor het Hof is niet zuiver intern; met name de partijen, de lidstaten en de instellingen nemen eraan deel. Het besluit om de procedure van heroverweging te openen moet daarom, overeenkomstig artikel 62 bis van het Statuut, worden betekend aan de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden, te weten de lidstaten, het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, de staten – niet zijnde lidstaten – die partij zijn bij de EER-Overeenkomst en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA alsmede de partijen in de procedure voor het Gerecht wanneer het gaat om een beslissing op hoger beroep of hogere voorziening, en de partijen in het hoofdgeding wanneer het gaat om een beslissing op prejudiciële verwijzing. Om het de lidstaten gemakkelijker te maken, deel te nemen aan de procedure van heroverweging, wordt voorgesteld te bepalen dat de betekening van het besluit tot heroverweging vergezeld gaat van vertalingen van dit besluit onder dezelfde voorwaarden als thans het geval is bij de betekening van een verzoek om een prejudiciële beslissing. Volgens artikel 62 bis van het Statuut doet het Hof in het kader van een spoedprocedure uitspraak over de heroverweging; voorgesteld wordt, de termijn voor het indienen van memories of
5952/08 BIJLAGE
pau/YEN/lm JUR
11
NL
schriftelijke opmerkingen te bepalen op een maand. Het is denkbaar dat in bepaalde omstandigheden over de vragen waarop de heroverweging betrekking heeft, uitspraak wordt gedaan door het Hof in voltallige zitting, ondanks de moeilijkheid om ingewikkelde standpunten uit te werken in een zo grote rechtsprekende formatie. In andere omstandigheden is het echter beter dat een kleinere formatie, zoals de grote kamer of zelfs een kamer bestaande uit vijf of drie rechters, de betrokken rechtspunten beslecht. Daarom wordt voorgesteld, het gewone systeem van toewijzing van zaken aan een rechtsprekende formatie te handhaven en te bepalen dat de algemene vergadering op voorstel van de rechter-rapporteur en na de advocaat-generaal te hebben gehoord beslist welke formatie uitspraak zal doen over de vragen waarop de heroverweging betrekking heeft. Wat de rol van de advocaat-generaal in het kader van de procedure van heroverweging betreft, moeten twee ten dele tegenstrijdige dwingende eisen met elkaar in overeenstemming worden gebracht, namelijk de omstandigheid dat die procedure wordt ingeleid wanneer het Hof van oordeel is dat er een ernstig gevaar bestaat dat de eenheid of de samenhang van het gemeenschapsrecht wordt aangetast – het bestaan zelf van dit gevaar zou rechtvaardigen dat de advocaat-generaal in elk geval formeel conclusie neemt – en de noodzaak om over de vragen waarop de heroverweging betrekking heeft, uitspraak te doen in het kader van een spoedprocedure, hetgeen in bepaalde gevallen moeilijk valt te verenigen met de termijnen die inherent zijn aan een formele conclusie tijdens een openbare terechtzitting. Daarom wordt voorgesteld, in de bepaling enige flexibiliteit in te bouwen en het aan de algemene vergadering over te laten om op voorstel van de rechterrapporteur en na de advocaat-generaal te hebben gehoord van geval tot geval te beslissen of de advocaat-generaal conclusie dient te nemen dan wel zijn standpunt dient voor te dragen in raadkamer. Ten slotte is het aangewezen te bepalen dat, wanneer de beslissing waarop de heroverweging betrekking heeft, een beslissing op hoger beroep of hogere voorziening is, het Hof dient te beslissen over de kosten.
5952/08 BIJLAGE
pau/YEN/lm JUR
12
NL
2. Artikel 123 bis wordt artikel 123 septimo en artikel 123 ter wordt artikel 123 octavo.
Deze bepaling is noodzakelijk wegens de invoeging van nieuwe bepalingen, namelijk de artikelen 123 bis tot en met 123 sexto.
Artikel 2 De onderhavige wijzigingen van het Reglement voor de procesvoering, die authentiek zijn in de in artikel 29, lid 1, van het reglement genoemde talen, worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treden in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op die van de bekendmaking.
_____________
5952/08 BIJLAGE
pau/YEN/lm JUR
13
NL