feSan. Persil ..'•-5
; ^^v
Henkei
"^NxVSi
[Dóér kan niemand mij vanl [afbrengen. 24 jaar ben ik] [huisvrouw. 24 jaar, dus bijna] yU eeuw, bleef Persil mij [trouw met haar niet te evenlaren kwaliteit en lagen prijs.' [En dat wil wat zeggen I Ik] [gebruik Persil voor alles. [Voor de groote wasch, voor) Iwol- en fijngoed en tevens! Ivoor de hygiënische behan"] Ideling van ontelbare din-i Igen in mijn huishouding. Er 1 [bestaat voor mij geen anderj 1 waschmiddel. dan PersiLj
• ;^v
•—_;..•••
•£f?m /e fcan-zeegen wat je wil Ik gebruik alleen PersiL Persil wascht vlug en heel voordetlig. Om kort te gaan, Persil is éénig.
lewater 22. Leiden. Tel. 700. Postrekenlnfl «880
Verschünt wekeHJk» — Pr«a per kwartaal f. 1.Ö5.
■
M
^
j "*:
De begeerde teere, matte teint!
HP^
Een fraaie huid moef zijn als een perzik - feer en zachf. en imrf ge ml. Mat -Creme is gebleken het klassieke schoonheidsmiddel (e zijn da» er krachtig toe bijdraagt de teint te verede en. Gebruik deze crème geregeld, eiken dag. in het bijzonder echter wanneer het er op aankomt, de huid voor feestelijke gelegenheden snel te verfraaien zonder dat hel in 't oog valt As een bijna onzichtbaar teer waas overdekt zij de huid alleen door de gelijkmatige pastelfint verraadt zij haar effect. - Ook vóór het poederen verdient het aanbeveling, een weinig MatUCreme te gebruiken. De poeder hecht dan beter en is gemakkelijker te verdeden.
VOOR DE VERKOUDHEID DIE U HEBT ... of die U wenscht te voorkomen VAPEX OP UW ZAKDOEK
Bij koop lette men nauwkeurig op het wettig gedeponeerde "4711" en de blauw-gouden Firmakleuren.
Verkoudheid word» veroorzaak» door bacteriën, die ingeademd worden op een oogenblik, da» men zich landerig voel» en de vi»alitei» mis» om deze bacteriën weers»ond »e bieden. Het inhaleeren van den an»isep»ischen Vapex-geur bij de eerste »eekenen van een verkoudheid, reinig» de slijmvliezen'der luch»wegen en bestrijdt zoodoende de verkoudheid in de kiem.
Bestrijdt Uw verkoudheid. Vapex is aangenaam en verfrisschend, zelfs in dié mate, da» sommige menschen zich »o» een dagelijksche gewoonte hebben gemaakt een druppel op hun zakdoek te doen. Vapex is economisch in het gebruik want een druppel 's morgens op Uw zakdoek gedaan of 's nachts op Uw kussen, geef» vele uren van bescherming en verlichting.
En een druppel 's nachts op Uw hoofdkussen Verkrijgbaar bij Apoth. en Drog. Prijs per flacon f 1.50.
v\
ynhlfCreme
6 M MMÊJM Schoonheids-Crème .'afcutyvasAjfjcuei
1t.l>t-->fJtó>(/J^-,Jt-.>v,-.
DEI hUOLD SCHÜtlZEL
&>(&££
Mijn artisten-Ioopbaan beffon bij het variété. Dat was in 1912 te Hamburg. Ik ben te Hamburg geboren en bracht mijn jeugd in deze stad door. ik werd koopman, daar de familietraditie dit eischte. Maar toen ik zestien jaar was, hield ik het niet langer op de kantoorkruk uit en roijn ouders stemden toe in mijn wensch, als volontair het ensemble van het »Stadttheater" met mijn aanwezigheid té verrUken. Na Hamburg, krepp ik een engagement te Bern. De oorlog maakte een eind aan deze mooie en succesvolle verbintenis; ik werd soldaat en bleef twee jaar ■ aan het front. Door een verwonding moest ik mijn militaire loopbaan opgeven. In 1916 werd ik te Berlijn geëngageerd en speelde bij Meszter mijn eerste film »Werner Kraft". Daarna volgde »Höhenluft' met Henny Porten, en onder regie van Ernst Lubitsch »Madame Dubarry". In 1920 verbrak ik mijn tuo.ieelcontrnct en speelde van toen af aan alleen nog maar voor de film. De sprekende film maakte het mij mogelijk de volle maat van mijn talent te geven. Sedert eenige laren leg ik mij hoofdzakelijk op de regie toe, en ik geloof met succes. Mijn nieuwste films zijn de Ufa-tonrfllms »Het schoone avontuur" en »Wie sag' ich's meinem Mann"." 1. ReinhoM Schttnzel met Käthe von Nagy bij de bespreking van een scène uit »Ronny". 2. Reinhold Schünzel. 3. Reinhold Schttnzel als regisseur van »Der kleine Seitensprung". 4. Reinhold Schttnzel thuis.
Ü^MVWWR.^KM .^,...'.-
De zoon des huizes kwam zeer laat in den nacht thuis. Hij zorgbuite " '-P-on,,e .peten,,oen de echter, op tijd aan het ontbijt dJn^VÄÄ' te komen en begrijpelijkerwijze „Jantje, weet je 'wat 't vandaag is?" eischte zijn vader een verklaring. "Ka^0wder' We^an naar't P^MWe van mevrouw Thomson inomson " „Waarom kwam je zoo iaat thuis? „Kom dan op tijd terug en wasch je flink 1' wat zijn dat voor manieren?" „Maar moeder," zei Jantje verontwaardigd daar hoef ik Toen kreeg zoonlief een schitterend idee. J 00 te wassc zeg0d dafheTLV ' fen ^evro^'fCmson^eeft gezegd, dat het een gewoon onofficieel fuifje zou zijnl" „O vader," zei hij, „dat vergat ^ ik U nog te vertellen, maar ik dacht, dat t II niet veel kon schelen. Ik heb een bezoek gebracht aan het zieke zoontje vanden zieken man, dien U dikwijls opzoekt, zooals U moeder altijd vertelt."
SCHRIFTELIJKE DANSLESSEN SCHRIFTELIJKE DANSLESSEN
TWEEDE UITGAVE
Door COR KLINKERT VERKRIJGBAAR IN ALLE AMSTERDAMSCHE, ROTTERDAMSCHE EN HAAGSCHE KIOSKEN i 1.-, OF TEGEN CHEQUE BIJ DEN UITGEVER
COR
KLINKERT
STADHOUDERSKADE 152, AMSTERDAM-Z, TEL. 24232 SPECIALE MODEZAAK wil |„ relatie treden met cliënten, welke op een convenieerende betalingswijze BONT-OF WINTERMANTEL willen betrekken. .
BRIEVEN ONDER No. 458, BUREAU VAN DIT BLAD,
W™S"
i166^ ml\ n? 1?et>1 van ee^steren ten huwelijk gevraagd, deelde Marjorie haar zuster mee „Maar lieve kind, daar hoef je mij geen verwijt van te maken, antwoordde haar zuster scherp. Marjorie keek verbaasd. „Ik verwijt het je heelemaal hietl" Het andere meisje haalde de schouders op. „Misschien niet," verklaarde zij, „maar als ik hem niet de bons had gegeven, had hij 't nooit gedaan."
Kunt Ü zich aardiger cadeau voor Uw kindertjes indenken dan een eigen bioskoop thuis met allerlei snoezige verhaaltjes, sprookjes en teekenfilms. Alles onbrandbaar, dus geen gevaar, en reeds een zeer goed apparaat voer:
F«- 36.50, 110 V. Vraagt brochures en inlichtingen bij Uw Fotohandelaar of bij ons: IMPORTRICE VOOR NEDERLAND: MEVROUW LJUSTET - RAADHUISSTRAAT 42 - AMSTERDAM
-.2-
:
!
'■■ ■■■'!■■■-■'■-
- .^--A-j.-;
HET BETOOVERBE JOStEEL EPISODE UIT DE SENSATIONEELE PRAKTIJK VAN Dr. KURT VON HOLDAU. ADVOCAAT EN DETECTIVE.
EEN COMPLEET VERHAAL
DOOR
D'ALVAREZ
zonderling, die op een luxueus ingericht JT^Xr. Kurt von Holdaii, een jacht de wereld rondzwierf, bekomi ß Berlijnsch rechtsgeleerde, merde zich absoluut niet om dit deel -'-^ hee^t door zijn praktijk als strafpleiter groote belang- van zijn eigendommen. Von Sternfeld liep het heele oude stelling voor het ontrafelen van ingewikkelde, crimineele pro- gebouw door en moest zichzelf bekenblemen opgevat en zijn kolos- nen, dat een onbehaaglijk gevoel, iets sale scherpzinnigheid en aan- van beklemming, hem bekroop, maar ieder groot verlaten huis, vooral als geboren begaafdheid — een het zoo vervallen is als „Burg Waldmengsel van intuïtie, opmerkingsgave en combinatiever- stein", heeft iets griezeligs, iets wat je mogen — voor deze soort ar- doet huiveren, en daaraan schreef mijn beid, gevoegd bij juridische vriend die voor hem eigenaardige gescholing, hebben hem al spoe- waarwording dan ook toe. Bovendien dig tot een der bekendste inter-. ligt het kasteel buitengewoon eenzaam, temidden van een wilde, grootsche nanationale speurders gemaakt. Kurt von Moldau heeft de tuur, die zelfs op een stralenden zomerdag weinig milds heeft. gewoonte om, telkens na het Toen von Sternfcld alles bekeken slagen van een „experiment", zooals hij het pleegt te noemen, had, wandelde hij terug naar de genoegelijke dorpsherberg, waar hij tijdezijn vier intiemste vrienden, oude getrouwen uit zijn acade- lijk . zijn tenten had opgeslagen en die miejaren en zijn diensttijd als natuurlijk „Zum Weissen Hirsch" heette. reserve-officier, in zijn smaak- Hij had den makelaar uit Wiesbaden, volle, comfortabele fonggezel- die het beheer had over de enkefe nog len woning aan een welverzorgd bewoonde hoeven van het landgoed, dinertje te vereenigen. Deze naar het dorp laten komen en Stuckart, maaltijden genieten bij de gas- zooals de makelaar heette, wachtte hem bij zijn thuiskomst. Het eerste wat mijn ten een verdiende reputatie om hun verfijnde luxe en de keur • vriend vroeg, was of Stuckart hem een van wijnen, die de advocaat- geschikten en betrouwbaren huisbewaarder zou kunnen bezorgen, want von detective bij die gelegenheden Sternfeld had besloten een eind te uit zijn goedvoorzienen kelder maken aan de jarenlange verwaarlooopdiept, maar vooral om de zing en het eeuwenheugende gebouw te „clou": het spannend relaas laten restaureeren. JulUe moet namelijk' der pas-beleefde avonturen. In het volgend verhaal geeft weten, dat hij zelf ook een zeer vereen der vrienden een dergelijk verslag woordgetrouw weer. I. „Het is weer een wonderlijke geschiedenis, die ik jullie dezen keer te vertellen heb," begon Kurt von Holdau toen wij. ons na het diner in zijn gezellig en artistiek gemeubelde studeerkamer behaaglijk in diepe fauteuils hadden genesteld en elk een „praat- en luistersigaar" van enorme afmetingen — specialité de la maison — hadden aangestoken. „Ik kom juist terug uit den Taunus. Een jeugdvriend van mij, Melchior von Sternfeld, ritmeester van de Uhlanen in de oude „armee", over wien jullie me waarschijnlijk wel eens hebben hooren spreken, heeft niet langgeleden een onverwachte erfenis van een verwijderd familielid gekregen: een oud kasteel met uitgestrekte terreinen er om heen, een twintig kilometer benoorden Wiesbaden, een half uur gaans van een klein dorpje. Het kasteel heet „Burg Waldstein", het was jaren onbewoond geweest en had den naam, dat het er spookte. Von Sternfeld ging naar den Taunus om zijn nieuw bezit te bezichtigen. Het kasteel, waarvan het oudste deel nog dateert uit de Middeleeuwen, bleek in een staat van ernstig verval en ook de landerijen, die er bij hoorden, waren geheel verwaarloosd. De vroegere eigenaar, een schatrijke, ongetrouwde, oude
(Poto Godfried de Groot)
EEN BEKEND DUO. Jeanne en Louise Guidemond, die In de wereld der ' variété reeds vele successen oogstten.
- 5 -
mogend man is met groote belangstelling voor kunst en geschiedenis. Stuckart verklaarde onmiddellijk, dat er niemand voor dat baantje te vinden zou zijn; hij adviseerde om het historisch kasteel tot den grond toe af te breken en, als mijnheer von Sternfeld hier af en toe wilde blijven, er een mooi, modern landhuis voor in de plaats te zetten. Von Sternfeld was even verbaasd als verontwaardigd over dit vandalen-voorstel en de makelaar legde hem daarop uit, wat hem er toe gebracht had. Er schijnen altijd vreemde verhalen over het kasteel de ronde te hebben gedaan; de laatste zeven jaar hadden twee personen er • een niet-natuurlijken dood gevonden, beide landloopers, die er geen vermoeden van hadden, in wat voor roep het oude gebouw stond, en die er waarschijnlijk een schuilplaats voor den nacht hadden gezocht. Er was geen enkele aanwijzing, dat er geweld gepleegd was, en beide malen had men het lijk in de groote hall beneden gevonden. Von Sternfeld, een even nuchter als moedig man, verklaarde, dat hij van die spookgeschiedenissen natuurlijk geen woord geloofde en dat hij zou bewijzen, door zelf een nacht in het kasteel door te brengen, dat ze klinkklare nonsens waren. Het was zeker eigenaardig, dat twee landloopers daar gestorven waren, maar dat hoefde toch niet aan bovennatuurlijke oorzaken toegeschreven te worden. Het waren op zichzelf staande feiten, in een tijdsverloop van verscheidene jaren voorgevallen, maar uiteraard voldoende, om voedsel te geven aan het aangeboren bijgeloof der onontwikkelde boeren uit den omtrek. Zwervers moesten nu eenmaal ergens doodgaan en dat er twee van de natuurlijk ontelbare landloopers, die in den loop der tijden het onbewoonde kasteel als logies hadden uitgekozen, van de gelegenheid gebruik gemaakt hadden om daar te sterven, bewees, volgens mijn vriend Melchior von Sternfeld, absoluut niets. Maar de makelaar en oolc Lutz, de herbergier, die het onderhoud bijwoonde, deden wat ze konden om von Sternfeld van zijn voornemen af te brengen, en in 't bijzonder de waard bezwoer hem bij hoog en laag den duivel niet te verzoeken! Het was laat in den middag, toen dit gesprek plaats had, den middag van een warmen, zonnigen zomerdag en de waarschuwingen van den makelaar en den herbergier maakten geenerlei indruk op von Sternfeld. Hij was van plan aan die bakerpraatjes, zooals hij het noemde, eens en vooral een einde te maken door dienzelfden nacht nog in het kasteel door te brengen! Als zij dan zoo bang waren, dat er iets met hem zou gebeuren, verklaarde hij zijn beide hoorders, moesten ze hem maar gezelschap houden. De oude Lutz werd zoo bleek als een doek bij dit voorstel en
Stuckart schudde bedenkelijk zijn hoofd. Dat was meer dan mijn vriend van hen mocht verlangen! Von Sternfeld liet zich echter niet van zijn voornemen afbrengen, maar toch, toen het begon te schemeren, betrapte hij zich er op, dat zijn geestdrift van 's middags wel een beetje aan het verflauwen was. Maar retireeren was zijn eer te na! ■x Het heele dorp had zich voor de herberg verzameld om hem te zien vertrekken; het nieuws van zijn stoutmoedigg expeditie had zich blijkbaar als een loopend vuurtje verspreid. Von Stèrnfeld had zijn revolver bij zich en een groot pak kaarsen, die hij bij den-kruidenier van het dorp had laten halen; hij gaf den dorpsbewoners ernstige waarschuwingen geen grapjes uit te halen, want bij het minste verdachte geluid zou hij schieten. En toen drong het, nog eens goed tot hem door, hoe gevaarlijk ze zijn onderneming achtten, want een van hen kwam met een grooten mastiff op hem toe en bood hem den hond aan- als bescherming en gezelschap. Von Sternfeld wees op zijn revolver van groot kaliber, maar de eigenaar van den hond schudde het hoofd en legde hem uit, dat het dier hem tijdig voor onraad zou waarschuwen, zoodat hij kon vluchten eer hem een ongeluk overkwam. De oude man scheen het vuurwapen geen voldoende beveiligingsmiddel te vinden. Von Sternfeld nam den hond, baande zich een weg door de menigte en sloeg den weg naar het kasteel in? Plotseling kwam hij tot de ontdekking, dat ze hem allen volgden. Ze bleven bij hem, tot
hij het terrein van „Burg Waldstein" had bereikt en vergezelden hem zelfs bij zijn rondgang om het gebouw. Het was nog niet geheel donker, toen ze daarmee gereed waren, maar de duisternis nam snel toe. Zijn begeleiders aarzelden, alsof ze zich schaamden om hem in zijn eentje aan alle mogelijke dreigende onheilen ten prOoi te laten. Zooais von Sternfeld mij later; vertelde, was het hem een lief ding waard geweest, om met goed fatsoen met de anderen naar het dorp terug te kunnen gaan; nog nooit in z'n leven had hij zoo'n vreemde, onbestemde vrees gevoeld! Toen kreeg hij opeens een ingeving; hij stelde den mannen voor, hem dien nacht gezelschap te houden! Eerst wilden ze er absoluut niet van hooren en trachtten hem te bewegen, met hen terug te keeren. Maar tenslotte lieten ze zich bepraten, doch stelden hun voorwaarden. Ze zouden gezamenlijk weer naar de herberg gaan en daar een paar dozijn flesschen cognac halen, een karrevracht hout en een nog grooter voorraad kaarsen. Vervolgens zouden ze terugkeeren, een flink vuur aanmaken, de kaarsen ontsteken, de flesschen openen en zich zoo behaaglijk als het kon voor den nacht installeeren. Al spoedig waren ze weer bij de herberg. En terwijl eenige mannen het hout op een ezel laadden, en de kaarsen en de flesschen cognac ronddeelden, nam de oude Lutz mijn vriend nog eens ter zijde om hem te bidden en te smeeken, zijn roekeloos plan nog te laten varen. Zonder resultaat echter. De waard gaf mijn .-vriend een laatste waarschuwing^ •' , 7
€MS IPILJZZIL1E-1H€IEIKJIE Nieuwe opgave No. 464.
Wij verdeden een hoofdprijs van f. 2.50 en drie troostprijzen onder degenen, die vóór 22 December (abonné's uit overzeesche gewesten vóór 22 Februari) goede oplossingen zenden aan ons adres: Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of enveloppe gelieve men duidelijk te vermelden: „Ons Puzzle-hoekje No. 464". Desgewenscht kunnen de oplossingen van deze puzzle en van onze Wekelijksche Vraag tegelijk ingezonden worden, doch men gelieve ze dan op twee aparte velletjes papier te schrijven, die ieder duidelijk van volledigen naam en adres zijn voorzien. Oplossing van „Ons Puzzle-hoekje No. 461".
In de ruiten moeten in de richting der pijltjes woorden ingevuld worden van de volgende beteekenis: L zijrivier van den Moezel.2. werelddeel. 3. staat in de Ver. Staten. 4. rivier in Nederland. 5. rivier in Italië. 6. rivier in Rusland. 7. zijrivier van den Donau. 8. eiland, residentie Timoren Onderhoorigheden. 9. stad in Duitschland. 10. zijrivier van den Donau. 11. afdeeling residentie Sumatra's West-kust. 12. linkerzijrivier van de Rhóne. 13. rivier in de Padangsche bovenlanden. 14. rivier op Borneo. 15. stad in China. 16. stad in Rusland.
ME 5 0 P 0 T A M 1 E E Q Ak Q A Y h r Lf or Kf ir Mf F U 1 E 1 A M M S M E P R G Y G T A T
r r
De heer C. van Anrooy te Rotterdam verwierf den hoofdprijs van f. 2,50. De troostprijzen werden verkregen door den heer A. Sjunneman te Rotterdam, den heer W. Weirauch te Boxtel en den heer H. D. J. Willebrand te Geulem. — 6 —
•d^At^A^^^A^^^^ytoL^Be,.!.. ...'A-.-.^.^g^.V.^,.^ r.„
r;
dit vreeselijke huis scheen te wonen, hij; maar er gebeurde niets en hij gedoofd. De hond liet een gehuil hoovuurde het schot af in het donkere gat. ren, dat de mannen door merg en been En alsof de knal een alarmsignaal was geweest, gingen nu alle deuren aan de ging; toen was het stil, gruwelijk, adembenemend stil. Ze stonden als versteend. Noord- en Oostzijde van de hall open Maar opeens brak de spanning en alsof en mijn vriend en de dorpelingen staarduizend duivels hen op de hielen zaten, den verbijsterd in de langwerpige vlakvlogen ze allemaal naar de deur. Een ken van de inktzwarte duisternis. paar boeren rukten met vereende Von Sternfeld hield zijn revolver nog THE KING'S own cigarette, krachten de zware voordeur open. De steeds gericht en riep den hond. Maar now obtainable in Holland laatste der mannen was nauwelijks buihet beest kroop weg en de onmiskenten, of de deur werd met een bons at 3 cent. bare angst van den mastiff vervulde dichtgegooid — —, voor ook de hond mijn vriend met grooter ontzetting dan er uit had gekund. Von Sternfeld hoorde iets anders. het dier hartverscheurend huilen, tergroot vuur aangelegd en overal langs Toen deed zich een nieuw verontruswijl ze door de oprijlaan vluchtten zoo de wanden van de groote hall brantend verschijnsel voor. snel hun beenen hen dragen konden. dende kaarsen neergezet. Allemaal hadDrie van de kaarsen in den hoek van Niemand had echter den moed om het den ze zich met stevige stokken gede hall gingen uit, en geen tien secondier te hulp te komen, hetgeen in de wapend; bovendien had von Sttrnfeld den later een half dozijn op verschilzijn pistool. Hij had ook het beheer lende andere plaatsen. Andere kaarsen gegeven omstandigheden niet te verover den cognac op zich genomen; wonderen was... volgden en enkele minuten daarna was dat leek hem het veiligstel Hij gaf ze het in de hoeken heelemaal donker. allemaal echter een flinken teug, om ze II. De mannen waren allen opgestaan, op te monteren en aan het praten te hun knuppels in de hand. Niemand Den volgenden morgen verzocht von krijgen! Als dergelijke bijgeloovige sprak. Von Stemfeld verklaarde mij Stèrnfeld mij telegrafisch om over te kerels in zwijgen vervielen in zoo'n omnaderhand, dat hij zich wee had gekomen. Ik had nog een paar dringende geving, dacht hij, begonnen ze zich voeld van angst, een angst, zooals albezigheden en kon pas met den nachtvan alles in te beelden dan zagen leen het onbekende, geheimzinnige een trein naar Wiesbaden. Daar nam ik en hoorden ze de spoken gauw genoeg. mensch op het lijf kan jagen. Toen een auto en in den vroegen ochtend trof De voordeur bleef open; dezen raad spatte er plotseling iets op den rug van ik mijn vriend in de dorpsherberg, waar van Lutz op te volgen, kon in elk geval zijn linkerhand. Hij hief de hand op en hij mij aan een gemeenschappelijk ontgeen kwaad. Het was een windstille keek er naar in het licht van een nabije, bijt zijn schokkend avontuur vertelde. avond, dus er was geen enkel bezwaar nog brandende kaars. Hij zag een Zoodra we gegeten hadden, ondertegen. De kaarsen flikkerden niet en groote, roode vlek en voelde iets nats namen wij direct den tocht naar „Burg de eerste drie uren van hun wacht tusschen zijn vingers druipen. Een oude Waldstein", die schuil gaat in een halve heerschte er een opgewekte stemming. boer, die dichtbij hem stond, zag het woestenij. Wat mij bij den eersten aanMijn vriend had nog een paar flesschen ook en stotterde met schorre stem: „De blik direct opviel, was de massa dichte opengemaakt en een der mannen werd bloeddrop!" De anderen drongen om berkenboschjes, die het huis omgaven zoo overmoedig, dat hij uitriep, dat het hem heen en keken... heesche angsten waaruit de gr ijs verweerde, sombere spook nu eindelijk maar eens moest kreten stegen op: „De bloeddrop! De muren van het kasteel schenen omhoog verschijnen! En op hetzelfde moment bloeddrop!" te rijzen. gebeurde er iets onverklaarbaars; de Maar er was nog geen einde aan het Het maakte een sinisteren indruk, zware eiken voordeur werd, alsof een sinistere mysterie. Op hetzelfde oogenzelfs bij daglicht. De hall was ruim en, geheimzinnige hand het deed, in beblik — als door één hand uitgebluscht — nu de zonneschijn door de vensters naar weging gebracht en viel met een gegingen de nog brandende kaarsen uit! binnen viel, goed verlicht. Het eerste, weldigen smak in 't slot... Het haardvuur wierp zijn gloed door de wat we zagen, was het lijk van den Von Sternfeld staarde als betooverd hall —— maar was het verbeelding, dat grooten mastiff, die met gebroken nek naar de deur; een huivering ging door ook dit schijnsel snel verminderde? op den tegelvloer lag. Dat vormde in hem heen. Toen keek hij naar zijn Neen, het was gèèn verbeelding elk geval een bewijs, dat er in het metgezellen. Sommigen staarden met na 'n minuut of wat was ook het haardkasteel krachten aan het werk waren. oogen vol ontzetting naar de dichtgevuur door de onzichtbare kracht, die in slagen deur, maar de meesten hadden WaODstce Boerv 'm älem lh ui Os® il Ij] Dee n terllinisi. door het levendige discours niets van De beroemde M. G. M.-ster met zijn vrouw en dochtertje tijdens het theeuurtje. het incident gemerkt en zwetsten lustig door. Von Sternfeld omklemde zijn revolver en het volgende oogenblik hief de groote mastiff een vervaarlijk geblaf aan. Nu kreeg het heele gezelschap in deN gaten, dat er iets gaande was. De hall vormde een langwerpig vierkant. De voordeur lag in de Westzijde; de Zuidelijke kant bestond grootendeels uit vensters, maar in de Noordelijke en Oostelijke wanden waren verscheidene deuren, die toegang gaven tot het inwendige van het kasteel. Deze deuren waren allemaal gesloten en het was voor een van deze — aan de Noordzijde gelegen—dat de hond stond te blaffen; hij scheen echter niet al te dichtbij te durven komen. Eensklaps ging die deur langzaam open en werd een zwart gat zichtbaar. De hond liep met een doordringend gejank naar de mannen terug en meer dan een minuut heerschte er een diepe, tastbare stilte. , Toen verwijderde von Sternfeld zich enkele passen van de anderen en richtte zijn pistool op de deuropening. „Wie daar ook mag ?ijn, kom te voorschijn, of ik schiet!" waarschuwde
ükïm
„SPRINGTIME"
Hei Geheim van haar fraaie, zachte huid en haar mooie teint, ligt in het geregelde gebruik van ^TiJ" CRÈME
in prijzen van 20, 30.45.60 en 75 et.
„Ik bezweer u, mijnhee'r,: dat het geen doel heeft om te trachten het kasteel te restaureeren. Er rust een vloek van onschuldig-vergoten bloed op u deedt beter om, zooals mijnheer Stuckart zei, het te laten afbreken en een nieuwe villa op het terrein te laten bouwen. Maar als u er dan met alle geweld den nacht wilt doorbrengen, houd dan in ieder geval de voordeur wijd open- en let vooral op den bloeddrop. Als er ook maar één druppel valt, blijf dan onder geen voorwaarde!" Von Sternfeld informeerde vol belangstelling, wat die griezelige mededeeling over den bloeddrop in vredesnaam te beteekenen had. „Het is het bloed van de mannen, die „Zwarte Albrecht" in hun slaap vermoord heeft, eeuwen geleden," luidde het onheilspellende bescheid. Er bestond een oude veete; „Zwarte Albrecht" deed alsof hij die wilde bijleggen en noodigde de mannen uit op het kasteel; zeventig' mannen warert het. Hij ontving ze met de grootste vriendelijkheid, gaf ze overvloedig te eten en liet ze zwaren wijn drinken. Ze vertrouwden hem volkomen en bleven op het kasteel slapen, zooals hij gevraagd had. En toen ze, door den" wijn, allemaal? vast sliepen, vermoordde hij ze alle zeventig. Het.is werkelijk gebeurd — ik heb het, uit deri mond van mijn vaders grootvader en die had het weer van zijn grootvader. Het is een overlevering van geslacht op geslacht, tot aan den tijd toe, waarin het gebeurde. En sedert dien is het doodvonnis van iedereen, die den nacht op het kasteel doorbrengt, geteekend als de bloeddrop valt." , " 1 Von Sternfeld lachte, ofschoon het lugubere verhaal van den ouden Lutz meer indruk op hem had gemaakt dan hij wilde laten merken. Maar wat moest hij doen —— een stijfkop als hij, kon zich toch niet door een malle spookgeschiedenis op de vlucht laten jagen! Met veertig man gingen ze naar het kasteel terug. Weldra hadden ze een
■
-:■
^.^^.^
waarmee rekening gehouden moest worden. Terwijl von Sternfeld de wacht hield met de revolver in de Tiand, stelde ik in de hall een onderzoek in. De flesschen en de glazen, waaruit de boeren hadden gedronken, lagen nog overal in het rond verspreid en de kaarsen stonden op de plaats, waar zij waren uitgegaan. Ik ontdekte echter niets bijzonders bij deze voorloopige inspectie en besloot ieder hoekje van het kasteel aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Daarmee waren drie, stomvervelende dagen gemoeid, die niet het minste resultaat opleverden. Ik trof niets verdachts aan, hoewel ik alle vertrekken op de bovenverdiepingen en de gewelven onder de hall letterlijk steen voor steen onderzocht. Voortdurend was ik bedacht- op de mogelijkheid van het bestaan van een geheime kamer, maar ofschoon ik alle muren en trappen beklopte, vond ik niets van dien aard. Von Sternfeld begeleidde mij steeds met zijn revolver in de hand en we waren er op bedacht om voor het begin van de schemering in de herberg terug te zijn. Toen al mijn speuren en snuffelen vruchteloos bleef, vatte ik, in de hoop, daarmee meer succes te hebben, ten slotte het plan op, om een nacht in de groote hall door te brengen, onder voldoende bescherming, zooals vanzelfspreekt. Ik deelde het aan von Sternfeld mee, maar de ervaringen, die hij in dit opzicht had opgedaan, hadden hem zoo van streek gemaakt, dat hij mij smeekte om mijn voornemen op te geven. Maar ik liet mij door zijn zenuwachtigheid niet beïnvloeden en het lukte mij tenslotte zelfs met veel moeite hem te overreden ook van de partij te zijn. Ik bracht een bezoek aan den commissaris van politie in Wiesbaden, vertelde hem wat zich op het kasteel had afgespeeld en na eenige aarzeling stelde hij mij zes „Schupo's" met revolvers en karabijnen gewapend, ter beschik-
king; politiemannen, die zich uit eigen beweging voor de „spokenjacht" aanmeldden, toen hun chef hun meedeelde wat er op „Burg Waldstein" gaande was. Tegen halfnegen arriveerde de patrouille aan de herberg en even later gingen wij met ons achten op marsch. Wij hadden vier ezels bij ons, met zakken kolen en" proviand beladen; verder twee groote waakhonden, die door een agent aan den ketting werden gehouden. Toen we op het kasteel aankwamen, liet ik de manschappen eerst de ezels afladen, terwijl Melchior en ik inmiddels de deuren — behalve de voordeur — verzegelden met strooken papier en.Tak. Als de deuren in de hall inderdaad opengingen, wilde ik dat feit met absolute zekerheid vaststellen; ik wenschte geen slachtoffer te worden van gezichtsbedrog, zooals intense zenuwspanning, of suggestie door den angst van anderen, dat kan veroorzaken. Toen we klaar waren, kwamen ook de „Schupo's" met de bagage de hall binnen. Nieuwsgierig keken ze rond. Twee üet ik een funk vuur aanmaken; zelf ging ik met een van de honden naar het verste einde van de hall en sloeg een kram tusschen de steenen van den vloer, waaraan ik het dier met een stuk touw vastlegde. Den anderen hond maakte ik op dezelfde wijze in den tegenovergestelden hoek vast. Vervolgens ging ik terug naar de voordeur, deed die open en zette haar met een baak, dien ik voor dat doel had meegebracht en nu aan het kozijn bevestigde, vast. Die haak moest dus eerst uit het oog gewipt worden, eer de deur zou kunnen worden dichtgegooid. Daarop plaatste ik voor elk der gesloten en verzegelde deuren en in lederen hoek brandende kaarsen. Toen het vuur funk brandde en de kaarsen waren aangestoken, was het goed licht in de hall.
VKJLUrrüCTZ BEZOEKT HEX
vf^fh
LUXOR PALAST .
geïüustreerden humor uit de bultenlandsche tydschriften.
TE ROTTERDAM
In het midden van de hall trok ik met krijt een grooten cirkel, langs welks omtrek ik een kring van vlak bij elkaar staande brandende kaarsen plaatste. Juist toen ik daarmee gereed wasvoorde ik buiten een monotoon druppelen. Ik concludeerde daaruit, dat er een zachte, gestadige regen neerviel. Wind was er echter heelemaal niet; geen enkele kaars walmde. Ik luisterde een poosje naar het eentonig geluid van den regen. Opeens raakte een van de „Schupo's" zachtjes mijn arm aan en vroeg mij op fluisterenden toon, wat zij moesten doen. Ik kon duidelijk aan zijn stem hooren, dat de eigenaardige omgeving niet nahet indruk op hem te maken. Ik vermoedde dat dit ,met de anderen ook wel het geval zou zijn. Ik zei den agenten binnen den krijtcirkel op den grond te gaan zitten met de ruggen naar elkaar toe, zoodat de geheele hall in het oog werd gehouden. Ik zelf hep daarop de ruimte nog eens rond en constateerde, dat de beide waakhonden rustig lagen; de neus tusschen hun pooten. Het haardvuur verspreidde een helderen 'gloed; de kaarsen voor'de deuren brandden rustig, die in de hoeken eveneens. Ik verzekerde den politiemannen dat ze, wat er ook gebeuren mocht, niet bang behoefden te zijn; het was immers uitgesloten dat er bovennatuurlijke krachten aan het werk waren! Verder waarschuwde ik hen vooral niet eerder te schieten, dan op KLAAR . . . OIPNAME ... I een teeken van mij. Toen nam ik ook Charles Chase tijdens de opname van een scène voor de nieuwe Hal Roach-Comedy. mijn plaats in den kring in, tusschen een „Schupo" en von Sternfeld. Mijn {Foto M.G.M.) camera en bliksemlicht-apparaat hield ik gereed, evenals mijn revolver. Von Sternfeld zat links van mij. Ik vroeg hem fluisterend, hoe het met hem gesteld was, en hij bekende, eveneens op gedempten toon, dat hij niet vrij van zenuwachtigheid was, na zijn ervaringen van den vorigen keer, maarj dat hij zou volhouden tot het bittere einde, zooals hij ook verwachtte dat ik zou doen. Hij had nu een stel flinke kerels bij zich, voegde hij er aan toe, en geen bijgeloovige boerenkinkels ... Voorloopig hadden we niets anders te doen dan af te wachten. Er werd vrijwel geen woord gesproken; alleen de agenten fluisterden nu en dan even met elkaar. Verder was er geen geluid als het mischen van den regen buiten en het zachte snorren van het kolenvuur. Het was een zonderlinge groep, die daar in een soort stervorm, d« beenen uitgestrekt binnen den rand van den cirkel bijeenzat. Van het midden van de hall uit gezien, leek. de rest van de ruimte eenigszins schemerig, behalve de (Vervolg op pa&na 22)
11
Een man, die had gepoogd met zijn duim het water tegen te houden, dat uit een gat in de waterleiding spoot, viel flauw, toen de loodgieter kwam, om de zaak te repareeren. — De oorzaak was, dat de man doodelijk vermoeid was en niet het feit, dat de loodgieter kwam, zoodra men hem had geroepen.
Patiënt: „Wat zegt U?I Tien gulden om effe met dat penseeltje langs m'n keel te strijken! 't Is een schandaal! Ik heb m'n heele kippenhok laten verven voor vijf gulden!"
Op een tentoonstelling van apparaten voor huishoudelijk gebruik was onder meer een enorm toestel te zien, dat een vrouw met haar pink in werking kon stellen. — Een mechanische echtgenoot dusl Een lid van het Engelsche parlement heeft verklaard, dat het feit dat hij zich aan de politiek heeft gewijd, te danken is aan een voorval in zijn jeugd. — Hij bedoelt waarschijnlijk, dat het kindermeisje hem op zijn hoofd heeft laten vallen. Een vriendelijke huisvrouw, die juist op het punt stond, een landlooper wat eten en kleeren te geven, werd door haar dienstbode gewaarschuwd, dat zij denzelfden man reeds eenige dagen te voren had geholpen. — Natuurlijk had de arme kerel niet gedacht, dat een dienstbode zoo lang in dezelfde betrekking bleef! „Wat bezielt iemand toch," vraagt een automobilist, „om plotseling midden in een drukke straat, waar het verkeer met moeite door politie-dienaren in bedwang wordt gehouden en geleid, zich op levensgevaarlijke wijze tusschen de trams en auto's te storten en te pogen de overzijde te bereiken?" — Het gezicht van zijn kleermaker, die or hem afkomt! Een zeer populair schrijver, die er voor bekend staat, dat hij in zijn boeken allerlei zelfgemaakte woordcombinaties gebruikt, heeft medegedeeld, dat hij onlangs een aantal woorden had gehoord, die absoluut nieuw voor hem waren. — Een volgende maal zal hij er wel beter om denken, den taxi-chauffeur een fooi te geven!
TfEft^
i?0;ZZl£: t "f" gebrijikte.
JKjfié^4^-
De koe: „Neé hoor, ik zie veel liever de treinen voorbijgaan. Dat is lang zoo vermoeiend met.
Mevrouw „Maar Korel, wat zeg je( De wafjen niet in orde? Wat is dat nu vervelend I Ik moet een allernoodzakelijkst bezoek brengen. Wat moet ik nu doen?' Chauffeur: „Nou mevrouw, U zou misschien achter op mijn motorfiets kunnen, als U wiltl"
Kolonel (tot reeruut, die veel langer is uitgebleven, dan zHn verlof toestond): „Wat hebjetot ie verdediging aan te voerenï De reeruut „Dat kwam zoo, kolonel. Ik ging naar het station en ik wou juist het portier van een coupé opendoen, toen ze plotseling ergens 't Wilhelmus begonnen te blazen. Ik blee! m de houding staan tot 't uit was en toen ik mij omdraaide was de trein verdwenen!"
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM BRENGT STEEDS , DE BESTE P R OG R A M M A'S
„Kan ik den directeur te spreken krijgen?" „Dat zal moeilijk gaan.' ik hem kan ■ nkt U, dat ■ „Wanneer denk spreken?" „Zoodra hjj vrijkomt 1" „En wanneer is dat ?" „Over vier jaar I"
-9-
„Hendrik, pas toch op! Je hebt een van de pakjes laten vallen!' „,,,.1.1 „Ja, ik weet 't best hoor! Ik heb t den heelen weg al voortgeschopt."
r
I-
Otto Wallburg- en Conrad Veidt.
,ReUV^ Syr Personen: UFA Mertog Friedrich Wilhelm van . Braunschweig . . Bernhard Goetzkc. Ritmeester Hansgeorg von Hochberg Conrad Veidt. Luitenant Aribert von Blome Wolf Albach-Retty. Marie. Louise Mady Christians. Brigitte Ursula Grabley. Gouverneur Darmont . . Otto Wallburg. Kapitein Fachon, zijn adjudant Günther Hadank. Vorst Potovski Grigori Chmara. De korporaal Fritz Greiner. De spion Franz Stein. Verder spelen mede: Lutz Altschul, Ernst Behmer, Rudolf Biebrach, Gerhard Dammann. Karl Hannemann, Hubert von Meyerink, Ernst Pröckl, Berthold Reissig. Regie: Gerhard Lamprecht. Conv»
d Ve
schrijft 1812. Napoleon heerscht over Pruisen, maar in het volk ses, die volgens het gerucht naar een klein loeit de vonk van den opstand jachtslot gevlucht is, naar Erfurt brengen, De huzaren van den hertog van Brunswijk desnoods met geweld. De beide officieren de gevreesde zwarte huzaren, maken het moeten dit plan verijdelen en de prinses ontden Franschen bezettingstrocpen heel lastig. voeren. Een lastige opdracht, want het land Overal duiken zij op. Zij zijn niet te vangen, wemelt van spionnen.... En het leven is want elk patriot helpt hen.... zoo mooi, als een vrouw zoo bekoorlijk is In de kamer van een herberg babbelen als de blonde Marie Louise, wier kopje zoo twee vrouwen, de blonde, slanke Marie teeder tegen Hochberg's attila leunt. . . . Louise en de kleine, dappere Brigitte, de Lang duurt de idylle niet. Een spion heeft dochter van den waard. Plotseling wordt er de huzaren ontdekt — zy moeten ijlings hevig op de deur geklopt. Verschrikt doen weg. Dat de spion nog veel meer te weten de "Vrouwen de deur open. Fransche kuras- is gekomen, vermoedt Marie Louise niet. ,siers roepen hun barsch toe, dat zij een De beide huzaren komen tot de ontdekkzwarten huzaar hebben verstopt. De vrou- king, dat het jachtslot leeg is en concludeewen verzekeren, dat zij geen huzaar gezien ren daaruit, dat de prinses reeds door *de hebben, maar het baat hun niet, het heele Franschen naar Erfurt is ontvoerd. Hochhuis wordt doorzocht. Marie Louise begeeft berg besluit desondanks zijri opdracht uit te zich naar boven, opent een deur. . . . voor voeren. Erfurt zelf is nu doel van zijn tocht haar staat een zwarte huzaar. Bliksemsnel geworden. Inmiddels hebben Darmonts onderdrukt zij haar verwondering. Hoe kan spionnen vastgesteld, dat Marie Louise de zij hem redden? Het huis is omsingeld en prinses van Baden is. Samen met Brigitte reeds hoort zij zware stappen op de trap, wordt zij naar Erfurt gebracht. Als de kurassiers boven komen, vinden z Hochberg en Blome ontmoeten onderweg niets. Het gevaar is geweken, ritmeester vorst Potovski, die zich eveneens naar den Hansgeorg von Hochberg der „Zwarte gouverneur spoedt. Zij overmeesteren hem Huzaten" kan uit zijn schuilhoek komen en en zijn gevolg, eigenen zich hun kleeren toe, zyn schoone redster danken. Hij heeft hier trekken deze aan en melden zich als Vorst met een kameraad afgesproken, met luite- Potovski en zgn lakei bij den gouverneur. nant Aribert von Blome, den jongsten en De prinses van Baden weigert met den brutaalsten luitenant van het regiment, die Poolschen vorst te soupeeren, maar tenslotte door zijn wapenbroeders Bubi wordt ge stemt zij er, op aandringen van den gouvernoemd. Het losloopende paard van Hoch neur, in toe. Als zij tegenover hem staat, is berg wijst Blome den weg en spoedig kan zij sprakeloos van verbazing, want voor hij den doodgewaanden vriend begroeten. haar staat Hochberg en ook hij kan ternauDat de kleine Brigitte alleraardigst is, heeft wernood zijn verwondering onderdrukken, Bubi dra kunnen constatecren. want de prinses is niemand anders dan zijn De beide huzaren moeten een bevel van Marie Louise. Als zij alleen zijn, wil den hertog uitvoeren, die nog in Engeland Marie Louise in Hochbergs armen vluchten, vertoeft. Napoleon wil namelijk de bruid maar deze denkt aan zijn vriend, den hertog, van den hertog, een prinses van Baden, om en blijft hem trouw. Hij wil de bruid van politieke redenen aan den Poolschen vorst den hertog naar Engeland brengen en zelf Potovski uithuwelijken. Darmont, de Fran- van Marie Louise afstand doen. De tijd sche gouverneur van Erfurt, moet de prin- dringt. Elk oogenblik kan de echte Poioyski
COnrad
Veid,
arriveeren. Hochberg neemt een list te baat: woedend verlangt hij van den gouverneur een passeerbewijs, omdat de prinses niets van hem wil weten. Hij wil onmiddellijk vertrekken. Hochberg weet Marie Louise te overtuigen, dat zij de kleeren van Potovski moet aantrekken om in die vermomming Erfurt te verlaten met Blome als koerier. De adjudant van den gouverneur weigert den wagen den postenketen te laten passeeren, maar Hochberg dwingt Darmont zulks met het pistool op de borst af. Daarna gelukt hem een gewaagde vlucht uit Erfurt. Kort daarop meldt een koerier van Napoleon, dat de Groote in Rusland verslagen is. De stormklokken beieren in Pruisen, het volk wapent zich om het gehate juk der Franschen af te werpen. De hertog van Brunswijk keert terug en draagt het bevel over zijn regiment aan zijn trouwen paladijn Hansgeorg von Hochberg over. En als de hertog met zijn bruid Marie Louise gesproken heeft, doet hij grootmoedig afstand van haar ten gunste van 7iin trouwen vriend.
eneonra
dve/
_
ALS OUDERS SLAPEN....
DE FRÄNSCHE TÄNQO DOOR Van den oorspronkelijken Tango, een twee-personen-dans, die in 1913 zijn opkomst had, blijft er de laatste jaren niet veel meer over. Vooral onder invloed van de Engelsche danstechniek zijn de Tango-passen geleidelijk veranderd, in zooverre, dat de personen, die tien of twintig jaar geleden dezen dans leerden kennen, niet wegwijs zouden geraken als ze een Tango zien, gedanst volgens Engelschen stijl. Doch aan die veranderingen zit een nadeel vast: De Tango is een dans, die vooral mooi is, als hij beoefend wordt met een tikje van het Zuidelijk temperament, waarvan hij het geesteskind is. De Engelsche Tango moge „geschoolder" en „vloeiender" zijn — men mist er echter veel in, van wat den oorspronkelijken Argentijnschen dans karakteriseerde. Tal van die karakteristiekeq zijn echter nog wel behouden gebleven in den Franschen Tango-stijl, in zooverre zelfs, dat men den Franschen Tango mag beschouwen als een afzonderlijken dans. Reden dus om er hier een 'beschrijving van te geven. Men herinnert zich, dat in den Engeischen Tango de volgende figuren voorkomen: de voorwaartsche zijpassen, de Argentijnsche promenade, de draai, de open promenade, de open terugdraai, de back corté en de habanera. Neemt men daarentegen den Franschen Tango, dan krijgt men geheel andere figuren. Weliswaar komen enkele neer op eenzelfde principe, maar de manier van dansen, de volgorde, en bovendien kleine onderdeden van de dansbeweging zijn toch anders. De Franschen hebben een veel grootere keus, want blijkens de laatste beschrijvingen, die in Frankrijk het licht hebben gezien, worden minstens een twaalftal figuren beoefend. Ziehier overigens de voornaamste: 1. De carré pas (dans in het vierkant). ' 2. De Spaansche pas. 3. De Zig-Zag. 4. De Peret-dansfiguur (een mooie nieuwe Fransche variatie). 5. De gekruiste pas. 6. De vertraagde danspas. 7. De dans ter plaatse. 8. De Astora-pas. 9. Zijpassen. 10. Kampioenspas (variatie). 11. Pas Charles (dit seizoen geïntroduceerd door den Parijschen dansleeraar D. Charles). 12. De draaiende danspas. 13. Vooruitschrijdende danspas. '
Deze figuren gelden overigens naast de bekende grondpassen. Het is natuurlijk doelloos een vergelijking te maken tusschen de figuren van den Franschen en Engelschen Tango, want dit wordt uiteraard on-
DOOR
OPGEVOERD BIJ HET ROTTERDAMSCH HOFSTAD TOONEEL
COR KLINKERT
DANSSILHOUET.
mogelijk, daar die twee dansen een geheel verschillenden grondslag hebben. De eerste is een kwestie van meesleepend gevoel, de tweede een kwestie van technische zelfbeheersching. Toch moet men niet denken, dat de fraaiheid der danstechniek aan den Franschen Tango vreemd is. Ten bewijze van het tegendeel geven wij hieronder reeds de omschrijving van een drietal der voornoemde dansfiguren, zoodat men zelf de passen kan maken en beoordeelen. In een volgend artikel zullen wij ook de beschrijving van andere danspassen geven. Eerste figuur: Carré. Beginnen met het gelaat gekeerd in de dansrichting, 1 tel. Linkervoet zijwaarts naar links, % tel. Rechtervoet vóór linkervoet kruisen, Vï tel. Linkervoet opnieuw aansluiten, 1/2 tel. Rechtervoet zijwaarts naar rechts,
y?tei-
Linkervoet aansluiten, 1/2 tel. Rechtervoet vooruit, 1/2 tel. Linkervoet aansluiten, 1/2 tel. Rechtervoet achteruit, 1/2 tel. Linkervoet zijwaarts naar links, 1/2 tel. Rechtervoet vóór linkervoet kruisen, 1/2 tel. Linkervoet aansluiten, 1/2 tel. ' Vervolgens opnieuw met rechtervoet beginnen. Tweede figuur: De Spaansche pas. Beginnen met gelaat terzijde van de dansrichting afgekeerd.
ANTHONY KIMMIN5
Linkervoet zijwaarts naar links, 1 tel. . Rechtervoet vóór linkervoet kruisen, % tel. Linkervoet achteruit. Kwart draai naar rechts. Dame komt terzijde, 1/2 tel. Rechtervoet achteruit, dwars achter linkervoet, 1/2 tel. Linkervoet achteruit. Kwart draai naar rechts, 1/2 tel. Kleine pas met rechtervoet naar rechts, 1/2 t^l. Op teenen van rechtervoet halven draai naar rechts maken en dan tevens linkervoet achteruit, 1/2 tel. Rechtervoet achter linkervoet kruisen. Va tel. Linkervoet achter rechtervoet kruisen, V« tel. Rechtervoet nog even meer naar links plaatsen, haaks vóór den linkervoet als voorgaand, i^ tel. Ongeveer completen draai maken naar links, op teenen. De dame danst om haar partner heen, 11/2 tel. Rechtervoet vooruit. Dame plaatst linkervoet achteruit, de partners staan thans naast elkaar, rechterschouder tegen rechterschouder, 1 tel. HerhaUng van de vier laatste tellen (beginnen met rechtervoet achter linkervoet te kruisen, enz.), 4 tellen. Om te eindigen de dame op rechtervoet 'laten ronddraaien tot ze in dezelfde richting kijkt als haar partner, waarna ze linkervoet neerplaatst, 1/2 tel. Heer sluit linkervoet aan bij rechtervoet en laat zijn dame opnieuw op den linkervoet ronddraaien, tot ze opnieuw in de gewone danshouding tegenover hem staat, wanneer zij haar rechtervoet bij linkervoet aansluit, V2 tel. Vervolgens opnieuw beginnen met rechtervoet (dame met linkervoet).
V.l.n.r.: Annie van Duyn, Piet Rinks, doeki Broedelet, A. van Hees, Helene SistermansVink, Eduard Verkade. ' et programma noemt deze comedie na heb genoemd, voeg ik er aan toe, dat Tony van den Berg het onbeduidende rol„een spel voor ouders en volwassen kinderen." Het bad ook kun- letje van het kamermeisje vervulde en. . . . nen zü'n voor onnoozele ouders en vroeg- er allersnoezigst uitzag. Als ik Jerry was geweest (op mijn leefrijpe kinderen. Want by alle respect, welke ik heb voor de charmante wijze, waarop de tijd mag ik het wel bekennen) dan was ik schrgver van een niksje-niemendalletje, een liever met haar uitgegaan dan met „Bubtooneelspel weet te maken, waarover harte- bles". Waarom heeft Annie van Duyn, met lijk gelachen wordt, hij vertrouwt toch wel wie hij wel meeging, ons zyn voorkeur niet een beetje te veel op de wereld-on wijsheid wat begrijpelijker gemaakt? En nu een vraag, een zwaartillige vraag van Colonel Hammond (voortreffelijk gespeeld door Eduard Verkade, die ook de van een „hollanclschen" recensent. Deed het regie had) en zijn vrouw (Helene Sister- R. H. T. goed om dit stuk in den altijd toch nog min of meer deftigen. Koninklijken mans-Vink). 's Nachts, als de ouders slapen, komen de Schouwburg te vertoonen? Ja... . en neen. twee volwassen, vroegrijpe zoons thuis van Ja, omdat het amusante in onze donkere de vermakelijkheidsgelegenheid, waar ze met tijden een gelukkige afwisseling geeft, ook al hun dames heengetrokken waren. De oudste zoon, Neville, begeleidde Lady bestaat dit amusement uit een moraliseerend Cattering, de jonge, over-levenslustige tooneelwerk, waarin een aantrekkelijke jonge vrouw van zijn aanstaanden chef, naar het vrouw haar japon uittrekt en met een-jongen theater. Lady Cattering probeert mét weinig man op een canapé gaat zitten zoenen. Neen.... Omdat zes achtste, op z'n gunscrupuleuze middelen den aanstaanden adjudant te verleiden. Joeki Broedelet speelt dat stigst gezegd vijf achtste van de medespelendeel van haar rol (een zeker niet on- den noch de verve, noch de gaven heeft om dankbaar scènetje) met verdienste. Neville dit genre stukken met de noodige lichtheid Hammond (Adriaan van Hees) kan zich te spelen. Verkade was heel goed, Rienks niet gemakkelijk vrij maken van het respect goed. Joeki half goed en mevr.Heymans ook. Maakt drie van de acht. voor de „vrouw van zijn a.s. supérieur." Zy Maar de overigen.... worden gestoord door zijn jongeren broeder Laat ons er over zwijgen. Jerry (den „marinier", die met een kennisje van een paar dagen uit was geweest). Hij en „Bubbles", zijn vriendinnetje, snappen de Lady en haar vriend in een niet gewone situatie. Zij en dcmi-negligé en hij heel intiem met haar op de sofa. Jerry (Piet Rienks) speelt voortreffelijk en hij lanceert verschillende heel rake gezegden. De andere morgen (the day after the night before) brengt de ontknooping. Het gaat er voor de Lady onaangenaam uitzien, want Bubbles Thompson (Annie van Duyn) wenscht zich te wreken over de hooghartige wijze, waarop ze is behandeld. Als redster der situatie acteert Nanny, de oude, tactvolle, liefhebbende juf, die voor d'r „kinderen" waakt en Her Ladyship sauveert, doch niet eerder, dan na dat zij van haar" de belofte heeft gekregen, dat Neville door haar met rust zal worden gelaten. Mevr. Heymans-Snijders speelt deze rol met opgewektheid. JOEKI BROEDELET EN A. v. HEES. Omdat ik alle spelers en speelsters, op één - 13 -
HOE FILMSTERREN GEKLEED GAAN
H'
Derde figuur: De Zig-Zag. Rechtervoet vooruit, 1 "tel. Linkervoet vooruit, 1/2 tel. Rechtervoet bij linkervoet aansluiten, V2 tel. Linkervoet zijwaarts naar links, 1 tel. Rechtervoet vóór linkervoet kruisen, 1 tel. Linkervoet dwars voor rechtervoet kruisen met aansluiting van de teenen van beide voeten. Schouders bevinden zich naar de dame gekeerd, dus blijven vóór haar, 1/2 tel. Rechtervoet opnieuw bij linkervoet aansluiten en aldus opnieuw tegenover de dame komen te staan, 1/2 tel. Herhaling van de drie laatste tijden (dus beginnen met het verplaatsen van den linkervoet zijwaarts naar links), 3 tellen. Eindigen met een Argentijnschen nromenade-pas.
- 12 -
Ü
1. Kathleen ORegnn, die een lersche is, houdt dol veel van paardrijden. Toen de opnamen in Egypte voor haar filiu CFires of Fate" werden «emuakt, had zü geleuenheid om naar hartelust van deze sport te genieten. Wij zien haar hierboven in het( rijcosluum, dat zü voor haar ritten in het land van, den Nijl had aangeschaft: stevige laaizen, een nauw om de beenen sluitende pantalon, een eenvoudige zijden sportblouse en een tropenhelm. (Foto B.l.P.)
Foto no. 2 geeft een door de Paramount Studio's ontworpen rijcostuum, dat meer den traditioneelen trant der „amazones" volgt. (Foto Paramount)
ALS HIT LEVEN EEN TRIOMF WORDT
m
VINCENZ PRIESSNITZ. - EEN OOSTENRIJKSCHE BOER ALS DOKTER.
waad rukt de jonge boerenzoon verlamming. Reeds een jaar later roeveel te beter, dan wasch ik de menaan de leidsels... „Vort, bonk!" pen de zieken uit wij deren omtrek om schen met mijn handen!" Toch meent -— Wat scheelt het oude, trouwe den negentienjarigen „waterdokter". Zij de rechtbank hem dit keer te moeten verdier vandaag toch? Is de duivel dan komen nu van verre, laten zich niet oordeelen tot vier dagen arrest, „verin hem gevaren? De zweep spreekt afwijzen, vestigen zich in zijn omgeving. scherpt door vasten", omdat hij de duidelijker taal dan de aansporingen De jonge Priessnitz laat hen bij het wet had overtreden en het leven van met den mond; het paard geeft een bewerken van zijn akker helpen, zet zijn patiënten in gevaar bracht. ruk aan den wagen, valt en trekt zijn hen aan den bouw van zijn nieuwe, baas mee... Deze blijft langen tijd op Toen Priessnitz veroordeeld werd, steenen huis, waarin hij een groot bashad hij zijn ervaringen wat de aanden grond liggen, want een zware sin laat aanbrengen, waarin steeds koud wending van koud water betreft, reeds wagen, geladen met tien zakken meel, water stroomt uit de bron, die zich in tot een koen, zij het ook niet geheel en zijn een tè groote last voor de borst de nabijheid bevindt. En zóó heeft hij, van den zeventienjarige..." al compleet' en feilloos systeem van een ruim een eeuw geleden, reeds het eerste „Ernstig, zéér ernstig... In het gunnatuurlijke koudwaterbehandeling uitge„hydrotherapeutische instituut" gewerkt. s stigste geval een kreupele," heeft sticht. Priessnitz den dokter uit Freiwaldau Voor de menschen van zijn dagen — Zijn „praktijk" breidt zich steeds uit, tegen zijn moeder hooren fluisteren. men vergete bij het bovenstaande niet, en met toenemende jaloezie zien somNu ligt hij alleen te peinzen: zijn dat de medische wetenschap toen bij mige menschen in zijn dorp hoe zijn vader blind, -zijn oudste broer dood — lange na nog niet zoo ver was als faam stijgt, hoe hij van boer „dokter" is wie moet er dan werken voor het getegenwoordig! — beteekende Priessnitz geworden. Men kan hem niet laten zin ? Zou hij beter worden ? Het warme een interessante sensatie. Er ging een vervolgen, want hij doet niets wat strafomslag met de kruiden, door den dokgroote suggestieve kracht van hem uit; baar is, maar waar men kan, maakt ter voorgeschreven, helpt niet. Hij rukt de menschen, die hij genas, verkondigmen hem het leven zuur. Zelfs van af het af, wil zichzelf helpen, op een den zijn lof, terwijl zij, die niet genezen den kansel wordt er tegen zijn „afgoandere, natuurlijker manier. Reeds als werden óf stierven ót in het vergeetderij" gepredikt. Hij is een „verderfelijk kind, toen hij de koeien hoedde, heeft boek raakten. Hij verbood den mannen profeet, die de menschheid tot bijgehij gezien, hoe de dieren des velds, wanhet dragen van wollen onderkleeding, loof voert". Wie hun stem tegen hem neer zij gewond zijn, in de koele beek den vrouwen het corset, omdat het de verheffen, zien zich echter .dikwijls na springen. En toen hij eenigen tijd geinwendige organen doet verschrompekorten tijd genoodzaakt zijn hulp in te leden zijn vinger ernstig had gewond, len. Hij beteekent een revolutie voor de roepen. De dankbaarheid van hen, die was deze óók spoedig genezen door een gemoedelijke burgers van zijn tijd, wien door hem van hun kwalen werden afgekoud omslag... hij leert, welke groote, .belangrijke holpen, is werkelijk soms roerend: zelfs Zijn besluit staat vast. Hij wikkelt functie de huid heeft te vervullen, en biedt men hem aan, een academische zich een ijskouden, natten doek om de hoè zij die kan vervullen: door ze studie voor hem te betalen. Maar borst en slaapt weldra in, hoewel de onder striemende waterstralen 'te Priessnitz dankt voor de eer: „hij wil pijnen hem vóór dien tijd belet hadden plaatsen! maar liever niet verder lezen, want zijn oogen te sluiten! Na een paar Als „honorarium" voor een succesdat brengt iemand maar op dwaaldagen lijkt er een wonder gebeurt: hij yolle behandeling heeft Priessnitz de wegen". kan weer arbeid verrichten en na een dochter van den burgemeester van Reeds is zijn naam tot het hof doorjaar lang natte, koude omslagen te Böhmisch-Dorf tot vrouw gekregen, die gedrongen, en de lijfarts van aartsherhebben gedragen, voelt de jonge Vinhem ontheft van het administratief betog Anton ontbiedt hem naar Weenen cenz Priessnitz zich weer volkomen herheer over zijn snel-groeiende ondersteld ! en vraagt hem, wat hij allemaal geneming. Weldra toch bereikte het aanVan dat oogenblik af is hij een warm nezen kan. Priessnitz zegt het: jicht, tal „kuurgasten" meer dan zeventienvoorstander van de geneeswijze door podagra, haemorrhoïden, nierziekten..;" honderd ! koud water. Hij gaat na, wat de uitwer— „Als je dat allemaal genezen kunt," In Januari 1847 valt Priessnitz in king der koud water-omslagen bij hemantwoordt de eerlijke lijfarts, „ga dan de gang van zijn instituut plotseling zelf is geweest, wat het koude water je gang, man, want dat kunnen wij bewusteloos neer. Na eenige uren komt doet voor gewonde dieren. Hij bemerkt, niet!" hij tot bewustzijn, en geeft dan zélf aan, dat koud water verwarmt, warm water Intusschen heeft Priessnitz tijdens de hoe hij behandeld wil worden. Hij herechter verslapt. Tevens komt hij tot de behandeling van een koe de weldadige stelt dit keer nog snel, maar blijft ontdekking, dat lichaam en koud water werking van transpireeren opgemerkt, ziekelijk en sterft vier jaar later (1851), de eigenschap hebben, wanneer zij met en het kunstmatige zweeten in zijn 'benadat hij drie keer met groote beslistelkaar in aanraking komen, hun temhandelingsmethode opgenomen. Zijn heid geweigerd heeft, een dokter bij peratuur in onderlinge overeenstemming „instituut" is uitgebreid: hij kan nu zich toe te laten. Als men echter, volte brengen, waarbij opwekkende priktwaalf patiënten logeeren en beschikt gens zijn laatsten wil, overgaat tot een kels worden teweeggebracht. Hij ziet, over twee badkuipen. Onder een van sectie, ontdekt men, dat zijn lever aanwelk een geweldige heelkracht er in zijn patiënten bevindt zich in het jaar gedaan is, waarvan de oorzaak te zoehet dierlijk lichaam schuilt, en trekt 1829 een leeraar uit Weenen. Van ken is in den val, dien de zeventiende conclusie, dat er geen geneesmiddezen man leert Priessnitz schrijven, jarige Priessnitz heeft gedaan toen zijn delen bestaan, maar slechts hulpmidiets wat hij tot dan toe niet kende. En paard schrok van den zweepslag. De delen, om die geneeskracht te bevorhij zou weldra veel te schrijven hebben... ribben, die toen gekneusd werden, deren. Met koudwater-wasschingen en Zijn vijanden hebben echter ook niet waren nimmer geheel genezen! En het -baden, -omslagen en -drinken begint stilgezeten; zij hebben een strafvervolmocht volgens de dokters een wonder hij uiterlijke kwetsuren bij mensch en ging tegen hem uitgelokt, „omdat hij heeten, dat Priessnitz met een dergelijke dier uit zijn omgeving in het" kleine met zijn medemenschen een gevaarlijk kwaal nog zóó lang heeft kunnen dorpje Gräfenberg bij Freiwaldau te bespel drijft". De justitie weet niet goed leven, en nog zóó veel heeft kunnen handelen. Weldra verkrijgt hij echter wat zij doen moet; reeds eenige jaren presteeren, want hij heeft niet minder ook opmerkelijke resultaten door zijn geleden heeft zij Priessnitz verboden dan veertigduizend patiënten persoonlijk „kuur" bij jicht en rheumatiek, bij zijn „tooverspons" te gebruiken, waarbehandeld en meer dan dertigduizend maag- en leverkwalen, zenuwzwakte en op Priessnitz geantwoord had: „Zooeen schriftelijk advies gegeven! — 14 —
..^..»^.^ .».«..,■
tiÉaÉiÊki
Rotverdeeling: Emma Marie Drossle Ronnie Richard Cromwel Meneer Smith Jean Hcrshol Isabella Myma Lo1 De ambtenaar O.M John Milja) Haskins .':. Purneil B. Prat Mathilda Leila Bennet Gypsy Barbara Ken Sue . . . *. ....... Kathryn Ctawfor Bill George Meeke Het dienstmeisje Dale Mk Drake . .,. Wilfred No Graaf Pierre ......... Andre Chero
Emma is huishoudster bij met Smith, wiens vrouw bü de gebo( van haar jongsten zoon Ron overleden is, Met ijzeren band regeert zij groote huishouden, maar voor de kindei vooral voor den jongsten. is xii de eet moeder, die zij Soit gekend hebben. Zij al hun kleine moeilijkheden op en is dikv
EENÉ
RAYMOND. (FOTO PARAMOUNT)
:-\../.
hun' voorspraak- bij hun vader, die zich weinig met hen bemoeit en zich alleen voor zijn werk interesseert. Vooral Ronnie is bijzonder aan Emma gehecht. Na vele jaren zal Emma voor het eerst in' haar leven een maand vacantie nemen. Men kan zich haast niet voorstellen, hoe alles goed kan gaan, als zij er niet is. Ook meneer Smith wordt uit zijn afzondering opgeschrikt, en nu pas dringt het tot hem door, . dat in -al die jaren de hulp van Emma onontbeerlijk voor hcmt is geworden. Als zij op het punt staat haar vacantie-reisje te beginnen, vraagt hij haar ten huwelijk en in haar . vacantie maken zij hun huwelijksreis. Gedurende hun reis sterft Smith aan een hartkwaal en laat in zijn testament alles aan Emma na. Het bericht van het huwelijk is door de kinderen met grootc verwondering ontvangen. Het idee, dat hun vader met de huis_houdster getrouwd is, vinden zij toch al te erg. Alleen Ronnie is blij, voor hem maakt het geen verschil, want hij heeft Emriiie altijd als zijn moeder beschouwd.
Als de dood van Smith bekend wordt en het testament geopend is, stijgt de verontwaardiging ten top. De kinderen beschuldigen Emma van moord op hun vader. Ronnie, die een vliegtochtje is gaan maken, komt direct terug om Emma terzijde te staan. Gedurende het proces denkt Emma hoofdzakelijk aan de kinderen. Voor haarzelf schijnt alles van geen belang te zijn. Als de advocaat onvriendelijk over de aanklagers spreekt, verdedigt zij „haar" kinderen. Zij wordt vrijgesproken, doch op dat moment ontvangt zij bericht, dat Ronnie met zijn vliegtuig verongelukt is. Aan de baar van Ronnie vragen de andere kinderen haar om vergiffenis, maar zij kan haar oude plaats in het huishouden niet meer innemen en neemt een betrekking aan in een jong huisgezin, waar kleine kinderen haar zorg noodig hebben. 1. Emma's ideaal. 2. Mary Dressler (Emma). 3. Richard Cromwell (Ronnie), Mary Dressler en Jean Hersholt (Mijnheer Smith). 4. Richard Cromwell.
WIJ BRENGEN IN No. 466 EEN GROOTE M.G.M.-PRIJSVRAAG
HJLM-t N i nwuaiAa i tw
FILM-ENTHOUSI ASTEN P. a. H. ée '».GRAVENHAGE. He£ adres van Willy Friésch is Bitfersfrasse 8—12, Berlijn—Dahlem,
^S
%m =-J.
fei
■1 ' len roman „Gilgi, eine von uns" van Irmgard Keun. Regie: Johannes Meyer. Muziek: Franz Grothe. Een film der T.K. productie der Hisa Film G.m.b.H.. Uitgebracht door Paramount. In de Hoofdrolten: Gilgi Brigitte Helm. Martin Gustav Diessl. Olga Jessie Vihrog. Peter Ernst Busch. Stefan Günther Vogdt. De Heer Krön .' . Paul Biensfeld. Mevrouw Krön .... Helene Fehdmer. Adrienne Brcnnert . . Hermine Sterler. De Dokter Julius Brandt. De Chef Erwin Kaiser. De Gigolo Carl Walther Meyer. Trudi Lydia Alexandra. Lore Gudrun Ady. De typistes Jutta Jul, Anita Mey, Wera Liessem. De heer in de tram .... Karl Greppert. Hanns Hellmuth Gauer. Fritz Otto Reinwald. De Tuinman Carl Platen. De Politie-agent ... Gerhard Demann. In deze film zien wij het noodlot van een jong meisje voor ons afrollen, een jonge vrouw, wier leven uit duizend kleine, alledaagsche voorvallen bestaat. Hier wordt ons een leven geteekend, dat zoo levenswaar, zoo echt is, dat zich in de persoon van Gilgi het lot van tallooze, moderne vrouwen schijnt te weerspiegelen. Gisela Krön, in het dagelijksch leven Gilgi genoemd, is een meisje van twintig jaar, gezond, intelligent en eerzuchtig. Haar ouders, die vlak tegenover den Dom te Keulen, een klein winkeltje van reis-souvenirs drijven, zijn eigenlijk niet weinig trotsch op hun kind, hoewel zij haar in het geheel niet begrijpen en niet in het minst medeleven met het innerlijk leven van het meisje, dat zoo gesloten en zakelijk is, en aan niets anders schijnt te denken dan aan werk en aan vooruitkomen in de wereld. Gilgi's leven speelt zich binnen enge grenzen af: daar is haar kantoor, waar ook Olga, haar beste vriendin, werkt, haar burgerlijk huis, waar zij slechts eet en slaapt; haar kennissen zijn een paar studenten, die dapper werken om aan den kost en aan studiegeld te komen.
In deze kleine wereld is voor liefde geen plaats — Gilgi's toekomst ligt kant en klaar voor haar uitgestippeld: werk, werk en nog eens werk. Dan komt de dag waarop zij een en twintig jaar wordt, en tot haar groote verrassing ontvangt zij van de Bank een aanzienlijke som geld,, die door een haar volkomen onbekende dame twintig jaar geleden voor haar daar gedeponeerd is. Van haar ouders verneemt zij nu, daar er toch niets meer te verzwijgen is, dat haar moeder, een dame uit goedgesitueerden kring, indertijd de kinderloosheid van het echtpaar Kron als welkome oplossing voor een misstap heeft aangegrepen, en Gilgi als pasgeboren baby bij hen achterliet. Noch het geld, noch de wetenschap dat Frau Kron slechts haar pleegmoeder is, brengen verandering in Gilgi's denk- en handelwijze. De groote verandering in haar-leven komt eerst als zij Martin leert kennen — een. vroolijken, levenslustigen en charmanten jongen, een reizend verslaggever en auteur: vandaag rijk, morgen arm, vandaag hier, morgen daar — een wereldburger zonder vaste woonplaats, zonder vaderland. En Gilgi, de, kleine, onsentimenteele Gilgi heeft haar groote avontuur, dat alles omverwerpt, wat zij zoo ijverig heeft opgebouwd. Haar geheele mooie levensplan, dat zoo klaar en duidelijk voor haar stond, dat als een rotsvaste toekomst scheen, valt ineen. Om Martin te kunnen volgen, verlaat zij haar pleegouders, neemt ontslag van haar kantoor, en offert alles op voor hem, die eigenlijk haar in het geheel niet begrijpt omdat hun karakters zoo volkomen verschillen. Met de kortzichtigheid van de verliefde vrouw houdt zij voor „eeuwige liefde" wat voor hem slechts een avontuur beteekent. Weldra voelt zij dan ook, dat zijn genegenheid voor haar dood is. De oude, kleine Gilgi keert daarom terug en neemt haar kleine leven vast in de hand. Uit eigen beweging verlaat zij Martin, en trekt weg uit Keulen, om ergens anders voor zich en haar kind te arbeiden. In haar kind zal zich haar lot niet herhalen. Eerst als Gilgi weg is verneemt Martin van Olga de waarheid. En eerst nu ontwaakt in hem een besef van zijn plicht als niensch en kameraad. In hem komt voor het eerst een echte liefde boven voor deze prachtige vrouw, voor wie hij meer wil zijn dan een herinnering. . . . 1. Gustav Diessl (Martin) en Brigitte Helm (Gilgi). 2. Brigitte Helm en Helene Fehdmer 3. Hermine Sterler (Adnenne Brennert). 4. Ernst Busch (Peter). 5. Jessie Vihrog (Olga) en Gustav Diessl.
C. N. £e BILTHOVEN. Dat is Inderdaad zijn ware naam, gewoonlijk laat men de vele voornamen weg, dan blijft Ramon Samaniego over. , H. SCH. te AMSTERDAM. Hierbij de gevraagde adressen. Lilian Harvey, Ahorn Allee 16, Berlijn. Jackie Coogan, 5451 Marathon Street, Hollywood. Käthe von Nagy. Kranrallee 8, Berlijn. Indien u deze sterren schrijft, niet vergeten antwoordcoupon in te sluiten. S. C. te ENSCHEDE. De gevraagde foto's zijn verzonden. -U moet Willy Fritsch drie antwoord-coupons sturen. A. SP. te RIJSWIJK. Op dergelijke vragen kunhen wij alleen in deze rubriek, dus niet per brief, antwoorden. Het adres van Adele Sandrock is Leibnitzstrasse 60, , Berlijn. J. P. W. te AMSTERDAM. Iedere abonné kan desgewenscht twee groote filmfoto's gratis ontvangen. M. v. d. B. te BOXTEL. Aan het postkantoor te Boxtel zijn ook antwoordcoupons verkrijgbaar. Greta Garbo geeft voorloopig geen antwoord roeer op de haar door film-enthousiasten toegezonden brieven, Marlene Dietrich beantwoordt de brieven binnen een half jaar. Indien u een foto van de sterren wenscht te ontvangen, moet u drie antwoord-coupons inzenden. F. M. te 's-GRAVENHAGE. We zullen gaarne de bedoelde foto ontvangen. H. W. te ROTTERDAM. De gevraagde foto's zult u intusschen wel ontvangen
LIONEL BARRYMORE zooals hij er In een nieuwe M.G.M.-flIm zal uitzien.
hebben. Het adres van GretI Theimer is Grunewaldallee 22, Berlijn—Zehlendorf. Charles Farrell kunt u schrijven Fox Studios, 1401 Western Avenue Los Angelos. L. V. te BU5SUM. Op brieven, die niet met naam en adres zijn onderfeekend, kunnen wij geen antwoord geven. . E. W. te HOOFDDORP. Indien u de onkosten vergoedt, zal zoowel Polygoon als Orion-Profilti gaarne deze film opnemen. U kunt zich ook wenden tot den heer Loet C. Barnsteyn, Hoef kade 9, 's-Gravenhage. A. C. te AMSTERDAM. Lilian Harvey kunt u in het Duitsch, Fransch of Engelsch schrijven. Het staat nog niet vast, wanneer ze naar Hollywood vertrekt, daar ze eerst nog in Duitschland een film moet spelen. Misschien brengt ze dan voor haar vertrek naar Amerika nog een bezoek aan ons land. C. v. W. te BUSSUM. De antwoorden op uw vragen hebben we reeds eerder geplaatst. Hansi Burg is tooneelspeelster. Hans Albers speelt vaak tooneel, Willy Fritsch de laatste jaren niet. L. L. te ROTTERDAM. Het staat nog niet vast, wanneer er weer een film met bedoelde actrice in de hoofdrol, in Rotterdam vertoond zal Worden. We raden u aan geregeld de rubriek „Nieuws uit de Studios" te lezen. We zonden U een foto van Greta Garbo en van Ramon Novarro. D. B. te NIJMEGEN. Het adres van Johnny Weissmüller is Metro-GoldwynMayer Studios. Culver-City, Californië. Maureen OSullivan hetzelfde adres. Hermann Thimig woont Nestorstrasse 45, Berlijn. R. P. F. te 's-GRAVENHAGE. Greta Garbo zal weer naar Hollywood terugkeeren. Zij is werkelijk niet getrouwd.
tut 5ü>& mló4of koud en voditig is, bescherm dan Uw huid met Nivea. Wrijf eiken avond vóór net naar bed gaan gezichl en handen flink mef
NIVEA in. Hef weefsel wordf veerkradifig, de huid gezond en slerlc.
Weer en wind zullen
U niet meer deren. Maar ook overdag, alvorens naar builen Ie gaan, kunl U zich mei
Nivea inwrijven;
ze dringl geheel
in de huid chl€ loor en laai geen g ans achter
—-^ ,.
..„\
*~ZMNivea is dag- en nachicreme Iegelijk. Ze bezorgt U dat jeugdige, (rissche en gezonde uiterlijk, wat wij allen zoo gaarne bezitten.
in *uÄm35cii55ct^ÄHIVE**
n.tt
li
IVEA — de eenige huidcreme, die Eucerit bevat
^i Nj JL^JUJESS. v JL.rujf^. ^j^^Jar^1
1
Zang
it
1LJ Jl UW mULlKK VAN DAAN NIEUWÉNHUIJZEN
I J h II Jl Jl p f^^ On - der vier oo - gen is al heel wat gc - beurd.
Mod. tc^assai
M
Waar-
MJpm
^
Pia no
i
[
I i ' '
PI
É
rr I M S' ' ' i ' n i'' ' ii i r i f i' i' i ^^
om werd ge-lachen, waar - om werd getreurd
Veel wordt gezegd, maar veel meer wordt verzwe - gen
j ^cV'jJ J^J 'iü'iJüCJii a 11 J|
1 ve} - lenMhebT - ben ook
j pffp p f een
har - de les ge - kre
a
^
^
i
mm
yati
^^
gen — De ( ee-ne spreekt de waar - heid — De I
MIJN NEEF JANSSEN was, zooals wel eens meer gebeurt, in heftig debat gewikkeld over de eigenschappen van het zwakke geslacht. „En ik geloof," zei zijn vriend, „dat er geen enkele vrouw is, die een geheim bewaren kan." „Toch wel," antwoordde mijn neef. „Mijn vrouw kan het. Nu zijn we al zóó lang getrouwd, en ze heeft me nog nooit, verteld, waarom ze altijd zooveel geld noodig heeft!" Op de groote Indië-boot werden sportwedstrijden gegeven. Voor het voetbal-elftal van getrouwde beeren was er echter een tekort. Men zocht daarom een plaatsvervanger en meende dien te vinden in een zielig en in elkaar gedoken mannetje, dat bij de reeling zat en mistroostig over de zee uitzag. Toen hem aan 't verstand werd gebracht, wat er van hem werd verlangd, zei hij angstig: „Ik ben heelemaal met getrouwd. Ik ben alleen maar zeeziek!" Twee vrienden, waarvan de een getrouwd was en de ander niet, zaten in den schouwburg en bewonderden het spel van een zeer populairen acteur. „'t Is schitterend!" vond de getrouwde. „Zoo écht als hij zijn liefde voor de eerste actrice speelt, hè?" Ta _ heel goed," antwoordde de vrijgezel. „Maar hij is met haar getrouwd, hoor! Al achttien jaar!" „Wat? Getrouwd?! Allemachtig,wat 'n talent moet die man hebben!" Echtgenoot: „Wat denk je van een flinke wandeling ? Ik heb behoefte aan een opfrissching!" Vrouw: „Daar hoef je niet voor te gaan wandelen, lieve. Hier is de rekening van mijn naaister."
Onder vier oogen kwam ook heel wat tot stand. En voell men elkander geducht aan den tand; Onder vier oogen durft men dingen vragen. Waaraan men zich in gezelschap niet zou wagen. En hoeveel menschen zijn er in 't leven vaak bedrogen Onder vier oog-en?
Onder vier oogen voelt hij zich sterk genoeg En dunkt in zich zelve: „Als ik haar nu vroeg..." Fluist'rend zegt hij dan tot haar: „Ach, mijn popje Nu kan ik 't je zeggen, 'k ben al lang dol op je...." En beiden zijn gelukkig, van vreugde opgetogen Onder vier oogen.
■^AISOINI ODIOT 7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS Fabriek van Artistiek / Zilverwerk Gevestigd tn
1690
„De menschen zijn toch tegenwoordig lang niet zoo formeel en vormelijk meer als vroeger!" „Juist," antwoordde de dame, die pas had leeren chauffeeren, „dat is inderdaad zool lederen keer, dat ik in den wagen uitga, tref ik politieagenten aan, aan wie ik heelemaal niet ben voorgesteld en die mij maar brutaalweg aanspreken!"
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag twee honderd en twee* Wie is de stichter van de coöperatieve verbruikersvercenigingen ?
Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STULPBRIODE
"Onder degenen, die vóór 28 December (abonné's in overzeesche gewesten vóór 28 Februari) aan ons adres]: Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden, goede oplossingen inzenden, verdeden wij een hoofdprijs van f2.50 en vijf aardige troostprijzen. Op envelop of briefkaart vermelde men a.u.b. duidelijk: Vraag 202.
Onderwijzer: „Jan, wat is voud van hippopotamus?" Jan: „Het meervoud van tamus is h-i-p-p-o-p-o-t-a — heer, wie wil er nu meer dan beest hebben?"
De schipbreukeling (tot medeslachtoffer, dat op zijn vlot klimt): „Kerel, ik wil je tevoren even waarschuwen, dat ik een leelijke verkoudheid te pakken heb!" De jongeman was vertegenwoordiger en het was zijn werk * vleesch-snijmachines aan den man te brengen. Zijn eerste klant was een dikke, ronde vrouw van middelbaren leeftijd, die genoeglijk glimlachend achter haar toonbank troonde. „Mevrouw," zei de reiziger, „er ontbreekt iets in dezen winkel. Het werk is te zwaar voor u. Vertelt u mij eens, verlangt u nooit eens naar iemand, die u helpt?" De vrouw begon te lachen en de vertegenwoordiger glimlachte ook. j,Een vrouw zooals u," vervolgde hij, „moest niet zulk zwaar werk als snijden doen. Alle zorg en moeite kunnen u bespaard worden als u mij toestaat..." Toen kwam er een geluid als van een donderbui, er viel iets boven op hem en alles was voorbij. Toen hij bijkwam 4ag hij in zijn bed en om hem heen stonden belangstellende vrienden. „Wij hebben ons allebei vergist,' meende de getroffene.' „Ik wist niet, dat zij mijn woorden als een liefdesverklaring beschouwde en zij wist niet, dat haar man in de zijkamer was!" „Toen de directeur mij vroeg, hoe oud ik was, kon ik 'mij absoluut niet herinneren of ik twintig was of een eil twintig!" „En wat heb je toen opgegeven?" „Ik heb het verschil gedeeld ien negentien gezegd." Er was een dame aangereden door een auto en zij lag bewusteloos op straat. De omstanders deden hun best, de getroffene bij kennis te brengen en een der hulpvaardigen zei: „Telefoneer dadelijk om een ziekenauto; dan kan de oude dame naar het ziekenhuis worden gebracht!" „Wat oude dame?!" voer de overredene verontwaardigd uit, terwijl zij haar oogen opsloeg. „Ik ben pas vijf en veertig!" „Waarom huil je, broertje?" „Mijn vader zegt, tiat moeder een waggelende gans is." „Nu?" „En moeder noemt vader een stommgn idioot." „Maar moet jij daar dan om huilen? „Ja, natuurlijk! Want wat ben ik nou ?" -21 -
het meerhippopooch mijnéén zoo'n
De goochelaar haalde twaalf eieren uit zijn hoogen hoed en toonde die aan 't publiek. Toen wendde hij zich tot kleine Jantje op de voorste rij. „Jouw moeder kan niet aan ^eieren komen zonder kippen, nietwaar!" „O, ja!" antwoordde Jantje. „Hoe dan?" „Zij houdt eenden!" De belasting-ambtenaar vroeg de dame, hoe oud zij was, waarop zij antwoordde: „Weet u, hoe oud de meisjes Berg zijn, die naast mij wonen?" „Natuurlijk." „Nu, ik ben even oud." Toen schreef de belasting-ambtenaar op: „Zoo oud als de bergen." Bobby was de slechtste speler van de heele golfclub. Hoe Bobby ook sloeg, hij was er altijd naast! Op een dag echter bemerkten de leden, dat Bobby al een paar maal achter elkaar den bal had getroffen en zij vroegen hem daarom, waarom hij zoo goed speelde. „Dat komt zoo," vertelde Bobby gelukkig. „Ik heb op den bal het portret van mijn bureau-chef geteekend en nu gaat het voortreffelijk!" „Maar Mina!"' zei mevrouw ontzet tegen de werkvrouw. „Hoe kom je aan dat blauwe oog ?" „Dat is uw schuld, mevrouw!" „Mijn schuld?!" • „Ja. u zei, dat je als vrouw je man moet gehoorzamen en hem nooit tegenspreken. Nou, gisteren zegt-ie tegen me: „Denk je, dat ik g'ek ben?" zegt-ie. „Ja," zeg ik en... zoo kom ik aan dat blauwe oog! Nou weet u't!"
DE OPLOSSING Vraag honderd acht en negentig. Door een letterkundig genootschap in Zuid-Frankrijk (gesticht door troubadours in 1323) worden ieder jaar dichterlijke wedstrijden gehouden, waarbij als prijzen gouden en zilveren bloemen toegekend werden. Vandaar den naam bloemenspelen. De hoofdprijs van f 2.50 kenden wij deze week toe aan den heer D. van Agteren te Schiedam. Een troostprijs viel ten deel aan den heer J. Vintges, Amsterdam;mejuffrouw E. J. Spaans, Alkmaar; den heer Chr. L. Grcshof, 's-Gravenhage; den heer K. Jiittner, Scheveningen; den heer G. F. Reijkersz, Rotterdam.
[Vervolg van pagina 6) plaatsen, waar de kaarsen brandden. Kunnen jtdlie je verplaatsen in de mysterieuze gewaarwording, die zich van ons meester maakte ? Dit nogal ontzenuwend afwachten duurde ongeveer een uur; toen werd de atmosfeer zóó gespannen, geladen met electriciteit, dat ik overtuigd was, dat er weldra iets ging gebeuren. Opeens klonk uit den Oostelijken hoek van de hall een zacht geluid; de ruggen der „Schupo's" spanden zich. „Kalm aan, mannen; houd je bedaard," fluisterde ik scherp, en dat hielp. Ik keek de hall rond; de honden waren overeind gekomen en staarden met angstige oogen in de richting van de voordeur. Ik keek den zelfden kant uit en op hetzelfde moment hieven zij een woest geblaf aan; al maar loerend naar de deur. Even plotseling als ze begonnen waren, hielden ze zich eensklaps stil; den kop luisterend omhoog. Op hetzelfde oogenblik hoorde ik aan mijn linkerkant een zacht, metaalachtig geklik en als geboeid rustten mijn oogen op den haak, waarmee ik de voordeur had vastgezet. Een onzichtbaar „iets" had den haak aangeraakt en morrelde er aan. Jullie weten, dat ik geen lafbek ben, maar een rilling liep mij over den rug bij deze lugubere geheimzinnigheid; ik kreeg een ellendig, misselijk gevoel, alsof iemand me een slag tegen de maag had gegeven en ondanks mijn verbijstering zag ik, dat ook de anderen stijf van ontzetting waren. Er hing een beklemmende looden stilte in de hall. Toen nam ik waar, dat de haak langzaam uit het oog werd getrokken, maar niemand of niets raakte hem aan. Tegelijkertijd kwam met een schok het bewustzijn, dat ik handelen moest. Ik greep mijn camera en richtte de lens op de deur. De geweldige magnesiumvlam van het bliksemlichtapparaat
flitste fel op en de doodelijk-verschrikte honden lieten gelijktijdig een doordringend gehuil hooren. Als reactie op het verblindende licht van de ontploffing leek de hall een moment pikdonker en in dat oogenblik hoorde ik in de richting van de deur een gerinkel, dat mij mijn oogen tot het uiterste deed inspannen. De uitwerking van de schelle vlam van het bliksem• licht was echter spoedig voorbij en ik kon weer alles om mij heen onderscheiden. De zware voordeur werd langzaam gesloten! Met een lichten bons viel ze in het slot toen werd het weer doodstil; alleen het gejank van de honden vormde een eiland van geluid in die naargeestige stilte. Ik keerde mij snel om en keek naar von Sternfeld. Hij knikte mij toe hij zag er ontdaan uit. De „Schupo's" waren tamelijk rustig, maar ik was overtuigd, dat deze betrekkelijke kalmte moest toegeschreven worden aan een overstelpende verbijstering; het kon niet anders of ze moesten nog veel zenuwachtiger zijn dan von Sternfeld, die iets dergelijks al had meegemaakt. Maar denk vooral met, dat ik me erg op mijn gemak voelde, dit was volstrekt niet het geval! Maar ik heb zooveel huiveringwekkende gebeurtenissen meegemaakt, dat mijn zenuwen in dit opzicht taaier zijn dan van de meeste andere menschen. Ik richtte mij tot de politiemannen en waarschuwde ze fluisterend zich niet te verroeren — wat er ook mocht gebeuren — voor ik het sein daartoe gaf. Overijling had immers het resultaat van onze wacht in het kasteel geheel kunnen bederven. Anderhalf uur kroop voorbij zonder dat er iets bijzonders voorviel; alleen hieven de honden zoo nu en dan een gehuil aan, dat je door merg en been ging. Op een gegeven moment zag ik echter, dat ze hun neus op een vreemde
OE IHIOLILAND8CIHIE VB88CIHIER8, een sextet, dat in een even origineel ais romantisch costuum optreedt. - 22 —
^sémMiasm
_.
^_
^_^ _
;
BEZOEKT HET
EF Mm-
TE BEN HAAG manier hisschen hun pooten duwden en over hun geheele lichaam begonnen te trillen. Toen ging in den hoek, die het verst van de voordeur verwijderd was, de daar geplaatste kaars uit! Het volgende oogenblik trok von Sternfeld mij aan den arm; een kaars voor een der verzegelde deuren doofde! Ik hield mijn camera gereed. Vervolgens gingen alle kaarsen, de een na de andere uit, behalve die in den cirkel, waarin wij zaten, waren geplaatst. Het geschiedde zoo snel en zoo ongelijk, dat ik geen enkelen keer op het juiste moment dat een kaars doofde, een foto kon nemen. Zoodra echter de kaarsen uit waren, maakte ik een nieuwe bliksemlichtopname. Even was ik half verblind en schold mezelf voor ezel, dat ik vergeten had, een donkere bril mee te nemem Ik hoorde de „Schupo's" bü het plotselinge opflitsen van de magnesiumvlam overeind springen en op luiden toon riep ik ze toe, rustig te blijven zitten. Na zoowat een halve minuut kon ik weer zien en met een gespannen blik keek ik de hall rond, maar ik nam niets bijzonders waar, alleen was het nu, zooals jullie begrijpt, donker in de hoeken. Eensklaps drong het tot me door, dat het vuur in den haard verminderde, de gloed werd minder, stierf weg, terwijl ik keek. De manier. Waarop dit gebeurde, zou ik jullie het best kunnen omschrijven door te zeggen, dat een monsterachtige, ondefinieerbare macht het leven uit het vuur wegzoog. Het was griezelig-fascineerend om aan te zien. .Eindelijk was zelfs het laatste glimmende vonkje verdwenen en de kring van kaarsen, waarin we met ons achten gezeten waren, vormde het eenig-overgebleven licht in de hall. De gruwelijk, tergende kalmte, de weloverwogen rust, waarmee dit alles in nuchter-systematische opeenvolging geschiedde, was in één woord om koud van te worden ... en dat werd ik dari ook inderdaad! Achter mij hoorde ik de „Schupo's" onrustig bewegen. Ik kon me levendig voorstellen dat die dappere kerels danig van streek waren. Een karweitje als dit was ook waarlijk hun gewone werk niet. Ik keerde mij half om en deed mijn best hen te kalmeeren. Maar het succes was twijfelachtig. Opnieuw verliep een uur, een uur van benauwde stilte, waarin niets vermeldenswaards plaats had. Ik voelde mijn zenuwen trekken en tintelen tot ia mijn vingertoppen alles in en aan mij was tot het uiterste gespannen, mijn adem ging zwaar ik had de afgrijselijke gewaarwording of een onzichtbaar monster uit een onstoffelijke wereld ons beloerde in de
halve schemering van de hall. Ik zeg nog eens, jullie weet dat ik niet laf ben, maar je moet de sensatie als deze zelf hebben beleefd, om het paroxysme van namelooze verschrikkingen te begrijpen, waarin je dan zoo zoetjesaari geraakt! Ik boog mij naar von Sternfeld.en fluisterde ,hem toe, of hij ook het gevoel had, dat er iets in de hall tegenwoordig was. De moedige ruiterofficier was doodsbleek; zijn oogen schitterden als in koorts. Hij zag me aan en knikte; toen dwaalde zijn blik weer onrustig naar de hall. Een nieuwe schakel in de keten der lugubere gebeurtenisssen — de kaarsen rond den omtrek van den cirkel floepten uit en er heerschte een duisternis, die in het eerste moment absoluut en ondoordringbaar leek. Na eenigen tijd echter teekenden de vensters in den Zuidelijken wand zich als ietwat lichtere plekken af. Maar de lucht was betrokken en in het vage schijnsel, dat door de vensters viel, kon ik alleen maar met de grootste moeite iets van de silhouetten der gestalten van mijn metgezellen onderscheiden. Het eerste oogenblik had ik ■ een gevoel alsof een korst ijs zich om mijn hersens had vastgezet en of al mijn levensfuncties van dit centrale punt uit verstarden. Alleen mijn gehoororgaan leek abnormaal scherp geworden, be- grijpelijk gevolg van de duisternis. Ik kon mijn eigen hart hooren kloppen — onnatuurlijk luid. Met inspanning van al mijn geestkracht dwong ik mij tot kalmte en ik slaagde er in mijzelf in zooverre meester te worden dat ik in staat was mijn camera en bliksemlicht-apparaat, die onder het bereik van mijn hand lagen, op te nemen. Toen wachtte ik weer. Mijn handen waren klam van 't zweet, merkte ik. Een zwak geluid sloop door de stilte, van twee kanten kwam het. Ik wist oogenbbkkelijk wat het was; de zegels werden verbroken — de verzegelde deuren gingen open! Ik hief het fototoestel en het bliksemlicht omhoog en met een wonderlijke mengeling van benauwenis en moed der wanhoop, drukte ik af. Toen het schelle licht door de hall scheurde, sprongen alle mannen op. Daarop was er weer diepe duisternis, die zich als een verstikkend scherm om ons legde. Maar in het korte oogenblik, dat de hall verlicht was geweest, had ik gezien, dat de verzegelde deuren allemaal geopend waren! Nu weer een andere verschrikking: „dripdrip-drip", op de tegels van de groow hall. Het druppelen van het bloed was begonnen: een paar eindelooze, onbeschrijvelijk-huiveringwekkende minuten hield het aan het was, alsof het regende... Het tot een angstpsychose opzweepende geluid van den „drop" werd eensklaps overstemd door een ander, dat uit den versten hoek kwam, een doordringende jammerkreet van een der honden, die je het bloed in de aderen deed verstijven, gevolgd door een gekraak, alsof er iets brak— ijselijk was dat gekraak het deed physieke pijn. Toen werd het doodstil. Het was zoo door en door afschuwelijk, dat mijn activiteit er een paar seconden door
Uw huid mag niet moe, onrein of zijn. U gevoelt U dan ook zelf moe, en onzeker. ScherkFaceLotion reiriigtdehuä tot diep in de poriën, verwijd^'ra»»ët»r», prikkelt bloedsomloop en uitademing von de huid. — En paar druppel» op een watte druppelen, het gezicht iw per dog, speciaal 's morgens en '»ó' licht masseerend afwrijven en Uw Ituid wordt zienderoogen jeugdiger en mooier. Wie een 15 et. postzegel rtuiir» oon de Firma S.BIindeman&Co.,v.BaerlestraatW, Amsterdam, ontvangt een proef. Verzoeke echter nauwkeurige opgave van adres. Scherk Face Lotion
is slechts echt in
origineele flacons met opschrift Scherk. Mystikum poeder, de beroemde Scherk poeder.
SCWERK Per flacon fl. 0.75, 1.20, 2.10, 4.50
verlamd was en ik in dat lugubere moment eenvoudig niet aan mijn camera en bliksemlicht dacht. Zooals je ziet, is Kurt van Holdau ook maar 'n mensch," voegde hij er met een lachje van zelfironie aan toe. Daarop ging hij voort: „En het volgende oogenblik geschiedde, wat ik in stilte al veel eerder had verwacht: Een van de mannen achter mij slaakte een angstkreet en rende naar de voordeur. Hij tastte in de duisternis rond, maar tóch had hij in een oogwenk de zware deur open. Ik schreeuwde den anderen toe, te blijven, maar dat had ik net zoo goed kunnen laten: het werd een sauve-qui-pcut; ik hoorde ze tegen elkaar opbotsen en dringend, als door een panischen schrik bezeten, naar den uitgang ijlen. De atmosfeer had zóó iets spookachtigs, zóó iets beklemmends, dat ik het ik moet het tot mijn schande bekennen — ook maar opgaf en door de wijdopen deur naar buiten slipte. Dat zal jullie misschien van mij verwonderen, maar je moet iets dergelijks hebben meegemaakt, de namelooze verschrikking aan den lijve hebben gevoeld, om mijn gemoedstoestand te begrijpen. Trouwens, von Sternfeld, warempel toch ook geen kind, reageerde er net zoo op! De anderen liepen voor mij uit en holden, door een angst, die haast niets menschelijks meer had, bezeten. Het had veel van een psychische infectie, en ik rende ook zoo hard als ik kon. Een paar maal wierp ik een snellen, schuwen blik achter mij. Die ellendige berken ritselden alsof een onzichtbare vervolger zich aan mijn schreden had gehecht het was buitengemeen sinister! Het regende nu niet meer en de wind kreunde en zuchtte door de bladeren, als een levend wezen, dat ondraaglijke pijnen leed. Ik haalde von Sternfeld en de „Schupo's" bij de groote toegangspoort in. Wij verminderden onze vaart nu, maar we liepen allesbehalve langzaam op onzen terugweg naar het dorp.
De oude Lutz, de waard van „Zum weissen Hirsch" was nog op, en vrijwel de heele mannelijke bevolking van het dorp hield hem gezelschap. De boeren waren absoluut niet verbaasd, dat wij het hazenpad hadden gekozen en Lutz verklaarde, dat we van geluk mochten spreken, dat wij het er allen levend hadden afgebracht! Gelukkig had ik bij den weinig-glorieuzen aftocht mijn fototoestel meegenomen, dat aan een riem over mijn schouder hing; als ik dien voorzorgsmaatregel niet genomen had, zou ik het misschien in de algemecne verwarring nog hebben achtergelaten. Maar ik was nog te zeer van streek om mijn opnamen direct te gaan ontwikkelen, en bleef nog een poos in de gelagkamer met de anderen napraten over wat we beleefd hadden. III. Toen ik eindelijk mijn kamer opzocht, had ik mijn zenuwen weer heelemaal onder appèl en begon onmiddellijk de foto's, die ik genomen had, te ontwikkelen. Op een van de platen — mijn eerste opname in de hall van „Burg Waldstcin", deed ik een verbijsterende ontdekking. Ik bestudeerde de plaat door een vergrootglas, vervolgens deed ik haar in een bad en trok een paar overschoenen aan! Het negatief- toonde mij iets verbazingwekkends en direct besloot ik een onderzoek in te stellen naai de waarheid, van wat ik meende ontdekt te hebben. Ik had geen lust iets tegen von' Sternfcld of den politiemannen te zeggen, vóór ik zekerheid had. En gesteld, dat dit niet het geval was geweest — — ik betwijfel sterk of ik voof den tweeden keer iemand had meegekregen, naar dat lieflijke spookslot! Ik nam mijn revolver en zonder dat iemand mij hoorde, ging ik naar buiten. Het was weer begonnen te regenen.
- 23-
ife^K^
MM^^
.^süi,
.
.-.—^
i-
VETWORMPJES VERDWENEN. „Sedert grennmen tijd doe ik regelmatig Kadox m mijn waschwater. Ik zou Radox niet meer kunnen missen, want als ik het twee of drie keer niet grebruikt heb, komen die akelig-e vetwormpjes weer te voorschijn.' Mevr. N. v. L. te Middelburg-. Ue actieve, waardevolle bestanddeelen, waaronder zuurstof, die in Radox besloten zijn, komen in water vrij en maken aldus van Uw waschwater een stimuleerende en zuiverende vloeistof voor Uw huid. De zuiverende, verfrisschende zuurstof drinjrt door de opperhuid naar de kliertjes, waarvap de toestand van Uw huid afhangt. Ue2e kliertjes worden nu gevoed en tot nieuw-leven gebracht en als natuurlijk gevolg daarvan herleeft Uw geheele huid. Ue ponen zijn gereinigd en geopend; puistjes, vlekken, etc. verdwijnen al spoedig. Binnen enkele dagen reeds zult U van dele eenvoudige, natuurlijke Radox-methode de schitterende resultaten kunnen constateeren. Uw teint wordt jeugdig, frisch en zacht als nooit te voren. Radox is heerlijk geparfumeerd en verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten, een pak is toereikend voor verscheidene
RADOX
NU 70 CT per pak
Imp.: N.V. Rowntree Handels Maatschappij Heerengracht 209 Amsterdam (C)
Jantje, 't eenige zoontje van onze buren, is een aardig ventje. Een heel aardig ventje. Z'n moeder had hem gelrtrd, dat hij in een volle tram altijd op moest staan voor dames en haar z'n plaats moest aanbieden, want, zei z'n moeder, dat doen beeren altijd. Vorige week, 't was een dag met stortregen, reden moeder en zoon met de tram. 't Werd vol. Jantje stond op en bood gracicuselijk zijn plaats aan. De dame zei boe-nog-ba. Ergerlijk iets van vrouwen, vooral tegen kinderen. Of 't door die onvriendelijke dame kwam of door de steeds minder wordende galantcrigheid onzer medemannen, ik weet het niet, maar geen enkel ander manspersoon maakte aanstalten om zijn plaats aan de staande dames aan te bieden. Plots klonk Jantjes hooge kinderstem door de heele tram. Moeder, moe! D'r schijnt behalve ik gècn andere mijnheer in de tram te zijn, want ze blijven allemaal zitten. . . . Tableau. Acht mannen ergerden zich. En. . . . onze buurvrouw lachte, ofschoon ze wel een beetje 't land had. PETRUS PRUTTELAAR.
maar daar trok ik mij .niets van aan en liep met snellen pa# naar het kasteel. ONTVANGEN BOEKEN Toen ik bij de groote poort kwam, bleef ik met een schok staan. Ik kreeg Applaus, Nederlandsch Cabaretplotseling een ingeving: het was beter boek, samengesteld door Wouniet langs dezen weg binnen te gaan, ter Loeb. Uitgegeven door de maar mijn weg te nemen over den muur N.V. Zuidh. Boek- en Handelsvan het park. Het was een ingeving, drukkerij, Den Haag. zooals ik zei, maar intuïtie, een soort Een kranige onderneming, een die zesde zintuig, is in ons vak nu eensucces verdient. Deze bundel geeft den maal een onmisbare eigenschap. Ik hield lezer (of is het niet beter om te zegme zoover mogelijk van de oprijlaan gen: den lezer, den voordrager, den verwijderd en naderde het kasteel door begeleider en... den toehoorder) een de druipende berkenboschjes. keur van voortreffelijke cabaretliedjes Ik begaf mij naar de achterzijde en en voordrachten, één-acters, zelfs ging naar binnen door een klein venster, dat ik bij mijn vorige onderzoe-' goochelstukjes, met daarbij portretten en artikelen van de eerste krachten kingstochten ontdekt had; ik kende het op het gebied van ons „klein-tooneel". gebouw van het dak tot aan de kelWouter Loeb heeft zijn taak op ders. Behoedzaam liep ik de keukentrap voortreffelijke wijze vervuld. Elk artist op, trillend van gespannen verwachwordt met een paar passende zinnen ting. Toen ik boven was, sloeg ik links ingeleid. Net zooals de conferencier dit af en bereikte een langen corridor, die doet bij de werkelijke cabaretvoordoor middel van een van de deuren, stelling. die we 's avonds verzegeld hadden, uitWe mogen vertrouwen, dat een flinke kwam in de groote hall. Aan het eind verkoop van het boek het welverdiende zag ik een zwak lichtschijnsel, en mijn applaus" zal vormen. revolver omklemd houdend, sloop ik voorzichtig voorwaarts. Dichtbij de nu O. F. Heinrich, Charlie Chaplin geopende deur gekomen, hoorde ik op de inbrekersjacht. Uitgegeven mannenstemmen en een bulderend gebij G. B. van Goor Zonen's lach. Ik liep voort, tot ik een blik kon U.M., Den Haag. werpen in de hall. Er was daar een Een jongensboek, waarvan het vergroep mannen bijeen, allemaal goed in haal begint in Beverdam en eindigt... de kleeren en van één zag ik, dat hij in een vliegmachine. Een vertelling, gewapend was. Daar hadden we dan waarin de echte Charlié Chaplin een het spook van „Burg Waldstein"! Ik rol speelt. Waarbij opnieuw een jongen, schaamde me wel een beetje... een gewone jongen, maar ditmaal een Oogenblikkelijk begreep ik, dat deze Beverdamsche, een kans krijgt om „filmmannen het onbewoonde kasteel al held" te worden. jarenlang voor hun eigen obscure doelZooiets moet wel trekken, vooral einden moesten hebben gebruikt en nu wanneer zoo'n boek op aantrekkelijke ze wisten, dat von Sternfeld van plan wijze is geïllustreerd. was het te restaureeren en er ai en En toch... het is gevaarlijk om toe te vertoeven, hadden zij waarschijnde verbeelding van jongens te priklijk, door nieuw voedsel te geven aan kelen met verhalen over filmhelden. de griezelverhalen, die over het oude In Hollywood is ook niet alles botertje huis de ronde deden, getracht den nieutot aan den boom! wen eigenaar van zijn voornemen af te brengen. Blijkbaar voelden ze er niets E. (TOliveira. Goethe en wij. voor, zoo'n prachtig hoofdkwartier prijs Uitgegeven bij A. J. G. Strengte geven. Maar wat het voor kerels holt, Amsterdam. waren — valsche munters, dieven, een Een interessante, heel aparte studie geheim politiek genootschap — dat kon over Goethe. Voor hen, die deze bijik natuurlijk niet vaststellen! zondere figuur willen leeren kennen, Ze stonden in een kring om den zonder de overdreven bewierooking, overgebleven waakhond — de andere welke de „officieele" Goethe-hulde voor was reeds om hals gebracht, zooals velen onaantrekkelijk maakt, is dit boek jullie wel uit mijn mededeelingen beeen goede handleiding. Over den hier grepen zult hebben. Het dier lag zoo en daar wat „zure" toon van den schrijonnatuurlijk rustig, dat ik concludeerde, ver, stapt men gemakkelijk heen. dat ze met een verdoovingsmiddel aan het werk moesten zijn geweest. Ze Carla Simons. Snip, Snap en schenen te delibereeren of het beest Snavelmond, geïll. door Netty in leven zou blijven of niet, maar tenHeyligers. Uitgegeven bij A. j. slotte luidde het vonnis, dat het ook G. Strengholt, Amsterdam. maar moest worden afgemaakt. Ik zag een dun stuk touw te voorschijn komen, Het „sprookje" met de meest zoneen stevigen wandelstok — en begrijderlinge, fantastische voorstellingen is pend, wat er gebeuren ging, wendde ik nog niet dood. Kinderen zijn zeer groote het hoofd af. Even later een akelige fantasten. Men kan er over strijden, of het paedagogisch is om deze eigengü toen weer dat afgrijselijke, krakende geluid, dat we straks hadden schap in hen te versterken. Carla gehoord, toen de andere hond gedood Simons gelooft blijkbaar, dat opvoeders was daarop stilte. verstandig doen niet al te principieel De mannen verlieten de hall; den te werk te gaan. Zij geeft in haar bunhond lieten ze liggen — onbeweeglijk! del een combinatie van/het sprookjesIk dacht bij mezelf, dat een mensch, type en het alledaagsche verhaaltje. Dat maakt het hier besproken boek die in handen van deze ellendelingen viel, er niet veel beter aan toe zou zijn. bijzonder aantrekkelijk. Het is geschikt Een oogenblik daarna riep een van om gelezen en voorgelezen te worden. L. E. 'K. i -24-
:
wmSÊm0'/ "fl'.''^^:'
r^y
„Schupo's" waren overtuigd eindelijk de schuilplaats te hebben gevonden van een bende „desperado's", die jarenlang de omgeving onveilig hadden gemaakt door inbraken en beroovingen, waarbij zij zelfs voor moord niet terugdeinsden. Tot Mainz en Frankfort toe hadden ze hun brutale strooptochten uitgestrekt èn altijd waren de schavuiten den autoriteiten te slim af geweest. Mij persoonlijk liet, deze tegenvaller in zeker opzicht koud — ik verzoek jullie te bedenken, dat mij in dat geval de taak was opgedragen het „spook" te ontmaskeren, niet om dieven te vangen en in mijn functie als „geestenbezweerder" was ik geslaagd, al had ik dan, onder den indruk van de cumulatie van griezeligheden, die hier vertoond was, mijn gewone koelbloedigheid verloren. Wij liepen al de geheime gangen, die zich onder het kasteel uitstrekten, door en deden de ontdekking, dat zich aan het eind van een lange tunnel een uitgang bevond, die een heel eind van het huis uit kwam in den wand van
[ NIEUWS UIT DE STUDIOS | ack Sennet beeft de Olympiade zwemkampioene Helen Madison voor een film geëngageerd. Clara Bow is van Amerika naar Engeland onderweg. Paul Hörbiger is als partner van Magda Schneider voor de film „Liebelei" geëngageerd. Metro-Goldwyn-Mayer heeft de rechten aangekocht voor het verfilmen als talkie van het tooneelstuk „Excess Baggage", dat reeds vroeger als stommefilm met William Haines in de hoofdrol werd uitgebracht. De echtgenoote van den beroemden componist Friedrich Holländer, de actrice Hedi Schoop, speelt in een nieuwe cabaret-film der Ufa. Regisseur Carl Bocse zal de Atalanta-film „Ein Mädel wie du" in scène zetten. Lee Parry, Leo Slezak, Johannes Riemann, Oskar Karlweiss en Jessie Vihrog speien de hoofdrollen in de T.K. film der National „De beeren van Maxim". Onder regie van Dr. Willy Wolf zal een film getiteld „Manolescu" opgenomen worden. De buitenopnamen worden in Londen, Parijs, New York, Boedapest, Napels, Rome en St. Moritz gedraaid. Regisseur Emo zal de Itala-film „Das Mädchen mit den blauen Fleck" in scène zetten. Columbia draait in Hollywood een film, getiteld „De vergeten Man" met Jack Holt in de hoofdrol. Paul Hartmann speelt een rol in de Carl Froehlich-film „Der Choral von Leuthen". Clemens Schmalstich componeert de muziek voor de Ufa-toonfilm „Champagnerkrieg" waarin Lien Deyers en Heinz Rühmann de hoofdrollen spelen. Ellen Schwannecke zal onder regie van Kurt Gerron in eenige cabaret-films der Ufa optreden. Marlene Dietrich zal bij de Paramount de hoofdrol spelen in „Das Hohe Lied", cen film vervaardigd naar den gelijknamigen roman van Hermann Sudermann. Joseph von Sternberg zal over ^eze ^m 8een re8ie voeren.
M k4-^
DEMASQU&. (P*OM.G.M.) Joan Crawford poseert hier met het eigen masker, dat Richard Cromwellvan haar maakte. de mannen den anderen toe, dat ze „de draden zouden losmaken". Een van de bende kwam de gang in, waarin ik stond en ik gleed snel — en dank zij mijn overschoenen geruischloos — naar een donkeren hoek. Bij het flauwe licht, dat uit de hall in de gang naar binnen viel, zag ik, dat de man omhoog reikte en iets boven van de deur afnam; tegelijk hoorde ik het zachte rinkelen van een metalen draad. « Toen de man weg w^s, liep ik voorzichtig, maar snel, weer naar voren en zag, dat de heele troep, de een na den ander, verdween door een opening in de trap, die gemaakt werd door het oplichten van een der marmeren treden. Toen de laatste van het stel het gat was binnengegaan, werd de opengeklapte trede weer dichtgetrokken en niets verried, dat daar een geheime toe-
1
gin bLoatmTPAun UUAMH
gang was. Het was de zevende trede van boven af, telde ik, en het mechanisme was zóó schitterend aangebracht, dat die trede zelfs niet hol klonk, wanneer men er met een ijzeren hamer op sloeg. Dat had ik bij mijn voorafgaand onderzoek geconstateerd. Zoo snel als mijn vermoeide beenen het toelieten, liep ik naar de herberg terug. Zoodra de „Schupo's" hoorden, dat de „spoken" menschen van vleesch en bloed waren, gingen ze zonder aarzeling weer mee naar „Burg Waldstein". Voor mènschen is een „Schupo" niet bang! We gingen langs denzelfden weg naar binnen als dien ik straks had genomen. Maar ondanks al onze inspanning, slaagde we er niet in de traptrede op te lichten, — die bleek van onderen gegrendeld — en we moesten het marmer stuk slaan. Het lawaai, dat we daarbij maakten, scheen een waarschuwing te zijn geweest voor de „spoken", want toen wij afgedaald waren in de ruimte, waarvan de beweegbare trede den ingang vormde naar een geheime kamer, aan "het eind van een lange, nauwe gang gelegen, en gevormd door een groote nis in de metersdikke muren van het oudste gedeelte van het kasteel, bleken de vogels gevlogen. Voor de politie was dit een met geringe teleurstelling, want mijn - 25 -
GEHEELE FAMILIE LEBÖ AAN INDIGESTIE. „Nu weer pleizier van ons eten" Een moeder van vier kinderen schrijft ons: „Ik zelf en mijn vier kinderen hadden alle voortdurend last van rugpijn, maagzuur en andere gevolgen van een slechte spijsvertering. Wat ik ook at, ik kreeg steeds maagpijn. Maar sinds we nu Kruschen Salts gebruiken (de afgeloopen drie maanden) kunnen wij alles eten en hebben alle veel meer pleizier van ons voedsel. We hebben nu geen van alle een spoor van maagzuur of pijn meer. Ik vind het een schitterend middel, zonder eenige hinderlijke uitwerking. Wat we ook zouden moeten missen, we zouden nooit meer buiten Kruschen willen." (Mevr.) M. K. Kruschen Salts neutraliseert spoedig het maagzuur, ontneemt het alle kwellende eigenschappen en verwijdert het zachtjes en volkomen uit het lichaam. De dagelijksche kleine dosis Kruschen is een zachte, natuurlijke aansporing voor maag, lever, nieren en ingewanden om weer naar behooren te functionneeren, en voorkomt daardoor, dat het schadelijke maagzuur zich ooit weer kan ophoopen. Dan zult U geen last meer hebben na Uw maaltijden. Kruschen Salts maakt en houdt U inwendig rein. Verfrischt en versterkt bloed, van alle onzuiverheden bevrijd, stroomt naar elk deel van Uw lichaam. Er zullen geen klachten meer zijn, geen pijnen meer. Maagzuur behoort dan tot het verleden en is slechts geworden tot een onaangename herinnering. U zult zich wonderlijk energiek en flink voelen; zoo gezond en opgewekt als U zich bij mogelijkheid maar voelen kunt. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten & ƒ0.90 en ƒ 1.60 per flacon. STRALENDE GEZONDHEID VOOR EEN CENT PER DAG.
een waterput in het park. Boven het plafond van de' ■hall l^g een holle ruimte, bereikbaar langs een smalle, geheime trap, die was ingebouwd aan den binnenkant van de breede hoofdtrap en daarmede verbonden door een tweede beweegbare trede; ook deze was zóó kunstig aangebracht, dat men bij het bekloppen van de trap niets van het bestaan er van merkte. De „bloeddrop" was gewoon roodgekleurd water, dat door de vele, kleine openingen in het gebeeldhouwde plafond naar beneden druppelde. Hoe de kaarsen en het vuur werden gedoofd, heb ik niet met zekerheid kunnen uitmaken — — deze „demonstraties" behoorden trouwens niet tot de traditie van het spook. Ze vormden een nieuwe „attractie" tot vermeerdering van het effect. Misschien deden de bandieten, die hun vak grondig verstonden, het met koolzuurgas of een ander chemisch apparaat, dat ze door reten en gaten in het plafond op verschillende punten in de hall konden richten. Maar de toestellen, die ze daarvoor noodig hadden, moeten ze dan , bij hun vlucht hebben meegenomen." Kurt von Holdau pauzeerde even, als verwachtte hij, dat een van ons een vraag zou doen. Maar niemand sprak, we waren alle vier te zeer onder den indruk van het spookachtige, fantastische verhaal, dat bovendien op een onvergelijkelijk suggestieve manier verteld werd — — ook al een specialiteit van onzen begaafden vriend. Hijzelf was het, die na enkele oogenblikken de stilte verbrak. „Jullie moeten je wel afvragen, hoe het kwam, dat ik, na een nauwkeurig
FOTOSTUODE.
en moeizaam onderzoek van drie dagen, niets van al die looze ruimten, geheime trappen en beweegbare treden heb gemerkt. Dat komt doordat die treden, die toegang tot die ruimte geven, zoo prachtig waren geconstrueerd, dat ze bij het kloppen geen enkel verdacht geluid gaven en ik heb geklopt, dat kan ik jullie verzekeren! En dat de uitgang ver van het kasteel verwijderd was. Ongetwijfeld dateeren die „verborgenheden" uit den tijd, dat politieke vluchtelingen en vervolgden om der wille van het geloof in „Burg Waldstein" een schuilplaats zochten; je hebt ze tin de meeste kasteelen uit die periode. Die bende moet daar een vermoeden van hebben gehad en ze hebben de aanwezige mogelijkheden schitterend geëxploiteerd. Jullie begrijpt natuurlijk, dat er een bel was, die hen waarschuwde, wanneer iemand door de groote poort kwam. Als ik niet over den muur was geklommen en op die wijze het alarmsignaal had vermeden, zou ik de beeren den tweeden keer ook niet gesnapt hebben." „En wat zag je op bet negatief?" vroeg ik nieuwsgierig, toen er weer een stilte viel. — „Een heel dunnen draad, waarmee ze den haak oplichtten, dien ik had aangebracht om de open voordeur vast te zetten. Dat deden ze door een van de openingen van bet plafond. De draad was in het min of meer vage licht van de kaarsen onzichtbaar, maar het scherpe bUksemlicbt bracht hem op de fotografische plaat. Het openen van de deuren in de hall gebeurde ook met metaaldraden, die na gebruik werden afgenomen, anders zou ik ze bij mijn inspectietochten moeten ontdekt hebben. Maar ik heb het verwijderen van de draden met mijn eigen oogen gezien, zooals ik zei. De hond werd door een paar van de mannen geworgd, toen de lichten en het vuur waren gedoofd. Als ik op het. oogenblik, waarop dat gebeurde, een bliksemücht foto had kunnen maken, zou die het „spook" direct bij het ontwikkelen ontmaskerd hebben. Maar zooals ik jullie vertelde, was ik op dat moment stijf van ontzetting." „En die landloopers ?" vroeg ik weer. „Die twee, die dood in het kasteel zijn gevonden ? Misschien zijn ze, omdat ze iets gemerkt hadden, door de bende uit vrees voor ontdekking, met een be-* dwelmend middel gedood, zoodat er geen uiterlijke teekenen van geweldpleging waren. Misscluen zijn z.e ook hun natuurlijken dood gestorven een landlooper moet immers ergens sterven! Geloof maar, dat er in den loop der tijden heel wat landloopers m den verlaten „Burg Waldstein" een onderkomen voor den nacht hebben gezocht " Enkele weken later, toen ik met mijn vriend von Holdau in een der groote Berlijnsche restaurants dineerde, werd ik aan Melchior von Sternfeld voorgesteld. Vol trots vertelde hij, dat een ■iwerm ambachtslieden op „BurgWaldstdn" was neergestreken, om deze halve ruïne weer in haar oude glorie te herstellen!
fasaataatos^a^^^
FILMPRIN5E33EN Er ligt een groote afstand tusschen de vorstelijke wieg en het practische leven. Doch dit laatste is soms ook bard, voor wie onder den weerglans van een kroon geboren wordt. Menige draagster van «en doorlucbtigen naam komt soms in een toestand te verkeeren, waarin noch verloren rijkdom, noch hoogstaande relaties tot steun zijn. Het komt er dan op aan, zichzelf door de moeilijkheden heen te slaan. Aldus de honderden prinsen en prinsessen, hertogen en hertoginnen, die vroeger de élite uitmaakten van den Russischen adel en die thans te Parijs of in Amerika in hun eigen onderhoud trachten te voorzien in respectabele, en ook wel eens in minder respectabele, baantjes. Voor zooverre dergelijke personages photogeniek zijn en iets kunnen presteeren, hebben film-maatschappijen bun een afwisselende kans geboden. Hun kennis van gedragingen in hofkringen of hun geroutineerde houding in mondaine filmscènes maken ze tot gewilde figuranten voor opnamen in dit genre. Een enkelen keer werden films gedraaid, waarvan de hoofdpersonen vertolkt werden door menschen, die de uit te beelden personen van nabij gekend hadden.. Doch niet alleen uit dwingende noodzakelijkheid betreden aldus de vroegere grootheden der aarde de filmstudies. Er zijn er, die de_ filmcarrière gekozen heboen gedreven door kunstneiging of door een werkelijk aanwezig talent. Doch wie zal uiteindelijk kunnen beoordeelen, welke de motieven zijn, waardoor filmstars gedreven worden? Lees tientallen filminterviews — en telkens zal u hooren dat de betrokkene reeds in haar kinderstoeltje aan filmneigingen leed. Elkeen meent een ingeboren talent te hebben. De werkelijkheid is soms geheel anders: een paar jaar vóór sommige filmstars voor de camera mochten optreden, waren ze nog gewone winkel- of kantoormeisjes. Sommige, dansten naamloos • in een of ander ballet. Uitsluitend het toeval deed hen den deus-ex-machina ontmoeten, in den persoon van een machtig regisseur, die toevallig hun type noodig had op dit moment. Van voorbeschikking is dus doorgaans geen sprake — en zoo zal het ook wel zijn in het geval van den film-adel. Neem bijvoorbeeld de charmante prinses Mustafa Medjidje, de gescheiden vrouw van den voormaligen Turkschen troonopvolger: Niemand in haar omgeving — zijzelf allerminst — heeft wel ooit gedroomd, dat ze eens het onderhoud voor zich en haar beide kinderen zou moeten verdienen door het schrijven van romans en het spelen van filmrollen. Talent? Ik weet het niet, maar vermoed toch, dat de sluier van geheimzinnigheid, die rondom zooveel vroegere prinsessen hing. er toe bijgedragen heeft dit talent wat gauwer te ontdekken dan men bij gewone stervelingen pleegt te doen! Een geheimzinnige sfeer omringt ook de Indische danseres, prinses Njotka Yimog. Onwillekeurig vraagt men zich af, wat zich afspeelde in haar oorspronkelijke omgeving, ginds onder de zachtwiegende palmen, te midden van bedwelmenden bloemengeur en onder toezicht der argwanende wachters. Niet minder geheimzinnig is het leven van de Perzische prinses Bederkhan, die niet alleen door haar wondere costuums, maar wel degelijk door echt talent op het Parijsche tooneel triomfen vierde. Zij brengt met zich
gescheiden vrouw van (Jen Khedive van Egypte — wanneer zij naar haar land terugkeerde? Zij filmt thans te Berlijn en de toegang tot het land van den Nijl is haar ontzegd. Het zou haar echter verheugen, als zij er soldaten zag rondloopen in Europeesche uniformen; hotels kon bewonen met modern comfort; er zelfs kon. . . '■ filmen, hoewel zij destijds meende, dat men dit alléén te Berlijn deed! Van de Oostersche witte beenbekleedingen, van de omhullende sluiers en van alles wat zweemt naar oude romantiek treft men meer onder de Jupiterlampen van de filmstudios te Neubabelsberg als aan deoevers van den heiligen Nijl. Want in deze laatste omgeving geldt dit alles als iets, dat men dient te vermijden als ouderwetsch. In Berlijn keert men er juist naar terug, omdat er nog wat mysterieuze sensatie in zit — net wat blasé-menschen uit onze wereld noodig hebben als afwisseling tusschen het alledaagsche bestaan. Nog andere film-prinsessen? Opzettelijk laten wij den naam onvermeld der bekende filmstars, die dezen titel kregen door er 'n huwelijks-akte voor te onderteekenen. Een Russische titel is niet moeilijk te krijgen, als men tot de beroemdheden van Hollywood behoort, want er loopen evenveel Russische prinsen en grootvorsten te Hollywood rond als vrouwelijke dito's. Overigens hebben zulke confectie-titels zelfs in Amerika een belangrijk geringere waarde dan 'n origineel adellijk geboortebewijs. Om wille van dit laatste kijkt de Amerikaan zelfs oude vooroordeelen over het DE INDIAANSCHE PRINSES HET WITTE HERT. hoofd, zooals blijkt uit het geval van prinses de impressie van de „Duizend en één Nacht" — met dit verschil, dat zij sinds lang niet Het Witte Hert — de laatste der Mohikaanmeer gelooft aan de rechtvaardigheid van de schen! Indiaansche van geboorte — maar desbescheiden rol, die in die sprookjes aan de^ niettemin een ras-echte prinses, speelt Het vrouw toegekend wordt. Misschien is het juist, omdat in haar land nog geen recht Witte Hert aan de zijde van haar eveneens tot spreken of tot dóen aan de vrouw toege- koninklijken vader, in een bekend Newkend wordt, dat zij die ouderwetsche om- Yorksch revue-theater en is geëngageerd geving verlaten heeft om zich te schenken door een film-maatschappij. Dagelijks wordt ze toegejuicht en bewonderd — maar uit aan dit andere uiterste, dat Parijs heet? Och ja. — wanneer vorstelijke personen, haar oogen verdwijnt nooit die wondere vooral als zij uit het Oosten komen, naar smachtende weemoed, die ons doet vermoeeen filmcarrière verlangen, zou het dan niet den, dat zij terugverlangt naar de grootsche vooral de tegenstelling zijn tusschen twee prairieën en wijde vlakten. Misschien is deze geheel verschillende wereldbeschouwingen, de eenige prinses, die met vreugde haar dit waardoor ze hun leven veranderden? Juist vroegere leven zou opvatten. Maar. . omdat ze vroeger zoozeer onder dwang kan niet. Want men kan geen koning zijn stonden, snakten zij naar de Westersche vrij- zonder volk — en geen prinses zonder heid. Nadat zij deze eenmaal geproefd heb- koninklijken vader. Deze laatste weet zeer ben valt het hun natuurlijk niet meer in. tot goed, dat 't voor hem nog beter is te blijven hun verleden terug te keeren. Dit verleden spelen vóór New-Yorksche voetlichten, dan behoudt voor hen steeds dcnzelfden vorm. terug te keeren tot het eenvoudige leven van Misschien beseffen zij niet altijd, dat ook de den Indiaanschen woudlooper. Vooral in dit sfeer van bet Oosten aan 't veranderen is ééne geval moeten we de kwestie beschouen wel zoodanig dat. als ze er nu in leefden, wen zooals ze is: waarom zou men de filmdie drang naar vrijheid ongetwijfeld minder glorie opofferen, die toch zooveel gelijkenis intens zou zijn. omdat hij minder verzet zou toont met echte vorstelijke glorie, vooral ontmoeten. Als voornoemde Mustafa Mad- als die vorstelijke glorie niet meer bejidje kennis maakte met het tegenwoordig staat? Het is mogelijk, dat film-roem niet hij loont Turkije, dan zou het haar zeker verbazen, zoo echt is als de andere, maar dat andere Turksche vrouwen er, evenals tenminstet Menige filmstar heeft een inkozij zelf deed. den sluier achterwege laten, dat men, dat de inkomens der vroegere prinsen zij vrij langs de straten wandelen, met en grootvorsten overschrijdt. Voor deze vreemden mogen spreken en... . ja. dat vele laatsun, die aan de film zijn gekomen, is dezer vrouwen hun vorstelijke landgenoote het echter slechts jammer, dat die salarissen op de film aankijken als een gelijke. Doch in niet aan hèn betaald worcen, maar aan de haar eigen oogen is deze vroegere. Turksche uitzonderingen, die hun roem niet danken prinses nog steeds iemand, dat anders is dan aan een adellijken naam. maar uitsluitend anderen. Doch ook deze anderen hebben aan hun spel. Doch men kan ook niet alles hebben: een vorstelijken naam en een vorsteeenzelfde evolutie ondergaan. Hoeveel veranderingen zou ook Djavidan lijk inkomen.' Wat zoudt u kiezen, lezer, er keus was? Hanoum niet kunnen constateeren — de als —27 -
Vervolgens richtte hi] zich weer tot Mary met een abrupte vraag. „Geloof jij, dat Malloy Revis gedood heeft?" „Neen," antwoordde ze beslist, „daar is geen sprake van." „Toch zou ik een einde maken aan den omgang met hem." „Waarom?" „Omdat hij een gebrandmerkte is. Als je hem toestaat net als vroeger hier te komen, zal dat aanleiding tot praatjes geven; de menschen zullen je sympathie, vriendschap, voor hem toeschrijven. En dat zal je met even fatale zekerheid in de kranten brengen als je aanwezigheid in dat ongelukshuis zou hebben gedaan, wanneer Darden er geen stokje voor gestoken had." „Ik ben er van overtuigd, dat Tom niets . zou doen, wat mij onaangenaamheden kon bezorgen." „Meen je dat heusch?" De vraag klonk sarcastisch. „Dat zie je toch zelf. Grimes. Hij is vandaag nog niet hier geweest — hij heeft niet eens opgebeld." „Heb je hem gisteren verteld, dat we verloofd zijn?" „Ja. „Dan geloof ik ook niet, dat hij je verder lastig zal vallen." „Neen, dat geloof ik ook niet." Mary deed een mislukte poging om te glimlachen. „Dan is de zaak gezondï Maar ik zal er in ieder geval op aandringen, dat mijn moeder je zoo gauw mogelijk komt opzoeken. — Je moet zorgen, dat je er dan op je best uitziet. Kon je niet wat rust vinden en slapen? Je ziet werkelijk spookachtig bleek." „Ja, ik moet slapen." Maar toen ze alleen was, kwam er niets van rust of slaap; opnieuw was ze aan de wanhoop ten prooi. De verontwaardiging, het grimmig verwijt, waarmede hij haar vraag: „Zou je tegen mij óók zoon haat toonen, als ik hem gekend had?" had beantwoord, had aan de mogelijkheid van een volledige bekentenis voorgoed een einde gemaakt. En Tom had gezegd, dat hij het hem zou vertellen, wanneer zij het niet deed Maar Tom zou aan zijn eigen zorgen genoeg hebben, hoopte ze vaag, en zijn dreigement daarom niet uitvoeren. Haar oog viel op den gouden handschoenenknoopenhaak, die op tafel was blijven liggen. Met een huivering zag ze in haar verbeelding den anderen, haar eigendom, dien Darden aan den anderen kant van Revis' bed had gevonden. En toch had Grimes een verklaring gegeven, waarom hij een tweede exemplaar gekocht hadf Hij zou ongetwijfeld met die verklaring óók voor den dag zijn gekomen, als zij zich
niet zoo stom-verbaasd had getoond. Daarvan was ze overtuigd Zachte, voorzichtige voetstappen op het portaal stoorden haar in haar sombere overpeinzingen. Het volgende oogenblik stond Tom Malloy glimlachend in de deuropening
XIII. DE BESLISSENDE FACTOR. Met behoedzamen, bijna steelschen tred kwam hij op haar toe. Zijn adem ging gejaagd. „Ga zitten, Tom," verzocht ze op vermoeiden toon, toen hij op een ige passen afstand van haar bleef staan. „Ik heb niet veel tijd, Mary."
Vrouwen, die succes hebben zeggen: meer kleur! Zij weten heel goed hoeveel er van een frisch, gezond uiterlijk in 't leven afhangt. De vrouwen hebben de kunst geleerd zich in eenige minuten mooier te maken en "op te frisschen". "Khasana Superb-Rouge en -Lippenstift'- geven het gezicht in een oogwenk een bloeiend, jeugdig uiterlijk, de voorwaarde tot succes in 't leven en in gezelschap. Want het oranjegele "Khasana Superb-Rouge" past zich in eenige seconden aan de kleur der huid aan. Ook de "Khasana Superb-Lippenslift" verandert individueel verschillend, kleurt de lippen zacht, duurzaam, onopvallend en aantrekkelijk. "Khasana Superb" is tegen weer en water bestand en kissproof, geeft niet af, is niet alleen onschadelijk, doch uitstekend voor verzorging der huid en lippen. Niemand bespeurt het gebruik.
KHASANAKlein« varpakkingen: lippenstift f. ..35 •n rouge f. -.35 Overal verkrijgbaar!
Generaalvertegenwoordiging , J. Winkel Jitl., D«n Haag, Merwedestraat 47, Tal. 772595
f.1.
DR. M. ALBERSHEIM, FRANKFURT A. D. M., PARIS EN LONDON -28 —
GERDA MAURUS.
(FOTO UFA)
•
■
Hij zette zich op de leuning- van een armstoel en keek schuw naar haar. Toen ontmoetten hun oogen elkander — en hielden elkaar een paar seconden vast in een gemeenschappelijken angst. Hun blik was als een wederzijdsche bede om niet te veel te zeggen. Een poosje bleef het stil in de kamer. „Je kwam zoo zachtjes binnen," merkte Mary eindelijk op. „Het zou niet goed zijn, als men zag, dat ik je opzocht. Ik ben op borgstelling vrijgelaten — de geringste wending in den toestand kan ten gevolge hebben, dat jouw naam in de couranten met den' mijnen in verband wordt gebracht. En dat zou allesbehalve aangenaam voor jou zijn. Ik ben langs de trappen gekomen — ik heb 'n moment afgewacht, dat de lift juist naar boven ging. En bij de telefooncellen heb ik ook extra goed opgelet. Ik weet zeker, dat niemand me hierheen heeft zien gaan. En nu Mary — wat heb je gedaan? Wat heb je tegen Darden en de anderen eezegd?" „Niets," klonk het toonloos. „Absoluut niets; geen woord." „Prachtig Mary; schitterend! De eenige reden, waarom ik hier ben gekomen, is, om je dat op 't hart te drukken. Zeg tegen niemand iets, tegen geen sterveling — welke pressie ze ook probeeren op je uit te oefenen. Zoo lang je blijft zwijgen, zijn we — is alles volkomen in orfle." Hij stond op en in zenuwachtigen haast sprak hij verder: „Ik ga direct weer weg, maar ik moest je even spreken; ik had geen rust als ik niet precies wist hoe de zaken stonden. Dus vergeet vooral niet: Jij hebt mij gisteravond te voren niet gezien en ik jou evenmin, niet eerder dan toen Darden er bij was. Verder weet je niets - heb je niets gezien en niets gehoord." Hij keek haar strak aan, als wilde hij haar met zijn blik dwingen. „Kan ik me daarop verlaten Mary?" „Het is precies de gedragslijn, die ik gevolgd heb. Er waren wel oogenblikken, dat ik het niet met mezelf eens was, of ik er wel verstandig aan deed, maar in ieder geval was deze houding me het liefst. En nu jij me aanraadt die vol te houden, zal ik er geen duimbreed van afwijken, geen millimeter." Hij slaakte een zucht van verlichting. „Dat is dus afgesproken! En als er iets onverwachts mocht gebeuren en je me noodig hebt, dan weet je waar ik te vinden ben. Nu ga ik." „Wacht nog even!" Ze legde haar hand op zijn arm. „Je bent vrij, Tom; maar ben je ook veilig-?"
„Ik ben zoo veilig als jij, Mary." Langzaam verwijderde hij haar hand. „En nu adieu, Mary — tot ziens." „Wacht nog even, Tom!" smeekte ze nogmaals. Ze lag achterover geleund in haar stoel; haar gesloten oogleden trilden, haar vinde een oogenblik nadenkend voor zich uit gers trokken krampachtig. en zei toen: „Ban iedere verdenking uit je „Wat is er, Mary?" geest, zooals ik iedere verdenking uit den Even aarzelde ze — toen kwam het, in mijnen heb gebannen. Op die manier onthartstochtelijk gefluister: komen we aan het gevaar om iets te zeg„Niemand, die de omstandigheden kent, gen, wat het ook zijn mag." zou zijn dood een misdaad noemen." „Dat heb ik zelf ook als het verstandigste Met opeengeklemde tanden stiet hij zijn beschouwd —' voor ons beiden." bondig antwoord uit: „Voor ons beiden!" Er klonk vprbazing „Neen." en afkeuring in zijn stem. „Met mij is alles Er volgde een lange pauze. absoluut in orde; ik ben veilig." „Hij verpestte de heele omgeving, waarin Hij was inmiddels bij de deur gekomen. hij leefde, hij was als een gevaarlijk, gru„Waarom maak je zoo'n haast?" Ze welijk kankergezwel " poogde hem terug te houden. „Waar ga je heen?" „Hij was door en door slecht, hij had een intens vuile ziel," bevestigde Tom Malloy. „Naar het gerechtelijk onderzoek over de Ze leunde naar voren; een wilde gloed doodsoorzaak — maar ik zal bij den corobrandde in haar oogen. „Het spijt me niet, ner ook niets zeggen." dat het is gebeurd — dat hij dood is." Hij had den knop van de deur al in de Hij wierp haar een snellen, waarschuhand, maar poosde. Het was hem alsof een wenden blik toe. „Houd op, Mary." Er was bovenmenschelijke kracht hem aan deze een strenge, gebiedende klank in zijn stem. kamer bond, alsof niets ter wereld hem zou „Zeg dat nooit weer." Hij keek schichtig kunnen bewegen Mary té verlaten. Het was achter zich, in de richting van de deur, hem onuitsprekelijk droef te moede bij het alsof hij vreesde dat onbescheiden ooren plotselinge besef, dat, als zij hem nooit haar onvoorzichtisren hartekreet konden weerzag, dit slechts een oppervlakkig verhebben gehoord. „Nooit " driet van voorbijgaanden aard voor haar „Ik zou het toch niet tegen iemand anzou zijn. Een andere man was onmisbaar ders dan jou zeggen!" voor haar — hij niet. Als datgene, wat hen „Zelfs niet tesren mij! In de allerlaatste in de huidige moeilijkheden verbond, voorplaats tegen mij!" bij was, zou hij ophouden een deel van Haar vage glimlach scheen te kennen te haar leven te zijn. geven, dat ze zich naar zijn wensch zou Toen rukte hij zich met geweld uit zijn schikken, hoewel ze dien niet begreep. Hij overdenkingen los en ging. deed een paar passen naar de deur; toen wendde hij zich echter weer naar haar toe. Toms herhaalde waarschuwing, dringend „Over die belofte van gisteren, dat je en smeekend, om in haar politiek van abBuckner — die geschiedenis zou vertellen, soluut stilzwijgen te volharden, vormde de zou ik me verder maar niet het hoofd beslissende factor, overlegde Mary, toen ze breken, Mary. Vertel het hem te gelegener alleen was. Hij had de zaak voor haar betijd. Kies het oogenblik üit, dat je het geslist! Ze hoefde niet langer te vechten, als schiktste lijkt. Wat mij betreft hoef je je hij veilig was, gelijk hij haar zoo stellig vergeen zorgen te maken; ik zal niets ?eggen." zekerd had. Toen hij binnenkwam, had zij In plaats van hierop te antwoorden kwam zich hevige verwijten gemaakt, dat ze ze met een vraag voor den dag — een bij haar besluit om te zwijgen alleen maar angstige, gesmoorde vraag. aan de gevaren voor haarzelf had gedacht „Tom, waarom ben je in het huis terug en te weinig aandacht had geschonken aan gegaan?" zijn veiligheid. Maar nu wist ze, dat hij Hij stampvoette ongeduldig. haar houding niet alleen goedkeurde, maar „Dat heb ik niet gedaan, Mary! En jij die ook in zijn eigen belang achtte en haar evenmin!" Zijn plotselinge opwelling van intuïtie zei haar, dat de politie hem onder geprikkeldheid week; hij zag haar smeegeen voorwaarde den moord ten laste zou kend aan. „Dat zul je toch niet vergeten, kunnen leggen. Een gevoel van rust, van wel; wat er ook gebeurt?" bevrijding, kwam over haar. Klaar en dui„Dat heb ik je immers al gezegd. Ik zei delijk zag zij den weg, dien zij te gaan had; toch, dat ik niemand iets zou vertellen, beze was nu zelfs niet meer bang voor halve aan jou." George Darden. „Zelfs mij niet," herhaalde hij. Hij staar(Wordt Vervolgd).
G L GRAAUW, Boekhandelaar, Keizersgracht 168, Amsterdam C. Telefoon 44505
-*
Postgirorekening 48605
~»
Gem. -Giro G 2021
ACHT NIEUWE MEESTERWERKEN van FRIEDE B I RKNE R-C O U RTH S en MARGARETE ELZER-C O URTH S de dochters van de wereldbekende HEDWIG GOURTHS-MAHLER Thans is het oogenblik gekomen, waarin wij U in ^nis kunnen br^ MARGARETE ELZER-COURTHS, de beide dochters van de b^af ^e "ED^
J ekend succe3 zuiien
die op juiste wijze sentiment en verstand samenvoegt in haar spannende liefdesverhalen. «. O L 1 gebonden in geheel linnen prachtbanden met frissche omslagen UeZe O DOeKeil, in fotomontage, uitgevoerd in zwart en rood, zijn ± 250 pag. groot, gedrukt met duidelijke letter op prima geheel houtv ij papier, en kOSteil SlOChtS f 16«40t betaalbaar in maandelijksche termijnen van slechts f 1.50. Elk boek van deze onberispelijk uitgevoerde serie vormt een geheel op zichzelf steanden roman. Alle deelen zijn ook afzonderlijk verkrijgbaar op gemakkelijke betahngscondities. Mevr. A. VUERHARD-BERKHOUT, Jhr. R. H. J. NAHUYS en Mr. J. B. VAN LANTSCHOT zorgden voor uitstekende vertalingen. Wij brengen : FRIEDE BIRKNER-COURTHS
iüa <.'// w/ftV
nunnaa'tS
Alice en haar Minnaars Spannend en allervermakelijkst is de geschiedenis van de schatrijke, beeldschoone Alice Harris die op een reis naar de Azoren de meest fantastische liefdesavonturen beleeft, en ten slotte het raadsel van den Afghaanschen Prins ziet opgelost FRIEDE BIRKNER-COURTHS
De Gentleman-Oplichter
Kent Kü het geheim van Liane, geboren Gravin van Bernsdorff ? Hans Rainer en Sven Moyens, de ionge energieke goudzoekers, gevoelen zich een speelbal van haar lusten of . .. zou de Middellandsche-zeereis vanuit het Venetiaansche Lido de ontsluiering van een tragedie brengen ? FRIEDE BIRKNER-COURTHS
Mijnheer Pietlut wil trouwen I Humor en tragedie zijn op uiterst vlotte en spannende wijze vereenigd in ^ b°eiende boek, dat de oplossing brengt van een raadselachtigen juwee endiefstal, ^ ^ foote ^ pathie doet opvatten voor de vrijgevochten, temperamentvolle tnede van Wolf, dat U op scherpe wijze het karakter schetst van den schatrijken, pietlutt.gen fabrikant Werner Burger en de koele, hooghartige Elena van Stockheim. Een juweeltje van spanning en intrige. FRIEDE BIRKNER-COURTHS
Het Eén ... off het ander Was het noodzakelijk, dat de charmante Asta Hansen haar jeugdige nicht na den dood van Prof. Hansen als mevrouw Hansen begeleidde naar het verre Oosten en het sprookjeshof van den Indischen vorst ? Zal de vloek, die op de gouden keten der tempeldanseres rust. Asta noodlottig worden ? Wie winnen den strijd om den beeldschoonen levenden prijs, de beide jonge Amerikanen of de magiër Asita Rai ? MARGARETE ELZER-COURTHS
De man, die xljn vrouw niet kende.. ■.
Een zeer bemind en verwend jongmensch, een jong onbedorven menschenkind de geraffineerde coquette gehuwde vrouw. Bergström twijfelt, Nedda's huwelijk wordt verwoest, ten slotte de zoo bizonder mooie ..ontdekking van het geluk! MARGARETE ELZER-COURTHS
Vreemde verlokking Italië . . . land van poëzie en hartstocht .... Beieren, het rustige, eenvoudige landleven . . Californië, brandpunt van avontuur, hoe zal het den verwenden Wenzel Burger en de wonderschoone Kläre vergaan ? MARGARETE ELZER-COURTHS
Noodlotsuren
Langs welke dwaalwegen, langs welken afgrond moet een mooie, groote, zich opofferende liefde gaan om te komen tot het wonder ? Een boeiend boek met een grootsch karakter. MARGARETE ELZER-COURTHS
Adeline's kinderen
Piepa, zou U dat nu
een tenor of een bariton noemen ?
Wie zijn de ouders van Carlo en Greta ? Zal Adeline Wynemaker, de Amerikaansche tenniskampioene, haar eigen bloed verloochenen ? De millionnair Snyder de edelaardige Betty von Hinterwaiden, de zoo totaal verschillende karakters en het boeiende gegeven maken dit boek tot een uiterst spannend liefdesverhaal! Elke kooper der 8 deelen ontvangt gratis een formulier, waarop voorkomt EEN ALLERAARDIGSTE PRIJSVRAAG, waarvoor VIJFHONDERD GULDEN aan geldprijzen worden uitgeloofd. _ g—^^r— DtLJl tLLDlL-Jtl 1 . gjacht
V4.VCJ/ '^^iJt^
8 Nieuwe Deelen van Friede Birkner-Courths en Margarete Elzcr-Courths; -30-
jg^gzS
alle deelen gebonden in geheel linnen band en voorzien van een omslag in fotomontage, voor den prijs van ƒ 16.40. betaalbaar in maand,lijksche termijnen van f 1.50 of meer naar verkiezing. Straat: Naam: Woonplaats :
iAiite
l68j
_
G.J.GRAAUW. Boekhandelaar te Amsterdam (C). KeizersTelef. 44505, Postgirorekening 48605, Gem. Giro G2021 :
Beroep:
Eén ding mag hier niet ontbreken!
Wanneer een nieuwe wereldburger
zijn
intrede
doet,
is
dubbele helderheid geboden. Moeder en kind hebben dan veel schoon, frisch en gedesinfecteerd waschgoed noodig, opdat hun gezondheid niet geschaad wordt. Hier is Persll op z'n plaats.
Persil wascht grondig, voOrdeelig en het goed wordt hagelwit. En wat ook een voorname factor is, het goed wordt tegelijkertijd gedesinfecteerd. Het waschgoed van kraamvrouwen, behandeld met Persil, is evenals baby- en ziekenwasch, bijzonder zacht en aangenaam — een weldaad voor de gevoelige huid.
Als d* ooievaar is aangeland, Siaat Persil bij de luiermand.