- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 11RR Aanvrager Adres
Leerlingenaantal Percentage gewogen leerlingen (2013) Bestuur:
Kindcentrum Willem-Alexander mw. Bettie van Noorloos Admiraal de Ruyterstraat 6 Steenwijk 96 (door de school zelf opgegeven, april 2014) Per 1-10-2014: 92 25% PCO Accrete
Het Kindcentrum Willem-Alexander in Steenwijk is een basisschool waar ruim 90 kinderen, verdeeld over vier groepen, begeleid worden. Het is het enige kindcentrum in de wijk. Relatief veel kinderen zijn later ingestroomd om diverse redenen; veel kinderen hebben in meer of mindere mate problemen. De school staat in een wijk met de nodige sociaal-economische problematiek. Uit een inventarisatie van de gemeente blijkt dat ongeveer de helft van de bewoners op enige wijze bijzondere aandacht nodig heeft. Daarmee is een indicatie gegeven voor de kenmerken van de leerlingenpopulatie van het Kindcentrum Willem-Alexander. Met dat gegeven heeft de directeur gezocht naar een manier van leren, werken en vormen, waarbij deze kinderen zich goed zouden kunnen voelen. Daarvoor heeft de school de Kanjerprincipes geadopteerd. Dat is de kern van de ontwikkelingen in en rond de school.
2. Motivatie van de school De onderbouwing die het Kindcentrum Willem-Alexander bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. ‘In ons onderwijs, pedagogisch klimaat en identiteit is de leefwereld van het kind het uitgangspunt in denken en handelen van het gehele onderwijsteam. Dat uit zich in: • Werken vanuit de visie dat een kind meer is dan taal en rekenen alleen. Denken en handelen vanuit het talent van kinderen. • Wijkgericht denken en pedagogisch klimaat: van Kanjerschool naar Kanjerwijk (basisvisie: Kanjerprincipes in combinatie met open christelijke identiteit). • Onderwijs: vanuit onze basisprincipes denken en handelen we vanuit de leerbehoefte van het kind en van een groep. Dat zie je terug in: werken op niveau vanaf groep 1 voor alle kinderen, zowel bij zwak- als meerbegaafd, individuele leerlijnen, om kunnen gaan met specifieke gedragsproblematieken, ouderbetrokkenheid, doelgericht werken en effectief omgaan met onderwijstijd. • Krachtig team in teamleren, collegiale consultatie, het werkelijke verschil kunnen maken voor kinderen en ouders en in goede balans wat betreft oud/jong, man/vrouw, deskundigheid in het kader van passend onderwijs. Ons Kindcentrum staat bekend in Steenwijk als een plaats waar kinderen tot hun
1
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
recht komen, waar echt naar ouders geluisterd wordt en er uit kinderen gehaald wordt wat erin zit wat betreft intelligentie en onderwijsontwikkeling.’ 3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken: taal en rekenen-wiskunde; 2. resultaten op de andere leergebieden: oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie, bewegingsonderwijs en sport, en Engels; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, redzaamheid, wetenschap en techniek, ondernemen, filosofie, internationale oriëntatie. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder presenteren we de eindresultaten die Kindcentrum Willem-Alexander in de periode 2011-2014 heeft behaald. De gegevens zijn afkomstig van de Inspectie van het Onderwijs. Het gaat om ongecorrigeerde gegevens. Eindresultaten Jaar 2011 2012 2013 2014
Score gpc: -,3 gpc: -2,0 gpc: 2,8 cito: 538,6
Aantal deelnemers 8 9 15 11
Aantal niet-deelnemers 2 0 0
Op grond van de resultaten die Kindcentrum Willem-Alexander in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. In de afgelopen jaren heeft het team ingezet op het versterken van de resultaten. Die inzet is beloond: van minder goede opbrengsten in 2011 en 2012 naar goede eindopbrengsten in 2013 en 2014. De directeur licht toe dat de resultaten jarenlang te wensen overlieten. Dat punt van zorg heeft de directeur samen met haar team weten om te buigen. Met de ingezette werkwijze en de resultaatgerichte cultuur verwacht de school het niveau van 2014 vast te houden. Gelet op de resultaten voor begrijpend lezen en rekenen en wiskunde in de bovenbouwgroepen naast de duidelijke zorgstructuur ligt dat zeer in de lijn van de verwachting. Daarbij komt dat de school de ambities hoger legt dan de ondergrenzen die de Inspectie hanteert en de streefscores die daarvan afgeleid zijn op bestuursniveau. De ingezette werkwijze focust met name op taalontwikkeling en dit betreft niet alleen de taalontwikkeling van de kinderen. Enkele jaren geleden is het project Taal is de sleutel tot groei, Brede School Steenwijk-West gestart onder de inhoudelijke regie van een taalcoördinator. Dit project is gericht op het vergroten van de taalvaardigheid van de ouders, waardoor ze hun kinderen beter kunnen begeleiden. In de afgelopen vijf jaar zijn er geen kinderen verwezen naar het speciaal (basis)onderwijs, hoewel dit voor sommige kinderen wel een reële optie was. De school heeft deze kinderen effectief kunnen begeleiden, op weg naar een passende vorm van voortgezet onderwijs.
2
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) In haar aanmelding geeft de school aan dat ze over aanvullende leergebieden geen resultaten bijhoudt. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school zorgt ervoor dat de kinderen een breed aanbod krijgen. Als voorbeelden daarvan noemt de delegatie van de jury de Engelse les vanaf groep 1, maar ook de typelessen in groep 7 en de trompetlessen in de middenbouw. Voor bewegingsonderwijs heeft de school een vakleraar in de midden- en bovenbouw. Ook kunstprojecten staan op het jaarprogramma. Deze ontwikkelingen laten zich niet uitdrukken in harde toetsgegevens. Belangrijker is dat de delegatie van de jury heeft kunnen vaststellen dat de school, naast het terechte accent op de basisvaardigheden, belang hecht aan een evenwichtige en brede ontwikkeling van de kinderen. En dat accent is er! 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) In haar aanmelding geeft de school aan dat ze over de volgende aanvullende gebieden aantoonbaar zeer goede resultaten boekt: • burgerschap; • sociaal-emotionele vorming; • ouderbetrokkenheid. De systematiek die de school daar volgens de aanmelding bij hanteert, is als volgt. ‘Kanjerkaart voor elke leerling.’ (bij burgerschap) ‘ZIEN.’ (bij sociaal-emotionele vorming) ‘Tevredenheidonderzoek en resultaten van bezoek van ouders aan de klassen en gesprek met directeur.’ (bij ouderbetrokkenheid) In haar aanmelding noemt de school de volgende vorderingen die bij deze aanvullende gebieden worden geboekt. ‘Leerlingraad ingesteld in 2013, Kanjerwerkgroep wijk/school, winnaar Steenwijkerland Kroonappels Helpende Hand.’ (bij burgerschap) ‘Instroom van leerlingen (alle groepen met name gedrag), die bij ons tot ontwikkeling komen.’ (bij sociaal-emotionele vorming) ‘Project Taal is de sleutel tot groei, ouderkamer, NT2-lesgroep.’ (bij ouderbetrokkenheid) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De delegatie van de jury is overtuigd van de belangrijke positie die de school in de wijk inneemt. Die positie heeft de laatste jaren aan kracht gewonnen en heeft vooral te maken met de wijze waarop de principes van de Kanjertraining uitwaaieren naar buiten. Het motto Van Kanjerschool naar Kanjerwijk is steeds duidelijker merkbaar en achter dit motto schuilt de visie op een leef- en leerplaats voor goed burgerschap. De gesprekken tijdens het schoolbezoek over dit thema en vooral over de effecten daarvan maken duidelijk dat de groei naar Kanjerwijk gedragen wordt door alle betrokken partijen. Wijkkracht, pedagogisch medewerker en bewoners en ouders van de wijk hebben toegelicht hoe de
3
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
Kanjerprincipes doorwerken. De leerlingenraad is een serieuze aangelegenheid, zo hebben de leerlingen de delegatie van de jury verzekerd. Kinderen van de bovenbouw kunnen bij een vacature (die er nu is) solliciteren voor een positie in de raad. De raad vergadert maandelijks met de directeur op basis van een agenda en er wordt genotuleerd. De vergaderonderwerpen staan dicht bij de kinderen en hun school; de kinderen brengen onderwerpen in.
4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) In haar aanmelding stelt het Kindcentrum Willem-Alexander dat er omstandigheden zijn die van invloed zijn op de resultaten die ze met de leerlingen behaalt. 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) De omstandigheden die de school in de aanmelding noemt, zijn de volgende. ‘Sociaal zwakke wijk met diverse culturen, laag opgeleid, bijzondere gezinssamenstellingen, taalachterstand, werken met combinatiegroepen, percentage gewichtenleerlingen, 30% leerlingen stroomt later in, NT2-ouders, weinig financiële mogelijkheden bij ouders, verschillende typen zorgleerlingen, hoog percentage rugzakleerlingen, instroom leerlingen groep 1, waarbij samengewerkt wordt met medisch kleuterdagverblijf, Taaltrein et cetera.’ Het betreft 80% van de leerlingen. Volgens de aanmelding houdt de school daar op de volgende wijze rekening mee. ‘Taal: NT2-cursus voor moeders in school (Taal is de sleutel tot groei), Opstap, Overstap, leestas, Rode Draad, RALFI, structureel extra tijd op het rooster voor taal en lezen. Gebroken gezinnen en andere sociale problematieken: nauwe contacten wijkagent, maatschappelijk werk, schoolverpleegkundige, wijkkracht, KiKgesprekken enzovoort. Zorgleerlingen: inzet OA-uren (onderwijsassistent), ambulante begeleiding, creatieve therapie, observaties (PAB-trajecten), Levelwerk en plusklas voor meerbegaafde leerlingen, teamtrainingen en scholingsdagen (bijvoorbeeld scheidingen en hechtingsproblematieken, autisme, kindermishandeling, beeldcoaching).’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school heeft te maken met een populatie die de nodige zorg en aandacht vraagt. De school heeft de kenmerken van haar populatie goed in beeld en heeft op grond daarvan duidelijke keuzes gemaakt voor de inrichting van het onderwijsproces. Directie en team werken vanuit dat gegeven. De groei die de school daarin heeft doorgemaakt, is opvallend en ook effectief en beperkt zich zeker niet tot alleen de school. De delegatie van de jury constateert groei binnen de school, die zichtbaar is in de resultaatgerichte cultuur met een overtuigende zorgstructuur, en die laat zich weer vertalen in een opgaande lijn in de opbrengsten. Niet alleen is er zorg voor kinderen die ondersteuning nodig hebben, maar ook zoekt het team naar de mogelijkheden en uitdaging voor kinderen met meer cognitieve vaardigheden.
4
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
De delegatie van de jury constateert groei rondom de school, waarbij ze voortdurend de relatie zoekt met opvang, de wijkkracht, de wijkbewoners. De delegatie constateert groei in de ambities, die zich manifesteren op verschillende terreinen: de schooleigen ambities, de programma’s die de school initieert of waarin ze participeert, de vanzelfsprekendheid van scholing van de leraren, en dat alles gecombineerd met sterk en doelgericht leiderschap. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) De jury hanteert bij de beoordeling van (semi-)eindtoetsresultaten in het basisonderwijs meerdere referentiematen, te weten voor alle scholen die uitkomen boven het landelijk gemiddelde, voor scholen in de vier grote steden die uitkomen boven het G4-gemiddelde, en scholen daarbuiten die uitkomen boven het gemiddelde van niet G4-gemeenten, en ten slotte de bovenkant van de bandbreedte die de jury hanteert op basis van het aandeel leerlingen met laagopgeleide ouders. Voor 2014 betreft het dan de volgende referentiematen: • gemiddelde eindtoetsscore (cito-) landelijk 534,8; • voor scholen binnen de G4 is de gemiddelde score 533,6; voor scholen buiten de G4 535,01; • voor scholen met 25% laagopgeleide ouders hanteert de jury een grens van 536,7. Vergeleken met deze drie referentiematen voor 2014 constateert de jury voor Kindcentrum Willem-Alexander het volgende. a. De resultaten lagen boven het landelijk gemiddelde van 534,8. b. De school haalt als school buiten de G4 een resultaat dat boven het gemiddelde ligt voor scholen buiten de G4. c. De school heeft in 2013 een aandeel laagopgeleide ouders van 25%; de jury hanteert daarbij een grens van 536,7. Deze referentiemaat wordt door de school in 2014 bereikt. Een toelichting en de tabel met de bandbreedte die de jury hanteert, zijn te vinden in het eindverslag van de jury, Maatgevende scholen III. Verhouding van de eindresultaten tot de excellentiegrens
Jaar Eindresultaten ruim boven de verwachting* 2011 Nee 2012 Nee 2013 Ja 2014 Ja * Hierbij hanteert de jury een andere norm dan de norm die de scholen kennen van de Inspectie. Deze norm ligt boven de bovengrens die voor scholen met een vergelijkbaar percentage gewichtenleerlingen wordt getrokken.
De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De inzet op het versterken van de resultaten heeft geleid tot de goede eindopbrengsten in 2013 en 2014. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen
1
Schatting op basis van gegevens van Cito.
5
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
(Indicator VI) In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld waaruit blijkt dat ze leerwinst probeert bij te houden. ‘Resultaten bijhouden in ParnasSys; Integraal. Viermaal per jaar teambespreking over groepsplan, resultaten (niet)methodegebonden toetsen, voortgang leerlingen (vaardigheidsgroei), bepaling schoolscores ten opzichte van inspectienormen, eigen normen vastgesteld (minimum, vordering, tevredenheidsnorm).’ De school beschrijft in de aanmelding de wijze waarop ze de cijfers over de leerwinst gebruikt als volgt. ‘Als een gegeven dat geanalyseerd wordt: hoe is dit cijfer tot stand gekomen op leerling- en op groepsniveau. Uitgangspunt is de vraag of er vaardigheidsgroei is en wat we op basis van de NSCCT-score van het kind mogen verwachten. Leerkrachten zijn reflectief over eigen didactische en pedagogische aanpak in de groep. Op basis van analyse van leerkracht (en IB’er) en PDCA-cyclus met vervolgens teambespreking worden groepsplannen en individuele plannen waar nodig bijgesteld.’ In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld waaruit blijkt dat ze de cijfers over leerwinst vertaalt naar differentiaties aan de onderkant en aan de bovenkant (zwak- en goedpresteerders). ‘Instroom van een nieuwe leerling in groep 5, augustus 2013, vanuit school in Friesland. Kenmerken leerling: sociale beperking, enorme achterstand op rekenen (niveau groep 3), lag op vorige school slecht in de groep, vorige school gaf aan dat meisje mogelijk borderline zou hebben en advies tot zittenblijven. Advies van vorige school niet gevolgd ten aanzien van zittenblijven. Aanpak: niveaubepaling rekenen, eigen leerlijn, werken op haar eigen niveau en achterstand wordt steeds kleiner (nu begin groep 5), doet mee met instructieles van hele groep (wilde ze zelf ook graag) en eigen instructie. Bijgesteld doel nu: aansluiting groep 5 halen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school heeft goed in beeld welke kinderen begeleiding en ondersteuning nodig hebben. Daarvoor hanteert de school een sluitend systeem van kwaliteitszorg en een zorgstructuur die het mogelijk maakt om de ontwikkeling van alle kinderen te volgen. In de opbrengstgerichte cultuur gebruiken de leraren het inzicht in de ontwikkeling van de kinderen om in de dagelijkse praktijk daarop aan te sluiten, te anticiperen of waar nodig in te grijpen. Het voorbeeld van de plaatsing van een leerling uit Friesland ziet de delegatie van de jury als een uitzondering die in dit verband niet relevant is.
5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In het aanmeldingsformulier noemt Kindcentrum Willem-Alexander de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de onderwijsaanpak die ze
6
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
nastreeft: • leerkrachtvaardigheden; • opbrengstgericht werken; • begeleiding van leerlingen. In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. ‘Leerkrachten zijn in staat door Kanjeraanpak en kindgericht denken en handelen uitstekend pedagogisch basisklimaat te ontwikkelen. Van daaruit vaardigheden inzetten naar gelang leerling/groepsbehoefte. Bijvoorbeeld structuur en overzicht bieden, duidelijke doelen, preventief handelen, specialismes inzetten (bijvoorbeeld dyslexie, omgaan met autisme, hoogbegaafdheid, rekenvaardigheden). Begeleiding van leerling is een zorg/aandachtspunt van elk teamlid in de school dus ook voor directie, IB’er, conciërge enzovoorts. Klasoverstijgend denken en handelen. Inzet van extra tijd van remedial teacher buiten de les, meerdere instructiemomenten en niveaus in de klas, ouder/kind tienminutengesprekken, doelen gaan wekelijks naar ouders per mail, kinderen werken met Klasseplan.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De werkwijze die de school voorstaat, heeft consequenties voor de didactische en pedagogische vaardigheden van de leraren, maar ook voor de professionaliteit van het team. Dat betekent dat de directeur sterk stuurt op deze aspecten. De leraren voelen zich niet alleen verantwoordelijk voor de eigen groep, maar voor de school als geheel. Dat is overigens ook voorwaarde voor het slagen van de Kanjerschool. De verantwoordelijkheid voor resultaten voor de basisvaardigheden reikt eveneens verder dan de grenzen van het eigen lokaal. Een voorbeeld daarvan zijn de leerlingenbesprekingen en de resultaatbesprekingen, die vier keer per jaar in teamverband gehouden worden, naast de besprekingen die er met de groepsleraar zijn. Dat stimuleert het samen vaststellen, samen zoeken naar verklaringen, samen nadenken over interventies. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In het aanmeldingsformulier noemt de school de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de wijze waarop ze is georganiseerd: • professionalisering van het personeel; • schoolklimaat; • de rol van de school in haar omgeving. In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. ‘Professionalisering: elk jaar kan elk teamlid naar eigen keuze in relatie tot schoolontwikkeling zich professionaliseren. Op teamniveau worden er gezamenlijk keuzes gemaakt. Sterke stimulering tot leren en ontwikkeling. Schoolklimaat: Kanjertraining en identiteit zijn basis voor het klimaat en zijn leefklimaat geworden en geen systeem van regels. We hechten aan fatsoensnormen in woord en daad en regels zijn schoolbreed. Het team (in nauwe communicatie met ouders) draagt het schoolklimaat. De school in haar omgeving: wijkgericht: van Kanjerschool naar Kanjerwijk (zelfs Japanse tv op bezoek), deelname aan wijkactiviteiten, directe contacten met
7
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
professionele werkers en bewoners.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek bij alle geledingen, leerlingen, leraren, ouders en netwerkdeelnemers bevestiging gekregen van bovenstaande kenmerken van de school. De Kanjerprincipes zijn verankerd en worden breed gedragen en herkend, zelfs door de buurtbewoners met wie de delegatie sprak. Door middel van klassenconsultaties, video-interactietrainingen en gericht klassenbezoek door de directie blijft het team scherp. Door de inzet van de directeur treedt de school veel naar buiten met als doel een wereld rondom het kind te creëren die gelijkenis toont met de wereld van de school, in waarden en normen.
6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) In het aanmeldingsformulier is aan Kindcentrum Willem-Alexander gevraagd of ze een uitgewerkt systeem kent voor periodieke analyse van opbrengsten op verschillende niveaus: leerling, (jaar)groep, vakgebied, docent. De school geeft aan daarover te beschikken. In de aanmelding omschrijft de school dit systeem als volgt. ‘Instrumenten: ParnasSys, ZIEN, NSCCT, observaties door professionals, groepsplan, soms vanuit onderzoeken. Organisatieniveau: leerkracht zelf naar aanleiding van elke toets, leerkracht en IB’er in groepsbespreking (viermaal per jaar), IB’er met directie (viermaal per jaar), op teamniveau (viermaal per jaar).’ Tijdens haar presentatie voor een delegatie van de jury heeft de school onder meer aandacht besteed aan de relatie tussen haar aanpak en de resultaten die ze boekt. Kindcentrum Willem-Alexander schenkt veel aandacht aan woordenschatontwikkeling. Passend onderwijs is belangrijk, waarbij de school verbinding zoekt met het netwerk. De school richt zich op de groei van het kind. Kernbegrippen binnen het onderwijs van de school zijn: effectieve leertijd, Klasseplan, zelfstandig werken en Kanjertraining. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De directeur en de intern begeleider vormen het managementteam, met een duidelijke takenverdeling. Allebei zijn ze gecertificeerd beeldcoach. De intern begeleider houdt zich bezig met de analyses van de resultaten en de daaraan gekoppelde maatregelen. De leraren maken de groepsplannen en de daaraan gekoppelde klassenplannen. Daarin zijn de niveaugroepen herkenbaar terug te vinden. De klassenplannen functioneren voor de leerlingen als weektaken. De leerlingen kunnen goed toelichten hoe een en ander werkt. De resultaten op basis van de methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen vormen de basis voor de groepsplannen die de leraren opstellen. De leraren vertellen dat een goede dagelijkse voorbereiding de basis vormt voor een
8
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
effectieve tijdsbesteding. De ouders kunnen thuis inloggen in ParnasSys en de vorderingen van hun kinderen volgen. De ouders zijn geïnformeerd over de wijze waarop ze deze vorderingen kunnen interpreteren. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) In de aanmelding noemt de school het volgende voorbeeld van een aantoonbaar geslaagde interventie die ze naar aanleiding van de periodieke analyses heeft toegepast. ‘Eindtoets groep 8 in 2012: Nieuwe leerkracht in groep 7/8; onvoldoende eindtoets Centraal Nederland. Aanpak: gezamenlijke (leerkracht, IB’er, directie, ook bovenschools) analyse van aanbod en leerkrachtaanpak. Van daaruit plan van beredeneerd aanbod met de volgende elementen: doelgericht werken, efficiënte leertijd, weten wat er getoetst wordt, frequente ouder-kind-leerkrachtgesprekken, entreetoets ingevoerd, meerdere evaluaties met meerdere disciplines, leerkracht kennisdeling met andere scholen/leerkrachten groep 8. Resultaat: 2013 en 2014: zeer goed.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek bovenstaand voorbeeld aan de orde gesteld. Dit voorbeeld staat niet op zichzelf. De hierboven geschetste werkwijze is in feite de wijze waarop de school nu haar resultaten monitort, zodat ze bij verandering van leraar, methode of werkwijze meteen zicht heeft op de gekoppelde resultaten en zo nodig kan ingrijpen. Deze voortdurende monitoring maakt deel uit van een vast protocol in de organisatie waarin de leraren minimaal vier keer per jaar met de intern begeleider spreken om de resultaten te analyseren. De school merkt overigens op dat de resultaten in ieder geval fluctueren in verband met de samenstelling van de groepen. De verwachting is dat groep 8 komend jaar goed zal scoren op de eindtoets. Voor de groep 8 van volgend jaar zijn de verwachtingen minder hoog gespannen. Het oefenen met de manier van vragenstellen bij de overgang van de eindtoets van Centraal Nederland naar de cito-eindtoets, is overigens ook nog een door de school genoemde maatregel naar aanleiding van de tegenvallende score 2012 en de daarop gebaseerde analyse. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld van de wijze waarop kennisdeling en ontwikkeling binnen de school worden vormgegeven. ‘Invoering Klasseplan; tijdsplanning drie jaar. Planning in jaarplan met doel, teambijeenkomsten en gerichte workshops met ontwikkelaar Klasseplan, gezamenlijk kiezen van vakgebieden, gezamenlijk eisen gesteld aan relatie Klasseplan en eigen weektaken, gunnen van experimenteerperiodes (leren, uitwisselen, vallen en opstaan). Borgingsdocument ontwikkelen aan het eind van het derde jaar. Basis: team moet leerwinst zien voor de kinderen in het ontwikkelen van nieuwe aanpakken. Er wordt tijd genomen voor ontwikkelen van draagvlak van onderaf. Niet van bovenaf dirigeren, of beleid vereniging goed vertalen naar eigen schoolsituatie.’ Als belangrijkste thema’s binnen het professionaliseringsbeleid noemt de school in de aanmelding het volgende.
9
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
‘Klasseplan: groepsplan; werken op meerdere niveaus, doelgericht werken. Professionaliseringsbeleid ten aanzien van passend onderwijs: training team, begeleiding kinderen en ouders, eigen specifiek ondersteuningsprofiel schrijven. “Kinderen zijn meer dan taal en rekenen”: meer aandacht voor creatieve vakken, talentontwikkeling.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het team is gemotiveerd en leergierig en heeft diverse teamtrainingen gevolgd, gericht op voorkomende problematiek in de school, zoals autisme en hechtingsstoornis. De nabijgelegen school voor speciaal onderwijs, De Ambelt, verzorgt deze trainingen. Het werken met een leerlingenraad, de laagdrempeligheid van de school, de openheid van de leraren naar elkaar en de leerlingen en hun ouders zijn belangrijke kenmerken van deze school. De school wil graag meer doen aan de creatieve vakken en heeft in dat verband de leerlingen bijvoorbeeld de mogelijkheid geboden op school trompetles te volgen. Om de verschillende niveaus in de combinatiegroepen onderwijs op maat te kunnen bieden, werkt de school met groepsplannen en daarvan afgeleide klassenplannen. Door middel van klassenbezoeken, thematisch ingericht en door middel van onderlinge klassenconsultaties slaagt de school erin een professioneel werkklimaat te creëren. De leraren steken veel energie in de school, maar zeggen zelf dat ze er juist energie uit halen. De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2010. Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid
Gemiddelde score school 8,1 7,5 8,3
Landelijke score -
In haar aanmeldingsformulier geeft de school aan dat ze naar aanleiding van de tevredenheidonderzoeken de volgende stappen heeft gezet. ‘De scores landelijk lagen rond 7,5. Blijvende aandacht voor “Goed omgaan met elkaar (in de school en in de wijk)” met betrekking tot antipestbeleid, aandacht voor gebouw en plein (renovatiewerkzaamheden), meer aandacht voor creatieve vakken.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De laatste tevredenheidonderzoeken zijn van september 2014. De uitkomsten zijn nog niet geanalyseerd, maar de resultaten zijn bij alle drie geledingen overwegend positief tot zeer positief. De enige kanttekening is dat de respons bij de teamleden en bij de ouders niet bijzonder groot is. De enquête onder de teamleden staat overigens nog open, dus de respons kan nog toenemen. Uit alle gesprekken blijkt dat de school openstaat voor reacties van de verschillende geledingen en daar serieus mee omgaat. Sterker nog: de school heeft openheid hoog in het vaandel staan. Het betreft dan niet alleen de eigen geledingen maar ook de wijk. De school wil een kindcentrum in de wijk zijn en
10
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
openstaan voor wat daar leeft en tegelijk uitdragen wat de school belangrijk vindt. 7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Het uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) Volgens de aanmelding kent Kindcentrum Willem-Alexander een excellentiegebied waarop ze de focus legt. De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘Op het welbevinden en veiligheidsgevoel van kinderen. Kinderen wonen, spelen en leren in deze wijk. Wij willen dat de omgeving van kinderen eenduidig is in omgang(sregels). Dus denken vanuit de leefwereld van de kinderen. Daarom jarenlange specifieke inzet op het Kanjerdenken en leven gecombineerd met de open christelijke identiteit. Voorbeelden: licentie Kanjerschool (alle teamleden), project Van Kanjerschool naar Kanjerwijk, wijkgericht denken en handelen. Dit beleid heeft geleid tot winnaar Helpende Hand Steenwijkerland (Kroonappels) en bezoek Japanse tv.’ De aandacht voor het excellentiegebied is gericht op alle leerlingen van de school. Ook tijdens haar presentatie voor een delegatie van de jury heeft de school aandacht besteed aan haar excellentiebeleid. Van Kanjerschool naar Kanjerwijk is een belangrijk principe binnen de school; het kind in zijn leefomgeving staat centraal. Kindcentrum Willem-Alexander zoekt hierbij veelvuldig de samenwerking met het netwerk. De school heeft een hoge instroom en heeft voor deze kinderen een passend aanbod. De school heeft de afgelopen vijf jaar niet verwezen naar so of sbo. De school gaat door middel van tienminutengesprekken in gesprek met de kinderen. De school let scherp op vaardigheidsgroei. De delegatie van de jury herkent bovenstaande tijdens het schoolbezoek. Het is haar duidelijk gemaakt door alle geledingen van de school en van buiten de school. De ouders hebben toegelicht hoe de school daadwerkelijk naar wegen zoekt om ieder kind een passend plekje te bieden in de school, ongeacht het niveau of de belemmering. Met de onderwijsorganisatie die de school heeft vormgegeven zoals eerder beschreven, blijkt zij daartoe in staat. 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding stelt de school dat het gebied respectievelijk de gebieden waarop de school uitblinkt, wordt/worden erkend door externe partijen (bijvoorbeeld andere scholen, ouders of andere partners). De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘Herkenbaarheid: Kroonappels Helpende Hand, Japanse tv in kader van antipestbeleid, gemeente
11
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
en woningbouwvereniging investeren in Kanjertraining van vrijwilligers en bewoners in de wijk, training professionals in de wijk, krantenberichten, Kanjerbureau in Almere (voorbeeldschool genoemd), meedenken in wijkgroep met wijkkracht en bewoners.’ De herkenbaarheid van het excellentiegebied blijkt volgens de aanmelding verder uit: • externe bezoekers specifiek gericht op dit gebied; • deelname aan een netwerk dat betrekking heeft op dit gebied; • verworven projectgelden op dit gebied; • vermelding in publicatie(s) over dit gebied. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school vervult daadwerkelijk een voortrekkersrol in de wijk en stelt haar school open, ook bijvoorbeeld voor de taalcursussen aan allochtone ouders. De directeur vervult binnen de gemeente (als taalcoördinator), in het schoolbestuur en binnen de wijk een stimulerende en coördinerende rol, ook om het motto “Taal is de sleutel tot groei” uit te dragen en in beleid om te zetten. Datzelfde geldt voor het Kanjerproject dat verder reikt dan de school. Van Kanjerschool naar Kanjerwijk, zo heeft de delegatie van de jury het in alle opzichten en in alle gesprekken ook feitelijk ervaren. De jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van Kindcentrum Willem-Alexander onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen. Van drie referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat de school denkt en handelt vanuit de talenten van kinderen, dat de school uitblinkt bij de projecten Van Kanjerschool naar Kanjerwijk en Taal is de sleutel, en dat het team betrokken is. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) Kindcentrum Willem-Alexander heeft plannen om haar excellentiefocus in de toekomst verder te versterken. De school beschrijft deze plannen in haar aanmeldingsformulier als volgt. ‘Leerlingniveau: ontwikkelen mediation en pleininzet als pleinwacht, inspraak leerlingen, deskundigheid leerlingraad. Teamniveau: licentie onderhouden, elk jaar Kanjerwerkplan bijstellen Wijkniveau: ondersteunen van Kanjerwijkgroep (bewoners en wijkkracht) in uitwerken van Van Kanjerschool naar Kanjerwijk. Ouders: zelf informatiebijeenkomsten organiseren voor ouders in plaats van trainingen door Kanjerbureau (kostenaspect en toename eigen deskundigheid).’ Volgens de aanmelding sluiten de plannen op de volgende wijze aan op specifieke behoeften van (groepen) leerlingen. ‘Ontwikkelen van zelfredzaamheid en sociale vaardigheden. Ontwikkelen van veiligheid en nabijheid in de wijk. Ouders zien als educatief partner in onderwijs en opvoeding, waarbij ouders waarderen als we willen meedenken in opvoeding en opvoedingsvragen.’ In de aanmelding is de aansluiting op de door de school gehanteerde didactische aanpak als volgt beschreven.
12
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
‘Als leerlingen zich goed willen ontwikkelen, gelden voor hen de volgende vier kernwaarden van ons kindcentrum, namelijk ik voel me goed, ik hoor erbij, ik doe mee, ik kan het. In de didactische aanpak moeten kinderen deze kernwaarden ervaren en de uitgangspunten van de Kanjertraining, waarin geldt dat je betrouwbaar bent, dat niemand je uitlacht, dat je niet zielig doet, niet de baas speelt en dat je elkaar helpt. Dit moet terugkomen in het basisklimaat in de groep, leerkrachtgedrag, leerkrachtvaardigheden, klassenmanagement en individueel leerlinggedrag.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De Kanjertraining is op deze school ‘tot in de haarwortels’ bekend bij alle betrokkenen. De hele school ademt de geest van dit project en biedt zodoende een uitstekende basis voor het verder uitdragen van de kernwaarden van dit project in de wijk. De basis om van hieruit verdere ontwikkelingen zoals hierboven geschetst op te pakken is een stevige. Dat komt mede door de sterke, inspirerende schoolleiding en het draagvlak voor dit basisklimaat in het hele team.
8.
Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.
9.
Conclusie van de jury Kindcentrum Willem-Alexander heeft zich in 2014 voor het eerst kandidaat gesteld. Kindcentrum Willem-Alexander is een kleine basisschool die krachtig en daadkrachtig staat in de wijk. De school heeft de uitgangspunten van de Kanjertraining naar het niveau van de wijk weten te tillen (Kanjerwijk) en zo zorgt ze ervoor dat haar missie en visie wijkbreed worden uitgedragen. Vanuit deze visie op de school en de wijk, aangevuld met een sterke leiding en een doelgericht samenwerkend team, heeft de school de laatste jaren hoge opbrengsten weten te realiseren op de kernvakken en andere vormingsgebieden. Er is op schoolniveau een permanente focus op verbetering van het onderwijs en het zoeken naar mogelijkheden om het aanbod voor de leerlingen verder te verfijnen. Dit gebeurt mede op basis van een scherp oog voor de leerbehoeften van de leerlingen. Dit wordt aangevuld met een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle teamleden voor alle leerlingen. Deze gezamenlijkheid, die aansluit bij de principes van de Kanjertraining, wordt gecoördineerd en aangestuurd door een ambitieuze schoolleider. De resultaten op de kernvakken zijn de laatste jaren sterk verbeterd en bevinden zich voor de jaren 2013 en 2014 boven de door de jury gestelde excellentiegrens. Ook op de aanvullende leergebieden doet de school het uitstekend. Een mooi voorbeeld hiervan is de wijze waarop de school burgerschap vorm en inhoud geeft. Naast het besef dat dit aspect breder moet worden vormgegeven (Van Kanjerschool naar Kanjerwijk), is ook de invulling van het actieve burgerschap op
13
- Schoolrapportage Basisonderwijs – Excellente Scholen 2014
school door middel van de leerlingenraad met heuse sollicitatierondes een mooi voorbeeld van het streven de ontwikkeling van de kinderen zo breed mogelijk te stimuleren. Verder zijn het inzicht van de school in de leerlingkenmerken en het handelen vanuit deze kennis noemenswaardig. Dit heeft geleid tot een actieve rol van de school in de wijk, waardoor de kernwaarden die de school uitdraagt ook in breder verband worden geoefend, geleerd en toegepast. Alles overziende is de jury van oordeel dat Kindcentrum Willem-Alexander op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (po) 2014 toekomt.
14