Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
2 3 juni 2 0 10 | nr 10 | 2 1s t e j a a r g a ng | w w w. k ul e u v e n . be / c k /
t i jdschrif t va n de k .u.l eu v en
“Proffen lijken op frontmannen”
le ven na leuven: germanist en customsfrontman Kristof Uit tebroek [14]
“Congo is over 25 jaar welvarend” (© Rob Stevens)
WK- en examenkoorts
congolese studenten tonen zich optimistisch in uitgebreide be vr aging [2]
Op de redactie van Campuskrant, die uitzicht biedt op de Oude Markt, kunnen we de score van de WK-matchen perfect volgen dankzij het gejuich dat van de terrasjes opstijgt bij elk doelpunt. Studenten slagen er blijkbaar probleemloos in om hun blokschema af te stemmen op de wedstrijden van hun geliefkoosde team. Dat illustreren deze supporters van Portugal, die ons tijdens de wedstrijd tegen Noord-Korea maar liefst zeven keer deden opschrikken van ons werk. Maak nader kennis met de voetbalgekke Portugese studente Inês Alves op p. 12.
Dyslexie: een klankenkwestie Nieuwe inzichten brengen snelle
Ecologische voetafdruk K.U.Leuven met twintig procent verkleind En toen brak opsporing dichterbij [3]
De ecologische voetafdruk van de K.U.Leuven is tussen 2007 en 2009 met bijna twintig procent verkleind, zo blijkt uit een onderzoek van studenten bio-ingenieurswetenschappen. Ingrepen als het gebruik van groene stroom en het plaatsen van dubbele beglazing en energiezuinige verlichting werpen duidelijk hun vruchten af. Wim Troch Aan de hand van zeven parameters berekenden zes studenten uit de derde bachelor bio-ingenieurswetenschappen de ecologische voetafdruk van de K.U.Leuven – dat is de oppervlakte die de universiteit nodig heeft om zich te voorzien van materialen en energie. In 2009 bedroeg die 26.852 globale hectare, ofwel zestig maal de oppervlakte van de Leuvense binnenstad. Dat is bijna twintig procent minder dan in 2007. Bij het berekenen gingen de studenten uit van de parameters ruimte, energie, water, transport, afval, papier en voeding. Met meer dan 54 procent heeft transport veruit het grootste aandeel in de ecologische voetafdruk, gevolgd door energie (18,8 procent) en ruimte (9,7 procent).
Student Daan Van Meeuwen: “Leuven mag dan een fietsvriendelijke stad zijn, de auto blijft de grote boosdoener. Niet alleen vanwege het woon-werkverkeer van de personeelsleden; veel studenten worden met de auto naar hun kot gebracht.” De verkleining van de ecologische voetafdruk is te danken aan verschillende maatregelen. Raf Van Hoorick van de Divisie Infrastructuur en Technieken: “Sinds 2008 maken we gebruik van groene stroom. We hebben de voorbije jaren ook alle radiatoren voorzien van thermostatische kranen, we hebben energiezuinige verlichting en op verschillende plaatsen dubbele beglazing geplaatst, en we hebben heel wat zolders geïsoleerd. Dat is niet altijd even eenvoudig, want de K.U.Leuven telt verschil-
Verschijningsdata Campuskrant jaargang 22
lende monumenten waar je niet zomaar mag verbouwen of aanpassingen doen.”
Zonnepanelen Volgens energiecoördinator Bruno Motten zijn het niet altijd de meest zichtbare maatregelen die het meest efficiënt zijn: “De zonnepanelen op het dak van Sociale Wetenschappen bijvoorbeeld krijgen veel aandacht. Maar het plaatsen van dubbele beglazing en het isoleren van het dak besparen een veelvoud van de energie die de panelen opleveren.” Een zelfde verhaal bij de afvalverwerking. “De K.U.Leuven doet niet aan gescheiden afvalinzameling voor PMD en GFT”, zegt Lieven Put van de Dienst Veiligheid – Gezondheid – Milieu.
NR. 1 – 22 sep 2010
pagina 4
nr. 2 – 20 okt 2010
de hel los
oorlogsdagboek vertelt he t verha al van de duitse beze t ting in leuven [5]
Een ‘gozer’ met ‘goesting’ doctor a at: hoe goed versta an we elk a ar in he t nederl ands [8]
Succes in de VS
studenten en onderzoekers in de states [12]
Bio-ingenieur wordt rondtrekkende bard nils verresen alias ‘ the be ar that wasn’ t’ treedt op tijdens M-idzomerfestival [15] nr. 3 –24 nov 2010
nr. 4 – 22 dec 2010
nr. 5 – 26 jan 2011
2 Nieuws colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
Redactie Reiner Van Hove (eindredacteur), Hilde Devoghel, Ludo Meyvis, Julia Nienaber, Jos Stroobants, Ine Van Houdenhove, Wouter Verbeylen
Redactieadres Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven 016 32 40 13,
[email protected]
Adreswijzigingen Alumni Lovanienses Naamsestraat 63 - bus 5601 3000 Leuven
[email protected]
medewerkers Tine Bergen, Jelle De Mey, Ines Minten, Jaak Poot, Rob Stevens, Katrien Steyaert, Wim Troch, Els Vandeborght, Tim Willekens
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens, Ingrid Hannes
Cartoons Joris Snaet
Reclameregie Wouter Verbeylen T 016 32 41 46 Wouter.Verbeylen@dcom. kuleuven.be
Oplage 60.500 ex.
Drukwerk Eco Print Center, Lokeren
Verantwoordelijke uitgever Pieter Knapen Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer verschijnt op 22 september. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
campuskrant
Congolese studenten optimistisch over toekomst van hun land Jonge Congolezen verwachten dat hun land over 20 tot 25 jaar veilig en welvarend zal zijn. Dat blijkt uit een uitgebreide bevra ging bij 800 studenten in 11 Congolese universiteiten. Ludo Meyvis Dagelijks komen er uit Congo be richten over geweld, uitbuiting, corruptie, armoede… Bodemloze wanhoop lijkt het wel. Maar hoe kijken jonge, intellectuele Con golezen daar eigenlijk zelf tegen aan? Hoe zien zij zichzelf en de toekomst van hun land? Professor Luc Reychler, direc teur van het Centrum voor Vre desonderzoek en Strategische Studies van onze Faculteit Sociale Wetenschappen, en Jean Migabo Kalere, projectcoördinator en doctoraatsstudent, legden aan 800 studenten in 11 Congolese universiteiten een indrukwek kende vragenlijst voor. “Iedereen moest 120 bladzijden doorne men, gedeeltelijk ook open vra gen. Reken maar uit: 800 maal 120, da’s véél materiaal. Met de hulp van heel wat jobstudenten hebben we de resultaten kunnen verwerken.”
Vastberadenheid Congo is een conflictgebied en dat maakt het werken ter plaatse er natuurlijk niet eenvoudiger op. “Zeker niet als je op zoek bent naar persoonlijke meningen”, zegt Reychler. “We konden onze respondenten echter voldoende privacy garanderen, zodat de me dewerking heel goed was.” “De belangrijkste conclusie is dat Congo in de ogen van de eigen jonge intelligentsia lang zaam maar zeker een bocht aan het nemen is, en in de richting van een stabiele, welvarende staat kan evolueren. Onze res pondenten waren echter geen naïeve dromers. Ze zijn niet blind voor de tekorten van de huidige toestand, en als er eens wat ten goede verandert, gaat het in hun ogen allemaal veel te langzaam. Maar dat belet niet dat de over wegende houding er een is van vastberadenheid om de situatie te veranderen. Meer dan tachtig procent verwacht dat Congo over 20 tot 25 jaar een veilig en welva rend land zal zijn. Eenvoudig te realiseren is die wens natuurlijk niet: de Cinq Chantiers van Joseph Kabila moeten uitgevoerd wor den, de bewustwording dat het anders kan moet wortel kunnen schieten, de natuurlijke rijkdom men moeten verstandig beheerd worden, negatieve buitenlandse interventies moeten stoppen, en zovoort.”
Armoede en bodemschatten Belangrijk ook is de oorlogsmoe heid onder de studenten. Reych ler: “Echte, duurzame vrede is es sentieel voor de vooruitgang van het land. Het gaat dan niet alleen om het klassieke oorlogsbeeld met wapengekletter, maar veel
eer om de afwezigheid van elke vorm van fysiek, psychologisch en structureel geweld, en om een op eerlijkheid gebaseerd systeem van internationale diplomatieke en economische inbedding. De Congolees wil niet langer in ar moede leven bovenop een berg bodemschatten.” “De ondervraagde studenten beklemtonen hun eigen unieke identiteit en die van hun land. Oorlog en armoede hebben die
natie aan het land. In de oren van de studenten die wij ondervraagd hebben, moet zoiets klinken als een absurde belediging.” “Ze hebben ook geen bood schap aan moraliserende betut teling uit de buitenwereld. Ze beseffen maar al te goed dat het land gebukt gaat onder loodzwa re problemen, maar ze willen er wat aan doen, en ze weten waar ze met het land naartoe willen. Dat is niet gebaseerd op naïef droomdenken, maar evenmin op het defaitisme dat je in westerse commentaren vaak hoort en dat door die commentaren ook toegedicht wordt aan de Congo lese bevolking. Ons onderzoek illustreert minstens dat je moet opletten met dergelijke generali seringen.” “Naast de positieve ondertoon van heel wat respondenten was ik ook zeer aangenaam verrast door de relatief kleine angst om te spreken, ook al verliep de bevraging in alle privacy. Als je dezelfde bevraging zou doen in Rwanda, krijg je zonder twijfel heel veel blanco antwoordfor mulieren terug. Naast het opti niet verzwakt, integendeel. Ze misme is ook die openheid een funderen hun identiteit eerst belangrijk gegeven voor de toe en vooral op hun familie en hun komst van het land.” land, dan hun beroep, Afrika en religie, en pas daarna op hun pro vincie, etnische groep en taal.” “De studenten staan wat argwa nend tegenover de internationale omgeving en mogelijke invloed daarvan op de ontwikkeling van duurzame vrede voor het land. Vooral Rwanda, Oeganda en in mindere mate Burundi spelen in hun ogen een destabiliserende rol. Waardering gaat eerst en vooral uit naar China, dan Frank rijk, dan België. Wat de interna tionale organisaties betreft, doet de Wereldgezondheidsorganisa tie degelijk werk, terwijl de WTO of Wereldhandelsorganisatie de laagste waarderingsscore krijgt. Internationale donoren zijn in de ogen van de studenten eerst en vooral gericht op eigenbe lang.”
“Ze wéten waar ze met het land naartoe willen.”
Geologie Vanaf volgend academiejaar bieden de K.U.Leuven en de UGent een gemeenschappe lijk Engelstalig programma ‘Master of Geology’ aan. Bin nen deze tweejarige mas teropleiding kan de student kiezen tussen de specialisa ties ‘Georesources’ en ‘Earth Systems’. Deze specialisaties bouwen voort op de interna tionaal erkende onderzoeks zwaartepunten binnen de geologiegroepen van beide universiteiten, waardoor een hoog internationaal niveau van het masterprogramma is verzekerd. Studenten schrij ven zich in aan de universiteit die de administratieve verant woordelijkheid voor de master draagt. De komende drie jaar is dat de UGent. Het toeken nen van de diploma’s gebeurt gemeenschappelijk.
MUSIC
In de Parijse metro is MUSIC voorgesteld, een nieuw revo lutionair platform voor mo biele software. Onderzoekers van het Departement Com puterwetenschappen van de K.U.Leuven hebben meer dan drie jaar aan het project mee gewerkt. MUSIC – Self-adapting applications for Mobile USers In ubiquitous Computing environments – maakt het mogelijk om toepassingen te bouwen die op eender welk toestel of netwerk kunnen worden gebruikt. Voor gebrui kers maakt Music het mobiele internetgebruik een stuk makkelijker. De softwareont wikkelaar kan op zijn beurt heel creatief omspringen met toepassingen.
Joris steekt de draak
Openheid “Uit zo’n massa gegevens – ik heb er maar een handvol vermeld – kan je heel veel en heel belang rijke conclusies trekken”, zegt Reychler. “Maar als ondertoon vind ik het essentieel dat we be ginnen in te zien dat Congo het zélf beter wil doen, en dat zijn toekomstige elite zich daar heel bewust in wil engageren. Die positieve attitude tegenover de toekomst van het land staat in schril contrast met de houding van nogal wat westerse figuren. Ik las onlangs zelfs een artikel over de de-recognition van Congo, het ontzeggen van de status van
Onderzoekers ‘voorspellen’ het ruimteweer: lees het artikel op pagina 8.
23 juni 2010
Nieuws 3
Snelle opsporing dyslexie weer stap dichterbij Bijna één op twintig mensen heeft dyslexie, en kampt dus met moeilijkheden bij het lezen en spellen. Nieuw onderzoek aan de K.U.Leuven toont nu onder meer aan dat dyslexie zich niet beperkt tot problemen met de verwerking van spraakklanken. Met die kennis is een vroegtijdige opsporing van dyslexie weer een stap dichterbij. Wouter Verbeylen
tatiedienst komen die aan ons onderzoekscentrum gekoppeld De studie, die gebeurde in het ka is. We vergeleken 31 normaalle der van het doctoraatsonderzoek zende met 31 dyslectische jong van Maaike Vandermosten, is een volwassenen.” samenwerking tussen het team van professor Pol Ghesquière van Klinkers en medeklinkers het Centrum voor Gezins- en Or Maaike Vandermosten: “Algemeen thopedagogiek (Onderzoekseen wordt aangenomen dat dyslexie heid Pedagogische Wetenschap ontstaat vanuit een fonologisch pen) en het team van professor probleem: bij lezen en schrijven Jan Wouters van de Afdeling zet je letters om in spraakklanken. ExpORL (Departement Neurowe Om dat niet telkens opnieuw te moeten doen, bouwt iemand die tenschappen). “Dyslexie is het niet tot stand leert lezen een mentale represen komen van de automatismen om tatie op van die klanken, en kweekt te leren spellen en lezen,” vertelt zo een aantal automatismen aan. Pol Ghesquière. “Je spreekt van Daar loopt het fout bij personen dyslexie als er een ernstige ach met dyslexie: zij komen niet tot terstand is, die bovendien niet die automatismen, waardoor le gemakkelijk te remediëren is. En zen steeds moeizaam blijft gaan. natuurlijk moeten alle alternatie Ze kunnen daardoor ook niet vlot ve verklaringen voor die hardnek spelen met taalklanken, en heb kige achterstand uitgesloten zijn, ben op jonge leeftijd bijvoorbeeld zoals bijvoorbeeld een gebrek aan grote moeilijkheden met rijmen.” “We zijn gaan kijken waaróm scholing.” “Je mag ervan uitgaan dat drie er geen goede representatie van tot vijf procent van de bevolking spraakklanken wordt opgebouwd. met dyslexie te kampen heeft. Dat Hebben mensen met dyslexie betekent dus dat gemiddeld in misschien problemen met het elke klas van twintig kinderen één herkennen van bepaalde soorten kind dyslectisch is. Dyslexie is een klanken? Om medeklinkers te her beperking die nooit volledig te re kennen moet je klanken met snel mediëren is, ze is ‘voor het leven’. veranderende akoestische ken Ook goed begeleide volwassenen merken verwerken, zoals ‘ba’ of zullen altijd problemen ondervin ‘da’. Klinkers als ‘oe’ en ‘uu’ daar den met lezen en spellen, maar entegen zijn akoestisch stabiel.” ze leren wel in zekere mate om te “Daarom legden we aan onze proefpersonen de volgende test gaan met die beperking.” “In het hoger onderwijs heeft voor: we deelden de overgang van Vlaanderen een vooruitstrevend ‘ba’ naar ‘da’ met de computer op dyslexiebeleid, maar de proble in tien stappen, en lieten telkens men situeren zich vroeger. Vele één klank horen, en vroegen onze jongeren met dyslexie zijn er al proefpersonen wanneer ze ‘ba’ uitgefilterd in het ASO, nog voor hoorden, en wanneer ‘da’. Wie ze de leeftijd van hogere studies geen leesproblemen had, kon op bereiken. Daarom ook is elke een bepaald moment resoluut stap naar een vroegere diagnose zeggen: nu hoor ik ‘da’. De dyslec en betere begeleiding van levens tici in onze test konden dat niet: ze twijfelden veel vaker, de over groot belang.” “Voor deze studie hebben we gang was voor hen helemaal niet een beroep gedaan op de univer zo scherp. Vervolgens deden we de siteitstudenten die op de consul test opnieuw met stabiele akoesti
Bekroonde eredoctor op bezoek De Israëlische auteur David Grossman, eredoctor van de K.U.Leuven, deed op 9 juni Leuven aan, in het kader van een Europese tour die het internationaal succes van zijn recentste boek Een vrouw op de vlucht voor een bericht kracht moest bijzetten. In de stadsschouwburg ging Grossman in gesprek met Klara-journalist Werner Trio (foto links). Vlak na zijn bezoek raakte bekend dat Grossman de Friedenspreis 2010 ontvangt, een prestigieuze internationale vredesprijs uitgereikt door de Börsenverein des Deutschen Buchhandels. (© Rob Stevens)
sche klanken, de overgang van ‘oe’ naar ‘uu’, en hier scoorden beide groepen gelijk. Het probleem zit ‘m dus in die klanken die niet sta biel zijn. Personen met dyslexie slagen er niet in de snel verande rende kenmerken van klanken als ‘ba’ juist waar te nemen.”
Slechte isolatie? Maar de onderzoekers gingen nog een stap verder. Maaike Vander mosten: “We wilden ook nagaan of deze problemen enkel met spraakklanken te maken hebben, zoals vaak bij dyslexie wordt aan genomen, of met de verwerking van klanken in het algemeen, dus ook buiten onze taal. Daarom hebben we niet-spraakklanken gemaakt door de spraakklanken uit onze test met de computer te spiegelen. Daardoor behouden ze dezelfde kenmerken, maar men sen ervaren deze synthetische klanken niet meer als spraak. De resultaten van de tests waren hier dezelfde als bij spraakklanken: bij stabiele klanken waren er geen onderscheidingsproblemen, bij niet-stabiele klanken wel voor de dyslectici, niet voor de anderen.” “We kunnen dus besluiten dat het probleem van dyslexie niet be perkt is tot spraakklanken, maar dat er iets misgaat bij het verwer ken van niet-stabiele klanken in het algemeen. Dat is een redelijk spectaculaire ontdekking.” Deze verwerkingsprocessen moeten ook in de hersenen te zien zijn. “Een volgende stap in ons onderzoek is dan ook de zoektocht naar wáár dit gebeurt. Onze hypothese is dat bepaalde zenuwbanen er bij dyslectici niet in slagen de snelle transmissies te maken die nodig zijn voor het verwerken van snel veranderende klanken. De informatie wordt waarschijnlijk niet goed getrans porteerd door een slechte isola tie. Vergelijk het met elektrische
stroom: hoe beter de isolatie van een elektriciteitsdraad, hoe snel ler de stroom erdoorheen gaat. We willen met hersenscans nu kijken of de isolatielaag van die hersenbanen misschien veel min der is bij personen met dyslexie.”
Poes op het dak “Deze bevindingen zijn alvast een belangrijke stap voorwaarts naar een vroegtijdige detectie van dyslexie,” vertelt Pol Ghesquière. “Daarvoor moeten we wat bij vol wassenen en twaalfjarigen is aan getoond, ook bij kinderen uit de tweede kleuterklas betrouwbaar kunnen meten. In vorig onder zoek hebben we hiermee al enige ervaring opgedaan. We hebben in plaats van de ‘ba’- en ‘da’-klan ken, een verhaaltje van een poes verzonnen, en de kleuters moeten dan bij het horen van een klank zeggen of ze op het ‘dak’ of in haar ‘bak’ zit. Met nieuwe methodes die door het team van collega Jan Wouters ontwikkeld worden, wil len we deze metingen verder opti maliseren en objectiever maken.” “Hoe sneller dyslexie wordt vast gesteld, hoe sneller er behandeld kan worden. Nu gebeurt de vast stelling pas als kinderen leren lezen en schrijven, maar met de nieuwe kennis kan dat hopelijk een stuk sneller. Als we er snel bij zijn, geven we meer dyslectische kinderen kansen om optimaal begeleid te worden.” “Een echte ‘genezing’ van dys lexie is voorlopig pure science fic tion, maar als we ontdekken waar het probleem zich exact bevindt in de hersenen, is dat weer een stap in de goede richting.” De resultaten van het onderzoek verschenen in de Proceedings of the National Academy of Sciences. Meer info over studeren met dyslexie vind je op http://www. kuleuven.be/functiebeperking/ dyslexie/
Geciteerd Pestkopzorgen Het Laatste Nieuws, 26.5.2010
Een beetje gepest worden op school kan goed zijn voor een kind. Tot die conclusie komt een team van onderzoekers van de universiteit van Californië in Los Angeles. Kinderen die het doelwit zijn (geweest) van pesten op school én die even hard terugmeppen ontwikkelen zich vaker tot meer weerbare jongens en meisjes. K.U.Leuven-pedagoog Gie Deboutte, voorzitter van het Vlaams Netwerk ‘Kies kleur tegen pesten’: “Het lijkt mij in dit onderzoek te gaan over het prille stadium van pesten, wanneer slachtoffers nog voldoende veerkracht hebben om op te staan en te zeggen: ‘Níet met mij.’ (…) Als je al langer in de klauwen zit van pestkoppen, blijkt het moeilijker om terug te slaan.” “Terugslaan mag dan blijken te werken op individueel plan, binnen een pedagogisch project past dat niet. Wie fysiek terugslaat, zal ten eerste toch het onderspit delven want krijgt meteen drie, vier anderen rond zich staan omdat pesters altijd in groepjes optreden. Bovendien zou – als alle ouders van gepeste kinderen hen op fysieke weerbaarheidstraining zouden sturen – dat niet leiden tot een warmere schoolomgeving.”
Rookcirkel Het Laatste nieuws, 2.6.2010
Rokers moeten op Nederlandse treinperrons hun sigaret binnenkort binnen de lijntjes opsteken. Op de tegels komt een grote gele cirkel waarbinnen roken wordt geduld. Professor sociale psychologie Eddy Van Avermaet van de K.U.Leuven is niet gewonnen voor het idee: “Zo’n cirkel geeft mensen een gevoel van gevangenschap. Je wordt als roker verbannen naar een specifieke plek en staat te kijk als pestlijder van de samenleving (…) Als je vrijheid ontneemt, stuit dat sowieso op weerstand. Ik vermoed dat men liever niet zal roken dan in een cirkeltje te moeten staan. Maar roken afleren doet het niet. Dit zal eerder kwaad bloed zetten.”
Knuffelhormoon De Standaard, 2.6.2010
Vrouwen zijn vaker depressief zijn dan mannen, zo bleek uit een nieuw Europees sociologisch onderzoek: zijn er vijftig mannen depressief, dan zijn er dat meteen honderd vrouwen. Boudewijn Van Houdenhove, psychiater aan de K.U.Leuven, is gespecialiseerd in stressgerelateerde ziektes en kijkt niet op van die nieuwe resultaten: “Vrouwen zijn hormonaal gevoeliger voor álle stressgerelateerde ziektes. Stressziektes, waaronder dus ook depressie, ontstaan bij een chronisch verhoogd niveau van stresshormonen, zoals cortisol. (…) Het vrouwelijke hormoon oestrogeen werkt zeer sterk in op het stresshormoon cortisol. Geef mannen oestrogeen, en ze worden ook meteen stressgevoeliger.” “Bij stress produceren vrouwen meer oxytocine, het zogeheten knuffelhormoon. Vrouwen zoeken meer steun, want dat helpt ze met stress om te gaan. En daar knelt het schoentje. Eenzaamheid is de ziekte van vandaag en laat dat nu net, zeker voor vrouwen, de stress alleen maar groter maken.”
4 Nieuws
campuskrant
Openbaar groen heeft een boodschap “Parken en openbaar groen weerspiegelen de waarden van de samenleving. Elke aanpak geeft stadsnatuur een andere betekenis”, stelt doctorandus Andreas Stynen. Hij onderzocht hoe stadsnatuur de visies en ideeën van de burgerlijke samenleving reflecteert. Jaak Poot “Plant men bomen enkel en alleen voor het hout? Staan architectuur en esthetisch genot centraal zoals in de landschapscreaties van het Terkamerenbos? Of ligt de focus op recreatie met speelzones zoals in het Antwerpse Spoor Noord? Elke aanpak geeft stadsnatuur een andere betekenis,” zegt Andreas Stynen, die op 8 juli promoveert tot doctor in de geschiedenis met ‘Proeftuinen van burgerlijkheid. Stadsnatuur in negentiende-eeuws België’. “De negentiende eeuw wordt door historici vaak gezien als een grauw-grijze periode van industrialisatie en urbanisatie, zonder aandacht voor natuur. Dat klopt niet. Ik vind het een heel boeiende periode die ons heel wat leert over groenvoorzieningen in steden”, zegt Stynen. “Vóór de industriële revolutie moest openbaar groen vooral nut hebben: de overheid plantte bomen aan de stadsrand en langs landwegen om die na een aantal jaren te verkopen aan de houtnijverheid. In de negentiende eeuw krijgen bomen en groenvoorzieningen een architecturale functie: ze zijn er om naar te kijken. Men creëert parken met vijvers en vergezichten, rotslandschappen en bruggen. Het is de bedoeling dat de burger er in zijn vrije tijd rondwandelt en geniet. En in de vroege twintigste eeuw krijgen parken er een nieuwe functie bij: recreatie met speeltuinen, sportvelden, zwem- en roeivijvers.”
Promenades en boulevards “Vanaf de zestiende-zeventiende eeuw krijgen veel steden een promenade waar de burgerij op vrije
dagen rondstapt om gezien te worden. In de negentiende eeuw breiden de grote steden uit: oude stadswallen verliezen hun functie. De overheid bouwt ze om tot brede boulevards die de functie van de promenade overnemen. Niet voor lang, want in de twintigste eeuw krijgen die boulevards een haast exclusieve verkeersfunctie. Ietwat cynisch spreken politici in de discussie over de Antwerpse Lange Wapper over een ‘natuurlijk tracé’ – het is gewoon de oude stadsomwalling die evolueerde tot boulevard en snelweg.” “Ik ontdekte dat er in de negentiende eeuw al comités actief waren rond groenvoorzieningen. Zo was er een actiecomité tegen de plannen van Leopold II om een deel van het Warandepark op te offeren voor de uitbreidingsplannen voor zijn paleis. Dat is nu rechthoekig, maar had vroeger een uitstulping richting paleis. Maar er zijn ook petities van tegenstanders van boomaanplantingen, omdat ze licht wegnemen en de waarde van de huizen verminderen.” “In de negentiende eeuw was er een breed debat voor en tegen kastanjelaars. De tegenstanders stoorden zich aan kinderen die met kastanjes gooiden en burgers verwondden of ruiten stuksloegen. In een aantal arbeiderswijken wilden ze die bomen weg omdat kinderen kasseien in de boom katapulteerden om de eetbare vruchten te doen vallen. Ik herinner me een pamflet dat opriep om voor de Brusselse stadsboulevard die langs de Marollenwijk loopt, zeker geen kastanjelaars te gebruiken. Tegen het einde van de eeuw kwam er ook steeds meer verzet tegen het ‘mismeesteren’ van bo-
Een rotslandschap met hangbrug in het Antwerpse stadspark, een mooi voorbeeld van hoezeer stadsparken ‘verzonnen’ landschappen waren, gericht op spektakel. (© Antwerps Stadsarchief)
men door ze in geometrische vormen te snoeien. Ook hier zie je weer een betekenisverschuiving – de architectuur staat niet langer centraal, maar de natuur op zich.”
Paternalisme In de negentiende eeuw waren parken, tuinen en groenvoorzieningen iets waar vrijwel enkel de elite zich mee bezighield. Stynen: “Aan het einde van de eeuw ontstond een paternalistisch-educatieve beweging om arbeiders groene vingers aan te prijzen. Jonge arbeiders kregen plantjes die ze een jaar moesten verzorgen. In het najaar volgde een tentoonstelling
Ecologische voetafdruk K.U.Leuven met twintig procent verkleind pagina 1 “Dat kan vreemd lijken, maar de kostprijs om die gescheiden inzameling te organiseren is te hoog in verhouding tot het aandeel van die fracties. De milieuwinst is te beperkt. Wat niet betekent dat we geen afval sorteren: we zamelen in totaal vijfenveertig verschillende, gescheiden afvalfracties in. De enige reden waarom we eventueel wel gescheiden PMD zouden inzamelen, is om het personeel te blijven sensibiliseren, maar cijfermatig zal die gescheiden inzameling het verschil niet maken.” Toch valt die voorbeeldfunctie van de universiteit, zowel voor studenten als voor personeelsleden, niet te onderschatten. Om de bewustwording te versterken, werd een drietal jaar geleden E-man in het leven geroepen. Die eco-superheld moet, onder andere met affiches overal op de campus, studenten en werknemers ertoe aanzetten
spaarzaam om te springen met energie, door bijvoorbeeld de trap te nemen in plaats van de lift. Lieven Put: “Als ik hoor dat E-man bij de meeste mensen op de universiteit wel bekend is, dan kunnen we in de toekomst zeker nog andere campagnes – in verband met duurzaamheid in het algemeen – enten op de E-mancampagne.” In de toekomst zullen er ook nieuwe initiatieven moeten worden genomen. Die hoeven zelfs niet altijd even spectaculair te zijn. “We hebben een hypothetische berekening gemaakt voor 2020”, zegt Jeroen. “Als iedereen gerecycleerd papier zou gebruiken en dubbelzijdig zou printen, en als alle verplaatsingen van studenten en personeel van thuis naar de universiteit met het openbaar vervoer zouden gebeuren, dan zou de ecologische voetafdruk met 37 procent of 10.000 globale hectaren verminderen.” De universiteit is al gestart met
het promoten van gerecycleerd papier – op dit moment bedraagt het aandeel daarvan slechts 4,2 procent van het totale papierverbruik. “Bepaalde diensten gebruiken sinds kort al uitsluitend gerecycleerd papier”, zegt Lieven Put. “We onderzoeken ook of we de standaardinstelling van printers en kopieermachines kunnen omschakelen naar ‘dubbelzijdig afdrukken’. Wat mobiliteit betreft, is het wachten op de impact van de 2WD-dienstfiets – die cijfers werden pas vanaf 2008 verrekend in de studie.” Dit onderzoek moet volgens Put niet worden beschouwd als een eindpunt, maar als een begin. “Het belangrijkste is dat we nu een startpunt hebben en nauwkeurig kunnen bijhouden hoe de zaken evolueren.” Aan het onderzoek werkten naast Jeroen Degerickx en Daan Van Meeuwen ook studenten Thomas Reher, Roel Uyttenbroeck, Robbe Van Beers en Winnie Vanrespaille mee.
met prijzen. Daaromheen bouwden de initiatiefnemers een paternalistisch opvoedingsproject: inspecteurs deden geregeld controles bij de deelnemers aan huis. Dat bood hen de kans om te observeren hoe de gezinnen leefden en burgerlijke waarden op te dringen. In dezelfde geest kwamen er siertuintjes in vele spoorwegstations, als model voor de forensen. Vanaf 1899 volgden de stadsvolkstuinen van het Werk van den Akker.” “In Brussel zorgden koning Leopold II en zijn wegeninspecteur Victor Besme voor heel wat ingrepen, maar ook voor commotie. Zo verzette burgemeester Karel
Buls zich tegen de afbraak van de historische Sint-Rochuswijk voor het grootse plan van een Hofberg met prestigieuze nieuwbouw. Hij kon de koning niet tegenhouden: in afwachting van een definitieve aanleg van de huidige Kunstberg, kwamen er plantsoenen in terrasvorm. Voorstanders van Leopold II vermelden graag de dreven en parken die er onder zijn bewind kwamen. Vergeet dan wel niet dat die plannen niet alleen voorzagen in groenaanleg, maar dat het altijd ging om een combinatie met grote vastgoedprojecten. Op zich betekenisvol: groen als glijmiddel voor hoogbouw.”
Specialisten in duurzame ontwikkeling geven expertise door De K.U.Leuven biedt verschillende opleidingen en opleidingsonderdelen aan rond duurzame ontwikkeling. Studenten met een brede belangstelling voor exacte wetenschappen en technologie kunnen zich specialiseren in milieutechnologie en duurzame chemische technologie. De interdisciplinaire master bio-ingenieur swetenschappen milieutechnologie is toegankelijk voor bachelors uit bio-ingenieurswetenschappen, wetenschappen en ingenieurswetenschappen. De opleiding focust zich op de oorzaken en gevolgen van milieuverontreiniging met als doel verontreiniging te voorkomen of te saneren. De studenten krijgen praktische ervaring in milieumetingen en -remediëring met chemische, fysische en biologische technieken voor de belangrijkste milieucompartimenten. Ze leren beginselen van het milieubeleid en de milieuwetgeving. Een cluster van aangeboden vakken (optioneel) is specifiek gericht op de functie van milieucoördinatoren in de bedrijfsomgeving. Studenten in de master ingenieurswetenschap-
pen chemische technologie kunnen voor de optie milieu en veiligheid kiezen. http://www.kuleuven.be/onderwijs/aanbodprev/opleidingen In verschillende richtingen kunnen studenten het interdisciplinair college duurzame ontwikkeling in hun studiepakket opnemen. Tien experts geven beurtelings vanuit verschillende invalshoeken inzicht in de noodzaak en de mogelijkheden van duurzame ontwikkeling. http://www.kuleuven.be/ onderwijs/aanbodprev/syllabi/ H04M8AN.htm Levenslang leren voor het leefmilieu is een proefproject dat 15 vakken uit initiële bachelor- en masteropleidingen waarin wetenschappers, technologen en maatschappijspecialisten hun expertise doorgeven, openstelt. Al wie professioneel of persoonlijk geïnteresseerd is, kan zich met een creditcontract inschrijven. Sommige vakken worden enkel voor specialisten opengesteld, andere ook voor een ruimer publiek. http://www.kuleuven.be/ lerenvoorleefmilieu
23 juni 2010
Nieuws 5
Universiteit krijgt fascinerend oorlogsdagboek Met het oorlogsdagboek van zijn grootvader Felix Boon schenkt Luc Verwilghen de universiteit een interessant egodocument over de Eerste Wereldoorlog. “Dit Leuvense dagboek, in een keurig handschrift en op goed papier, vertelt heel gedetailleerd het verhaal van de Duitse bezetting van Leuven”, zegt archivaris Marc Derez. Tine Bergen “Ik wist dat mijn grootvader een dagboek had geschreven over zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog, maar stond daar verder niet bij stil,” vertelt Luc Verwil ghen. “Tot mijn moeder stierf en ik het dagboek bij het opruimen van haar kasten opnieuw tegenkwam. Ik heb zelf een aantal passages gelezen, vooral omdat ik benieuwd was wat het boek allemaal over mijn familie vertelt. Maar ik besloot al gauw dat het document meer tot zijn recht zou komen als ik het in een publieke collectie zou onderbrengen.” Door bemiddeling van emeritus professor Jacques Péters kwam Verwilghen bij het universiteitsarchief terecht. “Toen de oorlog er aan kwam, begonnen heel veel mensen een dagboek”, zegt archivaris Mark Derez. “Bekende voorbeelden zijn de pastoor van Dikkebus en Stijn Streuvels. Nochtans was het bijhouden van een dagboek verboden en stonden er strenge straffen op. Virginie Loveling begroef haar dagboek daarom in de tuin. Dit Leuvense dagboek, in een keurig handschrift en op goed papier, vertelt heel gedetailleerd het verhaal van de Duitse bezetting van Leuven. Je kijkt door de ogen van een jonge, welgemutste en welstellende burger die hiermee een prachtig tijdsdocument aflevert. Met 2014 en de honderdste verjaardag van het uitbreken van de oorlog in het verschiet, is er ook bijzonder veel belangstelling voor dit soort documenten.”
De hel breekt los Wijnhandelaar Felix Boon behoorde tot een vooraanstaande Leuvense familie die woonde op de terreinen van het oude augustijnenklooster tussen de Vissersstraat en de Vismarkt, waar nu onder andere het café De Blauwe Schuit gevestigd is. Derez: “Boon is 28 wanneer hij op 25 augustus 1914 zijn dagboek begint. Die dag wordt hij verplicht Duitse officieren in te kwartieren, dus stelt hij de kamer van de keukenmeid tot hun beschikking. Zelf woont hij dan in de Justus Lipsiusstraat. De stad is op dat moment al een week bezet – doorgaans waren er hier wel 10.000 Duitse soldaten.” “Felix Boon schrijft in die eerste bladzijden hoe hij zich met een vriend achter ‘zijn munitie’ van wijn en sigaren in zijn bureau
heeft verschanst. Hij ging graag in discussie met de Duitsers en waarschuwde hen voor de forten van Antwerpen, nooit zouden ze die stad veroveren! Hij schrijft hoe de officieren boterhammen met kaas geserveerd krijgen in zijn tuin. Maar nog voor ze aan het souper kunnen beginnen, breekt de hel los: de stad wordt systematisch, pand na pand, in brand gestoken en geplunderd.” Jarenlang kan je vanuit de positie van Felix Boon volgen wat er in Leuven leeft en beweegt. Derez: “Boon was lid van de burgerwacht, actief bij het Rode Kruis en hij draaide er zijn hand niet voor om aan de Duitsers wijn te slijten. Hij stond dus vol in het Leuvense leven, zag en hoorde veel. Hij kocht kranten, dus kondigt hij met de nodige uitroeptekens in zijn dagboek de Russische Revolutie aan. In 1918 wordt de stad geconfronteerd met het terugtrekkende Duitse leger, waarbij opstandige spartakisten met de rode vaan zwaaien en de Leuvense proletaren proberen mee te krijgen. Ook dat haalt hij uiteraard aan.” “Na vier jaar had Felix Boon een dagboek ter dikte van een woordenboek bij elkaar geschreven. Hij sluit af op 10 december 1918. Een paar pagina’s eerder heeft hij kunnen schrijven ‘La guerre est finie!’ Eindigen doet hij trouwens met een gebed, waarin hij dank zegt omdat niemand van zijn familieleden is omgekomen en geen van hun huizen is platgebrand. Hij heeft geleden, maar in vergelijking met wat anderen hebben moeten doorstaan is hij er goed vanaf gekomen, besluit hij.”
Vlaamse kermis “Zoals uit het dagboek blijkt, was mijn grootvader een bon vivant met een breed interesseveld”, zegt Luc Verwilghen. “Hij was een natuurliefhebber: hij ging bijvoorbeeld met de fiets in Zwitserland edelweiss plukken. Alle kunst die druiven en wijn als onderwerp had verzamelde hij en hij was een verdienstelijk amateurfotograaf. Daardoor heb ik de universiteit ook een fotoboek kunnen schenken met kiekjes die hij genomen had op de Vlaamse kermis van 1908 in het Arenbergpark.” “Het park was toen nog in handen van het huis Arenberg en het hele landgoed met inbegrip van het kasteel werd voor de gelegenheid opengesteld,” vult Mark De-
rez aan. “Je kan op de foto’s niet alleen een turnfeest, heel veel kraampjes en studenten zien, maar even goed prominente figuren zoals de toenmalige hertog van Arenberg en professor Joris Helleputte, die behalve een vooraanstaand politicus ook zowat de huisarchitect van de universiteit was.”
Franc-tireurs Dagboek en fotoalbum sluiten nauw aan bij de bestaande collecties in het universiteitsarchief. “Het dagboek moet nu in eerste instantie grondig worden doorgenomen. Want het lezen roept ook veel vragen op,” vertelt Mark Derez. “Dat begint al met de vele realia die om opheldering vragen. Er is op de eerste bladzijde bijvoorbeeld sprake van ene meneer Glazemaekers uit Aarschot: wie is dat? Even verderop heeft Felix Boon het over de fanfare die de marche de congolais speelt bij de intrede van een Duits regiment. Is dat werkelijk een mars of spelen ze erop los? Natuurlijk is er ook de hele militaire en politieke context van de bezetting.” “De professoren Jo Tollebeek en Tom Verschaffel en conservator Veronique Vandekerchove zijn bezig met de voorbereiding van de tentoonstelling Mars en Minerva in het M. Thema is de beeldvorming omtrent Leuven in 1914 én de wederwaardigheden van erfgoed en oorlog in het algemeen. Hier zal het dagboek zeker niet misstaan. Er is de laatste tijd ook nogal wat gepubliceerd over de Duitse terreur bij de inval in 1914. Bij de Universitaire Pers verscheen onlangs bijvoorbeeld een boek van Jeff Lipkes met een zeer uitvoerig relaas over de gruwel in de zogenaamde martelaars steden. Het dagboek van Felix Boon zou voor hem een dankbare bron geweest zijn.” “Het dagboek is trouwens in de jaren twintig gebruikt door professor Fernand Mayence, de Leuvense archeoloog die internationaal de polemiek aanging met Duitse professoren over de brandstichting in Leuven en de hele schuldvraag. Volgens de Duitsers was de schuld te leggen bij de zogeheten franc-tireurs, sluipschutters die de Duitse troepen zouden hebben beschoten. Als vergeldingsmaatregel staken Duitse soldaten de stad in brand. Mayence weerlegde de Duitse these: de franc-tireurs hadden nooit
Luc Verwilghen, kleinzoon van Felix Boon, schenkt het dagboek van zijn grootva(© Rob Stevens) der aan de universiteit.
bestaan en de Duitsers staken de stad in brand omdat ze zoveel tegenstand op hun doortocht niet verwacht hadden, de zaken moesten vooruit gaan. Hij gebruikte onder andere het dagboek van Felix Boon om zijn beweringen te staven. Nu is iedereen het erover
eens dat het Duitse leger naakte terreur – tegen burgers en tegen erfgoed – heeft aangewend om bij hun opmars de forcing door te voeren. Die terreur zou gebruikelijk worden in de twintigste eeuw. In Leuven wierp de totale oorlog zijn schaduw vooruit.”
Naast het dagboek schonk Verwilghen ook een fotoboek met kiekjes die Felix Boon maakte op de Vlaamse kermis van 1908 in het Arenbergpark. (© Rob Stevens)
6 Nieuws
campuskrant
Alumnus vertegenwoordigt 11 miljoen studenten Op 1 juli gaat Bert Vandenkendelaere (24), vorig jaar in Leuven afgestudeerd als jurist, aan de slag als voorzitter van de European Students Union (ESU). Die vertegenwoordigt 45 studentenkoepels uit 37 landen: “Ik wil de verschillende Europese studentenorganisaties dichter bij elkaar brengen. Alleen zo kunnen we wegen op de uitdagingen van het Europese hoger onderwijs.” Ine Van Houdenhove “Het is een prestigieuze job, maar dat was zeker niet de reden waarom ik me kandidaat stelde,” zegt Bert Vandenkendelaere. “Ik zie het vooral als een enorme uitdaging. Als voorzitter zal ik de organisatie leiden en vertegenwoordigen, en de belangen van 11 miljoen Europese studenten verdedigen. Het is een voltijdse, betaalde baan waarvoor ik mijn advocatenstage een jaar onderbreek. Ik vermoed dat ik het minder druk zal hebben dan vorig jaar, toen ik nog studeerde en als bestuurslid van ESU verantwoordelijk was voor de ontwikkeling en ondersteuning van studentenraden in heel Europa.” Bert is net terug van Lissabon, waar hij een vergadering van de Raad van Bestuur van ESU bijwoonde: “Ik heb de stad helaas enkel ’s nachts kunnen bezoeken. Zo gaat het meestal: in Vilnius heb ik tijdens een 24 uur durend verblijf ook een nachtelijke rondleiding gekregen en de keren dat ik in Azië ben geweest, ben ik ook nooit veel buiten mijn
hotel geweest – al liet ik telkens wel het conferentierestaurant links liggen om te gaan eten aan een kraampje op straat. Als voorzitter zal ik nog meer reizen: twee tot drie weken per maand. Een beetje frustrerend wel, je komt overal maar je geraakt nergens.”
Lamskop Sinds hij op de middelbare school in de leerlingenraad stapte, is Bert altijd actief geweest in studentenorganisaties. Aan de KULAK was hij lid van het presidium en studentenvertegenwoordiger in onder meer de Sociale Raad. In Leuven werd hij ondervoorzitter van LOKO en lid van de Raad voor Studentenvoorzieningen: “Dat waren behoorlijk intensieve engagementen. We hebben onder meer LOKO hervormd en beter bekend trachten te maken. Dat kwam neer op véél vergaderen en véél activiteiten bijwonen. Tijd voor een privéleven was er niet en een achttien halen voor elk vak zat er ook niet in (lacht).” Vervolgens werd hij lid van de Raad van Bestuur van de Vlaamse Vereniging voor Studen-
ten (VVS): “Nadat ik daarvoor een algemene vergadering van de ESU had moeten organiseren ben ik zelf lid van de Raad van Bestuur van ESU geworden. Begin mei hebben ze mij tot voorzitter verkozen.” Eén van de grootste uitdagingen is volgens Bert om de verschillende culturen binnen ESU op dezelfde lijn te krijgen: “Er zijn echt wel grote verschillen tussen oost en west en tussen noord en zuid, en vanuit die heel diverse contexten moeten wij toch met één standpunt naar buiten komen.” Hij moet lachen bij de herinnering aan een recent bezoek aan Kazachstan, waar hij de ogen en oren van een gekookte lamskop te eten kreeg – een eer die zoals de traditie het wil de jongste tafelgenoot te beurt valt.
Revoluties ESU wil wegen op de Europese besluitvorming. “Volgens mij ligt de sleutel tot economisch herstel in Europa bij het hoger onderwijs. Daar moet dus in worden geïnvesteerd. Tegelijk moet er voldoende aandacht gaan naar de sociale dimensie van onderwijs.
Stageprijs Evelien Lenaerts won eind mei de negentiende Prof. J. De Groote-prijs. Die wordt jaarlijks uitgereikt aan een student geneeskunde die zich tijdens het stagejaar onderscheiden heeft op het vlak van inzet en begrip voor de patiënt en aandacht voor de menselijke kant van het beroep.
Bert Vandenkendelaere (© Rob Stevens)
Onderwijs is meer dan een verkoopbaar goed.” Veel aandacht gaat binnen ESU ook naar internationale solidariteit: “Studenten spelen vaak een grote rol bij revoluties en dergelijke – zoals recent nog in Thailand. Vorig jaar werd een Iraanse studente na een protestactie ter dood veroordeeld. Dan proberen wij daar aandacht voor te vragen in de media, we betuigen onze steun met brieven, we lobbyen bij de Europese Unie om actie.” Na deze eerste ambtstermijn kan Bert in theorie nog één keer verkozen worden: “Het is sowieso beter als de organisatie geleid wordt door iemand die nog niet te ver van het studentenleven af staat. Langer dan twee jaar kan je het volgens de huidige voorzitster trouwens niet volhouden.” Maar eerst nog even vakantie, want het seizoen start pas echt in september: “Ik heb mijn koffers nog niet gepakt maar tussen de vakantielectuur zullen alvast zeker een paar boeken zitten over onderhandelen en leidinggeven.” http://www.esu-online.org/
Snelle DNA-test detecteert bacteriën, schimmels en virussen Op vraag van het bedrijfsleven ontwikkelde bio-ingenieur Bart Lievens een nieuwe techniek om planten, kunstmest, zaadjes, kweekvijvers en andere materialen te controleren op de aanwezigheid van micro-organismen. Het Industrieel Onderzoeksfonds beloont zijn werk met de L(euvense) da Vinci Prijs voor de creatie en het verzilveren van valoriseerbaar onderzoek. Julia Nienaber “Vroeger moesten we, om een micro-organisme te detecteren, telkens een cultuur kweken,” vertelt Lievens. “Dat kon tot drie weken duren, veel te langzaam voor de eisen van de moderne producent. Ook was de reikwijdte beperkt: slechts één procent van het microbiologisch leven is kweekbaar.” Inspiratie kwam er uit medische hoek: “Professor Cassiman van het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid heeft in de jaren 90 een DNA-test ontworpen om patiënten te screenen op verschillende mutaties van mucoviscidose. Ik ben van dit onderzoek vertrokken om een gelijkaardige detectietest te ontwikkelen voor micro-orga-
nismen.” Lievens doctoreerde op deze detectiemethode die nu gebruikt wordt om groente- en fruittelers, veilingmarkten en voedselproducenten een snelle moleculaire diagnose te bieden. Een teler die zijn oogst ziet wegkwijnen kan een plantje opsturen ter analyse. Het testproces duurt ongeveer 36 uur. “We maken een testplaatje met daarop DNA-sequenties van de micro-organismen die we willen opsporen. Dit brengen we in contact met het DNA dat we uit de plant gehaald hebben. De reactie die volgt kunnen we zichtbaar maken: meer intense reactie wijst op een grotere aanwezigheid van een bepaald organisme.” Het interpreteren van de resultaten vereist een gespecialiseer-
de kennis van de microbiologie. “Het microbiële leven behelst een complex samenspel van talloze verschillende micro-organismen. Soms houdt de aanwezigheid van een goedaardige bacterie of schimmel een pathogeen onder controle, soms versterken twee schadelijke micro-organismen elkaar. Na een analyse stellen we een concrete oplossing voor. Zo kan de producent heel gericht bestrijdingsmiddelen inzetten voor de juiste ziekteverwekker, met veel minder risico voor goedaardige micro-organismen en minder impact op het milieu.” Met financiële steun van het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) ontwikkelt de Lessius Hogeschool – Campus De Nayer nieuwe DNA-testen, onder andere voor
Directeur HIVA Professor Hans Bruyninckx (Instituut voor Internationaal en Europees Beleid en Leuven Centre for Global Governance Studies) wordt de nieuwe algemeen directeur van het HIVA – Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving. Hij volgt Patrick Develtere op, die verkozen werd tot algemeen voorzitter van het ACW.
Kunstenaarsbrein Kunstenaars hebben een actiever brein. Dat stelden professor Johan Wagemans (Laboratorium voor Experimentele Psychologie) en professor Koen Van Laere (Nucleaire Geneeskunde) vast, aan de hand van hersenscans van kunstenaars en niet-kunstenaars. Uit het onderzoek blijkt dat de hersenen van kunstenaars niet alleen bij creatieve taken maar ook bij visuele en motorische taken meer activiteit vertonen.
Drop-outs
Bart Lievens
(© Rob Stevens)
de detectie van visziekten, legionellabacteriën en virussen. Vervolgonderzoek richt zich op het produceren van een kant-en-klare testkit die laboratoria zelf kunnen gebruiken en leren interpreteren. Sinds 2008 werkt Lievens als onderzoeker aan Campus De Nayer en richt zich daar op microbiële ecologie. “Ik doe daar onder meer onderzoek naar nieuwe microorganismen die we in onze scans kunnen opnemen. Tegelijk bestudeer ik de rol die deze microorganismen spelen op microbieel niveau. We weten nog veel te weinig.” Bart Lievens ontvangt de L(euvense) da Vinci Prijs tijdens het Innovation Forum 2010 op 25 juni. http://www.kuleuven.be/ onderzoek/forum2010/
Het percentage jongeren dat geen diploma behaalt in het secundair onderwijs blijft stijgen. Dat blijkt uit cijfers van het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen (diensthoofd: prof. Jan Van Damme), dat zijn indicatoren heeft aangevuld met gegevens voor het jaar 2007. Bij de jongens daalt vooral het percentage dat een diploma binnen het algemeen secundair onderwijs behaalt systematisch.
Wiskundewinnaars Een team wiskundestudenten van de K.U.Leuven heeft in Utrecht de Landelijke Interuniversitaire Mathematische Olympiade (LIMO) gewonnen. Het winnende team ‘Vierpuntscompactificatie’ bestond uit Christophe Debry, Peter Verraedt, Mats Vermeeren en Andries Waelkens.
Lees meer nieuws op http://dagkrant.kuleuven.be
23 juni 2010
Nieuws 7
Professor Upinder Singh doceert ‘oude geschiedenis’ aan de universiteit van Delhi. Ze verbleef gedurende twee maanden aan de K.U.Leuven, in het kader van het Erasmus Mundus-programma. Is East East en West West, en zullen The Twain Ne’er Meet? Even vragen.
België door Indiase ogen Ludo Meyvis “Het is niet de eerste keer dat ik in Europa kom”, vertelt Singh. “In 1984 heb ik tien maanden in Leiden gestudeerd, aan het vermaarde Kern-Instituut, en toen ben ik op weg naar Parijs wel eens heel kort door België gereden, maar het heeft toen blijkbaar geen blijvende indruk gemaakt. Van Leuven had ik vaagweg wel eens gehoord, waarschijnlijk toen voor het eerst. Als het gaat om westerse universiteiten, ben je in mijn vakgebied, de Indiase geschiedenis vanaf ongeveer 600 v.C. tot 1300 AD, meer op GrootBrittannië gericht, een beetje op Heidelberg, en ook wel op Penn, Chicago en de UCLA. Maar de universiteit van Leuven kende ik beroepshalve dus niet.” “Vorig jaar kreeg ik, vrij toevallig, bezoek van Idesbald Goddeeris (van het Departement Geschiedenis – red.), de eerste Belg die ik ooit gezien heb in de universiteit van Delhi, die nochtans groot genoeg is: 70 colleges met ieder zowat 3.000 studenten, meer dan 200.000 studenten, maar Belgen blijkbaar niet. Idesbald was met Erasmus Mundus naar India gekomen, en nu ben ik hier. Ik vind Leuven een prachtstad, historisch, vriendelijk, leuk om wonen.” “Het hele concept van een project als Erasmus Mundus, waarmee je je academische loopbaan gedurende een aantal maanden kunt onderbreken om een volledig andere universitaire cultuur te leren kennen, is trouwens een
verademing. Je bouwt een nieuwe mental space op, je bent heel even bevrijd van de beslommeringen die helaas ook in India onverbrekelijk verbonden zijn met een universitaire baan. Nu, voor alle duidelijkheid: ik keer binnenkort ook weer heel graag terug naar India. Delhi is mijn thuisstad, en de universiteit van Delhi is mijn natuurlijke habitat.” “Het is goed om eens te verblijven in een omgeving waarin je eigen vakgebied nauwelijks bestaat. Het doet je je evidenties even in vraag zetten, en dat is gezond. Zo goed als niemand kent hier de absolute toppers uit mijn vakgebied. Dat bevordert je gevoel voor relativiteit, en ik kan een dergelijke onderdompeling dus aan iedereen aanbevelen. Daarbij moet ik natuurlijk wel aantekenen dat Winand Callewaert een absolute autoriteit is wat betreft het middeleeuwse India, vooral de Bhakti-literatuur.” “Ik heb heel veel gelezen tijdens mijn verblijf hier, niet zozeer over mijn vakgebied, maar over een veel ruimere materie. Dat is goed. Ik hou er trouwens van om materiaal uit verschillende domeinen samen te brengen, bijvoorbeeld literaire en archeologische bronnen, die een heel nieuw licht op onze oude geschiedenis kunnen werpen. Ik wil me in mijn volgende boek toeleggen op de geschiedenis van een aantal Indiase rijken, de idee van soevereiniteit, en de rol van oorlog en geweld. In dat verband was het bijvoorbeeld erg verhelderend om me in te lezen in de Hellenistische peri-
ode. Dat heeft niets met India te maken, maar heel veel ideeën en ontwikkelingen vertonen interessante parallellen en contrasten.”
Oogcontact “Wat ik vind dat je als westerling van India moet weten? Tja… Laten we beginnen met mijn vakgebied. Ik vind dat je ooit van Ashoka gehoord zou moeten hebben. (Keizer Ashoka – 3de eeuw v.C. – verenigde het Indiase subcontinent, bevorderde recht en religieuze tolerantie en verspreidde het Boeddhisme, red.) Dat is een pijler van het oude India, en zijn betekenis hoor je te kennen, net zoals je Napoleon of Leonardo kent. Op een ruimere schaal zou je als westerling van India bijvoorbeeld kunnen leren hoe het is om met 1,2 miljard mensen samen te leven in een land met meer dan 20 officiële en meer dan 800 dialecten, met religieuze, culturele, etnische en andere verschillen die veel groter zijn dan die tussen Lapland en Marokko. India kan je leren omgaan met diversiteit en pluraliteit.” “Dat lijkt me trouwens in België geen verloren moeite. Jullie verkiezingen geven aan dat pluraliteit en leven met verschillen hier echt wel een issue is. Ik las net in The Hindu dat er heel lange coalitie-onderhandelingen verwacht worden. Is dat zo?” Waarop een halfuurtje duiding over Bart De Wever volgt… “Als Indiër heb je tijdens je opleiding minstens een idee gekregen van de grote lijnen van de Europese geschiedenis. Omgekeerd is dat niet zo. India ontbreekt
KotNet vanaf september: sneller, meer en duidelijker Cursussen downloaden, vragen stellen aan de prof, notities uitwisselen met je medestudenten, maar ook je Facebook checken, mailtjes sturen, foto’s en de laatste Dos cervezas op YouTube bekijken. Dat doe je als student in Leuven, en vaak ook als personeelslid, met KotNet. Vanaf september zal KotNet via Telenet acht keer sneller gaan, zal je er tweeëneenhalf keer meer mee kunnen downloaden en kun je met al je vragen bij één helpdesk terecht. Een supersnelle KotNet-internetverbinding: als student is het je levenslijn, het eerste wat je op je kot geïnstalleerd wil zien.
Surfen moet ook snel kunnen en downloaden liefst zo ruim mogelijk, ook voor zware bestanden. En dat 24 uur op 24, 7
dagen op 7. Studenten zijn, vergeleken met vijftien jaar geleden bij de start van KotNet, zware internetgebruikers geworden. En
Upinder Singh
(© Rob Stevens)
haast volledig in jullie curricula, en dat is jammer. Je moet andere culturen kennen om je eigen cultuur beter te doorgronden.” “En wat kunnen Indiërs leren van België en van Belgen? Een sense of order misschien, die heerlijke cleanliness die je hier overal ziet en voelt. ’t Is hier gewoon overal netjes. Of de schoonheid van jullie steden en platteland. Of misschien belangrijker nog: een soort fundamentele beleefdheid in alledaagse situaties. Als je hier bij de bank of de post of in een winkel binnenstapt, kan je overal rekenen op een zekere vorm van essentiële beleefdheid.” “Wat ik dan weer minder leuk vind: jullie kijken elkaar nooit in de ogen. Dat ondervond ik al toen ik in Nederland verbleef. In de trein, bijvoorbeeld, kan je de hele tijd tegenover iemand zitten, en geen seconde oogcontact hebben. Er is meer psychologische
afzondering hier, een ander territoriumgevoel. Dat is wennen. En er is zo weinig volk op straat ...” “India maakt enorme ontwikkelingen door. Natuurlijk praat ik daar thuis vaak over. India is een uiterst boeiend land, en het is een voorrecht om die snelle ontwikkeling van nabij te mogen meemaken. Maar vergis je niet: ook België is boeiend... Heel anders, maar even boeiend.” Wie de geschiedenis van India goed wil leren kennen, zal sterk gebaat zijn met het recent gepubliceerde boek van Idesbald Goddeeris en Winand Callewaert, ‘Een geschiedenis van India – Ontmoetingen op wereldschaal’, Leuven, Acco, 2010. http://www.uitgeverijacco.be Upinder Singh’s meest recente boek: A History of Ancient and Medieval India: from the Stone Age to the 12th Century, Delhi, Pearson Longman, 2008.
dus moet ook de infrastructuur volgen. Begin dit jaar nam ICTS, de centrale informaticadienst van de universiteit, samen met Telenet de bestaande service en bekabeling van KotNet onder de loep. Al snel bleek dat de gebruikers van KotNet, die zich situeren in Leuven, Heverlee en een deel van Kessel-Lo, het profiel van een zware gebruiker hebben: 2.500 KotNet-users zijn te vergelijken met 25.000 residentiële Telenetklanten. Telenet besliste daarop om KotNet niet meer te beschouwen als een netwerk van individuele gebruikers, maar als een ware business partner. Kwam daar bovenop nog een aanzienlijke investering van Telenet in de interconnectiviteit en vanaf 1 augustus is KotNet via Te-
lenet klaar om probleemloos 10 gigabytes downloadverkeer per gebruiker per maand aan te kunnen. Surfen zal ook tot acht keer sneller gaan. De scherpe prijzen blijven behouden, de klantenservice wordt transparanter. Telenet en K.U.Leuven zullen samen één centraal servicepunt bemannen op de centrale informaticadienst in Heverlee. Hogeschoolstudenten van de Associatie K.U.Leuven kunnen daar trouwens ook terecht. Je zal er een modem kunnen afhalen, technische problemen kunnen aankaarten en vragen stellen over de facturatie, ook aan Telenet-specialisten. Bovendien krijgt de helpdesk op piekmomenten een ruime bezetting. (hd) http://www.kuleuven.be/kotnet
8 Onderzoek
campuskrant
Hoe goed verstaan we elkaar in het Nederlands?
Een ‘gozer’ met ‘goesting’ Vlamingen hebben minder moeite met het verstaan van Nederlandse taalvariëteiten en de typisch Nederlandse woorden – zoals ‘gozer’ – dan omgekeerd het geval is. Tot die vaststelling komt Leen Impe in haar doctoraat over de verstaanbaarheidsstructuur van het Nederlandse taalgebied. Tine Bergen “Er is al veel onderzoek gedaan naar de taalinterne variatie van het Nederlands, maar naar de gevolgen van al die regionale variatie voor onze communicatie was eigenlijk nog nauwelijks gekeken,” begint Leen Impe. “De voorbije vier jaren heb ik daarom aan een techniek gewerkt die op een objectieve manier de verstaanbaarheid meet van het Standaardnederlands in Nederland en België en verschillende regionale variëteiten ervan – niet de dialecten dus. Ik heb naar vier Nederlandse en vier Belgische regio’s gekeken. Mijn doctoraat, onder leiding van professor Geeraerts en professor Speelman, kadert binnen onderzoek naar taalvariatie dat al liep binnen de onderzoeksgroep Quantitative Lexicology and Variational Linguistics.” “Samen met collega’s van de universiteit van Nijmegen en Groningen heb ik zo’n duizend middelbare scholieren aan een test onderworpen, zeshonderd Belgische en vierhonderd Nederlandse. De scholieren kregen eerst vierhonderd woorden te horen, bestaande en verzonnen, in alle regionale varianten die we bestudeerden. Zij moesten zo snel mogelijk beslissen of wat ze hoorden een bestaand woord was. Daarna kregen ze als controle nog een semantische identificatietaak
waarbij ze een correct synoniem of een correcte omschrijving van dezelfde reeks woorden moesten herkennen. We gebruikten woorden die qua betekenis geen problemen mochten opleveren – we keken immers naar de verschillen in uitspraak. Daarbij zorgden we voor een mix van woorden die zowel in België als in Nederland frequent worden gebruikt, zoals ‘aandacht’, maar ook nationale woorden zoals ‘goesting’ en ‘gozer’.”
Vlamingen verstaan meer “Vrij snel bleek dat Vlamingen minder moeite hebben met het verstaan van de Nederlandse variëteiten en de typisch Nederlandse woorden – zoals ‘gozer’ – dan omgekeerd het geval is. Ook tussen de regio’s waren er verschillen. De West-Vlamingen verstonden bijvoorbeeld beter Brabants dan dat de Brabanders West-Vlaams begrepen. Vervolgens ben ik gaan kijken naar de factoren die leiden tot die verschillen in verstaanbaarheid. Daarbij heb ik in de eerste plaats rekening gehouden met objectieve factoren zoals de fonetische afstand tussen de taalvariëteiten. Hoe verschillend wordt het woord ‘paard’ bijvoorbeeld uitgesproken in het West-Vlaams en het Antwerps? Die afstand werd berekend met behulp van de Levenshtein-maat, een com-
putergebaseerd algoritme dat de fonetische gelijkenis tussen verwante variëteiten uitdrukt in een enkel getal. Daaruit bleek inderdaad dat hoe groter de afstand is tussen twee variëteiten, hoe moeilijker de verstaanbaarheid wordt.” “Anderzijds heb ik twee subjectieve factoren in rekening gebracht: de familiariteit met en de attitude tegenover de variëteit. Wie vaak Limburgs hoort spreken, zal het waarschijnlijk beter verstaan. Daarnaast is het zo dat er een correlatie lijkt te bestaan tussen hoe leuk je iets vindt en hoe goed je het verstaat. In eerste instantie hebben we onze proefpersonen op de man af gevraagd hoe leuk ze bijvoorbeeld het Brabantse regiolect vonden, maar dat gaf weinig correlaties met verstaanbaarheid. Daarom zijn we gaan werken met een affective priming experiment uit de sociale psychologie. Daarmee kan je attitudes meten zonder dat je proefpersonen de kans hebben hun antwoord te sturen naar wat sociaal aanvaard of stereotiep is. De resultaten die we zo tot nu toe hebben verkregen, zien er alvast veelbelovend uit.” “Deze factoren verklaren ook de eerder aangehaalde resultaten. Dat wij Vlamingen de Nederlandse variëteiten beter verstaan dan omgekeerd, heeft wellicht een taalpolitieke oorzaak: we zijn altijd normatief georiënteerd ge-
weest op Nederland. Vlamingen zeggen ook vaker Nederlands Nederlands te horen dan dat Nederlanders beweren Belgisch Nederlands te horen: we zijn er dus meer mee vertrouwd. En wat attitude betreft vinden Vlamingen Nederlands Nederlands belangrijker dan Nederlanders de Belgische standaardtaal vinden. Dat Brabant het politieke, talige en administratieve centrum van het land is, maakt de vertrouwdheid met het regiolect van hier wellicht groter in West-Vlaanderen dan omgekeerd.”
Ram, kam, dam “Binnen Nederland hebben de Nederlanders trouwens veel minder problemen met verstaanbaarheid. De regionaal gekleurde variëteiten sluiten daar dichter aan bij de standaardtaal, de standaardisering is daar veel verder gevorderd dan hier. Wij voelen ons vooral comfortabel bij onze tussentaal. De standaardtaal is hier voor formele situaties.”
“Met mijn doctoraat heb ik een eerste beeld geschetst. Nu is het de bedoeling verder in te gaan op de bepalende factoren. Welke klanken zorgen bijvoorbeeld precies voor afstand tussen twee varianten van een woord? Niet alle variatie in de reactietijd is nu al verklaard. Waarschijnlijk speelt het spreektempo bijvoorbeeld ook een rol. Hoe sneller iemand spreekt, hoe moeilijker hij immers te verstaan is. Als we het aantal lettergrepen per seconde tellen, kunnen we daar rekening mee houden. Ook de zogenaamde neighbourhood density, de gelijkenis tussen woorden zoals ram, kam, dam … heeft zeker invloed. Wat mij vooral interesseert is de relatie met de attitudes die nu is vastgesteld: hoe robuust is die relatie? Affective priming is een nieuwe methode om dit soort onderzoek te doen en ik ben benieuwd welke resultaten we er nog mee kunnen bereiken.” Leen Impe verdedigde haar doctoraat op 28 mei.
Zonnewind voorspeld: de Frank Deboosere van het ruimteweer We bevinden ons dicht bij een ster, de zon, en dat heeft zijn gevolgen. Met gegevens van achttien satellieten, waarnemingen vanuit observatoria hier op aarde en simulaties op supercomputers wil het project Soteria beter inzicht krijgen in het fenomeen ‘ruimteweer’. De K.U.Leuven is de spil in dit netwerk van zestien instituten in tien Europese landen en Rusland. Jelle De Mey
Plasma-astrofysica van het Departement Wiskunde. ProfesAan het hoofd van het Soteria- sor Lapenta, wat moeten we ons project staat Giovanni Lapen- voorstellen bij ruimteweer? “In ta, verbonden aan de Afdeling tegenstelling tot wat vele men-
sen denken, is ons zonnestelsel niet leeg. De enorme hitte aan het zonne-oppervlak veroorzaakt een voortdurende stroom van geladen deeltjes, de zogenaamde
zonnewind. Wanneer die deeltjes de aarde bereiken, verstoren ze het magnetische veld. Langs de noordpool en de zuidpool dringen ze onze atmosfeer binnen, dat zie je bijvoorbeeld zeer goed bij het noorderlicht.” “Die zonneactiviteit is niet constant. In een cyclus van elf jaar gaan we van een maximum naar een minimum. Hoewel de cyclus min of meer regelmatig verloopt, merken we toch onderlinge verschillen. Tussen 1650 en 1710 zagen we een periode zonder zonneactiviteit, terwijl er zich in
de negentiende eeuw op een gegeven ogenblik een recordstraling voordeed. Vorig jaar was er onenigheid onder experts, omdat na een zonneminimum de activiteit zich niet leek te herstellen. Maar intussen zijn we toch aan een nieuwe cyclus begonnen.”
Dringend Waarom is het zo belangrijk om het ruimteweer in modellen te gieten en te voorspellen? “Zonnewind houdt belangrijke pagina 9
23 juni 2010
Onderzoek 9
Schimpscheuten en rituelen als glijmiddel bij conflicten “Dreigt er een conflict te ontstaan? Dan beginnen beide partijen elkaar te plagen en te beschimpen. Na een tijdje schieten ze beiden in de lach en het conflict is voorbij.” De Nigeriaanse antropoloog Nankap Elias Lamle onderzocht in zijn doctoraat het gebruik van spottende interactie als ‘glijmiddel’ bij conflicten in zijn land. Jaak Poot “Waarom lopen zoveel akkoorden die strijdende partijen in Afrika sluiten op niets uit?” vraagt Nankap Lamle. “Volgens mij ligt de oorzaak bij de soms totaal onaangepaste onderhandelingsmethodes. Afgevaardigden gaan rond de tafel zitten, debatteren en tekenen een akkoord. In de praktijk werkt dat niet omdat de achterban zich totaal niet betrokken voelt. Omdat er geen rekening wordt gehouden met hun emoties. Afrikanen gebruiken vaak gevoelens om problemen op te lossen. Interventiestrategieën moeten afstappen van het idee dat politieke en economische belangen de belangrijkste factoren zijn bij conflictoplossing, en ruimte laten voor deze affectieve benadering.” Nankap Lamle bestudeerde de manier waarop mensen in Funyallang (Tarokland, centraal Nigeria) spottende uitvallen gebruiken. “Bij een dreigend conflict beginnen de beide partijen elkaar vaak te beschimpen. De ene zegt: ‘Jouw moeder is een straathoer!’. De repliek is kort: ‘Dan is jouw vader vast en zeker een pooier!’ Zo gaan ze even door en na een tijdje schieten ze beiden in de lach en het probleem ebt weg. Dat systeem werkt bij relaties tussen individu’s, maar ook tussen clans, en zelfs over etnische grenzen heen. Ze gaan even tegen elkaar te keer, herkennen de techniek en schudden de hand. Natuurlijk gebeurt dat niet met om het even wie, alleen met leden van etnische groepen die in hun communicatie de spotlach als ritueel gebruiken.”
Offerdieren en dansen “Ik herinner me nog die keer toen ik ’s nachts van de luchthaven naar de hoofdstad Abuja reed. Pas op het allerlaatste moment zag ik een politieblokkade – ik reed bijna op de agenten in. Die kwamen kwaad op mij afgestormd. Ik paste de spot-techniek toe en kreeg meteen een re-
pagina 8 gezondheidsrisico’s in voor astronauten. Daarom hebben ruimtestations altijd een volledig beschermde ruimte. Maar ook op aarde kan deze instroom van geladen deeltjes voor problemen zorgen. Hoogspanningskabels, pijplijnen of spoorwegen zijn lange geleiders en kunnen daardoor beschadigd raken. Ook de communicatie via satelliet of radio lijdt eronder. Je hoort nog vaak dat de straling gevaarlijk is voor de mens op aarde,
Jongeren staan klaar voor een schijngevecht. Dergelijke rituelen kunnen bijdragen tot de oplossing van een conflict.
(© ingezonden)
actie van een agent van dezelfde etnische groep. Na een minuutje zei die tegen zijn collega’s: ‘Mannen, da’s een stamgenoot, laat mij dat maar oplossen.’ En ik kon doorrijden. Maar ik kan net zo goed een voorbeeld geven op clan-niveau. Bij mijn studie vond ik het relaas van een conflict in 1921. De koloniale overheid benoemde een chef over een deelgebied. De andere clan pikte dat eerst niet en begon de chef te beschimpen. Na een kort gevecht van woord en wederwoord sloten ze weer vrede.” “Onder invloed van de Westerse wereld probeert de overheid overlegmodellen met rondetafelgesprekken in te voeren. De vele etnische en andere conflicten in Afrika bewijzen dat het systeem
niet werkt. Daar zijn een aantal redenen voor. De eerste vermeldde ik al: men gaat voorbij aan de emoties. De tweede drempel? Men vergeet om akkoorden af te sluiten met rituelen: slacht een offerdier, laat de hele groep samen een rituele dans uitvoeren. Iedereen participeert zo en ondersteunt de leiders die het akkoord ondertekenen. Rituelen zijn de papieren waarop de mensen van Funyallang akkoorden bezegelen.” “Een ander ritueel dat uitstekend werkt, is een gemeenschappelijke maaltijd. Dat creëert een samenhorigheidsgevoel. Ook hier met een rituele ondertoon: de traditie wil dat wie zijn hand in
het eten stopt, daarmee aangeeft dat hij instemt met de oplossing. En die moet daar achteraf niet op terugkomen, want iedereen weet: jij stak je hand in het eten. Een laatste belangrijk element is ruimte. Lagos bijvoorbeeld kent veel problemen, omdat er enorm veel mensen van de dorpen naar de stad trokken. Daar voelen ze zich ontheemd. Ik zag hetzelfde gebeuren in Abuja, hele groepen mensen die zijn losgerukt van hun lokale cultuur en erediensten.” Nankap Lamla (45) behaalde in zijn geboorteland eerst masterdiploma’s in theologie en interculturele communicatie. Daarna doceerde hij in Nigeria en Jamaica. In 2002 promoveerde hij in Leuven tot master in de antropolo-
en bijvoorbeeld de kans op een hartaanval verhoogt, maar dat is nooit uit onderzoek gebleken.” De VS houden al langer het ruimteweer in de gaten, maar nu springen ook Japan, China en vooral Europa op de kar. Vanwaar die toegenomen interesse? “Zoals gezegd doorloopt de zonneactiviteit een elfjarige cyclus. De laatste periode met een minimum aan activiteit is recent afgelopen, en we staan voor een nieuwe cyclus met een toenemende actieve fase in het vooruitzicht. Dat maakt de studie
van ruimteweer dringender. Het Europese Ruimtevaartbureau ESA besliste vorig jaar om zich toe te leggen op de voorspelling van ruimteweer. De Belgische regering is daarbij een belangrijke donor.” Beïnvloedt de zonneactiviteit ook het klimaat op onze planeet? “Over de link tussen ruimteweer en het klimaat op aarde is nog zeer weinig bekend”, stelt Lapenta. “Soteria onderzoekt de totale straling van de zon sinds 1978. We verzamelen alle data, waarmee anderen de mogelijke
invloed van ruimteweer op ons gebruikt worden door het Flanders Exascience Lab, dat recent klimaat kunnen bestuderen.” geopend werd door computerbeSupercomputers drijf Intel, onderzoekscentrum Soteria maakt gebruik van super- Imec en vijf Vlaamse universiteicomputers van de K.U.Leuven. ten, waaronder de K.U.Leuven. “We draaien simulaties op VIC3, Het lab zal software ontwikkelen een computer met 1.568 pro- voor de toekomstige supercomcessorkernen. Soms hebben we puters van Intel, die duizend keer echter meer nodig. Dan doen we krachtiger zullen zijn dan de suberoep op computers van NASA, percomputers van vandaag. Dat waar we zo’n 16.000 processors ter maakt het mogelijk om complexe beschikking hebben”, aldus La- systemen als het menselijk lipenta, die spreekt van een van de chaam, het wereldklimaat, maar grootste simulaties in zijn genre. ook het ruimteweer te simuleren. De data van Soteria zullen ook http://www.soteria-space.eu
Nu de praktijk
gie en in 2003 begon hij aan zijn doctoraat. “Straks vertrek ik terug naar Nigeria. Ik zie al een tijd met lede ogen aan hoeveel conflicten er leven. Als ik promoveer, kan ik meteen aan de slag in het Institute of Conflict Resolution in Abuja om de theorie in praktijk te brengen. Ik geloof er vast in dat de techniek ook bruikbaar is om te bemiddelen bij conflicten op een meer regionale en zelfs nationale schaal. Ik ga dus politici overtuigen, lessen geven in scholen en ik wil ook op tv cursussen geven in conflictoplossend spotten. Want dat is een deel van het probleem: de jongere generaties kennen de techniek en de tradities vaak niet meer.” Nankap Elias Lamle verdedigde zijn doctoraat op 9 juni.
10 Studeren in Leuven
campuskrant
Van “wieeehaaaa!” tot “reality hits hard”: eerstejaarsstudente geneeskunde Sarah Geerts beschrijft in haar blog de ups and downs in het leven van een student. Een bloemlezing uit de berichten die ze dit academiejaar publiceerde, van de eerste lesdag tot de laatste.
Studeren volgens Sarah 12 november 2009 Sinds kort mag ik me terecht een waardige student in Leuven noemen, ingewijd in de principes van het studentenleven. Ja, daar hoort uitgaan op dinsdag én donderdag bij. En wanneer er geen feestje in de buurt is, ga je gewoon naar je fakbar, in mijn geval de enige echte Doc’s Bar!!! Ik moet jullie nog op de hoogte brengen over de eerste lesdag: 1ste Bac Geneeskunde heeft het Zoölogisch instituut ingepalmd! Geen wonder, we zijn met ZOVEEL! Opgepropt als sardientjes die opgaan in de massa. Oké leuk: nieuwe sociale contacten... De eerste week waren die contacten eerder wat oppervlakkig met de gebruikelijke vragen: Van waar ben je?, Waar zit je op kot? etc. Maar nu hebben we onze ‘vaste’ vrienden al gevonden en hebben we al een vast plekje in de aula veroverd. Proefexamens en tussentijdse toetsen: fysica / 1uur / oefeningentoets / 8 op 10 = wieeeeeeeeeehaaaaaaa! Geweldig, overmand door het gevoel van ‘Ik ga het halen!’
Sarah Geerts, bloggend in openlucht
op zit, wordt de blokperiode steeds intenser en intenser. Voor een eerstejaarsstudent is dit een ongekend terrein waarin niet alleen concentratievermogen en absorptie van de leerstof op de proef gesteld worden, maar ook het omgaan met gebrek aan sociaal contact!
30 januari 2010 Met goede moed en toch wel een klein angstig hartje begon mijn examenreeks op 12 januari om 14.00 u stipt. Chemie… Prof. Maes zag dat het wel goed zou komen, de bijvragen gingen als vanzelf en ik had eigenlijk maar 1 van de 4 vragen verpest dus dat zat vrij goed. Groot was de opluchting toen ik hem op een papiertje ‘>10’ zag schrijven! SarahExamens: 1-0!
14 februari 2010 Na 7 weken examenvertier konden we even op rust komen tijdens de lesvrije week. Wat elke vrouwelijke student doet wanneer ze even tijd heeft: SHOPPEN! Dat was lang geleden zeg!
Al snel werd de rust verstoord toen ik te horen kreeg dat we 6 januari 2010 onze punten al kregen midden Nu het einde van het 1ste semes- in de lesvrije week! Met enige ter er al zo’n goeie drietal weken twijfel opende ik de mail. Ver-
baasd was ik toen ik alleen een procent zag staan: 51%… Bitter weinig. Op slag begon ik te denken: “Nee, toch geen 2 herexamens, plz!” Eventjes zoeken hoe je de individuele punten vond, en dan BAM: Bio 8; Fysica 10, Chemie 11... Reality hits hard! Bio was verwacht, superblij dat Fysica erdoor is, maar Chemie had ik toch veel meer verwacht.
17 maart 2010
(© Rob Stevens)
lijke schranspartijen waren de afgelopen weken weer zalig! En het enige echte Medica-galabal was ook een topper, zelf was ik er niet bij, maar ik hoorde alleen maar positieve reacties.
“Geweldig, overmand door het gevoel van ‘Ik ga het halen!’”
Nooit bekeken leerstof stapelt zich op. Je mag dit zelfs vrij letterlijk interpreteren: de muren van mijn slaapkamer zijn amper zichtbaar onder de boekentorentjes. Na 5 weken ben je het woord ‘proteïne’ of ‘ionenkanaal’ echt wel beu gehoord... no offence trouwens voor onze geweldige prof Mathieu ‘Stilte alsjeblieft’ Bollen of Jan ‘wat was de vraag nu weer?’ Eggermont . Met de paasvakantie in het 3 april 2010 verschiet hebben we weer iets leuks om naar uit te kijken, en The word is on the street dat de misschien toch ook maar wat paasblok begonnen is! Eerst een paar dagen chillen, sociale verbijstuderen. plichtingen nakomen, bekomen Na een lange lesdag is ontspan- van alle feestjes en uitslapen . ning een absolute must... ideaal Na plezier en vertier zal er niets dus om een stapje in de wereld anders opzitten dan volgens een te zetten, meer bepaald Leuven, ‘strak’ schema te beginnen stuhet keizerrijk der studenten. De deren, tanden bijten en vooral verschillende cantussen, fak- anatomie eens deftig in mijn herbarthema-avonden en nachte- sencellen drillen.
4 mei 2010 Het is de Leuvenaars waarschijnlijk niet ontgaan vorige week: overal gratis drank, eten, gadgets, randanimatie… In 1 woord: kiesweken! Overal doken kiescampagnes op om het nieuwe wannabe-praesidium voor te stellen, hopend op jouw stem. Uiteraard dé leukste tijd van het jaar, met de lentezon die straalt, een gratis pintje in de hand, wetende dat je straks nog een hamburger of BBQ kan scoren *jam jam*. Naarmate de dagen voorbij gaan hebben we steeds minder les, wat maakt dat we toch ietwat meer tijd in onze studie kunnen investeren. Maar dit betekende helaas ook de laatste les anatomie van prof Paul Broos. Met luid applaus, een staande ovatie, een zak met 2,5 kg kalk en een ‘Mijn Lieverdjes, danku, vaart wel, en het ga jullie goed’ namen we afscheid van een – duidelijk ontroerd – boegbeeld in de wereld van de geneeskunde. Lees de volledige blog op http:// blog.associatie.kuleuven.be/ sarahgeerts/ en neem meteen een kijkje op de Facebook-pagina ‘Studeren aan de K.U.Leuven’ Start je volgend jaar een studie aan de K.U.Leuven en wil je ook een blog bijhouden? Stuur een korte proeftekst samen met je gegevens (naam en studie) naar
[email protected]
Ontdek hoe je een festival verovert. Begin op het podium van Marktrock. Inschrijven? netlog.be/kuleuven
23 juni 2010
Studeren in Leuven 11
Voorbereidende zomercursus geeft zelfvertrouwen én reality check Wie zijn kennis van bijvoorbeeld wiskunde, chemie of Frans wil opfrissen voor hij aan zijn studies begint, kan dat dankzij voorbereidende zomercursussen. Meteen de ideale manier om ook de sfeer in Leuven al eens op te snuiven. Tine Bergen “De voornaamste bedoeling van de voorbereidende cursussen is werken aan het zelfvertrouwen van de studenten door de stof op te frissen,” vertelt Bart Dejonghe van de Dienst Studieadvies. “Daarom bieden steeds meer cursussen ook een zelftest aan. Studenten die twijfelen of ze het vak wel aankunnen, vinden in die test soms al de geruststelling dat dit inderdaad het geval is, en dat de zomercursus voor hen overbodig is. Naast zelfvertrouwen bieden de cursussen ook een reality check: het is voor de student een goed moment om in te schatten of hij het niveau aankan. Want de cursussen kunnen uiteraard geen wonderen verrichten. Iemand die aan een wiskundige opleiding wil beginnen met een achterstand van 200 uren voor wiskunde, zal die met een zomercursus van vijf dagen niet weggewerkt hebben.” “De cursussen geven de studenten bovendien de kans de sfeer hier al eens op te snuiven en eerste contacten te leggen. Bepaalde cursussen zoals de kennismakingsdagen van lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen spitsen zich zelfs daarop toe. Sommige cursussen zijn gratis, voor andere wordt een laag inschrijvingsgeld gevraagd. Veruit het populairst zijn de voorbereidende sessies voor de toelatingsproef van de artsen en tandartsen. Daar schrijven in de paasvakantie tussen de achthonderd en de duizend studenten voor in en ook voor de vijf zaterdagsessies in april en mei zijn er nog een vier- aanpakken. Bovendien hebben veel studenten, en zeker niet alhonderdtal deelnemers.” leen anderstaligen, in het begin Academisch Nederlands problemen met de academische De cursus academisch Neder- woordenschat. Die wordt tijdens lands is relatief nieuw in het aan- de cursus al in verschillende conbod. “Deze zomer zullen we hem texten aangebracht.” voor de derde keer geven,” knikt “Er zijn verschillende groepen professor Lieve De Wachter. “We vertegenwoordigd in de cursus, kregen van verschillende kanten wat een fijne mix van studenten bericht dat er nood aan was. Som- geeft. Het materiaal dat we gemige studenten bleken vooral bruiken is zo authentiek mogeproblemen te hebben met het lijk. We werken met echte papers, begrijpen van teksten en examen- passages uit echte syllabi, we tovragen, niet met de inhoud van de nen echte hoorcolleges waarbij leerstof zelf. Anderen worstelden notities moeten worden genomet hoe ze een paper moesten men, de studenten moeten kort
een grafiek presenteren… We wijzen ook op het belang van talige strategieën, zoals het snel en efficiënt doornemen van een syllabus. Ook zo proberen we cursisten dus iets beter te wapenen.” “Het leek me vorige zomer praktisch via de cursus al vertrouwd te raken met bijvoorbeeld het academische jargon,” vertelt Lina Mertens, student communicatiewetenschappen. “Ik vond het een goede opfrissing van dingen die ik al gezien had, zoals hoe je de essentie uit een tekst kan halen, gecombineerd met nieuwe dingen: hoe je een professor aanspreekt,
aan de hand van hoorcolleges leren opschrijven en leren luisteren... Toen ik dit academiejaar mailde met professoren, heb ik zeker teruggedacht aan de cursus.”
Wiskunde voor exacte wetenschappen “De vakantiecursus wiskunde voor wetenschappen bestaat al zo’n vijfentwintig jaar en is in die periode zowel inhoudelijk als qua doelgroep geevolueerd,” vertelt professor Johan Quaegebeur. “Momenteel richt de cursus zich voornamelijk tot studenten van de groep wiskunde en techniek en
biomedische wetenschappen met twee parallelle programma’s. Het A-programma is voor studenten die een opleiding beginnen waarin wiskunde als ondersteunend vak aanwezig is, zoals chemie of biologie. Het B-programma mikt op studenten voor wie wiskunde een essentiële component van hun studie zal zijn, zoals studenten ingenieurswetenschappen of fysica. De studenten leggen eerst een online test af. Daarna volgt een advies, dat even goed kan vertellen dat de student de cursus niet hoeft te volgen.” “Op basis van voorkennistesten bij de eerstejaars en ervaringen van de didactische teams in het eerste jaar proberen we in te schatten wat de noden zijn en worden de modules van de zomercursus indien nodig aangepast. We frissen in eerste instantie de wiskundekennis op. Dat neemt niet weg dat soms aspecten aan bod komen die niet door alle studenten in het secundair onderwijs gezien werden. Er worden vooral veel oefeningen gemaakt. We schakelen hierbij ook jobstudenten in: studenten die hun bachelor wiskunde achter de rug hebben en aanwezig zijn om feedback te geven en te assisteren bij oefeningen.” “Ik kwam de zomercursus vorig jaar tegen op de site van de K.U.Leuven, op zoek naar een manier om mijn wiskunde op te frissen,” vertelt Jeroen Schotmans, student geografie. “Ik had in het middelbaar vier uur wiskunde en wilde graag sterker aan de start van het academiejaar verschijnen. In een week tijd heb ik een goed idee gekregen van wat wiskunde inhoudt aan de universiteit en opgefrist wat ik al kende, maar ook nieuwe leerstof en nieuwe werkmethodes gezien. Dat ik zo ook al een keer les had gekregen in een aula, met een microfoon, was ook handig meegenomen.” Er zijn ook zomercursussen fysica en chemie, en cursussen wiskunde voor psychologen en economisten. In het talenaanbod zitten Frans, Duits, Engels en Spaans. Een volledig overzicht van alle voorbereidende cursussen vind je op http://www.bachelorsinleuven. be/voorbereidendecursussen
Ontdek jezelf. Begin bij de infobeurs bachelors & co. Dé infobeurs waar je een overzicht krijgt van alle bacheloropleidingen & enkele schakel-, voorbereidings- en masterprogramma's.
Leuven en Kortrijk, zaterdag 4 september 2010 www.kuleuven.be/bachelorsenco
12 Internationaal
campuskrant
Uncle Sam overtuigt studenten en onderzoekers Anneleen Daemen en Pieter Van Cleynenbreugel (© Rob Stevens)
Burgerlijk ingenieur Anneleen Daemen heeft pas haar doctoraat behaald aan het Departement ESAT. In augustus trekt ze naar Berkeley, Californië, waar ze een jaar onderzoek zal doen naar klinische besluitvormingssystemen voor de behandeling van kanker. Pieter Van Cleynenbreugel is net terug in België. Hij heeft het voorbije academiejaar aan Harvard een Master of Laws gevolgd. Een verblijf als student of onderzoeker in de States: Anneleen kijkt vooruit, Pieter blikt terug. Els Vandeborght
“Arbeidsethos schrikt me niet af” “Ik wil al lang naar Amerika”, vertelt Anneleen Daemen de avond voor ze naar de VS vliegt om er een appartement te gaan zoeken. Vorig jaar besloot ze werk te maken van haar plannen en legde ze contact met Berkeley. “Uiteindelijk ben ik uitgenodigd voor een kennismaking. Ik ontmoette er professoren en leden van het onderzoeksteam en ik mocht mijn eigen onderzoek voorstellen. Op het einde van die dag was ik erg enthousiast en gelukkig was het enthousiasme wederzijds: mijn kandidatuur werd aangenomen. Nu moest ik de volgende horde nemen: een beurs zoeken. Die heb ik uiteindelijk gevonden bij BAEF (Belgian American Educational Foundation – red.).” Wat spreekt haar zo aan in Amerika? “De internationale sfeer aan de universiteit. Ik kan er met veel buitenlandse onderzoekers samenwerken. Ook krijg ik de kans om nieuwe netwerken uit te bouwen.” Schrikt het arbeidsethos niet af – lange dagen en weinig vrije tijd? “Nee hoor. Ik werk graag stevig door. Al wil ik er regelmatig in het weekend op uit trekken om de natuurparken te gaan verkennen. Ik zit trouwens aan de Westkust, waar het
Onze fotograaf Rob Stevens begeeft zich in de jungle van het studentenleven en spreekt een wildvreemde aan. AANGESPROKEN WILD! Deze week was het weer eens tijd om hier een manspersoon op te voeren, zo nam ik mij (onder lichte druk) ten stelligste voor. Tenzij ik een dame tegenkwam die – ik zeg maar wat – zeven keer tijdens één voetbalwedstrijd zou kunnen juichen, zou aldus geschieden. Zo ontmoette ik Inês Alves (midden op foto), 23 jaar, inwoonster en stevige fan van Portugal. “Ik ben hier op Erasmus en zit in mijn vierde bach rechten. Ik heb België om verschillende redenen uitgekozen: de European Law-opleiding heeft een heel goede naam, de cursussen worden in het Engels gedoceerd – toch niet zo vanzelfsprekend binnen Europa – en België ligt mooi centraal, wat het mogelijk maakt om
ook wat rond te reizen zonder dat je studie daar onder lijdt. Zo ben ik dit jaar in Stockholm, Krakau, Luxemburg, Nederland én Rome geweest en heb toch amper een les gemist. Het voordeel van Leuven is dan weer dat het zo klein is, je hoeft maar een stap buiten je deur te zetten en je komt wel vrienden tegen.” “Eigenlijk wil ik later vertaler worden, dus ga ik dat volgend jaar in mijn master studeren. Rechten is een brede studie en ik had de richting toch een beetje gekozen omdat ik nog niet precies wist wat ik wou. Ik heb intussen wel al een aantal talen geleerd, dus dat komt wel goed.” Dan wordt de samenvatting uitgezonden en is het weer tijd om te juichen.
sowieso relaxter is dan aan de Oostkust.” Enkele weken geleden verdedigde Anneleen haar doctoraat. Als ingenieur elektrotechniek met een specialisatie biomedische wetenschappen heeft ze een systeem ontwikkeld dat artsen helpt om de meest aangewezen kankerbehandeling te kiezen. “Vroeger waren er niet zo veel factoren waarmee artsen rekening konden houden om te bepalen welke behandeling de beste was. Je had de grootte van de tumor, veel meer andere aanknopingspunten waren er niet. Vandaag is dat helemaal anders. Ook DNA-materiaal en eiwitconcentraties geven heel veel informatie. Te veel eigenlijk, want neem maar eens een beslissing op basis van al die duizenden elementen. Ik heb wiskundige modellen gebouwd om alle gegevens te integreren en te interpreteren; zo kunnen artsen dan gefundeerde beslissingen nemen.” “Het kankeronderzoek staat in de VS verder dan in Europa. Dat maakt het mogelijk om op nog grotere dataverzamelingen te werken. Ik hoop verder veel bij te leren over de mechanismen achter kanker. Daar krijg ik zeker de kans toe, want het onderzoeksteam bestaat overwegend uit biomedici.” Keert Anneleen na haar jaar in de States terug? “Als het meevalt, wil ik langer blijven. Hopelijk wordt mijn contract aan de universiteit verlengd, of wie weet kan ik aan de slag in een biotechbedrijf. Bovendien komt mijn vriend mee; hij heeft een interessante baan in de buurt van Berkeley gevonden. Maar als de familie zich nu zorgen begint te maken: we komen terug, beloofd!”
“Amerikanen zijn niet oppervlakkig” Pieter Van Cleynenbreugel heeft zonet de manama-opleiding Master of Laws afgerond. Eén jaar lang heeft hij zich verdiept in het Amerikaanse rechtssysteem, meer bepaald in de financiële wetgeving. “De Amerikaanse benadering verschilt fundamenteel van de onze: wij bestuderen de bestaande systemen en formuleren pas in laatste instantie voorzichtig kritische bedenkingen; in de States wordt de wenselijkheid van een systeem zelf in twijfel getrokken. Moeten financiële markten wel gereguleerd worden? Leidt regulering niet eerder tot excessen? Want leg banken regels op voor bepaalde activiteiten, en gegarandeerd ontwikkelen ze nieuwe, niet-gereguleerde activiteiten. Daar kan het dan grondig mislopen, zoals de kredietcrisis heeft bewezen. In het begin schrok ik van die ‘radicale’ opvattingen. Nu vind ik het evident om in discussies tot op het bot te gaan.” Pieter droomde al in zijn eerste bachelor van een verblijf in de VS. “Ik had een prof die zelf in Harvard gestudeerd had en daar enthousiast over vertelde. Natuurlijk had ik uitstekende resultaten nodig om toegelaten te worden, en daarom heb ik tijdens mijn opleiding hard gewerkt.” Met succes, Pieter
was één van de 150 buitenlandse studenten die geselecteerd werden voor de opleiding Master of Laws. Hij bekostigde zijn verblijf met twee beurzen, een van BAEF en een van Fulbright. Waarom twee? “Studeren in de States is best wel duur. Ik wou zo veel mogelijk financiële ruggensteun en beide beurzen vulden elkaar mooi aan.” Na een jaar Harvard beseft Pieter dat Europeanen ongenuanceerd denken over de VS. Amerikanen zijn dus niet oppervlakkig en hebben een hoogstaande eetcultuur? “Het eten is er niet geweldig, dat klopt. Maar ze zijn zeker niet oppervlakkig. Je zou de debatten eens moeten meemaken. Studenten die sympathiseren met de democraten, kunnen soms even sterk het beleid van Obama bekritiseren als de republikeinen. Eigenlijk is er niks dat niét ter discussie wordt gesteld in Amerika. Studies bijvoorbeeld. Wat is een toelatingsproef anders dan de vraag stellen of je het waard bent om aan deze instelling te studeren?” “De proffen in Harvard willen alle studenten persoonlijk leren kennen en stimuleren je daarom om met hen te gaan praten. Tijdens die gesprekken is bij mij het idee beginnen te rijpen om bij mijn terugkeer onderzoek te gaan doen, en geen advocaat te worden, zoals ik oorspronkelijk van plan was. Straks begin ik hier in Leuven aan een proefschrift over financiële regelgeving.” Zijn Amerika-avontuur zit er dus definitief op? “Toch niet. Ik probeer zeker tijdens mijn doctoraat weer naar Harvard te gaan, als visiting researcher bijvoorbeeld.” Informatie over financiële steun voor studies en onderzoek in de VS: http://www.kuleuven. be/studenten/fin_steun/
23 juni 2010
Interview 13
Hematoloog Marc Boogaerts Hij wilde geneeskunde studeren uit frustratie omdat er aan ziektes als kanker zo weinig te doen viel. Meer dan veertig jaar later kijkt Marc Boogaerts (60), autoriteit in de hematologie en het stamcelonderzoek, terug op een loopbaan waarin hij het verschil heeft kunnen maken: “Sinds een jaar of tien zeggen we tegen onze patiënten ‘we gaan u erdoor halen’ in plaats van ‘we gaan het proberen’.”
“ Bloed is een nooit opdrogende bron van inspiratie” Ine Van Houdenhove Hij heeft geen eigen stek meer in Gasthuisberg: “Ik maak plaats voor de jongere generatie,” zegt de kersverse emeritus in het kantoortje dat een bereidwillige secretaresse met hem deelt. “Als exdirectielid moet ik toch het goede voorbeeld geven?” Hij heeft nooit zijn intrek genomen in de grijze directietoren: “Ik wilde dicht bij de patiënten zitten.” Dus gaat hij mee als de Afdeling Hematologie die hij twintig jaar leidde, binnenkort verhuist naar de zevende verdieping. Als emeritus-met-opdracht blijft hij voorzitter van het Leuvens Kankerinstituut, directeur van de Navelstrengbloedbank, codirecteur van het Stamcelinstituut en nauw betrokken bij de fondsenwerving voor biomedische wetenschappen. “Ik ben mijn eigen overbodigheid overal nog aan het organiseren. Ik heb altijd gezegd dat ik op mijn zestigste zou stoppen en dan eindelijk ook eens op tijd thuis zou zijn. Maar ik ben nu een drietal maanden met emeritaat en mijn vrouw heeft er nog niet veel van gemerkt.” Hij heeft nooit graag stilgezeten en altijd graag meerdere levens tegelijk geleefd, zegt hij. Op school was hij – de primus perpetuus van het Heilige Drievuldigheidscollege – oprichter van het eerste leerlingenparlement en voorzitter van de Leuvense ABNkernen: “Namiddagenlang vergaderen met de voorzitsters van de meisjesscholen!” Vanaf de poësis werkte hij als journalist voor Spectator, de weekendbijlage van de Nieuwe Gids: “Een heel goede levensschool. En dat ik zo tegelijk mijn studies kon financieren, was mooi meegenomen. Maar ik wilde absoluut geneeskunde studeren. Mijn grootvader was gestorven aan kanker en ik had gezien hoe mijn grootouders zich als eenvoudige landbouwers hadden laten beduvelen door één of andere kwakzalver. Ik kon moeilijk aanvaarden dat er aan ziektes als kanker zo weinig te doen viel.”
Tapijtbombardement Boogaerts specialiseerde zich in de inwendige geneeskunde en koos na een langdurig onderzoeksverblijf aan de University of Minnesota en na een passage op de transfusiedienst van het leger – waar hij leerde hoe op één voormiddag achthonderd donoren te
‘tappen’ – definitief voor hematologie: “Bloed is een geweldig dankbaar domein om onderzoek op te doen. Het is een stuk makkelijker te verkrijgen dan pakweg harten of levers, en de cellen lenen zich goed tot moleculair onderzoek. Daardoor staan wij in de frontlinie van de wetenschappelijke ontwikkelingen: beenmergtransplantaties, celgroeifactoren en stamceltherapie vonden allemaal hun oorsprong in de hematologie. Ik heb de overgang van de artisanale naar de ultragesofisticeerde moleculaire hematologie mogen meemaken, waarbij fundamenteel onderzoek vertaald werd in hogere overlevingskansen voor de patiënt.” “De hooggespannen verwachtingen waarmee ik aan mijn studies begon – kanker leren begrijpen om er iets aan te kunnen doen – zijn voor een deel ingelost. De overlevingskansen voor leukemie zijn gestegen van één op vijf tot meer dan één op twee. En de behandelingen zijn veel patiënt vriendelijker geworden: chemo was vroeger een tapijtbombardement waarbij je aan het einde van de rit mocht hopen dat de pati ent het overleefd had. Patiënten braakten de ziel uit hun lijf, bleven na een beenmergtransplantatie in een isolatieruimte wekenlang verstoken van lichamelijk contact. Nu hebben we veel gerichtere therapieën en allerlei medicijnen om de bijwerkingen te verlichten.” De beenmergtransplantaties die vanaf de jaren 80 hoop boden aan patiënten die voorheen ten dode waren opgeschreven werden in de jaren 90 gevolgd door stamceltherapie: “We leerden dat we niet het volledige merg maar enkel de bloedvormende stamcellen nodig hadden, en dat die ook uit bloed te oogsten waren.” Exit dus voor de beenmergdonoren, die Boogaerts overal te lande – “Ik heb alle parochiezalen gezien” – ging ronselen maar die vaak op het allerlaatste moment afhaakten. “Ik ben degenen die wél doorzetten geweldig dankbaar.” Hij bewaart levendige herinneringen aan één van de eerste keren dat hij zelf beenmerg ging ophalen – in Londen – en de piepschuimen container de hele terugvlucht angstvallig tussen zijn bovenbenen geklemd hield.
stamcellen begon te oogsten uit navelstrengbloed, sprong Boogaerts mee op de kar en richtte de – in verhouding tot de bevolking – grootste navelstrengbloedbank ter wereld op, inmiddels tienduizend stalen groot: “Twee keer per maand wordt ergens ter wereld een kinderleven gered met Leuvens navelstrengbloed.” Hij trekt hard van leer tegen de commerciële navelstrengbloedbanken: “De kans dat je je eigen navelstrengbloed ooit nodig zal hebben is ontzettend klein. Bovendien geeft donornavelstrengbloed betere resultaten. En als iedereen die het kan betalen, zijn eigen navelstrengbloed voor grof geld laat invriezen, blijft er niets over voor de anderen.” Tijdens zijn kruistocht
(© Rob Stevens)
Fonds voor Hematologische Aandoeningen. Hij richtte het op, samen met de weduwnaar van een patiënte, om sociale, psychologische en financiële steun te bieden aan mensen met bloedziekten: “Ik heb schrijnende dingen gezien: mensen die door hun ziekte helemaal aan de grond geraken. Ik word nog altijd kwaad als ik zie dat patiënten die genezen zijn ver-
“De patiënten die je verliest, raak je nooit meer kwijt.”
werd hij door de CEO van een navelstrengbloedbank voor de rechtbank gedaagd – een proces dat hij overigens glansrijk won. Een groot pijnpunt blijft het ontbreken van substantiële financiering voor de publieke navelstrengbloedbanken: “Eén staal invriezen kost duizend euro – dat zinkt natuurlijk in het niets bij wat je ermee kan doen: een leven redden – maar het blijft veel geld.” Daarom gaat Boogaerts al jaren op zoek naar alternatieve financiering: “Mijn tweede roeping”. Ook voor het in 2005 opgerichte Kankerinstituut (LKI), dat alle Leuvense kankerspecialisten verenigt om zo het voor de patiënt best mogelijke behandeltraject te kunnen uittekenen. Het was er nooit gekomen zonder de steun van vele gulle schenkers, net als het in hetzelfde jaar gestichte Stamcelinstituut. Een realisatie waarop Boogaerts – die al vroeg de waarde inzag van stamcellen voor niet-hematologische aandoeningen – nog steeds zichtbaar trots is: “Dankzij Catherine Verfaillie – een fantastische madam – spelen we mee op wereldniveau.” Pijnpunt Een speciaal plekje in zijn hart Toen men midden jaren 90 bewaart hij voor Sofhea – Sociaal
klaard, nergens nog een lening of verzekering kunnen vastkrijgen. Tegelijk is het hartverwarmend om vast te stellen dat Sofhea nooit verlegen zit om vrijwilligers. Als het om leven of dood gaat, worden de rangen gesloten en de troepen gemobiliseerd.”
Adrenaline Hij zegt meer patiënten te hebben geholpen met zijn hart dan met zijn verstand: “Als je, zoals wij dertig jaar geleden, te kampen hebt met mortaliteitscijfers van 70 tot 80 procent, kan je als arts weinig meer bieden dan steun. Maar dat krijg je in duizendvoud terug.” “Hematologie is geen ‘vrijblijvende business’. Ik kan me mijn patiënten nog zo voor de geest halen, weet welke puncties ik heb moeten uitvoeren. Ik was erbij in goede en kwade dagen. De ene dag euforie, de dag nadien het tomeloze verdriet meebeleven als een therapie niet aangeslagen was. En de patiënten die je verliest, raak je nooit meer kwijt.” Het was vaak roofbouw plegen op de emoties, en ook voor het thuisfront niet evident. Tijdens de pioniersdagen van de transplantaties was hij meer in het
ziekenhuis dan thuis en raakte zijn persoonlijk leven soms helemaal ondergesneeuwd: “Als ik uit bed gebeld werd, werd ook mijn vrouw wakker, en opnieuw als ik, stijf van de adrenaline, weer terug kwam en meer dan eens een troostende schouder nodig had. Dat blijft een uitstaande schuld.” Maar hij had zich geen mooiere loopbaan kunnen dromen, zegt hij. “En ik heb het gevoel dat ik toch ergens een verschil heb kunnen maken. De Leuvense hematologie staat op de wereldkaart. En dat ik de laatste jaren van mijn loopbaan ook heb kunnen bijdragen aan het beleid van het ziekenhuis en de faculteit maakt de cirkel rond. Maar ik besef heel goed: alleen kan je niks. Je moet het grote geluk hebben te kunnen rekenen op even gemotiveerde medewerkers.” Tegelijk groeit het besef dat alles relatief en eindig is. Vandaar… “Ik wilde voor één keer op tijd thuis zijn. Met oud worden moet je vroeg genoeg beginnen om ervan te kunnen genieten. En het leven van een emeritus is ideaal toch? Enkel nog doen wat je graag doet. In mijn geval nog steeds twaalf uur per dag.” Wat gaat hij doen als hij rond is met het organiseren van zijn eigen overbodigheid? “Ik blijf me engageren in de fundraising, mijn leerstoelen en fondsen. En verder: weer heel veel lezen en schrijven. Ik heb ter gelegenheid van mijn emeritaat een boekje geschreven over mijn loopbaan (verkijgbaar via marc.boogaerts@ uzleuven.be, red.) en nu ben ik bezig aan een geschiedenis van de hematologie. Daarna wil ik aan een roman beginnen. Ik heb al een heleboel aantekeningen verzameld,– hij tikt op zijn pc waar een foto van twee reusachtige leonberger-honden de screensaver siert – zwaar beveiligd door deze lieverds. (lacht)” Kunstbeurs ten voordele van de Navelstrengbloedbank, 25 juni 15-23 u en 26 juni, 11-23u, Faculty Club, Begijnhof 14, Leuven. http://www.kunstbeursleuven.be
14 Leven na Leuven
campuskrant
germanist en frontman Customs
Kristof Uittebroek Kristof Uittebroek (31), frontman van de succesvolle Belgische band Customs, zag tijdens een infodag voor Germaanse taalen letterkunde professor Willy Smedts aan het werk. “Ik dacht: ‘Dit wordt cool’”, zegt hij. “Proffen en frontmannen lijken op elkaar. Ze moeten een hoge entertainende factor hebben, en er is liefst een hoek af.”
“Ik begin het een beetje te kunnen” Katrien Steyaert Het zit nog wel ergens in uw achterhoofd: ‘Justine climb down your balcony / You know it’s time to go / Justine come on, enlighten me / You know where this will go’. Justine, één van de radiohits van 2009, staat op naam van Kristof Uittebroek. Maar hoe gedecideerd de frontman van Customs in zijn songs klinkt, zo weifelend is hij soms in zijn persoonlijk leven. “Op mijn middelbare school in Hoegaarden werd ik klaargestoomd om ingenieur te worden, maar dat vond ik niet de interessantste optie. Wat het dan wel moest worden, wist ik totaal niet.” De infodag van Germaanse taal- en letterkunde brengt soelaas. “Hoe Willy Smedts (professor Nederlandse taalkunde – red.) kon vertellen, met zijn licht overslaande stem, dat had voor mij veel charme. Veel proffen in Germaanse hadden een hoge entertainende factor. Mocht je ze willen verzinnen, het zou niet lukken. Ik zou de richting zeker opnieuw doen. Toen ze ophield te bestaan (in 2004 – red.) was dat een domper. Zoiets prachtigs, ik voelde me ermee verbonden. De studies vormen je als mens. Letterenstudenten krijgen een humanistische inslag mee die bij wetenschappelijke richtingen ontbreekt.” Die state of mind, zoals hij het noemt, diept hij verder uit tijdens een aanvullend jaar filosofie. “Filosofie lijkt onbevattelijk maar reikt je – eens je erin thuis bent – eigengereide manieren van denken aan die je altijd kunt gebruiken. Of je nu de krant of een roman leest, je kunt een fatsoenlijk onderbouwde mening vormen.” “Nee nee, dat wil niet zeggen dat ik altijd in de les zat”, bekent hij. “In mijn kandidaturen heb ik een enorm risico genomen door in de voormiddagen bijna altijd te brossen. Nu vind ik het een beetje kinderachtig dat ik met vrienden afsprak aan de aula en dan ging poolen, maar we waren bleukes. Ik heb veel mooie tijden beleefd en veel geleerd in de fak. Sommi-
ge van de vrienden die ik er leerde kennen, zie ik nog wekelijks. Ik hield van de gesprekken die we in het holst van de nacht voerden. Als ik lichtjes beneveld terug naar mijn kot wandelde, bekroop me soms het euforische gevoel dat onze generatie weldra de wereld zou veranderen.”
David Davidse De ontnuchtering is groot als het na de studies menens wordt. “Hoe moest ik het geld verdienen waarmee ik mijn onafhankelijkheid kon garanderen? Als journalist, dacht ik, maar het enorme entrepreneurschap van een freelancer ligt niet in mijn aard. Wat dan wel? Rustige vastigheid.” Hij glimlacht. “Ik bedoel dat goed: proberen wat zekerheid op te bouwen en niet zomaar ergens in te springen.” Terwijl hij in afwachting van zo’n goede job in de fabriek werkt waar ze Actimelpotjes vervaardigen, droomt hij van de echte rock ’n roll. “Gitarist, dat wilde ik worden. Ik heb nog niets gevonden dat meer mijn ding is dan muziek maken. Na mijn eerste, lachwekkende groepje richtte ik aan de universiteit mee Circle op.” De hardcoreband bereikt een bescheiden cultstatus maar zit op een dood spoor tegen de tijd dat Uittebroek afstudeert. “Ik was zeer ambitieus – nog altijd op dat vlak – en stampte Larsson mee uit de grond. In 2005 wonnen we Rockvonk (een provinciale muziekwedstrijd - red.) . Het enige probleem was dat er in alle juryrapporten stond dat de gitaristen de zanger overschaduwden en eigenlijk meer frontman waren dan de frontman. Bram (Decroos, de zanger – red.) beaamde dat, en is er om die reden eind 2007 mee gestopt. Toen had ik het lef niet om zelf achter de micro te kruipen. En ik had mezelf altijd de rol toegedicht van eerste gitarist. Bij grote groepen als U2, The Smiths of Guns ’n Roses is die even bekend als de zanger.” Intussen kruipt het bloed al waar het niet gaan kan. Uittebroek schrijft nieuwe nummers, waarin de literaire referenties niet van de lucht zijn, en houdt in maart 2008
(© Rob Stevens)
samen met bassist Joan Govaerts Customs boven de doopvont. De groepsnaam komt uit Joseph Conrads cultroman Heart of Darkness. Bij gebrek aan een zanger, zingt Uittebroek zelf een nummer in, waarop de rest van de groep hem in die richting stimuleert. “Ik achtte de kans klein dat het zou lukken – ik weet goed wat ik kan en wat niet – maar met bloed, zweet en tranen, en de hulp van zangleraar David Davidse heb ik leren zingen. Ik ben het levende bewijs dat iedereen met een beetje muzikaal gevoel dat kan. Wat je niet kunt leren, is frontman zijn.
neert wekenlang de Afrekening en wordt genomineerd voor een MIA voor Beste Song van 2009. Bij de al bijna even succesvolle singles Justine en The Matador horen videoclips waarin alle bandleden strak in het pak zitten. Ook tijdens het interview, onder de brandende zon in zijn tuin in Schiplaken, draagt Uittebroek een hemd met lange mouwen, een Ray Ban-zonnebril en hoge Allstars. “Ik wilde van in het begin een duidelijke stijl. Muzikaal zijn de jaren tachtig ons vertrekpunt, van The Human League tot Joy Division. Die periode is weer relevant geworden
“Veel proffen in Germaanse hadden een hoge entertainende factor.” Zoals bij de goeie proffen moet daar een hoek af zijn. Wie geen hotshot zoals Milow is, moet speciaal zijn. Ik zeg niet dat ik de perfecte frontman ben, maar ik begin het een beetje te kunnen.”
Geen enkel excuus Customs’ debuut, Enter the Characters, krijgt bij haar verschijning in november 2009 lovende kritieken; De Morgen spreekt van het beste Belgische album van het jaar. De eerste single Rex domi-
door de vele gelijkenissen met vandaag, zoals de politiek en economische instabiliteit. Customs gaf er een futuristische touch aan en vat zo de tijdsgeest.” De groep werd vorig jaar in hoog tempo richting succes gekatapulteerd. “Soms was ik bang dat het zou stilvallen na de hype, maar nu niet meer. We zijn aan het bevestigen. Sommigen zullen wel gedacht hebben: ‘Gaat hij weer een groepje beginnen.’ Maar ik kan niet anders, het is zoals een
schrijver schrijft. Van in het begin heb ik offers gebracht. Geen enkel excuus – ook niet de barbecue van een goede vriend die op wereldreis vertrekt – is goed genoeg om een show te weigeren. In het begin vond mijn omgeving dat niet altijd leuk, maar dan zagen ze Customs op de televisie en begrepen ze dat we niet zomaar wat zitten te prullen in de marge.”
Niet trouwen? “Met Customs zie ik voor het eerst een zeer kleine opening naar een muzikaal leven waarmee ik een beetje in mijn onderhoud kan voorzien”, zegt hij voorzichtig. “De nabije toekomst zal uitwijzen of het financieel haalbaar is. De dag dat dat zo is, zeg ik mijn andere job op.” Vooralsnog werkt Uittebroek halftijds bij het Vlaamse agentschap voor Kunsten en Erfgoed. “Ik breng zakelijke adviezen uit aan de minister over subsidie-aanvragen van kunstencentra, en ga achteraf bij de gesubsidieerde organisaties inspecteren of ze de middelen van de Vlaamse belastingsbetaler op een koosjere manier hebben aangewend. Van zodra mijn muziek iets begon te betekenen, ben ik overgestapt van het team muziek naar het team podiumkunsten. Anders zou ik me jager en stroper tegelijk voelen. Ik heb de job altijd graag gedaan maar heb nu geproefd van iets waar ik beter in ben en meer mijn ei in kwijt kan. Customs is niet de groep om tot mijn zestigste in te zitten, maar ik hoop dat ik voor de rest van mijn leven muziek kan blijven spelen.” “Een paar van mijn dromen zijn
23 juni 2010
al uitgekomen, zoals nummer één halen in De Afrekening. Maar waar ik het meest belang aan hecht, is de omgang met collega’s. Muzikanten waar ik tot nu toe alleen naar opkeek, zijn geïnteresseerd genoeg om op een festival ook naar ons te komen kijken in plaats van backstage te blijven. Daar kan geen nummer één-hit tegenop.” Ook geen plekje op Werchter? Want daar opent Customs op vrijdag 2 juli de Main Stage. “Ik heb altijd gedacht: Er zijn twee categorieën Belgische muzikanten: zij die op Werchter gespeeld hebben, en zij die dat niet hebben gedaan. Dat we nu verhuizen naar de eerste categorie, voelt heel tof. Ik weet nog niet hoe zenuwachtig ik zal zijn, maar meestal komt er een soort vaderinstinct boven tegenover de rest van de – nerveuze – groep. Ik hoop dat het publiek het niet ziet, maar de eerste tien seconden zullen mijn knieën misschien knikken.” Een snedige set zou dat euvel snel moeten verhelpen. “We spelen vijftig minuten, en dat is ook het maximum. We willen heel snel een tweede cd maken – we zijn er al mee bezig – maar zakelijk is het slimmer te wachten tot na de release van ons debuut in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk, dit najaar.” Net voor het festivalseizoen vertrekt Uittebroek op vakantie met zijn vrouw Iris, die hij leerde kennen in de fak. “Toen ik tegen Alex Callier zei dat ik ging trouwen, zei hij: ‘Zou je dat wel doen? Je weet toch hoeveel muzikanten er scheiden?’ Maar voorlopig gaat mijn vrouw verbazend goed om met het onregelmatige leven. Ze heeft zelf een drukke advocatenpraktijk en weet wat je moet doen om iets te bereiken. Mijn voornaamste ambitie is om mijn professionele en persoonlijke leven goed samen te doen blijven gaan. Er is misschien zelfs plaats voor kinderen, die willen we wel. Op momenten dat anderen werken, ben ik thuis. En omgekeerd. Soms mis ik goede dingen – zoals het concert van Prince – omdat we zelf van dienst zijn. Maar laat het duidelijk zijn dat ik niet klaag.” Customs staat op 15 augustus op het podium van Marktrock
Students on Stage Wil je zelf in het voorprogramma van Customs staan? De K.U.Leuven organiseert dit jaar in de aanloop naar Marktrock Students on Stage, een wedstrijd voor jong en nieuw talent. Zeven groepen kunnen op 14 augustus op de Leuvense Vismarkt de set van hun leven spelen. Wie de jury kan overtuigen, kruipt op 15 augustus op het hoofdpodium om het grootste stadsfestival van België te openen. Inschrijven voor Students on Stage kan op netlog.be/kuleuven tot uiterlijk 1 augustus. Het volstaat een origineel eigen nummer in te sturen, covers zijn niet toegelaten. Minstens één van de bandleden moet ook student of scholier zijn en tussen 17 en 24 jaar jong. Een professionele jury selecteert zes groepen voor de preselectie op het podium van de Vismarkt. Maar ook het publiek heeft een stem via een puntensysteem op Netlog – zo wordt de zevende groep gekozen.
Cultuur 15
“ Ik houd een positief mensbeeld over aan mijn tocht” Bio-ingenieur Nils Verresen, alias The Bear That Wasn’t, is al bijna een jaar van huis. Hij trekt met zijn fiets en zijn gitaar van stad tot stad en zoekt elke avond onderdak bij een sympathieke medemens die hem een bed en een bord eten wil geven in ruil voor een privéconcert of een klus. Op 29 juli brengt zijn tocht hem naar Leuven, waar hij het voorprogramma van Mercury Rev speelt op het gloednieuwe M-idzomerfestival, in de binnentuin van museum M. Ines Minten Hoe een wild plan een levenservaring kan worden. Nils vindt het al eens geestig om het zijn toekomstige zelf moeilijk te maken. Zo bedacht hij, toen hij in Leuven in zijn tweede jaar bio-ingenieur zat, dat hij wel eens iets interessants en uitdagends wilde doen in de zomer. “Dus besloot ik er geneeskunde bij te nemen. Ik had nooit gedacht dat het me zou lukken, maar het lukte wel. Misschien werk ik na mijn tocht mijn bachelor geneeskunde nog wel af. Ik ben er tenslotte maar een half jaar van verwijderd.” Zijn huidige queeste naar telkens weer een nieuwe slaapplaats kun je ook zo zien. “Ik denk dat weinig mensen zich kunnen voorstellen hoe het voelt om een jaar lang niet naar huis te gaan. Die nieuwsgierigheid is waarschijnlijk de belangrijkste reden waarom ik ermee begonnen ben.”
Oneindig vriendelijk Nils Verresen is net terug uit Engeland. Een hele reis voor iemand die zichzelf beloofd heeft om geen cent uit te geven. “Een tijd terug ben ik naar Denemarken gefietst, met afstanden tot 150 kilometer per dag. Het was ook wel een beetje eng. In het buitenland ben ik telefonisch niet bereikbaar. Als ik op zo’n tocht een probleem kreeg, stond ik er echt alleen voor. Uiteindelijk is het nog meegevallen. Er liep al eens iets fout, maar de mensen die ik ontmoette, waren altijd buitengewoon vriendelijk en behulpzaam.” “Met mijn reis naar Engeland was het ook zo. Daar ben ik met de boot geraakt, in ruil voor wat klussen aan boord. Ter plaatse heb ik mijn plannen wat moeten aanpassen, waardoor ik plots ook nieuwe logeeradressen nodig had. Het was prettig om te horen hoe sommige mensen zich daarvoor hebben ingespannen. Ze maakten er haast een persoonlijke missie van.” “In Londen werd ik met veel dingen tegelijk geconfronteerd. Ik heb er de grauwe kant van de stad gezien: mijn gsm is gestolen, ook mijn iPod ben ik er kwijtgeraakt. Ik ondervond er aan den lijve dat de inwoners het er soms erg moeilijk hebben om rond te komen. Ik ben aan mijn avontuur begonnen met het idee dat het wel moet lukken als je op elke plaats maximaal één dag blijft: iemand één maal-
morning dew, de eerste cd van The Bear That Wasn’t. De muziek klinkt zoals de titel: melancholisch, fragiel en zacht. De plaat werd goed ontvangen door pers en publiek. “Ze is niet grijsgedraaid op de radio, maar de recensies waren inderdaad positief. Daar ben ik blij mee, zeker als je ziet hoe snel en eenvoudig we ze hebben opgenomen. Een goede vriend van me heeft de arrangementen gemaakt, mijn broer heeft gemixt. Veel professionele hulp is er niet bij komen kijken.” Je kunt de cd integraal beluisteren op het internet. “Waarom ook niet?” vraagt hij zich af. “Wie illegaal wil downloaden, vindt toch een manier. Dus kan ik mijn muziek maar beter zelf verspreiden. Ik bespaar er mijn fans allerlei risico’s op virussen door en tenslotte, hoe meer mensen naar ernaar luisteren, hoe beter voor mij.” Nils Verresen was al langer met muziek bezig. “Ik modderde wat aan in een punkrockband, waarvan ik vooral de zanger was, die ook een basgitaar rond zijn nek had hangen. Echt gitaar spelen en nummers schrijven ben ik pas beginnen doen toen ik achttien was en op kot ging. Ik had een heel trage computer die twintig minuten nodig had om op te starten. In de tussentijd begon ik wat te tokkelen op de gitaar die ik van mijn broer had gekregen. En dan opeens, bijna per ongeluk, kon ik gitaar spelen”, glimlacht hij. The Bear That Wasn’t speelt op 29 juli op M-idzomer: Fragiel en melancholisch http://www.m-idzomer.be In maart verscheen And so it is http://www.thebearthatwasnt.be tijd geven, moet toch kunnen, dacht ik. In Londen merkte ik dat zelfs dat voor veel mensen zwaar is. Ze spraken dan liever later op de avond af om de etenstijd te omzeilen. Ik heb er dus soms een hele dag niks gegeten. Zulke momenten waren wat lastiger. Ook dagen waarop je ’s morgens niet weet waar je ’s avonds zal slapen, zijn niet eenvoudig. Maar daartegenover staat dan die oneindige vriendelijkheid die je tegenkomt. Ik vrees dat ik echt een positief mensbeeld ga overhouden aan mijn tocht”, zegt hij. Zal dit jaar hem effectief veranderen? Op dit moment heeft hij daar zelf nog geen zicht op. “Wie weet verval ik na een week weer in mijn oude patronen. Wie zal het zeggen? Misschien val ik na thuiskomst wel in een gigantisch zwart gat en krijg ik heimwee naar het avontuur. Het enige wat ik nu al weet, is dat ik mondiger ben geworden. Ik ben nooit een prater geweest. Ik ging niet graag naar de bakker omdat ik dan met mensen zou moeten praten. Ik had dus wel een lichte sociale fobie, of hoe noem je zoiets? Daar ben ik nu helemaal vanaf. Ik praat elke dag met andere mensen en ik leer daar veel van. Iedereen die ik ontmoet, heeft zijn eigen verhaal. Sommigen vinden dat ze de juiste keuzes hebben gemaakt in hun leven, anderen vinden dat niet. Het is een ontzettend rijke ervaring om met al die mensen te praten. Mocht ik opnieuw moeten beginnen met alles wat ik nu weet, ik zou het onmiddellijk weer doen.”
(© Rob Stevens)
Cultuurkaart wordt echt troefkaart Naast een sportkaart biedt de universiteit haar studenten sinds vier jaar ook een cultuurkaart aan. Vanaf volgend academiejaar kunnen cultuurminnende studenten van de K.U.Leuven, KHLeuven en het Lemmensinstituut nog meer doen met een Cultuurkaart K.U.Leuven. De kaart biedt je gratis toegang tot UUR KULtUUR en tal van exclusieve acties. Ook de reeks mogelijke kortingen werd aanzienlijk uitgebreid. Met de kaart krijg je voortaan o.a. 4 euro korting op alle dans- en theatervoorstellingen in STUK, 50% korting op de Last Minute Deals van 30CC en op alle concerten van het Festival van Vlaanderen in Leuven, en 1,5 euro korting in Cinema ZED. Je betaalt amper 3 euro voor een bezoek aan het nieuwe museum M en krijgt 15% korting op alle cursussen van WiSPER … En dan zijn er nog de stevige aanbiedingen van het Lemmensinstituut, Muziekcentrum Het Depot, de universitaire muziekensembles, de Boombals … De kaart is een heel academiejaar geldig en is voor 15 euro te koop tijdens de inschrijvingen of bij de Dienst Studentenadministratie. (js) http://www.kuleuven.be/ cultuur/cultuurkaart
Win een meet & greet met Milow Op 29, 30, 31 juli en 1 augustus 2010 bundelen museum M, Het Depot en 30CC hun krachten voor M-idzomer, een festival met een eigentijdse mix van tentoonstellingen, concerten, stand-up comedy, theater, performance en spoken word. Het volledige programma vind je op http://www.m-idzomer.be. De K.U.Leuven geeft twee VIP-arrangementen weg voor zondag 1 augustus. De winnaars krijgen een hapje en een drankje, maken alles mee vanop de eerste rij en kunnen Milow de kleren van het lijf vragen tijdens een meet & greet. Wil je kans maken op een VIP-arrangement, of op één van de 5 duo-tickets, voor zondag 1 augustus? Ontcijfer onderstaande rebus en vul de oplossing, samen met je gegevens, in op www.mastersinleuven.be/ midzomer Deelnemen kan tot 14 juli 2010. Deelnemers zijn scholier of student.
-ak+ h+
-p
-e+m m+
-t+t -k+t
z+
w+ -w
-s+r
16 Alumni
campuskrant
Agenda Alumni
collegedictaten vullen universiteitsgeschiedenis aan
Het leren zoals het was Studenten durven hun notities al eens te verluchten met bloemetjes, de naam van het lief of andere droedels. In vroegere eeuwen was dat niet anders. De universiteitsbibliotheek beschikt over een verzameling 16de tot 18de eeuwse collegedictaten die door de studenten voorzien zijn van tekeningen, grappen of verwijzingen naar drank en tabak. In samenwerking met Alumni Lovanienses wil men nu de collectie restaureren en ontsluiten. Het project kreeg de titel ‘Blokbeesten?’. Jaak Poot
de bladzijden van de dictaten te steken: didactische en soms ook “In de zestiende eeuw werden aan moraliserende. de universiteit gedrukte handboeken gebruikt, maar aan het einde Verleidelijk van de eeuw kwam daar een eind “De bibliotheek bood ons dit proaan. Nuntius, bisschoppen, zelfs ject aan voor de mecenaatsactie de regering begonnen zich met van de Leuvense Alumniverenide inhoud van de lessen te be- ging”, zegt voorzitter baron Frans moeien. Omdat de commentaar van Daele. “Ik ben een aantal stukdie een docent bij een tekst gaf ken gaan bekijken, want zoiets niet te controleren viel, moesten boeit me natuurlijk als filoloog de proffen weer gaan dicteren”, (Van Daele is romanist – red.). Ik vond het meteen een verleidelijk vertelt professor Jan Roegiers. “Collegedictaten zijn een unie- project om die nota’s, tekeningen ke bron voor aspecten van de uni- en gravures van oud-studenten te versiteitsgeschiedenis waarover helpen bewaren. De dictaten zijn we voor de rest weinig informatie niet alleen inhoudelijk heel rijk, hebben. Bijna alle bronnen zijn er zitten ook prachtige tekeninafkomstig van professoren en be- gen tussen van dwergen, gnomen, stuurders; de invalshoek van de drinkgelagen en landschappen.” student is een verrijkende aanvul- “Vorig jaar zamelde de alumniling”, zegt Jan Roegiers. “De col- vereniging met haar mecenaatlegedictaten geven eerst en vooral sactie 10.000 euro in voor de een beeld van wat de professoren bescherming van de Tholos van werkelijk vertelden in de les. Er het Macellum bij de Leuvense opwaren soms namelijk grote ver- gravingen in Sagalassos. Ik hoop schillen tussen wat hoogleraren dat bedrag te evenaren. Dat geld neerschreven in hun publicaties gebruikt de bibliotheek dan in en wat ze in de les bespraken. de eerste plaats om de bewaarde De cursusinhoud werd immers collegedictaten te restaureren en opgelegd door de faculteit, en ge- voor het nageslacht te bewaren. controleerd door de geestelijke Veel handschriften zijn immers en wereldlijke overheid. In de aangevreten door de tand des dictaten kun je volgen hoe snel tijds. In een tweede fase volgt het de ideeën van het humanisme in onderzoek en de ontsluiting naar de 16de eeuw, en van revolutio- een breder publiek via publicanaire denkers zoals Copernicus, ties, tentoonstelling en digitaliGalileï en Newton in de 17de en sering.” 18de eeuw in de cursussen opdo- “Daar hebben we heel wat geld voor nodig”, stelt Jan Roegiers. ken...” “De aantekeningen – in het La- “Gemiddeld kost de restauratie tijn – zijn versierd met tekenin- van een collegedictaat 500 euro. gen, spreuken en – soms scato- Dat overtreft natuurlijk de gewone logische – grappen. Die vormen werkingsmiddelen van de biblioeen bron voor wat leefde onder theek – daarmee kunnen we misde studenten. Zo wemelt het van schien elk jaar een dictaat of tien de verwijzingen naar drank en beschermen. We krijgen een subtabak.” Het was ook gebruikelijk sidie van de provincie Vlaams-Braom gravures te kopen om tussen bant, maar de steun van de alum-
Ekonomika Alumni Ekonomika Alumni’s ‘5 Young Generations One year later-BBQ’, voor alle afgestudeerden TEW, EW en HIR van het promotiejaar 2009 • 26 juni, 19u, Naamsestraat 69 • Info:
[email protected], (t) 016 32 66 90 • http://www.ekonomika-alumni. be/ Ekonomika Alumni Antwerpen Golftornooi met diner • 2 september, 11u30, Cleydael Golf Club, Groenenhoek 7-9, Aartselaar • Info:
[email protected], (t) 016 32 66 90 • http://www.ekonomika-alumni. be/ Alfagen Geneesmiddelen: update van regelgeving en ontwikkeling • 16 oktober, 9u, O&N1, GA3, Herestraat 49, 3000 Leuven • Info: Inge.Moerman@med. kuleuven.be, (t) 016 33 74 76, (f) 016 33 74 36
“Gemiddeld kost de restauratie van een dictaat 500 euro.”
ni is onmisbaar om het project tot een goed einde te brengen.” “Wij nodigen de alumni uit om minstens 50 euro te storten”, voegt Frans van Daele eraan toe. “Vanaf 30 euro krijgen ze een fiscaal attest. Wie 500 euro of meer stort wordt peter of meter van een collegedictaat en krijgt een
(© Rob Stevens)
vermelding in het beschermde werk, de onlinecatalogus en alle publicaties. De schenker wordt dan meteen ook lid van de Raad van de hoofdbibliothecaris.” Alumni kunnen storten op rekeningnummer 734-0194177-89 van de K.U.Leuven met vermelding: 400/0004/47653.
Alumnireis Valencia Van 25 tot 28 november organiseert Alumni Lovanienses een alumnireis naar Valencia. We bezoeken onder meer het historische centrum, de oude stadswijk en de havenregio, het archeologisch museum Almoina, de Ciudad de las Artes y las Ciencias, de Oceanographica, het museum van Schone Kunsten en het museum van Keramische Kunsten. We overnachten drie maal in een viersterrenhotel. Begeleiding: Erik Gobin en lokale gids. • De richtprijs bedraagt 1.095 euro per persoon bij minimum 25 personen; bij 21 deelnemers bedraagt de prijs 1.135 euro (supplement van 125 euro voor éénpersoonskamer, aantal beperkt) • http://alum.kuleuven.be/reizen/ Valencia.html • Inschrijven voor deze reis kan via Avatours nv, (t) 056 21 50 00,
[email protected]
Afbeelding links: Tekeningen van dwergen zijn, om een nog onbekende reden, een terugkerend thema in de collegedictaten. Het opschrift bij deze tekening (1669-1670) heeft wellicht een moraliserende betekenis en bevat vermoedelijk een waarschuwing voor de gevaren van een al te losbandig studentenleven.
Afbeelding rechts: In deze tekening uit een collegedictaat (1676-1677) wordt de concurrentiestrijd verbeeld tussen de vier peda’s waarin de studenten van de tweejarige basisopleiding aan de artes-faculteit waren ingedeeld en die elk hun eigen symbool hadden. De valk wordt vertrappeld, de lelie opgegeten en de burcht omvergestoten door het varken, dat ook nog even zijn behoefte doet op de toren van de burcht. (© Rob Stevens)
23 juni 2010
Universiteitsfonds 17
Nieuwe stap in onderzoek voet-enkelcomplex De leerstoel Berghmans-Dereymaeker, voor onderzoek betreffende het enkel-voetcomplex, wordt voor drie jaar verlengd. Binnen deze leerstoel ontwikkelde een multidisciplinair team de voorbije vijf jaar een simulator (foto) die de voetafrol perfect nabootst. Aan de simulator wordt een kadavervoet vastgehecht. De machine stimuleert dan de zes belangrijkste spieren en spiergroepen en de onderzoekers meten de effecten. Professor Ilse Jonkers: “We kun-
nen met onze simulator de voet belasten zoals bij een mens die stapt of loopt, en elk van de spiergroepen apart meer of minder aanspannen. Zo simuleren we de voetafrol van gezonde mensen, maar ook van patiënten met afwijkingen zoals platvoet, holvoet en hamerteen. De effecten worden gemeten met een driedimensionaal registratiesysteem.” “De meeste simulators halen snelheden tussen 5 en 20 seconden, terwijl in de realiteit een volledige voetafrol maar één seconde
duurt,” zegt professor Jos Vander Sloten. “Dit toestel haalt die hoge snelheid.” Jonkers: “Daardoor krijgen we een beter inzicht in de voetfunctie en dat helpt om verfijnde diagnoses te stellen en doelgerichter te behandelen.” De onderzoeksresultaten helpen ook om de leefbaarheid van protheses te verlengen. “De initiatiefnemer voor deze leerstoel is professor Greta Dereymaeker, internationaal een van de leidende specialisten in voet- en enkelproblemen”, zegt
Vander Sloten. “Baron Jean-Pierre Berghmans, voorzitter van de Lhoist Groep, kent haar persoonlijk en investeert sinds 2004 in fundamenteel onderzoek naar het voet-enkelcomplex. Hij zegde nu een verlenging toe van drie jaar.” Met die fondsen wordt een doctoraatsstudent aangeworven die zal werken aan de verdere verbetering van diagnose- en behandelingstechnieken. (jp) Lees een uitgebreide versie van dit artikel op http://dagkrant. kuleuven.be/?q=node/8267
Foto links: Met de leerstoel BerghmansDereymaeker kon een simulator van het enkel-voetcomplex worden ontwikkeld. Foto rechts: V.l.n.r. prof. Jos Vander Sloten, prof. Ilse Jonkers, barones Berghmans, baron Berghmans en prof. Greta Dereymaeker
Telex Alumni *** Op de laatste pagina van dit nummer maakt u kennis met burgerlijk ingenieur Bart Van Dyck, die als acrobatisch komiek de wereld rondreist. Voornaamgenoot en bio-ingenieur Bart Cannaerts koos ook voor een carrière in de humor. Als stand-upcomedian won hij in 2007 Humo’s Comedy Cup en momenteel toert hij rond met zijn eerste avondvullende voorstelling Ik tel tot tien! Daarnaast is Cannaerts één van de creatieve breinen achter het productiehuis Shelter. Dat heeft met Benidorm Bastards een internationale hit te pakken: de bejaarde practical jokers maken in september kans op een Gouden Roos op het gelijknamige televisiefestival in het Zwitserse Luzern. Het geluk kan trouwens niet op voor Cannaerts: onlangs mocht hij in het Canvas-programma Mag ik u kussen? de lippen van Showbizz Bart op de zijne verwelkomen.
(© Rob Stevens)
“Alumni moeten wetenschappelijk onderzoek mee financieren” “Belgen vinden volgens mij ten onrechte dat de overheid niet alleen hun opleiding, maar ook alle wetenschappelijk onderzoek moet financieren”, zegt baron Jean Peterbroeck bij de installatie van een nieuwe leerstoel voor kankeronderzoek, gefinancierd door het fonds dat de naam draagt van zijn overleden zoon. Jaak Poot Baron Jean Peterbroeck (73) is een van de stichters van vermogensbeheerder Petercam en was ook jarenlang voorzitter van de Brusselse beurs. In die functie was hij de geestelijke vader van de BEL20-beursindex. Toen zijn zoon – laatstejaarsstudent aan de economische faculteit van de K.U.Leuven – enkele jaren geleden op de leeftijd van 22 jaar bij een skiongeval verongelukte, richtte hij de Fondation Jean-François Peterbroeck op. Die sponsort de Brusselse school voor autisten Ecole des 4 Vents en bouwde in het Burundese Rema een ziekenhuis met verpleegsterschool. Ook mecenaat van wetenschappelijk onderzoek staat in de doelstellingen van de stichting. Baron Peterbroeck vindt niet dat de overheid alle wetenschappelijk onderzoek zelf moet financieren: “Ik had het geluk in de Verenigde Staten te studeren. Daar is het de gewoonste zaak van de wereld dat een gediplomeerde zijn studies terugbetaalt. Wie begaafd is en kansen kreeg, moet daarna mee financieren.” “Omdat ik zelf voor longkanker in behandeling ben bij profes-
sor Johan Vansteenkiste, vroeg ik hem voor welke onderzoeksprojecten hij financiering zocht. Toen hij me vertelde dat hij meer middelen nodig had voor verder onderzoek en verfijning van de techniek waarmee hij mij efficiënt behandelt, was mijn keuze snel gemaakt.” Begin deze maand startte de ‘Jean-Francois Peterbroeck Chair For Translational Lung Cancer Research’ aan de Afdeling Pneumologie van UZ Leuven. “Translational research betekent letterlijk: vertalend onderzoek”, legt professor Johan Vansteenkiste uit. “Het gaat om onderzoek dat de bevindingen van laboratoriumonderzoek vertaalt naar directe therapieën voor de patiënt. Zo legde laboratoriumonderzoek de laatste jaren een hele reeks mechanismen bloot die de werking van kankercellen beïnvloeden, met de aanmaak van nieuwe geneesmiddelen als direct gevolg. Concreet voor het domein van longkanker, waarin ik actief ben, zijn er nu zo’n zesentwintig mechanismen beschreven. Voor zes daarvan is medicatie in een gevorderde fase van onderzoek, twee geneesmiddelen zijn al geregistreerd in Europa, ook al werd
het achterliggende mechanisme pas in 2004 ontdekt. Ze zijn actief bij patiënten met een bepaalde mutatie in het EGFR-gen – epidermale groeifactor receptor.”
Het juiste geneesmiddel “De klinische praktijk is op dit ogenblik in staat om moleculaire afwijkingen in kankercellen op te sporen. Dat betekent een drastische verandering van de kankerbehandeling: we kunnen nu in veel gevallen medicatie voorschrijven die specifiek op de mutatie van de tumor ingrijpt. Vroeger moesten we via jarenlange studies uitzoeken welke behandeling best eerst kwam. Maar om die nieuwe benadering efficiënt toe te passen is meer onderzoek vereist.” “Wat is ons probleem? We hebben voldoende goed weefsel nodig om de genetische afwijkingen in kwaliteitsvol DNA op te sporen. Bij 25 tot 30 procent van de patiënten ontdekken we de kanker in een vroeg stadium. Dan verwijderen we de kankercellen operatief en hebben we een voldoende hoeveelheid weefsel voor onderzoek in het lab. Maar bij de meerderheid van de patiënten hebben de kankercellen zich al verspreid en dan helpt een operatie niet. Dan moeten we via bronchoscopie stukjes weefsel weghalen met een tangetje of een naald. Dan hebben we dus maar piepkleine weefselmassa voor onderzoek.” “Dat wordt nu precies de focus van deze leerstoel: welke longspecimens moeten we met welke DNA-techniek onderzoeken om optimale informatie voor de behandeling te verkrijgen. Moleculair onderzoek is enorm duur. Voor behandeling op grote schaal
is het dus nodig dat we efficiënte identificatiemethodes opzetten. Een groot deel van de middelen die de Fondation Jean-François Peterbroeck ter beschikking stelt, investeren we om op stukjes weefsel vier verschillende moleculaire tests uit te voeren en dan de resultaten wetenschappelijk te vergelijken. Een andere deel gaat naar de cofinanciering van een doctoraatstudent. Samen met docent Christophe Dooms ga ik dit uitdagend project aan. Dit type onderzoek is natuurlijk multidisciplinair. Zo zijn ook anatoompatholoog Erik Verbeken en geneticus Peter Vandenberghe er nauw bij betrokken.”
Kort In memoriam Annick Myny-Vanderpoorten Op 29 mei overleed Annick Myny-Vanderpoorten (geboren 31 juli 1961), oprichtster van het Fonds Myny-Vanderpoorten dat het wetenschappelijk borstkankeronderzoek wil steunen. Het Leuvens Universiteitsfonds en professor Caroline Weltens willen de familie en vrienden van Annick hun diepste medeleven betuigen en hun innige dank uitspreken voor de steun die ze vanwege het Fonds mogen ontvangen. http://www.mynyvanderpoorten.be
Nieuwe leerstoel Op 8 juni werd de Ferring Chair in Reproductive Medicine ingehuldigd (titularis: prof. dr. Thomas D’Hooghe).
*** Political Bizz Bart De Wever (foto) en Elio Di Rupo: ook zij deelden recent een fauteuil voor verkennende gesprekken – in welke taal, dat is ons niet bekend. Dat informateur en historicus Bart De Wever geregeld uitpakt met een Latijnse spreuk verbaast ons alleszins niets. In onze Dagkrant uitte de oud-student geschiedenis onlangs nog zijn bewondering voor de oude Romeinen: “Vandaag gaat het er in de politiek net zo aan toe als in de eerste eeuw voor onze tijdrekening, in de gloriedagen van staatslieden als Cicero en Caesar. De zeden zijn verzacht, dat geef ik toe. Tegenstrevers schakelen we niet meer uit door ze een dolk in de rug te planten, we voeren ze gewoon af naar het Europees parlement.” *** Vier Barten in één kolom: dat mag volstaan. Graag maken wij hier nog even plaats voor goed nieuws over een Stijn, meer bepaald romanist en theatermaker Stijn Devillé. Zijn muziektheatergezelschap Braakland/ZheBilding mag zich voor drie jaar officieel Leuvens Stadsgezelschap noemen. Dankzij de erkenning kan BZB rekenen op subsidies, productieopdrachten en financiële steun voor huisvesting. Eind vorig jaar kreeg Devillé voor Hitler is dood al de Taalunie Toneelschrijfprijs voor het beste nieuwe stuk in het Nederlands taalgebied. *** Voor andere scribenten is de Telexschrijfprijs het hoogst haalbare. Zucht, (rvh)
18 Erfgoed
campuskrant
Puzzelen met prehistorisch materiaal Naast collecties fossielen en bodemprofielen – die we eerder al voorstelden in Campuskrant - herbergt het Geo-Instituut in Heverlee ook een verzameling stenen werktuigen en potscherven van onze verre voorouders. “Ze geven ons een schat aan informatie over de productietechnieken die de prehistorische mensen gebruikten”, zegt professor Philip Van Peer, die de collectie beheert. Tim Willekens “Wat vandaag van de prehistorische collectie rest, is eigenlijk maar een deel van wat we ooit hadden,” vertelt professor Van Peer. “De beste stukken zijn zo’n twintig jaar geleden gestolen, waaronder een prachtige verzameling Scandinavische bijlen. Sinds de verhuis naar het Geo-Instituut hebben we wel wat meer controle, maar echt voorkomen kan je zo’n diefstal natuurlijk nooit. Het doel van onze collectie is immers vooral dat studenten en onderzoekers ermee kunnen werken, je kan de stukken dus niet zomaar achter slot en grendel opbergen.” Het overgrote deel van de verzameling bestaat uit lithisch en keramisch materiaal uit de prehistorie: stenen werktuigen en potscherven van onze verre voorouders. De collectievorming startte rond het begin van de twintigste eeuw, toen de universiteit materiaal begon aan te kopen bij antiekhandelaars. Van Peer: “De aangekochte stukken zijn meestal eind negentiende, begin twintigste eeuw opgegraven in grotten van de Dordogne-streek, op dat vlak één van de rijkste regio’s in Europa. Jammer genoeg gebeurde dat vaak onoordeelkundig, zonder veel contextuele informatie te verzamelen over de precieze vindplaats en de bodemlaag. Omdat we ze daardoor moeilijk kunnen plaatsen, zijn de aankopen net als een groot gedeelte van schenkingen en uitwisselingen wetenschappelijk niet erg waardevol. Didactisch hebben ze echter wel degelijk hun waarde: we gebruiken ze bijvoorbeeld om verschillende prehistorische productieprocessen aan te tonen. Daarin is onze verzameling overigens zowat de meest uitgebreide van Europa.” Een ander gedeelte van de collectie hebben de Leuvense onderzoekers zelf opgegraven, waardoor er
zeker voldoende contextinformatie beschikbaar is. “De meeste items komen uit België, Egypte en Soedan, en vormen nog volop het voorwerp van wetenschappelijk onderzoek. Omdat we een erg belangrijke Afrikaanse collectie hebben, krijgen we regelmatig buitenlandse onderzoekers over de vloer.”
Puzzelen In de collectie zitten ook stukken van een paleolithische nederzetting in de buurt van Luxor, waar vuursteen werd ontgonnen en bewerkt. “In zijn geologische context komt vuursteen gewoonlijk voor in de vorm van blokken of afgeronde keien, die dan tot gebruiksvoorwerpen werden bewerkt door er stukken af te slaan. Elk van die stukken draagt dan wel sporen van vroegere bewerkingsfasen, maar het is onmogelijk om er het volledige productieproces op af te lezen. Het unieke is dat we erin slagen van sommige vuursteenknollen letterlijk alle stukjes weer ineen te puzzelen. Op die manier krijgen we een schat aan informatie over de technieken die de prehistorische mensen gebruikten om werktuigen te maken.” Om de herkomst en het gebruik van opgegraven stukken te kunnen determineren legden de Leuvense archeologen ook twee referentiecollecties aan. “Voor een eerste verzamelden en documenteerden we vuursteenmateriaal van de verschillende vindplaatsen in België, Zuid-Nederland en Noord-Frankrijk. Daardoor kunnen we van een vondst bepalen waar de makers hun materiaal vandaan haalden. Daarnaast hebben we ook experimentele items: stukken vuursteen die we zelf bewerkten of lieten bewerken als referentiemateriaal voor het gebruik en de verschillende stadia van het productieproces.” In de tentoonstellingsruimte
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: Sam Eykens Master in Chemistry – Doctoraal student in de Afdeling Kwantumchemie geboren op 4 maart 1985 en overleden op 21 mei 2010 Professor Jan De Bondt Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde geboren op 3 maart 1919 en overleden op 28 mei 2010 Professor Arnold Michels Emeritus hoofddocent aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen en gewezen kinesitherapeut en stageleider in de UZ Leuven geboren op 13 januari 1942 en overleden op 15 juni 2010 Kanunnik Silvère Hanssens Erehoogleraar aan de Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht geboren op 31 december 1908 en overleden op 16 juni 2010
Professor Philip Van Peer met enkele prehistorische ‘puzzelstukken’
van het Geo-Instituut liggen ook nog wat stukjes prehistorie uitgestald. Al oogt de kast net opvallend leeg wanneer we er een kijkje nemen, de enkele stukken die er liggen zijn toch bijzonder. “Dit is bijvoorbeeld ijzeroxide dat als pigment werd gebruikt door één van de eerste Homo sapiens-populaties in Soedan. De klompjes werden gevonden op de oudst bekende site waar sporen te vinden zijn van moderne cognitie: symbolische connotaties, het gebruik van kleuren en rituelen.”
Zware arbeid Een ander opvallend stuk is het afgietsel van een menselijk bot. “Het oorspronkelijke fossiel komt uit een graf op één van de ontginningssites in Egypte, waar duidelijke sporen gevonden zijn van mijnbouw in het Paleolithicum. Terwijl archeologen meestal enkel
benoemd of onderscheiden Dieter Brems, verbonden aan de Afdeling Geologie van het Departement Aard- en Omgevingswetenschappen, won op het 38ste International Symposium on Archaeometry in Tampa, Florida, de Martin Aitken Prijs voor beste poster met het werk ‘Nd isotopic variation in Mediterranean sand deposits and its applicability as a tracer for raw materials used in ancient glass production’ (promotor professor Patrick Degryse). Doctor Gert De Cremer, onderzoeker bij het Centrum voor Oppervlaktechemie en Katalyse, heeft de eerste prijs ter waarde van 10.000 euro gewonnen in de DSM Science & Technology Awards 2010. De Cremer ontving de prijs voor zijn proefschrift ‘In situ monitoring of dynamics in redox chemistry by fluorescence micro- and nanoscopy’ (promotor professor Bert Sels).
(© Rob Stevens)
steenfragmenten terugvinden, is dit een zeldzaam restant van één van de paleolithische mijnwerkers. De botten vertonen zelfs bepaalde kenmerken die het gevolg zijn van zware fysieke arbeid.” Het gedeelte van de wetenschappelijke collectie dat niet in gebruik is, ligt in een afgesloten ruimte opgeslagen in houten en plastic bakken. “Hoewel het erg veel tijd vraagt en je er eigenlijk een fulltime medewerker voor kan gebruiken, is onze database over die stukken goed op orde. Enkel op die manier kan je stukken gemakkelijk terugvinden en ze samen met alle informatie over de opgraving ter beschikking stellen aan onderzoekers.” De didactische stukken liggen dan weer in oude houten kasten die destijds mee naar Heverlee verhuisden vanuit de Redingenstraat. “Momenteel werken we
aan een nieuwe thematische ordening. Vroeger had men vooral aandacht voor de morfologische classificatie van vermeende werktuigen en probeerde men daaruit informatie over de culturele identiteit van de gebruikers af te leiden. Tegenwoordig focussen we echter voornamelijk op de productieprocessen zelf en de manier waarop de werktuigen ruimtelijk georganiseerd werden. Vanuit die nieuwe benadering willen we graag ook onze didactische collectie herindelen.” Er zijn zelfs vage plannen om nadien nog een stapje verder te gaan. “We denken eraan om voor buitenlandse studenten intensieve opleidingen in de lithische analyse te organiseren tijdens summer schools. Op die manier zouden nog meer archeologen in spe gebruik kunnen maken van onze rijke verzameling.”
Doctor Tine Huyse, verbonden aan de Afdeling Dierenecologie en -systematiek, heeft op 3 juni de MERIAL-Award 2010 voor parasitologie ontvangen. Aan deze jaarlijkse prijs is een oorkonde en een bedrag van 3.000 euro verbonden. Tine Huyse ontving de onderscheiding voor haar populatie-genetische studies naar parasitaire worminfecties.
sidad Catolica, Damaso A. Larranga in Montevideo, Uruguay, een lezing gehouden getiteld ’Policy development is one step; policy implementation is an giant step’. Aansluitend werd hem de titel Profesor ad Horem de la Facultad de Ciencias Humanas toegekend.
Professor Herman Van Coppenolle (FaBeR) ontving op 28 mei een eredoctoraat van de universiteit van Oradea (Roemenië). In de laudatio werd vooral zijn bijdrage tot de ontwikkeling van motorische therapie voor psychiatrische patiënten belicht, evenals zijn rol in de uitbouw van Europese en wereldomspannende masterprogramma’s. Emeritus professor Roland Vandenberghe, verbonden aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, heeft op 27 mei, tijdens een conferentie naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van de Univer-
Professor Geert Verbeke, verbonden aan het Interuniversitair Instituut voor Biostatistiek en statistische Bioinformatica (I-BioStat), is op voordracht van rector Mark Waer aangesteld tot Coördinator Biostatistiek bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Professor Verbeke zal een team leiden dat het FAGG zal bijstaan in de interactie met het European Medicines Agency (EMA), voor alle biostatistiek-gerelateerde aangelegenheden. Professor Hans Wildiers, verbonden aan de Afdeling Experimentele Oncologie, heeft de LKI-Novartis Oncology Prijs ter waarde van 20.000 euro ontvangen.
23 juni 2010
doctoraten Godgeleerdheid
Ad Valvas 19 5 mei - Bart Jacobs Fruits and seeds of Dipsacales: Morphology and evolution 5 mei - Volker Leen Synthesis and application of reactive BODIPY dyes 7 mei - Huynh Thien Ngo Meso-pyrimidinylcorroles-versatile building blocks for functional corroles and multichromophoric systems 11 mei - Hong Xu Expression of molecular chirality at the liquid-solid interface 20 mei - Liesbeth Badisco Study of the neurohormonal and molecular regulation of reproduction and phase transition in the desert locust, Schistocerca gregaria 20 mei - Bram Wynants Structures of nonequilibrium fluctuations: dissipation and activity
24 april - Joris Gielen Ethical Attitudes and Religious Beliefs at the End of Life: A Study of the Views of Palliative Care Nurses and Physicians in Flanders (Belgium) and New Delhi (India) 12 mei - Elias Lopez Perez Excessive Love amidst the Unforgivable Political-Mystics & MestizoForgiveness in Conflict & Peace 18 mei - Jean-Baptiste Sebe Le Christ, l’écrivain et le monde: théologie et oeuvres littéraires chez Hans Urs von Balthasar 18 mei - Pieter De Witte Doctrine, Dynamic and Difference. A Critical Study of the Emergence of a Differentiated Consensus between Lutherans and Roman Catholics on the Ingenieurswetenschappen Doctrine of Justification and of Its Official Reception in the Joint Declaration 26 april - Bert Vanhooff Loosely Coupled Transformation Hoger Instituut voor Chains. How to Enable Transformation Wijsbegeerte Reuse with Traceability Information 30 april - Bart Saint Germain 18 mei - Tom Jacobs Kritiek van de zuivere Verlichting. Naar Distributed Coordination and Control for Networked Production Systems een dialectiek van de universaliteit 3 mei - Koen Deschacht Rechtsgeleerdheid Weakly Supervised Methods for Information Extraction 29 april - Bart Coppein 4 mei - Jiun-De Chen Edmond Picard (1836-1924), actor en Designerly Ways of Knowing in Teachgetuige van een veranderend Belgisch ing the Entry-Level Architectural rechtsdenken in Europees perspectief aan het einde van de negentiende eeuw Studio 5 mei - Steven Vandebril 7 mei - Kathleen Gutman Control of Morphology and Properties The Constitutionality of European of Immiscible Polymer Blends by AddiContract Law tion of Nanoparticles 10 mei - Bram Delbecke De lange schaduw van de grondwetge- 7 mei - Bert Van Genechten Trefftz-Based Mid-Frequency Analysis ver. Perswetgeving en persmisdrijven of Geometrically Complex Vibroin België, 1831-1914 Acoustic Systems - Hybrid MethodoloEconomie en gies and Multi-Level Modelling Bedrijfswetenschappen 10 mei - Peter Nganga Muchiri Performance Modelling of Manufactur17 mei - Kristof Stouthuysen ing Equipment with Focus on MainteFormal control in interfirm service nance exchanges 10 mei - Peter Karsmakers Sociale Wetenschappen Sparse Kernel-Based Models for Speech Recognition 29 april - Nathalie Sonck Opinion formation: the measurement of 11 mei - Raf Van de Plas Tissue Based Proteomics and Biomaropinions and the impact of the role of ker Discovery - Multivariate Data the media Mining Strategies for Mass Spectral 18 mei - Sara Vissers Internet and Political Mobilization: The Imaging 12 mei - Philip Eyckens effects of Internet on political particiFormability in Incremental Sheet Formpation and political equality ing: Generalization of the MarciniakLetteren Kuczynski Model 17 mei - Joaquin Vanschoren 24 april - Godelieve Verheyden Understanding Machine Learning PerAchter de lijn. Vier empirische studies formance with Experiment Databases over ontluikende stelvaardigheid 17 mei - Ruben Smits 28 april - Koenraad Van Gorp Robot Skills: Design of a Constraint‘Meester, wat is genen?’ De effectiviBased Methodology and Software teit van kennisconstructie en schoolSupport taalverwerving bij NT2-leerlingen aan 18 mei - Johan Loeckx het einde van het basisonderwijs Methods for Simulating and AnalysPsychologie en Pedagogi- ing the Effects of EMC on Integrated sche Wetenschappen Circuits 20 mei - Izabela Kuzma-Filipek 7 mei - Inneke Kerkhof Advanced Epitaxial Silicon Solar Changing and assessing valence Cells on Low Cost Silicon Substrates 10 mei - Anja Van den Broeck by Means of Porous Silicon Internal Work Motivation. A Perspective from Reflectors the Job Demands-Resources Model and the Self-Determination Theory
Wetenschappen
Bio-ingenieurswetenschappen
26 april - Pieter Tibboel Asymptotics of reproducing kernels and recurrence coefficients 27 april - Wim Van Dessel Evaluation of land cover change models in rural areas in Central and Eastern Europe 27 april - Brecht Iserbyt Insights in platelet integrin alpha 2 beta 1 affinity modulation 30 april - Griet Holsbeek Sneaky invasions in European water frogs
23 april - Tuyet Nguyen Thi A comparative polyphasic study of 10 Pratylenchus coffeae populations from Vietnam 26 april - Ellen Ons Evaluation of ‘Bacterial ghosts’ with iron receptors for protection against avian pathogenic Escherichia coli (APEC) 10 mei - Charlie Van Doorslaer Redoxreacties in ionische vloeistoffen gekoppeld aan productafscheiding 10 mei - Teddious Mhizha
Increase of yield stability by staggering the sowing dates of different varieties of rainfed maize in Zimbabwe 14 mei - Priscilla Verjans Functionality of extremophilic xylanases in bread making 17 mei - Bram Pareyt Factors governing the quality of sugar-snap cookies: functionality of wheat constituents, sugar and fat 17 mei - Gert De Cremer Katalytische en microscopische studie van redoxkatalyse met gedragen transitiemetalen
Geneeskunde 23 april - Mohammad Shahrooei Identification of potential targets for vaccination against Staphylococcus epidermidis biofilms 23 april - Katryn Scheys The glycolysis-lipogenesis axis in cancer cells: mechanisms of coordinated regulation and implications for membrane biology 26 april - Bart Vandenberghe Validation of 2D and 3D Imaging Modalities for Periodontal Diagnosis 28 april - Patrick Mullie Relationship between dietary pattern, health, lifestyle and socioeconomic position 29 april - Greetje Vande Velde Reporter gene-based non-invasive imaging in rodent brain 3 mei - Sofie Huybrechts Peroxisome dynamics in mammalian cells: a fluorescence-based approach 4 mei - Eyayu Kefyalew Belay Development and Application of Transposon Technology as Non-viral Gene Delivery Approach for Genebased Therapies 7 mei - Vincent Vandecaveye Minimal invasive imaging of the tumoral micro-environment in squamous cell carcinoma of the head and neck: value of diffusion-weighted and dynamic contrast-enhanced magnetic resonance imaging for tumour detection, regional staging and treatment follow-up 7 mei - Inge Petrus Development and evaluation of improved gene therapy strategies for hemophilia, based on adenoassociated viral vectors 10 mei - Carlo Missant The effects of thoracic epidural anesthesia on right ventricular contractility and right ventriculovascular coupling 11 mei - Elke Bogaert The role of the GluR2 subunit in the selective vulnerability of motor neurons to excitotoxicity: relevance for amyotrophic lateral sclerosis (ALS) 12 mei - Veroniek Saegeman Microbiological contamination and decontamination of allogeneic tissues 14 mei - Isabelle Guelinckx Pregnancy and obesity: clinical approach and nutritional management 19 mei - Liesbet Lieben Active Intestinal Calcium Absorption. Importance for Calcium and Bone Homeostasis 19 mei - Anne Debeer Antenatal interventions to promote lung maturation and growth in prematurity 21 mei - Quinten Remijsen Effects of the scorpion venom peptide parabutoporin on human neutrophil functions
RECHTgezet
Zijn muggen verzot op zoet bloed? Reiner Van Hove “Stroomt er soms cola door mijn aderen?” Die vraag drong zich aan uw Rechtgezet-reporter op toen hij, op vakantie aan een Fins meer, het favoriete doelwit van de plaatselijke luchtmacht bleek. Er moet dus wel een suikerachtig sapje door zijn aderen vloeien. Immers: wie zoet bloedt, mug ontmoet. Dienen alle zoetbloedigen zichzelf intraveneus een zoutoplossing toe te dienen om een einde te maken aan hun ongewenste populariteit in muggenmiddens? Toch eerst eens langsgaan bij entomoloog Johan Billen. “Aan die volkswijsheid hecht ik weinig geloof”, zegt hij. “Zelfs als muggen een voorkeur zouden hebben voor zoet bloed, kunnen ze vooraf niet detecteren wie dat in de aderen heeft en wie niet: de bloedvaten vormen immers een afgesloten systeem. Anders gezegd: of de soep lekker is, weten ze pas als ze proeven. De smaak van het bloed kan dus geen rol spelen bij de keuze tussen u en uw bedgenoot.” In tegenstelling tot een wespensteek blijkt een muggenbeet trouwens een omslachtige klus. Billen: “Onderzoekers hebben het steekgedrag van muggen geobserveerd en getimed. Het blijkt verrassend lang te duren voor ze tot bij het bloed geraken: ze moeten ongeveer vijftig seconden boren. Daarvoor gebruiken ze zes stiletvormige monddelen, die ze links-rechts alternerend in de
bloedvatwand prikken.” Maar terug naar onze vraag: als muggen hun slachtoffers niet selecteren op de smaak van het bloed, waarop dan wel? Recent beweerden Britse onderzoekers dat de samenstelling van ons zweet een rol speelt: transpiratie met een grote hoeveelheid zoete componenten – ketonen – zou muggen weghouden. “Dat zweet een factor is, kan ik best aannemen,” zegt Billen. “De barrière van de huiddikte is er immers niet bij zweet: het zit aan de oppervlakte en muggen moeten er dus niet vijftig seconden naar zitten boren. Zoals alle insecten hebben ze sterk ontwikkelde receptoren op hun antennes, waarmee ze allerlei componenten kunnen detecteren.” Er zijn – zo wezen andere onderzoeken uit – wel meer elementen die kunnen bepalen of je een muggenmagneet bent of niet. Billen: “Lichaamstemperatuur speelt bijvoorbeeld zeker een rol, en de CO2 die we uitademen blijkt ook een sterk lokkende factor te zijn. Daarom ook zouden zwangere vrouwen meer last hebben van muggen: zij produceren tot 21 procent meer CO2 dan nietzwangere vrouwen.” Tot slot: toont een insectenkenner beroepshalve genade als hij zo’n zoemende ellendeling betrapt op een onaangekondigde prikactie? “Nee hoor, het is niet omdat ik een entomoloog ben dat ik die beestjes braaf hun gang laat gaan. Vanochtend heb ik er nog eentje doodgemept!”
Bewegings- en Revalidatiewetenschappen
[conclusie]
19 mei - Karen Caeyenberghs Motor behavior in children and adolescents with traumatic brain injury: Brain structure and function
Muggenmoe? Zweet zoet en raak niet zwanger!
20 Buitenkant
campuskrant
(© Ingrid Hannes)
In het krijt
Op dinsdag 1 juni organiseerden de Stad Leuven en de K.U.Leuven een viering voor zuster Jeanne Devos, eredoctor en al 25 jaar bezielster van de National Domestic Workers’ Movement, die vecht tegen mensenhandel en misbruik van kinderen en vrouwen in huisarbeid. Kinderen uit het Leuvense versierden het parcours van de viering met kleurrijke krijttekeningen, in aanwezigheid van zuster Jeanne Devos en professor Peter Adriaenssens, voorzitter van het Zuster Jeanne Devos Fonds voor Kinderrechten van de K.U.Leuven.
Burgerlijk ingenieur Bart Van Dyck (43) reist als acrobatische komiek de hele wereld rond.
“ Ik wil zoveel mogelijk ervaren, en als Barto kan dat” Tine Bergen “Ik ben aan de studie burgerlijk ingenieur begonnen omdat mijn leraar wiskunde het me afraadde. Dat was een extra motivatie om het diploma net wel te halen. Ik droomde ervan de wereld te zien, en in Afrika werken als burgerlijk ingenieur was een compromis dat mijn ouders konden aanvaarden. Maar toen ik tijdens mijn burgerdienst workshops volgde over werken in Afrika, realiseerde ik me dat je als ingenieur in Afrika vooral op één vaste plaats werkt en niet echt veel van het continent ziet.” “Ik ging aan de slag bij een bedrijf in Brussel, maar ik zat wel elke avond in de circusschool. Tijdens de examenperiodes had ik vaak gejongleerd om mezelf af te reageren en in Ecole sans Filet ging er dan ook een wereld voor mij open. Na een jaar trok ik naar Canada, met het idee me na de zomer in te schrijven bij de
school voor bewegingstheater van Jacques Lecoq in Parijs. Ik was op dat moment immers al 24, te oud om nog aan een professionele circusopleiding te beginnen.” “In Montréal oefende ik in een park, tot een toerist me twee dollar toestopte en ik me realiseerde dat ik met mijn oefeningen ook geld kon verdienen. De volgende dag stond ik op de hoek van een drukke winkelstraat en een week later had ik een kleine straatshow in elkaar geknutseld. Op een jongleerbijeenkomst leerde ik Martine kennen, die ook als straatartieste werkte. Via straatoptredens en festivals trokken we de zomer nadien door Europa. Als er geen publiek was, verkochten we zelfgemaakte jongleerballen. In de herfst gingen we naar Japan. Onze show liep daar zo goed dat we er enkele jaren bleven en van daaruit festivals bezochten in Azië, Australië, Nieuw-Zeeland …” “Na enkele jaren wilden we
graag dichter bij familie wonen en kochten we een huis in Canada. Al zaten we de volgende dag alweer op het vliegtuig richting India. We hebben uiteindelijk – op papier althans – tien jaar in Québec gewoond, waar we drie zonen kregen. In 2005 kreeg ik een uitnodiging om deel te nemen aan het prestigieuze Cirque de Demain in Parijs - mijn eerste kennismaking met de echte circuswereld. Zo kwam ik bij het moderne Duitse circus Flic Flac terecht. Rondreizen in een woonwagen met een circus was een ervaring die ik graag wilde meepikken. Nadien volgden verblijven in Frankrijk en Denemarken. Ondertussen is Brussel onze thuisbasis geworden.” “Bij het woord ‘clown’ denken mensen meteen aan het stereotype met de rode neus die over zijn eigen voeten struikelt. Dus omschrijf ik mezelf meestal als een acrobatische komiek. Mijn bekendste nummer is eigenlijk heel
Bart Van Dyck alias Barto.
toevallig ontstaan. Noodweer in Canada veroorzaakte een wekenlange elektriciteitspanne waardoor mensen werden samengebracht in centra waar ze de hele tijd op elkaars lip zaten. Om hen af te leiden ging ik er optreden. Ineens reikte iemand me een draadkapstok aan en zei: kruip hier eens door!” “Ik blijf onzeker over mijn eigen kunnen en daarom streef ik altijd naar beter. De steun van het publiek is voor mij ook essentieel. Ik
(© Bart Van Dyck)
werk zonder muziek, mijn timing is helemaal gebaseerd op reacties van het publiek.” “Ik vind dat je op de wereld bent om je leven zoveel mogelijk te verrijken. Als artiest kom ik overal achter de schermen en is elke dag anders. Ik ben waarschijnlijk de eerste die in een circus een loonfiche is gaan vragen, want de ingenieur in mij is er zeker nog. Maar ik wil zoveel mogelijk ervaren en als Barto kan dat.” http://www.barto.ca/