Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
2 6 me i 2 0 10 | nr 9 | 2 1s t e j a a r g a ng | w w w. k ul e u v e n . be / c k /
t i jdschrif t va n de k .u.l eu v en
“Geluk bestaat niet” le ven na leuven: Kinesither apeut en bondscoach georges leekens [14]
Zuchten doen we niet zomaar doctor a at over ‘de rese tknop van onze ademhaling’ [2] (© Rob Stevens)
Balgevoel
Stralend lenteweer, een recordopkomst en een geslaagd experiment met een levende klepel: het vijfde BeiaardfestiBal, op 19 mei, was een klinkend succes. Deze feesteditie – de beiaard blaast dit jaar vijfhonderd kaarsjes uit – lokte toepasselijk een vijfhonderdtal danslustigen naar het Ladeuzeplein. Na een initiatie gingen de deelnemers aan het koppel-, kring-, rij- en sliertdansen op livemuziek van de folkgroep Sakura en universiteitsbeiaardier Luc Rombouts. Als hoogtepunt van de avond werd een reuzenklok met levende klepel gevormd.
‘Zware’ televisiekijkers voelen zich kwetsbaarder Door de veelvuldige blootstelling aan gezondheidsproblemen op televisie schatten veelkijkers hun eigen kans op aandoeningen hoger in dan ‘lichte’ kijkers. Tot die vaststelling komt onderzoekster Marijke Lemal (School voor Massacommunicatieresearch) in haar doctoraat met de toepasselijke titel It could happen to you. Reiner Van Hove “Gezondheidsproblemen lijken een steeds prominentere plaats te krijgen op televisie”, begint Lemal. “Kijk maar naar de opkomst van zenders als Vitaliteit, die een groot deel van hun zendtijd aan health issues besteden. In mijn doctoraat ben ik nagegaan of de blootstelling aan aandoeningen op tv een invloed heeft op de risicoperceptie bij de kijkers. Zelf denk ik het ook wel eens als ik televisie kijk: ‘dat zou mij evengoed kunnen overkomen’.” Voor haar onderzoek ontpopte Lemal zich noodgedwongen tot een wetenschappelijk verantwoorde variant van de couch potato. “Samen met een collega bekeek ik 348 televisie-uitzendin-
gen uit één maand – samen goed voor meer dan 230 uur. Omdat we programma’s wilden analyseren waaraan veel mensen blootgesteld worden, baseerden we onze selectie op de kijkcijfers. Naast nieuws- en actualiteitenprogramma’s zat er dus ook comedy als FC De Kampioenen tussen. Het begrip ‘gezondheidsproblemen’ definieerden we ruim: het kon gaan om kanker of hartfalen, maar ook griep of verwondingen. Bij elke vermelding van een aandoening codeerden we een hele reeks contextvariabelen.”
Buikgevoel Dat betekende flink wat werk, want ziekte en fysieke ellende blijken inderdaad schering en inslag op het scherm. Lemal: “In
Verschijningsdata Campuskrant 2010
63 procent van alle uitzendingen kwamen gezondheidsproblemen aan bod, samen goed voor meer dan 10 procent van de zendtijd. Opvallend én zorgwekkend is de vaststelling dat er slechts in 43,8 procent van de gevallen iets over behandeling werd gezegd; over preventie zelfs maar in 1,4 procent. Die informatie is nochtans cruciaal als je het gezondheidsgedrag van mensen positief wilt beïnvloeden.” Maar welk effect heeft die stevige dosis gezondheidsproblemen op de risicoperceptie van de kijker? Om dat te achterhalen liet Lemal bachelorstudenten interviews afnemen van 905 Vlaamse respondenten. pagina 6
nr. 10 – 23 jun 2010 NR. 1/22 – 22 sep 2010
Sabeldief na 50 jaar ontmaskerd Professor z ana e tambal a over zijn succesvolle speurtocht in congo [3]
Vakantie is een mensenrecht colloquium vak antieparticipatie [4]
Depressie of normaal verdriet? filosoof Jerome C. Wakefield over he t pathologiseren van verdrie t [6]
“Schrijven is prachtige pijn” servot telezing me t David Mitchell [7]
Studenten plannen Vietnamese stad uniek pr ak tijkproject stedenbouw [8] nr. 2/22 –20 okt 2010
nr. 3/22 –24 nov 2010
nr. 4/22 –22 dec 2010
2 Nieuws colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
Redactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen
Redactieadres Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven 016 32 40 18,
[email protected]
Adreswijzigingen Alumni Lovanienses Naamsestraat 63 - bus 5601 3000 Leuven
[email protected]
Losse medewerkers Tine Bergen, Anneleen Cosemans, Jelle De Mey, Nadia Koeck, Lien Lammar, Jaak Poot, Jeroen Schreurs, Rob Stevens, Katrien Steyaert, Els Vandeborght, Henk Van Nieuwenhove
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens, Michael De Lausnay, Lemmert Photography
Cartoons Joris Snaet
Reclameregie Wouter Verbeylen T 016 32 41 46 Wouter.Verbeylen@dcom. kuleuven.be
Oplage 34.000 ex.
Drukwerk Eco Print Center, Lokeren
Verantwoordelijke uitgever Pieter Knapen Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven
campuskrant
‘Zuchten’ is onze natuurlijke reset-knop Als het werk zich opstapelt en de tijdsdruk toeneemt, slaken we wel eens een zucht. Dat gebeurt niet willekeurig, blijkt uit recent onderzoek. Zuchten is de reset-knop van onze ademhaling en houdt het volledige respiratiesysteem soepel om snel te reageren. Jelle De Mey Vreemd genoeg werd er nooit eerder grondig psychologisch onderzoek gedaan naar de functie van zuchten. Voor haar doctoraat ging Elke Vlemincx van de Onderzoeksgroep Gezondheidspsychologie na hoe onze ademhaling verandert in stresssituaties. Ze formuleerde de hypothese van de resetknop en wou nagaan of die klopt. In verscheidene experimenten werd de ademhaling gemeten in normale en meer stresserende omstandigheden door middel van twee banden rond de borstkas en de buik. “Onze resultaten tonen aan dat de ademhaling verschilt voor en na een zucht”, verklaart Elke Vlemincx. “We stellen inderdaad vast dat een zucht werkt als een algemene resetknop van de ademhaling.” Een gezond ademhalingssysteem is een evenwichtig, maar dynamisch en variabel systeem, dat het mogelijk maakt om snel te reageren op verschillende interne en externe factoren die bepalen hoe veel zuurstof we nodig hebben. De hypothese van de resetknop gaat ervan uit dat een zucht het dynamisch evenwicht in de ademhaling herstelt, wanneer dit evenwicht in gevaar komt. “Een fysiologisch systeem zoals onze ademhaling moet af en toe pieken om soepel te blijven. Zo leert ons lichaam flexibel te rea-
geren op onvoorziene omstandigheden. Een zucht is zo’n piekmoment, omdat de longinhoud dan veel groter is”, legt Vlemincx uit. Een zucht werd in het onderzoek gedefinieerd als minstens tweemaal het normale volume van de borstkas bij het inademen. “Ademhaling wordt bepaald door de frequentie, hoe snel we in- en uitademen, en het volume, de hoeveelheid lucht die we inen uitademen. Hoe snel en hoe diep we inademen varieert, van het ene moment op het andere ademen we trager, sneller, oppervlakkiger, dieper. Als we te lang op eenzelfde manier ademen, gaan onze longen erop achteruit. Ze worden taaier en minder efficiënt bij de gasuitwisseling.”
Volgens bodemdeskundigen van de K.U.Leuven, UCL en Lancaster University is de impact van bodemerosie op de ecosystemen van de aarde veel groter dan tot dusver werd aangenomen. Professor Gerard Govers van de Afdeling Fysische en Regionale Geografie stelt dat erosie de lokale voedselbevoorrading in gevaar kan brengen maar wijst anderzijds op een onverwacht positief effect van het proces. Bodemerosie zorgt ervoor dat er makkelijker koolstof in de bodem kan opgeslagen worden. Dit mechanisme remt de klimaatverandering af, omdat het verhindert dat er koolstof vrijkomt in de atmosfeer.
Snelle as
Onderzoekers van het Departement Werktuigkunde zijn erin geslaagd een as te laten roteren met een snelheid van 1,2 miljoen toeren per minuut. De as heeft een diameter van 6 mm en is opgehangen in luchtlagers, waardoor hij zweeft op een dun laagje lucht van slechts enkele micrometer dik. Doordat de as geen contact maakt met andere onderdelen is er geen sleet. Omgerekend haalt de as een omtreksnelheid van 377 meter per seconde, of Mach 1,1, dit is 1,1 maal de geluidssnelheid, een record binnen de wereld van de luchtlagertechnologie.
Opluchting “In stressvolle momenten, wanneer de respiratie niet evenwichtig gebeurt of te weinig varieert, kan een zucht de ademhaling resetten en de longblaasjes weer soepel maken. Dit zou gepaard gaan met een gevoel van verlichting. Daarom spreken we ook van een zucht van opluchting”, vertelt Vlemincx. Moeten we dan meer gaan zuchten? Te veel piekmomenten kan de ademhaling ook uit balans halen. Het resultaat daarvan zien we bijvoorbeeld bij mensen met paniekaanvallen, die niet herstellen van het zuchten. Voor
Bodemerosie
Leukemie hen is het belangrijk dat ze hun zuchten weer onder controle krijgen. Maar af en toe eens een diepe zucht slaken kan heilzaam werken. Elke Vlemincx verdedigt haar doctoraat op vrijdag 28 mei om 17u30 in het Wolfspoort Auditorium, Schapenstraat 34, Leuven
Onderzoekers van de K.U.Leuven en VIB hebben een nieuwe factor ontdekt in het ontstaan van lymfatische leukemie. In de cellen van de patiënten blijkt het specifieke gen PTPN2 niet langer te functioneren. Dat leidt ertoe dat de kankercellen langer kunnen overleven en nog sneller gaan groeien.
15.000 euro voor Haïti In januari riepen rector Mark Waer en LOKO-voorzitter Jonas Boonen de leden van de universitaire gemeenschap op om Haïti te steunen. Heel wat studenten, personeel, alumni en vrienden gaven blijk van betrokkenheid en
stortten een bijdrage. In totaal werd er 9721,88 euro ingezameld. Dat werd door de K.U.Leuven aangevuld tot 15.250 euro. Dit bedrag werd op 19 mei namens de universitaire gemeenschap door rector Waer overhandigd aan het Haï-
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer verschijnt op 23 juni. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
Dani Vandepoel, zuster Eugénie en rector Mark Waer
tiaanse project van de Dochters van Maria, de oprichters van het Paridaensinstituut en het Miniemeninstituut in Leuven. Zuster Eugénie, algemeen overste, nam de Leuvense steun in ontvangst. De voorbije eeuw hielpen de
zusters het onderwijssysteem in Haïti mee uitbouwen met onder meer de oprichting van lagere en secundaire scholen en instituten voor lerarenopleiding. Daarnaast zetten ze op het platteland ateliers en kleine coöperatieven op om vrouwen te leren lezen en schrijven om zo hun eigen situatie en die van hun gezin te verbeteren. De aardbeving van 12 januari maakte in een oogwenk tijd al dat werk met de grond gelijk. Vijftien zusters kwamen om het leven, anderen raakten gewond, bijna alle scholen en woongemeenschappen voor zusters en leerkrachten werden verwoest. Zo’n zesduizend leerlingen verloren niet alleen hun school, maar ook hun kans op opleiding, ontwikkeling en een toekomst. Met de Leuvense hulp komt de wederopbouw van de basis- en middelbare school van Christ Roi/Trou Sable in Port-au-Prince een paar stappen dichterbij, en kunnen de zusters starten met de structurele heropbouw van het schoolsysteem. Storten kan nog steeds op rekening BE04-7364-0253-7031 met referentie ‘Haïti, K.U.Leuven’, u (© Lemmert Photography) ontvangt een fiscaal attest.
26 mei 2010
Nieuws 3
De sabelpikker ontmaskerd In een speciale Congo-editie van 7 mei pakte Knack uit met een verhaal over de man die aan de vooravond van de onafhankelijkheid in Leopoldstad de sabel van koning Boudewijn zou hebben geroofd. “Ik pikte de degen van Boudewijn”, vertelde Longin Ngwadi aan auteur David Van Reybrouck die het verhaal opnam in zijn boek Congo, een geschiedenis. Niets daarvan! De echte sabelpikker werd ontmaskerd door de Leuvense professor Mathieu Zana Etambala en heet Ambroise Boimbo. Henk Van Nieuwenhove “Dinsdag 29 juni 1960 om kwart over 10. Belgische officieren en Congolese soldaten van de Weermacht vormen een erehaag langs de Boulevard Albert 1er. Achter hen staan duizenden en duizenden mensen te wachten tot de open ceremoniële wagen met koning Boudewijn en president Kasa-Vubu voorbij komt. De wagen is omringd door een cordon van blanke politiecommissarissen en zwarte soldaten van de militaire politie.” “Plots springt een keurig uitgedoste zwarte jongeman uit de massa, volgt de wagen even en grijpt, tot grote onthutsing van de ordehandhavers en alle toeschouwers, de sabel van koning Boudewijn van de achterbank weg. Hij waggelt eventjes, maakt enkele danspassen zwaaiend met de sabel en wordt overmeesterd door de politie. De sabel wordt gerecupereerd en de dader wordt naar het Leopold II-kamp weggebracht. Uit de eerste ondervragingen van een blanke kapitein die er van wacht is, blijkt dat het om een geestesziek iemand gaat. De psychiater van het Koningin Elisabeth-ziekenhuis bevestigt een half uur later de diagnose. Vervolgens wordt de sabelpakker, op persoonlijk bevel van koning Boudewijn, nog dezelfde dag vrijgelaten.” Zo begint het dagboek dat professor Mathieu Zana Etambala heeft bijgehouden over zijn zoektocht naar de sabeldief. Etambala werd in 1955 geboren in Congo en woont sinds 1962 in ons land. Hij is doctor in de geschiedenis en doceert aan de K.U.Leuven ‘Afrika en de kolonisering, 1500-1960’.
Vier kandidaat sabeldieven De sabeldiefstal zou een vergeten fait-divers geweest zijn als niet toevallig de Duitse fotograaf Lebeck op de juiste plaats had gestaan om de scene te vereeuwigen. De prent werd meteen symbool van de Afrikaanse onafhankelijksheidsgolf van 1960. Maar wie was nu die mysterieuze sabeldief en wat was zijn motief? Hierover deden na verloop van tijd vele verhalen de ronde. In het licht van de naderende viering van vijftig jaar Congolese onafhankelijkheid wer-
Geciteerd Auto’s hacken Gazet Van Antwerpen, 17.5.2010
Twee laptops en op maat gemaakte software, meer hadden de onderzoekers van universiteiten in Seattle en San Diego niet nodig om de controlesystemen van twee familiewagens te hacken. Na wat oefenen konden ze een rijdende wagen zonder remmen zetten of hem totaal onverwachts een noodstop laten maken. (…) “We werken eraan”, reageert Bart Preneel, professor cryptografie en informatiebeveiliging. “Grotere auto’s zijn op dit ogenblik al uitgerust met tachtig tot honderd computers. Het feit dat die computers kunnen worden gekraakt en gemanipuleerd, is al langer een zorg van de industrie. Zo proberen tuners in de computer van hun auto in te breken om de motor op te drijven. Maar ook de kilometerteller werkt digitaal, en daar kan dus mee worden gespeeld. In samenspraak met de auto-industrie werken we aan een beveiliging voor alle computers in de wagens.”
Taalhekken Knack, 19.5.2010
De Duitse fotograaf Lebeck vereeuwigde de diefstal.
den de opzoekingen naar de ware dader nog opgevoerd. Maar het is uiteindelijk professor Etambala en zijn team die het raadsel voor eens en voor altijd hebben opgeklaard. Dader is ene Ambroise Boimbo die rond 1980 stierf en op het kerkhof van Kintambo in Kinshasa gegraven ligt. Professor Etambala werd bij het verhaal betrokken als specialist van de onafhankelijkheidsperikelen van Congo om historisch wetenschappelijke ondersteuning te bieden bij een documentaire over de beruchte sabeldiefstal. “Toen we in september 2009 een eerste keer naar Congo vertrokken om het raadsel op te lossen, hadden we de namen van drie kandidaat sabeldieven: Diolenga, Boimbo en Longin”, zegt Etambala. “In Congo kwam er nog een vierde kandidaat bij; een zekere Mahungu.” “Over het motief van de daad circuleerden tal van theorieën die verband hielden met politieke clans, stammentwisten en traditionele rituelen. We zijn dan in de archieven gedoken op zoek naar schriftelijke bronnen, hebben oproepen gelanceerd via radio’s en kerken, getuigen opgezocht. We hebben ook kandidaat-dief Longin ondervraagd, die bij het bekijken van de bewuste foto van Lebeck uiteindelijk door de mand
viel. Hij beweerde immers dat koning Boudewijn te voet was toen hij hem de sabel ontfutselde, terwijl hij in werkelijkheid rechtop stond in een open ceremoniewagen. Zijn verhaal zat vol hiaten en tegenstrijdige informatie zodat
“Toen ik het document in handen kreeg, voelde het alsof ik de Lotto gewonnen had.” we hem konden schrappen op ons lijstje. Een aantal getuigen van het gebeuren brachten ons echter op het spoor van Ambroise Boimbo, een elektricien die een onopvallend bestaan leidde in Kinshasa maar getroffen werd door een psychische stoornis.” “Tijdens een tweede expeditie naar Kinshasa en Kikwit in januari vielen alle stukjes van de puzzel in elkaar en konden we Boimbo officieel uitroepen tot de enige
(© Robert Lebeck)
en echte sabeldief. Het is in de bibliotheek van CEPAS, bij de Jezuïeten in La Gombe in Kinshasa dat ik uiteindelijk het document vond dat alle twijfels nopens de identiteit van de dader wegnam. Daar stootte ik in een speciale editie van het blad Salongo op het artikel “La folle célébrité d’un fou joyeux: Boïmbo, le voleur de l’épée du Roi”, daterend van 30 juni 1985, waarin het hele relaas tot in de details weergegeven werd aan de hand van de getuigenis van een neef van Boimbo. Toen ik het document in handen kreeg, voelde ik me alsof ik de Lotto gewonnen had. Het is dankzij de medewerking van talrijke Congolezen, via radio en televisie, via de parochie, via buurtonderzoek, via bibliotheekonderzoek dat het team tot dit resultaat is gekomen.” De hele exploratie zal heel mooi te zien in de documentaire Boyamba Belgique van Serendipityfilms, die binnenkort zowel op RTBf als op Canvas te zien zal zijn. Het fameuze document over het leven van de sabbelpakker Ambroise Boimbo, uit Salongo, krijgt ook een ereplaats in de tentoonstelling over de onafhankelijkheid van Congo die op 11 juni wordt geopend in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika te Tervuren. http://www.boyambabelgique.be http://www.africamuseum.be
Ontdek hoe je een festival verovert. Begin op het podium van Marktrock. Inschrijven? netlog.be/kuleuven
Taalhistoricus Joop van der Horst waagde zich in zijn boek Het einde van de standaardtaal aan de opzienbarende voorspelling dat standaardtalen zullen verdwijnen. Is het gejeremieer van opiniemakers als Geert van Istendael, Mia Doornaert en Benno Barnard dan vergeefs? “Het is inderdaad verloren moeite. Taalpolitieke pleidooien zijn achterhoedegevechten geworden. Soms werken ze zelfs averechts. Zo probeert Frankrijk een hek rondom het Frans in stand te houden. Geen ongastvrijer taal in Europa dan het Frans! Het gevolg is dat Frankrijk een cultureel en wetenschappelijk eiland dreigt te worden.” (…) “Wie zich ongerust maakt over talige versplintering, dwaalt. Dankzij e-mail, chat en sms communiceren jong en oud met de hele wereld. Indien nodig in steenkolenengels of door vertaalprogramma’s, maar er wórdt gecommuniceerd en op een schaal die nooit eerder vertoond is. Er is geen toename van on-verstaanbaarheid, maar een gigantische toename van verstaanbaarheid. En ja, desnoods wordt die gerealiseerd door ondertiteling. Why not?”
Sporen scoren Het Belang Van Limburg, 19.5.2010
Door tv-series als CSI is de aandacht voor het sporenonderzoek toegenomen. Ook volksjury’s zijn ondertussen vertrouwd met sporenonderzoek, zegt Wim Van de Voorde, diensthoofd forensische geneeskunde UZ Leuven. “Zij beoordelen de zwaarste misdrijven, en door tv-series zijn hun verwachtingen soms onrealistisch. Tv-series tonen wat mogelijk is, maar niet op een realistische manier. Al heeft de grote aandacht ook voor een evolutie in de forensische wetenschappen gezorgd.” (…) Urenlang de plaats van een misdrijf afstappen op zoek naar sporen, DNA-onderzoek op bloedstalen, het vraagt veel tijd. En geld. “Terwijl rechters steeds meer belang hechten aan wetenschappelijk bewijs, wordt er beknibbeld op gerechtskosten. De eisen worden hoger, er zijn te weinig middelen en mensen. De betaling van het gerecht dekt voor een uitgebreid onderzoek maar de helft van de kosten.”
4 Nieuws
campuskrant
De echte man is een kind van zijn tijd Wat is typisch mannelijk gedrag? Het antwoord op die vraag blijkt in de loop van de negentiende eeuw vrij sterk te verschuiven, zo vertelt historica Josephine Hoegaerts. Op 31 mei verdedigt ze haar doctoraat over mannelijkheid in het negentiende-eeuwse België. Een proefschrift dat vakgenoten zal aanspreken, maar ook iedereen die gefascineerd is door de vraag of het onderscheid tussen mannen en vrouwen een natuurlijk gegeven of een culturele constructie is. Els Vandeborght “Tussen 1830 en pakweg 1870 staat mannelijkheid tegenover kinderlijkheid, of jongensachtigheid. Later merk je hoe mannelijkheid tegenover vrouwelijkheid geplaatst wordt. Typerend is de manier waarop in de eerste helft van de eeuw de kansen van een jonge man in een duel worden ingeschat: vanwege zijn jongensachtige onstuimigheid en onbeheerstheid zal hij gegarandeerd de duimen moeten leggen tegen de oudere man, die nu eenmaal meer bezadigd en dus doortastender vecht.” “Op het einde van de eeuw is onbeheerstheid een typisch vrouwelijk kenmerk geworden en zal bij een gevecht tussen mannen lichaamskracht de beslissende factor zijn. Deze evolutie kunnen we verbinden met de opkomst van de wetenschappen waardoor verschillen tussen mannen en vrouwen gaandeweg meer in natuurlijke termen worden gedefinieerd en het lichamelijke aan belang wint. Stemtraining voor mannen wordt bijvoorbeeld populair, want ‘echte’ mannen hebben een lage stem. Maar waarom de invulling van mannelijkheid verschuift, kan ook door andere factoren verklaard worden. Zo
onder meer door de ontwikkeling van de Belgische staat. Zo zijn ‘onafhankelijkheid’ en ‘vrijheid’ altijd al als typisch mannelijke kenmerken beschouwd, maar interessant is de vaststelling dat hun belang varieert.” “Illustratief is het discours van kamerleden tijdens hun optredens in het parlement. Zij reflecteren natuurlijk niet expliciet over mannelijkheid maar ‘verraden’ toch hun opvattingen hierover als ze bijvoorbeeld in bepaalde dossiers de eigen aanpak willen verdedigen. Welnu, in de eerste decennia van de Belgische onafhankelijkheid drukt de parlementariër zijn man-zijn vooral uit in termen van – hoe kan het ook anders? – onafhankelijkheid. Later, wanneer de natie vorm heeft gekregen en de onafhankelijkheidsstrijd niet meer actueel is, benadrukt hij meer zijn vrijheid.”
Schooluitstapjes Josephine Hoegaerts heeft voor haar verhandeling drie ‘ruimtes’ bestudeerd: de jongensschool, het leger en het parlement. “Alledrie omgevingen waar exclusief mannen aanwezig waren, of waar vrouwen in elk geval hooguit een marginale rol speelden. Ik heb onder meer de archieven van de
Antwerpse liberale scholen en van het legerkamp van Beverlo bestudeerd. Die zijn allebei vrij beperkt en daardoor was het mogelijk om al het materiaal door te nemen. Het gaat over narratieve bronnen, zoals brieven van ouders aan leerkrachten of opstellen van kinderen over hun schooluitstapjes. Ook liedjes leverden heel wat interessante informatie.” “Daarnaast heb ik ook meer ruimtelijk materiaal bekeken, zoals voorschriften voor de inrichting van klassen. Door de lessenaars zo te plaatsen dat geen enkele leerling aan het controlerende oog van de leerkracht ontsnapt, wek je discipline op, nog een begrip dat sterk samenhangt met mannelijkheid. Discipline lijkt op het eerste gezicht moeilijk te verzoenen met die twee andere karakteristieken waarover we het al gehad hebben, onafhankelijkheid en vrijheid. Maar die tegenstrijdigheid werd vakkundig weggewerkt door gezagsdragers, zowel op school als in het leger: ze verklaarden discipline als zelf gekozen, vrije onderwerping.” Hoegaerts’ proefschrift gaat over mannelijkheid – in het enkelvoud dus. Wil dat zeggen dat er zoiets bestaat als dé man? En hoe rijmt Hoegaerts dat dan met de inmiddels algemeen aanvaarde
Vakantie is geen luxe Hoe kan het recht op vakantie in onze maatschappij beter worden waargemaakt? Die vraag staat centraal tijdens een colloquium van SteR, Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie – Spoor Toerisme en Recreatie. Tine Bergen
we nu de verschillende partners op vakantie te kunnen gaan moet bij elkaar brengen die invloed je wel wérken. Waar zij aan voor“Er is al langer aandacht voor hebben op hun vakantiegedrag.” bijgaan, is dat vakantie ook een de vakantiemogelijkheden van leerproces is dat we mensen niet kwetsbare groepen,” vertelt we- Geen luxeproduct mogen ontnemen. Je moet weten tenschappelijk coördinator Sam “Waar het vroeger al heel wat was hoe je een ticket koopt, hoe je een Janssen. “Zo is er het Steunpunt als je twee weken naar Frankrijk reis voorbereidt, hoe je een budVakantieparticipatie, een dienst- kon gaan, is het vandaag de nor- get plant… Zo pik je ook vaardigverlening van Toerisme Vlaan- maalste zaak van de wereld dat heden op die je bijvoorbeeld even deren die via sociale organisa- je in de winter en in de zomer goed bij pakweg solliciteren kunt ties bijvoorbeeld een catalogus op reis gaat. Vakantie behoort gebruiken.” aanbiedt met grote kortingen op vandaag tot de normaliteit, luxe “Daarnaast zorgt vakantie ook pretparken, campings, hotels …. wordt het pas wanneer je het hebt voor interactie en integratie. MenWij wilden kijken hoe breed dat over exclusieve vakanties. Vakan- sen komen uit hun veilige cocon bereik is en vooral ook hoe het tie is trouwens opgenomen in de en verkennen de wereld. We hebzit met de kwetsbare groepen die mensenrechten: iedereen heeft ben heel duidelijk gezien bij bijniet via de bekende kanalen zoals het recht op rust en eigen vrije voorbeeld de vluchtelingen dat zij het OCMW bij het aanbod gera- tijd. ‘Eigen vrije tijd’ houdt in dat vakantie in Vlaanderen echt zien dit heel breed ingevuld kan wor- als een middel om hun integraken.” “Concreet hebben we ons on- den. Bij het onderzoek hebben tie te bevorderen. Zij kennen het derzoek toegespitst op vier sterk we onder vakantie dus even goed fietsroutenetwerk hier beter dan uiteenlopende groepen: alleen- daguitstapjes en picknicks in het wijzelf. Die integratie verstaan we staande moeders, politiek vluch- park gerekend.” ook in de zin van normaliseren. telingen, rolstoelgebruikers en al- “Al vrij vroeg in het onderzoek Op vakantie gaan zorgt ervoor dat lochtone families. Via interviews werd duidelijk dat nog niet ieder- je ‘normaal’ bent. Het is abnorhebben we geprobeerd de groepen een ervan overtuigd is dat vakantie maal als je het niet kunt. Want zoveel mogelijk in de diepte te be- een recht is. Bij de OCMW’s hoor- wat zeg je dan tegen de kinderen kijken. Op het colloquium willen den we bijvoorbeeld nog vaak: om van je klas die naar Cuba gaan?”
stelling dat vrouwen niet zomaar onder één algemene, stereotiepe noemer te plaatsen zijn? “Het is een bewuste keuze geweest om op zoek te gaan naar dé man in de negentiende eeuw. Want hoe verschillend het specifieke gedrag ook was binnen verschillende leeftijdscategorieën, beroepen en sociale klassen, het is wel mogelijk om een soort overkoepelend discours te distilleren. Autonomie bijvoorbeeld krijgt verschillend vorm in het leger of het parlement, maar in abstracte termen gaat het wel telkens
om het hetzelfde kenmerk. Dat neemt niet weg dat onderzoek naar verschillende mannelijke ‘stemmen’ me beslist interessant en waardevol lijkt.” Josephine Hoegaerts verdedigt haar doctoraat ‘A Manly People Should Dare to Sing Manly. Spaces and Sounds of Masculinity in a Nineteenth-Century Nation’ op maandag 31 mei om 17u. Verschillende liedjes die zij als bronnenmateriaal gebruikt heeft, zijn online te beluisteren via http://www.spacesandsoundsofmasculinity.be.
Chips
gids in hun eigen taal. Dat loopt fantastisch. De politiek vluchtelingen vertegenwoordigen even goed een economisch potentieel dat nog niet vaak genoeg wordt gezien, terwijl het hier meestal om hoog opgeleide mensen gaat die veel belangstelling hebben.” “De algemene trend is dat er over vakanties gedacht wordt in termen van een product dat zo groot mogelijk moet worden. Maar het verleden heeft ook bewezen dat zo’n product ineens in elkaar kan zakken. Deze doelgroepen vormen kleine, relatief betrouwbare niches waar ook veel minder concurrentie in heerst. De bedoeling van het colloquium is om naast het meegeven van onze resultaten ook een platform te creëren waarop netwerken kunnen gevormd worden. Als we bijvoorbeeld de voorzitter van SamA vzw samenbrengen met een aantal mensen uit de toeristische sector, kan er meteen op onze bevindingen worden ingespeeld.” Colloquium ‘Vakantieparticipatie bij maatschappelijk kwetsbare groepen’, 8 juni, VTI, Brabançonnestraat 18, Leuven. Organisatie: Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie – Spoor Toerisme en Recreatie o.l.v. prof. Jeroen Bryon. Info: Marjan.moris @ees.kuleuven.be http://www.steunpunttoerisme.be
“Omdat de groepen die we onderzocht hebben sterk uiteenlopen, hebben ze uiteraard ook heel verschillende noden. Bij de alleenstaande mama’s is er bijvoorbeeld echt financiële steun nodig die maakt dat een gezinsvakantie in een gebroken gezin toch mogelijk is en zij het leerproces dat vakantie vormt toch kunnen ervaren. Hier vind je de kinderen die vragen of ze wel op vakantie kunnen gaan als ze nooit meer chips eten. Alleenstaande mama’s zien op vakantie gaan vaak ook als een mogelijke overgangsfase in een nieuwe relatie. Het is een moment waarop ze hun nieuwe partner uittesten, zien hoe hij is met de kinderen.” “Maar de andere groepen vormen een duidelijk economisch potentieel, als er rekening wordt gehouden met hun noden. Rolstoelgebruikers vonden het bijvoorbeeld heel belangrijk niet gestigmatiseerd te worden. Natuurlijk moeten de hotels waarin zij slapen goed toegankelijk zijn, maar ze wilden geen ‘gehandicaptenreis’ boeken. Wat heel sterk drempelverlagend werkt bij allochtone families, is dat ze een gids kunnen krijgen in hun eigen taal. SamA vzw heeft nu een project waarbij Vlaams erfgoed wordt bezocht met allochtone senioren, met een
26 mei 2010
Nieuws 5 Vet Dr. Lies Langouche en professor Greet Van den Berghe en collega’s van de Afdeling Intensieve Geneeskunde hebben aangetoond dat de associatie tussen overgewicht en betere overleving op intensieve zorgen kan verklaard worden doordat er tijdens kritieke ziekte in het vet allerlei veranderingen plaatsvinden die een beschermende rol kunnen spelen. Het vetweefsel van een kritiek zieke patiënt wordt namelijk gestimuleerd om schadelijke stoffen in het bloed, zoals teveel aan glucose of vetzuren, op te nemen en te bewaren. Op deze manier worden vitale organen zoals lever en nieren beschermd.
HIV
De universiteit wil studenten op zoveel mogelijk fronten in aanraking brengen met kunst, cultuur en erfgoed, zowel binnen de lessen, als buiten het curriculum. (© Rob Stevens)
K.U.Leuven stelt ambitieus cultuurbeleidsplan voor
Leuven op de kaart zetten als culturele hotspot voor studenten. Dat is in een notendop het doel van het nieuwe cultuurbeleidsplan van de K.U.Leuven. Blikvangers zijn de vernieuwde cultuurkaart voor studenten en de invoering van een keuzevak cultuur in elke bacheloropleiding. Nadia Koeck Professor Mart Buekers, voorzitter van de Commissie Cultuur, vertrekt vanuit de idee van de K.U.Leuven als netwerkuniversiteit: “De basis van het nieuwe cultuurbeleid is dat we nog meer dan vroeger zullen samenwerken met de stad, de verschillende culturele actoren in Leuven zoals STUK, Het Depot, 30CC en museum M., en onze hogeschoolpartners KHLeuven en Lemmensinstituut. Leuven is immers een cultuurvat vol mogelijkheden.” “Het meest tastbare van die samenwerking is voor de studenten de introductie van de vernieuwde cultuurkaart die dat brede cultuuraanbod betaalbaar maakt. We bereikten een akkoord met zowat alle Leuvense cultuurpartners om via één cultuurkaart van 15 euro grote kortingen te geven voor culturele activiteiten, gaande van
het Festival van Vlaanderen tot de universitaire ensembles. Het UUR KULtUUR van de K.U.Leuven blijft gratis voor de cultuurkaarthouders. En de kaart fungeert meteen ook als STUK-kaart.” De intense samenwerking tussen universiteit en stad werd meteen letterlijk belicht: de voorstelling van het cultuurbeleidsplan ging gepaard met de opening van een tentoonstelling waarin stadsfotograaf Marco Mertens en universiteitsfotograaf Rob Stevens uitpakken met een speciale fotoreeks over cultuur in de universiteitsstad.
Cultuur in de diplomaruimte Maar de visietekst gaat nog een stapje verder. Professor Buekers ontvouwt zijn plannen om cultureel in te grijpen in de interne werking en het onderwijsaanbod van de K.U.Leuven: “Onder het motto ‘Cultuur in de diploma-
ruimte’ zijn we van plan om in de bacheloropleiding het keuzevak Cultuur, Kunst en Creativiteit in te voeren. Cultuurvorming en creativiteit zijn, naast de netwerkuniversiteit, de twee andere steunpilaren waarop ons cultuurbeleidsplan rust. Creativiteit is een gemeenschappelijke noemer voor kunstenaars én wetenschappers. Via cultuurvorming willen we studenten op zoveel mogelijk fronten in aanraking brengen met kunst, cultuur en erfgoed, zowel binnen de lessen, als buiten het curriculum.” Het plan bevat ook initiatieven voor de interne organisatie. Er staat bijvoorbeeld een hervorming op stapel van de Commissie Cultuur die het cultuurbeleid aan de K.U.Leuven stuurt en coördineert en het cultuurbudget beheert. Buekers: “De Cultuurcommissie wordt uitgebreid met onze partners: zo zullen ook het Lem-
mensinstituut, de KHLeuven en UZ Leuven een vertegenwoordiger krijgen. Een intern verbeterelement is bovendien de invoering van facultaire verbindingspersonen cultuur die de link tussen de centrale cultuurcoördinatie en de faculteiten zullen versterken.” In die faculteiten zullen de nieuwe F-STARS, de Faculty Student Artists in Residence, cultureel leven in de brouwerij brengen. “Bedoeling is dat elke faculteit in de toekomst een student selecteert die zich een jaar lang artistiek mag uitleven in de faculteit, bijvoorbeeld als faculteitsdichter of als muzikant op promoties”, besluit Buekers. Cultuurcoördinatie K.U.Leuven, (t) 016 32 03 40. Tentoonstelling ‘Fototentoonstelling universiteitsfotograaf en stadsfotograaf’, tot 28 mei in de Centrale Bibliotheek, ma tot do 9-20u; vr 9-17u; za 10-13u.
Trip Trap 2010 Personeelsfeest • Zaterdag 26 juni
www.kuleuven.be/triptrap
Onderzoekers van Moleculaire Virologie, Biokristallografie, Biomodellering en het Centrum voor Drug Design en Discovery (CD3) rapporteren de ontwikkeling van een nieuwe klasse van HIV-remmers, de ledgins. Enige tijd geleden ontdekte de onderzoeksgroep Moleculaire Virologie hoe het virus beroep doet op een eiwit van de cel, het LEDGF, om zich in te bouwen in het erfelijk materiaal van de gastheer. Via computermodellering werden nu kleine moleculen ontworpen die de interactie van het virus met deze cofactor specifiek tegengaan. Deze doorbraak toont ook voor de eerste keer aan dat het mogelijk is remmers te ontwikkelen gericht tegen cellulaire cofactoren van HIV.
Koreaans akkoord Het Korean Research Institute for Chemical Technology (KRICT) en de K.U.Leuven hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend. Eerdere samenwerking tussen het KRICT en de onderzoeksgroep van professor Johan Neyts (Afdeling Virologie en Experimentele Chemotherapie) resulteerde in de ontwikkeling van een zeer krachtige klasse remmers van rhino- en enterovirussen.
Erkenning
De Dienst Forensische Geneeskunde van UZ Leuven heeft een ISO 17020-accreditatie behaald.
Hercules Drie projecten van
de K.U.Leuven zijn geselecteerd voor de Hercules 3-projecten voor zware onderzoeksinfrastructuur : Field emission gun electron microprobe (promotor professor Bart Blanpain); InfraMouse (promotor professor Danny Huylebroeck) en MIRaCLe (promotor professor Luc Mortelmans).
6 Nieuws
campuskrant
Mogen we nog gewoon triest zijn? In onze prille 21ste eeuw is er sprake van een heuse depressie-epidemie. Tot veertig procent van de bevolking zou al eens met een zware depressie te kampen hebben gehad. De gerenommeerde Amerikaanse filosoof Jerome C. Wakefield komt tijdens een publiekslezing aan de K.U.Leuven een lans breken voor een meer gerichte diagnose. “Er is een groot verschil tussen een echte depressie en een normale, trieste reactie op verliezen en obstakels in ons leven.”
New York University en een autoriteit op het snijvlak van filosofie en geestelijke gezondheidszorg. Begin juni komt hij in Leuven een seminarie geven over Freuds onderschatte bijdrage aan de filosofie van de geest, en één over zijn eigen analyse van het concept geestesziekte. Dat onderscheidt hij duidelijk van ‘normaal leed’. “Tja, wat is normaal?”, lacht hij. “Ten tijde van Kinseys seksonderzoek zeiden velen dat te veel masturberen pathologisch was, maar vroeg men naar de frequentie die ze abnormaal vonden, dan hadden velen de neiging alles boven hun eigen frequentie als pathologisch te labelen. Ik geloof dat zulke oordelen uit de subjectieve sfeer kunnen worden gehaald en objectief geworteld worden in de feiten van het menselijke, biologische design.”
Katrien Steyaert
Hippocrates
Freud is een onderschatte filosoof – ook al had hij het vaak bij het verkeerde eind. Mentale stoornissen hebben ook een logische component – en zijn niet alleen negatieve mentale toestanden. Niet alle depressies zijn echte depressies – want de psychiatrie bestempelt normale, menselijke emoties als pathologisch. Het zijn maar enkele van de boude stellingen van Jerome C. Wakefield, een Amerikaanse filosoof en professor aan
Wakefields stellingen zijn controversieel. In 2007 publiceert hij samen met socioloog Allan Horwitz The Loss of Sadness, dat zowel in wetenschappelijke kringen als de populaire pers een heftig debat uitlokt. “Ook tijdens mijn lezing in Leuven verwacht ik een geanimeerde discussie”, zegt hij. “Ik ga inzoomen op depressie. Niet de lichtere vormen of bipolaire varianten, maar wat psychiaters major depression noemen. De cijfers zijn enorm. Amerikaanse wetenschap-
pers stelden dat zeventien procent van onze bevolking er ooit mee kampte. Het meest recente onderzoek, dat methodologisch beter was, volgde mensen enkele jaren en stelde vast dat veertig procent de symptomen van zware depressie had of nog vertoonde. Dan word ik achterdochtig.” “Al 2.400 jaar, sinds Hippocrates, wordt er geschreven over depressie – vroeger ‘melancholie’ genoemd. Maar filosofen maakten altijd het onderscheid met wat ik normal sadness noem, een intense reactie op grote verliezen of leed in ons leven. De dood van een geliefde, het verlies van een job of status, bedrog door iemand die je vertrouwde, een extreme vernedering, het verlies van het pensioengeld dat je je hele leven bijeen hebt gespaard, … het zijn allemaal situaties die bij mensen symptomen kunnen veroorzaken die gelijkaardig zijn aan die van zware depressie. Je voelt je triest, verdoofd, teruggetrokken, huilt veel, hebt geen honger, slaapt slecht, bent besluiteloos, en denkt soms aan zelfmoord. Als dat normale verdriet vandaag vaak verward wordt met depressie, is het omdat de omstandigheden buiten beschouwing worden gelaten.” Hij schetst het plaatje. “In 1980 lag de Amerikaanse psychiatrie onder vuur. Het was een toren van Babel, met cognitieve gedragstherapeuten, psychoanalytici, be-
havioristen, … die stoornissen elk op hun manier definieerden. Met de invoer van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-III) wilden ze komaf maken met hun onbetrouwbare imago. Ze vonden een gemeenschappelijke taal, ook over de symptomen van depressie. Als je meer dan twee weken aan vijf van de negen symptomen lijdt, volgt de diagnose van zware depressie. Gevolg: een explosie aan stoornissen. Sommigen spreken van een depressie-epidemie.” “Het lijkt er op dat we een normale, natuurlijke reactie aan het pathologiseren zijn. Het grootste probleem dat ik ermee heb, is de medicatie. Die is niet altijd zo betrouwbaar of efficiënt, en heeft bijwerkingen. Mensen zouden zich er ten volle van bewust moeten zijn dat ze er in veel gevallen vanzelf bovenop komen. Jonge mensen beklagen zich erover dat als ze liefdesverdriet hebben hun ouders hen meteen naar de psychiater sturen, of mensen voelen zich door hun omgeving onder druk gezet om medicatie te nemen. Je wordt meteen bestempeld als ‘depressief’, en zo gaan we onze eigen ‘normale’ gevoelens wantrouwen en beperken. De wereld zet steeds meer druk. De Ouden hadden gelijk: je moet rekening houden met de context, en niet alleen met de symptomen.” “De DSM-III heeft één clausule
die dat doet: de bereavement exclusion. Als er twee maanden voor de diagnose een geliefde is gestorven en je vertoont de mildste van de symptomen, dan wordt het bestempeld als een normale reactie van rouw. Die clausule zou moeten worden uitgebreid met het verlies van een job, status, relatie, .... Ja, dat is soms moeilijk te beoordelen, maar er zijn een aantal heel duidelijke gevallen. En mensen uit de geestelijke gezondheidszorg worden betaald om uit te zoeken waar de grens tussen normaal en abnormaal ligt”, glimlacht hij. “Men werkt nu aan DSM-V. In de aanloop ernaartoe heeft ons boek een debat uitgelokt, maar de psychiatrische gemeenschap lijkt elke verandering af te houden. Ze proberen zelfs mijn argumenten om te draaien om de diagnose te verbreden. Als ik empirisch aantoon dat veel van wat wij depressies noemen lijken op de toestanden van verdriet die volgen op de dood van een geliefde, grijpen ze dat aan als een reden om the bereavement exclusion af te schaffen, in plaats van uit te breiden… Dat lijkt me absurd, en ondermijnt de geloofwaardigheid van psychiatrie.” Jerome C. Wakefield, ‘The Loss of Sadness: Are we misdiagnosing normal sadness as depressive disorder?’, maandag 7 juni, 20u15 – 22u, auditorium Zeger Van Hee. Gratis inschrijven op
[email protected]
‘Zware’ televisiekijkers voelen zich kwetsbaarder pagina 1
vervolgens de rationele, cognitieve afweging van het risico. Daarin spelen nog andere factoren mee – de ernst van de aandoening bijvoorbeeld. Hoe ernstiger de ziekte en hoe minder je eraan kan doen, hoe sneller we denken dat ze ons zal treffen.”
“We vroegen bijvoorbeeld hoe vaak ze de voorbije maand op tv iets gezien hadden over hartaandoeningen en kanker. Dat bleek inderdaad gerelateerd aan de inschatting die ze maakten van de kans om die kwalen zelf te krijgen: veelkijkers schatten het risico Entertainment education hoger in. Het is – gezien de vele Lemal onderzocht ook of de stijl parameters in mijn onderzoek – van een boodschap over een moeilijk om dat verband in één gezondheidsprobleem een rol cijfer uit te drukken. Om toch een speelt in de doeltreffendheid eridee te geven: in een eerder onder- van: “In een experiment legden zoek stelde ik vast dat vrouwen we studenten twee verschillende die frequent boodschappen over types teksten voor. De eerste was borstkanker hadden gezien 7,5 een verhaal waarin een student keer meer geneigd waren om erg met een ernstige vorm van huidbang te zijn om zelf borstkanker te kanker vertelde hoe de ziekte zijn krijgen. Het verband is nog sterker leven overhoop had gegooid. De voor aandoeningen waarmee de andere tekst gaf droge informatie kijkers in hun omgeving weinig te en statistieken over huidkanker. maken krijgen, zoals verlamming De studenten die het persoonlijke of ernstige fysieke verwondingen.” verhaal kregen, bleken hun eigen “Televisie heeft in de eerste risico op huidkanker hoger in te plaats een impact op de emotio- schatten en ook meer preventieve nele inschatting die mensen ma- maatregelen te nemen. Die vastken: ze gaan zich kwetsbaarder stelling lijkt me belangrijk voor zorgwerkers2 die actief zijn in de voelen. Dat buikgevoel beïnvloedt advertentie Campuskrant mei 2010:Layout 20-05-2010 10:54
gezondheidspromotie. Traditionele communicatie over gezondheid probeert met argumentatie en feiten de rationele risicoper-
Page 1
GEZONDHEID
ceptie te beïnvloeden, maar met omspringen en mensen niet noverhalen die inspelen op gevoe- deloos bang maken.” lens bereik je meer. Uiteraard “In de VS werken programmamoet je daar wel voorzichtig mee makers en gezondheidsprofessionals al vaker samen om gezondheids- en preventieboodschappen in een story line te verwerken. Entertainment education noemen ze dat. Ik herinner me bijvoorbeeld een aflevering van ER waarin het probleem van overgewicht aan bod kwam. (Een zwaarlijvige tiener wordt opgenomen op spoedgevallen met een te hoge bloeddruk. De artsen wijzen hem op het belang van fysieke beweging en het eten van voldoende groenten en fruit - red.) Uit onderzoek na die uitzending is gebleken dat kijkers daar wel degelijk iets van opgestoken hadden. Misschien kunnen Vlaamse televisiemakers zich door dergelijke voorbeelden laten inspireren om op een bewuste en strategische manier met gezondheidsboodschappen om te gaan.” Marijke Lemal verdedigt haar doctoraat op 10 juni om 17u in de Promotiezaal van de Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven
ETEN
BEWEGEN
PSYCHOLOGIE
Wat kunt u doen om gezond en gelukkig te leven? Bodytalk vertaalt elke maand de nieuwste inzichten van artsen en topwetenschappers. Helder en kritisch, want zonder reclame.
Alleen voor personeelsleden van de K.U.Leuven en de andere leden van de Samenaankoop: 79 euro voor 12 nummers + 3 nummers gratis + blender. Surf naar www.samenaankoop.org
Voor andere geïnteresseerden: www.abonnementen.be. Bodytalk wordt zoals Knack en Trends uitgegeven door Roularta Media Group.
bodytalk gezondheidsmagazine
26 mei 2010
Cultuur 7
gevierd auteur David Mitchell houdt derde Servottelezing De Britse schrijver David Mitchell beschouwt zijn romans als hoofdstukken in één überboek. Na zijn pas verschenen, vijfde hoofdstuk – De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet – krabbelt hij in Leuven een velletje vol, over zijn schrijverschap, verbeelding, en een groot kind zijn.
“Schrijven is prachtige pijn, kwellend plezier” Katrien Steyaert Mooie gebouwen, goed weer en lekkere auberginesoep, dat zijn David Mitchells eerste indrukken van Leuven. Hij is voor het eerst in de stad, om de tweejaarlijkse Servottelezing te houden. “Ik voel me vereerd, zeker gezien de grootheid van mijn voorgangers (Nobelprijswinnaars Nadine Gordimer en Derek Walcott – red.)”, zegt Mitchell (41). Hij is zelf nochtans één van de meest invloedrijke auteurs van zijn generatie. Sinds zijn debuut De geestverwantschap (1999) sleepte hij tal van prijzen en rave reviews in de wacht, en in 2007 zette Time hem in de lijst van de honderd meest invloedrijke mensen op aarde. Maar hij doet zijn imago van bescheidenheid meteen alle eer aan, en toont zich alert, fijnzinnig en relativerend. “Dat mijn boeken academische aandacht krijgen, maakt me blij voor het werk. Mocht ik blij zijn voor mezelf, ik zou nogal een triest geval zijn”, grinnikt hij. “Toen ik mijn lezing (On imagination – red.) voorbereidde, was ik me bewust van het feit dat er luisteraars zouden zijn met een scherpere, academische geest dan ik. Maar het voelt niet als een competitie, ik zit goed in mijn vel als schrijver. Wij romanschrijvers zijn geen wezens van details of grondigheid, maar van verbanden. We hebben geen andere geest of verbeelding – genetisch zijn we allemaal dezelfde – maar ons werk stimuleert ons die geest lichtjes anders te gebruiken. De neiging om die anders te gebruiken is misschien waarom we ooit schrijver worden.” Hij mijmert voort. “Misschien is dat de definitie van een schrijver: a slow germinating seed store, een magazijn van traag kiemende zaden. Die worden later boeken, maar worden al geplant in je jaren als twintiger. Ik woonde toen in Japan.” Na zijn studies literatuurwetenschap aan de
University of Kent geeft Mitchell acht jaar les in Hiroshima. Het hoeft niet te verwonderen dat Japan een rol speelt in zijn werk, bijvoorbeeld in zijn debuut, zijn tweede roman, Droom nummer 9 (2001), en nu zijn laatste, De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet. Daartussen zaten nog het fel gesmaakte Wolkenatlas (2004) en het autobiografisch getinte Dertien (2006) – voor allebei bestaan filmplannen. In Leuven staat Mitchell erop na het interview een vragenuurtje voor studenten te organiseren. “Als veertiger – dat is geen lachertje – ontmoet je nauwelijks nog twintigers. Maar ik wil jullie leren kennen, en begrijpen, dat is mijn job. And you Belgians are cool”, lacht hij. “Toen ik jullie leeftijd had, was ik nog niet aan schrijven toe. Romans leken me zo vreselijk lang. Ik had het idee van een soort Berlijnse muur met daarachter het beloofde land waar de romanschrijvers leefden. Mensen met de spirituele gave om meer dan twintigduizend woorden achter elkaar te zetten. Tot ik besefte dat woorden samen letters vormen, letters zinnen, zinnen paragrafen, paragrafen hoofdstukken, en hoofdstukken een boek. Een roman is niet meer dan heel veel woorden. Dat heeft me bevrijd; de muur verdween.”
Vlees en aardappelen Toen al was de taal tot diep in Mitchells vezels doorgedrongen. Er wordt gezegd dat hij als kind stamelde en noodgedwongen naar alternatieve woorden zocht. “Nu nog vertoon ik een sullige interesse voor taal en de kleinste woordverschillen.” In Jacob de Zoet springen de gensters van de dialogen, elk personage krijgt een kleurrijk register aangemeten. “Bedankt om dat op te merken”, zegt hij, “Had ik niet elke, laatste truc gebruikt die ik ter mijner beschikking had, alle personages zouden hetzelfde
(©Rob Stevens)
hebben geklonken. Och, het was een hel om het te schrijven. Wat een monster!”, lacht hij. “Ik heb er ongeveer vierhonderd jaar over gedaan. Mijn vrouw zei: ‘Either this book will finish you or you will finish it.’ Ik heb het talloze keren herschreven. Schrijven gaat over
ingrediënten geen goed boek kan schrijven, stel je als auteur weinig voor. Het gaat om één van de eerste totalitaire staten. Met strenge wetten en regels hielden de Japanners alle veranderingen buiten. Op het moment dat die striktheid een beetje wankelde –
“Er is niet één perfect boek. Het punt van kunst is dat er geen één E=mc2 is. Elk briljant boek is even briljant.” van gedachten veranderen, tot je exact het juiste woord hebt gevonden. Het is zoals je hoort dat iemand op toon zingt, of je weet dat je verliefd bent. Dat schaven is nooit saai; het is prachtige pijn, kwellend plezier.” “Het onderwerp van mijn laatste roman stond vooraan in de rij om een boek te worden. The Thousands Autumns of Jacob de Zoet speelt zich af aan het einde van de 18de eeuw, op Dejima.” Dat is een artificieel eiland voor de kust van Japan, in de baai van Nagasaki, en een Nederlandse handelspost in de Edo-periode, van 1641 tot 1853. “Een venster tussen Oost en West, Britten, Japanners en Nederlanders, vertalers, handel, geheimen en achterbaksheid. Als je met die
in de Napoleontische tijd – heb ik mijn verhaal gesitueerd, en er een geheime verhouding proberen laten ontstaan. That is good stuff, that gets me going.” Lezers en critici denken er net zo over. The Guardian noemde Mitchells laatste zijn meest ambitieuze roman. “Mijn broer belt me om dat te zeggen maar meestal dringen recensies niet tot me door. Ik wil ze niet lezen. De slechte vergallen mijn dag en zelfs de goede zijn wespen op de picknick van the karma mind. Wat ik er zelf van vind? Het is niet mijn taak om een mening te hebben over mijn boeken, ik moet ze gewoon doen werken. Het is wel mijn beste tot nu toe, anders zou het deprimerend zijn. Toen ik het bij mijn redactrice inleverde,
dacht ik: ‘Oh God, what have I done. Dit betekent het einde van mijn carrière.’ In de drie dagen dat ik op haar telefoontje wacht, ben ik vreselijk om mee samen te leven. Ik wandel door het huis, nerveus, tegen mezelf pratend, echt een groot kind.” Tot nu toe bracht de redactrice goed nieuws, en ook het publiek – van academici tot gewone lezers – is enthousiast. “In elke specialist zit ook een tiener die wil weten hoe het verhaal afloopt. De plot en personages, dat zijn het vlees en de aardappelen. Je kan niet zonder. Het gaat erom een personage te creëren waar lezers om geven, en ermee te dreigen dat hem iets ergs overkomt. De rest is slagroom op de taart.” “Het geeft veel voldoening als de wereld die je schept juist oogt, voelt en ruikt. De enige prijs die je betaalt, is dat je meer tijd doorbrengt met niet-bestaande personen dan met je eigen kinderen.” Mitchell heeft een zoon en dochter met zijn Japanse vrouw Keiko, die hij zijn eerste en misschien zelfs enige lezer noemt. Ze wonen in Zuid-Ierland, waar Mitchell in alle rust aan zijn volgende boek werkt. “Jacob de Zoet is het eerste deel van een losse trilogie, gespreid over een grote tijdsspanne. Wat daarna komt, weet ik niet. Elk van mijn boeken vormt een hoofdstuk in één groot überboek. Het ideale boek? Ik denk dat dat meervoud moet zijn. Er is niet één archetypisch, perfect boek. Het punt van kunst is dat er geen één E=mc2 is. Elk briljant boek is even briljant.”
8 Nieuws
campuskrant
Scholieren printen een foto op een spiegel.
(© Rob Stevens)
Marc Lambaerts helpt bij het ontwerp.
(© Rob Stevens)
Bijna alles kan in het FabLab Je eigen huis bouwen in 3D? Een foto van jou en je lief laserprinten op een spiegel? Het lijken klusjes voor geoefende professionals, maar in het kersverse FabLab worden ze geklaard door leerlingen uit het vijfde jaar secundair onderwijs. Jeroen Schreurs FabLab is een ruimte vol met indrukwekkende computergestuurde machines aan het Departement Werktuigkunde van de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Wij gingen er een kijkje nemen, en spraken met Marc Lambaerts, projectcoördinator: “De belangrijkste les die de leerlingen kunnen leren, is dat er ook veel dingen fout kunnen gaan.”
Trial-en-error FabLab-Leuven is een initiatief dat ontstaan is in samenwerking tussen de K.U.Leuven en de Stad Leuven, naar een idee van MITprofessor Neil Gershenfeld. Die merkte dat zijn lessenreeks ‘How to make almost anything’ niet alleen bij ingenieurs, maar ook bij kunstenaars en andere creatieve-
lingen in de smaak viel. Daarom startte hij met het allereerste FabLab, waar geïnteresseerden computermodellen konden maken van hun ideeën, en die met behulp van computergestuurde machines konden transformeren in een reëel product. Op 27 mei wordt het FabLabLeuven officeel geopend. In een eerste proefproject mochten middelbare scholieren van het Paridaensinstituut in Leuven de afgelopen weken al uittesten wat zoal mogelijk is met exotische toestellen als een freesmachine en een lasercutter. Marc Lambaerts: “We laten de scholieren proeven van de mogelijkheden van de hedendaagse technologieën. Tegelijk leren ze ook dat ‘ingenieur zijn’ heel wat meer inhoudt dan wat ze leren op school. Vakken als wiskunde en fysica zijn heel exact;
toestel dat er uitziet als een grote oven. Daarin wordt een figuur in 3D opgebouwd door een witte en een bruine plastic draad in laagjes van 0,25 mm samen te smelten. Daarna wordt het resultaat in een hete chemische oplossing gestopt om de bruine draad op te lossen. Lambaerts: “Elk laagje moet natuurlijk op een ander laagje gelegd worden. Bij figuren waar openingen in zitten gaat dat niet altijd. Daarom worden die openingen opgevuld met bruine draad, die achteraf verwijderd kan worden.” Iemand die zijn ontwerp weldra door de 3D-printer zal sturen is Matthijs Lenaerts, die op de computer een ingewikkelde digitale versie van een Chinese Puzzeldoos puzzeldoos maakt. Wat vindt hij Die creaties worden onder andere van de FabLab-sessies? “Er kruipt gemaakt door de 3D-printer, een veel tijd in, maar de voldoening is
als je iets op de juiste manier berekent krijg je het juiste resultaat. In de praktijk is het echter meer ‘trial-en-error’.” Scholiere Stephanie Tintel is druk bezig een 3D-afbeelding van haar eigen huis te ontwerpen, om daarmee later een miniatuur in plastic te kunnen maken: “De tekening maken duurt maar een halfuurtje hoor, je moet gewoon met het programma kunnen werken. Het is de derde keer dat we hier komen: de eerste keer om informatie te krijgen over de werking van de machines, daarna om met het programma te leren werken, en nu om onze ontwerpen om te zetten in echte creaties.”
Studenten plannen Vietnamese stad De studenten Master in Human Settlements en Master of Urbanism and Strategic Planning fungeerden dit semester als consultants bij het plannen van de Vietnamese stad Cantho. Tine Bergen “Elk semester werken we in de designstudio’s aan een project waarbij de theorie van de lessen in de praktijk wordt omgezet,” begint professor Kelly Shannon, die het project in Cantho leidt. “Mijn eigen geschiedenis met Cantho gaat terug tot in 2000, toen ik de stad onderzocht voor een project van de VN rond landscape urbanism. Cantho ligt in de Mekongdelta in het zuiden van Vietnam, naast de Hau-rivier, en wordt dus boven alles bepaald door water. Een wegennetwerk is iets wat er bijvoorbeeld nu pas
begint door te breken, na drie eeuwen dominantie van watertransport. De status van de stad is onlangs sterk gestegen: Cantho werd onlangs door Hanoi gepromoveerd tot een van de vijf first class cities van het land wat, in het zog van overheidsuitrusting, heel wat investeringen zal aantrekken. Daarnaast zijn er ook de klimaatsveranderingen die dreigen. Cantho is heel laag gelegen en met het stijgen van het zeeniveau zijn overstromingen, migratie van de kustbevolking, verzouting van het grondwater … heel realistische toekomstbeelden. Bovendien heeft Cantho zoals alle steden in
Vietnam te maken met een gigantische bevolkingstoename.” “Vietnam werkt met een strikt systeem van vijfjaarlijkse meetings waarop een stedelijk masterplan voor de volgende twintig jaar wordt opgesteld. Omdat de first class status en de klimaatsveranderingen twee elementen zijn die in het vorige masterplan niet aan de orde waren, komt er nu een herziening. Onze onderzoeksgroep OSA (Onderzoek Stedenbouw en Architectuur) kreeg de vraag een nieuw masterplan op te stellen. Door de band verkrijgen enkel grote internationale studiebureaus dergelijke op-
drachten tot het plannen van een miljoenenstad. OSA’s internationale reputatie in ontwerpend onderzoek en onze grote expertise in waterurbanisatie hebben wellicht geholpen. Bovendien zijn we zeer vertrouwd met Vietnam. ”
Goede vraag “Idealiter werken de designstudio’s rond een project waar de onderzoeksgroep ook bij betrokken is, dus ben ik bij het begin van het tweede semester met de studenten twee weken naar Vietnam getrokken. We hebben daar in groepjes samengewerkt met Vietnamese studenten rond specifieke topics zoals waterwegen en techniek of wegennetwerken en natuur. Nu zijn de studenten opnieuw verdeeld over zes projecten. Op het geraamte van de stad dat wij ontwerpen, hebben we zes projecten aangeduid met een duidelijk hefboomeffect. Op die manier stimuleert het werk van de studenten ook ons masterplan en omgekeerd. Want dit is geen generisch project dat je overal zou kunnen plaatsen.” “De studenten stellen hun resultaat op 26 mei voor aan de Vietna-
groot als je het resultaat ziet. Ik ben altijd wel bezig geweest met productdesign, en ben van plan om dat later ook te gaan studeren. Dit is dus een ideale manier om eens te oefenen.” Chemieleraressen Elke Wuytack en Brigitte Achten hebben hun leerlingen naar het FabLab gebracht in het kader van het vak ‘vrije ruimte’, waarin plaats wordt gemaakt voor vakoverschrijdende projecten. Volgens hen helpt een project als dit om meer techniek en praktijk in het ASO te brengen, “iets waar vaak te weinig nadruk op wordt gelegd.” Naast het scholierenproject lopen er nog verschillende andere proefprojecten in het FabLab, voor studenten architectuur, ingenieurswetenschappen en industrieel ingenieur. http://www.fablab-leuven.be
mese delegatie die naar Leuven komt. Ze moeten dus ook strategisch te werk gaan, er op letten dat hun ideeën even goed overkomen bij de leken in de jury zoals de burgemeester van Cantho, als bij de technici of de academici. Ze gebruiken daarvoor panelen en maquettes, maar ze zullen de delegatie ook drie goede vragen bezorgen. Vragen die prikkelen en mogelijke wegen tonen. Met het werk van de studenten gekoppeld aan ons masterplan willen we de Vietnamezen een framework geven dat sterk genoeg is om zeker te zijn dat wat absoluut essentieel is in orde zal zijn, terwijl er ook de ruimte is om de rest aan de evolutie van alledag over te laten.”
Groepswerk Ben Dirickx werkt in de groep die het nieuwe administratieve centrum van de stad ontwerpt. “We willen tot een mix komen waarbij er verschillende activiteiten plaatsvinden naast het administratieve en daarbij ook een deel van het natuurlijke landschap behouden. We houden er dus bijvoorbeeld rekening mee dat er nog altijd delen van het centrum
26 mei 2010
Interview 9
Amerikaanse sociologe Saskia Sassen
“Europa heeft migranten nodig” Voor de tweejaarlijkse Politeia-conferentie op 11 mei, georganiseerd door Metaforum en het Overlegcentrum voor Ethiek, waren de gerenommeerde sociologen Saskia Sassen en Richard Sennett te gast. Campuskrant had een gesprek met Sassen, die inzoomde op de rol van de ‘natie’ en grootsteden in tijden van globalisering. Katrien Steyaert Saskia Sassen is een autoriteit op het vlak van globalisatie. Ze geeft les aan Columbia University en de Londen School of Economics. Haar werk is vertaald in zestien talen en ze levert geregeld bijdrages aan onder meer The New York Times en The Guardian. In 1991 publiceerde ze het standaardwerk The Global City, waarin ze het idee onderuithaalt dat een globaal georganiseerde wereldeconomie niets meer met het lokale te maken zou hebben, en in 2007 bracht ze A Sociology of Globalization uit. De ondertitel van haar lezing in Leuven luidde ‘De illusie van gerealiseerde gelijkwaardigheid’. Sassen: “De economische dynamiek in wereldsteden – zoals Brussel er ook één is – zorgt voor jobs, leven op straat ’s avonds, bloeiende horeca, … Maar de twintig procent van de bevolking die zeer welstellend is, dreigt een deel van de stad in te palmen, ten koste van kleinere handelaars en de oude, bescheiden middenklasse. Zij verliezen. Mijn onderzoek suggereert politiek en stedelijk leiderschap om dat in evenwicht te houden. Europa doet het op dat vlak beter dan de VS. New York huisvest Amerika’s grootste aandeel zeer rijke mensen en mach-
tige bedrijven, maar tegelijk ook de meeste armen en meer dan 100.000 daklozen.” “Ik vind het belangrijk te stellen dat de machtigste actoren, zoals multinationals en financiële markten, de steden nodig hebben, met het hele spectrum van hoogopgeleide tot laaggeschoolde werkkrachten. Zelfs de meest geavanceerde sectoren hebben handarbeiders nodig. Die visie maakt de weg vrij voor een globale stedenpolitiek, waarbij steden allianties kunnen aangaan om te ijveren voor betere condities. Grote firma’s onderhandelen op wereldniveau maar wereldsteden handelen nog te veel alsof ze moeten concurreren met anderen. Dat is een teken van zwakte.” Sassen breekt ook een lans voor migratie. “Europa is bang van de grote migratiestroom uit arme landen, en denkt die niet aan te kunnen vanwege zijn hoge werkloosheidsgraad, gebrek aan middelen om de extra lasten op te vangen en het groeiende anti-immigratiegevoel. Dat zijn allemaal feiten, maar wie de Europese economie van dichtbij bekijkt, beseft dat ze grote aantallen arbeiders nodig heeft die slecht betaalde, weinig beschermde jobs willen doen. West-Europa kan de immigratie goed gebruiken, wil het de
moeten kunnen overstromen in het natte seizoen. We willen iets brengen wat anders is. Het administratieve centrum heeft voor de stad immers ook een sterke symbolische waarde. Hun nieuwe status moet hierin tot uiting komen. Al blijft het vreemd om te beseffen dat ons werk op zijn minst als inspiratie zal dienen voor een stad die werkelijk gebouwd wordt.” “Het moeilijkste was de schaal van het project,” vindt Laura Nagels. “Je bent een stad aan het plannen voor meer dan een miljoen inwoners, zulke projecten heb je hier in Europa niet eens.” Zij werkt samen met onder andere Annelies De Nijs aan een residentieel uitbreidingsgebied. “De stad is van plan heel het gebied drie meter op te hogen, zodat ontwikkelaars er hun gang kunnen gaan zonder ergens rekening mee te moeten houden. Wij moeten duidelijk maken dat de grond meer waard is als het gebied ook als geheel werkt en geen lappendeken wordt van bouwprojecten. We willen daarvoor werken met twee grote ‘belevingsroutes’ die het gebied opladen en nog veel ruimte overlaten voor de ontwik-
kelaars om zelf in te vullen.” “Het fijne aan dit project is dat alles in elkaar klikt,” besluit professor Shannon. “De Belgian Technical Cooporation werkt al heel lang samen met Vietnam en een van de thema’s die nu op tafel liggen, is urbanisatie en klimaatverandering. Het idee groeit om daarrond een pilootproject op te zetten. In dat verband zou het uittesten van duurzame transportconcepten of prototype-ontwikkeling van stadswijken in samenspel met waterinfrastructuur interessant kunnen zijn. Het zijn dergelijke concepten die in het nieuwe masterplan voor Cantho worden ontwikkeld. De helft van de Vietnamese delegatie komt trouwens ook voor de start van een ander gezamenlijk researchproject rond water en stedenbouw en klimaatsveranderingen. Dat onderzoek zal twee jaar duren, waarbij de Vietnamezen Hanoi zullen bestuderen en de Belgen zullen werken op Cantho. Markant detail is ook dat sommige leden van de delegatie eerder bij ons workshops hebben gevolgd over stedenbouw. Wat ons betreft is dit project dus zeker nog Overstromingen vormen een constante dreiging in Cantho. niet het einde.”
geschatte daling van 350 naar 287 miljoen inwoners tegen het einde van de eeuw tegengaan en zijn pensioenen nog kunnen betalen. De geschiedenis toont trouwens aan dat West-Europa generaties lang grote aantallen migranten heeft opgenomen. ‘Zij’ werd ‘wij’, maar dat raakt vergeten in het heetst van de anti-immigratiestrijd.”
Twee triljoen In Sassens meest recente werk, Territory, Authority, Rights (2008), gaat ze in tegen de wijdverspreide opvatting dat de globalisering de rol van de ‘natie’ zou verkleinen of opheffen. “Ik ben het daar niet mee eens”, zegt Sassen. “Mijn onderzoek toont aan dat de economische globalisering de uitvoerende tak van het beleid – presidenten, eerste ministers, … – net versterkt heeft. Het neoliberalisme heeft de laatste twintig jaar de staat inderdaad verzwakt maar dan vooral de wetgevende macht, niet de uitvoerende. Die is sinds de jaren tachtig krachtiger geworden, ongeacht welke politieke partij er aan de macht was – Thatcher, Reagan of Mitterand.” “De Centrale Bank, ministeries van Financiën, werden sterker dankzij de globalisering, en dat voedt op zijn beurt de uitvoerende macht. Het is een wereldwijd pa-
Saskia Sassen, en op de achtergrond Richard Sennett (© Rob Stevens)
troon dat staten deel gaan uitmaken van de globale economie, en firma’s een soort ‘gedenationaliseerde’ ruimte geven om in te werken. Die rol maakt staten krachtiger. De belangrijkste regelaars, zoals het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldhandelsorganisatie, onderhandelen ook alleen met de uitvoerende macht. In de slipstream tekent zich een sterke groei af van intergouvernementele netwerken. Over de grenzen heen wordt er samengewerkt, niet alleen over veiligheid en criminaliteit maar ook over de markten en internationale standaarden. De laatste trend die ik blootleg, en waarvan Europa hopelijk zal gespaard blijven, is die van de privatisering. In Amerika wordt alles geprivatiseerd, van gevangenissen en welzijn tot overzeese militaire operaties, bijvoorbeeld in Irak.”
“Steeds meer commentatoren stellen dat we de terugkeer van de sterke staat zien, maar volgens mij bestaat er verwarring over waar de staat vandaag in past. Heel wat staten pompen grote hoeveelheden belastingsgeld in de economie. Maar als de Amerikaanse regering twee triljoen dollar in een klein aantal wereldbanken pompt, is dat dan de terugkeer van de staat als de verdediger van de nationale economie? Nee. De kleinere banken, die met lokale bedrijven en gezinnen werken, hebben daar geen cent van gezien. De vraag is hoe deze nieuwe internationalisering van de uitvoerende macht goede doelen kan dienen, zoals gerechtheid, milieubescherming en de strijd tegen de honger in de wereld. Dat zou een ironische turn of events zijn.” http://www.politeia-conferentie.be
(© ingezonden)
10 Onderzoek
campuskrant
Debat ‘Over onderzoek’ De promotiezaal zat flink vol, dinsdag 18 mei. Het ging Over onderzoek, de wat originele naam van een verder ook origineel ingedeeld gebeuren. Ludo Meyvis Vicerector Onderzoeksbeleid Peter Marynen lichtte eerst zelf de situatie van het Leuvense onderzoek toe, en gaf daarna het woord aan maar liefst acht jonge researchers, die ieder gedurende zes minuten het woord kregen. Dat leidde tot korte en daardoor kernachtige en verfrissende bijdragen. Twee lichtvoetige maar op een merkwaardige wijze inspirerende optredens van Stijn Meuris maakten de corona tussendoor duidelijk waarom astronomie zo boeiend is. Na dit food for thought werd nagekaart tijdens een receptie, die volgens professor Marynen echter beschouwd diende te worden als drinks for thought en die dus integraal bij het geheel hoorde. Eindelijk iemand die begrijpt waar recepties voor dienen. Leuven scoort goed, onderstreepte de vicerector, met een stortvloed aan cijfers en grafieken. Publicaties en citaties groeien gestaag, en de Leuvense output ligt hoger dan op grond van ons aandeel in de Vlaamse ZAP-groep verwacht zou mogen worden. Jaarlijks groeit ook het aantal doctoraten. In de Europese Kaderprogramma’s scoort Leuven plaatsen in de top-5. Vicerector Marynen ging nader in op de hogere wiskunde van de BOF-sleutels, een belangrijke basis van de onderzoeksbetoelaging. Uiteraard blijven er de klassieke problemen, zoals het chronisch kleine aandeel ZAP tegenover het aantal doctorandi en postdocs – waar niet meteen verbetering in te verwachten is – of de bibliometrische eigenheid van de humane wetenschappen – een materie waarover een gespecialiseerd panel aanzienlijke wijzigingen uitwerkt. Op internationaal vlak doet de K.U.Leuven het goed. Het aantal doctorandi met een niet-Leu-
vense master bedraagt momenteel ongeveer dertig procent, het aantal ZAP’ers met niet-Leuvense roots ongeveer tien procent. Wat de oriëntatie van het onderzoek betreft, zitten gericht onderzoek en strategisch basisonderzoek in de lift, terwijl er voor niet-gericht onderzoek een inhaalbeweging gewenst is. Professor Marynen gaf verder nog aan dat excellentiefinanciering wel degelijk werkt, te oordelen naar het aantal en naar de impact van de publicaties die eruit voortvloeien.
Mogen mislukken Vervolgens kwamen de onderzoekers zelf aan het woord. Zeger Debyser (Geneeskunde) legde uit waarom er white lies zijn in de financiering van wetenschappelijk onderzoek. Selecteren we wel degelijk op basis van excellentie en innovatie, vroeg hij zich af. Selecteren we niet te eenzijdig op kwantitatieve basis? Waarom wordt er zo weinig aandacht besteed aan kwalitatieve weging, bijvoorbeeld in interviews met kandidaten voor een academisch mandaat? En als het over meten gaat, waarom besteden we dan zoveel aandacht aan de meting van output en veel minder aan bijvoorbeeld die van rendement? Patrick Reynaert (Ingenieurswetenschappen) sprak over de afwezigheid van een tussenniveau in de financiering: ofwel krijg je beperkte middelen, waar je een pc en wat software mee koopt, om dan een ontwerp te maken en simulaties te draaien, ofwel beland je meteen in de sfeer van de zeer zware onderzoekstoelagen. Voor een ingenieur is heel vaak een ander financieringsniveau nodig, dat de omzetting van ontwerpen in hardware mogelijk maakt. Dàt is immers het toetsingsniveau waar bijvoorbeeld de industrie waarde aan hecht, maar waar in
Onze fotograaf Rob Stevens begeeft zich in de jungle van het studentenleven en spreekt een wildvreemde aan. AANGESPROKEN WILD! Struinend langs de practica die zich her en der binnen de universiteit afspelen, kom ik terecht in een labo waar naarstig plantkunde wordt beoefend. Geflankeerd door medestudenten in even smetteloos wit doet Carmen Adriaens iets met een proefbuis en intens groene vloeistof. “Ik zit in mijn eerste jaar Biologie. Voor mij stond die keuze in het middelbaar al vast, ik haalde er mijn hoogste punten op. De naam vat de reden mooi samen: bios en logos, ik wil alles bestuderen wat met het leven te maken heeft. Darwin, kruiden(-geneeskunde), veilige genetische manipulatie, hoe een blad
tot een blad groeit en een vogel kan vliegen, het boeit me allemaal.” “Ik wil voor mijn minor volgend jaar graag in de breedte kiezen, vakken uit psychologie, ecologie en misschien ook Frans in bedrijfskunde, ik weet het nog niet. Daarna nog een jaar op Erasmus om te kijken hoe men in andere landen tegen de dingen aankijkt en ook hoe gemeenschappen zelf in elkaar zitten. Ik analyseer graag ja (lacht).” “Uiteindelijk zou ik wel terecht willen komen in onderzoek dat leidt tot betere levensomstandigheden voor álle organismen, en zo tot een grotere harmonie.” Onze zegen heeft ze.
onze financieringsbenadering te weinig ruimte voor is. Peter Vangheluwe (Geneeskunde) stipte aan dat slechts achttien procent van de postdocs een verdere universitaire loopbaan kan uitbouwen. De overige 82 procent moet een baan zoeken in de buitenwereld, waar echter heel andere skills nodig zijn dan wat een doctorandus tijdens zijn onderzoeksjaren aangeboden kreeg. Communicatie, managementvaardigheden enzovoort zijn vaak van veel groter belang om het buiten de universiteit te maken dan echte onderzoeksvaardigheden. Hij stelt daarom voor, naar het voorbeeld van University College London, een Postdoc Office uit te bouwen, waar training en loopbaancoaching aangeboden kunnen worden. Koen Brosens (Letteren) onderstreepte dat creativiteit ondenkbaar is zonder mislukking. Het probleem is echter dat mislukking, hoe essentieel ook, niet in rekening gebracht kan worden in de loopbaan of in de diverse metingen van onderzoeksoutput. Dat is niet gezond voor echt grensverleggend onderzoek. Hij benadrukte daarom dat onderzoekers de ruimte gegund moet worden to fail dismally.
Egocentrisch Paul Valckenaers (Ingenieurswetenschappen) gaf aan dat de huidige jacht op excellentie niet gezond is. De geschiedenis leert dat een verkeerd nagestreefde excellentie gedoemd is tot zeer ongewenste resultaten. De voor een onderzoeker onmisbare vrijheid staat vaak haaks op een tezeer op het kwantitatieve gefixeerde en een te bureaucratisch georganiseerde wetenschap. In een wel zeer origineel betoog gaf professor Joseph Indekeu (Wetenschappen) aan dat onze
universiteit niet zozeer het gevaar loopt in een zwart gat te verdwijnen, maar wel in the BOF keyhole. Het more is better-adagium, door de zaal op aanstoken van de spreker meegescandeerd, is zeer ongezond voor werkelijk creatief, grensverleggend langetermijnonderzoek. In plaats van de onderzoekstoelagen te verdelen volgens zeer rigide criteria, stelde Indekeu voor tien procent van de toelagen at random toe te kennen, om op die manier een per definitie onvoorspelbare maar wel verrijkende mutatie van het onderzoek mogelijk te maken. Stefan Decuyper (Psychologische en Pedagogische Wetenschappen) stelde in zijn analyse dat het klassieke wetenschapsmodel, gebaseerd op in se egocentrische kennisaccumulatie, niet meer werkt. In de plaats daarvan dienen volgens hem rond bepaalde grote topics geconstrueerde netwerken te groeien, waarin, met geavanceerde software, wél de grote vooruitgang mogelijk is die in de klassieke benadering, alleen al door de omvang van de huidige weten-
schappelijke kennis, niet meer haalbaar is. Dat is wel alleen mogelijk door ingrijpende wijziging in onze mindset. Leen Van Campenhout (Katholieke Hogeschool Kempen) rondde de rij sprekers af. In haar samen met Johan Claes voorbereide betoog wees zij op de eigen plaats van onderzoek in een academische hogeschoolopleiding. De volwaardigheid en de eigen identiteit van dat onderzoek, met een onmiskenbare focus op de toepassing, moeten dan wel erkend worden. Dergelijk onderzoek is vaak zelfs complexer dan fundamenteel onderzoek: in de context van de praktijk kan men immers niet terugvallen op de vaak vereenvoudigde modellen die in fundamenteel onderzoek niet uitzonderlijk zijn. Hogeschoolonderzoek is wel degelijk levenskrachtig, als het voldoende omkaderd wordt, als aansluiting naar aangepaste universitaire PhD-programma’s uitgebouwd wordt, en als er degelijke en aangepaste evaluatiemethoden uitgewerkt worden. Allemaal food for thought, toch?
26 mei 2010
Geschiedenis 11
Driehonderd jaar geleden stierf Philip Verheyen. Reden voor een herdenkingsviering in zijn geboortedorp Verrebroek én een interview met professor Raphael Suy, die zich verdiepte in de geschiedenis van deze anatoom en rector.
Philip Verheyen:
Boer, anatoom, rector Tine Bergen “Het was onder andere een schilderij waarop Verheyen zijn eigen onderbeen dissecteerde dat mijn aandacht op zijn figuur vestigde. Uiteindelijk bleek het om een computergestuurd werk te gaan en is het enige feit in het schilderij dat een van Verheyens benen effectief geamputeerd is, maar mijn belangstelling was gewekt. Ik leerde dat er in zijn geboortedorp Verrebroek een werkgroep rond zijn figuur bestond en dat de inwoners nog altijd de ‘Flippen’ worden genoemd. Ik vond een uitgebreid artikel over hem geschreven door professor Vanpaemel van de Faculteit Wetenschappen. Allemaal redenen om verder te gaan spitten, want Verheyen heeft niet voor niets een standbeeld gekregen in de galerijen van het stadhuis.” “Echt veel is er niet geweten over zijn achtergrond. Hij groeide op in een kleine boerenfamilie in Verrebroek en was tien toen zijn vader stierf, beladen met schulden. Vanaf dan moest Verheyen dus zelf gaan werken als knecht, maar zijn geheugen en verstand maakten dat hij opviel bij de plaatselijke pastoor Joannes Jaspers. Die gaf hem twee jaar lang ‘s winters onderricht, met het idee van hem een priester te maken. Hij zorgde daarna ook voor financiële steun, zodat Philip Verheyen naar de middelbare school in Leuven kon en op
zijn 27ste als ‘arme student’ werd ingeschreven aan de faculteit van de Artes, het begin van alle universitaire studies. Hij studeerde af als primus in de wijsbegeerte, waardoor hij een studiebeurs kreeg die zijn verdere onkosten zou dekken. Zijn doel – of in elk geval dat van de dorpspastoor – was immers de faculteit theologie. Maar daar stak het noodlot een stokje voor in de vorm van de eerder genoemde amputatie. Aangezien priesters toen geen handicaps mochten hebben, was verdere studie aan het seminarie daarmee uitgesloten.”
Blaasjes “In 1678 schreef Verheyen zich dus in voor geneeskunde, wat waarschijnlijk ook dichter bij zijn interesses aanleunde. Als student deed hij immers al onderzoek op koeien om de blaasjes in de eierstokken, die toen net voor het eerst beschreven waren, met eigen ogen te kunnen zien. Leuven stond op dat moment niet zo sterk in de geneeskunde en het is dan ook niet verwonderlijk dat Verheyen als licentiaat naar Leiden en Amsterdam trok, waar hij onder andere les kreeg van de befaamde anatoom Frederick Ruysch.” “Hij keert in 1683 terug naar Leuven, waar hij trouwt met Anna Van der Zeype, de jongere zuster van de hoogleraar anatomie. Wellicht niet helemaal toevallig volgt Verheyen zijn schoonbroer bij diens
(© Srestha Premnath / New York 2006, Museum of Contextual Amputations)
overlijden een jaar later op. Hij moest roeien met de riemen die hij had, want de mogelijkheden voor dissecties waren in Leuven op dat moment sterk beperkt. Het waren ook woelige tijden met de Negenjarige oorlog en de daaropvolgende Spaanse Successieoorlog. Om praktische redenen werd er uitsluitend in de winter ‘geanatomiseerd’, maar Verheyen schuimde regelmatig de slagvelden af op zoek naar lichaamsdelen die hij kon gebruiken voor zijn studies.” “Koning Karel II van Spanje benoemt hem in 1689 officieel tot koninklijk hoogleraar in de anatomie en datzelfde jaar wordt Verheyen ook verkozen tot rector, een ambt dat voorbehouden was voor ongehuwde hoogleraars en dus meestal priesters. Omdat Verheyen het jaar daarvoor weduwnaar was geworden, kwam hij ook in aanmerking. Als rector had hij in die tijd de leiding en jurisdictie over alle leden van de universitaire gemeenschappen, van professoren over studenten tot knechten
Darwin voor dokters Waarom worden mensen ziek? Evolutionaire geneeskunde kan zinnige antwoorden op die vraag geven. Professor Koenraad Devriendt van het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid past elke dag evolutionaire inzichten toe in zijn praktijk. Anneleen Cosemans Evolutionaire geneeskunde is een jonge discipline die sinds de jaren 90 opgang maakt. Dat eenieder van ons een uniek DNAprofiel heeft, was al langer geweten. Maar hoe complex de natuur in elkaar zit, werd recent alleen nog maar duidelijker. Professor Devriendt: “Nog altijd ontdekken we dankzij evoluerende technieken en techologieën nieuwe genetische varianten en mutaties. Daar ben ik als wetenschapper en
dokter enorm door geboeid: wat vertellen die varianten ons?” Het wordt interessant als je in die enorme variatie naar verwantschappen gaat zoeken. “We zijn allemaal verschillend van elkaar. Maar toch merk je dat in een welbepaalde groep mensen sommige varianten meer dan andere opduiken. De omgeving waarin wij, en meer in het bijzonder onze voorouders, opgroeiden, bepaalt mee onze genetische constitutie.” Als je dat op ziektes toepast, kan dat tot verrassende conclusies lei-
den. Mucoviscidose bijvoorbeeld, een ernstige erfelijke ziekte, komt heel vaak in Europa voor: in België wordt elke week een kind met muco geboren. Hoe kan je dat geografisch overwicht verklaren? “Er zijn aanwijzingen dat dragers van het mucogen minder vatbaar zijn voor infectieziekten als tyfus en cholera. Nog niet zo lang geleden kwamen die ziektes in onze streken vaak voor. Dragers hadden dus een duidelijk overlevingsvoordeel. Zij hadden meer kans om zich voort te planten
en meiden. Toch stelde hij zich na afloop van zijn termijn van zes maanden niet opnieuw verkiesbaar, waarschijnlijk omdat zijn hart bij de anatomie lag.”
Beestjes “Verheyen heeft geen grootse ontdekkingen gedaan. Het feit dat hij God boven de wetenschap plaatste, verhinderde dat soms ook. Zo toonde de microscoop in die tijd voor het eerst bewegende ‘beestjes’ in het mannelijk zaad. Voor Verheyen bestond het niet dat er buiten Adam en Eva nog mensen uit dieren zouden zijn voortgekomen, dus legde hij die hypothese naast zich neer. Zijn grote verdienste bestaat er in dat hij alle kennis die op dat moment aanwezig was – de ‘grote’ ontdekkingen in de anatomie waren toen gedaan – heeft verzameld in een bijzonder praktisch en toegankelijk werk: de Corporis Humani Anatomia, dat voor het eerst verscheen in 1693.” “De tweede verbeterde uitgave verscheen postuum in 1710. Dit en de variant aan hun kinderen door te geven. Een aandoening als ADHD begrijp je ook beter als je het evolutionair bekijkt. Die jongens vonden het beste voedsel en konden hun vee beter beschermen. Maar zet ze vijf dagen op een schoolbank...”
Ras Niet alleen ziektes, maar ook uiterlijke verschillen tussen bevolkingsgroepen zijn in belangrijke mate genetisch bepaald. “Puur genetisch kan je dus spreken van raciale of etnische verschillen. Deze kennis kunnen we in de kliniek gebruiken omdat geografische of etnische verschillen vaak gepaard gaan met verschillen in het voorkomen van bepaalde aandoeningen. Sikkelcelanemie komt bijvoorbeeld enkel voor in Afrika, niet in Europa. Maar met woorden als ‘ras’ en ‘etnie’ moet je delicaat omspringen en goed kaderen.
tweedelige boek telt 46 platen met bijzonder gedetailleerde figuren, waar veel werken uit die tijd er slechts een tiental bevatten, en is geschreven in wat neerbuigend ‘keukenlatijn’ wordt genoemd, maar daardoor wel verstaanbaar is voor iedereen. Het werk was immers vooral bedoeld voor studenten en praktiserende artsen, niet voor anatomen. Verheyen tekende waarschijnlijk de meeste figuren zelf om de kosten te drukken en zo de prijs van zijn boek laag te houden.” “Het boek is eenentwintig keer herdrukt in het Latijn, het Nederlands en het Duits. Verheyens teksten en tekeningen doken ook regelmatig op in andere boeken, onder andere in het werk van Palfijn, de befaamde meester-chirurgijn en verloskundige. In de eerste helft van de 18e eeuw was dit dan ook hét boek voor anatomie, vooral in Italië en in Duitsland. Anatoom Verheyen heeft de medische faculteit van Leuven dus beslist mee op de toenmalige wereldkaart gezet.” Want het doet mensen toch nog vaak denken aan de eugenetica en alle wanpraktijken die daaruit voortvloeiden, zoals het sterilisatiebeleid tijdens het naziregime. Laat dat verschil duidelijk zijn: het is niet omdat we raciale verschillen onderscheiden dat we daar maatschappelijke consequenties aan moeten vasthangen.” Evolutionaire geneeskunde biedt een schat aan nieuwe informatie. En die informatie maakt een betere preventie en behandeling mogelijk. De weg ligt open naar een ‘gepersonaliseerde’ geneeskunde. “Dat is een geneeskunde op maat van ieders unieke genetische samenstelling. Daar zijn we nog niet, maar de eerste stappen in de goede richting zijn gezet.” ‘Evolutionaire Geneeskunde: wat leert ons de genetica?’, 5 juni, 11u20, O&N1 (GA2), http://www. vesaliusonline.be
12 Internationaal
campuskrant
“ De K.U.Leuven is en blijft onze belangrijkste partner” “Natuurlijk koos ik Leuven voor mijn eerste bezoek aan een buitenlandse universiteit. Wij hebben enorm veel te danken aan de K.U.Leuven, het is en blijft onze geprivilegieerde partner.” Jean-Berchmans Labana Lasay’Abar, sinds februari rector van de Université de Kinshasa (UNIKIN) was begin mei te gast aan onze universiteit. Hij nodigde rector Mark Waer meteen uit voor een tegenbezoek. Jaak Poot “Met UNIKIN gaat alles goed”, zegt de nieuwe rector. “Wij hebben dit academiejaar twintigduizend studenten en zo’n zeshonderd professoren. Die zitten verdeeld over de twaalf traditionele faculteiten en twee nieuwe waarmee we recent van start gingen: petroleum- en gaswetenschappen, en veeartsenij. Met de eerste spelen we in op de olie- en gaswinning in Congo. We hebben daar dringend eigen kaders voor nodig.” De academische samenwerking met de K.U.Leuven blijft enorm belangrijk: “Onze medische faculteit is de sterkste tak aan UNIKIN. En dat hebben we voor een groot deel te danken aan de jarenlange intensieve samenwerking met de Leuvense medische faculteit. Professoren komen niet alleen regelmatig naar Kinshasa om gastcolleges te geven. Zeker even belangrijk zijn de vele specialisten die aan de K.U.Leuven een opleiding kregen en nu hun kennis en ervaring aan onze studenten doorgeven.” Er zijn aan UNIKIN naast geneeskunde en farmaceutische wetenschappen nog twee sterke faculteiten met veel studenten: rechten, en politieke wetenschappen – vooral internationale relaties. Die faculteiten trekken het meeste studenten aan omdat de tewerkstellingsperspectieven voor die diploma’s het beste zijn. Rector Labana Lasay’Abar: “Voor toegepaste en ingenieurswetenschappen kampen we met een tekort aan professoren en dat zet ook een domper op de inschrijvingen.”
Grote noden “Het gaat goed, maar we hebben natuurlijk grote noden”, zegt de rector: “Zonder blijvende samenwerking met buitenlandse partners rooien we het niet. Momenteel hervormen we onze programma’s om ze in lijn te brengen met de Bologna-principes. Dat is belangrijk voor de erkenning van onze diploma’s in het buitenland. Wij stappen dus ook over naar een creditsysteem zoals in Europa.” “We hebben ook grote noden op het vlak van informatie- en communicatietechnologie. De internetcapaciteit is ondermaats voor een soepele academische werking op niveau. Upgrades naar snelle breedbandverbindingen zijn echt een noodzaak. Net zoals krachtiger en moderner computers. Wij hebben projecten uitgeschreven om daaraan te verhelpen, maar we zijn nog op zoek naar de nodige fondsen. Die zijn trouwens ook nodig voor beamers in onze grote auditoria waar tot vijftienhonderd studenten samen college volgen, vooral eerstejaars. Nu moeten ze alles oppikken uit de mond van de hoogleraar die vooraan zijn verhaal doet zonder enige visuele ondersteuning.” “Onze hele infrastructuur is
trouwens verouderd en dringend aan renovatie toe. We hebben veel gebouwen die dateren uit dezelfde periode als veel infrastructuur aan de K.U.Leuven. Maar hier werd die ondertussen al aangepast aan de moderne tijd. Bij ons gebeurden er geen grondige werken meer sinds de bouw.” Rector Labana Lasay’Abar is ook heel blij dat de universiteitsbibliotheek beloofde hem een reeks wetenschappelijke werken te bezorgen. “Soms hebben kleinere projecten een grote impact op onze werking. Neem nu het project voor bussen (van VLIR-UOS & BTC –red.). Ondanks het gebrekkige openbaar vervoer in Kinshasa, kregen heel wat studenten de voorbije jaren daardoor de mogelijkheid toch aan de universiteit te studeren, al wonen ze veraf. En ook de gewone bevolking profiteert mee van die bussen. Nu breiden we dat project zelf uit. Twee Indiase bussen rijden al en een derde komt binnenkort toe.” “Wij hebben verschillende bilaterale en multilaterale samenwerkingsprojecten. Maar de K.U.Leuven is en blijft onze belangrijkste partner, van essentieel belang om de academische kwaliteit van onze universiteit op peil te houden. Ik doe er alles
Rector Jean-Berchmans Labana Lasay’Abar
aan om ervoor te zorgen dat de alma mater gastdocenten blijft sturen en dat masterstudenten hier kunnen doctoreren onder uitstekende begeleiding. Als ze
(© Rob Stevens)
dan terugkomen met al de kennis en ervaring die ze hier opdeden, bewijzen ze ons onschatbare diensten.” http://www.unikin.cd
Akkoord over ontwikkelingssamenwerking Op 22 april ondertekenden de minister van Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel en vertegenwoordigers van de universitaire koepelorganisaties VLIR-UOS aan Vlaamse kant en CIUF-CUD aan Franstalige kant
een akkoord over de hervorming van de universitaire ontwikkelingssamenwerking in het kader van hun zuidactiviteiten. Een belangrijke vernieuwing betreft de geografische concentratie. Dat betekent dat beide koepelor-
ganisaties vanaf 2013 hun werking zullen beperken tot twintig partnerlanden, op basis van een landenstrategie die focust op de rol van de universiteiten in de ontwikkeling van hun land of regio. Verder zullen VLIR-UOS en CI-
UF-CUD vanaf 2013 werken met strategische programma’s van zes jaar, onderverdeeld in twee driejarige actieplannen. http://www.vliruos.be/ index.php?navid=620& language=NL&throughadmin=1
Symmetrisch gebaar Op 19 mei vond aan de K.U.Leuven Campus Kortrijk de proclamatie plaats van de Vlaamse Wiskunde Olympiade. Professor Marcus du Sautoy (Oxford) – ook tv-presentator en succesauteur – hield bij die gelegenheid een lezing over ‘symmetrie’. Elk jaar nemen zo’n 18 à 19.000 leerlingen deel aan de VWO en haar jongeren-editie JWO. Drie van de 162 laureaten mogen deelnemen aan de 51ste International Mathematical Olympiad, die dit jaar plaatsvindt in Kazakhstan. De coördinatie lag in handen van de Campus Kortrijk en de Ugent. Een voorbeeldje uit de vragen van de editie 2010: In warenhuis RUYLCOT staan 13 kisten met in totaal 2010 appels. Zij x het aantal appels in een
kist die er het meeste bevat. Wat is de kleinst mogelijke waarde van x? Eerder deze maand vond ook de proclamatie plaats van de Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen, waaraan meer dan vijfduizend leerlingen deelnamen. De twee beste kandidaten uit elke categorie mogen Vlaanderen vertegenwoordigen tijdens de internationale Olympiades in Korea, Japan en Kroatië. De coördinatie van de Olympiades voor Natuurwetenschappen is sinds 2008 in handen van professor Luc Van Meervelt van het Departement Chemie, waar ook het wedstrijdsecretariaat gehuisvest is. http://www.vwo.be http://www.chem.kuleuven.be/ olympiades (© Patrick Holderbeke)
26 mei 2010
Interview 13
Vanaf het begin van de jaren 70 heeft Jan Roegiers in diverse functies het wel en wee van de bibliotheek meegemaakt, tot 1996 als hoofdbibliothecaris. Tijd voor een huldetentoonstelling, en een lang gesprek over boeken en bibliotheken. En voor mijn eerste fysieke contact met een handschrift uit de 12de eeuw. Ik heb nooit beseft dat tijd zo voelbaar kan zijn.
“Bibliothecaris of prof? Ik wil niet kiezen.” Ludo Meyvis “Ik heb in Leuven gestudeerd in de woelige jaren, toen de splitsing volop bezig was. Door omstandigheden was ik in nauw contact gekomen met de bibliotheek en het archief. De vraag leefde toen: wie is na de splitsing eigenlijk de rechtmatige erfgenaam van ‘Leuven’? Was dat de K.U.Leuven? Of was dat de UCL?”
Stekske “Volgens nogal wat Waalse professoren waren zij het échte Leuven. Ze waren dan wel verhuisd, maar wat in Leuven achterbleef, kon hooguit nog de universiteit van het Hageland worden, niet die grootse, rijke universiteit van meer dan vijf eeuwen oud. Rector de Somer en zijn Leuvense professoren dachten daar anders over. Via professor Steppe, die zijn sporen verdiend had met de Erasmustentoonstelling van 1969, raakte ik betrokken bij de voorbereiding van de viering van de 550ste verjaardag in 1976. Die had duidelijk te maken met het claimen van een historische erfenis. Steppe wenste het gewicht van de tentoonstelling echter niet te dragen, en hij had mijn naam doorgegeven aan de Somer. Probleem: er was geen echte functie voor me. Die werd ‘gemaakt’, en vanaf 1975 was ik ‘archivaris van de universiteit’, wat ik gebleven ben tot mijn emeritaat vorig jaar.” “In 1972 was ik ook al lid van de Bibliotheekraad geworden, een logge unitaire commissie die na de splitsing van het Leuvense boekenbezit een eigen bibliotheekbeleid voor de K.U.Leuven moest uittekenen. De Somer zag de trage vorderingen van de splitsing met lede ogen aan. ‘Hou er een stekske onder, onder dat oud papier’, zou hij wel eens gezegd hebben – al meende hij dat niet: hij begreep het belang van een degelijke historische collectie heel goed, en hij eiste een correcte verdeling. Alleen het tijdrovende gedoé daarrond hing hem de keel uit. Uiteindelijk werd afgesproken dat de laatste verdeling op 28 september 1979 gebeurd moest zijn. De dag ervoor, ’s morgens, werd er nog vrij scherp vergaderd, en ’s namiddags, na het haastig nuttigen van een broodje, heb ik mijn doctoraat verdedigd. Dat moést, want vanaf 1 oktober kon ik benoemd
worden, àls ik een doctoraat had. Druk weekje was het wel.” “De indianenverhalen over de verdeling moet je niet geloven. Wél is er zwaar geruzied, tot en met het inschakelen van deurwaarders, maar grosso modo is de verdeling vrij redelijk gebeurd, zij het heel traag. De strafste verhalen, die de rector ooit tot in Japan heeft moeten tegenspreken, zijn verzinsels uit Brussels-bibliothecaire hoek. Wie het wereldje kent, weet wel wat ik daarmee bedoel.”
De schat van Hongarije “In het begin van de jaren 80 groeide er een probleem tussen hoofdbibliothecaris Dehennin en het universiteitsbestuur, of tussen centralisme tegenover facultarisering van de middelen. Dehennin nam uiteindelijk ontslag, en De Somer vond dat ik hem moest opvolgen. In januari 1981 werd ik dan hoofdbibliothecaris. Mijn lesopdracht nam ook behoorlijk toe, zodat ik een drukke periode tegemoet ging.” “Je moet niet alle aspecten van een complexe bibliotheek willen beheersen. Ik heb er bijvoorbeeld geen moeite mee om toe te geven dat ik geen techneut ben, al ben ik er wel blij om dat ik de invoering van het Libis-catalogussysteem heb kunnen afronden. Dat was niet eenvoudig, want niet iedereen zat erop te wachten.” “Ik heb me sterk ingezet voor de verbetering van de reputatie van de Leuvense bibliotheek. De splitsing had ons geen goed gedaan, en ze had ook ons historisch patrimonium aangetast, een derde keer, na de branden van 1914 en 1940. Daar heb ik in de loop der jaren toch wel wat voor kunnen doen. Zo is het bijvoorbeeld gebleken dat je, zelfs met bescheiden middelen, nog altijd een historisch belangrijke collectie kunt opzetten.” “Neem bijvoorbeeld de jurist Piro, rector van onze universiteit in 1429. Bij de tentoonstelling van 1976 hadden we niéts van hem in bezit. Nu hebben we de drie bestaande incunabeledities van zijn werk, een handschrift en een postincunabel. Of neem Vives, de belangrijkste Spaanse humanist, die gedurende een tiental jaren in Leuven gewerkt heeft. Er zijn zesentachtig brieven bekend van hem, en Leuven heeft er de voorbije decennia negenenzeventig van kunnen verzamelen. Ze maken
“Voor mij is dit de topper onder de aanwinsten: het Privilege van paus Martinus V, van 9 december 1425, horend bij de stichtingsbul van onze universiteit.” (© Rob Stevens)
deel uit van de briefwisseling van Frans Cranevelt, vriend van Erasmus, Morus en andere humanisten. Uit het legaat van professor De Vocht hadden we al twee bundels brieven. We vernamen dat er een derde bundel te koop aangeboden werd bij Christie’s. Prijskaartje: 28 miljoen frank… Daar hadden we uiteraard het geld niet voor. Door gesprekken met de Koning Boudewijnstichting is het uiteindelijk gelukt dat schitterende document toch te kopen en in Leuven in bewaring te geven – onder meer met elf van de zestien nog bestaande brieven van Thomas Morus.”
drie maanden bibliothecaris was, kreeg ik een riant aanbod uit Boedapest. Het jaar daarop mochten we in Boedapest veertien incunabels gaan ophalen…”
Niet kiezen “Ons historisch erfgoed opbouwen met geld uit de werkingsmiddelen, is een illusie. Dat gaat domweg niet. Gelukkig hebben we twee leefbare alternatieven. De eerste bron zijn de schenkingen, vaak via een legaat. Dat zijn niet altijd voltreffers, maar soms krijg je schatten in de schoot geworpen. Zo vonden we in de documenten
“Ons historisch erfgoed opbouwen met geld uit de werkingsmiddelen, is een illusie. Dat gaat domweg niet.” “Soms moet je ook geluk hebben. Zo waren we via Duitse herstelbetalingen in het bezit gekomen van een codex met het alleroudste Hongaarse gedicht, van omstreeks 1300. Voor Hongarije was dat een stuk essentieel nationaal erfgoed, waar ze al jarenlang op aasden – begrijpelijk, overigens. Voor Leuven was het ook wel een mooi document, maar uiteraard niet zó centraal op onze culturele horizon. Toen ik nog geen
van musicoloog Van Elewyck autografen van beiaardcomponist Mathias van den Gheyn, echte topstukken. Of denk aan de vroegere legaten van professor De Vocht, met veel humanistische werken, de ongeveer 50.000 boeken van de Antwerpse bibliofiel Fons Van Herck, naast vele tientallen kleinere schenkingen.” “Privé-bibliotheken overlappen elkaar vaak. Dat heeft honderdduizenden dubbels opgeleverd.
Dat brengt me bij de tweede inkomstenbron: we verkopen die dubbels, gewoonlijk eenmaal per jaar. Ik heb er in het begin wat voor moeten vechten om dat beleidsmatig te laten aanvaarden, maar het blijkt wel heel aardig aan te slaan. De opbrengst van die verkoop stelt ons in staat om nu en dan eens iets te kopen op een veiling.” “Ben ik een collectioneur? Zeker niet. Een bibliothecaris of een prof? Dwing me niet om te kiezen – al moest ik dat in 1996 natuurlijk wel doen, toen ik besloot mijn mandaat als hoofdbibliothecaris te beëindigen. Ik houd in elk geval van de bibliotheek, en van de sfeer van het boek. ’t Is soms een moeilijk instituut geweest om een beleid rond uit te bouwen, in Leuven zelf, of wat de samenwerking met externe bibliotheken betreft, maar ik denk dat de zaak momenteel heel goed draait – dank zij mijn opvolgers en de hele ploeg, natuurlijk. De bibliotheek mag dan al een verzameling boeken zijn, om die verzameling levend te houden, moet je er een plaats voor ménsen van maken. Studenten en collega’s, eerst en vooral, maar natuurlijk ook mogelijke schenkers, antiquaren, boekengekken en boekenliefhebbers.” Die vinden elkaar ongetwijfeld in de huldetentoonstelling voor professor Roegiers, Anima Academiae Bibliotheca, vanaf 10 juni te bekijken in de Centrale Bibliotheek. http://ub.bib.kuleuven.be/ cultuur/detail.cfm?Id=158&jaar =2010&bibliotheek=BIBC
14 Leven na Leuven
campuskrant
Kinesitherapeut en bondscoach
Georges Leekens “Tot mijn achttiende was ik een twijfelaar”, zegt Georges Leekens (61). De anders zo doortastende voetbalcoach vond pas zijn draai toen hij kinesitherapie studeerde aan de K.U.Leuven. Al snel droomde hij van een groots revalidatieproject en topclubs. De kersverse bondscoach wil altijd vooruit. “Op een dag wil ik trainer zijn van Real Madrid.”
“Ik begin het spelletje te kennen” Katrien Steyaert Je moet geen fervente bewoner van de planeet voetbal zijn om te weten dat Georges Leekens de nieuwe bondscoach is. Want Leekens – de puinruimer, de jobhopper, Mac the Knife – heeft die post in zijn geheel eigen stijl veroverd: with a bang. Aanvankelijk probeert hij een dubbele baan – bondscoach en clubtrainer – uit de brand te slepen, en zegt ‘nee’ tegen de Koninklijke Voetbalbond. Een week later verbaast hij door toch ’s lands hoogste voetbalambt te aanvaarden. “The sky is the limit, hé?”, zegt hij aan de telefoon, op een zeldzaam vrij moment. “Wij Belgen denken soms te eng en negatief. Je moet overtuigd zijn van jezelf. Pas op, ik was zelf de grootste twijfelaar tot mijn achttiende. Maar dankzij mijn fantastische ouders en het studentenleven heb ik me ontplooid.” Van 1968 tot 1972 studeert Leekens – geboren in Limburg, maar al lang een inwoner van West-Vlaanderen – sport- en revalidatiewetenschappen aan de K.U.Leuven. “Eerst wist ik niet welke richting ik uit moest maar ik was sportief aangelegd en droomde van een revalidatieproject om topspelers te begeleiden. Ik dacht aan individuele programma’s en preventie van blessures, toen nog onbestaande. Ik was zelf al profvoetballer (bij Crossing Schaarbeek, van 1970 tot 1972 – red.). De keuze voor kinesitherapie was logisch.” Zijn studies verliepen als een fluitje van een cent. “Ik heb met gemak mijn diploma gehaald, ook al voetbalde ik al. Nu bestaan er talloze programma’s om studies en topsport te combineren maar toen nog niet. Maar een beetje afzien kan geen kwaad. Ik leerde snel en ik hield van de materie. Collega-studenten bezorgden
me notities, en de proffen toonden begrip. Dat mag eens gezegd worden. Ik kreeg geen voordelen maar ze waren fier een eersteklasser in de les, en in de universitaire ploeg, te hebben.” “Nee, ik was niet vlijtig. Ik was een echte student: sociaal, genietend van elk moment. De Oude Markt en Vismarkt heb ik van dichtbij leren kennen, net als de cantussen en thé dansants. De tijd die ik niet achter mijn boeken doorbracht, moest ik natuurlijk inhalen. Soms was het spurten op het einde. Als ik niet alles had kunnen bekijken, was ik toch een beetje onzeker. Maar het is gelukt.” Leekens’ vriendin Kathleen noemt hem ‘de eeuwige student’. “Van nature wil ik bijleren, een stap voor zijn op de rest. Stilstaan is achteruitgaan. Je moet leergierig blijven, als je weinig succes kent, maar evenzeer als je veel succes hebt.” Na zijn studies haalt Leekens nog een master in management en teambuilding, een onderwerp waarover hij zelf de boeken Winnen door teambuilding (1998) en De match van je leven (2007) publiceert.
Geluk bestaat niet Leekens speelt als centrale verdediger zo’n 350 matchen, met als hoogtepunten de Europacup I-finale in 1978. Met Club Brugge, waar hij van 1972 tot 1981 speelt, wint hij vijf keer de titel en één keer de Beker van België. Zijn harde tackles leveren hem de bijnaam Mac the Knife op, maar daar ligt hij niet van wakker. “Ondertussen had ik een kinépraktijk”, praat hij onverstoorbaar voort. “Van zes uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds werken was normaal voor mij. Het was niet makkelijk om na vijftien jaar mijn praktijk te sluiten. Maar ik droomde van het buitenland, de nationale ploeg en topclubs trainen. Als je
(© Michael De Lausnay)
iets goed wilt doen, moet je er volledig voor gaan. Een dubbele baan is soms onmogelijk. Tiens, dat heb ik laatst nog gehoord”, grinnikt hij. Op zijn 35ste, in 1984, is Leekens de jongste trainer in de Belgische hoogste klasse, op dat moment
chamelijke en psychologische benadering van mensen, komt nog elke dag van pas. Je moet mensen aanvoelen, motiveren, en ze graag hebben. Ik hou niet van egoïsten. Ik streef de perfectie na, maar niet door te focussen op de gebreken van mijn spelers. Die moet je
“Geluk bestaat niet. In je carrière kan het je misschien één keer overkomen, maar geen twintig keer.” van Cercle Brugge. In 1998 loodst hij als bondscoach de Rode Duivels naar het WK in Frankrijk, maar raakt ook verzeild in een hetze met de Franstaligen, en krijgt ruzie met Enzo Scifo. Trotser mag hij zijn op zijn vaak geprezen discipline en positivisme. “De groepssfeer is essentieel”, zegt hij. “Mijn studie, over de li-
wegwerken of verbeteren, vooral bij de jeugd. Vroeger klonk het constant: ‘Dat kan je niet, en dat kan je niet’, maar die dictatoriale opvoeding heeft gelukkig plaatsgemaakt voor democratie.” Gevraagd naar zijn beste prestatie zegt hij: “Daar loop ik niet mee te koop, ik ben geen Nederlander. Ik ben wel fier dat ik tweedeklas-
ser Moeskroen naar eerste klasse geloodst heb (in 1996 – red.).” Hij beleefde er hoogdagen met de broers Mpenza. “Het meest trots ben ik op de mensen met wie ik gewerkt heb en die later doorgebroken zijn: Mbark Boussoufa, Nicolas Lombaerts. Die laatste studeert trouwens rechten. Ik hoef geen doodblokkers maar vind het toch makkelijker werken met intelligente sporters. Qua welstand komt de jeugd niks te kort maar ze hebben het zeker niet makkelijker dan vroeger. De druk is heel hoog. Er zit veel potentieel bij onze voetballende jongeren, wat sommige oude knarren ook beweren.” Ook criticasters die Leekens en zijn Rode Duivels woelige tijden voorspellen geeft hij lik op stuk. “Ik heb nooit gekozen voor de gemakkelijkste weg. We gaan nog een tandje bijsteken. De tegenstanders in de voorronde voor het EK (in 2012 in Polen en Oekraine –red.) zijn niet van de minste, maar zo is het leven. Mijn motto is ‘willen, werken, winnen’. Het laatste lukt niet zonder de eerste twee. Geluk bestaat niet. In je carrière kan het je misschien één keer overkomen, maar geen twintig keer.” pagina 15
26 mei 2010
pagina 14
Georges Clooney Leekens timmert aan een lange weg en dito curriculum. Er staan maar liefst veertien ploegen op die hij trainde, van 1984 tot nu. Het leverde hem het imago van jobhopper op. “Ik weet wat ik wil. Bij de nationale ploeg heb ik voor vier jaar getekend”, wimpelt hij de beschuldiging weg. “Mensen die zeggen dat ik niet lang ga blijven, hebben een probleem met zichzelf.” En zo laveert hij zichtbaar ongehinderd door het wereldje. Toch geeft hij toe dat er moeilijke tijden waren. We denken aan de hetze als bondscoach, of contracten die op sissers afliepen – bijvoorbeeld in het Saoedi-Arabische Al-Hilal –, maar zelf noemt hij de momenten waarop zijn ploegen het zwaar te verduren kregen. “Dan moet je echt coach zijn, goed weten waarmee je bezig bent en emotioneel niet over je toeren gaan. De passie moet je in toom houden.” “Na zesentwintig jaar in het vak begin ik het spelletje te kennen, maar ik ben maar zo ver geraakt met de hulp van mijn omgeving. Ik ben de mensen rondom mij heel dankbaar, ook al zeg ik dat soms te weinig. Elke goede topmanager heeft een sterke vrouw achter zich. Die steun heb je nodig als je meer dan tien uur per dag werkt, in het buitenland zit en geleefd wordt. Of ik ooit getwijfeld heb? Iedereen twijfelt. Maar ik heb het gevoel dat ik altijd een evenwicht heb gevonden tussen mijn werk en mijn gezin. Je weet dat je ze tekortdoet, maar ik probeer hen te betrekken bij mijn job. Wie mij dierbaar is, neem ik mee naar wedstrijden, betrek ik in de hulde. Zij mogen ook eens de bloemen krijgen. Dat geldt ook voor de assistenten en trainers. Je bent maar zo sterk als je naaste medewerkers.” Heeft hij de sportieve microbe doorgegeven aan zijn kinderen? “Gally (de dochter van zijn vriendin Kathleen – red.) is zestien en speelt tennis. Ze is zeshonderdste van de wereld. Mijn dochter heeft kleine kinderen en werk zat. De kwaliteitsmomenten met hen zijn schaars maar ik probeer ervan te genieten. Dat doe ik ook als ik ouderwets een pintje ga drinken met vrienden. Velen van hen praten zelfs niet over voetbal, ze zijn gewoon leutig. Maar ik geniet ook van mijn job, hoor”, haast hij zich te zeggen. Op de passie zit alvast weinig sleet. “De honger is nog even groot als vroeger, alleen de weg ernaartoe is anders. Toen ik jong was, maakte ik grote carrièreplannen, soms tot tien jaar ver. Maar zo zet je jezelf te veel onder druk. De ervaring leert me dat ik dat niet meer moet doen, maar ik blijf wel stiekem dromen. Ik ben een Georges, ik ben een ‘clooney’, maar ik ben nog geen Georges Clooney”, lacht hij. “En ook al weet ik dat het waarschijnlijk niet gaat lukken: ooit wil ik wereldkampioen worden, en Real Madrid of AC Milan trainen.”
Alumni 15 Opendeurdagen Open Universiteit
Telex Alumni
Studeren waar en wanneer je wil
Leergierig, maar geen tijd voor of zin in schoolbanken? Aan de Open Universiteit volg je een bachelor, master of korter studieprogramma op je eigen ritme. Je ontvangt het studiemateriaal thuis en bepaalt zelf waar en wanneer je studeert. Makkelijker gezegd dan gedaan? Anneleen Coosemans “Het vergt inderdaad wel de nodige discipline. In het weekend studeer ik steevast enkele uren per dag. Op weekdagen komt dat er met mijn drukke job niet van.” Marie-anne Thehu is kwaliteitsmanager voor een Belgisch textielbedrijf. Met periodes werkt ze 12 tot 14 uur per dag. Waar haalt ze in hemelsnaam de motivatie om daarbovenop nog te studeren? “Omdat ik weinig tijd heb, probeer ik iets te studeren dat verband houdt met mijn werk.” “Zo is het trouwens allemaal begonnen. Vijf jaar geleden werkte ik in een textielbedrijf in China. Geconfronteerd met de arbeidsomstandigheden en de milieuvervuiling daar wilde ik mij met de bacheloropleiding milieu-natuurwetenschappen beter informeren. Die opleiding heeft me de nodige theoretische slagkracht gegeven om een aantal zaken aan te kaarten en te veranderen. De spray waarmee onze arbeiders jeans bespoten, bleek bijvoorbeeld gevaarlijke chemicaliën te bevatten die zelfs tot onvruchtbaarheid konden leiden. Maar ik heb de directie met de nodige argumenten kunnen overtuigen om de in hun ogen te dure veiligheidsmaskers aan te kopen.” Ook personeelsdirecteur Maurice Derden gebruikt zijn studies ter ondersteuning van zijn werk. “Ik ben me tijdens mijn loopbaan alsmaar meer met personeelszaken gaan bezighouden, zonder daarin opgeleid te zijn. Ik wilde weer gaan studeren om te weten of ik goed bezig was. Een vast studieritme heb ik niet. Ik doe het echt voor het plezier en zal niet snel schrappen in mijn sociale activiteiten om te kunnen studeren.” Zijn mensen als Marie-anne en Maurice de belangrijkste doelgroep van Open Universiteit?
“De drijfveren van een Open Universiteit-student zijn erg uiteenlopend. Je kunt daar echt geen lijn in trekken”, aldus Sarah Verlinden, consulente van het studiecentrum Open Universiteit in Leuven. “Sommigen studeren iets wat niet het minste verband houdt met hun werk. Ze doen het louter uit interesse. Anderen willen hun loopbaan een volledig nieuwe wending geven, omdat ze hun huidige job beu zijn. Ons publiek is enorm divers. Maar
Leest u Campuskrant liever online?
wat de studenten wel met elkaar gemeen hebben, is dat ze niet onmiddellijk een plek vinden in het reguliere circuit. Omdat ze die studies niet gecombineerd krijgen met hun gezin, omdat ze erg onregelmatige uren hebben of omdat ze een ziekte of een handicap hebben.” Opendeurdagen Open Universiteit Studiecentrum Leuven, zaterdag 5 juni (10u-18u) en dinsdag 8 juni (18u-21u), http:// www.avnet.kuleuven.be/ou
*** Oud-student Germaanse Bart Herman had dan weer plannen om Europa anno 2010 te veroveren, met zijn nummer Vlinders, passie, stille tranen. Hij schreef het lied met het oog op de Eurosongpreselecties, maar dat was buiten de VRT gerekend, die zonder voorrondes voor Tom Dice koos. Herman brengt het nummer nu als zomersingle uit en hoopt dat het dezelfde weg opgaat als Ik ga dood aan jou, zijn hit uit 1993 die ook voor Eurosong bestemd was. ***Een andere Germaanse Herman maakt zich klaar voor het negende seizoen van De Canvascrack én voor de vijfhonderdste uitzending van de quiz, die eind juli op het scherm komt. In Het Nieuwsblad temperde Herman Van Molle de verwachtingen: “Verwacht alsjeblieft geen vuurwerk of naakte danseressen.” In plaats daarvan gaat de quizmaster de eerste vijf vragen uit de eerste aflevering van De Canvascrack opnieuw stellen. “Dat kan perfect. Geloof me, de mensen gaan versteld staan.” De vijfhonderd afleveringen van De Canvascrack zijn goed voor tweeduizend kandidaten en tienduizend vragen.
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
2 8 A P R IL 2 0 10 | NR 8 | 2 1S T E J A A R G A NG | W W W. K UL E U V E N .BE / C K /
T I JDSCHRIF T VA N DE K .U.L EU V EN
“Ik ben verliefd op Wallonië” LE VEN NA LEUVEN: VL A AMS PARLEMENTSVOORZIT TER JAN PEUMANS [14]
Hogeropgeleiden leven gezonder DOCTOR A AT OVER GEZONDHEID EN SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE [2] (© Rob Stevens)
Fijnbesnaarde fiets
Voor een project rond de kwaliteit van de fietspaden in Vlaanderen ontwikkelde ingenieur Paul Meugens (foto) van FaBeR een meetfiets die het rijcomfort op fietspaden met verschillende soorten wegbedekking registreert. Het toestel toont via curves elke oneffenheid in de weg en geeft het afgelegde traject een score op tien. De Fietsersbond was zo enthousiast dat ze ging lobbyen bij de Vlaamse overheid en minister Hilde Crevits. Met succes: FaBeR sloot met het Agentschap ‘Wegen en verkeer’ een contract af voor de levering van vijf meetfietsen, één voor elke Vlaamse provincie. Lees het artikel op pagina 13.
neem een digitaal abonnement op http://www.kuleuven.be/ck/ digitaalal.html
*** Uiteraard vormen alle oud-studenten van de K.U.Leuven één grote familie, maar de verwantschap tussen alumni Phara de Aguirre (pedagogische wetenschappen, foto) en Goedele Liekens (familiale en seksuele wetenschappen) gaat net iets verder. Professor Ronny Decorte ontleedde het DNA van enkele bekende Vlaams-Brabanders en ontdekte dat Goedele en Phara afstammen van eenzelfde bevolkingsgroep. Die leefde 24.000 jaar geleden in het Nabije Oosten en begon zich zo’n 9.000 jaar geleden te verspreiden naar Europa.
Universiteitsbestuur kiest voor transparantie Op 21 april keurde de Inrichtende Overheid de hervormingsvoorstellen over het universitair bestuur goed, na vroegere goedkeuringen door de Academische Raad en de Raad van Bestuur. De tekst wordt nu ingepast in ons organiek reglement, onze grondwet dus, en treedt op 1 augustus in werking. Rector Waer, na 55 vergaderingen duidelijk tevreden dat de hervorming rond is, legt uit waar het over gaat. LUDO MEYVIS “Het gaat over een hele reeks componenten van ons bestuur, teveel om hier even op te sommen. Ik beperk me tot drie onderdelen. De meest in het oog springende wijziging is dat het reglement over de evaluatie van de rector afgevoerd wordt. Na een mandaat van vier jaar komt er een nieuwe verkiezing. Daarmee is het reglement dat anderhalf jaar geleden voor zoveel commotie zorgde, voorgoed van de baan.” “Op termijn allicht ingrijpender is dat het bestuur van onze universiteit nu een transparante structuur krijgt. Het wordt volgens duidelijke krachtlijnen gedelegeerd vanuit de Raad van Bestuur – die de rechtspersoon ‘K.U.Leuven’ belichaamt. Acade-
mische materies horen voortaan eenduidig tot de bevoegdheid van de Academische Raad. Alles wat met patiënten te maken heeft, ressorteert onder het Bestuurscomité van onze UZ, en valorisatie onder het Bestuurscomité van LRD. Wat het nog vorm te geven bestuur van de geacademiseerde hogeschoolopleidingen betreft, wachten we op het wetgevend kader.” “De Raad van Bestuur is het hoogste bestuurlijk orgaan, maar houdt zich niet bezig met het concrete dagelijks bestuur van de universiteit. Dat wordt gedelegeerd aan de Academische Raad en het Gemeenschappelijk Bureau of Gebu – we spreken dus niet meer van ‘College van Bestuur’. Het basisconcept van de subsidiariteit schraagt ons
VERSCHIJNINGSDATA CAMPUSKRANT 2010
bestuursmodel. Die aanpak zal er bijvoorbeeld voor zorgen dat academische benoemingen of programmawijzigingen niet langer langs de Raad van Bestuur moeten ‘passeren’, maar dat de Academische Raad er de finale zeggenschap over heeft.” “Verder wordt ook de verhouding tussen de groepen, de faculteiten en de departementen helderder omschreven.”
Mensenwerk “Of dit de finale hervorming is? Natuurlijk niet. De universiteit evolueert voortdurend, en haar bestuur dus ook. Bovendien heb je aan de universiteit een permanente – en gezonde – spanning tussen twee soorten legitimiteit.”
NR. 9 – 26 MEI 2010
pagina 2
NR. 10 – 23 JUN 2010
Opiniepeilingen: een eindeloze lus DOCTOR A AT OVER DE REL ATIE TUSSEN NIEUWSMEDIA, PEILINGEN EN OPINIES [3]
Uit de kleren voor het goede doel STUDENTEN MAKEN NA AK TK ALENDER [4]
“Jazz is een taal” BENEFIE TCONCERT BRENGT JA Z ZLEGENDE TOOTS THIELEMANS NA AR LEUVEN [7]
To .be or not to .be DOMEINNA AM VIERT 20 STE VERJA ARDAG [8]
Zo doof als een kwartel? ‘RECHTGEZET’ LEGT ZIJN OOR TE LUISTEREN [19] NR. 1/22 – 22 SEP 2010
NR. 2 /22 –20 OKT 2010
NR. 3/22 –24 NOV 2010
*** Dat je geen naakte danseressen of vuurwerk nodig hebt om de aandacht te trekken, bewees CADES-alumnus Arnoud Raskin (foto). Met zijn vzw Mobile School organiseerde hij een flash mob, een actie waarbij een groep mensen iets ongebruikelijks doet op een openbare plek en daarna weer snel uiteenvalt. Shoppers in de Brusselse Nieuwstraat keken verrast op toen op een zaterdagnamiddag 300 mensen onverwachts door de knieën zakten. Op de grond krijtten ze hun namen en de zin “Als je naam het enige is wat je hebt, dan wil je ’m toch kunnen schrijven?”. In een minuut tijd vormden ze de straat zo om tot een grote petitie waarmee ze de aandacht wilden vestigen op de 150.000.000 straatkinderen over de hele wereld. *** Zelfs als je initialen alles zijn wat je hebt, wil je ze kunnen schrijven: (rvh)
16 Alumni Reizen met Alumni Moskou Van 11 tot 18 augustus organiseert Alumni Lovanienses een cultuurhistorische reis naar Moskou en haar Gouden Ring. In Moskou brengen we een bezoek aan het historische centrum met het Rode Plein, het Kremlin, de metro, kathedralen, kloosters en musea zoals de Tretjakov-galerie. Buiten de hoofdstad zullen we een aantal prachtige historische steden bezoeken – zoals Soezdal, Vladimir, Yaroslavl, … – die bekend staan als de Gouden Ring van Moskou. Begeleiding door Nina Igochina (Alumni Lovanienses) en lokale gids. • De richtprijs bedraagt 1.595 euro per persoon (min. 25 personen – supplement éénpersoonskamer 380 euro – aantal beperkt). We overnachten in viersterrenhotels. • http://alum.kuleuven.be/reizen/ Moskou.html Valencia Van 25 tot 28 november organiseert Alumni Lovanienses een alumnireis naar Valencia. We bezoeken onder meer het historische centrum, de oude stadswijk en de havenregio, het archeologisch museum Almoina, de Ciudad de las Artes y las Ciencias, de Oceanographica, het museum van Schone Kunsten en het museum van Keramische Kunsten. We overnachten drie maal in een viersterrenhotel. Begeleiding: Erik Gobin en lokale gids. • De richtprijs bedraagt 1.095 euro per persoon bij minimum 25 personen; bij 21 deelnemers bedraagt de prijs 1.135 euro (supplement van 125 euro voor éénpersoonskamer, aantal beperkt) • http://alum.kuleuven.be/reizen/ Valencia.html Inschrijven voor deze reizen kan via Avatours nv, (t) 056 21 50 00,
[email protected]
campuskrant
Ephrem Eggermont is Alumnus Geneeskunde van het Jaar Elk jaar kiest de alumnivereniging geneeskunde een Alumnus van het Jaar. Dit keer is dat professor Ephrem Eggermont, gewezen diensthoofd Kindergeneeskunde, die de dienst mee op poten heeft gezet. Tine Bergen “Dat ik pediater zou worden, stond voor mij vroeg vast. Mijn zus is gestorven aan appendicitis en toen is bij mij de overtuiging ingezonken dat zoiets voorkomen moest kunnen worden. In de jaren vijftig stond de pediatrie letterlijk en figuurlijk nog in de kinderschoenen. Ik kreeg les van professor Denys, de eerste hoogleraar pediatrie in Leuven. Van hem heb ik de voornaamste les meegekregen: je moet het kind als geheel zien. Je mag niet verdrinken in details, maar moet alle stukken samenvoegen en op basis daarvan beslissen wat prioritair is. Een rode draad die ik ben blijven volgen, ook later als diensthoofd.” “Na mijn studie heb ik eerst mijn legerdienst gedaan in het West-Duitse Soest. In het militaire ziekenhuis werd ook de familie van de militairen opgevangen. De arts die na mij is gekomen, heeft er trouwens op basis van onder andere mijn voorbereidend werk een kinderafdeling uitgebouwd. Zodra ik uit Duitsland terugkwam, ben ik me gaan toeleggen op neonatologie en wetenschappelijk onderzoek. Ik was altijd al geïnteresseerd in de biochemie en heb uiteindelijk een proefschrift geschreven rond de vertering van koolhydraten. Ik heb goede herinneringen aan mijn jaar in Washington in 1963, waar ik in het labo heel wat technieken over stofwisselingsziekten heb
BVLG & LSUE Studiedag ‘Duurzaam ontginnen - De Vlaamse situatie, een voorbeeld?’ • 28 mei, 14-17u, Celestijnenlaan 200C, 3001 Heverlee • Info: Patrick.Degryse@ees. kuleuven.be, (t) 016 32 64 60 • http://www.kuleuven.be/lsue/ geo_natres/duurzaam_ontginnen/index.html Kern Brussel ‘Uitdagingen voor de moderne universiteiten’, voordracht door rector Mark Waer • 4 juni, 20u, gebouwen van GDF Suez, Troonplein 1, 1000 Brussel Inschrijven vóór 1 juni: 8 euro p.p. voor alumni die lidgeld betaalden in 2009 of 2010; 13 euro p.p. voor niet-leden op rekeningnummer 000-0136526-47 van Alumni Lovanienses vzw met vermelding ‘voordracht rector Mark Waer + naam deelnemer(s)’ • Info:
[email protected], (t) 016 32 40 02 • http://alum.kuleuven.be/verenigingen/kernbrussel.html
opgestoken. Onder andere in de centra in New York en Baltimore leerde ik dan weer veel over de zorg voor prematuren, bijvoorbeeld over de beademing. Toen ik aan pediatrie begon, bestond het vak neonatologie immers nog niet.”
Grondlegger “Waar we in het begin nog gevestigd waren in Sint-Rafaël, heb ik de kinderafdeling van Gasthuisberg letterlijk zien groeien vanuit mijn achtertuin. In de jaren die volgden, heb ik ook veel projecten en diensten mee op poten gezet. Er kwam bijvoorbeeld een dienst die kinderen met ontwikkelingsstoornissen begeleidde. Pediatrie was ook één van de eerste diensten die thuisverzorging aanbood. Zo kon een kind zolang mogelijk thuis verzorgd worden. Er waren de groeiende inzichten in het fenomeen wiegendood. Kindermishandeling kreeg pas begin jaren tachtig echt aandacht. Daar zijn dan vertrouwensartsen en vertrouwenscentra uit voortgekomen.” “Ik heb mee aan de wieg kunnen staan van een hele reeks diensten: kinderendocrinologie, stofwisselingsziekten, hemato-oncologie, infectieziekten, kinderneurologie, kindernefrologie, de neonatale intensieve zorgeneenheid, kindergastro-enterologie en voeding en kinderpneumologie, waarbij de aandacht voor mucoviscidose een belangrijke plaats inneemt. Zodra een project goed van start was, werd het dan verder
Agenda Alumni
Professor Ephrem Eggermont (© Rob Stevens)
uitgewerkt door de stafleden.” “De laatste tien jaar voor mijn emeritaat heb ik me vooral toegelegd op maag-darmziekten. Uiteindelijk kwamen kinderen uit het hele land naar de dienst kindergastro-enterologie. In die periode doceerde ik ook medische deontologie. Als voorzitter van de Vlaamse Vereniging Kindergeneeskunde had ik vele contacten met de regionale kinderartsen. Zo kon ik de wetenschappelijke onderbouw van de kindergeneeskunde echt overbrengen naar de praktijk in het werkveld. Terugkijkend ben ik bij heel veel projecten betrokken geweest en het doet deugd dat ik met deze titel ook erkenning krijg voor het geleverde werk.”
Alfagen Ledendag (vanaf 9u), studiedag ‘Biodiversiteit, migratie en ziekten’, 10-12u, Alumnus van het Jaar 2010, prijsuitreiking en receptie, 12-13u. • 5 juni, Herestraat 49, 3000 Leuven • Info: Inge.Moerman@med. kuleuven.be, (t) 016 337476 Zie ook interview hiernaast en artikel op pagina 11. VRG-Alumni Reünie promotie 1990, walking dinner, verrassingsact en dansavond met optreden • 5 juni, 18u, feestzaal Den Bonten Os, Rijmenamsesteenweg 214, 2820 Rijmenam • Info: http://www.jaar-reunie. net Reünie promotie 1960 • 9 juli vanaf 10u, Leuven, met gedenkmis voor de overleden promotiegenoten, receptie en feestbanket. Programma volgt later. Website voor Leuvense Kinesitherapeuten Kring De Leuvense Kinesitherapeuten Kring (LKK) heeft een informatieve website gelanceerd voor het grote publiek: http://www. kinekringleuven.be
LAO in China Op 6 mei vertrok het Leuvens Alumni Orkest (LAO) naar China om er tijdens een tiendaagse rondreis een vijftal concerten te geven. De blog die de orkestleden voor de Dagkrant bijhielden is nog steeds te lezen op http://dagkrant.kuleuven. be/?q=node/7947. Op de foto: het LAO geeft zijn vijftigste concert in de sportarena van de universiteit van Nanjing, voor een uitbundige menigte van drieduizend studenten. (© ingezonden)
26 mei 2010
Universiteitsfonds 17
Duolegaat: universiteit betaalt uw erfenisrechten Voor de K.U.Leuven zijn de extra middelen uit schenkingen en legaten heel belangrijk om haar positie als ‘centre of excellence’ te behouden. Voor de schenkers zijn er soms belangrijke voordelen op het vlak van successierechten. Jaarlijks haalt de universiteit zo 10 tot 12 miljoen euro aan extra fondsen binnen. Het grootste deel daarvan komt uit schenkingen, maar legaten winnen aan belang. Daarom doet het Leuvens Universiteitsfonds (LUF) mee aan de campagne van Testament.be die de bevolking sensibiliseert om een deel van hun erfenis na te laten aan goede doelen en de academische wereld – Het LUF is het centrale orgaan voor mecenaat en sponsoring aan de KULeuven dat onder meer personen adviseert die een gift aan de K.U.Leuven wensen te doen.” “Het profiel van iemand die een legaat wenst na te laten, is uiteenlopend,” zegt Liesbeth Vannoote, juridisch adviseur bij het LUF. “Het kan gaan om externe particulieren of bedrijfsleiders, of om alumni, patiënten, professoren… Behalve gelden worden soms ook onroerende goederen, kunstcollecties, boeken enzovoort geschonken. Vaak wenst men vanuit een persoonlijke ervaring een specifiek doel binnen
de K.U.Leuven te steunen.” “We zien inderdaad dat er steeds minder open schenkingen en legaten komen, en meer doelgerichte fondsenoverdracht”, zegt professor Walter Pintens van het Instituut voor Familiaal Vermogensrecht en lid van het dagelijks bestuur van het LUF. “Geneeskunde – en daarbinnen kankeronderzoek – staat met stip bovenaan het prioriteitenlijstje van de meeste schenkers of testators. Meer en meer komt het duolegaat in de belangstelling. Dat is een constructie die voor bepaalde erfgenamen het maximum uit de wetgeving op successierechten haalt.” “Een duolegaat is zelden interessant als de eigen kinderen erven – dan moet het al gaan om bedragen boven de 500.000 euro per kind - maar wél als de erfenis naar broers en zussen, en zéker als ze naar neven en nichten of vreemden gaat. Beide partijen winnen erbij. Bij een duolegaat wordt de universiteit aangeduid als begunstigde met de opdracht een deel van de erfenis uit te ke-
ren aan verre familie. De universiteit betaalt slechts 8,8 procent successierechten op haar deel in plaats van de gemiddelde vijftig procent die verre familie of derden betalen. Zij betaalt ook de successierechten op het deel voor de andere erfgenamen. Het belastingbesparend effect van het duolegaat resulteert zo in een dubbel voordeel: het netto-deel dat de
legaten”, vult Liesbeth Vannoote aan. “Een duolegaat veronderstelt een evenwichtsoefening. Het mag geen planningstechniek zijn
“Een duolegaat is een evenwichtsoefening. Beide partijen moeten er echt beter van worden.” andere erfgenamen overhouden is groter én men geeft een belangrijke steun aan de universiteit.” “De universiteit gaat omzichtig te werk bij voorstellen voor duo-
louter in het voordeel van de erfgenamen waarbij de universiteit enkel de lasten en kosten moet betalen. Beide partijen moeten er echt beter van worden. Want
wij dragen natuurlijk een grote verantwoordelijkheid, zeker als onroerende goederen of kunstwerken deel uitmaken van de nalatenschap. Het opstellen van een duolegaat kan een ingewikkelde berekening zijn omdat we geval per geval moeten nagaan welke verhouding het best wordt gerespecteerd.” “Uiteraard kunnen mensen met kinderen ook een gewoon legaat maken ten voordele van de universiteit. In België geldt immers een beperkte testeervrijheid: een deel van de nalatenschap moet aan bepaalde erfgenamen – ouders, kinderen – toekomen; maar over het andere deel kan vrij worden beschikt.” Voor meer informatie: (t) 016 32 84 41 of Liesbeth.
[email protected].
Acerta investeert in Leerstoel Talent Management & Employability “Ik ben heel gelukkig dat een grote speler als Acerta, ondanks de zware druk op de bedrijfskosten, toch investeert in langetermijnonderzoek aan de K.U.Leuven, zonder direct eigenbelang”, zegt Luc Sels, decaan van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen. “Ons team zal er dan ook alles aan doen om de return voor de maatschappij te maximaliseren.” Jaak Poot De Leuvense geïntegreerde HRdienstengroep Acerta maakt vier jaar lang 50.000 euro per jaar vrij voor de ‘Acerta Leerstoel Talent Management & Employability’ aan de K.U.Leuven. Professor Luc Sels, naast decaan ook hoofd van de onderzoeksgroep Personeel en Organisatie, zal het bedrag gebruiken voor de cofinanciering van twee doctoraatstrajecten, één gericht op employability en een tweede op talentmanagement. “We zitten nu in een financiële
crisis, maar geld is geen scarce resource, er is voldoende geld om te ondernemen”, zegt Karel Plasman, afgevaardigd bestuurder bij Acerta. “Maar als de conjunctuur straks weer aanzwengelt, gaan opnieuw veel werkgevers jacht maken op dezelfde talenten.” Luc Sels vult aan: “Als ik kijk naar sectoren zoals de banken, de basischemie of de overheid, dan merk ik dat die gebukt gaan onder de vergrijzing. De eerstvolgende tien jaar stromen enorm veel medewerkers uit. Werkgevers kunnen dat natuurlijke verloop van werk-
nemers niet tegenhouden, maar wel proberen de kennis in huis te houden. Die omschakeling van behoud van mensen naar behoud van kennis is een grote uitdaging voor talentmanagement in de nabije toekomst.”
Duurzame inzetbaarheid Met ‘employability’ bedoelen de onderzoekers de kansen van een individu om een job te vinden én te behouden, zeg maar: duurzame inzetbaarheid. “De levenscyclus van nieuwe producten is bijzonder kort geworden”, zegt Luc Sels. “Kijk maar naar iPhones, pc’s, software. In die context moeten bedrijven de competenties van hun werknemers op peil houden en ze flexibel kunnen inzetten. Het betekent ook dat de garantie op loopbaanlange werkzekerheid tot het verleden behoort. Je werkt bij meerdere werkgevers, met soms korte tussenperiodes van werkloosheid. Employabililty is dan van cruciaal belang om vlot van de ene naar de andere baan te stappen. Wij willen nu onderzoeken
welke factoren die inzetbaarheid bepalen en wat je daaruit kan leren voor de opbouw van een loopbaan.” “Beide deelthema’s gaan dus over talent”, vult Luc Sels aan. “Duurzame inzetbaarheid gaat om de vraag hoe een werknemer zijn waarde voor de arbeidsmarkt op peil kan houden en talent management focust op de vraag hoe de werkgever dat kan faciliteren.” Karel Plasman: “Wij zijn meer dan een sociaal secretariaat dat elke maand 400.000 lonen uitbetaalt. We zijn voor onze klanten ook HR-adviseur. Dat vraagt de juiste antwoorden op wat leeft. Daarom investeren we nu in onderzoek. De resultaten willen we dan als bedrijf delen: we brengen ze naar buiten in artikels en studiedagen.” “Daarvoor was de K.U.Leuven de aangewezen partner. Luc Sels en zijn medewerkers hebben zich op dit terrein een uitstekende reputatie verworven en die willen we nu structureel helpen uitbouwen.” Luc Sels voegt eraan toe: “We werken al ruim vijf
jaar samen rond concrete onderzoeksprojecten. Met de leerstoel gaan we een heel stuk verder. Deze investering in diepgaand onafhankelijk onderzoek getuigt van groot wederzijds vertrouwen. Acerta is voor ons overigens een belangrijke partner: de dienstengroep heeft uiterst waardevolle data en informatie over bedrijven en de arbeidsmarkt. De samenwerking kan alleen winst opleveren voor iedereen: maatschappij, bedrijven én academische wereld.”
Nieuwe leerstoelen Aan de Faculteit Geneeskunde werden twee leerstoelen ingehuldigd: de Amgen Leerstoel voor Supportieve Kanker Therapie (titularis: professor Johan Vansteenkiste) en de SanofiAventis Leerstoel Orthopedische Heelkunde, titularis: professor Johan Bellemans).
18 Universitaire samenwerking
campuskrant
De Universitaire Stichting wil de universitaire gemeenschap een belangrijker rol geven in de samenleving”, zegt afgevaardigd bestuurder, professor Eric De Keuleneer (ULB). “Daarom brengen we in onze club academici en beleidsmakers samen om te discussiëren over belangrijke thema’s, zoals universitaire ethiek, de institutionele organisatie van België en de uitvoering van het Bolognabeleid.”
Universitaire Stichting bestaat negentig jaar Jaak Poot
de studenten en docenten voor de 220 kamers daar, en beheren De Universitaire Stichting is op de dossiers.” 6 juli precies negentig jaar oud. “Een aanleiding om onze dienst- Debatteren verlening nog eens onder de aan- “Het laatste decennium hebben dacht te brengen van de univer- we ons aanbod fors uitgebreid, siteiten”, vertelt Hilde Garmyn, met onder meer culturele reidirecteur academische aange- zen. Maar we focussen vooral op legenheden en externe relaties. een wetenschappelijk aanbod “En om te focussen op de nieuwe met lunchdebatten en lezingen. activiteiten die ons aanbod nu al Een aantal projecten loopt nu een jaar of vijf verrijken.” Herbert al meerdere jaren. Zo is er het Hoover en Emile Franqui legden ‘Ethisch forum’ waar we elk jaar in 1920 de basis voor de natio- een universitair-ethisch thema nale, tweetalige Universitaire aansnijden. We debatteerden Stichting. Ze wilden een ontmoe- over het ranking-systeem en het tingsforum voor academici naar gebruik van het Engels in het het model van de statige Engelse universitair onderwijs in België. clubs. Voor de locatie kozen ze Vorig jaar onderzochten we de een prachtig pand in het hartje impact van Google en online-envan Brussel. Nog altijd de zetel cyclopedieën, zoals Wikipedia, voor de club met restaurant, sa- op onderwijs en onderzoek. In lons en achttien recent volledig november organiseren we onze negende dag, over het beheer gerenoveerde hotelkamers. “Bij de club hoort van oudsher van universiteiten, met vragen ook mecenaat voor wetenschap- als: ‘wat is goed bestuur? Leid je pelijke publicaties en tijdschrif- een universiteit al dan niet zoals ten”, verduidelijkt Eric De Keule- een bedrijf?’” neer. “We stellen vergaderzalen De Keuleneer: “Een tweede foter beschikking en huisvesten een rum is Re-Bel: Rethinking Belgium. aantal academische instellingen, In juni organiseren de profeszoals de Belgian American Educa- soren Philippe van Parijs (UCL) tional Foundation. We hebben via en Paul de Grauwe (K.U.Leuven) de stichters ook speciale banden hun derde interuniversitaire en met het Belgische huis Biermans- intracommunautaire academiLapôtre in Parijs. Wij selecteren sche denknamiddag rond de in-
Eric De Keuleneer, afgevaardigd bestuurder van de Universitaire Stichting
stitutionele organisatie van België. De groep heeft ook een reeks e-publicaties op haar palmares. Onze Stichting organiseerde de voorbije jaren ook een reeks middagseminaries rond de uitwerking van de Bolognaprincipes in het Belgische universitaire landschap. Thema’s die al aan bod kwamen zijn: financiering, sociale aspecten, toegankelijkheid en internationalisering. In december wijden we een volledige dag
Summerclass Nuclear Power Generation (VEEMIREERHIORSTTIRZERHIOIVRGIRXVEPI
%PXMNHEPIIRWIIROIVRGIRXVEPI[MPPIRFIHMIRIR#+VMNTHERRYNIOERW
)4>I\TPSMXERXZEROIVRGIRXVEPIª&SVWWIPI«MR>IIPERHLSYHXZERXQNYPM IIR7YQQIVGPEWW2YGPIEV4S[IV+IRIVEXMSRZSSV89WXYHIRXIR8IGLRMWGLI2EXYYV OYRHI;IVOXYMKFSY[)PIOXVSIR2YGPIEV)RKMRIIVMRK)IR[IIOPERKXLISVMIIR TVEOXMNOXVEMRMRKIRSTIRVSRHHIOIVRGIRXVEPIQIXIIREERXVIOOIPMNOMRJSVQIIP TVSKVEQQE(I7YQQIVGPEWW[SVHXEJKIWPSXIRSTHIWMQYPEXSVZERHIOIVRGIRXVEPI MRLIX(YMXWI)WWIR(EEVHSINISRHIVPIMHMRKZERIVZEVIRVSXXIRIROIPITVEOXMNO STHVEGLXIRQIXKIWMQYPIIVHIRYGPIEMVITVSGIWWIRMRIIRHVYO[EXIVVIEGXSV 6IEKIIVWRIP[ERXLIXEERXEPTPEEXWIRMWFITIVOX /MNOZSSVQIIVMRJSVQEXMIIRLIXGYVWYWTVSKVEQQEST[[[[IVOIRFMNIT^RPSJFIP QIX8MQ&VSY[IVXIPIJSSR IQEMPXFVSY[IV$IT^RP 7YVJZSSVZEGEXYVIWREEV
www.werkenbijepz.nl
2:)PIOXVMGMXIMXW4VSHYOXMIQEEXWGLETTMN>YMH2IHIVPERH >IIHMNO41&SVWWIPI8IP)QEMPMRJS$IT^RP
aan een algemene evaluatie van elf jaar Bolognaverklaring.” De Universitaire Stichting telt momenteel 1.200 leden. Voor twee derde zijn dat docenten en professoren van Belgische universiteiten. Het andere derde omvat academici uit het buitenland en anderen die banden hebben met de academische wereld. Hilde Garmyn: “Het lidmaatschap geeft recht op het gebruik van de infrastructuur in de Brusselse
(© Rob Stevens)
Egmontstraat. Maar de leden krijgen met hun lidkaart ook toegang tot Twinning Clubs wereldwijd, van de Academia Belgica in Rome, tot de Oxford and Cambridge Club in Londen en de Amerikaanse Harvard Clubs. Er is één verschil tussen onze Stichting en de traditionele Engelse clubs: bij ons zijn ook vrouwelijke academici welkom.” Meer informatie: http://www. universitairestichting.be
benoemd of onderscheiden Professor Eddy Decuypere, verbonden aan de Afdeling Dier-VoedingKwaliteit, mocht tijdens de lentemeeting van de World’s Poultry Science Association de Robert Fraser Gordon Memorial Lecture geven met de titel ‘The broiler breeder paradox from the physiological, genetic and ethical viewpoint together with suggestions for solutions’. Hij ontving bij deze gelegenheid de Robert Fraser Gordon medaille vanwege zijn grote bijdrage aan de pluimveewetenschappen, en is daarmee de eerste Belg op een lijst met voornamelijk wetenschappers uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Professor Stephan Parmentier, verbonden aan het Leuvens Instituut
voor Criminologie, is uitgenodigd om deel uit te maken van de External Advisory Board van het Centre for Criminology aan de University of Oxford. De Advisory Board bestaat uit vier wetenschappers uit GrootBrittannië, twee overzeese academici en vier vooraanstaande mensen uit de praktijk. Op woensdag 28 april gaf professor Wim Robberecht, departementsvoorzitter Neurowetenschappen en diensthoofd van de Afdeling Neurologie van UZ Leuven, de inaugurale lezing van de eerste FrancquiLeerstoel aan de UHasselt, getiteld ‘De bochtige weg naar een behandeling voor amyotrofische laterale sclerose’.
26 mei 2010
doctoraten Godgeleerdheid 30 maart - Paschal-Paul Okeke Searching for Wholeness: A Theological and Pastoral Retrieval of the Values of the Sacrament of Anointing of the Sick within the Igbo-Nigerian Context 12 april - Bartholomew Ugochukwu The Eucharistic Koinonia in Igbo Perspective of “Oriko”: A Challenge to Human Relationships and Interconnectivity
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 26 maart - Aaron Schuster The Trouble with Pleasure. Philosophy and Psychoanalysis 29 maart - Thomas Kochalumchuvattil Subjectivity and Intersubjectivity in Kierkegaard and African Philosophy. A Cross-Cultural Approach
Rechtsgeleerdheid 28 januari - Jogchum Vrielink Van haat gesproken ? Een rechtsantropologisch onderzoek naar de bestrijding van rasgerelateerde uitingsdelicten in België 19 maart - Tinne Heremans Professional Services in the EU Internal Market: Quality Regulation and Self-Regulation 29 maart - Veerle Colaert De meerlagige rechtsverhouding financiële dienstverlener - belegger. Een onderzoek naar de verhouding tussen de MiFID gedragsregels, consumentenrecht en burgerlijk recht, getoetst aan de regels inzake pretransactionele informatieverplichtingen
Economie en Bedrijfswetenschappen 19 maart - Ziga Zarnic Trade, institutional measures and competitiveness 31 maart - Stijn Vanormelingen Essays on empirical industrial organization
Sociale Wetenschappen 11 maart - Yves Dejaeghere The Political Socialization of Adolescents. An Exploration of Citizenship among Sixteen to Eighteen Year Old Belgians 30 maart - Stijn Gryp Flexibiliteit in bedrijf - Balanceren tussen contractuele en functionele flexibiliteit
Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 9 april - Jessie Dezutter Cognitive and affective aspects of religion in relation to mental health: An exploration in community and clinical samples
Wetenschappen 4 maart - Thomas Cocolios Single-particle and collective properties around closed shells probed by in-source laser spectroscopy 15 maart - Peter Demeester Heuristic approaches for real world timetabling problems in education and health care 17 maart - Heleen Verlinden Molecular basis underlying behavioural changes during phase transition in the desert locust 17 maart - Arnout Voet Development of small molecule protein-protein interaction inhibitors targeting the HIV-1 integrase - LEDGF/ p75 complex 17 maart - Lien Moors Functioneel-morfologisch onderzoek van het mannelijk reproductief stelsel bij honingbijen (Hymenoptera, Apidae) 19 maart - Anna Deres
Ad Valvas 19 Polymer dynamics studied with defocused wide-field single molecule fluorescence microscopy 22 maart - Annemie Cuyvers The cellular and molecular response of adult mouse brain to visual deafferentation 29 maart - Jelle Hendrix Confocal spectroscopy in living cells Chromatin and protein interactions of HIV-1 integrase co-factor LEDGF/p75 6 april - Armel Ibala Zamba Faune des poissons des rivières Luki et Léfini (bassin du Congo): diversité et écologie
Ingenieurswetenschappen 4 maart - Mohammad Ali Pourghaderi Carrier Transport in Nanoscale Transistors 5 maart - Phillip Ekkels Metal Surface Micromachining Technologies for Implementation in RF-MEMS Switching Devices 12 maart - Anand Krishna Kanjarla On the Mesoscale Heterogeneity in Polycrystal Plasticity 12 maart - Bertha Adriana Verhoef Simulation of Process Performance in Pervaporation 19 maart - Steven Dillien Bridging the Physics-Engineering Gap in Dual Phase Steel Formability 24 maart - Ping Hou Techniques for Reasoning in FO(ID) and Fixpoint Logic 24 maart - Wouter Souffriau Automated Tourist Decision Support 25 maart - Deepaknath Tandur Digital Compensation of Front-End Non-Idealities in Broadband Communication Systems 30 maart - Markulf Kohlweiss Cryptographic Protocols for Privacy Enhanced Identity Management 2 april - Dries Berckmans Tools for the Synthesis of Traffic Noise Sources 2 april - Dagang Li QoS-Enabled Mobility in Heterogeneous Networks 13 april - Christophe Poucet Dynamic Memory Optimisations for Multimedia Applications 21 april - Bert Stallaert Active Structural Acoustic Source Control of Rotating Machinery
Bio-ingenieurswetenschappen 4 maart - Sara Gomand The molecular structure of starch: a key to understanding lamellar structure and physicochemical properties 18 maart - Kristel Sniegowski Pesticide-degrading organisms and their application in the treatment of spray residues of crop protection products 19 maart - Valerie De Groote Analysis of new persistence determinants in Pseudomonas aeruginosa identified by high-throughput screening 19 maart - Jan Plue Impact van beheer en veranderingen in landgebruik op de zaadbank en vegetatie van bossen 26 maart - Isabelle Vandeplas Farmer & Researcher Collaboration for Pro-poor Development, through soybean production. A case study in SW-Kenya 1 april - Karlien Cheyns Influence of dissolved organic matter on biodegradation of pesticides in soils 23 april - Ans De Roeck Investigating the potential of highpressure/high-temperature processing regarding texture preservation of processed fruits and vegetables: a case study on carrots
Geneeskunde 1 maart - Chantal Van Ongeval
Performance and optimization of clinical digital mammography 1 maart - Jannick Verbeeck Hepatitis C virus epidemiology and evolution of genotype 5a 2 maart - Geert Meyfroidt Computerized data management in the intensive care unit: predictive modeling, time series analysis and opportunities for support of care 3 maart - Hans Delye Better bicycle head protection by improving the knowledge of the biomechanics of head injuries 9 maart - Caroline Van Holsbeke The ultrasonographic assessment of the adnexal mass 16 maart - Justin Vijay Louis Functional role of PR61/B’delta, a Protein Phosphatase 2A subunit, in cell cycle regulation and tau biology in a KO mouse model 22 maart - Atunga Nyachieo The baboon as preclinical model for assisted reproduction 23 maart - Dieuwke De Keyzer The interaction between inflammation and oxidative stress in a pig model of coronary atherosclerosis 24 maart - Ben Sprangers Efficiency and risks of adoptive lymphocyte therapy for induction of graft-versus-leukemia responses after allogeneic hematopoietic stem cell transplantation: studies in mice 26 maart - Vasiliki Michaki Validation in mammalian systems of gamma-secretase activity modulators identified in a Drosophila genetic screen 26 maart - Stefaan Soenen Evaluation of cell-nanoparticle interactions: Development and characterization of cationic magnetoliposomes to improve cell labelling 29 maart - Ming Wu Perfusion-contraction coupling in models of ischemic heart disease 29 maart - Joke Debruyn Sip1 (Zfhx1b) and central nervous system development: one protein, many functions 30 maart - Ingrid Arijs Studies van de mucosale genexpressie afwijkingen in inflammatoire darmziekten voor en na controle van de ontsteking 2 april - Joris Vandenberghe Neurobiology of brain-gut interactions in human gastric sensitivity and hypersensitivity 7 april - Roxana Roohi Ahangarani B cells as shuttles for induction of antigen-specific immune tolerance 16 april - Jiexin Liu Human Circulatory Control in Space and on Earth 21 april - Ellen Reynders Genetic and cell-biological analysis of defects in Golgi structure and function in novel CDG-IIx patients
Farmaceutische Wetenschappen 4 maart - Katrin Martens Peroxisomes and the adrenergic control of white adipocytes and skeletal muscle 15 maart - Jurgen Mensch Development and characterisation of a predictive high throughput Blood-Brain Barrier permeability assay for early drug discovery central nervous system compounds
Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 15 maart - Katrijn Van Aken Motor functioning and underlying neuromotor processes in children with the 22q11.2 Deletion syndrome 26 maart - Dieter Van Assche Revalidatie na kraakbeenherstelprocedures in de knie
RECHTgezet Slaat bliksem nooit twee keer op dezelfde plaats in? Reiner Van Hove “Won’t you listen ‘cos I’m at it again / Lightning striking, and on that you can depend / They say that lightning never strikes the same place twice / Gods of thunder, sit and watch the event.” Bliksem brengt nooit twee bezoeken aan eenzelfde plaats: blijkbaar heeft Ozzy Osbourne – de zanger van bovenstaande verzen – die wijsheid van horen zeggen, net als wij. Een zelfverklaarde Prince of Darkness kunnen we alleszins niet als een betrouwbare bron beschouwen als het over lichtflitsen gaat. Dus zetten we koers naar professor Walter Lauriks van de Afdeling Akoestiek en Thermische Fysica. Hij beschrijft eerst de krachten die ons geregeld trakteren op een gratis lichtshow in Disco Firmament: “Bliksem is het gevolg van het opladen van waterdruppels in wolken, door wrijving met opstijgende lucht. Meestal krijgt de onderkant van de wolk een negatieve lading en ontstaat er een elektrisch veld met de positieve lading op het aardoppervlak. Dat veld is op een gegeven moment zo groot dat de zogenaamde ‘doorslagspanning’ van de lucht overschreden wordt: de krachten op de ladingen trekken de luchtmoleculen kapot waardoor ze ioniseren. Op dat moment is de lucht geleidend en kan er stroom vloeien tussen de
wolk en de aarde.” “Bliksem kiest de weg van de minste weerstand en slaat doorgaans in op het punt waar het elektrische veld het grootst is. Dat hangt onder meer af van de vorm van het aardoppervlak: een scherp uitsteeksel, bijvoorbeeld, versterkt het elektrische veld aanzienlijk. Denk aan statische elektriciteit: die slaat over op de top van je vinger als je ermee naar een deurklink beweegt. Om die reden kunnen hoge torens wel degelijk meermaals een bliksem te verwerken krijgen.” Dat checken we even op de website van de Empire State Building in New York. En jawel, die blijkt jaarlijks een honderdtal bliksemschichten in ontvangst te nemen en doet zelfs dienst als ‘lightning rod’ voor het hele omliggend gebied. Er blijken trouwens ook menselijke bliksemafleiders te bestaan: de Amerikaanse parkwachter Roy Sullivan zou zeven blikseminslagen overleefd hebben. Lauriks: “Serieus? In zijn functie kwam hij wellicht geregeld in open veld, dus ik kan er me wel iets bij voorstellen.” De professor geeft tot slot nog mee dat een bliksemschicht eigenlijk altijd een veelvoudige inslag op dezelfde plaats is: “Elke bliksemflits bestaat uit een serie korte schichten die hetzelfde pad volgen. Daardoor zie je de schicht meestal ook flikkeren.”
[conclusie] Bliksem valt soms in herhaling.
20 Buitenkant
campuskrant
(© Rob Stevens)
Resto-rock
Naar aanleiding van de presentatie van de nieuwe visietekst cultuur (zie artikel p. 5) organiseerden enkele studenten culturele studies op 29 april een reeks optredens onder de noemer ‘Band on the Move’. In Alma 1, 2 , 3 en Alma Gasthuisberg pootten ze een huiskamer neer, waarin een band – op de foto Willow in Alma 2 – de lunchende aanwezigen op een concertje trakteerde.
“China is mijn tweede thuis” Student sinologie Mario Cams (26) kreeg onlangs een beurs van de Belgische Stichting Roeping ter waarde van 10.000 euro. Lien Lammar “Ik was negentien en studeerde informatica in Diepenbeek. China interesseerde mij totáál niet. (lacht) Tot ik van mijn moeder het boek The wrong way home van de Australische schrijver Peter Moore cadeau kreeg. Daarin beschrijft Moore hoe hij van Londen naar Sydney reist zonder het vliegtuig te nemen. Dat wil ik ook doen, dacht ik. In mijn eentje en met mijn rugzak op de rug ben ik vertrokken. Ik wist één ding: dat informatica niets voor mij was. Wat ik dan wél wilde doen, was een groot vraagteken.” “Tien maanden lang ben ik onderweg geweest. Door Iran, Pakistan, Nepal, Laos, ... China was het eerste land waar ik niemand vond die Engels sprak. Op zo’n moment verdwijnt alle houvast. Mijn eerste keer in China was dan ook geen onverdeeld positieve ervaring. Zie je dit litteken op mijn voorhoofd? Een herinnering aan mijn aankomst in China. Ik voelde me die dag vreselijk slecht, ik moet iets verkeerd gegeten hebben. Net toen ik de grens van Nepal naar China overgestoken had, ben ik op straat flauwgevallen van de pijn. Een paar dagen later wilde ik een stadje gaan bezoe-
ken dat op de landkaart niet zo ver weg leek te liggen. Zonder één woord te begrijpen van wat de verkoper zei, kocht ik een busticketje. Waarna ik vier dagen en drie nachten in de bus heb gezeten. Vreselijk! (lacht) Toch voelde ik meteen een band met het land. Ik was bijvoorbeeld heel erg onder de indruk van het Chinese schrift. Het leek me fantastisch om al die streepjes te kunnen lezen. Toen heb ik de knoop doorgehakt: ik zou sinologie gaan studeren. En ik heb nooit een seconde spijt gehad van die beslissing.” “Chinees leren is keihard werken, vooral de eerste twee jaar. Na mijn bacheloropleiding ben ik een jaar in China gaan studeren. Daar leerde ik mijn vriend kennen, voor wie ik nog een jaar langer ben gebleven. China heeft een grote ‘expat community’ waar je als buitenlander automatisch in terecht komt. Je gaat op stap met westerlingen en uit eten in westerse restaurants. Dankzij mijn vriend heb ik het echte leven van de Chinezen leren kennen en is ook mijn taal erop vooruit gegaan. We wonen nu samen in Leuven. Vanaf dag één is mijn vriend Nederlands beginnen leren. Nu studeert hij zelfs Engelse en Nederlandse literatuur. In april zijn we
nog een maand terug naar China gegaan. Dat land is mijn tweede thuis. Ik voel me daar heel erg op mijn gemak.” “Eigenlijk heb ik drie passies: China, verre culturen en cartografie. Als kind deed ik niets liever dan kaarten bestuderen en overtekenen. Die drie passies komen samen in mijn thesis, waarin ik onderzoek doe naar de Miao Albums van de provincie Yunnan. Dat zijn geïllustreerde werken uit het Chinese keizerrijk waarin informatie opgetekend werd over de levenswijze van etnische minderheden. Die boeken waren bedoeld om ambtenaren en officieren die naar die gebieden werden uitgestuurd te informeren. Ze bieden niet alleen een schat aan historische gegevens, maar geven ook inzicht in hoe het moderne China met etnische diversiteit omgaat. Van de Miao albums van Yunnan, de provincie in het zuidwesten van China met het grootste aantal etnische minderheden, bestaat echter nog geen enkele volledige studie. Dankzij een beurs van de Belgische Stichting Roeping kan ik aan mijn onderzoek beginnen. Want China is voor mij een roeping, ja. Zo kan je het wel noemen.” http://www.fondationvocation.be Student sinologie Mario Cams
(© Rob Stevens)