Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 2099 Antwerpen X - n° BC 6379
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
België-Belgique P.B. 2099 Antwerpen X PB 8/1779
erkenning: p303221
2 5 m aa r t 2 0 0 9 | nr 7 | 2 0 s t e j aa r g a ng | w w w. k ul e u v e n . be / c k /
t i jdschrif t va n de k .u.l eu v en
“Uniefs moeten volwassen gedrag aanleren” filosoof roger scruton [9]
Op de sofa bij de filosoof Sans-papiers verwelkomd
(© Rob Stevens)
De vroegere gebouwen van Farmacie in de Van Evenstraat worden sinds 19 maart bewoond door een veertigtal sans-papiers, onder meer uit Nepal, Bhutan en Congo. Sommigen van hen verblijven al vele jaren in ons land, vaak in mensonwaardige omstandigheden. Rector Vervenne verwelkomde hen, samen met LOKO en het steuncomité voor de sans-papiers.
studiedag filosofisch consult [3]
De gevoelswaarde van geluiden nieuwe discipline ‘soundscape’ [5]
Cultuurprijs K.U.Leuven voor Hans Op de Beeck
Biljoenen berekeningen per seconde vl aams supercomputercentrum [6]
De tweejaarlijkse Cultuurprijs van de K.U.Leuven gaat naar beeldend kunstenaar Hans Op de Beeck. De jury koos onder meer voor Op de Beeck vanwege de breedte van zijn werk: zijn oeuvre omvat onder andere video’s en foto’s, sculpturen en installaties, kortverhalen en tekeningen. Wouter Verbeylen De Cultuurprijs, mogelijk gemaakt door het Blanlin-Evrartfonds, is goed voor 15.000 euro. Hij wordt om de twee jaar uitgereikt aan een hoogstaand en vernieuwend levend Belgisch kunstenaar die zich ook verdienstelijk heeft gemaakt op het vlak van vorming en/of onderzoek in de kunsten. De bekroonde kunstenaar geeft ook een reeks masterclasses aan een selecte groep studenten. Voor 2007-2008 mocht Bart Meuleman de Cultuurprijs voor ‘literatuur’ in ontvangst nemen, zijn opvolger Hans Op de Beeck is laureaat in de categorie ‘beeldende
kunsten en curatie’. Hij krijgt de prijs op 30 april overhandigd tijdens een academische zitting. “Als tiener was ik al heel beeldgericht. Ik was een stripliefhebber en heb steeds erg veel getekend”, vertelt Op de Beeck. “Er werd in mijn omgeving dus niet echt opgekeken toen ik beeldende kunst ging studeren. Ik ben gestart in de schilderkunst, en wat later ben ik overgeschakeld naar het multidisciplinaire ‘Experimenteel Atelier’ in SintLukas in Brussel. Toen ben ik ook sculpturaal beginnen werken, en vanaf dan is de boel qua mediumgebruik ontploft.” Zeg dat wel: Op de Beecks oeu-
Verschijningsdata Campuskrant 2009
vre beslaat ondertussen sculpturen, installaties, videowerk, fotografie, animatiefilms, tekeningen, schilderijen en kortverhalen. “Van nature eigen ik me makkelijk nieuwe technieken toe. Welk medium ik gebruik, bepaal ik niet steeds vooraf – ik vertrek vanuit een bepaalde inhoud en zoek dan de meest adequate vormelijke vertaling. Het medium zelf heeft voor mij in eerste instantie een dienende functie: als je bijvoorbeeld een werk wil maken waarin de ervaring van een tijdsverloop wenselijk is, kom je sneller bij video terecht dan bij sculpturen.” pagina 14
nr. 8 – 29 apr 2009
nr. 9 – 27 mei 2009
“Jeezes, da’s een goeie!” humor in het christendom [10]
Een alumnus van 104 hendrik carrette blik t 80 jaar terug [13]
“De toppers houden me in de gaten” Student en wielrenner jan bakel ants [20] nr. 10 – 24 jun 2009 Nr. 1/21 – 23 sep 2009
nr. 2/21 – 21 okt 2009
2 Nieuws colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
Redactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen, Marie-Caroline Lenaerts (stagiair), Evy Neyens (stagiair), Annelies Vandeplas (stagiair)
Redactieadres Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven 016 32 40 18
[email protected]
Adreswijzigingen (bij voorkeur per mail) Alumni Lovanienses Naamsestraat 63 - bus 5601 3000 Leuven 016 32 40 01
[email protected]
Losse medewerkers Tine Bergen, Emma Grootveld, Lien Lammar, Ines Minten, Jaak Poot, Wim Troch, Benedict Vanclooster
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens
Cartoons Joris Snaet
campuskrant
Jong ingenieursgeweld in de prijzen Op donderdag 19 maart werden de 67ste KVIV-Ingenieursprijzen uitgereikt. Studenten Stijn Van de Vyver en Jeroen Corthout gingen met goud en zilver aan de haal. Marie-Caroline Lenaerts Met de Ingenieursprijzen bekroont de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging jaarlijks de beste eindwerken van pas afgestudeerde burgerlijk en bio-ingenieurs. Afgelopen donderdag stelden de zeven finalisten hun onderzoek voor in de Koninklijke Militaire School te Brussel. Onder hen bio-ingenieur Stijn Van de Vyver en burgerlijk ingenieur Jeroen Corthout (nu student aan de Vlerick Leuven Gent Management School). Grote winnaar van de avond werd Stijn met zijn onderzoek naar hernieuwbare grondstoffen: “Ik heb een nieuwe katalysetechnologie ontwikkeld voor de omzetting van hernieuwbare glycerol, het afvalproduct van biodiesel en zeep. Het innovatieve aan onze technologie is dat we rechtstreeks waterstofgas produceren vanuit deze hernieuwbare grondstof.” Jeroen Corthout eindigde op de tweede plaats met een eenvoudige, maar vooral goedkopere methode voor de diagnose van slaapapneu.
Stijn: “Ik wilde al altijd meedoen aan deze wedstrijd. Het is één van de meest prestigieuze prijzen die je als ingenieur kan behalen.” Jeroen kon nog net op de valreep deelnemen aan de wedstrijd. “Mijn promotor belde me om te zeggen dat ik me nog last minute kon inschrijven.” “Om deel te nemen, moesten we een artikel schrijven dat de maatschappelijke relevantie van ons onderzoek beklemtoont. Uit de 37 genomineerden werden vervolgens zeven laureaten geselec-
teerd”, vertelt een ietwat versufte Jeroen. “Ik ben gisteren op stap gegaan om te vieren. Ik had echt niet verwacht dat ik tweede zou worden”. Stijn maakte het minder laat, maar ook hij heeft een korte nacht achter de rug: “Ik kon niet slapen door de adrenaline.” Voor Stijn krijgt het onderzoek nog een staartje. “Wij hebben onze uitvinding beschermd door een patent en zijn nu aan het onderhandelen met een groot Duits chemisch bedrijf om de technologie toe te passen op industriële
schaal. Ik ben ook aan een doctoraat bezig in het kader van een FWO-project. Ik onderzoek de katalytische omzetting van (ligno)cellulose naar biobrandstoffen en chemicaliën.” Ook Jeroen heeft grote toekomstplannen. “Ik ben op zoek naar iemand die samen een spin-off wil opstarten.” Over wat de jongens gaan doen met de geldprijs zijn ze het helemaal eens: “We gaan het opfeesten!” http://www.kviv.be/ ingenieursprijzen/
Rectorverkiezing Op 20 maart heeft de Verkiezingscommissie kennis genomen van het verslag van de gerechtsdeurwaarder die vaststelt dat de professoren Koen Geens, Bernard Himpens, Stefaan Poedts en Mark Waer voldoen aan alle voorwaarden zoals bepaald in artikel 19 §4 van het gewoon reglement structuur, nl. voorgedragen zijn door ten minste negentig stem-
Joris steekt de draak
gerechtigden waarvan ten minste twintig uit elke wetenschapsgroep en ten minste zestig leden van het ZAP. De Verkiezingscommissie heeft vastgesteld dat de voordrachtprocedure correct is verlopen. Bijgevolg kunnen deze kandidaten deelnemen aan de verkiezing voor het mandaat van rector. De kandidaten kunnen nu tot 3
mei informatie geven over hun programma. Op 2 april zal een speciaal verkiezingsnummer van Campuskrant verspreid worden. De verkiezing zal plaatsvinden in maximaal drie stemrondes resp. op 5, 8 en 12 mei. De kiezers ontvangen een oproepingsbrief op hun thuisadres. Zij kunnen een volmacht verlenen aan een andere stemgerechtigde.
Lezersbrief
Wouter Verbeylen T 016 32 41 46 Wouter.Verbeylen@dcom. kuleuven.be
Vlaams DNA-onderzoek in de VS
Oplage
Campuskrant 28.1.2009
33.000 ex.
Het initatief, vermeld in Campuskrant van 28 januari (‘Nieuwe wortels voor uw stamboom’) is niet de eerste poging om stamboomonderzoek te verrijken met genetica. In 2005 werd in de VS een project opgezet om het DNA te verzamelen van ingeweken Vlamingen en van Amerikanen die vermoeden dat ze van Vlaamse afkomst zijn. Dit leverde een gegevensbank op met meer dan honderd DNA-stalen, te vinden op http://www.familytreedna. com/public/Flanders/. De eerste analyse van deze gegevens werd gepubliceerd in 2007 in mijn boek ‘Flemish DNA & Ancestry: History of Three Families over Five Centuries using Conventional and Genetic Genealogy’. De interpretatie van DNA-resultaten wordt in dit boek met concrete voorbeelden geïllustreerd. Een veel uitgebreidere analyse van Vlaams DNA werd gepubliceerd in ‘Genetic Diversity in Flemish Y-DNA’, een artikel in de Journal of Genetic Genealogy (Fall 2008 issue, http://www.jogg.info.). Guido Deboeck alumnus Fac. Economie en Bedrijfswetenschappen
Reclameregie
Drukwerk Verheyen Graphics, Deurne
Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer verschijnt op 29 april. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
Humor in het christendom. Lees het artikel op pagina 10.
History of Three Families over Five Centuries using conventional and genetic genealogy, DokusPublishing, Arlington, VA, 2007, 371 pg’s, ISBN 0-9725526-7-7 http://www.FlemishDNA.com
25 maart 2009
Nieuws 3
Bij de filosoof op de sofa Met lichamelijke kwalen ga je naar de dokter. Met psychologische problemen kun je terecht bij een psycholoog. Maar wat als je niet ziek bent, niet psychisch getroubleerd, maar wel kampt met allerhande levensvragen? Misschien is een filosofisch consulent dan de persoon die je zoekt. Ines Minten “Filosofisch consulentschap staat in ons land nog maar in de kinderschoenen maar sluit perfect aan bij een aloude filosofische traditie”, vertelt Jens De Vleminck van het Centrum voor Psychoanalyse en Wijsgerige Antropologie. Hij is mede-organisator van een studiedag over het onderwerp.”Kijk maar naar de epicuristen en de stoïcijnen in de oudheid. Daar zie je al de therapeutische aspiraties van de filosofie.” De Vleminck trekt een duidelijke parallel tussen de maatschappelijke situatie van de oude Grieken en die van vandaag. “Je had destijds de overgang van de Griekse stadsstaten naar een wereldrijk, net zoals we nu naar een steeds verder geglobaliseerde samenleving gaan. In zulke situaties worden mensen teruggeworpen op zichzelf. De vaste waardepatronen en kant-en-klare levensopvattingen die vroegere generaties hadden, verdwijnen. En dus moet een individu zelf uitzoeken wat ‘het goede leven’ is, iets wat Seneca zich ook al afvroeg.” Toeval lijkt het hem dus niet dat precies in deze tijden het filosofisch consulentschap (opnieuw) opduikt.
Levensvragen “Tot filosofisch consulenten richten zich voornamelijk cliënten met levensvragen”, legt Jens De Vleminck uit. “Dat kan eigenlijk iedereen zijn. Neem nu iemand die met pensioen gaat: zijn vas-
te kader verandert volledig, hij moet een nieuwe invulling geven aan zijn leven. Of ouders die op problemen stuiten met hun kinderen en daarbij met zichzelf geconfronteerd worden. Mensen met morele dilemma’s, of mensen die verzeild zijn geraakt in een levensbeschouwelijke impasse kunnen baat hebben bij een filosofisch gesprek.” De grote vraag is echter wat zo’n consult kan of mag inhouden. “Dat is allesbehalve een uitgemaakte zaak. Op de studiedag hebben we twee filosofisch consulenten uitgenodigd, die vanuit hun praktijkervaring zullen spreken en vragen beantwoorden. Vervolgens houden we een kritisch panelgesprek. “Professor emeritus Patrick Vandermeersch van de RU Groningen zal het fenomeen kritisch bekijken vanuit het perspectief van de psychotherapie. Professor Bart Raymaekers van het Hoger Instituut voor de Wijsbegeerte geeft zijn visie als academisch filosoof: is dit een evidente beroepsuitweg voor afgestudeerden in de wijsbegeerte? Wat zijn de voordelen en mogelijke gevaren?” Grondlegger van het hedendaags filosofisch consult was de Duitse filosoof Gerd Achenbach. Hij opende zijn eigen praktijk in 1981. Zes jaar later startte Ad Hoogendijk als eerste Nederlander een filosofische praktijk in Amsterdam. Op dit moment telt de Vereniging voor Filosofische Praktijk 35 leden uit verschei-
dene Europese landen: “Je merkt dat het filosofisch consult op wereldvlak in opmars is en dat de consulenten zich beter beginnen organiseren, een specifiek beroepsprofiel proberen te ontwikkelen dat hun genoeg vrijheid laat, maar ook de cliënt de nodige bescherming biedt.’ De studievoormiddag is bedoeld voor filosofen, geïnteresseerden uit de sector van de geestelijke gezond-
groep van de Neurologische Universitätsklinik en leden van het Rudolf-Virchow Zentrum aantonen dat in muizen met een genetisch effect waardoor het bewuste bloedeiwit de ‘von Willebrand Factor’, niet langer aanwezig is, een significant kleinere experimentele beroerte wordt gevormd. Bovendien hebben deze dieren minder last van neurologische storingen. De von Willebrand Factor wordt onder andere door bloedvaten aangemaakt, circuleert in de bloedbaan en zorgt bij verwondingen voor een netwerk tussen bloedplaatjes en de vaatwand, waardoor de bloeding stopt. Bij beroerte draagt het eiwit echter duidelijk op een te sterke én ongewenste manier bij tot de vorming van een bloedprop, die vervolgens het bloedvat gaat verstoppen.
Crisisparking de standaard, 13.03.2009
Het crisisbewustzijn heeft onze geesten razendsnel besmet tijdens deze recessie. Arbeidspsycholoog Hans De Witte: “Onze geesten hebben sneller de switch gemaakt dan bij de oliecrisis in de jaren 70. Toen duurde het langer voor we de ernst van de situatie inzagen.” Over de professionele inspanningen die we leveren wanneer het slecht gaat, geraken psychologen het niet eens. Volgens de ene stroming werken we harder tijdens een recessie. Maar een richting binnen de arbeidspsychologie denkt daar anders over. Mensen leveren net minder goed werk af in crisistijden. Ze voelen zich volgens Hans De Witte onterecht behandeld. Hun ontslag dreigt om externe redenen waartegen ze machteloos staan. De Witte: “Jobonzekerheid neemt mensen psychologisch in een houdgreep. Hun prestaties lijden eronder. Ze worden voorzichtiger. Typisch is dat werknemers geen minuut te lang op kantoor blijven hangen. Een hr-manager gebruikte volgende boutade: bij een bedrijf in herstructurering is de parking al om vijf uur ‘s avonds leeg.”
Bang hoofd? bodytalk, april 2009
Nieuwe inzichten in ontstaansmechanisme van beroerte Beroerte is een frequent optredende aandoening waarvoor totnogtoe geen afdoende behandeling bestaat. Wetenschappers van het Laboratorium voor Trombose Onderzoek van de Campus Kortrijk en van de Universiteit van Würzburg (Duitsland) zijn een tot nu toe onbekend ontstaansmechanisme op het spoor gekomen: ze konden aantonen dat muizen tegen beroerte beschermd zijn wanneer een bepaald bloed-eiwit uitgeschakeld en daardoor niet langer werkzaam is. De resultaten werden gepubliceerd in het vakblad Blood. De vorsers hopen dat nu dit ontstaansmechanisme bekend is, dit in de toekomst ook zal leiden tot een verbeterde therapie voor mensen met deze aandoening. Concreet kon het onderzoeksteam uit Kortrijk, samen met de
heidszorg, en bij uitbreiding voor iedereen die nieuwsgierig is naar het fenomeen van het filosofisch consulentschap. 25 april, ‘Bij de filosoof op de sofa’ (Werkgroep Filosofie & Maatschappij en Wijsgerig Gezelschap) Inschrijven:
[email protected] http://www.hiw.kuleuven.be/ maatschappij
Geciteerd
“Verrassend echter is wel dat bij de muizen zónder von Willebrand Factor geen verhoogd bloedingsrisico tijdens de beroerte werd vastgesteld,” melden Christoph Kleinschnitz en Simon De Meyer. Eerder konden de vorsers al aantonen dat het inhiberen van het eiwit GPIb, dat op de bloedplaatjes voorkomt, antitrombotisch is, hierdoor tevens muizen tegen beroerte beschermt en dat opnieuw met laag bloedingsrisico. Aangezien de von Willebrand Factor de voornaamste bindingspartner is van GPIb, toont dit nogmaals het belang van deze activeringsweg voor beroerte aan. Nu willen de wetenschappers verder onderzoeken of deze bevindingen ook naar patiënten kunnen worden geëxtrapoleerd, maar daarvoor zijn uiteraard nog reeksen experimenten nodig. (hd)
Op weg naar Alzheimergeneesmiddel dat hersencellen redt VIB-wetenschappers verbonden aan de K.U.Leuven hebben een molecule geïdentificeerd die de basis kan vormen van een nieuwe therapie tegen de ziekte van Alzheimer. Dat is de eerste stap in de richting van een geneesmiddel dat de ziekte van Alzheimer tot stilstand zou kunnen brengen. Bestaande geneesmiddelen kunnen hooguit het geheugenverlies beperken tot de eerste fasen van de ziekte. De resultaten van het onderzoek verschenen in het toonaangevende tijdschrift Science. De weg naar een geneesmiddel is echter nog lang. Zelfs als alles goed gaat duurt het nog minstens vijftien jaar eer zo’n middel beschikbaar wordt. Het onderzoek werd uitgevoerd door Lutgarde Serneels, Jerôme Van Biervliet en collega’s in het Vib-departement Ontwikkelings- en Moleculaire Genetica, K.U.Leuven, onder de directie van professor Bart De Strooper.
[email protected]
Recent waarschuwde een studie in het gezaghebbende British Medical Journal voor de risico’s van headbangen, een populaire manier van, nou ja, dansen onder metalheads. Professor Bart Depreitere, neurochirurg van UZ Leuven, is niet onder de indruk: “Er zijn wel meer theoretische risico’s waarvoor we een waarschuwend vingertje kunnen opsteken. Maar we zien in het ziekenhuis geen slachtoffers van headbanging binnenkomen.” Spoedarts van hetzelfde ziekenhuis, professor Marc Sabbe, is voorzichtiger. Headbangen veroorzaakt volgens hem waarschijnlijk geen duidelijk zichtbare letsels in de hersenen, maar “ook kleine hersenletsels kunnen tot concentratie- en leerstoornissen leiden en zelfs het karakter aantasten. De maatschappelijke weerslag daarvan mogen we niet onderschatten. Alleen zal het moeilijk zijn om het verband met headbangen te bewijzen.”
Avondexamens de standaard, 17.3.2009
Als je na vele nachtelijke uren aan de studeertafel ‘s ochtends met slaperige ogen op het examen verschijnt, kan een gebrek aan concentratie fataal zijn. In extreme gevallen kan het zelfs tot een black-out leiden. Zou het daarom geen goed idee zijn de examens ‘s avonds, te houden? Studiebegeleider Bart Dejonghe is niet enthousiast: “Een hele dag studeren vraagt al een grote inspanning. Als je daarna nog een examen moet afleggen, dan is dat voor veel studenten van het goede te veel. Zeker voor wie stressgevoelig is, is het beter een examen ‘s ochtends af te leggen. Dan heb je minder tijd om te piekeren.” “Er zijn zeker studenten die maar traag op gang komen en daardoor voordeel zouden hebben bij avondexamens. Maar uit onderzoek blijkt dat de meeste studenten het best ‘s ochtends functioneren. Dan zijn ze het creatiefst en komen ze met intellectuele oplossingen voor de dag.”
4 Nieuws
campuskrant
Vernieuwd Museum voor Dierkunde opent zijn deuren Wie weet dat in het centrum van Leuven het skelet van een Groenlandse walvis te bezichtigen valt? Op 27 maart gaat het voormalig Zoölogisch Museum opnieuw open. Evy Neyens Het Zoölogisch Museum was lang een donkere zaal met een achterhaalde opstelling. Nu is dit pareltje in het Koningscollege opgeknapt en omgedoopt tot ‘Museum voor Dierkunde’. Bert De Groef en Jeroen Casteels hebben onder leiding van professor Luc Brendonck de collecties herschikt en voorzien van bijbehorende didactische posters: “De collecties zijn overzichtelijker en aantrekkelijker gepresenteerd en aangevuld met de laatste nieuwe inzichten. De invulling van de kasten sluit nu beter aan bij de cursussen dierkunde zoals die in de verschillende studierichtingen gedoceerd worden,” zegt Bert. De zaal kreeg ook een aangepaste belichting. Jeroen: “Gezien de historische waarde van de collectie werd de Commissie Academisch Erfgoed van de K.U.Leuven bij het proces betrokken. Op hun advies belichten we in het museum ook het historische aspect van de collectie.” Die collectie omvat meer dan vijfduizend specimens. Naast een aantal thematische kasten over anatomie, embryologie en evolutie bestaat een groot deel van de collectie uit een systematisch overzicht van het dierenrijk, van spons tot zoogdier. Verschillende van de opgezette of in vloeistof bewaarde dieren dateren uit de 19de eeuw. Ook de schelpencollectie van het museum is vrij uitgebreid. Het museum bestaat sinds 1817 en is gevestigd in het Koningscollege, dat gesticht werd in 1579 en oorspronkelijk bedoeld was als verblijfplaats voor studenten die het priesterschap ambieerden. Koning Willem I sponsorde de aankoop van verzamelingen uit Engeland, Frankrijk en Duitsland. Tijdens de tweede wereldoorlog vernietigde een bom een groot deel van de verzamelingen en moest het gebouw gerenoveerd worden. Bij de splitsing van de universiteit in 1970 werden de collecties verdeeld tussen Leuven en Louvain-la-Neuve.
Bert De Groef en Jeroen Casteels onder het walvisskelet;
delt, kan je moeilijk naast het reusachtige walvisskelet aan het plafond kijken. Bert: “Deze Groenlandse walvis is rond 1880 aangekocht door professor Van Beneden, onder wiens impuls het museum een sterke uitbreiding kende. Het walvisskelet is een mooie illustratie van Darwins principe ‘afstamming met verandering’. Het heeft achteraan nog een aantal beenderen die de restanten zijn van een bekkengordel en achterpoten, wat erop wijst dat walvissen geëvolueerd zijn uit viervoeters”. Wat verder is de coelacanth te zien, een bijzondere vis die tot de kwastvinnigen behoort. Bert: “Men dacht dat die groep van vissen al sinds ettelijke miljoenen jaren uitgestorven was, tot men Kwastvinnig in 1938 een levend exemplaar Als je het museum binnenwan- opviste voor de Afrikaanse kust.
(© Rob Stevens)
Uit de vroegere verwanten van de coelacanth zijn vermoedelijk de viervoeters ontstaan. In hun vinnen hebben deze vissen namelijk beentjes, die de voorlopers zijn van de beenderen in de poten van viervoeters. Tegenwoordig staat de soort op de rode lijst van bedreigde diersoorten. In België zijn er maar drie van deze dieren te bezichtigen.” Een ander pronkstukje is het skelet van de Amerikaanse trekduif. Bert: “In Noord-Amerika waren deze vogels zo talrijk dat de lucht zwart kleurde als zij in vluchten van enkele miljarden dieren overtrokken. De eerste kolonisten begonnen op de duiven te jagen, vooral voor de uitvoer van het vlees naar de grote steden. In 1900 is de soort in het wild uitgestorven”. “Om de 150ste verjaardag van
Darwins evolutietheorie in de kijker te zetten, organiseren we begin april een kleine tentoonstelling. Van onze collega’s van het Departement Aard- en Omgevingswetenschappen kregen we een mooie verzameling fossiele zeedieren waarmee we een klein stukje evolutiegeschiedenis reconstrueren. Op verschillende plaatsen in het museum vestigen we met een bijhorende brochure de aandacht van de bezoeker op dieren waarbij de sporen van Darwins evolutietheorie mooi terug te vinden zijn.” 27 maart, 16u, officiële opening Museum voor Dierkunde, Deberiotstraat 40, Leuven. Tentoonstelling ‘Evolutie in het museum voor dierkunde’, 6 tot 10 april, elke werkdag van 9-17u, gratis. http://bio.kuleuven.be:80/ darwin.html
Marsproject in Moskou Professor André Aubert en zijn medewerker dr. Bart Verheyden van de Afdeling Experimentele Cardiologie onderzoeken de invloed van een verblijf in de ruimte op hart en bloedvaten. De onderzoeksgroep neemt deel aan het Marsproject in Moskou, dat op 27 maart van start gaat. Aubert: “We weten ondertussen welke effecten een verblijf in de ruimte heeft op hart en bloedvaten en we hebben ook voldoende oefeningen om die
effecten tegen te gaan. Simpel gesteld wordt ons hart gecontroleerd door onze hersenen, die gewend zijn aan de zwaartekracht hier op aarde. In de ruimte valt die zwaartekracht weg en gaan de hersenen verkeerde info doorsturen. Dat heeft als resultaat dat bijvoorbeeld onze botten brozer worden en het hart zich moet aanpassen. Je kan het in zekere zin vergelijken met de normale ouderdomsverschijnselen. Alleen kunnen we
die nefaste effecten weer doen verdwijnen na een verblijf in de ruimte.” “Het Marsproject bestaat eruit dat zes mensen van verschillende nationaliteit vijfhonderd dagen in een groot appartement samenleven, de tijd die nodig is voor een reis naar Mars. We hebben bewust gekozen voor een multiculturele groep, omdat dit meer stress oplevert. Het is precies de invloed van stress op ons cardiovasculaire stelsel die ik
met dit project wil onderzoeken. Ons lichaam is een geheel en ik wil nu kijken welke invloed een psychologisch aspect zoals stress kan hebben op hart en bloedvaten. Dit project is een simulatie, een voorbereiding in zekere zin ook op de volgende vlucht van de Belgische ruimtevaarder Frank de Winne. Hij zal dan immers commandant zijn van een lange duurvlucht met zes mensen van verschillende nationaliteiten aan boord.” (tb)
Gezocht: wetenschappers in het spoor van Darwin Televisiezenders VPRO en Canvas willen, naar aanleiding van de 200ste verjaardag van Charles Darwin, de wereldreis overdoen die Darwin gedurende vijf jaar maakte aan boord van het zeilschip de ‘Beagle’. Van begin september 2009 tot eind juni 2010 zal het schip de ‘Stad Amsterdam’ dezelfde route volgen. De programmamakers zoeken wetenschappers die een tijd aan boord willen verblijven om er wetenschappelijke experimenten te doen en discussies aan te gaan. Alle interessante en verfilmbare onderwerpen zijn welkom. “Het moet een mix worden van avontuur en wetenschap. We hopen vooral dat mensen die doorgaans niet met wetenschap bezig zijn, ook plezier gaan beleven aan het programma” vertelt Dirk Draulans. Draulans verzorgt de coördinatie van het Vlaamse luik van het project voor Canvas en trekt op rondreis om voorbereidingen te treffen voor het programma. “Dat vereist ongelooflijk zware inspanningen; zowel op het vlak van logistiek, samenwerking als het uitdenken van scenario’s”. De reis van de ‘Beagle’ zal gebracht worden in 41 afleveringen. Voorstellen kunnen gestuurd worden naar dirk.
[email protected]
25 maart 2009
Nieuws 5
“Geluid is meer dan decibels alleen” Hoe kan geluid in een stad je een aangenaam gevoel geven of net heel erg storen? Professor Gerrit Vermeir en medewerkster Monika Rychtarikova proberen met ‘soundscape’ een antwoord te geven op die vraag. Lien Lammar “Als laboratorium gaan wij vrij technisch om met alles wat met geluid en zaalakoestiek te maken heeft”, vertelt Gerrit Vermeir, docent bouwakoestiek, zaalakoestiek en lawaaibeheersing aan het Departement Burgerlijke Bouwkunde. “‘Soundscape’ is een beetje een zijpad dat we bewandelen. Het is een vrij nieuwe discipline die op steeds meer internationale belangstelling kan rekenen.” “Soundscape benadert een geluidsituatie op een heel andere manier dan de klassieke analyse”, zegt Monika Rychtarikova, wetenschappelijk medewerker aan de Afdeling Akoestiek en Thermische Fysica. “Geluid wordt meestal beschreven in functie van de sterkte, maar er zit zoveel meer achter. Soundscape gaat over het gevoel dat geluid opwekt. Het is niet zozeer het aantal decibels dat telt, wel hoe ‘aangenaam’ iets mensen in de oren klinkt. Dat is heel subjectief en afhankelijk van de situatie. Je kan niet spreken van een ‘goede’ en ‘slechte’ geluidomgeving. Het geroezemoes van mensen in een winkelstraat kan aangenaam zijn, maar in een park kan het net heel storend overkomen, hoewel het in beide gevallen misschien even luid klinkt. Dat heeft ook te maken met wat mensen verwachten te horen. Welk niveau vervelend is en welk niet kan je dus moeilijk beoordelen zonder de context erbij te betrekken.”
Vogels Omgevingsgeluiden in de stad worden vaak onbewust waargenomen, stelt Rychtarikova. “Mensen zijn vooral bezig met wat ze zien. Renovatiewerken zijn er bijvoorbeeld meestal op gericht zaken te beschermen die visueel zijn. Geluid is iets onzichtbaars, waardoor het vaak vergeten wordt. Het luiden van de klokken in een toren bijvoorbeeld. Doet men die toren weg, dan is met het geluid van de klokken ook een stukje eigenheid van de omgeving weg.” Tegenwoordig krijgt de kwali-
met tal van andere factoren: de mobiliteit, de populatie, de biodiversiteit, ... Al die factoren aanpakken of controleren is onbegonnen werk, maar je kan toch proberen het akoestisch comfort te verbeteren. Daarvoor moet je weten: in welke situatie houden mensen van welk geluidland-
schap? Welke plaatsen in de stad ervaren ze als aangenaam en waarom? Daaruit proberen we een aantal parameters te halen die een aangename omgeving bepalen. Het Kasteelpark Arenberg is voor ons een voorbeeld van een ‘aangename plaats’, met het geluid van vogels, fietsende studen-
“Je kan niet spreken van een ‘goede’ en ‘slechte’ geluidomgeving.” teit van het omgevingsgeluid in een stad meer en meer aandacht. Stedenbouwkundigen, architecten en akoestiekers discussiëren samen over de urban soundscape. Rychtarikova: “Het geluidlandschap in een stad hangt samen
ten en af en toe het klokkenspel vanuit het kasteel. Allemaal geluiden waar mensen van houden en die het park een uniek karakter geven.”
Ruitenwissers Interessant aan soundscape-onderzoek is de samenwerking die het vereist tussen onderzoekers uit de ‘harde’ en ‘zachte’ wetenschappen. “Soundscape vraagt een psychologische benadering van geluid”, zegt Rychtarikova. “We werken nauw samen met sociologen en zelfs psycholinguïsten. De taal is immers vaak een probleem wil je over geluidskwaliteit spreken. ‘Vervelend’ is niet hetzelfde als ‘storend’ of ‘slecht’. Er zijn onderzoekers die werken aan een soort woordenboek dat geluiden beschrijft, maar zelfs dan blijft het moeilijk. Niet elke taal heeft het juiste equivalent voor een bepaald woord.” Dat er in de bouw- en ingenieurswereld de laatste jaren veel meer aandacht gaat naar geluidskwaliteit, is niet verrassend. In de autoindustrie is dat al langer zo, zegt Vermeir. “Het verschil tussen een Mercedes en een goedkopere wagen zit ‘m nog nauwelijks in de sterkte van het geluid – de motoren zijn vandaag even stil - maar wél in de globale geluidkwaliteit. Pakweg tien jaar geleden hadden autobouwers daar geen oren naar, nu testen ze zelfs hoe scherp of zacht het toeslaan van de deuren en het vegen van de ruitenwissers klinkt.”
Vertellen over het verleden Geert Mak laat in ‘In Europa’ ‘gewone’ mensen aan het woord om ‘historische gebeurtenissen’ vanuit hun eigen ervaring te belichten. Tijdens een studiedag op 3 april staat die ‘mondelinge geschiedenis’ in de kijker. Tine Bergen Professor Leen Van Molle en drs. Jan Bleyen (MoSa) zijn de organisatoren van de studiedag. “Met mondelinge geschiedenis bedoelen we die documenten die mondeling tot stand kwamen en een toegang bieden om het verleden te onderzoeken. Maar het is ook en vooral een methode om als onderzoeker in een sociale interactie de mondelinge bron te creëren, ze daarna te analyseren en, samen met andere bronnen en wetenschappelijke literatuur voor geschiedschrijving aan te wenden. Wij verstaan onder mondelinge geschiedenis dat hele methodologische proces”, vertelt professor Van Molle. “Sommige dingen kan je perfect onderzoeken met archiefmateriaal zoals kranten. Maar voor wie onderzoek doet naar het recentere verleden, bieden vertellingen vaak een bijzondere meerwaarde. Zeker als het gaat over onderwerpen waarover weinig bronnen bestaan.
Dat geldt vooral voor vluchtige, alledaagse en vanzelfsprekende ervaringen en handelingen”, vult Jan Bleyen aan, “zoals manieren van wonen en kleden. En ook voor gevoelige onderwerpen, zoals collaboratie maar bijvoorbeeld ook seksualiteit, waarover weinig directe informatie te vinden is.” De methode maakt het bovendien mogelijk om persoonlijke perspectieven centraler te stellen. Van Molle: “Het bronnenmateriaal dat we in archieven terugvinden, biedt voornamelijk toegang tot perspectieven ‘van bovenaf’: normen, regels en opinies van de sociale, politieke en culturele elite. Wie daar niet toe behoorde, liet meestal maar weinig sporen na.”
Verandering Mondelinge bevraging is geen monopolie van historici: onder meer ook de sociologie en de antropologie maken gebruik van interviews, zij het met andere bedoelingen en op andere manieren. Interviews met een histori-
sche dimensie hebben intussen ook hun weg gevonden naar het onderwijs, de erfgoedsector en de museumwereld. “Wat historici in wezen onderzoeken, is verandering”, vertelt Bleyen. “Dat doen ze in mondelinge geschiedenis door aandacht te hebben voor zowel wat er verteld wordt als hoe er verteld wordt, de vertelstijl dus. Oudere mensen vertellen niet enkel over andere sociale handelingen en interacties, ze gebruiken ook andere woorden en verhaallijnen. Ze plaatsen, bijvoorbeeld, de ervaring van geboorte of dood nog niet in een medische of psychologische, maar in een religieuze sfeer.” “Het is dan ook belangrijk om zich als interviewer open en bescheiden op te stellen”, zegt Van Molle. “Niet de onderzoeker, maar de verteller is de ervaringsdeskundige en moet zijn of haar verhaal kunnen doen. Vaak leidt dat tot onvermoede inzichten en belangrijke gegevens die met een gesloten vragenlijst moeilijk wor-
den verkregen. Het verleden kan is het resultaat van een intersubverrassend anders zijn dan voor- jectief proces tussen onderzoeker en getuige. Het is de interviewer ondersteld.” die mee bepaalt wat de getuige Therapeut vertelt en hoe die dat doet. Het “De manier waarop de monde- verhaal ontstaat niet in een vaculinge bron geanalyseerd wordt, üm of een laboratorium.” hangt opnieuw af van de doel- “Wij hebben onze bedoelingen stelling. Er bestaan verwerkings- met het interview, maar getuisystemen die een systematische gen hebben uiteraard ook hun analyse van taalgebruik en inhou- bedoelingen,” heeft Jan Bleyen delijke elementen mogelijk ma- ervaren. “Naast de rol van historiken. Een onderzoek naar de soci- cus kan je daarom bij momenten ale identiteit van migranten gaat de rol van een therapeut krijgen dan bijvoorbeeld kijken hoe ‘wij die goed kan luisteren, van een versus zij’ niet enkel in praktij- pastoor bij wie men te biecht kan ken, maar ook in de taal tot stand gaan, of van een ombudsman die komt” vervolgt Jan Bleyen. klachten kan doorgeven.” “Ik zelf gebruik dan weer een Het is belangrijk de eigen rol van poëtische manier van transcribe- interviewer te expliciteren om de ren, waarin versregels en blokjes getuigenis ten volle te begrijpen. tekst ontstaan, om te achterhalen Elke waarheid is contextueel, in hoe metaforen de verhalen als verleden en heden. Zo ontstaan het ware begeleiden. Zo bespreek er verschillende soorten waarik bijvoorbeeld hoe een abstract heid, al naargelang het perspecconcept als ‘rouwen’ naargelang tief waarin iemand zich vroeger de context en situatie kon begre- bevond of zich vandaag bevindt. pen worden als ‘loslaten’ of ‘vast- Zo is elk persoonlijk verhaal sohouden’, of als een ‘wandeling’.” ciaal en cultureel gekleurd. Het “Het is goed dat de interviewer is nooit helemaal subjectief of het verhaal ook zelf analyseert,” objectief, maar – eerder iets daarweet professor Van Molle. “Want tussen – intersubjectief.” heel veel informatie zit in de con- Studiedag op 3 april text, in de interactie tussen de Info: http://www.arts.kuleuven. interviewer en de geïnterviewde. be/onderzoek/oe/geschiedenis/ Het eindproduct, de geluidsband, MoSa/agenda.htm
6 Nieuws
campuskrant
Het Vlaams Supercomputercentrum kan tellen U hebt een aardig computertje. En snel dat hij die twintig herberekeningen van uw spreadsheet doet, snél! Goed. Simuleer nu even de oerknal. En becijfer ook even of het volgende week regent in Suriname, rekening houdend met de volgende 12 miljoen gegevens. Wedden dat uw Delletje het niet haalt? Ludo Meyvis “Nee, voor dat soort klussen heb je een supercomputer nodig,” zegt Kurt Lust, verbonden aan het Departement Wiskunde en coördinator van het op 23 maart opgerichte VSC, Vlaams Supercomputercentrum. “Een definitie van een supercomputer geven is niet zo eenvoudig. Ten eerste gaat het vaak niet om ‘één toestel’, maar om een samenwerkingsverband tussen apparaten. We spreken dan van clusters en grid computing.” “Ten tweede schuift de definitie natuurlijk mee op in functie van de tijd. Wat vijftien jaar geleden een supercomputer was, bevindt zich nu op uw bureau. Het onderscheid heeft in elk geval te maken met rekenkracht, en die drukken we uit in flops of floating point operations per second. Wat dàt precies is, bespaar ik je, maar hou het voorlopig maar bij ‘rekenkundige bewerking’, en het aantal flops per seconde is dan een term om de rekenkracht van een computer mee aan te duiden.” “Om je een idee te geven: een moderne pc haalt enkele tientallen miljarden flops. Gespecialiseerde hardware, bijvoorbeeld op videokaarten, haalt nog heel wat meer. Dat lijkt al best aardig, maar je bent er niks mee voor geavanceerd rekenwerk, zoals dat nodig is voor het simuleren van zonnewind, voorspellingen over het gedrag van materialen, weersvoorspellingen, enzovoort. Dat is waar supercomputers voor nodig zijn.”
Enorme flops “Men deelt supercomputers meestal in in toestellen van niveau Tier 2, Tier 1 en Tier 0. Tier 2 zijn toestellen die tien tot twintig teraflops halen, 10 biljoen berekeningen per seconde. Die zijn nog betaalbaar voor de gemiddelde universiteit. Tier 1 supercomputers halen zowat honderd tot tweehonderd teraflops. Dergelijke installaties moet je situeren op het niveau van een land, of van een flinke regio. Het is op dat niveau dat het VSC competitief wil zijn.” “Daarboven heb je nog Tier 0 apparaten. Die gaan voor de petaflop, 10 tot de macht 15. Voor heel Europa volstaan pakweg vijf van dergelijke toestellen. De eerste Tier 0 is besteld door het Gauss Centrum voor Supercomputing in Jülich en zal over enkele maanden operationeel zijn. Het gaat om een constructie van 300.000 processoren. Je pc heeft twee tot vier processoren, die van Jülich dus net ietsje meer.” “Dat geeft meteen aan dat een supercomputer in principe geen ànder soort computer is dan wat je op je bureau hebt. Het gaat om een ingenieuze en heel complexe
Alumnus Mgr. Plevoets eredoctor van Unikin Op 14 februari ontving alumnus Mgr. Maurice Plevoets het eredoctoraat van de Université de Kinshasa (UNIKIN). Na zijn priesterwijding in 1950 studeerde Maurice Plevoets klassieke filologie. In 1959 behaalde hij zijn doctoraat. Een maand later benoemde de Belgische Bisschoppenconferentie hem tot secretaris van het prille Lovanium. Hij ontwikkelde zich tot een algemeen erkend deskundige van universitaire systemen in Afrika en bleef al die jaren van zeer nabij betrokken bij de Zaïrese/Congolese academische wereld. Hij combineerde dit met pastoraal werk en was ook actief in de Universitaire Parochie. Op 13 maart werd de nieuwe eredoctor gehuldigd door de K.U.Leuven.
Unesco
combinatie van onderdelen die ieder op zich nog relatief eenvoudig zijn. Men heeft de weg van de combinatie gekozen, omdat een verder doorgedreven miniaturisering tegen de grenzen van het fysisch mogelijke aanloopt. Er is nog wel vooruitgang mogelijk, maar niet meer zo ingrijpend als we dat nodig hebben. Dus wordt er de andere kant op gewerkt. Doordat het gaat om combinaties, is een supercomputer ook niet echt klein. Voor een Tier 1 heb je toch al gauw 100 vierkante meter nodig. Bovendien verbruiken dergelijke toestellen zeer veel energie, die uiteindelijk volledig in de vorm van warmte wordt afgestaan. Met een supercomputer verwarm je met gemak een olympisch zwembad.” “Is dat nou wel nodig allemaal? Wat kùnnen we met een supercomputer nu méér dan met een gewone computer en wat extra geduld? Om dat te begrijpen, wil ik even illustreren wat een supercomputer, zélfs een monster uit de Tier 0-klasse, nog lang niét aankan. Neem een eenvoudige verbrandingsmotor in een auto. Als je die wil optimaliseren, moet je het verbrandingsproces simuleren op computer. Een dergelijke simulatie moet echter rekening houden met zoveel en zo snel wijzigende parameters, en moet op de micrometer en microseconde nauwkeurige vaststellingen toelaten. Dat kunnen we nog lang niet in voldoende verfijnde mate. Het belang is nochtans evident:
een geoptimaliseerde motor zou verregaande ecologische consequenties hebben, energie-economische aspecten enzovoort. Wat zou het bijvoorbeeld betekenen als je de brandstofnood met een aanzienlijke factor zou kunnen beïnvloeden? Dààrvoor zijn supercomputers nodig – en zelfs sterkere dan die we nu of in de nabije toekomst zullen hebben.”
Inhaalbeweging “Vlaanderen had in dit domein van de informatica een duidelijke achterstand. Via clusters, het bundelen van lokale rekenkracht tot een groter geheel, konden we nog wel nipt mee, maar er was niettemin evidente nood aan een grootschalige inhaalbeweging. In 2006 nam de Vlaamse regering daartoe het initiatief. Een stuurgroep werkte de aanpak uit. Het resultaat was een financiële inbreng van 2,4 miljoen euro om de eerste stappen te zetten en de oprichting van het VSC mogelijk te maken. Sindsdien werden de plannen verder uitgewerkt, wat leidde tot een aanzienlijke financiële inbreng, 7,29 miljoen euro, om de infrastructuur op Europees niveau te brengen. Ook dat is nog niet het eindpunt. Zodra het VSC naar behoren draait, is het de bedoeling de financiering meer structureel te verankeren.” “Het VSC werd opgericht in de schoot van de associaties, dus niet in één of enkele universiteiten, maar meteen in een groot netwerk-van-netwerken. Het nieuwe
centrum heeft een reeks bedoelingen. Zo moet het eerst en vooral voorzien in voldoende rekenkracht, wat betekent dat clusters gecreëerd en beheerd zullen moeten worden, gekoppeld via Belnet, dat gelukkig erg performant is – het heeft geen zin een superieure computer in enkele minuten vele miljarden bewerkingen te laten doen als het drie weken zou duren om de gegevens te downloaden.” “De via het VSC beschikbare rekenkracht is zeker niet alleen bedoeld voor universitaire onderzoekers, maar ook voor gebruikers uit de associaties en uit onderzoeksinstellingen zoals Imec of het Vito, en natuurlijk ook voor industriële partners. Verder wil het VSC onderzoekers bewustmaken van wat supercomputing eigenlijk is en aankan. Sommigen denken nog altijd dat een supercomputer een wat opgepepte pc is… Verder vergt werken in een supercomputer-omgeving ook een andere aanpak qua programmeren. Een programma schrijven dat draait op één processor is iets anders dan een programma dat parallel op enkele tienduizenden processoren moet draaien.” “Het VSC moet ervoor zorgen dat Vlaanderen meetelt in het veeleisende domein van supercomputing. De wetenschappelijke en economische resultaten kunnen een zodanig belang hebben dat er niét in investeren eigenlijk geen optie was.” http://www.vscentrum.be
De K.U.Leuven is titularis van de prestigieuze Unesco-leerstoel over preventieve conservatie, monitoring en onderhoud van het gebouwde erfgoed. Op 24 en 25 maart vindt de inhuldiging plaats. Het Raymond Lemaire International Centre for Conservation, verbonden aan de Ingenieursfaculteit, slaat daarvoor de handen in elkaar met Monumentenwacht Vlaanderen (MWVI) en de Universiteit van Cuenca, Ecuador. Het krijgt voor de opzet ervan steun van het Janssen Pharmaceutica Fonds voor preventieve conservatie, opgericht binnen de K.U.Leuven. http://www.asro.kuleuven.be/rlicc http://sprecomah.eu/rlicc/ http://precomos.org
Eredoctoraat
De Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen reikt op 25 maart een eredoctoraat uit aan professor Stephen Raudenbush. Raudenbush is een toonaangevend wetenschapper aan de universiteit van Chicago en wordt gelauwerd voor zijn baanbrekend onderzoek op het vlak van onderwijskunde en gedragswetenschappelijke methodologie. In de volgende editie van Campuskrant leest u een interview met professor Raudenbush.
Fonds Roger Dillemans Studenten die na het behalen van hun masterdiploma een bijkomende opleiding willen volgen (Master na Master), kunnen niet meer rekenen op een studiebeurs van de Vlaamse overheid. Het Fonds Roger Dillemans kent jaarlijks een aantal beurzen toe aan talentvolle maar kapitaalarme studenten die zich verder willen specialiseren. Drie van de zes beurzen gaan dit jaar naar studenten uit ontwikkelingslanden. http://www.kuleuven.be/mecenaat/beurzen/dillemans.html
25 maart 2009
Diversiteit 7
Sensibiliteit voor diversiteit
De één een hoofddoek, de ander een rolstoel en de derde bloempotglazen. LOKO’s studentenvertegenwoordigers Tuba Cakti, Pauline Neerman en Sander van de Gaer zetten verschillen in een positief daglicht tijdens de Week van Diversiteit. Emma Grootveld De Week van Diversiteit vindt plaats van 30 maart tot 3 april en richt zich tot alle studenten van de K.U.Leuven. Tuba: “Verschillen zijn er, maar beperk je niet tot de clichés. Dat is waar we onze medestudenten van bewust willen maken.” Gedurende de hele week loopt er een tentoonstelling met cartoons over mensen met een functiebeperking. Die laat zien dat met hen gelachen mag worden, maar dat dat niet op een kwetsende manier hoeft te zijn. “En dat is eigenlijk de gedachte achter de Week,” vertelt Sander. De activiteiten liggen in het verlengde van de minderheidsgroepen waarop de studentenvertegenwoordigers zich richten: allochtone studenten (Tuba), studenten met een functiebeper-
king (Pauline) en studenten met lees- of zichtproblemen (Sander). Zo is dinsdag D(yslexie)-day. Orthopedagoog professor Ghesquière beantwoordt algemene vragen over leesstoornissen, gevolgd door infosessies over dyslexie op de werkvloer en software voor dyslectici. Om de dag af te sluiten is er ’s avonds een fuif van de omkaderingsgroepen (zie ook artikel elders op deze pagina – red.). Woensdag staat in het teken van de interculturele samenleving. Allochtone jongeren delen hun visie op vrouwen en relaties in het succesvolle toneelstuk VZW Sahara en er vindt een debat plaats over diversiteit in de media. Tuba: “Het multiculturele aspect is vaak afwezig in de journalistiek en blijft meestal bij de typische clichés. Het debat richt zich mede op de vraag waarom er zo weinig allochtone journalisten
zijn in Vlaanderen.” Op donderdag zijn studenten uitgenodigd om stands en workshops te bezoeken op een multicultureel festival in het stadspark. Ook staat er een uitwisseling tussen godsdiensten op het programma tijdens een overlegmoment rond zingeving.
Lege eerste rijen De Week van Diversiteit is bedoeld om studenten wakker te schudden en te wijzen op de omstandigheden waar sommige minderheidsgroepen op stuiten. Pauline: “Ongemakkelijke situaties komen meestal voort uit onwetendheid. Veel vrienden beseffen pas als ze met mij op stap zijn hoeveel hindernissen een rolstoelgebruiker tegenkomt.” Ook An Buelens, pedagogiekstudente en rolstoelgebruikster, is blij met de ludieke aandacht
voor diversiteit. “Weinig studenten staan stil bij hoe het voelt om op sommige vlakken afhankelijk te zijn. Ik vind het vervelend dat je met een rolstoel vaak alleen vooraan in de aula kan zitten, want de eerste rijen blijven leeg. Dan zit je daar alleen en dan voel je je pas anders. Het lijkt dan of je niet sociaal bent terwijl je diep vanbinnen niets liever wilt.” Ook Enas Mohamed, studente taal- en letterkunde en afkomstig uit Egypte, vindt het goed dat interactie gestimuleerd wordt. “Ik draag een hoofddoek en anderen gaan er soms van uit dat ik daarom close-minded ben en binnen scherpe grenzen leef. Dat schept afstand, maar als ze eenmaal beginnen te communiceren ontdekken ze dat ik net zo normaal ben als zij. Ik vind dat we meer open moeten zijn voor het ‘andere’, of de interesses nu overeenkomen
of niet.” De Week van Diversiteit is het hoogtepunt van de activiteiten van het team Diversiteit, maar daar blijft het niet bij. Tuba werkt aan een peter-meter-project om allochtone studenten te begeleiden aan het begin van hun studie. Sander heeft onlangs rond de tafel gezeten met webmasters van verschillende kringwebsites om die te laten voldoen aan digitale toegankelijkheidscriteria zodat ze ook bruikbaar zijn voor studenten met zichtproblemen. Hij moedigt studenten aan betrokken te zijn bij diversiteit. “Samenwerking met gespecialiseerde werkgroepen, zoals die van Digitale Toegankelijkheid, is erg belangrijk en tot nu toe zeer goed verlopen. Maar we staan open voor feedback langs alle kanten.” http://sociaal.loko.be
“We leven hier echt in een warm kot” Zo’n 27 studenten met een functiebeperking krijgen persoonlijke assistentie van een aantal medestudenten. In tien residenties van de K.U.Leuven draaien in totaal 205 studenten mee in dit systeem van ‘omkadering’. Annelies Vandenplas Stijn Hoorelbeke (24) heeft een motorische functiebeperking maar dankzij omkadering ook een bruisend studentenleven. Hij zit op kot in het Romerohuis: “Studeren en op kot zijn is voor mij enkel mogelijk dankzij mijn omkaderaars.” Twee van hen zijn Nele en Eva: “Omkadering leek ons vooral leuk omdat het hier in Romero hechte groepen zijn en er veel activiteiten samen worden gedaan. We leven hier echt in een warm kot. En eigenlijk moeten we heel weinig doen. We hebben maar drie à vier uur permanentie per week en maar één nacht om de vier weken moeten we op kot zijn zodat Stijn ons kan bellen en we kunnen doen wat hij vraagt. (lacht) We mogen ook zelf onze uren kiezen. Een directe invloed op ons studentenleven heeft omkadering zeker niet – we gaan nog regelmatig weg.” Ook Dorien, studente geschiedenis, die vanwege een spierziekte in een rolstoel zit en omkaderd wordt in de Rijschoolstraat is opgetogen over omkadering: “Met al die springuren is dit de enige manier waarop ik op kot kan.
Dankzij de omkaderaars kan ik mij volledig op mijn studies concentreren en hoef ik me geen zorgen te maken over allerlei praktische zaken. Ze staan altijd voor me klaar.” Ook Marjan, één van de omkaderaars van Dorien, is positief over omkadering. Voor haar heeft het wel enige invloed op haar studentenleven: “Omdat we elkaar zo goed kennen gaan we veel meer met kotgenoten weg. We gaan dan eerder naar cafés op de Oude Markt dan naar grote fuiven want Dorien kan niet overal naar binnen. In het begin is dat wel een beetje aanpassen maar uiteindelijk vind ik dat niet zo erg.”
Muts In studentenwijk Arenberg in Heverlee wordt Daphné, die eveneens lijdt aan een spierziekte, bijgestaan door haar bereidwillige kotgenoten en haar hulphond Valéas. “Hij kan een aantal kleine dingen voor me doen: de deur openen, mijn handschoenen en muts uittrekken. Valéas gaat ook mee naar de les. Dan luistert hij gewoon mee of doet hij een dutje. Ik moet hem dan wel af en toe een
Daphné met omkaderaar Mieke en met Valéas.
(© Rob Stevens)
duwtje geven als hij luidop aan het dromen is (lacht).” Mieke, buurmeisje en omkaderaar van Daphné vindt het heel belangrijk dat mensen met een functiebeperking ook kunnen studeren: “Ze zijn soms slimmer dan ik,” (lacht). “En Daphné is intussen een echte vriendin geworden dus voor haar zorgen is voor mij niet meer dan normaal. Het is een deel van het kotleven.” “Het is jammer dat de meeste studenten niet weten dat er zoiets als omkadering bestaat,” aldus Stijn. Daphné: “Als er nog eens een tv-programma wordt gemaakt zoals ‘Het leven zoals het is: op kot’ mogen ze zeker Stijn met één van zijn omkaderaars omkadering erbij nemen. Als Dorien en omkaderaar Marjan (© Rob Stevens) (© Rob Stevens) mensen het niet kennen kunnen ze er ook niet voor gemotiveerd worden.” http://www.omkadering.be Op 18 en 25 april en 2 mei, van terecht voor korte info-sessies Alle omkaderaars en sympa9-16u, kunnen de residenties en (doorlopend) en praktische inforthisanten zijn welkom op de de omkaderingsgroepen bezocht matie. op http://www.kuleuven. diversiteitsfuif op 31 maart in de worden. In het Kunstencentrum be/huisvesting/residentie/ Blauwe Kater, Hallengang 1. Stuk, Naamsestraat 96 kan je bezoekdagen.html
8 Beleid
campuskrant
Kennismaken met de Raad van Bestuur In de zitting van 5 maart 2009 heeft de Inrichtende overheid Douwe Breimer aangesteld als lid van de Raad van Bestuur. Een goede gelegenheid om eens van naderbij kennis te maken met dit bestuursorgaan. “De Raad van Bestuur bestuurt de universiteit”, aldus het Organiek Reglement, en hij “delegeert het dagelijks bestuur van de universiteit aan het College van Bestuur”. Duidelijk. Maar wie is dat eigenlijk, die RvB? En hoe word je er lid van? Om met die laatste vraag te beginnen: de rector en de overige leden van het College van Bestuur zijn ambtshalve lid van de RvB, en bereiden ook de zittingen voor. Zij zijn de zogenaamde ‘interne’, uitvoerende bestuurders. Even
Pol Bamelis (°1939) Doctor in de scheikunde (K.U.Leuven, 1963) Lid Vorstand Bayerconcern (1990-2002) Voorzitter Raad van Bestuur Agfa (2002-2005) Lid Raad van Bestuur Medigene, Polytechnos, Actogenics, Recticel, Sioen Voorzitter RVB Televic Gewezen voorzitter Europabio
opsommen: rector Marc Vervenne, de vice-rectoren Karen Maex, Mark Waer, Filip Abraham, Piet Vanden Abeele, Ludo Melis, Paul De Boeck en Mart Buekers, en algemeen beheerder Koen Debackere. In de Raad zetelen ook twee studentenvertegenwoordigers (Maarten Gerard en Arne Smeets). Dat brengt het totaal van ‘interne’ stemgerechtigde leden op 11. Jos Bosmans zetelt als commissaris van de Vlaamse regering, Daniel Ketels als afgevaardigde van financiën, en Freddy Jochmans
Algemeen secretaris ACW Koepel van Christelijke Werknemersorganisaties Voorzitter Vlaamse Onderwijsraad Voorzitter Verenigde Verenigingen Lid Raad van Beheer IWT Voorzitter of lid van diverse raden van beheer
als waarnemer. Namens de Inrichtende Overheid is mgr. Roger Vangheluwe lid met raadgevende stem. Els Heylen is secretaris van de Raad. Behalve interne zijn er ook ‘externe’ (onafhankelijke) bestuurders. Zij moeten de meerderheid van de stemgerechtigde leden uitmaken, en dus moeten ze minstens met 12 zijn. De duur van een mandaat is 5 jaar, eenmaal hernieuwbaar. De leden van de RvB kiezen hun voorzitter onder de onafhankelijke bestuurders
Philippe Michiels (°1954)
Lic. TEW en Hir UFSIA (Universiteit Antwerpen). Assistent boekhouden Faculteit Rechten (UFSIA). Van 1982 tot 1995 administratief en financieel directeur in nonprofit sector (RVT, dienstencentrum, kinderdagverblijf). Vanaf 1995 afgevaardigd bestuurder (en voorzitter raad van Christine Dekkers (°1948) bestuur tot okt 2008) Katholieke Doctor in de rechten K.U.Leuven Vlaamse Hogeschool (later Les(1971), advocaat, substituut Pro- sius Hogeschool) te Antwerpen. Douwe Breimer (°1943) cureur des Konings te Antwerpen Is lid van het Centraal Bureau Hoogleraar farmacologie Univer- (1975), substituut procureurvan het VSKO. siteit Leiden sinds 1975; tevens generaal (1986), procureur-gene- Bekleedt tevens verschillende be10 jaar directeur van het Leiden/ raal (1997), ere-procureur-genestuursmandaten in diverse vzw’s. Amsterdam Center for Drug raal Antwerpen-Limburg (2008). Research, gedurende 5 jaar lid van VRG-alumniprijs 16 maart 2001. Jef Roos (°1943) het bestuur van de Nederlandse Doctor Metallurgical engineeOrganisatie voor WetenschapWilly Duron (°1945) ring, Colorado School of Mines, pelijk Onderzoek (NWO); rector Lic. wiskunde UGent, 1966. 1969 magnificus van de Universiteit actuariële wetenschappen K.U.Leuven, docent (1969), hoogLeiden van 2001-2007 en tevens K.U.Leuven 1969. Loopbaan leraar (1974), gewoon hoogleraar voorzitter van het College van bij ABB, vanaf 1984 als lid van (1976), gasthoogleraar (1994), Bestuur (2005-2007); lid van het het Directiecomité. Vanaf 1998 emeritus (2008) Innovatie Platform (2003-2007); Voorzitter Raad van Bestuur eredoctoraten van de universitei- gedelegeerd bestuurder KBC K.U.Leuven ten van Uppsala, Gent, Boedapest, Bankverzekeringsholding. Tot 2005 ondervoorzitter en later Bestuurder Telenet, SDWorx, Montreal, Tokio, Pamplona en LRM, Cegeka, Stichting De Tijd Londen; thans vice-voorzitter van voorzitter KBC BankverzekeAfgevaardigd bestuurder/ de Raad van Toezicht van de Tech- ringsholding. Lid van de Raad van Bestuur van Voorzitter binnen de Arbed-, nische Universiteit Delft; voorzitlater Arcelor Group (1994-2003). ter van de Raad van Commissaris- Agfa-Gevaert (voorzitter Auditcomité), Van Lanschot Bankiers Gewezen voorzitter VRWB, sen van Life Sciences Partners in (voorzitter Risicocomité), Ravago VITO,VOKA/VEV. Amsterdam. Sinds 5 maart 2009 lid van de RvB van de K.U.Leuven Plastics, Van Breda Risk & Benefits, Tigenix (voorzitter), AmoJan Smets (°1951) nis (Pensioenkas voor Medici), Ann Demeulemeester (°1961) Hogeschool voor Wetenschap en Lic. economie UGent 1972. Licentiate pedagogische wetenDirecteur Nationale Bank van Kunst (consortium van hogeschappen K.U.Leuven (1983) België sinds 1999. Ondervoorzitscholen) (voorzitter).
voor een eenmalig mandaat van 5 jaar. De Raad vergadert in de regel 9 keer per jaar. Je wordt onafhankelijk bestuurder via aanstelling door de Inrichtende Overheid op voorstel van de RvB die hierover wordt geadviseerd door de Bijzondere academische raad (de dekanen dus) in een gezamenlijke zitting. We stellen de 12 onafhankelijke bestuurders graag aan u voor, nu met een heel kort cv’tje, maar in de volgende maanden laten we hen Douwe Breimer wat uitvoeriger aan het woord.
ter Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, lid Studiecommissie voor de Vergrijzing (Hoge Raad voor Financiën), voorzitter Belgisch Financieel Forum, plaatsvervangend bestuurder BIS (Bank International Settlements), lid Economic Policy Committee OESO. Voorzitter Raad van Bestuur HUB (Hogeschool-Universiteit Brussel). Gewezen commissaris-generaal voor de euro (1999-2002) en economisch kabinetschef van eerste ministers Martens en Dehaene (1991-94).
Eric Stroobants (°1943) Burgerlijk bouwkundig ingenieur K.U.Leuven (1966). Secretaris-generaal Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid. Secretaris van de Vlaamse Regering. Voorzitter van het College van Ambtenaren-Generaal van de Vlaamse Overheid. Gewezen kabinetschef (19791991). Voorzitter of lid diverse Raden van Bestuur.
Charles-Louis van Arenberg (°1957) Lic. rechtsgeleerdheid K.U.Leuven 1980, MBA HEC Lausanne 1981. Voorzitter Raad van Bestuur BELGOCONTROL sinds 2002.
(© ingezonden)
beheerder familievennootschappen. Gewezen Associate Director and Vice President van Citigroup London en Zwitserland (19901998), gewezen kabinetschef (1999-2003). Lid diverse raden van beheer in binnen- en buitenland.
Franciskus van Daele (°1947) Lic. in de letteren en wijsbegeerte (Romaanse filologie) K.U.Leuven 1970. Ambassadeur en permanent vertegenwoordiger van België bij de NAVO (2006-nu ). Directeur-generaal van de politiek op het Ministerie van Buitenlandse Zaken (1993-1997). Ambassadeur en permanent vertegenwoordiger van België bij de Europese Unie in Brussel (1997-2002). Ambassadeur van België in de Verenigde Staten van Amerika (2002-2006).
Patrick Vanden Avenne (°1954) Lic. rechten en kandidaat economische wetenschappen, K.U.Leuven, MBA Stanford University (VSA). Afgevaardigd bestuurder Vanden Avenne NV en Vanden Avenne Vrieshuis nv. Lid Raad van Bestuur bij KBC Bank, BENS nv, Eurosilo en de Tsjechische bank CSOB. Voorzitter VOKA West-Vlaanderen.
Ontdek eenvoud, begin bij uw administratie www.kuleuven.be/kufka
25 maart 2009
Interview 9
Filosoof Roger Scruton
“Het zit in de menselijke natuur om cultureel te zijn” In het kader van de Leerstoel Louis Meerts voor Ethiek was vorige week de controversiële Britse filosoof Roger Scruton te gast aan het HIW. Hij sprak er over het belang van cultuuroverdracht in het onderwijs. “Studenten willen geen zedenpreek meer krijgen, maar dat is wel nodig in het proces naar volwassen worden.” Wim Troch “Ik ben maar een gewoon man, met wat belangstelling voor filosofie, muziek en literatuur. Ik heb altijd gepoogd om mijn kijk op de wereld te verfijnen met de sociale en historische erfenis van onze cultuur als uitgangspunt.” Dat is hoe professor Roger Scruton zichzelf ziet. De Brit staat in filosofiekringen echter om andere redenen bekend. Hij woont op het platteland en houdt zich daar
Russische poppetjes die in mekaar passen. ‘Westerse cultuur’ is een van de grotere poppetjes; het is de verzamelnaam van alle expressie gebaseerd op Griekse en Romeinse literatuur, filosofie, architectuur en reflectie, met een christelijke inslag. Maar wanneer je eens wat dieper gaat kijken naar nog op sommige plaatsen, waren wat die Westerse cultuur inhoudt, er overgangsrituelen die de jongedan zal je merken dat de diepste ren voorbereidden op het volwaswaarden, over de meest belang- sen worden. Dat is nu grotendeels rijke dingen, universeel zijn, en weggevallen, waardoor jongeren overal ter wereld terugkomen.” vaak niet meer beseffen dat ze op “Een goed voorbeeld daarvan een bepaald moment verantwooris de sprookjesbundel van Dui- delijkheid moeten dragen. Sinds zend-en-een-nacht. Die is van de jaren zestig, toen alle traditiooorsprong Arabisch, maar heeft nele concepten werden omvergehetzelfde gedachtegoed als de worpen, kampen universiteiten West-Europese wereld. En wan- met een dilemma. Universiteiten neer er conflicten ontstaan – of ge- wekken nu een soort vijandigheid weest zijn – tussen twee culturen, op bij studenten; studenten wildan is of was dat meestal wanneer len kennis vergaren, maar willen het gaat over de vormelijke kant niet op moreel vlak de les gespeld van dingen die impact hebben op krijgen. Vroeger was de universihet dagelijks leven, zoals bijvoor- teit ook een sociaal instituut dat beeld het huwelijk. En sommige ‘volwassen gedrag’ aanleerde. En twistpunten tussen moslims en hoewel dat ideaal van ‘morele en christenen over het huwelijk zijn sociale opvoeding’ nog steeds onverzoenbaar, maar de vraag is in het hart van veel lesgevers zit, of dat echt wezenlijke dingen zijn schijnt dat tegenwoordig niet in ons bestaan.” meer te mogen.” Het is dus de taak van een uni- “Volwassenheid en verantwoormaar voor mij is cultuur zoiets versiteit om dat besef van cultuur delijkheid zijn nu louter zaken als de erfenis van alle reflecties over te brengen. “Vroeger, en nu van de wet, en dat leidt tot rondover artistieke expressie, over kritische gedachten, over muzikale, literaire, architecturale uitingen enzovoort doorheen de geschiedenis. Het zit in onze menselijke natuur om cultureel te zijn. Het lijkt een menselijke behoefte om natuurlijke instincten, bijvoorbeeld dansen, te verheffen tot cultuur. Het ‘samen ritmisch bewegen’ werd doorheen de tijd meer en meer gesofisticeerd, tot de artistieke vormen die het nu kan hebben. Maar dat wil niet zeggen dat cultuur enkel iets is voor de happy few. Integendeel, neem een digitaal abonnement kijk maar eens naar folkmuziek. Dat is het prototype van een vorm van cultuur waarbij de hele op http://www.kuleuven.be/ck/ gemeenschap kan en zelfs moet meedoen.” confronteren met cultuur. “De rol van het onderwijs bij het bijbrengen van kennis spreekt voor zich. Scholen en universiteiten moeten ervoor zorgen dat alle waardevolle wijsheid bewaard blijft. Maar het onderwijs heeft ook de taak om studenten cultuur bij te brengen, zodat zij later ook deel kunnen uitmaken van die cultuur.” En wat moeten we dan verstaan onder ‘cultuur’? “Ik wou dat ik er een definitie van kon geven,
“Ik zou conservatisme definiëren als het verlangen om de dingen waar je van houdt te beschermen tegen de dingen die je haat.”
onder andere bezig met jagen. Daarnaast schreef hij ook twee volwaardige operastukken. Zelf is Scruton het meest trots op het feit dat hij in het communistische Tsjecho-Slowakije deel uitmaakte van de ‘underground’ universiteit, opgericht door anticommunistische dissidenten. “Dat is dan ook het enige waar ik in mijn leven voor ben gearresteerd”, voegt hij er met het nodige Britse flegma aan toe. Toch wordt hij vooral geboekstaafd als een conservatief filosoof. “Men noemt mij conservatief, en dan zal dat wel zo zijn zeker? Ik zou conservatisme definiëren als het verlangen om de dingen waar je van houdt te beschermen tegen de dingen die je haat. En ik verkondig mijn respect voor dat waardevolle luidop, en ja, dan sta je bekend als conservatief.” Scruton had het in zijn lezing Matroesjka’s over hoe en waarom de univer- “Je moet het concept cultuur besiteit studenten kan en moet kijken zoals matroesjka’s, die
Leest u Campuskrant liever online?
digitaalal.html
(© Rob Stevens)
uit belachelijke situaties zoals in sommige staten van de VS, waar je pas alcohol mag drinken vanaf je eenentwintigste, maar waar je wel seksuele betrekkingen mag hebben op je zestiende! En zo zijn er nog een heleboel stomme wetten. Mensen zijn van nature geneigd om zich te houden aan de voorschriften, maar als er te veel belachelijke regels zijn, worden ook de goede wetten niet meer nageleefd. Met alle gevolgen van dien, natuurlijk. Jongeren voelen rond hun achttiende dat ze geen kind meer zijn, maar ze voelen zich allerminst volwassen; ze zijn zichzelf nog aan het zoeken. Vandaar ook het grote succes van criminele jeugdbendes. Onzekere tieners zoeken ‘lotgenoten’, ze zoeken een groep waar ze kunnen bijhoren, en jammer genoeg resulteert dat dan soms in criminaliteit. De rol van het onderwijs bij het bijbrengen van cultuur is daarom essentieel.”
10 Nieuws
campuskrant
Campustoneel zet feestjaar in de kijker Dit seizoen viert Campustoneel haar twintigjarig bestaan. Twee ambitieuze projecten zetten het jubileumjaar extra in de verf. In december was dat Vrouwen van Troje, naar Euripides. En begin april kunnen we genieten van Amadeus van Peter Shaffer. Evy Neyens Regisseur Jan De Vuyst (54) richtte Campustoneel twintig jaar geleden op samen met Herman Torfs, directeur van wat toen de dienst Informatie en Onthaal heette: “Tijdens een vliegtuigreis betreurden we het feit dat er al vele jaren geen studententoneel meer bestond. Er restte alleen een groots verleden: het Leuvense studententheater van Joos Florquin. Daarom besloten we Campustoneel op te richten: een toneelvereniging waar studenten, personeel en academici terecht konden om eigentijds toneel te spelen. Ondertussen zijn er natuurlijk heel wat toneelverenigingen bijgekomen binnen de vele faculteitskringen. En tijdens het Interfacultair theaterfestival kunnen ze allemaal tonen wat ze in hun mars hebben.” “Aanvankelijk was het met CaTo vooral de bedoeling de universitas samen te brengen: studenten, docenten en personeelsleden die samen op het podium worstelen met hun rol. De klemtoon is gaandeweg steeds meer verschoven naar studententoneel.Op dit ogenblik hebben we tachtig tot negentig procent studenten. We hebben ook heel bijzondere oudleden; zo heeft schepen Karin Brouwers nog meegespeeld in onze eerste productie Ghandi. Of Thomas Ryckewaert, die na zijn studie een theateropleiding ging volgen en nu een knap professioneel acteur is. Soms zie je mensen evolueren en Campustoneel overstijgen…” “In het begin schreef ik zelf stukken voor Campustoneel. Maar door de jaren heen zijn we meer en meer repertoire gaan spelen volgens de filosofie van Joos Florquin die de stukken bracht waar les over werd gegeven. De jongste jaren spelen we beroemde stukken: Euripides, Shakespeare,
‘Amadeus’ is een samenwerkingsproject tussen CaTo en het Lemmensinstituut. De voorstelling omvat een concert met Mozartmuziek.
samenwerkingsproject tussen CaTo en het Lemmensinstituut. Tijdens de voorstelling brengen een strijkkwartet en pianoforte muziek die integraal deel uitmaakt van het stuk. Volgens De Vuyst gaat het om een unieke pianoforte, met een klank die voor veel toeschouwers zeer verrassend zal zijn: “We experimenteren al enkele jaren met hybride voorstellingen. Zo speelden we vorig jaar De Knecht van twee Meesters waarbij de Zuid-Afrikaanse animatiefilmkunstenaAmadeus res Wendy Morris een aantal aniAmadeus van Peter Shaffer is een matiefragmenten ontwierp die
Shaffer, Goldoni enzovoort…” “Een van de spectaculairste momenten op twintig jaar tijd was Azen, een bewerking van Othello door Dimitri Leue. We waren daarvoor genomineerd voor het Landjuweel, wat voor studententoneel bijzonder uitzonderlijk is. Het is een rampvoorstelling geworden: één van de acteurs is tijdens de voorstelling uitgegleden en moest met een ambulance worden afgevoerd; de vertoning werd stilgelegd…”
(© Rob Stevens)
de hongerdromen van de knecht zijn, en moeten daarmee leren verbeeldden. Het werd een gees- leven…” tige combinatie van animatie en Amadeus, door CaTo en met Bert een acteur die commentaar geeft Koch (pianoforte), Bernd Van en inspeelt op de droombeel- Hulle, Lotte Remmen (viool), den.” Bieke Jacobus (altviool) en Joyce “Maar het jongste kind is altijd Kuypers (cello), 1, 2 en 3/4, 20u, het liefste kind. Ik heb hoge ver- Lemmensinstituut, Kamermuwachtingen van Amadeus. Wij ziekzaal, Herestraat 53, Leuven proberen vooral de motieven uit
[email protected] te diepen van Salieri. Een begaafd Om 19u55 worden niet afgehaalman, die leeft in de schaduw van de kaarten doorverkocht. een genie. Een toepasselijk the- Studenten: 5 euro, Cultuurkaartma hier aan de universiteit: heel houders: 4 euro, anderen: 7 euro wat studenten zijn begaafd maar http://www.kuleuven.be/ ontmoeten medestudenten of inschrijvingen/voordelen.html, professoren die veel begaafder http://www.campustoneel.be
‘Jeezes, da’s een goeie!’ “Waar zit de blijde boodschap van het christendom?” vroeg Hans Geybels zich af. Die vraag staat op 23 april centraal tijdens de studiedag ‘Jeezes, da’s een goeie! Humor in het christendom’. Marie-Caroline Lenaerts “Geloof wordt vaak gekoppeld aan geweld of agressie. En wanneer er over religie gesproken wordt, doet men dat over het algemeen met een grote sérieux”, aldus Hans Geybels, deeltijds docent en wetenschappelijk onderzoeker aan de Faculteit Theologie. “Daardoor wordt een bepaald facet van religie constant in de schaduw gezet: vreugde en humor. In het christendom draait het om de blijde boodschap, maar waar zit die dan?” “Vóór en tijdens de Middeleeuwen was de combinatie religie en humor absoluut not done. In die tijd stond de zondigheid van de
mens centraal. ‘Als je ziet wat er met Jezus is gebeurd, hebben we dan nog een reden om te lachen?’ Officieel speelde humor toen absoluut geen rol in het christendom, maar officieus wel. In de periode na de Middeleeuwen integreerden heiligen als Franciscus van Sales en Filippus Neri dan weer enorm veel humor en vreugde in hun spreken.” “Het probleem vandaag is dat we de bijbel lezen in een plechtige context, waardoor we de fijne ironie van Jezus nog amper kunnen waarnemen. Ironie is geen vorm van humor die doet schaterlachen, maar ze ontlokt vaak een glimlach. In het Nieuwe
Testament heb je ironie op twee niveaus, dat van de evangelist en dat van Jezus. Beide niveaus zijn sterk aanwezig in het verhaal van Johannes 8, het verhaal van de overspelige vrouw die gestenigd moest worden. Jezus zei: ‘Hij die zonder zonde is werpe de eerste steen’. “De evangelist schreef dat ze allen afdropen, de oudsten eerst. Die hebben al van vanalles geproefd (lacht). Vervolgens komt de ironie van Jezus. Hij keek naar de vrouw en zei: ‘Vrouw, heeft iemand u veroordeeld?’ Wat moest die vrouw daar op antwoorden? Dat is pure ironie, maar omdat we het op een ernstige manier lezen, ontgaat het ons. Het is de bedoe-
ling van de studiedag de humor bloot te leggen, zowel in het Oude en het Nieuwe Testament als in de eigentijdse pastoraal.” “Met humor kan men veel conflicten ontmijnen, maar het kan ook dingen erger maken. Denk maar aan de Deense cartoons over de profeet Mohammed. Iedereen moet voor zichzelf uitmaken hoever men kan gaan. De joden verdragen geen spot met de holocaust maar maken zelf de ene grap na de andere. Humor kan een belangrijke manier van‘coping’ zijn…” “Met de studiedag hopen we de vreugde opnieuw wat centraler te kunnen plaatsen in het christendom. In een doordeweekse eu-
charistie komen de mensen vaak gelukkig naar buiten omdat de viering eindelijk afgelopen is, niet vanwege de blijde boodschap…” Studiedag ‘Jeezes, da’s een goeie! Humor in het Christendom’, 23 april, Faculteit Godgeleerdheid, Sint-Michielsstraat 6, Leuven. http://www.kuleuven.be/admin/ al/niv3pbis/nascholingen/CA22. htm. Van 24 april tot 7 mei loopt er een tentoonstelling van religieuze cartoons in de bibliotheek van de Faculteit Godgeleerdheid.
25 maart 2009
Onderzoek 11
“Eindelijk aandacht voor de epidemiologie” Tim Nawrot won eind vorig jaar de Prijs van de Onderzoeksraad voor Biomedische Wetenschappen, voor zijn epidemiologisch onderzoek naar de gezondheidsrisico’s van fijn stof. Lien Lammar “Toen de kernramp in Tsjernobyl gebeurde, was ik negen jaar,” vertelt Tim Nawrot. “Ik vond het heel fascinerend hoe iets als omgeving de gezondheid van mensen kan beïnvloeden. Vanaf toen wist ik welke richting ik later wilde uitgaan.” Die richting werd Maastricht, waar Nawrot naartoe trok voor zijn studies milieugezondheidskunde. Epidemiologie was één van de hoofdvakken. Na een extra half jaar toxicologie aan de universiteit van Vermont in de VS begon hij aan de K.U.Leuven aan zijn doctoraat op de afdeling van professor Jan Staessen. “Staessen werkt enorm hard, zestien uur per dag. Mijn doctoraatsopleiding bij hem vergelijk ik vaak met een jezuïetenopleiding uit de jaren 50: hard, maar leerrijk (lacht).” Na zijn doctoraat verliet Nawrot de afdeling van Staessen en kwam hij terecht op de eenheid longtoxicologie van professor Ben Nemery, waar hij de effecten van milieublootstellingen op de menselijke gezondheid verder kon onderzoeken. “Fijn stof is slecht, dat staat niet meer ter discussie.
Uit mijn onderzoek blijkt dat er per jaar 630 mensen in Vlaanderen sterven door de plotse stijging van fijn stof, vooral tijdens warme periodes”, zegt Nawrot. “België scoort in Europa het slechtst op het gebied van fijn stof. Naar schatting leven we door de vervuiling in Vlaanderen gemiddeld dertien maanden minder lang. In Zweden is dat drie maanden.”
Politiek terrein Voor de Prijs van de Onderzoeksraad voor Biomedische Wetenschappen stuurde Nawrot vijf van zijn belangrijkste publicaties in, mét succes. “Ik ben heel erg blij met de prijs. Niet alleen omdat het mijn ego streelt en geld voor nieuw onderzoek oplevert, maar vooral omdat er eindelijk een epidemiologisch onderwerp in de kijker staat. Vlaamse universiteiten hebben niet zo’n traditie op het gebied van epidemiologie, in tegenstelling tot Nederland bijvoorbeeld. Aan de universiteiten van Maastricht, Utrecht en Rotterdam is deze discipline heel sterk uitgebouwd. In het Imperial College in Londen heb je zelfs een vakgroep van negentig epidemiologen. Zo-
iets bestaat in Vlaanderen niet.” Epidemiologisch onderzoek is vaak monnikenwerk, zegt Nawrot. “Het moment dat je de resultaten verwerkt is boeiend, maar daarnaast komt er veel routine bij kijken. Wat het ook moeilijk maakt, is dat je voor goed epidemiologisch onderzoek grote groepen mensen nodig hebt die lange tijd opgevolgd zijn. In België hebben we dat heel weinig. Je begeeft je met milieugezondheidskundig onderzoek ook vaak op politiek terrein. Kijk maar naar de hele kwestie rond de Oosterweelverbinding en de Lange Wapperbrug. Als wetenschapper stel ik me ernstige vragen bij de voortdurende uitbreiding van ons wegenTim Nawrot net, maar je wordt onvermijdelijk geconfronteerd met economische geld, maar onderzoek is zo ontbelangen die meespelen.” zettend duur. Epidemiologie is Samenwerking lang louter beschrijvend geweest: In oktober ruilde Nawrot Leuven je hebt een persoon en een risicoin voor de Universiteit van Has- factor en bekijkt tien jaar later het selt. Het net verworven prijzen- effect daarvan. Dankzij de evolugeld wil hij vooral besteden aan tie in de moleculaire biologie kan moleculair epidemiologisch on- je vandaag veel meer factoren derzoek, al mag de bijdrage niet meten, bijvoorbeeld de expresoverschat worden, zegt Nawrot. sie van genen in bloedcellen. Dat “Vijfduizend euro is op zich veel mechanistisch onderzoek zou ik
(© Rob Stevens)
graag meer uitbouwen om de relatie tussen onze gezondheid en het leefmilieu beter te kunnen begrijpen en onderbouwen.” “Het geld is ook welkom om de universiteiten van Hasselt en Leuven dichter bij elkaar te brengen rond concrete onderzoekstopics. Een succesvolle samenwerking biedt voor beide universiteiten heel wat mogelijkheden.”
“Bekroning van onze inspanningen” Mathieu Vandenbulcke ontving in december de Prijs van de Academische Stichting Leuven voor Biomedische Wetenschappen. Lien Lammar Mathieu Vandenbulcke: “Van opleiding ben ik psychiater, maar ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in neurofysiologie. Vooral organische hersenaandoeningen en het gevolg daarvan op het gedrag van mensen boeiden me. In mijn doctoraat, over de functionaliteit van het taalnetwerk in de hersenen, kon ik dat met elkaar combineren.” Met professor Rik Vandenberghe van de Afdeling Klinische en Experimentele Neurologie als promotor onderzocht Vandenbulcke het taalnetwerk in de hersenen bij normale oudere vrijwilligers en bij patiënten met een hersenaandoening. “Bij patiënten met een verminderde functie van bepaalde componenten in dat taalnetwerk hebben we gekeken naar het effect daarvan op het gedrag. Stel dat het component ter hoogte van de slaapkwab niet goed meer functioneert, wat is dan precies het gevolg? Op die manier kan je ook achterhalen wat de functie van die specifieke component in de hersenen is.” “Naast normale vrijwilligers hebben we verschillende patiëntengroepen bestudeerd, waaronder
de studie van functionele beeldvorming bij normalen met de gedragsstudie van patiënten met een specifieke pathologie, legt Vandenbulcke uit. “Het resultaat draagt niet alleen bij tot meer kennis over de werking van de hersenen en het taalnetwerk in de hersenen, maar ook tot een beter inzicht in het ontstaan van cognitieve problemen bij patiënten met een neurodegeneratieve aandoening. Een directe therapeutische toepassing is er nog niet, maar die zou er op lange termijn uit kunnen voortvloeien. Als je weet welke delen van de hersenen niet goed meer werken, zou je bepaalde gebieden die op het vlak van gedrag een positieve werking hebben, kunnen gaan stimuleren.” De Prijs van de Academische Stichting Leuven voor Biomedische Wetenschappen is een beloning voor alle inspanningen, zegt Vandenbulcke. “Absoluut. Mijn doctoraatsperiode was zwaar, maar het feit dat het een klinisch-wetenschappelijk onderzoek was, heeft me altijd gestimuleerd. Ik werk graag met Inzicht patiënten. Je bouwt een band op Het vernieuwende van het on- met elkaar en dat is heel fijn. Het derzoek is de combinatie van was niet altijd gemakkelijk voor patiënten met neurodegeneratieve aandoeningen. Dat zijn aandoeningen die op latere leeftijd voorkomen en gepaard gaan met progressieve afwijkingen in de hersenen die voor geheugenproblemen of taalproblemen zorgen.” “We hebben twee neurodegeneratieve aandoeningen onderzocht. Ten eerste patiënten met primaire progressieve afasie: een aandoening die je kan vergelijken met de ziekte van Alzheimer maar die specifiek de taal aantast. Bij deze patiënten bleek vooral het voorste gedeelte van de slaapkwab niet goed meer te werken, waardoor de personen moeite hadden met het benoemen en begrijpen van woorden.” “De tweede groep die we bestudeerd hebben, waren patiënten met mild cognitive impairment: patiënten met geheugenproblemen die een verhoogde kans hebben om de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen. Bij hen zagen we een andere component van het taalnetwerk die niet goed functioneerde, wat onder meer voor woordidentificatieproblemen zorgde.”
Mathieu Vandenbulcke
de patiënten: je mag de inspanning die zo’n onderzoek van hen vergt niet onderschatten. Voor mensen ouder dan zestig is het niet altijd vanzelfsprekend meer om lange tijd onder een scan te liggen.” Vandenbulcke was niet alleen blij met zijn eigen prijs, maar ook met die van psycholoog Hans op de Beeck. “Hans op de Beeck heeft de Onderzoeksprijs
(© Rob Stevens)
voor Humane Wetenschappen gewonnen. Hij heeft onderzoek gedaan naar functionele beeldvorming, dus we zijn allebei in hetzelfde domein actief. Ik werk vaak en graag samen met mensen van de Faculteit Psychologie en ik vind dat wij op een heel complementaire manier naar de dingen kijken. Ik ben er van overtuigd dat we elkaar veel kunnen leren.”
12 Publicatie
campuskrant
ASL, een vereniging met ‘Karakter’ De Academische Stichting Leuven (ASL) geeft jonge onderzoekers toelagen voor buitenlandse verblijven en bekroont hoogstaand doctoraatsonderzoek. Met het tijdschrift Karakter wil de ASL wetenschap ook uitdragen naar al wie daarvoor interesse heeft. Ludo Meyvis We spraken met voorzitter Jan Eggermont, secretaris Geert Van Calster en Jean-Christophe Verstraete, hoofdredacteur van Karakter: “Academische Stichting Leuven heeft een uitgesproken internationale horizon en spendeert zo’n 30.000 euro per jaar om jonge onderzoekers van de K.U.Leuven te ondersteunen bij hun eerste wetenschappelijke stappen in het buitenland; bijvoorbeeld doctorandi of postdocs die deelnemen aan congressen of die onderzoek aan een buitenlands laboratorium of instelling willen verrichten. Om de drie jaar beloont de vereniging uitzonderlijk Leuvens doctoraatsonderzoek. Voor elk van de drie wetenschappelijke groepen is er een ASL-prijs van telkens 7.500 euro.”
steun, kant en klare onderzoeksresultaten op tafel liggen. Wel vragen we dat ze tussentijds via een website of blog naar buiten treden en dat ze ons na afloop een kort essay bezorgen dat we eventueel in Karakter kunnen publiceren. We houden de oproep bewust vrij vaag, een soort open call, omdat we onderzoekspoten(zie ook artikel op pagina 11-red.) tieel willen aanboren dat tot nu “Begin april willen we van start toe vrij moeilijk aan ondersteugaan met de IdeaLabs. Daar be- ning kon geraken.” doelen we seed money mee, bestemd voor jonge onderzoekers Spannend die een idee hebben dat eigenlijk “Intrinsiek met Academische nog niet rijp is voor de klassieke Stichting Leuven verbonden is het betoelaging, een concept, een wetenschapstijdschrift Karakter. aanpak, waaruit misschién ooit De redactie wordt gevormd door een nieuwe onderzoekslijn zou een ploeg van Leuvense wetenkunnen voortkomen – of niet. schappers uit verschillende vakHet is dus zeker geen concur- gebieden, tot eind vorig jaar onder rentie voor pakweg de toelagen de bezielende leiding van stichvia de DOC, maar het wil relatief tend hoofdredacteur Jo Tollebeek. vage maar misschien veelbe- Sinds begin dit jaar is de redactie lovende ideeën ondersteunen. deels vernieuwd, maar we volgen Het mag dus ‘wat gekker’ dan verder de lijn die door Jo en de rest gebruikelijk – en bij voorkeur in van de redactie is uitgezet.” dialoog tussen verschillende dis- “Karakter richt zich tot een breed geïnteresseerd publiek, en ciplines.” “We laten de aanvragers vrij in ook op onderzoekers uit andere wat ze met dit geld doen. Het is vakdomeinen. Het is geen klasniet de bedoeling dat er na twee siek wetenschapstijdschrift. Dat jaar, de maximumduur van de zie je niet zozeer aan de aard van
de onderwerpen, maar wel aan de schrijfstijl - kort, leesbaar en essayistisch - én aan de auteurs, allemaal wetenschappers. We geloven namelijk heel sterk dat mensen uit de verschillende vakdomeinen het beste geplaatst zijn om over te brengen wat spannend, mooi en opwindend is in hun gebied.” “Academische Stichting Leuven is een jonge vereniging – in deze vorm bestaan we sinds 2003 – , maar de historische basis is te vinden bij de Vlaamse Leergangen en hun tijdschrift Onze Alma Mater. We zijn hun erfgenamen, maar de doelstellingen zijn intussen verschoven. Vlaamse Leergangen had alles te maken met de ontvoogding van jonge Vlamingen en met de vernederlandsing van het universitair onderwijs. Beide objectieven zijn inmiddels bereikt. ASL zet een stap verder en wil jonge Vlaamse wetenschappers aansporen om de internationale scène te betreden.” “Wij zijn een ledenvereniging, wat betekent dat elk lid ook van de voordelen van de vereniging geniet. Voor de bescheiden bijdrage van 25 euro per jaar ontvang
je niet alleen Karakter, maar heb je ook het recht om jonge onderzoekers voor te dragen voor een reistoelage. Het lidgeld samen met de inkomsten uit het patrimonium vormen zo de financiële ruggengraat van de vereniging. We hebben ongeveer duizend leden en wat ons betreft mag dat aantal gerust groeien. Academische Stichting Leuven staat open voor al wie wetenschap een warm hart toedraagt.” http://www.kuleuven.be/asl/
Omgaan met de grenzen van het recht Het recht wordt in onze samenleving beschouwd als de laatste zekerheid: als er een beetje ernstig probleem opduikt, moet de rechtbank het maar oplossen. Toch stoten juristen steeds meer op wat we ‘de grenzen van het recht’ kunnen noemen.
polarisering, terwijl juist maatschappelijke rust beoogd werd.” “Een andere ‘grenservaring’ kan je vinden in de toenemende multiculturaliteit van onze samenleving. Hoe vertaal je ‘Belgisch’ of ‘Europees’ recht naar een samenleving waarin een toenemend percentage van de bevolking geen voeling heeft met onze rechtstraditie? En hoe hou je rekening met de eigen rechtsopvattingen van allochtonen in onze samenleving?”
Positief Ludo Meyvis Volgens Erik Claes, Wouter Devroe en Bert Keirsbilck van de Faculteit Rechtsgeleerheid en auteurs van Facing the Limits of the Law, zijn er inderdaad heel wat grenzen denkbaar: “Dat kan gaan over heel eenvoudige vaststellingen, zoals het feit dat het recht niet altijd in staat is om moderne technologische ontwikkelingen meteen te ‘vatten’. Wat doe je met patenten op levende organismen? Hoe zit het met het copyright op het internet?” “Het kan ook gaan om meer complexe problemen, die haast filosofisch lijken te worden. Hoe gaat het recht om met de postmoderne malaise, met de vaststelling dat het Verlichtingsdenken dat onze samenleving nog altijd vormgeeft, geleid heeft tot vervreemding, vereenzaming, hyperkapitalisme enzovoort? Hoe gaat het recht om met de groeiende onvrede tegenover bepaalde toepassingen van het strafrecht? Dat dient immers te zorgen voor een pacificatie, een nieuw evenwicht, maar dat blijkt lang niet altijd te lukken. In het vroegere Joegoslavië, bijvoorbeeld, heeft de klassieke strafrechtelijke aanpak gezorgd voor een toename van de
“In ons boek hebben we geprobeerd klaarheid te brengen in die veelheid van opvattingen rond de notie ‘grens’ door dit te omschrijven als grenzen aan het regulerend, symbolisch, pacificerend en rechtsbeschermend vermogen van het recht. Vaak worden die veroorzaakt door specifieke kenmerken van het recht – bijvoorbeeld, de open textuur van het recht als sociale praktijk, de verwetenschap-
pelijking van de rechtspraktijk … In een hele reeks rechtsgebieden wordt verkend hoe men daar die grenzen ervaart, vanuit theoretisch oogpunt, maar ook met heel praktische toepassingen.” “Verder proberen de verschillende auteurs aan te geven hoe we met die grenzen kunnen omgaan. Dat had een tranerig verhaal kunnen worden, maar we hebben heel bewust gekozen voor een positieve benadering. Een grens hoeft immers geen muur te zijn, maar kan ook een uitdaging zijn om nieuwe wegen te verkennen, een gelegenheid tot creatieve bezinning. Heel wat auteurs gaan dan ook in op strategieën om om te gaan met de grenzen van het recht. Sommigen de-dramatiseren het probleem. Anderen stellen voor een nieuwe invulling te geven aan bestaande rechtsconcepten en -beginselen. Er moet vaak ook een nieuwe, aan de tijd aangepaste afweging gemaakt worden van de verschillen-
de functies van het recht. Wellicht kunnen ook nieuwe complementariteiten ontdekt worden tussen het recht en andere maatschappelijke opvattingen en praktijken.”
Paradox “Het recht kan nooit alles reguleren. Dat is een fictie, en die moet je ook durven toegeven. Toch is die idee van de volledige maakbaarheid van de samenleving nog altijd heel aanwezig. We leven in een tijd van ‘methodisering’, ook al voelt dat lang niet altijd goed aan. Ons boek probeert de hooggespannen maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van het recht wat te temperen. Dat is immers de paradox waar veel juristen mee geconfronteerd worden: het recht wil wel, maar het kan niet, of toch lang niet altijd, en de vraag is of het wel moét kunnen. Anderzijds probeert ons boek ook nieuwe wegen te wijzen. Zo staat het begrip privacy wel degelijk ingeschreven
in ons recht, maar door de opmars van het internet moet het anders ingevuld worden. Dat vergt creatief en dus boeiend denken.” “Ons boek is het werk van onderzoekers. Dat betekent dat de conclusies niet altijd meteen onmiddellijk in de rechtspraktijk te vertalen zijn. Onderzoekers kunnen en moeten allicht wat verder gaan in hun besluitvorming, zonder de beperkingen van de alledaagse rechtspraktijk. Toch hebben we er ons voor gehoed om vanuit een wereldvreemde positie te spreken. Theorie en praktijk staan in het recht dicht bij elkaar.” “Facing the Limits of the Law is het tweede bewust multidisciplinaire boek dat het licht ziet in de Faculteit Rechtsgeleerdheid, na Art & Law. Het is gezond om te proberen de traditioneel vrij sterke muren tussen juridische specialismen neer te halen. We doen goed onderzoek, maar we wéten het vaak niet van elkaar. Daarom hebben we ook onze onderzoeksnieuwsbrief verder uitgebouwd. Samen een multidisciplinair project uitwerken dwingt ons er ook toe om te leren communiceren, om het strikt eigen jargon en de eigen evidenties te verduidelijken, niet alleen voor collega’s uit de andere disciplines, maar ook naar de ruimere buitenwereld. We hopen dat dit boek ook buiten de juridische wereld zijn weg zal vinden. De problematiek overstijgt immers heel ruim de belevingssfeer van de juristen.” Erik Claes, Wouter Devroe, Bert Keirsbilck (red.), ‘Facing the Limits of the Law’, Berlijn, Springer, 2009, 109,95 euro; http://www.springer.com/law/ book/978-3-540-79855-2 Onderzoeksnieuwsbrief op http://www.law.kuleuven.be/ nieuwsbrief/
25 maart 2009
Mensen 13
“We vochten al eens met Waalse studenten” Hendrik Carrette moet met zijn 104 jaar zowat de oudste alumnus van de universiteit zijn. Hoewel zijn geheugen het hier en daar een beetje laat afweten, zijn de herinneringen aan zijn studententijd nog levendig. Ines Minten
Markt, waar toen ook al veel cafés waren.” Hij begint hardop te Bij een chocolaatje en een glaasje lachen bij de herinnering. “Ja, ik porto babbelen we met Hendrik was graag in Leuven.” en met zijn dochter, zuster Lina. Elke keer als het woord ‘Leuven’ Onder water valt, begint zijn gezicht te stralen. Zijn oudste dochter Lina studeerde Hij studeerde er tussen 1924 en biologie en behaalde haar diploma 1929: “Toen was Ladeuze rector”. in 1960. Ze was op dat moment al Eerst koos Hendrik voor dierge- ingetreden als Zuster van Liefde, neeskunde, maar nadat zijn huis- dus heeft ze haar studententijd dokter hem waarschuwde dat hij met wat minder vrijheden kunnen met zo’n beroep vaak ’s nachts beleven dan haar vader. “Cantuszou moeten opstaan en zijn sen heb ik bijvoorbeeld nooit bijvrouw en kinderen weinig zou gewoond”, zegt ze. “De zusters-stuzien, stapte hij over op farmacie. denten logeerden bij de zusters in “Scheikunde was mijn favoriete Sint-Rafaël op de Kapucijnenvoer. vak”, zegt hij. “En alle proffen Daardoor hadden we niet echt veel hadden bijnamen.” Vooral één contact met de andere studenten. daarvan herinnert hij zich nog le- Maar ik kijk toch met veel plezier vendig, maar die vinden vader en terug op die periode.” “Trouwens, in mijn laatste jadochter té grof voor publicatie. “Ik ging wel altijd naar de les”, ren werd de studentenvereniging benadrukt hij. “Brossen deed ik BIOS opgericht. De studenten niet.” Als vierde kind van zeven vroegen me of ik me er ook bij kon hij het zich niet veroorloven wou aansluiten. Van onze overste om het slecht te doen tijdens de mocht het, op voorwaarde dat we examens. Dat neemt niet weg dat de goedkeuring kregen van prohij en zijn vrienden zich geregeld fessor Louis, die kanunnik was. goed amuseerden: “’s Avonds Hij antwoordde met zijn sappige gingen we graag een pint pakken. Mechelse accent: ‘Zuster! Zolang In de Tiensestraat of op de Oude je in de lokalen blijft, mag je van
[42] De Collega’s
“Anders gaan uitgeven” Evy Neyens In de vorige aflevering van De Collega’s viel ons oog op Marike Schipper (33) in de mailbox van Stijn Sanders. Zij is sinds drie jaar directeur-uitgever van de Universitaire Pers. Marike: “Met Stijn heb ik regelmatig contact voor de distributie van boeken. Hij helpt ons met het opzetten van bepaalde verkoopen distributieprocessen in SAP; het boekhoudprogramma waar heel de K.U.Leuven mee werkt. Als we boeken verkopen via onze nieuwe distributiepartner Cornell University Press dan moeten we dat allemaal in SAP verwerken.” “De Universitaire Pers verschilt van een commerciële uitgeverij omdat we ons in een kleine niche bevinden van gespecialiseerde onderwerpen. Wij zijn een uitgeverij van wetenschappelijk werk, in het bijzonder in de humane en de sociale wetenschappen, en
we verkopen boeken over heel de wereld. We zijn er om hooggespecialiseerde boeken op de markt te brengen die niet noodzakelijk een podium vinden bij de grote commerciële uitgevers. Mijn verantwoordelijkheden bestaan erin om publicatievoorstellen te selecteren en te beoordelen of ze geschikt zijn voor publicatie in ons fonds. Ik verzorg ook de contacten met auteurs, zoek nieuwe projecten uit, maak de contracten op en houd toezicht op het hele interne productieproces.” “Bij Universitaire Pers werken we met zes mensen; naast mijzelf is er iemand die het productieproces begeleidt van manuscript tot boek, er is één marketingmedewerkster, één persoon die de drukwerkbegeleiding verzorgt, één boekhouder en één secretaresse.” “Ik ben afkomstig uit Nederland en heb een opleiding literatuurwetenschappen gevolgd in Utrecht en ik heb Engelse taal- en letterkunde gestudeerd, deels in
Zuster Lina en Hendrik Carrette
mij gerust naar de vergaderingen gaan. Maar nooit meegaan naar de Zoete Waters, want daar gebeurt van alles onder dat water!’ Er komen foto’s op tafel en het valt op dat Hendrik en zijn vrienden elk een stok bij zich hadden als ze op het punt stonden om uit te gaan. Om zich te verdedigen als het tot relletjes kwam tussen Nederlandstalige en Franstalige studenten. De Vlaamse strijd woedde in de jaren twintig hevig in Leuven. “Ik was geen grote vechter”, zegt hij. “Als het erg werd, zat ik in de staart van het gebeuren. Maar nu en dan kwam het toch tot een vechtpartij. Dat was eigenlijk nog het plezantste van allemaal.” Ook Lina heeft verhalen van die strekking. “De Leuvenaren waren heel boos om de pesterijen
(© Rob Stevens)
van de Waalse studenten”, zegt ze. “Op hun patroonsfeest reden die bijvoorbeeld met vrachtwagens door de stad en kieperden bloem en bier over de voorbijgangers. Het ging er heftig aan toe in de jaren voor de splitsing van de universiteit. Voor ons zijn die herinneringen nog heel levendig. Wij hebben het best moeilijk met het feit dat veertig jaar Leuven Vlaams niet eens is gevierd.” Hendrik Carrette hoopte aanvankelijk dat zijn oudste dochter hem zou opvolgen als apotheker. “Maar in mijn laatste jaren van het middelbaar begon ik erover te denken om zuster van liefde te worden”, legt ze uit. “En je weet hoe dat gaat: Als je naar de universiteit gaat, zul je je roeping verliezen, zeiden ze.” Dus volgde
Lina regentaat wetenschappen in Eeklo. “Maar zodra ik zuster was, stuurde de congregatie me naar Leuven om biologie te studeren. Dat was altijd al mijn lievelingsvak en de studie vond ik razend interessant. Later ben ik zelf les gaan geven aan het regentaat.” Ondertussen doet Hendrik Carrette teken dat we nog een chocolaatje en een glaasje moeten nemen. Zijn gedachten zijn duidelijk blijven hangen bij de vechtpartijen en relletjes uit zijn tijd. “Waarschijnlijk zijn de studenten nu braver dan wij vroeger”, zegt hij. Hij denkt even over zijn uitspraak na en voegt eraan toe: “Om dat zeker te weten zou ik nog eens in Leuven moeten uitgaan, natuurlijk.” Dat idee ontketent nog de hartelijkste lachbui van allemaal.
In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen.
Marike Schipper, directeur-uitgever Universitaire Pers
Groot-Brittannië. Hiervoor werkte ik als marketingmanager bij Amsterdam University Press tot een Leuvense collega uit de editorial board mij attendeerde op de vacature voor deze job.” “Er is veel veranderd op drie jaar tijd. De uitgeefpolitiek hebben we radicaal omgegooid en sindsdien zijn we zelf een stuk actiever bij het uitgeefproces betrokken. We hebben ook een nieuwe web-
site en catalogus opgestart. Tegenwoordig werken we ook vaak met printing-on-demand; het boek wordt dan pas gedrukt op het moment dat de bestelling binnen is.” “In juni ga ik trouwen, dus een groot deel van mijn vrije tijd gaat naar de planning van het huwelijk. Verder hou ik ervan om te reizen en vrienden op te zoeken in het buitenland. En ik ga regelma-
(© Rob Stevens)
tig ook eens graag op restaurant of naar een muziekvoorstelling.” De mailbox wijst uit wie Collega 43 wordt in de allerlaatste aflevering van De Collega’s: Evelyne Sauvage, stafmedewerker communicatie en budget bij het Leuvens Universiteitsfonds. In mei trekken we naar de Minderbroedersstraat om uit te vissen wat de link is tussen Marike en Evelyne.
14 Cultuurprijs
campuskrant
vervolg pagina 1
Hans op de beeck:
“Ik wil risico’s blijven nemen” “In mijn werk gaat het daarom ook nooit in eerste instantie over de geschiedenis van een medium, maar over de wereld zelf; een soort beeldende antropologie. We zijn inmiddels voorbij de navelstarende moderne kunst, waarbij vele nieuwe stromingen reageerden op een vorige omgang met, of commentaar op een medium. In mijn eigen werk draait het niet om kunst over kunst, maar om de menselijke conditie, over hoe we de wereld vormgeven, en onze onhandigheid daarin. Ik probeer de grens tussen de diepgravende ernst en het ridicule te bewandelen, om op die manier afstand en beschouwing te vinden en om te leren gaan met de ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Als je erin slaagt aspecten van de problematische omgang van de mens met tijd en ruimte te tonen, maak je beelden die kunnen troosten.” “Door het absurde en tragikomische karakter van mijn video’s krijg ik vaak uiteenlopende reacties: sommigen zijn ontroerd terwijl anderen in een lach schieten. Zo heb ik exuberant geënsceneerde video’s gemaakt, maar evenzeer heel stille, teruggetrokken films. Wat ze inhoudelijk met elkaar gemeen hebben, is dat ze in beide gevallen erg herkenbaar zijn voor de toeschouwer, die ik wil confronteren met de onbeholpenheid waarmee we omgaan met de wereld en elkaar. Die herkenning troost ook. Het gaat vaak over hoe we ons leven in scène zetten, onze rituelen en gewoonten, onze hebbelijk- en onhebbelijkheden. Globaal is mijn werk een
reflectie over het postmoderne leven, over hoe we verloren lopen in een geglobaliseerd en geautomatiseerd bestaan.”
Boy meets girl Veel van de ruimtelijke evocaties van Hans Op de Beeck zijn als een soort dreigende, lege filmsets, zoals Location (5), een sculpturale interpretatie van een verlaten wegrestaurant bij nacht met uitkijk op een lege snelweg, een werk dat hij op levensgrote schaal creëerde. “Het gaat doorgaans om archetypische onderwegruimtes. Iedereen heeft ooit in zo’n wegrestaurant gezeten en ervaart daar een bepaalde geladenheid en stemming. Zo’n beeld functioneert door zijn herkenbaarheid en beleefbaarheid.” “Die ruimtes zijn doorgaans niet geënt op fotodocumentatie, maar geïmproviseerd vanuit herinnerde beelden. Let wel: daarom zijn ze nog niet autobiografisch te noemen. De biografie van de kunstenaar is voor mij van geen verder belang. Ik lees bijvoorbeeld nooit geromantiseerde biografieën van kunstenaars, hoe hun kunst voortkomt uit een getraumatiseerde levensloop, enzovoort. Wat me als toeschouwer interesseert, is het uiteindelijke beeld en wat me dat te bieden heeft. Ik zoek dus in mijn herinneringen en ervaringen elementen uit die als beeld universeel kunnen worden en die voor zich kunnen spreken.” “Mijn werk gaat trouwens niet over simulatie, maar veeleer over abstractie, representatie en evoca-
tie. Dat nachtelijke wegrestaurant bijvoorbeeld, was, op de oranjekleurige straatverlichting van de snelweg na, volledig in zwarte tonen uitgewerkt en de materialen waren glad, hadden geen herkenbare texturen. Ik maak ook geen gebruik van readymades: de architectuur, landschapselementen en objecten zijn atelierwerk. Daardoor worden zo’n ruimtes verdichtingen van de realiteit en dus veeleer mentale beelden.” “Omgekeerd vind ik het niet erg als toeschouwers mijn initiële intenties van bij het maken slechts ten dele of helemaal niet lezen in het werk. Het oorspronkelijke vertrekpunt hoeft trouwens niet spectaculair of vernieuwend te zijn om een waardevol en complex beeld te worden. Zo zijn de meeste romantische films nog steeds gebaseerd op het banale ‘boy meets girl’, maar kunnen er, ondanks die banale inzet, nog steeds waardevolle en gelaagde films uit ontstaan.”
Geen spektakel nodig Op de Beeck wil geen nostalgicus genoemd worden: “Er is een heel groot verschil tussen melancholie en nostalgie. Nostalgie draait om een vaag verlangen naar vroeger, naar wat geweest en voorbij is. Daar heb ik geen uitstaans mee, net zomin als met het statement dat vroeger alles beter was. Melancholie daarentegen is een intrigerend en urgent sluimerend gevoel van ongemak en onvrede met de tijd, en daardoor dus ook heel actueel. Het is een fundamentele vraag rond de verplette-
‘Location (5)’: een snelwegrestaurant bij nacht. “Zo’n beeld functioneert door zijn herkenbaarheid en beleefbaarheid.”
(© Rob Stevens)
rende betrekkelijkheid van een mensenleven en hoe zich daartoe te verhouden. Die problematiek is sterk aan de orde in mijn beelden, maar tegelijk zal je er ook regelmatig een lichtheid en rust in ontwaren.” “De monochroom witte installatie Location (6) bijvoorbeeld, een intiem observatorium met een panoramische uitkijk op een gesculpteerde sneeuwvlakte, draait rond het evoceren van sereniteit, van rust, maar toch waart er ook melancholie, onrust en eenzaamheid in rond. Ik tracht aandacht te vragen voor die tegengestelde deelaspecten van de realiteit door ze geabstraheerd te belichten in beelden.” “Mijn werken zijn in feite ‘voor-
(© Hans Op de beeck)
stellen’ aan de toeschouwer. Je kan ermee omgaan zoals bij een theatervoorstelling: het zijn uitnodigingen om de artificiële mise-en-scène te vergeten en mee te gaan in een parallelwereld, een beeld, een inhoud. En daarvoor heb je geen spektakel nodig. Bij mijn eerste ruimtelijke evocatie stelde ik vast dat ook vandaag toeschouwers ruim de tijd willen nemen voor het teruggetrokken, stille beeld, voor een soort bedrieglijke non-events, waar alles tussen de lijnen van het beeld gebeurt. Het is zoals naar een goede Vermeer staren: zijn schilderijen hebben thematisch niets spectaculairs in zich, maar zijn adembenemend stil, intimistisch en wezenlijk.” “Als kunststudent had ik, zoals dat gaat, een nogal uitgesproken mening over wat wel en wat niet interessant was. Maar nu is mijn smaak als toeschouwer heel breed en eclectisch geworden, en dat reflecteert zich in mijn eigen werk. Vaak maak ik werken die low key, minimaal en spaarzaam zijn, maar soms ga ik ook opzettelijk volledig voor barok en kitsch. Ik ben niet op zoek naar een eigen stijl, maar onderzoek juist alle mogelijkheden van de meest uiteenlopende esthetieken en vormen, ook al weet ik vooraf dat sommige werken daardoor zeer verdeeld zullen worden ontvangen. Ik hou veel van kunstenaarsoeuvres waarin voortdurend risico’s worden genomen, van kunstenaars die alles telkens weer op losse schroeven durven zetten en die durven mislukken ‘en plein public’. Zelf wil ik ook risico’s blijven nemen om te blijven evolueren. Kunst is voor de maker immers ook een essentiële therapie, en die mag niet stagneren.” pagina 15
25 Maart 2009
Kamerbreed 15
pagina 14
Ruis Op de Beeck werkt hard – een understatement in zijn geval: jaarlijks heeft hij dertig tot veertig projecten in binnen- en buitenland op de kalender en hij leidt een atelier van vijf mensen. “Soms heb ik volledige stilte nodig. Ik bekommer me overdag over de ditjes en datjes van de lopende projecten, en ik moet mijn ploegje aansturen. ’s Nachts vind ik dan het isolement en de stilte die ik nodig heb om te tekenen, te schilderen, teksten te schrijven. In het vele onderweg zijn dan weer, vind ik tijd om nieuwe ideeën te noteren.” “Als je van nature snel en veel produceert, heeft dat zijn nadelen, maar ook zijn voordelen: je leert sneller uit je fouten, en je beelden behouden een zekere frisheid. Als je de dingen iets te lang laat rijpen, verliezen ze weleens scherpte of werk je ze stuk. Het grote nadeel van die hoge productiviteit is dan weer dat de kwaliteit volgens je eigen criteria erg wisselend kan zijn. Kijk naar Picasso, een ‘veelmaker’: die heeft talloze meesterwerken gecreëerd, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ook nogal wat van zijn enorme productie kwalitatief niet overeind blijft. Ook bij mij is er ‘ruis’ in het oeuvre; ik ben de eerste om dat toe te geven. Ik blijf heel zelfkritisch.” Maar dat belet hem niet om blij te zijn met de Cultuurprijs. “Ik ben er heel gelukkig mee. Op de Prijs Jonge Belgische Schilderkunst na, nu acht jaar geleden, heb ik nooit meegedaan aan wedstrijden. Als je dan zomaar spontaan een prijs te beurt valt, dan is dat toch een geweldig compliment. Kunst is in wezen een activiteit die gaat over communicatie, en de communicatie met je publiek en de respons ervan is wat je drijvende houdt.” “Je wilt vooral je publiek niet onverschillig laten. Vanuit China krijg ik nu mails van mensen om te vertellen dat ze twee, drie keer zijn teruggekeerd naar mijn sneeuwpanorama. Dat is het mooiste compliment dat je kan krijgen voor een werk dat concreet eigenlijk over het niets en de leegte gaat (lacht).” Een uitgebreid overzicht van de artistieke praktijk van Hans Op de Beeck kan je bekijken op http://www.hansopdebeeck.com. De prijsuitreiking – met de Europese première van de animatiefilm ‘Extensions’ – vindt plaats op 30 april om 20u. Info: http://www.kuleuven.be/ cultuur/prijs/cultuurprijs
Kamer breed
(© Rob Stevens)
Om de vier weken belt onze man in de straat aan bij een willekeurig Leuvens – of Kortrijks – studentenkot, en onderwerpt een kamer én haar bewoner aan een grondig onderzoek. Deze keer hielden we halt in de Vital Decosterstraat, maar wees op je hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn terrein. Volgende keer belt hij misschien wel bij jou aan!
Inboedel
drijfscommunicatie heb ik gekozen Bed, boekenrek aan de muur, bu- omdat je er nog alle kanten mee uit reau, bureaustoel, grote kleurrijke kan. Volgend jaar wil ik nog de leradoek, laptop, kleerkast, lavabo, la- renopleiding volgen. dekastje, houten bankje, Senseo
DE BEWONER Naam Annelies Vandenplas
Leeftijd 21
Studierichting master bedrijfscommunicatie
Woonplaats
DE KAMER Adres
Westerlo
Lief Neen
Hobby’s
Ik dans al bijna zestien jaar - dansen is absoluut mijn grootste hobby. Het is trouwens een geweldig middel om volledig te ontstressen. Dit jaar zijn we met onze dansgroep Shake ook weer begonnen met wedstrijden streetdance. De competitiesfeer die er hangt is écht geweldig en geeft me telkens weer een enorme energieboost. In het weekend geef ik ook zelf dansles aan een groep zestienjarigen.
Hoezo dit kot? In de residentie waar ik eerst zat, mocht je maar twee jaar blijven dus moest ik wel op zoek naar een ander kot. Toen ik het Meisjescentrum bezocht, beviel mij vooral de ligging ervan, amper een dikke vijf minuten van de aula. Het feit dat er alleen maar meisjes zitten, hield me dan wel weer wat tegen. Meisjes kunnen zo jaloers zijn en de aanwezigheid van het andere geslacht zorgt sowieso voor meer sfeer. Ondertussen zit ik hier al voor het tweede jaar en ik moet zeggen, ik heb niet te klagen want we komen allemaal bijzonder goed overeen en van jaloezie is nog geen sprake geweest.
Vitalderijer, Residentie Meisjes- Geslaagd?/! centrum, Vital Decosterstraat 47, Het was al snel duidelijk dat ik iets met talen zou gaan doen aangezien Leuven ik al een eeuwigheid een enorme Ligging passie heb voor het Spaans. OmVijfde verdieping dat ik in de middelbare school ook geweldig graag Frans deed, koos ik Grootte dus voor taal- en letterkunde. Het +/- 14 m² eerste jaar was zwaar en de aanpassing groot. Bovendien kwamen Huurprijs er in die periode enkele onvoorzie123 euro per maand ne tegenvallers bij waardoor ik een extra lastig jaar moest incasseren. Aantal studenten Maar ondanks een moeilijk begin Ongeveer zestien op deze verdie- heb ik mijn bacheloropleiding met Kotleven ping vrucht beëindigd. De master be- Het kotleven beviel me al van in
Masters & co. Duik in je toekomst. Infobeurs over banaba’s, masters, manama’s en permanente vorming.
Kortrijk 31 maart 2009 Info en inschrijven: www.mastersenco.be
het begin helemaal: de volledige zelfstandigheid, samenleven met je vrienden, geen verantwoording moeten afleggen aan je ouders telkens je de deur achter je dicht trekt. Ik kan me er nog steeds in vinden! Op kot wordt ook vanalles georganiseerd door onze residenten. Helaas heb ik nog niet aan veel activiteiten kunnen deelnemen omdat er altijd al wel iets geregeld was met vrienden van in de les, of er was avondles, of te veel werk,… Er wordt wel regelmatig samen gegeten. Als je met zestien op een gang woont, kom je ook altijd wel iemand tegen om een praatje mee te maken.
Uitgaansleven Elke week op stap gaan tot een stuk in de nacht is niet zo aan mij besteed. Wel houd ik ervan om samen met vrienden en vriendinnen gezellig iets te gaan drinken en wat bij te praten. Deze ‘iets gaan drinken’-avondjes kunnen dan wel gemakkelijk eindigen in één van de fakbars. Maar écht laat – of beter: vroeg – wordt het niet gauw.
Senseo Een investering waar ik nog altijd de vruchten van pluk. Ik vind het zalig om ’s ochtends, nog helemaal slaperig en gekleed in mijn pyama, gewoon maar de pad erin te moeten steken, en de kop eronder te zetten, en dan meteen koffie te kunnen drinken. Geweldige uitvinding, die Senseo!
16 Alumni
campuskrant
[12] in de ban van de kring Alumni Lovanienses Antwerpen opgericht
“De band met Leuven sterk houden is belangrijk” De meer dan 40.000 oud-studenten uit de provincie Antwerpen kunnen sinds enkele maanden lid worden van hun eigen regionale alumnivereniging, onder het voorzitterschap van Peter Frans Anthonissen. Marie-Caroline LenaerTs “Toen alumnivoorzitter Frans Van Daele mij vorig jaar vroeg om een Antwerpse afdeling op te richten, ben ik in eerste instantie op zoek gegaan naar bekwame bestuursleden. Ik kreeg enkel positieve antwoorden – er bleek wel degelijk behoefte te zijn aan een regionale alumnivereniging. De samenstelling van het bestuur is heel divers: ingenieurs, economisten, dokters, tandartsen, juristen, noem maar op. We zijn nu met zo’n vijftien bestuursleden en ik zou dat willen uitbreiden tot twintig à vijfentwintig opdat elke faculteit vertegenwoordigd zou zijn.” De nieuwe vereniging wil afgestudeerden de mogelijkheid bieden om met elkaar in contact te komen. “Ik heb deze taak op mij genomen omdat ik nog altijd
een apart plaatsje in mijn hart bewaar voor de Alma Mater. De inschrijvingen voor onze startvergadering blijven binnenstromen, de respons is overweldigend. Het is dan ook premier Van Rompuy die komt spreken, en wel over een bijzonder actueel onderwerp: ‘Is de economische crisis alleen economisch?’”
Rotatie “Onder onze oud-studenten vind je Bart Somers, Ivo Mechels, Dirk Van Mechelen, Patrick Janssens, Martine Reynaers, Luc Van den Brande en ga zo maar verder. Met Van Rompuy hebben we voor een niet-Antwerpenaar gekozen, maar het is uiteraard even gemakkelijk een debat of een panelgesprek te organiseren met Antwerpenaren. Als het bestuur het wenst zouden we ook eens iemand kunnen uitnodigen die
niet aan de K.U.Leuven heeft gestudeerd, maar het zou wat gek zijn om als oud-studentenvereniging niet in eerste instantie in onze eigen vijver te gaan vissen. We zouden graag zo’n twee à drie activiteiten per jaar organiseren, waarbij we streven naar een afwisseling van academische zittingen met een levendig karakter, en culturele activiteiten.” Het geheim van goed voorzitterschap is een goed team, en dat heeft Anthonissen begrepen. “Een voorzitter moet inspireren, delegeren en motiveren, en dan verloopt alles vlot. Een succesvol leider laat zich omringen door betere mensen dan hijzelf. Mijn bestuur is uitstekend en ook administratief worden wij schitterend ondersteund door het secretariaat van koepelvereniging Alumni Lovanienses.” “Ik zal uiteraard niet eeuwig
Peter Anthonissen, voorzitter Alumni Lovanienses Antwerpen
(© Rob Stevens)
voorzitter zijn. Ik geloof in rota- ning hebben zien we wel verder.” tie, maar laat ons zeggen dat deze Startvergadering, 30 maart, 20u, afdeling er eerst moet staan. Zo- Auditorium van de KBC-toren, dra we dat allemaal up and run- Schoenmarkt 3, Antwerpen
Agenda Alumni Alumni Lovanienses Antwerpen Stichtingsvergadering o.l.v. voorzitter Peter Frans Anthonissen met als gastspreker premier Herman Van Rompuy • 30 maart, 20u, Auditorium KBC-Toren, Schoenmarkt 3, 2000 Antwerpen • Erik Gobin,
[email protected]. be, (t) 016 32 40 02, (f) 016 32 41 90 Inschrijven tot 23 maart via email.
(© Rob Stevens)
Mechels krijgt VRG-Alumniprijs Op 6 maart vond de zestiende VRG-Alumnidag ‘Recht in beweging’ plaats in de Promotiezaal van de Universiteitshal. Op het programma stonden onder meer een twintigtal voordrachten over recente juridische ontwikkelingen. Tijdens de academische zitting reikte voorzitter prof. em. Roger Blanpain (rechts) de VRGAlumniprijs uit aan Ivo Mechels (midden), diensthoofd Lobby en Pers Test-Aankoop. Mechels kreeg de onderscheiding voor de fervente wijze waarop hij de belangen van de comsumenten verdedigt. Peter Frans Anthonissen (links), voorzitter van het pas opgerichte Alumni Lovanienses Antwerpen, sprak de laudatio uit. Een interview met Ivo Mechels leest u op http://dagkrant.kuleuven.be/?q=node/2105
PDL Bezoek aan het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), bezoek van de vijvers en kweekinstallaties van het Centrum voor Visteelt. • 25 april, 14u, Dwersbos 28, 1630 Linkebeek •
[email protected], (t) 016 32 39 88, (f) 016 32 42 62 • http://www.kuleuven.be/pdl/ agenda.html Alumni Lovanienses Concert ‘Music for (the) Pictures’ Programma: The Inn of the Sixth Happiness (M. Arnold); Vioolconcerto in D op. 35 (E. Korngold) (Solist: Liesbeth Baelus); Schilderijententoonstelling (M. Moussorgsky) • 23 mei, 20u15; 24 mei, 15u, Aula Pieter de Somer, Deberiotstraat 24, 3000 Leuven • Jan De Vilder,
[email protected], (t) 016 32 03 40 • http://www.lao.be
Reizen met Alumni Turkije Van 12 tot en met 22 augustus organiseert Alumni Lovanienses een cultuur-historische reis naar Turkije, met als hoogtepunt een bezoek aan de archeologische opgravingen in Sagalassos onder leiding van prof. Marc Waelkens. Op het programma staan onder meer een bezoek aan het prachtige landschap van Cappadocia, de natuurlijke vesting Hatussas, het zoutmeer, het oude klooster van Göreme, het kasteel van Uchisar en de ondergrondse stad Oskonak. Verder houden we halt in Perge, Aspendos en Side, waar we Termessos, Phaeselis en Myra bezoeken. De prijs per persoon bedraagt 2.150 euro (supplement éénpersoonskamer: 295 euro). http://alum.kuleuven.be/reizen/ Turkije.html Zuid-Spanje Van 16 tot en met 22 november organiseert Alumni Lovanienses een cultuur-historische reis naar het zuiden van Spanje. Op het programma staan onder meer het Alhambra in Granada, het Mezquita in Cordoba, de ruïnes van Median Azahara en het historische stadje Carmona. Verder brengen we een bezoek aan Sevilla, Jerez de la Frontera, Medina-Sidonia, Cadiz, Ronda, Gibraltar en Malaga. De prijs per persoon bij 25 deelnemers bedraagt 1.720 euro (supplement éénpersoonskamer: 295 euro). http://alum.kuleuven.be/reizen/ Zuid-Spanje.html
25 maart 2009
Universiteitsfonds 17
Twee vrouwen
Kort nieuws
Speciaal voor de schenkers aan de K.U.Leuven vonden op 7 maart in het Convent van Chièvres in het Groot Begijnhof twee exclusieve opvoeringen plaats van Twee vrouwen door toneelgezelschap vzw Initiatief Jeugd en Theater. Meer dan 250 belangstellenden waren, op uitnodiging van de rector, aanwezig en genoten van de eigentijdse voorstelling.
Nieuwe leerstoel Eli Lilly and Boehringer Ingelheim chair in Biological Psychiatry, titularis: professor Koen Demyttenaere (Fac. Geneeskunde), schenker: Eli Lilly Benelux N.V.
Kruiswegen De Universitaire Parochie organiseert onder de naam ‘Kruiswegen’ een herdenking van professor Herman Servotte. De avond wordt geopend en besloten met samenzang. Gedichten, muziek en dans maken kanttekeningen bij de kruisweg van beeldhouwster Hilde Van Sumere. 2 april, 20u, Sint-Jan-de-Doperkerk, Groot Begijnhof. Inschrijven is niet nodig.
Voor meer informatie over het Universiteitsfonds en schenkingen aan de K.U.Leuven kan u contact opnemen met Leuvens Universiteitsfonds – Partnership & Academic Development, Minderbroederstraat 5, te Leuven, (t) 016 32 37 39, (f) 016 32 37 38 http://www. kuleuven.be/mecenaat/fondsen/letteren.htm http://www.kuleuven.be/mecenaat/ (© Rob Stevens)
Vaccin blokt hersentumor af “Bij één patiënt volgen we nu al zeven jaar op hoe ons vaccin het afweersysteem versterkt en de hersentumor afblokt. Dat is heel lang voor zo’n tumor”, vertelt professor Stefaan van Gool (Kinderoncologie en Klinische Immunologie). “Ons onderzoek zit nu in een nieuwe fase: waarom werkt het bij de ene patiënt wel en bij de andere niet?” Jaak Poot Het Leuvens Universitair Koor vierde op 21 maart zijn veertigjarig bestaan met een benefietconcert. De opbrengst gaat naar het Olivia Hendrickx Research Fund dat het onderzoek van professor Van Gool financiert. De ouders van Olivia Hendrickx startten het fonds in 2000, na het overlijden van hun dochtertje aan een hersen-
tumor – net voor ze drie jaar werd. Hun doelstelling? Klinisch-wetenschappelijk onderzoek stimuleren naar nieuwe oplossingen voor de therapie van kankers bij kinderen in het algemeen, en hersentumoren in het bijzonder. Zij steunen het onderzoeksteam niet alleen financieel, maar ook organisatorisch. “In die negen jaar hebben we een hele weg afgelegd”, zegt Van Gool. “Ik bestudeerde voor mijn docto-
raat het menselijke afweersysteem en behandelde als kinderoncoloog hersentumoren. Ik wilde die twee werelden samenbrengen. In een eerste fase stimuleerden we cellen van het afweersysteem om de groei van tumorcellen te voorkomen. Ik had het geluk dat ik de interesse van neurochirurg Steven De Vleeschouwer kon winnen voor mijn project. Hij maakte er zijn doctoraat over en leverde baanbrekend werk.” “Toen we erin slaagden om in het laboratorium immuuncellen te kweken die hersentumoren effectief afblokten, kregen we van de ethische commissie van de K.U.Leuven de toestemming om de eerste patiënten te behandelen. Het lukte om een aantal patiënten te helpen – bovendien met heel weinig nevenwerkingen.”
Vertaalbaar “Wim Maes begon dan voor zijn doctoraat aan de tweede fase van het onderzoek. Hij onderzocht op muizen welke cellen een rol spelen bij de blokkering van de tumo-
ren en welke elementen de balans doen overhellen. Tina Verschuere bouwt hierop voort. In de kliniek passen we intussen de vaccinatie toe bij patiënten, in combinatie met chirurgische ingrepen, radio- en chemotherapie. Die behandeling betekende meteen een verrijking van de onderzoeksmogelijkheden in ons lab. We konden de cellen in het bloed van de patiënten onder de microscoop leggen.” Neurochirurg Hilko Ardon leidt dat onderzoek en volgt de klinische bevindingen op. “Dat is heel belangrijk omdat we in de klinische praktijk vaststellen dat het vaccin bij de ene patiënt werkt en bij de andere niet. Maar we weten nog niet om welke reden. Ligt het aan verschillen in het immuunsysteem? Of aan de eigenschappen van de tumor? Nu meten we de immunologie van de patiënt en analyseren we ook zijn weefsel. Het onderzoek bouwt nu voort op nieuwe cellulaire en moleculaire vingerafdrukken.” “Ondertussen werd de validiteit van ons onderzoek ook bewezen
Fonds voor jonge academici in Congo Het Universiteitfonds steunt vier jonge academici in Kinshasa. U vindt een interview met twee van hen in de online dagkrant. http://dagkrant.kuleuven.be/ ?q=node/6077 door onderzoeksgroepen in Japan en de Verenigde Staten die dezelfde resultaten boeken. We hopen ook dat dit concept vertaalbaar wordt naar andere kankers. In Brussel lopen gelijkaardige experimenten voor melanoom, in Gent voor longtumoren, in Antwerpen voor leukemie en bij ons ook nog voor baarmoedertumoren.” “In de UZ Leuven hebben we nu een ervaren ploeg artsen die patiënten met hersentumoren behandelen. Neurochirurgen en oncologen uit heel België sturen hun patiënten naar ons voor een behandeling met ons vaccin; we hebben patiënten uit vijftien landen. Wij blijven natuurlijk zoeken hoe we de behandeling verder kunnen verfijnen. Want er is nog voor jaren werk. Tot ver na mijn pensioen en ik ben nog maar 45 …” http://www.olivia.be
Hoop op beweging in onderzoek naar ziekte ALS Lorenz Laevers was 28, groot, struis en in de fleur van zijn leven toen de ongeneeslijke aandoening amyotrofe laterale sclerose of ALS zich zonder geduld meester van hem maakte. In de hoop dat lotgenoten in de toekomst wél perspectief op genezing kunnen krijgen, heeft hij met zijn vader André beslist tot de financiering van het Fonds Laevers voor onderzoek naar ALS. Benedict Vanclooster Het was tijdens zijn werk in het verzekeringskantoor van zijn vader in Scherpenheuvel dat bij Lorenz de eerste symptomen van de ziekte aan de oppervlakte kwamen. “Er werd mij ingefluisterd dat mijn zoon ’s morgens in
beschonken toestand op kantoor liep”, vertelt vader André. “Ik wist zeker dat het niet waar was, maar had zelf de dagen voordien ook gemerkt dat Lorenz ‘s ochtends als een dronkenman zijn woorden uitsprak.” Via huisarts, neus-, keel- en oorspecialist en neuroloog kwam Lorenz terecht bij professor Wim Robberecht van de Afdeling Experimentele Neurologie (UZ Leuven). André Laevers: “Het was zomer 2006. Bijna een half jaar was verstreken sinds de eerste verschijnselen.” Het vonnis dat professor Robberecht zou vellen, klonk bikkelhard. Amyotrofe laterale sclerose, een degeneratieve aandoening van de motorische zenuwcellen in het ruggenmerg en de hersenen. “Zelf had ik nog nooit van de ziekte gehoord, maar de korte, steil aflopende curve die de professor toonde, sprak boekdelen”, aldus André Laevers. “Geneesmiddelen helpen de ziekte te vertragen, maar de curve liegt helaas niet, zo hebben we moeten ondervinden.” Met zijn voetbalclub zou Lorenz
nog slechts één keer een halve wedstrijd spelen, zijn benen wilden niet meer volgen. Naar de kinesist reed hij eerst zelf nog met de wagen, maar al snel ging dat niet meer. Zijn ziekte vereiste ook aanpassingen aan het huis. Er kwam een tweede leuning aan de trap en later, toen elk niveauverschil te hoog bleek, werd in de badkamer een instapdouche geïnstalleerd. “Lorenz heeft zich nog een tijd met een stapper verplaatst, maar sinds een tweetal maanden is hij volledig overgeleverd aan zijn rolstoel”, zegt zijn vader. “Hij slaapt nu ook beneden. ’s Morgens bij het ontwaken roept hij ons – hij is geestelijk nog volledig gezond, maar kan alleen nog losse woorden uitbrengen. Dan halen we de dekens van hem af, schuiven zijn benen uit bed, zetten hem rechtop en plaatsen hem over in zijn rolstoel. De enige bewegingen die hij nog kan maken, is schuiven en klikken met een computermuis.” In Vlaanderen krijgen jaarlijks gemiddeld tachtig patiënten dezelfde diagnose te horen als Lo-
renz intussen twee en een half jaar geleden. “Doordat mensen met ALS gemiddeld maar een drietal jaar meer leven, beperkt de prevalentie in Vlaanderen zich tot 250 à 300 gevallen”, zegt professor Robberecht. “Wat niet wegneemt dat we allemaal bij de geboorte één kans op zevenhonderd hebben om ooit door ALS getroffen te worden. En dat cijfer is onthutsend voor velen.”
Realistisch In de hoop het leven van toekomstige ALS-patiënten draaglijker te maken, hebben Lorenz en André Laevers een fonds opgericht ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderzoek door het team rond professor Robberecht. Dankzij hun schenking werd het mogelijk een extra postdoctorale onderzoeker aan te werven. “Zijn werk zal zich toespitsen op het gen ELP 3”, legt Robberecht uit. “We denken immers samen met onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten dat dit gen bij sommige mensen neurodegeneratie induceert.” Professor Robberecht heeft An-
dré Laevers een realistisch verwachtingspatroon geschetst. “De wetenschap kan een doorbraak forceren door bijvoorbeeld een gen te vinden, maar dat staat niet synoniem voor een behandeling. In 1993 is het eerste gen beschreven waarvan geweten was dat het een familiale vorm van ALS veroorzaakt. We zijn nu ruim vijftien jaar later en er bestaat nog altijd geen behandeling voor die mensen. Daar kan morgen verandering in komen, maar het kan evengoed nog vijftig jaar duren. Wel is het zo dat in ons labo al wat we ontdekken over de mechanismen van een ziekte, zo snel mogelijk een therapeutische vertaling krijgt.” Professor Robberecht is André Laevers buitengewoon erkentelijk voor de inspanningen die hij levert: “Er zijn niet veel privépersonen in Vlaanderen die een fonds oprichten voor wetenschappelijk onderzoek. Ondanks de emotioneel pijnlijke manier waarop hij met de ziekte geconfronteerd werd, slaagt hij erin op grote schaal vrienden en kennissen te mobiliseren.”
18 Associatie
campuskrant
Hervormingen op stapel in Associatie K.U.Leuven Sinds september hebben drie directeurs van hogescholen uit de Associatie een zitje in het College van Bestuur van de K.U.Leuven. Ze laten er hun stem horen over de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteit. David Pinte Samen met Piet Vanden Abeele, campusrector van de K.U.Leuven in Kortrijk, vertegenwoordigen de directeurs elk een regio uit het Associatielandschap. We vroegen hen naar de grote uitdagingen van de Associatie in de volgende jaren. “Eenheid in verscheidenheid!”, zegt Flora Carrijn, algemeen directeur van de Lessius Hogeschool. “De eerste grote opdracht is de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteit, tegen 2012. Dat is de eenheid: een gemeenschappelijke visie en strategie, gestuurd vanuit de universiteit. Maar elke opleiding moet haar eigen profilering bewaren en bewaken. Dat is de verscheidenheid.” Volgens Piet Vanden Abeele betekent de opname van vertegenwoordigers van de hogescholen in het bestuur van de universiteit een belangrijke stap: “Hiermee maakt de K.U.Leuven duidelijk dat het haar ernst is met die integratie. De hogescholen krijgen nu een goede kijk op de weg die de universiteit inslaat en ze kunnen de problemen waar ze zelf voorstaan, toelichten.” “Natuurlijk vraagt de integratiebeweging tijd. Het gaat om menselijke processen. Zoals toen het Leuvense ‘Handelskot’ in de jaren vijftig opging in de universiteit. Dat proces heeft een hele generatie geduurd.” Flora Carrijn: “We zijn hier dan ook al lang mee bezig. Al bijna een generatie lang passen de hogescholen een nieuw personeelsbeleid toe – met aandacht
en zorg voor de uitbouw van de onderzoekspoot.” “De integratie van de academische hogeschoolopleidingen zit goed op spoor”, vindt Willy Indeherberge, algemeen directeur van KHLim. “In 2012-2013 neemt de universiteit de leiding van deze opleidingen over. Op dat ogenblik wordt een aantal hogescholen te klein. Hier raken we aan een andere grote uitdaging voor het komende decennium. Een levensvatbare hogeschool telt liefst meer dan 4.000 studenten – 3.000 is een absoluut minimum. Maar straks zakken enkele hogescholen onder de 2.500. De huidige tien hogescholen moeten samenvloeien tot zes of zeven om echt leefbaar te zijn.”
Droom Willy Indeherberge: “In 20122013 wacht een nieuwe taak voor de Associatie: bindmiddel zijn tussen academische en professionele opleidingen”. Een duurzame synergie met de professionele bachelors is nodig, vindt ook Flora Carrijn: “De samenwerking tussen academische en professionele opleidingen is een belangrijke troef van de Associatie. Dat houdt onder meer in dat we alle aspecten van onderzoek en valorisatie tot hun recht kunnen laten komen in een continuüm van fundamenteel over toegepast onderzoek naar vertaling in innovatie.” “Een goede samenwerking tussen professioneel en academisch biedt vooral ook een belangrijke meerwaarde aan studenten en docenten”, voegt Piet Vanden Abeele eraan toe. “De
jonge generatie studenten heeft dat alvast goed door. Ze plukken voluit de vruchten van de flexibelere leerroutes. Ze maken een keuze op achttien jaar, maar ze weten dat ze zich niet vastleggen om absoluut hun hele loopbaan hetzelfde te blijven doen.” “Het groeiproces van de Associatie K.U.Leuven is nu al zeven jaar aan de gang. De snelheid waarmee we tot consensus komen, neemt exponentieel toe. Alle partners hebben respect voor elkaar, erkennen de meerwaarde en hun gemeenschappelijke belang. Dat vraagt visie: de droom van een Associatie die een hecht geheel is met een eigen gezicht voor elke instelling.” Respect en consensus op beleidsniveau is natuurlijk belangrijk. Maar de geplande hervormingen vereisen ook dat de Associatie draagkracht behoudt bij de mensen op de vloer. Cruciaal daarbij is communicatie. “Je moet vooral goed luisteren”, vindt Willy Indeherberge. “We gaan over naar een structuur met bijna 40.000 studenten in academische opleidingen aan de universiteit, en een kleine 40.000 in de professionele opleidingen aan de hogescholen. Dat vraagt om een eigen managementtechnisch systeem.” “Belangrijk daarin is dat we regelmatig herhalen welke meerwaarde de Associatie K.U.Leuven voor elke partner inhoudt,” voegt Flora Carrijn eraan toe. “Als student of personeelslid hebben we allemaal baat bij een goede associatiewerking.”
bevorderingen in het zap, academiejaar 2008-2009 Gewoon hoogleraar Godgeleerdheid Didier Pollefeyt Hoger Instituut voor Wijsbegeerte Paul Moyaert Economie en Bedrijfswetenschappen Geert Dhaene Monique Snoeck Sociale Wetenschappen Marc Swyngedouw - BOF Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Beatrijs Maes Wetenschappen Johan Hofkens - BOF Liliane Schoofs Andre Stesmans Ingenieurswetenschappen Wouter Joosen Bert Lauwers Stefan Vandewalle Bio-Ingenieurswetenschappen Bruno Cammue Bart Muys Geneeskunde Patrizia Agostinis Frank Claessens Peter Donceel Johan Neyts - BOF Daniel Sifrim Farmaceutische Wetenschappen Arthur Van Aerschot Buitengewoon hoogleraar Rechtsgeleerdheid Randall Lesaffer Ingenieurswetenschappen Rudy Lauwereins Geneeskunde Karin Haustermans Paul Herijgers Rita Lombaerts Wim Van De Voorde Marc Van Ranst Hoogleraar Godgeleerdheid Peter De Mey Rechtsgeleerdheid Johan Put Economie en Bedrijfswetenschappen Gerda Claeskens - BOF Nancy Huygebaert Sociale Wetenschappen Marc Hooghe Letteren Kurt Feyaerts Jeroen Poblome - BOF Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Karine Verschueren Wetenschappen Steven De Feynter - BOF Godelieve Moons Robert Speijer - BOF Willem Veys Ingenieurswetenschappen
Philip Dutré Erik Duval Dominique Schreurs - BOF Geneeskunde Willem Annaert - BOF Monique Beullens Maria Dewerchin Kris Dierickx Peter Hoet Thomas Voets - BOF Deeltijds hoogleraar Ingenieurswetenschappen Farid Al-Bender Geneeskunde Stephan Claes Sabina De Geest Bernadette Dierckx De Casterlé Sandra Nuyts Jean-Marie Saint-Remy Gert Van Assche Koenraad Van Laere Bewegings- en Revalidatiewetenschappen Alice Nieuwboer Hoofddocent Rechtsgeleerdheid Vincent Sagaert Sociale Wetenschappen Stephan Keukeleire Letteren Pieter Bergé Leo De Ren Raphaël Ingelbien Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Bert Reynvoet Wim Van Den Noortgate Ingenieurswetenschappen Lieve Helsen Bio- Ingenieurswetenschappen Kathleen Marchal Ann Van Loey - BOF Geneeskunde Wivina Decoster Deeltijds hoofddocent Godgeleerdheid Bénédicte Lemmelijn Kerkelijk Recht Adrianus Van Der Helm Rechtsgeleerdheid Yves Stevens Letteren Johan Van Heesch Ingenieurswetenschappen Johan Steelant Geneeskunde David Cassiman Marc Jacquemin Rik Lories Guy Molenaers Patrick Neven Robert Snoeck Wim Vandenberghe Hans Wildiers Bewegings- en Revalidatiewetenschappen Eric Van Den Kerckhove
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: Professor Koen Geldof hoofddocent aan de Faculteit Letteren geboren op 7 februari 1963 en overleden op 20 februari 2009 Mijnheer Raymond Stallaert student creditcontract Letteren geboren op 22 augustus 1947 en overleden op 27 februari 2009
V.l.n.r. Dirk De Ceulaer (EHSAL), Flora Carrijn, Willy Indeherberge en Piet Vanden Abeele
(© Rob Stevens)
Professor Patricia De Martelaere hoogleraar aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte geboren op 16 april 1957 en overleden op 4 maart 2009
25 maart 2009
Doctoraten Godgeleerdheid 19 december - Makawitage Claude Justinian Perera Are There Any Traces of Buddhism in the Book of Qohelet? 22 december - Dominika Kurek Making Scents of Revelation: The Significance of Cultic Scents in Ancient Judaism as the Backdrop of Saint Paul’s Olfactory Metaphor in 2 Cor 2: 14-17 6 januari - Shibumon Sebastian Announcing the Unique and Universal: A Study based on the Christology of Lesslie Newbigin 23 januari - Ruben Mendoza Dialogue with the Other: Religions in the Documents of the Federation of Asian Bishops’ Conferences 1970-2001
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 7 januari - Niall Keane On What Remains Concealed: Heidegger’s Plato and Man’s Comportment Towards the Hidden 12 januari - Joseph Omolo Okumu Bernard Williams and the Morality System
Rechtsgeleerdheid 19 december - Mathieu van Putten Het arbeidsrecht en de onderneming. Proeve tot meta-juridisch onderzoek naar de betekenissen van arbeid en onderneming in en voor het arbeidsrecht als elementen voor een geactualiseerde reconstructie van dat recht 19 december - Oleksandr Pastukhov International Taxation of Electronic Commerce 7 januari - Vanessa Verdeyen Overheidssturing van de socialezekerheidsinstellingen: mogelijkheid en instrumenten 19 januari - Stefaan Pleysier ‘Angst voor criminaliteit’ onderzocht. De brede schemerzone tussen alledaagse realiteit en irrationeel fantoom 21 januari - Kenneth Vyncke De impact van btw op ondernemingsgroepen: btw-eenheid naar Belgisch, buitenlands en supranationaal recht
Economie en Bedrijfswetenschappen 19 december - Bart Leten Technology scope decisions in large firms 19 december - Jada Herbots Dynamic project portfolio management: selection and capacity-allocation decisions 22 december - Emilia Magdalena Jurzyk Essays on the effects of foreign bank entry into Central and Eastern European countries 23 januari - Brecht Cardoen Operating room planning and scheduling: solving a surgical case sequencing problem
Ad Valvas 19 MTAC, a pancreatic islet-specific HMG-box protein isolated as a suppressor of a glucose-sensing deficient yeast mutant 20 januari - Liesbet Boven Biodiversity and structure of invertebrate communities of temporary pools along a hydroperiod gradient
Ingenieurswetenschappen 19 december - Xavier Rottenberg Electrostatic Switching RF MEMS Devices in Thin-Film Technology 19 december - Dongping Xiao GaN Transistor Assessment, Nonlinear Modeling and Power Amplifier Design 19 december - Alvaro Cortés Towards a Logical Reconstruction of a Theory for Locally Complete Databases 22 december - Raghunath Singanamalla Investigation of High-K-Metal Gate Integration for Sub 45 nm Planar Bulk CMOS Technologies 22 december - Joris Baets Vertaaiing van in-situ gepolymeriseerd cyclisch butyleentereftalaat voor gebruik in continu vezelversterkte thermoplastische composieten 22 december - Dave Singelée Studie en ontwerp van een beveiligingsarchitectuur voor draadloze Personal Area Netwerken 5 januari - Bruno Tavernier Influence of Processing Conditions on the Structure Development in PEBAX 5 januari - Kris Demarsin Detectie van gesloten kenmerklijnen in puntenwolken gebaseerd op grafentheorie 6 januari - Dirk Van Hertem Het gebruik van vermogencontrolerende toestellen in de vrijgemaakte elektriciteitsmarkt 6 januari - Dave Trappeniers Studie over de invloed van de omgeving op RF luchtvaartveiligheidssystemen (ILS/VOR/DME/Radar/Communicatie) 9 januari - Guillaume Mernier Chemische stimulatie van neuronen on-chip door lokale en gecontroleerde vrijzetting van neurotransmitter 9 januari - Koen Martens Elektrische karakterisering en modellering van germanium III-V diëlektricum grensvlakken 23 januari - Masaru Abuku Moisture Stress of Wind-Driven Rain on Building Enclosures
16 januari - Kristien Nys Ouders in perspectief. Theoretische onderbouwing en evaluatie van vraag- en perspectiefgericht opvoedingsondersteunend groepswerk met maatschappelijk kwetsbare gezinnen
Wetenschappen
Geneeskunde
9 januari - Kim Van Roey
18 december - Johan Flamaing
19 december - Veerle Lauwers Het glas van Sagalassos. Een typologische en chronologische interpretatie 19 december - Machteld Venken Straddling the Iron Curtain? Migrants’ War Memories
Psychologie en Pedagogische Wetenschappen
Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 16 januari - Eugene Rameckers Manual Force Regulation in Children with Spastic Hemiplegia
Bio-ingenieurswetenschappen 19 december - Quang Tri Ho Multiscale modelling of gas transport in fruit during controlled atmosphere storage 19 december - Inge Celus Characterisation and functionality of brewers’ spent grain proteins and their enzymatic hydrolysates 7 januari - Stephanie Delalieux Hyperspectral indices for presymptomatic detection of stress in fruit trees 9 januari - Lana Follens Aggregative growth of Silicalite-1 zeolite from clear solution 16 januari - Salvador Eslava Fernandez Synthesis and Characterisation of Zeolitic Films for Low-k Dielectric Application 19 januari - Katrijn Baetens Development and application of drift prediction models in field spraying 23 januari - Csaba Varszegi Olefin Aziridination with Ammonia and Amines 26 januari - Mulugeta Admasu Delele Engineering design of spraying systems for horticultural applications using computational fluid dynamics
Letteren
The epidemiology of lower respiratory tract infection in older persons with a focus on Streptococcus pneumoniae 19 december - Veerle Reumers Bioluminescence Imaging of Gene Expression and Adult Neuronal Stem Cell Migration in Mouse Brain Using Lentiviral Vector Technology 22 december - Cindy Casteels Translationele Moleculaire Beeldvorming van de Cannabinoïd Type 1 Receptor bij Bewegingsstoornissen 22 december - Jelle Matthijnssens Genetic diversity and classification of human and animal rotaviruses 22 december - Isabelle Sliepen Development of in vitro models to study the periodontal ecosystem and bacterial colonization 6 januari - Johan Buffels Office spirometry in detection and diagnosis of obstructive airway disease in primary care 7 januari - Valerie Pintens Role of virulence regulator genes in Staphylococcus epidermidis biofilm formation 9 januari - Melina Daans Bone morphogenetic protein signaling in arthritis 13 januari - Kristof Vrancken Rational engineering of Streptomyces lividans for the improved secretion of recombinant proteins 14 januari - Els Marjaux Looking for proteins modulating Beta-secretase activity 21 januari - Karin Hannes Understanding the Evidence-Based Movement: A context-specific study on obstacles to implementing ‘Evidence-Based Practice’ 21 januari - Lien Van Landeghem Vascular mediators in cirrhotic portal hypertension 22 januari - Lijs Beke Gene silencing by the protein phosphatase regulator NIPP1 involves the histone methyltransferase EZH2 26 januari - Jill Ophoff Androgens and their interaction with bone and muscle: relevance for peak bone mass acquisition and osteoporosis in male mice
Benoemd of onderscheiden Professor emeritus Erik De Corte, verbonden aan het Departement Pedagogische Wetenschappen, is verkozen tot Fellow van de American Educational Research Association (AERA), wereldwijd de belangrijkste wetenschappelijke organisatie van onderzoekers op het gebied van pedagogiek en onderwijskunde. Professor Hans Deckmyn, verbonden aan het Laboratory for Thrombosis Research (IRC),is Doctor Honoris Causa geworden aan de Universiteit van Debrecen in Hongarije. Professor emeritus Frans Vanistendael verbonden aan het Departement Rechtsgeleerdheid, heeft de Lifetime Achievement Award ontvangen van Kluwer voor zijn verwezenlijkingen op het vlak van fiscaliteit.
RECHTgezet Veranderen kameleons van kleur om zich te camoufleren? Reiner Van Hove “Kameleon Bert Anciaux verandert nog eens van kleur”, kopte De Standaard bij de overstap van Anciaux naar de SP.A. De dierenmetafoor is duidelijk: de politicus neemt opportunistisch de kleur aan van de partij waarin hij terechtkomt. Maar klópt die symboliek eigenlijk wel: veranderen kameleons van kleur om op te gaan in hun achtergrond? Aan professor Veerle Darras van de Afdeling Dierenfysiologie en Neurobiologie vragen we eerst maar eens hoe die verkleuring precies in haar werk gaat: “Heel wat dieren, zoals de kameleon, hebben in de huid cellen met pigmentkorrels. Die cellen kunnen van vorm veranderen, en de korrels kunnen zich meer of minder verspreiden: daardoor krijg je verschillende kleurschakeringen.” “Dat verkleuren kan op twee manieren. De eerste, vrij trage verkleuring – ze kan een halfuur tot enkele uren duren – vindt plaats onder hormonale invloed. Daarmee proberen dieren inderdaad de kleur van hun achtergrond aan te nemen. Maar er zijn diersoorten, waaronder de kameleon, die daarnaast ook snelle kleurveranderingen kunnen ondergaan, op enkele seconden tijd. Die verkleuring gebeurt niet hormonaal maar rechtstreeks via het zenuwstelsel – ze heeft dan ook vaak met de gemoedstoestand van het dier te maken.”
“Zo kan een kameleon die angst heeft plots een hevige kleur krijgen. Waarschijnlijk is er geselecteerd op dat kenmerk omdat het een sociale rol speelt: met de kleur geeft de kameleon soortgenoten het signaal dat er gevaar is. Daarbij is het belangrijk dat ze snél kunnen verkleuren: bij een continue felle kleur zouden ze snel door roofdieren opgemerkt worden. Om welke kleur het dan gaat? Dat varieert van soort tot soort. Het hoeft trouwens geen egale kleur te zijn. Er zijn kameleons die – ik zeg maar iets – vijf rode vlekken en twee gele strepen kunnen krijgen.” “Kameleons zijn ook heel territoriaal: een kameleonmannetje dat een ander mannetje op zijn terrein ziet zal proberen om die concurrent te imponeren met felle kleursignalen. Daarmee toont de kameleon zijn fitheid, want kleur aanmaken vergt energie. De kameleon die in het gevecht uiteindelijk het onderspit moet delven, zal een onopvallende kleur aannemen, terwijl het dominante dier felle patronen blijft vertonen.” Ook de temperatuur blijkt soms een rol te spelen bij verkleuring. “Kameleons zijn exotherme dieren: ze kunnen geen eigen vaste lichaamstemperatuur in stand houden. Daarom gaan ze, als ze het koud hebben, in de zon zitten en daarbij een donkere kleur aannemen, zodat ze meer warmte kunnen absorberen.”
[conclusie] Een snelle nieuwe kleur wijst op een nieuw humeur.
20 Buitenkant
campuskrant
Bliksemstart
(© Rob Stevens)
Op woensdag 18 maart werd de 41ste editie van de studentenmarathon gelopen. De sportklassieker van LOKO over een afstand van vijf, tien of 21 kilometer, kreeg een opvallende deelnemer aan de start. E-man, die de K.U.Leuven-gemeenschap moet sensibiliseren over verantwoord energiegebruik, beperkte zijn inspanning logischerwijs tot 5 km.
500 woorden
“Ik was al blij dat ik een gratis broek en trui kreeg” Jan Bakelants (22), student bio-ingenieurswetenschappen en wielrenner Interview Marie-Caroline Lenaerts “Als kind was ik niet bijzonder sportief. Toen ik zo’n dertien jaar was, heeft mijn vader me ingeschreven voor een wielrennerskamp bij Bloso. Dat beviel me zeer en twee jaar later heb ik dan de stap gezet naar competitie bij de nieuwelingen. Dat verliep meteen goed en de goesting is gebleven. Je moet er echt een passie voor hebben om je alle opofferingen te blijven getroosten.” “Op mijn achttiende werd ik aangereden tijdens een training en brak ik mijn pols. Toen heb ik bewust gekozen om een stap terug te zetten en te gaan studeren. Ik voelde mij het meest aangetrokken tot bio-ingenieurswetenschappen omdat het een domein in volle expansie is. Mijn bachelor wilde ik absoluut halen. Als het wielrennen ooit wegvalt, zal ik iets hebben om op terug te vallen.” “Wielrennen begon als een hobby, maar nu is het – althans deeltijds – mijn beroep. De vorige jaren zat ik op kot en moest ik zelf
voor alles zorgen. Ik vond geen evenwicht tussen studeren en koersen. De ene week reed ik goed en de andere slecht. Nu woon ik weer thuis en is mijn studentenleven onbestaande. Maar ik heb een mooi leven.” “Zodra ik me aansloot bij KWV Turnhout begon ik te winnen. Ik reed eerst een half jaar individueel voor ze me vroegen of ik bij hun ploeg wilde komen. Ik was al blij dat ik een gratis broek en trui zou krijgen. Daarvóór was ik al in goede conditie, maar opeens brak het goede moment aan. Ik denk dat ik de tactiek eindelijk doorkreeg.” “De rit richting Tourmalet tijdens de Ronde van de Pyreneeën was nogal bewogen. Ik reed een superkoers en kon de besten bijhouden. Dat was me nog nooit overkomen bij de beloften. Ik voelde zelfs dat ik reserve had. Op dat moment liet ik me meeslepen en vergat ik te eten. Tot ik zwarte vlekken voor mijn ogen kreeg en moest ophouden… Dat zijn lessen die je moet leren.” “Dat ik de Ronde van de Toe-
komst heb gewonnen, is heel bijzonder voor me. Voor de start kregen we een boek met de verslagen van de vorige edities. Als je ziet wie daar allemaal bijzitten… ik had nooit gedacht daar tien dagen later tussen te zullen staan. Tijdens de proloog reed ik niet goed, maar het ging almaar beter en beter en drie dagen later was ik ineens in superconditie. Ik dacht bij mezelf, ‘ik ga gewoon zelf demarreren’, en ik had een ongelooflijk goede dag. Ineens kwam die gele trui in zicht en toen wilde ik hem niet meer uit handen geven.” “Mijn moeder maakt er een fulltime job van dat ik niet ga zweven. Het is er ook het moment niet voor. Ik zit nu in een nieuwe categorie. Dan begin je onderaan de ladder en zo moet je je ook gedragen. Wat je daarvóór hebt gepresteerd telt niet mee. De topwielrenners houden je wel in de gaten. Nieuwelingen kunnen een bedreiging vormen. Vroeger zag ik die mannen op tv en nu rijd ik ertussen. Dat is een geweldig gevoel. Ik hoop later mee te kunnen doen met de besten.”
(© Rob Stevens)