// State of the Art
Tekstproductie Ing. Josine Crone // Fotografie Rob Hoekstra
De voormalige Energiecentrale van Dordrecht is getransformeerd tot een dynamisch muziek- dansen theatercentrum, waaraan di verse culturele organisaties deel nemen. Bij de luifel begint de glazen snede door het gebouw.
10 // Bouwwereld
10-19_stateoftheart.indd 10
06-05-13 09:02
Het Energiehuis // Locatie: Noordendijk, Dordrecht // Opdrachtgever: gemeente Dordrecht // Bouwperiode: mei 2011 – mei 2013
Schoonheid van histori sche ingenieurskunst maximaal ervaren, dat was de belangrijkste drijfveer in het ontwerp van het Energiehuis. Grote theater- en muziek zalen liggen onder de authentieke kapspanten. Een glazen snede dwars door het gebouw verbindt beide entrees met alle vitale functies.
Bouwwereld // 11
10-19_stateoftheart.indd 11
06-05-13 09:02
// State of the Art Naast de centrale ligging waren verschillende eigenschappen van het monumentale complex aan trekkelijk voor de culturele be stemming, zoals de enorme overspanningen van de stalen spantstructuren.
12 // Bouwwereld
10-19_stateoftheart.indd 12
06-05-13 09:02
In Grand Café Khotinsky (Machine 1) komt de ingenieurs kunst van de energiecentrale goed tot haar recht.
Deze historische foto toont het bouwdeel Machine 1 met de stoomturbines voor opwekking van elektriciteit.
Bouwwereld // 13
10-19_stateoftheart.indd 13
06-05-13 09:02
// State of the Art
Een glazen snede van 4 meter breed zorgt voor een heldere structuur door het Energiehuis. Hier is het deel van de snede te zien tussen Machine 1 en Ketel 1, de oudste delen van het complex.
Van een oude energiecentrale in de binnenstad van Dordrecht is een bijzonder muziek- dans- en theatercentrum gemaakt. Diverse organisaties waren bij de totstandkoming betrokken en samen vormen zij een stichting om het Energiehuis te exploite ren. In deze stichting nemen deel: Schouwburg Kunstmin, Poppodium Bibelot, ToBe cultuurcentrum inclusief de Popcentrale, Jeugdtheaterschool en Muziekstroom (voorheen de Kunstkerk). De nieuwe culturele functies passen heel goed bij de in onbruik geraakte energiecentrale. Het complex ligt aan de rand van het nieuw te ontwikkelen gebied Stadswerven en is in opdracht van de gemeente Dordrecht getransformeerd. Naast de centrale ligging waren verschillende eigenschappen van het monumentale complex aantrekkelijk voor de culturele bestemming, zoals de enorme overspanningen van de stalen spantstructuren (tot 23 meter), sterke fundaties voor generatoren en stoommachines en de unieke sfeer van ingenieurskunst uit de vorige eeuw. Maar de gebouwen waren ook sterk verwaarloosd. Nadat het GEB in de jaren zestig een nieuwe centrale aan de Merwede
had gebouwd, is het complex als werkplaats en kantoor benut. Door de vele verbouwingen heeft het gebouw ernstige bescha digingen aan de structuur en de monumentale details opgelopen. Voor de nieuwe bestemming is dan ook eerst vrijwel de gehele inbouw gesloopt. Dat betrof diverse (asbesthoudende) vloeren, installaties, niet-originele wanden en kozijnen, etc. Tijdens het sloopwerk werd er overigens in een deel van het 14.000 m2 grote complex gewoon nog gewerkt. Het exterieur is vrijwel volledig intact gebleven om de monumentale kwaliteit en de historische wortels te benadrukken. Architect Roel ten Bras van TenBrasWestinga (voorheen Jonkman Klinkhamer Architecten) is al sinds 2006 bij het project betrokken. Zes machine- en ketelhallen De opbouw van het Energiehuis bestaat grofweg uit drie delen uit verschillende tijdsperioden. Het oudste dateert uit 1905. Dit rijk versierde deel vormt de entree aan de stadszijde. Daarna is in 1918 het middendeel gebouwd, eveneens met schuine daken op spanten. Het laatste en tevens grootste deel is de uitbreiding
Om de afzonderlijke functies logisch te ordenen is over de volle lengte een snede gemaakt van 4 meter breed 14 // Bouwwereld
10-19_stateoftheart.indd 14
06-05-13 09:02
Op het dak van Ketel 2 volgt de glazen dakstrook van de snede het profiel
De glazen snede langs Ketel 2, de grote theaterzaal, zorgt voor ruim dag
van het monumentale gebouw.
licht en een goede oriëntatie in het Energiehuis.
uit 1928. Dit deel heeft een ander karakter door de hoge gevels met glazen puien en platte daken. De functie en structuur van alle delen zijn grosso modo gelijk, met een stoomketelgedeelte aan de noordzijde en een gene rator(machine)-gedeelte aan de zuidzijde. De stoom ging van de ketels door de kelders naar de generatoren. Alleen het jongste deel heeft geen kelders en is daarom extra hoog uitgevoerd. De hallen heten na de transformatie Ketel 1, 2 en 3 en Machine 1, 2 en 3. Deze namen verwijzen naar de opeenvolgende bouwperiodes. In totaal is het complex 100 meter lang, 50 meter breed en 25 meter hoog.
Een logische routing is daarom van groot belang, net als goede vluchtwegen bij brand. De glazen snede eindigt op beide kopgevels in een luifel. Het complex is zowel van de stads- als de waterzijde te betreden. De centrale kassa zit in het midden van de snede. Deze snede grenst aan de oude gevels van de machinehallen. De andere zijde is een nieuwe muur die op 4 meter afstand van de oude gevels van de ketelhallen is gebouwd. Oud en nieuw zijn onderscheiden door de afwerking. De oude wanden zijn zo authentiek mogelijk gehouden, terwijl de nieuwe wanden uitgevoerd zijn met donkergrijs stucwerk en zwarte puien. Aanhelingen van de littekens zijn met abstracte vlakken met grijs stucwerk afge werkt.
Glazen snede Om de afzonderlijke functies in het 14.000 m2 grote complex op een logische manier te ordenen, heeft Ten Bras in zijn ontwerp over de volledige lengte een snede gemaakt van 4 meter breed. Deze snede heeft een glazen dak dat het profiel van de verschillende daklijnen exact volgt. Door het glazen dak valt veel dag licht naar binnen, hetgeen de oriëntatie sterk verbetert. Als een slagader voorziet de snede de naastgelegen hallen van verbindingen en transportmogelijkheden. In de snede zijn name lijk diverse trappen als watervallen op een rij geplaatst, die zorg vuldig zijn afgestemd op de stromen bezoekers en de plaats van de zalen. Bij een vol programma, bijvoorbeeld voor een festival, kunnen er circa 2000 bezoekers van dit gebouw gebruikmaken.
Constructieve keuzes “Voor de organisatie van het gebouw is die snede een vondst, maar constructief is het vervelend dat je het gebouw doormidden snijdt”, merkt constructeur Remko Wiltjer van IMd op. Zo moet de stabiliteit van de afzonderlijke bouwdelen wel verzekerd worden. “Dat is natuurlijk altijd wel op te lossen, maar in zo’n gebouw wil je geen hinderlijke windverbanden of stabili teitswanden die in de weg staan.” En dus ging IMd op zoek naar methoden om de bestaande constructie zoveel mogelijk te benutten met nieuwe toevoegingen waar deze nodig zijn en het gebruik niet in de weg staan. De stabiliteit is vooral gevonden
Bouwwereld // 15
10-19_stateoftheart.indd 15
06-05-13 09:02
// State of the Art
Van de zuidgevel van het Energiehuis ter plaatse van de machinehallen is goed af te lezen dat het industriële complex in verschillende periodes tot stand is gekomen.
door de bestaande constructieve wanden en de dichte delen in de gevels in de berekening te betrekken. Verder zijn enkele stabiliteitsvoorzieningen in de snedewanden toegevoegd. De snede is opgevangen door stalen balken die van kopgevel tot kopgevel langs het dakprofiel door het gebouw heen lopen. Deze balken ondersteunen het glazen dak en liggen op de bestaande muurconstructies en op de bestaande dakspanten, die gehandhaafd zijn. Alleen het dak van Ketel 2 is geheel vernieuwd, omdat dit dak erg slecht was. Bovendien moesten de spanten toch al tijdelijk verwijderd worden vanwege het inhijsen van de tribunes en de constructieonderdelen. Tevens wordt het dak extra belast door de zware voorzieningen die als gevolg van de nieuwe geluidseisen aangebracht moesten worden. De dakspanten zijn in de oude profileringen uitgevoerd. De overige schuine daken zijn gehandhaafd en aan de buitenzijde geïso leerd, waardoor het dakbeschot in het zicht kon blijven. In de hallen van Machine 2 en Ketel 2 zijn een aantal lichte vloe ren toegevoegd. Deze bestaan uit stalen balken waartussen houten balklagen liggen en stalen zwaluwstaart vloerplaten met
9 cm dik beton. De houten paalfunderingen onder dit deel hadden voldoende draagkracht om deze extra vloeren te dragen. Versterking was hier ook nauwelijks mogelijk, vanwege de 1 meter dikke keldervloer. Dat was anders in het jongste deel van het complex. Hier moesten ter plaatse van Ketel 3 twee popzalen boven elkaar moesten komen. Onder ligt de kleine popzaal voor 300 mensen (Power Stage) en boven de grote popzaal voor 800 mensen (Main Stage). In verband met de belasting van dansende mensen is voor de grote zaal een 33 cm dikke betonnen vloer aangebracht. Deze rust gedeeltelijk op de stalen kolommen waar voorheen stoomketels hingen, maar staat bovendien op extra kolommen op nieuwe funderingspalen. Onder dit deel lag geen kelder en waren de mogelijkheden tot versterking goed te realiseren. Omlopen langs de gevels “Alles is erop gericht om zoveel mogelijk van die oude fabriek te blijven ervaren. Daarom zijn de zalen onder de spanten gelegd en liggen vrijwel alle zalen niet tegen de gevels aan, maar zijn ze
“Zo blijf je het originele karakter ervaren en houd je de huidcondities zoals ze waren, dus zonder isolatie” 16 // Bouwwereld
10-19_stateoftheart.indd 16
06-05-13 09:02
door een omloop gescheiden”, vertelt Roel ten Bras. Die omloop heeft verschillende functies. Om te beginnen worden via de omloop ruimten ontsloten die niet aan de centrale gang in de snede liggen. Verder is het de klimatologische spouw tussen de oorspronkelijke gevel, die vooral een regenwerende functie heeft, en de thermische schil. Deze schil valt samen met de lokaalwanden, een logi sche keuze. “Zo blijf je het oorspronke lijke karakter van de fabriek ervaren en houd je condities van de huid zoals ze waren, dus zonder isolatie”, aldus Ten Bras. Wel zijn op diverse plaatsen voor zetramen toegepast, vooral vanwege het geluid. Alle ruimten waar geluid wordt geprodu ceerd, zijn losgekoppeld van elkaar en moeten onafhankelijk en dus gelijktijdig gebruikt kunnen worden. Vandaar dat de meeste lokalen voorzien zijn van zwe vende dekvloeren en sterk geluidweren de plafonds.
1
2
Trillingsvrije trappen Ook bij de detaillering van de stalen trappen was het vooral belangrijk dat er geen geluid via de trappen wordt doorgege ven. Deze trappen zijn samengesteld uit dragende leuningen/bomen van plaatstaal. Hiertussen zijn driehoekige bakjes van staal gelast. Deze zijn gevuld met beton zodat de treden niet trillen. De bovenzijde is afgewerkt met hout of met een gietvloer. Door de keuze voor losse treden is er meer doorzicht en werken de trappen ruimtelijker. Met als resultaat veilige en zeer fraai gedetailleerde trappen. De trappen zijn trillingsvrij opgelegd op de kolommen om te voorkomen dat trillingen uit de zalen worden overgedragen via de trap. De trappen steunen op rubbers op de stalen kolommen, waar een soort schoen aan is gelast. Authentieke zalen Om de bestaande ingenieurskunst maximaal te ervaren zijn de muziek- en thea terzalen recht onder de imposante span ten van de voormalige ketel- en machinehallen gesitueerd. Een kraanbaan in Machine 3 waarmee voorheen generatoren werden verplaatst, doet nu dienst als lichtbrug. Met een inschuiftribune is de zaal op verschillende manieren te gebruiken. De tribunes en coulissen kunnen zelfs gedraaid worden voor een andere opstelling. Verrassend is ook dat de zaal
3
1 // De oude wanden zijn zo authentiek mogelijk gehouden. Aanhelingen zijn met abstracte vlakken met grijs stucwerk afgewerkt. 2 // De balletzaal is door een omloop van de gevel gescheiden om zoveel mogelijk details van de oude fabriek te kunnen blijven ervaren. 3 // In het jongste deel van het complex zijn de buitengevels hersteld met handhaving van de originele materialen en details. Aan de binnenzijde is een tweede gevel geplaatst.
Bouwwereld // 17
10-19_stateoftheart.indd 17
06-05-13 09:02
// State of the Art
1
2
3
1 // De trappen in de snede zijn samengesteld uit dragende leuningen van plaatstaal. Hiertussen zijn driehoekige bakjes van staal gelast. Deze zijn gevuld met beton zodat de treden niet trillen. 2 // De trap is trillingsvrij opgelegd met rubbers op de stalen kolommen, waaraan een schoen is gelast. 3 // De grote balletzaal is gelegen onder de historische spanten van Machine 2. 4 // Onder de popzalen ligt een popcafé, waar de oude stalen kolommen, die vroeger een stoomketel droegen, nog steeds een dragende functie vervullen. 5 // De grote popzaal Main Stage is gelegen in het bovenste deel van Ketel 3 en staat op een grotendeels nieuwe draagconstructie en fundering.
4
5
18 // Bouwwereld
10-19_stateoftheart.indd 18
06-05-13 09:02
De indeling van het Energiehuis, met boven Ketel 1 (muziekzaal), 2 (theaterzaal) en 3 (poppodium) en onder Machine 1 (Grand Café) , 2 (ToBe) en 3.
kan beschikken over daglicht via de kopgevel. Als de gordijnen opengaan kijkt het publiek zo over het water van Dordrecht. De industriële sfeer is hier goed behouden door niets te schilderen, er zijn alleen akoestische panelen op de wanden aangebracht voor verkorting van de nagalmtijd. Hoewel de beide popzalen een heel andere functie en ander uiterlijk hebben, zijn zij ook op een goede wijze in het complex ingepast. Bijzonder is de rookruimte in de omloop van de grote popzaal, waar een grote ruit zorgt voor zicht op het podium, terwijl de rokers buiten de zaal staan en en passant ook nog over Dordt kunnen uitkijken. Nieuw leven in oude industriehal Het is lovenswaardig dat de gemeente Dordrecht het heeft aangedurfd om dit robuuste erfgoed een nieuwe en zeer levendige bestemming te geven. De geslaagde transformatie van de industriële hallen uit de vorige eeuw heeft een uniek en sfeervol complex voor allerhande podiumkunst opgeleverd, dat zowel door amateurs als professionals gebruikt wordt. Daarbij vallen de transformatiekosten mee in relatie tot wat nieuwbouw van dit programma gekost zou hebben (volgens opgave 33 miljoen euro versus 40 miljoen euro).
Projectgegevens // Locatie: noordendijk, dordrecht // Opdrachtgever: gemeente dordrecht // Gebruiker: stichting Het energiehuis, energiehuis.nl // Architect: tenbraswestinga (voorheen Jonkman klinkhamer architecten), tenbraswestinga.nl // Projectbegeleiding: bbn adviseurs, Houten, bbn.nl // Constructeur: IMd raadgevende Ingenieurs, rotterdam, imdbv.nl // Installatieadviseur: royal Haskoning dHV, nijmegen, royalhaskoningdhv.com // Adviseur brandveiligheid: dgMr, arnhem, dgmr.nl // Adviseur bouwfysica en akoestiek: sCena akoestisch adviseurs, Uden, scena-adviseurs.nl // Aannemer: Van wijnen west b.V., dordrecht, vanwijnen.nl // W-installatie: thermos Installatietechniek, Utrecht, thermos-inst.nl // E-installatie: Verkerk groep, Zwijndrecht, verkerkgroep.nl // Bouwkosten: 33,2 miljoen euro, incl. installaties, excl. btw // Bouwperiode: mei 2011 – mei 2013
Bouwwereld // 19
10-19_stateoftheart.indd 19
06-05-13 09:02
Uitgave Vereniging voor Podiumtechnologie
September 2013 I NUMMER 150
Sunken Garden speelt met 3D-video
Themadag showcontrol in de Efteling
Energiehuis Dordrecht ‘een geweldige plek’
Interview met de man achter QLab 150
Zes culturele instellingen hebben onderdak gevonden in de voormalige elektriciteitsfabriek van Dordrecht. ‘Voor de medewerkers lijkt het mij een geweldige plek om te werken.’
I Door: Robert Baaij I
Energiehuis Dordrecht Waar ooit turbines en stoomketels stonden bruist het van theater en muziek. De voormalige elektriciteitscentrale in Dordrecht is op ingenieuze wijze verbouwd tot een cultureel centrum met drie concertzalen, twee theaterzalen en een groot aantal studio's en ateliers. Tel daarbij op het grand café en de poplounge, plus de kantoren voor alle culturele organisaties die hier onderdak hebben gevonden, en de opgave voor de ontwerpers wordt enigszins duidelijk. Jonkman Klinkhamer architecten, nu TenBrasWestinga, won de in 2006 uitgeschreven prijsvraag. Zij moesten van de zes hallen en de kleinere gebouwen eromheen, met een totaal oppervlak van 14.000m2, één cultureel centrum zien te maken. Hoe hebben ze daar samenhang en logica in gebracht? De belangrijkste en meest zichtbare ingreep is het creëren van een binnenstraat die dwars door het complex loopt. De straat is overdekt met glas, loopt over de volle honderd meter door het gebouw en begint en eindigt met twee nieuwe entrees. Het is een echte vondst. De straat, in architectenjargon 'de snede', brengt overal daglicht. Hij zorgt voor heldere oriëntatie in het gebouw. Hij snijdt midden door het complex en maakt de zalen en studio's via cascadetrappen toegankelijk. Mede door I 16 I ZICHTLIJNEN NR. 150 I september 2013 I
die straat is het gebouw ook van binnen zoveel mogelijk intact gebleven. 'Daar ben ik nog het meest trots op', zegt architect Roel ten Bras, 'dat het gebouw ondanks die veelheid van functies herkenbaar is gebleven.' Dat zie je overal terug. De zalen liggen direct onder de dakspanten, de bakstenen wanden en stalen spanten zijn gewoon in beeld en worden waar mogelijk gebruikt voor de constructie. De muren zijn gebleven zoals ze na de sloop van eerdere hokjes en tussenverdiepingen waren: een stuk bloemetjesbehang hier, cement en schone baksteen daar. Samen met de nieuwe vloeren en puien is het een mix van oud en nieuw, waarin het oorspronkelijke gebouw herkenbaar is gebleven. Hoe langer je hier rondloopt, hoe meer je gaat beseffen dat dit industrieel erfgoed is. Industrieterrein aan de Merwede Het Energiehuis ligt op een industrieterrein aan het water van de Merwede, dichtbij de oude binnenstad van Dordrecht. In 1908 begon hier de elektriciteitsfabriek met het eerste Machineen ketelhuis. De vraag naar elektriciteit nam zo snel toe dat binnen twintig jaar moest worden uitgebreid met Machine- en
gebouw
Links oude turbinehal, rechts mix van oud en nieuw in het grand cafe.
I foto: © Christiaan de Bruijne I
ketelhuis 2 (1918) en Machine- en ketelhuis 3 (1928). De gebouwen werden telkens groter en hoger. De fabriek bleef in bedrijf tot rond 1960 de grote Merwedecentrale in Rotterdam openging. Daarna werd hij gebruikt door het Gemeentelijk Energiebedrijf als kantoor, werkplaats en opslagruimte. Ad hoc werden verdiepingsvloeren aangebracht, sparingen gedicht en tussenmuren gebouwd. Bij de start van het huidige project was geen enkele kloppende tekening meer te vinden. Vanaf 1990 heeft het complex nog wat alternatieve functies gehad, maar uiteindelijk heeft de gemeente het industrieterrein aangekocht voor renovatie en herontwikkeling. Cultuur onder een dak In de elektriciteitsfabriek zijn nu de culturele instellingen van Dordrecht onder één dak gebracht. Cultuurcentrum ToBe (muziek, beeldende kunst, design, dans, theater), poppodium Bibelot en Muziektheater Hollands Diep zijn hier gehuisvest. Schouwburg Kunstmin verzorgt de programmering van de theaterzaal. Kleinere partijen als Muziekstroom (klassiek, jazz) en Popcentrale programmeren in de Muziekzaal onder de vlag van ToBe. Aanvankelijk zou ook het gezelschap OMSK meedoen, gespecialiseerd in locatietheater. Zij moesten door bezuinigingen afhaken. OMSK
Het complex met middenin de binnenstraat. Rechts de indeling.
schreef nog wel mee aan het Programma van Eisen van de theaterzaal. Alle culture instellingen op één plek in de stad zie je steeds vaker. Een voor de hand liggend voordeel is kostenbeheersing, denk aan onderhoud en gebouwbeheer. Minstens zo belangrijk is dat je een aantrekkelijke en levendige plek in de stad creëert, waar de hele dag iets te doen is in plaats van alleen ‘s avonds. Voor de gemeente is dat een belangrijk stedenbouwkundig motief. En voor de partners zelf brengt het mogelijkheden met zich mee voor kruisbestuiving en samenwerking. In het Energiehuis is dat een uitgangspunt geweest bij het ontwerp. Niet onvermeld mag blijven dat de hoofden technische dienst van alle gebruikers een belangrijke rol hebben gespeeld in het hele proces, van programma van eisen tot ingebruikname, om in het bestaande gebouw tot creatieve en bruikbare oplossingen te komen. Tension grid en daglicht Als je door de binnenstraat loopt kom je vanzelf langs de drie bouwdelen uit 1908, 1918 en 1928. Links en rechts liggen dan steeds de zalen en studio's. In het oudste en kleinste bouwdeel vinden we Grand Café Khotinsky en Muziekzaal Ketel 1, een functioneel ingerichte vlakkevloerzaal voor kleine concerten. De zaal heeft 150 stoelen en is gemakkelijk met het
I foto: © TenBrasWestinga I
I ZICHTLIJNEN NR. 150 I september 2013 I 17 I
Hilgrote et facerum aut excepta volut I foto: © ???? inI de theaterzaal, hier opgesteld rond De popzaal. I foto: ©tiaerro Christiaan de explabore Bruijne I niti ditaepudae et ad eaquae pe De nonse innovatieve tribune een boksring. I foto: © Christiaan de Bruijne I
grand café tot één verhuurbare ruimte te schakelen. Verderop kom je in het middelste, veel grotere bouwdeel van Machineen ketelhuis 2 uit 1918. Beneden is de kassa, op de verdiepingen zijn leslokalen, balletstudio’s en ligt theaterzaal Ketel 2 met 200 stoelen. Voor het werken op hoogte heeft Ketel 2 een tension grid. Traditionele bruggen bleken hier niet de oplossing, zegt Koen Koch, vanaf het begin bij het Energiehuis betrokken als theateradviseur. 'Een voorwaarde was dat er maximaal zicht moest blijven op de bestaande spanten. Dat zou bij bruggen niet het geval zijn. Bovendien zouden de spanten dan niet in hun oorspronkelijke vorm kunnen worden gehandhaafd.' Dus werd het een tension grid, een net van gespannen staalkabels waar je over kunt lopen, boven de hele vloer. Voor educatie is dat een voordeel, want er is geen valgevaar voor personen. Ook wie het vak nog moet leren kan er veilig op lopen. En het grid biedt veel flexibiliteit om de spelrichting aan te passen. Op het grid is een creatieve oplossing gevonden om de spots te verplaatsen. Op de liggers waar de staalkabels aan zijn bevestigd, zijn rails aangebracht. In die rails staan de rekken met spots, zodat ze overal naar toe kunnen schuiven. Een handige, low tech en low budget oplossing. Overal in de zalen en studio's valt
daglicht naar binnen, hetzij via de buitenramen, hetzij via het glazen dak van de binnenstraat. Alleen in de kelders onder het middelste bouwdeel komt geen daglicht. Vroeger liepen hier de buizen om stoom van de ketels naar de turbines te transporteren - die turbines waren apart gefundeerd, los van de rest van het gebouw. De kelders zijn zwaar en degelijk uitgevoerd, ideaal dus voor poplessen (Talent Stage), werkplaatsen en opnamestudio’s. Poppodia In Ketelhuis 3 uit 1928 zijn twee gestapelde poppodia voor Bibelot gerealiseerd. Ze zijn omgedoopt tot Main Stage en Power Stage. De Power Stage is een kleine zaal voor 300 bezoekers, de Main Stage heeft een groot balkon en biedt ruimte aan 800 bezoekers. In eerste instantie was men bang dat de grootte van het balkon een negatieve invloed op de akoestiek zou hebben maar in de praktijk blijft het geluidsbeeld overal mooi intact, mede dankzij de uitgekiende geluidsinstallatie (d&b, L-Acoustics). Mooie vondst is dat de rokersruimte achter op het balkon goed zicht biedt op het podium en tegelijk door de ramen een spectaculair uitzicht op de Merwede.
Energiehuis Dordrecht Opdrachtgever Architect
Gemeente Dordrecht TenBrasWestinga, Amersfoort (voorheen Jonkman Klinkhamer) Projectleiding BBN, Houten Aannemer Van Wijnen, Dordrecht Constructeur IMd Raadgevende Ingenieurs, Rotterdam Bouwfysica, geluidsiso- DGMR Raadgevende Ingenieurs, latie, brandveiligheid Den Haag E&W Royal Haskoning DHV, Rotterdam Theateradviseur PB Theateradviseurs, Uden Zaalakoestiek SCENA, Uden Toneeltechnische DTS2, Groningen installaties Licht Controllux, Alphen aan de Rijn Geluid WG Theatertechniek, Rotterdam Tribunes COS, Oudenaarde (B) Theatertextiel Ron de Groot I 18 I ZICHTLIJNEN NR. 150 I september 2013 I
Links de kleine theaterzaal met tension grid, rechts theaterzaal waar de originele loopkat
Innovatieve tribune De tribune (300 stoelen) is een verhaal apart. Het PvE eiste dat verschillende opstellingen mogelijk moesten zijn. Hiervoor is een innovatief concept ontwikkeld dat opstellingen mogelijk maakt met zowel 5 als met 10 rijen stoelen. Het werkt als volgt. De tribune bestaat uit verplaatsbare blokken van elk 5 rijen. Die blokken zijn gemakkelijk te verplaatsen want ze hebben een laag eigen gewicht - hiertoe is een stoel ontwikkeld die slechts 10 kilo weegt, de helft van een standaard stoel. Maar de grootste innovatie zit hem erin dat bij de helft van de tribuneblokken de rijen ook omhoog kunnen. In de hoge stand zet je ze niet naast, maar achter het blok met lage rijen en heb je een tribune met tien rijen. Zo is elke denkbare opstelling te realiseren, en ook nog binnen een acceptabele tijd. Volgens de techniek zijn
is omgebouwd tot lichtbrug.
de verwachtingen in de praktijk helemaal uitgekomen en is de flexibiliteit van de zaal in combinatie met het hijsplafond ongekend. Dankzij dit pionierswerk zijn we in elk geval een nieuwe tribunevorm rijker.
gebouw
Theaterzaal Machine 3 In Machinehuis 3 uit 1928 ligt de theaterzaal. Oorspronkelijk zouden OMSK en Kunstmin deze samen gaan gebruiken, waarbij hun wensen en eisen nogal verschilden. Kort samengevat: Kunstmin wilde een theater, OMSK wilde theatermaken. In goed overleg is een flexibele inrichting ontstaan, vooral te zien bij het technisch plafond en de tribune. Vanwege de verschillende eisen van Kunstmin en OMSK was een traditionele trekkenwand geen optie. Bovendien moesten de oorspronkelijke spanten zichtbaar blijven. Een handicap was ook dat de zaal een 'plofdak' heeft en dat de bestaande spanten geen extra belasting kunnen dragen. Daarom zijn boven het dak nieuwe spanten aangebracht, die door het dak heen zijn afgesteund op de muren. Op die manier ontstond draagkracht voor een technisch plafond. Aan dat plafond hangen 70 verplaatsbare takels, aangestuurd door Varicon van DTS2. De zaal heeft twee verplaatsbare bruggen die allebei gebruik maken van de bestaande kraanbaan. De ene brug is nieuw gemaakt, voor de andere is de originele loopkat van Machinehuis 3 omgebouwd tot lichtbrug, waarbij de oude machinerie als object is gehandhaafd.
Kruisbestuiving De drie grootste gebruikers ToBe, Bibelot en Kunstmin hebben samen een beheersstichting gevormd, de Stichting Energiehuis. De stichting zorgt voor gezamenlijk facilitair beheer, 'shared services' en verhuur. Bijzonder is dat het ook een expliciete doelstelling is om samenwerking in de programmering te bevorderen. Het Energiehuis heeft een eigen pool met freelance technici, aangestuurd en gecoördineerd door het hoofd van de technische dienst, Evert Heger. Als een ruimte wordt verhuurd aan derden levert het Energiehuis er de technici bij. Bibelot, ToBe en Kunstmin zetten in principe eigen technici in bij hun activiteiten maar Evert Heger constateert dat zij langzaam maar zeker steeds meer gebruik gaan maken van elkaars technici. Niet dat
‘Het gebouw stimuleert samenwerking en uitwisseling door zijn open structuur’ het altijd gemakkelijk is om de eigen cultuur los te laten, maar zo gescheiden is het dus ook weer niet. Het mooie is dat het gebouw die samenwerking en uitwisseling op een natuurlijke wijze stimuleert door zijn open structuur en door de manier waarop alle gebruikers rond de binnenstraat zijn gesorteerd. Als je hier werkt is het onvermijdelijk dat je elkaar tegenkomt, onvermijdelijk dat je in de andere zalen een kijkje neemt en dus onvermijdelijk dat je met een andere bedrijfscultuur in aanraking komt. Evert Heger is enthousiast over die interactie en
I foto: © Christiaan de Bruijne I
I ZICHTLIJNEN NR. 150 I september 2013 I 19 I
gebouw
Links een van de twee entrees, rechts de binnenstraat op een van de verdiepingen.
I foto: © Christiaan de Bruijne I
kruisbestuiving. 'Het werkt echt, niet alleen bij de gebruikers maar ook bij de bezoekers. Je wordt hier altijd geconfronteerd met iets anders dan waarvoor je binnenkomt. Je ziet al dat bezoekers van een voorstelling zich later aanmelden voor een cursus waar ze en passant iets van opvingen.' Main Stage Machine 3 Zaal 22 x 13m Capaciteit 800 personen (waarvan 300 balkon) Podium 8 x 12m Power Stage Machine 3 Zaal 13 x 15m Capaciteit 300 bezoekers Podium 5 x 13m Grote theaterzaal Machine 3 Zaal 18 x 28m Tribune 300 personen Speelvlak 10 x 16m Kleine theaterzaal Machine 2 Zaal 14 x 16m Tribune 200 personen Speelvlak 8 x 13m Muziekzaal Ketel 1 Zaal 12 x 16m Tribune 150 personen Speelvlak 6,5 x 10m
Slot In het Energiehuis vind je gemakkelijk je weg. Je voelt je hier snel op je gemak. Het gebouw is letterlijk transparant. Door de vele ramen blijf je van buitenaf zicht houden op wat er binnen gebeurt. Als het donker is gaat vaak de verduistering in de popzalen van Bibelot omhoog. Van binnenuit
‘Hoe langer je rondloopt, hoe meer je beseft dat dit industrieel erfgoed is’ heb je dan een spectaculair uitzicht op de stad, van buitenaf is het een feestelijk aanzicht. De verschillende gebruikers zitten hier niet op eilandjes, maar vormen één culturele 'supermarkt' die bekende en onbekende cultuurvormen aanbiedt. Sterkste punt is dat lang van tevoren goed is nagedacht over die creatieve en praktische samenwerking. Door het ontwerp, de inrichting én de gekozen beheersvorm krijgt die samenwerking een maximale kans van slagen. Ik verwacht dat ze die kans op langere termijn ten volle gaan benutten. Voor de medewerkers lijkt het mij in elk geval een geweldige plek om te werken. f Met dank aan Jim Klinkhamer (Jonkman Klinkhamer Architecten), Roel ten Bras (TenBras Westinga Architecten), Koen Koch (PB|TA) en Evert Heger (Stichting Energiehuis) I ZICHTLIJNEN NR. 150 I september 2013 I 21 I