Directie Economie en Mobiliteit
De voorzitter van Provinciale Staten t.a.v. de Statengriffier de heer P.R.A. Katsburg
bericht op brief van: uw kenmerk:
ons kenmerk:
O706773122
afdeling:
Verkeer en Vervoer
behandeld door:
F. Chervet
doorkiesnummer:
(0118) 631 644
onderwerp:
statenvoorstel 'verbetering communicatie en dienstverlening openbaar vervoer'
verzonden:
-8
OEC.
m7
Middelburg,
4 december 2007
Geachte voorzitter, Hierbij zenden wij u het statenvoorstel 'verbetering communicatie en dienstverlening openbaar vervoer'. Voorgesteld wordt om dit statenvoorstel ter advisering toe te sturen aan de statencommissie Economie en Mobiliteit voor behandeling op 17 december 2007. Hoogachten*
/, \
ir. J.W. Stalknehi MBA, directeur directie Infrastructuur en Vervoer
Provinciale Staten
Gedeputeerde belast met behandeling:
Onderwerp:
G.R.J. van Heukelom
Voorstel verbetering communicatie en dienstverlening openbaar vervoer
Provincie Zeeland
Vergadering PS: Nr: Agenda nr: Vergadering GS: Nr:
11 ianuari 2008 E&M-035 4 december 2007 O706774122
VOORSTEL
Aan de Provinciale Staten van Zeeland
Samenvatting
De afgelopen jaren is er veel kritiek geuit op de kwaliteit van het openbaar vervoer (OV). Hoewel er in Zeeland sprake is van een degelijk basisvoorzieningenniveau, leeft breed de mening dat het OV op een aantal punten tekort schiet. Dit heeft geleid tot verzoeken vanuit de reizigers, het Reizigersoverleg Zeeland en PS om verbeteringen in het OV te realiseren. Genoemde kritiek is voornamelijk gebaseerd op de onderstaande aspecten: De kwaliteit van de dienstverlening is niet goed (bijv. in de avonduren). De communicatie over het OV is niet goed. De tarieven zijn te weinig gedifferentieerd naar doelgroep en periode. Gezien het plattelandskarakter van de provincie Zeeland is het OV voor een belangrijk deel ingericht op de sociale functie (basismobiliteit). Als drager van het OV gelden de verbindende lijnen, die de grotere kernen onderling verbinden en de verbindingen leggen naar buiten de provincie. Daarnaast is er openbaar vervoer voor speciale doelgroepen (toeristen, scholieren, uitgaansverkeer). Op basis van een analyse van de geuite kritiek, de reizigersbehoeften en het huidige OVaanbod zien wij kansen om het OV een noodzakelijke kwaliteitsimpuls te geven. In dit voorstel wordt een pakket wenselijke en haalbare aanvullingen op het huidige voorzieningenniveau en verbeteringen ten aanzien van communicatie aangereikt. Daarbij wordt vanuit twee sporen gedacht: 1. Bekend maken van bestaande en nieuwe kwaliteiten van het OV (communicatieactiviteiten) en 2. Daadwerkelijk verbeteren van de dienstverlening, in eerste instantie uit te proberen in experimenten. Het Zeeuws Model staat hierbij centraal, onder andere in een experiment met integratie van OV en doelgroepenvervoer (WMO-vervoer). Voor financiering van de maatregelen is in de najaarsconferentie 2007 voor de periode 2008 tlm 201 1 een bedrag van E 1.000.000,-- per jaar toegekend.
Wat willen we bereiken? Met dit voorstel beogen wij uw instemming te verkrijgen voor een pakket maatregelen binnen het OV ter verbetering van de communicatie en de dienstverlening. Aanleiding voor dit voorstel is, naast de roep van reizigers en het Reizigersoverleg Zeeland om verbeteringen, diverse door u ingediende moties tijdens de voorjaarsconferentie in juni 2007. Deze moties hadden betrekking op uitbreiding basismobiliteit in de avonduren, invoering discobussen, lagere tarieven voor scholieren van 12 tot 18 jaar en lagere tarieven in de daluren. Door ons is toegezegd om in plaats van op afzonderlijke verzoeken te reageren, te komen met een integraal voorstel voor verbeteringen in de komende jaren.
Onderwerp:
Voorstel verbetering communicatie en dienstverlening openbaar vervoer
Uitgangspunten voor deze verbeteringen zijn: Het OV-aanbod wordt bepaald door de behoeften van de reiziger. Aan het huidige voorzieningenniveau wordt niet getornd, wel kan gekeken worden waar efficiency te behalen valt (bijv. in de combinatie van regulier OV met doelgroepenvervoer). Waar kansen liggen het OV-aandeel binnen het totaal aantal verplaatsingen te vergroten, is ruimte voor initiatieven. Het imago van het OV in Zeeland moet verbeteren. Het imago van het OV is in heel Nederland (dus ook in Zeeland) als negatief te bestempelen. Gevraagd naar een aantal basisemoties associëren Nederlanders het OV overwegend met de emoties droefheid, woede, angst en zelfs afkeer. Slechts tien procent van alle reizigers associeert reizen met het OV met vreugde. Ter vergelijking is vreugde de overheersende emotie bij de auto en de fiets. Bovendien wordt de bus ook nog eens het laagst gewaardeerd in vergelijking met andere vormen van OV. Deze negatieve beeldvorming wordt door drie factoren bepaald: gebrek aan kwaliteit, negatieve publiciteit en onbekendheid met het systeem. Om het imago te verbeteren is het dan ook nodig dat de kwaliteit toeneemt, er duidelijk en eerlijk gecommuniceerd wordt over de mogelijkheden en dat mensen er positieve ervaringen mee opdoen. Dit laatste gebeurt alleen als er een aantrekkelijk aanbod wordt gedaan. Het eerste spoor waar we op inzetten is communicatie. Dit dient zowel verbetering van het imago van het openbaar vervoer als het vergroten van de bekendheid van de mogelijkheden die het OV biedt. Toelichting: Het openbaar vervoer in Zeeland heeft sterke lijnen, bijvoorbeeld de verbindende lijnen naar Rotterdam, tussen Goes en Zierikzee, tussen Terneuzen en Goes en tussen Terneuzen en Middelburg. Dit zijn lijnen die qua reistijd en tarieven de concurrentie met de auto aankunnen. In de daluren is het mogelijk om voor 10 euro met 2 volwassenen en 3 kinderen de gehele dag in Zeeland met de bus te reizen. Naar onze mening communiceren de vervoerbedrijven dit soort sterke punten van het OV-aanbod onvoldoende. Reizigers en potentiële reizigers moeten veel moeite doen om aan informatie over het OV te komen. Communicatieacties om het openbaar vervoer bekend te maken en marketingacties om het uit te proberen moeten worden ontwikkeld. Bij het tweede spoor wordt ingezet op concrete experimenten die een versterking vormen van het bestaande voorzieningenniveau en vooral een kwaliteitssprong beogen. Bij deze experimenten zal ook communicatie een grote rol spelen. Toelichting: Belangrijk uitgangspunt bij de experimenten is het Zeeuws Model. Het Zeeuws Model staat voor het realiseren van oplossingen op menselijke schaal. Ogenschijnlijk gaat dat in tegen maatschappelijke trends zoals centralisering en globalisering. Voor het OV betekent het Zeeuws Model een versterking van de sociale functie, het bundelen van krachten en het OV een vertrouwd gevoel meegeven. Het is daarom van groot belang aan te sluiten bij de behoeften en beleving van de Zeeuwse bevolking. Tegelijkertijd dient het collectieve karakter van het OV niet uit het oog te worden verloren. Ook staat het Zeeuws Model voor een integrale aanpak ('samen staan we sterk'). Dat wil zeggen dat niet alleen de provincie en de vervoerders zich dienen in te spannen, maar dat ook samenwerking met andere organisaties en instellingen wenselijk en noodzakelijk is. Daarbij kan gedacht worden aan gemeenten, belangengroepen, bedrijven, toeristenorganisaties en scholen. Omdat veel van deze organisaties dicht bij de (potentiële) klant staan, leidt deze integrale aanpak er ook toe dat daadwerkelijk kan worden ingespeeld op de behoeften en beleving van deze klant. Voor de financiering van de maatregelen is in de najaarsconferentie 2007 voor de periode 2008 t/m 201 1 een bedrag van E 1.000.000,-- per jaar beschikbaar gesteld. Waaraan kunnen we zien of alles bereikt is? Na uw instemming met het voorgestelde pakket maatregelen kan vanaf het voorjaar 2008 worden gestart met de uitvoering ervan. Het succes van deze maatregelen zal worden afgemeten aan de volgende indicatoren: Toegenomen aantal reizigers op de relaties waar de vervoersdiensten verbeterd worden. Imagoverbetering, merkbaar in toegenomen positieve publiciteit over het openbaar vervoer in Zeeland. Hogere reizigerstevredenheid, te meten op basis van de jaarlijkse Klantenbarometer OV.
Onderwerp:
Voorstel verbetering communicatie en dienstverlening openbaar vervoer
Wat doen we daarvoor? Een viertal communicatiecampagnes en een zestal experimenten zijn door ons geselecteerd. Communicafiecampagne l : Deze campagne heeft tot doel de Schouwen-Duivelandpas meer onder de aandacht te brengen van de doelgroepen. De Schouwen-Duivelandpas is een reeds bestaand marketingconcept en is tot en met 2007 gericht op verblijfstoeristen en het gebruik van het OV. Vanaf 2008 zal dit concept verder worden uitgebreid naar de inwoners en gebruikers van andere milieuvriendelijke vervoerswijzen. Eén van de mogelijkheden die de Schouwen-Duivelandpas nu biedt, is gratis OV in combinatie met gratis museumbezoek in het gebied waar men verblijft. De financiering hiervan gebeurt via derdebetalers. Momenteel vindt uitbreiding plaats met fietsprojecten (TOP-puntensysteem en OV-fiets). In 2008 is als uitbreiding ook een tariefactie gepland voor ouderen (gratis of goedkoop OV) in dit gebied (zie hierna, experiment 1). Ook worden er in samenwerking met de betrokken partners bijzondere product/marktcombinaties ontwikkeld (slecht-weerbus, gratis met OV naar vakantieadres). Door deze activiteiten wordt Schouwen-Duiveland een voorbeeldgebied. Bij succes wordt de formule uitgebreid naar andere delen van de provincie. In deze communicatiecampagne worden de huidige en toekomstige mogelijkheden van de Schouwen-Duivelandpas onder de aandacht van de doelgroep gebracht. Dat kan bijvoorbeeld door intensief te communiceren via internet, regionale media, bij plaatselijke VVV's en op plaatsen waar veel toeristen verblijven (o.a. attractiepunten, campings en hotels). Communicatiecampagne 2: Deze campagne richt zich op de doelgroep scholieren. Deze doelgroep reist jarenlang met het OV omdat ze op de langere afstand of bij slecht weer geen andere keuze hebben om op school te komen. Het is van belang dat ze tijdens hun schooltijd positieve ervaringen opdoen met het OV, zodat zij deze vervoersvorm ook na het verlaten van de school als serieuze optie blijven zien. Minister Eurlings gaf recent aan dat hij het belang van 'aftersales' bij scholieren en studenten belangrijk vindt. De provincie Zeeland kan hier op vooruitlopen door vervoerders en scholen te betrekken bij een campagne die - in de taal van jongeren en met behulp van hun communicatiemiddelen - het OV positief neerzet. Aangezien goede marketing meer inhoudt dan alleen informatieverstrekking is te overwegen om naast het communicatieve deel als concrete actie een goedkoper abonnement aan te bieden voor schoolverlaters. Communicafiecampagne 3: Deze campagne heeft tot doel de bestaande capaciteit van het openbaar vervoer beter te benutten. In de basisdienstregeling is sprake van overcapaciteit, dat wil zeggen dat lang niet elke bus op elk moment van de dag vol zit. Met een gerichte campagne kunnen de lege stoelen gevuld worden. Dit verhoogt de inkomsten bij een gelijkblijvend kostenniveau. De communicatie is gericht op verbindende lijnen die nu al een goede kwaliteit bieden, bijvoorbeeld de bus vanuit Rotterdam richting Zierikzee en vanuit Terneuzen naar Middelburg. Doelgroep hier zijn automobilisten die te verleiden zijn nu en dan eens de bus te proberen. Getracht wordt om samen met de vervoerders acties te ontwikkelen en hiervoor eventueel derdebetalers te vinden (denk aan de detailhandel en de horeca). Communicatiecampagne 4: Naast gerichte campagnes op doelgroepen, wordt een provinciebrede promotie van het OV voorgesteld. Belangrijkste doelstellingen hierbij zijn: Het bekend maken van wat het OV in Zeeland te bieden heeft, en Laten zien dat het de provincie ernst is met het OV, of met andere woorden: dat de Zeeuwse reiziger het waard is om in te investeren. De eerste doelstelling is belangrijk, omdat mensen vaak slecht op de hoogte zijn van wat er beschikbaar is. En onbekend maakt onbemind. Door per gebied mensen te informeren over de mogelijkheden en positieve ervaringen te laten zien, kan de misperceptie worden verminderd. De tweede doelstelling is vooral van belang om het idee weg te nemen dat OV een tweederangsproduct is. Dit idee blijkt helaas vaak te bestaan. Door wat heet 'marketing van toegevoegde waarde' wordt onder de aandacht gebracht wat sterke eigenschappen zijn van het product en waar er gewerkt wordt aan verbetering. De ervaring leert dat algemene campagnes een aantoonbaar effect hebben op de beleving en waardering van het OV, maar dat niet verwacht moet worden dat zij zelfstandig tot grootschalige gedragsverandering leiden.
Onderwerp:
Voorstel verbetering communicatie en dienstverlening openbaar vervoer
Deze campagne dient daarom ook gezien te worden als algemene ondersteuning van de hierna te bespreken experimenten, gericht op daadwerkelijke verbeteringen en als een uiting van het feit dat het de provincie ernst is met het aanbieden van zo goed mogelijk openbaar vervoer. Doelgroep van deze campagne zijn de bestaande reizigers - die we in hun keuze bevestigen - en de groep mensen die het OV nu nog niet gebruiken maar er wél een zekere affiniteit mee hebben. Partijen die bij deze activiteit worden betrokken zijn met name de vervoerders, maar ook de organisaties die veel in aanraking komen met de (potentiële) klanten, zoals de toeristenbranche, scholen en belangenorganisaties zoals Het Klaverblad. De te gebruiken media zijn regionale kranten, Omroep Zeeland, folders in bussen en gerichte informatie aan huis. Een voorbeeld van (een onderdeel van) deze campagne kan zijn een serie programma's op de regionale televisie waarin enerzijds Zeeuwen positieve ervaringen met het OV uitwisselen en anderzijds een kijkje in de keuken gegeven wordt van lopende verbeteracties. Door aan te geven dat deze activiteiten ondernomen worden omdat klanten daarom vragen wordt het OV zo dichter bij de mensen gebracht. Wat betreft de kosten van elk van de campagnes geldt dat deze van tevoren moeilijk zijn in te schatten. De kosten zijn afhankelijk van hoe intensief de campagne wordt ingezet, van het gekozen medium en van de bereidheid van derden om mee te financieren. Als richtlijn wordt daarom per campagne een taakstellend budget gehanteerd, zodat er nog voldoende middelen overblijven voor de uit te voeren experimenten (zie hierna). Voor de campagnes 1 tlm 3 zou éénmalig een bedrag van E 250.000,-- per campagne moeten worden gereserveerd. Voor campagne 4 zou dit E 350.000,-- moeten zijn, aangezien deze breder van opzet is. Dan volgen hieronder een zestal concrete experimenten met betrekking tot verbeteringen van het huidige voorzieningenniveau. Experiment l: Het eerste experiment richt zich op het aanbieden van op maat gesneden OV-producten voor doelgroepen. Door specifieke producten aan te bieden voor doelgroepen wordt een betere bezettingsgraad bereikt en bovendien wijzigt de vervoerswijzekeuze in het voordeel van het OV. Drager voor dit specifieke experiment is een pas, zoals de Schouwen-Duivelandpas, die reeds enkele jaren succesvol is en in 2008 nog verder zal worden versterkt met producten bestemd voor de toeristische doelgroep. Met het succes van deze pas als voorbeeld willen we proberen ook voor de doelgroep ouderen (65+) een pas te ontwikkelen. Naast het verbeteren van de bezettingsgraad van het OV, is een bijkomend doel van dit experiment het versterken van de maatschappelijke participatie. Dit doen we door de ouderen een (gemeentelijke) pas aan te bieden, waarop reisrechten worden aangeboden (korting). Het voorstel is om gedurende een periode van een half jaar ouderen in de gemeente Schouwen-Duiveland een flinke korting op het OV te geven. Voorafgaand aan de actie zal marktonderzoek worden gehouden naar het huidige gebruik van het OV door de doelgroep. Tijdens de actie zal het effect op het reisgedrag worden gemeten. Het uiteindelijk doel is om in samenwerking met de gemeente te voorzien in goedkoop OV voor ouderen het gehele jaar door. Ervaringen die hier worden opgedaan zijn snel door te vertalen naar andere gemeenten in de provincie. Kostenraming: Gratis OV voor ouderen gemeente Schouwen-Duiveland (half jaar): éénmalig € 75.000.-- (2008) Begeleidend marktonderzoek: éénmalig E 25.000,-Experiment 2: Dit experiment richt zich op het aanbieden van meer OV in de avonduren. In de avonduren is op dit moment de beschikbaarheid van OV beperkt, met name in de kleine kernen. Dit zorgt mogelijk voor sociaal isolement bij sommige groepen (bijv. ouderen). Door OV ook aan te bieden in de avonduren wordt het voor deze groepen eenvoudiger om activiteiten te ontplooien. De ruimere dienstregeling is op werkdagen tot 23.00 uur, op zaterdag tot 22.00 uur en op zondag tot 21.00 uur. Gelet op de beperkte vervoersvraag in de avonduren, is het niet verantwoord deze uitbreiding van het OV voor de kleine kernen met een vaste dienst-regeling aan te bieden. Voorgesteld wordt dan ook om een vraagafhankelijke voorziening aan te bieden in de vorm van de belbus. De aanvankelijke kwaliteitsproblemen van deze vorm van OV behoren inmiddels tot het verleden. Voor ZeeuwschVlaanderen, waar Veolia Transport alleen met vaste bussen rijdt, moet in overleg met de vervoerder eveneens naar een vraagafhankelijke vervoersoplossing worden gezocht. Kostenraming: Zeeuwsch-Vlaanderen: E 350.000 per jaar E 400.000 per jaar Midden-Zeeland: E 180.000 per jaar Noord-Zeeland :
Onderwerp:
Voorstel verbetering communicatie en dienstverlening openbaar vervoer
Experiment 3: Dit experiment betreft het beter toegankelijk maken van het reguliere OV voor mensen met een functiebeperking (WMO-gerechtigden). Dit verbetert de bezettingsgraad van het OV en vermindert de kosten voor uitvoering van het WMO-vervoer. Uiteraard is hiervoor een intensieve samenwerking nodig met de gemeenten als opdrachtgever voor het WMO-vervoer en eigenaar van een groot deel van de bushalten (deze moeten worden aangepast). Voor co-financiering van dit experiment zijn ook de gemeenten in beeld. Ze hebben immers belang bij een zo groot mogelijke geschiktheid van het reguliere OV voor de WMO-doelgroep. Als experimentgebied is Walcheren (gemeenten Vlissingen, Middelburg en Veere) aangemerkt. Dit gebied is goed af te bakenen en is een goede afspiegeling van de Zeeuwse situatie met een deel platteland en een deel stedelijk gebied. Op korte termijn kan begonnen worden met de voorbereiding van dit experiment. Kosten: Voorlopig alleen personele kosten. Voor haltemaatregelen zijn geoormerkte rijksmiddelen beschikbaar en wordt tevens gerekend op een bijdrage van de gemeenten. Experiment 4: Dit experiment richt zich op het wegnemen van een andere mogelijke drempel voor OV-gebruik: de tarieven. De tarieven voor het OV kunnen in de daluren - waar nog ruimte is in de bus - omlaag door dalurenkaartjes in te voeren. Mensen kunnen voor een laag eenheidstarief bij de chauffeur een kaartje kopen. Ze hebben dan geen abonnement of OV-chipkaart nodig. Door de lage tarieven is het voor groepen met lage inkomsten, makkelijker om zich te verplaatsen met als gevolg een verbetering van de ontplooiings-mogelijkheden. Naast kostenverlaging is er ook sprake van meer gemak. Hierdoor is ook voor de incidentele reiziger het OV makkelijk te gebruiken. Deze - in beperkte mate al bestaande - kaartjes zijn alleen mogelijk als er co-financiering is door een derde partij, bijvoorbeeld een gemeente of recreatieondernemers. NB: De invoering van de OV chipkaart (vanaf 1 januari 2009) betekent mogelijk een beperking van de verkoop van kaartjes met een eenheidstarief. Dit wordt nog nader uitgezocht. Kosten: In principe gederfde inkomsten. Afhankelijk van het kortingspercentage en de mate van cofinanciering kan dit bedrag variëren van nihil tot vele tonnen per jaar. Experiment 5: Ook een mogelijkheid om de drempel tot OV-gebruik te verlagen, is door mensen uit te leggen hoe het OV werkt en door ze vooraf en tijdens de reis goed te informeren. Dit is iets anders dan de communicatiecampagnes die meer een wervend karakter hebben. Dit experiment valt uiteen in drieën: 5a: Intensivering informatievoorziening voor specifieke doelgroepen: Sommige groepen hebben extra moeite om de werking van het OV te doorgronden en zijn daardoor niet in staat om optimaal van het OV-systeem gebruik te maken. Voorbeelden zijn de ouderen en allochtonen. Voorgesteld wordt om personen die zich professioneel bezighouden met de begeleiding en ondersteuning van deze groepen, bijv. ouderenconsulenten, een korte training aan te bieden waarin alle aspecten van het OV aan de orde komen. Naast reisplanning (dienstregeling, route) zal speciale aandacht uitgaan naar de werking van de OV-chipkaart. Kostenraming: éénmalig E 50.000,-- per concessie; in totaal dus E 150.000,--. 5b: Infopanelen op alle knooppunten: De informatievoorziening is momenteel sterk voor verbetering vatbaar. Hiervoor zijn reeds diverse mogelijkheden. We hebben bijvoorbeeld als provincie veel tijd en geld gestoken in de ontwikkeling van informatiepanelen die in de abri's aangebracht kunnen worden. Deze panelen zijn de drager van reisinformatie, bijv. over de dienstregeling. Het aanbrengen van de panelen is deels al gebeurd. Met name op de OV-knooppunten waar veel reizigersbewegingen zijn, moet nog een inhaalslag worden gemaakt. Wat nu moet gebeuren is de locaties bepalen, de spullen bestellen (ca. 100 panelen) en in overleg met de wegbeheerder (eigenaar van de halten) alles aanbrengen. Kostenraming: éénmalig E 100.000,-- tot E 150.000,--. 5c: Individuele reisinformatie: Door de moderne communicatietechnieken kan worden ingespeeld op de behoeften van de reizigers aan direct beschikbare en actuele reisinformatie. Dit experiment voorziet in het bieden van de mogelijkheid om via een mobiele telefoon informatie over de dienstregeling op te vragen. Op termijn kan zelfs actuele informatie ('real time') worden verkregen. Kostenraming: éénmalig E 100.000,-- (initiatiebudget).
Onderwerp:
Voorstel verbetering communicatie en dienstverlening openbaar vervoer
Experiment 6: Dit experiment richt zich op uitgaanspubliek als doelgroep voor OV. Zeeland kent een rijk uitgaansleven. Hierbij is sprake van verschillende groepen die in hun eisen aan het OV-systeem onderling sterk verschillen. Essentie is dat bezoekers van uitgaansgelegenheden, zoals disco, bioscoop en cafés een veilig alternatief hebben voor autogebruik. Hiervoor is maatwerk vereist boven een standaard dienstregeling. Ook is een samenwerking met externe partijen vereist (vervoerders, gemeenten en ondernemers). Als voorbeeld van een experiment kan gekozen worden voor een speciale discobus. Hiermee zijn al eerder ervaringen opgedaan en het kan positieve effecten hebben op sociale- en verkeersveiligheid. In 2008 wordt in het kader van het Integraal Jeugdbeleid onderzoek verricht naar de dienstverlening en productsamenstelling van de reeds bestaande discobus op Schouwen-Duiveland. Medio 2008 wordt een marktanalyse en productconcept door de Hogeschool Zeeland aangeboden gericht op de ontwikkeling en introductie van discobussen in kansrijke gebieden. Kostenraming: éénmalig E 50.000,--. Wat mag het kosten? Samenvattend zijn er de volgende kosten: Kosten voorgestelde communicatiecampagnes: Campagne 1: marketing en communicatie Schouwen-Duivelandpas 2: promotie OV scholieren 3: promotie verbindende buslijnen 4: ~rovinciebredealaemene ~romotieOV Kosten voor voorgestelde experimenten Experiment 1: OV-producten gericht op doelgroepen
Taakstellend budget per campagne (éénmalig) E 250.000,-E 250.000,-E 250.000,-E 350.000.--
I Kostenraming per experiment
I Gratis OV voor ouderen
: E 75.000,-- (2008)
( Marktonderzoek ouderen: E 25.000,--
I
2: OV in avonduren voor kleine kernen (vraagafhankelijk)
I E 350.000,-- (Zeeuwsch-Vlaanderen) I E 400.000,-- (Midden-Zeeland) 1 E 180.000,-- (Noord-Zeeland)
3: Integratie OV-doelgroepenvervoer
I Personele kosten. Inzet geoormerkte middelen voor toe-
4: Lagere tarieven daluren
gankelijkheid en co-financiering gemeenten. Kosten zijn de gederfde inkomsten; moet per geval worden I bekeken en hangt af van mate van co-financiering
5: Informatievoorzienina OV a.) informatie voor specifieke doelgroepen b.) infopanelen op k n o o ~ ~ u n t e n c.) individuele reikinfor&tie 6: Discobus
I
E 50.000,-- per concessie; totaal E 150.000,-E 100.000.-- - E 150.000.-E 100.000;-- (initiatiebudget) E 50.000,--
Voor de uitvoering van de maatregelen is voor de periode 2008 t/m 201 1 een bedrag van E 1.000.000,-- per jaar beschikbaar. Uitgaande van de genoemde kostenbedragen is er feitelijk een keuze uit twee scenario's: 1.) Vrijwel het gehele budget (E 930.000,-- per jaar) besteden aan OV in de avonduren. Deze maatregel kan alleen Zeelandbreed worden ingevoerd om verschillen in OV-aanbod tussen regio's onderling te voorkomen en moet langere tijd worden gecontinueerd om het uiteindelijke effect te bepalen. Een periode van 3 jaar is hiervoor gebruikelijk. Een kortere periode is alleen aanvaardbaar indien al tijdens het eerste jaar blijkt dat er nauwelijks een vervoersvraag is en er ook geen zicht is op een toename in de jaren daarna. 2.) Alle overige campagnes en experimenten uitvoeren (dus behalve experiment 2). In principe is er voor alle resterende maatregelen voldoende budget beschikbaar om deze gedurende de periode 2008 t/m 201 1 uit te voeren. De uitvoering van de campagnes wordt uitgesmeerd over de jaren 2008 t/m 201 1. In principe kan per jaar één campagne worden uitgevoerd. Met de experimenten zal zoveel mogelijk in 2008 en 2009 gestart worden, met een uitloop in 2010 en 201 1.
Onderwerp:
Voorstel verbetering communicatie en dienstverlening openbaar vervoer
U wordt voorgesteld om te kiezen voor scenario 2. Dit mede vanuit de overweging dat binnen het reguliere OVbudget met ingang van 2009 financiële ruimte ontstaat. Deze middelen kunnen dan worden ingezet voor OV in de avonduren. Dit is een meer logische werkwijze. Het reguliere OV-budget is immers vooral bedoeld voor inkoop van dienstregelinguren. De extra middelen (E 1.000.000,-- per jaar) blijven dan beschikbaar voor financiering van een zo groot mogelijke variëteit aan maatregelen, gericht op verbetering van communicatie en dienstverlening.
Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit.
gedeputeerde staten, Mevr. Drs. K.M.H. Peijs, voorzitter,
Mr. Drs. L.J.M. Verdult, secretaris.
De staten der provincie Zeeland, gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van 4 december 2008, nr. 0706774122 ; besluiten: In te stemmen met uitvoering van het voorgestelde voorkeurspakket maatregelen voor het OV ter verbetering van de communicatie en de dienstverlening (scenario 2).