Project Duurzame Mobiliteit in de Sociale Economie
Conclusienota Duurzame mobiliteit in de sociale economie: Survey + NACE
03-11-2010 Auteur: Jan Christiaens
Inhoud Introductie ............................................................................................................................. 4 1.
Algemeen ....................................................................................................................... 5 1.1. Survey ........................................................................................................................ 5 Vragenlijst en methodologie ............................................................................................... 5 Datum van afname ............................................................................................................ 5 Verspreidingskanalen ........................................................................................................ 5 Respons ............................................................................................................................ 5 1.2. sector sociale en beschutte werkplaatsen ................................................................... 6
2.
Profiel van de respondenten ........................................................................................... 7 Bedrijfsinformatie ............................................................................................................... 7 Werknemers .....................................................................................................................10
3.
Mobiliteitssituatie ...........................................................................................................11 Enclavewerking.................................................................................................................11 Modal split ........................................................................................................................11 Ondersteuningsmaatregelen .............................................................................................13 Via welke kanalen .........................................................................................................14 Evaluatie ondersteuning ................................................................................................15 Nood aan extra ondersteuning ......................................................................................17
4.
Ervaren knelpunten .......................................................................................................18 4.1. Survey .......................................................................................................................18 4.2 Sector sociale en beschutte werkplaatsen .................................................................20
5.
Oplossingen ..................................................................................................................24 5.1 Survey ........................................................................................................................24 5.2 Sector sociale en beschutte werkplaatsen ..................................................................26
6.
Succes van maatregelen ervaren door respondenten ...................................................31
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
2
7.
Conclusies.....................................................................................................................33 7.1. Conclusies survey ......................................................................................................33 7.2 Conclusies sector sociale en beschutte werkplaatsen ................................................35
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
3
Introductie In het kader van het project Duurzame mobiliteit in de sociale economie nam Mobiel 21 in opdracht van VOSEC een vragenlijst af bij SE-ondernemingen. Specifiek voor de NACEsector 88995 Sociale en Beschutte werkplaatsen werd aanvullend een analyse gedaan op de gegevens die verzameld werden door de FOD Mobiliteit in het kader van de Federale Woon-werkdiagnostiek. U vindt beide analyses in deze nota terug. Waar mogelijk werden de resultaten vergeleken. Dit was echter niet overal mogelijk door het gebruik van verschillende vragenlijsten door de FOD en M21.
.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
4
1. Algemeen 1.1. Survey Vragenlijst en methodologie De vragenlijst werd opgesteld naar analogie van de Federale Diagnostiek Woonwerkverkeer. Deze werd aangevuld met voor de doelgroep relevante thema’s. (zie volledige vragenlijst in bijlage) De vragenlijst werd online aangeboden via Survey Monkey.
Datum van afname De vragenlijst werd opengesteld van 21 juni tot 9 augustus.
Verspreidingskanalen De link naar de vragenlijst werd per e-mail verstuurd naar organisaties die opgenomen zijn in de mailinglijst van VOSEC. In de figuur hieronder wordt het mailingrapport weergegeven.
Respons In totaal vulden 72 respondenten de vragenlijst in. Uitgaande van 607 succesvol afgeleverde berichten, is dit een responsgraad van 12%. Dit is zeer goed voor een digitale peiling. Voor de volledigheid vermelden we nog dat de vragenlijst werd afgenomen in volle vakantieperiode. Dit voorkwam waarschijnlijk een nog hogere responsgraad. Naar het einde toe haakten meer en meer respondenten af en werd de non-respons hoger. Vermoedelijk is dit te verklaren door de relatieve lengte van de vragenlijst. Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
5
1.2. sector sociale en beschutte werkplaatsen Op basis van de gegevens uit de Federale Woonwerkdiagnostiek 2008 voor de groep Sociale en Beschutte Werkplaatsen (NACE 88.995) kunnen er enkele voorzichtige conclusies getrokken worden naar zowel knelpunten en problemen als mogelijke oplossingen. Twee belangrijke uitgangspunten moeten hierbij worden onthouden. Ten eerste zijn enkel de ondernemingen met meer dan 100 werknemers verplicht deze gegevens door te geven. Concreet gaat het over 84 sociale en beschutte werkplaatsen met een totaal van 18 796 werknemers die de vragenlijst invulden. Ten tweede gaan we ervan uit dat de gegevens kloppen (ondernemingen doen verklaring op eer).
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
6
2. Profiel van de respondenten De respondenten werd gevraagd om bedrijfsspecifieke informatie zoals de rechtspersoon, de werksoort en de kernactiviteit en het aantal werknemers in te vullen. Hieronder vindt u per topic de resultaten.
Bedrijfsinformatie De meerderheid (68%) van de bevraagde bedrijven zijn vzw’s. De tweede grootste groep (18%) kon zich niet vinden in de aangeboden categorieën en beantwoordde de vraag met ‘andere’. Dit zijn voornamelijk organisaties die in de schoot van een OCMW een werking uitbouwen.
De verdeling naar werksoort is zeer heterogeen, zoals ook verwacht bij het opstellen van de vragenlijst. Twee grote groepen maken ongeveer driekwart van de respondenten uit met respectievelijk 40% voor lokale diensteneconomie en 37% sociale werkplaatsen.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
7
Als we kijken naar de kernactiviteiten van de deelnemende organisaties zien we ook hier weer een grote heterogeniteit aan activiteiten waarin activiteiten in de kringloopsector, lokale diensteneconomie, dienstencheque-ondernemingen en groen en renovatie. oververtegenwoordigd zijn.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
8
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
9
Werknemers De meerderheid van de respondenten zijn KMO’s met minder dan 100 werknemers. Toch valt op dat er ook enkele zeer grote spelers de vragenlijst beantwoordden.
Bij de verdeling naar soort werknemer valt uiteraard op dat doelgroepwerknemers de grootste groep vormen, maar ook dat SE-economie vaak personen met een mental handicap tewerkstellen (21%). Hoewel anders verwacht, is het aantal personen met een fysieke of sensoriële handicap in de verdeling beperkt.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
10
3. Mobiliteitssituatie Enclavewerking In het opzicht van deze vragenlijst over duurzame mobiliteit mag een vraag naar enclavewerking niet ontbreken. Bijna een op drie van de SE-bedrijven heeft een enclavewerking waarbij slechts een op de vijf eigen vervoer aanbiedt.
Modal split De modal split van de respondenten doet het qua duurzame transportmodi duidelijk beter dan de gemiddelden in Vlaanderen. De SE-sector kan terecht een duurzamere sector genoemd worden. Slechts 38% van de werknemers neemt dagelijks de wagen om naar het werk te komen, 23% komt met de fiets en 21% met bus of tram. Voor de reguliere sector kennen we cijfers van 67% autogebruik, 12,9% fietsgebruik en 4,2% bus- of tramgebruik.1 De SE-sector organiseert ook vaker collectief vervoer voor haar werknemers (9%) dan in de reguliere sector het geval is (1,4%).
1
FOD Mobiliteit, Federale woon-werkdiagnostiek 2008, www.mobilit.fgov.be
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
11
Als we dieper ingaan op de situatie qua vervoerswijzekeuze voor de sector van de sociale en beschutte werkplaatsen dan zien we vergekijkbare resultaten, behalve dan dat er wat minder gefietst wordt, wat meer gebruik gemaakt wordt van bus of tram en iets meer alleen met de wagen gereden wordt. Voor het overige liggen de resultaten in dezelfde lijn.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
12
Ondersteuningsmaatregelen Kennis Zowel de Vlaamse als de provinciale overheden en vervoersaanbieders bieden ondersteuning aan op het gebied van woon-werkverkeer. Het best gekend en gebruikt zijn de derdebetalersregelingen van NMBS en De Lijn. Opvallend is de discrepantie tussen de goede kennis van het Pendelfonds en het lage percentage dat er ook effectief gebruik van maakt. De modules uit het mobiliteitsconvenant zijn het slechts gekend en gebruikt.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
13
Via welke kanalen In de figuur hieronder vindt u de kanalen waarlangs de SE-bedrijven informatie verkregen over mogelijke ondersteuningsmaatregelen. Communicatie vanuit de Vlaamse Overheid scoort daarbij het best, gevolgd door het internet, SST en VOSEC.
Als we hierbij een kruisreferentie maken per werksoort krijgen we volgende resultaten te zien.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
14
communicatekanalen per werksoort 0
2
4
6
8
10
12
14
16
VOSEC Coopkracht FIETSenWERK KOMOSIE Koepel Lokale Diensteneconomie SST Vlaams Invoeg Platform (VIP) VLAB Vlaamse startcentra Andere SE-bedrijven Internet Communicatie vanuit de Vlaamse Overheid Communicatie vanuit de lokale overheid Communicatie vanuit de provinciale mobiliteitspunten Communicatie vanuit de provinciale overheid Andere Beschutte werkplaats
Inschakelingsonderneming (BHG)
Invoegbedrijf
Lokale diensteneconomie
Sociale werkplaats
Voor de werksoorten die niet opgenomen werden in de grafieklegende was de score minder dan 0.5 en dus verwaarloosbaar. Men kan duidelijk zien dat de koepels hun rol van communicatiekanaal naar de eigen achterban vervullen, maar dat het beter kan. Het valt op dat de bedrijven zelf aangeven dat ze hun informatie een beetje van overal krijgen, behalve van koepels doe specifiek op een andere werksoort gericht zijn.
Evaluatie ondersteuning De meerderheid van bedrijven die gebruik maken van een ondersteuningsmaatregel zijn ook tevreden over de samenwerking. Wel valt op dat vele SE-bedrijven terecht of onterecht aanvoelen dat een bepaalde maatregel voor hen niet van toepassing is. Tenslotte valt ook op dat ten aanzien van ondersteuning in het kader van het Pendelfonds 6% van de bedrijven dit als negatief tot zeer negatief ervaart.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
15
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
16
Nood aan extra ondersteuning De SE-bedrijven hebben een duidelijke nood aan financiële ondersteuning (43%). Toch moet ook gezegd worden dat een op de drie aangeeft dat er geen verdere ondersteuning nodig is. Infrastructurele maatregelen blijven voor bijna een op de drie respondenten nodig.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
17
4. Ervaren knelpunten 4.1. Survey Uit de conclusienota die werd opgesteld in het kader van de vorige opdracht voor VOSEC (NEXT tafels duurzame mobiliteit) werden reeds een aantal knelpunten naar voor geschoven. Deze werden getest in deze vragenlijst. Uit de resultaten blijkt dat vaardigheden van werknemers niet als knelpunt ervaren worden. Daarentegen zijn onderstaande de meest voorkomende knelpunten (aangegeven als knelpunt of belangrijk knelpunt) in dalende volgorde van belangrijkheid: •
Financiële beperkingen (51%)
•
Auto als statussymbool (26%)
•
Gebrekkige bereikbaarheid met het openbaar vervoer (25%)
•
Psychologische barrières (24%)
•
Verkeersveilligheid (15%)
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
18
Naast de eerder vermelde knelpunten namen we ook enkele algemenere knelpunten op in de vragenlijst. De respondenten werd gevraagd deze te rangschikken van 1 tot 5 met 1 als belangrijkste knelpunt. De knelpunten waarvan de frequentiebalk in het rood weergegeven wordt zijn dus de belangrijkste. Hierbij valt meteen op dat het probleem van onveilgheid (sociale veilgheid en/of verkeersveiligheid) als erg belangrijk wordt ervaren. Ook liggen vele SE-bedrijven wakker van de hoge parkingkost. Kwaliteit van OV, reistijd, bereikbaarheid en kost worden wel aangegeven als knelpunt maar niet als prioritair ervaren.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
19
4.2 Sector sociale en beschutte werkplaatsen Kijken we naar de ervaren knelpunten in de sector sociale en beschutte werkplaatsen dan valt onmiddellijk op dat vooral parkeergelegenheid, kostprijs van fietsvergoeding en collectief vervoer en verkeersonveiligheid het meest problematisch gevonden worden. (zie ook grafieken hieronder weergegeven per modus) Ook in de survey kwamen parkeeroproblemen en verkeersonveiligheid vaak voor in de antwoorden.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
20
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
21
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
22
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
23
5. Oplossingen 5.1 Survey We vroegen de respondenten ook naar welke maatregelen zij momenteel reeds aanbieden om werknemers aan te sporen tot een duurzamer mobiliteitsgedrag. Veruit het populairst zijn: •
Het aanbieden van een fietsvergoeding
•
Het geven van persoonlijk reisadvies
•
Het verspreiden van informatie over collectief vervoer
•
Het plaatsen van overdekte fietsenstallingen
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
24
Verspreidt u informatie naar uw werknemers omtrent carpoolen? Biedt u fietsonderhoud en/of fietsherstel aan aan de fietsende werknemers? Heeft u informatie verspreid over fietsroutes naar het werk? Werkt u samen met de lokale overheden op het vlak van (duurzame) mobiliteit? Past u de werkuren aan aan de uren van het openbaar vervoer om ze beter op elkaar af te… Biedt u fietsen aan voor dienstverplaatsingen? Pleegt u regelmatig overleg met de lokale overheden?
Ja
Betaalt u het abonnement voor het openbaar vervoer van uw werknemers voor 100% terug?
Nee Gepland
Zijn er douches en kleedruimtes aanwezig voor de werknemers die met de fiets naar het werk komen? Biedt u een vergoeding aan voor dienstverplaatsingen met de fiets? Zijn er overdekte fietsenstallingen aanwezig voor de werknemers? Verspreidt u informatie naar uw werknemers over het collectieve vervoer (openbaar vervoer en… Geeft u persoonlijk reisadvies voor het woonwerkverkeer aan uw individuele werknemers? Biedt u een fietsvergoeding aan voor het woonwerkverkeer? 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
25
Moeten uw werknemers betalen om gebruik te maken van de parking? Maakt u het aansluiten bij het carpoolen voor werknemers mogelijk via een centrale databank? Heeft u een vervoerscoördinator? Zijn er gereserveerde parkeerplaatsen voor carpoolers? Biedt u regenkledij aan aan de fietsende werknemers? Organiseert u een gegarandeerde thuisrit voor carpoolers? Biedt u fietsen aan voor woon-werkverkeer?
ja
Biedt u pendelfietsen aan aan het station voor uw werknemers?
nee gepland
Zet u educatieve sessies op rond verkeer en mobiliteit? Organiseert u collectief bedrijfsvervoer? Organiseert u zelf carpool voor uw werknemers? Overlegt u op regelmatige basis met de openbaar vervoersmaatschappijen? Verspreidt u informatie naar uw werknemers over het collectieve bedrijfsvervoer? Neemt u deel aan bestaande campagnes of zet u zelf campagnes op rond verkeer en mobiliteit? 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
5.2 Sector sociale en beschutte werkplaatsen Als we dieper ingaan op de sector van sociale en beschutte werkplaatsen dan zien we een redelijk gediversifieerd beeld.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
26
Figuur 1: Maatregelen voor fietsers
Bovenstaande figuur geeft een gevarieerd beeld. Er kan geen duidelijke conclusie getrokken worden dat enerzijds NACE 88.995 of reguliere sector meer of minder maatregelen nemen om het fietsen te stimuleren. Wat welt opvalt is dat de NACE 88.995 - sector voornamelijk investeert in infrastructurele maatregelen zoals overdekte fietsenstallingen, kleedruimtes en douches, en dat de reguliere sector voornamelijk investeert in terugbetaling woonwerkverkeer en diensverplaatsingen met de fiets. In de NACE 88.995 – sector valt verder op dat er zeer weinig fietsvergoedingen gegeven worden.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
27
Figuur 2: Maatregelen carpoolen
Bovenstaande figuur geeft duidelijk weer dat er weinig maatregelen ter bevordering van carpooling worden genomen. NACE 88.995 scoort hier wel duidelijk beter dan de reguliere sector. Binnen deze sector wordt dan ook door 7% van de werknemers gecarpoold in tegenstelling tot 4% in de reguliere sector.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
28
Figuur 3: Maatregelen collectief vervoer
Binnen de maatregelen voor collectief vervoer is het verschil tussen de NACE 88.995 -sector en de reguliere sector groot. 66% van de bedrijven in de reguliere sector neemt immers geen maatregelen voor collectief vervoer. De organisatie van collectief vervoer door de werkgever speelt een belangrijke rol binnen de NACE 88.995-sector. 36% van de vestigingen organiseert zelf collectief vervoer, tegenover 5% in de reguliere sector. Ook een overleg met de openbaar vervoersmaatschappijen wordt regelmatig opgezet door 32% van de NACE 88.995 -vestigingen ten aanzien van 5% van de bedrijven in de reguliere sector. De reguliere sector valt dan vaker terug op geven van extra vergoedingen aan de werknemers voor het gebruik van collectief vervoer.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
29
Figuur 4: Diverse maatregelen
In bovenstaande figuur worden alle andere maatregelen opgenomen die niet specifiek tot een vervoerswijze behoren. Deze figuur geeft aan dat 73% van de bedrijven in de reguliere sector geen diverse maatregelen nemen tegenover 44% van de NACE 88.995 - bedrijven. Diverse maatregelen die worden genomen door de NACE 88.995 - bedrijven kunnen voornamelijk geplaatst worden binnen overleg met betrokken actoren, zoals de lokale overheid, instanties voor mobiliteitsbeheer. Verder valt ook op dat de NACE 88.995 – bedrijven vaker kiezen voor een bedrijfsverhuizing dan de reguliere sector. Dit is erg belangrijk qua locatiebeleid en is dus een zeer positieve trend.
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
30
6. Succes van maatregelen ervaren door respondenten In de figuren hieronder geven we aan welke maatregelen door de respondenten het succesvolst werden bevonden.
100%
50%
0% Is het verspreiden van informatie over collectief bedrijfsvervoer een succesvolle maatregel? Is de organisatie van collectief bedrijfsvervoer een succesvolle maatregel? Is het zelf organiseren van carpool een succesvolle maatregel? Is het aanstellen van een vervoerscoördinator een succesvolle maatregel? Is het geven van persoonlijk reisadvies een succesvolle maatregel? Is het aanpassen van de werkuren aan het openbaar vervoer een succesvolle maatregel? Is het terugbetalen van het abonnement voor openbaar vervoer van uw werknemers voor 100% een succesvolle… Is het verspreiden van informatie over openbaar vervoer een succesvolle maatregel? Is het aanbieden van fietsen voor dienstverplaatsingen een succesvolle maatregel? Is het aanbieden van fietsvergoeding voor woon-werkverkeer een succesvolle maatregel? Is het deelnemen aan campagnes of het opzetten van campagnes rond verkeer en mobiliteit een succesvolle maatregel? Is het geven van educatieve sessies rond verkeer en mobiliteit een succesvolle maatregel?
helemaal niet succesvol niet succesvol neutraal succesvol heel succesvol
Is het aanbieden van pendelfietsen een succesvolle maatregel? Is het verspreiden van informatie over carpoolen een succesvolle maatregel?
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
31
100%
50%
0% Is het aanbieden van fietsen voor woon-werkverkeer een succesvolle maatregel? Is regelmatig overleg met de openbaar vervoersmaatschappijen een succesvolle maatregel? Is het aanbieden van een vergoeding voor dienstverplaatsingen met de fiets een succesvolle maatregel? Is overleg met lokale overheden een succesvolle maatregel? s het aanbieden van overdekte fietsenstallingen een succesvolle maatregel? Is opzetten van een centrale databank voor carpoolers een succesvolle maatregel?
helemaal niet succesvol
Is samenwerken met lokale overheden een succesvolle maatregel?
niet succesvol
Is het aanbieden van fietsherstel en/of -onderhoud een succesvolle maatregel? Is het reserveren van parkeerplaatsen voor carpoolers een succesvolle maatregel?
succesvol
neutraal
heel succesvol
Is het aanbieden van regenkledij een succesvolle maatregel? Is het organiseren van gegarandeerde thuisrit voor carpoolers een succesvolle maatregel? Is het geven van informatie over fietsroutes een succesvolle maatregel? Is het aanbieden van douches en kleedruimtes een succesvolle maatregel? Is het opzetten van een betaalparking voor uw werknemers een succesvolle maatregel?
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
32
7. Conclusies 7.1. Conclusies survey Vergelijking tussen succesvolle en genomen maatregelen Het is interessant om een vergelijking te maken tussen de maatregelen die het populairst zijn en de maatregelen die als succesvol ervaren worden. In de tabel hieronder vindt u telkens de 10 hoogst scorende maatregelen voor beide lijsten. Meest genomen maatregelen
Meest succesvolle maatregelen
aanbieden van een fietsvergoeding
Verspreiden van informatie over collectief bedrijfsvervoer
geven van persoonlijk reisadvies
Organisatie van collectief bedrijfsvervoer
verspreiden van informatie over collectief vervoer
Zelf organiseren van carpoolen
plaatsen van overdekte fietsenstallingen
Aanstellen van een vervoerscoördinator
aanbieden van een vergoeding voor dienstverplaatsingen met de fiets
Geven van persoonlijk reisadvies
Douches en kleedruimtes voor fietsers
Aanpassing van werkuren aan uren OV
Terugbetaling van OV-abo aan 100%
Terugbetaling van OV-abo aan 100%
Regelmatig overleg met lokale overheden
verspreiden van informatie over collectief vervoer
Aanbieden van fietsen voor dienstverplaatsingen
Aanbieden van fietsen voor dienstverplaatsingen
Aanpassing van werkuren aan uren OV
aanbieden van een fietsvergoeding
Wat meteen opvalt is de grote mate van overeenkomst tussen beide lijsten. Blijkbaar missen genomen maatregelen hun doel niet. Toch zijn er enkele belangrijke verschillen die aanleiding zouden kunnen geven tot verandering van de bestaande praktijk op het vlak van mobiliteitsmaatregelen. Hieronder lijsten we de verschillen even op: Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
33
•
Organisatie van eigen collectief bedrijfsvervoer wordt ervaren als een zeer succesvolle maatregel maar is niet terug te vinden in de lijst met populaire maatregelen. Dit kan waarschijnlijk verklaard worden door de hoge kostprijs van de maatregel. Het blijft wel een interessante piste.
•
Het organiseren van een eigen carpoolsysteem staat op de derde plaats als meest succesvolle maatregel maar slechts 15% van de respondenten past deze maatregel toe. Hier ligt duidelijk een kans.
•
Het aanstellen van een vervoerscoördinator wordt als succesvol ervaren maar slechts 8% van de respondenten heeft dit reeds gedaan. Uiteraard moet hierbij rekening gehouden worden met de schaal van de deelnemende bedrijven, hoewel de werklast die een dergelijke functie met zich meebrengt ook gevoelig gereduceerd kan worden door bestaande ondersteuningsinitiatieven zoals de Provinciale Mobiliteitspunten en dergelijke. Een vervoerscoördinator hoeft geen voltijdse, zelfs geen halftijdse bezigheid te zijn. Uiteraard zal de omvang van het takenpakket afhankelijk zijn van de grootte van het bedrijf, de mate waarin er beroep gedaan wordt op de vervoerscoördinator en hoe ver men wil gaan in het coördineren van het woon-werkverkeer. Enkele evidente taken (de meest essentiële bovenaan) voor een coördinator zouden zijn:
•
o
Woon-werkverkeergegevens verzamelen en centraliseren
o
Doorgeefluik voor informatie over openbaar vervoer (dienstregelingen, haltes, …), fietsroutes en staproutes (persoonlijk reisadvies)
o
Monitoren en rapporteren van succes van maatregelen
o
Aanspreekpunt zijn voor lokaal en bovenlokaal verkeersgerelateerd overleg.
o
Organiseren van of deelnemen aan campagnes en projecten die duurzaam woon-werkverkeer bevorderen
Het regelmatig overleggen met lokale overheden is een populaire maatregel maar wordt door een kwart van de respondenten als niet succesvol of helemaal niet succesvol ervaren. Hier ligt een duidelijke kans om dit overleg te ondersteunen en te verbeteren.
Bieden de maatregelen oplossingen voor de ervaren knelpunten? De meest ervaren knelpunten zijn: •
Financiële beperkingen (51%)
•
Auto als statussymbool (26%)
•
Gebrekkige bereikbaarheid met het openbaar vervoer (25%)
•
Psychologische barrières (24%)
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
34
•
Verkeersveilligheid (15%)
•
Sociale onveiligheid
•
Financiële kost voor werkgever voor parking en fietsvergoeding
De SE-sector doet duidelijk een inspanning om de financiële druk op haar werknemers te verlichten. In de lijst van populaire maatregelen vinden we de fietsvergoeding terug, de terugbetaling van abonnementen, het vergoeden van dienstverplaatsingen, enz… De derdebetalerssystemen van De Lijn en NMBS zijn ook goed gekend. Deze vergoedingen verleggen de financiële druk naar de werkgevers en dit is niet altijd evident. Dat blijkt uit het feit dat werkgevers aangeven dat de kost van een fietsvergoeding een belangrijk knelpunt is. Ook de gebrekkige bereikbaarheid met het openbaar vervoer wordt gecounterd door inspanningen van de sector op vlak van het aanpassen van de werkuren en het verspreiden van informatie. Toch blijft het een belangrijk knelpunt, ook op vlak van sociale onveiligheid. De sector kan veel meer inspanningen doen rond het doorbreken van psychologische barrières en het statuut van de auto als statussymbool. Hoewel beide knelpunten als zeer belangrijk ervaren worden, zijn het organiseren of deelnemen aan campagnes en het opzetten van educatieve sessies absoluut niet populair bij de respondenten. Hier ligt dus een duidelijk verbeterpunt.
7.2 Conclusies sector sociale en beschutte werkplaatsen Er zijn heel wat gelijkenissen maar toch ook heel wat verschillen tussen de reguliere sector en de sociale economiesector wat betreft het mobiliteitsprofiel. Beide sectoren kennen hun eigen problemen en manieren om hiermee om te gaan. Algemeen Werknemers van sociale en beschutte werkplaatsen leggen in Vlaanderen gemiddeld 8.3km af naar het werk, voor hun collega’s uit de reguliere sector is dat meer, nl. 15.4km. Daarbij maken ze meer dan gemiddeld gebruik van duurzame vervoersmiddelen (66% t.o.v. 33%). We zien vooral een hoger percentage bij het openbaar vervoer (27%) en het collectief vervoer (9%). Voor verplaatsingen te voet of met de fiets is de situatie van sociale en beschutte werkplaatsen vergelijkbaar met de Vlaamse gemiddelden over alle bedrijven. De bereikbaarheid van sociale en beschutte werkplaatsen is niet slechter of beter dan die van een gemiddeld Vlaams bedrijf. Enkel voor de bereikbaarheid via de trein scoren ze slechter. Als we kijken naar de parkeercapaciteit is er vooral een capaciteitsprobleem bij de motor- en bromfietsenstallingen en de fietsenstallingen. Daar doen ze het slechter dan een gemiddeld Vlaams bedrijf. Reeds genomen maatregelen Fietsers Het valt op dat sociale en beschutte werkplaatsen voornamelijk investeren in infrastructurele maatregelen zoals fietsenstallingen, kleedruimtes en douches. De reguliere sector tracht het fietsen vooral te stimuleren via financiële stimuli zoals de fietsvergoeding en het terugbetalen van dienstverplaatsingen met de fiets. De sociale en beschutte werkplaatsen betalen slechts Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
35
zelden een fietsvergoeding uit. Dit cijfer zal stijgen als de nieuwe CAO van kracht wordt. Daarin wordt het geven van een fietsvergoeding verplicht. Carpoolen In sociale en beschutte werkplaatsen wordt er duidelijk ingezet op carpoolen. Dit beleid heeft ook een duidelijk succes. Er wordt meer dan gemiddeld gecarpoold (7% t.o.v. 4%). Toch moet ook gezegd dat 2/3 van de ondernemingen geen enkele maatregel neemt ter bevordering van het carpoolen. Gezien het relatieve succes van relatief eenvoudige maatregelen zoals informatie verspreiden, het organiseren van het carpoolen e.a. is het vreemd dat niet meer ondernemingen een zelfde beleid voeren. Collectief vervoer De sociale en beschutte werkplaatsen doen het hier opmerkelijk beter dan de reguliere sector. 36% van de ondernemingen organiseert eigen collectief vervoer (5% reguliere sector), 35% verspreidt informatie over het openbaar vervoer (9% reguliere sector) en 32% organiseert regelmatig overleg met openbaar vervoersmaatschappijen (5% reguliere sector). Frappant is dat de reguliere sector het beter doet qua het geven van een extra vergoeding (21% t.o.v. 14% in sociale en beschutte werkplaatsen). Diverse De sector sociale en beschutte werkplaatsen kent een overlegcultuur. Vaker dan een gemiddeld Vlaams bedrijf pleegt men regelmatig overleg met lokale overheden (18% t.o.v. 9%) of werkt men samen met lokale of gewestelijke instanties voor mobiliteitsbeheer (24% t.o.v. 7%). Leuk detail is verder dat sociale en beschutte werkplaatsen vaker blijken te kiezen voor een bedrijfsverhuizing om hun mobiliteitsproblemen op te lossen. Locatiebeleid is de hoeksteen van een duurzaam mobiliteitsbeleid en dat heeft de sector blijkbaar beter begrepen dan de reguliere sector. Gerapporteerde problemen Gebrek aan parkeerplaatsen en gevaarlijk verkeer zijn de meest gehoorde problemen bij de sociale en beschutte werkplaatsen. Voor bedrijven uit de reguliere sector is congestie een grote spelbreker. Specifiek voor het collectief vervoer klagen zowel de reguliere sector als de sociale en beschutte werkplaatsen de onaangepaste dienstregeling van het openbaar vervoer aan. Verder is de kostprijs van collectief vervoer een belangrijk aandachtspunt voor de sociale en beschutte werkplaatsen. Vreemd is dat niet als je weet dat sociale en beschutte werkplaatsen vaak zelf instaan voor collectief vervoer. Opmerkelijk is dat de sociale en beschutte werkplaatsen duidelijk aangeven dat ze zich niet kunnen terugvinden in de antwoordcategorieën voor collectief vervoer. (27% antwoordt andere). De werknemers hebben er dus met andere problemen te kampen. Een andere, meer aangepaste benadering, lijkt dan ook noodzakelijk. Potentiële maatregelen De populairste potentiële maatregelen zijn:
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
36
•
Verbeteren van fietsinfrastructuur (25%)
•
Ter beschikking stellen van fietsen voor dienstverplaatsingen (17%)
•
Verspreiding van info over carpool (14%)
•
Organiseren van een carpoolsysteem (13%)
•
Aanbieden van een gegarandeerde thuisrit (10%)
•
Verspreiden van informatie over collectief vervoer (50%)
•
Regelmatig overleg met openbaar vervoersmaatschappijen (39%)
•
Regelmatig overleg met lokale overheden (38%)
•
Verspreiden van informatie over alternatieven voor autogebruik (32%
•
Samenwerking met gewestelijk en lokale instanties voor mobiliteitsbeheer (27%)
•
Samenwerking met andere bedrijven of Kamer van Koophandel (19%)
Conclusienota survey duurzame mobiliteit in de sociale economie Mobiel 21 vzw©, 2010
37