[ Bijeenkomst CEB Lettele] Dinsdag 28 januari 2014 Peter Coppens (belastingadviseur) Remie Fiscaal Juridisch Bedrijfseconomisch Adviesbureau www.remie.nl
Wat staat er op het (keuze-)menu ? 1. Successiewet (Schenk- en Erfbelasting)
2. Huwelijksvermogensrecht 3. Omzetbelasting 4. Inkomstenbelasting
5. Vennootschapsbelasting (BV’s)
Successiewet (Schenk- en Erfbelasting)
1. Bedrijfsopvolgingsfaciliteit zéér ruime, voorwaardelijke vrijstelling 2. Tijdelijke verruiming schenkingsvrijstelling (Belastingplan 2014, afbouw hypotheekschulden)
3. Overdracht woning aan kinderen voordelig?
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) • Vanaf 1 januari 2010: bijna 100% vrijstelling • RB Breda september 2012: BOF discrimineert • Wat met ‘bijna’ ondernemingsvermogen ? - exploitatie van onroerende zaken - voormalig/toekomstig ondernemingsvermogen
• Conclusie Advocaat Generaal: BOF gaat te ver! • Hoge Raad (nov 2013): BOF gaat niet te ver • HvJ EU? / toekomst NL: BOF alsnog beperkt?
Tijdelijk verhoogde vrijstelling voor de schenkbelasting (€ 100.000) •
• • • •
Moet verband houden met eigen woning of eigenwoning-schuld van de ontvanger Niet beperkt tot familieverhoudingen Géén leeftijdsgrens Wél rekening houden met eerder gebruikte hoge vrijstellingen ouders-kinderen Let op bij verkoop van een woning en vervolgens kwijtschelding op de koopsom
Overdracht ouderlijke woning (met voorbehoud recht van bewoning) • Niet voordelig voor de inkomstenbelasting (2x Box 3 in plaats van één eigen woning in Box 1)
• Werkt (dus) ook nadelig voor AWBZ • Overdrachtsbelasting (wel 2% tarief) • Nadelig voor de erfbelasting (woning wordt alsnog tot de nalatenschap gerekend voor de erfbelasting)
Huwelijksvermogensrecht 1. Introductie vergoedingsrechten in plaats van nominale vorderingen (‘beleggingsleer’) met ingang van 1 januari 2012
2. Gevolgen van het niet (jaarlijks) uitwerken van een periodiek verrekenbeding
Wettelijke gemeenschap van goederen Schenkingen of erfenissen onder de uitsluitingsclausule
Schenkingen of erfenissen onder de uitsluitingsclausule HUWELIJK OF GEREGISTREERD PARTNERSCHAP
SUSAN
JAN
Vermogen van Jan
WETTELIJKE GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN
Vermogen van Susan
Vergoedingsrechten (‘beleggingsleer’) Persoonlijk vermogen van Jan
Persoonlijk vermogen van Susan
HUWELIJKSE VOORWAARDEN
Gemeenschappelijk vermogen (beperkt)
Vermogen (geld) van Jan
Eigen woning
tot 2012: nominaal v.a. 2012: beleggingsleer
Vergoedingsrechten (‘beleggingsleer’) Persoonlijk vermogen van Jan
Onderneming
HUWELIJKSE VOORWAARDEN
Persoonlijk vermogen van Susan
Gemeenschappelijk vermogen (beperkt)
Vermogen (geld) van Susan
Verhaalsmogelijkheden crediteuren Persoonlijk vermogen van Jan
Onderneming
Schuldeisers van Jan
HUWELIJKSE VOORWAARDEN
Gemeenschappelijk vermogen
Persoonlijk vermogen van Susan
Eigen woning
Wettelijke gemeenschap van goederen Vermogen van Jan
HUWELIJK (boedelmenging)
Vermogen van Susan
WETTELIJKE GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN
Vermogen van Jan
ECHTSCHEIDING
(verdeling)
Vermogen van Susan
Periodieke verrekening (overschot) Inkomen van Jan
Inkomen van Susan
Kosten van de gezamenlijke huishouding ‘Onverteerde’ (ook wel: ‘overgespaarde’) inkomsten
Persoonlijk vermogen van Jan
50%
50%
Persoonlijk vermogen van Susan
Periodieke verrekening (tekort) Inkomen van Jan
Inkomen van Susan
Kosten van de gezamenlijke huishouding ‘Inkomenstekort’ (kosten gez. huishouding > inkomen)
Persoonlijk vermogen van Jan
x%
Te dragen naar rato van ieders vermogen
y%
Persoonlijk vermogen van Susan
Periodieke verrekening (1x niet) Inkomen van Jan
Inkomen van Susan
Kosten van de gezamenlijke huishouding ‘Onverteerde’ (ook wel: ‘overgespaarde’) inkomsten
Persoonlijk vermogen van Jan
Te verrekenen vermogen
Persoonlijk vermogen van Susan
Periodieke verrekening (lang niet) Inkomen van Jan
Inkomen van Susan
Kosten van de gezamenlijke huishouding ‘Onverteerde’ (ook wel: ‘overgespaarde’) inkomsten
Persoonlijk vermogen van Jan
Nog te verrekenen vermogen (overgespaarde inkomsten) wordt geïnvesteerd/belegd beleggingsleer
Persoonlijk vermogen van Susan
Géén periodieke verrekening Inkomen van Jan
Inkomen van Susan
Kosten van de gezamenlijke huishouding ‘Onverteerde’ (ook wel: ‘overgespaarde’) inkomsten
Het totale vermogen wordt gezien als Persoonlijk Persoonlijk ‘nog te verrekenen vermogen’ vermogen van vermogen van Jan Susan (dus alsnog verrekenen alsof gemeenschap van goederen)
Omzetbelasting (BTW) 1. Afschaffing integratieheffing m.i.v. 2014 2. Afschaffing verleggingsregel bij optie BTWbelaste levering van onroerende zaak 3. Ontwikkelingen rondom begrip ‘bouwterrein’ 4. Intracommunautaire transacties (binnen EU) in samenhang met de landbouwregeling
Integratieheffing (tot 1 januari 2014) Integratieheffing voor vrijgestelde ondernemers (bijv. landbouwer onder landbouwvrijstelling) Integratieheffing:
Nieuw gebouw (bijv. een stal)
ondergrond
BTW afdragen over totale bouwkosten inclusief ondergrond NB: aftrek BTW op bouwkosten Per saldo dus BTW over ondergrond
Moment van in gebruik nemen opteren reguliere BTW-heffing • Het moment van in gebruik nemen was van belang voor de integratieheffing • Het moment van in gebruik nemen is nog steeds van belang bij opteren voor BTW • Opteren voor BTW voor in gebruik nemen, anders herziening (10 jaar) i.p.v. aftrek ineens • Onderscheid nieuwbouw/verbouw
Verkoop (nieuw) gebouw binnen 10 jaar na in gebruik nemen • Binnen twee jaar na in gebruik nemen: verplicht leveren met BTW, géén herziening • Meer dan 2 jaar na ingebruik neming: volgens hoofdregel géén BTW, dus herziening • Optie belaste BTW: géén herziening voorwaarde: koper meer dan 90% in BTW • Let op: wat als koper achteraf niet voldoet
Begrip ‘bouwterrein’ in de BTW • Nederlandse wetgeving: duidelijke criteria - bouwrijp gemaakt - bouwvergunning afgegeven - ‘nieuw’ onroerend goed (binnen 2 jaar) • Europese richtlijnen en rechtspraak: - bestaand onroerend goed wordt gesloopt - bedoeling van de koper is mede van belang - ook van belang voor overdrachtsbelasting
Intracommunautaire transacties (goederen- en dienstenverkeer binnen de EU) Uitgangspunt: Systeem:
Controle:
BTW-heffing in bestemmingsland goederen/diensten zoveel mogelijk zonder BTW de grens over - leverancier past 0% tarief toe - afnemer ‘meldt aan’ (verwerving) intracommunautaire prestaties afzonderlijk melden (‘listings’)
Intracommunautaire transacties (goederen- en dienstenverkeer binnen de EU)
Het ‘systeem’ van de intracommunautaire transacties werkt alleen goed bij ‘regulier belaste’ ondernemers BTW in kostprijs
Problemen bij landbouwvrijstelling:
prijs (exclusief BTW)
-
Er staat géén BTW op factuur (prijs is inclusief) ‘aftrek’ BTW via landbouwforfait (5,4%) werkt alleen in binnenlandse verhoudingen vanaf 2010: teruggaaf via eigen belastingdienst DL-belastingdienst wijst verzoeken af
Intracommunautaire transacties (goederen- en dienstenverkeer binnen de EU) Goederen verkeer NL – DL (en omgekeerd) Als de NL-leverancier onder landbouwregeling valt: - vanuit NL bij voorkeur via BTW-belaste ondernemer - gebruikte machines bij voorkeur via marge-regeling Als NL-afnemer onder landbouwvrijstelling valt - belaste verwerving (BTW-afdragen, NB: drempel ) - DL landbouwforfait (10,7%) staat wél op de factuur
Inkomstenbelasting 1. Investeringsregelingen (EIA – MIA – VAMIL) 2. Herwaardering cultuurgronden met het oog op eventuele afschaffing landbouwvrijstelling 3. Verdere aftrekbeperking rente eigen woning
Energie-investeringsaftrek (EIA) • Fiscale maatregel ter bevordering van investeringen in niet gebruikte (nieuwe) bedrijfsmiddelen, die in het belang zijn van doelmatig gebruik van energie – Energiebesparende bedrijfsmiddelen – Duurzame energie
• Directe aftrekpost
Percentage aftrek (EIA) • Vast percentage van 41,5% (2014) • Investering bij samenwerkingsverband optellen – Geen gevolg door (hoog) maximumbedrag
• Maximum – Ondernemer géén samenwerkingsverband • Maximum € 118.000.000,--
– Ondernemer wel samenwerkingsverband • Maximum € 118.000.000,-- * ( deel vennoot / totaal SWV)
Milieu-investeringsaftrek (MIA) • Fiscale maatregel ter bevordering van investeringen in niet gebruikte (nieuwe) milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen vooral: ‘Groen Label’-stallen of -kassen • Directe aftrekpost
Percentage aftrek (MIA) • Percentage afhankelijk van categorie – Categorie 1: 36% (2014) – Categorie 2: 27% (2014) – Categorie 3: 13,5% (2014)
• Investering bij samenwerkingsverband optellen – Geen gevolg door maximum
Aanspraak EIA/MIA • Ondernemer • Bedrijfsmiddel moet tot ondernemingsvermogen behoren • Aangewezen als energie/milieu-investering • Niet eerder gebruikt bedrijfsmiddel • Investering minimaal € 2.500,-- (2014) • Verplichting/voortbrengingskosten aanmelden • Kiezen in aangifte
Moment van claimen EIA/MIA • De hoogte van de investeringsaftrek wordt bepaald in het jaar van investeren, het jaar van in aftrek nemen kan later zijn – In gebruik genomen • Volledige aftrek claimen
– Niet in gebruik genomen • Aftrek claimen voor bedrag dat is betaald • Restant doorschuiven naar volgend jaar! – Let op termijn van drie jaar
Aanmelden bij Agentschap • Binnen termijn van 3 maanden na: – Aangaan van verplichtingen – Kalenderkwartaal volgend op dat waarin kosten zijn gemaakt
• Tenaamstelling samenwerkingsverband – “Handelt namens samenwerkingsverband”
Vrije afschrijving (VAMIL) • • • • •
Ondernemer Verplichting/voortbrengingskosten aanmelden Niet eerder gebruikt (nieuw) bedrijfsmiddel Aangewezen als milieu-investering Kiezen in aangifte
Willekeurige afschrijving • 2011 – 2014 – 75% willekeurig afschrijven – 25% regulier afschrijven
• Géén rekening houden met restwaarde • Afschrijving gedurende economische levensduur • Let op: horizonbepaling (1 januari 2019)
Voordelen VAMIL • Winst verlagen (flexibel, dus ‘maatwerk’) • Verlies creëren voor carry back – Let op verlies heffingskortingen
• Verlies creëren met oog op inbreng B.V. – Salaris uit de B.V. ‘opvangen’ met verlies
• Verlies creëren met oog op staking – Inkomsten zoals bijvoorbeeld AOW/Lijfrente compenseren
VAMIL bij verhuursituaties • VAMIL cumuleert vaak met MIA (samenloop) • MIA bij verhuur toegestaan dus VAMIL ook • Samenloop van EIA, MIA en VAMIL mogelijk bij sanering asbestdaken in combinatie met het plaatsen van zonnepanelen • Met ingang van 2014 ook voor bedrijfsmatige verhuurders van woonruimte
VAMIL/MIA samenwerkingsverband • Uitgangspunt: ondernemer “verkoopt” fiscaal voordeel aan investeerder – Stap 1: SWV tussen ondernemer en investeerder • Inleg liquide middelen
– Stap 2: Investeren in stal (Groen Label) • Investeerder willekeurig afschrijven creëren verlies
– Stap 3: Overdracht stal aan ondernemer
• Minimaal 3 jaar samenwerkingsverband
Herwaardering cultuurgronden • • • •
Afschaffing landbouwvrijstelling ? (sept 2010) ‘Stelselwijziging’ vooralsnog niet geaccepteerd Wél herwaarderen bij aangaan SWV (mts/VOF) Ook bij inbreng grond in een bestaand SWV in i.c.m. wijziging gerechtigdheid (stakingswinst) • Let op bij aanwezigheid pachtersvoordelen • Let op bij afgeboekte herinvesteringsreserve
Beperking aftrek hypotheekrente • • • • • • •
Maximaal 30 jaar aftrek (ingevoerd in 2001) Imputatie uitkering Kapitaalverzekering EW Bijleenregeling (overwaarde bij verkoop) Kapitaalverz EW niet meer mogelijk (2013) Verplicht annuïtair aflossen (m.i.v. 2013) Afbouw tarief voor aftrekpost Eigen Woning En verder? Aftopping? Afschaffing?
Vennootschapsbelasting (BV’s) 1. Objectvrijstelling ingevoerd vanaf 2012 (BV’s met een ‘vestiging’ in het buitenland) 2. Pensioenopbouw in eigen beheer bij de BV (samenhang met uitkeringstoets Flex-BV) 3. Inkomsten uit Aanmerkelijk belang (is eigenlijk iets uit de inkomstenbelasting, tarief in 2014 verlaagd van 25% naar 22%)