Leerplaatsprofiel Instelling Locatie Afdeling
: : :
Leerplaatsprofiel september 2013
Gelre ziekenhuizen Apeldoorn/Zutphen A4 cardiologie
1
LEERPLAATSPROFIEL op INSTELLINGSNIVEAU Gelre ziekenhuizen Adres: Gelre ziekenhuizen Apeldoorn Postbus 9014 7300 DS Apeldoorn 1. Algemene doelstelling
Gelre ziekenhuizen Zutphen Postbus 9020 7200 GZ Zutphen
Gelre ziekenhuizen is een algemeen ziekenhuis, intramuraal. Het ziekenhuis heeft als doel: Het bieden van hoogwaardige, medisch specialistische diagnostiek, behandeling en zorg aan patiënten in hun eigen leefomgeving. Patiënten beleven de zorg als veilig, betrouwbaar en deskundig en worden in een patiëntvriendelijke sfeer opgevangen. De kernwaarden voor de identiteit van Gelre zijn: deskundig, betrokken, bereikbaar en behulpzaam. Voor meer algemene informatie over het ziekenhuis: www.gelreziekenhuizen.nl 2. M
i
s
s
i
e
e
n
v
i
s
i
e
Wij willen mensen helpen door de zorg te verlenen die nodig is om van een ziekte te herstellen of de gevolgen daarvan te verlichten. Wij streven daarbij voortdurend naar verbetering en innovatie, ook door opleiding en onderzoek een prominente plaats te geven. Dat willen wij bovendien doen op een manier waarbij mensen zodanig tegemoet worden getreden, dat zij ook anderen zullen aanbevelen om van onze zorg gebruik te maken. Daarmee zijn wij in de regio Apeldoorn - Zutphen voor patiënten die niet in de positie verkeren om te kunnen kiezen, niet het onontkóómbare ziekenhuis, maar voor hen en alle overige patiënten het gewénste ziekenhuis. 3. Leeftijdscategorie van de zorgvragers Alle leeftijdscategorieën. 4. Overzicht van de verschillende soorten afdelingen / zorgcategorieën Interne Geneeskunde, Longziekten, Cardiologie, Neurologie, Chirurgie & Orthopedie, Oogheelkunde, Keel/Neus/Oorheelkunde, Plastische Chirurgie, Kaakchirurgie, Dermatologie, Reumatologie, Geriatrie Gynaecologie & Verloskunde/gezinsgerichte zorg, Kind & Jeugd, Intensive Care, Oncologie, Dag/Spoed verpleging, spoedeisende hulp (SEH), Dialyse, Psychiatrie (RGC). 5. Uitgangspunten begeleiding Visie op leren en begeleiden Zoals in de zorgverlening sprake is van belevingsgerichte zorg, waarin beleving en behoefte van de patiënt centraal staan, zo ontwikkelt het onderwijs zich richting competentiegericht onderwijs en competentiegericht leren. Hierbij staat de behoefte van de student centraal. De grenzen daarbij worden bepaald door goede en verantwoorde beroepsuitoefening waarbij veiligheid van de patiënt voorop staat. Dit laatste is ter beoordeling aan de werkbegeleiders in de praktijk. Competentiegericht leren 1) Het competentie gericht leren doet naast de theoretische basis die binnen-schools wordt gelegd, meer recht aan het leren in de praktijk, dus leren op de werkplek. Het leren zelf vindt plaats door interactie en samenwerking. Hier zijn betrokkenheid, behulpzaamheid, deskundigheid en bereikbaarheid voorwaarden voor samenwerking. Dit krijgt vorm door continue communicatie tussen student en werkbegeleider waar zij beiden verantwoordelijkheid in hebben. Dit vergt van beide een actieve rol. 2) De student is hierbij zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces, dit betekent aangeven van leerbehoefte en leerdoelen, actief vorm geven aan ‘leren op de afdeling’ en daarbij het evalueren van het geleerde en het leerproces. Hierbij zijn grenzen aangeven essentieel. Belangrijk daarbij is zelfsturing, kennis van eigen leerstijl en reflectie op beroepsmatig handelen.Uitgangspunt is daarbij de afdeling die de context is voor het leren van de student. 3) De werkbegeleider is verantwoordelijk voor de begeleiding. Hij/zij coacht de student in het behalen van zijn/haar leerdoelen en in het leren/leren. Uitgangspunt hierbij is de leerstijl van zowel de werkbegeleider als de student. De werkbegeleider heeft een signalerende rol, waarin hij/zij door middel van feedback de student handvatten biedt om te kunnen leren. 4) Kenmerken voor een leerklimaat op een afdeling zijn:
Leerplaatsprofiel september 2013
2
1. 2. 3. 4. 5. 6.
openheid respect veiligheid reflectie feedback ruimte om te leren
6. Organisatie van begeleiding Introductie Bij aanvang van de stage vindt een groeps- of individuele introductie plaats, door een docent verpleegkunde. Nadien is er kennismaking met de desbetreffende afdeling waar de stage plaatsvindt dan wel gewerkt gaat worden. Rollen en taken t.a.v. begeleiding voor de formatieve Topklinische Opleiding Verpleegkundige Niveau 4 ( zie de Gelre opleidings gids ) en waar van toepassing voor de bovenformatieve studenten niveau 4 en 5. 1. Student: Jij als student staat centraal. Je zult geleidelijk aan steeds meer zelf de regie gaan voeren over je leerproces. In het begin van je opleiding vindt intensieve begeleiding in de beroepspraktijk en op school plaats. Aan het einde van je opleiding zal je eraan gewend zijn zelfstandig keuzes te maken die passen bij jouw opleidingsroute en die aansluiten bij jouw leerstijl. Taken: Is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces door: Een goedgekeurd POP en PAP de In de 2 week plant student samen met WB en docent verpleegkunde het introductiegesprek en bespreekt POP en PAP op haalbaarheid afdelingsniveau en past (zonodig) nadien het PAP hierop aan. In overleg met docent verpleegkunde kan het POP waar nodig worden aangepast Formuleren van leerdoelen SMART Reflecteren vlg. de STARRT-methode o.a op werkhouding, leerhouding en beroepshouding Neemt het initiatief tot het plannen van (beoordelings-) gesprekken: opdracht terugblikken en vooruitkijken en assessment Afspraken maken en nakomen Grenzen aangeven t.a.v opleidingseisen Competenties/leerdoelen aangeven en hierop evalueren Zorgdragen voor regelmatige terugkoppeling tijdens de dienst t.a.v. patiëntenzorg en leerproces Feedback ontvangen en geven Problemen signaleren en bespreekbaar maken met WB, docent verpleegkunde, groepscoach
Zorgdragen voor eigen verslaglegging + handtekeningen van beroepsmatig handelen en inhoud Prove2Move boeken
2. Docent verpleegkunde van de afdeling De docent verpleegkunde is vakinhoudelijk bekend met het specialisme en betrokken bij het leerproces/ ontwikkeling van de student. Aan iedere verpleegafdeling is een docent verpleegkunde verbonden en die is verantwoordelijk voor coaching en training van werkbegeleiders. Taken: Is objectief en onafhankelijk als aanspreekpunt Observeert en toets het leerklimaat, de omgeving en condities op de zorgeenheid en geeft op grond hiervan gevraagde en ongevraagde adviezen Is verantwoordelijk voor het controleren van de kwaliteit van opleiden op afdelingsniveau Is verantwoordelijk samen met de WB voor de integratie theorie/praktijk Heeft een ondersteunende rol naar werkbegeleiders bij de begeleiding van de studenten met als doel de deskundigheid van de werkbegeleiders te bevorderen Als de werkbegeleider en/of student over het begeleiden of leren onduidelijkheden of problemen tegenkomen, kunnen zij de opleider raadplegen en zonodig om ondersteuning vragen
Leerplaatsprofiel september 2013
3
Is verantwoordelijk voor het up-to-date houden van opleidingsinformatie op de afdeling Is aanwezig bij introductie- en beoordelingsgesprekken. Deskundigheidsbevordering van de WB Geeft ondersteuning/feedback bij het formuleren van leerdoelen (SMART) en maken van POP en PAP de Beoordeelt het POP en het PAP, dit is gedaan voor de 2 week dat de stage op de afdeling is begonnen (voor het introductiegesprek) Onderhoudt contact met de LTB over de voortgang van het leerproces bij bijzonderheden Coacht gevraagd/ongevraagd op aandachtspunten tijdens de leerperiode. Coacht WB op zijn taken tav begeleiding van de student (zie taken WB) De docent verpleegkunde speelt in op de leerstijl van de student en stimuleert de student gebruik te maken van de verschillende leerstijlen. De docent verpleegkunde biedt WB ondersteuning in het inspelen op de leerstijl van een student De docent verpleegkunde biedt de student ondersteuning in het reflecteren vlg. STARRT en formuleren van leerdoelen vlg. SMART Borging van leerproces op de inhoud door sturing/coaching van WB (gebruikmakend van WBtraject) Ziet toe op juiste toetsing/objectiviteit van praktijkopdrachten/Proeves Is aanwezig bij beoordelingsgesprekken en houdt toezicht op juiste gang van zaken bij afnemen proeve terugblikken en vooruitkijken (T&V) Neemt Assessment af nav afgeronde proeves, gekoppeld aan T&V Bijzonderheden van een student worden besproken met LTBer en groepscoach /docent school Verantwoordelijk voor archivering vanuit de praktijk Administratieve handelingen: o.a. wijzigingsformulier invullen
3. BPV- werkbegeleider (WB): De BPV-werkbegeleider (WB) is degene die jou op de werkvloer begeleidt bij het opdoen van zoveel mogelijk leerervaringen. Je krijgt per afdeling tenminste te maken met twee WB-ers. Taken: Iedere verpleegkundige kan werkbegeleider zijn (zie taakfunctieomschrijving verpleegkundige) Coacht de student bij zijn ontwikkeling van zijn beroepspraktijkvorming (BPV) Kan gestalte geven aan een krachtige leeromgeving ste Ontvangt en introduceert de student op de 1 stagedag de Houdt in de 2 week het introductiegesprek en bespreekt POP en PAP op haalbaarheid afdelingsniveau, zonodig past student PAP daarop aan. Begeleiden van de student om PAP afdelingsspecifiek te maken De WB speelt in op de leerstijl van de student en stimuleert de student gebruik te maken van de verschillende leerstijlen met als resultaat dat het leerproces volledig wordt doorlopen Geeft evt. ondersteuning bij het formuleren van leerdoelen (SMART) Stimuleren tot (zelf) reflecteren vlg. de STARRT-methode Kan op adequate wijze het leerproces van de stagiaire zowel mondeling als schriftelijk weergeven Kan feedback geven en ontvangen vlg. de regels van feedback Verantwoordelijk voor “eigen” dossiervorming in geval dat student dit niet of te weinig doet, bespreekt dit met opleider Begeleiden bij het aanleren van beroepscompetenties/Prove2Move of anders Toetst beroepscompetenties vlg. Prove2Move of anders Begeleiden bij het ontwikkelen van een beroepshouding Is medeverantwoordelijk t.a.v. het plaatsvinden van beoordelingen. Afdelingshoofd is eindverantwoordelijk Evalueren/beoordelen van het leerproces tussentijds en aan het einde van een stage (met gebruikmaking van T&V of anders) Indien gewenst vraagt WB ondersteuning aan opleider (deskundigheidsbevordering) Heeft een voorbeeldfunctie t.a.v. het verpleegkundig beroep
Leerplaatsprofiel september 2013
4
4.
Aandachtspersoon voor studenten t.a.v. leersituaties b.v.: leerklimaat, veiligheid, vertrouwen Gelre ziekenhuizen
Taken: iemand waar de student terecht kan als zij zich (tijdelijk) niet (meer) veilig voelt op de afdeling en met iemand hierover wil praten die bereid is objectief naar het verhaal te luisteren. iemand die voor de student wil opkomen waar zij het zelf niet (meer) durft of kan. de dialoog met de student en de afdeling (medewerker/begeleider) aangaan, met als doel : de ontstane problemen te bespreken en te verhelderen; zodanig dat beide partijen zich heus bejegend voelen. Naam: Mw. R. Janssen tel: 0575 – 592738 (intern 2738) of 06 – 29087485 (verkort 5112) e-mail:
[email protected] Ad: In Gelre ziekenhuizen zijn er ook vertrouwenspersonen voor werknemers (zie intranetsite). Dit zijn voor Zutphen mw. M. Bakker en in Apeldoorn mw. G. Wijnhoud, Gelre breed mw. R. Klein Koerkamp (06-51614154 of 5402).
7. Overige informatie Er zijn opdrachten geschreven door Gelre ziekenhuizen deze krijg je van de docent verpleegkunde van je afdeling bij aanvang van je stage uitgereikt. Indien van toepassing maken deze opdrachten deel uit van je beoordeling. Deze opdrachten zijn zowel voor de formatieve en bovenformatieve studenten. . Het gaat om: 1) Opdracht: klinisch redeneren 2) Opdracht: orale medicatie 3) Opdracht: rekentoets 4) Opdracht: intraveneuze medicatie 5) Opdracht: visite lopen Indien een onderzoek of enquête/interview uitgevoerd bij een groep patiënten onderdeel uitmaakt van je opleiding, dien je dit eerst te bespreken met de docent verpleegkunde van je afdeling. Beoordelen Binnen de stageperiode zijn er voor formatieve studenten twee beoordelings-momenten T&V. Voor de bovenformatieve student gelden de regels van de onderwijsinstelling (meestal zijn er twee beoordelingsmomenten, één halverwege en één aan het eind van de stage). Van de beoordeling vindt schriftelijke verslaglegging plaats door de student en de werkbegeleiders met een handtekening en vermelding van datum en naam. De student zorgt ervoor dat de werkbegeleider en hij/zij zelf zich een week van tevoren middels het daarvoor bestemde formulier schriftelijk voorbereiden op de beoordeling (dit onafhankelijk van elkaar). Bij formatieve studenten is de werkbegeleider eindverantwoordelijk t.a.v. de verslaglegging. De beoordeling wordt door de docent verpleegkunde toegevoegd aan het digitaal studentendossier. Aanwezigheid leermiddelen: Bibliotheek in beide locatie Specifieke boeken op iedere verpleegafdeling Intranet en internet Digitale protocollen via intranet
Leerplaatsprofiel september 2013
5
Inhoudsopgave: Leerplaatsprofiel op afdelingsniveau
blz: 7
Uitwerking rol en kerncompetenties verpleegkundige niveau 5
blz: 9
Uitwerking verpleegkundige niveau 4
blz: 15
Leerplaatsprofiel september 2013
6
LEERPLAATSPROFIEL op AFDELINGSNIVEAU Naam afdeling en code: cardiologie A4 Locatie: Apeldoorn Telefoonnummer afdeling: 055-5811560 Naam afdelingshoofd: Celeste Boekhorst Telefoonnummer afdelingshoofd: : 055-5811566 E-mail afdelingshoofd:
[email protected] Naam docent verpleegkunde: Marijke van der Heiden Telefoonnummer opleider: 06-29087483 E-mail opleider:
[email protected]
1. Specifieke afdelingsvisie van de verpleegkundige zorg, afgeleid van of aanvulling op de verpleegkundige visie van de Gelre Ziekenhuizen Visie op verplegen: 1. De patiënt professioneel observeren, begeleiden, verplegen en verzorgen, met daarbij gebruik makend van de methode “klinisch redeneren”. 2. Bevordering gunstig leef- en werkklimaat van de medewerk(st)ers. 3. Het geven van beroepsgericht onderwijs, met gebruikmaking van de ontwikkelingen op onderwijs gebied. 4. Het bevorderen van een regionaal en nationaal gezondheidszorgbeleid. 5. Het verrichten van, dan wel medewerking verlenen aan, wetenschappelijk onderzoek. Afdelingsdoelstelling: Het vakkundig, methodisch en klantgericht verzorgen en begeleiden van patiënten met een hartaandoening, met inachtneming van alle psychische-, somatische- en sociale aspecten met als doel het bereiken van een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven die voor de patiënt haalbaar is. 2. Organisatie van de zorg Typering van de zorg: voor en nazorg bij onderzoek/behandeling, begeleiding, ondersteuning, revalidatie, preventie. Organisatie van de verpleegkundige zorg: patiënten toewijzing door zoco’s Binnen onze instelling streeft men naar patiëntgerichte zorg. Om deze gestalte te geven is gekozen om te werken volgens het ZOCO- model van de Gelre ziekenhuizen. Er wordt gewerkt volgens integrerende verpleging met patiëntentoewijzing. Om patiëntengericht te kunnen werken wordt per dag bekeken op welke zaal/ kamers je wordt ingedeeld waarbij rekening wordt gehouden waar je voorgaande dagen hebt gewerkt, en of je samen kunt werken met je vaste werkbegeleider. Dit komt ook het klinisch redeneren ten goede. De aan jou toegewezen patiënten geef jij de totale verpleegkundige zorg. Als je overgeplant staat verzorg je samen met een collega dezelfde groep patiënten. Door deze verdeling weten patiënten sneller bij wie ze terecht kunnen met vragen en problemen en is het mogelijk een vertrouwensrelatie tussen patiënt en verpleegkundige op te bouwen. Ook wordt familie betrokken bij voorlichting bijv. pre-operatie gesprekken, of indien nodig bij andere voorlichting die gegeven wordt indien dit wenselijk is. De lig duur van de patiënt is erg afhankelijk van het ziektebeeld en kan variëren van één dag tot meerdere weken. Met welke disciplines werken verpleegkundigen op de afdeling samen? Specialisten, arts-assistenten, fysiotherapie, diëtiste, maatschappelijk werk, psycholoog, geestelijke verzorging, transferbureau, hartfalenverpleegkundige, verpleegkundig specialist, EHH en hartbewaking(B4), hartfunctie afdeling, hartkatheterisatie, polikliniek cardiologie, diabetes verpleegkundige, röntgen afdeling, vrijwilligers.
Leerplaatsprofiel september 2013
7
ESP Cardiologie Ada Reiter Zorgmanager
Celeste Boekhorst afd. coordinator
zorgcoordinatoren verpleegkundigen verzorgenden instructievpk.
afd. secretariaat voedingsassistenten afdelingassistent
3. Zorgcategorie Categorie zorgvragers op afdeling Cardiologie: De meeste zorgvragers op deze afdeling zijn ongeveer 40 jaar of ouder. De meest voorkomende ziektebeelden zijn: Hart infarct Angina pectoris/ Acuut coronair syndroom Decompensatio cordis Ritme stoornissen Hartfalen Zorgvragers die voor hartcatherisatie en/of dotterbehandeling gaan. Zorgvragers die een bypass en/of klepoperatie ondergaan en daarna komen revalideren. Endocarditis Zorgvragers die voor een CT-scan van het hart gaan Zorgvragers die voor cardioversie of echo via de slokdarm gaan(TEE) Kenmerkend voor de zorg op cardiologie is voor- en nazorg bij onderzoek/behandeling, begeleiding, preventie en gezondheidsvoorlichting, nazorg na ontslag. Patiënten bespreking Deze vindt tegenwoordig niet meer plaats. Wel word tijdens de grote visite de zorgvrager uitgebreid besproken en evt. problemen mbt het benaderen van de zorgvrager besproken. Hieruit worden verpleegdoelen opgesteld. Verpleegkundigen handelen naar de gemaakte afspraken, met als doel een eenduidige benadering naar de patiënt. MDO Het multidisciplinair overleg wordt niet meer gehouden op A4. Er is voldoende contact met de verschillende disciplines tussen de werkzaamheden door, een extra overleg vond men niet zinvol. Hierdoor werd tijdwinst behaald. Indien wenselijk kan zelf in overleg met de zoco contact gelegd worden met andere disciplines.
4. Inhoud en de mate van complexiteit van de zorg Hoe complex de zorg is op cardiologie, hangt af van de diversiteit van de zorg. De zorg wordt complexer als:
Leerplaatsprofiel september 2013
8
- de situatie minder stabiel en voorspelbaar is - als de kans op een risicovolle situatie groter is (TM bewaking) - als de patiënt te maken heeft met meerdere disciplines - als de patiënt intensieve verpleegkundige zorg nodig heeft (bijvoorbeeld wondzorg) - als het gebruik van verschillende verpleeg technische hulpmiddelen nodig is (CVC-lijn) - als de patiënt niet ADL-zelfstandig is - als de patiënt meer emotionele ondersteuning nodig heeft gericht op de verwerking van zijn ziekte - als de patiënt minder adequaat kan communiceren of delirant gedrag vertoond. Er wordt volgens protocollen gewerkt en standaard procedures. Daarnaast heb je ook te maken met acute situaties bijv. Reanimatie. Dit zijn onvoorspelbare situaties waarbij acuut handelen wordt vereist. Van de leerling wordt verwacht dat hij/zij direct zijn/haar begeleider waarschuwt in een acute situatie en zonodig start met reanimeren. Men is verplicht een reanimatiecursus in het ziekenhuis te volgen, dit kan zijn een beginners- of een herhalingscursus. Dit moet men jaarlijks herhalen.
5. Afdelingsspecifieke afspraken studenten Tijdens je stage op de afdeling zul je waarschijnlijk voor de eerste keer te maken krijgen met deze patiëntencategorieën. Afhankelijk van het moment waarop je in de opleiding zit heb je veel /weinig theoretische kennis hierover gekregen. We verwachten van je dat je voor aanvang van de stage je voldoende verdiept hebt in bovengenoemde zorgcategorie. Op de afdeling is genoeg literatuur om deze kennis te vergroten. De collega's verwachten dan ook dat je je tijdens de stage verdiept in het specialisme door gebruik te maken van de in de opleiding voorkomende leerboeken of m.b.v.naslagwerken en protocollen die op de afdeling aanwezig zijn of d.m.v.het bijwonen van klinische lessen en het bijwonen van onderzoeken. Tijdens je stage moet je de ziektebeelden Angina Pectoris, Hartinfarct en Hartfalen schriftelijk uitgewerkt hebben met de daarbij behorende verpleegkundige aspecten. Aanwezigheid leermiddelen: Op de afdeling zijn cardiologische leerboeken en is intranet aanwezig. Ook is er foldermateriaal aanwezig. e Er is een vakbibliotheek/open leercentrum op de 1 verdieping naast het restaurant, waarin computers staan met inter- en intranet- aansluiting. Toegankelijk met je pitpas. Beoordelingsmomenten Tijdens je stage vinden regelmatig voortgangs-/beoordelingsgesprekken plaats op de afdeling Een beoordeling betekent dat officieel vastgesteld wordt of bepaalde onderdelen/competenties voldoende beheerst worden op een bepaald niveau. Beoordelingen worden op de daarvoor bestemde formulieren vastgelegd. Afspraken die voortvloeien uit het beoordelingsgesprek hebben een bindend karakter. Wanneer een student 2 x achtereen op een zelfde afdeling een onvoldoende beoordeling krijgt mag hij nog 4 maand stage lopen op een andere afdeling. Behaalt hij/zij ook daar een onvoldoende beoordeling dan betekent dit einde opleiding. Dit geldt alleen voor de formatieve leerlingen. Studie uren worden afhankelijk van de studie die je volgt gegeven volgens de richtlijnen. In een ziekenhuis wordt 24uurs zorg gegeven met als gevolg dat je i.p in alle diensten ingezet kan worden. Dit volgens richtlijnen die gelden volgens CAO. Leerlingenbespreking: Eenmaal per maand wordt een leerlingenbespreking via de mail gehouden. e Leerling stuurt elke 10 van de maand een formulier met leerdoelen naar werkbegeleiders en instructieverpleegkundige. Instructieverpleegkundige stuurt alle werkbegeleiders een reminder om het formulier leerling e bespreking ( vaste criteria) in te vullen en deze voor elke 15 van de maand in te leveren. Als alles binnen is bij instructieverpleegkundige dan stuurt zij het naar alle werkbegeleiders en naar de leerling om wie het gaat. De leerling behoort altijd op de hoogte te zijn van de inhoud van de leerlingenbespreking, omdat zij hierover al feedback heeft ontvangen.
Leerplaatsprofiel september 2013
9
Als er behoefte is aan een leerlingenbespreking in grote groep, waardoor meer intervisie plaatsvindt dan kan dat in overleg gepland worden. Er kan dan een leerling bespreking op dinsdag ingelast worden waar desbetreffende leerling besproken word. Werkbegeleidersoverleg Een maal per maand wordt er een werkbegeleiders overleg gehouden, hierbij worden niet de leerlingen besproken maar problemen waar werkbegeleiders tegen aanlopen in de praktijk. Hierbij is altijd een opleider aanwezig. Geen leerlingen. Werkoverleg Een maal per zes weken wordt er een werkoverleg gehouden waarbij zoveel mogelijk alle vaste medewerkers van de afdeling aanwezig zijn. Leerlingen zijn welkom, en hun inbreng wordt op prijs gesteld. De leerlingen kunnen hiervoor overuren schrijven en deze kunnen volgens de afspraken van e de afdeling worden opgenomen. Het werkoverleg vindt plaats in een vergaderruimte op de 1 verdieping.
6. Afdelingspecifieke afspraken tav de werkbegeleiding Kenmerken van de leerplaats: 2 vaste werkbegeleiders per student/ stagiaire. Voor de vakbekwame leerling is het wenselijk dat één van de werkbegeleiders een zoco is. Specifieke taken wb-ers: inwerken, voortgangsgesprekken, mede bewaken leerproces, lezen POP, inclusief werkplan, en leerprocesverslagen, ondersteunen tijdens de differentiatie opdracht en lezen op waarheid, inbreng in de leerlingenbespreking, contact leggen met opleider als ondersteuning wenselijk is. Een instructieverpleegkundige. Zij verzorgt de introductie en geeft instructie bij het aanleren van nieuwe vaardigheden, bespreekt ziektebeelden, POP, inclusief werkplan en leerprocesverslagen. Is tevens inzetbaar als een student/ stagiaire extra begeleiding nodig heeft. Begeleidingsstijl: Volgens leren-leren en aansluitend bij de leerstijl. Er wordt verwacht dat de student/ leerling zelf initiatieven neemt tav het leerproces. Minimaal 1x per week dient de leerling een reflectieverslag te schrijven volgens de richtlijnen A4. Onderwerp voor een onderzoeksvraag tav differentiatie opdracht dienen in overleg met afdelingshoofd bepaald te worden. Soorten overlegmomenten tijdens de stage: o Introductiegesprek o Voortgangsgesprekken o Eindbeoordeling o Werkbegeleidersoverleg. Inwerkschema Met behulp van het inwerkschema en de begeleiding van een werkbegeleider word je vertrouwd gemaakt met de verpleegafdeling en de te geven zorg. Het schema is verdeeld in onderdelen en is bedoeld om je gedurende je inwerkperiode alle belangrijke aspecten van het werken op A4 duidelijk te maken. De eerste dag wordt verzorgd door de instructieverpleegkundige. Doordat je die dag over het algemeen niet meeloopt in de patiëntenzorg hoef je de eerste dag niet in uniform te verschijnen. Voor de BOL leerlingen en de HBOV-ers geldt dat ze de gehele stage overgeplant staan. De BBL Top Klinische leerlingen zijn de eerste 5 maanden boventalig, na wisseling van afdeling 5 weken boventallig exclusief Gelre en schoolweken. 7. Profileren van de afdeling Binnen ons team proberen we een klimaat te scheppen waarin een samenwerkingsverband is op basis van gelijkwaardigheid. Daarin verwachten we betrokkenheid en een actieve bijdrage van alle leerlingen. Projecten
Leerplaatsprofiel september 2013
10
Er kan in overleg aan projecten worden deelgenomen. Voor meer informatie over lopende projecten kan de leerling de zoco-verpleegkundige hiernaar vragen. Je kunt ook je eigen project inzetten op de afdeling. Dit wel voordien overleggen met Celeste Boekhorst (afdelingscoördinator) Je krijgt de mogelijkheid je te verdiepen in alle zorgaspecten m.b.t. de cardiologische zorgvrager. Dit betekent dat je naast de verpleeg technische vaardigheden, je kunt verdiepen in preventie, GVO, continuïteit en coördinatie, kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering. Hierdoor bevorder je het “klinisch redeneren”voor je zelf. De ESP cardiologie heeft twee verpleegkundig specialisten (nurse practitioners) : Carl Penninga zijn functie was primair het begeleiden van de categorie patiënten die voor een dotterprocedure gaan of voor een open hartoperatie. Tegenwoordig draait hij mee met de artsassistenten op afd. A4. Het begeleiden van deze categorie patiënten word nu weer door verpleegkundigen gedaan. Marjolein den Besten, zij wordt ingezet op de poli cardiologen om patiënten met hartfalen en na een dotterprocedure of operatie binnen 2 weken na ontslag te zien, omdat op zo’n korte termijn meestal geen afspraak bij een cardioloog te realiseren is. Wel is er intensief contact met cardioloog indien gewenst. . Invulling zorgcoördinator functie: zie functie omschrijving. Door koppeling aan de zoco-verpleegkundige kun je zoco-taken inoefenen, dit voor de vakbekwame leerlingen. Scholingsprogramma: er is een scholingscommissie die een schema opstelt waarbij het de bedoeling is dat er iedere maand een klinische les is voor de leerlingen. Deze les wordt verzorgd door afdelingsverpleegkundigen. Leerlingen kunnen zelf onderwerpen inbrengen of indien er geen continuïteit zit in de klinische lessen hierom vragen bij de scholingscommissie. Voor werkbegeleiders is er een intern scholingstraject om bekwaam te worden in het leerling begeleiden. Als leerling kan je hier zijdelings mee te maken krijgen.
Verpleegkundige niveau 5 in opleiding
de
Op afdeling A4 lopen zowel Voltijd HBOV studenten (2 jaars) als Vakbekwaam studenten van CHE (Ede) en Saxion stage (Deventer en Enschede) . Als HBO-V student maak jij je het verpleegkundig beroep eigen, door te werken aan je kern/beroepscompetenties in de diverse rollen en de kwalificatieniveaus. Waarbij in je differentiatieperiode de rollen zorgverlener en regisseur centraal staan. Naast dat je je bezighoudt met de directe zorgverlening (rol zorgverlener), verwachten we dat je ook de zorgoverstijgende competenties oppakt en je deze eigen maakt in de rol van regisseur, doordat je gecoacht gaat worden in de taken van zorgcoördinator.(uiteindelijk op competent niveau.) De rollen zorgverlener en regisseur staan dus centraal, daarnaast zullen de andere rollen ook aanbod moeten komen. Dit is afhankelijk van je POP en je leercyclus POP. Uitwerking niveau 5 is te vinden vanaf bladzijde: 12
Verpleegkundige in opleiding niveau 4 Op afdeling A4 lopen formatieve studenten van de topklinische opleiding zij komen van ROC ste de Apeldoorn en bovenformatieve studenten/stagiaires stage. Dit kunnen 1 t/m 4 jaars. zijn. Deze studenten kunnen van de verschillende ROC’s komen: Aventus, Landstede en Rijn IJssel. Iedere school heeft zijn eigen werkwijze. In ieder geval werken de stagiaires/studenten vanuit het kwalificatiedossier met kerntaken en daaraan zijn werkprocessen, opdrachten en competenties gekoppeld. Uitwerking niveau 4 is te vinden vanaf bladzijde: 18
Leerplaatsprofiel september 2013
11
Uitwerking rol en kerncompetenties verpleegkundige niveau 5 DOMEINEN: Zorg
KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek
DOMEINSPECIFICATIES:
1. Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat.
1. Het verlenen van totale verpleegkundige zorg van opname/ overname tot ontslag
2. Om risico’s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen, past de verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe.
2.Voorlichting geven voor onderzoeken, cardiologische ingrepen. Pre-operatieve gesprekken, onder begeleiding van de werkbegeleider.
3. Om een gezonde leefstijl bij zorgvrager en hun familieleden te bevorderen geeft de verpleegkundige op basis van programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen.
3.Bijdragen aan voorlichtings bijeenkomsten met diverse disciplines, zowel in groepsverband als individueel. Meegeven van leefregels voor na ontslag. Ontslaggesprekken
► Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden ► Individuele en collectieve preventie ► GVO
ROL: Zorgverlener
Niveau 5 werkt met beroepscompetenties. Welke gekoppeld zijn aan de beroepscompetenties van de zorgcoördinator (Gelre specifiek). Hiermee wordt beoogd dat: 1) de positie, het profiel en de professionaliteit van de student wordt versterkt 2) verbetering patiëntenzorg 3) benadrukken beroepsoverstijgende competenties (rol van regisseur, ontwerper, coach en beroepsbeoefenaar) 4) er een appèl wordt gedaan op de zorgcoördinatoren
Competenties zorgcoördinatoren A. Continueren van zorg Kernactiviteit: De verpleegkundige: bepaalt werkzaamheden; maakt keuzes; bewaakt voortgang; evalueert de zorg. B. Coördineren en organiseren van zorg. Kernactiviteit: De verpleegkundige: coördineert de verpleegkundige zorg; inventariseert de zorg; analyseert de zorg; organiseert de zorg; communiceert; werkt samen.
Leerplaatsprofiel september 2013
12
DOMEINEN: Zorg
KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek
DOMEINSPECIFICATIES:
4. Om de zorg te laten verlopen als continu en integraal proces dat gericht is op het welzijn van de zorgvrager coördineert de verpleegkundige de zorg.
4. Je coördineert de zorg voor een aantal patiënten, oplopend tot ongeveer 6 patiënten. Alle aspecten van zorg komen hierbij aan bod, ook het multidisciplinaire. Overzicht, inzicht, initiatieven, terugkoppeling en samenwerking zijn hierbij van belang.
► Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden ► Individuele en collectieve preventie ► GVO
ROL: Regisseur
5. Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de verpleegkundige de afgesproken activiteiten.
Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Regisseren van zorg Kernactiviteit: De verpleegkundige: regisseert de verpleegkundige zorg; stelt zorgvraag vast; wijst zorg toe.
Leerplaatsprofiel september 2013
13
5. Preventie speelt een belangrijke rol, zowel mono- als multidisciplinair.Overleg met artsen, maatschappelijk werk, fysiotherapie, diëtiste, e.d.
DOMEINEN:
KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek
6. Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting werkt de verpleegkundige mee aan de ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgprogramma’s.
6. Er wordt van je verwacht dat je kritisch kijkt naar de zorg en de organisatie ervan op de afdeling. Maak een vergelijk tussen theorie en praktijk. Wat je observeert, maak je bespreekbaar op de afdeling, er wordt verwacht dat je laat blijken dat je meedenkt en voorstellen doet tbv deskundigheid en kwaliteit en beleid.
Organisatie van zorg
DOMEINSPECIFICATIES: ► Zorgprogrammering ► Verpleegbeleid ► Werkbegeleiding ► Kwaliteitszorg
ROL: Ontwerper
7. Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt en goed mogelijk te laten verlopen, verleent de verpleegkundige een bijdrage aan het tot stand komen van het verpleegbeleid.
7. idem 8. Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te waarborgen participeert de verpleegkundige in het ontwerpen van de kwaliteitszorg op afdelingsniveau.
Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Kwaliteitszorg bewaken Kernactiviteit: De verpleegkundige: toetst kwaliteit; past wetgeving toe; signaleert knelpunten; schept voorwaarden.
Leerplaatsprofiel september 2013
14
8. idem
DOMEINEN:
KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek
Organisatie van zorg
DOMEINSPECIFICATIES: ► Zorgprogrammering ► Verpleegbeleid ► Werkbegeleiding ► Kwaliteitszorg
ROL: Coach
9. Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s 9. Er wordt verwacht dat je een actieve rol vervult binnen de samenwerkingsrelatie met anderen. Dit vraagt een verder te realiseren kan de verpleegkundige andere zorgverleners meedenken dan je eigen werk, hulp vragen en aanbieden, helpen en steunen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken coachen van anderen. Je hebt een zorginhoudelijke regiefunctie, en functies. die meer overstijgend wordt bij het inoefenen van zoco-taken. Binnen de rol van coach kan je ook het leerlingen begeleiden 10. Om andere zorgverleners te steunen in hun professionele gestalte leren geven. identiteit, staat de verpleegkundige de collega met raad en daad terzijde.
Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Bevorderen van deskundigheid. Kernactiviteit: De verpleegkundige: bevordert en ontwikkelt eigen deskundigheid reflecteert op beroepsmatig handelen levert een bijdrage aan deskundigheidsbevordering van teamleden levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep
Leerplaatsprofiel september 2013
15
10. idem
DOMEINEN: Beroep
KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek
DOMEINSPECIFICATIES:
11. Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bijmaatschappelijke ontwikkelingen ste van de 21 eeuw, vervult de verpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn.
11. Er wordt verwacht dat je op de hoogte bent met beroepsontwikkelingen op meso- en macroniveau, deze uitdraagt op de afdeling en een vergelijk maakt met de huidige situaties. Hierin kun je verbeterpunten benoemen en waar nodig/ mogelijk implementeren.
12. Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep.
12. idem
► Beroepsinnovatie ► Deskundigheidsbevordering
ROL: Beroepsbeoefenaar
Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Kwaliteitszorg bewaken Kernactiviteit: De verpleegkundige: toetst kwaliteit; past wetgeving toe; signaleert knelpunten; schept voorwaarden. B. Initiëren van veranderingsprocessen Kernactiviteit: De verpleegkundige: stuurt veranderingen aan; werkt procesmatig.
Leerplaatsprofiel september 2013
16
DOMEINEN: ► Zorg ► Organisatie van zorg ► Beroep
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek HBO – Competenties Alle hbo-competenties zijn haalbaar op cardiologie. Er is voldoende gelegenheid om hieraan te werken en ondersteuning te krijgen. Een stuk zelfsturing wordt hierin van jou verwacht! Dit betekent o.a. een goede terugkoppeling met je begeleiders tav de uitvoering van zorg en je leerproces.
1. Analytisch vermogen
DOMEINSPECIFICATIES:
2. Probleemoplossend vermogen ► Zorg voor zieken, gehandicapten en 3. Communicatief vermogen stervenden ► Individuele en 4. Coöperatief vermogen collectieve preventie ► GVO 5. Sturend vermogen ► Zorgprogrammering ► Verpleegbeleid ► Werkbegeleiding ► Kwaliteitszorg ► Beroepsinnovatie ► Deskundigheidsbevordering
ROL: ► Zorgverlener ► Regisseur ► Ontwerper ► Coach ► Beroepsbeoefenaar
Leerplaatsprofiel september 2013
17
Informatie Opleiding HBO-V Vakbekwaam Gelre ziekenhuizen School: Hogeschool Saxion te Deventer en Christelijke Hogeschool Ede. Opleidingsduur: 4 jaar Vooropleiding: HAVO of VWO De HBO –V is een vierjarige opleiding: 1. 1e jaar binnenschools: propedeutische fase, inclusief oriënterende stage (BOZO) 2. 2e jaar binnenschools, heeft dezelfde opzet als de voltijd opleiding, inclusief 2 externe stages van 10 weken, in verschillende werkvelden. Deze werkvelden kunnen zijn: ziekenhuis, thuiszorg, verpleeghuis en psychiatrie. De stageplekken worden bepaald door de Hogeschool. 3. In het 3e jaar starten de stages in de praktijk, de differentiatiefase. De student kan kiezen uit 3 werkvelden: AGZ(ziekenhuis), GGZ(geestelijke gezondheidszorg) en de MGZ/JGZ(maatschappelijke gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg). Als een student voor de AGZ kiest en kiest voor de richting Vakbekwaam, dan zal zij moeten solliciteren bij de Gelre ziekenhuizen. Anders kiest zij voor de voltijd of deeltijd opleiding. Het Vakbekwaam traject: De letters V-A-K verwijzen naar vaardigheden, attitude en kennis. Via het programma VAKbekwaam krijgt de student meer oog voor het ontwikkelen van verpleegkundig leiderschap, het ontwikkelen van een klinische blik en training in het kritisch redeneren. De student krijgt meer gelegenheid tot zelfsturing en reflectie. Door het programma komen de zorgoverstijgende rollen (coach, beroepsbeoefenaar en ontwerper) beter uit de verf dan de HBOV studenten. Het gemeenschappelijk belang van school en werkveld is om VAKbekwame HBO-verpleegkundigen op te leiden die zich bij diplomering competent voelen om aan de slag te gaan in de beroepspraktijk, waarbij gestreefd wordt naar een dusdanig niveau dat de student (sneller) kan doorstromen naar de functie van zorgcoördinator. De differentiatiefase duurt 2 jaar. De 3 stages duren ongeveer 8 maanden. De student is in de deze fase boventallig en loopt in die periode 3 stages op verschillende niet specialistische verpleegafdelingen. In de laatste stage bestaat de mogelijkheid voor een oriëntatiestage van 3 a 4 werkweken op een specialistische afdeling. De student werkt gedurende het traject aan 7 Proeven van bekwaamheid, gekoppeld aan de 5 beroepsrollen en wordt getoetst op de niveau’s gevorderd en competent. Voor Saxion gelden 12 kerncompetenties en de HBO-competenties / voor CHE 10 competenties en de HBO kwalificaties. De begeleiding op de verpleegafdeling bestaat uit coaching door zorgcoördinatoren en verpleegkundigen met een HBO denk-werkniveau. Daarnaast worden om de twee à drie weken Action Learning bijeenkomsten georganiseerd onder gezamenlijke begeleiding van inhoudsdeskundigen vanuit school en de stage-instelling. Binnen de Action Learning is plaats voor het gezamenlijk leren door middel van ingebrachte ‘real-life cases’, gezamenlijke projecten, intervisie, studentbegeleiding en waar nodig aanvullend vraag gestuurd onderwijs. Deze onderwijsactiviteiten zijn nauw gerelateerd aan de voorbereiding van de Proeves. Leerplaatsprofiel september 2013
18
Voor het 2 jarige traject is het werkboek VAKbekwaam ontwikkeld met daarin de leerinhouden en alle relevante afspraken. Naast een papieren handboek hebben de studenten een digitaal bestand, waarin ze in de bijlages alle formulieren kunnen vinden voor hun portfolio. Het werkboek werd voorjaar 2009 geüpdatet. Voor de VAKbekwaamstudenten Saxion is de minor een verplicht onderdeel en gericht op verdieping in het veld AGZ. Gelre en Saxion hebben specifieke afspraken omtrent de minor vastgelegd in een minorbrochure. De minor is een verbredend en verdiepend onderdeel van de opleiding. De student geeft zelf invulling aan het onderwerp. Het moet op competent niveau behaald worden inclusief een project of onderzoek. Studenten kunnen in deze periode stage dagen omzetten in minordagen. Dit betekent dat zij ipv 4 dagen 3 dagen in de week stage lopen op de afdeling. In totaal moet er 840 uur uitgetrokken worden voor de minor. Voor CHE studenten geldt dat zij verplichte terugkomdagen op school hebben waarin ondersteunend onderwijs wordt aangeboden voor de rollen Coach en Beroepsbeoefenaar. Door het aanbod van binnenschools onderwijs is er verschil met het Saxion wat betreft de mate van sturing van het leerproces. Studenten van CHE hebben hun minoren al behaald op school voordat zij aan de stages beginnen in het 3e jaar. (Zie bijlage1) Toetsing: De student moet binnen de differentiatieperiode voor iedere beroepsrol Proeves van Bekwaamheid behalen op de niveaus gevorderd en competent. In het eerste jaar komen 5 Proeves aan bod waarin elke rol van de HBO-Verpleegkundige apart getoetst wordt, in het tweede jaar zijn er twee gecombineerde Proeves die beiden op competent niveau afgesloten moeten worden. Zowel bij toetsing als bij uitvoer van projecten vormen theorie en praktijk veel meer een eenheid. De positieve beoordeling in de praktijk van de kwaliteit van het verpleegkundig handelen is voorwaardelijk om verder te kunnen in de route VAKbekwaam. Studenten werken in beide jaren aan een project waarvan de uitwerking bewijsmateriaal is voor het portfolio. Door het schrijven van een portfolioanalyse wordt het leerproces in kaart gebracht. Afrondend vindt er een beoordelingsgesprek plaats tussen de student, de ZOCO, een opleider en een docent vanuit de Hogeschool. De opleider en docent zijn allebei onafhankelijk (hebben geen begeleiding gegeven aan deze studenten in de Action Learning). De beoordelaars volgden een assessorencursus verzorgd door Saxion. De beoordelaars zijn officieel als examinator aangesteld door de examencommissie van de school en kennen als zodanig ook de studiepunten toe. HBO competenties en verpleegkundige rollen. De verpleegkundige op niveau 5 moet uiteindelijk beschikken over de HBO competenties. Deze zijn: Analytisch vermogen. Probleemoplossend vermogen Coöperatief vermogen. Communicatief vermogen. Zelfsturend vermogen. Leerplaatsprofiel september 2013
19
De CHE heeft hiervoor kwalificaties bedacht ipv competenties. Daarnaast zijn er de 5 HBO verpleegkundige rollen (beroepscompetenties) te weten: Zorgverlener Regisseur Coach Ontwerper Beroepsbeoefenaar De verpleegkundige rollen worden weer onderverdeeld in kerncompetenties die weer gerelateerd zijn aan de ons bekende deelkwalificaties. Deze zijn beschreven in Gekwalificeerd voor de toekomst. De HBO competenties en de HBO verpleegkundige rollen worden behaald m.b.v. proeve van bekwaamheid. Dit zijn de bewijsstukken voor in het portfolio.
Persoonlijke leerweg Van HBO-verpleegkundige wordt in toenemende mate gevraagd om hun eigen loopbaan in te richten, te sturen en daar zelf verantwoordelijkheid voor te nemen. Deze zelfsturing vraagt een specifieke leerhouding en specifieke leervaardigheden zoals het ontwikkelen van een eigen aanpak en leerstijl en het zelf monitoren van het leerproces. De student maakt hiervoor een Persoonlijk Ontwikkelings Plan ( POP). In het POP staat beschreven wat de student tijdens die stage wil gaan doen, hoe ze de proeves wil gaan aanpakken en wat voor een begeleiding zij daarbij nodig denkt te hebben. De proeve van bekwaamheid ( assesments) zijn tegelijkertijd bewijzen van kunnen, die de student nodig heeft bij een eindgesprek van een rol ( bijvoorbeeld coach). Het POP van de student moet voor aanvang van de stage goedgekeurd zijn door onafhankelijke beoordelaars ( school). Als de POP goed gekeurd is kan de student er op haar of zijn stageafdeling mee aan de slag. Ook zal de werkbegeleider van de student op de afdeling het POP beoordelen op de haalbaarheid op de afdeling. De student schrijft voor iedere stage een POP ( 3 in totaal ). Tijdens de stage verzamelt de student verschillende bewijzen ( assesments) ,( reflecties, verslagen, presentaties enz.) voor het eindgesprek van iedere verpleegkundige rol. Vakbekwaam studenten hebben geen eindbeoordeling aan het einde van een stage, maar hebben meerdere gesprekken met beoordelaars over de proeves. Dit is tegelijkertijd ook een afsluiting van een onderdeel van de opleiding. De stage wordt wel afgesloten met een evaluatiegesprek tussen de werkbegeleider en de student. Daaruit kan de student leerdoelen meenemen voor een volgende stage. De bedoeling van een Vakbekwaam student is dat zij of hij haar eigen leerproces coördineert en regisseert ( POP bijstellen). Er wordt van een Vakbekwaam student verwacht dat ze veel initiatieven neemt in haar leerproces en op de werkvloer. Tijdens de Vakbekwaam opleiding worden onderdelen van zoco taken aangereikt. De mogelijkheid bestaat om door te groeien naar een zoco functie waarvoor aanvullend onderwijs gevolgd kan worden. Leerplaatsprofiel september 2013
20
Competenties
Competenties zijn persoonsgebonden en vormen een integratie tussen kennis, vaardigheden, attitude en persoonlijke kwaliteiten die op verschillende niveaus tot uiting kunnen komen. De ontwikkeling van competenties is dus een continu proces dat begint tijdens de opleiding en ook nog doorgaat als de student gediplomeerd verpleegkundige wordt. Competentieleren betekent dat de student stelselmatig werkt aan competenties, dus zijn bekwaamheid om beroepsmatig te handelen in diverse situaties. Deze bekwaamheid demonstreert de student in zichtbaar gedrag. De nadruk ligt dus niet op het verwerven van zoveel mogelijk kennis en vaardigheden maar juist op datgene wat de student als toekomstig beroepsbeoefenaar nodig heeft om zich effectief te gedragen in de beroepspraktijk. Competentieleren vraagt een actieve leerhouding , de student is zelf verantwoordelijk voor het opzetten, uitvoeren, evalueren en bijstellen van zijn leerproces en zijn beroepsmatig handelen. Het kritisch reflecteren op zichzelf als (beroeps) persoon, op zijn leer- en werkaanpak en de mate van professionaliteit is hierbij van groot belang. Beoordelingen zijn gericht op het zichtbaar maken van door de student verworven competenties en om inzicht te krijgen in hun gewenste verdere ontwikkeling. Competenties kunnen ook worden uitgedrukt naar het niveau waarop ze worden beheerst. Er wordt dan gekeken naar de mate waarin: Zelfstandig wordt gehandeld en verantwoordelijkheden worden genomen De complexiteit van de handeling en de context waarin de handeling wordt uitgevoerd Een persoon in staat is een handeling ook in een anderen context toe te passen. Er zijn 3 niveaus te onderscheiden nl.: gevorderd beginner gevorderd competent. Bij het beoordelen van de competentiegroei en niveau van de student wordt de niveaus dan ook gebruikt. Het is daarom goed vooraf te weten waar de student naar toe wil werken. Beroepscompetenties van de hbo-verpleegkundige zijn aan te leren door middel van leerwerkpakketten. De student mag zelf bepalen welke leerwerkpakketten zij kiest De student kiest uit de leerwerkpakketten relevante beroepsproducten. Deze keuzes zijn afhankelijk van de voorkeur van de student, zijn leerbehoeften en de mogelijkheden op de werkplek. Beroepsproducten kunnen afzonderlijk als ook in combinatie met elkaar of in samenhang met andere beroepsrollen worden uitgewerkt. De student beschrijft hoe hij aan de beroepsproducten wil gaan werken en welke begeleiding hij daarbij wil hebben en van wie. Door het uitwerken van beroepsproducten volgens de normen van school en dmv reflectieverslagen kunnen bewijzen van kunnen verzameld worden. De verantwoording ligt geheel bij de student. Een werkbegeleider ondersteunt waar nodig wel de student.
Leerplaatsprofiel september 2013
21
Uitwerking verpleegkundige in opleiding niveau 4
Beoordelingseenheid A + opdrachten Prove2Move Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Kerntaak 1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces Werkproces: 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden haalbaar Opdracht 1 Lichamelijke verzorging haalbaar Opdracht 2 Bed opmaken haalbaar Opdracht 3 Eten en drinken haalbaar Opdracht 4 Uitscheiding haalbaar Mobiliteit Opdracht 5 haalbaar Opdracht 6 Slaap/waakritme
Begeleiden van zorgvragers Kerntaak 1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces Werkproces: 1.4 Begeleidt een zorgvrager Opdracht 1 Begeleiden bij zelfredzaamheid Opdracht 2 Begeleiden op emotioneel gebied Opdracht 3 Begeleiden op maatschappelijk gebied
haalbaar haalbaar haalbaar
Verlenen van spoedeisende zorg en bewaken van vitale functies: Kerntaak 1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces Werkproces: 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit Opdracht 1 Het meten van vitale functies Opdracht 2 Ademhaling en circulatiestilstand Opdracht 3 Ongevallen en onverwachte situaties
haalbaar Deze opdracht wordt in een nagebootste situatie (simulatie) beoordeeld
Terugblikken en vooruitkijken Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Opdracht Bij alle beoordelingsmomenten Minimaal 1 ervaringsverslag BPV
Beoordelingseenheid B + opdrachten Prove2Move Ondersteunen bij persoonlijke verzorging Kerntaak 1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces Werkproces: 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden 1.4 Begeleidt een zorgvrager 1.9 Evalueert de zorgverlening Opdracht 1 Verlenen van verpleegkundige zorg Opdracht 2 Palliatieve en/of terminale zorg Opdracht 3 Complicaties bij immobiliteit
haalbaar haalbaar haalbaar
Ondersteunen bij de begeleiding Kerntaak 1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces Werkproces: 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.4 Begeleidt een zorgvrager 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.9 Evalueert de zorgverlening Opdracht 1 Begeleiden bij het omgaan met de gevolgen van ziekte en/of handicap Opdracht 2 Begeleiden op maatschappelijk gebied Opdracht 3 Voorlichting, advies en/of instructie
haalbaar haalbaar haalbaar
Verpleegtechnische handelingen Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan Werkproces: 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.4 Begeleidt een zorgvrager 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.9 Evalueert de zorgverlening Zorg met betrekking tot maagsonde en sondevoeding Sondevoeding toedienen PEG-sondevoeding toedienen Sondevoeding toedienen met een voedingspomp Maagsonde verzorgen Maagsonde inbrengen Zorg met betrekking tot stoma en blaaskatheter Een stoma verzorgen Suprapubische katheter verzorgen Een suprapubische katheter verwisselen Blaaskatheter verzorgen Katheteriseren van de blaas bij vrouwen Katheteriseren van de blaas bij mannen Medicijnen en zuurstof toedienen Medicijnen checken, registreren en distribueren Toedienen medicijnen oraal Toedienen medicijnen rectaal Toedienen medicijnen vaginaal Toedienen medicijnen via de huid Medicijnen en zuurstof toedienen Toedienen medicijnen via de luchtwegen Toedienen medicijnen via de slijmvliezen Toedienen medicijnen per injectie subcutaan Toedienen medicijnen per injectie intramusculair Zuurstof toedienen
haalbaar niet haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar
niet haalbaar niet haalbaar niet haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar
haalbaar haalbaar haalbaar niet haalbaar haalbaar
haalbaar haalbaar haalbaar niet haalbaar haalbaar
Intraveneus toedienen van medicijnen en vloeistoffen Vloeistoffen toedienen via een perifeer infuus
Leerplaatsprofiel september 2013
24
niet haalbaar
haalbaar
haalbaar Vloeistoffen toedienen via een centraal infuus haalbaar Een centraal infuus controleren haalbaar Intraveneus injecteren Medicijnen toedienen: in opgeloste vorm via haalbaar infuussysteem/toedieningssysteem (pomp, kolf of zakje) Intraveneus toedienen van medicijnen en vloeistoffen haalbaar Een perifeer infuus inbrengen haalbaar Een infuuspomp bedienen haalbaar Een spuitpomp bedienen haalbaar Een transfusie toedienen Verricht puncties Venapunctie uitvoeren Hielprik toepassen bij neonaten Wonden verzorgen haalbaar Verzorgen van wonden: rode, gele of zwarte wonden, operatiewonden haalbaar Wonden met hechtingen verzorgen haalbaar Zwachteltechnieken toepassen haalbaar Hechtingen en tampons verwijderen Wonden met drains verzorgen Wonddrain verwijderen Thoraxdrainage Orgaan spoelingen uitvoeren Blaasspoeling uitvoeren Maagspoeling uitvoeren haalbaar Darmspoeling uitvoeren haalbaar Stoma irrigeren Zuigt mond- en keelholte uit Mond- en keelholte uitzuigen Tracheacanule en tracheastoma verzorgen Een tracheacanule verzorgen Een tracheastoma verzorgen Regelt de lichaamtemperatuur door middel van warmte- en koudebehandeling haalbaar Lichaamstemperatuur regelen door middel koude- of warmtebehandeling Assisteren bij onderzoek en behandeling Verzamelen van monster ten behoeve van diagnostiek (steriel en niet haalbaar steriel materiaal ) Assisteren bij of verrichten van diagnostische onderzoeken/behandelingen i.v.m chirurgische behandeling Assisteren bij of verrichten van diagnostische onderzoeken/behandelingen i.v.m interne/neurologisch onderzoek Assisteren bij of verrichten van diagnostische onderzoeken/behandeling in verband met bevalling of geboorte
niet haalbaar niet haalbaar
niet haalbaar niet haalbaar niet haalbaar
niet haalbaar niet haalbaar niet haalbaar niet haalbaar
niet haalbaar
niet haalbaar niet haalbaar
niet haalbaar
niet haalbaar
niet haalbaar
Terugblikken en vooruitkijken Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Opdracht Bij alle beoordelingsmomenten Minimaal 1 ervaringsverslag BPV
Leerplaatsprofiel september 2013
25
Beoordelingseenheid C + opdrachten Prove2Move Werken als beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak 1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken Werkproces: 1.8 Coördineert de zorgverlening 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 2.3 Geeft werkbegeleiding Opdracht 1 Methodisch redeneren Opdracht 2 Coördineren van verpleegkundige zorg Opdracht 3 Kwaliteitszorg Opdracht 4 Deskundigheidsbevordering/professionalisering Opdracht 5a Een student/stagiaire begeleiden Opdracht 5b Een nieuwe collega inwerken Opdracht 6 Ontslag en/of overplaatsing naar een andere instelling Opdracht 7 Crisis situaties
haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar niet haalbaar haalbaar haalbaar
Terugblikken en vooruitkijken Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces: 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Opdracht Bij alle beoordelingsmomenten Minimaal 1 ervaringsverslag BPV
Leerplaatsprofiel september 2013
26