Zorgstrategisch plan OCMW Meulebeke
10 februari 2011
OCMW MEULEBEKE
Zorgstrategisch plan
AANVRAAG TOT HET BEKOMEN VAN EEN SUBSIDIE-BELOFTE (FASE 1) Dit zorgstrategisch plan is ontwikkeld door OCMW Meulebeke. OCMW Meulebeke Bonestraat 24, 8760 Meulebeke Tel : 051 / 48.61.93 Fax:051 / 48.51.99 E-mail:
[email protected] (secretaris)
1
OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN Meulebeke
Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Tielt
ZORGSTRATEGISCH PLAN
Instelling: Woonzorgcentrum “Ter Deeve” / Lokaal dienstencentrum “Ter Deeve” / Serviceflats “Deeveland”
Regio: Meulebeke (Meulebeke, Pittem, Ardooie, Izegem, Ingelmunster, Oostrozebeke, Tielt)
2
1. VOORSTELLING VAN DE INITIATIEFNEMER Identificatiegegevens van initiatiefnemer en voorziening
1.1. Naam en adres van de initiatiefnemer OCMW Meulebeke Bonestraat 24 8760 Meulebeke Voorzitter: Luc Vullers Secretaris: Tom Vanpoucke
1.2. Naam en adres van de voorziening(en) die momenteel door de initiatiefnemer uitgebaat worden Woonzorgcentrum “Ter Deeve”, CE1467-VZB2295-RIZIV76146780110 Bonestraat 24 8760 Meulebeke Lokaal dienstencentrum “Ter Deeve”, CE1559 Bonestraat 24 8760 Meulebeke Serviceflats “Deeveland”, CE1468 Bonestraat 22-24 8760 Meulebeke Sociale woningen “Bloemenhove” Bloemenhove 1-14 8760 Meulebeke
1.3. Naam, telefoon- en faxnummer en e-mail van de contactpersoon Tom Vanpoucke Secretaris OCMW Meulebeke Tel.: 051 / 48.61.93 Fax: 051 / 48.51.99 E-mail:
[email protected]
3
2. VOORSTELLING VAN DE PROJECTEN Overzicht van de projecten waarvoor een zorgstrategisch plan ingediend wordt, met een korte toelichting, in chronologische volgorde van uitvoering.
1)
Verbouwing bestaande serviceflats “Deeveland”: realisatie van assistentiewoningen. - eigen middelen - 2014-2018 (2 blokken – 2 fasen)
2)
Verbouwing bestaand lokaal dienstencentrum “Ter Deeve” - project met VIPA - 2014-2017
3) a) Verbouwing bestaand woonzorgcentrum “Ter Deeve”: realisatie van een “vervangingsnieuwbouw” voor de bestaande woonzorgcentrumwooneenheden b) Uitbreiding infrastructuur van bestaand woonzorgcentrum “Ter Deeve” met een bijkomende vleugel en/of bijkomende bouwlaag, met behoud van het aantal bestaande woonzorgcentrumwooneenheden c) Variante : bijkomende wooneenheden volgens beschikbaarheid programmatie (4 wooneenheden voorafgaand vergund op 1/01/2011, 3 in programmatie op 1/01/2011, tot een totaal van 60 à 65 woongelegenheden). - project met VIPA - 2017-2021
4
Huidige situatie
ROB/RVT Serviceflats
Lokaal dienstencentrum
Gewenste situatie: Woonzorgcirkel
Woonzorgcirkel Centrum voor kortverblijf ROB/RVT Serviceflats / Assistentiewoningen
Lokaal dienstencentrum
Figuur 1: huidige en gewenste situatie
5
3. BESLISSINGEN OM EEN INVESTERINGSSUBSIDIE AAN TE VRAGEN EN EEN ZSP IN TE DIENEN 3.1. Notulen mbt de beslissing om een investeringssubsidie/waarborg aan te vragen Zie uittreksel van de beslissing van de Raad van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn in de zitting van 3 december 2009.
6
3.2. Notulen mbt de beslissing om een ZSP in te dienen Zie uittreksel van de beslissing van de Raad van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn in de zitting van 3 december 2009 en 10 februari 2011.
7
3.3. Statuten of andere documenten inzake de rechtspersoon van de initiatiefnemer Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) van Meulebeke kadert in de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor Maatschappelijk Welzijn (gecoördineerd met alle wijzigende wetten en decreten).
8
4. MISSIE VAN DE INITIATIEFNEMER 4.1. Missie en opdrachtverklaring 4.1.1. Missie De missie van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) van Meulebeke kadert in de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor Maatschappelijk Welzijn (gecoördineerd met alle wijzigende wetten en decreten). Art. 1 van de organieke wet luidt als volgt: “Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze dienstverlening heeft tot doel éénieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Er worden openbare centra voor maatschappelijk welzijn opgericht die, onder de door deze wet bepaalde voorwaarden, tot opdracht hebben deze dienstverlening te verzekeren.” Het OCMW van Meulebeke wil een gemakkelijk bereikbaar aanspreekpunt worden voor algemene en specifieke hulp- en dienstverlening in de gemeente, in overleg en in samenwerking met anderen. Het wil niet alle hulp- en dienstverlening zelf organiseren, maar dient wel iedere vraag te kunnen beantwoorden met doorverwijzing of eigen hulp- en dienstverlening. Het geven van informatie, begeleiding, advies, hulp- en dienstverlening is hierbij de belangrijkste opdracht. Het Sociaal Huis is daarom ook gevestigd in het onthaal van het administratief gebouw van het OCMW. Op het vlak van de ouderenzorg en woonzorg wil het OCMW van Meulebeke daarom een gedifferentieerd aanbod van ouderenvoorzieningen, ouderenzorg en woonzorg aanbieden dat zowel inspeelt op de noden van ouderen die thuis wonen, als op de noden van ouderen die een transmurale of intramurale opvang nodig hebben. Daarnaast wil het een soort “zorgloket” ontwikkelen waar alle vragen en problemen in verband met bejaardenzorg worden gecoördineerd en begeleid. Het OCMW wil samen met de cliënt het zorgtraject helpen afleggen. Het OCMW richt zich hierbij in de eerste plaats op de bewoners van Meulebeke en omgeving. Het woonzorgcentrum staat open voor valide en mindervalide bejaarden, maar de intramurale opvang is in hoofdzaak gericht op ouderen die de meer zorgbehoevend zijn en niet meer door andere zorgvormen kunnen geholpen worden, zonder hierbij de noden van ouderen, die omwille van sociale indicaties of andere omstandigheden in een woonzorgcentrum dienen opgenomen te worden, te miskennen. Het OCMW Meulebeke biedt een ruim aantal diensten aan, maar niet allemaal. Het OCMW Meulebeke is daarom bereid om voor bepaalde diensten samen te werken met andere OCMW‟s of met private initiatieven (zie verder).
9
4.1.2. Opdrachtverklaring Het OCMW van Meulebeke reikt de bejaarden van de gemeente Meulebeke een geheel van diensten aan om zo lang mogelijk in hun vertrouwde thuisomgeving te kunnen blijven. De poetsdienst, de dienst warme maaltijdbedeling, het aanbod van personenalarmtoestellen en de mindermobielencentrale vormen al enkele jaren een belangrijk onderdeel van de sociale dienstverlening en hier wordt in grote mate gebruik van gemaakt. Sedert 2009 is er ook een boodschappendienst. Daarnaast beschikt het OCMW nog over 14 volledig gerenoveerde sociale woningen1, wordt er een tussenkomst voorzien in de werking van de thuiszorgdiensten en is er via het gemeentebestuur een mantelzorgtoelage. Het OCMW van Meulebeke wil tevens voorzien in een aangepaste en eigentijdse woon- en begeleidingsvorm voor ouderen. Het OCMW-woonzorgcentrum Ter Deeve richt zich daarbij in eerste instantie op de meer zorgbehoevende bejaarden uit Meulebeke die, ondanks het uitgebreide aanbod aan thuiszorgdiensten die het OCMW aanbiedt, in de onmogelijkheid verkeren om nog verder te functioneren in hun vertrouwde thuisomgeving. Bij de opname van bewoners wordt geen onderscheid gemaakt naar persoon, ras, sociale status, politieke of religieuze overtuiging. De medewerkers kunnen tevens op de nodige steun van de raad en de directie rekenen. In hun werking willen zij voortdurend in voeling en overleg blijven met de familie en de naaste betrokkenen van de resident, dit om een optimale en maatschappelijke integratie van de resident te bewerkstelligen. Tenslotte stelt de instelling de autonomie van en het respect voor de bewoner als prioritaire waarden voorop. Het volledige zorgconcept en ook het personeelsbeleid, inclusief de opleiding en vorming van het personeel, worden hierop afgestemd. Bijlage 1: Infofolder van het woonzorgcentrum Ter Deeve, het Lokaal dienstencentrum Ter Deeve en de serviceflats Deeveland
1
Investeringsproject (2006-2010) “Verbouwen van 18 bejaardenwoningen tot 14 sociale woningen in de wijk Bloemenhove”
10
4.2. Voorstelling van de verschillende diensten van het OCMW Meulebeke 4.2.1. Het woonzorgcentrum Ter Deeve Het woonzorgcentrum werd gebouwd in de eerste helft van de jaren ‟80. Het originele lastenboek voor deze bouw dateert uit 1980 en de eerstesteenlegging vond plaats in 1982. Na de inhuldiging van het gebouw in 1987 werden vanaf de jaren ‟90 tot en met 2008 enkele verbouwingen uitgevoerd, waaronder de verbouwing van de tweepersoonskamers naar meerdere éénpersoonskamers. Het woonzorgcentrum “Ter Deeve” (Bonestraat 24) bestaat uit twee bewoonde bouwlagen met een totale oppervlakte van 1.630 m² (d.i. 2 x 325 m² blok I + 2 x 490 m² blok II, exclusief onthaal), zijnde : - 44 éénpersoonskamers met een totale kameroppervlakte van 17 m² - een leefzaal op het eerste verdiep - een ergo- en kinéruimte op het gelijkvloers - een verpleegpost per verdiep - een keukenruimte, bergruimte en sanitair per verdiep - een bureel voor de dagelijks verantwoordelijke - telefoonruimte, trappenhal en lift Het woonzorgcentrum is onderkelderd met een gemeenschappelijke garage voor flatbewoners en eigen voertuigen. 4.2.1.1. Erkenningsituatie Momenteel zijn 44 woongelegenheden erkend. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende erkenningen.
ROB RVT Voorafgaand vergund Totaal
Aantal woongelegenheden 44-32rvt=12 32 4 44 + 4
Erkenningsnummer CE 1467 VZB 2295 -
Tabel 1: Overzicht van de verschillende erkenningen voor de woongelegenheden in Woonzorgcentrum Ter Deeve (1/02/2011)
Een kopie van deze erkenningen is tevens in bijlage opgenomen. Bijlage 2: Erkenningen Woonzorgcentrum Ter Deeve
11
4.2.1.2. Aantal kamers en woongelegenheden Op dit ogenblik zijn alle kamers éénpersoonskamers. Dit is een bewuste keuze van het OCMW ten voordele van het comfort van de bewoners en de zorgkwaliteit.
4.2.2. Centrum voor kortverblijf Het OCMW Meulebeke beschikt momenteel niet over een erkend centrum voor kortverblijf, maar stelt echter een stijgende vraag vanuit de bevolking vast naar dit soort van dienstverlening. Onder meer de sociale diensten van de ziekenhuizen melden regelmatig aan het woonzorgcentrum dat zij geconfronteerd worden vragen naar tijdelijke opvang. Vroeger kon dergelijke vraag soms beantwoord worden vanuit de woonzorgcentrumwerking, maar op heden wordt deze vraag deels beantwoord door het centrum voor kortverblijf „Brevis‟ (10 woongelegenheden kortverblijf bij het woonzorgcentrum Sint-Vincentius, GVO vzw, Bonestraat 17, 8760 Meulebeke). De goede samenwerking met het kortverblijf „Brevis‟ wordt bestendigd door het zorgloket, de thuiszorgcoördinator (Sociaal Huis) en onderlinge afspraken inzake doorverwijzing en informatieverstrekking.
4.2.3. Serviceflats Het OCMW Meulebeke beschikt over een serviceflatgebouw met 50 wooneenheden. De huidige constructie bestaat, bovenop de kelderruimtes, uit vier bouwlagen, gebouwd in de eerste helft van de jaren ‟80. Het originele lastenboek voor deze bouw dateert uit 1980, na de inhuldiging van het gebouw in 1987 werden geen grote verbouwingen uitgevoerd. Het serviceflatgebouw “Deeveland” (Bonestraat 22) bestaat uit vier bewoonde bouwlagen met een totale oppervlakte van 3.644 m² (d.i. 4 x 486 m² blok III + 4 x 425 m² blok IV), zijnde: - 50 serviceflats met een totale oppervlakte per flat van 50 m² (leefruimte, keuken, badkamer en slaapkamer) - een kapsalon op het gelijkvloers - een trappenhal, lift en zithoek per verdiep Daarnaast is het serviceflatgebouw volledig onderkelderd met 34 (d.i. 18 gewone + 16 gesplitste) bergruimtes voor bewoners en eigen diensten.
4.2.3.1. Erkenningsituatie Momenteel zijn 50 woongelegenheden erkend (CE1468). Op 1 augustus 2009 zijn 64 personen ingeschreven als woonachtig in de serviceflats. Een kopie van deze erkenning is tevens in bijlage opgenomen.
12
Bijlage 3: Erkenning serviceflatgebouw “residentie Deeveland”
4.2.3.2. Assistentie Onze serviceflatbewoners hebben op heden verschillende mogelijkheden om aan hun zorgbehoevendheid tegemoet te komen (familiehulp of poetsdienst; thuisverpleging; de huidige facultatieve diensten van het OCMW zijn: middagmaal op de flat of in het restaurant, wassalon, pedicure, mindermobielencentrale, bloeddrukcontrole, klusjesdienst, kapsalon, personenalarm, poetsdienst, nachttoezicht en de uitbreiding van zorg). In sommige gevallen werden door onze eigen diensten voorzorgsmaatregelen getroffen zoals de tijdelijke zorgverlening vanuit het woonzorgcentrum in afwachting van een verhuis naar een woonzorgcentrum of zoals het afsluiten van kookvuren om ongevallen te voorkomen. De inschakeling van de vele thuiszorgdiensten blijkt in bepaalde gevallen onvoldoende. Een opname in een woonzorgcentrum is in sommige gevallen aangewezen. Hier speelt het voordeel van de goede samenwerking met het woonzorgcentrum “Sint-Vincentius”, die wordt bestendigd door het zorgloket, de thuiszorgcoördinator (Sociaal Huis) en onderlinge afspraken inzake doorverwijzing en informatieverstrekking. Flatbewoners (vaak koppels) zelf daarentegen vinden een opname (van henzelf of van hun partner) in een woonzorgcentrum vaak een beperking. Meestal is er geen plaats in het woonzorgcentrum, ook al geldt in het woonzorgcentrum “Ter Deeve” de voorrangsmaatregel die de bewoners van de serviceflats “Deeveland” voorrang geeft op andere kandidaat bewoners, temeer dat er in bepaalde situaties twee kamers moeten vrij zijn (koppels). In dit zorgstrategisch plan wordt dan ook voor de toekomstige situatie de terminologie “serviceflat / assistentiewoning” gebruikt. 4.2.3.3. Overige facultatieve diensten van het OCMW -
Per verdieping zijn een aantal zithoeken voorzien; de bewoners komen er dagelijks samen; Bewoners kunnen deelnemen aan activiteiten van het woonzorgcentrum of van het dienstencentrum; Maandelijkse contactnamiddagen; Wekelijkse bewegingsoefeningen; Buurthulp met o.a. nachttoezicht en gangverantwoordelijken; Uitbreiding van zorg voor bewoners die vroegtijdig uit het ziekenhuis worden ontslagen en/of niet meer in staat zijn om zelfstandig op hun flat te verblijven, en die een aanvraag hebben gedaan tot opname in het aanleunend woonzorgcentrum; Dit houdt in: voeding, toediening medicatie, hygiënische en verpleegkundige verzorging met uitzondering van het ochtend- en avondtoilet.
13
4.2.3.4. Wachtlijst Op 1 februari 2011 staan op de wachtlijst voor de serviceflats 119 personen of gezinnen ingeschreven.
4.2.4. Sociale woningen Het OCMW van Meulebeke beschikt over 14 sociale woningen in de wijk Bloemenhove te Meulebeke. Dit woningaanbod wordt in de periode 2009-2011 gerealiseerd na een volledige renovatie. Deze woningen zijn een waardevolle aanvulling op een beperkt woningaanbod van sociale woningen en op een jaarlijkse bijdrage van ongeveer 5.515 euro of 0,50 euro per inwoner aan het Regionaal Sociaal Verhuurkantoor Midden West-Vlaanderen vzw. Naast dit aanbod worden geen sociale woningen verhuurd. Het aantal sociale woningen blijft zeer beperkt ten aanzien van de vraag naar dit woningenaanbod in Meulebeke. Er wordt onderzocht of in de komende jaren de realisatie van sociale woningen naast (en in aansluiting met) de huidige site van het woonzorgcentrum, serviceflats en lokaal dienstencentrum mogelijk is door de socialehuisvestingsmaatschappij De Mandel cv. De onmiddellijke nabijheid van het woonzorgcentrum, het lokaal dienstencentrum, het zorgloket en het Sociaal Huis verhoogt de continuïteit van wonen en garandeert de gewenste en/of noodzakelijke zorg- en dienstverlening. 4.2.4.1. Grond- en pandendecreet Niettegenstaande dit aanbod blijft een onbeantwoorde vraag naar sociale woningen. Volgens het Grond- en Pandendecreet2 is in de komende jaren dan ook een ernstige inhaalbeweging nodig.
2
Grond- en Pandendecreet (27.03.2009), art. 4.1.4
14
Tabel 2: Berekening bindend sociaal objectief voor sociale huurwoningen volgens het Gronden Pandendecreet
4.2.5. Lokaal dienstencentrum Het lokaal dienstencentrum “Ter Deeve” (CE1559) werd eveneens gebouwd in de eerste helft van de jaren ‟80 en vormt fysisch de verbinding tussen het woonzorgcentrum en het serviceflatgebouw. Het bestaat uit : -
een onthaal (balie en zithoek) een polyvalente zaal (345 m²) een keuken (110 m²), onderkelderd met bergruimtes en kleedkamers een restaurant, cafetaria, bureel, sanitair en gang (465 m²), onderkelderd met vier bergruimtes, een leslokaal en een wassalon
4.2.5.1. Erkenning lokaal dienstencentrum Tot op heden wordt gestreefd naar de normen van het thuiszorgdecreet van 14 juli 1998. Het lokaal dienstencentrum organiseert activiteiten van algemeen informatieve aard, recreatieve en vormende aard. Het lokaal dienstencentrum biedt ook hulp bij activiteiten dagelijks leven en verricht voldoende optionele werkzaamheden. Gemiddeld komen zo‟n 500 deelnemers per week deelnemen aan de activiteiten in de gebouwen van het dienstencentrum. Hierbij wordt steeds nauw samengewerkt met vrijwilligers. Op heden bestaan samenwerkingsverbanden met o.a. Dynamica vzw, ASO school De Bron, het Davidsfonds, yogagroepen, SAR, bibliotheek, CM Ziekenzorg en GOSA. Een kopie van deze erkenning is tevens in bijlage opgenomen. Bijlage 4: Erkenning lokaal dienstencentrum “Ter Deeve”
15
4.2.5.2. Poetsdienst Vanaf de tweede helft van de jaren „80 werd door het OCMW Meulebeke de eerste poetshulp aangeboden en doorheen de jaren kende deze dienst een enorme groei. In 2008 waren 45 halftijdse poetsvrouwen in dienst, welke bij 220 gezinnen/alleenstaanden in het regulier systeem en bij 163 gezinnen via het systeem van dienstencheques poetshulp verrichtten. In 2009 waren 34 deeltijdse (vnl. halftijdse) poetsvrouwen in dienst in het systeem van dienstencheques en 24 halftijdse poetsvrouwen in het regulier systeem. 4.2.5.3. Maaltijdbedeling aan huis Het OCMW van Meulebeke voorziet in een dienst voor maaltijdbedeling aan huis. Deze dienst wordt toegeleverd met warme en vers bereide maaltijden tijdens de week (en diepvriesmaaltijden in het weekend) vanuit het woonzorgcentrum, met een aangepaste keuken. 4.2.5.4. Personenalarmsystemen Momenteel beschikt het OCMW Meulebeke over personenalarmering en deze zijn meestal allemaal verhuurd.
20
toestellen
voor
4.2.5.5. Minder mobielencentrale en boodschappendienst Het lokaal dienstencentrum van het OCMW organiseert sinds 1994 de Minder Mobielen Centrale. In 2008 waren er 117 aangesloten leden en 9 chauffeurs. In 2010 wordt deze minder mobielencentrale uitgebreid met een boodschappendienst. Sinds 2008 wordt ook mindermobielenvervoer.
met
vzw
Dynamica
samengewerkt
inzake
het
4.2.6. Sociale dienst De sociale functie van het woonzorgcentrum Ter Deeve, de serviceflats Deeveland, de sociale woningen Bloemenhove en het lokaal dienstencentrum Ter Deeve is volledig geïntegreerd in de werking van de sociale dienst van het OCMW Meulebeke. Het OCMW beschikt, naast de opvangmogelijkheden in het kader van het LOI (20 personen) over 2 doorgangswoningen en 1 crisiswoning.
4.2.7. Tussenkomsten voor en samenwerking met thuiszorgdiensten Het OCMW Meulebeke komt tussen in de werking van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp (o.a. Familiehulp, Familiezorg, Solidariteit voor het Gezin en Bond Moyson). Zij verstrekt hierbij een bijdrage van per uur dat de diensten spenderen aan de verzorging van gezinnen en bejaarden in Meulebeke. In 2009 was dat nog € 9.916 voor 34.025 uren.
16
4.2.8. Sociaal-pedagogische toelage Door het gemeentebestuur van Meulebeke wordt een sociaal-pedagogische toelage uitgekeerd. De toelage wordt uitgekeerd aan volwassenen met een ongeschiktheid van minstens 66% volgens een geldig attest van het Ministerie van Sociale Zaken en bedraagt 137 euro per kalenderjaar.
4.2.9. Waarderingstoelage De gemeentelijke waarderingstoelage bedraagt 137 euro per thuis in het gezin opgenomen ouder of grootouder van minstens 80 jaar of minimaal 66% ongeschiktheid volgens een geldig attest van het Ministerie van Sociale Zaken. Dit enerzijds als tussenkomst in de kosten en anderzijds als blijk van waardering voor de vrijwillige inzet die geleverd wordt bij de permanente opvang en thuisverzorging van de meer zorgbehoevende personen.
17
4.3. Behoeften bij de bevolking Het OCMW van een kleine gemeente als Meulebeke beschikt niet over de nodige middelen om een ruim opgezet behoeftenonderzoek te organiseren. Daarom werd besloten vooral uit te gaan van het Lokaal Sociaal Beleidsplan3 Meulebeke en de studie4 van de sociale omgeving van Meulebeke, alsook van de bestaande resultaten van behoeftenonderzoeken bij de bevolking in de regio. Daarnaast werd ook een bevraging uitgevoerd bij de woonzorgcentra in de regio. Al van bij de lancering van het Decreet Lokaal Sociaal Beleid nam het bestuur zich dan ook voor om ook bij dit plan de burger en de actoren te betrekken. Bij de startvergadering van 27 januari 2005 voor het eerste lokaal plan werden ruim 70 personen en instanties uitgenodigd en gevraagd te participeren om de nieuwe opdracht tot een goed einde te brengen: naast lokale mandatarissen en ambtenaren, ook afgevaardigden van de gemeentelijke raden en verenigingen, vakbonden, mutualiteiten, onderwijsinstellingen, de kinderopvangdiensten, de Gezinsbond, de huisvestingsmaatschappij, het RSVK, thuisverpleging, huisartsen,… In de omgevingsanalyse en nadien in de uiteenzetting van de meerjarenplanning, bij de lokale taakafspraken en op nog andere plaatsen kwamen telkens weer de talrijke links met externe actoren en de participatie van burgers, individueel en collectief, naar voren. In de aanloop naar de Trefdag Lokaal Sociaal Beleid op 17 oktober 2007 waar de omgevingsanalyse zou worden besproken, werd andermaal een oplijsting gemaakt van de lokale actoren met directe betrokkenheid op de gemeente. Alle actoren in de omgevingsanalyse vernoemd als zijnde gevestigd in Meulebeke of voor hun werking in Meulebeke aanwezig werden uitgenodigd. Van de overlegraden werd telkens de voorzitter uitgenodigd. Op 17 oktober 2007 ging de Trefdag Lokaal Sociaal Beleid door met 40 aanwezigen, die na een plenum participeerden in de werkgroepen. Bijlage 5: Trefdag Lokaal Sociaal Beleid : samenstelling werkgroepen.
Na de trefdag maakte de seniorenraad nog een bijkomend voorstellendocument over, dat in de stuurgroepvergadering van 13 maart 2008 werd besproken. De stuurgroep oordeelde dat het adviserend aansloot op de besprekingen en de suggesties van de trefdag en dat het onverkort een participatieve meerwaarde heeft. Naar concrete inpassing ervan is vooral de specifieke doelstelling 4.2.3. onder de pijler Gezin en Gezondheid belangrijk. Daarnaast waren tal van door de SAR opgemerkte zaken (over informatie en participatie, over wonen en opvang van ouderen, over gezondheidszorg, veiligheid en mobiliteit…) inmiddels al onder diverse pijlers LSB-doelstellingen opgenomen en kregen er vaak al een explicitie invulling. Nog andere werden bijkomend geïntegreerd.
3
Lokaal Sociaal Beleidsplan Meulebeke 2008-2014, goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn dd. 8 mei 2008 en goedgekeurd door de Gemeenteraad dd. 21 mei 2008. 4 “De sociale omgeving van Meulebeke, bouwstenen voor de opmaak van een lokaal sociaal beleidsplan”, Omgevingsanalyse opgemaakt door de werkgroep Lokaal Sociaal Beleidsplan Meulebeke.
18
De resultaten ervan op het vlak van woonzorg kunnen als volgt worden samengevat: Het is de uitdrukkelijke wens van de actoren om doelgroepen te begeleiden op het vlak van wonen. Dit omvat onder meer het instandhouden en bouwen van een sociaal patrimonium aan serviceflats, assistentiewoningen, huurwoningen en huurappartementen, en het voorzien van opvang voor zorgbehoevende bejaarden in het woonzorgcentrum. Daarenboven wordt groot belang gehecht aan het verbeteren van de woonkwaliteit en verbeterde voorzieningen om langer thuis te kunnen wonen. De vraag naar een lokaal en laagdrempelig netwerk van diensten gericht op gezinnen en doelgroepen, dit zowel op basis van eigen initiatief als van samenwerking. Daarnaast wordt door de actoren tevens belang gehecht aan de diensten die in Meulebeke gezondheidszorg organiseren, betrokken zijn op personen met gezondheidsproblemen of die gezins-, bejaarden- en mantelzorg organiseren. De op vandaag meest prangende problemen en behoeften in hoofde van de ouderen op het vlak van woon- en zorgvoorzieningen, volgens de respondenten van de bevraging bij de woonzorgcentra in de regio, zijn: - Lange wachtlijsten. - Aangepaste huisvesting en woongelegenheden. - Tekorten in alle opvangvormen, onvoldoende aanbod. - woongelegenheden, zowel in ROB als RVT : kortopvang, dagopvang, dag-nacht-opvang, dementerenden, zwaar zorgbehoevenden enz. - Sociale woningen. - Assistentiewoningen. - Kwaliteitsvolle aangepaste woningen voor ouderen. - Kwalitatieve verzorging en respectvolle benadering. - Deskundig personeel. - Toekomstige nieuwe noden en behoeften voor ouderen: o Vereenzaming (kleine families, geen sociaal netwerk). o Vereenzaming mee te rekenen in bepaling van de graad van zorgbehoevendheid. o Tussenvormen tussen woonsituatie en ziekenhuis in het kader van herstel met verder verblijf thuis als uitgangspunt. o Grootte van de kamers, alternatieve “thuis”, hogere comforteisen, geïndividualiseerd aanbod van animatie. o Zorgflats. o Residentiële opvang van zwaar zorgbehoevende ouderen. o Ouderen met psychosociale problemen. o Betaalbaarheid. o Mobiliteit. o Nog langere wachtlijsten. Bijlage 6: Voorbeeld van een enquêteformulier
19
De visie van de instellingen in de regio blijkt uit volgende prioriteiten: Zorgbehoevende ouderen zullen in de toekomst een grotere nood aanvoelen voor… Prioriteit Rusthuiswoongelegenheden 36 Serviceflats / Assistentiewoningen / Zorgflats / Sociale woningen 32 Opvangmogelijkheden voor kortverblijf 18 Opvangmogelijkheden tijdens de nacht 18 Rusthuiswoongelegenheden met specifieke aandacht voor fysische zorgverlening 15 Crisisopvang 11 Opvangmogelijkheden tijdens de dag 9 Tabel 3: visie aangaande ouderenzorg volgens de instellingen in de regio: prioriteiten (Bron: eigen berekening op basis van eigen enquêtes; april-juni 2010)
Er is een duidelijke behoefte vanuit de bevolking voor het behoud van de bestaande residentiële woongelegenheden én de realisatie van bijkomende woonzorgcentrumwoongelegenheden, serviceflats/assistentiewoningen en overige opvangmogelijkheden. In het hoofdstuk wonen van het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2014 van Meulebeke staat een Strategische doelstelling (4.1.3): “bijzondere aandacht verlenen aan de specifieke woonnoden van doelgroepen”. Hierbij wordt onder de operationele doelstelling 3 gesteld: “De gemeente heeft aandacht voor de ontwikkeling van nieuwe woongebieden die tegemoetkomen aan de specifieke woonbehoeften van doelgroepen”. De daar bijhorende actie luidt als volgt : “In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) de uitvoering opvolgen van gebiedsontwikkeling volgens een doelgroepgerichte benadering, d.w.z. een benadering waarbij men nieuwe woongebieden probeert aan te snijden door de specifieke woonbehoeften van doelgroepen aan te tonen.”
20
4.4. Aandachtspunten bij de uitwerking van het zorgstrategisch plan. 4.4.1. Het woonthema Vanuit het Vlaams ouderenbeleid wordt zeer veel aandacht besteed aan dit aspect. Waar op vandaag de aspecten wonen en zorg meestal volledig van elkaar gescheiden zijn, wordt verwacht dat die aspecten in de toekomst steeds meer naar elkaar zullen toegroeien. Dit betekent dat het belang van thuiszorg en het aanpassen van het woningpatrimonium gaat toenemen, terwijl de woonfunctie die binnen de residentiële zorgvoorzieningen in het verleden veel te weinig aandacht kreeg op vandaag belangrijker wordt. Het OCMW van Meulebeke wil binnen de uitbouw van het zorgstrategisch plan op beide ontwikkelingen inspelen.
4.4.2. Het zorgthema In de meeste woonzorgcentra is de organisatie van de zorg op vandaag maar al te sterk een afkooksel van het ziekenhuismodel. De autonomie van de bewoner staat niet centraal genoeg en de organisatie primeert op de individuele behoeften en gewoonten van de verschillende bewoners. Deze situatie zal in de toekomst volledig moeten omgebogen worden en de cliënt zal als het ware de dirigent moeten worden van het globale zorggebeuren. Bij de realisatie van een vernieuwd woonzorgcentrum zal hier terdege rekening mee moeten gehouden worden. De infrastructuur zal zodanig moeten zijn dat de autonomie en ook de zelfredzaamheid van de bewoners maximaal aan bod kan komen. De organisatie van de zorg zal een verdere gedaanteverandering moeten ondergaan en zal het accent moeten leggen eerder op zorgondersteuning dan op zorg zelf. Verpleegkundigen en zorgkundigen zullen naast hun competenties als zorgverstrekker ook moeten beschikken over de vaardigheden van een goede coach die de eigen mogelijkheden van een bewoner maximaal aan bod kunnen laten komen.
4.4.3. Het thuiszorgondersteunend thema Niemand betwist op vandaag dat het belangrijk is dat ouderen zo lang als mogelijk in de thuissituatie moeten kunnen blijven wonen, terwijl ook oplossingen moeten gecreëerd worden om hiervoor een alternatief te kunnen aanbieden wanneer dat thuis wonen onmogelijk wordt. Die oplossingen dienen maximaal het zo normaal mogelijk wonen te benaderen. Het OCMW van Meulebeke wenst hierop in te spelen. Het thuis wonen zelf dient naast de dienstverlening door verschillende thuiszorgdiensten ondersteund te worden door initiatieven zoals dagverzorgingscentra en kortverblijf. Het OCMW van Meulebeke wenst hierop in te spelen door ondersteuning te bieden aan partners, een coördinerende rol op zich te nemen en het aanbieden van een zorgaanbod aan de bewoners van de flats.
21
4.5. Het huidige woonzorgcentrum Ter Deeve, serviceflats Deeveland en Lokaal dienstencentrum Ter Deeve 4.5.1. Historiek In het centrum van Meulebeke bevindt zich, midden in een mooi kader van groen en nabij de Deevebeek, het complex “Ter Deeve - Deeveland”. Einde 1971 en begin 1972 werd er door de C.O.O. van Meulebeke een enquête gehouden onder de Meulebeekse bejaarden. Deze had tot doel de verschillende levensgebieden van deze bevolkingsgroep door te lichten met de bedoeling eventuele probleemgebieden op te sporen. Hierop werd vervolgens ingespeeld door enkele verantwoorde voorstellen te formuleren welke zouden meehelpen om de geregistreerde noden te ondervangen. Uit de bekomen resultaten werd een behoeftenraming opgemaakt van nieuwe huisvestingsvormen voor bejaarden. Hieropvolgend werden plannen gemaakt voor de realisatie van bejaardenwoningen, een bejaardentehuis, een serviceflatgebouw, het oprichten van georganiseerde huishoudelijke hulp en de oprichting van een dienstencentrum. Het lastenboek werd goedgekeurd in 1980, waarna de bouwwerken werden aangevat en werden voltooid in 1987.
4.5.2. Comfortproblemen, bouwfysische en functionele tekortkomingen Het spreekt vanzelf dat deze gebouwen na meer dan 25 jaar te kampen hebben met oplopende renovatie- en herstellingskosten. Vooruitkijkend naar de toekomst in met inachtneming van de eisen uit het woonzorgdecreet, voldoet het huidig complex niet meer aan de nieuwste normen. Kort samengevat zijn de belangrijkste tekortkomingen de volgende: zoals : - dringende nood aan het vervangen van de sanitaire leidingen, met renovatiewerken in de gangen, badkamers,… als gevolg - herstellen / vernieuwen van de dakbekleding - verouderde sanitaire voorzieningen, badkamers en keukens - nood aan plafond, vloer- en gevelvernieuwing - te grote afstand tussen vloeroppervlak en de ramen - slecht of niet functionerend systeem voor luchtcirculatie - vernieuwen van de ramen en ander schrijnwerk - verouderde feestzaal Niettegenstaande de goede staat van onderhoud en de recente inspanningen om te voldoen aan de zorgvraag van de RVT-bewoners voldoet het woonzorgcentrum op termijn niet meer aan de comforteisen van een modern woonzorgcentrum voor de opvang van zorgbehoevende bejaarden. De oppervlakte van een woonzorgcentrumkamer bedraagt slechts 17 m².
22
Het inspectieverslag (opgenomen in bijlage van dit zorgstrategisch plan) toont tevens tekortkomingen aan. Bijlage 7: Inspectieverslag woonzorgcentrum
Het dienstencentrum kampt, door de vele activiteiten, met een acuut ruimtetekort. Vaak moet zeer creatief worden omgesprongen met het plannen van activiteiten en vergaderingen. Bijvoorbeeld wordt een vergaderzaal in het administratief centrum gebruikt als computerleslokaal, wordt het clubhuis van een nabijgelegen vereniging gebruikt voor infomomenten, wordt een kelderruimte zonder zonlicht gebruikt als crearuimte, enzovoort. De eerder beperkte ruimte van keuken, restaurant en cafetaria is tevens een belangrijk aspect waarmee in de nabije toekomst moet rekening gehouden worden. Het laatste inspectieverslag ( opgenomen in bijlage van dit zorgstrategisch plan) toont tevens tekortkomingen aan. Bijlage 8: Inspectieverslag serviceflats
4.5.3. Brandveiligheid De brandveiligheid in de instelling is verzekerd. Wij verwijzen hiervoor naar het verslag van de brandweer en het attest van de Burgemeester, welke in bijlage is opgenomen. Bijlage 9: Brandweerverslag en attest van de Burgemeester
4.5.4. Uitgevoerde aanpassingen en investeringen 4.5.4.1. Woonzorgcentrum 1987: Ter Deeve kon 36 bewoners huisvesten: 24 bewoners op een tweepersoonskamer (12) en 12 bewoners in een éénpersoonskamer, beschikte over twee badkamers met ligbad. 1995: 10 tweepersoonskamers werden omgebouwd tot éénpersoonskamers. Het kapsalon , verpleeglokaal, dokterslokaal en kleedkamers (2) op het gelijkvloers werden omgebouwd tot éénpersoonskamers. Het kapsalon werd verhuisd naar een wachtruimte op het gelijkvloers in de serviceflats. De kleedkamers werden in de kelder ingericht. Op deze manier blijft het aantal bewoners op 36 en de kamers: 32 éénpersoonskamers en 2 tweepersoonskamers. Op de eerste verdieping werd in de sanitaire ruimte van de overblijvende tweepersoonskamers een douche geplaatst. 2000-2001: uitbreiding van het woonzorgcentrum. Het aantal erkende bedden werd uitgebreid tot 44. Door de verhuizing van de administratie van het ocmw en de sociale dienst naar een nieuw gebouw werden de kamers gerealiseerd op het gelijkvloers:
23
o o o o o o o
5 burelen werden tot 5 kamers omgebouwd 1 leslokaal werd omgevormd tot 3 kamers. Bureel van de secretaris werd omgevormd tot leefzaal De raadzaal werd kinélokaal en bureel van paramedici Een opslagruimte werd verpleegbureel Een douche werd gebouwd als deel van het onderhoudslokaal. De ingang van de administratie werd omgevormd tot een ontvangstlokaal. o Het oproepsysteem werd vernieuwd. 2005-2006-2007: o een afzonderingskamer werd ingericht in een zitruimte op de eerste verdieping, in de serviceflats o op het gelijkvloers werd het bad vernieuwd naar elektrische hooglaagbad en herschilderd o in de sanitaire ruimtes werden de toiletkasten vernieuwd. o De zonnewering werd voorzien van elektronische bediening o In enkele woongelegenheden en in de leefzaal boven werden beveiligde ramen geplaatst. 2008: de laatste 2 tweepersoonskamers werden omgebouwd tot 3 éénpersoonskamers en de afzonderingskamer werd in gebruik genomen als kamer van het woonzorgcentrum. In de badkamer boven werd het bad vernieuwd naar een hoog-laagbad en werd de ruimte geschilderd. 2010: herschilderen van de gangen en leefzalen. 4.5.4.2. Lokaal dienstencentrum In 2008 werd de keuken aangepast en opgedeeld in een afwaszone met nieuwe vaatwaslijn, een koude en een warme zone. Verder zijn geen infrastructuurwerken uitgevoerd. 4.5.4.3. Serviceflats Met uitzondering van het vervangen van enkele ramen eind de jaren ‟90 en 2000 werden sinds de oplevering van het gebouw geen infrastructuurwerken uitgevoerd. 4.5.4.4. Nieuw administratief centrum, sociaal huis en sociale dienst In 2001 werden het nieuw administratief centrum plechtig ingehuldigd. In dit gebouw werd de sociale dienst en de administratie van het OCMW gehuisvest. Het gebouw is fysisch verbonden met het woonzorgcentrum en het lokaal dienstencentrum. In 2005 werd een bijkomend verdiep gebouwd op het nieuw administratief centrum. In dit nieuwste deel wordt een ruime vergaderruimte gebruikt als opleidingsruimte (o.a. computerlessen) van het lokaal dienstencentrum. Het Sociaal Huis, met een thuiszorgcoördinator, is tevens in deze gebouwen gehuisvest.
24
4.6. Toekomst 4.6.1. Wettelijk kader Voorafgaand aan de beschrijving van de gewenste situatie werden mogelijke toekomstpistes getoetst met het wettelijk kader. Betreffende enerzijds de verbouwing van de serviceflats tot assistentiewoningen en anderzijds de verbouwing het lokaal dienstencentrum stellen zich geen wettelijke problemen. In Meulebeke zijn er twee intramurale zorgaanbieders binnen de ouderenzorg: het OCMW van Meulebeke met het woonzorgcentrum Ter Deeve en de Voorziening voor ouderenzorg Sint-Vincentius vzw. In het kader van de respectievelijke activiteiten werden besprekingen5 gehouden en werden mogelijke pistes juridisch afgetoetst. De essentiële voorwaarde om een woonzorgcentrum te kunnen afstoten, is dat het OCMW zijn beslissing baseert op de vaststelling dat er geen actuele behoefte meer aan bestaat. Deze vaststelling kan enkel gestaafd worden met een daadwerkelijk onderzoek naar de behoeften en bestaande opvangmogelijkheden. Gelet op de vergrijzing en de schaarste aan opvangcapaciteit, is het onmogelijk aan te tonen dat er geen behoefte meer bestaat aan het OCMW-woonzorgcentrum. Het afstoten van het woonzorgcentrum wordt ook niet gedragen door de OCMW-raad. Bovendien wordt de vraag naar samenwerkingsmogelijkheden voor OCMW‟s bij de realisatie van hun taken met een privépartner door de Raad van State beantwoord met een restrictieve interpretatie van de OCMW-wet. Bijgevolg wordt het OCMW geconfronteerd met het verplicht verder uitbaten van het woonzorgcentrum Ter Deeve. Hieruit vloeit dat het OCMW ook financiële middelen moet bekomen voor de noodzakelijke verbouwing van het woonzorgcentrum. Hiertoe wordt een aanvraag gedaan bij VIPA.
4.6.2. Algemeen Wanneer we denken aan morgen, en verder… dan kunnen volgende realisaties voor ogen worden gehouden :
Aanleunwoningen, assistentiewoningen Ruimere kamers in het woonzorgcentrum Vernieuwing infrastructuur Uitbreiding dienstencentrum Aanbod van een continu zorgaanbod in samenwerking met partners
Het OCMW heeft de intentie om de huidige gebouwen (woonzorgcentrum, serviceflats en dienstencentrum) volledig te vernieuwen.
5
Zie verder: “Afstemming” – Sint-Vincentius/GVO
25
Optioneel6: realiseren van een uitbreiding van het woonzorgcentrum bij en in aansluiting met het huidig complex. De inplanting van deze gebouwen en een zorgloket in een zogenaamde woonzorgcirkel, in de dorpskern van Meulebeke en nabij het woonzorgcentrum SintVincentius met kortverblijf, moet de integratie van de bejaarden in het dorpsleven en het dorpsgebeuren verbeteren. Ook de bereikbaarheid voor familie en vrienden wordt via een ligging in de dorpskern verder gegarandeerd. De inplanting biedt naast het voordeel van bereikbaarheid en toegankelijkheid ook nog het voordeel dat bewoners van het bestaande woonzorgcentrum en het serviceflatgebouw tijdens de bouw en verbouwing op de huidige locatie kunnen blijven wonen zonder hinder van de bouwwerken te ondervinden. Om dit toekomstproject te realiseren is het aangewezen om opportuniteiten te zoeken inzake het samenwerken met externe partners. Naast de thuiszorgdiensten voor het toekomstige zorgaanbod, wordt nagedacht over mogelijke samenwerkingsvormen. In eerste instantie wordt een samenwerking uitgewerkt met de socialehuisvestingsmaatschappij De Mandel cv voor de realisatie van sociale woningen enerzijds en voor de ondersteuning bij het gehele bouwproces van dit project anderzijds. Daarenboven is het woonzorgcentrum Sint-Vincentius gelokaliseerd in dezelfde wijk, waardoor het concept van een woonzorgzone hier tot een concrete realisatie kan komen. De mobiliteit van bewoners tussen beide voorzieningen zou moeten opgevangen worden door duidelijke en realistische afspraken. De Karel van Manderstraat leent zich perfect als verbindingsweg met het OC Vondel en het marktplein van Meulebeke. Het lijkt een opportuniteit om deze vlotte verbinding te gebruiken als as tussen de OCMW-site, de bibliotheek en cultuurcentrum, het gemeentehuis, marktplein,… Bijlage 10: Raadsbesluit investeringssubsidies
omtrent
goedkeuring
zorgstrategisch
plan
en
aanvraag
4.6.3. Zorg op maat en doelgroepgericht Het OCMW van Meulebeke reikt de bejaarden van de gemeente Meulebeke reeds een ruim aanbod van voorzieningen aan om zo lang mogelijk in hun vertrouwde thuisomgeving te kunnen blijven wonen. De poetsdienst en de dienst maaltijdbedeling vormen al enkele jaren een belangrijk onderdeel van de sociale dienst en hier wordt in grote mate gebruik van gemaakt. Sedert enkele jaren worden er ook personenalarmtoestellen aangeboden. Daarnaast beschikt het OCMW nog over 14 sociale woningen, LOI-, doorgangs- en crisiswoningen, wordt er een tussenkomst voorzien in de werking van de thuiszorgdiensten en is er vanuit het gemeentebestuur een mantelzorgtoelage. Het vernieuwd complex zal dit aanbod van thuiszorgdiensten nog aanvullen met thuiszorgondersteunende diensten zoals assistentiewoningen en een zorgloket waar alle vragen en problemen in verband met bejaardenzorg worden opgevangen, 6
Zie: “2. Voorstelling van de projecten”: 3) c) Variante beschikbaarheid programmatie (4+3 wooneenheden).
:
bijkomende
wooneenheden
volgens
26
gestuurd en gecoördineerd. Dit zorgloket (met woon-zorg-coördinator) zal een coördinerende rol spelen in het aanbieden van de gepaste hulp- en dienstverlening „op maat‟ volgens de behoeften van de zorgvrager. In het kader van het verschaffen van dergelijke „zorg op maat‟ heeft het OCMW Meulebeke de wil uitgedrukt een centrum te creëren waar volgende woon- en zorgvormen worden aangeboden:
1) Renovatie en assistentiewoningen
aanpassing
van
de
huidige
serviceflats
tot
De renovatie van de huidige serviceflats is onontbeerlijk. De ruwbouw van het gebouw is in goede staat, wat toelaat om de huidige bouwstructuur grotendeels te behouden. Naast de renovatie van deze serviceflats moet tegemoet gekomen worden aan de toenemende zorgbehoevendheid. De flats moeten aangepast worden volgens de eisen van een wooneenheid als woonzorgcentrum en dienen aldus als echte assistentiewoningen. Dit kadert binnen de geest van het woonzorgdecreet en de visie op levenslang wonen. De assistentiewoningen zullen in verbinding staan met het dienstencentrum en passen binnen de definitie in het voorontwerp7 van ouderenzorgdecreet : “ Een groep assistentiewoningen is een geïndividualiseerde zorgvorm in één of meer gebouwen die functioneel een geheel vormen en waar aan ouderen die er zelfstandig verblijven in individuele aangepaste wooneenheden, ouderenzorg wordt aangeboden die ten minste bestaat uit: 1° aangepaste huisvesting 2° hulp- en dienstverlening die, al dan niet op basis van een samenwerkingsverband, op vraag van de gebruiker wordt aangeboden in functie van de vastgestelde noden 3° het scheppen van voorwaarden tot sociale netwerkvorming 4° onmiddellijke hulp- en zorgverlening in noodsituaties”. Vanuit het woonzorgcentrum en het dienstencentrum wordt een ruime dienstverlening aangeboden in de serviceflats/assistentiewoningen. Op deze manier, samen met de dienstverlening van externe thuiszorgdiensten, dokters enz. wordt de woonvorm “assistentiewoning” gerealiseerd. Het is de bedoeling om op bouwkundig en technisch vlak erin te voorzien dat deze serviceflats/assistentiewoningen in de toekomst ook tijdelijk erkend kunnen worden als wooneenheid ROB of RVT. Naast het menselijke aspect (levenslang wonen) biedt dit een mogelijkheid om de invulling van de erkende wooneenheden te maximaliseren, hetgeen de rendabiliteit verbetert. De 50 flats worden ingericht rekening houdende met de normen van woonzorgcentrumkamers zodat de uitbreiding van zorg optimaal gerealiseerd kan worden. Deze aanleunflats8 zijn voorzien voor de opvang van bejaarden of 7
Voorontwerp van ouderenzorgdecreet dd. 20 maart 2008, bron: VVSG Met de term “aanleunflat” wordt in dit zorgstrategisch plan bedoeld: “Een (al dan niet tijdelijk) als ROB / RVT erkende of daartoe geschikte serviceflat / assistentiewoning”. 8
27
bejaarde echtparen waarvan 1 persoon nog valide is en zelfstandig kan blijven wonen en de andere persoon (of de overlevende persoon, of beiden) zorgbehoevend is (zijn) en aangewezen op alle vormen van bijstand en hulp in het dagelijkse leven. Dergelijke aanleunflat moet aan dit type van bejaarden of bejaarde echtparen de mogelijkheid bieden, dank zij “uitbreiding van zorg”, zo lang mogelijk samen te kunnen blijven wonen in een thuisvervangende omgeving waar aan de zorgbehoevende partner alle nodige zorgverlening wordt aangeboden en waar de belasting voor de valide partner wordt verminderd. Hier kan bijvoorbeeld de nachtverzorging worden georganiseerd door zorgverleners om aldus de valide partner zijn nachtrust te laten genieten. Deze aanleunflats zijn opgenomen in de onder dit punt beschreven woongelegenheden als assistentiewoningen/serviceflats en worden bijgevolg qua tijdsplanning opgenomen in hetzelfde project. Indien de zorgbehoevendheid van een bewoner in de aanleunwoningen (serviceflats/assistentiewoningen met uitbreiding van zorg) zodanig en extreem toeneemt wordt een grens gesteld aan de mate van zorgverlening in de woongelegenheid. In dat geval wordt een opname in het woonzorgcentrum (ROB/RVT) “Ter Deeve” van het OCMW of “Sint-Vincentius” van GVO vzw gefaciliteerd. Alternatief, volgens beschikbaarheid programmatie en stijging van het zorgprofiel van serviceflatbewoners, is het erkennen van deze wooneenheden voorheen als serviceflat, als bijkomende eenheden woonzorgcentrum mogelijk. 2) Renovatie en uitbreiding woonzorgcentrum Naast een gehele renovatie van het huidig gebouw moet de bewoonbare oppervlakte van het woonzorgcentrum worden vergroot. De ruwbouw van het gebouw is in goede staat, wat toelaat om de huidige bouwstructuur deels te behouden. Daarnaast moet verder worden onderzocht (op basis van de op dit moment gangbare en in de toekomst vereiste oppervlaktes in het woonzorgcentrum is het huidig woonzorgcentrum te klein en zijn de woongelegenheden te klein) op welke manier het woonzorgcentrum kan worden uitgebreid. In eerste instantie wordt een nieuwe vleugel gebouwd. Dit maakt het mogelijk om het bestaand woonzorgcentrum te renoveren in combinatie met nieuwbouw. Het aantal erkende woongelegenheden van het woonzorgcentrum blijft aldus behouden op (minstens) 48 (d.i. 44 + 4 voorafgaand vergund). Een variant, bovenop het vernieuwen van de 44 wooneenheden waarvoor een subsidiebelofte wordt gevraagd, is het verhogen van de capaciteit van het woonzorgcentrum met 4 (+…) wooneenheden9 naargelang de vrijkomende programmatie. Hiervoor wordt een bijkomende vraag naar subsidiebelofte gesteld. In de toekomst, volgens beschikbaarheid programmatie en stijging van het zorgprofiel van serviceflatbewoners, zou het aantal wooneenheden worden uitgebreid door het erkennen van wooneenheden voorheen als serviceflat, geschikt als bijkomende eenheden woonzorgcentrum, en door nieuwe woongelegenheden bij het woonzorgcentrum. 9
O.b.v. de programmatie 2011 e.v.
28
Het OCMW-woonzorgcentrum richt zich in dit project in eerste instantie op de zorgbehoevende bejaarden uit Meulebeke die, ondanks het uitgebreide aanbod aan thuiszorgdiensten die het OCMW aanbiedt, in de onmogelijkheid verkeren om nog verder te functioneren in hun vertrouwde thuisomgeving. Het concept van deze nieuwe zorgvoorziening zal bestaan uit 5 à 7 kleinere woonentiteiten van +/- 8 tot 12 woongelegenheden in aansluiting met de serviceflats/assistentiewoningen (zoals hierboven beschreven) en het lokaal dienstencentrum. De specifieke uitwerking van dit woonzorgcentrum moet nog in de fase van het technisch financieel plan verbijzonderd worden, maar zal uitdrukkelijk uitgewerkt worden vanuit de visie van kleinschaligheid, waar desgevallend nog een opsplitsing kan gebeuren in subgroepen. Naast deze kleinschalige leefgroepbenadering opteert het OCMW er voor om een centraal gedeelte te voorzien als ontmoetingsruimte voor zowel de bewoners van het woonzorgcentrum als voor externe bezoekers. Het nieuwe complex dient uitnodigend te zijn voor familie en de naaste betrokkenen van de resident, dit om een optimale en maatschappelijke integratie van de resident te bewerkstelligen. Tenslotte stelt de instelling de autonomie van en het respect voor de bewoner als prioritaire waarden voorop. Het volledige zorgconcept en ook het personeelsbeleid, inclusief de opleiding en vorming van het personeel, worden hierop afgestemd. Alle entiteiten dienen zo gebouwd te zijn dat een flexibele aanwending van de verschillende ruimten mogelijk is en bepaalde delen gemakkelijk specifiek voor bewoners met dementie kunnen aangepast worden en bepaalde entiteiten reeds aangepast zijn (zie ook: samenwerking De Misthoorn). Vanuit het woonzorgcentrum en het dienstencentrum wordt dienstverlening (maaltijden, poetsdienst, uitbreiding van zorg, permanentie, nachttoezicht, klusjesdienst enz.) aangeboden in de serviceflats/assistentiewoningen. Zowel de eventuele uitbreiding van het aantal (al dan niet erkende) wooneenheden, als de dienstverlening vanuit het woonzorgcentrum (uitbreiding van zorg), zal leiden tot een verbetering van de rendabiliteit van het woonzorgcentrum. Door het creëren van multifunctionele wooneenheden en het optimaliseren van de werking van het woonzorgcentrum wordt de rendabiliteit van de instellingen verbeterd. Een ruimere dienstverlening, het bepalen van de kerntaken en het gerichter inzetten van het personeel (bv. logistiek personeel) en schaalvergroting zijn belangrijke factoren. 3) Vernieuwing/uitbreiding lokaal dienstencentrum In aanvulling van voorgaande fases en in aansluiting met de renovatie van het lokaal dienstencentrum zal een gedeelte in de huidige gebouwen van het dienstencentrum, een deel van het huidig woonzorgcentrum en de grond naast het huidig gebouw dienen voor de uitbreiding van het dienstencentrum. Naast de realisatie/verbouwing van vergaderlokalen, computerruimte en polyvalente ruimtes in dit gedeelte, is het mogelijk om een nieuwe cafetaria met restaurant te lokaliseren ofwel tussen de nieuwe aanleunflats en de bestaande gebouwen, ofwel op de huidige locatie van de cafetaria.
29
Op deze manier wordt tegemoetgekomen aan de te krappe huisvesting op heden van de cafetaria, is de nieuwe cafetaria centraal gelegen ten aanzien van alle bewoners en gebruikers van het dienstencentrum, én wordt ruimte vrijgemaakt voor de uitbreiding van de huidige keuken en vergaderlokaal. De huidige feestzaal dient te worden vernieuwd en zal verder als polyvalente zaal worden gebruikt voor de activiteiten van het dienstencentrum en de OCMW-site. Het huidig dienstenaanbod inzake thuiszorg (poetsdienst, boodschappendienst, warme maaltijden aan huis, mindermobielencentrale) wordt in de toekomst verder ondersteund. Tevens wordt ingespeeld op de eventuele noden in de serviceflats/assistentiewoningen en inzake buurtwerk. Betreffende het dienstenaanbod inzake vorming, recreatie en ontspanning dient optimaal gebruik gemaakt te worden van de centrale as “Karel van Manderstraat”. Hiermee wordt het zorgnetwerk (twee woonzorgcentra, kortverblijf, flats, dienstencentrum) verbonden met het cultuur- en ontmoetingscentrum Vondel, en verder met de Markt (gemeentehuis, Post, handelszaken, enz.), en uiteindelijk met het sport- en recreatiecentrum Ter Borcht. Hierbij moet maximaal worden samengewerkt met enerzijds de gemeentelijke diensten zoals de cultuurdienst (bijvoorbeeld voor het gebruik van zalen in OC Vondel of het samen organiseren van culturele uitstappen, info- en vormingsmomenten) en anderzijds met de lokale verenigingen. 4) Onthaal en zorgloket Een belangrijk onderdeel van de huidige en toekomstige OCMW-site is het centraal gelegen onthaal, in aansluiting met een nieuwe, centrale en multifuncitonele ontmoetingsruimte. Dit onthaal wordt hét aanknooppunt van het woonzorgcentrum, de aanleunwoningen/assistentiewoningen en het dienstencentrum. De centrale locatie en verbouwing hiervan is dan ook onontbeerlijk. Bij deze ruimte wordt een zorgloket, met woon-zorg-coördinator, gerealiseerd: een centrale dienst waar alle vragen en problemen in verband met bejaardenzorg worden opgevangen, gestuurd en gecoördineerd. Dit zorgloket zal een coördinerende rol spelen in het aanbieden van de gepaste hulp- en dienstverlening „op maat‟ volgens de behoeften van de zorgvrager. Dit zorgloket wordt geïntegreerd in het centraal gedeelte van het complex en heeft als bijzondere doelstellingen: - Centrale verpleegpost met een centraal beheerd domotica-, en oproepsysteem; - Doorverwijzen en samenwerking met andere diensten en voorzieningen in de regio en daarbuiten; - Vragen die zich via het sociaal zorgloket aandienen, moeten in functie van de specifieke vraag de beste oplossing krijgen (zorg op maat). Bekendmaking van het bestaan en de rol van het zorgloket aan de bewoners is hierbij een noodzaak; - Woonzorgcoördinatie (door permanent overleg tussen dagelijks verantwoordelijke van het woonzorgcentrum en serviceflats/assistentiewoningen, centrumleider dienstencentrum, thuiszorgcoördinator). In functie van de „zorgvraag‟ die zich aandient bij het „zorgloket‟ zal, na onderzoek en bespreking van de specifieke noden en zorgeisen, een oplossing van „zorg op maat‟ gegeven worden, gaande van verschillende thuisondersteunende mogelijkheden tot
30
één van de verschillende intramurale woonvormen die in de toekomst zullen aangeboden worden in de woonzorgzone. Dit zorgloket zal een coördinerende rol spelen in het aanbieden van de gepaste hulpen dienstverlening „op maat‟ volgens de behoeften van de zorgvrager. Het OCMW Sociaal Huis heeft in dit kader een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met SEL Midden West-Vlaanderen en zal een centrale rol vervullen binnen het Lokaal Antennepunt SEL regio Tielt. In het kader van dementie werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met De Misthoorn. Om mensen met dementie en hun omgeving concreet te ondersteunen werd De Misthoorn opgericht. De Misthoorn wil voor de mensen uit Meulebeke een aanspreekpunt zijn, dicht in de buurt, waar je met al je vragen over dementie terecht kan. Er werd een lokale adviesgroep dementie opgericht, met vertegenwoordiging van o.a. de huisartsen, ziekenhuizen, thuiszorgdiensten, mutualiteiten, mantelzorgverenigingen en de Expertisecentra Dementie.
31
5) Sociaal huis, zorgloket en administratie De huidige ruimtes van het administratief gebouw / sociaal huis, (inclusief de ruimte die tot op heden wordt gebruikt door het dienstencentrum als computerleslokaal), dienen verder (louter) te worden gebruikt voor het administratief personeel. De sociale dienst van het OCMW is tevens hier gehuisvest. In dit sociaal huis werd reeds één fysisch loket, een bemand onthaal gerealiseerd. In de geest van het sociaal huis en het woonzorgdecreet wordt tevens een zorgloket opgericht. 6) Huidig en toekomstig patrimonium De sociale woningen te Bloemenhove worden verder verhuurd volgens de sociale huurwetgeving. Mede in het kader van de sociale dienstverlening enerzijds en de lokale noden anderzijds is huisvesting een van dé thema‟s van de toekomst. Daarom is het onontbeerlijk om de werking van het LOI, de crisisopvang, de doorgangswoningen, de sociale woningen en de huisvesting van cliënten, te garanderen door middel van een zeker aanbod van wooneenheden. Daarom is het zowel financieel als economisch gezien opportuun om over te gaan tot de aankoop van het benedenverdiep van de site “oud gemeentehuis”. Hierdoor zou het OCMW beschikken over 7 wooneenheden en een bureauruimte (geschikt voor zitdagen van de woonwinkel of de sociale dienst). Er wordt ook onderzocht of in de komende jaren de realisatie van bijkomende sociale woningen door de socialehuisvestingsmaatschappij De Mandel cv mogelijk is. Deze sociale woningen zouden worden gebouwd en toegewezen volgens een doelgroepgerichte benadering, namelijk voor bejaarden.
32
4.6.4. Tijdsplanning Najaar 2010 Voorjaar 2011 Najaar 2011 Voorjaar 2011 2015
2017
Indiening zorgstrategisch plan Goedkeuring zorgstrategisch plan Indiening technisch-financieel plan Goedkeuring technisch-financieel plan Start van de bouwwerken van project 1 en 2, bestaande uit: Verbouwen bestaande serviceflats “Deeveland”: realisatie van assistentiewoningen. Verbouwen en uitbreiden bestaand lokaal dienstencentrum “Ter Deeve”. Start van de bouwwerken van project 3, bestaande uit: Verbouwing en uitbreiding bestaand woonzorgcentrum “Ter Deeve” + nieuwbouw. (44+4 woonzorgcentrumwooneenheden, zijnde: nieuwbouw en/of renovatie) Optioneel: bijkomende woonzorgcentrumwooneenheden (volgens beschikbaarheid programmatie). Verbouwen en uitbreiden bestaand lokaal dienstencentrum “Ter Deeve”.
33
5. EVALUATIE VAN DE WENSELIJKHEID EN HAALBAARHEID VAN DIE TOEKOMSTVISIE AAN DE HAND VAN DE INGEDIENDE STERKTEZWAKTE ANALYSE
5.1. Sluit de realisatie van dit zorgstrategisch plan aan bij de noden van de regio? 5.1.1. Is er in deze regio ruimte voor investeringen in het kader van de realisatie van het programmacijfer? 5.1.1.1. Mate van realisatie van het programmacijfer (per functie/type voorziening) in de regio 5.1.1.1.1. Omgevingsanalyse De situatie van de woonzorgcentrumwoongelegenheden voor de afzonderlijke gemeenten van de regio Meulebeke wordt in de volgende tabel weergegeven. Een regio bestaat uit de gemeente zelf en de aangrenzende gemeenten. Deze programmagegevens10 2011 en invulling bij opmaak van dit plan in 2010 zijn afkomstig van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, Afdeling Residentiële en Gespecialiseerde Zorg. Gebruikte afkortingen in de tabel zijn: WZC = aantal woonzorgcentrumbedden LDC = aantal eenheden lokale dienstencentra SF = aantal serviceflats DVC = aantal eenheden dagverzorgingscentra CVK = aantal eenheden centra voor kortverblijf
Regio = Woonzorgcentrumregio (Meulebeke, Pittem, Ardooie, Izegem, Ingelmunster, Oostrozebeke en Tielt)
10
Bronnen: Programmatie 2011 op basis van de bevolkingsprojecties 2016: http://www.zorg-engezondheid.be, 04/08/2010 - Agentschap Zorg en Gezondheid, Afdeling Residentiële en Gespecialiseerde Zorg, woonzorgcentra en serviceflatgebouwen, 16/07/2010 en 10/09/2010, Sofie Devriendt; centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra, 16/07/2010, Marleen Cantaert; lokale dienstencentra, 11/12/2009, Christel Van Langenhove.
34
Programmacijfer 2011 WZC Aantal erkende woongelegenheden Aantal woongelegenheden erkenning in aanvraag Aantal geplande woongelegenheden Programmatiecijfer 2011 Realisatiegraad in % (erkende / programmatie) Geplande realisatiegraad in % (erkende + in aanvraag + geplande / programmatie) LDC Aantal erkende centra Aantal centra erkenning in aanvraag Aantal geplande centra Programmatiecijfer 2010 Realisatiegraad in % (erkende / programmatie) Geplande realisatiegraad in % (erkende + in aanvraag + geplande / programmatie) SF Aantal erkende woongelegenheden Aantal woongelegenheden erkenning in aanvraag Aantal geplande woongelegenheden Programmatiecijfer 2011 Realisatiegraad in % (erkende / programmatie) Geplande realisatiegraad in % (erkende + in aanvraag + geplande / programmatie) DVC Aantal erkende verblijfseenheden Aantal verblijfseenheden erkenning in aanvraag Aantal geplande verblijfseenheden Programmatiecijfer 2011 Realisatiegraad in % (erkende / programmatie) Geplande realisatiegraad in % (erkende + in aanvraag + geplande / programmatie) CVK Aantal erkende verblijfseenheden Aantal verblijfseenheden erkenning in aanvraag Aantal geplande verblijfseenheden Programmatiecijfer 2011 Realisatiegraad in % (erkende / programmatie) Geplande realisatiegraad in % (erkende + in aanvraag + geplande / programmatie)
Regio Meulebeke 1.096 0 93 1.405 78,0%
Meulebeke
Pittem
Ardooie
Izegem
Ingelmunster Oostrozebeke
Tielt
140 0 28 175 80,0%
51 0 0 101 50,5%
104 0 0 154 67,5%
352 0 45 420 83,8%
140 0 10 159 88,1%
66 0 10 104 63,5%
243 0 0 292 83,2%
84,6%
96,0%
50,5%
67,5%
94,5%
94,3%
73,1%
83,2%
2 0 2 9 22,2%
1 0 0 1 100,0%
0 0 0 1 0,0%
0 0 0 1 0,0%
0 0 1 2 0,0%
0 0 1 1 0,0%
0 0 0 1 0,0%
1 0 0 2 50,0%
44,4%
100,0%
0,0%
0,0%
50,0%
100,0%
0,0%
50,0%
241 0 246 495 48,7%
50 0 125 59 84,7%
9 0 1 33 27,3%
20 0 0 51 39,2%
67 0 120 151 44,4%
36 0 0 56 64,3%
0 0 0 38 0,0%
59 0 0 107 55,1%
98,4%
296,6%
30,3%
39,2%
123,8%
64,3%
0,0%
55,1%
40 0 7 47 85,1%
0 0 5 5 0,0%
0 0 5 0,0%
15 0 0 5 300,0%
100,0%
100,0%
0,0%
300,0%
17 0 16 43 39,5%
10 0 0 5 200,0%
3 0 0 3 100,0%
4 0 0 5 80,0%
76,7%
200,0%
100,0%
80,0%
5 voorbeh, art.58§4 WZD
0 5 voorbeh, art.58§4 WZD
15 2 ontv.aanvr.VV
0 5 voorbeh, art.58§4 WZD
10 5 ontv.aanvr.VV
0 13 0,0%
2 5 300,0%
0 5 0,0%
0 9 111,1%
0,0%
340,0%
0,0%
166,7%
3 13 0,0%
0 0 10 5 0,0%
0 0 3 3 0,0%
23,1%
200,0%
100,0%
0 1 ontv.aanvr.VV
0 3 voorbeh, art.58§3 WZD
0 9 0,0% 33,3%
Tabel 4a: Omgevingsanalyse van de regio Meulebeke, toestand op 16/07/2010 (Bron: Opgevraagde omgevingsanalyse Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid) – Programmatie 2011 (LDC: 2010) (Bron: http://www.zorg-en-gezondheid.be, 04/08/2010)
In deze tabel is in eerste instantie te zien dat het aantal lokale dienstencentra zeer beperkt is in de regio. Van de 9 centra in de programmatie zijn er naast de erkende centra in Meulebeke en Tielt slechts 2 gepland. Het maximum voor Meulebeke is bereikt. Het aantal erkende verblijfseenheden in centra voor dagverzorging bereikt bijna de maximale programmatie. Het bijkomend plannen van verblijfseenheden is niet mogelijk. De huidige realisatiegraad van verblijfseenheden in centra voor kortverblijf is relatief laag. Doch wordt verwacht dat dit aantal bijna zal verdubbelen, wat een realisatiegraad zou betekenen van 76,7%. Het bijkomend plannen en realiseren van bijkomende verblijfseenheden is dan ook zeer beperkt. Programmacijfer 2011 aangevuld met voorafgaande vergunning (4) + aangevraagd (3) WZC Aantal erkende woongelegenheden Aantal woongelegenheden erkenning in aanvraag Aantal geplande woongelegenheden Programmatiecijfer 2011 Realisatiegraad in % (erkende / programmatie) Geplande realisatiegraad in % (erkende + in aanvraag + geplande / programmatie)
Regio Meulebeke 1.096 0 100 1.405 78,0% 85,1%
Meulebeke 140 0 28+4+3 175 80,0% 100,0%
Tabel 4b: Omgevingsanalyse “WZC” van de regio Meulebeke (1/02/2011)
De huidige en geplande realisatiegraad van woongelegenheden in woonzorgcentra in de regio is relatief hoog (78,0% erkend, 85,1% geplande realisatiegraad), maar in absolute cijfers kunnen in de regio bovenop de reeds geplande 100 (d.i. 93 + 4 + 3) nog 209 wooneenheden bijkomen. Van de 175 eenheden in programmatie zijn er in Meulebeke nog 28 gepland door een vzw en 4 door OCMW Meulebeke (3 in aanvraag). De programmatie voor woonzorgcentra in Meulebeke laat op 1/02/2011 nog 3 bijkomende woongelegenheden toe. Hiervoor werd een aanvraag voorafgaande vergunning ingediend. Voor wat betreft de woongelegenheden in serviceflats is de huidige realisatiegraad in de regio 48,7%. Na realisatie van de geplande en de erkenningen in aanvraag, wordt de volledige programmatie in de regio benaderd (98,4%). In Meulebeke zijn van de 59 eenheden in programmatie momenteel 50 woongelegenheden als serviceflats erkend. In de toekomst zou de realisatiegraad voor Meulebeke overschreden worden indien alle geplande woongelegenheden, waarvan 97 door het OCMW en 28 door een vzw, worden gerealiseerd. 5.1.1.1.2. Samenvattend overzicht In de volgende tabel wordt een samenvatting gegeven van de realisatiegraad van de programmatie van de verschillende types van zorgvoorzieningen in de regio Meulebeke.
36
programmatie 2011 Woonzorgcentra Lokale dienstencentra Serviceflats Dagverzorgingscentra Kortverblijf
Realisatiegraad van de erkende woongelegenheden
Potentiële realisatiegraad van de erkende, geplande en in aanvraag zijnde woongelegenheden
78,0% 22,2% 48,7% 85,1% 39,5%
85,1% 44,4% 98,4% 100,0% 76,7%
Tabel 5: Realisatiegraad van diverse zorgvoorzieningen voor ouderen in de regio Meulebeke (toestand op 16/07/2010 - programmatiecijfers 2011)
De realisatiegraad van de erkende woongelegenheden of centra wordt bij geen enkele vorm van zorgvoorziening overschreden. Tellen we de geplande en in aanvraag zijnde woongelegenheden bij de erkende woongelegenheden dan bekomen we een hogere realisatiegraad zonder dat de programmatie wordt overschreden. Aangezien de situatie sterk verschilt van gemeente tot gemeente wordt dit onder de volgende punten verder uitgediept. 5.1.1.1.2.1. Bespreking van de situatie van de woonzorgcentrumwoongelegenheden Geen van de gemeenten in de regio evenaart het programma, ook niet na realisatie van de geplande woongelegenheden. Het huidig verschil met de programmanorm voor de regio Meulebeke bedraagt 22% (of 309 woongelegenheden). De gemeente Meulebeke beschikt nog over 28 door een vzw, 4 door het OCMW (en 3 aangevraagd) geplande woongelegenheden, waardoor in Meulebeke de programmatie volledig zal worden ingevuld (van 80% tot 96% tot 100%) en ook de realisatiegraad voor de regio mee de hoogte in zal gaan. Volgende figuur stelt de situatie van de woonzorgcentrumwoongelegenheden in de regio Meulebeke grafisch voor (in absolute cijfers).
37
450 400 350
300 250 200 150 100 50 0 Meulebeke
Pittem
Ardooie
Izegem
Ingelmunster Oostrozebeke
Tielt
Aantal erkende woongelegenheden
Aantal woongelegenheden erkenning in aanvraag
Aantal geplande woongelegenheden
Programmatiecijfer 2011
Figuur 2: Overzicht van het aantal erkende en geplande woonzorgcentrumwoongelegenheden t.o.v. de programmatie voor de regio Meulebeke in absolute cijfers (2010-2011)
De volgende figuur stelt tenslotte de situatie van de woonzorgcentrumwoongelegenheden in de regio Meulebeke voor, ditmaal in percenten t.o.v. de programmanorm, waarbij de programmanorm gelijk is aan 100. 120,0% 100,0% 80,0% 60,0% 40,0% 20,0%
0,0% Meulebeke
Pittem
Ardooie
Realisatiegraad in % (erkende / programmatie)
Izegem
Ingelmunster Oostrozebeke
Tielt
Geplande realisatiegraad in % (erkende + in aanvraag + geplande / programmatie)
Figuur 3: Overzicht van het aantal erkende en geplande woonzorgcentrumwoongelegenheden t.o.v. de programmatie voor de regio Meulebeke in percenten (2010-2011)
5.1.1.1.2.2. Bespreking van de situatie van de dienstencentra In de regio is één regionaal dienstencentrum : Rdc Zonnewende (Familiezorg WestVlaanderen) te Tielt. Er is in Meulebeke en Tielt echter een lokaal dienstencentrum gerealiseerd. Dit brengt de realisatiegraad in de regio echter nog steeds op maar 22,2% van het programma.
38
Er zijn verder in deze regio 2 bijkomende dienstencentra gepland: één in Izegem en één in Ingelmunster. Bij realisatie van deze bijkomende dienstencentra zal de realisatiegraad in de regio stijgen tot 44,4%. De volgende figuur stelt de situatie van de dienstencentra in de regio Meulebeke grafisch voor (in absolute cijfers). 2,5
2
1,5
1
0,5
0 Meulebeke
Pittem
Ardooie
Izegem
Ingelmunster Oostrozebeke
Tielt
Aantal erkende centra
Aantal centra erkenning in aanvraag
Aantal geplande centra
Programmatiecijfer
Figuur 4: Overzicht van het aantal erkende en geplande lokale dienstencentra t.o.v. de programmatie voor de regio Meulebeke in absolute cijfers (2010)
5.1.1.1.2.3. Bespreking van de situatie van de serviceflats In de gemeenten Meulebeke, Pittem Ardooie, Izegem, Ingelmunster en Tielt zijn serviceflats gerealiseerd. De realisatiegraad van deze gemeente varieert van minstens 27,3% tot maximaal 84,7%. Gezien dit feit en aangezien in Oostrozebeke geen serviceflats verwezenlijkt zijn, bedraagt de realisatiegraad van het regionale programma slechts 48,7%. Naast de reeds erkende flats zijn er in Meulebeke, Pittem en Izegem respectievelijk 125, 1 en 120 woongelegenheden gepland. De volgende figuur stelt de situatie van de serviceflats in de regio Meulebeke grafisch voor (in absolute cijfers).
39
160 140 120 100 80 60 40 20 0 Meulebeke
Pittem
Ardooie
Izegem
Ingelmunster Oostrozebeke
Tielt
Aantal erkende woongelegenheden
Aantal woongelegenheden erkenning in aanvraag
Aantal geplande woongelegenheden
Programmatiecijfer 2011
Figuur 5: Overzicht van het aantal erkende, geplande en in aanvraag zijnde erkenningen van serviceflatwoongelegenheden t.o.v. de programmatie voor de regio Meulebeke (2010-2011)
5.1.1.1.2.4. Bespreking van de situatie van de dagverzorgingscentra Momenteel zijn enkel in de gemeenten Ardooie, Ingelmunster en Tielt een dagverzorgingscentrum gerealiseerd. In deze gemeenten wordt de gemeentelijke programmatie overschreden, waardoor de regionale realisatiegraad 85,1% bedraagt. Naast de 40 erkende verblijfseenheden dagverzorging in de regio, beschikken Ingelmunster en Tielt beiden over 5 ontvankelijk verklaarde aanvragen voorafgaande vergunning, en worden in Meulebeke en Ingelmunster respectievelijk 5 (SintVincentius/GVO) en 2 verblijfseenheden gepland. Het regionaal programmacijfer wordt bijgevolg volledig ingenomen. Er dient te worden opgemerkt dat het aantal plaatsen in een dagverzorgingscentrum minstens 5 per gemeente moeten bedragen (art.58 §4 Woonzorgdecreet). De volgende figuur stelt de situatie van de dagverzorgingscentra in de regio Meulebeke grafisch voor (in absolute cijfers).
40
16 14 12 10 8 6 4 2 0 Meulebeke
Pittem
Ardooie
Izegem
Ingelmunster Oostrozebeke
Tielt
Aantal erkende verblijfseenheden
Aantal verblijfseenheden erkenning in aanvraag
Aantal geplande verblijfseenheden
Programmatiecijfer
Figuur 6: Overzicht van het aantal gerealiseerde en vergunde verblijfseenheden in dagverzorgingscentra t.o.v. de programmatie voor de regio Meulebeke (2010-2011)
5.1.1.1.2.5. Bespreking van de situatie van de centra voor kortverblijf Momenteel beschikken enkel de gemeenten Meulebeke, Pittem en Ardooie over een centrum voor kortverblijf. De realisatiegraad bedraagt bijgevolg slechts 39,5%. Er zijn wel verblijfseenheden kortverblijf bijkomend gepland in de gemeenten Izegem, Ingelmunster en Oostrozebeke, respectievelijk 3, 10 en 3 verblijfseenheden. Na de realisatie van de planning zal de realisatiegraad voor de regio toenemen tot 76,7%. Ook beschikt Izegem over 1 eenheid ontvangen aanvraag voorafgaande vergunning. Het programmacijfer voor de centra voor kortverblijf laat op basis van de regioberekening 10 bijkomende woongelegenheden toe. Het aantal woongelegenheden kortverblijf moet volgens het Woonzorgdecreet (art.58 §3) minstens 3 per gemeente bedragen. De volgende figuur stelt de situatie van de centra voor kortverblijf in de regio Meulebeke grafisch voor (in absolute cijfers).
41
14 12 10 8 6 4 2 0 Meulebeke
Pittem
Ardooie
Izegem
Ingelmunster Oostrozebeke
Tielt
Aantal erkende verblijfseenheden
Aantal verblijfseenheden erkenning in aanvraag
Aantal geplande verblijfseenheden
Programmatiecijfer
Figuur 7: Overzicht van het aantal erkende, geplande en in aanvraag zijnde erkenningen van verblijfseenheden in centra voor kortverblijf t.o.v. de programmatie voor de regio Meulebeke (2010-2011)
42
5.1.1.1.3. Evolutie van de programmanormen Het woonzorgdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten houden een belangrijke wijziging in voor de programmatiecijfers van de woonzorgcentra. Met ingang van 1 januari 2010 worden de programmacijfers voor de woonzorgcentra (voorheen woonzorgcentra), de centra voor kortverblijf en de dagverzorgingscentra berekend op de leeftijdschorten vanaf 65 jaar. Vroeger was dat vanaf 60 jaar (voor de woonzorgcentra) en vanaf 18 jaar (voor de dagverzorgingscentra en centra voor kortverblijf). Het gevolg hiervan is dat de programmatie op 1 januari 2010 voor de woonzorgcentra daalde ten opzichte van de programmatie op 1 januari 2009. Met het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2010 werden de nodige wijzigingen aan de regelgeving aangebracht om de programmatie opnieuw op peil te brengen. De programmacijfers11 voor 2011 zijn gebaseerd op de bevolkingsprojecties 2016 van Zorg en Gezondheid. Een overzicht van de normen per leeftijdsgroep en type woongelegenheid: Woonzorgcentra: - 1 woongelegenheid per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 60-74 jaar; - 4 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 75-79 jaar; - 12 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 80-84 jaar; - 23 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 85-89 jaar; - 32 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep > 90 jaar. Serviceflats: Het programmacijfer voor serviceflats is vastgelegd op 2 serviceflats per 100 bejaarden. Dagverzorgingscentra: - 0,2 verblijfseenheden per 3.000 inwoners van de leeftijdsgroep 18 - 64 jaar; - 1 verblijfseenheid per 3.000 inwoners van de leeftijdsgroep tussen 65 en 69 jaar; - 5 verblijfseenheden per 3.000 inwoners van de leeftijdsgroep tussen 70 en 79 jaar; - 10 verblijfseenheden per 3.000 inwoners van de leeftijdsgroep tussen 80 en 89 jaar; - 25 verblijfseenheden per 3.000 inwoners van de leeftijdsgroep vanaf 90 jaar. Centra voor kortverblijf: - 0,2 woongelegenheden per 3.000 inwoners van de leeftijdsgroep tussen 18 en 64 jaar; - 1 woongelegenheid per 3.000 inwoners van de leeftijdsgroep tussen 65 en 69 jaar; - 5 woongelegenheden per 3.000 inwoners van de leeftijdsgroep tussen 70 en 79 jaar; - 10 woongelegenheden per 3.000 inwoners van de leeftijdsgroep tussen 80 en 89 jaar; - 25 woongelegenheden per 3.000 inwoners van de leeftijdsgroep vanaf 90 jaar. 11
Bron: http://www.zorg-en-gezondheid.be (03/08/2010).
43
Lokale dienstencentra: Eén dienstencentrum per begonnen schijf van 15.000 inwoners, waarbij wordt uitgegaan van de bevolkingsprojectie voor het vijfde jaar volgend op het jaar van de erkenningsaanvraag 5.1.1.1.3.1. Analyse voor de gemeente Meulebeke In de volgende tabellen worden de bevolkingsprojecties (vanaf 2010), programmacijfers (vanaf 2004) en de invulling12 van de programmatie voor Meulebeke weergegeven. De programmacijfers vertonen een stijgende trend, veroorzaakt door een stijgend aantal 60-plussers.
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
60+ 2.703 2.794 2.819 2.853 2.887 2.912
Bevolkingsprojecties Meulebeke 65+ 60-74 65-74 75-79 80-84 1.673 440 336 1.687 434 379 1.718 420 363 1.740 401 380 1.761 418 354 1.772 421 359 2.281 1.137 421 349
Tabel 6: Bevolkingsprojecties (2010-2016) woonzorgcentra en serviceflats in Meulebeke
85-89 181 214 236 244 251 248 252
en
90+ 73 80 82 88 103 112 122
RH 140 155 158 164 168 172 175
Programmacijfers SF 54 56 56 57 58 58 59
programmacijfers
(2005-2011)
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
voor
Programmacijfers Invulling programmatie Invullingsgraad programmatie RH SF RH SF RH SF 140 54 2005 136 50 2005 97,1% 92,6% 2005 155 56 2006 136 50 2006 87,7% 89,3% 2006 158 56 2007 137 50 2007 86,7% 89,3% 2007 164 57 2008 140 50 2008 85,4% 87,7% 2008 168 58 2009 140 50 2009 83,3% 86,2% 2009 172 58 2010 140 50 2010 81,4% 86,2% 2010 175 59 2011 140 50 2011 80,0% 84,7% 2011 Tabel 7: Invulling programmacijfers (2005-2011) voor woonzorgcentra en serviceflats in Meulebeke
Programmacijfers Meulebeke Invulling programmatie Invullingsgraad CVK DVC CVK DVC CVK DVC 5 5 2006 3 0 2006 60,0% 0,0% 2006 5 5 2007 3 0 2007 60,0% 0,0% 2007 5 5 2008 10 0 2008 200,0% 0,0% 2008 5 5 2009 10 0 2009 200,0% 0,0% 2009 5 5 2010 10 0 2010 200,0% 0,0% 2010 Tabel 8: Programmacijfers en hun invulling (2006-2010) voor verblijfseenheden in centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra in Meulebeke
12
De gegevens tot en met 2008 zijn gebaseerd op de toestand op 1 januari van het desbetreffend jaar; voor de gegevens van 2009 en 2010 wordt respectievelijk de toestand op 1 oktober 2009 en 4 augustus 2010 weergegeven.
44
De programmatie van lokale dienstencentra is gebaseerd op de totale gemeentelijke bevolking (zie hoger). De programmatie bevat in 2010 één lokaal dienstencentrum, dewelke ook erkend is. De invulling is aldus 100%. De bovenstaande cijfers worden grafisch voorgesteld aan de hand van volgende figuren. 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2005
2006
2007
2008
Programmacijfers
2009
2010
2011
Invulling programmatie
Figuur 8: Evolutie van de programmatie en de erkenning woonzorgcentrumwoongelegenheden in de gemeente Meulebeke (2005-2011)
van
60
58 56 54 52 50 48 46 44 2005
2006
2007
Programmacijfers
2008
2009
2010
2011
Invulling programmatie
Figuur 9: Evolutie van de programmatie en de erkenning van serviceflatwoongelegenheden in de gemeente Meulebeke (2005-2011)
45
12 10 8 6
4 2 0 2006
2007
2008
Programmacijfers
2009
2010
2011
Invulling programmatie
Figuur 10: Evolutie van de programmatie en de erkenning van verblijfseenheden kortverblijf in de gemeente Meulebeke (2006-2011)
6 5 4 3
2 1 0 2006
2007
2008
Programmacijfers
2009
2010
2011
Invulling programmatie
Figuur 11: Evolutie van de programmatie en de erkenning van verblijfseenheden in dagverzorgingscentra in de gemeente Meulebeke (2006-2011)
46
1,2 1 0,8 0,6
0,4 0,2 0 2006
2007 Programmacijfers
2008
2009
2010
Invulling programmatie
Figuur 12: Evolutie van de programmatie en de erkenning van lokale dienstencentra in de gemeente Meulebeke (2006-2010)
Evolutie van de reeds gerealiseerde woongelegenheden: - De nood aan woonzorgcentrumwoongelegenheden in de gemeente Meulebeke evolueert van een tekort van 2,9% (4 woongelegenheden) in 2005 tot een tekort van 20% of 35 woongelegenheden in 2011; - Het tekort aan serviceflats in de gemeente Meulebeke is gestegen van 7,4% (4 woongelegenheden) in 2005 naar 15,3% (9 woongelegenheden) in 2010/2011; - De nood aan verblijfseenheden kortverblijf in de gemeente Meulebeke evolueert van een tekort van 60% (2 verblijfseenheden) in 2006 naar een overschot van 100% (5 verblijfseenheden bovenop de programmatie) sinds 2008; - Er zijn geen centra voor dagverzorging gerealiseerd in de gemeente Meulebeke; de nood aan verblijfseenheden dagverzorging blijft bijgevolg bestaan in 2010; - Er is één dienstencentrum gerealiseerd in de gemeente Meulebeke (100%) in 2010 (= status quo). In voorgaande cijfers is geen rekening gehouden met de op dit ogenblik geplande (vergunde) ouderenvoorzieningen13. Daarom maken we volgende beschouwing: Evolutie van de reeds gerealiseerde plus de geplande woongelegenheden: - Op voorwaarde van de realisatie van de 28 geplande woonzorgcentrumwoongelegenheden in de gemeente Meulebeke evolueert het tekort aan woonzorgcentrumwoongelegenheden naar 4% of 7 woongelegenheden;
13
Zie: Tabel Omgevingsanalyse van de regio Meulebeke, toestand op 4/08/2010 - zie hoger.
47
- Het tekort aan serviceflats in de gemeente Meulebeke zal verdwijnen, indien de realisatie van de 97 (OCMW) en 24 (vzw) geplande serviceflatwoongelegenheden plaats vindt; - Het overschot ten opzichte van de programmatie van verblijfseenheden kortverblijf van 100% (5 verblijfseenheden meer dan de programmatie) sinds 2008, blijft status quo; - Er wordt door een vzw één centrum voor dagverzorging gepland in de gemeente Meulebeke; bijgevolg wordt tegemoet gekomen aan de nood aan verblijfseenheden dagverzorging in Meulebeke; - Er zijn geen bijkomende dienstencentra gepland in de gemeente Meulebeke bovenop het reeds gerealiseerde dienstencentrum (100%) in 2010 (= status quo).
5.1.1.1.3.2. Analyse voor de regio Meulebeke In de volgende tabellen worden de bevolkingsprojecties (vanaf 2010), programmacijfers (vanaf 2004) en de invulling14 van de programmatie voor de regio Meulebeke weergegeven. Ook in de regio vertonen de programmacijfers een stijgende trend, veroorzaakt door een stijgend aantal 60-plussers.
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
60+ 22.907 23.452 23.656 23.903 24.149 24.428
Bevolkingsprojecties rusthuisregio 65+ 60-74 65-74 75-79 80-84 14.338 3.797 2.679 14.363 3.971 2.832 14.456 3.834 2.863 14.581 3.832 2.972 14.607 3.931 3.020 14.761 3.895 3.087 19.182 9.514 3.750 3.143
Tabel 9: Bevolkingsprojecties (2010-2016) woonzorgcentra en serviceflats in de regio
85-89 1.518 1.662 1.750 1.799 1.786 1.825 1.860
en
90+ 575 623 672 723 805 859 913
RH 1.149 1.223 1.261 1.301 1.334 1.377 1.405
Programmacijfers SF 458 468 473 478 483 487 487
programmacijfers
(2005-2011)
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
voor
Programmacijfers Invulling programmatie Invullingsgraad programmatie RH SF RH SF RH SF 1.149 458 2005 1.022 202 2005 88,9% 44,1% 2005 1.223 468 2006 1.022 222 2006 83,6% 47,4% 2006 1.261 473 2007 1.056 222 2007 83,7% 46,9% 2007 1.301 478 2008 1.063 222 2008 81,7% 46,4% 2008 1.334 483 2009 1.096 232 2009 82,2% 48,0% 2009 1.377 487 2010 1.096 232 2010 79,6% 47,6% 2010 1.405 487 2011 1.096 232 2011 78,0% 47,6% 2011 Tabel 10: Invulling programmacijfers (2005-2011) voor woonzorgcentra en serviceflats in de regio
14
De gegevens tot en met 2008 zijn gebaseerd op de toestand op 1 januari van het desbetreffend jaar; voor de gegevens van 2009 en 2010 wordt respectievelijk de toestand op 1 oktober 2009 en 4 augustus 2010 weergegeven.
48
Programmacijfers Regio Invulling programmatie Invullingsgraad CVK DVC CVK DVC CVK DVC 40 40 2006 3 40 2006 7,5% 100,0% 2006 40 40 2007 7 40 2007 17,5% 100,0% 2007 41 41 2008 14 40 2008 34,1% 97,6% 2008 41 41 2009 17 40 2009 41,5% 97,6% 2009 43 47 2010 17 40 2010 39,5% 85,1% 2010 43 47 2011 17 40 2011 39,5% 85,1% 2011 Tabel 11: Programmacijfers en hun invulling (2006-2009) voor verblijfseenheden in centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra in de regio
De programmatie van lokale dienstencentra is gebaseerd op de totale gemeentelijke bevolking (zie hoger). De programmatie in 2010 voor de regio bedraagt 9, waarvan 2 erkende centra. De invulling is aldus 22,2%. De bovenstaande regionale cijfers worden grafisch voorgesteld aan de hand van volgende figuren. 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 2005
2006
2007
Programmacijfers
2008
2009
2010
2011
Invulling programmatie
Figuur 13: Evolutie van de programmatie woonzorgcentrumwoongelegenheden in de regio (2005-2011)
en
de
erkenning
van
49
600 500 400 300 200 100 0 2005
2006
2007
Programmacijfers
2008
2009
2010
2011
Invulling programmatie
Figuur 14: Evolutie van de programmatie en de erkenning van serviceflatwoongelegenheden in de regio (2005-2011)
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2006
2007
2008
Programmacijfers
2009
2010
2011
Invulling programmatie
Figuur 15: Evolutie van de programmatie en de erkenning van verblijfseenheden kortverblijf in de regio (2006-2011)
50
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2006
2007
2008
Programmacijfers
2009
2010
2011
Invulling programmatie
Figuur 16: Evolutie van de programmatie en de erkenning van verblijfseenheden in dagverzorgingscentra in de regio (2006-2011)
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2006
2007 Programmacijfers
2008
2009
2010
Invulling programmatie
Figuur 17: Evolutie van de programmatie en de erkenning van lokale dienstencentra in de regio (2006-2010)
Evolutie van de reeds gerealiseerde woongelegenheden: - De nood aan woonzorgcentrumwoongelegenheden in de regio Meulebeke evolueert van een tekort van 11,1% (127 woongelegenheden) in 2005 tot een tekort van 22% of 309 woongelegenheden in 2011; - Het tekort aan serviceflats in de regio Meulebeke is geëvolueerd van 55,9% (256 woongelegenheden) in 2005 naar 51,3% of 254 woongelegenheden in 2011; De nood aan de realisatie van bijkomende serviceflats in de regio blijft hoog;
51
- De nood aan verblijfseenheden kortverblijf in de regio Meulebeke evolueert van een tekort van 92,5% (37 verblijfseenheden) in 2006 naar een regionaal tekort van 60,5% (26 verblijfseenheden) in 2011; - Er zijn 40 verblijfseenheden in centra voor dagverzorging gerealiseerd in de regio Meulebeke (= status quo); er blijft aldus een tekort van 14,9% of 7 verblijfseenheden in vergelijking met de (gestegen) programmatie; - Er zijn slechts 2 dienstencentra gerealiseerd in de regio Meulebeke, ten opzicht van de programmatie van 9, ofwel een tekort van 77,8% (= status quo). In voorgaande cijfers is geen rekening gehouden met de op dit ogenblik geplande (vergunde) ouderenvoorzieningen15. Daarom maken we volgende beschouwing: Evolutie van de reeds gerealiseerde plus de geplande woongelegenheden: - Na realisatie van de 100 geplande woonzorgcentrumwoongelegenheden in de regio Meulebeke evolueert het tekort aan woonzorgcentrumwoongelegenheden naar 14,9% of 209 woongelegenheden; - De realisatiegraad van serviceflats ten opzichte van de programmatie in de regio Meulebeke zal bij realisatie van de 246 geplande serviceflatwoongelegenheden evolueren tot 98,4%; - Het tekort ten opzichte van de programmatie van verblijfseenheden kortverblijf van 60,5% (26 verblijfseenheden minder dan de programmatie) in 2010/2011, evolueert naar een tekort van 23,3% (10 eenheden) na de realisatie van de 16 geplande verblijfseenheden kortverblijf; - Er worden 7 verblijfseenheden in centra voor dagverzorging gepland in de regio Meulebeke; de realisatiegraad in de regio zal dan toenemen tot 100%; - Er zijn 2 bijkomende dienstencentra gepland in de regio Meulebeke waardoor het tekort evolueert van 77,8% (7 lokale dienstencentra) in 2010 naar een tekort van 55,6% (5 lokale dienstencentra) na de realisatie van de geplande lokale dienstencentra in de regio.
15
Zie: Tabel Omgevingsanalyse van de regio Meulebeke, toestand op 11/12/2009 (Bron: Opgevraagde omgevingsanalyse Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid), zie hoger.
52
5.1.1.1.4. Herkomst van de huidige bewonerspopulatie in het woonzorgcentrum “Ter Deeve” en serviceflats “Deeveland” Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van de herkomst van de 44 bewoners die op 1 augustus 2010 in het woonzorgcentrum Ter Deeve zijn opgenomen. Herkomst Meulebeke Pittem Tielt Ingelmunster Antwerpen Totaal
Aantal
Percentage
37 3 2 1 1 44
84,1% 6,8% 4,5% 2,3% 2,3% 100,0%
Tabel 12: Overzicht van de herkomst van de op 01/08/2010 opgenomen bewoners in het woonzorgcentrum Ter Deeve.
De personen of gezinnen woonachtig in het serviceflatgebouw Deeveland zijn allemaal afkomstig uit Meulebeke. Uit deze cijfers blijkt dat in het woonzorgcentrum 84,1% en in de serviceflats 100% van de bewoners afkomstig zijn uit de eigen gemeente en bovendien zijn op één persoon na alle overige bewoners afkomstig uit een aanpalende gemeente. Van de 10 laatst opgenomen bewoners in het woonzorgcentrum zijn er 9 afkomstig uit de eigen gemeente. 5.1.1.1.5. Herkomst van de bewonerspopulatie in de woonzorgcentra in de regio Wanneer we naar de herkomst16 van de bewoners in de woonzorgcentra van de regio kijken, zien we eenzelfde beeld: 84,96% van de bewoners komt uit de eigen gemeente. Van de in 2009 nieuw opgenomen bewoners in de woonzorgcentra van de regio is 81,88% afkomstig uit de eigen gemeente. 5.1.1.1.6. Herkomst van de kandidaat-bewoners
Herkomst Eigen gemeente Andere gemeente Totaal
ROB/RVT
SFL
65,30% 34,70% 100,00%
82,01% 17,99% 100,00%
Tabel 13: Overzicht van de herkomst van kandidaat-bewoners in de woonzorgcentra en serviceflats in de regio op 31/03/2010 (Bron: eigen berekening op basis van eigen enquêtes; april-juni 2010).
16
Bron: eigen berekening op basis van eigen enquêtes; april-juni 2010
53
Het merendeel van de kandidaat-bewoners is afkomstig uit de eigen gemeente. De voorrangsregel voor kandidaat-bewoners uit de eigen gemeente die de serviceflats meestal toepassen kan een verklaring zijn. Bij de wachtlijsten van de woonzorgcentra valt op te merken dat 34,7% van de kandidaat-bewoners afkomstig is uit een andere gemeente. De huidige opvangcapaciteit voor kandidaat-bewoners in woonzorgcentra is ontoereikend en vaak schrijven kandidaat-bewoners of diens zorgdragers deze kandidaten in bij meerdere woonzorgcentra en in meerdere gemeenten.
54
Evaluatie (grenswaarden) Criterium 1.1.1 Hoge prioriteit Mate van realisatie van het programmacijfer (voor planning) in de regio Woonzorgcentrum
Serviceflatgebouw
Centrum voor kortverblijf
Dagverzorgingscentrum
Lokaal dienstencentrum
Regionaal dienstencentrum
Matige prioriteit
Lage prioriteit
Het programmacijfer in de regio is voor 70 tot en met 100% gerealiseerd.
Het programmacijfer in de regio is voor minder dan 70% gerealiseerd. Het programmacijfer in de gemeente is volledig gerealiseerd. Er is een dagverzorgingscentrum, in de regio maar het programmacijfer is niet volledig gerealiseerd. Het programmacijfer in de gemeente is volledig gerealiseerd. 1 Rdc in de regio
55
5.1.1.2. Gemiddelde bezettingsgraad van de residentiële voorzieningen in de regio Meulebeke De bezettingsgraad van een regio kan een indicatie geven over een mogelijke discrepantie tussen de vraag en het aanbod aan infrastructuur voor voorzieningen. De „gemiddelde bezettingsgraad van de regio‟ is het gewogen gemiddelde van de bezettingsgraden van al de voorzieningen in de regio op basis van het aantal woongelegenheden. 5.1.1.2.1. Woonzorgcentrum De volgende tabellen geven een overzicht van de bezetting van de woonzorgcentra in de regio Meulebeke, voor de periode 2008-2010. Instelling Sint Vincentius Maria rustoord t Pandje Sint Vincentius De Plataan Sint Vincentius Ter Deeve Rozenberg Sint Remigius Deken Darras Sint Andries Totaal
Instelling Sint Vincentius Maria rustoord t Pandje Sint Vincentius De Plataan Sint Vincentius Ter Deeve Rozenberg Sint Remigius Deken Darras Sint Andries Totaal
Instelling Sint Vincentius Maria rustoord t Pandje Sint Vincentius De Plataan Sint Vincentius Ter Deeve Rozenberg Sint Remigius Deken Darras Sint Andries Totaal
Erkende capaciteit ROB
Gemeente Ardooie Ingelmunster Izegem Izegem Izegem Meulebeke Meulebeke Oostrozebeke Pittem Tielt Tielt
2008 30 130 0 33 82 22 16 34 20 90 24 481
2008 74 10 0 42 100 74 28 32 31 90 39 520
2008 99,0% 100,0% 100,0% 94,0% 97,0% 100,0% 96,7% 98,9% 100,0% 98,9% 100,0% 98,6%
2009 74 10 0 44 102 74 28 36 31 90 39 528
2008 104 140 0 75 182 96 44 66 51 180 63 1.001
2009 104 140 97 75 180 96 44 66 51 180 63 1.096
2009 99,0% 100,0% 100,0% 96,0% 99,0% 100,0% 99,0% 98,8% 100,0% 98,9% 100,0% 99,3%
2010 99,0% 100,0% 100,0% 96,0% 99,0% 100,0% 98,0% 97,2% 100,0% 98,9% 100,0% 99,2%
Bezettingsgraad RVT 2010 74 10 0 46 102 74 28 36 31 90 39 530
2008 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 97,8% 100,0% 99,6%
Erkende capaciteit
Gemeente Ardooie Ingelmunster Izegem Izegem Izegem Meulebeke Meulebeke Oostrozebeke Pittem Tielt Tielt
2010 30 130 97 29 78 22 16 30 20 90 24 566
Erkende capaciteit RVT
Gemeente Ardooie Ingelmunster Izegem Izegem Izegem Meulebeke Meulebeke Oostrozebeke Pittem Tielt Tielt
2009 30 130 97 31 78 22 16 30 20 90 24 568
Bezettingsgraad ROB
2009 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 97,8% 100,0% 99,6%
2010 100,0% 100,0% 100,0% 99,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 97,8% 100,0% 99,4%
Bezettingsgraad 2010 104 140 97 75 180 96 44 66 51 180 63 1.096
2008 99,7% 100,0% 100,0% 97,4% 98,6% 100,0% 98,8% 99,4% 100,0% 98,4% 100,0% 99,1%
2009 99,7% 100,0% 100,0% 98,3% 99,6% 100,0% 99,6% 99,4% 100,0% 98,4% 100,0% 99,5%
2010 99,7% 100,0% 100,0% 98,5% 99,0% 100,0% 99,3% 98,7% 100,0% 98,4% 100,0% 99,3%
Tabel 14: Overzicht van de bezettingsgraden in de ROB- en RVT-woongelegenheden in de regio Meulebeke, berekend op het aantal erkende ROB- en RVT-woongelegenheden (Bron: eigen
56
berekening op basis van eigen enquêtes + Repertorium erkende rusthuizen provincie WestVlaanderen; april-juni 2010)
Gemiddeld genomen bedraagt de bezettingsgraad in de regio Meulebeke steeds meer dan 99%. De gemiddelde bezettingraad17 van het woonzorgcentrum Ter Deeve te Meulebeke was 97,2% in 2000; 98,7% in 2004; 98,8% in 2008 en 99,6% in 2010. Het aantal woongelegenheden per instelling geeft het aantal woongelegenheden weer op respectievelijk 31/12/2008, 11/12/2009 en 31/03/2010 van alle instellingen van de regio. Wat de bezettingscijfers van het woonzorgcentrum Ter Deeve betreft, kunnen we nog volgende bijkomende informatie verschaffen: Op 1 augustus 2010 was er een wachtlijst van 210 kandidaat-bewoners. 5.1.1.2.2. Serviceflats De bezetting van de serviceflats is 100%. Op 1 augustus 2010 staan op de wachtlijst voor de serviceflats 111 personen of gezinnen ingeschreven. 5.1.1.2.3. Lokaal dienstencentrum De bezetting van het lokaal dienstencentrum valt niet uit te drukken in ligdagen. Uit het jaarverslag blijkt weliswaar dat het lokaal dienstencentrum zeer veel prestaties levert, zowel in dienstenaanbod als in gepresteerde uren. Het gemiddeld aantal bezoekers per week bedraagt 340 personen. Daarenboven zijn de lokalen van het dienstencentrum dagdagelijks bijna volledig tot volledig bezet. Meer nog: het dienstencentrum kampt, door de vele activiteiten, met een acuut ruimtetekort (zie hoger). Vaak moet zeer creatief worden omgesprongen met het plannen van activiteiten en vergaderingen. Bijvoorbeeld wordt een vergaderzaal in het administratief centrum gebruikt als computerleslokaal, wordt het clubhuis van een nabijgelegen vereniging gebruikt voor infomomenten, wordt een kelderruimte zonder zonlicht gebruikt als crearuimte, enzovoort. De eerder beperkte ruimte van keuken, restaurant en cafetaria is tevens een belangrijk aspect waarmee in de nabije toekomst moet rekening gehouden worden. Er kan gesteld worden dat de bezetting van het lokaal dienstencentrum de 100% overschrijdt.
17
Bron: eigen gegevens.
57
5.1.1.2.4. Voorzieningen Evaluatie (grenswaarden) Criterium 1.1.2. Gemiddelde bezettingsgraad voorzieningen in de regio
Hoge prioriteit van
Matige prioriteit Lage prioriteit
de >95%
De regio kent een zeer goede bezettingsgraad. Het behouden en vernieuwen van het huidig aanbod van woongelegenheden, en bijgevolg ook het patrimonium van woonzorgcentra, is bijgevolg noodzakelijk. Bijkomend stelt zich dan ook de nood naar invulling van de huidige openstaande programmatie, alsook de toekomstige bijkomende programmatie.
58
5.1.2. Is er in de regio behoefte aan het geplande initiatief ?
5.1.2.1. Is er in deze regio meer behoefte op basis van specifieke kansindicatoren ?
5.1.2.1.1. Vastgestelde behoeften vanuit de vraagzijde Volgens de lijst met SIF-plus gemeenten uit 1996 is de gemeente Meulebeke geen SIF-plus gemeente, maar wanneer het aantal WIGW‟s bekeken wordt ten opzichte de bejaardenbevolking scoort de gemeente Meulebeke met een aandeel van 47,56% WIGW‟s in de bejaardenbevolking (>60 jaar) 12,43% hoger dan het Vlaamse gemiddelde. Ook de overige gemeenten uit de regio Meulebeke scoren hoger dan het Vlaamse en het provinciaal gemiddelde. Wat betreft het aantal personen met bestaansminimum, sociale huurappartementen, woningen zonder comfort en het aantal WIGW‟s, geven we hieronder de cijfers (SIFcriteria 2001) weer voor gans de regio Meulebeke (en het Arrondissement Tielt, de Provincie West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest). Kansarmoede-indicatoren SIF 1999 Meulebeke Pittem Ardooie Izegem Ingelmunster Oostrozebeke Tielt Rusthuisregio Arrondissement Tielt Provincie West-Vlaanderen Vlaams Gewest
Bestaansminimumtrekkers t.o.v. het aantal inwoners 0,18% 0,17% 0,11% 0,54% 0,33% 0,16% 0,16% 0,29% 0,15% 0,52% 0,49%
Sociale Woningen zonder huurappartementen WIGW's t.o.v. aantal comfort t.o.v. aantal t.o.v. aantal inwoners woningen woningen 0,00% 22,99% 10,86% 0,00% 20,52% 10,28% 0,00% 22,39% 10,94% 1,15% 22,65% 9,99% 0,00% 22,53% 10,33% 1,14% 17,85% 9,40% 0,25% 20,50% 10,42% 0,48% 21,66% 10,30% 0,35% 20,95% 10,59% 1,34% 13,38% 9,44% 2,45% 13,83% 7,66%
WIGW's t.o.v. bevolking >60 jaar 47,56% 47,18% 48,57% 42,26% 43,81% 45,48% 44,49% 44,79% 46,56% 39,66% 35,13%
Tabel 15: Enkele SIF-criteria voor de gemeenten uit de regio Meulebeke in vergelijking met de 18 regio , het arrondissement Tielt, de provincie West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest (Bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Planning en Statistiek, SIF-criteria 1999 – WIGW’s 2001)
Op basis van de SIF-indicatie uit 1999 blijkt dat Meulebeke, zowel voor wat betreft het aandeel sociale huurappartementen, als voor wat betreft het aandeel woningen zonder comfort, veel slechter scoort dan het gemiddelde in het Vlaams Gewest, de provincie, het arrondissement en zelfs de regio. Het aandeel bestaansminimumtrekkers ligt hoger dan in het arrondissement, maar een stuk beneden het provinciaal en Vlaams gemiddelde. De SIF-criteria uit 1999 worden op vandaag niet meer gehanteerd. In volgende tabel worden de SIF-criteria uit 1999 “vertaald” naar een aantal hedendaagse kansarmoede-indicatoren. 18
d.i. een gewogen gemiddelde
59
De indicatoren “bestaansminimum”, “sociale huurappartementen”, “woningen zonder comfort” en “WIGW‟s” werden vervangen door respectievelijk de indicatoren “leefloon”, “sociale huurwoningen”, “woningen met klein of geen comfort”19 en “rechthebbenden op de voorkeursregeling in de ziekteverzekering op basis van de hoedanigheid (o.a. vroegere WIGW, persoon met een handicap, resident van 65 jaar,…; als titularis of als persoon ten laste)”. De bovenstaande indicatoren worden vervolgens aangevuld met volgende indicatoren : - Aantal ouderen en vergrijzing (Ontgroening en vergrijzing, Verouderingscoëfficiënt, Interne vergrijzing). - Mantelzorg (Mantelzorgratio, Familiale zorgindex, Afhankelijken, Draagkracht van de mantelzorg / demografie). - Alleenstaanden / gezinsgrootte. - Inkomen. - Thuiszorg (Poetsdienst, Maaltijden, Personenalarmsystemen, Minder mobielencentrale en boodschappendienst, Ondersteuning aan de thuiszorg). - Specifieke indicatoren m.b.t. de woonsituatie20 (Woongelegenheden, Eigenaars/huurders, Eigenaars en leeftijd, sociale huur, Ouderdom van de woningen, Comfort, Renovatiepremies, verbouwingen).
19
Bron: SEE 2001, NIS Uit de studie: “De sociale omgeving van Meulebeke, bouwstenen voor de opmaak van een lokaal sociaal beleidsplan”, Omgevingsanalyse opgemaakt door de werkgroep Lokaal Sociaal Beleidsplan Meulebeke. 20
60
Aantal leefloontrekkers
Meulebeke Pittem Ardooie Izegem Ingelmunster Oostrozebeke Tielt Rusthuisregio Arrondissement Tielt Provincie West-Vlaanderen Vlaams Gewest
16 4 5 89 23 6 34 177 84 3.411 22.396
Aandeel leefloontrekkers t.o.v. inwoners
0,15% 0,06% 0,06% 0,33% 0,22% 0,08% 0,17% 0,19% 0,09% 0,30% 0,36%
Aantal huurwoningen (incl.SVK)
115 144 161 375 96 105 560 1.556 1.416 26.562 143.226
Aandeel sociaal huurwoningaanbod t.o.v. woningen
2,62% 5,71% 4,44% 3,32% 2,24% 3,56% 6,95% 4,19% 3,99% 5,44% 5,56%
Aandeel woningen met klein of geen comfort t.o.v. woningen 45,75% 38,86% 38,90% 38,56% 44,27% 40,60% 39,56% 40,50% 40,58% 38,95% 29,95%
Aandeel Aandeel Aantal met voorkeursregelin voorkeursregelin voorkeursregeling g in de g in de in de ziekteverzekering ziekteverzekering ziekteverzekering t.o.v. aantal t.o.v. bevolking > inwoners 60 jaar 767 496 716 1.700 676 469 1.320 6.144 6.314 70.411 316.814
6,95% 7,53% 7,88% 6,35% 6,37% 6,25% 6,78% 6,75% 7,05% 6,12% 5,14%
30,66% 34,52% 33,03% 27,14% 26,80% 31,37% 29,29% 29,41% 31,66% 26,28% 24,58%
Tabel 16: Enkele kansarmoede-indicatoren voor de gemeenten uit de regio Meulebeke in vergelijking met de regio, het arrondissement Tielt, de 21 22 provincie West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest (Bron: Lokalestatistieken.be , Statbel.fgov.be , Grond- en Pandendecreet, Gemeentelijke Omgevingsanalyses Lokaal Sociaal Beleidsplan, eigen verwerking) (2008-2010)
21
Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR), het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB), de Vereniging Vlaamse Provincies (VVP), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), Regionaal Economisch en Sociaal Overlegcomité (RESOC) en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) (17/12/2009) 22 FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (17/12/2009)
5.1.2.1.1.1. Personen met bestaansminimum / leefloontrekkers In de bovenstaande tabellen kunnen we vaststellen dat in de gemeente Meulebeke de verhouding tussen het aantal personen met een bestaansminimum (0,18%) of leefloon (0,15%) t.o.v. het totaal aantal inwoners lager ligt dan het verhoudingscijfer in de regio, het Vlaamse Gewest en de provincie West-Vlaanderen. Net zoals in het hele arrondissement en in het Vlaamse Gewest is het aantal mensen dat aangewezen is op het leefloon van het OCMW globaal laag. Aangezien de evolutie van deze „norm‟ niet in de eerste plaats afhankelijk is van een werkelijk gemeten behoefte, maar wel van politieke besluitvorming (in een bepaalde economische context) is het zeker niet gegarandeerd dat deze minimumuitkeringen de aanwezige nood lenigen. Alleen de bedragen van de inkomensgarantie voor ouderen werden recent gevoelig verhoogd. De evolutie van het aantal mensen dat deze uitkeringen opneemt, kan een indicatie geven van de evolutie van de bestaande behoefte -en dus armoede- maar dat is niet noodzakelijkerwijs het geval. Heel wat mensen die recht hebben op een leefloon nemen dit niet (meteen) op. Dit gebeurt om diverse redenen: wettelijke beperkingen, vrees dat familieleden worden aangesproken op hun onderhoudsplicht… 5.1.2.1.1.2. Woningen met een klein comfort of zonder comfort / sociaal huurwoningenaanbod We stellen vast dat in de gemeente Meulebeke de verhouding tussen het aantal woningen zonder comfort t.o.v. het totaal aantal woningen hoger ligt dan in de totale regio en bovendien veel hoger ligt dan het Vlaams gemiddelde en hoger dan het verhoudingscijfer in de provincie West-Vlaanderen en het arrondissement Tielt. Ook in de andere gemeenten uit de regio Meulebeke ligt het verhoudingscijfer hoger dan het gewestelijk verhoudingscijfer. Alle gemeenten uit de regio bleven volgens de SIF-indicatoren ver onder het verhoudingscijfer van het gewest en de provincie voor wat betreft het sociaal huurwoningenaanbod. 5.1.2.1.1.3. WIGW‟s / Rechthebbenden op de voorkeursregeling in de ziekteverzekering Wat de verhouding tussen het aantal WIGW‟s en de rechthebbenden op de voorkeursregeling in de ziekteverzekering ten overstaan van het totaal aantal bewoners betreft, ligt het verhoudingscijfer van de gemeente Meulebeke hoger dan dat van het Vlaamse Gewest en de provincie West-Vlaanderen. De WIGW-verhoudingscijfers van de gemeenten Meulebeke en Ardooie liggen bovendien ook hoger dan alle andere gemeenten uit de regio. De verhoudingcijfers van de rechthebbenden op de voorkeursregeling van de gemeenten Meulebeke, Ardooie en Pittem liggen tevens hoger dan globaal in de regio. Voor wat betreft de verhouding tussen het aantal WIGS‟s en rechthebbenden op de voorkeursregeling in de ziekteverzekering ten overstaan van de bejaardenbevolking (d.i. ouder dan 60 jaar), kunnen we waarnemen dat alle gemeenten in de regio meer
62
WIGW‟s en rechthebbenden op de voorkeursregeling onder haar bejaardenbevolking heeft dan het gemiddelde aandeel in de Vlaamse en provinciale bejaardenbevolking. 5.1.2.1.1.4. Aantal ouderen en vergrijzing : analyse a) Aantal ouderen Bij het analyseren van de onderstaande bevolkingsprognoses stellen we een spectaculaire verhoging vast van het aantal 80-plussers in Meulebeke (vooral in de periode tot 2013). In de periode tot 2025 is er een verhoging van het aantal 60plussers met 24,1% en van het aantal 80-plussers met 19,8%, wat een stijging inhoudt van de zorgaspecten. Voor de regio als geheel zijn deze cijfers respectievelijk 21,3% en 33,3%. Aantal ouderen binnen de rusthuisregio 2009 Meulebeke Tielt Oostrozebeke Pittem Ardooie Izegem Ingelmunster
Totaal 60+
totale bevolking
2.735 4.923 1.728 1.548 2.371 7.016 2.693 23.014
10.928 19.131 7.525 6.536 9.082 26.411 10.496 90.109
% ouderen
%ouderen tov ouderen
25,0% 25,7% 23,0% 23,7% 26,1% 26,6% 25,7%
11,9% 21,4% 7,5% 6,7% 10,3% 30,5% 11,7% 100%
Aantal ouderen binnen de rusthuisregio 2025 Meulebeke Tielt Oostrozebeke Pittem Ardooie Izegem Ingelmunster
Totaal 60+
totale bevolking
3.395 6.115 2.224 1.877 2.880 8.240 3.176 27.907
10.680 18.738 7.670 6.396 8.652 25.371 10.077 87.584
%ouderen % ouderen tov ouderen 31,8% 32,6% 29,0% 29,3% 33,3% 32,5% 31,5%
12,2% 21,9% 8,0% 6,7% 10,3% 29,5% 11,4% 100%
Aantal ouderen binnen de zorgregio %ouderen Totaal totale % 2009 tov 60+ bevolking ouderen ouderen Meulebeke 2.735 10.928 25,0% 19,7% Tielt 4.923 19.131 25,7% 35,4% Pittem 1.548 6.536 23,7% 11,1% Wingene 3.183 13.092 24,3% 22,9% Ruiselede 1.521 5.125 29,7% 10,9% 13.910 54.812 100%
Aantal ouderen binnen de zorgregio %ouderen Totaal totale % 2025 tov 60+ bevolking ouderen ouderen Meulebeke 3.395 10.680 25% 20,2% Tielt 6.115 18.738 26% 36,4% Pittem 1.877 6.396 24% 11,2% Wingene 3.850 13.329 24% 22,9% Ruiselede 1.569 5.182 30% 9,3% 16.806 54.325 100%
Tabel 17: Aantal ouderen binnen de regio en zorgregio in 2009 en 2025 (Bron: NIS, eigen verwerking)
63
Aantal ouderen in de rusthuisregio 2009 60+ 80+ Meulebeke 2.735 630 Tielt 4.923 1.011 Oostrozebeke 1.728 328 Pittem 1.548 341 Ardooie 2.371 541 Izegem 7.016 1.386 Ingelmunster 2.693 543 Wingene 3.183 722 Ruiselede 1.251 281
2013 60+ 80+ 2.853 713 5.114 1.140 1.835 387 1.595 403 2.459 604 7.339 1.625 2.708 623 3.271 798 1.280 347
2017 60+ 80+ 2.987 711 5.464 1.247 1.925 445 1.705 432 2.613 648 7.626 1.814 2.810 670 3.372 842 1.342 357
60+ 3.188 5.787 2.046 1.815 2.737 7.885 2.978 3.587 1.434
80+ 732 2.700 490 435 641 1.939 725 881 372
2025 60+ 80+ 3.395 755 6.115 1.353 2.224 503 1.877 422 2.880 653 8.240 1.939 3.176 746 3.850 1.250 1.569 364
Rusthuisregio Zorgregio
23.903 14.113
25.130 14.870
26.436 15.811
7.662 5.120
27.907 16.806
23.014 13.640
4.780 2.985
5.495 3.401
5.967 3.589
2021
West-Vlaanderen 303.827 62.527 321.759 71.788 341.209 77.542 362.113 Vlaanderen 1.476.218 296.093 1.576.327 341.814 1.689.617 370.905 1.818.972 Tabel 18: Ouderen binnen de regio : 2009 - 2025 (Bron: NIS, eigen verwerking)
82.332 392.588
6.371 4.144
385.392 85.492 1.957.480 406.828
Verschil 2009-2025 60+ 80+ 24,1% 19,8% 24,2% 33,8% 28,7% 53,4% 21,3% 23,8% 21,5% 20,7% 17,4% 39,9% 17,9% 37,4% 21,0% 73,1% 25,4% 29,5% 21,3% 23,2%
33,3% 38,3%
26,8% 32,6%
36,7% 37,4%
Vergrijzing
Meulebeke Arrondissement Tielt West-Vlaanderen Vlaanderen
2005 19,25% 19,57% 19,14% 18,49%
Interne vergrijzing 2015 2025 24,72% 22,27% 24,49% 22,45% 22,70% 22,18% 21,98% 20,78%
2005 36,58% 37,49% 36,48% 32,08%
Familiale zorgindex 2015 2025 44,80% 48,81% 43,98% 49,00% 44,05% 55,88% 38,65% 48,25%
Grijze druk 2015 51,12% 49,24% 56,35% 49,90%
2005 44,07% 43,23% 46,96% 41,56%
Grijze druk vs Groene druk Vlaanderen Aantal jongeren 0-14 jaar Aantal ouderen 65+ Totale bevolking Vl. Gewest Meulebeke Aantal jongeren 0-14 jaar Aantal ouderen 65+ Totale bevolking
2005 992448 16,40% 1.072.508 17,80% 6.035.882
2025 942896 15,2% 1.493.008 24,0% 6.223.231,00
2005 1916 2.008
2025
17,50% 18,30% 10.960
1572 2.585
Vlaanderen -1,3% 6,2%
14,7% 24,0%
Meulebeke -2,8% 5,9%
10.680
Tabel 19: Vergrijzing in Meulebeke en Vlaanderen: 2005 - 2025 (Bron: NIS, eigen verwerking) Inkomen
Meulebeke Arrondissement Tielt West-Vlaanderen Vlaanderen
inkomen peil t.o.v. in EUR Vlaanderen 2002 11390 11270 11992 13002
87,6 86,7 92,2 100,0
inkomen peil t.o.v. inkomen peil t.o.v. in EUR Vlaanderen in EUR Vlaanderen 2003 2004 11802 11835 12521 13485
87,52 87,77 92,85 100,00
12156,61 12575,66 13057,59 14025,85
Tabel 20: Inkomen in Meulebeke en Vlaanderen (Bron: NIS, eigen verwerking)
86,67 89,66 93,10 100,00
inkomen in EUR Index 20022003 103,62 105,01 104,41 103,72
2025 65,39% 62,25% 72,75% 65,17%
Verouderingscoëfficiënt 2005 2015 2025 94,89% 130,28% 162,13% 100,32% 122,46% 150,70% 114,17% 146,92% 176,45% 102,59% 127,28% 155,09%
b) Ontgroening en vergrijzing Over een periode van 20 jaar zien we duidelijk een verschuiving van de jongeren naar de ouderen. De “grijze druk” is verhouding tussen het aantal 60-plussers en het aantal 20- tot 59-jarigen. Dit fenomeen wordt omschreven als “ontgroening en vergrijzing”. Dit is een gevolg van een laag geboortecijfer en een stijgende levensverwachting. De “groene druk” is de verhouding tussen het aantal 0- tot 19-jarigen en het aantal 20- tot 59-jarigen en geeft een indicatie van de verhouding tussen de actuele en de toekomstige beroepsbevolking. c) Verouderingscoëfficiënt De verouderingscoëfficiënt is een demografische indicator die aangeeft hoe de bevolking van 60 jaar en ouder zich verhoudt ten opzichte van de bevolking jonger dan 20 jaar. De verouderingscoëfficiënt in Meulebeke stijgt van 94,89% in 2005 naar 130,28% in 2015 en 162,13% in 2025. d) Interne vergrijzing Om interne vergrijzing te kennen meet men de verhouding tussen het aantal 80plussers en het aantal 60-plussers. Het geeft weer hoeveel hoogbejaarden er zijn in de groep van de senioren. Het cijfer kan met andere woorden een maat voor zorgbehoevendheid zijn. Van 2000 tot 2009 steeg dit cijfer van 17% naar 23% (23). Het aantal hoogbejaarden in Meulebeke is in de loop der jaren gestegen. De interne vergrijzing is overal in de regio toegenomen. Dit heeft gevolgen voor de nood aan zorg voor ouderen. We stelden in de voorbije jaren reeds een versnelde veroudering vast (meer 60plussers). We stellen nu bovendien een globale toename van de interne vergrijzing vast (meer 80-plussers). Het aandeel van de 60-plussers ten aanzien van de totale bevolking stijgt volgens de bevolkingsprognoses van 2009 naar 2025 met 24%, het aandeel van de 80-plussers stijgt met 22%. Onderstaande kaarten tonen de interne vergrijzing in de West-Vlaanderen. De linkerkaart toont de situatie aan in 2005, de rechterkaart toont wat we kunnen verwachten in 2025 op basis van de MIRA-prognoses (milieu en natuurrapport Vlaanderen).
23
Bron: NIS, eigen verwerking
66
Figuur 18: Interne vergrijzing in West-Vlaanderen in 2005 en 2025
5.1.2.1.1.5. Mantelzorg
Mantelzorgratio Familiale zorgindex
1998 10,5 35,1%
2008 Evolutie 9,0 -1,5 41,1% +5,9%
Tabel 21: Mantelzorgratio en familiale zorgindex (Bron: Lokalestatistieken.be (01/08/2010), eigen verwerking)
a) Mantelzorgratio De mantelzorgratio volgens de VIPA-criteria is de verhouding van het aantal zorgdragers (40- tot 80-jarigen) t.o.v. het aantal zorgvragers (80-plussers). Deze ratio vertoont een dalende evolutie. Hoe lager het cijfer, hoe minder mantelzorgdragers (aanbod) er zijn ten opzichte van de mantelzorgvragers (vraag). Hoe lager het cijfer, hoe groter de groep van 80-plussers en/of hoe kleiner de groep 40- tot 80-jarigen. Toekomstgericht nemen we bij de gemeenten uit de regio ook een dalende tendens waar. b) Familiale zorgindex De verhouding tussen het aantal 80-plussers ten opzichte van de bevolking van 50tot 59-jarigen geeft een aanduiding van hoeveel hoogbejaarden er zijn in verhouding tot de bevolking die er normaliter de zorg moet voor nemen. Ook hier is dezelfde
67
evolutie zichtbaar. Deze familiale zorgindex stijgt in de periode 2005-2025 van 36,58% naar 48,81%. c) Afhankelijken (jongeren, ouderen) tegenover actieven. De verhouding tussen het aantal afhankelijken (jongeren,ouderen) en het aantal actieven wordt statistisch aangegeven als de afhankelijkheidsratio24 : het cijfer stelt de 0-19-jarigen én de +60-jarigen versus de 20-59-jarigen en het geeft aan hoeveel afhankelijken er tegenover de actieve bevolking staan. De actieve bevolking van Meulebeke heeft beduidend meer afhankelijken (87,6 afhankelijken/100 actieven) tegenover zich dan dit in het Vlaams Gewest (81,9 afhankelijken/100 actieven) het geval is. d) Draagkracht van de mantelzorg / demografie De ondersteuning van familiale mantelzorg voor 60-, en 80-plussers door familie (het aantal 20-59-jarigen) daalt aanzienlijk in de komende 10 jaar. Deze gegevens betekenen dat er op basis van deze specifieke kansindicator een grotere behoefte wordt vastgesteld aan ondersteuning van het sociaal weefsel. Door een lagere draagkracht bij de mantelzorgers zullen ouderen geneigd zijn om vroeger beroep te doen op residentiële zorg. Anderzijds betekent dit ook dat thuisondersteunende initiatieven in Meulebeke zeker nodig zijn. Het Consortium Vergrijzing in Vlaanderen waarschuwde in zijn colloquium dd. 08/11/2006 dat de demografen zich vergist hebben. De vergrijzing zal erger zijn dan verwacht en de thuiszorg en mantelzorg zijn onvoldoende om dit op te vangen. De Standaard, donderdag 9 november 2006: “Misrekeningen demografen erg pijnlijk” “Nogal wat prognoses over de vergrijzing en de betaalbaarheid ervan liggen aan diggelen omdat de demografen zich vergist hebben. De demografen maakten drie fouten. Ten eerste hadden ze verwacht dat de stijging van de levensduur zou afvlakken. Dat is niet gebeurd. Het Federaal Planbureau raamde dat maar 10 % van de bevolking ouder zou worden dan 87 jaar. De waarheid is dat al 10 % ouder wordt dan 93 jaar. De demografen spreken nu van een democratisering van de zeer hoge leeftijd. Ten tweede hadden de demografen verwacht dat het geboortecijfer afgelopen decennia opnieuw wat zou stijgen. Ook dat is niet gebeurd. Het bleef schommelen rond 1,5 kinderen per vrouw, en niet rond 2,1, zoals demografen hoopten. Alleen de jongste jaren is het wat geklommen, maar slechts tot 1,69. Inzake immigratie misrekenden ze zich ook. Die lag uiteindelijk hoger. De emigratie steeg ook, maar de immigratie overstijgt die met vijf- tot tienduizend per jaar. De immigratie compenseert maar een beetje de twee andere misrekeningen.
24
Bron: “De sociale omgeving van Meulebeke, bouwstenen voor de opmaak van een lokaal sociaal beleidsplan”, Omgevingsanalyse opgemaakt door de werkgroep Lokaal Sociaal Beleidsplan Meulebeke.
68
Bovendien, zo blijkt uit het onderzoek, is de uitbouw van de thuiszorg beneden de verwachtingen gebleven. Dat zou niet zo erg zijn als de mantelzorg overeind bleef. Maar dat is niet zo, melden onderzoekers. De ouderen van vandaag hebben minder kinderen op wie zie kunnen terugvallen dan vorige generaties. Ze zijn zelf vaker alleenstaand. Inwonen van bejaarden bij hun kinderen is veel minder populair dan 10 jaar geleden, zowel bij de ouderen als bij hun kinderen. Kinderen wonen ook vaak verder van hun ouders. Vrouwen -die vooral voor mantelzorg instaan- moeten langer werken en zijn minder beschikbaar. En de plicht om voor ouderen te zorgen is weg. Vroeger ‘hoorde het’ dat een kind zorgde voor zijn ouder. Nu niet meer. Ze doen het nog wel vaak, maar uit vrije wil, en niet altijd. De zekerheid is weg. “ 5.1.2.1.1.6. Alleenstaanden / gezinsgrootte Het aandeel alleenstaanden25 t.o.v. het totale aantal huishoudens is van 2002 tot 2006 gestegen van 21,44% naar 22,8%. Het gemiddeld aantal personen per gezin nam de afgelopen 20 jaar af. Arrondissementeel verliep de daling van 3,08 tot 2,57. Het aandeel eenoudergezinnen t.o.v. het totale aantal huishoudens met kinderen is van 2002 tot 2006 gestegen van 5,28% tot 8,53%. (26) 5.1.2.1.1.7. Inkomen - Het gemiddeld inkomen per bewoner in de gemeente Meulebeke ligt lager dan het gemiddelde in het Vlaamse Gewest en de provincie West-Vlaanderen. Het gemiddeld inkomen stijgt jaarlijks richting het West-Vlaamse gemiddelde, maar Meulebeke is geen “rijke” gemeente binnen de provincie. - Op vlak van de inkomsten van zijn bewoners scoort Meulebeke beduidend lager dan het gemiddelde voor de provincie en het Vlaams Gewest. Ook arrondissementeel staat het op de laatste plaats, na Pittem. Ardooie scoort hoogst. Vergeleken met het Belgisch gemiddelde is de laagste inkomstencategorie, met een belastbaar inkomen beneden €10.000, veel sterker vertegenwoordigd. De hoogste inkomenscategorie, met een belastbaar inkomen boven €50.000, is daartegenover veel minder sterk vertegenwoordigd. (27) 5.1.2.1.1.8. Thuiszorg a) Poetsdienst Vanaf de tweede helft van de jaren „80 werd door het OCMW Meulebeke de eerste poetshulp aangeboden en doorheen de jaren kende deze dienst een enorme groei. In 2009 waren 34 deeltijdse (vnl. halftijdse) poetsvrouwen in dienst in het systeem 25
Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR), Lokale Statistieken Bron: FOD Economie, Statistiek en Economische Informatie 27 Bron: NIS, eigen verwerking - Bron: “De sociale omgeving van Meulebeke, bouwstenen voor de opmaak van een lokaal sociaal beleidsplan”, Omgevingsanalyse opgemaakt door de werkgroep Lokaal Sociaal Beleidsplan Meulebeke 26
69
van dienstencheques en 24 halftijdse poetsvrouwen in het regulier systeem, welke bij respectievelijk 213 en 197 gezinnen/alleenstaanden poetshulp verrichtten.
Poetsdienst
gezinnen regulier gezinnen via systeem dienstencheques
totaal aantal gezinnen
aantal poetsvrouwen
2005 231 107 338 21 2006 226 138 364 23 2007 217 157 374 28 2008 220 163 383 31 2009 197 213 410 32 Tabel 22: Poetsdienst door het lokaal dienstencentrum Ter Deeve (2005-2009)
450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 2005
2006
2007
2008
2009
totaal aantal gezinnen Figuur 19: Evolutie van het aantal gezinnen met poetsdienst door het lokaal dienstencentrum Ter Deeve (2005-2009)
b) Warme maaltijden in het dienstencentrum en maaltijdbedeling aan huis Het OCMW van Meulebeke voorziet in een dienst voor maaltijdbedeling aan huis. Deze dienst wordt toegeleverd met warme en vers bereide maaltijden tijdens de week (en diepvriesmaaltijden in het weekend) vanuit het woonzorgcentrum, met een aangepaste keuken. In de tabel en bijhorende grafiek is groei van deze dienstverlening duidelijk waar te nemen. Bovenop de 11.599 warme maaltijden in het restaurant en de 23.108 warme maaltijden aan huis geleverd in 2009, werden door het lokaal dienstencentrum ook 904 diepvriesmaaltijden aan huis geleverd in 2009.
70
Warme maaltijden in het lokaal dienstencentrum gebruikers per dag in het weekend 45 43 49 49 49
gebruikers per dag in de week 2005 2006 2007 2008 2009
40 42 46 43 41
Warme maaltijden aan huis tijdens de week (excl.diepvries) maaltijden per jaar
maaltijden
gebruikers per weekdag
11.890 11.775 11.920 12.360 11.599
17.500 17.600 17.900 20.876 23.108
62 63 64 74 74
Tabel 23: Warme maaltijden door het lokaal dienstencentrum Ter Deeve (2005-2009)
25.000
20.000 15.000 10.000 5.000 0 2005
2006
2007
2008
2009
Warme maaltijden in het lokaal dienstencentrum Warme maaltijden aan huis tijdens de week (excl.diepvries) Figuur 20: Evolutie van de warme maaltijden in het lokaal dienstencentrum en aan huis door het lokaal dienstencentrum Ter Deeve (2005-2009)
c) Personenalarmsystemen Momenteel beschikt het OCMW Meulebeke over 20 personenalarmering en deze zijn op één na allemaal verhuurd.
toestellen
voor
d) Minder mobielencentrale en boodschappendienst Het lokaal dienstencentrum van het OCMW organiseert sinds 1994 de Minder Mobielen Centrale. In 2009 waren er 107 aangesloten leden en 9 chauffeurs. In 2010 wordt deze minder mobielencentrale uitgebreid met een boodschappendienst. Bovendien wordt ook met vzw Dynamica samengewerkt inzake het mindermobielenvervoer.
e) Ondersteuning aan de thuiszorg Het OCMW Meulebeke komt tussen in de werking van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp (o.a. Familiehulp, Familiezorg, Solidariteit voor het Gezin en Bond Moyson). Zij verstrekt hierbij een bijdrage van per uur dat de diensten spenderen aan
71
de verzorging van gezinnen en bejaarden in Meulebeke. In 2009 was dat nog € 9.916 voor 34.025 uren. Thuiszorgdiensten actief in Meulebeke gepresteerde uren 2008
gepresteerde uren 2009
financiële ondersteuning door het OCMW
Familiehulp 9.558 9.905 Familiezorg 19.648 21.220 Solidariteit voor het Gezin 640 946 Thuiszorg Bond Moyson 1.582 1.954 Totaal 31.427 34.025 Tabel 24: Thuiszorgdiensten actief in Meulebeke (2008-2009)
€ 2.887 € 6.184 € 276 € 570 € 9.916
5.1.2.1.1.9. Specifieke indicatoren m.b.t. de woonsituatie28 a) Meulebeke
Figuur 21: Meulebeke, verdeling in wijken
- Meulebeke bestaat uit 4 wijken: Centrum, ‟t Veld, Marialoop en de Paanders. - Meulebeke heeft een totale oppervlakte van 29,3 km². - Het aantal inwoners in Meulebeke op 1 januari 2010: 10.965.
28
Bronnen: - “De sociale omgeving van Meulebeke, bouwstenen voor de opmaak van een lokaal sociaal beleidsplan”, Omgevingsanalyse opgemaakt door de werkgroep Lokaal Sociaal Beleidsplan Meulebeke. - Steunpunt Sociale Planning van de provincie West-Vlaanderen.
72
- Meulebeke heeft een bevolkingsdichtheid van 374,23 inwoners/km². De bevolkingsdichtheid in het Vlaams Gewest is 446,9 inwoners/km². b) Woongelegenheden. Van 2003 tot 2005 telde Meulebeke 4487, 4413 en 4403 wooneenheden29. Het aantal wooneenheden is in die periode dus licht gedaald. Ook arrondissementeel zijn er in die periode globaal woongelegenheden verdwenen (van 35598, 35355 naar 3556). Provinciaal gezien zijn er echter woongelegenheden bijgekomen. c) Eigenaars-huurders Het aandeel eigenaars is in Meulebeke behoorlijk hoog : 81,60%, tegenover een aandeel van 14,94% huurders. Het gemiddelde cijfer m.b.t. het aandeel eigenaars bedraagt in de arrondissementen Roeselare-Tielt bedraagt 78,57%. Het provinciaal gemiddelde is 70,97%. In 2005 bezat 74,4% van de Vlaamse huishoudens een eigen woning, 18,5% huurt, 5,6% woont in een sociale woning en 1,5% woont gratis bij ouders of kinderen. Bij de 18,5% huurders zitten de armste groepen. Het gemiddeld inkomen van huurders ligt €300 lager dan dat van eigenaars. Bij huurders vinden we drie keer zoveel werklozen en twee keer zoveel eenoudergezinnen en alleenstaanden. (30) d) Eigenaars en leeftijd Uit het Woningonderzoek Kenniscentrum voor Duurzaam Woonbeleid over 2005: „Voor oudere huishoudens komt de betaalbaarheid van de woningen ernstig in het gedrang. Voor ouderen is een tussenoplossing aangewezen. Niet alleen sociale woningen , want die zien zij niet vaak als een alternatief, maar goede, kwaliteitvolle woningen die aangepast zijn aan hun specifieke noden. Tot op 70-jarige leeftijd blijft het aandeel eigenaars stijgen, maar na hun 80-ste zijn steeds minder ouderen eigenaar.‟ e) Sociale huurhuizen en appartementen. Meulebeke telt: - 85 sociale huurhuizen. Score van Meulebeke in het arrondissement: 7e plaats op 9. - 24 sociale huurappartementen. Score van Meulebeke in het arrondissement: 4 e plaats op 9. - Huurhuizen/-appartementen tegenover het totaal aantal woningen: 2,26%. Score van Meulebeke in het arrondissement: 8e plaats op 9. Score van Meulebeke in de arrondissementen Roeselare-Tielt: 15e plaats op 17. f) Ouderdom van woningen
29 30
Bron: Kadaster Bron: Woningonderzoek Kenniscentrum voor Duurzaam Woonbeleid over 2005.
73
- Meulebeke telt 22,56% woningen gebouwd vóór 1945 (31). Het gemiddelde cijfer m.b.t. het aandeel woningen van voor 1945 bedraagt in de arrondissementen Roeselare-Tielt Roeselare-Tielt: 21,65%. - Meulebeke telt 37,77% woningen gebouwd tussen 1945 en 1980. Het gemiddelde cijfer m.b.t. het aandeel woningen gebouwd tussen 1945 en 1980 bedraagt in de arrondissementen Roeselare-Tielt Roeselare-Tielt: 37,92%. - Meulebeke telt 22,82% woningen gebouwd tussen 1981 en 2001. Het gemiddelde cijfer m.b.t. het aandeel woningen gebouwd tussen 1981 en 2001 bedraagt in de arrondissementen Roeselare-Tielt 37,92%.
31
Bron: S.E.E. 2001/ Steunpunt Sociale Planning van de provincie West-Vlaanderen.
74
Figuur 22: Ouderdom van de woningen in Meulebeke, spreiding
g) Comfort in woningen Bij klein comfort32 heeft de woning minimaal een WC en een badkamer met bad of stortbad. Anders heeft men het over een woning zonder klein comfort. Woningen met middelmatig comfort hebben als extra centrale verwarming. Woningen met groot comfort hebben dan nog meer : een aparte keuken van minimum 4 m² of een keuken geïntegreerd in een ander vertrekt, plus een vaste telefoonaansluiting, plus één of meerdere auto‟s in het huishouden. - Meulebeke heeft 44,39% woningen met groot comfort. Dit cijfer bedraagt voor de arrondissementen Roeselare-Tielt Roeselare- Tielt: 48,10%. Score van Meulebeke: 16e plaats op 17. - Meulebeke heeft 6,84% woningen met middelmatig comfort. Dit cijfer bedraagt voor de arrondissementen Roeselare-Tielt: 8,27%. Score van Meulebeke: 17e plaats op 17. - Meulebeke heeft 37,67% woningen met klein comfort. Dit cijfer bedraagt voor de arrondissementen Roeselare-Tielt Roeselare-Tielt : 33,43%. Score van Meulebeke: 1e plaats op 17. - Meulebeke heeft 8,08% woningen zonder klein comfort. Dit cijfer bedraagt voor de arrondissementen Roeselare-Tielt: 7,15%. Score van Meulebeke: 1e plaats op 17. - In Meulebeke heeft 3,92% van de woningen geen toilet met waterspoeling. Dit cijfer bedraagt voor arrondissement Roeselare-Tielt: 3,40%. Score van Meulebeke: 1e plaats op 17. h) Woningen die in aanmerking kunnen komen voor renovatiepremies In Meulebeke (zie ook verder: actoren) komt men in aanmerking voor een huisvestingspremie indien men eveneens in aanmerking komt voor een premie bij de Provinicie of het Vlaams Gewest. De bepalende kenmerken van de woning zijn: de ouderdom van de woning en het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen. Bij de provincie West-Vlaanderen zijn twee premies te verkrijgen: -een premie in het kader van het voorkomen van CO-vergiftiging (voorwaarde: woning > 20 jaar) en -een premie in het kader van vochtbestrijding en dakrenovatie (voorwaarden: woning > 30 jaar en KI < gemiddelde van de gemeente=638 euro). Bij het Vlaams Gewest is er een verbeteringspremie voor woningen ouder dan 20 jaar en een kadastraal inkomen onder de 1200 euro. Bijkomende voorwaarde hiervoor is wel dat het netto-belastbaar inkomen van de aanvrager, drie jaar voor de aanvraag, niet meer bedraagt dan 25.000 euro (per 32
Bron: S.E.E. 2001/ Steunpunt Sociale Planning van de provincie West-Vlaanderen.
76
persoon ten laste kan daar nog eens 1.300 euro bijkomen). Met deze voorwaarde is hier geen rekening gehouden. Onderstaande tabel is een samenvatting van de drie besproken premies. Wijk
# woningen
# COpremie
% COpremie
# vochtpremie
% vochtpremie
# premie Vlaams Gewest 2249
% premie Vlaams Gewest 72,83
Centrum 2390 77,4 1450 46,96 3088 De 400 84,93 239 50,74 381 80,89 Paanders 471 Marialoop 259 74,43 151 43,39 245 70,4 348 „t Veld 161 77,78 84 40,58 150 72,46 207 Meulebeke 3210 78,03 1924 46,77 3025 73,53 4114 Tabel 25: Woningen die in aanmerking kunnen komen voor renovatiepremies in Meulebeke (Bron: Steunpunt Sociale Planning van de provincie West-Vlaanderen, 2005-2007)
i) Verbouwingen. In Meulebeke is sinds 1991 slechts 9% van de woningen verbouwd33. Dit cijfer bedraagt voor het arrondissement 8,65% en voor de provincie 9,51%.
5.1.2.1.2. Vastgestelde behoeften vanuit de vraagzijde, indicatoren: besluiten
5.1.2.1.2.1. Indicatoren m.b.t. de demografie Binnen het arrondissement Tielt is Meulebeke op heden de derde grootste gemeente; In de gemeente Meulebeke, maar ook binnen de regio, verhoogt het aandeel ouderen (+ 60) ten opzichte van de totale bevolking in de periode 2009-2025 van één op vier naar één op drie. Voor wat betreft de bevolking ouder dan 60 jaar bedraagt de stijging in Meulebeke 24% Voor wat betreft de bevolking ouder dan 80 jaar bedraagt de stijging in Meulebeke 20%; In vergelijking met Vlaanderen (18,5%) ligt het aandeel van de bevolking ouder dan 80 jaar in Meulebeke hoger (19,3%). Opvallend is de bijzondere stijging (24,7%) tot 2015 van deze bevolkingsgroep in Meulebeke ten gevolge van de vooroorlogse periode; - Het aantal in de bevolkingsgroep 50-59 jaar daalt aanzienlijk waardoor de mogelijkheid van mantelzorg en ondersteuning voor de groep van 80+ vermindert. Een gelijkaardig beeld voor de groep van 20 tot 59 jaar ten aanzien van de groep 60+. De familiale mantelzorg zal dalen door het groter aandeel alleenstaanden; De realisatiegraad verslechtert naarmate de programmatie verhoogd wordt door de sterke stijging van de ouderen in de periode tot 2020.
33
Bron: 33 Bron: S.E.E. 2001/ Steunpunt Sociale Planning van de provincie West-Vlaanderen.
77
5.1.2.1.2.2. Indicatoren m.b.t. de woonsituatie - Het aantal wooneenheden daalt in Meulebeke; - Het aandeel eigenaars (81,6%) in Meulebeke is hoog ten opzichte van de provincie (71%); - Meulebeke scoort laag inzake het aantal sociale woningen (zie hoger); - Op basis van de laatst gekende cijfers scoort Meulebeke het minst in een regio met een uitgesproken verouderd woonpatrimonium en met een laag confortniveau; - Meulebeke vertoont een verouderd patrimonium: o 22,56% van de woningen werd gebouwd voor 1945 (Roeselare-Tielt: 21,65%); o 37,77% van de woningen werd gebouwd tussen 1945 en 1980 (Roeselare-Tielt: 37,92%); o 22,82% van de woningen werd gebouwd tussen 1981 en 2001 (Roeselare-Tielt: 37,92%); - Bij eigenaars die hun woning moeten verkopen en terug op de huurmarkt belanden, is er een oververtegenwoordiging van ouderen, alleenstaanden en eenoudergezinnen; - Voor oudere huishoudens komt de betaalbaarheid van de woningen ernstig in het gedrang. Voor ouderen zijn kwalitatieve woningen noodzakelijk aangepast aan hun specifieke noden, vooral voor de groep ouder dan 80 jaar die steeds minder eigenaar zijn; - Het comfort van de woningen in Meulebeke is laag en er zijn veel verouderde woningen met weinig comfort: o 44,39% groot comfort (Roeselare-Tielt: 48,10%); o 6,84% middelmatig comfort (Roeselare-Tielt: 8,27%); o 37,67% klein comfort (laatste plaats) (Roeselare-Tielt: 33,43%); o 8,08% zonder klein comfort (laatste plaats) (Roeselare-Tielt: 7,15%); - Een zeer groot aantal zonevreemde woningen in Meulebeke. Dit betekent juridische onzekerheid met als gevolg dat er geen aanpassingen of verbouwingen worden uitgevoerd; 5.1.2.1.2.3. Conclusie - Gelet op de stijging van het aantal 60- en 80-plussers is het noodzakelijk om het lokaal dienstencentrum verder uit te baten en aan te passen aan de hedendaagse en toekomstige noden; - Spectaculaire verhoging van het aantal 80-plussers in Meulebeke (vooral in de periode tot 2013). In de periode tot 2025 is er een verhoging van het aantal 60-plussers met 24% en van het aantal 80-plussers met 20%, wat een stijging inhoudt van de zorgaspecten; - De ondersteuning van familiale mantelzorg voor 60-, en 80-plussers door familie (het aantal 20-59-jarigen) daalt aanzienlijk in de komende 10 jaar. Het aantal alleenstaanden stijgt. Door een lagere draagkracht bij de mantelzorgers zullen ouderen geneigd zijn om vroeger beroep te doen op residentiële zorg.
78
- In Meulebeke zijn veel woningen verouderd met weinig comfort. Er zijn minder nieuwe woningen en er is minder bouwaangroei in Meulebeke. Het aantal sociale woningen is laag. Het aandeel eigenaars (81,6%) is groter dan dat in de provincie (71%); - Op vandaag en in de nabije toekomst is een tekort aan aangepaste en kwalitatieve woningen voor bejaarden, sociale woningen en serviceflats/assistentiewoningen; - Gelet op deze beperkte (woon- en zorg-)mogelijkheden om thuis of in een aangepaste woonvorm te blijven wonen, blijft de vraag naar kwalitatieve woongelegenheden in woon- en woonzorgcentra;
De gemeente Meulebeke, maar ook de regio, scoort op een aantal kansindicatoren minder goed dan het Vlaams gemiddelde. We stellen dit o.m. vast bij het aantal woningen met een klein of zonder comfort, het aantal WIGW‟s en rechthebbenden op de voorkeursregeling in de ziekteverzekering in vergelijking met de totale populatie en de bevolking ouder dan 60 jaar, en het aandeel sociale woningen in het woningenbestand. De dienstverlening aan huis is zeer goed uitgebouwd. Zowel het aantal uren poetshulp als het aantal uren gezinshulp als het resultaat van de dienst warme maaltijden vertoont een stijgende trend. We kunnen stellen dat er in Meulebeke en in de regio op basis van specifieke kansindicatoren meer behoefte is aan sommige vormen van dienstverlening aan ouderen. De lage mantelzorgratio vereist een sterke uitbouw van thuiszorgdiensten en woonzorgvoorzieningen voor ouderen. Dit blijkt ook uit de cijfers van poetsdienst en gezinshulp, terwijl het groter aantal woningen met klein of zonder comfort initiatieven vereisen op het vlak van aanpassing van woningen. Daarenboven wordt er een inspanning vereist in het realiseren van bijkomende residentiële woon- en woonzorggelegenheden. Het laag gemiddeld inkomen vereist een dan weer meer sociale ondersteuning en ondersteuning op financieel vlak. De samenhang van het verhoogde risico op verschillende kansindicatoren heeft ook tot gevolg dat een residentiële opvang in verhoogde mate vereist is. De in het zorgstrategisch plan voorgenomen initiatieven houden hiermee rekening.
79
Evaluatie (Grenswaarden)
Matige prioriteit Hoge prioriteit Niet-limitatieve lijst Vraaggestuurd van kansindicatoren Het initiatief kadert SIF-plus in een strategische gemeente Aandeel WIGW denkoefening Aantal woningen waarbij rekening is gehouden met zonder comfort kansindicatoren. Aantal EN alleenwonenden Er is een relatie in de gemeente aangetoond Mantelzorgratio tussen het Gemiddeld voorziene inkomen per aanbod en de inwoner van de behoeften van gemeente. de regio. … Criterium
Lage prioriteit Aanbodgestuurd Het initiatief kadert in een strategische denkoefening waarbij vooral gemikt wordt op een verbeterde economische uitbating en een betere aangepaste infrastructuur van de bestaande voorzieningen. Het initiatief is niet getoetst aan indicatoren van de vraagzijde.
80
5.1.2.1.3. Beschrijving van het reeds bestaande aanbod in relatie met het geplande initiatief Het woonzorgcentrum en de serviceflats hebben een fysische aansluiting met het erkend lokaal dienstencentrum “Ter Deeve” van OCMW Meulebeke. Er worden (sportieve, culturele, vormende) activiteiten en contactnamiddagen georganiseerd. Daarenboven wordt gebruik gemaakt van de dienstverlening en thuiszorg van het erkend dienstencentrum, bijvoorbeeld kapsalon, voetverzorging, poetsdienst aan huis, maaltijden aan huis of maaltijden in het restaurant “Ter Deeve”. Naast dit residentieel aanbod verzorgt het dienstencentrum ook nog volgende diensten aan de Meulebeekse bevolking: poetsdienst, personenalarmsystemen, mindermobielencentrale, dienst voor maaltijdbedeling aan huis en maaltijden in het restaurant. Momenteel beschikt het OCMW Meulebeke over een erkend woonzorgcentrum “Ter Deeve” van 44 woongelegenheden, waarvan alle 44 woongelegenheden effectief worden gebruikt. In 2009 bedraagt het aandeel bewoners dat onder de hoogste categorieën van zorgbehoevendheid (B, C en Cd) valt, 84%. Het aantal ernstig dementen bedraagt 34%. (34) Het OCMW Meulebeke beschikt, in aansluiting met het woonzorgcentrum, over een erkend serviceflatgebouw “residentie Deeveland” met 50 erkende woongelegenheden als serviceflat. Bij aanvang van de huurperiode dienen de bewoners zelfredzaam te zijn. Het grootste deel van de bewoners heeft in 2009, volgens de Katz-schaal, een profiel “O” (75%) of “A” (15%). In mindere mate hebben de bewoners een profiel “B” of heel uitzonderlijk een profiel “C”. Bij deze laatste twee profielen gaat het over inwonende partners met al dan niet intensieve mantelzorg. In principe zijn de bewoners van de serviceflats volledig zelfstandig en zelfredzaam. Indien gewenst / nodig is permanentie en/of aanvullende zorg / dienstverlening mogelijk. Alle thuiszorgdiensten zijn welkom in de serviceflats. Daarenboven is er in de serviceflats permanentie voorzien door het personeel van het erkend woonzorgcentrum “Ter Deeve”. Naast permanentie kan ook uitbreiding van zorg worden aangeboden door dit personeel en de bewoners van de serviceflats krijgen voorrang van opname in het woonzorgcentrum “Ter Deeve”. Aan de overkant van de Bonestraat is het woonzorgcentrum “Sint-Vincentius” (vzw GVO) en het centrum voor kortopvang “Brevis” (vzw GVO) aanwezig. Altijd kan beroep gedaan worden op de maatschappelijk werkers van het OCMW, gehuisvest in het Sociaal Huis, aanpalend aan de serviceflats, het woonzorgcentrum en het lokaal dienstencentrum. Het OCMW Meulebeke verhuurt 14 sociale woningen in de wijk “Bloemenhove”. Het OCMW komt tenslotte ook nog financieel tussen in de werking van de plaatselijke thuiszorgdiensten. 34
Bron: Jaarverslag 2009
81
De vergelijking tussen de huidige situatie en de toekomstige situatie (OCMW Meulebeke) wordt in de volgende tabel in beeld gebracht.
82
Huidige situatie Woonzorgcentru m (ROB/RVT) van 44 woongelegenhed en.
Serviceflatgebou w met 50 woongelegenhed en.
Toekomstige situatie Woonzorgcentrum (ROB/RVT) van 44 + 4+… (4 + 3) = 48+… woongelegenheden in een volledig gerenoveerd en groter gebouw en een nieuw gebouw, met grotere en eigentijdse wooneenheden. Volledig gerenoveerd serviceflatgebouw met 50 woongelegenheden, aangepast aan de eisen van woonzorgcentrumwoongelegenheden (aanleunflats).
Motivatie Antwoord (blijven) bieden op de vraag naar woongelegenheden ROB en RVT. Verbeteren van de kwaliteit, toegankelijkheid en infrastructuur van het woonzorgcentrum, als verbetering van het intramuraal dienstenaanbod.
Antwoord (blijven) bieden op de vraag naar serviceflats/assistentiewoningen. Verbeteren van de kwaliteit, zorgondersteuning en infrastructuur van en in het serviceflats/assistentiewoningencomplex, ter verbetering van het intramuraal dienstenaanbod. Differentiatie van het intramuraal dienstenaanbod met aanleunflats en mogelijkheid tot tijdelijke erkenning als woongelegenheid van het woonzorgcentrum. Inspelen op de vraag door het aanbod te behouden. Voorzien in de onmiddellijke nabijheid van zorg bij de woongelegenheden waardoor de continuïteit van wonen kan verbeterd worden.
Indicatoren Hiermee reageert het OCMW Meulebeke enerzijds heel concreet op de verhoogde risico-indicatoren “bezettingsgraad”, “vergrijzing”, “mantelzorgindex” en “familiale zorgindex”, en anderzijds op de huidige wachtlijsten en de nood aan vernieuwde infrastructuur om het huidig aanbod te verzekeren. Opname van de vooropgestelde programmatie voor Meulebeke (Zorg en Gezondheid). Naast de indicatoren die gelden bij het woonzorgcentrum, de huidige wachtlijsten en de nood aan vernieuwde infrastructuur om het huidig aanbod te verzekeren, is dit een uitvoering van de beleidsvisie van de overheid (Woonzorgdecreet).
Zie ook “woningen met klein of zonder comfort”. Visie van de overheid (“levenslang wonen”)
Huidige situatie Aanvraag tot opname in het woonzorgcentru m of serviceflats bij de dagelijks verantwoordelijke of de secretaris.
Een lokaal dienstencentrum.
Toekomstige situatie Realisatie van een zorgloket in het centrale gedeelte van het vernieuwd woonzorgcentrum / serviceflats / dienstencentrum.
Motivatie Gecoördineerde en bredere aanpak van diverse zorgvragen. Komen tot zorg op maat en oriëntering op het cliëntsysteem i.p.v. op de cliënt. Integratie van het woon- en woonzorgcentrum in de onmiddellijke omgeving (woonzorgzone) en aanreiken van een optimaal uitgebouwd informatiepunt aan zorgvragers en de (verder) kleiner wordende groep van mantelzorgers. In samenwerking met Sint-Vincentius en Brevis (GVO vzw). Volledig gerenoveerd en Antwoord (blijven) bieden op de vraag uitgebreid lokaal naar diensten en activiteiten door en in dienstencentrum. het dienstencentrum. Differentiatie en coördinatie van het dienstenaanbod in en uit de woonzorgzone.
Geen dagverzorgingscentrum.
Geen dagverzorgingscentrum van het OCMW.
Geen centrum voor kortverblijf van het OCMW. CVK “Brevis” (GVO)
Geen centrum voor kortverblijf van het OCMW. Centrum voor kortverblijf “Brevis” van vzw GVO
Zorgaanbod dat door de vzw GVO wordt voorbereid, in de woonzorgzone.
Zorgaanbod dat momenteel wordt gerealiseerd door de vzw GVO in de woonzorgzone. Samenwerking.
Indicatoren Verder dalende lage mantelzorgratio en gesignaliseerde noden door de actoren. Kadert in de taken van het lokaal dienstencentrum en het Sociaal Huis en is een uitwerking van de beleidsvisie van de overheid (woonzorgdecreet).
De indicatoren wijzen op een toenemende noodzaak van diensten, activiteiten en infrastructuur door, in en van het lokaal dienstencentrum. Daarenboven is er de nood aan betere en ruimere infrastructuur van het dienstencentrum. Visie van de overheid. De uitbouw van een erkend dagverzorgingscentrum door het OCMW is een moeilijk haalbare kaart, gelet op de beperkte schaalgrootte die overblijft in programmatie. Samenwerking met het toekomstig DVC. Visie van de overheid. De uitbouw van een erkend centrum voor kortverblijf door het OCMW is een moeilijk haalbare kaart, gelet op de beperkte schaalgrootte die overblijft in programmatie. Samenwerking met het bestaand CVK.
Huidige situatie Geen regionaal dienstencentrum in Meulebeke. Een RDC in Tielt.
Toekomstige situatie Geen regionaal dienstencentrum in Meulebeke. Een RDC in Tielt.
Motivatie Aanbod dat momenteel wordt geboden in “centrum”-stad Tielt.
Indicatoren Geen indicaties.
18 14 nieuwe sociale bejaardenwoningen woningen in verbouwing tot 14 „Bloemenhove‟. sociale woningen.
Meerwaarde in het woonaanbod creëren door het voorzien van sociale woningen.
Beleidsvisie van de overheid (Grond- en Pandendecreet).
Poetsdienst, dienst warme maaltijden en thuiszorgdiensten zoals personenalarm, MMC, en financiële steun aan de thuiszorgdiensten.
Verder inspelen op de vraag en verder meewerken in het aanbod van thuiszorgdiensten.
Visie van de overheid. Gesignaleerde noden door de actoren en vanuit de huidige werking.
Behoud en verdere ontwikkeling van deze diensten (bv. boodschappendienst).
Tabel 26: Relatie tussen het huidig aanbod en de toekomstprojecten van het OCMW Meulebeke
Wat de beschrijving van het bestaande aanbod in de regio betreft verwijzen we naar het hoofdstuk „Spreiding van de voorzieningen‟ (zie verder)
Evaluatie (grenswaarden) Matige prioriteit Criterium Hoge prioriteit Beschrijving van Het initiatief kadert het reeds in een strategische bestaande aanbod denkoefening in relatie met het waarbij rekening is geplande initiatief gehouden met het bestaande aanbod. .2.2. Hoge prioriteit Matige prioriteit
Lage prioriteit
86
5.1.2.2. Is er in de regio behoefte aan vernieuwing van de infrastructuur ?
5.1.2.2.1. De mate van beantwoorden aan de meest recente erkenningsnormen van de voorzieningen in de regio In een bevraging35 aan de woonzorgcentra of ze al dan niet voldeden aan de erkenningsnormen van na 1985, werd opgegeven dat alle instellingen voldeden aan de erkenningsnormen van na 1985. Het lijkt ons evenwel weinig waarschijnlijk dat al deze instellingen ook daadwerkelijk en volledig voldoen aan alle erkenningsnormen van na 1985. Uit bijkomende navraag36 bleek dat de instellingen dit resultaat nuanceren. Bijvoorbeeld de slechte raamhoogte en gangbreedte, wooneenheden zonder een afgesloten sanitaire ruimte, het tekort aan branddeuren en vluchtwegen, het ontbreken van bijkomende ruimtes zijn tekortkomingen bovenop de kameroppervlaktes die vaak het minimum zijn. Evaluatie (Grenswaarden) Hoge prioriteit Criterium
Matige prioriteit
Mate van beantwoorden aan de erkenningsnormen/ erkenningsvoorwaarden van de voorzieningen in de regio van 1985
Lage prioriteit > 75% van de voorzieningen in de regio beantwoordt aan de meest recente erkenningsnormen/ erkenningsvoorwaarden
Het voldoen aan de erkenningsnormen van na 1985 is één, het voldoen aan de huidige en toekomstige erkenningsnormen is een andere zaak. De voorwaarden voor de infrastructuur worden op dit moment geregeld in het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 en diens uitvoeringsbesluiten van 5 juni 2009 en 4 september 2009, specifiek in “Bijlage XII. Woonzorgcentra” art. 45-48. Evaluatie (Grenswaarden) Criterium Hoge prioriteit Mate van beantwoorden aan de erkenningsnormen/ erkenningsvoorwaarden van de voorzieningen in de regio na 2009/2010 !
35 36
<60% van de voorzieningen in de regio beantwoordt aan de meest recente erkenningsnormen/ erkenningsvoorwaarden
Matige prioriteit
Lage prioriteit
60-75% van de voorzieningen in de regio beantwoordt aan de meest recente erkenningsnormen/ erkenningsvoorwaarden
Bron: VIPA-subsidiebelofte OCMW Oostrozebeke (2002) Bron: eigen enquêtes; april-juni 2010
87
5.1.2.2.2. Ouderdom na laatste renovatie van de gebouwen van de voorzieningen in de regio Meulebeke
5.1.2.2.2.1. Verouderde infrastructuur Het woonzorgcentrum, de serviceflats en het lokaal dienstencentrum werden officieel geopend in 1987, de gebouwen dateren bijgevolg uit de eerste helft van de jaren tachtig en zijn aldus bijna 25 jaar oud. Het spreekt vanzelf dat deze gebouwen te kampen hebben met oplopende renovatie- en herstellingskosten zoals : - dringende nood aan het vervangen van de sanitaire leidingen, met renovatiewerken in de gangen, badkamers,… als gevolg - herstellen / vernieuwen van de dakbekleding - verouderde sanitaire voorzieningen, badkamers en keukens - nood aan plafond, vloer- en gevelvernieuwing - nood aan aangepaste en up-to-date leefzalen - vernieuwen van de ramen en ander schrijnwerk - verouderde feestzaal In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het totaal aantal woongelegenheden in woonzorgcentra en serviceflats per voorziening en/of per vleugel, alsook het aantal lokale dienstencentra, het respectievelijke bouwjaar en/of jaar van grondige renovatie en de gewogen37 gemiddelde ouderdom van deze instellingen. Instelling
Gemeente
Erkende capaciteit RH LDC SF Sint Vincentius Ardooie 104 0 20 Maria rustoord Ingelmunster 140 0 36 t Pandje Izegem 97 0 0 Sint Vincentius Izegem 75 0 0 De Plataan Izegem 180 0 67 Sint Vincentius Meulebeke 96 0 0 Ter Deeve/Deeveland Meulebeke 44 1 50 Rozenberg Oostrozebeke 66 0 0 Sint Remigius Pittem 51 0 9 Deken Darras Tielt 180 1 59 Sint Andries Tielt 63 0 0 Totaal aantal 1.096 2 241 Gemiddelde ouderdom van de instellingen t.o.v. bouwjaar Gemiddelde ouderdom van de instellingen t.o.v. renovatie
Bouw- en/of renovatiejaar 1969-1985-2005 1963-1975 1984-1993-2001 1950-1967-2009 1999 1982 1986-2001 (2008) 1964-2009 1954-2008 1994 1990-1996 34,1 16,3
Tabel 27: Bouwjaar, jaar van laatste grondige renovatie (per vleugel) en gewogen gemiddelde ouderdom van de ouderenvoorzieningen in de regio Meulebeke (2010)
37
Berekeningswijze: de gemiddelde ouderdom werd berekend door telkens het aantal woongelegenheden (van een vleugel) te vermenigvuldigen met de corresponderende ouderdom, vervolgens de som van deze producten op te tellen en tenslotte deze som te delen door het totaal aantal woongelegenheden. Ook hier hebben wij ervoor geopteerd om een berekeningswijze toe te passen op basis van het aantal woongelegenheden en niet op basis van instellingen. Aangezien sommige vleugels van instellingen van recentere datum zijn dan de rest van de instelling is dit de meest correcte berekeningswijze. Bron: Verwerking op basis van eigen enquête (2010).
88
De gemiddelde ouderdom ten opzichte van de laatste grondige renovatie van de woongelegenheden in de regio bedraagt 16,3 jaar. De gewogen gemiddelde ouderdom ten opzichte van het bouwjaar van deze voorzieningen bedraagt 34,1 jaar. Gemiddeld is dit 25,2 jaar ! Het gebouwen van het woonzorgcentrum Ter Deeve, de serviceflats Deeveland en het lokaal dienstencentrum Ter Deeve dateren uit de eerste helft van de jaren tachtig (oplevering 1986, opening 1987) en zijn aldus minstens 24 jaar oud. Evaluatie (Grenswaarden) Criterium Gemiddelde ouderdom na laatste renovatie van de gebouwen in de regio
Hoge prioriteit
Matige prioriteit
>20 jaar
10-20 jaar
Lage prioriteit
89
5.1.3. Is in de regio behoefte aan een betere spreiding of geografische toegankelijkheid van de voorzieningen ? 5.1.3.1. Spreiding van de voorzieningen Hierna volgt de bespreking van de spreiding van de voorzieningen in de regio Meulebeke. 5.1.3.1.1. Woonzorgcentra en serviceflats Aan de hand van volgende tabel kunnen we vaststellen dat de woonzorgcentra in de zorgregio38 Meulebeke relatief goed gespreid zijn over deze regio. Zo beschikken alle gemeenten uit de woonzorgcentrum- en zorgregio over één of meerdere woonzorgcentra. In de woonzorgcentrum- en zorgregio beschikt enkel Oostrozebeke niet over erkende serviceflatwoongelegenheden. Voorzieningen gelegen in de regio van Meulebeke SF RH CVK DVC Sint-Vincentius, vvo vzw - Bonestraat 17 - Meulebeke 0 96 10 0 OCMW WZC Ter Deeve - Bonestraat 24 - Meulebeke 50 44 0 0 OCMW Rusthuis Deken Darras - Schependamstraat 4 - Tielt 30 180 0 10 WZC Sint-Andries - Krommewalstraat 9 - Tielt 0 63 0 0 Adagio - Nieuwstraat 17 - Tielt 29 0 0 0 OCMW Rozenberg - Kalbergstraat 92 - Oostrozebeke 0 66 0 0 OCMW Sint Remigius - Koolskampstraat 48 - Pittem 9 51 3 0 Sint-Vincentius - Kortrijkstraat 58 - Ardooie 0 104 4 15 SFG Hof ter Linden - Cardynlaan 11 - Ardooie 20 0 0 0 t Pandje - Roeselaarsestraat 287 - Izegem 10 97 0 0 Sint-Vincentius - Hogestraat 68 - Izegem 0 75 0 0 OCMW De Plataan - Meensesteenweg 74 - Izegem 57 180 0 0 WZC Maria Rustoord - Weststraat 53 - Ingelmunster 36 140 0 15 Maria Ter Ruste - Pastorijstraat 56 - Wingene 15 70 0 0 RVT Sint-Anna - Beernemstraat 14 - Wingene 0 91 0 0 OCMW Sint-Amand - Hoogweg 16 - Wingene 30 54 0 0 Sint-Jozef - Pensionaatstraat 8 - Ruiselede 20 70 0 0 Tabel 28 : voorzieningen gelegen in de zorgregio van Meulebeke (Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, Repertorium van de ouderenvoorzieningen op 10/11/2009)
Aangezien het OCMW Meulebeke zich heeft voorgenomen om het aantal woonzorgcentrumwoongelegenheden minstens op hetzelfde niveau te houden en indien mogelijk (onder voorbehoud van subsidie-belofte) te verhogen met 7 wooneenheden, kan er sprake zijn van een verbetering van de geografische toegankelijkheid op het vlak van woonzorgcentrumwoongelegenheden. De reeds bestaande goede spreiding van serviceflats in de regio blijft bij de verwezenlijking van voorliggend zorgstrategisch behouden. -Door het minstens behouden van het aantaal woonzorgcentrumwooneenheden wordt vermeden dan het woonzorgcentrum zijn erkenning verliest omwille van o.a. 38
Voor Meulebeke is dit de rusthuisregio aangevuld met de gemeente Wingene en Ruiselede.
90
bouwtechnische tekortkomingen, waardoor de geografische toegankelijkheid op het vlak van woonzorgcentrumwoongelegenheden sterk zou dalen. Dit geldt tevens voor de serviceflats. -Het vernieuwd woonzorgcentrum bouwtechnisch aangepast worden volgens de hedendaagse en toekomstige normen, wat op het vlak van toegankelijkheid naar de gebruikers toe een enorme stap voorwaarts betekent als we de huidige infrastructuur, indeling en kameroppervlakten van het woonzorgcentrum bekijken. - De vernieuwing van de serviceflatwoongelegenheden met de mogelijkheid tot zorgverlening in deze flats (aanleunflats), met de inplanting binnen de woonzorgzone en in fysische aansluiting met het huidig complex, zal de toegankelijkheid voor de “om-woongelegenheid-vragenden” verhogen en een duidelijke kwalitatieve verbetering in het woonaanbod betekenen. Om deze redenen wensen wij te concluderen dat de investering de geografische spreiding en zeker ook de toegankelijkheid positief zal beïnvloeden en zodoende een aanvaardbare afstand voor de gebruiker zal creëren. 5.1.3.1.2. Lokale dienstencentra In slechts 2 (Meulebeke en Tielt) van de 7 gemeenten uit de regio is (telkens 1) lokaal dienstencentrum gerealiseerd. De spreiding is dan ook onvoldoende, ook na de realisatie van de 2 geplande dienstencentra (Izegem en Ingelmunster). Het is dan ook noodzakelijk om het huidig lokaal dienstencentrum enerzijds te behouden en anderzijds investeringen te doen om de toegankelijkheid te verbeteren. Daarenboven is essentieel een uitbreiding nodig, om zodoende een aanvaardbare afstand en toegankelijkheid voor de gebruiker (woonzorgzone) te garanderen. Een investering in het initiatief van het OCMW Meulebeke zal dus de toegankelijkheid voor de gebruiker tot deze zorgvorm aanzienlijk verbeteren en bijgevolg opteren wij hier ook voor een hoge prioriteit. 5.1.3.1.3. Centra voor Kortverblijf en dagverzorgingscentra Gelet op de huidige voorzieningen en de geplande realisatiegraden van de centra voor kortverblijf en de dagverzorgingscentra, kan gesteld worden dat de geografische spreiding voldoende is. In dit zorgstrategisch plan wordt geen uitbreiding van de verblijfseenheden in deze centra beoogt. In de onmiddellijke nabijheid is reeds een centrum voor kortverblijf gerealiseerd en wordt een dagverzorgingscentrum gepland. Dit na onderling overleg tussen OCMW en GVO vzw. Het is wel van belang te vermelden dat het OCMW in het geplande complex een centrale loketfunctie wenst op te nemen, die kan beschouwd als een deelfunctie van o.a. deze centra waardoor in ieder geval voor dit aspect een betere spreiding bekomen wordt. Criterium 1.4.1. Hoge prioriteit
91
Matige prioriteit Evaluatie (grenswaarden)rioriteit Matige prioriteit Criterium Hoge prioriteit n.v.t. Woonzorgcentrum Door de realisatie van het initiatief Serviceflatgebouw ontstaat een beter Lokaal aanvaardbare dienstencentrum afstand en toegankelijkheid voor de gebruiker.
Lage prioriteit In de bestaande situatie bevinden alle potentiële klanten zich binnen een aanvaarde afstand van de gewenste voorziening. Dit is onvoldoende !
Centrum voor kortverblijf Dagverzorgingscentrum
n.v.t.
n.v.t.
Regionaal dienstencentrum
Opmerking: Wij kennen bij dit criterium een hoge prioriteit toe omdat het OCMW van Meulebeke met de realisatie van de initiatieven die van dit zorgstrategisch plan deel uitmaken een aanvaardbare afstand tot de gebruiker wil creëren. Het OCMW hoopt dit te kunnen doen door naast haar bestaand aanbod van woonzorgcentrum- en serviceflatwoongelegenheden, dienstencentrum en sociale woningen haar aanbod uit te breiden en te vernieuwen. Daarenboven plant zij de realisatie van haar initiatieven samen op één campus, in de dorpskern en binnen de woonzorgzone van de gemeente Meulebeke. In de volgende figuur worden de erkende gerealiseerde en geplande woonzorgcentrumwoongelegenheden, serviceflats, dienstencentra, dagverzorgingscentra en centra voor kortverblijf in de regio Meulebeke weergegeven.
92
PITTEM RH: 51 erkend, 0 gepland LDC: 0 erkend, 0 gepland SF: 9 erkenn. i.a., 1 gepland DVC: 0 erkend, 0 gepland CVK: 3 erkend, 0 gepland
ARDOOIE RH: 104 erkend, 0 gepland LDC: 0 erkend, 0 gepland SF: 20 erkend, 0 gepland DVC: 15 erkend, 0 gepland CVK: 4 erkend, 0 gepland
IZEGEM RH: 352 erkend, 45 gepland LDC: 0 erkend, 1 gepland SF: 67 erkend, 120 gepland DVC: 0 erkend, 0 gepland CVK: 0 erkend, 3 gepland
TIELT RH: 243 erkend, 0 gepland LDC: 1 erkend, 0 gepland SF: 59 erkend, 0 gepland DVC: 10 erkend, 5 gepland CVK: 0 erkend, 0 gepland
MEULEBEKE
INGELMUNSTER RH: 140 erkend, 10 gepland LDC: 0 erkend, 1 gepland SF: 36 erkend, 0 gepland DVC: 15 erkend, 0 gepland CVK: 0 erkend, 10 gepland
RH: 140 erkend, 35 gepland LDC: 1 erkend, 0 gepland SF: 50 erkend, 121 gepland DVC: 0 erkend, 0 gepland CVK: 10 erkend, 0 gepland
OOSTROZEBEKE RH: 66 erkend, 10 gepland LDC: 0 erkend, 0 gepland SF: 0 erkend, 0 gepland DVC: 0 erkend, 0 gepland CVK: 0 erkend, 3 gepland
Figuur 23: Erkende en geplande voorzieningen in de regio Meulebeke
93
5.2. Is de initiatiefnemer goed geplaatst om op performante wijze in de geïdentificeerde behoeften te voldoen? 5.2.1. Is de voorziening voldoende toegankelijk? 5.2.1.1. Ligging en bereikbaarheid
5.2.1.1.1. De ligging van de voorziening t.o.v. de ruimtelijke ordening in de gemeente
5.2.1.1.1.1. Ligging van de voorziening Het woonzorgcentrum Ter Deeve, het lokaal dienstencentrum Ter Deeve en het serviceflatcomplex residentie Deeveland bevinden zich samen op het grondgebied van Meulebeke, in het zuidoosten van de provincie West-Vlaanderen. De gemeente heeft evenals het merendeel van de regio een uitgesproken landelijk karakter. Het huidige complex ligt in de bebouwde kom en het centrum van de gemeente en bijgevolg dicht bij de meeste voorzieningen. Verschillende diensten zoals de postbode, de apotheek, bakker, de kapper, de pedicure, de thuisverpleging, lokale winkeliers, de Lijn, … komen ter plaatse; terwijl andere voorzieningen, zoals het gemeentehuis, de kerk, de post en andere winkels op wandelafstand liggen van het complex en te bereiken zijn op met het openbaar vervoer. Deze ligging van het bestaande complex wordt zowel door de bewoners als door de bezoekers en personeelsleden als een pluspunt aanzien. Voor het toekomstige vernieuwd complex wordt er bewust gekozen voor een uitbreiding binnen de woonzorgzone en een inplanting waarbij de gebouwen fysisch verbonden zijn met elkaar. Dit hangt samen met het onmiskenbaar voordeel van een vlotte integratie van de bejaarden in het dorpsleven en het dorpsgebeuren. Daarenboven zorgt dit voor een vlotte bereikbaarheid en toegankelijkheid van het lokaal dienstencentrum. De vlotte bereikbaarheid voor familie, vrienden, vrijwilligers, verenigingen, personeel,… moet in de toekomst verder bijdragen tot meer wisselwerking en meer deelname aan het gewone leven in het dorp van Meulebeke. Aan de overkant van de weg is er het woonzorgcentrum Sint-Vincentius en het centrum voor kortverblijf Brevis, binnen dezelfde woonzorgzone en wederzijds vlot bereikbaar en toegankelijk.
94
5.2.1.1.1.2. Stedenbouwkundig bewijs dat het onroerend goed in aanmerking komt Het bewijs39 van de Burgemeester en Schepenen dat op de beoogde plaats het initiatief mag worden opgericht werd opgenomen in bijlage. Bijlage 11: Stedenbouwkundig bewijs dat het onroerend goed in aanmerking komt.
5.2.1.1.2. Toegankelijkheid en bereikbaarheid
5.2.1.1.2.1. Ligging Het huidige complex is gelegen aan de Bonestraat nummers 22 en 24, evenwijdig met de hoofdweg van Tielt naar het centrum van Meulebeke, en aan de en de Karel van Manderstraat, de weg naar het marktplein van Meulebeke (via het O.C. Vondel). De nieuwe woonzorgcampus zou, zoals reeds werd aangegeven gelokaliseerd worden op de huidige site. Deze locatie bevindt zich vrij dicht bij het dorpscentrum en sluit bovendien aan bij de bestaande voorzieningen. De site bevindt zich op circa 500 meter van het dorpscentrum. De meeste belangrijke voorzieningen en diensten bevinden er zich binnen loopafstand: gemeentehuis, post, kerk, winkels, apotheek, bushalte, … Volgende figuur stelt de nieuwe locatie grafisch voor.
39
Zie ook: Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Meulebeke.
95
Adamst.
Straat Centrum voor kortverblijf ROB/RVT Serviceflats / Assistentiewoningen
502 m
Lokaal dienstencentrum
Figuur 24: Locatie van het toekomstig OCMW-complex Meulebeke
5.2.1.1.2.2. Toegangkelijkheid Aan de ingang van de voorziening is er een aangepaste mogelijkheid tot in- en uitstappen van de bewoners; Het lokaal dienstencentrum, het woonzorgcentrum en het serviceflatgebouw zijn (nu reeds) toegankelijk via twee inkomsthallen. Beide zijn vernieuwd eind 2008 – begin 2009. Naast de vernieuwde toegankelijke betegeling werden de inkomsthallen uitgerust met automatische schuifdeuren, in het kader van een betere toegankelijkheid en bereikbaarheid. Bij de in dit plan voorgestelde investeringen wordt de factor “toegankelijkheid” als zeer belangrijk aanzien. Dit zal dan ook verder in het technisch-financieel plan uitdrukkelijk tot uiting komen. De huidige architectuur van het gebouw en de werking van de voorziening waarborgt aan de bewoners een kleinschalige en huiselijke leefomgeving. Het staat vast dat deze waarborg in de toekomstige architectuur tevens wordt geëist. Bij de van toepassing zijnde procedure overheidsopdrachten, zal deze waarborg worden opgenomen als essentiële vereiste. De toekomstige woongelegenheden (flats en woonzorgcentrum) moeten in verbinding staan met het huidig complex.
96
5.2.1.1.2.3. Bereikbaarheid a) Bus - Aan de ingang is er een stopplaats van de Lijn (en belbus); - Aan de ingang van woonzorgcentrum Sint-Vincentius, op 50 m van de ingang van het serviceflatgebouw is er een stopplaats van de Lijn; - Op 150 m van de ingang van het serviceflatgebouw is een vaste stopplaats van de Lijn, halte “Oosthoek”; - Op 400 m van de ingang van het serviceflatgebouw is een vaste stopplaats van de Lijn, halte “Paardekens”; - De belangrijkste busverbinding in Meulebeke is de verbinding Kortrijk-MeulebekeTielt.
b) Mindermobielencentrale Bewoners en bezoekers van het serviceflatgebouw kunnen gebruik maken van de dienst “Mindermobielencentrale” van het dienstencentrum Ter Deeve, op dezelfde site. c) Trein De gemeente Meulebeke beschikt niet over een treinstation. Het dichtstbijzijnde treinstation is dat van Tielt. Vanuit dit station zijn er verschillende aansluitingen met de belangrijkste nationale treinverbindingen. Daarnaast is het station van Kortrijk vlot bereikbaar met het openbaar vervoer. d) De wagen Via Ardooie is er een verbinding met de A17 (aansluiting met A19 in Kortrijk), via Dentergem-Kruishoutem is er een aansluiting met de E17 naar Kortrijk of Gent (en Brussel) en via Tielt-Deinze is er aansluiting met de A40 naar Brussel of Brugge (en Oostende). e) Parkeren - Bewoners kunnen gebruik maken van een ondergrondse en afgesloten privéparking, uitgerust met een automatische rolpoort en die via trap en lift direct toegang geeft tot het gebouw. - Onmiddellijk naast de gebouwen zijn, naast de ondergrondse en afgesloten privéparking, voldoende parkeergelegenheden voor bewoners, bezoekers en personeel. Het aantal parkeergelegenheden voldoet aan de verhouding van minstens 1 per 3 wooneenheden.
97
Evaluatie (Grenswaarden) Neutraal Criterium Optimaal Ligging en De voorziening is bereikbaarheid geïntegreerd in een woonkern. De voorziening is goed bereikbaar met eigen vervoer en met het openbaar vervoer (B-locatie)
Aandachtspunt
Criterium 2.1.1. Optimaal Neutraal Aandachtspunt
98
5.2.1.2. Openingsuren De instelling kent geen sluitingsuren, is alle dagen open en het bezoek is in principe onbeperkt. Het Woonzorgcentrum Ter Deeve beschikt tevens over een 24-urenpermanentie en de directie en technische dienst zijn steeds telefonisch bereikbaar. De permanentie bewijst tevens zijn nut in het serviceflatgebouw en het lokaal dienstencentrum. Dit garandeert dat gebruikers steeds toegang hebben tot de minst beperkende zorgen dienstverlening. Op die manier is het mogelijk een afdoend antwoord te geven op de vraag naar zorg op maat. Evaluatie (grenswaarden) Criterium Optimaal Openingsuren De voorziening maakt deel uit van een netwerk dat een toegankelijkheid van de diensten hulpverlening garandeert van 24/24u en 7d/7d. De voorziening stemt zijn openingsuren af op de noden van de vraagzijde.
Neutraal Aandachtspunt Qua openingsuren voldoet de voorziening aan de eisen gesteld in de regelgeving.
én
Criterium 2.1.2. Neutraal Aandachtspunt
99
5.2.2. Heeft de initiatiefnemer een duidelijk beleidsplan dat strookt met de visie over kwalitatief hoogstaande zorg- en dienstverlening? 5.2.2.1. Profileringsintentie van de voorzieningen
5.2.2.1.1. Concept Als uitgangspunt van deze site voor het OCMW is dat het geïntegreerd dient te worden in een project van levenslang wonen. Het is de bedoeling om te komen tot een zorgvriendelijke woonwijk (woonzorgzone), waarin een woonzorgcentrum perfect een onderdeel kan zijn. In deze woonwijk is het voor iedereen aangenaam wonen en zijn de dienstverlening en het zorgaanbod beschikbaar voor iedereen. Inzake het woonzorgcentrum werd geopteerd voor kleinschaligheid. Inzake architectuur wordt afgestapt van het medische model en worden de kleinschalige woonvormen de norm. Het concept van deze nieuwe zorgvoorziening zal idealiter bestaan uit woonentiteiten van +/- 8 individuele wooneenheden met een eigen herkenbaarheid binnen het gehele woonzorgcentrum. Om deze herkenbaarheid en kleinschaligheid te behouden wordt uitdrukkelijk geopteerd om de verschillende wooneenheden tot maximaal 51 (à 60-65 in de toekomst) wooneenheden te clusteren. Op deze manier wordt bewust afgestapt van het “campusmodel” en gekozen voor decentralisatie van woonzorgcentra zoals besproken bij de opmaak van het Woonzorgdecreet. Bij de omschakeling van serviceflats naar assistentiewoningen is het zo dat niet alleen moet voorzien worden in aangepaste huisvesting, maar ook dient voorzien te worden in expliciete ouderenzorg. Naast onmiddellijke hulp in acute noodsituaties, dient de omkadering van de assistentiewoningen in te staan voor zowel sociale netwerkvorming, alsook voor effectieve zorgverlening wanneer een bewoner zwaar zorgbehoevend wordt. Dit impliceert dat de constructie van assistentiewoningen zo dient opgevat te worden dat deze zorgverlening ook naadloos kan toegediend worden. In de praktijk kan dit het best worden toegepast in een zorgvriendelijke woonwijk. Vanuit het lokaal dienstencentrum in deze zorgvriendelijke woonwijk zullen verschillende ondersteunende dienstverleningen aangeboden worden, in samenwerking met de lokale thuiszorgactoren, bijvoorbeeld thuiszorgverlening, poetsdienst, maaltijden aan huis, klusjesdienst, mindermobielencentrale, buurt- en winkelhulp, en in samenwerking met het Sociaal Huis en het Woon-Zorg-Loket, bijvoorbeeld thuiszorgcoördinatie, dienstverlening aan huis om adviezen te verstrekken betreffende aangepaste woningen, woningaanpassingen en hulpmiddelen. Met het realiseren van onze visie in het woonzorgcentrum om 8 bewoners per woonentiteit te clusteren tot maximaal 51 (à 60-65 in de toekomst) wooneenheden, losgekoppeld van het vzw-woonzorgcentrum van 96 geclusterde (en 28 geplande)
100
wooneenheden in de onmiddellijke omgeving, wordt een zorgvriendelijke woonwijk ontwikkeld met de bedden die voorzien zijn in de programmatie. Vaak wordt gedacht dat decentralisatie en kleinschaligheid financieel duurder is dan het centraliseren en grootschalig organiseren van zorg. Dit kan echter weerlegd worden. Wanneer wij op een zuinige, maar correcte wijze, rekening houdende met de noden van de bewoners en de nodige flexibiliteit inbouwend, de hoogste kostprijs zijnde personeelsleden, gericht inzetten en de verschillende mogelijkheden uitputten die zich (lokaal en door de overheden) aanbieden, wordt kleinschaligheid en decentralisatie zelfs financieel voordeliger dan centralisatie en grootschaligheid. Naast het belang van inspraak van alle actoren wordt aandacht besteed aan de latere ontwikkelingen rond de uitbouw van een zorgvriendelijke woonwijk. Ons totale concept (met inbegrip van de interactie met andere gemeentelijke en publieke diensten) moet blijvend beoordeeld worden inzake de financiële consequenties. Toekomstgericht moet geld bespaard worden door bij de planning en de uitbouw van dit concept (in het op te maken technisch-financieel plan) prijsbewust, doch duurzaam, te zijn. Een goedkope bouw betekent vaak een hoge kostprijs van verder onderhoud. Toch is het de bedoeling om in principe 20 à 25 jaar zonder aanpassingen verder te kunnen met het nieuw complex. Dit impliceert dat we zeer doelbewust dienen om te gaan met de momenteel voor handen zijnde en de aan VIPA gevraagde financiële middelen. Er wordt onder meer gedacht aan multifunctionaliteit, bijvoorbeeld het koppelen van sanitair aan kamers, het gebruik van meerdere toegangen tot de wooneenheden (“inleun/aanleun-woningen”), het hergebruik van ruimten enz.
101
5.2.2.1.2. Profileringsintentie van de residentiële voorziening: woonzorgcentrum Ter Deeve
5.2.2.1.2.1. Opdrachtverklaring van het woonzorgcentrum Ter Deeve De opdrachtverklaring van het woonzorgcentrum Ter Deeve luidt als volgt: WZC “Ter Deeve” staat open voor bejaarden die om gezondheids- en/of sociale redenen het moeilijk hebben om verder thuis te verblijven. Bij ons staat elke bewoner met zijn eigen levensverhaal centraal ; met de nodige aandacht voor familiale en sociale contacten. Wij willen een thuis creëren waar het aangenaam en comfortabel is om te wonen, door : Een team van humaan, deskundig personeel met zin voor verantwoordelijkheid en de nodige ondersteuning van de directie. Voeding en verzorging die kwalitatief hoogstaand is en aangepast aan de individuele behoeften. Een verscheidenheid aan diensten met een aantrekkelijk aanbod. Een open samenwerking met medici, externe zorgverstrekkers en vrijwilligers. De nodige aandacht voor palliatieve zorgen. Onze aandachtspunten : Een uitnodigende, open leefomgeving voor de bewoners, familie en bezoekers. Vriendelijkheid, respect en geduld in de dagelijkse omgang. Luisterbereidheid en gerichtheid op de persoonlijke noden van de bewoner en zijn familie. Een belevingsgerichte omgang met dementerenden. Ondersteuning en aanmoediging naar zelfstandigheid en mondigheid toe Respect voor privacy en persoonlijke bezittingen. Eerbied voor ideologische, filosofische en godsdienstige overtuiging. Waarborgen van klachtenrecht, inspraak en informatie. Dit alles overeenkomstig het reglement van orde.
102
5.2.2.1.2.2. Profileringsintentie van het woonzorgcentrum Ter Deeve Momenteel richt het woonzorgcentrum zich vooral op bejaarden met een verhoogde zorgbehoevendheid. Hun aantal stijgt doorheen de tijd en zal dit in de toekomst blijven doen (zie hoger). In praktijk wordt enerzijds voorrang verleend aan bewoners van de serviceflats waarvan hun zorgbehoevendheid niet meer voldoende kan worden opgevangen door de bestaande uitbreiding van zorg vanuit het woonzorgcentrum, en anderzijds aan bejaarden met een acute zorgbehoevendheid. Er zijn momenteel reeds bejaarden met dementie aanwezig in het woonzorgcentrum (momenteel 15 bewoners op een totaal van 44, ofwel 34%). Het merendeel van dementeren verblijven op de afgesloten verdieping tussen andere bewoners, maar zij verblijven niet op een afzonderlijke afdeling. Met voorliggend zorgstrategisch plan wil het OCMW echter meteen ook voorzien in een aangepaste inrichting geschikt voor bejaarden met dementie. Ook het personeel wordt verder geschoold in de verzorging van bejaarden met dementie. Het woonzorgcentrum zal zich evenwel niet specifiek en uitsluitend gaan richten tot dementerenden. Het is wel van belang om bewoners met een opkomende en toenemende dementie verder de aangepaste en goede zorgen te kunnen bieden in een voorziene omgeving, met inbegrip van informatie en begeleiding voor resident en familie. Het profiel van de residenten waarop het woonzorgcentrum zich richt, wordt doorheen de jaren dus steeds meer verlegd naar de meer zorgbehoevenden. Bejaarden die nog fysisch en psychisch zelfredzaam zijn, kunnen slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden en om sociale redenen opgenomen worden. In dit geval gaat het dan om bejaarden die niet meer zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij en die bij gebrek aan aangepaste centra in de onmiddellijke omgeving hun toevlucht zoeken in het woonzorgcentrum. Deze opnames worden op dit moment en in de toekomst vermeden door het aanbod van o.a. serviceflats/assistentiewoningen. Zorgbehoevende personen krijgen steeds voorrang. Zoals eerder vermeld, behoort momenteel 84% van de bewoners tot de meer zorgbehoevenden (B, C en Cd). Tussen 1998 en 2009 is er een stijging van het aantal meer zorgbehoevenden in het woonzorgcentrum Ter Deeve waar te nemen. Bijlage 12 : Opdrachtsverklaring en visie op zorg, woonzorgcentrum Ter Deeve
5.2.2.1.2.3. Opnamebeleid a) Opnameprocedure Een aanvraag komt binnen bij de dagelijks verantwoordelijke. Er wordt een basisdossier samengesteld, waarbij soms wordt beroep gedaan op de tussenkomst van een maatschappelijk werker. Dit basisdossier bevat volgende gegevens: graad van zorgbehoevendheid (Katz-schaal), reden van de vraag tot opname, familiale gegevens en administratieve gegevens. Er is een chronologische lijst van de vragen tot opname, waarop zowel de inwoners als de niet-inwoners van de eigen gemeente zijn opgenomen. Inwoners van de eigen gemeente worden echter doorgaans eerst opgeroepen. Er wordt afgeweken van de
103
chronologie indien het om dringende redenen gaat. Dit wordt bepaald in samenspraak met de sociale dienst en/of de huisarts. Het zorgprofiel van de kandidaat-bewoner primeert bij de beslissing tot opname echter nog altijd op zijn herkomst. Er wordt vooraf, aan de hand van Katz-schalen, verslagen en bezoeken, nagegaan of de persoon in de instelling zal kunnen verzorgd worden. In principe moeten de kandidaat-bewoners de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben. De OCMW-raad kan hierop uitzonderingen toestaan. Het overgrote deel van de opnameaanvragen gebeurt via de sociale diensten van de ziekenhuizen of via de familie van de bewoner. Aanvragen van kandidaat-bewoners zelf zijn eerder een uitzondering. Bilateraal doorverwijzen en samenwerking met andere diensten en voorzieningen, in het bijzonder het woonzorgcentrum Sint-Vincentius en centrum voor kortverblijf Brevis, wordt een van de taken van het zorgloket.
b) Wachtlijst Gemiddeld staan er het laatste jaar (augustus 2009 – augustus 2010) een honderdtal tot een tweehonderdtal personen op de wachtlijst en de gemiddelde wachttijd is navenant. Belangrijk om te vermelden is het feit dat het woonzorgcentrum twee verdiepingen heeft: enerzijds de benedenverdieping die vrij toegankelijk is en anderzijds het eerste verdiep dat afgesloten is met een numeriek codeslot. De meeste kandidaat-bewoners hebben uiteraard een voorkeur voor de kamers op de gelijkvloerse verdieping. Maar aangezien de kamers eerder beperkt in aantal zijn (m.n. 19 woongelegenheden), gebeurt de opname wegens de hoogdringendheid meestal via de eerst beschikbare kamer, boven of beneden. In 2009 werden 10 nieuwe bewoners opgenomen (6 mannen en 4 vrouwen) en in 2008 werden 18 nieuwe bewoners opgenomen (7 mannen en 11 vrouwen). De gemiddelde leeftijd bij opname is 81,6 jaar (83,4 jaar in 2008). 80 % van de bewoners die worden opgenomen bevinden zich tussen 80 en 89 jaar. c) Herkomst van de bewoners. Onderstaande tabellen geven ons een overzicht van de herkomst van de bewoners in het woonzorgcentrum Ter Deeve op 1/01/2009. Herkomst (woonplaats) Aantal Eigen gemeente (Meulebeke) 37 Aangrenzende gemeente (regio) 6 Andere gemeente 1 Totaal 44 Tabel 29 : Herkomst van de bewoners volgens woonplaats op 01/08/2010 Herkomst (verblijfplaats) Ziekenhuis Serviceflats Deeveland Thuis Bij familie Kortverblijf Ander woonzorgcentrum
Aantal 13 11 11 6 2 1
104
Totaal 44 Tabel 30 : Herkomst van de bewoners (op 01/08/2010) volgens verblijfplaats
Het merendeel van de bewoners is afkomstig uit de eigen gemeente (84%) en verbleef voor de opname in een ziekenhuis (30%), thuis (25%) of in de serviceflats Deeveland (25%). Na de realisatie van het vernieuwd woonzorgcentrum zal het opnamebeleid van het woonzorgcentrum in een ruimere context opgenomen worden. Vermits zorgvragers voor diverse vragen bij één en hetzelfde zorgloket zullen terecht kunnen zal het opnamebeleid van het woonzorgcentrum geïntegreerd worden in een dienstverlening die tot doel zal hebben om voor iedere zorgvrager de meest geschikte oplossing te vinden. Dit wil zeggen dat een aanvraag tot eventuele opname in een residentiële voorziening grondig zal geëvalueerd worden vanuit de noden en behoeften van de zorgvrager zelf. Hierbij zal niet alleen aandacht gegeven worden aan de specifieke zorgvrager, maar ook aan zijn omgeving. Er zal dus meer aandacht gegeven worden aan het volledige cliëntsysteem in plaats van aan de cliënt alleen. De opname in de residentiële zorgvorm (het woonzorgcentrum) zal daarbij nog meer kunnen voorbehouden worden voor de meer zorgbehoevende bejaarden, omdat de infrastructuur zelf geen hinderpaal meer zal vormen voor de opname van die mensen. Op vandaag is dit met de verouderde infrastructuur van het woonzorgcentrum wel het geval. Bovendien wordt doorverwezen en samengewerkt met andere diensten en voorzieningen, in het bijzonder het woonzorgcentrum Sint-Vincentius en centrum voor kortverblijf Brevis. 5.2.2.1.2.4. Evolutie van de zorgbehoevendheidscategorieën Het opnamebeleid is door de jaren heen vooral gericht geweest op een profiel van verzorgingsbehoevenden. Op 1/01/2010 bedroeg de zorgbehoevendheidsgraad 84%, op 1/01/2009 was dit 80% en op 1/01/2008 was dit 72%. De volgende tabel geeft ons een vergelijking van de zorgprofielen40 van de bewoners tussen 1998 en 2010, vervolgens opgesplitst naar ROB en RVT. 1/01/1998
1/01/2010
man vrouw totaal man vrouw totaal O
0
0
0
1
0
1
O
A
0
8
8
1
5
6
A
B
1
4
5
5
15
20
B
C
7
16
23
2
6
8
C
2
7
9
CDem
11
33
44
Totaal 40
8
28
36
Opmerking: deze cijfers zijn natuurlijk relatief, gelet op de beperkte schaalgrootte.
105
Tabel 31 : Indeling van de bewoners van het woonzorgcentrum volgens criteria van zorgbehoevendheid (1998-2010)
Het grootste deel van de bewoners valt onder de hoogste categorieën van zorgenbehoeftigheid nl. de categorieën B, C en Cd. Begin 2010 bedraagt het percentage dat onder deze categorieën valt 84%, begin 1998: 78 %. We merken dat het aantal zorgbehoevenden gestegen is van 28 naar 37 bewoners, maar dat het aandeel van deze zorgbehoevenden ten opzichte van de totale populatie ongeveer gelijk blijft in deze periode. Er is een verschil tussen de graad van zorgenbehoeftigheid41: bij de mannelijke populatie behoort 82% in 2010 en 100% in 1998 tot de categorie B, C en Cd, bij de vrouwen is dit 85% in 2009 en 71% in 1998. Het aantal ernstig dementen bedraagt op 1/01/2010: 15 of 34 % van de totale populatie, op 1/01/1998 was dit: 16 of 44% van de totale populatie. Dit betekent dat het aantal gestegen is, maar ten opzichte van de totale populatie is dit aandeel procentueel gedaald.
Figuur 25: Evolutie van de zorgbehoevendheid in het woonzorgcentrum: 1991-2009
We merken dat de categorie O en de categorie A min of meer gelijk blijft in de bovenstaande periode. De categorie B is sterkt toegenomen. De categorie C is de laatste jaren in aandeel verminderd, waar de categorie Cd de laatste jaren aandeel heeft verworven. a) ROB ROB
1/01/2010
1/01/2000 man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
O
0
0
0
1
0
1
A
2
6
8
1
5
6
B
0
5
5
2
4
6
C
3
1
4
1
2
3
Cd
3
1
4
0
0
0
Totaal
8
13
21
5
11
16
41
Bron: jaarverslag 2009
106
Tabel 32 : Indeling van de bewoners volgens criteria van zorgbehoevendheid in ROB (20002010)
De verdeling van de zorgbehoevendheid in ROB blijft ongeveer gelijk over de periode 2000-2009. Het merendeel van de bewoners in ROB zijn vrouwen. De bewoners van ROB bevinden zich hoofdzakelijk in categorie A en B, namelijk samen 75 % in 2010 en 62% in 2000. Merk op: sedert 1 oktober 2010 is er een erkenning voor 32 RVT-bedden waardoor het maximum aantal bewoners in ROB terugvalt op 12. b) RVT
RVT
01/01/2000 man
vrouw
01/01/2010 totaal
man
vrouw
totaal
B
0
0
0
3
11
14
C
0
1
1
1
4
5
Cd
2
12
14
2
7
9
Totaal 2 13 15 6 22 28 Tabel 33 : Indeling van de bewoners volgens criteria van zorgbehoevendheid in RVT (20002009)
We merken een daling van het aantal ernstig dementerenden in RVT: van 93% (14 van de 15 bewoners) in 2000 naar 32 % (9 van de 28 bewoners) in 2010. In 2010 behoort 68% van de RVT-bewoners (19 van de 28 bewoners) tot de B- of Ccategorie, dit is een grote stijging in vergelijking met 2000 (1 bewoner van de 15). In dit overzicht kunnen we vaststellen dat de zorgbehoevendheidsgraad in het woonzorgcentrum Ter Deeve de voorbije jaren steeds meer dan 60% bedraagt. 5.2.2.1.2.5. Gemiddelde bezettingsgraad en evolutie De volgende tabel geeft een overzicht van de gemiddelde bezettingsgraad in het woonzorgcentrum Ter Deeve tussen 2000 en 2009. 2000
2004
2008
2009
ROB
100%
97,4%
96,7
98,0%
RVT
93%
100%
100%
100%
Totaal
97,2%
98,7%
98,8%
99,3%
Tabel 34 : Gemiddelde bezettingraad in het woonzorgcentrum Ter Deeve: 2000-2009
5.2.2.1.2.6. Gemiddelde verblijfsduur en evolutie
107
De gemiddelde verblijfsduur van de bewoners in de voorziening is het gemiddeld aantal verblijfsdagen voor de inwoners die op 31 december van het desbetreffende kalenderjaar in het woonzorgcentrum verbleven. Er wordt hier gerekend vanaf de eerste datum van opname, zonder rekening te houden met interne statuutwijzigingen. De evolutie over de laatste jaren in het woonzorgcentrum Ter Deeve wordt in onderstaande tabel (2009) en figuur (1992-2009) weergegeven. verblijfsduur
man
vrouw totaal
min 1 jaar 5 4 9 1-2 jaar 4 10 14 2-3 jaar 1 3 4 3-4 jaar 0 6 6 4-5 jaar 0 1 1 5-6 jaar 0 2 2 6-7 jaar 0 3 3 7-8 jaar 1 0 1 8-9 jaar 0 2 2 9-10 jaar 0 0 0 10-11 jaar 0 0 0 11-12 jaar 0 1 1 12-13 jaar 0 1 1 totaal 11 33 44 Tabel 35 : Gemiddelde verblijfsduur in het woonzorgcentrum Ter Deeve (2009)
De gemiddelde verblijfsduur in van de bewoners aanwezig op 31/12/2009 bedraagt 3 jaar, 1 maand en 17 dagen. Als trend betekent dit een daling van de verblijfsduur.
Figuur 26: Evolutie van de gemiddelde verblijfsduur in het woonzorgcentrum : 1992-2009
In 1997 merken we de langste verblijfsduur van 4 jaar en 3 maand. Na 1998 viel de verblijfsduur terug onder de 40 maand.
108
De evolutie van de gemiddelde verblijfsduur vertoont een dalende lijn. De gemiddelde verblijfsduur in het woonzorgcentrum Ter Deeve daalt tussen 1992 en 2009 van 3,5 jaar tot 3,1 jaar. 5.2.2.1.2.7. Leeftijd van de bewoners In onderstaande tabel (2009) en figuur (1988-2009) wordt een overzicht gegeven van de evolutie van de gemiddelde leeftijd van de bewoners op 31 december van het desbetreffende jaar. Leeftijd man vrouw Totaal min 60 jaar 0 0 0 60-64 jaar 1 1 2 65-69 jaar 1 0 1 70-74 jaar 0 0 0 75-79 jaar 0 5 5 80-84 jaar 4 6 10 85-89 jaar 4 14 18 90-94 jaar 0 5 5 95-99 jaar 1 1 2 100-104 jaar 0 1 1 totaal 11 33 44 Tabel 36 : Gemiddelde leeftijd van de bewoners in het woonzorgcentrum Ter Deeve (2008)
Op 31/12/2009 bedraagt de gemiddelde leeftijd 84 jaar. We merken een hoge concentratie op tussen de 80-90 jaar. Eind 2008 bevinden zich 64% van de bewoners in deze leeftijdscategorie. Er zijn 8 bewoners ouder dan 90 jaar of 18 %.
Figuur 27: Evolutie van de gemiddelde leeftijd in het woonzorgcentrum: 1988-2009
We merken sedert 2006 waar de gemiddelde leeftijd het hoogst was, nl. 87 jaar, een daling van de gemiddelde leeftijd. Toch ligt de gemiddelde leeftijd nog beduidend hoger dan in de beginjaren met 82 jaar (in 1988-1989). Als trend zien we een stijgende evolutie.
109
Evaluatie (Grenswaarden) Criterium Optimaal a. Profilerings- De voorziening geeft intentie in haar beleidsplan een duidelijke profilering aan. b. Opnamebeleid Het opnamebeleid wordt consequent uitgevoerd in functie van de profileringsintentie. >95% c. Evolutie van de De evolutie van de zorgbehoevendzorgbehoevendheidscategorieën heidscategorieën over de laatste drie toont een goede jaar aansluiting met de profileringsintentie. d. Gemiddelde >95% bezettingsgraad
Neutraal
Aandachtspunt
e. Evolutie van de De evolutie van de gemiddelde gemiddelde bezettingsgraad bezettingsgraad stijgt / (tenzij een stabiele situatie met bezettingsgraden BOVEN 95%) f. Gemiddelde De gemiddelde verblijfsduur verblijfsduur ligt -5% tot +5% t.o.v. het gemiddelde g. Evolutie van de De evolutie van de gemiddelde gemiddelde verblijfsduur verblijfsduur vertoont een dalende lijn Samenvattend kunnen we dus stellen dat het woonzorgcentrum Ter Deeve haar missie, die gericht is op het aanbieden van zorgondersteuning aan de meer zorgbehoevenden nakomt en haar opnamebeleid zo consequent mogelijk in functie van haar profileringsintentie uitvoert.
110
5.2.2.1.3. Profileringsintentie van de residentiële voorziening: serviceflats residentie Deeveland
Aangezien het OCMW Meulebeke geen aanvraag subsidiebelofte doet voor deze voorziening, is dit criterium hier niet van toepassing en kan er bijgevolg niet geëvalueerd worden. We kunnen wel stellen dat het serviceflatcomplex residentie Deeveland haar missie, die gericht is op het aanbieden van woonondersteuning aan de zelfredzame bejaarden (met kans op zorgvragen) nakomt en haar opnamebeleid zo consequent mogelijk in functie van haar profileringsintentie uitvoert.
5.2.2.1.4. Profileringsintentie van het centrum voor kortverblijf en het dagverzorgingscentrum Aangezien het OCMW Meulebeke momenteel niet over een centrum voor kortverblijf of dagverzorgingscentrum beschikt en het OCMW in de toekomst ook niet in de realisatie van dergelijke centra voorziet, is dit criterium hier niet van toepassing en kan er bijgevolg niet geëvalueerd worden. Het uit te werken zorgloket zal hierin wel een belangrijke functie vervullen en ook concreet vorm moeten geven aan de samenwerking met verschillende instanties en zorgactoren, in het bijzonder het centrum voor kortverbijf Brevis (GVO vzw). Via een minder-mobielencentrale of andere dienst wordt het transport geregeld met een nabijliggend dagverzorgingscentrum. 5.2.2.1.5. Profileringsintentie van het lokaal dienstencentrum Ter Deeve
5.2.2.1.5.1. Profileringsintentie Het lokaal dienstencentrum Ter Deeve is een open ontmoetingsplaats voor iedereen uit de gemeente, met nadruk op de senioren. Door informatie, dienstverlening, vorming en een gevarieerd activiteitenaanbod streeft het lokaal dienstencentrum naar enerzijds een kwaliteitsvol leven van de gebruiker en anderzijds een zolang mogelijk zelfstandig wonen.
111
De visie en missie van het lokaal dienstencentrum wordt verder geconcretiseerd als volgt: De bezoeker, gebruiker, - wordt door het personeel en de medewerkers respectvol en waardig benaderd, rekeninghoudend met zijn privacy; - krijgt op iedere vraag een passend antwoord en wordt daadwerkelijk geholpen; - krijgt de nodige inspraak in de werking. In de visie en missie van het lokaal dienstencentrum worden volgende troeven van het lokaal dienstencentrum opgesomd: - Onze doelstellingen realiseren door te werken met deskundig personeel en aangepaste methodieken; - Het stimuleren van de inzet van vrijwilligers en hen ondersteunen binnen de werking; - Een eigentijds aanbod, rekeninghoudend met maatschappelijke behoeften; - Samenwerken met andere organisaties binnen de thuiszorg; - Het signaleren van noden en behoeften van de gebruikers en suggesties geven aan het bestuur. 5.2.2.1.5.2. De werking van het dienstencentrum Het lokaal dienstencentrum zelf is dagelijks 7/7d (en minstens 43 uur per week) geopend als ontmoetingsplaats voor de gebruikers. Door de lage drempel, de variatie aan activiteiten, de goeie accommodatie en ligging,… ontstaan er vele ontmoetingskansen. De gelegenheid tot contacten is op vele manieren mogelijk: informeel in de cafetaria die door vrijwilligers wordt gerund, of intensiever tijdens vorming, recreatie of clubactiviteiten. De centrumraad (werkgroep) is een belangrijk instrument voor de goede werking van het lokaal dienstencentrum. 5.2.2.1.5.3. Mate van aansluiting van het bezoekersprofiel op de profileringsintentie Tijdens de voorbije werkjaren werd gestreefd naar de normen van het Thuiszorgdecreet van 14 juli 1998. In de toekomst wordt gestreefd naar de normen van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009. Het lokaal dienstencentrum Ter Deeve organiseerde en organiseert activiteiten van algemeen informatieve aard, activiteiten van recreatieve aard en activiteiten van vormende aard. Het lokaal dienstencentrum biedt ook hulp bij activiteiten dagelijks leven en verricht voldoende optionele werkzaamheden. Het lokaal dienstencentrum werkt steeds nauw samen met zijn vrijwilligers. Zij krijgen de nodige ondersteuning, inspraak en verantwoordelijkheid.
112
Uit het cijfermateriaal42 kunnen we vaststellen dat er, naast de thuiszorgdiensten, vooral een stijging van gebruikers is voor de recreatieve activiteiten, inzonderheid de bewegingsactiviteiten. Op het vlak van vorming blijft er een grote interesse voor de computerlessen. We ervaren dat de lage drempel van het dienstencentrum en het feit dat de vorming op maat is van senioren een zeer belangrijke motivatiefactor is. In de werkjaren 2008 en werden opnieuw samenwerkingsverbanden aangegaan met o.a. ASO school De Bron, het Davidsfonds, yogagroepen, SAR, bibliotheek, CM Ziekenzorg en GOSA. Ook voor de komende jaren blijft dit een werkpunt. In 2008 en 2009 probeerde het lokaal dienstencentrum ook de telefoonster op poten te krijgen, voorlopig zonder positief resultaat. In 2010 wordt hier verder aan gewerkt, samen met de opstart van de boodschappendienst en buurthulp in de parochies. In ieder geval mag de werking van lokaal dienstencentrum „Ter Deeve‟ als positief omschreven worden aangezien de minimumnormen ruim gehaald worden. Er wordt naar gestreefd om de slogan „zo wordt elke dag anders‟ degelijk en creatief uit te werken voor de talrijke bezoekers en gebruikers. Gemiddeld komen, bovenop het bereik van de thuiszorgdienten, zo‟n 500 deelnemers per week deelnemen aan de activiteiten. Voor een verdere bespreking van het dienstenaanbod wordt verwezen naar het jaarverslag en verder in dit zorgstrategisch plan. 5.2.2.1.5.4. Mate van aansluiting op de buurt/gemeente Het lokaal dienstencentrum Ter Deeve slaagt in haar opzet als ontmoetingsplaats voor iedereen uit de gemeente, met nadruk op de senioren. De thuiszorgdiensten worden aangeboden aan inwoners van de gemeente. De activiteiten van het lokaal dienstencentrum bereiken voornamelijk inwoners van de eigen gemeente, maar ook mensen uit de andere gemeenten van de regio nemen geregeld deel aan activiteiten van het lokaal dienstencentrum. De aanwezigheid van het lokaal dienstencentrum nabij en fysisch in verbinding met enerzijds het serviceflatcomplex residentie Deeveland (50 woongelegenheden voor alleenstaanden of koppels) en anderzijds het woonzorgcentrum Ter Deeve (44 woongelegenheden), het woonzorgcentrum Sint-Vincentius (96 woongelegenheden) en het centrum voor kortverblijf Brevis (10 verblijfseenheden), is een zeer belangrijk pluspunt. Hierdoor wordt de dichtstbijzijnde buurt, de bewoners in de woonzorgzone, continu bereikt en is de toegankelijkheid, bereikbaarheid en zorgpermanentie verzekerd. Naast de samenwerking met het woonzorgcentrum en de serviceflats is er een financiële ondersteuning van de thuiszorgdiensten actief in het serviceflatgebouw en elders in de gemeente, een samenwerking met lokale verenigingen en het
42
Zie jaarverslagen lokaal dienstencentrum Ter Deeve (CE 1559), OCMW Meulebeke.
113
woonzorgcentrum Sint-Vincentius (vzw GVO) en een samenwerking voor het gebruik van de gebouwen van vzw Dynamica, aan de overkant van de Bonestraat. 5.2.2.1.5.5. Mate van aansluiting met de thuiszorgactoren Het lokaal dienstencentrum biedt thuiszorgdiensten aan in de gemeente Meulebeke. Daarnaast geeft het een financiële ondersteuning aan de thuiszorgdiensten die in Meulebeke actief zijn en is het OCMW lid van het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnszorg SEL Midden West-Vlaanderen. Het lokaal dienstencentum wil geen concurrent zijn voor de actieve thuiszorgdiensten, maar een verrijking en vervollediging betekenen in het aanbod. Het OCMW Meulebeke komt tussen in de werking van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp Familiehulp, Familiezorg, Solidariteit voor het Gezin en Bond Moyson. Zij verstrekt hierbij een bijdrage van per uur dat de diensten spenderen aan de verzorging van gezinnen en bejaarden in Meulebeke. In 2009 was dat nog € 9.916 voor 34.025 uren. Het lokaal dienstencentrum „Ter Deeve‟ staat in voor de volgende thuiszorgdiensten: -
Verhuur alarmtoestellen: In de periode 2006-2009 werden gemiddeld 22 toestellen verhuurd.
-
Warme maaltijden in het restaurant: Tijdens de week zijn er gemiddeld 41 gebruikers, tijdens het weekend 49.
-
Warme maaltijden aan huis: Per dag worden gemiddeld 74 warme maaltijden bedeeld.
-
Minder Mobielen Centrale: In 2009 waren er 107 aangesloten leden en 9 chauffeurs. Er werden 383 ritten gereden met een totaal van 9.304,5 km.
-
Bloeddrukcontrole/gezondheidsadvies: Een 15-tal gebruikers.
-
Klusjesdienst: In de periode 2005-2009 werd jaarlijks gemiddeld 60 keer beroep gedaan op de klusjesdienst.
-
Poetsdienst: In 2009 waren er 197 gezinnen/alleenstaanden die poetshulp kregen. Dit cijfer geeft deels een vertekend beeld wat de evolutie van de poetsdienst betreft. In 2003 werd gestart met het systeem van dienstencheques om de wachtlijst in de poetsdienst weg te werken. In 2009 waren 24 halftijdse poetsvrouwen in dienst in het regulier systeem.
-
Poetsdienst in het systeem van de dienstencheques: In 2009 werkten 32 deeltijdse poetsvrouwen in het systeem van dienstencheques. Deze bedienden 213 gezinnen. Hierin zijn ook een aantal bejaarde gezinnen opgenomen die omwille van het financieel voordeel ingeschakeld worden in het systeem dienstencheques.
114
-
Voetverzorging: Aantal mensen die in 2009 van deze dienst gebruik maakten: 75.
-
Wasserette: Aantal wasbeurten in 2009: 1.068 ; aantal droogbeurten in 2009: 1.497
-
Bad met of zonder hulp
-
Kapsalon : Er waren 637 afspraken voor de bewoners van de serviceflats in het kapsalon in 2008.
-
Telefoonster (2009-2010)
-
Boodschappendienst (zie Minder Mobielen Centrale) en buurthulp (20092010)
Voor een uitgebreide bespreking van deze diensten wordt verwezen naar het jaarverslag. In de onderstaande tabellen wordt de evolutie van de maaltijden en de poetsdienst weergegeven. 12500 12400 12300 12200 12100 12000 11900 11800 11700 11600 11500 11400 2005
2006
2007
2008
aantal/jaar restaurant
1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2005
2006
2007
2008
2009
aantal diepvries
Figuur 28: Evolutie van de maaltijden: 2005-2009
250
250
200
200
150
150
100
100
50
50
0
0
2005
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
aantal gezinnen
aantal gezinnen regulier systeem
aantal poetsvrouwen
Figuur 29: Evolutie van de poetsdienst: 2005-2009
115
5.2.2.1.5.6. Aantal bezoekers en de evolutie ervan: Activiteiten van informatieve aard Als laagdrempelige instelling, wil het lokaal dienstencentrum iedereen die er behoefte aan heeft, en op eenvoudige vraag, vertrouwelijk en gratis informatie verstrekken in verband met dienstverlening, tegemoetkomingen, voorzieningen, enz. Vanaf 8u tot 17u kan men in het lokaal dienstencentrum terecht met om het even welke vraag. Men wordt geholpen of doorverwezen naar de juiste instantie: intern of extern. De sociale dienst en de bediende aan het onthaal zorgen ook voor de administratieve afhandeling van aanvragen voor bv. thuiszorgdiensten (zie hoger), Inkomensvervangende tegemoetkoming, Sociaal telefoontarief, Tegemoetkoming voor inkomensgarantie, Aanvragen zorgverzekering, Premies gas- en elektriciteit, Parkeerkaarten, blindenstok, Oplaadterminal gas en elektriciteit, Vrijstelling BTW voor een voertuig, vermindering onroerende voorheffing.
a) Infomomenten in eigen lokalen in 2009: 16 infomomenten en 409 deelnemers. b) Andere infokanalen: Drie maal per jaar verschijnt het eigen tijdschrift van het lokaal dienstencentrum : “Deevekrantje”; Vier maal per jaar krijgt ieder gezin het infoblad van de gemeente in de bus. Naast algemene informatie is ook voldoende ruimte voorzien voor informatie over de activiteitenwerking van het lokaal dienstencentrum; Eigen folder lokaal dienstencentrum (voorjaar 2010) en algemene folder OCMW; Thuiszorgbrochure; Folder lokaal dienstencentrum wordt meegegeven op de pensioendienst en aan nieuwe inwoners; Informatiefolders over de thuiszorgdiensten; Informatiefolders activiteiten; Folderstand preventieve gezondheidszorg; Informatieborden/affiches/folders…in eigen lokalen; Informatie wordt doorgegeven op grotere activiteiten en ook via de clubbesturen; Jaarlijkse brief naar huisdokters en verenigingen; Affiches en folders in gemeente, bedeeld via vrijwilligers; Jaarlijks open-deur weekend. c) Doorverwijsfunctie: In het lokaal dienstencentrum beschikken wij over de sociale kaart van Soka en de rechtenverkenner. Er wordt ook gebruik gemaakt van de websites www.westvlaanderen.be, www.desocialekaart.be en www.rechtenverkenner.be. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de door het Sociaal Huis Meulebeke eigen ontwikkelde databank met sociale fiches. Deze zijn terug te vinden op de website www.sociaalhuismeulebeke.be. 5.2.2.1.5.7. Aantal bezoekers en de evolutie ervan: Activiteiten van recreatieve aard Het samenbrengen van mensen, waardoor ze niet alleen aan zinvolle vrijetijdsbesteding doen, maar bovendien nieuwe sociale contacten leggen, vrienden
116
maken. Als oudere, alleenstaande of mindervalide is het niet zo evident om nieuwe duurzame contacten te leggen. Toch blijken ze heel belangrijk, zeker in deze levensfase. In het lokaal dienstencentrum stellen wij elke dag vast, dat het via onze werking wel kan en lukt, en dat er rekening wordt gehouden met éénieders mogelijkheden. Alhoewel het dienstencentrum zich profileert naar 55 +, nemen ook steeds meer jong volwassenen deel aan diverse activiteiten. Dit bevordert niet alleen de onderlinge solidariteit en integratie maar evenzeer de positieve bekendmaking van het lokaal dienstencentrum. Het zorgt eveneens voor onze dynamische uitstraling. Het lokaal dienstencentrum heeft een eigen infrastructuur: polyvalente zaal, ontmoetingsruimte, petanquebanen, crea-lokaal, restaurant, vergaderlokalen, ruimte voor vormingsactiviteiten, onthaal. Vrijwilligers voor het organiseren en ondersteunen van het clubgebeuren en het opzetten van grotere ontspanningsactiviteiten. Deze infrastructuur dateert van 1987 en heeft te kampen met enerzijds verouderingsverschijnselen (bv. kapotte sanitaire leidingen) zoals eerder aangehaald en anderzijds een acuut plaatsgebrek. Voor dit laatste wordt op dit moment beroep gedaan op de medewerking van vzw Dynamica die hun lokaal, indien mogelijk, ter beschikking stelt. Dit is evenwel ontoereikend voor deze problematiek. De volgende cijfers betreffen het laatst afgesloten werkjaar 2009. a) Clubwerkingen - Hobbyclub: 14-daags op maandagnamiddag. De hobbyclub telt 12 leden. De ergotherapeut bereidt samen met 1 hobbylid de programma‟s voor. Aantal sessies: 18. - Scrabbleclub: 14-daags op maandagnamiddag. De scrabbleclub telt 6 deelnemers. Aantal sessies: 20. - Kaartersclub: 14-daags op vrijdagnamiddag. De kaartersclub telt 61 leden. Het clubbestuur zorgt voor de organisatie, administratie en opvolging. Er is een wintercompetitie (20 x) en een zomercompetitie (6 x). Aantal sessies: 26. - Biljartclub: Wekelijks op dinsdagnamiddag. In de gebouwen van vzw Dynamica, aan de overkant van de Bonestraat. Vanaf 2010 wordt deelgenomen aan een internclub voor dienstencentra. De club telt een 20-tal leden. b) Bewegingsactiviteiten: - Fietsclub: Fietstochten van maart tot oktober. Het 10-koppig bestuur van de fietsclub zorgt voor de organisatie, uitwerking (uitstippelen route + stratenplan), begeleiding. Na elke rit wordt een evaluatieformulier ingevuld. Drie maal per jaar wordt een werkvergadering gehouden met de centrumleider en de bestuursleden. De sneukelroute wordt georganiseerd in samenwerking met de seniorenadviesraad en is telkens de eerste woensdag van juli. Elk jaar zijn er twee daguitstappen met de fiets, meestal gekoppeld aan een bedrijfs-, museum- en/of stadsbezoek. Als afsluit van het fietsseizoen wordt een geanimeerde namiddag georganiseerd tijdens de
117
eerste week van december. We nodigen hierop steeds alle „oud-fietsers‟ uit die omwille van persoonlijke of gezondheidsredenen niet meer deelnemen. In 2009 werden 17 ritten georganiseerd voor 885 deelnemers. Gemiddeld 52 deelnemers (waarvan 70-plussers: 30), 34 kilometer. - Wandelclub: Een kern van 10-tal vrijwilligers staat in voor het organiseren (uitstippelen, voorbereiden, begeleiden en evalueren) van de wandelingen. De bekendmaking en publiciteit wordt gevoerd door het lokaal dienstencentrum. Ook worden de wandelingen georganiseerd door andere Meulebeekse verenigingen (Vakantiegenoegens, KWB, sportcentrum „Ter Borcht‟…) in ons programma opgenomen. Eenmaal per jaar wordt een specifieke natuurwandeling gepland op verplaatsing. Het feestje ter afsluiting van het wandelseizoen werd dit jaar samen georganiseerd met de fietsclub, wat zeer positief bleek voor de positieve beeldvorming en bekendmaking. Het aantal ingeschreven leden bedraagt 57. In 2009 waren er 15 wandelingen voor 298 deelnemers, gemiddeld 8,30 kilometer. - Yoga : De yoga gaat wekelijks door op dinsdagnamiddag. Er zijn 2 lessen voorzien omwille van de grootte van de groep. Aantal lessen: 60. Aantal deelnemers: 45. - Eenvoudig bewegen: De lessen eenvoudig bewegen gaan wekelijks door van 14u tot 14.45u. Wegens plaatstekort gaan deze voorlopig door in de zithoek van het 2de verdiep van de Serviceflats Deeveland. Aantal lessen: 50. Aantal deelnemers: gemiddeld 15. - Petanqueclub: De petanqueclub Ter Deeve is een bloeiende club die al 17 jaar actief is. Wekelijks wordt er gespeeld op woensdag- en op donderdagnamiddag. Er is een buiten- en een binnencompetitie. Aantal deelnemers: 53. Aantal groepsactiviteiten: 102. - Tafeltennis: Er wordt elke vrijdagvoormiddag tafeltennis gespeeld. Aantal leden: 5. Aantal groepsactiviteiten: 45. - Dansen: Aantal lessen: 21 (2008). Aantal deelnemers: 14. In 2009 werd gestart met “Zumba”. Vanaf augustus 2009 kwamen elke donderdagavond twee groepen van telkens ongeveer 60 deelnemers naar deze lessenreeks. In 2010 werd gestart met “Zumba” voor 60-plussers. - Turnen en zwemmen: Deze bewegingsactiviteiten gaan door in het sportcentrum „Ter Borcht‟. Wekelijks is er turnles op donderdagnamiddag en is het zwembad voorbehouden voor senioren op dinsdagnamiddag. c) Ontspanningsactiviteiten - Contactnamiddagen: Maandelijks op vrijdagnamiddag gaat een laagdrempelige contactnamiddag door die zich richt tot de oudere bevolking (75+). We moeten vaststellen dat we hierop een zeer positieve respons krijgen. Dit niet alleen door het aantal deelnemers maar evenzeer door de unaniem positieve reacties vanuit deze groep. In 2009 werden 13 contactnamiddagen georganiseerd voor in totaal 583 deelnemers.
118
- Feest- en ontspanningsnamiddagen: 13 feestelijkheden georganiseerd in 2009, met in totaal 1.266 deelnemers te vermeerderen met de deelnemers aan de kerstmarkt. d) verhuur lokalen aan andere verenigingen In 2009 werd de feestzaal 76 keer verhuurd aan verschillende verenigingen. Het restaurant werd 44 keer verhuurd aan verschillende verenigingen. 5.2.2.1.5.8. Aantal bezoekers en de evolutie ervan: Activiteiten van vormende aard In het lokaal dienstencentrum bieden we mogelijkheden voor het volgen van actuele vorming op maat (inhoud, tempo,..). Dit kan een belangrijke bijdrage leveren tot de persoonlijke ontwikkeling en zingeving. Meer nog dan in alle andere activiteiten worden hier alle volwassen leeftijdscategorieën bereikt. De eigen weliswaar ontoereikende infrastructuur en materialen, free-lance medewerkers en vrijwillige lesgevers die borg staan voor kwaliteit en betrokkenheid tot de deelnemende groep, samenwerkingsverbanden met andere vormingsinstellingen zoals o.a. Vorming +, CVO 3 Hofsteden, …. De volgende cijfers betreffen het laatst afgesloten werkjaar 2009. a) Lessenreeksen en langlopende cursussen - Tekenen en schilderen: Wekelijks op donderdagnamiddag is er een les tekenen en schilderen. Aantal deelnemers: 12. Aantal groepsactiviteiten: 32. - Computerlessen: In het lokaal dienstencentrum zien we een stijgende belangstelling voor het volgen van computerlessen op maat. Wij zijn een samenwerkingsverband aangegaan met CVO 3 Hofsteden. Zij bieden kwaliteit aan een zeer redelijke prijs. De verhouding leraar – cursisten is eveneens belangrijk. Dit is één van de items in onze evaluatieformulieren. De aard van de cursussen: initiatie computer, testverwerking Word, kennismaking met het internet, photoshop en multimedia. Voorjaar 2008: 7 reeksen van 15 lessen; najaar 2008: 6 reeksen van 15 lessen; voorjaar 2009: 8 reeksen van 15 lessen; najaar 2009: 8 reeksen van 15 lessen. Aantal groepsactiviteiten: 240 in 2009. b) Kortlopende cursussen - Bloemschikken / crealessen: De lessenreeksen bloemschikken blijven een succesformule. Gemiddeld zijn er 10 deelnemers per les. Aantal groepsactiviteiten: 24 in 2009. Aantal groepsactiviteiten crealessen: 3 c) Vormingsmomenten - Leesclub: Dit is een initiatief i.s.m. de dienst Cultuur en de Bibliotheek. - Reisreportages, lezingen - Kunst op locatie
119
Teken- en schilderclub, deelnemende partner 18 mei 2008 - Project “wijsneuzen”: jaarlijks i.s.m. De Bron (eerste graad secundair onderwijs), Meulebeke. - Cursussen (GSM, koken, voeding, geheugentraining, enz.) d) Daguitstappen met de reisclub / culturele bezoeken - Daguitstappen en culturele activiteiten: 12 daguitstappen in 2009 met in totaal 374 deelnemers. 5.2.2.1.5.9. Aantal bezoekers en de evolutie ervan: Overzicht In de volgende figuren wordt de evolutie groepsactiviteiten, per type van activiteit.
weergegeven
van
het
aantal
Figuur 30 : Evolutie van de activiteiten in het lokaal dienstencentrum : 2005-2009
120
De evolutie van het aantal deelnemers vindt u in volgende tabel en figuur. Bij het aantal deelnemers wordt bedoeld: het aantal activiteiten x het aantal deelnemers per activiteit, met uitzondering van de jaarlijkse Deevefeesten, verhuringen, activiteiten georganiseerd door andere verenigingen of eenmalige projecten. Het wekelijks gemiddeld aantal deelnemers ligt dus in praktijk nog een stuk hoger.
Jaar
2008 2006 2004 2002
Aantal deelnemers op activiteiten van informatieve recreatieve vormende aard aard aard 493 14.744 5.130 501 12.455 4.496 322 13.691 3.697 365 10.845 2.693
Totaal
20.367 17.452 17.710 13.903
Tabel 37 : Aantal deelnemers per jaar volgens type activiteit : 2002 – 2008 22.000 20.000 18.000 16.000 14.000
informatieve aard
12.000
recreatieve aard
10.000
vormende aard
8.000 6.000 4.000 2.000 0 2002
2004
2006
2008
Figuur 31: Evolutie van het aantal deelnemers, volgens aard activiteit : 2002-2008
De evolutie van aantal deelnemers vertoont op alle vlak een stijgende trend. Het huidig plaatsgebrek, met alle problemen van dien, is daar een bedreigend gevolg van. 5.2.2.1.5.10. Aantal vrijwilligers en de evolutie ervan Het lokaal dienstencentrum werkt steeds nauw samen met een groep vrijwilligers. Zij krijgen de nodige ondersteuning, inspraak en verantwoordelijkheid. De centrumraad (werkgroep) is een belangrijk instrument voor de goede werking van het lokaal dienstencentrum. Volgende tabel geeft de evolutie weer van het aantal actieve vrijwilligers in het lokaal dienstencentrum.
121
90 80 70 60 50 Aantal actieve vrijwilligers in het lokaal dienstencentrum
40 30 20 10 0 2002
2004
2006
2008
2010
Figuur 32: Evolutie van het aantal vrijwilligers in het dienstencentrum : 2002-2010
Het aantal vrijwilligers vertoont een stijgende trend. Gelet op het toenemend activiteitenniveau blijft de nood aan vrijwilligers hoe dan ook aanwezig. Het hoeft geen pleidooi dat het vinden van vrijwilligers niet evident is. Evaluatie (grenswaarden) Criterium Optimaal
Neutraal
Aandachtspunt
a. a. Informeren -
De voorziening voldoet aan de normen. Er is een sociale kaart Gebruikers worden individueel geïnformeerd Gebruikers worden in groep geïnformeerd Het informeren is afgestemd op de noden van het doelpubliek. Operationele doelstellingen en meetfactoren worden jaarlijks opgesteld en geëvalueerd en opgenomen in een jaarverslag. Er is een afstemming met de andere relevante welzijnsvoorzieningen inzake het informeren van de wederzijdse doelgroepen. b. Vormen, De voorziening organiseert een levenslang vormingsaanbod afgestemd op de noden van leren, de vooropgestelde doelgroep. Dit veronderstelt levenslang - vaststelling van de behoefte door middel van genieten enquête of vragen van gebruikers of voorzieningen - vaststelling van het aanwezige vormingsaanbod door andere relevante actoren - organisatie van documentatie - meehelpen om aan de vastgestelde hiaten in het vormingsaanbod een antwoord te bieden. Het jaarverslag vermeldt het aantal bereikte personen, het aantal activiteiten en de mate waarin de vooropgestelde doelstellingen zijn bereikt. a. c. Activiteiten De voorziening organiseert een aanbod van
122
van recreatieve aard -
Criterium
-
-
-
activiteiten afgestemd op de noden van de vooropgestelde doelgroep. Dit veronderstelt: vaststelling van de behoefte door middel van enquête of vragen van gebruikers of voorzieningen vaststelling van het aanwezige activiteitenaanbod door andere relevante actoren. In een jaarplanning worden doelstellingen geformuleerd omtrent de te bereiken doelgroepen, het aantal te bereiken personen. Het jaarverslag vermeldt het aantal bereikte personen, het aantal activiteiten en de mate waarin de vooropgestelde doelstellingen zijn bereikt. Optimaal
Neutraal
Aandachtspunt
d. Aanbieden of coördineren van thuiszorgvoorzieningen Niet-limitatieve lijst Het lokaal dienstencentrum organiseert of van diensten: biedt meer dan 4 van de vermelde aanbieden van warme diensten aan. maaltijden Het dienstenaanbod kadert binnen een boodschappenhulp behoefteanalyse van de beoogde aanbieden doelgroepen en de complementariteit met huishoudelijke hulp de dienstverlening van andere relevante nemen of dienstverleners. ondersteunen van Het lokaal dienstencentrum streeft naar mobiliteitsinitiatieven een volledig aanbod van diensten in uitlenen van samenwerking met andere relevante personenalarmsystem dienstverleners waarmee een netwerk en wordt gevormd. organiseren van In een jaarplanning worden doelstellingen personenalarmcentral geformuleerd omtrent de te bereiken e (serviceflats) doelgroepen en het aantal te bereiken organiseren van personen. plaatselijke Het jaarverslag vermeldt het aantal initiatieven om de bereikte personen, het volume van het maatschappelijk aantal dienstverleningspakketten en de integratie van mate waarin de vooropgestelde specifieke doelstellingen zijn bereikt. doelgroepen te organiseren organiseren van buurthulp om het maatschappelijk netwerk te versterken of te herstellen. …..
123
Criterium d. E. Het aanbieden van hygiënische zorgen
Optimaal
Neutraal
Het lokaal dienstencentrum organiseert of biedt in zijn lokalen hygiënische diensten aan en voldoet aan de normen van de regelgeving. Dit dienstenaanbod kadert binnen een behoefteanalyse van de beoogde doelgroepen en de complementariteit met de dienstverlening van andere relevante dienstverleners. In een jaarplanning worden doelstellingen geformuleerd omtrent de te bereiken doelgroepen en het aantal te bereiken personen. Het jaarverslag vermeldt het aantal personen die van de diensten gebruik maken, het volume van deze dienstverlening en de mate waarin de vooropgestelde doelstellingen zijn bereikt.
Het lokaal dienstencentrum organiseert of biedt in zijn lokalen hygiënische diensten aan en voldoet aan de normen van de regelgeving. Het jaarverslag vermeldt het aantal personen die van de diensten gebruik maken en het volume van deze dienstverlening. Het volume van de dienstverlening wijst op een reële behoefte.
Aandachtspunt
5.2.2.1.6. Profileringsintentie van een regionaal dienstencentrum Niet van toepassing. Optimaal
124
5.2.2.2. Houdt de initiatiefnemer rekening in zijn beleid om een breed scala aan voorzieningen aan te bieden?
5.2.2.2.1. Aanwezige zorgvormen van de instelling
5.2.2.2.1.1. Woonzorgcentrum Het OCMW beschikt over een woonzorgcentrum met 44 woongelegenheden, waarvan 28 RVT-woongelegenheden tot 1.10.2010 en 32 RVT vanaf 1.10.2010. De zorgbehoevendheidsgraad bedraagt (op 1.01.2010) 84%. De instelling is gelegen langs de Bonestraat, in het centrum van Meulebeke. De infrastructuur van het woonzorgcentrum Ter Deeve is verouderd, nietconform de nieuwste normen en de 44 woongelegenheden zijn te klein. Het voorliggend zorgstrategisch plan voorziet een vernieuwde instelling met een grotere oppervlakte, op de huidige site. 5.2.2.2.1.2. Centrum voor kortverblijf Er wordt door het OCMW geen centrum voor kortverblijf uitgebaat of gepland. Verblijfseenheden in kortverblijf worden aangeboden door vzw GVO in het centrum voor kortverblijf Brevis, aan de overkant van de OCMW-site. De huidige samenwerking met het centrum voor kortverblijf Brevis zal verder uitgebreid worden en er wordt een nog betere afstemming voorzien bij de realisatie van een zorgloket. 5.2.2.2.1.3. Dagverzorgingscentrum Het OCMW voorziet niet in de realisatie van een dagverzorgingscentrum. Via een minder mobielencentrale of andere dienst wordt het transport geregeld met een nabijliggend dagverzorgingscentrum. De vzw GVO plant een dagverzorgingscentrum binnen de woonzorgzone en nabij de OCMW-site. 5.2.2.2.1.4. Serviceflats Het OCMW van Meulebeke baat momenteel 50 serviceflats uit. De flats zijn bedoeld voor zelfredzame bejaarden. Op dit moment kan tijdelijk, in afwachting van een verhuis naar het woonzorgcentrum, uitbreiding van zorg worden aangeboden. In de toekomst moet deze uitbreiding van zorg vanuit het woonzorgcentrum meer permanent aangeboden kunnen worden en voor schaalvergroting zorgen. 5.2.2.2.1.5. Sociale dienst
125
In het kader van de sociale dienstverlening beschikt het OCMW over LOIwoongelegenheden voor 20 à 30 personen, 1 crisis- en 2 doorgangswoningen. In zitting van 3 december 2009 ging de OCMW-raad principieel akkoord met de aankoop van de benedenverdieping van het nieuw te bouwen pand (2010) “Oud Gemeentehuis”, met 6 à 7 gelegenheden als crisis-, LOI- of doorgangswoning voor alleenstaanden en gezinnen. De sociale functie van het woonzorgcentrum Ter Deeve, de serviceflats Deeveland, de sociale woningen Bloemenhove en het lokaal dienstencentrum Ter Deeve is volledig geïntegreerd in de werking van de sociale dienst van het OCMW Meulebeke. In de toekomst wordt een centraal zorgloket (met woon-zorg-coördinator) gerealiseerd. 5.2.2.2.1.6. Lokaal dienstencentrum De instelling is gelegen langs de Bonestraat, in het centrum van Meulebeke. De infrastructuur van het lokaal dienstencentrum Ter Deeve is verouderd en te klein. Het voorliggend zorgstrategisch plan voorziet een vernieuwd dienstencentrumcomplex met een grotere oppervlakte, op de huidige site. Zie hoger: Profileringsintentie van het lokaal dienstencentrum Ter Deeve: - (Thuis-)zorgdiensten - Activiteiten van informatieve aard - Activiteiten van recreatieve aard - Activiteiten van vormende aard 5.2.2.2.1.7. Subsidies voor thuiszorgdiensten Het OCMW Meulebeke komt financieel tussen in de werking van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp (o.a. Familiehulp, Familiezorg, Solidariteit voor het Gezin en Bond Moyson). Zij verstrekt hierbij een bijdrage van per uur dat de diensten spenderen aan de verzorging van gezinnen en bejaarden in Meulebeke. (€ 9.916 voor 34.025 uren in 2009). 5.2.2.2.1.8. Sociaal-pedagogische toelage Door het gemeentebestuur van Meulebeke wordt een sociaal-pedagogische toelage uitgekeerd. De toelage wordt uitgekeerd aan volwassenen met een ongeschiktheid van minstens 66% volgens een geldig attest van het Ministerie van Sociale Zaken en bedraagt 137 euro per kalenderjaar.
126
5.2.2.2.1.9. Waarderingstoelage De gemeentelijke waarderingstoelage bedraagt 137 euro per thuis in het gezin opgenomen ouder of grootouder van minstens 80 jaar of minimaal 66% ongeschiktheid volgens een geldig attest van het Ministerie van Sociale Zaken. Dit enerzijds als tussenkomst in de kosten en anderzijds als blijk van waardering voor de vrijwillige inzet die geleverd wordt bij de permanente opvang en thuisverzorging van de meer zorgbehoevende personen.
127
5.2.2.2.2. Toekomst / zorgstrategisch plan 1° - Het OCMW zal niet alle zorgvormen aanbieden. Het aanbod van zorgvormen wordt bekeken in het kader van het regionaal en lokaal aanbod, in het bijzonder binnen de woonzorgzone. Daarom wil het OCMW absoluut samenwerken met andere aanbieders om het brede aanbod te kunnen verzekeren. 2° - Op basis van de omgevingsanalyse, de indicatoren werden grondige denkoefeningen gemaakt. Het wettelijk aspect, met name het verplicht verder uitbaten van het woonzorgcentrum Ter Deeve, speelt hierbij een essentiële rol. Dus moet het OCMW ook de nodige financiële middelen bekomen voor de noodzakelijke verbouwing van het woonzorgcentrum en het lokaal dienstencentrum. Hiertoe wordt een aanvraag gedaan bij VIPA. 3° - Patrimonium: 1)
Verbouwing bestaande serviceflats “Deeveland”: realisatie van assistentiewoningen. - eigen middelen - 2014-2018 (2 blokken – 2 fasen)
2)
Verbouwing bestaand lokaal dienstencentrum “Ter Deeve” - project met VIPA - 2014-2017
3) a) Verbouwing bestaand woonzorgcentrum “Ter Deeve”: realisatie van een “vervangingsnieuwbouw” voor de bestaande woonzorgcentrumwooneenheden b) Uitbreiding infrastructuur van bestaand woonzorgcentrum “Ter Deeve” met een bijkomende vleugel en/of bijkomende bouwlaag, met behoud van het aantal bestaande woonzorgcentrumwooneenheden c) Variante : bijkomende wooneenheden volgens beschikbaarheid programmatie (4+… wooneenheden). - project met VIPA - 2017-2021
128
Grenswaarden Criterium Aanwezige zorgvormen
Optimaal De initiatiefnemer biedt een breed scala van zorgvormen aan (flats, dienstencentrum, wonen met dienstverlening, rvt/rob) - Uit het zorgstrategisch plan blijkt dat de initiatiefnemer een breed scala aan zorgvormen wenst te realiseren I.S.M. partners.
Aandachtspunt Neutraal De initiatiefnemer biedt een scala van verschillende zorgvormen aan, doch deze is niet compleet
- Uit het zorgstrategisch plan blijkt dat de initiatiefnemer een breed scala aan zorgvormen wenst te realiseren
129
5.2.2.3. Aandacht voor de leefomgeving van de bewoner
5.2.2.3.1. Aandacht voor de leefomgeving van de bewoner van een residentiële voorziening: woonzorgcentrum Ter Deeve
5.2.2.3.1.1. Visie op zorg De visie op zorg van het woonzorgcentrum Ter Deeve vertrekt van de filosofie “ samen-werken aan de zorg voor leef-tijd”. Het is een grondhouding van waaruit medewerkers er zorg voor dragen dat de bewoners zich thuisvoelen. Als we spreken over medewerkers bedoelen we de volledige personeelsgroep die bestaat uit 11 verschillende disciplines. Iedereen werkt samen voor één gemeenschappelijk doel: De bewoner voelt zich thuis in: - zijn omgeving - zijn lichaam - zijn relaties met medebewoners, familie, personeel, vrienden en kennissen. Het is een TOTAALZORGVISIE waardoor de bewoner zich erkend, bevestigd, gerespecteerd en bemind voelt. Dit maakt de omgang met de bewoners “leven-gevend”. De bewoner voelt zich goed. Het werk verloot vlot, in een aangename sfeer en in onderlinge samenwerking. Het betekent voor alle partijen een meerwaarde. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de zorgdriehoek: oudere-familie zorgverleners. Het is een onderhandelende en vraaggerichte zorg. 5.2.2.3.1.2. Autonomie Zoals ook is vermeld in het huishoudelijk reglement, biedt het woonzorgcentrum Ter Deeve huisvesting waarbij de persoonlijke, filosofische of godsdienstige overtuiging van elke bewoner geëerbiedigd wordt. Verblijfsmodaliteiten: - De bejaarde wordt niet verplicht het beheer van zijn/haar gelden en goederen, of het bewaren ervan, aan de inrichting, een beheerder van de inrichting, de dagelijks verantwoordelijke of een personeelslid toe te vertrouwen. - Iedere bewoner gaat in principe vrij in en uit het woonzorgcentrum. Maar om de organisatie en de dienstverlening vlot te laten lopen wordt hem /haar evenwel gevraagd zich te houden aan een aantal afspraken en zich te schikken naar de uurregelingen van verpleging en verzorging, onderhoud, maaltijden en bezoek. - De bewoner kan vrij bezoek ontvangen op zijn/haar kamer (of in de daartoe ter beschikking gestelde lokalen). De meest geschikte bezoektijd is van 10 uur tot 11u30 en 14 uur tot 20u30. Om de rust en de veiligheid in de gebouwen te verzekeren worden de buitendeuren gesloten om 21 uur. Bewoners die later wensen terug te komen dienen aan te bellen en het personeel op voorhand te verwittigen.
130
- In de bewonersraad (zie verder) (en familieraad) kan men suggesties geven omtrent ontspannings-activiteiten, maaltijden… Bij de maaltijden heeft men tevens telkens keuze tussen meerdere gerechten en/of toespijzen. Vrijheid van keuze van geneesheer: De vrijheid van keuze van geneesheer wordt verzekerd voor zover deze geneesheer de nodige informatie tijdig doorgeeft en de richtlijnen volgt, die vereist zijn om het wettelijk verplicht dossier bij te houden. 5.2.2.3.1.3. Formele en informele inspraak- en communicatiekanalen -Binnen het woonzorgcentrum functioneert een bewonersraad die minimaal éénmaal per kwartaal vergadert. Elke bewoner kan er deel van uitmaken. De bewonersraad kan advies uitbrengen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de dagelijks verantwoordelijke van het woonzorgcentrum, over alle aangelegenheden die de algemene werking van de instelling betreffen. Van de vergadering wordt een verslag opgemaakt dat ter inzage ligt van alle bewoners en waarvan een exemplaar van dit verslag aan de dagelijks verantwoordelijke wordt bezorgd. De dagelijks verantwoordelijke, de directie, de koks en het overig personeel kunnen uitgenodigd worden om de vergaderingen bij te wonen. In de familieraad worden de familieleden geïnformeerd en kunnen ze zelf punten ter bespreking aanbrengen. Verbeteringsvoorstellen: De instelling beschikt over een “ideeënbus” / procedure verbeteringsvoorstellen waarin bewoners, familieleden, bezoekers of personeel ideeën kunnen posten. Suggesties, bemerkingen en klachten kunnen door de bewoner of door de bewonersraad worden genoteerd in een register „Suggesties en klachten‟. Dit register wordt op eenvoudige vraag ter inzage gegeven aan de bewonersraad van het woonzorgcentrum. Aan de indiener van een klacht wordt, uiterlijk binnen de 14 kalenderdagen, het gevolg dat aan de suggestie of klacht gegeven wordt, meegedeeld. 5.2.2.3.1.4. Het sociale leven binnen het woonzorgcentrum Ter Deeve De bewoners van ons woonzorgcentrum hebben de mogelijkheid om hun sociale leven te behouden zoals zij dit zelf kiezen. Opname in het woonzorgcentrum betekent geen vereenzaming noch isolatie. Onderlinge contacten kunnen op meerdere plaatsen in huis en op eender welk tijdstip geregeld worden. Daarnaast staan we open voor contacten buitenshuis. Deze kunnen zowel individueel als in groep gebeuren. Als laatste maar zeker niet minst belangrijke punt laten we de contacten met familie en vrienden aan bod komen. Bij iedere opname wordt trouwens gewezen op het belang van deze contacten. Deze laten wij in een zo open mogelijke sfeer verlopen, waarbij het gevoel wordt gewekt altijd welkom te zijn. De bewoners van het woonzorgcentrum worden niet tot sociale contacten gedwongen, maar vanuit iedere personeelsgroep wordt er gepoogd om isolement tegen te gaan.
131
5.2.2.3.1.5. Ruimte Door de realisatie van het nieuw complex (flats en woonzorgcentrum), in aansluiting met het bestaand complex en op de beoogde locatie, wordt voor de bewoners kwaliteitsvolle ruimte gecreëerd. We denken hierbij onder andere aan: - toegang tot en gebruik van een eigen tuin; - ruimere wooneenheden en leefruimtes; - kleinschalige leefgroepbenadering; - een centraal gedeelte dat als ontmoetingsruimte dient uitgewerkt te worden voor zowel de bewoners van het woonzorgcentrum als voor externe bezoekers; Het nieuwe complex dient uitnodigend te zijn voor familie en de naaste betrokkenen van de resident, dit om een optimale en maatschappelijke integratie van de resident te bewerkstelligen. Alle entiteiten dienen zo gebouwd te zijn dat een flexibele aanwending van de verschillende ruimten mogelijk is en bepaalde delen gemakkelijk specifiek voor bewoners met dementie kunnen aangepast worden of zijn. (zie ook: De Misthoorn). 5.2.2.3.1.6. Ergotherapie en animatie De visie met betrekking tot de animatie helpt ertoe bijdragen de opdrachtverklaring van het woonzorgcentrum waar te maken. “Wij streven naar: een uitnodigende, open thuis, waar elke bewoner met zijn eigen levensverhaal centraal staat, met de nodige aandacht voor familiale en sociale contacten; het verhogen van het gevoel van eigenwaarde en het stimuleren van de mentale en fysische validiteit van de bewoner; aandacht voor respect, persoonlijke waardigheid, privacy, autonomie en inspraak; luisterbereidheid en gerichtheid op de persoonlijke noden van de bewoner.” Een overzicht van de activiteiten vindt u terug in het jaarverslag van het woonzorgcentrum, in bijlage. Werkwijze: Wij willen deze doelstellingen waarmaken met gemotiveerde en deskundige medewerkers die elk binnen de eigen discipline kwaliteit toevoegen aan het woon- en leefklimaat binnen het woonzorgcentrum, d.m.v.: Een animatieve grondhouding: De animatieve grondhouding wordt gestuurd door het beleid en gedragen door alle medewerkers 24 h op 24 h. Het is een houding van waaruit alle medewerkers er zorg voor dragen dat de bewoners zich thuis voelen, zich goed voelen zowel lichamelijk als geestelijk en tevens in hun relaties met medebewoners, familie, vrienden, personeel,… Om samen tot die animatieve grondhouding te komen voorzien we vorming voor alle medewerkers.
132
Bewonersgerichte begeleiding: Animatie is gericht op bewonersgerichte begeleiding, die aansluit op de “totale persoon” met zijn levensloop en levensverhaal. Het is de zorg, de totaalbegeleiding die gegeven wordt, die afgestemd is op de individuele behoeften van de bewoner. Deze begeleiding wordt afgestemd in nauw overleg met de bewoner, zijn familie en de zorgverleners, rekeninghoudend met de mogelijkheden en beperkingen van alle betrokkenen. Zo vraagt bewonersgericht werken een specifieke invulling voor de verschillende doelgroepen van bewoners die binnen het woonzorgcentrum verblijven: We richten ons op activerende interventies bij valide bewoners, die de autonomie en de participatie aan het dagelijkse leven stimuleren. Voor de bewoners met een complexe hulpvraag zoeken we in onderling overleg een gepast antwoord op de verschillende zorgvragen. De bewoner is steeds een totale persoon en zorg wordt steeds beschouwd als totaalzorg. Respect voor de bewoner met zijn specifieke kansen en kwetsbaarheden en de gerichtheid op de bevordering van het welzijn van de bewoner in al zijn aspecten vormen het uitgangspunt. - een uitnodigende open leefomgeving bieden: Wij willen een uitnodigende open leefomgeving aanbieden en de familie betrekken als partners in de zorg. Vrienden, kennissen en buren zijn steeds welkom. Relaties, ontstaan binnen het woonzorgcentrum zijn belangrijk. Al deze relaties proberen we te ondersteunen en te begeleiden om zo de kwaliteit van leven in het woonzorgcentrum voor de bewoner te verhogen. Animatie vervult niet alleen een functie binnen deze beperkte sociale kring. Het is de bedoeling een brugfunctie te vervullen met de buitenwereld. Dit kan men verwezenlijken door contacten met scholen, in te gaan op initiatieven georganiseerd door plaatselijke verenigingen, bezoeken aan de plaatselijke markt, kermis,… Het aanleunend lokale dienstencentrum biedt, door de organisatie van tal van activiteiten, de mogelijkheid tot onderhouden en uitbreiding van de sociale contacten. - zinvolle invulling van de leef-tijd: Animatie is gericht op “zinvolle invulling van de leef-tijd” voor de bewoner. Activiteiten kunnen daartoe een belangrijk middel zijn. Animatie is het meegaan in gebeurtenissen, het organiseren en begeleiden van passiviteiten en activiteiten ( individueel en in groep) die gericht zijn op het totale welzijn en in het bijzonder op het respect en de waardigheid van elke bewoner. De initiatieven en activiteiten sluiten aan op het dagdagelijkse leven van de bewoner en zijn gericht op de persoonlijke levensbehoeften van iedere bewoner .We bieden ondersteuning en aanmoediging naar zelfstandigheid en mondigheid toe. - animatie vertrekt van een integrale behoeftedetectie:
133
De animator is verantwoordelijk voor het opstellen van de familiale en sociale anamnese van de bewoner. De deelname aan de opname betekent voor de animator de basis om verder de relatie met de bewoner en de familie uit te bouwen en een antwoord te vinden op vragen zoals: Wie is mijn bewoner, welke is zijn levensloop, hoe wil hij zijn levensloop verder zetten… en een individuele begeleiding op te starten in overleg met het team. Een schriftelijke neerslag vindt men terug in het bewonersdossier. Om de begeleiding te evalueren en bij te sturen kan gebruik gemaakt worden van volgende info- en overlegkanalen: dagelijks overleg en de teamvergadering, openstaan voor klachten en suggesties, op een positieve manier omgaan met de feedback die men krijgt van bewoners en familie, tevredenheidsenquête, inspraak van de bewoners en familie via respectievelijk de bewoners- en familieraad. integratie van vrijwilligers: Wij willen het aanbod van diensten aan de bewoners verruimen door vrijwilligers te integreren in het woonzorgcentrum. Door de vrijwilligers kan er tevens meer geïndividualiseerd gewerkt worden. De vrijwilligerswerking binnen het woonzorgcentrum is goed gestructureerd, er is een duidelijke visie. Op regelmatige basis worden samenkomsten georganiseerd om de werking te evalueren en bij te sturen. Er wordt steeds de mogelijkheid tot bijscholing geboden. Jaarlijks worden alle vrijwilligers van het OCMW uitgenodigd op een vrijwilligersfeest: voordracht, aperitief, een maaltijd en een kleine attentie worden hen aangeboden. Vanuit de discipline ergotherapie wordt de zelfstandigheid van de bewoner zoveel en zolang als mogelijk bewaard, deze is afhankelijk van de aanwezige draagkracht (mogelijkheden, beperkingen, motivatie, interesse, …). Om dit doel te kunnen bereiken wordt elke bewoner individueel benaderd, dit kan alleen door „Zorg op maat‟ te bieden. Bij iedere opname wordt er een intakegesprek gevoerd waarbij de gewoontes en de interesses van de bewoner geregistreerd worden. De verschillende taken van de ergotherapie en animatiewerking zijn (niet-limitatief): - Bevorderen van communicatie en sociaal contact. - Bevorderen van het leefklimaat; het scheppen van een huiselijke sfeer. - Mentaal stimuleren - Bevorderen van de motoriek - Een zinvolle vrijetijdsbesteding aanbieden op het niveau van de bejaarde - Bevorderen van de zelfwerkzaamheid - De oriëntatie in tijd, ruimte en persoon bevorderen. - Ondersteunen van het zelfbeeld en het zelfwaardegevoel bij de bewoner. - De behoeften en wensen van de bejaarden nagaan en helpen invullen. - Activeren. - Begeleiden van transfers. - Contact met de buitenwereld onderhouden. - Een specifieke ergotherapeutische behandeling aanbieden volgens de aandoening. - Hulp bieden bij de maaltijden
134
- Bedienen van de bejaarden in de bar van het woonzorgcentrum - Observeren - Een vaste structuur aanbieden. - Comfort bieden. - Contact met de familie onderhouden. - Informeren en adviseren van andere disciplines. - Informatie verzamelen en bestuderen. - Bijhouden van administratie. - Opmaken van een planning. - Activiteiten voorbereiden. - Nazorg van de activiteiten. - Contacten onderhouden met andere personen op het vlak van ergotherapie. - Opnames verzorgen, rondleiding geven, kennismaken met de bewoner en de familie en de intake verzorgen. Onder leiding van de ergotherapeuten/animatoren wordt iedere namiddag een leefgroepwerking georganiseerd. Deze leefgroepwerking gebeurt in de leefzalen van het woonzorgcentrum die hiervoor huiselijk werden ingericht, en/of in de ruimtes van het lokaal dienstencentrum. Doelstelling van de leefgroepwerking: - Een aantal bewoners (enkel bejaarden met dementie) apart nemen en ingaan op hun specifieke noden en behoeften. Dit wordt bereikt door een rustige, huiselijke sfeer en activiteiten aangepast aan hun wensen en mogelijkheden aan te bieden. Dit houdt niet in dat deze bewoners volledig van de andere bewoners geïsoleerd worden. Deze bewoners met dementie kunnen ook nog deelnemen aan grotere activiteiten in de polyvalente zaal. - Bewoners stimuleren om zelfstandig en meer te eten door gezamenlijk de maaltijd te nuttigen. - Bewoners met dementie beschermen tegen agressieve reacties die door andere bejaarden ten opzichte van hen geuit worden. - Bewoners uit het isolement van hun kamer halen. - Op deze manier de bewoners beter mentaal stimuleren en activeren. - Een betere observatie mogelijk maken. - Een groter comfort bieden. - Deze mensen een vaste ruimte aanbieden en hen niet steeds van de ene locatie naar de andere verplaatsen. - Een beter contact met de familie bewerkstelligen. Overzicht van de werking: - Aantal bewoners: zeven tot acht personen met dementie. - Voorlopig enkel in de namiddag - Naast het gezamenlijk drinken van koffie onder de begeleiding van de animator of ergotherapeute wordt er iedere namiddag voorzien in een bepaalde activiteit. - Gezamenlijk gebruik van het avondmaal onder begeleiding van het verplegend en verzorgend personeel en animator of ergotherapeute Wekelijks en maandelijks terugkerende activiteiten in het kader van “animatie”: Binnen het animatieteam zijn ergotherapeuten werkzaam als deskundige in de animatie. Beiden zorgen voor de nodige activiteiten en werken met
135
groepsactiviteiten, alsook met individuele begeleiding op de kamer. Er wordt gezorgd voor continuïteit in de activiteiten. - Wekelijkse activiteiten Maandagvoormiddag: hersenkriebels Maandagnamiddag: leefgroepwerking: crea, hobbywerking, kaartclubje…: deurdecoratie, lentedecoratie, kaarshouders, versieren van de paasboom, maken van servetringen, Dinsdagvoormiddag: kookploegwerking ( in kleine groep wordt het menu samengesteld en het middagmaal bereid, dwz van de voorbereiding tot de afwas, alles wordt in groep gedaan, zoals thuis). Dinsdagnamiddag: individuele begeleiding op kamer met specifieke aandacht voor de dementerende bewoners of gericht naar bewoners die in groep weinig aan bod komen. Woensdagvoormiddag: huishoudelijke activiteiten: was plooien, klein herstelwerk, reinigen van kasten, vogelkooi ( groepsactiviteit met dementerende bewoners). Woensdagnamiddag: koffietafel met daarna een groepsactiviteit: Bingo Geheugenoefeningen: euro, rebus, kruiswoordraadsel, spreekwoorden, … Zangnamiddag praatgroepje Donderdagvoormiddag: kookactiviteit: soep, gezondheidsdrankje, fruitsalade, maken van confituur Donderdagnamiddag: groepsactiviteit: gezelschapsspel af creatieve bezigheid: rad van fortuin volksspelen collages oa gezonde voeding,… 1 activiteit is specifiek naar dementerenden gericht: werken met geuren, relaxatieoefeningen, handmassages, relaxatiebaden, Vrijdagvoormiddag: zangvoormiddag, werken rond een bepaald thema, onderwerp uit de krant. Vrijdagnamiddag: bewegingsoefeningen. Dit is de beschrijving van de activiteiten, de volgorde kan verschillend zijn. Merk op: Op maandagnamiddag is het kaartclubje een vast gegeven. Met een minimum aan begeleiding kaarten enkele bewoners samen met vrijwilligers en bewoners van de serviceflats. - Maandelijkse activiteiten Verjaardagsfeestjes: alle familieleden worden uitgenodigd om samen met de jarigen de verjaardagen van de voorbije maand te vieren met aangepaste versnaperingen: pannenkoeken, koffietafel met cake, Brusselse wafels, oliebollen,… en aangepaste ontspanning : quiz, volkspelen, muziek, bingo Ontbijtbuffet: peperkoekenhart, croissants en boterkoeken, spek met eieren, chocolade-eieren,… Uitgewerkte thema‟s: nieuwjaar, Valentijn, lente, Pasen, decoratie meimaand, vakantie, terug naar school, herfst, koningshuis, advent, kerst,…
136
Muzieknamiddag: elke maand komt een vrijwilligster de bewoners begeleiden op een muzieknamiddag. - Periodieke activiteiten Van zodra het weer het toelaat wordt zoveel als mogelijk naar buiten gegaan met onze bewoners: De namiddagactiviteiten worden op het terras georganiseerd Op woensdagvoormiddag wordt naar de markt gegaan Tijdens de meimaand wordt in verschillende groepjes, samen met de vrijwilligers naar de Kapel van Bijstand gewandeld. Vrijwilligers worden uitgenodigd om korte wandelingen te maken met de bewoners. Filmnamiddag Gezien we kunnen beschikken over de nodige apparatuur om een DVD op grootscherm af te spelen, wordt af en toe een filmnamiddag gepland. We spelen Nederlandstalige films, zodat de tekst gemakkelijk te volgen is. Deze activiteit wordt ook voor de serviceflatbewoners opengesteld. Feesten, uitstappen en gelegenheidsactiviteiten Zie jaarverslag woonzorgcentrum. Vakantieproject juli-augustus: Gedurende de maanden juli en augustus genieten de bewoners van een vakantie- en reissfeer in huis. Het woonzorgcentrum wordt voor deze maanden “omgetoverd” tot een hotel, waar ook de activiteiten in het teken van het desbetreffend land staan. In afspraak met de keuken zorgen zij af en toe voor een buitenlands getinte schotel. Deevefeesten Modeshow i.s.m. met woonzorgcentrum Sint Vincentius in de feestzaal van het lokaal dienstencentrum. Bezoek aan de jaarmarkt te Meulebeke Mosselsouper Herfstaperitief Dansnamiddag in samenwerking met het lokaal dienstencentrum Ter Deeve Herdenkingsmoment voor overleden bewoners Op stap naar woonzorgcentrum Sint Vincentius voor een optreden Seniorenweek, kerstmarkt, … in samenwerking met lokaal dienstencentum Ter Deeve - Deevebabbel Alle activiteiten, voordrachten, uitstappen,… kortom het ganse programma wordt via de Deevebabbel, aan de bewoners en hun familie kenbaar gemaakt. Dit is een informatieblad dat elke week, op vrijdag aan de bewoner wordt bezorgd. Naast het programma vindt men hier ook het menu en nieuws aangaande de bewoners, het personeel (verjaardagen, geboortes, ziekenhuisopnames, overlijden, nieuwe bewoners,…)
137
In het kader van het uitbouwen van een opencultuur worden de activiteiten van het lokaal dienstencentrum zoals: infomomenten, contactennamiddagen ook in dit weekblad vermeld. De Deevebabbel is wekelijks en wordt af en toe uitgebreid met een verslag van een activiteit, medische rubriek( gezonde voeding, vaccinaties, maatregelen bij hitte…), bevindingen van de bewoners,… - Bibliotheek In 2008 werd een samenwerking met de bibliotheek van het Rode Kruis gestart. Een brede waaier van boeken zoals grootletterboeken, prentenboeken, strip voor kinderen en volwassenen, doe-boeken in alle genres is beschikbaar en wordt om de zes maanden vernieuwd. Ook recente boeken zijn hierin opgenomen. Een vrijwilliger neemt de deze taak voor zijn rekening. Maandelijks gaat hij zowel bij de woonzorgcentrumbewoners als bij de flatbewoners langs. De maandelijkse bezoeken betekenen zowel een mogelijkheid tot uitlenen als tot persoonlijk contact. Op 26/05/2008 werd de bibliotheek voorgesteld aan de woonzorgcentrumbewoners, familie en flatbewoners bij een gezellige koffietafel. - Een open cultuur en positieve beeldvorming wordt gerealiseerd door: Familiewerking Zoveel als mogelijk de familie bij alle activiteiten uit te nodigen en te betrekken en dit nog extra kracht bij te zetten door het organiseren van activiteiten specifiek voor de bewoners en hun familie, zoals de nieuwjaarsfeestmaaltijd, de barbecue, het mosselsouper, voorstelling werking WZC, rondleiding en voorstelling van de verschillende diensten. Familieraden. Bewoners en familie kinnen ook steeds gebruik maken van het restaurant van het dienstencentrum om samen een maaltijd te gebruiken. Andere lokalen staan tevens ter beschikking van de bewoners en hun familie om samen met de familie iets te vieren: verjaardag, huwelijk kleinkind,………. Dagelijks gebruik van uithangborden: aankondigingen, zoekertjes, verslagen van activiteiten met foto‟s,… Op die manier kan iedereen dagelijks kennis maken met het leven binnen en buiten het woon-en zorgcentrum. Er worden tevens presentatiemappen gemaakt met alle foto‟s die men tegen een kleine vergoeding kan aankopen. Contacten met jongerengroepen zoals vormelingen, studenten tweede en derde graad middelbaar onderwijs. Voor de tweede maal ism het dienstencentrum en “ de bron” : Project Wijsneuzen: jong en oud, hand in hand, vaak hebben ze meer gemeen dan ze vermoeden. Hoe verschillend hun leefwereld ook is, raakpunten zijn er ten over. Doelstellingen: Integratie en wisselwerking tussen jongeren en ouderen Kennismaken met de passieve en de actieve oudere
138
Binnentreden in de leefwereld van de oudere en anderzijds in de leefwereld van de jongere. Ontdekken van verschillen. Andere contacten met jongeren: Vormelingen krijgen een rondleiding in het woonzorgcentrum en nemen deel aan een praatgroep samen met de bewoners waar het thema “vroeger en nu” wordt besproken, bezoek van het tweede leerjaar van de plaatselijke school ter kennismaking met een woonzorgcentrum: rondleiding en Bingo samen met de bewoners, kleuters van de plaatselijke school komen naar het klaasfeestje. - Vrijwilligers. Ondersteunen van de leefgroepwerking: kaartersclub, herstelnamiddag, zangnamiddag,… Bijscholing Jaarlijks worden alle vrijwilligers van het OCMW uitgenodigd op een vrijwilligersfeest: voordracht, aperitief, een maaltijd en een kleine attentie worden hen aangeboden. - De instelling levert inspanningen om de zelfredzaamheid van de bewoners te behouden, te bevorderen of te herstellen door het stimuleren en organiseren van activiteiten van het dagelijks leven (A.D.L.-functies). Waar nodig wordt ook gezorgd voor reactiverings- en oriënteringstherapie (R.O.T.). Het toepassen van A.D.L. heeft als doel : * de zelfstandigheid van de bejaarde bewoner behouden * het zelfbeeld verhogen * het gevoel van eigenwaarde verhogen * activiteit stimuleren * fysische achteruitgang voorkomen * hygiëne is belangrijk. Dit houdt tevens in voorstellen en/of zorgen voor aangepast gebruiksmateriaal zoals aangepaste drinkbekers, aangepast eetgerei,... - aandacht voor zit- en ligcomfort : Het aangepast zitmateriaal, comfortkussens en ander comfortmateriaal uitgebreid volgens de behoeften. In team worden de nodige aanpassingen voorzien en geëvalueerd.
wordt
- maaltijdbegeleiding. - deelname aan het maandelijks team en bewonersbespreking of IDO teneinde de begeleiding van de bewoner te evalueren en te optimaliseren. - Actief bijwonen van de opnames en verantwoordelijk voor de sociale en familiale anamnese van de bewoner. - Specifieke werking die zich richt naar dementerenden.
139
De werking dementerenden wordt gestructureerd en uitgebreid, ten einde de omgang en begeleiding van zowel de dementerende persoon en de familie te optimaliseren: Opmaken van een intentieverklaring en bekendmaking van de intentieverklaring naar verzorgend en verplegend personeel en onderhoudspersoneel. Bekendmaking referentiepersoon dementie en bepalen van de taken: In 2004 heeft een ergotherapeute werkzaam in ons woonzorgcentrum de 10 daagse opleiding referentiepersoon dementie, georganiseerd door Expertisecentra Dementie Vlaanderen gevolgd, met nadien op regelmatige basis een bijscholing inzake dementie. Deze functie houdt in: Zich bekend maken als referentiepersoon: Bij familie: door vermelding in de opnamebrochure, samen met de visietekst. Bij het personeel: op algemene vergaderingen en door op te nemen in brochure “ introductie van nieuwe medewerkers”, samen met de visietekst. Bij vrijwilligers: door op te nemen in onthaalbrochure/afsprakennota bij introductie van een nieuwe vrijwilliger, evenals de visietekst. Bijscholing inzake dementie volgen en implementeren naar de werkvloer toe, hetzij continu, hetzij op vergaderingen verzorgend, verplegend personeel en onderhoudspersoneel, hetzij door organiseren van bijscholingen inzake dementie, waarbij we zeker de belangrijkheid van de aanwezigheid van het onderhoudspersoneel benadrukken en tevens die van de vrijwilligers. Constante begeleiding en bijsturing van personeel en vrijwilligers op de afdeling. Begeleiden van familie, hetzij op individuele vraag, hetzij door het organiseren van informatiesessies, zelf geven, gegeven door derden of door gebruik te maken van het geheugenspel “ de Bovenkamer” en dit op regelmatige basis. Zorgen voor voldoende en de nodige informatie omtrent een dementerende bewoner om een optimale begeleiding mogelijk te maken tijdens het verblijf in het woonzorgcentrum. Begeleiden van de werkgroep. De referentiepersoon zorgt tevens voor aangepaste activiteiten zoals hierboven beschreven, zelf uit te voeren of door derden. Als voorbeelden van specifieke activiteiten kunnen we aanhalen: verwennamiddagen, handmassage, relaxatiebad, voetmassage, gezichtsmassage, reminiscentie, geheugenoefeningen, zintuigelijke stimulatie, zintuigelijke groepjes, ontbijt zoals vroeger,……. Oprichten van een werkgroep en taakomschrijving: Deze werkgroep wordt begeleid door de referentiepersoon dementerenden en is verder samengesteld door een vertegenwoordiging van de andere disciplines. Zij stellen zich als doel: omgangsproblemen met bewoners te bespreken en mogelijke oplossingen aanbieden.
140
doorgeven van informatie omtrent dementie, benadering en begeleiding. de leden fungeren als “ voortrekkers” binnen hun eigen discipline. Op regelmatige tijdstippen komt de werkgroep samen. In het kader van dementie werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met De Misthoorn. Om mensen met dementie en hun omgeving concreet te ondersteunen werd De Misthoorn opgericht. De Misthoorn wil voor de mensen uit Meulebeke een aanspreekpunt zijn, dicht in de buurt, waar je met al je vragen over dementie terecht kan. Er werd een lokale adviesgroep dementie opgericht, met de referentiepersoon dementie en een vertegenwoordiging van o.a. de huisartsen, ziekenhuizen, thuiszorgdiensten, mutualiteiten, mantelzorgverenigingen en de Expertisecentra Dementie. - Kinesitherapie De kinesiste behandelt de R.V.T.-bewoners en ook de bewoners waarvoor het O.C.M.W. tussenkomst verleent. De kinézaal bevindt zich op het gelijkvloers. 5.2.2.3.1.7. Reglement van orde en opnameovereenkomst Het woonzorgcentrum Ter Deeve beschikt over een huishoudelijk reglement en een opnameovereenkomst. Bijlage 13 : Huishoudelijk reglement en opnameovereenkomst woonzorgcentrum Ter Deeve
Evaluatie (Grenswaarden) Criterium Optimaal Neutraal a. Autonomie
De voorziening voldoet aan de wettelijke normen Over dit aandachtspunt zijn positieve uitspraken te vinden in de inspectieverslagen - In het zorgstrategisch plan wordt voldoende aandacht gegeven aan dit aandachtspunt b. Formele De voorziening inspraak en voldoet aan de communicatiewettelijke normen kanalen Over dit aandachtspunt zijn positieve uitspraken te vinden in de inspectieverslagen
Aandachtspunt
De voorziening voldoet aan de wettelijke normen Over dit aandachtspunt zijn geen negatieve uitspraken te vinden in de inspectieverslagen
141
(IDO, klachtenprocedure, bewonersen familieraad) - In het zorgstrategisch plan wordt voldoende aandacht gegeven aan dit aandachtspunt
142
c. Animatie
De voorziening voldoet aan de wettelijke normen Over dit aandachtspunt zijn positieve uitspraken te vinden in de inspectieverslagen - In het zorgstrategisch plan wordt voldoende aandacht gegeven aan dit aandachtspunt d. Reglement van De voorziening orde en opname- voldoet aan de overeenkomst wettelijke normen Over dit aandachtspunt zijn positieve uitspraken te vinden in de inspectieverslagen - In het zorgstrategisch plan wordt voldoende aandacht gegeven aan dit aandachtspunt
De voorziening voldoet aan de wettelijke normen Over dit aandachtspunt zijn geen negatieve uitspraken te vinden in de inspectieverslagen
De voorziening voldoet aan de wettelijke normen Over dit aandachtspunt zijn geen negatieve uitspraken te vinden in de inspectieverslagen
143
5.2.2.3.2. Aandacht voor de leefomgeving van de bewoner van een thuiszorgvoorziening: lokaal dienstencentrum Ter Deeve
5.2.2.3.2.1. Visie Het lokaal dienstencentrum Ter Deeve voldoet aan de minimale kwaliteitseisen (privacy, discretie, waardigheid, autonomie, zelfredzaamheid, zorg op maat, inspraak, bereikbaarheid en toegankelijkheid, integrale benadering, vrijheid van meningsuiting, eigentijds aanbod, signaalfunctie, doeltreffendheid, evaluatie van doeltreffendheid, ondersteunen en inschakelen van vrijwilligers, methodieken). De visie luidt als volgt: Het lokaal dienstencentrum Ter Deeve is: Een open ontmoetingsplaats voor iedereen uit de gemeente, met nadruk op senioren. Door informatie, dienstverlening, vorming en een gevarieerd activiteitenaanbod streeft het lokaal dienstencentrum naar enerzijds een kwaliteitsvol leven van de gebruiker en anderzijds een zolang mogelijk zelfstandig wonen. De bezoeker, gebruiker, - wordt door het personeel en de medewerkers respectvol en waardig benaderd, rekeninghoudend met zijn privacy; - krijgt op iedere vraag een passend antwoord en wordt daadwerkelijk geholpen; - krijgt de nodige inspraak in de werking. Troeven van het lokaal dienstencentrum : - Onze doelstellingen realiseren door te werken met deskundig personeel en aangepaste methodieken; - het stimuleren van de inzet van vrijwilligers en hen ondersteunen binnen de werking; - Een eigentijds aanbod, rekeninghoudend met maatschappelijke behoeften; - Samenwerken met andere organisaties binnen de thuiszorg; - Het signaleren van noden en behoeften van de gebruikers en suggesties geven aan het bestuur. 5.2.2.3.2.2. Autonomie Het dienstencentrum eerbiedigt de persoonlijke, filosofische of godsdienstige overtuiging van elke bezoeker en/of gebruiker.
144
- Elke inwoner die behoort tot de gespecificeerde doelgroep kan de thuiszorgdiensten van het lokaal dienstencentrum bekomen, mits inachtneming van het gebruikersreglement (poetsdienst, maaltijden, mindermobielencentrale,…). - Iedere bezoeker gaat vrij in en uit het lokaal dienstencentrum. - Alle gemeenschappelijke lokalen van het huis zijn toegankelijk voor de bewoners. Voor sommige activiteiten is vooraf inschrijven noodzakelijk (bv. feestelijkheden, vorming). - Het hoofdgebouw van het dienstencentrum is overdag toegankelijk via het onthaal. Het woonzorgcentrum en dienstencentrum is in principe om 21 uur afgesloten (nachtbel), tenzij er na dit uur activiteiten doorgaan. - In de centrumraad (zie verder) kan men suggesties geven omtrent activiteiten, noden,… - Via de meldingskaart kunnen gebruikers suggesties geven omtrent de thuiszorgdiensten. - Het staat iedere gebruiker vrij de thuiszorgdienst op te zeggen. 5.2.2.3.2.3. Formele en informele inspraak- en communicatiekanalen De centrumraad (werkgroep) is een belangrijk instrument voor de goede werking van het lokaal dienstencentrum. Er wordt samen gewerkt aan kwaliteit, vernieuwende activiteiten, verzorgde uitwerking van feestelijkheden, …. Verbeteringsvoorstellen: Het OCMW beschikt over een “ideeënbus” / procedure verbeteringsvoorstellen en “meldingskaart” waarbij gebruikers, bezoekers, bewoners, familieleden of personeel ideeën kunnen posten. Suggesties, bemerkingen en klachten kunnen door de bewoner of door de centrumraad of meldingskaart worden genoteerd. Aan de indiener van een klacht wordt, uiterlijk binnen de 14 kalenderdagen, het gevolg dat aan de suggestie of klacht gegeven wordt, meegedeeld. De thuiszorgverantwoordelijke organiseert periodiek een onder de gebruikers van de thuiszorgdiensten.
tevredenheidsenquête
Tijdens iedere langlopende cursus en in de clubs zijn er contactpersonen die als signaalgever fungeren naar de centrumleider. Bij eventuele problemen op praktisch vlak met de leraar of met de groep kan kort op de bal gespeeld worden. 5.2.2.3.2.4. Het sociale leven binnen het lokaal dienstencentrum Het lokaal dienstencentrum is wekelijks minstens 42,5 uur geopend als ontmoetingsplaats voor de gebruikers. Door o.a. de lage drempel, de variatie aan activiteiten, de goeie accommodatie en ligging, ontstaan er vele ontmoetingskansen. De gelegenheid tot contacten is op vele manieren mogelijk: informeel in de cafetaria die door vrijwilligers wordt gerund, of intensiever tijdens vorming, recreatie of clubactiviteiten.
145
De gebruikers van de thuiszorgdiensten en/of de inwoners van de gemeente worden niet tot sociale contacten gedwongen, maar vanuit iedere personeelsgroep wordt er gepoogd om isolement tegen te gaan. In de toekomst wordt dit een uitdaging van het lokaal dienstencentrum door o.m. de uitbouw van de boodschappendienst, de huisbezoeken i.s.m. de sociale dienst van het OCMW en de rol van de medewerkers van de thuiszorgdiensten. 5.2.2.3.2.5. Animatie en facultatieve diensten Tijdens de voorbije werkjaren werd gestreefd naar de normen van het Thuiszorgdecreet van 14 juli 1998. In de toekomst wordt gestreefd naar de normen van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009. Het lokaal dienstencentrum Ter Deeve organiseerde en organiseert activiteiten van algemeen informatieve aard, activiteiten van recreatieve aard en activiteiten van vormende aard. Het lokaal dienstencentrum biedt ook hulp bij activiteiten dagelijks leven en verricht voldoende optionele werkzaamheden. Het lokaal dienstencentrum werkt steeds nauw samen met zijn vrijwilligers. Zij krijgen de nodige ondersteuning, inspraak en verantwoordelijkheid. Voor een bespreking van het dienstenaanbod wordt verwezen naar het hoofdstuk “Profileringsintentie van het lokaal dienstencentrum Ter Deeve” (zie hoger) en de jaarverslagen. 5.2.2.3.2.6. Reglement van orde en opnameovereenkomst Het lokaal dienstencentrum beschikt over een gebruikersreglement voor de lokalen en een gebruikersreglement en overeenkomst voor de thuiszorgdiensten. Bijlage 14 : Huishoudelijk reglementen en overeenkomsten lokaal dienstencentrum Ter Deeve
146
Evaluatie (Grenswaarden) Aandachtspunt Neutraal Criterium Optimaal a. Formele - De voorziening - De voorziening inspraak en voldoet aan de voldoet aan de communicatiewettelijke normen wettelijke normen kanalen Over dit Over dit aandachtspunt zijn aandachtspunt zijn positieve geen negatieve uitspraken te uitspraken te vinden in de vinden in de inspectieverslagen inspectieverslagen In het zorgstrategisch plan wordt voldoende aandacht gegeven aan dit aandachtspunt b. Reglement van orde en opname- Niet van toepassing op lokale en regionale dienstencentra overeenkomst
147
5.2.2.4. Aantoonbare relatie met andere voorzieningen en verenigingen in de regio
5.2.2.4.1. Bestaande samenwerkingsverbanden Het OCMW-woonzorgcentrum Ter Deeve heeft overleg op regelmatig vastgestelde tijdstippen met de ouderenvoorzieningen uit de omgeving. - Overlegbijeenkomsten vzw GVO, woonzorgcentrum Sint-Vincentius en centrum voor kortverblijf Brevis Meulebeke en OCMW Meulebeke, woonzorgcentrum Ter Deeve, lokaal dienstencentrum Ter Deeve en serviceflats Deeveland Meulebeke. - Overlegbijeenkomsten (“gebiedsgericht werken binnen de regio Izegem – Overleg bejaardenzorg”) van de sociale diensten van de Izegemse ziekenhuizen en de sociale diensten van de woonzorgcentra uit de Izegemse regio. - Overlegvergaderingen omtrent de samenwerking tussen de RVT‟s/WZC‟s in de regio Tielt en de G-diensten van het Sint-Andriesziekenhuis Tielt. - Overeenkomst Palliatieve zorg tussen vzw Netwerk Palliatieve Zorg “De Mantel” (Midden West-Vlaanderen), woonzorgcentrum Ter Deeve Meulebeke en vzw H. Hartziekenhuis Roeselare. - Overeenkomst tussen OCMW Meulebeke, woonzorgcentrum Ter Deeve, en vzw Sint-Andriesziekenhuis Tielt inzake onderlinge samenwerking en functionele binding tussen beide voorzieningen. - Samenwerkingsinitiatief “zorgnetwerk regio Tielt” (i.h.k.v. vzw SIT, zie verder). - Samenwerkingsinitiatief “wonen regio Tielt” en “woonwinkel”, met woonzorgcoördinator (vanaf 2010).
Naar aanleiding van de ontwikkeling en uitwerking van de toekomstvisie van het OCMW Meulebeke en de opmaak van het zorgstrategisch plan werd specifiek overleg gepleegd met vzw GVO, uitbater van het woonzorgcentrum Sint-Vincentius en het centrum voor kortverblijf Brevis, namelijk op 09/10/2008, 08/01/2009, 29/01/2009, 05/03/2009, 30/04/2009, 29/06/2009, 24/03/2010, 12/04/2010, 27/04/2010 5/07/2010 en 7/01/2010. Daarnaast werd voor de verdere uitwerking van de toekomstvisie en het zorgstrategisch plan overleg gepleegd met sociale huisvestingsmaatschappij De Mandel cv en in het Lokaal Woonoverleg Meulebeke, op 13/11/2009 en op 19/01/2010. Voor dit zorgstrategisch plan werden eveneens afstemmingsvergaderingen georganiseerd met de thuiszorgdiensten, seniorenverenigingen, sociale actoren en residentiële zorgvoorzieningen. Daarnaast zijn de andere ouderenvoorzieningen uit de regio vertegenwoordigd op de afstemmingsvergaderingen. Er is dus bijgevolg sprake van overleg met de omliggende ouderenvoorzieningen, zowel op regelmatige als op onregelmatige basis. Naast de bestaande samenwerkingsverbanden die betrekking hebben op de relevante voorzieningen uit de regio vonden meer dan ernstige pogingen tot overleg en effectieve afstemmingsvergaderingen plaats.
148
Evaluatie (Grenswaarden) Criterium Optimaal Aantoonbare relatie Er zijn gedefinieerde met andere samenwerkingsverbanden residentiële met de relevante voorzieningen voorzieningen uit de regio. Er is op regelmatig vastgelegde tijden overleg met de omliggende voorzieningen. Criterium 2.2.4.
Neutraal
Aandachtspunt
5.2.2.4.2. Aantoonbare relatie met de thuiszorg en andere zorgvormen, huisartsen en (de zorgprogramma‟s geriatrie van de algemene) ziekenhuizen
5.2.2.4.2.1. Samenwerkingsverbanden met thuiszorg a) Familiezorg West-Vlaanderen vzw In zitting van 13 november 2008 keurde de OCMW-Raad Meulebeke een samenwerkingsovereenkomst goed met de Dienst voor integrale thuiszorg Familiezorg West-Vlaanderen vzw en regiohuis Tielt. Deze samenwerking wordt gerealiseerd aan de hand van: - wederzijdse informatieuitwisseling m.b.t. de respectievelijke hulp- en zorgverlening; - doorverwijzing; - overleg en afstemming van zorg, steeds in samenwerking met de cliënt, i.f.v. dienstverlening en continuïteit; - periodieke bijeenkomst van vertegenwoordigers van beide organisaties. Bijlage 15 : Samenwerkingovereenkomst met Familiezorg West-Vlaanderen vzw
Opmerking: De serviceflatbewoners hebben op heden verschillende mogelijkheden om aan hun zorgbehoevendheid tegemoet te komen. (familiehulp of poetsdienst; thuisverpleging; de diensten van het OCMW). - Familiehulp/Familiezorg: 15 bewoners in 2009. - Thuisverpleging: 29 bewoners in 2009. b) Lokaal dienstencentrum Ter Deeve Een belangrijke partner inzake thuiszorg is het lokaal dienstencentrum Ter Deeve. Dit werd reeds uitvoerig hierboven beschreven: poetsdienst, warme maaltijden aan huis of in het restaurant, mindermobielencentrale, buurtwerk … c) SEL Midden West-Vlaanderen Het OCMW Meulebeke, met woonzorgcentrum Ter Deeve, serviceflats Deeveland en lokaal dienstencentrum Ter Deeve, is lid van het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnsgezondheidszorg SEL Midden West-Vlaanderen, voorheen het
149
Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg (SIT). De kerntaken van het SEL Midden WestVlaanderen zijn: - het ondersteunen, bewaken en aanmoedigen van het multidisciplinair overleg in de thuiszorg (te realiseren door de OCMW‟s, de dienstencentra en de andere zorgaanbieders); - het zorgcontinuüm van de patiënt verzekeren; - communicatie en interactie. Bijlage 16 : Toetreding SEL
d) Werkingssubsidies Naast deze feitelijke samenwerkingsverbanden worden er jaarlijks werkingssubsidies voorzien vanuit het OCMW. Het OCMW komt namelijk tussen in de werking van verschillende diensten voor gezins- en bejaardenhulp (Familiehulp, Familiezorg, Solidariteit voor het Gezin en Bond Moyson). Zij verstrekt hierbij een bijdrage van per uur dat de diensten spenderen aan de verzorging van gezinnen en bejaarden in Meulebeke. In 2009 was dit € 9.916 voor 34.025 uren.
e) Provinciale werkgroep thuiszorg West-Vlaanderen Het lokaal dienstencentrum Ter Deeve en OCMW Meulebeke zijn lid van de provinciale werkgroep thuiszorg West-Vlaanderen. Deze werkgroep beoogt een uitwisseling van kennis en een verbetering van de werking door samenwerking. 5.2.2.4.2.2. Samenwerking met de huisartsen en de zorgprogramma‟s van de algemene ziekenhuizen a) Samenwerking met CRA Er is een samenwerkingsovereenkomst met Dr. Vermaete, die aangewezen geneesheer is. Dr. Vermaete is ook CRA in het woonzorgcentrum Sint-Vincentius (woonzorgzone). Hij werd betrokken in het ontwikkelen van de beschreven toekomstvisie en was aanwezig op de afstemmingsvergadering van 21/01/2010. Bijlage 17: Overeenkomst met de CRA en reglement van inwendige orde voor huisartsen
b) Samenwerkingsverbanden met huisartsen Er bestaat een reglement van orde voor de interne medische organisatie dat is ondertekend door de bezoekende huisartsen. c) Samenwerkingsverband met het Netwerk Palliatieve Zorg Het woonzorgcentrum Ter Deeve is ook lid van het Netwerk Palliatieve Zorg “De Mantel” Midden West-Vlaanderen. Dit lidmaatschap heeft tot doel de nodige informatie in te winnen en vrijwilligers in te schakelen in de palliatieve zorg. Het
150
netwerk geeft tevens ook de nodige begeleiding wanneer het personeel geconfronteerd wordt met een palliatieve zorgsituatie in het woonzorgcentrum. Bijlage 18: Overeenkomst palliatieve zorg
d) Ziekenhuizen Naast de overlegbijeenkomsten “gebiedsgericht werken binnen de regio Izegem – Overleg bejaardenzorg” van de sociale diensten van de Izegemse ziekenhuizen en de sociale diensten van de woonzorgcentra uit de Izegemse regio en de overlegvergaderingen omtrent de samenwerking tussen de RVT‟s/WZC‟s in de regio Tielt en de G-diensten van het Sint-Andriesziekenhuis Tielt, heeft het OCMW Meulebeke een overeenkomst afgesloten met vzw Sint-Andriesziekenhuis Tielt inzake onderlinge samenwerking en functionele binding tussen beide voorzieningen. Bijlage 19: Overeenkomst tussen OCMW Meulebeke (Ter Deeve) en Sint-Andriesziekenhuis Tielt
5.2.2.4.2.3. Sociale dienst OCMW De sociale functie van het woonzorgcentrum Ter Deeve, de serviceflats Deeveland, de sociale woningen Bloemenhove en het lokaal dienstencentrum Ter Deeve is volledig geïntegreerd in de werking van de sociale dienst van het OCMW Meulebeke. 5.2.2.4.2.4. Sociaal huis en (thuis)zorgloket De sociale dienst van het OCMW en het huidig woon- en dienstencomplex staat in verbinding met het “Sociaal Huis” van Meulebeke. Hier is het huidig “thuis- en woonzorgloket” gevestigd waar alle vragen en problemen in verband met thuiszorg en woonzorg worden gecoördineerd en begeleid. Het OCMW wil samen met de cliënt en partners (bv. de woonwinkel, thuiszorgdiensten enz.) het zorgtraject helpen afleggen. Een belangrijk onderdeel van de huidige en toekomstige OCMW-site is het centraal gelegen onthaal, in aansluiting met een nieuwe, centrale en multifuncitonele ontmoetingsruimte. Dit onthaal wordt hét aanknooppunt van het woonzorgcentrum, de aanleunwoningen/assistentiewoningen en het dienstencentrum. De centrale locatie en verbouwing hiervan is dan ook onontbeerlijk. Bij deze ruimte wordt een zorgloket, met woon-zorg-coördinator, gerealiseerd: een centrale dienst waar alle vragen en problemen in verband met bejaardenzorg worden opgevangen, gestuurd en gecoördineerd. Dit zorgloket zal een coördinerende rol spelen in het aanbieden van de gepaste hulp- en dienstverlening „op maat‟ volgens de behoeften van de zorgvrager. Dit zorgloket wordt geïntegreerd in het centraal gedeelte van het complex en heeft als bijzondere doelstellingen: - Centrale verpleegpost met een centraal beheerd domotica-, en oproepsysteem; - Doorverwijzen en samenwerking met andere diensten en voorzieningen in de regio en daarbuiten;
151
- Vragen die zich via het sociaal zorgloket aandienen, moeten in functie van de specifieke vraag de beste oplossing krijgen (zorg op maat). Bekendmaking van het bestaan en de rol van het zorgloket aan de bewoners is hierbij een noodzaak; - Woonzorgcoördinatie (door permanent overleg tussen dagelijks verantwoordelijke van het woonzorgcentrum en serviceflats/assistentiewoningen, centrumleider dienstencentrum, thuiszorgcoördinator). In functie van de „zorgvraag‟ die zich aandient bij het „zorgloket‟ zal, na onderzoek en bespreking van de specifieke noden en zorgeisen, een oplossing van „zorg op maat‟ gegeven worden, gaande van verschillende thuisondersteunende mogelijkheden tot één van de verschillende intramurale woonvormen die in de toekomst zullen aangeboden worden in de woonzorgzone. 5.2.2.4.2.5. Dementie In het kader van dementie werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met De Misthoorn. Om mensen met dementie en hun omgeving concreet te ondersteunen werd De Misthoorn opgericht (oorspronkelijk in Ingelmunster). De Misthoorn wil voor de mensen uit Meulebeke een aanspreekpunt zijn, dicht in de buurt, waar je met al je vragen over dementie terecht kan. Er werd een lokale adviesgroep dementie opgericht, met de referentiepersoon dementie en een vertegenwoordiging van o.a. de huisartsen, ziekenhuizen, thuiszorgdiensten, mutualiteiten, mantelzorgverenigingen en de Expertisecentra Dementie. Er is een samenwerkingsovereenkomst en contacten* met de verantwoordelijken hieromtrent met volgende partners: - Woonzorgcentrum Maria Rustoord Ingelmunster - Woonzorgcentrum Ter Deeve Meulebeke - Woonzorgcenctrum Deken Darras Tielt* - OCMW Ingelmunster - Gemeentebestuur Ingelmunster - OCMW Meulebeke - Gemeentebestuur Meulebeke - OCMW Tielt* - Stadsbestuur Tielt* 5.2.2.4.2.6. Overige samenwerkingsverbanden a) vzw Dynamica Meulebeke Het OCMW heeft een samenwerkingsovereenkomst met vzw Dynamica, een vereniging ten dienste van gehandicapten in de regio Meulebeke, o.a. inzake het gebruik van lokalen en materialen, mindermobielenvervoer, doorverwijzen en onderlinge dienstverlening. b) Ad-hoc samenwerkingsverbanden
152
In 2008 en 2009 ging het lokaal dienstencentrum en woonzorgcentrum samenwerkingsverbanden aan met o.a. ASO school De Bron, het Davidsfonds, yogagroepen, SAR, bibliotheek, CM Ziekenzorg en GOSA. Ook in de toekomst blijft dit een belangrijk uitgangs- en werkpunt. c) Intergemeentelijk samenwerkingsinitiatief wonen regio Tielt Het OCMW en gemeentebestuur zijn lid van het intergemeentelijk samenwerkingsinitiatief wonen regio Tielt. Het gemeentebestuur zorgt hierbij voor financiële en materiële ondersteuning. In 2009 werd de woonwinkel opgericht en in 2010 werd de werking versterkt met o.a. een woonzorgcoördinator. d) Vertegenwoordiging vanuit het OCMW bij Mivalti Mivalit is het Tieltse regionale centrum voor opvang en begeleiding van personen met een handicap. e) Samenwerking en vertegenwoordiging bij het LOGO Roeselare-Tielt Om coördinatie en overleg inzake ziektepreventie en gezondheidsbevordering te verkrijgen werden in 1998 door de Vlaamse Gemeenschap lokale gezondheidsnetwerken (Logo's) opgericht in heel Vlaanderen. Hoofddoel van de oprichting van de Logo's is te komen tot een betere coördinatie en afstemming binnen de preventieve gezondheidszorg. Het accent komt vooral te liggen op lokaal gerichte acties, netwerkvorming, het op elkaar afstemmen van organisaties en wetenschappelijk gefundeerd en projectmatig werken. Naast deze algemene opdracht hebben de Logo's de specifieke opdracht om de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen te implementeren. f) Samenwerkingsovereenkomst Kringwinkel West-Vlaanderen Het OCMW heeft met de Kringwinkel Midden West-Vlaanderen een samenwerkingsovereenkomst afgesloten betreffende doorverwijzing voor de aankoop met korting. Daarenboven levert de kringwinkel “aan huis” in het OCMWcomplex en haalt het materialen op ter plaatse. Deze dienst wordt veelvuldig gebruikt bij verhuis, opname of overlijden in het woonzorgcentrum en/of het serviceflatcomplex. g) Voedselverdeelpunt De Stamper vzw, Izegem In 2009 deelde het OCMW Meulebeke voor een bedrag van 2.363,20 euro mee in de kosten van vzw voedselverdeelpunt Izegem. h) Regionaal sociaal verhuurkantoor (RSVK) Tielt In 2009 deelde het OCMW Meulebeke voor een bedrag van 5.515,50 euro mee in de kosten naar aanleiding van de samenwerking met het RSVK.
153
i) Regionale dienst schuldbemiddeling (Bijdrage door het OCMW van 13.540 euro in 2009) j) Regionale dienst tewerkstelling (Bijdrage door het OCMW van 2.397 euro in 2009) k) Vertegenwoordiging bij Lokale Werkwinkel Tielt l) Vertegenwoordiging bij de Gezinsraad Meulebeke m) Vertegenwoordiging bij de Lokale Adviescommissie Gas-Water-Elektriciteit (LAC) n) Huisvestingsdienst Regio Izegem (Bijdrage door het OCMW van 2.500 euro in 2009 i.h.k.v. tewerkstelling)
154
Evaluatie (Grenswaarden) Neutraal Criterium Optimaal a. Aantoonbare Er is een vlotte relaties met samenwerking andere (“aantoonbare relatie”) met zorgactoren de relevante zorgactoren in het werkingsgebied van de voorziening: - Diensten voor gezinshulp - Diensten voor thuisverpleging - (Semi-)residentiële thuiszorgvoorzieningen - Huisartsen en programma‟s geriatrie van de algemene ziekenhuizen - Andere : - Bv. Palliatieve zorg, SEL, Dynamica vzw, CM Ziekenzorg, GOSA,…
Aandachtspunt
ÉN: De voorziening is in staat de klant te informeren over het aanbod van de andere zorgactoren in zijn werkingsgebied.
Opmerking: De informatie- en doorverwijsfunctie wordt in de toekomst verder ondersteund en uitgebouwd in het kader van het zorgloket en de woonzorgzone.
155
Criterium b. Relatie met de programma‟s geriatrie van de algemene ziekenhuizen
Neutraal Optimaal Er is een vlotte samenwerking (“aantoonbare relatie”) met de programma‟s geriatrie van de algemene ziekenhuizen in het werkingsgebied van de voorziening.
Aandachtspunt
ÉN: Er is samenwerking met de programma‟s geriatrie van de algemene ziekenhuizen gericht op doorverwijzing van klanten. De voorziening is in staat de klant te informeren over het aanbod van de programma‟s geriatrie van de algemene ziekenhuizen in zijn werkingsgebied.
156
5.2.2.5. Afstemming van het zorgstrategisch plan
5.2.2.5.1. Stuurgroep lokaal sociaal beleid Meulebeke
5.2.2.5.1.1. Lokaal sociaal beleidsplan Meulebeke Bij de startvergadering van 27 januari 2005 voor het eerste lokaal sociaal beleidsplan (LSB) werden ruim 70 personen en instanties uitgenodigd in het OCMW en gevraagd te participeren om de nieuwe opdracht tot een goed einde te brengen: naast lokale mandatarissen en ambtenaren, ook afgevaardigden van de gemeentelijke raden en verenigingen, vakbonden, mutualiteiten, onderwijsinstellingen, de kinderopvangdiensten, de Gezinsbond, de huisvestingsmaatschappij, het RSVK,… Op de Trefdag Lokaal Sociaal Beleid op 17 oktober 2007 waar de omgevingsanalyse zou worden besproken, werd andermaal een overleg gevraagd met de lokale actoren met directe betrokkenheid op de gemeente. Alle actoren en overlegorganen in de omgevingsanalyse vernoemd als zijnde gevestigd in Meulebeke of voor hun werking in Meulebeke aanwezig werden uitgenodigd. Op 17 oktober 2007 ging de Trefdag Lokaal Sociaal Beleid door met 40 aanwezigen, die na een plenum participeerden in de werkgroepen. Na de trefdag maakte de seniorenadviesraad (SAR) nog een bijkomend waardevol voorstellendocument over, dat in de stuurgroepvergadering van 13 maart 2008 werd besproken en geïntegreerd in de studie. Zoals hierboven reeds beschreven kunnen de resultaten ervan op het vlak van woonzorg als volgt worden samengevat: Het is de uitdrukkelijke wens van de actoren om doelgroepen te begeleiden op het vlak van wonen. Dit omvat onder meer het instandhouden en bouwen van een sociaal patrimonium aan serviceflats, assistentiewoningen, huurwoningen en huurappartementen, en het voorzien van opvang voor zorgbehoevende bejaarden in het woonzorgcentrum. Daarenboven wordt groot belang gehecht aan het verbeteren van de woonkwaliteit en verbeterde voorzieningen om langer thuis te kunnen wonen. De vraag naar een lokaal en laagdrempelig netwerk van diensten gericht op gezinnen en doelgroepen, dit zowel op basis van eigen initiatief als van samenwerking. Daarnaast wordt door de actoren tevens belang gehecht aan de diensten die in Meulebeke gezondheidszorg organiseren, betrokken zijn op personen met gezondheidsproblemen of die gezins-, bejaarden- en mantelzorg organiseren.
157
5.2.2.5.1.2. Afstemming van het zorgstrategisch plan met de stuurgroep lokaal sociaal beleid Meulebeke Op 25/02/2009 werd de toekomstvisie en het desbetreffend ontwerp van zorgstrategisch plan van het OCMW, in opvolging van het lokaal sociaal beleidsplan Meulebeke, voorgelegd aan de stuurgroep lokaal sociaal beleid Meulebeke. De stuurgroep is samengesteld uit afgevaardigden van het College van Burgemeester en Schepenen, afgevaardigden van de OCMW-Raad, de secretarissen van gemeente en OCMW Meulebeke en de hoofdmaatschappelijk werker van het OCMW. Agenda: 1) Voorstelling van de regio-analyse / het ontwerp van zorgstrategisch plan 2) Voorstelling van de visie en de ideeën rond het zorgstrategisch plan van het OCMW Meulebeke. 3) Bespreking van de aandachtspunten geformuleerd door de afgevaardigden van de voorzieningen uit de regio, de thuiszorgorganisaties actief in de regio en de relevante sociale actoren. 4) Afstemming Verslag van de afstemmingsvergadering met de stuurgroep lokaal sociaal beleid Meulebeke op 25/02/2010 om 10u Aanwezig: Dhr. Daniël Vanpoucke, Burgemeester Meulebeke; Dhr. Géry Claerhout, schepen van Gezins- en Seniorenwerking Meulebeke; Dhr. Willy Maes, secretaris gemeente Meulebeke; Mevr. Nele Gelaude, schepen; Dhr. Luc Vullers, Voorzitter OCMW Meulebeke; Dhr. Willy Claerhout, Raadslid OCMW Meulebeke, Dhr. Tom Vanpoucke, Secretaris OCMW Meulebeke; Dhr. Hendrik Vanhee, hoofdmaatschappelijk werker OCMW Meulebeke, AGENDA 1. Voorstelling van de analyse / het ontwerp van zorgstrategisch plan en van de visie en de ideeën rond het zorgstrategisch plan van het OCMW Meulebeke + bespreking. Zie verder: Verslag van de afstemmingsvergadering met de zorgvoorzieningen op 21/01/2010 om 19u – punt 2 : idem. De stuurgroep onderstreept het belang van de residentiële zorg georganiseerd door het OCMW Meulebeke. Verder werden geen opmerkingen of aanvullingen geformuleerd door de stuurgroep. 2. Afstemming Op de uitdrukkelijke vraag of de stuurgroep lokaal sociaal beleidsplan kan instemmen met het voorstel van zorgstrategisch plan van het OCMW van Meulebeke werden geen bezwaren geopperd. De toekomstvisie en het zorgstrategisch plan kaderen zeer goed binnen de visie van het lokaal sociaal beleidsplan Meulebeke.
158
5.2.2.5.2. Ontwikkeling toekomstvisie Bij de ontwikkeling van de toekomstvisie en voor de opmaak van dit zorgstrategisch plan werd overleg gepleegd met het kabinet van de Minister, het Agentschap Zorg en Gezondheid en VVSG. Op 2/07/2008 vond een eerste overleg plaats op het kabinet van Minister Steven Van Ackere, met enerzijds de burgemeester, de voorzitter en secretaris van het OCMW, en anderzijds Dhr. Gunter Naets, raadgever ouderenbeleid van de Minister. Op 11/09/2008 bespraken de voorzitter en secretaris van het OCMW de toekomstmogelijkheden inzake de diverse voorzieningen met Mevr. Karolien Rottiers van het Agentschap Zorg en Gezondheid. Op 6/08/2009 en 24/11/2009 werd de toekomstvisie door de voorzitter en secretaris van het OCMW besproken met Mevr. Elke Vastiau van VVSG. Op 7 januari 2011 werden de toekomstvisie, de mogelijke scenario‟s en de haalbaarheid van dit zorgstrategisch plan door de voorzitter en secretaris van het OCMW, de Burgemeester van Meulebeke en de afgevaardigden van GVO vzw en Sint-Vincentius vzw besproken met Dhr. Johan Devleeshouwer, Sectorverantwoordelijke Team Ouderenzorg van IVA Zorg en Gezondheid. 5.2.2.5.3. Externe afstemming van het zorgstrategisch plan met de omliggende voorzieningen en de andere zorgvormen uit de regio
5.2.2.5.3.1. Externe afstemming met de omliggende voorzieningen in de gemeente Meulebeke Met het oog op een optimale afstemming van het zorgaanbod binnen de gemeente, buurt en woonzorgzone, werd overleg gepleegd met woonzorgcentrum SintVincentius en Centrum voor Kortverblijf Brevis, GVO vzw. Verslagen overleg OCMW Meulebeke – GVO vzw : Aanwezig:
Dhr. L. Vullers (OCMW Voorzitter), Dhr. T. Vanpoucke (OCMW secretaris) Dhr. J. Vandenberghe (Voorzitter St. Vincentius), Dhr. B. Bruggeman (Gedelegeerd Bestuurder), Dhr. N. Porte (Afgevaardigd Beheerder), Dhr. A. Vergote (Gecoöpteerd lid tot en met mei 2010), Dhr. H. Devriendt (Algemeen Directeur tot en met mei 2010), Mevr. Mieke Van Acker (Algemeen Directeur vanaf juli 2010) Dhr. D. Vanpoucke (Burgemeester Meulebeke)
159
In het eerste formeel overleg op 9/10/2008 werden volgende zaken besproken: - Over welke mogelijkheden beschikken we nu in Meulebeke ? - Welke zijn de concrete noden in de toekomst die we nu voorzien voor Meulebeekse ouderen ? Wat is de visie van beide zorgaanbieders nu en in de toekomst ? Wat is de core-business van beide zorgaanbieders ? Hoe ziet het zorgtraject er uit in vergelijking met de waaier van aanbod ? - Is het mogelijk hiertoe concrete afspraken te maken om deze doelstellingen te bereiken ? Conclusie van de eerste bespreking: Op 9/10/2008 is er geen duidelijkheid van de plannen voor een coherent beleid in Meulebeke met afstemming van beide zorgpartners. Een woonzorgmodel en toewijzingsfunctie zijn wenselijk en zouden hierin een voorbeeldfunctie kunnen zijn voor de sector en de woonzorgzones waarbij zowel de regie van zorgtoeleiding als het zorgaanbod door juiste afspraken en uitvoering bij beide zorgaanbieders een beter en transparanter aantwoord kunnen bieden aan de vele zorgvragen. Tijdens het tweede overleg op 8/01/2009 werd een sneuvelnota “toekomstvisie” van de Hr. Burgemeester besproken en gebruikt als aanzet tot verdere dialoog naar samenwerking voor beide voorzieningen. - Elk der beide aanbieders hebben specifieke expertise en deskundigheid binnen de lichtere en zware zorg. - Vanuit het eerste overleg is de expertise voor het OCMW vooral gericht naar woonzorg én dienstverlening voor de thuiswonende oudere, voor SintVincentius is de expertise gericht naar “zeer zware” zorg. - Beide voorzieningen werken hier binnen erg professioneel. - Streefdoel: - zo ruim mogelijke en betaalbare dienstverlening; - hiaten dienen opgevuld; - zo weinig mogelijk overlappingen tussen beide zorgaanbieders. - Dagverzorgingscentrum: Vanuit het OCMW wordt het dagverzorgingscentrum terug ter bespreking gesteld met de stelling of dit niet beter door Sint-Vincentius wordt geëxploiteerd (indien de programmatie het toelaat) gezien de zware zorgvragen hierbinnen. - Woonzorgcentrum: Schaalvergroting OCMW-woonzorgcentrum / verzekerde doorstroming van de verschillende zorgvragen in beide richtingen. Schaalvergroting zelf zou wellicht wenselijk zijn. - Indien opsplitsing van het zorgaanbod dan dient de dienstverlening van én naar beide voorzieningen bilateraal erg goed geregeld te worden. Consulent op OCMW-niveau als verwijsfunctie en coördinatie - Woon-zorgzone: Het opbouwen van een woonzorgzone via een masterplan. - Samenwerking tussen beide voorzieningen m.b.t. opnamepolitiek en doorstroming bilateraal. - “Permanentie” van de zorg in de serviceflats is een noodzaak (de woonzorgcentrum-bijstand): assistentiewoningen door het OCMW. Doel is te komen tot “welzijn” voor ouderen in Meulebeke vanuit een zorgzame samenleving. Beide zorgaanbieders willen de deelname aan het sociaal leven
160
blijvend stimuleren vanuit - voorkomen van sociaal isolement, - aanbod van ontmoeting voor diverse doelgroepen en - participatiebevorderende maatregelen voor diverse doelgroepen. Beide actoren verklaren dat het voorgestelde het meest overeenkomt met de visie die werd voorop gesteld. Vanuit de visie van beide partners is dit model het meest vruchtbaar in functie van enerzijds de bewoners van Meulebeke en anderzijds in functie van de toekomst van beide zorgaanbieders (op vlak van rendabiliteit, inhoudelijk sterke troeven enz…). Componenten “Wonen” en “Zorg”: Er dient een theoretische opsplitsing gemaakt tussen de 2 componenten WONEN en ZORG die worden toegeleid naar respectievelijk het OCMW én Sint-Vincentius als zorgtoeleiders. Bepaling WONEN: Aanbod kwaliteitsvolle en betaalbare woningen (woonvormen) - aanbod betaalbare woningen - kwaliteit van de woningen - aanbod van verschillende aangepaste en aanpasbare woonvormen Degelijke toegankelijke woonomgeving - fysiek toegankelijk en veilige woonomgeving - divers aanbod zorg-en dienstverlening - aanbod van diensten en winkels in directe omgeving - netwerk mbt mobiliteit - aanwezigheid van infrastructuur voor ontmoeting, ontspanning.
ontplooiing,
Bepaling ZORG: Versterken van een divers en kwaliteitsvol aanbod met zorg op maat - aanbod van bestaande en nieuwe zorgvormen binnen de thuiszorgondersteunende als de intramurale setting. - aanbod optimaliseren door samenwerking en afstemming tussen diverse zorgvormen en zorgaanbieders Bereikbaarheid en toegankelijkheid van zorg- en dienstverlening verhogen - gepaste zorg vinden: wegwijs in een doorzichtig landschap - transparante wachtlijstopvolging OVERZICHT VAN BEIDE OVERLEGMOMENTEN IN SWOT-ANALYSE MBT VOORSTEL TOEKOMSTVISIE VAN 8/01/2009
STERKTE
-
Basisgedachte en visies van beide voorzieningen zijn erin vervat. Kadert tevens in de visie van het Lokaal Sociaal Beleidsplan Woonzorgdecreet dat steunt op nieuwe vormen van zorg, specialisatie en differentiatie en samenwerking met de thuiszorg. Regie in handen van de oudere zelf
161
-
-
én zorg op maat!! Conform de “gewenste woonstructuur” van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Werkingsas Ter Borcht – Vondel- Bonestraat kan verder uitgebouwd worden. ( bibliotheek, cultuurcentrum, post, markt…) Duidelijke afstemming zorgaanbod voor beide voorzieningen. Hierdoor is er een ruime dienstverlening voor alle zorgvragen in de toekomst voor de Meulebeekse ouderen. En zijn er quasi géén hiaten meer in het Meulebeekse vraag – en aanbod. Groter zorgaanbod binnen de serviceflats o.v.v. assistentiewoningen. Mogelijkheid tot bilaterale doorstroming van bewoners tussen beide voorzieningen. Gerichte expertise en professionalisering m.b.t. specifieke zorgvragen waardoor voorkoming van sociaal isolement voor de ouderen zélf. Weinig overlappingen tussen beide zorgaanbieders: herkenbaarheid voor de bewoners met hun zorgvragen. Specifiek aanbod m.b.t. grotere vraag naar gepaste dementiezorg. Rendabiliteit voor beide besturen: win-win situatie Ruimtelijke heroriëntering in gebouwen dienstverlening mbt plaatstekort nu. Duurtijd van verbouwingen en /of nieuwbouw treft weinig tot géén hinder voor bewoners.
ZWAKTE
-
Huidige nood aan zorg in service flats ifv woonzorgcentrumbijstand. Lappers momenteel niet aan te snijden (woonuitbreidingsgebied) Architectonische oplossing voor locatie 40 W.G. dementiewerking St.Vincentius
OPPORTUNITEITEN
-
-
Cijfermateriaal op vlak van bewonerszorg en evolutie als bewijsvoering binnen het voorliggende voorstel én in functie van een mogelijkse woonzorgzone die geënt is op de werkingsas Ter Borcht- Vondel- Bonestraat. Goede opnamepolitiek en samenwerking voor beide voorzieningen met duidelijke afspraken. Verwijsfunctie Betaalbare dienstverlening Goede vertaling indien communicatie
BEDREIGINGEN
-
Verouderde infrastructuur.
In het derde overleg op 29/01/2009 werden de cijfergegevens (zie hoger) besproken. Hieruit werden volgende conclusies getrokken: - Spectaculaire verhoging van aantal 80+ in Meulebeke vooral periode 2013. Periode tot 2025 verhoging van aantal 60+ in Meulebeke met 24% en 80+ met 20%, dit betekent méér zorgaspecten. - Ondersteuning van familiale mantelzorg voor 60+ en 80+ door familie (aantal 20-59 jarigen) daalt aanzienlijk in volgende decennium. Aantal alleenstaande stijgt. - Aangroei van ouderen in regio vooral ten zuid-oosten van Meulebeke.
162
-
-
Minder nieuwe woningen en minder bouwaangroei in Meulebeke. Aantal sociale woningen is laag in Meulebeke. 81% is eigenaar van woning versus 70% provincie. Veel verouderde woningen met weinig comfort. Er is op heden en ook in de dichte toekomst nood tot realisatie van serviceflats / assistentiewoningen.
Tijdens het vierde overleg op 5/03/2009 werd het schema “samenwerking ten behoeve van continuïteit en doorstroming” verder ontwikkeld en aangevuld als volgt:
OUDEREN – WELZIJN MEULEBEKE SOCIAAL HUIS
WONEN
Externe THUISZORGDIENSTEN
OCMW
1) ROB/RVT 2) Lokaal Dienstencentrum 3) Serviceflats/ Assistentiewoningen/ Aanleunflats
+
ZORG
SINT-VINCENTIUS / GVO
1) ROB/-RVT accent op zware zorg/ dementie 2) Kortverblijf(zorghotel) 3) Dagverzorgings Centrum
4) Sociale woningen
4) Problemen: Woon-Zorg-loket
Sociale dienst SV
Figuur33: Schematisch overzicht afstemming woon- en zorgaanbod in Meulebeke (n.a.v. overleg met GVO vzw)
163
Tussen beide voorzieningen enerzijds, tussen de thuiszorgdiensten en de beide voorzieningen anderzijds, moet een optimale zorgtoeleiding beoogd worden. Concreet betekent dit in de samenwerking tussen het OCMW en SintVincentius/Brevis (GVO) mogelijkheden inzake bilaterale doorstroming van bewoners, een opnamebeleid afgestemd per voorziening en een regelmatig overleg. In het vijfde overleg op 05/03/2009 werd beslist om geen contractuele PPS op te starten maar om de samenwerking verder uit te bouwen in functie van een optimale afstemming van het zorgaanbod in de gemeente. Optie 1 : opmaak van een gezamenlijk ZSP – PPS Een mogelijk scenario is het opmaken van een gezamenlijk ZSP onder de vorm van een publiek-private samenwerking. Na diverse gesprekken werd gezamenlijk beslist niet te opteren voor een PPS-plan. De essentiële voorwaarde om een woonzorgcentrum te kunnen afstoten, is dat het OCMW zijn beslissing baseert op de vaststelling dat er geen actuele behoefte meer aan bestaat. Deze vaststelling kan enkel gestaafd worden met een daadwerkelijk onderzoek naar de behoeften en bestaande opvangmogelijkheden. Gelet op de vergrijzing en de schaarste aan opvangcapaciteit, is het onmogelijk aan te tonen dat er geen behoefte meer bestaat aan het OCMW-woonzorgcentrum. Het afstoten van het woonzorgcentrum wordt ook niet gedragen door de OCMW-raad. Bovendien wordt de vraag naar samenwerkingsmogelijkheden voor OCMW‟s bij de realisatie van hun taken met een privépartner door de Raad van State beantwoord met een restrictieve interpretatie van de OCMW-wet. Bijgevolg wordt het OCMW geconfronteerd met het verplicht verder uitbaten van het woonzorgcentrum Ter Deeve. Hieruit vloeit dat het OCMW ook financiële middelen moet bekomen voor de noodzakelijke verbouwing van het woonzorgcentrum. Hiertoe wordt een aanvraag gedaan bij VIPA.
Optie 2 : Opmaak van individuele ZSP met afstemming: elke initiatiefnemer bouwt alle huidige en geplande vergunningen en erkenning verder uit. In het overleg van 7/01/2011 werd deze optie weerhouden. Het OCMW Meulebeke bouwt een woonzorgaanbod uit, conform het woonzorgdecreet, met bijzondere aandacht voor het thuiswonen door het aanbieden van aanvullende thuiszorg en door het realiseren van assistentiewoningen en het lokaal dienstencentrum. Daarenboven plant de socialehuisvestingsmaatschappij De Mandel cv op de site van het OCMW (en in aansluiting met de serviceflats/assistentiewoningen, het woonzorgcentrum en lokaal dienstencentrum) de bouw en exploitatie van assistentiewoningen via het systeem van sociale woningen gericht op senioren. Hierdoor zou de voorafgaande vergunning voor 97 serviceflats niet moeten worden aangewend. Daarop aansluitend bouwt het OCMW een nieuw project voor haar huidige woonzorgcentrum van 44 woongelegenheden, de voorafgaande vergunning van 4
164
woongelegenheden en bijkomende woongelegenheden volgens beschikbaarheid van de programmatie (tot 60 à 65 woongelegenheden in de toekomst omwille van de financieel noodzakelijke schaalvergroting), met bijzondere aandacht voor kleinschaligheid. Sint-Vincentius bouwt in deze optie haar woonzorgcentrum uit met bijzondere aandacht voor het residentieel wonen met (zeer) zware zorg door het realiseren van DVC, CKV en woonzorgcentrum van 124 woongelegenheden.
Na het overlopen van diverse mogelijkheden uit de vorige besprekingen werd in het zesde overleg op 29/06/2009 tot een besluitvormend schematisch overzicht gekomen dat verder werd besproken in de besprekingen van 24/03/2010, 12/04/2010, 27/04/2010, 5/07/2010 en 22/11/2010. Dit schema sluit aan bij het bovenstaand schema dat werd opgesteld vanuit de aanbodzijde. Onderstaand schema werd opgesteld vanuit de vraagzijde.
Figuur 34: Schematisch overzicht afstemming woon- en zorgaanbod in Meulebeke vanuit de vraagzijde (n.a.v. overleg met GVO vzw)
Op 7 januari 2011 werden de toekomstvisie, de mogelijke scenario‟s en de haalbaarheid van dit zorgstrategisch plan door de voorzitter en secretaris van het OCMW, de Burgemeester van Meulebeke en de afgevaardigden van GVO vzw en Sint-Vincentius vzw besproken met Dhr. Johan Devleeshouwer, Sectorverantwoordelijke Team Ouderenzorg van IVA Zorg en Gezondheid. 165
Deze bespreking resulteerde in de opmaak van een nota inzake de afstemming tussen beide partners, door de OCMW-raad van Meulebeke: 5.2.2.5.3.2. Gezamenlijke, volledige en optimale invulling van het aanbod Toegankelijkheid Beide voorzieningen willen de toegankelijkheid van de verschillende diensten en ouderenvoorzieningen in Meulebeke verbeteren. Daarom wordt geopteerd voor een aansluiting van het residentieel aanbod en een versterking van de dienstverlening met thuiszorgondersteunende diensten zoals een één-loket-functie en met een vernieuwd patrimonium. Daarnaast citeren we de intentie om aangepaste woningen voor bejaarden te creëren, alsook de meerwaarde die gecreëerd wordt voor de bestaande en toekomstige woongelegenheden (RH, CFK, DVC, SF) die in de onmiddellijke nabijheid zullen liggen van het te vernieuwen lokaal dienstencentrum en binnen de woonzorgzone. Er zijn mogelijkheden inzake bilaterale doorstroming van bewoners, een afgestemd opnamebeleid en een regelmatig overleg. Een belangrijk onderdeel van de huidige en toekomstige locatie is het centraal gelegen Sociaal Huis, in aansluiting met een nieuwe, centrale en multifuncitonele ontmoetingsruimte ten dienste van OCMW, GVO/Sint-Vincentius en derden. Dit Sociaal Huis wordt hét aanknooppunt voor de vragen vanuit de Meulebeekse bevolking. Bij deze ruimte wordt een zorgloket, met woon-zorg-coördinator, gerealiseerd: een centrale dienst waar alle vragen en problemen in verband met bejaardenzorg worden opgevangen, gestuurd en gecoördineerd. Dit zorgloket zal een coördinerende rol spelen in het aanbieden van de gepaste hulp- en dienstverlening „op maat‟ volgens de behoeften van de zorgvrager. Het OCMW Sociaal Huis heeft in dit kader een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met SEL Midden West-Vlaanderen en zal een centrale rol vervullen binnen het Lokaal Antennepunt SEL regio Tielt en dé centrale rol in Meulebeke. Dit zorgloket wordt geïntegreerd in het centraal gedeelte van het complex en heeft als bijzondere doelstellingen: - Doorverwijzen en samenwerking met andere diensten en voorzieningen in de regio en daarbuiten; - Vragen die zich via het sociaal zorgloket aandienen, moeten in functie van de specifieke vraag de beste oplossing krijgen (zorg op maat). Bekendmaking van het bestaan en de rol van het zorgloket aan de bewoners is hierbij een noodzaak; - Woonzorgcoördinatie (door permanent overleg tussen dagelijks verantwoordelijken van de woonzorgcentra, centrum voor kortverblijf, dagverzorgingscentrum, serviceflats/assistentiewoningen, dienstencentrum, thuiszorgcoördinator). In functie van de „zorgvraag‟ die zich aandient bij het „zorgloket‟ zal, na onderzoek en bespreking van de specifieke noden en zorgeisen, een oplossing van „zorg op maat‟ gegeven worden, gaande van verschillende thuisondersteunende mogelijkheden tot één van de verschillende intramurale woonvormen die in de toekomst zullen aangeboden worden in de woonzorgzone.
166
Spreiding In het perspectief van spreiding ligt de belangrijkste meerwaarde van deze zorgstrategische plannen bij de realisatie van een volledig gerenoveerde zone van complexen met woonzorgcentrumwoongelegenheden, dagverzorgingscentrum, centrum voor kortverblijf, serviceflats en lokaal dienstencentrum binnen de woonzorgzone (in aansluiting met de as Karel van Manderstraat – cultuurcentrum Vondel – Markt – Ter Borcht), en bij de uitbreiding van het residentiële aanbod en dienstenaanbod. Er wordt bewust afgestapt van het “ééncampusmodel” en gekozen voor decentralisatie van de woonzorgcentra zoals voorzien in het Woonzorgdecreet en op deze manier heeft / behoudt de gebruiker een ruime keuzevrijheid. Bij de omschakeling van serviceflats naar assistentiewoningen is het zo dat niet alleen moet voorzien worden in aangepaste huisvesting, maar ook dient voorzien te worden in expliciete ouderenzorg. Vanuit het lokaal dienstencentrum in deze zorgvriendelijke woonwijk zullen verschillende ondersteunende dienstverleningen aangeboden worden aan de beide partners en externen, in samenwerking met de lokale thuiszorgactoren en in samenwerking met het Sociaal Huis en het Woon-Zorg-Loket. Differentiëring aanbod De dienstverlening in de regio is aanwezig en de realisatie van dit toekomstproject vervolledigt verder de effectieve realisatie van het programmacijfer. De differentiëring in het aanbod wordt hier gecreëerd door het afstemmen en samenwerken tussen de verschillende voorzieningen. Concreet betekent dit de realisatie van assistentiewoningen en aanleunwoningen, een woonzorgzone omgeving Sint-Vincentius en OCMW, centrum voor kortverblijf “Brevis” en het toekomstig dagverzorgingscentrum van GVO vzw, samenwerking met andere externe partners, het uitbreiden van zorgverstrekking vanuit het woonzorgcentrum Ter Deeve en/of het lokaal dienstencentrum en/of externen naar de serviceflats/assistentiewoningen, “levenslang wonen”. Kwaliteit De kwaliteit van de dienstverlening zal door de realisatie van beide zorgstrategische plannen in alle opzichten verbeterd worden (o.a. verhoging van de tevredenheid van de cliënten door een betere prijs/kwaliteitsverhouding, meer keuzemogelijkheden aanbieden aan de cliënten, doorbreken van de ziekenhuisstructuur en een betere accommodatie). Zowel de leefbaarheid van de instellingen als de zorgbenadering zal verbeterd zijn. Profilering In voorliggende zorgstrategische plannen wordt aangetoond dat de toekomstprofilering aansluit bij de bestaande en toenemende vraag, de visie op
167
ouderenzorg van de overheid en de nood aan een kwaliteitsverbetering en uitbreiding van de infrastructuur. De uitwerking van de verschillende initiatieven is gericht op ondersteuning van het maatschappelijk weefsel en op zorg op maat van de zorgvrager. Met de realisatie van dit toekomstproject wensen beide partners in Meulebeke tevens nieuwe vormen van dienstverlening (aan een nieuwe doelgroep43) aan te bieden. Doel = Een gezamenlijke, volledige en optimale invulling van het aanbod in Meulebeke. Niemand betwist op vandaag dat het belangrijk is dat ouderen zo lang als mogelijk in de thuissituatie moeten kunnen blijven wonen, terwijl ook oplossingen moeten gecreëerd worden om hiervoor een alternatief te kunnen aanbieden wanneer dat thuis wonen onmogelijk wordt. Die oplossingen dienen maximaal het zo normaal mogelijk wonen te benaderen. Het OCMW van Meulebeke en GVO/Sint-Vincentius wensen hierop in te spelen. Het thuis wonen zelf dient naast de dienstverlening door verschillende thuiszorgdiensten ondersteund te worden door initiatieven zoals dagverzorgingscentrum en centrum voor kortverblijf. Het OCMW zal ondersteuning bieden aan partners, een coördinerende rol op zich nemen en een zorgaanbod aan de bewoners van de flats aanbieden. Alle schakels in het diensten- en zorgaanbod van deze partners zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en op elkaar afgestemd. Beide voorliggende zorgstrategische plannen dienen dan ook als één geheel te worden aanzien. Alle bevolkingsgroepen Door de verdere uitbouw van het lokaal dienstencentrum wil het OCMW een trefpunt aanbieden voor alle bewoners en gebruikers. Het dienstencentrum wil drempelverlagend werken en ervoor zorgen dat enerzijds bepaalde bewoners niet in de kou blijven staan en dat anderzijds sociaal isolement in de gemeente wordt vermeden. De activiteiten en werking van het lokaal dienstencentrum zijn nauw verweven met de activiteiten en werking voor de bewoners van beide woonzorgcentra, CVK, DVC en de serviceflats/assistentiewoningen. Naast de realisatie/verbouwing van vergaderlokalen, computerruimte en polyvalente ruimtes in het dienstencentrum, wordt een nieuwe cafetaria gerealiseerd, centraal gelegen ten aanzien van alle bewoners en gebruikers. De polyvalente zaal worden gebruikt voor de activiteiten van het dienstencentrum en de woonzorgzone. Het huidig dienstenaanbod inzake thuiszorg (poetsdienst, boodschappendienst, warme maaltijden aan huis, mindermobielencentrale) wordt in de toekomst verder ondersteund. Tevens wordt ingespeeld op de eventuele noden in de serviceflats/assistentiewoningen, het CVK en DVC en inzake buurtwerk.
43
Zie hoger: DVC, SF/AW
168
Betreffende het dienstenaanbod inzake vorming, recreatie en ontspanning dient optimaal gebruik gemaakt te worden van de centrale as “Karel van Manderstraat”. Hiermee wordt het zorgnetwerk (twee woonzorgcentra, kortverblijf, flats, dienstencentrum) verbonden met het cultuur- en ontmoetingscentrum Vondel, en verder met de Markt (gemeentehuis, Post, handelszaken, enz.), en uiteindelijk met het sport- en recreatiecentrum Ter Borcht. Hierbij moet maximaal worden samengewerkt met enerzijds de gemeentelijke diensten zoals de cultuurdienst (bijvoorbeeld voor het gebruik van zalen in OC Vondel of het samen organiseren van culturele uitstappen, info- en vormingsmomenten) en anderzijds met de lokale verenigingen. Om mensen met dementie en hun omgeving concreet te ondersteunen werd De Misthoorn opgericht. Het OCMW / De Misthoorn wil voor de mensen uit Meulebeke een aanspreekpunt zijn, dicht in de buurt, waar je met al je vragen over dementie terecht kan. Valide bewoners Beschermd wonen in aangepaste serviceflats / assistentiewoningen, al dan niet in het systeem van sociale huisvesting. Occasionele zorg wordt verleend door thuiszorgdiensten en het aangebouwd woonzorgcentrum; sociale omkadering in de gemeente en buurt door de nabijheid van het lokaal dienstencentrum. Psychisch en fysisch zorgbehoevende bewoners In de serviceflats/assistentiewoningen kan mits ondersteuning door de thuiszorgdiensten en de diensten uit het aangebouwd woonzorgcentrum zolang mogelijk thuis wonen worden bevorderd. Door de onmiddellijke nabijheid van het aangebouwd woonzorgcentrum en het lokaal dienstencentrum wordt een 24/24 7/7 zorg op vraag mogelijk. De realisatie van een dagverzorgingscentrum speelt hier ook op in. Tijdelijk zorgbehoevenden Het centrum voor kortverblijf is bedoeld als een verblijfsschakel waar bewoners tot zestig opeenvolgende dagen kunnen verblijven. Vier doelgroepen: revaliderende bejaarden en senioren waarvan de kinderen eventjes op adem willen komen, en er is ook een palliatieve ruimte en plaats voor jongere mensen die bijvoorbeeld na een ziekenhuisopname of een ongeval nog niet meteen alleen kunnen wonen. De meer zorgbehoevende ouderen kunnen in één van beide woonzorgcentra of centrum voor kortverblijf in de woonzorgzone een gepast woonomgeving vinden. In aansluiting met het lokaal dienstencentrum en de serviceflats/assistentiewoningen bouwt het OCMW een nieuw project voor haar woonzorgcentrum Ter Deeve met bijzondere aandacht voor kleinschaligheid. Alle entiteiten dienen zo gebouwd te zijn dat een flexibele aanwending van de verschillende ruimten mogelijk is en bepaalde delen gemakkelijk specifiek voor bewoners met dementie kunnen aangepast worden of reeds aangepast zijn. Zie ook „De Misthoorn, informatie en begeleiding rond dementie‟. Sint-Vincentius bouwt haar woonzorgcentrum uit met bijzondere aandacht voor het residentieel wonen met (zeer) zware zorg door het realiseren van een woonzorgcentrum van 124 woongelegenheden.
169
Overleg januari – februari 2011: Naar aanleiding van de vergadering met afgevaardigden van Sint-Vincentius vvo vzw, GVO, OCMW Meulebeke en Zorg en Gezondheid op 7 januari 2011 werd, zoals geadviseerd door Dhr. Johan Devleeshouwer (Sectorverantwoordelijke Team Ouderenzorg van Zorg en Gezondheid) een ontwerp van afstemmingsnota opgemaakt door de OCMW-raad op 13 januari 2011. Deze werd beantwoord met een afstemmingsprotocol opgemaakt door Dhr. Tomas Lambrecht (Operationeel manager groep GVO) op 1 februari 2011. De secretaris van OCMW Meulebeke heeft, na overleg met de voorzitter van het OCMW een aantal essentiële bezwaren en aanmerkingen op de reactienota van Sint-Vincentis/GVO van 1 februari 2011 besproken met dhr. Tomas Lambrecht van GVO op 8 februari 2011. Dit leidde tot een mail van dhr. Lambrecht met een voor Sint-Vincentius/GVO definitieve nota. In deze nota beschuldigt Sint-Vincentius/GVO het OCMW van het ingaan tegen zogenaamde gemaakte afspraken met VIPA. Er is geen gezamenlijk overleg geweest met VIPA en er werd ook nergens dergelijke afspraak gemaakt. Het aanvragen van een voorafgaande vergunning is nochtans niet verboden voor het OCMW en het werd ook niet afgesproken dan het OCMW geen voorafgaande vergunning zou aanvragen. Sint-Vincentius/GVO gaat niet akkoord met een toekomstige uitbreiding van het woonzorgcentrum “Ter Deeve” van OCMW Meulebeke tot 60 à 65 woongelegenheden tegenover 44 op heden. Dat 50 woongelegenheden op dit moment voldoende zijn voor een financieel evenwicht in het OCMW, belet niet dat het OCMW haar zorgstrategisch plan moet opmaken voor de komende 10-15 jaar. In dat kader is het logisch dat het OCMW een optimale schaalgrootte beoogt op termijn. Daarnaast kan het niet de bedoeling zijn dat het OCMW enkel nog O- en A-bewoners opneemt en Sint-Vincentius de overige bewoners. Wij poogden sinds oktober 2008 een afstemming met Sint-Vincentius/GVO te bereiken. Na meer dan een jaar onderhandelen vraagt Sint-Vincentius/GVO aan het OCMW om het woonzorgcentrum van het OCMW niet te versterken en zelfs om enkel nog O- en A-bewoners op te nemen. Daarnaast wordt de thuiszorgcoördinatie in vraag gesteld, ondanks de decretale taakstelling inzake deze regierol aan het OCMW en Sociaal Huis. Daarenboven vraagt Sint-Vincentius/GVO aan het OCMW om garanties inzake de herbestemming van gronden. Dit is geen bevoegdheid van het OCMW. Het is de wens van het OCMW om de toegankelijkheid, spreiding en differentiëring van het aanbod verder te garanderen aan de burger. Gezien de uitgebreide pogingen tot afstemming, na anderhalf jaar onderhandelen, komen we tot de conclusie dat Sint-Vincentius/GVO en OCMW Meulebeke niet tot een protocol van akkoord komen. Het OCMW zal haar planningsvergunning uitvoeren en verder opbouwen, zoals voorzien in haar zorgstrategisch plan. Het OCMW zal maximaal samenwerken met en ondersteuning bieden aan SintVincentius/GVO, doch zonder aan de eisenbundel van Sint-Vincentius/GVO verder tegemoet te komen. Het OCMW is ervan overtuigd dat beide partners een gezamenlijke, volledige en optimale invulling van het aanbod zullen realiseren.
170
5.2.2.5.3.3. Lokaal woonoverleg Op 19/01/2009 en op 17/09/2010 vond een afstemming plaats in het lokaal woonoverleg Meulebeke. Dhr. Brecht Vermeulen, De Mandel (19/01/2009); Intergemeentelijk samenwerkingsinitiatief wonen regio Tielt; Dhr. Daniël Vanpoucke, Burgemeester (19/01/2009); Dhr. Luc Vullers, Schepen van Wonen en Voorzitter OCMW (19/01/2009 en 17/09/2010); Dhr. Tom Vanpoucke, secretaris OCMW Meulebeke (19/01/2009 en 17/09/2010); Dhr. Bernard Pottie, gewestelijk ontvanger (19/01/2009); Dhr. Stefaan Lombaert, Wonen Vlaanderen (17/09/2010); Dhr. Arne Allosserie, coördinator intergemeentelijk samenwerkingsverband Wonen regio Tielt (17/09/2010); Mevr. Hilde Devolder, gemeente Meulebeke (17/09/2010). Agenda: 1) Voorstelling van de regio-analyse / het ontwerp van zorgstrategisch plan 2) Voorstelling van de visie en de ideeën rond het zorgstrategisch plan van het OCMW Meulebeke. 3) Bespreking van de aandachtspunten geformuleerd door de afgevaardigden in het lokaal woonoverleg en bespreking opportuniteiten Verslag van het lokaal woonoverleg op 19/01/2009 om 14u30 en op 17/09/2010 om 14u: 1) Voorstelling van de regio-analyse / het ontwerp van zorgstrategisch plan De Mandel en het Agentschap Wonen Vlaanderen benadrukt het belang van deze toekomstvisie in het kader van het tekort aan aangepaste huisvesting voor senioren in Meulebeke. 2) Voorstelling van de visie en de ideeën rond het zorgstrategisch plan van het OCMW Meulebeke. Zie lager : Verslag van de afstemmingsvergadering met de zorgvoorzieningen op 21/01/2010 om 19u – punt 2 : idem 3) Bespreking van de aandachtspunten geformuleerd door de afgevaardigden in het lokaal woonoverleg en bespreking opportuniteiten De Mandel is bereid om te onderzoeken of in de komende jaren de realisatie van sociale woningen naast (en in aansluiting met) de huidige site van het woonzorgcentrum, serviceflats en lokaal dienstencentrum mogelijk is. De onmiddellijke nabijheid van het woonzorgcentrum, het lokaal dienstencentrum, het zorgloket en het Sociaal Huis verhoogt de continuïteit van wonen en garandeert de gewenste en/of noodzakelijke zorg- en dienstverlening.
171
De wijze van samenwerking tussen het OCMW en De Mandel in de voorbereiding van het bouwproject en/of de uitbating van de toekomstige infrastructuur staat op dit moment nog niet definitief vast. Agentschap Wonen Vlaanderen onderschrijft de sterkte van de huidige inspanningen door het OCMW-bestuur inzake wonen, zorg en woonzorg. De interactie tussen de lokale / regionale actoren inzake wonen en zorg enerzijds en het aanbod door het OCMW (dienstencentrum, serviceflats, woonzorgcentrum) anderzijds, is een meerwaarde voor de regio. 5.2.2.5.3.4. Externe afstemming met de omliggende voorzieningen en de andere zogvormen in de regio Op 21/01/2010 vonden twee afstemmingsvergaderingen plaats, waarvan één met de voorzieningen uit de regio, de thuiszorgorganisaties actief in de regio en de relevante sociale actoren, en een tweede met de seniorenverenigingen en vrijwilligers (zie verder). Agenda: 1) Voorstelling van de regio-analyse / het ontwerp van zorgstrategisch plan 2) Voorstelling van de visie en de ideeën rond het zorgstrategisch plan van het OCMW Meulebeke. 3) Bespreking van de aandachtspunten geformuleerd door de afgevaardigden van de voorzieningen uit de regio, de thuiszorgorganisaties actief in de regio en de relevante sociale actoren. 4) Afstemming Verslag van de afstemmingsvergadering met de zorgvoorzieningen op 21/01/2010 om 19u Aanwezig: Dhr. Hendrik Devriendt, algemeen directeur Woon- en Zorgcentrum Sint-Vincentius en Centrum voor Kortverblijf Brevis Meulebeke; Dhr. José Vermaete, CRA woonzorgcentra Meulebeke; Mevr. Patricia De Ruyck, Maatschappelijk Werker CM; Mevr. Liesbeth Vroman, Diesthoofd Familiezorg West-Vlaanderen; Mevr. Griet Serroels, Dagelijks verantwoordelijke woonzorgcentrum Ter Deeve en residentie Deeveland Meulebeke Dhr. Luc Vullers, Voorzitter OCMW Meulebeke; Dhr. Tom Vanpoucke, Secretaris OCMW Meulebeke; Verontschuldigd: Mevr. Mieke Honoré, Psychiatrische Thuiszorg; Dhr. Rik Vandamme, directeur woon- en zorgcentrum Sint-Vincentius Izegem; Mevr. Rita Rigole, vzw De Luifel dienst begeleid wonen. AGENDA 1. Voorstelling van de regio-analyse / het ontwerp van zorgstrategisch plan Volgende opmerkingen werden geformuleerd:
172
- Alle aanwezigen zijn het erover eens dat, omwille van de toenemende zorgvraag en vergrijzing, meer woongelegenheden met zorg moeten worden aangeboden dan nu het geval is. Alle aanwezigen vinden het zeer spijtig dat de programmatie niet groter is. - Mevr. Liesbeth Vroman, Diesthoofd Familiezorg West-Vlaanderen, en Mevr. Patricia De Ruyck, Maatschappelijk Werker CM, stellen in de thuiszorg vast dat de visie van de overheid inzake “levenslang wonen” op dit moment voor grote problemen zorgt door de enorme zorg die thuis moet worden aangeboden. - Alle aanwezigen vrezen dat het aanbod van zorg (in een thuissituatie of residentieel) in de komende jaren sterk zal verhogen in kostprijs. Daarnaast stellen de aanwezigen allen vast dat de middelen van de hogere overheid te beperkt zijn, ondanks de mooie visie van het Woonzorgdecreet. - De directeur van het woonzorgcentrum Sint-Vincentius vult aan dat de huidige dagprijzen in Meulebeke zeer laag zijn (40,10 euro) en beneden het provinciaal gemiddelde (41,50 euro). In de provincie Antwerpen is het gemiddelde nog hoger (+ 50 euro). De kostprijs van een woongelegenheid (wonen / zorg) in Nederland ligt gemiddeld boven de 200 euro. In Meulebeke is de opbrengst van bijna 90 euro (dagprijs + RIZIV) nu al lager dan de kost van bijna 100 euro per dag per bewoner. - Alle aanwezigen stellen zich de vraag hoe de ouderenzorg in de toekomst zal worden betaald en gefinancierd. Meulebeke kan op zichzelf niet het probleem oplossen, maar de toekomstvisie kan hierbij een stap in de goede richting zijn. - Mevr. Patricia De Ruyck, Maatschappelijk Werker CM, ziet een groot voordeel in dit toekomstproject omwille van de permanentie van zorg en personeel (24/24-7/7 voor alle woongelegenheden) en deze schaalvergroting. - Zowel de dagelijks verantwoordelijke van het woonzorgcentrum Ter Deeve en serviceflats Deeveland, als de directeur van het woonzorgcentrum Sint-Vincentius en CVK Brevis, zien mogelijkheden en voordelen in zorgcoördinatie, in samenwerking met elkaar en met de externe zorgaanbieders. Alle aanwezigen onderstrepen dit punt. De voorzitter van het OCMW, tevens Schepen van Wonen in Meulebeke, merkt op dat ook een samenwerking zal gebeuren met de “regionale dienst wonen”. - Dokter Vermaete (CRA) en Dhr. Hendrik Devriendt (directeur Sint-Vincentius en Brevis) bevestigen het belang van de opname van bewoners in het woonzorgcentrum in de categorieën B en C. Het opnemen van bewoners in de categorieën O en A moet maximaal gebeuren in de serviceflats / assistentiewoningen. - De aanwezigen uit de thuiszorgdiensten ervaren geen echte nood aan boodschappendienst of klusjesdienst. Dit wordt nochtans opgelegd door het woonzorgdecreet. Het aanbod van deze diensten kadert bij Familiezorg op dit moment in de integrale dienstverlening. Meestal worden boodschappen of klusjes gedaan door eigen familie of kennissen. Klusjesdienst is moeilijk organiseerbaar.
173
- Alle aanwezigen zijn het erover eens dat er op dit moment een tekort is aan thuiszorg- en familiezorgaanbod. Daarenboven vereist thuiszorg een grote flexibiliteit van de werknemers en de organisator. Familiezorg is gestart met de zogenaamde “acute ontslagzorg”. Hierbij worden twee personeelsleden vrijgehouden om tijdelijk in te springen bij een acute nood aan zorg na bijvoorbeeld een ziekenhuisopname, in afwachting van de inschakeling in het regulier systeem. - De behoefte aan en het moeilijker worden van het vinden van vrijwilligers is een algemeen fenomeen. In de toekomst moet nog meer aandacht worden besteed aan de vrijwilligersrecrutering en -werking.
2. Voorstelling van de visie en de ideeën rond het zorgstrategisch plan van het OCMW Meulebeke. Zie hoger: “Zorg op maat en doelgroepgericht.” 3. Bespreking van de aandachtspunten geformuleerd door de afgevaardigden van de voorzieningen uit de regio, de thuiszorgorganisaties actief in de regio en de relevante sociale actoren.
Vraag van
Vraag
Dokter Vermaete (CRA) Dokter Vermaete (CRA)
Waar komen de huidige bewoners van het woonzorgcentrum uiteindelijk permanent terecht ? Wordt het aantal erkende woongelegenheden als wooonzorgcentrum onmiddellijk verhoogd ?
Antwoord van de OCMWvoorzitter In het gerenoveerd of nieuw gedeelte van het woonzorgcentrum. Op dit moment laat de programmatie dit niet toe. In de komende jaren overweegt het woonzorgcentrum SintVincentius en het OCMWwoonzorgcentrum Ter Deeve wel het uitbreiden van het aantal woongelegenheden in portefeuille en in programmatie.
De directeur van Sint-Vincentius Meulebeke merkt op dat ook het kostenplaatje een factor is bij het overwegen van het realiseren van de programmatie. Hendrik Nu beschikt het OCMW 50 Na de realisatie van de beoogde Devriendt serviceflats. Over hoeveel flats zal projecten zou het OCMW over (algemeen het OCMW beschikken na de 50 directeur realisatie van de beoogde serviceflats/assistentiewoningen Sintprojecten ? beschikken, eventueel te Vincentius en vermeerderen met sociale Brevis CVK woningen voor de doelgroep Meulebeke) senioren. Dokter Timing ? Op dit moment wordt werk Vermaete gemaakt van het overleggen
174
(CRA)
met mogelijke partners en actoren, om hier zo snel als mogelijk mee te starten. Ondertussen moet het OCMW het zorgstrategisch plan afwerken om de verdere plannen tijdig te kunnen uitvoeren. Een exacte timing is moeilijk te bepalen, doch het OCMW rekent op de timing zoals bepaald in deel 2 van dit zorgstrategisch plan.
Dokter Vermaete (CRA)
Komt er een tussenvorm van wonen en zorg, tussen enerzijds de minimale zorg in een serviceflat en anderzijds de maximale zorg in het woonzorgcentrum ?
Dokter Vermaete (CRA)
Is het mogelijk dat een bewoner van de flats, volledig zelfredzaam, in de loop van de levensjaren kan blijven wonen in de flat ondanks zijn toenemende zorgbehoevendheid ? De directeur van Sint-Vincentius Meulebeke bevestigt hierbij dat de huidige en toekomstige voorzieningen van het woonzorgcentrum Sint-Vincentius en het CVK Brevis, complementair zullen werken met de voorzieningen van het OCMW. Hierbij is de zorgcoördinatie van groot belang. Wiens personeel zal de zorg en de Er zal (“uitbreiding van”) zorg uitbreiding van zorg aanbieden in worden aangeboden zowel door de serviceflats of sociale externe thuiszorgdiensten (zoals woningen ? Familiezorg) als door interne thuiszorgdiensten (zoals de poetsdienst van het OCMW) én vanuit het woonzorgcentrum (verzorgend en verpleegkundig personeel). De bewoners behouden hun vrije keuze in het zorgaanbod. Kan er niet nog meer Neen, wij zijn gebonden aan de programmatie worden bekomen ? programmatie van de hogere overheid.
Liesbeth Vroman, Diesthoofd Familiezorg WestVlaanderen
Dokter Vermaete (CRA)
Ja. Er worden assistentiewoningen en aanleunflats gerealiseerd en in alle woongelegenheden zal (“uitbreiding van”) zorg kunnen worden aangeboden . Het “levenslang wonen” wordt hier mogelijk. Ja. Dit moet mogelijk zijn (zolang dit verantwoord blijft voor diens omgeving en de voorzieningen).
175
4. Afstemming Op de uitdrukkelijke vraag of de leden van de vergadering konden instemmen met het voorstel van zorgstrategisch plan van het OCMW van Meulebeke werden geen bezwaren geopperd. De deelnemers wensen het OCMW van Meulebeke succes met de realisatie van hun project. Evaluatie (grenswaarden) Criterium Optimaal a. Externe Er is met de afstemming van het voorzieningen uit de zorgstrategisch regio gepraat over plan met de het zorgstrategisch omliggende plan, en uit de voorzieningen uit vergaderverslagen de regio blijkt dat er een consensus bereikt is over de afstemming van het zorgaanbod in de regio (leidend tot concrete samenwerking) b. Externe Er is met de afstemming van het relevante andere zorgstrategisch plan zorgvormen gepraat met de andere en er is een zorgvormen consensus bereikt in verband met de grote lijnen van het zorgstrategisch plan Criterium Goed
Neutraal
Aandachtspunt
176
5.2.2.5.4. Aantoonbare relatie met klantenverenigingen
5.2.2.5.4.1. Senioren- en vrijwilligersorganisaties Er is periodiek formeel overleg met klantenverenigingen. De dagelijks verantwoordelijke van het woonzorgcentrum Ter Deeve en de serviceflats Deeveland en de centrumleider van het lokaal dienstencentrum Ter Deeve zijn lid van de Seniorenadviesraad Meulebeke (SAR) (senioren- en vrijwilligersorganisaties). De Voorzitter van het OCMW, tevens Schepen van Huisvesting, en de secretaris nemen occasioneel deel aan de vergaderingen van de SAR. De voorzitter van de SAR is Dhr. André Demuynck, Ere-Voorzitter van OCMW Meulebeke. In dit geval van het zorgstrategisch plan werd uitdrukkelijk de mening van de senioren- en vrijwilligersorganisaties en hun leden gevraagd. Op 21/01/2010 vond een afstemmingsvergadering plaats. Verslag van de afstemmingsvergadering met de senioren- en vrijwilligersorganisaties op 21/01/2010 om 8u30 Aanwezig: Dhr. André Demuynck, Voorzitter SAR Meulebeke; Dhr. Daniël Vanpoucke, Burgemeester Meulebeke; Dhr. Géry Claerhout, Schepen van Gezins- en Seniorenwerking Meulebeke; Mevr. Nele Gelaude, Schepen; Dhr. Luc Vullers, Voorzitter OCMW Meulebeke; Dhr. Tom Vanpoucke, Secretaris OCMW Meulebeke; Mevr. Rita Latrez, centrumleider lokaal dienstencentrum Ter Deeve Meulebeke; Mevr. Christ Strobbe, Neos; Mevr. Maria Albers, Senioren van de Landelijke Beweging; Mevr. Christiane Persyn, Senioren van de Landelijke Beweging; Dhr. Oscar Vroman, OKRA; Dhr. Etienne Coudenys, OKRA; Mevr. Maria Van Severen, Neos; Mevr. Francine Devos, Gezinsbond; Mevr. Maria Callewaert, OKRA; Mevr. Angele Perdu, OKRA; Dhr. Oswald Vandekerckhove, OKRA; Dhr. Alfons Demeere, OKRA. Verontschuldigd: Raf Fraeye (Neos), Robert Germonprez (Neos), Erna Ide (gewezen secretaris). AGENDA 1./2. Voorstelling van analyse / het ontwerp van zorgstrategisch plan en van de visie en de ideeën rond het zorgstrategisch plan van het OCMW Meulebeke. Zie hoger: Verslag van de afstemmingsvergadering met de zorgvoorzieningen op 21/01/2010 om 19u – punt 2 : idem. Geen opmerkingen of aanvullingen geformuleerd door de vergadering.
177
3. Bespreking van de aandachtspunten geformuleerd door de afgevaardigden van de senioren- en vrijwilligersorganisaties : -Vraag van Mevr. Christ Strobbe (Neos) of er garages worden gebouwd. -Antwoord van Dhr. Luc Vullers (Voorzitter OCMW): Er zullen wellicht geen bijkomende ondergrondse parkeergelegenheden worden gebouwd omwille van enerzijds de hoge kost en anderzijds omwille van het feit dat momenteel slechts in beperkte mate gebruik wordt gemaakt van de bestaande ondergrondse garages. Er zal wel worden onderzocht waar er bijkomende carports en parkeergelegenheden kunnen worden ingeplant. - Mevr. Nele Gelaude (Schepen Gemeente Meulebeke) geeft het voorbeeld van de door het OCMW van Pittem recent gebouwde serviceflats met carports. 4. Afstemming Op de uitdrukkelijke vraag of de seniorenorganisaties konden instemmen met het voorstel van zorgstrategisch plan van het OCMW van Meulebeke werden geen bezwaren geopperd. De deelnemers wensen het OCMW van Meulebeke succes met de realisatie van hun project. Evaluatie (grenswaarden) Criterium Optimaal
Neutraal
Aandachtspunt
Aantoonbare Er is systematisch overleg met n.v.t. relaties met relevante klantenverenigingen. klantenDe beleidsplannen van de verenigingen voorziening worden getoetst aan het advies van deze verenigingen. maal
178
5.2.2.6. Aantoonbaar kwaliteitsbeleid
5.2.2.6.1. Kwaliteitsmanagementsysteem OCMW Meulebeke Het kwaliteitssyteem wordt in OCMW Meulebeke als 44 kwaliteitsmanagementsysteem geïntegreerd in het interne controlesysteem.
een
De openbare centra voor maatschappelijk welzijn staan, conform het Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (19.12.2008), in voor de interne controle op hun activiteiten. Dit systeem werd door de OCMW-Raad goedgekeurd in zitting van 10/09/2009. De kwaliteitssystemen en –handboeken van het woonzorgcentrum Ter Deeve, het lokaal dienstencentrum Ter Deeve en de serviceflats residentie Deeveland maken deel uit van het kwaliteitsmanagementsysteem van het OCMW. Het kwaliteitsmanagementsysteem hoofdstukken:
van
het
OCMW
bestaat
uit
volgende
I. Directieverantwoordelijkheid 1. OCMW-decreet 2A. Huishoudelijk reglement OCMW-Raad 2B. Deontologische code OCMW-Raad 3A. Strategisch meerjarenplan 3B. Strategische nota bij het budget 4. Afsprakennota OCMW-Raad, managementteam en diensthoofdenoverleg 5. Jaaractieplan interne organisatie II. Beheer van middelen 6. Overlegorganen en interne communicatie 7. HR-beheer 7.1. Personeelsformatie 7.2. Rechtspositieregeling 7.3. Functiebeschrijvingen 7.4. Evaluatiecriteria 7.5. Arbeidsreglement 7.6. Deontologische code 7.7. Onthaal nieuwe medewerkers 7.8. Planning en werkregelingen 7.9. Vorming 8. Onthaal 8.1. Sociaal Huis 8.2. Woonzorgcentrum, dienstencentrum en serviceflats 9. Documentenbeheer 9.1. Post, fax, mail 9.2. Notulen en verslagen 9.3. Dossiers 9.4. Archief 10. Financiële dienst 10.1. Budgethouderschap en visum 10.2. Provisie 10.3. Budget en financieel meerjarenplan 10.4. Aankopen 44
Cfr. “ISO 9001:2000” kwaliteitsmanagementsysteem
179
10.5. Inkomende facturen 10.6. Lonen 10.7. Facturatie en debiteurenbeheer 11. Keuken 11.1. Personeel en leiding 11.2. Organisatie menu-bestellingen-stock 11.3. Bereiding en distributie 11.4. HACCP 12. Technische dienst 12.1. Prestaties 12.2. Materialen 13. Onderhoudsdienst 13.1. Organisatie 13.2. Stock + cafetaria 13.3. Procedure „schoonmaak‟ 14. Veiligheid III. Realisatie van de dienst 15. Sociale dienst 15.1. Aanvragen 15.2. Uitvoering beslissing 15.3. Recuperatie 16. Wonen 16.1. Serviceflats 16.2. Sociale woningen 16.3. Woonzorgcentrum 17. Dienstencentrum 17.1. Intramurale diensten 17.2. Thuiszorg IV. Meten, analyseren en continue verbetering 18. Klachten 19. Interne audit 20. Periodieke rapportering 21. Verbeteringsvoorstellen
Permanente registratie, kwaliteitsopvolging en –evaluatie, zijn van groot belang in het kwaliteitssysteem van het OCMW, alsook voor alle voorzieningen. Hieraan zal in 2010 en in de nabije toekomst verdere aandacht aan worden besteed door o.a. - een verder uit te bouwen geïnformatiseerd registratiesysteem; - permanente (kwaliteits-)overlegmomenten; - externe en interne audits (CAF-model45); - periodieke rapportages; - het zoeken naar samenwerking met partners om synergie te bekomen Het OCMW beoogt op deze manier een continue kwaliteitsverbetering.
45
In 2009 en 2010 volgden de secretaris van het OCMW, de directeur en de kwaliteitsverantwoordelijke van het woonzorgcentrum en een administratief medewerker de VVSGopleiding “werken met het CAF-model”. Het is de bedoeling om deze opleiding in 2010-2011 ook door andere medewerkers van de voorzieningen (o.a. de centrumleider van het dienstencentrum) te laten volgen en vervolgens dit model toe te passen in de interne audits en het intern verbetertraject van het OCMW en de verschillende voorzieningen en diensten.
180
5.2.2.6.2. Beschrijving van de aanwezige kwaliteitssystemen, -initiatieven, en – registraties De kwaliteitssystemen van de voorzieningen (woonzorgcentrum, dienstencentrum en serviceflats) kunnen niet los van elkaar worden bekeken. Vaak zijn er raakvlakken of gemeenschappelijke procedures. Het is de bedoeling om in het overkoepelend kwaliteitssysteem van het OCMW in de komende maanden en jaren de gemeenschappelijke procedures en raakvlakken op te nemen. Op deze manier kunnen de kwaliteitshandboeken van de afzonderlijke voorzieningen verder uitgroeien tot gebruiksvriendelijke werkinstrumenten. Daarenboven is het als positief te omschrijven dat sommige kwaliteitsinitiatieven en – projecten samen met de verschillende voorzieningen van het OCMW worden opgesteld, uitgevoerd en geëvalueerd. 5.2.2.6.2.1. Woonzorgcentrum Er wordt in het woonzorgcentrum Ter Deeve gewerkt aan continue kwaliteitsverbetering, met o.a. projecten. Het kwaliteitssysteem, de kwaliteitsinitiatieven en –registraties werden door de inspectie globaal positief beoordeeld. Aan de opmerkingen van de inspectie uit 2006 werd een antwoord geboden door het verder uitwerken van het systeem. Er is een kwaliteitscoördinator werkzaam en er zijn vaste en ad hoc werkgroepen omtrent kwaliteit in het woonzorgcentrum, die ondersteund worden door het beleid en de directie. Het kwaliteitshandboek bestaat uit volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 1.1. inhoudsopgave van het handboek 1.2. algemene inlichtingen betreffende de voorziening, o.a. de verantwoordelijke die met de uitvoering van het kwaliteitsbeleid is belast 1.3. document dat toelating geeft tot de gemachtigden van de Vlaamse regering om ter plaatse alle activiteiten te verrichten, nodig om de uitvoering van de bepalingen van het kwaliteitsdecreet in de welzijnsvoorzieningen te verifiëren en te evalueren 2. Kwaliteitsbeleid (hulp –en dienstverleningsaanbod) 3. Kwaliteitssysteem 3.1. conditionele elementen 3.2. operationele elementen primaire processen secundaire processen managementprocessen 3.3. garantie-elementen
Voor de verdere indeling en inhoud van het kwaliteitshandboek –en registraties wordt verwezen naar het kwaliteitshandboek en de kwaliteitsregistraties zelf.
181
Het kwaliteitshandboek is een gebruikshandboek en evolueert verder 46. De OCMWRaad keurde o.m. in zitting van 12/03/2009 en 9/09/2010 bijkomende procedures goed (bv. Procedure voor opname en onthaal, Procedure MRSA, Procedure voor collectieve inspraak van de gebruiker met betrekking tot de algemene werking) In het verleden werden inspanningen geleverd om te werken aan continue kwaliteitsverbetering met projecten. Daarenboven zijn permanente registratie, kwaliteitsopvolging en –evaluatie, van groot belang in het kwaliteitssysteem. Naast de opdrachtsverklaring die de leidraad vormt voor de totale werking binnen het woonzorgcentrum werd (onder meer uit tevredenheidsenquêtes bij de bewoners) in het kwaliteitsoverleg in de werkgroep “kwaliteit” duidelijk dat een expliciete visie op zorg noodzakelijk was om een goede werking te garanderen. Een visie die iedereen die in het woonzorgcentrum werkt, deelt: “Samen-werken aan de Zorg voor Lééftijd”. Dit is de grondhouding van waaruit medewerkers er zorg voor dragen dat de bewoners zich thuisvoelen (in hun omgeving, hun lichaam en hun relaties met medebewoners, familie, personeel, vrienden en kennissen). Het gaat om een totaalzorgvisie: de bewoner voelt zich erkend, bevestigd, gerespecteerd en bemind. Dit maakt de omgang met de bewoners “leven-gevend”. Hierbij wordt rekening gehouden met de zorgdriehoek: oudere-familie-zorgverleners (onderhandelende zorg en vraaggerichte zorg). Voor uit uitgebreide bespreking van de voorbereidingen en stand van zaken betreffende deze visie wordt verwezen naar de jaarverslagen 2008 en 2009 van het woonzorgcentrum Ter Deeve. Projecten en initiatieven in 2009 : -
-
46
“samen-werken aan de zorg voor leef-tijd” Doelstelling van “samen-werken aan de zorg voor leef-tijd”: grondhouding van waaruit medewerkers en vrijwilligers zorg dragen dat de bewoners zich thuis voelen. Verantwoordelijkheden: ieder lid van de werkgroep (de verschillende disciplines zijn vertegenwoordigd) is een voorbeeldfunctie voor zijn/haar collega, signaalpunctie en een aanspreekpunt. Alsook het sensibiliseren en doorgeven van informatie. Tevredenheidsenquête voor verpleegkundigen en verzorgenden Doel: evalueren van de wijziging in de dagindeling van de bewoner. Tevredenheidsenquête voor bewoners Doel: bevragen van de kwaliteit van de verschillende hulp –en dienstverlening binnen ons WZC. De nieuwe bewoner wordt toegewezen door de directie/hoofdverpleegkundige aan een verzorgende of verpleegkundige volgens de afgesproken regels in de procedure werken met aandachtspersonen. De begeleider van de aandachtspersoon brengt een bezoek aan de bewoner ongeveer 6 weken na opname en geeft uitleg over deze tevredenheidsenquete. Eventueel kan de tevredenheidsenquete ingevuld worden door de familie of door de bewoner met al of niet de hulp van de begeleider van de aandachtspersoon. De directie of hoofdverpleegkundige
Zie ook: “kwaliteitsmanagementsysteem OCMW”
182
-
-
-
-
-
maakt jaarlijks een analyse van de bekomen resultaten en stelt werkpunten voor. Orde en netheid op de afdeling Doel: dagelijks aandacht hebben voor de orde en netheid op de kamer van de bewoner, in de werklokalen en in de gangen. Verantwoordelijkheden: elk personeelslid is verantwoordelijk voor de orde en netheid op de kamer, de werklokalen en de gangen. Jaarlijks wordt er aan de hand van een checklist weergegeven hoe de orde en netheid verloopt. De percentages worden vergelijkt met elkaar en meegedeeld in de algemene vergaderingen voor verpleeg en verzorgenden. Herbekijken van de procedures voor het optimaliseren ervan O.a. de procedure toedienen van zuurstof en de procedure omtrent incontinentiemateriaal. (Procedure) werken met dementerende bewoners Doel: Omgangsproblemen met bewoners bespreken en mogelijke oplossingen aanbieden / doorgeven van informatie omtrent dementie, benadering en begeleiding. De leden (personeel van het onderhoud, verpleeg en verzorgend personeel, ergotherapeute en directie) fungeren als „voorstrekkers‟ binnen hun eigen discipline. Samenwerken met vrijwilligers Doel: procedure actualiseren, afsprakennota aanvullen en de brochure i.v.m. vrijwilligerswerk actualiseren. Palliatieve zorg Doel: procedure actualiseren en het maken van een nieuwe folder. Onthaal nieuwe bewoners Doel: maken van een nieuwe folder en een gesprek met bewoner en familie na enkele weken: “evaluatiegesprek”.
Voor een verdere bespreking van de kwaliteitsprojecten en jaarplanning wordt verwezen naar het jaarverslag. 5.2.2.6.2.2. Lokaal dienstencentrum In het lokaal dienstencentrum Ter Deeve wordt gewerkt aan continue kwaliteitsverbetering, met o.a. projecten. Het kwaliteitssysteem, de kwaliteitsinitiatieven en –registraties werden door de inspectie positief beoordeeld. Aan de opmerkingen van de inspectie werd een antwoord geboden door het verder uitwerken van het systeem. Er zijn vaste en ad hoc werkgroepen, die ondersteund worden door het beleid en de directie. De kwaliteitscoördinator van het woonzorgcentrum ondersteunt tevens het kwaliteitsbeleid van het dienstencentrum. Daarnaast bestaat een stuurgroep uit de voorzitter van het OCMW, de secretaris van het OCMW, de dagelijks verantwoordelijke van het woonzorgcentrum en de serviceflats, de centrumleider van het lokaal dienstencentrum en de kwaliteitscoördinator. De centrumraad (werkgroep) is een belangrijk instrument voor de goede werking van het lokaal dienstencentrum. Er wordt samen gewerkt aan o.a. kwaliteit en vernieuwende activiteiten.
183
Tijdens iedere langlopende cursus en in de clubs zijn er contactpersonen die als signaalgever fungeren naar de centrumleider. Bij eventuele problemen op praktisch vlak met de leraar of met de groep kan kort op de bal gespeeld worden. Het kwaliteitshandboek van het lokaal dienstencentrum bestaat uit volgende hoofdstukken: 1. INLEIDING 2. KWALITEITSBELEID visie en missie 3. KWALITEITSSYSTEEM 3.1.conditionele elementen 3.1.1. 3.1.2. 3.1.3. 3.1.4. 3.1.5. 3.1.6. 3.1.7. 3.1.8. 3.1.9.
organisatiestructuur: zie kwaliteitshandboek ocmw personeel: zie kwaliteitshandboek ocmw vrijwilligers accommodatie financiële structuur permanente en/of occasionele samenwerkingsverbanden permanent aanspreekpunt inspraakkanalen informatiekanalen naar de gebruiker
3.2.
operationele elementen
3.2.1. 3.2.2. 3.2.3. 3.2.4. 3.2.5.
procedure voor het behandelen van vragen procedure voor het ontvangen en behandelen van klachten procedure voor het begeleiden, evalueren en bijsturen van het functioneren van personeel en medewerkers: zie kwaliteitshandboek ocmw procedure voor het evalueren van de eigen werking procedure voor het beheren van de documenten van het kwaliteitshandboek
3.3.
garantie – elementen
Het dienstencentrum streeft er naar om de slogan “zo wordt elke dag anders” degelijk en creatief uit te werken voor de talrijke bezoekers en gebruikers. Projecten en initiatieven in 2009 : -
-
Opmaak nieuwe folder voor het lokaal dienstencentrum. Door de VVDC werd in het verleden een algemene folder aangemaakt voor alle dienstencentra. Momenteel is deze folder ook in ons dienstencentrum beschikbaar. In 2009 werd verder werk gemaakt aan het uitwerken van een eigen folder. De folder werd in 2010 aan alle inwoners van de gemeente bedeeld en wordt gericht verspreid. Opstart telefoonster In verband met het opstarten van de telefoonster zijn er verschillende overlegmomenten geweest tussen thuiszorgverantwoordelijke, secretaris en voorzitter OCMW en centrumleider. Er werden brieven verstuurd naar zelfstandig verpleegkundigen, sociale diensten ziekenhuis, dokters, kinesitherapeuten, voorzitters ouderenverenigingen,… Er werd een folder gemaakt en verspreid in Meulebeke. De telefoonster werd besproken door de
184
-
-
-
centrumleider in de SAR. De telefoonster werd besproken in het Deevekrantje en in het gemeenteinfoblad. Er zijn 3 vrijwilligers bereid gevonden om mee te werken. Er werd contact genomen met de sociale dienst van de verschillende ziekenhuizen van de regio en de dienst werd bij hen bekend gemaakt. De telefoonster werd besproken tijdens de seniorenweek en er was aandacht in de pers (De Weekbode). Voorlopig zijn er echter nog steeds geen kandidaatouderen die zich aangemeld hebben. In 2010 wordt blijvend aandacht besteed aan dit project. Opstart boodschappendienst en buurtwerk Als ondersteuning voor de mindermobiele bejaarden (boodschappendienst) of voor de alleenstaande 75-plussers (buurtwerk). Bekendmaking van de clubwerkingen In 2008 en 2009 werden clubs in de kijker gezet in het Deevekrantje (fotoreportage en uitleg). In de gangen van het dienstencentrum werden doorlopend schilderijen tentoongesteld van de teken- en schildergroep. De nieuwe biljartclub werd in de pers voorgesteld in 2010. In de komende jaren gaan we hier zeker mee verder. Vrijetijdspas In samenwerking met het OCMW-bestuur en andere gemeentelijke diensten werd de vrijetijdspas ontwikkeld en in gebruik genomen. De vrijetijdspas betekent een financiële ondersteuning bij het deelnemen aan activiteiten in het dienstencentrum en andere gemeentelijke diensten. In 2010 worden de sociocultureel-sportieve verenigingen uitgenodigd om te participeren in dit project.
5.2.2.6.2.3. Overige kwaliteitsaspecten a) Aandacht voor de leefomgeving van de bewoner / gebruiker betreffende autonomie en privacy : zie hoger47 b) Kwaliteit van de personeelsomkadering - Zie verder48; - Aan de realisatie van de doelstellingen van de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers op het werk (en diens uitvoeringsbesluiten) werd tot op heden telkens aandacht besteed. - Sociaal klimaat: Er zijn geen sociale problemen. c) Referentiepersonen In het woonzorgcentrum wordt gewerkt met referentiepersonen die hun kennis ten dienste stellen van het woonzorgcentrum enerzijds en de overige voorzieningen van het OCMW anderzijds. Niet alle personeelsleden kunnen alle vorming volgen en van alle onderwerpen maximaal op de hoogte zijn. Daarom wordt thematisch gewerkt met referentiepersonen, aanspreekpunten voor alle personeelsleden en vrijwilligers. Momenteel is er een daartoe opgeleid referentiepersoon “dementie”, “palliatieve zorg” en “medicatie”. De leden van de werkgroep “samen-werken aan de zorg” 47 48
Zie hoofdstuk “Aandacht voor de leefomgeving van de bewoner” Zie hoofdstuk “Kwaliteit van de personeelsomkadering”
185
treden op als referentiepersoon (en voortrekker) voor de (kwaliteits-)thema‟s die uit deze werkgroep ontstaan. Deze manier van kennisoverdracht zal in de toekomst verder uitgebouwd worden. d) Incontinentieproblematiek Voor elke bewoner wordt door het personeel uitgemaakt wat het meest geschikte verband is. Aan de hand hiervan wordt een lijst gemaakt met alle gebruikers van incontinentiemateriaal, samen met de soort en het aantal verbanden nodig per dag. Regelmatig vindt een telling plaats van het aantal incontinenten en de stock om het verbruik onder controle te houden. Bij vaststelling van uitzonderlijk verbruik wordt in samenwerking met het verplegend en verzorgend personeel een verklaring gezocht. Eind 2009 en begin 2010 werden andere types van incontinentiematerialen geprobeerd, om de beste kwaliteit-prijs-verhouding te bepalen voor de komende periode (2010-2012). e) Wasserij Het woonzorgcentrum heeft eigen wasmachines maar werkt voornamelijk nauw samen met een externe wasserij voor alle bewonerslinnen. Verder werken we met dezelfde wasserij samen voor huurlinnen en personeelskledij. Van de externe wasserij verwachten wij een kwalitatief onderhoud van het uitbestede linnen. De samenwerking met de huidige wasserij verloopt vlot. Het afhalen en leveren van de was gebeurt twee maal per week en eventuele problemen worden telefonisch of per mail doorgegeven. Indien nodig komt de vertegenwoordiger van de wasserij langs en wordt samen gezocht naar een andere of betere oplossing voor een welbepaald probleem. Om verlies van linnen uit te sluiten worden alle stukken op een uniforme wijze getekend. f) Keukenhygiëne De kok streeft er naar om met de medewerkers smakelijke en gevarieerde maaltijden te bereiden op een hygiënische wijze. De kok en hulpkoks, alsook de keukenhulpen, volgden en volgen regelmatig vormingen omtrent de voedingshygiëne met het oog op de gezonde en veilige productie en distributie van voedsel (HACCP, traceerbaarheid, enz.). De keuken voldoet aan de normen inzake voedselveiligheid en –infrastructuur. In 2008 werd de keuken aangepast en opgedeeld in een afwaszone met nieuwe vaatwaslijn, een koude en een warme zone, na gunstig advies van de Voedingsinspectie. Bijlage 20: Controleverslag FAVV - woonzorgcentrum Ter Deeve dd. 11.06.2010
Het is de bedoeling om bij verdere uitbreiding van de keuken de meest logische en geschikte ruimtes te benutten en in te richten volgens de vereiste normen. Deze aanpassingswerken passen in dit zorgstrategisch plan binnen het vernieuwen van het lokaal dienstencentrum. g) Ontspanning
186
- Het OCMW-complex beschikt, naast leefzalen, over een cafetaria, restaurant en feestzaal waar bewoners en hun familieleden of bezoekers (ook op weekend- en feestdagen) terecht kunnen voor een gezellig samenzijn of een drankje, of feestelijkheden. Naast de realisatie/verbouwing van vergaderlokalen, computerruimte en polyvalente ruimtes in het OCMW-complex, zou het in deze toekomstvisie mogelijk zijn om een nieuwe cafetaria met restaurant te lokaliseren ofwel tussen de nieuwe aanleunflats en de bestaande gebouwen, ofwel op de huidige locatie van de cafetaria. Op deze manier wordt tegemoetgekomen aan de te krappe huisvesting op heden van de cafetaria, is de nieuwe cafetaria centraal gelegen ten aanzien van alle bewoners en gebruikers van het dienstencentrum, én wordt ruimte vrijgemaakt voor de uitbreiding van de huidige keuken en vergaderlokaal. De huidige feestzaal dient te worden vernieuwd en kan verder als polyvalente zaal worden gebruikt voor de activiteiten van het dienstencentrum en de OCMW-site. - Animatie: zie hoger49 h) Onderhoud Het onderhouds- en technisch personeel heeft de taak om in te staan voor een nette, hygiënische, gezellige en veilige leefomgeving voor de bewoners. Hun opdracht is niet beperkt tot louter materiële onderhoudswerkzaamheden; zij worden ertoe aangezet om tijdens de uitvoering van hun taken gespreksmomenten te creëren en in te gaan op de individuele beleving van de bejaarde en zijn persoonlijke levensgeschiedenis. Daarbij moet het nodige respect voor de privacy gewaarborgd zijn. Respect voor de bewoner, zijn bezittingen en zijn levenswijze en het nodige geduld opbrengen zijn dan ook attitudes inherent aan deze functies. Zie ook hierboven: Project “Samen-werken aan de zorg voor leef-tijd”, “Orde en netheid”. i) Investeringen De investeringen van de laatste jaren waren voornamelijk bedoeld om het comfort van de bewoners, bezoekers, gebruikers en personeel te verhogen. Het betreft onder andere volgende investeringen: - Vernieuwen ramen in de keuken; - Vernieuwen van enkele ramen in het woonzorgcentrum; - Omvorming van 2 tweepersoonskamers naar 3 éénpersoonskamers; - Vernieuwen badkamers en aankoop Parkerbaden in het woonzorgcentrum; - Vernieuwen bedden (hoog-laag-bedden) in het woonzorgcentrum; - Aankoop ergonomische zetels in het woonzorgcentrum; - Vernieuwen branddetectiesysteem en –centrale; - Aankoop van 2 nieuwe voertuigen voor de maaltijdbedeling; - Aankoop nieuwe warmhoudkast en compartimentering voertuig voor de maaltijdbedeling; - Vervanging vaatwas en opdeling in vaatwaszone, koude en warme keuken; 49
Zie hoofstuk “Aandacht voor de leefomgeving van de bewoner”
187
- Automatische toegangsdeuren inkom dienstencentrum/woonzorgcentrum en inkom serviceflats; - Herbetegeling inkom dienstencentrum/woonzorgcentrum en inkom serviceflats; - Vernieuwing van een vepleegpost; - Vernieuwen (energiezuinige) verlichting in het OCMW-complex; - Herschilderen van de gangen en leefzalen van het woonzorgcentrum; - Inrichting van een kleedkamerruimte voor het verplegend, verzorgend, onderhouds- en keukenpersoneel; - Bouwen van een overdekte fietsenstalling voor het personeel en bezoekers; - Vernieuwen van het meubilair in de feestzaal van het dienstencentrum; - Vernieuwen stempelkloksysteem. Het spreekt vanzelf dat deze gebouwen na meer dan 25 jaar te kampen hebben met oplopende renovatie- en herstellingskosten. Vooruitkijkend naar de toekomst in met inachtneming van de eisen uit het woonzorgdecreet en de eisen van de huidige en toekomstige senioren, voldoet het huidig complex niet meer aan de nieuwste normen. Het is bijvoorbeeld noodzakelijk om in de komende jaren alle sanitaire leidingen in het OCMW-complex te vernieuwen. Dit kan evenwel niet zolang alle wooneenheden bewoond zijn. Niettegenstaande de goede staat van onderhoud en de recente inspanningen om te voldoen aan de zorgvraag van de bewoners, en vooruitkijkend naar de toekomst, voldoet de infrastructuur nu en op termijn niet meer aan de comforteisen van een modern woon- en/of zorgcomplex voor bejaarden. De in dit zorgstrategisch plan beoogde realisaties zijn dan ook verantwoord. j) Milieuwetgeving: er wordt voldaan aan de geldende milieuwetgeving.
5.2.2.6.3. Aantoonbare contacten met andere relevante actoren
5.2.2.6.3.1. Samenwerkingsinitiatieven - Vekmo consultancy Periodieke ondersteuning en autocontrole inzake de voedingsmiddelenhygiëne en traceerbaarheid. - De Mandel cv, sociale bouwmaatschappij Het OCMW is aandeelhouder. Dhr. Luc Vullers, voorzitter van OCMW Meulebeke is lid van de Raad van Bestuur; Dhr. Daniël Vanpoucke, burgemeester van Meulebeke is ondervoorzitter. Advies en ondersteuning in verband met wonen. Geregeld overleg met Dhr. Brecht Vermeulen, directeur van De Mandel cv. - Intergemeentelijk samenwerkingsinitiatief wonen regio Tielt – Woonwinkel Het OCMW en gemeentebestuur zijn lid van het intergemeentelijk samenwerkingsinitiatief wonen regio Tielt. De Woonwinkel is wekelijks gevestigd in het gemeentehuis. In 2010 werd een woonzorgcoördinator
188
aangesteld. De Woonwinkel geeft advies en ondersteuning in verband met wonen en woonzorg. - Provikmo vzw Arbeidsgeneeskundige dienst - Interne vertrouwenspersoon (o.a. procedure bescherming tegen geweld…), Mevr. Ann Vanthournout - Provikmo vzw Externe vertouwenspersoon/preventieadviseur - Schaubroeck nv en Geracc Software-ondersteuning werkregelingen, fakturatie, elektronische fakturatie (RIZIV), boekhouding. In 2009 trad de sociale dienst van het OCMW, het woonzorgcentrum Ter Deeve en het lokaal dienstencentrum Ter Deeve toe tot het pilootproject om de kwaliteitshandboeken en processen om te zetten naar een digitaal intra- en extranet. - School voor Bestuursrecht West-Vlaanderen Het OCMW is lid van de school en de Hr. Tom Vanpoucke, secretaris van het OCMW is lid van de Raad van Bestuur. Contacten en samenwerking in verband met vorming. - Gewestelijk ontvanger Ondersteuning inzake financieel management en kwaliteitsbeleid, dhr. Bernard Pottie - VVDC, Vereniging Vlaamse dienstencentra - VVSG, Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten en opleidingscentrum (bv. CAF) - Vereniging kinesitherapeuten - VVOS, vereniging OCMW-secretarissen - WIVO: Collegagroep voor hoofdverpleegkundigen Ondersteuning in verband met management, vorming, kwaliteitsbeleid, financieel management, woonondersteuning en zorgmanagement. - Familiezorg West-Vlaanderen vzw Samenwerkingsovereenkomst met de Dienst voor integrale thuiszorg Familiezorg West-Vlaanderen vzw en regiohuis Tielt. Deze samenwerking wordt o.a. gerealiseerd aan de hand van wederzijdse informatieuitwisseling m.b.t. de respectievelijke hulp- en zorgverlening, doorverwijzing, overleg en afstemming van zorg. - SEL Midden West-Vlaanderen Lid van het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnsgezondheidszorg SEL Midden West-Vlaanderen, voorheen het Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg (SIT). De kerntaken van het SEL Midden West-Vlaanderen zijn: - het ondersteunen, bewaken en aanmoedigen van het multidisciplinair overleg in de thuiszorg (te realiseren door de OCMW‟s, de dienstencentra en de andere zorgaanbieders); - het zorgcontinuüm van de patiënt verzekeren; - communicatie en interactie. - CRA en huisartsen Er is een samenwerkingsovereenkomst met Dr. Vermaete, die aangewezen geneesheer is. Er bestaat een reglement van orde voor de interne medische organisatie dat is ondertekend door de bezoekende huisartsen. - Netwerk Palliatieve Zorg
189
Het woonzorgcentrum Ter Deeve is ook lid van het Netwerk Palliatieve Zorg “De Mantel” Midden West-Vlaanderen. Dit lidmaatschap heeft tot doel de nodige informatie in te winnen en vrijwilligers in te schakelen in de palliatieve zorg. Het netwerk geeft tevens ook de nodige begeleiding wanneer het personeel geconfronteerd wordt met een palliatieve zorgsituatie in het woonzorgcentrum. - Overlegbijeenkomsten “gebiedsgericht werken binnen de regio Izegem – Overleg bejaardenzorg” van de sociale diensten van de Izegemse ziekenhuizen en de sociale diensten van de woonzorgcentra uit de Izegemse regio. - Overlegvergaderingen omtrent de samenwerking tussen de RVT‟s/WZC‟s in de regio Tielt en de G-diensten van het Sint-Andriesziekenhuis Tielt. - Sint-Andriesziekenhuis Tielt Er werd een overeenkomst afgesloten met vzw Sint-Andriesziekenhuis Tielt inzake onderlinge samenwerking en functionele binding tussen beide voorzieningen. - Provinciale werkgroep thuiszorg West-Vlaanderen. Dit samenwerkingsverband wordt geconcretiseerd in een werkgroep met als doel een uitwisseling van kennis en een verbetering van de werking door samenwerking. - vzw Dynamica Meulebeke Het OCMW heeft een samenwerkingsovereenkomst met vzw Dynamica, een vereniging ten dienste van gehandicapten in de regio Meulebeke, o.a. inzake het gebruik van lokalen en materialen, mindermobielenvervoer, doorverwijzen en onderlinge dienstverlening. - Regionaal sociaal verhuurkantoor (RSVK) Tielt Het OCMW is aandeelhouder van dit samenwerkingsinitiatief omtrent wonen (advies en overleg). - Regionale dienst schuldbemiddeling - Regionale dienst tewerkstelling Ondersteuning en samenwerking. - Huisvestingsdienst Regio Izegem Ad hoc contacten omtrent wonen. 5.2.2.6.3.2. Opleidingen Vorming is een onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Niet alleen de vorming op zich, maar ook de gerichte vorming en de opvolging achteraf is belangrijk. Daarom wordt gebruik gemaakt van een vormingsprocedure waarin zowel de motivatie vooraf, de vorming op zich als de toepassing achteraf worden getoetst. In het jaarverslag vindt u een overzicht van alle bijscholingen van het personeel van het woonzorgcentrum en het lokaal dienstencentrum. Bijlage 21: Vorming in 2008 en 2009 in het woonzorgcentrum
- De kwaliteitscoördinator volgde een cursus kwaliteitscoördinator en nam deel aan de vergaderingen van de ondersteuningspunten.
190
-
-
-
-
-
-
Vanaf 2009 volgen alle verzorgenden en verpleegkundigen de residentiële inleefstage van STIMUL zorg-ethisch-lab vzw. In 2009 volgden de dagelijks verantwoordelijke en de hoofdverpleegkundige van het woonzorgcentrum de residentiële vorming van VVSG “leiden van een team”. In 2009 volgden alle diensthoofden de tweedaagse vorming van VVSG “functionerings- en evaluatiegesprekken”. Enkele personeelsleden van het woonzorgcentrum hebben de basiscursus, alsook de vervolgcursus inzake palliatieve zorg gevolgd. In 2009 volgden andere personeelsleden de basiscursus, waaronder een personeelslid uit de onderhoudsdienst, op eigen voorstel. Eén van de ergotherapeuten volgde de 10-daagse opleiding tot referentiepersoon dementie, georganiseerd door Expertisecentra Dementie Vlaanderen. Jaarlijks volgt de voltallige onderhouds- en keukenpersoneelsgroep een opleiding omtrent hygiëne en voedselveiligheid (HACCP). De centrumleider van het dienstencentrum, de thuiszorgverantwoordelijke en de dagelijks verantwoordelijke van het woonzorgcentrum/serviceflats volgden bijscholingen n.a.v. het Woonzorgdecreet en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten. De chef-kok volgde het eerste deel van de opleiding “grootkeukenmanager” van Syntra West. De medewerkers van de poetsdienst aan huis volgen jaarlijks een opleiding (bv. schoonmaaktechnieken, basisopleiding zorgdiensten, beroepsgeheim) De dagelijks verantwoordelijke volgde de specifieke opleiding RIZIV-financiering voor gevorderden. De secretaris (ex-gewestelijk ontvanger) en de ontvanger van het OCMW geven regelmatig ondersteuning en organiseren interne vorming aan de verantwoordelijken van het dienstencentrum, woonzorgcentrum en serviceflats. De centrumleider van het lokaal dienstencentrum volgt jaarlijks gemiddeld een vijftal dagen bijscholing en neemt deel aan informatievergaderingen die de sector aanbelangen. In 2009 volgde zij bijvoorbeeld de vorming “Paricipatietechnieken”, georganiseerd door VVDC, nam zij deel aan informatievergaderingen rond het Woonzorgdecreet en de uitvoeringsbesluiten daarvan en volgde overige studiedagen georganiseerd door VVDC. Als centrumleider volgde zij o.m. ook studiedagen en vormingen omtrent “de sociale plattegrond”, “mindfulness”, “werken met visie” en “werken met projecten”. In functie van een kwaliteitsverbetering op personeels- en vrijwilligersvlak volgde zij ook de opleidingen “functionerings- en evaluatiegesprekken” (VVSG) en de vormingen omtrent “vrijwilligerswerk” van het Provinciaal Steunpunt Vrijwilligerswerk WestVlaanderen. In samenspraak met de secretaris wordt voorzien in permanente vorming. De dagelijks verantwoordelijke en kwaliteitsverantwoordelijke van het woonzorgcentrum, alsook de secretaris van het OCMW, volgende de VVSGopleiding “Werken met het CAF-model”. De centrumleidster van het lokaal dienstencentrum zal deze opleiding binnenkort volgen. De zelfevaluatie is gepland in 2010-2011. De secretaris volgt in september-oktober 2010 de opleiding “Professional Meetings Real Estate – Zorgvastgoed” van de KU Leuven (Kortrijk). Overige opleidingen (niet-limitatief): MRSA en handhygiëne, EHBO en reanimatie, wondzorg, autocontrole in de grootkeuken, incontinentiemateriaal, respectvol beïnvloeden, omgaan met
191
storend gedrag bij ouderen, samen-werken aan leef-tijd, hoe van het woonzorgcentrum nog meer een thuis maken, aromatherapie, valpreventie, ethisch verantwoorde zorg, eenvoudige massages voor dagelijks gebruik, dialogen rond preventie, studiedagen animatieverantwoordelijken, workshop psyhiatrische problemen, gelukkig en gezonder ouder worden, … Belangrijk om te vermelden is dat de vrijwilligers jaarlijks minstens één vormingsmoment worden aangeboden. 5.2.2.6.4. Aantoonbaar kwaliteitsbeleid in OCMW Meulebeke Het kwaliteitsbeleid in OCMW Meulebeke gaat uit van een duidelijke visie en bestaat uit doelstellingen en programma‟s van de welzijnsvoorzieningen met betrekking tot kwaliteit, de evaluatie ervan en de wegen en de middelen daartoe. Deze zijn formeel door de OCMW-Raad, de hoogste leiding van de organisatie, tot uitdrukking gebracht en telkens is een verantwoordelijke aangesteld. De voorzieningen van OCMW Meulebeke worden gestimuleerd om hun processen te optimaliseren, de kwaliteit ervan op te volgen en waar nodig bij te sturen. De opleidingsplannen voor 2010 en verder worden door de secretaris, in samenspraak met de vormingsverantwoordelijke en de diensthoofden van de voorzieningen van het OCMW opgemaakt in het teken van de actuele en toekomstige behoeften voorzien in deze toekomstvisie. Domeinen hierbij zijn o.m. woonondersteuning, management, vorming, kwaliteitsbeleid, financieel management en zorgmanagement. De intentie om kwaliteitsvol te werken vertaalt zich naast een continu en doorgedreven kwaliteitsbeleid binnen onze voorzieningen ook in contacten die wij hebben met externe organisaties die relevante ondersteuning en deskundigheid bieden op verschillende domeinen. Evaluatie (Grenswaarden) Criterium Optimaal a. Aantoonbaar Er wordt gewerkt aan kwaliteitsbeleid continue kwaliteitsverbetering met projecten. b. Aantoonbare Er zijn aantoonbare contacten met contacten met andere relevante organisaties gericht op actoren het verwerven van voor de werking relevante ondersteuning en deskundigheid op het gebied van: - Woonondersteuning - Management - Vorming - Kwaliteitsbeleid
Neutraal
Aandachtspunt
192
-
Financieel management Zorgmanagement (planning en coördinatie)
193
5.2.3. Beschikt de initiatiefnemer over voldoende kwalificaties voor een professioneel beheer en een kwalitatief hoogstaande dienstverlening? 5.2.3.1. Professionaliteit van de leiding
5.2.3.1.1. Professionaliteit / ervaringsprofiel van de leden van het beheersorgaan De voorzieningen worden beheerd door het OCMW. Het OCMW wordt bestuurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn bestaande uit 9 leden die om de 6 jaar, na de installatie van de Gemeenteraad, door dit orgaan verkozen worden. Bijgevolg is het moeilijk om op dit punt uitspraken te doen. Bij raadsbeslissing van 10/01/2002 werd Dhr. Luc Vullers tot voorzitter van de Raad verkozen. De Raad vergadert minstens één maal per maand en neemt voor wat betreft het woonzorgcentrum, het lokaal dienstencentrum en de serviceflats, alle noodzakelijke beslissingen in verband met het personeel, het aankoopbeleid, de investeringen, het opnamebeleid, het reglement van inwendige orde, ligdagprijzen,… Maandelijks wordt akte genomen van nieuwe opnames, de ziekenhuisopnames en dergelijke. De voormelde beleidsbeslissingen worden terdege voorbereid door de dagelijks verantwoordelijke en/of de centrumleider, in overleg met het diensthoofd personeel, de maatschappelijk werkers, de ontvanger en de secretaris. De voorzitter zowel als de raadsleden participeren aan diverse voorafgaande plaatselijke informatievergaderingen (bijvoorbeeld invoeren van de nieuwe rechtspositieregeling en arbeidsreglement, voorbereiding principebeslissingen in verband met de toekomstvisie), demonstraties (bijvoorbeeld bij aankoop van meubilair, het uitvoeren van verbouwingswerken) en studiedagen (bijvoorbeeld bij VVSG). Door de wijze waarop het inzagerecht georganiseerd wordt en hun ruime interesse, hebben de huidige raadsleden zich snel in de materie ingewerkt. Indirect betrokken bij de werking van het woonzorgcentrum, het lokaal dienstencentrum en de serviceflats, zijn de secretaris, Dhr. Tom Vanpoucke (licentiaat in de handelswetenschappen, master in business planning en tot 30/09/2007 gewestelijk ontvanger); de gewestelijk ontvanger, Dhr. Bernard Pottie (licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen); de maatschappelijk werkers en de hoofdmaatschappelijk werker, Dhr. Hendrik Vanhee (allen in het bezit van het vereiste diploma); het diensthoofd personeel, Mevr. Ann Vanthournout (voorheen maatschappelijk werker) en de thuiszorgverantwoordelijke, Mevr. Annick Declerck (maatschappelijk werker). Op de aspecten van deskundigheid die niet in het beheersorgaan zijn vertegenwoordigd, laat het OCMW zich bijstaan door externe deskundigen. Op deze wijze zorgt men ervoor dat op basis van juiste en deskundige adviezen gefundeerde beleidsbeslissingen kunnen genomen worden.
194
5.2.3.1.2. Professionaliteit / ervaringsprofiel van de dagelijkse verantwoordelijke
5.2.3.1.2.1. Woonzorgcentrum De dagelijks verantwoordelijke, Mevr. Griet Serroels, heeft een diploma van sociaal verpleegkundige en oefent haar functie uit sedert 1/08/1987. Zij volgt jaarlijks gemiddeld een zestal dagen bijscholing en neemt deel aan informatievergaderingen die de sector aanbelangen. In 2009 volgde zij bijvoorbeeld de residentiële cursus “leiden van een team” (14-16 oktober 2009), georganiseerd door VVSG. In 2010 volgde zij de follow-upcursus “leiden van een team” (10-12 maart 2010) en de opleiding “werken met het CAFmodel” (VVSG, 25 mei en 9 juni 2010). Zij nam deel aan informatievergaderingen rond het Woonzorgdecreet en de uitvoeringsbesluiten daarvan, alsook aan workshops in verband met zorgvernieuwing. Als dagelijks verantwoordelijke volgde zij o.m. ook studiedagen en vormingen omtrent “de levenskwaliteit in woonzorgcentra”, “samen-werken aan leef-tijd”, “respectvol beïnvloeden”, “medicatiebeleid”, “professionele schonmaaktechnieken” en “psychiatrische problemen”. In functie van een efficiënt financieel management enerzijds en in functie van een kwaliteitsverbetering op personeelsvlak anderzijds, volgde zij ook de opleidingen “RIZIV-financiering voor gevorderden” en “functionerings- en evaluatiegesprekken”. In samenspraak met de secretaris wordt voorzien in permanente vorming. De professionaliteit van de dagelijks verantwoordelijke wordt versterkt door de in praktijk quasi dagelijkse samenwerking en interactie met enerzijds de voorzitter en secretaris en anderzijds de dagelijks verantwoordelijke, Mevr. Eveline Depruyst. 5.2.3.1.2.2. Lokaal dienstencentrum De centrumleider, Mevr. Rita Latrez, heeft een diploma van arbeids- ergotherapie en oefent haar functie als deskundige-centrumleider uit sedert 1998. Sinds 14/05/1987 was Mevr. Latrez werkzaam als ergotherapeute in ons woonzorgcentrum. Zij volgt jaarlijks gemiddeld een vijftal dagen bijscholing en neemt deel aan informatievergaderingen die de sector aanbelangen. In 2009 volgde zij bijvoorbeeld de vorming “Paricipatietechnieken”, georganiseerd door VVDC, nam zij deel aan informatievergaderingen rond het Woonzorgdecreet en de uitvoeringsbesluiten daarvan en volgde overige studiedagen georganiseerd door VVDC. Als centrumleider volgde zij o.m. ook studiedagen en vormingen omtrent “de sociale plattegrond”, “mindfulness”, “werken met visie” en “werken met projecten”. In 2011 volgt zij de opleiding “werken met het CAF-model” (VVSG). In functie van een kwaliteitsverbetering op personeels- en vrijwilligersvlak volgde zij ook de opleidingen “functionerings- en evaluatiegesprekken” (VVSG) en de vormingen omtrent “vrijwilligerswerk” van het Provinciaal Steunpunt Vrijwilligerswerk West-Vlaanderen. In samenspraak met de secretaris wordt voorzien in permanente vorming.
195
De professionaliteit van de centrumleider wordt versterkt door de in praktijk quasi dagelijkse samenwerking en interactie met enerzijds de voorzitter en secretaris en anderszijds de directie en ergotherapeuten van het woonzorgcentrum. Evaluatie (Grenswaarden) Criterium Optimaal a. Professionaliteit Het beheersorgaan/ van het beheerscomité bestaat beheersorgaan/ uit personen met beheerscomité verschillende deskundigheden die een complementariteit bieden op minstens 3 van de volgende 4 aspecten: juridisch, financieel-economisch, maatschappelijk en/of gezondheidsvlak b. Professionaliteit - De dagelijkse van de dagelijkse verantwoordelijke toont verantwoordelijke zijn professionaliteit in een leidinggevende en organisatorische functie in de gezondheids- of welzijnszorg, aan de hand van ervaring, opleiding en vorming en - de dagelijkse verantwoordelijke volgt regelmatig bijscholing
Neutraal
Aandachtspunt
196
5.2.3.2. Kwaliteit van de personeelsomkadering
5.2.3.2.1. Analyse van de personeelsbezetting
5.2.3.2.1.1. Algemeen overzicht a) Algemeen De werking van het woonzorgcentrum, het dienstencentrum en de serviceflats wordt bovendien ondersteund door de 5/7 permanentie (8u-12u en 13u-17u) van de medewerkers van het onthaal van het lokaal dienstencentrum, woonzorgcentrum en serviceflats, alsook door de thuiszorgverantwoordelijke van het OCMW (Sociaal Huis) en de maatschappelijk werkers van het OCMW. Daarenboven worden de voorzieningen ondersteund door de centrale administratie, de financiële dienst, de technische dienst en de personeelsdienst van het OCMW. De voorzieningen doen ook beroep op de centrale keuken en de onderhoudsdienst van het OCMW. In de keuken50 worden één voltijdse chef-kok en twee voltijdse hulpkoks bijgestaan door 5 deeltijdse keukenhulpen. De onderhoudsdienst bestaat uit 10 deeltijdse poetsvrouwen. b) Woonzorgcentrum In onderstaande tabel wordt het aantal voltijds equivalenten (VTE) uitgedrukt per kwalificatie in het woonzorgcentrum Ter Deeve. Er werd gebruik gemaakt van de RIZIV-aangifte van 30/09/2010. Aantal VTE
Kwalificaties Verpleegkundige - A1 Verpleegkundige - A2 Verzorgingspersoneel Kinesitherapeut Ergotherapeut Andere A2 (logistiek en administratief) Logistieke assistenten Totaal
2009/TR3 3,000 7,770 7,000 0,500 0,976 2,000 7,659 28,905
2009/TR4 3,000 7,529 6,316 0,500 0,976 2,000 7,717 28,038
2010/TR1 3,000 7,209 6,145 0,500 0,976 2,000 7,794 27,624
2010/TR2 3,000 7,529 6,283 0,500 0,976 2,000 8,347 28,635
Tabel 38 : Aantal VTE per kwalificatie in het woonzorgcentrum Ter Deeve (RIZIV)
50
Toestand op 1/09/2010
197
c) Lokaal dienstencentrum 1 voltijdse centrumleider 1,5 / 5 logistieke ondersteuning 1 technisch beambte In het lokaal dienstencentrum zijn in totaal 83 vrijwilligers51 actief. In 2009 waren 34 deeltijdse (vnl. halftijdse) poetsvrouwen in dienst in het systeem van dienstencheques en 24 halftijdse poetsvrouwen in het regulier systeem. Twee personeelsleden zijn in dienst voor de bedeling van de warme maaltijden aan huis. 5.2.3.2.1.2. Verpleegkundig en verzorgend personeel in vergelijking met de RIZIVnormen in het woonzorgcentrum In deze berekeningen52 gaan wij na hoeveel verpleegkundig en verzorgend personeel er tewerkgesteld is in het woonzorgcentrum Ter Deeve in vergelijking met de RIZIV-norm. Wij vinden deze ratio belangrijk omdat de uitkeringen voor hulp in de activiteiten van het dagelijks leven gekoppeld zijn aan de personeelsnormen. Berekening theoretische norm vanuit personeelsnorm per 30 rechthebbenden ROB Cat 0 Cat A Cat B Cat C extra Cd of C+ RVT Cat B Cat C extra Cd
Verplegend
Verzorgen
0,006 0,302 0,348 0,18 0,046 Verplegend 2,158 1,013 1,353
0,201 0,663 0,222 0,068 Verzorgen 2,158 1,216 1,759
Kine/ergo/logo
Kine/ergo/logo 0,432 0,203 0,271
Personeel voor reactivering
0,058 0,017 0,004 PvR 0,043 0,122 0,162
Instelling Verpl Verzorg Kine/ergo/logo PVR THEORETISCHE NORM 5,406 6,287 0,906 0,406 Tabel 39 : Berekening RIZIV-personeelsnorm voor ROB- en RVT-woongelegenheden
In de tabellen met de berekening van het noodzakelijke personeel volgens de RIZIVnormen, kunnen we vaststellen dat in het woonzorgcentrum Ter Deeve de reële personeelsomkadering voor het verpleegkundig en verzorgend personeel aan de RIZIV-normering voldoet. Het strikt noodzakelijke aantal verpleegkundigen en verzorgenden is dus overschreden.
51
Toestand op 1/01/2010 Bij deze berekeningen wordt gebruik gemaakt van de zorgprofielen opgetekend in 2009 en 2010 en de personeelsbezetting 2010/TR2. 52
198
Invulling theoretische norm in woonzorgcentrum Ter Deeve Instelling VerplA1 VerplA2 Verzorg Kine/ergo/logo NORM 5,406 6,287 0,906 Aanwezig (zonder opvulling) 3,271 7,448 5,948 1,463 Verpl A1 Verpl A2 7,448 Verzorg 5,948 -> verpl=verzor 0,339 Pvr 0,000 0,406 Aanwezig (na opvulling) 5,406 6,287 0,906 Tekort (na opvulling) 0,000 0,000 0,000 Overschot 3,271 2,042 0,000 0,557 Overschot (na opvulling/pvr) 3,271 1,703 0,000 0,151 Tabel 40 : Invulling RIZIV-personeelsnorm voor ROB- en RVT-woongelegenheden
Pvr 0,406 0,000 0,000
0,406 0,000 0,000 0,000
Het personeel dat buiten forfait tewerkgesteld is, bedraagt 5,870 VTE of 32,38 % van het totaal aantal verpleegkundigen, verzorgenden en kine/ergo/logo-personeel op 01/10/2010. 5.2.3.2.1.3. Het personeel volgens de decreetnormen in het woonzorgcentrum Volgende tabel geeft de huidige decreetnorm53 voor het woonzorgcentrum: Voorwaarden voor omkadering volgens het Woonzorgdecreet: Woonzorgcentrum Omzetting Norm Invulling Tekort Overschot Bijlage XII - Art.38.-41 Een directeur die verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding 1 1 0 0 Verplegend en verzorgend personeel x3 7,5 17,1 0 9,6 2,5 VTE / 15 bewoners; min. 1 VTE verplegend Onderhouds- en keukenpersoneel x3 3 9,85 0 6,85 1 VTE / 15 bewoners Animatoren 1 1 0 0 1 VTE indien 31-60 bewoners Beroep kunnen doen op een kwaliteitscoördinator Q Q 0 R Actieve nachtddienst N N 0 R Bijscholing (20u / max.2 j; directeur 8u/1 j.) B.S. B.S. 0 R
Tabel 41 : Invulling Decreet-omkaderingsnorm voor het woonzorgcentrum
Decreetnormen Als we in bovenstaande tabel het huidige volume van verpleegkundige en verzorgende arbeid (op 01/11/2010) vergelijken met de decreetnorm, dan overstijgt het arbeidsvolume de norm. De voorwaarden voor de omkadering in het lokaal dienstencentrum, volgens de huidige decreetnorm54 zijn volgende:
53
Uitvoeringsbesluiten Woonzorgdecreet van 13/03/2009, Bijlage XII.-Woonzorgcentra, art.38 “Voorwaarden voor de omkadering”. 54 Uitvoeringsbesluiten Woonzorgdecreet van 13/03/2009, Bijlage VI.-Lokale dienstencentra, art.5-B “Voorwaarden voor de omkadering”.
199
Voorwaarden voor omkadering volgens het Woonzorgdecreet: Lokaal dienstencentrum Bijlage VI - Art.5.B.
Norm
Invulling
Tekort
Minstens één 0,5 VTE centrumleider 0,5 1 0 Bijscholing (20u / max.2 j) B.S. B.S. 0 Inzet van voldoende en deskundig personeel en medewerkers R 0 Systematisch bewaken van de deskundigheid en het functioneren R 0 Stimuleren en ondersteunen van de inschakeling van vrijwilligers R 0 Tabel 42 : Invulling Decreet-omkaderingsnorm voor het lokaal dienstencentrum
Overschot 0,5 R R R R
Uit deze tabel blijkt dat het huidige volume van personeel en omkadering de decretale norm overschrijdt.
200
5.2.3.2.2. Analyse van de personeelsorganisatie
5.2.3.2.2.1. Toekomst De voorzieningen voldoen aan de huidige erkenningsnormen en kregen aldus een positieve beoordeling van de Inspectie. Een organisatie is evenwel steeds in beweging zowel intern – aanpassing van taken en opdrachten - als extern – nieuwe wetten en decreten. Extern is er de evolutie van de krachtlijnen en het toenemend aantal richtlijnen. Recente voorbeelden zijn de diverse sectorale akkoorden maar ook de regeling rond dienstencheques, de animatoren in woonzorgcentra of het Woonzorgdecreet en diens uitvoeringsbesluiten. Rekening houdende met de toekomstvisie en dit zorgstrategisch plan moeten wij vandaag stil staan bij de werking van de eigen organisatie: Zijn er aanpassingen nodig? Zijn er bijkomende behoeften? Dienen de functieprofielen bijgeschaafd te worden? Is de taakverdeling nog correct? Het de bedoeling om in de toekomst het huidig personeel in hoofdzaak hun kerntaken te laten uitvoeren. Daarom zal een maximale ondersteuning worden voorzien. Wij denken bijvoorbeeld aan het inschakelen van logistieke hulpen. Hierbij een overzicht van de eventuele taken van een logistieke hulp die momenteel door ander personeel worden uitgevoerd: - Taken logistieke hulp uitgevoerd door onderhoudspersoneel: - Op- en afdienen ontbijt 7 dagen op 7: per dag: ¾ uur opdienen en 1 ¼ uur afdienen= 2 uren - Reinigen rolstoelen: 1/maand - Taken logistieke hulp uitgevoerd door verplegend en verzorgend personeel: Dagelijkse taken - Ronddelen soep en opvragen maaltijdlijst: ¾ uur x 2= 1,5 uren - Opdienen middagmaal: ¼ u x 4 personen = 1 ¼ uur ( kan niet volledig worden overgenomen door 1 logistieke hulp, het opdienen zou te lang duren. - Opdienen en afdienen koffie: 2 x ½ uur = 1uur - Op- en afdienen avondmaal: 4 x ½ uur= 2 uren Wekelijkse taken: - Sorteren en ronddelen van de was: 2/week: 4 uren x 2 (ND) - Ontsmetten wc-stoelen en wasbekkens: 1/week: 3 uren - Drankbevoorrading: 3/week: 2 x ½ uur = 3 uren - Afwassen medicatie-, linnen en verbandkarren: 1/week = 6 x ½ uur= 3 uren ( ND) Maandelijkse taken: - Opkuis gangen en dienstlokalen: 4 uren/maand. - Taken logistieke hulp uitgevoerd door ergotherapeuten: - Op- en afdienen: 2 x 20 min - Bereiding ontbijt wordt klaargemaakt door nachtddienst: kan ook door keuken of logistieke hulp.
In het kader van het toekomstproject zal in de toekomst, waar nodig, bijkomend personeel worden aangeworven en/of omgeschoold. In 2011 wordt een parttime logistieke hulp aangeworven.
201
In samenwerking met externe organisatie- en personeelsdeskundigen gaat het OCMW in 2010 van start met de voorbereidingen van dit veranderingsproces. De personeelsformatie, organogram en functiebeschrijvingen (functiekaarten, -profielen en evaluatiecriteria) worden in 2010 en 2011 heropgemaakt volgens een modern personeelsbeleid. 5.2.3.2.2.2. De werkorganisatie en het bewonerszorgbeleid Het bewonerszorgbeleid van het woonzorgcentrum Ter Deeve wordt waargenomen door de hoofdverpleegkundige. Er worden op vandaag inspanningen gedaan om meer bewonersgericht te werken en zorg op maat aan te bieden. Zo wordt er naar gestreefd om zoveel als mogelijk een thuis te creëren voor de bewoners. Er wordt ook rekening gehouden met de door de bewoners geformuleerde wensen. Het OCMW is er zich van bewust dat die inspanningen in de context van het voorliggende zorgstrategisch plan moeten volgehouden worden en nog moeten versterkt worden. De optie voor de toekomst tot kleinschalig werken in het woonzorgcentrum en de keuze voor zorgondersteuning (in plaats van zorg) in de serviceflats/assistentiewoningen en aanleunflats vereisen dat de medewerkers hierop voorbereid worden. Naast de inspanningen die in het algemeen geleverd worden op het vlak van een bewonersgerichte zorg werden in het woonzorgcentrum Ter Deeve onder meer de volgende organisatorische acties genomen om de werking en de kwaliteit van het woonzorgcentrum gedurende het laatste jaar te verbeteren: Leefgroepwerking voor bewoners met dementie, ontbijt, vakantieproject, uitwerking van procedures (bv. opname en onthaal, collectieve inspraak van de gebruiker met betrekking tot de algemene werking, ...), geriatrische zetels en bijkomende hoog-laagbedden, uitbouw van een palliatief team, verdere ontwikkeling van een zorgdossier en een permanent overlegorgaan en communicatietechnieken tussen woonzorgcentrum (dagelijks verantwoordelijke, ergotherapeut), lokaal dienstencentrum (centrumleider, ergotherapeut) en onderhouds- en keukendienst (kok, verantwoordelijke onderhoud). 5.2.3.2.2.3. Functiebeschrijvingen Diverse methodieken van personeelsbeleid, zoals deze die onder meer vereist worden binnen het personeelsstatuut (functiebeschrijvingen, functioneringsgesprekken en personeelsevaluaties), zijn op dit ogenblik beschikbaar. Deze instrumenten worden verder uitgewerkt en toegepast. In 2009 en 2010 vonden functioneringsgesprekken plaats met alle personeelsleden. In 2011 worden alle personeelsleden geëvalueerd. Zoals hierboven reeds vermelden worden de functiebeschrijvingen (functiekaarten, profielen en evaluatiecriteria) in 2010 en 2011 heropgemaakt volgens een modern personeelsbeleid, in samenwerking met een extern overheidsconsultancykantoor (CC Consult). Vanuit het organogram zal bepaald worden welke functiebeschrijvingen dienen opgemaakt te worden. Aanvullend zal aan de diensthoofden de nodige uitleg verschaft worden over de kernresultatengids en de competentiegids zodat deze per
202
functie kunnen bepaald worden. Per functie zullen de kernresultaten en competenties bekeken worden. Dit zal samen met de secretaris en de diensthoofden gebeuren. 5.2.3.2.2.4. Organogram en formatie Naar de toekomst toe wenst het OCMW Meulebeke een onderscheid te maken tussen staf- en lijndiensten, teneinde tot een betere afbakening en samenwerking te komen tussen de verschillende voorzieningen, afdelingen en diensten. Er werd daarbij geopteerd om gelijkaardige diensten onder een gemeenschappelijke noemer samen te brengen, teneinde de interne cohesie te versterken. Dit vernieuwd organogram werd goedgekeurd door de OCMW-Raad op 9 september 2010. Het organogram en personeelsformatie van het OCMW, het lokaal dienstencentrum, het woonzorgcentrum en diens ondersteunende diensten is hierna opgenomen:
Figuur 35 : Organogram OCMW Meulebeke
203
Figuur 36 : Ondersteunende diensten
204
Figuur 37 : Organogram woonzorgcentrum Ter Deeve
Figuur 38 : Organogram lokaal dienstencentrum Ter Deeve
5.2.3.2.2.5. Communicatie- en overlegstructuren De tabel op volgende bladzijden geeft een overzicht van de formele overlegorganen in OCMW Meulebeke.
205
Overlegorgaan Raad
Deelnemers (verplicht) Raadsleden Secretaris Maatschappelijk werker(s) volgens noodzaak Voorzitter, secretaris, ontvanger Aangevuld in functie van onderwerp: Dagelijks verantwoordelijke woonzorgcentrum/serviceflats – centrumleider – diensthoofd personeel – hoofdmaatschappelijk werker Leden managementteam Diensthoofden
Managementteam
Diensthoofdenoverleg
Frequentie e Elke 2 donderdag van de maand
Inhoud Bestuurszaken
Agenda Voorzitter
Verslag Secretaris
Ad hoc
Adviserend t.o.v. de Raad
-8 dagen aan de leden: agenda Secretaris
Secretaris
Minstens 2-maandelijks (max. 3u)
- Afstemming werking - Onderlinge communicatie en informatieoverdracht - Beleidsadviserend - Beleidsuitvoerend - Afstemming personeelszaken en informatieoverdracht - Overleg personeelsaangelegenheden - werkregelingen en informatieoverdracht - klankbord en forum voor vragen en problemen van de medewerkers van de poetsdienst - afstemming werking en informatieoverdracht - klankbord en forum voor vragen en problemen van de medewerkers
Werkoverleg personeel
Secretaris, diensthoofd „personeel‟, dagelijks verantwoordelijke woonzorgcentrum
Elke dinsdag (max. 1u)
Personeelsvergadering poetsdienst
Verantwoordelijke(n) poetsdienst
Maandelijks (max. 1u)
+
medewerkers
Personeelsvergadering verplegend en verzorgend personeel
Dagelijks verantwoordelijke Hoofdverpleegkundige Verplegend en verzorgend personeel Ergotherapeut
Per kwartaal (max. 2u)
Teamvergadering dienst
Hoofdmaatschappelijk werker Maatschappelijk werkers sociale dienst
Ad hoc (2-wekelijks) (max. 3u)
sociale
Personeelsvergadering keuken / onderhoud
Dagelijks verantwoordelijke Koks Keukenpersoneel Onderhoudspersoneel
Ad hoc
-
taakverdeling afstemming werking bespreking dossiers informatieoverdracht Afstemming werking en taakverdeling - Onderlinge communicatie en informatieoverdracht -
206
Vaste agenda
Hoofd-administratief medewerker
-14 dagen: uitnodiging
Vaste agenda
n.v.t.
Vaste agenda
n.v.t.
-14 dagen: uitnodiging
Vaste agenda -14 dagen aan de verplichte deelnemers: agenda Vaste agenda
Dagelijks verantwoordelijke
-10 dagen: uitnodiging
n.v.t. / Hoofdmaatschappelijk werker
Dagelijks verantwoordelijke
Dagelijks verantwoordelijke
-7 dagen aan de deelnemers: agenda
Dienstenoverleg woonzorgcentrum dienstencentrum / keuken
Vrijwilligers-vergadering
Bewonersvergadering
Interdisciplinair overleg
Kwaliteitsoverleg
/
Dagelijks verantwoordelijke woonzorgcentrum, Centrumleidster dienstencentrum, Hoofdverpleegkundige, Ergotherapeuten, Chef-kok en hulpkok, Medewerker onthaal (Technisch medewerker) Centrumleidster En/of dagelijks verantwoordelijke En/of Ergotherapeut Vrijwilligers (niet verplicht)
Dagelijks verantwoordelijke bewoners flats gangverantwoordelijken bewoners woonzorgcentrum Kok
C.R.A. Hoofdverpleegkundige en/of dagelijks verantwoordelijke Verpleegkundige/verzorgende Ergotherapeut Kinesitherapeut Dagelijks verantwoordelijke woonzorgcentrum en/of hoofdverleegkundige, Centrumleidster dienstencentrum, Kwaliteitsverantwoordelijke, Secretaris,
Wekelijks (30 min.)
- Afstemming werking - Onderlinge communicatie en informatieoverdracht - Preventief werken - 14-dagen-planning
Vaste agenda
Dagelijks verantwoordelijke woonzorgcentrum
Ad hoc (max. 2u)
- taakverdeling en informatieoverdracht - klankbord en forum voor vragen en problemen van de vrijwilligers
Centrumleidster en/of dagelijks verantwoordelijke
Centrumleidster en/of dagelijks verantwoordelijke
- 1x per jaar - 3x per jaar - 4x per jaar
(max. 2u) Maandelijks (max. 2u)
Ad hoc
- informatieoverdracht - klankbord en forum voor vragen en problemen van de bewoners
-
afstemming werking bespreking bewoners informatieoverdracht Kwaliteitskaart Palliatieve zorg
- Kwaliteitsbeleid
-14 dagen aan de deelnemers: agenda Vaste agenda -14 dagen: uitnodiging
Vaste agenda
Tabel 43 : Formele overlegorganen in OCMW Meulebeke
207
hoofdverpleegkundige
-14 dagen: uitnodiging
Vaste agenda
Minstens 2-maandelijks
Dagelijks verantwoordelijke
Kwaliteitsverantwoordelijke
Daarnaast zijn volgende “informele” overlegmomenten: - Dagelijkse briefing (“overdracht”) die ongeveer een half uur in beslag neemt en die iedere morgen doorgaat. Aan de hand van deze info-overdracht worden de medewerkers op de hoogte gesteld van de algemene situatie van de bewoner. Dit is dus op fysisch, psychisch en sociaal gebied. Alle verpleegkundigen en verzorgenden die aanwezig zijn op dienst nemen hier aan deel. De bespreking betreft in eerste instantie bewoners met nieuwe of specifieke situaties, maar daarnaast komen ook alle andere bewoners op basis van een beurtsysteem aan bod. - De schriftelijke communicatie verloopt via het overdrachtboek (dag- en nachtboek). Belangrijke meldingen worden overgebracht in het verzorgingsdossier. - Dagelijks overleg tussen dagelijks verantwoordelijke van het woonzorgcentrum en de serviceflats, alsook met de centrumleider van het dienstencentrum, en de secretaris. 5.2.3.2.2.6. Specifieke werking die zich richt naar dementerenden. De werking dementerenden wordt gestructureerd en uitgebreid, ten einde de omgang en begeleiding van zowel de dementerende persoon en de familie te optimaliseren: In 2004 heeft een ergotherapeute werkzaam in ons woon zorgcentrum de 10-daagse opleiding referentiepersoon dementie, georganiseerd door Expertisecentra Dementie Vlaanderen gevolgd, met nadien op regelmatige basis een bijscholing inzake dementie. Voor de inhoud van deze functie wordt verwezen naar het deel “ergotherapie” van het hoofdstuk “Aandacht voor de leefomgeving van de bewoner van een residentiële voorziening: woonzorgcentrum Ter Deeve” (zie hoger). In 2009 werd een intentieverklaring opgemaakt en bekendgemaakt naar verzorgend en verplegend personeel en onderhoudspersoneel. De werkgroep “dementie” wordt begeleid door de referentiepersoon dementerenden en is verder samengesteld door een vertegenwoordiging van de andere disciplines. 5.2.3.2.2.7. Kinesitherapie en valpreventie De kinesiste behandelt de R.V.T.-bewoners en ook de bewoners waarvoor het O.C.M.W. tussenkomst verleent. De kinesiste volgt voldoende bijscholing. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan het voorkomen van valincidenten. Na iedere val bij een bewoner wordt een registratieformulier ingevuld om zo de oorzaken op te sporen en tegen te gaan. Dit kan gebeuren door een directe aanpak of aanpak op langere termijn. Het geheel wordt gestuurd en opgevolgd door de hoofdverpleegkundige.
208
5.2.3.2.2.8. Palliatieve zorg Twee personeelsleden hebben de basiscursus , alsook de vervolgcursus inzake palliatieve zorg gevolgd. Samen met de directie zorgen zij voor de implementatie binnen het team en tevens voor de ondersteuning. Palliatieve begeleiding steunt op drie pijlers : pijnbestrijding, comfortzorg en symptoomcontrole. Er wordt gewerkt met een palliatief dossier en met kwaliteitskaarten. Elk jaar in november wordt een herdenkingsmoment gehouden. Jaarlijks volgen twee leden van het vaste team de basiscursus palliatieve zorg. De referent verpleegkundige neemt deel aan de verpleegkundige cel georganiseerd door De Mantel. Er is een samenwerkingsakkoord tussen de instelling en het palliatief netwerk van ZuidWestvlaanderen, De Mantel. 5.2.3.2.3. De vorming van het personeel In de voorbije jaren volgde de directie en het personeel in het woonzorgcentrum en het lokaal dienstencentrum voldoende vorming, verspreid over alle personeelsleden. Een overzicht van de gevolgde opleidingen is opgenomen in bijlage. Zie ook: “opleidingen” in het hoofdstuk “aantoonbaar kwaliteitsbeleid in OCMW Meulebeke”. In 2009 werd de vernieuwde procedure “vorming”, in overeenstemming met het vormingsbeleid (beschreven in de nieuwe rechtspositieregeling) van kracht voor alle personeelsleden van het OCMW. Bijlage 22: Formulier bijscholing
De komende jaren wordt o.a. aandacht besteed aan vorming specifiek gericht op het verlenen van zorg in een woonomgeving buiten de conventionele “rusthuiskamer”. Er zal de komende jaren blijvend aandacht worden geschonken aan de inleefstage en de opleiding rond palliatieve zorg. Het is de bedoeling dat alle personeelsleden deze cursussen volgen. 2.3.2. De instelling de autonomie van en het respect voor de bewoner als prioritaire waarden voorop. Het volledige zorgconcept en ook het personeelsbeleid, inclusief de opleiding en vorming van het personeel, worden hierop afgestemd. Het project “samen-werken aan de zorg voor lééf-tijd” is in het toekomtproject verder van toepassing.
209
Evaluatie (Grenswaarden) Veranderingsproces Criterium Optimaal a. Personeels- De personeelsbezetting is bezetting (kwalitatief en kwantitatief) in overeenstemming met het volume van de zorg- en dienstverlening om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken. b. Organisatie De organisatie van de zorgen dienstverlening is klantgericht, flexibel en transparant. c. Vorming De vorming is (kwalitatief en kwantitatief) in overeenstemming met het volume van de zorg- en dienstverlening om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken. Matig
Neutraal De voorziening voldoet aan de wettelijke normen
Aandachtspunt
De voorziening voldoet aan de wettelijke normen De voorziening voldoet aan de wettelijke normen
210
5.2.4. Is de financiële situatie van de voorzieningen gezond? 5.2.4.1. Aantoonbaar investeringsbeleid In het kader van de jaarlijkse begroting en het meerjarenplan wordt (naast het exploitatiebudget) een (nominatief) investeringsplan opgemaakt met een tijdsperspectief van respectievelijk 1 en 6 jaar. De relevante begrootte investeringsprojecten (m.b.t. het woonzorgcentrum en/of lokaal dienstencentrum) van de laatste 4 jaren zijn samengevat op de volgende bladzijde. De investeringsprojecten worden voorbereid door het diensthoofdenoverleg en het managementteam en vervolgens, na advies van het College van Burgemeester en Schepenen, vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Het meerjarenplan (met diens eventuele budgetwijzigingen) wordt goedgekeurd door de gemeenteraad en de Gouverneur. Minstens jaarlijks wordt het meerjarenplan geëvalueerd (Bijvoorbeeld het regelmatig op peil houden van de woonkwaliteit) en vertaald naar het jaarlijks budget. Deze budgetten (of budgetwijzigingen of interne kredietaanpassingen) worden voorbereid door het diensthoofdenoverleg en het managementteam en, na advies van het College van Burgemeester en Schepenen, vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Vervolgens wordt dit budget ter kennisgeving overgemaakt aan de gemeenteraad en de Gouverneur. Naast de nominatief ingeschreven investeringsprojecten worden kleinere55 herstellings- en/of aanpassingswerken en aankopen gefinancierd in het exploitatiebudget. De raad voor maatschappelijk welzijn is hoofdbudgethouder, doch heeft deze bevoegdheid overgedragen aan de secretaris voor wat betreft het dagelijks bestuur, zijnde het exploitatiebudget. Het meerjarenplan 2007-2012 werd vastgesteld in zitting van 8/11/2007 en goedgekeurd door de gemeenteraad. Het budget 2010 en de uitbreiding van het meerjarenplan 2007-2012 met het jaar 2013 werden vastgesteld in zitting van 8/10/2009, en goedgekeurd door de gemeenteraad. Behoudens een budget voor studiekosten (begrotingen 2010-2012) werden de vereiste investeringsbudgetten in het kader van dit toekomstproject nog niet opgenomen in het meerjarenplan tot en met 2013. De financiële planning zal gebeuren na goedkeuring van het zorgstrategisch plan, in het op te maken technisch-financieel plan. Deze kredieten zullen, desgevallend via begrotingswijziging, worden voorzien in de budgetten.
55
Grens voor exploitatieuitgaven : 2.500 euro exclusief btw
211
Lijst investeringsprojecten - OCMW Meulebeke Van investeringsnummer/projectjaar
Nr. project
0/2007 tot investeringsnummer/projectjaar 9999/2010
Omschrijving Investering
Krediet Debet (oorspronkelijk) (geboekt tot 8/09/2010)
2 / 2007
Vernieuwing ramen JAARTOTAAL 2007 TOTAAL
20.000
0 0
9 / 2007
Omvorming 2 pers kamers naar 1 persoonskamer JAARTOTAAL 2008 JAARTOTAAL 2009 TOTAAL
43.000 4.058
65.123 11.935 77.058
2 / 2008
Project energie zuinige verlichting JAARTOTAAL 2008 JAARTOTAAL 2009 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
137.000 28.315 28.315
28.685 26.584 0 55.268
3 / 2008
Branddetectie JAARTOTAAL 2008 JAARTOTAAL 2009 TOTAAL
44.000 45.594
0 45.594 45.594
4 / 2008
Keuken vaatwasinrichting JAARTOTAAL 2008 JAARTOTAAL 2009 TOTAAL
90.000 90.000
0 87.044 87.044
5 / 2008
Voertuig voor maaltijdbedeling JAARTOTAAL 2008 JAARTOTAAL 2009 TOTAAL
12.000 9.048
11.943 0 11.943
6 / 2008
Vervangen sanitaire leidingen rusthuis+ flatgebouw JAARTOTAAL 2008 JAARTOTAAL 2009 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
49.500 41.704 41.704
5.709 0 0 5.709
7 / 2008
Feestzaal vernieuwing JAARTOTAAL 2008 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
50.000 0
0 0 0
8 / 2008
Toegangsdeuren flatgebouw & Rusth & dienstencent JAARTOTAAL 2008 JAARTOTAAL 2009 TOTAAL
17.000 2.837
16.327 0 16.327
9 / 2008
Verpleegpost verdieping JAARTOTAAL 2008 JAARTOTAAL 2009 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
4.735 0 0
4.734 0 0 4.734
10 / 2008
Vernieuwing ramen JAARTOTAAL 2008 JAARTOTAAL 2009 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
22.309 22.309 22.309
6.697 5.965 0 12.662
212
2 / 2009
Gangen woon & zorgcentrum JAARTOTAAL 2009 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
80.000 52.460
0 52.458 52.458
3 / 2009
Inkom vernieuwing JAARTOTAAL 2009 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
17.500 17.100
0 17.076 17.076
4 / 2009
Aankoop wagen maaltijddienst JAARTOTAAL 2009 TOTAAL
17.956
17.956 17.956
5 / 2009
Warmhoudkast wagen maaltijddienst JAARTOTAAL 2009 TOTAAL
18.301
18.163 18.163
7 / 2009
Inrichting kleedkamerruimte JAARTOTAAL 2009 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
35.000 30.000
0 24.777 24.777
9 / 2009
Fietstalling & Overdekking JAARTOTAAL 2009 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
16.000 11.600
0 11.578 11.578
10 / 2009
Fotovoltaïsche zonnepannelen energieprod JAARTOTAAL 2009 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
320.000 319.395
254.164 5.307 259.471
11 / 2009
Informatika, audiovisuele middelen regie kamer JAARTOTAAL 2009 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
100.000 100.000
0 65.926 65.926
12 / 2009
Meubilair Dienstencentrum JAARTOTAAL 2009 JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
110.000 30.500
0 30.453 30.453
13 / 2010
Toegangspoort garages JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
4.059
4.059 4.059
14 / 2010
Voegwerken woonzorgcentrum JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
16.000
0 0
15 / 2010
Keukenuitrusting JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
50.000
4.872 4.872
16 / 2010
Plannen en studies JAARTOTAAL 2010 TOTAAL
20.000
4.647 4.647
Tabel 44: Lijst investeringsprojecten 2007-2010
213
Evaluatie (Grenswaarden) Criterium Optimaal InvesteringsVoor de investeringen beleid wordt jaarlijks een investeringsplan opgesteld met een tijdshorizon van meer dan drie jaar. Dit plan wordt afgestemd binnen het beheersorgaan/ beheerscomité
Neutraal
Aandachtspunt
214
5.2.4.2. Financiële analyse
5.2.4.2.1. Balans, resultatenrekening en financiële criteria (VIPA-model) In de volgende tabel wordt de balans en resultatenrekening voor het OCMW en diens voorzieningen weergegeven. De voorzieningen en de belangrijkste diensten van het OCMW worden boekhoudkundig enerzijds als aparte activiteitencentra en anderzijds geconsolideerd opgenomen in de jaarrekening. In onderstaande tabellen worden de balans en resultatenrekening weergegeven van het woonzorgcentrum en het lokaal dienstencentrum, volgens het VIPA-model en voor de drie laatst afgesloten boekjaren.
215
NAAM INSTELLING: VERANTWOORDELIJKE: LAATSTE BESCHIKBARE JAAR: JAARREKENING IN Euro
WOONZORGCENTRUM TER DEEVE OCMW Meulebeke 2009 Codes
2009
2008
2007
1.492.633 1.265.010
2.430.006 1.177.919
1.317.346 1.163.078
1.265.010 1.019.884 216.748 28.378
575 1.177.344 1.071.789 80.898 24.657
1.151 1.161.927 1.060.052 75.817 26.058
29/58 29 3 30 40/41 40 41 50/53 54/58 490/1
227.623
1.252.087
154.268
0
0
0
217.033 161.631 55.402
1.251.932 159.642 1.092.290
152.533 131.884 20.649
10.590
155
1.735
20/58
1.492.633
2.430.006
1.317.346
1.492.633 575.457 228.840
2.430.006 619.226 228.840
1.317.346 615.083 228.840
-116.378 462.995
-82.845 473.231
-65.225 451.468
43.244 43.244
50.116 50.116
30.116 30.116
43.244
50.116
30.116
17/49 17 170/4 172 173 174 175 177 178 179 42/48 42 43 430/8 439 44 440 441 443 444 45 450/3 454/9 48 492/3
873.932 312.835 312.835
1.760.664 352.117 352.117
672.147 390.799 390.799
312.835
352.117
390.799
561.097 39.282 2.729 2.729
1.408.547 38.682 3.025 3.025
281.348 38.109 3.037 3.037
284.465 284.465
33.994 33.994
40.370 33.855
115.821 115.821 118.800
112.917 88 112.829 1.219.929
6.515 137.022 24.578 112.444 62.810
10/49
1.492.633
2.430.006
1.317.346
BALANS ACTIVA VASTE ACTIVA I. Oprichtingskosten II. Immateriele vaste activa III. Materiele vaste activa A. Terreinen en gebouwen B. Installaties,machines en uitrusting C. Meubilair en rollend materieel D. Leasing en soortgelijke rechten E. Overige materiele vaste activa F. Vaste Act.in aanbouw en vooruitbet. IV. Financiele vaste activa ----------------------------------------------------------------------------VLOTTENDE ACTIVA V. Vorderingen op meer dan 1 jaar VI. Voorraden A.Goederen en produkten VII. Vorderingen ten hoogste 1 jaar A. Werkingsvorderingen B. Overige vorderingen VIII. Geldbeleggingen IX. Liquide middelen X. Overlopende rekeningen actief ============================================== TOTAAL DER ACTIVA ___________________________________________________ PASSIVA EIGEN MIDDELEN I. Patrimonium III.Herwaarderingsmeerwaarden IV. Reserves V. Gecumuleerd overschot(tekort) VI.Investeringssubsidies ----------------------------------------------------------------------------VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN VII.Voorzieningen vr risico's en kosten A.Pensioenen en soortgelijke verplicht. C.Grote herstellings-en onderhoudswerken E.Overige risico's en kosten ___________________________________________________ SCHULDEN VIII. Schulden op meer dan 1 jaar A.Financiele schulden 1.Leasingschulden en soortgelijke 2.Kredietinstellingen 3.Overige leningen B.Werkingsschulden C.Schulden van nevendiensten en andere D.Borgtochten ontvangen in kontanten E.Overige schulden IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar A. Schulden die binnen het jr vervalllen B. Financiele schulden 1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen C. Werkingsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels 3. Overige werkingsschulden 4 Te ontvangen facturen E. Schulden mbt belast,bezold,soc last 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en soc.lasten F. Overige schulden X. Overlopende rekeningen passief ============================================== TOTAAL DER PASSIVA ___________________________________________________ Is de balans in evenwicht ?
20/28 20 21 22/27 22 23 24 25 26 27 28
10/15 10 12 13 14 15 16 16 160 162 169
ja
ja
ja
216
RESULTATENREKENING I. Werkingsopbrengsten en gepr.vaste act A. Werkingsopbrengsten C. Geproduceerde vaste activa D. Andere werkingsopbrengsten
70/74 70 72 74
1.672.524 1.437.193
1.608.813 1.328.351
1.414.533 1.261.232
235.331
280.462
153.301
II.Werkingskosten A. Goederen en produkten B. Diensten en diverse leveringen C. Bezoldigingen ,sociale last en pens. D. Afschrijv en waardeverm Oprk.en MVA E. Waardeverminderingen op Vorderingen F. Voorzieningen voor risico's en kosten G. Andere Werkingskosten H. Als herstructureringsk.geact.werkingskosten ----------------------------------------------------------------------------III.Werkingsoverschot (+) ....Werkingstekort (-) ----------------------------------------------------------------------------IV.Financiele opbrengsten waarvan afschrijving kapitaalsubsidies V. Financiele kosten ----------------------------------------------------------------------------VI.Overschot uit de gewone aktiviteit (+) ...Tekort uit de gewone aktiviteit (-) ----------------------------------------------------------------------------VII. Uitzonderlijke opbrengsten VIII.Uitzonderlijke kosten ============================================== IX.Overschot van het boekjaar (+) ...Tekort van het boekjaar (-) ==============================================
60/64 60 61 62 630 634 635/7 640/8 649
1.732.214 95.779 333.792 1.205.063 104.451
1.634.882 89.004 301.370 1.136.726 87.782
1.614.193 90.384 283.766 1.132.081 95.753
-6.871
20.000
11.427 782
70/64 64/70
0 -59.690
0 -26.069
0 -199.660
75 753 65
32.236 32.236 18.269
32.053 32.053 20.309
36.208 36.208 21.501
70/65 65/70
0 -45.723
0 -14.325
0 -184.953
0 -45.723
0 -14.325
0 -184.953
76 66 70/66 66/70
Financiële criteria 2.4.1.a. Rentabiliteit eigen vermogen (%) 2.4.1.b. Netto marge (%) 2.4.2. Solvabiliteit (%) 2.4.3. Liquiditeit 5.2.1. Dekkingsgraad: interestdekking 5.2.1. Dekkingsgraad: totale dekking
-13,4 -7,3 38,6 0,39 -1,5 -0,48
25,5 0,89 0,29 0,1
46,7 0,54 -7,6 -2,74
Tabel 45: Balans, resultatenrekening en financiële criteria van het woonzorgcentrum Ter Deeve (2007-2009)
217
NAAM INSTELLING: VERANTWOORDELIJKE: LAATSTE BESCHIKBARE JAAR: JAARREKENING IN Euro
LOKAAL DIENSTENCENTRUM TER DEEVE OCMW Meulebeke 2009 Codes
2009
2008
2007
380.291 268.314
1.270.519 256.034
397.277 252.695
2.810 265.504 223.364 20.235 21.905
3.746 252.288 237.309 4.862 10.117
252.695 247.722 4.223 750
29/58 29 3 30 40/41 40 41 50/53 54/58 490/1
111.977
1.014.485
144.582
0
0
0
110.817 98.292 12.525
1.012.952 79.921 933.031
144.247 71.735 72.512
1.160
1.533
335
20/58
380.291
1.270.519
397.277
380.291 228.807 158.293
1.270.519 252.645 158.293
397.277 256.843 158.293
-39.712 110.226
-28.007 122.359
-21.718 120.268
0 0
0 0
0 0
17/49 17 170/4 172 173 174 175 177 178 179 42/48 42 43 430/8 439 44 440 441 443 444 45 450/3 454/9 48 492/3
151.484 0 0
1.017.874 0 0
140.434 0 0
151.179
1.017.196
140.434
0
0
0
9.712 9.712
10.243 10.243
13.883 13.883
109.196
108.480
109.196 32.271 305
108.480 898.473 678
126.551 10.983 115.568
10/49
380.291
1.270.519
BALANS ACTIVA VASTE ACTIVA I. Oprichtingskosten II. Immateriele vaste activa III. Materiele vaste activa A. Terreinen en gebouwen B. Installaties,machines en uitrusting C. Meubilair en rollend materieel D. Leasing en soortgelijke rechten E. Overige materiele vaste activa F. Vaste Act.in aanbouw en vooruitbet. IV. Financiele vaste activa ----------------------------------------------------------------------------VLOTTENDE ACTIVA V. Vorderingen op meer dan 1 jaar VI. Voorraden A.Goederen en produkten VII. Vorderingen ten hoogste 1 jaar A. Werkingsvorderingen B. Overige vorderingen VIII. Geldbeleggingen IX. Liquide middelen X. Overlopende rekeningen actief ============================================== TOTAAL DER ACTIVA ___________________________________________________ PASSIVA EIGEN MIDDELEN I. Patrimonium III.Herwaarderingsmeerwaarden IV. Reserves V. Gecumuleerd overschot(tekort) VI.Investeringssubsidies ----------------------------------------------------------------------------VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN VII.Voorzieningen vr risico's en kosten A.Pensioenen en soortgelijke verplicht. C.Grote herstellings-en onderhoudswerken E.Overige risico's en kosten ___________________________________________________ SCHULDEN VIII. Schulden op meer dan 1 jaar A.Financiele schulden 1.Leasingschulden en soortgelijke 2.Kredietinstellingen 3.Overige leningen B.Werkingsschulden C.Schulden van nevendiensten en andere D.Borgtochten ontvangen in kontanten E.Overige schulden IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar A. Schulden die binnen het jr vervalllen B. Financiele schulden 1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen C. Werkingsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels 3. Overige werkingsschulden 4 Te ontvangen facturen E. Schulden mbt belast,bezold,soc last 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en soc.lasten F. Overige schulden X. Overlopende rekeningen passief ============================================== TOTAAL DER PASSIVA ___________________________________________________ Is de balans in evenwicht ?
20/28 20 21 22/27 22 23 24 25 26 27 28
10/15 10 12 13 14 15 16 16 160 162 169
ja
ja
397.277 ja
218
RESULTATENREKENING I. Werkingsopbrengsten en gepr.vaste act A. Werkingsopbrengsten C. Geproduceerde vaste activa D. Andere werkingsopbrengsten
70/74 70 72 74
1.220.377 641.252
1.132.119 605.659
1.137.248 584.898
579.125
526.460
552.350
II.Werkingskosten A. Goederen en produkten B. Diensten en diverse leveringen C. Bezoldigingen ,sociale last en pens. D. Afschrijv en waardeverm Oprk.en MVA E. Waardeverminderingen op Vorderingen F. Voorzieningen voor risico's en kosten G. Andere Werkingskosten H. Als herstructureringsk.geact.werkingskosten ----------------------------------------------------------------------------III.Werkingsoverschot (+) ....Werkingstekort (-) ----------------------------------------------------------------------------IV.Financiele opbrengsten waarvan afschrijving kapitaalsubsidies V. Financiele kosten ----------------------------------------------------------------------------VI.Overschot uit de gewone aktiviteit (+) ...Tekort uit de gewone aktiviteit (-) ----------------------------------------------------------------------------VII. Uitzonderlijke opbrengsten VIII.Uitzonderlijke kosten ============================================== IX.Overschot van het boekjaar (+) ...Tekort van het boekjaar (-) ==============================================
60/64 60 61 62 630 634 635/7 640/8 649
1.531.824 48.067 391.611 1.068.181 23.839
1.416.266 49.976 361.626 984.442 20.222
1.389.778 46.940 358.942 963.769 20.127
70/64 64/70
0 -311.447
0 -284.147
0 -252.530
12.134
12.684 12.684
11.727 11.727 91
0 -299.313
0 -271.463
0 -240.894
75 753 65 70/65 65/70
126
76 66 70/66 66/70
1.251
0 -299.313
0 -270.212
0 -240.894
Financiële criteria 2.4.1.a. Rentabiliteit eigen vermogen (%) 2.4.1.b. Netto marge (%) 2.4.2. Solvabiliteit (%) 2.4.3. Liquiditeit 5.2.1. Dekkingsgraad: interestdekking 5.2.1. Dekkingsgraad: totale dekking
-110,5 -46,2 60,2 0,73
19,9 1
64,7 1,03 -2646,19 -2646,19
Tabel 46: Balans, resultatenrekening en financiële criteria van het lokaal dienstencentrum Ter Deeve (2007-2009)
219
5.2.4.2.2. Resultatenrekening 2009
5.2.4.2.2.1. Woonzorgcentrum Ter Deeve Het exploitatietekort in 2009 bedraagt 2,88 euro per dag per bewoner. We kunnen dus bijna stellen dat het woonzorgcentrum kostendekkend is. Dit op voorwaarde dat de huidige dagprijs wordt verhoogd. Hiertoe werd ondertussen een prijsverhogingsaanvraag ingediend, ten einde het exploitatietekort weg te werken en evolueren naar een exploitatieoverschot. Wat de gemeentelijke bijdrage betreft, werd 12.190 euro onttrokken in 2009, ofwel 0,76 per dag per bewoner. 5.2.4.2.2.2. Lokaal dienstencentrum Ter Deeve De jaarrekening van het lokaal dienstencentrum omvat alle diensten, ook de nietinfrastructuur gebonden diensten zoals de thuiszorgdiensten. Het is een beleidskeuze om deze weliswaar “verlieslatende” diensten aan te bieden aan de Meulebeekse bevolking. Dit globaal financieel plaatje betekent niet dat de werking van het lokaal dienstencentrum, waarvoor in dit zorgstrategisch plan een subsidie wordt gevraagd, negatief te beoordelen valt. Het tekort in de poetsdienst nam af in vergelijking met het voorgaand jaar (-143.897 in 2008). De dienstencheques blijven batig. De cafetaria vertoont in 2009 een positief resultaat, terwijl een tekort blijft in het restaurant en de dienst maaltijden aan huis. De resultaten van deze diensten zijn hoofdzakelijk gebonden aan de personeelskosten. In 2011 worden de prijzen van de thuiszorgdiensten , verhuur en dienstverlening verhoogd om het tekort te verminderen. De winstgevende activiteiten zijn voornamelijk infrastructuurgebonden activiteiten en diensten, waarvoor een infrastructuursubsidie wordt gevraagd. Opmerking: Het aantal gebruikers en deelnemers vertoont een stijgende trend. Het lokaal dienstencentrum streeft bovendien naar een volledig aanbod van diensten in samenwerking met andere relevante dienstverleners, waarmee een netwerk wordt gevormd. De “waarde” van het dienstenaanbod valt natuurlijk niet financieel uit te drukken. 5.2.4.2.2.3. Serviceflats Residentie Deeveland De resultatenrekening van de serviceflats vertoont een batig saldo. 5.2.4.2.3. Rentabiliteit 5.2.4.2.3.1. Rentabiliteit van het eigen vermogen
220
De rentabiliteit van het eigen vermogen is het gemiddelde van de laatste 3 jaren van de ratio (%) van het overschot of verlies van het boekjaar ten opzichte van het eigen vermogen. Woonzorgcentrum: -13,4 % Lokaal dienstencentrum: -110,5 % 5.2.4.2.3.2. De Netto Marge De netto marge is het gemiddelde van de laatste 3 jaren van de ratio (%) van het werkingsoverschot of werkingstekort op de werkingsopbrengsten van de voorziening. Woonzorgcentrum: -7,3 % Lokaal dienstencentrum: -46,2 %
Evaluatie (grenswaarden) Criterium Gemiddeld overschot/tekort van het boekjaar op eigen vermogen (over laatste 3 jaren) Netto marge op werkingsopbrengsten (over de laatste 3 jaren)
Matig
Goed
Aandachtspunt kleiner dan -5% kleiner dan 0%
Dit is een aandachtspunt. Doch moet worden opgemerkt dat deze ratio‟s te beoordelen zijn in een groter kader. Het woonzorgcentrum telt 44 woongelegenheden en het exploitatietekort in 2009 bedraagt 2,88 euro per dag per bewoner. Dit is bijna kostendekkend. Dit neemt niet weg dat in de toekomst verdere aandacht moet worden verleend aan dit punt. Het is dan ook de bedoeling om de rentabiliteit en rendabiliteit van het woonzorgcentrum en de overige voorzieningen te verbeteren, onder meer door het realiseren van de toekomstvisie vertaald in dit zorgstrategisch plan. Een schaalvergroting door de realisatie van 7 bijkomende wooneenheden is aangewezen. 5.2.4.2.4. Solvabiliteit De solvabiliteitsratio is de verhouding van het eigen vermogen over het totaal vermogen van de ouderenvoorziening van het laatst beschikbare jaar. Hoe groter de ratio, hoe kleiner de financiële afhankelijkheid. Woonzorgcentrum: 38,6 % Lokaal dienstencentrum: 60,2 % Evaluatie (grenswaarden) Eigen vermogen/totaal vermogen
Goed > 30%
Matig
Aandachtspunt
221
Criterium 2.4.2. 5.2.4.2.5. Liquiditeit De liquiditeitsratio is de verhouding tussen de liquide activa en de schulden op ten hoogste één jaar. Woonzorgcentrum: 0,39 Lokaal dienstencentrum: 0,73 Evaluatie (grenswaarden) Criterium Acid ratio
Goed
Matig
Aandachtspunt
<0.85
Een goede liquiditeit houdt in dat de voorziening voldoende middelen heeft om haar korte termijn schulden te betalen. Voor de instellingen afzonderlijk bekomen we een resultaat dat als aandachtspunt wordt aangeduid. Hierbij geldt de motivatie dat deze ratio‟s moeten geëvalueerd worden in een ruimer kader, met name de garantie van het OCMW om de schulden te betalen. Bovendien geeft de balans de toestand weer op één dag, 31/12/2009.
5.2.4.2.6. Beleidsefficiëntie De maandelijkse facturatie aan de bewoners van het woonzorgcentrum en de gebruikers van de diensten van het lokaal dienstencentrum gebeurt telkens tegen de 8e van de volgende maand. De kwartaalfacturatie aan het RIZIV (woonzorgcentrum) gebeurt ten laatste de 20e van de maand volgend op het kwartaal waarop de facturatie betrekking heeft. De facturatie van de thuiszorgdiensten gebeurt tegen de 20e van de volgende maand, na controle van de prestatiebladen. De facturen worden opgemaakt op de administratieve dienst, nagezien door de verantwoordelijke van de voorziening, opgestuurd naar de contactpersoon van de bewoner of gebruiker, ofwel afgegeven of opgestuurd aan de bewoner of gebruiker zelf. Dit volgens een vooraf gemaakte afspraak met bewoner/familie/gebruiker. Voor de thuiszorgdiensten en de andere diensten van het lokaal dienstencentrum wordt in bepaalde gevallen gewerkt met doorlopende opdrachten en/of domiciliëringen. De facturatie en het debiteurenbeleid wordt nauw opgevolgd door de secretaris en ontvanger. Hiertoe werd in 2009 een algemene procedure, alsook een procedure per activiteitencentrum van het OCMW, opgesteld en toegepast. Evaluatie (grenswaarden) Criterium De facturatieperiode in aantal dagen
Goed
Matig
Aandachtspunt
n.v.t. ≤ 20 dagen.
222
5.2.4.2.7. Transparantie in de prijszetting
5.2.4.2.7.1. De gemiddelde dagprijs en haar samenstelling De dagprijs in het woonzorgcentrum (op 1/09/2010) bedraagt 40,10 euro. De toegestane dagprijs is 40,24 euro en mag sinds 24.08.2010 verhoogd worden naar 42,00 euro per dag per bewoner. Deze dagprijs is een all-in prijs en omvat : - de huisvesting met inbegrip van de verwarming en de verlichting; - het basispakket van persoonlijke toiletartikelen; - de voeding; - de hygiënische, verpleegkundige en logopedische verzorging (inclusief voetverzorging); - was (zie verder) en onderhoud van het linnen en het incontinentiemateriaal; - alle dranken bij de maaltijden; - water; - in de RVT-afdeling: kinesitherapie. In deze kostprijs zijn niet inbegrepen: - medische kosten / kosten medicatie; - bijdrage ziekenfonds; - abonnementskosten en individueel gebruik telefoon; - in de ROB-afdeling worden de paramedische kosten als supplement beschouwd; - Bijkomende frisdranken (1 liter aan 1 euro); - Algemene verzorgingsproducten (Papieren zakdoeken (1 euro), derma-lotion (3,50 euro), menalind pasta (3,30 euro), sterimousse (4,09 euro), verblijfsondes, „Urotainers suby g‟ worden nog apart aangerekend; - Abonnementsgeld voor de kabeltelivisie (3,75 euro per maand); Op 13.08.2010 werd een aanvraag gedaan om de kostprijs van het wassen van het persoonlijk linnen (bewonerskledij, washandjes en handdoeken) uit de dagprijs te halen en door te rekenen aan de bewoners, volgens de facturen van de leverancier. Op deze manier passen wij hetzelfde prijssysteem toe als het woonzorgcentrum SintVincentius (GVO vzw)56. Dit werd goedgekeurd door het Ministerie. Op 27.08.2010 werd een aanvraag gedaan om de dagprijs te verhogen naar 45,96 euro. Op deze manier zou het verlies worden tenietgedaan. Dit werd goedgekeurd door het Ministerie. In volgende tabel wordt een ontleding gemaakt van de kosten en opbrengsten in de verblijfskosten van het woonzorgcentrum Ter Deeve weergegeven.
56
GVO: Goedkeuring Ministerie van Economische Zaken dd. 16 maart 2010
223
kosten 60 61 62 635 64 65 66 Totaal
omschrijving Verbr.goederen & diensten Diensten, div.leveringen Bezoldigingen, soc.lasten Afschrijvingen Voorzieningen ris.&kosten Andere werkingskosten Financiële kosten
Opbrengsten omschrijving 70 Werkingsopbrengsten Verblijfskosten Riziv 73 Interne facturatie onderhoud 74 Subsidies 75 Financiële opbrengsten Totaal Tekort (2009) prijsverhogingsaanvraag naar 45,96 euro Overschot
bedrag 95.779 376.397 1.205.063 104.451 -6.871 0 18.269 1.793.088
dagprijs 6,03 23,68 75,82 6,57 -0,43 0,00 1,15 112,82
% 5,34% 20,99% 67,20% 5,82% -0,38% 0,00% 1,02% 100,00%
bedrag 1.437.193 638.925 750.926 42.605 235.331 32.236 1.747.365
dagprijs 107,90 40,20 47,24 2,68 14,81 2,03 109,93
% 98,15% 36,57% 42,97% 2,44% 13,47% 1,85% 100,00%
45.723 94.112 48.389
2,88 5,86 2,98
Tabel 47 : Ontleding kosten/opbrengsten in de verblijfsdagprijs van het woonzorgcentrum (2009)
De facturatie is geautomatiseerd en er wordt gewerkt met software van Schaubroeck nv, Steenweg Deinze 154 te 9810 Nazareth. Voor wat betreft de duidelijkheid, volledigheid en overzichtelijkheid van de facturen stellen wij een aantal afschriften ter beschikking in bijlage. De volgens het Decreet verplichte items zijn erop terug te vinden. De instelling scoort derhalve goed op dit criterium. Bijlage 23 : Afschrift facturen woonzorgcentrum Ter Deeve
5.2.4.2.7.2. De gemiddelde inkomsten uit dagprijs en RIZIV-forfaits per verblijfsdag Op 01/02/2010 bedraagt de dagprijs voor de bewoner 40,10 euro en het RIZIVdagforfait 48,40 euro. Dit komt neer op een inkomst van 88,50 euro per dag. De verhouding tussen de inkomsten uit de dagprijs voor de bewoner en het dagforfait van het RIZIV, ten opzichte van de kostprijs per dag, is bijgevolg (bij volledige bezetting in 2009) 78,50%. In 2007 bedroeg de gemiddelde kostprijs per dag 103,14 euro per bewoner en de gemiddelde daginkomsten uit de dagprijzen voor de bewoner en het RIZIV bedroegen in dat jaar 77,62 euro, zijnde respectievelijk 38,05 euro en 39,57 euro. Dit betekende een dekking van 75,26%. Deze dekkingsgraad kent aldus een stijgende trend. Vanaf 01.01.2010 bedraagt het RIZIV-forfait 51,52 euro en vanaf 01.09.2010 bedraagt het RIZIV-forfait 52,52 euro.
224
De dekkingsgraad dient bovendien aangevuld te worden met de subsidies (vnl. personeelssubsidies) en financiële opbrengsten. Op deze manier bekomen we een dekkingsgraad van 98% (110,99/112,81) o.b.v. de cijfers in 2009. Op 27.08.2010 werd een aanvraag gedaan om de dagprijs te verhogen naar 45,96 euro. De dekkingsgraad zou bijgevolg stijgen naar minstens 100 %. 5.2.4.2.8. Toekomstige prijszetting Een variant, naast het verhogen van de ligdagprijs (zie hoger), is het verhogen van de capaciteit van het woonzorgcentrum met 7 wooneenheden 57 naargelang de vrijkomende programmatie. Hiervoor werd een voorafgaande vergunning aangevraagd. Op 1/02/2011 beschikt het OCMW al over de vergunning voor 4 woongelegenheden (uit programmatie 2010). In volgende tabel wordt een simulatie gemaakt van het toekomstig resultaat, o.b.v.: - de gebudgetteerde kosten - indexatie 5% - personeelsuitbreiding van 1,50 FTE of 10% - uitbreiding 7 eenheden of 16% - leningslast op 30 jaar, na aftrek subsidies VIPA „51 eenheden x 123.681 euro/eenheid‟ min „maximaal subsidieerbare oppervlakte, 65 m²‟ = 177.448 euro netto jaarlijkse last - de gebudgetteerde opbrengsten - geen indexatie - toepassing verhoging ligdagprijs - uitbreiding 7 eenheden of 16%.
- Een indexatie over meerdere jaren betekent zowel voor de kosten als opbrengsten een zelfde stijging. Daarom werd uitgegaan van een eenmalige indexatie (op korte termijn). De stijging van het RIZIV-forfait naar 52,52 zal meerkosten opvangen.
57
O.b.v. de programmatie 2011
225
116.659 458.452 1.391.848
6,27 24,63 74,77
% stijging door simulatie 21,80% 21,80% 15,50%
177.448
9,53
69,89%
Totaal
-8.369 0 2.136.037
-0,45 0,00 114,75
21,80% 0,00% 19,13%
Opbrengsten omschrijving 70 Werkingsopbrengsten Verblijfskosten Riziv 73 Interne facturatie onderhoud 74 Subsidies (excl. VIPA) 75 Financiële opbrengsten Totaal
bedrag 1.869.464 855.545 959.045 49.422 235.331 32.236 2.186.453
kosten 60 61 62 635+66 64
Overschot
omschrijving Verbr.goederen & diensten Diensten, div.leveringen Bezoldigingen, soc.lasten Afschrijvingen + leningen + financiële kosten na aftrek subsidie VIPA Voorzieningen ris.&kosten Andere werkingskosten
bedrag
50.415
dagprijs
dagprijs 100,43 45,96 51,52 2,65 12,64 1,73 117,46
% 30,08% 33,90% 27,71% 16,00% 0,00% 0,00% 25,13%
2,71
Tabel 48 : Ontleding gebudgetteerde kosten/opbrengsten in de verblijfsdagprijs van het woonzorgcentrum
Deze schaalvergroting betekent voor het woonzorgcentrum Ter Deeve een capaciteitsuitbreiding van 16% tegenover een relatief grotere inkomstenuitbreiding van 25%. Het saldo evolueert op deze manier van een tekort naar een overschot. Tegen een toekomstige indexatie/stijging van de kosten staat tevens een toekomstige verhoging van de RIZIV-ontvangsten.
In de toekomst, volgens beschikbaarheid programmatie en stijging van het zorgprofiel van serviceflatbewoners, zou het aantal wooneenheden ook worden uitgebreid door het erkennen van wooneenheden voorheen als serviceflat, geschikt als bijkomende eenheden woonzorgcentrum. Financieel betekent dit dat opnieuw een schaalvergroting en een gunstig effect op het resultaat.
226
5.2.4.2.9. Financieel model OCMW Meulebeke voor het woonzorgcentrum
Niet enkel bovenstaande parameters zijn van belang bij de beoordeling van de financiële situatie. Ook volgende parameters spelen een rol: - Het tekort van het woonzorgcentrum ligt beneden het provinciaal gemiddelde van vergelijkbare OCMW-woonzorgcentra; - Het financieel verschil met een vzw-woonzorgcentra is voornamelijk het statuut van het personeel, dit is een gegeven; - Het “klein” woonzorgcentrum van 44 woongelegenheden heeft als voordeel dat het in aansluiting is met het lokaal dienstencentrum, de serviceflats en de centrale diensten van het OCMW. Dit brengt schaalvoordelen met zich mee, die verbeterd kunnen worden bij een uitbreiding tot 60 à 65 woongelegenheden in de toekomst; - Het zorgprofiel van het woonzorgcentrum is hoog. De verhouding personeelsinzet ten opzichte van het aantal bewoners is bijgevolg ook verantwoord. In de toekomst is het dan ook van belang om dergelijk zorgprofiel te behouden; - De verhouding personeelskosten ten opzichte van de werkingsopbrengsten is relatief goed (7/10); - De dagprijs is een sociale dagprijs, rekening houdende met de investeringsinspanningen, de toekomstige nieuwbouw en in vergelijking met de sector; - Er is geen sprake van concurrentie met andere woonzorgcentra. De realiteit van de wachtlijsten en de demografische evolutie bewijst dit.
In volgende tabellen wordt een simulatie gemaakt van de jaarrekening van het woonzorgcentrum voor het boekjaar 2016 én een simulatie van de jaarrekening voor de boekjaren tot en met 2047. In deze simulatie heeft het woonzorgcentrum 60 woongelegenheden waarvan 51 in een nieuw complex en 9 in het huidig serviceflatcomplex.
227
simulaties
Exploitatiebudget - OCMW Meulebeke
8341
I.
Bejaardentehuis
Werkingsopbrengsten en geproduceerde VA
eenheden:
44
Lst afgesl. bj Vorig boekjaar
Boekjaar
Code
2009
2010
2011
2010 100,0 3% 44 2011 103,0 60 2012 106,1 1,363636 factor eenheden 2013 109,3 2014 112,6 2015 115,9 2016 119,4 1,159274 factor index 2016 tov 2011 60 waarvan 51 wzc-complex en 9 in SF-complex Boekjaar hypotheses 96,70704 44,18704 -1,77296 2016
70/74
1.715.129
1.750.261
1.868.857
Werkingsopbrengsten
70
1.437.193
1.484.000
1.553.115
1.
Werkingsopbrengsten
700/7-9
1.437.193
1.484.000
1.553.115
2.156.712 2.156.712
2.
Recuperatie specifieke kosten soc.dienst
708
0
0
0
0
B.
Voorraadwijzigingen
71
0
0
0
0
C.
Geproduceerde vaste activa
72
0
0
0
0
D.
Interne facturatie
73
42.605
76.425
76.556
E.
Andere opbrengsten
74
235.331
189.836
239.186
76.556 239.186
A.
II.
Werkingskosten
60/64
1.774.819
1.931.455
1.984.669
60
95.779
94.388
98.021
600/7
0 0
88.749 interne facturatie onderhoudspersoneel: behoud aantal personeel, indexatie 277.282 andere subsidies: behoud ifv gelijk aantal personeel, indexatie 2.712.204 154.954 verbruikte goederen en diensten ifv aantal en index 154.954
1.
Aankoop goederen
95.779
94.388
98.021
133.665 133.665
2.
Specifieke kosten sociale dienst
608
0
0
0
0
3.
Voorraadwijzigingen
609
0
0
0
0
0
Diensten, diverse lev. en interne fact.
61
376.397
404.079
398.083 166.944
542.840 227.651 315.190 1.360.815 -
629.301 263.910 365.391 1.814.191 113.758 0 0 0 0
A.
B.
Verbruikte goed. en verstrekte diensten
1.
Levering en diensten
610/7-9
160.507
161.109
2.
Interne facturatie
618
215.890
242.970
231.139
C.
Bezoldigingen, soc.lasten en pensioenen
62
1.205.063
1.345.238
1.360.815
D.
AF & WV op opricht.kost immat.&mat. VA
630
104.451
107.500
107.500
E.
Waardevermin op voorraden & werkingsvord
631/4
0
0
0
F.
Voorzieningen voor risico's en kosten
635/7
-6.871
-20.000
20.000
G.
Andere werkingskosten
640/8
0
250
250
H.
Als herstruc.kosten geact. werkingsk.(-)
649
0
0
0
-59.690
-181.194
-115.812
III.
Werkingsresultaat
IV.
Financiële opbrengsten
70/64
75
A.
Opbrengsten uit financiële vaste activa
750
B.
Opbrengsten uit vlottende activa
C.
Overige financiële opbrengsten
Code
V.
751
2009
2010
2011
32.236
36.000
36.000
0
0
0
0
0
752/9
32.236
36.000
36.000
Financiële kosten
65
18.269
27.456
25.404
A.
Kosten van schulden
650
18.269
27.456
25.404
B.
Waardeverm. vl.activa andere dan in II E
651
0
0
0
C.
Andere financiële kosten
652/9
0
0
0
Resultaat van de gewone activiteiten
70/65
-45.723
-172.650
-105.217
VI.
2.866.252 2.500.220 werkingsopbrengsten (d.i. riziv + dagprijs bewoner + aanrekeningen) ifv aantal en index 2.500.220 Riziv 2010 = 51,52-52,52; dagprijs 2010 = 40,10 - 42,00 0 EN VERHOGING DAGPRIJS NAAR 45,96 vanaf 7/2011 (1,77296 per dag per bewoner)
0
0
interne facturatie : ifv aantal en indexatie personeels(kost)stijging 2009-2011 15% + en indexatie; + nog eens 15% tgv 51-->60!!
aflossing lening op 30 jaar, verondersteld flat kost = 50% nieuw wzc-eenheid… voorlopig nvt
Renovatie woonzorgcentrum wzc sfl : 51% kost wzc aantal 51 9 kostprijs per 123.681 eenheid 61840,5 (Staden) 154.048 6.864.296 kost - 3.171.690 subsidies VIPA obv max.subs.opp.65m2 ENKEL 51 wzc 2016 3.692.606 te lenen 0 aan 4,50% op 30 jaar 5.793.144 leningslast op 30 jaar 193.105 gem.jaarl.last 0 investeringssubsidies in resultaat vervangen door minder aflossing lening (terug vanaf jaar10-jaar20-jaar30)
79.347 79.347 intrest op 30 jaar, verondersteld flat kost = 50% nieuw wzc-eenheid…
74.701
gemeentelijke bijdrage in het resultaat
12.500
resultaat
87.201
228
hypothese jaarlijkse indexatie 3% Lst afgesl. bj Vorig boekjaar
I.
Werkingsopbrengsten en geproduceerde VA
Boekjaar
Boekjaar 2016
Code
2009
2010
2011
70/74
1.715.129
1.750.261
1.868.857
Werkingsopbrengsten
70
1.437.193
1.484.000
1.553.115
1.
Werkingsopbrengsten
700/7-9
1.437.193
1.484.000
1.553.115
0 0
2.
Recuperatie specifieke kosten soc.dienst
708
0
0
0
0
B.
Voorraadwijzigingen
71
0
0
0
0
C.
Geproduceerde vaste activa
72
0
0
0
0
D.
Interne facturatie
73
42.605
76.425
76.556
E.
Andere opbrengsten
74
235.331
189.836
239.186
76.556 239.186
A.
II.
Werkingskosten
60/64
1.774.819
1.931.455
1.984.669
60
95.779
94.388
98.021
600/7
1.
Aankoop goederen
95.779
94.388
98.021
0 0
2.
Specifieke kosten sociale dienst
608
0
0
0
0
3.
Voorraadwijzigingen
609
0
0
0
0
Diensten, diverse lev. en interne fact.
61
376.397
404.079
398.083 166.944
0 0 0 1.360.815 -
A.
B.
Verbruikte goed. en verstrekte diensten
1.
Levering en diensten
610/7-9
160.507
161.109
2.
Interne facturatie
618
215.890
242.970
231.139
C.
Bezoldigingen, soc.lasten en pensioenen
62
1.205.063
1.345.238
1.360.815
D.
AF & WV op opricht.kost immat.&mat. VA
630
104.451
107.500
107.500
E.
Waardevermin op voorraden & werkingsvord
631/4
0
0
0
F.
Voorzieningen voor risico's en kosten
635/7
-6.871
-20.000
20.000
G.
Andere werkingskosten
640/8
0
250
250
H.
Als herstruc.kosten geact. werkingsk.(-)
649
0
0
0
70/64
-59.690
-181.194
-115.812
32.236
36.000
36.000
0
0
0
III.
Werkingsresultaat
IV.
Financiële opbrengsten
75
A.
Opbrengsten uit financiële vaste activa
750
B.
Opbrengsten uit vlottende activa
C.
Overige financiële opbrengsten
V.
751
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2.866.252 2.952.239 3.040.806 3.132.031 3.225.992 3.322.771 3.422.454 3.525.128 3.630.882 3.739.808 3.852.003 2.500.220 2.500.220 0 0 0 88.749 277.282 2.712.204 2.817.218 2.898.598 2.982.420 3.068.757 3.157.683 3.249.278 3.343.620 3.440.793 3.540.880 3.668.971 154.954 154.954 159.603 164.391 169.323 174.403 179.635 185.024 190.574 196.292 202.180 208.246 0 0 629.301 648.180 667.625 687.654 708.284 729.532 751.418 773.961 797.180 821.095 845.728 263.910 365.391 1.814.191 1.904.901 1.962.048 2.020.909 2.081.536 2.143.983 2.208.302 2.274.551 2.342.788 2.413.071 2.485.463 113.758 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 0 0 25.000 0 0 154.048
0
135.022
142.208
149.611
157.235
165.088
173.177
181.508
190.089
198.928
183.032
0
0
0 36.000
36.000
0 79.347 79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
74.701
55.675
62.862
70.264
77.888
85.741
93.830
102.161
110.743
119.581
103.685
74.701
55.675
62.862
70.264
77.888
85.741
93.830
102.161
110.743
119.581
103.685
65
18.269
27.456
25.404
Kosten van schulden
650
18.269
27.456
25.404
B.
Waardeverm. vl.activa andere dan in II E
651
0
0
0
C.
Andere financiële kosten
652/9
0
0
0
Resultaat van de gewone activiteiten
70/65
-45.723
-172.650
-105.217
resultaat
2019
32.236
Financiële kosten
gemeentelijke bijdrage in het resultaat
2018
752/9
A.
VI.
2017
…
229
Code
I.
Werkingsopbrengsten en geproduceerde VA A.
70/74
Werkingsopbrengsten
70
1.
Werkingsopbrengsten
700/7-9
2.
Recuperatie specifieke kosten soc.dienst
708
B.
Voorraadwijzigingen
71
C.
Geproduceerde vaste activa
72
D.
Interne facturatie
73
E.
Andere opbrengsten
74
II.
Werkingskosten A.
Verbruikte goed. en verstrekte diensten
60/64
Aankoop goederen
2.
Specifieke kosten sociale dienst
608
3.
Voorraadwijzigingen
609
Diensten, diverse lev. en interne fact.
1.
Levering en diensten
2.
Interne facturatie
600/7
61
62
D.
AF & WV op opricht.kost immat.&mat. VA
630
E.
Waardevermin op voorraden & werkingsvord
631/4
F.
Voorzieningen voor risico's en kosten
635/7
G.
Andere werkingskosten
640/8
H.
Als herstruc.kosten geact. werkingsk.(-)
IV.
70/64
Financiële opbrengsten
75
Opbrengsten uit financiële vaste activa
750
B.
Opbrengsten uit vlottende activa
C.
Overige financiële opbrengsten
2032
2033
2034
2035
2036
2037
2038
2039
2040
2041
2042
2043
2044
2045
2046
2047
3.967.563 4.086.590 4.209.187 4.335.463 4.465.527 4.599.493 4.737.477 4.879.602 5.025.990 5.176.769 5.332.073 5.492.035 5.656.796 5.826.500 6.001.295 6.181.333 6.366.773 6.557.777 6.754.510 6.957.145 7.165.860
3.775.154 3.884.523 3.997.172 4.113.201 4.232.711 4.355.807 4.482.595 4.613.187 4.747.696 4.911.241 5.053.942 5.200.925 5.352.316 5.508.250 5.668.861 5.834.291 6.004.684 6.180.188 6.360.958 6.442.617 6.634.395 214.493
220.928
227.556
234.382
241.414
248.656
256.116
263.799
271.713
279.865
288.261
296.909
305.816
314.990
324.440
334.173
344.198
354.524
365.160
376.115
387.398
871.100
897.233
924.150
951.874
980.430 1.009.843 1.040.138 1.071.343 1.103.483 1.136.587 1.170.685 1.205.806 1.241.980 1.279.239 1.317.616 1.357.145 1.397.859 1.439.795 1.482.989 1.527.478 1.573.303
2.560.027 2.636.828 2.715.933 2.797.411 2.881.333 2.967.773 3.056.806 3.148.511 3.242.966 3.340.255 3.440.463 3.543.677 3.649.987 3.759.486 3.872.271 3.988.439 4.108.092 4.231.335 4.358.275 4.489.023 4.623.694 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 104.534 0 0 25.000
25.000
25.000
25.000
25.000
25.000
25.000
25.000
25.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
192.409
202.067
212.015
222.262
232.815
243.686
254.882
266.415
278.293
265.528
278.130
291.110
304.479
318.250
332.433
347.042
362.090
377.588
393.552
514.529
531.464
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
79.347
0
0
113.062
122.721
132.669
142.915
153.469
164.339
175.536
187.068
198.947
186.182
198.784
211.764
225.133
238.903
253.087
267.696
282.743
298.242
314.205
514.529
531.464
113.062
122.721
132.669
142.915
153.469
164.339
175.536
187.068
198.947
186.182
198.784
211.764
225.133
238.903
253.087
267.696
282.743
298.242
314.205
514.529
531.464
751 752/9
Financiële kosten
65
A.
Kosten van schulden
650
B.
Waardeverm. vl.activa andere dan in II E
C.
Andere financiële kosten
652/9
Resultaat van de gewone activiteiten
70/65
VI.
2031
649
A.
V.
2030
618
Bezoldigingen, soc.lasten en pensioenen
Werkingsresultaat
2029
610/7-9
C.
III.
2028
60
1.
B.
2027
651
gemeentelijke bijdrage in het resultaat
resultaat
230
Evaluatie (grenswaarden) Criterium Goed a. Dekking van de De reële kostprijs per reële kostprijs dag wordt volledig gedekt door de inkomsten uit dagprijzen en forfaits. Er is geen deficit dat wordt gedekt door een dotatie van derden. b. Samenstelling De dagprijs die wordt van de dagprijs en aangerekend aan de mogelijke gebruiker is „all-in‟, supplementen met uitzondering van individuele producten. c. Opstelling van De factuur is de factuur overzichtelijk, volledig en duidelijk riterium 2.4.5. Goed
Evolutie
Aandachtspunt De reële kostprijs per dag wordt niet volledig gedekt door de inkomsten uit dagprijzen en forfaits. Er is een deficit dat wordt gedekt door een dotatie van derden. De dagprijs die wordt aangerekend aan de gebruiker wordt aangevuld met supplementen
231
5.2.5. Heeft de voorziening een gestructureerde vrijwilligerswerking? 5.2.5.1. Algemeen Er bestaat in de instellingen een ruime vrijwilligerswerking. Er wordt momenteel gewerkt met een ongeveer 90 à 100 vrijwilligers. Er zitten zeer grote verschillen in de frequentie van het vrijwilligerswerk. Er zijn vrijwilligers die een vast engagement op zich nemen, maar er zijn er ook die spontaan op het moment zelf inspringen. De inbreng van die vrijwilligers bestaat in hoofdzaak uit het meewerken aan dagelijkse, periodieke of occasionele activiteiten. Zij krijgen de nodige ondersteuning, inspraak en verantwoordelijkheid. Bijlage 24: Lijst van de vrijwilligers in de voorzieningen van het OCMW Meulebeke
In het woonzorgcentrum bestaat de inbreng van de vrijwilligers voornamelijk uit het ondersteunen van de leefgroepwerking, kookploegwerking, kaartersclub, herstelnamiddag, zangnamiddag, begeleiding bewoners bij uitstappen, helpen bij het opsteken van haar,… Eén personeelslid van de onderhoudsdienst van het OCMW is vrijwillig actief bij het palliatief team in het woonzorgcentrum en volgde daartoe op eigen verzoek de opleiding. Vrijwilligers in het lokaal dienstencentrum helpen bij het voorbereiden, organiseren en ondersteunen van het clubgebeuren en het opzetten van grotere ontspanningsactiviteiten. Daarnaast werken zij mee aan het verspreiden van informatie over de activiteiten en het aanbod. De centrumraad bestaat uit vrijwilligers die de centrumleider bijstaan en ondersteunen. Bovendien kan worden gerekend op vrijwilligers voor het vrijwillig lesgeven, het dagelijks (7/7) uitbaten van de cafetaria, het opmaken van evaluaties van de verschillende vormings- , bewegings- en informatiemomenten. Eén bewoner van de serviceflats is zelf vrijwilliger in het woonzorgcentrum. Verschillende bewoners van de serviceflats zijn vrijwilliger in het lokaal dienstencentrum. Het feestcomité Ter Deeve, bestaande uit personeelsleden, organiseert op vrijwillige basis activiteiten (bv. carnaval, modeshow, vakantieproject) en helpt mee bij de organisatie van de jaarlijkse Deevefeesten. 5.2.5.2. Doelstelling Via vrijwilligerswerking aanvullende dienstverlening mogelijk maken die niet met de normale personeelsbezetting kan waargemaakt worden.
232
De vrijwilligerswerking is opgenomen in de visie van de voorzieningen 58, alsook in de desbetreffende kwaliteitshandboeken. Wij willen het aanbod van diensten aan de bewoners verruimen door vrijwilligers te integreren in het woonzorgcentrum. Door de vrijwilligers kan er tevens meer geïndividualiseerd gewerkt worden. De voorzieningen streven naar een evenwichtige inschakeling van vrijwilligers. De werking is er voor en door de gebruiker; vrijwilligers zijn een middel en doel op zich. Vrijwilligers zijn een verrijking, geen besparing of verarming. Vrijwilligerswerk moet een meerwaarde bieden aan beide partijen: dus zowel aan de dienst als aan de vrijwilliger zelf. Zoals reeds vermeld, vertoont het aantal vrijwilligers een stijgende trend. Gelet op het toenemend activiteitenniveau blijft de nood aan vrijwilligers hoe dan ook aanwezig. De werving van vrijwilligers blijft een uitdaging. 5.2.5.3. Statuut van de vrijwilliger Er is een specifiek statuut voor de vrijwilligers van de instellingen van het OCMW. Enerzijds is er de afspraken- en informatienota en anderzijds een individueel contract tussen de vrijwilliger en het OCMW. Daarnaast zijn alle vrijwilligers door het OCMW verzekerd. De werkelijke kosten worden terugbetaald (bv. kilometervergoeding bij carpooling van de wandelclub). Enkel de vrijwilligers van de cafetaria krijgen, binnen de wettelijke dag- en jaarbarema‟s, een forfaitaire vrijwilligersvergoeding. Bijlage 25 : Afsprakennota en contract vrijwilligers
5.2.5.4. Gestructureerd overleg met de vrijwilligers en bijscholing Er is een gestructureerd overleg geregeld. Op regelmatige basis worden samenkomsten georganiseerd om de werking te evalueren en bij te sturen. Er is een tevens lijst van aanspreekbare personen aanwezig in de voorzieningen. Er wordt steeds de mogelijkheid tot bijscholing geboden. Jaarlijks worden alle vrijwilligers van het OCMW uitgenodigd op een vrijwilligersfeest: voordracht, aperitief, een maaltijd en een kleine attentie worden hen aangeboden. Vrijwilligers zijn geen plaatsvervangend personeel maar betekenen een meerwaarde voor de bewoners en gebruikers. Om een goede samenwerking te garanderen is het belangrijk dat de vrijwilligers zich aan bepaalde afspraken houden. Onder andere: beroepsgeheim, respect voor de privacy van de bewoners, meewerken aan ons kwaliteitshandboek,…
58
Zie hoger: hoofdstuk “Profileringsintentie van de voorzieningen”
233
5.2.5.5. Stagiairs en studenten De voorzieningen schakelt ook regelmatig stagiairs en studenten in, en ondersteunt ze.
Evaluatie (grenswaarden) Criterium Optimaal Vrijwilligerswerking De voorziening beschikt over een gestructureerde vrijwilligerswerking. - Een lijst van aanspreekbare personen is aanwezig - Er is een gedefinieerd statuut ( verzekering, onkosten-vergoeding…) - Er is een gestructureerd overleg met vrijwilligers - De vrijwilligers volgen vorming
Neutraal
Aandachtspunt
234
5.3. Onderzoek van de noodzaak aan investeringen voor de realisatie van het zorgstrategisch plan 5.3.1. Is de realisatie van dit zorgstrategisch plan noodzakelijk om te voldoen aan de hedendaagse vereisten van een ouderenvoorziening? 5.3.1.1. De mate van beantwoorden aan de erkenningsnormen, bouwfysische en bouwtechnische normen van de aanvragende instelling
5.3.1.1.1. Normen De voorzieningen (woonzorgcentrum, serviceflats en lokaal dienstencentrum) voldoen aan de huidige erkenningsnormen. In het begin van dit zorgstrategisch plan werd de verouderde staat van het gebouwencomplex reeds beschreven. Het gebouw voldoet in de komende jaren niet aan de hedendaagse eisen van comfort en functionaliteit om een goede en efficiënte zorgverlening voor zorgbehoevende bejaarden te kunnen waarborgen. Hieronder gaan we nogmaals uitvoeriger op dit onderwerp in. De gebouwen hebben te kampen met oplopende renovatie- en herstellingskosten. Vooruitkijkend naar de toekomst in met inachtneming van de eisen uit het Woonzorgdecreet, voldoet het huidig complex niet meer aan de nieuwste normen. De belangrijkste tekortkomingen zijn onder meer de volgende: - dringende nood aan het vervangen van de sanitaire leidingen, met renovatiewerken in de gangen, badkamers,… als gevolg; - herstellen / vernieuwen van de dakbekleding; - verouderde sanitaire voorzieningen, badkamers en keukens; - tekort aan bergruimte; - nood aan het vernieuwen van plafonds; - kapotte vloer- en vloerbekleding in de kamers en gangen; - nood aan gevelvernieuwing; - te grote afstand tussen vloeroppervlak en de ramen; - slecht of niet functionerend systeem voor luchtcirculatie; - vernieuwen van de ramen ; - te vernieuwen schrijnwerk; - verouderde feestzaal; - acuut plaatsgebrek in het dienstencentrum; - acuut plaatsgebrek in het woonzorgcentrum; - nood aan een duurzame oplossing voor tijdelijk opgeknapte of opgeloste infrastructuurproblemen;
235
-
de eerder beperkte ruimte van keuken, restaurant en cafetaria is tevens een belangrijk aspect waarmee in de nabije toekomst moet rekening gehouden worden.
In het laatste woonzorgcentrum-inspectieverslag en het laatste inspectieverslag van het lokaal dienstencentrum worden de architectonische tekortkomingen als volgt omschreven: “Er is onvoldoende verluchting in de sanitaire cel voor de twee tweepersoonskamers. Het toilet is enkel afgescheiden met een gordijn en aan dit toilet is geen rechtstreekse verluchting voorzien – norm 2.2.4.” “De sanitaire cel tussen de tweepersoonskamers wordt tevens als bergruimte gebruikt voor rolstoelen en ander orthopedisch materiaal maar ook voor voorraaddozen materiaal voor bewoners met stoma. Hiervoor wordt best een andere oplossing gezocht.” Aan deze opmerkingen werd tegemoet gekomen door de verbouwing van de twee tweepersoonskamers naar drie éénpersoonskamers. Het probleem van de verluchting en het tekort aan bergruimtes blijft bestaan. “Er is geen polyvalente ruimte, specifiek bestemd voor de bewoners van het serviceflatgebouw.” “Er is geen gemeenschappelijk sanitair bij de polyvalente ruimte.” Per verdiep is een ruime zithoek ingericht, specifiek bestemd voor de bewoners van de serviceflats. De polyvalente zalen van het dienstencentrum worden, wegens gebrek aan een polyvalente ruimte in het serviceflatgebouw zelf, gebruikt voor en door de bewoners van het serviceflatgebouw. Deze tekortkoming is inherent aan het huidig serviceflatgebouw en het gebouwencomplex. 5.3.1.1.2. Mate van beantwoorden aan brandveiligheidsnormen Het complex beschikt over een gunstig en een gunstig attest van de Burgemeester, daterend van 13/02/2010. Er zijn hieromtrent bijgevolg geen opmerkingen in de inspectieverslagen terug te vinden. Het brandweerverslag en het attest van de Burgemeester bevinden zich in bijlage59. Jaarlijks vindt een brandoefening of opleiding plaats. De instelling laat tevens de technische installaties regelmatig controleren. Er bestaan documenten waaruit het goed functioneren van volgende toestellen blijkt: gasinstallatie, brandblusapparaten, noodtoestellen, brandcentrale, diverse apparaten, elektriciteit, hoog- en laagspanningskabines,… Deze documenten zijn ter beschikking in het OCMW.
59
Zie hoger: Hoofdstuk “Brandveiligheid”
236
5.3.1.1.3. Overige normen Het OCMW en diens instellingen voldoen op heden aan de meeste normen inzake de voedingmiddelenhygiëne en –traceerbaarheid, algemene hygiëne, de Codex betreffende het welzijn op het werk en overige basisnormen. Inzake de tekortkomingen, bijvoorbeeld de opmerkingen uit het laatste Inspectieverslag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, Afd. Toezicht Volksgezondheid W-Vl. van 7/10/2009 inzake het Toezicht op het Legionellabesluit, wordt verwezen naar het inspectieverslag en het antwoord van OCMW Meulebeke, in bijlage. Indien het OCMW aan alle opmerkingen een afdoende oplossing wil bieden, zijn grote investeringen en aanpassingswerken nodig in alle gebouwen van het complex. Hierbij wordt verwezen naar de nood aan het vernieuwen van alle sanitaire leidingen. Dit is niet mogelijk zonder dit in een groter geheel te aanzien en is dan ook één van de aanleidingen van het ontwikkelen van dit project. Bijlage 26: Toezicht op het Legionellabesluit: Inspectieverslag en antwoord van het OCMW
De keuken voldoet aan de normen inzake voedselveiligheid en –infrastructuur. In 2008 werd de keuken aangepast en opgedeeld in een afwaszone met nieuwe vaatwaslijn, een koude en een warme zone, na gunstig advies van de Voedingsinspectie. In bijlage60 vindt u het controleverslag van het FAVV Deeve dd. 11.06.2010. Evaluatie (grenswaarden) Criterium Mate van voldoening aan de erkenningsnormen/ erkenningsvoorwaarden van de aanvragende voorzieningen, in geval:
Hoge prioriteit
a. Het programmacijfer in De investering is de regio is niet volledig noodzakelijk om te ingevuld voldoen aan de meest recente erkenningsnormen/ erkenningsvoorwaarden b. Het programmacijfer in n.v.t. de regio is overschreden
Matige prioriteit
Lage prioriteit
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Aangezien de programmatie van de woonzorgcentrumwoongelegenheden en de lokale dienstencentra in de regio nog niet volledig is ingevuld en het OCMW van Meulebeke wenst te investeren om enerzijds te voldoen aan de (huidige en toekomstige) normen en anderzijds om het aanbod van diensten uit te breiden, dient dit criterium aldus absoluut als positief geëvalueerd te worden.
60
Zie hoger: “Aantoonbaar kwaliteitsbeleid”.
237
5.3.2. Is de realisatie van dit zorgstrategisch plan noodzakelijk voor economisch verantwoorde uitbating? 5.3.2.1. Schaalgrootte
5.3.2.1.1.1. Aantal woonzorgcentrumwoongelegenheden Momenteel beschikt het OCMW Meulebeke over 44 woongelegenheden in het woonzorgcentrum, waarvan 12 ROB-woongelegenheden en 32 RVTwoongelegenheden. Deze 44 woongelegenheden zijn allemaal woongelegenheden voor één persoon. Naast een gehele renovatie van het huidig gebouw moet de bewoonbare oppervlakte van het woonzorgcentrum worden vergroot. Daarnaast moet verder worden onderzocht (op basis van de op dit moment gangbare en in de toekomst vereiste oppervlaktes in het woonzorgcentrum is het huidig woonzorgcentrum te klein en zijn de woongelegenheden te klein) op welke manier het woonzorgcentrum kan worden uitgebreid. In eerste instantie wordt een nieuwe vleugel gebouwd (44-48 kamers). Dit maakt het mogelijk om het bestaand woonzorgcentrum te renoveren in combinatie met nieuwbouw. Het aantal erkende woongelegenheden van het woonzorgcentrum blijft aldus behouden op 48 (d.i. 44+4). Een variant, bovenop het vernieuwen van de 48 wooneenheden waarvoor een subsidiebelofte wordt gevraagd, is het verhogen van de capaciteit van het woonzorgcentrum met wooneenheden naargelang de vrijkomende programmatie (t.t.z. een streven naar 60-65 woongelegenheden). Hiervoor wordt een bijkomende vraag naar subsidiebelofte gesteld. Deze schaalvergroting betekent voor het woonzorgcentrum Ter Deeve een capaciteitsuitbreiding en een inkomstenuitbreiding tegenover een relatief lagere kostenuitbreiding. Het saldo evolueert op deze manier van een tekort naar een overschot. In de toekomst, volgens beschikbaarheid programmatie en stijging van het zorgprofiel van serviceflatbewoners, zou het aantal wooneenheden ook worden uitgebreid door het erkennen van wooneenheden voorheen als serviceflat, geschikt als bijkomende eenheden woonzorgcentrum. Financieel betekent dit dat opnieuw een schaalvergroting en een gunstig effect op het resultaat. Vanuit het woonzorgcentrum en het dienstencentrum wordt dienstverlening (maaltijden, poetsdienst, uitbreiding van zorg, permanentie, nachttoezicht, klusjesdienst enz.) aangeboden in de serviceflats/assistentiewoningen. Zowel de eventuele uitbreiding van het aantal (al dan niet erkende) wooneenheden, als de dienstverlening vanuit het woonzorgcentrum (uitbreiding van zorg), zal leiden tot een verbetering van de rendabiliteit van het woonzorgcentrum. Door het creëren van multifunctionele wooneenheden en het optimaliseren van de werking van het 238
woonzorgcentrum wordt de rendabiliteit van de instellingen verbeterd. Een ruimere dienstverlening, het bepalen van de kerntaken en het gerichter inzetten van het personeel (bv. logistiek personeel) en schaalvergroting zijn belangrijke factoren. 5.3.2.1.1.2. Samenhang site De huidige site omvat verschillende dienst- en woonvormen die nauw en onlosmakelijk met elkaar verweven zijn, zowel fysisch als organisatorisch. Inzake het woonzorgcentrum werd geopteerd voor kleinschaligheid. Inzake architectuur wordt afgestapt van het medische model en worden de kleinschalige woonvormen de norm. Het concept van deze nieuwe zorgvoorziening zal idealiter bestaan uit woonentiteiten van +/- 8 individuele wooneenheden met een eigen herkenbaarheid binnen het gehele woonzorgcentrum. Om deze herkenbaarheid en kleinschaligheid te behouden wordt uitdrukkelijk geopteerd om de verschillende wooneenheden tot maximaal 51 (à 60-65 in de toekomst) wooneenheden te clusteren. Op deze manier wordt bewust afgestapt van het “campusmodel” en gekozen voor decentralisatie van woonzorgcentra zoals besproken bij de opmaak van het Woonzorgdecreet. Het woonzorgcentrum is aangebouwd aan het serviceflatcomplex, het lokaal dienstencentrum en het Sociaal Huis. Dit is een unieke en meerwaardeverlenende situatie. Bij de omschakeling van serviceflats naar assistentiewoningen is het zo dat niet alleen moet voorzien worden in aangepaste huisvesting, maar ook dient voorzien te worden in expliciete ouderenzorg. Naast onmiddellijke hulp in acute noodsituaties, dient de omkadering van de assistentiewoningen in te staan voor zowel sociale netwerkvorming, alsook voor effectieve zorgverlening wanneer een bewoner zwaar zorgbehoevend wordt. Dit impliceert dat de constructie van assistentiewoningen zo dient opgevat te worden dat deze zorgverlening ook naadloos kan toegediend worden. In de praktijk kan dit het best worden toegepast in een zorgvriendelijke woonwijk. Vanuit het lokaal dienstencentrum in deze zorgvriendelijke woonwijk zullen verschillende ondersteunende dienstverleningen aangeboden worden, in samenwerking met de lokale thuiszorgactoren, bijvoorbeeld thuiszorgverlening, poetsdienst, maaltijden aan huis, klusjesdienst, mindermobielencentrale, buurt- en winkelhulp, en in samenwerking met het Sociaal Huis en het Woon-Zorg-Loket, bijvoorbeeld thuiszorgcoördinatie, dienstverlening aan huis om adviezen te verstrekken betreffende aangepaste woningen, woningaanpassingen en hulpmiddelen. Met het realiseren van onze visie in het woonzorgcentrum om 8 bewoners per woonentiteit te clusteren tot maximaal 51 (à 60-65 in de toekomst) wooneenheden, losgekoppeld van het vzw-woonzorgcentrum van 96 geclusterde (en 28 geplande) wooneenheden in de onmiddellijke omgeving, wordt een zorgvriendelijke woonwijk ontwikkeld met de bedden die voorzien zijn in de programmatie.
239
Vaak wordt gedacht dat decentralisatie en kleinschaligheid financieel duurder is dan het centraliseren en grootschalig organiseren van zorg. Dit kan echter weerlegd worden. Wanneer wij op een zuinige, maar correcte wijze, rekening houdende met de noden van de bewoners en de nodige flexibiliteit inbouwend, de hoogste kostprijs zijnde personeelsleden, gericht inzetten en de verschillende mogelijkheden uitputten die zich (lokaal en door de overheden) aanbieden, wordt kleinschaligheid en decentralisatie zelfs financieel voordeliger dan centralisatie en grootschaligheid. Ons totale concept (met inbegrip van de interactie met andere gemeentelijke en publieke diensten) moet blijvend beoordeeld worden inzake de financiële consequenties. Toekomstgericht moet geld bespaard worden door bij de planning en de uitbouw van dit concept (in het op te maken technisch-financieel plan) prijsbewust, doch duurzaam, te zijn. Een goedkope bouw betekent vaak een hoge kostprijs van verder onderhoud. Toch is het de bedoeling om in principe 20 à 25 jaar zonder aanpassingen verder te kunnen met het nieuw complex. Dit impliceert dat we zeer doelbewust dienen om te gaan met de momenteel voor handen zijnde en de aan VIPA gevraagde financiële middelen. Er wordt onder meer gedacht aan multifunctionaliteit, bijvoorbeeld het koppelen van sanitair aan kamers, het gebruik van meerdere toegangen tot de wooneenheden (“inleun/aanleun-woningen”), het hergebruik van ruimten enz. 5.3.2.1.1.3. Verblijfseenheden kortverblijf Naast deze reconversieplannen, is het OCMW Meulebeke niet van plan een centrum voor kortverblijf te realiseren. Dit kadert binnen de samenwerking binnen de woonzorgzone met het centrum voor kortverblijf “Brevis” van Sint-Vincentius / GVO vzw (zie hoger) en het is de wens om hierbij een centrale loketfunctie op te nemen. 5.3.2.1.1.4. Woongelegenheden als serviceflat Naast de renovatie van deze 50 serviceflats moet tegemoet gekomen worden aan de toenemende zorgbehoevendheid. De flats moeten aangepast worden volgens de eisen van een wooneenheid als woonzorgcentrum en dienen aldus als echte assistentiewoningen. De nieuwe assistentiewoningen, aanleunflats staan in verbinding met het dienstencentrum en passen binnen de geest van het Woonzorgdecreet. 5.3.2.1.1.5. Verblijfseenheden in dagverzorgingscentrum Het OCMW van Meulebeke beschikt momenteel niet over een dagverzorgingscentrum en is ook niet van plan om aan de hand van voorliggend zorgstrategisch plan zulk een centrum te realiseren. Dit kadert binnen de samenwerking binnen de woonzorgzone waarin Sint-Vincentius / GVO vzw een dagverzorgingscentrum plant (zie hoger). Het is de wens om ook hierbij een centrale loketfunctie op te nemen.
240
Via een minder mobielencentrale of andere dienst wordt het transport geregeld met een nabijliggend dagverzorgingscentrum.
241
5.3.2.1.1.6. Aantal verschillende gebruikers van de thuiszorgondersteunende diensten Het aantal gebruikers van de thuiszorgondersteunende diensten en het lokaal dienstencentrum werd hierboven reeds besproken. Hierbij nog een kort overzicht 61: -
Personenalarmtoestellen: gemiddeld 20 gebruikers; Warme maaltijden aan huis: gemiddeld 74 warme maaltijden; Warme maaltijden in het restaurant: gemiddeld 41 gebruikers tijdens de week en 49 tijdens het weekend; Minder Mobielen Centrale: 107 aangesloten leden en 9 chauffeurs; Bloeddrukcontrole/gezondheidsadvies: 15 gebruikers; Klusjesdienst: 34 à 60 interventies per jaar; Poetsdienst : 197 gezinnen/alleenstaanden; Dienstencheques : 213 gezinnen; Voetverzorging: 75 gebruikers per jaar; Wasserette : 1.068 wasbeurten en 1.497 droogbeurten per jaar; Bad met of zonder hulp: 0 à 4 beurten per jaar; Kapsalon: 267 afspraken vanuit de serviceflats – totaal 637 afspraken; Infomomenten in eigen lokalen: 16 per jaar, 409 deelnemers; Aantal recreatieve groepsactiviteiten: 379 per jaar, 14.744 deelnemers; Aantal vormende groepsactiviteiten: 318 per jaar, 5.130 deelnemers.
Het aantal gebruikers en deelnemers vertoont een stijgende trend. Het lokaal dienstencentrum streeft bovendien naar een volledig aanbod van diensten in samenwerking met andere relevante dienstverleners, waarmee een netwerk wordt gevormd. 5.3.2.2. Effecten op de werkingskost De realisatie van de nieuwbouw en vernieuwbouw zal tot gevolg hebben dat meer woongelegenheden zullen kunnen gebruikt worden, terwijl er op vandaag een grote vraag is naar woongelegenheden. Een goede opvolging van de profileringsintentie zou bovendien een voldoende hoge zorgbehoevendheidsgraad moeten genereren, wat minstens een behoud van de RIZIV-inkomsten tot gevolg zal hebben. Ook de prijsstijging van de verblijfskost voor de bewoners zal een gunstig effect hebben op de inkomsten. Zie ook de bovenstaande simulatie in het hoofdstuk “toekomstige prijszetting”. De projecten worden door het OCMW voorzien op dezelfde site. Daarbij zal vooral de werking van de voorzieningen danig verweven zijn met elkaar en kunnen we er alleen maar van uitgaan dat deze investeringen een positief schaaleffect tot gevolg zullen hebben, onder meer op het vlak van catering, verzorging en onderhoud. Positieve schaaleffecten worden verwacht door het uitbreiden van zorgverstrekking en dienstverlening over een grotere groep van gebruikers, tegenover een minder grotere stijging van de werkingskosten (zie hoger). 61
Bron : jaarverslagen 2008-2009 en eigen data.
242
Andere positieve elementen inzake de werkingskosten zijn de gunstige gevolgen van de energiebesparende investeringen (ramen, isolatie e.d.), de centrale verpleegpost en andere aanpassingen die bijdragen tot de functionele werking van de instellingen, en het minimaliseren van de herstellings- en renovatiekosten. Het inrichten van de serviceflats/assistentiewoningen volgens de normen van woonzorgcentra kan er in de toekomst toe leiden dat, bij een (verdere) verhoging van het aantal erkende woonzorgcentrumwoongelegenheden en bijgevolg ook meer RIZIV- en verblijfsvergoedingen ten opzichte van een in verhouding kleinere verhoging van de werkingskosten, deze schaalvergroting een gunstig financieel effect heeft. Dit zou de economische leefbaarheid van het woonzorgcentrum versterken. Bijgevolg kunnen we op dit criterium de score “hoge prioriteit” toekennen, aangezien de programmatie in de regio nog niet volledig ingevuld is, maar de investering noodzakelijk is om d.m.v. een aanpassing van de schaalgrootte de economisch verantwoorde uitbating te verbeteren. Evaluatie (grenswaarden) Criterium Hoge prioriteit a. Het programmacijfer in De investering is de regio is niet volledig noodzakelijk voor ingevuld de aanpassing van de schaalgrootte om de economisch verantwoorde uitbating te kunnen verbeteren b. Het programmacijfer in n.v.t. de regio is ingevuld
Matige prioriteit
Lage prioriteit
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Criterium 3.2.
243
5.3.3. Is de realisatie van dit zorgstrategisch plan noodzakelijk voor het optimaliseren van het aanbod? 5.3.3.1. Optimale invulling van het aanbod
5.3.3.1.1. Wettelijk kader Uit de bespreking van het wettelijk kader (zie hoger) staat vast dat het niét-invullen van het aanbod geen optie is. Bijgevolg wordt het OCMW geconfronteerd met het verplicht verder uitbaten van het woonzorgcentrum Ter Deeve. 5.3.3.1.2. Toegankelijkheid Het OCMW van Meulebeke wil de toegankelijkheid van de verschillende ouderenvoorzieningen in Meulebeke verbeteren. Daarom wordt geopteerd voor een gecentraliseerde locatie van het residentieel aanbod en een versterking van de dienstverlening met thuiszorgondersteunende diensten zoals een één-loket-functie en met een vernieuwd patrimonium. Daarnaast citeren we de intentie om aangepaste woningen voor bejaarden te creëren en de meerwaarde die gecreëerd wordt voor de bestaande woongelegenheden die in de onmiddellijke nabijheid zullen liggen van het te vernieuwen lokaal dienstencentrum en binnen de woonzorgzone. Bovendien zal in de nieuwbouw en vernieuwbouw voldoende werk gemaakt worden van de toegankelijkheid binnenin de instelling (ruime kamers, ruime deuropeningen, toegankelijke toiletten (ook voor rolstoelgebruikers en hun begeleiders), geen trappen of steil hellende vlakken, …). 5.3.3.1.3. Spreiding In het perspectief van spreiding ligt de belangrijkste meerwaarde van dit zorgstrategisch plan bij de realisatie van een volledig gerenoveerd complex met woonzorgcentrum, serviceflats en lokaal dienstencentrum binnen de woonzorgzone, en bij de uitbreiding van het residentiële aanbod en dienstenaanbod. Er wordt bewust afgestapt van het “campusmodel” en gekozen voor decentralisatie van woonzorgcentra zoals besproken bij de opmaak van het Woonzorgdecreet. Met het realiseren van onze visie in het woonzorgcentrum om 8 bewoners per woonentiteit te clusteren tot maximaal 51 (à 60-65 in de toekomst) wooneenheden, losgekoppeld van het vzw-woonzorgcentrum van 96 geclusterde (en 28 geplande) wooneenheden in de onmiddellijke omgeving, wordt de spreiding gewaarborgd. Bij de omschakeling van serviceflats naar assistentiewoningen is het zo dat niet alleen moet voorzien worden in aangepaste huisvesting, maar ook dient voorzien te worden in expliciete ouderenzorg.
244
Vanuit het lokaal dienstencentrum in deze zorgvriendelijke woonwijk zullen verschillende ondersteunende dienstverleningen aangeboden worden, in samenwerking met de lokale thuiszorgactoren en in samenwerking met het Sociaal Huis en het Woon-Zorg-Loket.
5.3.3.1.4. Differentiëring aanbod De dienstverlening in de regio is aanwezig en de realisatie van dit toekomstproject vervolledigt verder de effectieve realisatie van het programmacijfer. De differentiëring in het aanbod wordt hier gecreëerd door het samenwerken tussen de verschillende voorzieningen. Concreet betekent dit de realisatie van assistentiewoningen en aanleunwoningen, een woonzorgzone in samenwerking met het woonzorgcentrum Sint-Vincentius, centrum voor kortverblijf “Brevis” en het toekomstig dagverzorgingscentrum van GVO vzw, andere externe partners, het uitbreiden van zorgverstrekking vanuit het woonzorgcentrum en/of het lokaal dienstencentrum en/of externen naar de serviceflats/assistentiewoningen, “levenslang wonen”. Met het realiseren van onze visie in het woonzorgcentrum om 8 bewoners per woonentiteit te clusteren tot maximaal 51 (à 60-65 in de toekomst) wooneenheden, losgekoppeld van het vzw-woonzorgcentrum van 96 geclusterde (en 28 geplande) wooneenheden in de onmiddellijke omgeving, wordt de spreiding gewaarborgd en heeft / behoudt de gebruiker een ruime keuzevrijheid.
5.3.3.1.5. Profilering Het OCMW van Meulebeke heeft in voorliggende zorgstrategisch plan in de eerste plaats aangetoond dat de toekomstprofilering aansluit bij de bestaande en toenemende vraag, de visie op ouderenzorg van de overheid en de nood aan een kwaliteitsverbetering en uitbreiding van de infrastructuur. De uitwerking van de verschillende initiatieven is gericht op ondersteuning van het maatschappelijk weefsel en op zorg op maat van de zorgvrager. Met de realisatie van dit toekomstproject wenst het OCMW van Meulebeke tevens nieuwe vormen van dienstverlening (aan een nieuwe doelgroep62) aan te bieden. - valide bewoners: beschermd wonen in aangepaste serviceflats/assistentiewoningen. Zorg wordt verleend door thuiszorgdiensten en het woonzorgcentrum; sociale omkadering in de gemeente en buurt door de nabijheid van het lokaal dienstencentrum; - psychisch en fysisch zorgbehoevende bewoners: In de serviceflats/assistentiewoningen kan mits ondersteuning door de thuiszorg- en woonzorgcentrumdiensten zolang mogelijk thuis wonen worden bevorderd. Door de nabijheid van het eigen en het privaat woonzorgcentrum en het lokaal 62
Zie hoger: serviceflats/assistentiewoningen
245
dienstencentrum wordt een 24/24 7/7 zorg op vraag mogelijk; de meer zorgbehoevende ouderen kunnen in het eigen of het privaat woonzorgcentrum of centrum voor kortverblijf in de woonzorgzone een gepast woonomgeving vinden; - alle bevolkingsgroepen: Door de verdere uitbouw van het lokaal dienstencentrum wil het OCMW een trefpunt aanbieden voor alle bewoners en gebruikers. Het dienstencentrum wil drempelverlagend werken en ervoor zorgen dat enerzijds bepaalde bewoners niet in de kou blijven staan en dat anderzijds sociaal isolement in de gemeente wordt vermeden. De activiteiten van het lokaal dienstencentrum moeten openstaan voor de bewoners van het woonzorgcentrum en de serviceflats/assistentiewoningen en het moet mogelijk zijn om gemeenschappelijke activiteiten te organiseren. Een belangrijke factor is hierbij de verdere uitbouw van een actieve vrijwilligerswerking. 5.3.3.1.6. Kwaliteit De kwaliteit van de dienstverlening zal door de realisatie van het zorgstrategisch plan in alle opzichten verbeterd worden (o.a. verhoging van de tevredenheid van de cliënten door een betere prijs/kwaliteitsverhouding, meer keuzemogelijkheden aanbieden aan de cliënten, doorbreken van de ziekenhuisstructuur en een betere accommodatie). Zowel de leefbaarheid van de instelling als de zorgbenadering zal verbeterd zijn. Het OCMW realiseert zich wel dat er continu aan die zorgbenadering en de ingesteldheid van het personeel zal moeten gewerkt worden, wil het tegen de ingebruikname van het vernieuwd complex klaar staan om alle mogelijkheden van deze infrastructuur volwaardig aan bod te laten komen. Evaluatie (grenswaarden) Matige prioriteit Lage prioriteit Criterium Hoge prioriteit a. Toegankelijkhe De realisatie van het id initiatief verhoogt in hoge mate de toegankelijkheid van het aanbod door: - een betere integratie van het initiatief in de woonkern - een betere fysieke toegankelijkheid voor de gebruikers a. Spreiding De realisatie van het initiatief beoogt een optimalisatie van het aanbod in de regio, dat meer tegemoet komt aan de behoeften van te onderscheiden leefkernen. b. Differentiëring De realisatie van het De dienstverlening in
246
aanbod
c. Profilering
d. Kwaliteit
initiatief brengt nieuwe de regio is al vormen van aanwezig. De dienstverlening in de realisatie van het regio initiatief vervolledigt de effectieve realisatie van het programmacijfer De realisatie van het initiatief biedt de mogelijkheid diensten te verlenen aan nieuwe doelgroepen De realisatie van het initiatief laat de initiatiefnemer toe de kwaliteit van de bestaande voorziening te verbeteren
Criterium 3.3.
247
6. VOORWAARDEN Overzicht van de voorwaarden die vervuld moeten worden om de nagestreefde visie (projecten waarvoor een zorgstrategisch plan ingediend wordt) te realiseren Algemeen - Goedkeuring zorgstrategisch plan en vervolgens technisch-financieel-plan - Goedkeuring OCMW- en gemeenteraad (budgetten) - Stedenbouwkundige vergunningen 1)
Verbouwing bestaande serviceflats “Deeveland”: realisatie van assistentiewoningen - Reeds in het bezit: huidige erkenning serviceflats - Eventueel toekomstige erkenning als “assistentiewoningen”
2)
Verbouwing en uitbreiding bestaand lokaal dienstencentrum “Ter Deeve” - Reeds in het bezit: huidige erkenning lokaal dienstencentrum - project met VIPA: goedkeuring hogere overheid
3) a) Verbouwing bestaand woonzorgcentrum “Ter Deeve”: realisatie van een “vervangingsnieuwbouw” voor de bestaande woonzorgcentrumwooneenheden - Reeds in het bezit: huidige erkenning woonzorgcentrum (ROB en RVT) b) Uitbreiding infrastructuur van bestaand woonzorgcentrum “Ter Deeve” met een bijkomende vleugel en/of bijkomende bouwlaag, met behoud van het aantal bestaande woonzorgcentrumwooneenheden c)
Variante : bijkomende wooneenheden volgens beschikbaarheid programmatie (3 wooneenheden). - Reeds in het bezit: huidige erkenning woonzorgcentrum en voorafgaande vergunning 4 woongelegenheden (uit te breiden) - Project met VIPA: goedkeuring hogere overheid
248
7. SAMENVATTING VAN DE CRITERIA
Algemene criteria Programma-realisatie Bezettingsgraad t.o.v. regio Kansarmoede Bestaande aanbod t.o.v. gepland Erkenningsnormen Ouderdom gebouw Spreiding voorzieningen Ligging en bereikbaarheid Openingsuren Profilering residentiële zorg Profileringsintentie Opnamebeleid Evolutie zorgbehoevendheidsgraad Bezettingsgraad Evolutie bezettingsgraad Verblijfsduur Evolutie verblijfsduur Profilering kortverblijf Profilering dagverzorging Activiteitenniveau lokaal dienstencentrum Informeren Vormen, levenslang leren, genieten Recreatieve activiteiten Thuiszorg Hygiënische zorgen Activiteitenniveau regionaal dienstencentrum Scala aan voorzieningen Aanwezige zorgvormen Leefomgeving Autonomie Formele inspraak en communicatie Animatie Reglement van orde en opnameovereenkomst Leefomgeving thuiszorgvoorziening Formele inspraak en communicatie Reglement van orde en opnameovereenkomst
Hoge prioriteit / gunstig
Matige prioriteit / matig
Lage prioriteit / ongunstig
SF X X X X X X X X
RH
LDC
←
X
←
X
X X X X X X X n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
X X X X X
X
n.v.t.
n.v.t.
X
X
X X X X
X
X NVT
X NVT
n.v.t. n.v.t.
n.v.t.
X X
NVT
249
Relatie met andere actoren Relatie andere residentiële voorzieningen Relatie thuiszorg en andere zorgvormen Relatie huisartsen Relatie ziekenhuizen Externe afstemming ouderenvoorzieningen Externe afstemming andere zorgvormen Aantoonbare relatie klantenverenigingen Personeel en kwaliteit Kwaliteitsbeleid Contacten met andere relevante actoren Professionaliteit beheersorgaan Professionaliteit dagelijks verantwoordelijke Personeelsbezetting Organisatie Vorming Financieel Investeringsbeleid Overschot Netto-marge Solvabiliteit Liquiditeit Facturatieperiode Dekking reële kostprijs Samenstelling dagprijs Opstelling factuur
X X X X X X X
X X X X X X X
X X X
X RH/LDC RH/LDC RH/LDC RH/LDC X X X X
Vrijwilligerswerking Vrijwilligerswerking
X
Noodzaak van het project Erkenningsnormen Schaalgrootte Toegankelijkheid Spreiding Differentiëring van het aanbod Profilering Kwaliteit
X X X X X X X
TOTAAL
55
←
X
X
12
9
250
8. SWOT-ANALYSE SWOT-ANALYSE STERKTE
-
-
-
Regio kent een goede spreiding van voorzieningen en er is een goede toegankelijkheid. Nadruk op kwaliteitsverbetering en „zorg op maat‟. Er bestaat een uitgebouwd overleg in de regio en er is een goede samenwerking met andere instellingen in de regio. Goede profilering van de voorzieningen Basisgedachte en visie van de voorzieningen zijn erin vervat, kadert tevens in de visie van het Lokaal Sociaal Beleidsplan en het Woonzorgdecreet Woonzorgdecreet dat steunt op nieuwe vormen van zorg, specialisatie en differentiatie en samenwerking met de thuiszorg. Regie in handen van de oudere zelf én zorg op maat Goed uitgebouwde thuiszorg- en thuiszorgondersteunende diensten. Aandacht voor inspraak en communicatie. Goed kwaliteitsbeleid. Professionele personeelsomkadering. Locatie van het complex binnen de woonzorgzone en de woonkern, vlot toegankelijk en bereikbaar. Professioneel personeelsbeleid en permanente vorming. In het kader van de OCMW-organisatie een aanvaardbaar tekort. Snelle facturatie. Veel aandacht voor animatie, autonomie en eigenheid van de bejaarden. Goed investeringsbeleid. Stijgende graad van zorgbehoevendheid. Samenwerkingsmodel. Duidelijke afstemming zorgaanbod voor beide voorzieningen in de woonzorgzone, buurt en gemeente („Wonen en Zorg‟). Hierdoor is er een ruime dienstverlening voor alle zorgvragen in de toekomst voor de Meulebeekse ouderen. En zijn er quasi géén hiaten meer in het Meulebeekse vraag – en aanbod. Groter zorgaanbod binnen de serviceflats o.v.v. assistentiewoningen. Mogelijkheid tot bilaterale doorstroming van bewoners tussen beide voorzieningen. Gerichte expertise en professionalisering m.b.t. specifieke zorgvragen waardoor voorkoming van sociaal isolement voor de ouderen zélf. Expertise, samenwerking, informatie en begeleiding rond dementie vanuit OCMW Meulebeke. Ruimtelijke heroriëntering in gebouwen dienstverlening mbt plaatstekort nu. Duurtijd van verbouwingen en /of nieuwbouw treft weinig tot géén hinder voor bewoners.
ZWAKTE
-
Op dit moment is de realisatiegraad voor woonzorgcentra (max.175 in 2011) quasi volledig ingevuld (140) of “in portefeuille” (28) van derden (GVO/Sint-Vincentius). Sterk verouderde infrastructuur en woningen in Meulebeke. Huidige nood aan zorg. Huidige gebouwen zijn bewoond, dus moeilijk renoveerbaar zonder alternatieve/bijkomende woongelegenheden
251
OPPORTUNITEITEN -
-
-
-
-
-
De renovatie en nieuwbouw geeft de mogelijkheid om de kwaliteitsgerichte zorg toe te dienen in een aangepaste accommodatie. Het belang van thuiszorg en het aanpassen van het woningpatrimonium neemt toe, terwijl de woonfunctie die binnen de residentiële zorgvoorzieningen in het verleden veel te weinig aandacht kreeg op vandaag belangrijker wordt. In de meeste rust- en verzorgingstehuizen is de organisatie van de zorg op vandaag maar al te sterk een afkooksel van het ziekenhuismodel. De autonomie van de bewoner staat niet centraal genoeg en de organisatie primeert op de individuele behoeften en gewoonten van de verschillende bewoners. Deze situatie zal in de toekomst volledig moeten omgebogen worden en de cliënt zal als het ware de dirigent moeten worden van het globale zorggebeuren. Bij de realisatie van een vernieuwd woonzorgcentrum zal hier terdege rekening mee moeten gehouden worden. De infrastructuur zal zodanig moeten zijn dat de autonomie en ook de zelfredzaamheid van de bewoners maximaal aan bod kan komen. De organisatie van de zorg zal een verdere gedaanteverandering moeten ondergaan en zal het accent moeten leggen eerder op zorgondersteuning dan op zorg zelf. Verpleegkundigen en verzorgenden zullen naast hun competenties als zorgverstrekker ook moeten beschikken over de vaardigheden van een goede coach die de eigen mogelijkheden van een bewoner maximaal aan bod kunnen laten komen. Doelgroepgericht. Het is de bedoeling om huisvesting te verlenen aan bejaarden (65plussers) van de gemeente. Cijfermateriaal op vlak van bewonerszorg en evolutie als bewijsvoering binnen het voorliggende voorstel én in functie van een woonzorgzone die geënt is op de werkingsas Ter Borcht- Vondel- Bonestraat. Werkingsas Ter Borcht – Vondel- Bonestraat kan verder uitgebouwd worden. ( bibliotheek, cultuurcentrum, post, markt…) Goede opnamepolitiek en samenwerking voor beide voorzieningen met duidelijke afspraken. Verwijsfunctie Expertise van De Mandel cv (socialehuisvestingsmaatschappij) Expertise van OCMW-De Misthoorn (dementie) Rendabiliteit Bijkomende woonzorgcentrumwoongelegenheden Schaalvergroting met financieel gunstige gevolgen Betaalbare dienstverlening
BEDREIGINGEN
-
-
-
Verouderde infrastructuur t.o.v. wettelijke verplichting tot behoud woonzorgcentrum. Oplopende renovatie- en herstellingskosten zoals : dringende nood aan het vervangen van de sanitaire leidingen, met renovatiewerken in de gangen, badkamers,… als gevolg herstellen / vernieuwen van de dakbekleding verouderde sanitaire voorzieningen, badkamers en keukens nood aan plafond, vloer- en gevelvernieuwing vernieuwen van de ramen en ander schrijnwerk De hedendaagse ouderen hebben steeds hogere comforteisen. De renovatie en nieuwbouw geeft de mogelijkheid om de kwaliteitsgerichte zorg toe te dienen in een aangepaste accommodatie. Monopolisatie van het woonzorgcentrumaanbod Op dit ogenblik zijn er infrastructurele tekortkomingen, met het gevaar voor het mislopen van toekomstige (verlenging van) erkenning.
252
Inhoud
253
1.
VOORSTELLING VAN DE INITIATIEFNEMER .................................................. 3 1.1. Naam en adres van de initiatiefnemer .......................................................... 3 1.2. Naam en adres van de voorziening(en) die momenteel door de initiatiefnemer uitgebaat worden ............................................................................. 3 1.3. Naam, telefoon- en faxnummer en e-mail van de contactpersoon ............... 3 2. VOORSTELLING VAN DE PROJECTEN............................................................ 4 3. BESLISSINGEN OM EEN INVESTERINGSSUBSIDIE AAN TE VRAGEN EN EEN ZSP IN TE DIENEN............................................................................................ 6 3.1. Notulen mbt de beslissing om een investeringssubsidie/-waarborg aan te vragen ..................................................................................................................... 6 3.2. Notulen mbt de beslissing om een ZSP in te dienen .................................... 7 3.3. Statuten of andere documenten inzake de rechtspersoon van de initiatiefnemer.......................................................................................................... 8 4. MISSIE VAN DE INITIATIEFNEMER .................................................................. 9 4.1. Missie en opdrachtverklaring ........................................................................ 9 4.1.1. Missie .................................................................................................... 9 4.1.2. Opdrachtverklaring .............................................................................. 10 4.2. Voorstelling van de verschillende diensten van het OCMW Meulebeke..... 11 4.2.1. Het woonzorgcentrum Ter Deeve ....................................................... 11 4.2.2. Centrum voor kortverblijf ..................................................................... 12 4.2.3. Serviceflats.......................................................................................... 12 4.2.4. Sociale woningen ................................................................................ 14 4.2.5. Lokaal dienstencentrum ...................................................................... 15 4.2.6. Sociale dienst ...................................................................................... 16 4.2.7. Tussenkomsten voor en samenwerking met thuiszorgdiensten .......... 16 4.2.8. Sociaal-pedagogische toelage ............................................................ 17 4.2.9. Waarderingstoelage ............................................................................ 17 4.3. Behoeften bij de bevolking ......................................................................... 18 4.4. Aandachtspunten bij de uitwerking van het zorgstrategisch plan. .............. 21 4.4.1. Het woonthema ................................................................................... 21 4.4.2. Het zorgthema..................................................................................... 21 4.4.3. Het thuiszorgondersteunend thema .................................................... 21 4.5. Het huidige woonzorgcentrum Ter Deeve, serviceflats Deeveland en Lokaal dienstencentrum Ter Deeve .................................................................................. 22 4.5.1. Historiek .............................................................................................. 22 4.5.2. Comfortproblemen, bouwfysische en functionele tekortkomingen ...... 22 4.5.3. Brandveiligheid.................................................................................... 23 4.5.4. Uitgevoerde aanpassingen en investeringen ...................................... 23 4.6. Toekomst ................................................................................................... 25 4.6.1. Wettelijk kader..................................................................................... 25 4.6.2. Algemeen ............................................................................................ 25 4.6.3. Zorg op maat en doelgroepgericht ...................................................... 26 4.6.4. Tijdsplanning ....................................................................................... 33 5. EVALUATIE VAN DE WENSELIJKHEID EN HAALBAARHEID VAN DIE TOEKOMSTVISIE AAN DE HAND VAN DE INGEDIENDE STERKTEZWAKTE ANALYSE ................................................................................................................. 34 5.1. Sluit de realisatie van dit zorgstrategisch plan aan bij de noden van de regio? 34
254
5.1.1. Is er in deze regio ruimte voor investeringen in het kader van de realisatie van het programmacijfer? .................................................................. 34 5.1.2. Is er in de regio behoefte aan het geplande initiatief ? ........................ 59 5.1.3. Is in de regio behoefte aan een betere spreiding of geografische toegankelijkheid van de voorzieningen ? ........................................................... 90 5.2. Is de initiatiefnemer goed geplaatst om op performante wijze in de geïdentificeerde behoeften te voldoen? ................................................................ 94 5.2.1. Is de voorziening voldoende toegankelijk? .......................................... 94 5.2.2. Heeft de initiatiefnemer een duidelijk beleidsplan dat strookt met de visie over kwalitatief hoogstaande zorg- en dienstverlening? .......................... 100 5.2.3. Beschikt de initiatiefnemer over voldoende kwalificaties voor een professioneel beheer en een kwalitatief hoogstaande dienstverlening? .......... 194 5.2.4. Is de financiële situatie van de voorzieningen gezond? .................... 211 5.2.5. Heeft de voorziening een gestructureerde vrijwilligerswerking? ........ 232 5.3. Onderzoek van de noodzaak aan investeringen voor de realisatie van het zorgstrategisch plan ............................................................................................ 235 5.3.1. Is de realisatie van dit zorgstrategisch plan noodzakelijk om te voldoen aan de hedendaagse vereisten van een ouderenvoorziening? ....................... 235 5.3.2. Is de realisatie van dit zorgstrategisch plan noodzakelijk voor economisch verantwoorde uitbating? .............................................................. 238 5.3.3. Is de realisatie van dit zorgstrategisch plan noodzakelijk voor het optimaliseren van het aanbod? ....................................................................... 244 6. VOORWAARDEN ........................................................................................... 248 7. SAMENVATTING VAN DE CRITERIA ............................................................ 249 8. SWOT-ANALYSE ............................................................................................ 251
255
BIJLAGE 1: INFOFOLDER VAN HET WOONZORGCENTRUM TER DEEVE, HET LOKAAL DIENSTENCENTRUM TER DEEVE EN DE SERVICEFLATS DEEVELAND 10 BIJLAGE 2: ERKENNINGEN WOONZORGCENTRUM TER DEEVE ...................... 11 BIJLAGE 3: ERKENNING SERVICEFLATGEBOUW “RESIDENTIE DEEVELAND” 13 BIJLAGE 4: ERKENNING LOKAAL DIENSTENCENTRUM “TER DEEVE” ............. 15 BIJLAGE 5: TREFDAG LOKAAL SOCIAAL BELEID : SAMENSTELLING WERKGROEPEN. .................................................................................................... 18 BIJLAGE 6: VOORBEELD VAN EEN ENQUÊTEFORMULIER................................ 19 BIJLAGE 7: INSPECTIEVERSLAG WOONZORGCENTRUM ................................. 23 BIJLAGE 8: INSPECTIEVERSLAG SERVICEFLATS .............................................. 23 BIJLAGE 9: BRANDWEERVERSLAG EN ATTEST VAN DE BURGEMEESTER .... 23 BIJLAGE 10: RAADSBESLUIT OMTRENT GOEDKEURING ZORGSTRATEGISCH PLAN EN AANVRAAG INVESTERINGSSUBSIDIES ............................................... 26 BIJLAGE 11: STEDENBOUWKUNDIG BEWIJS DAT HET ONROEREND GOED IN AANMERKING KOMT. ............................................................................................. 95 BIJLAGE 12 : OPDRACHTSVERKLARING EN VISIE OP ZORG, WOONZORGCENTRUM TER DEEVE .................................................................. 103 BIJLAGE 13 : HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN OPNAMEOVEREENKOMST WOONZORGCENTRUM TER DEEVE .................................................................. 141 BIJLAGE 14 : HUISHOUDELIJK REGLEMENTEN EN OVEREENKOMSTEN LOKAAL DIENSTENCENTRUM TER DEEVE ....................................................... 146 BIJLAGE 15 : SAMENWERKINGOVEREENKOMST MET FAMILIEZORG WESTVLAANDEREN VZW .............................................................................................. 149 BIJLAGE 16 : TOETREDING SEL.......................................................................... 150 BIJLAGE 17: OVEREENKOMST MET DE CRA EN REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE VOOR HUISARTSEN.................................................................................. 150 BIJLAGE 18: OVEREENKOMST PALLIATIEVE ZORG ......................................... 151 BIJLAGE 19: OVEREENKOMST TUSSEN OCMW MEULEBEKE (TER DEEVE) EN SINT-ANDRIESZIEKENHUIS TIELT ...................................................................... 151 BIJLAGE 20: CONTROLEVERSLAG FAVV - WOONZORGCENTRUM TER DEEVE DD. 11.06.2010 ...................................................................................................... 186 BIJLAGE 21: VORMING IN 2008 EN 2009 IN HET WOONZORGCENTRUM ....... 190 BIJLAGE 22: FORMULIER BIJSCHOLING ............................................................ 209 BIJLAGE 23 : AFSCHRIFT FACTUREN WOONZORGCENTRUM TER DEEVE .. 224 BIJLAGE 24: LIJST VAN DE VRIJWILLIGERS IN DE VOORZIENINGEN VAN HET OCMW MEULEBEKE ............................................................................................. 232 BIJLAGE 25 : AFSPRAKENNOTA EN CONTRACT VRIJWILLIGERS .................. 233 BIJLAGE 26: TOEZICHT OP HET LEGIONELLABESLUIT: INSPECTIEVERSLAG EN ANTWOORD VAN HET OCMW ....................................................................... 237
256
TABEL 1: OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE ERKENNINGEN VOOR DE WOONGELEGENHEDEN IN WOONZORGCENTRUM TER DEEVE (1/02/2011) .. 11 TABEL 2: BEREKENING BINDEND SOCIAAL OBJECTIEF VOOR SOCIALE HUURWONINGEN VOLGENS HET GROND- EN PANDENDECREET .................. 15 TABEL 3: VISIE AANGAANDE OUDERENZORG VOLGENS DE INSTELLINGEN IN DE REGIO: PRIORITEITEN (BRON: EIGEN BEREKENING OP BASIS VAN EIGEN ENQUÊTES; APRIL-JUNI 2010) .............................................................................. 20 TABEL 4A: OMGEVINGSANALYSE VAN DE REGIO MEULEBEKE, TOESTAND OP 16/07/2010 (BRON: OPGEVRAAGDE OMGEVINGSANALYSE VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID) – PROGRAMMATIE 2011 (LDC: 2010) (BRON: HTTP://WWW.ZORG-EN-GEZONDHEID.BE, 04/08/2010) ........................ 35 TABEL 4B: OMGEVINGSANALYSE “WZC” VAN DE REGIO MEULEBEKE (1/02/2011) ............................................................................................................... 36 TABEL 5: REALISATIEGRAAD VAN DIVERSE ZORGVOORZIENINGEN VOOR OUDEREN IN DE REGIO MEULEBEKE (TOESTAND OP 16/07/2010 PROGRAMMATIECIJFERS 2011) ........................................................................... 37 TABEL 6: BEVOLKINGSPROJECTIES (2010-2016) EN PROGRAMMACIJFERS (2005-2011) VOOR WOONZORGCENTRA EN SERVICEFLATS IN MEULEBEKE 44 TABEL 7: INVULLING PROGRAMMACIJFERS (2005-2011) VOOR WOONZORGCENTRA EN SERVICEFLATS IN MEULEBEKE ................................ 44 TABEL 8: PROGRAMMACIJFERS EN HUN INVULLING (2006-2010) VOOR VERBLIJFSEENHEDEN IN CENTRA VOOR KORTVERBLIJF EN DAGVERZORGINGSCENTRA IN MEULEBEKE ..................................................... 44 TABEL 9: BEVOLKINGSPROJECTIES (2010-2016) EN PROGRAMMACIJFERS (2005-2011) VOOR WOONZORGCENTRA EN SERVICEFLATS IN DE REGIO .... 48 TABEL 10: INVULLING PROGRAMMACIJFERS (2005-2011) VOOR WOONZORGCENTRA EN SERVICEFLATS IN DE REGIO .................................... 48 TABEL 11: PROGRAMMACIJFERS EN HUN INVULLING (2006-2009) VOOR VERBLIJFSEENHEDEN IN CENTRA VOOR KORTVERBLIJF EN DAGVERZORGINGSCENTRA IN DE REGIO.......................................................... 49 TABEL 12: OVERZICHT VAN DE HERKOMST VAN DE OP 01/08/2010 OPGENOMEN BEWONERS IN HET WOONZORGCENTRUM TER DEEVE. ........ 53 TABEL 13: OVERZICHT VAN DE HERKOMST VAN KANDIDAAT-BEWONERS IN DE WOONZORGCENTRA EN SERVICEFLATS IN DE REGIO OP 31/03/2010 (BRON: EIGEN BEREKENING OP BASIS VAN EIGEN ENQUÊTES; APRIL-JUNI 2010). ....................................................................................................................... 53 TABEL 14: OVERZICHT VAN DE BEZETTINGSGRADEN IN DE ROB- EN RVTWOONGELEGENHEDEN IN DE REGIO MEULEBEKE, BEREKEND OP HET AANTAL ERKENDE ROB- EN RVT-WOONGELEGENHEDEN (BRON: EIGEN BEREKENING OP BASIS VAN EIGEN ENQUÊTES + REPERTORIUM ERKENDE RUSTHUIZEN PROVINCIE WEST-VLAANDEREN; APRIL-JUNI 2010) ................. 56 TABEL 15: ENKELE SIF-CRITERIA VOOR DE GEMEENTEN UIT DE REGIO MEULEBEKE IN VERGELIJKING MET DE REGIO, HET ARRONDISSEMENT TIELT, DE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN EN HET VLAAMSE GEWEST (BRON: MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE PLANNING EN STATISTIEK, SIF-CRITERIA 1999 – WIGW‟S 2001) ...................... 59 TABEL 16: ENKELE KANSARMOEDE-INDICATOREN VOOR DE GEMEENTEN UIT DE REGIO MEULEBEKE IN VERGELIJKING MET DE REGIO, HET ARRONDISSEMENT TIELT, DE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN EN HET
257
VLAAMSE GEWEST (BRON: LOKALESTATISTIEKEN.BE, STATBEL.FGOV.BE, GROND- EN PANDENDECREET, GEMEENTELIJKE OMGEVINGSANALYSES LOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN, EIGEN VERWERKING) (2008-2010) ............. 61 TABEL 17: AANTAL OUDEREN BINNEN DE REGIO EN ZORGREGIO IN 2009 EN 2025 (BRON: NIS, EIGEN VERWERKING) ............................................................. 63 TABEL 18: OUDEREN BINNEN DE REGIO : 2009 - 2025 (BRON: NIS, EIGEN VERWERKING) ........................................................................................................ 64 TABEL 19: VERGRIJZING IN MEULEBEKE EN VLAANDEREN: 2005 - 2025 (BRON: NIS, EIGEN VERWERKING) ...................................................................... 65 TABEL 20: INKOMEN IN MEULEBEKE EN VLAANDEREN (BRON: NIS, EIGEN VERWERKING) ........................................................................................................ 65 TABEL 21: MANTELZORGRATIO EN FAMILIALE ZORGINDEX (BRON: LOKALESTATISTIEKEN.BE (01/08/2010), EIGEN VERWERKING) ....................... 67 TABEL 22: POETSDIENST DOOR HET LOKAAL DIENSTENCENTRUM TER DEEVE (2005-2009) ................................................................................................. 70 TABEL 23: WARME MAALTIJDEN DOOR HET LOKAAL DIENSTENCENTRUM TER DEEVE (2005-2009) ................................................................................................. 71 TABEL 24: THUISZORGDIENSTEN ACTIEF IN MEULEBEKE (2008-2009)........... 72 TABEL 25: WONINGEN DIE IN AANMERKING KUNNEN KOMEN VOOR RENOVATIEPREMIES IN MEULEBEKE (BRON: STEUNPUNT SOCIALE PLANNING VAN DE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN, 2005-2007) ................... 77 TABEL 26: RELATIE TUSSEN HET HUIDIG AANBOD EN DE TOEKOMSTPROJECTEN VAN HET OCMW MEULEBEKE .................................... 85 TABEL 27: BOUWJAAR, JAAR VAN LAATSTE GRONDIGE RENOVATIE (PER VLEUGEL) EN GEWOGEN GEMIDDELDE OUDERDOM VAN DE OUDERENVOORZIENINGEN IN DE REGIO MEULEBEKE (2010) ........................ 88 TABEL 28 : VOORZIENINGEN GELEGEN IN DE ZORGREGIO VAN MEULEBEKE (BRON: VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID, REPERTORIUM VAN DE OUDERENVOORZIENINGEN OP 10/11/2009) ................................................. 90 TABEL 29 : HERKOMST VAN DE BEWONERS VOLGENS WOONPLAATS OP 01/08/2010.............................................................................................................. 104 TABEL 30 : HERKOMST VAN DE BEWONERS (OP 01/08/2010) VOLGENS VERBLIJFPLAATS ................................................................................................. 105 TABEL 31 : INDELING VAN DE BEWONERS VAN HET WOONZORGCENTRUM VOLGENS CRITERIA VAN ZORGBEHOEVENDHEID (1998-2010) ..................... 106 TABEL 32 : INDELING VAN DE BEWONERS VOLGENS CRITERIA VAN ZORGBEHOEVENDHEID IN ROB (2000-2010) .................................................... 107 TABEL 33 : INDELING VAN DE BEWONERS VOLGENS CRITERIA VAN ZORGBEHOEVENDHEID IN RVT (2000-2009) ..................................................... 107 TABEL 34 : GEMIDDELDE BEZETTINGRAAD IN HET WOONZORGCENTRUM TER DEEVE: 2000-2009 ........................................................................................ 107 TABEL 35 : GEMIDDELDE VERBLIJFSDUUR IN HET WOONZORGCENTRUM TER DEEVE (2009) ........................................................................................................ 108 TABEL 36 : GEMIDDELDE LEEFTIJD VAN DE BEWONERS IN HET WOONZORGCENTRUM TER DEEVE (2008) ....................................................... 109 TABEL 37 : AANTAL DEELNEMERS PER JAAR VOLGENS TYPE ACTIVITEIT : 2002 – 2008............................................................................................................ 121 TABEL 38 : AANTAL VTE PER KWALIFICATIE IN HET WOONZORGCENTRUM TER DEEVE (RIZIV) ............................................................................................... 197
258
TABEL 39 : BEREKENING RIZIV-PERSONEELSNORM VOOR ROB- EN RVTWOONGELEGENHEDEN ...................................................................................... 198 TABEL 40 : INVULLING RIZIV-PERSONEELSNORM VOOR ROB- EN RVTWOONGELEGENHEDEN ...................................................................................... 199 TABEL 41 : INVULLING DECREET-OMKADERINGSNORM VOOR HET WOONZORGCENTRUM ........................................................................................ 199 TABEL 42 : INVULLING DECREET-OMKADERINGSNORM VOOR HET LOKAAL DIENSTENCENTRUM ........................................................................................... 200 TABEL 43 : FORMELE OVERLEGORGANEN IN OCMW MEULEBEKE .............. 207 TABEL 44: LIJST INVESTERINGSPROJECTEN 2007-2010................................. 213 TABEL 45: BALANS, RESULTATENREKENING EN FINANCIËLE CRITERIA VAN HET WOONZORGCENTRUM TER DEEVE (2007-2009) ...................................... 217 TABEL 46: BALANS, RESULTATENREKENING EN FINANCIËLE CRITERIA VAN HET LOKAAL DIENSTENCENTRUM TER DEEVE (2007-2009) ........................... 219 TABEL 47 : ONTLEDING KOSTEN/OPBRENGSTEN IN DE VERBLIJFSDAGPRIJS VAN HET WOONZORGCENTRUM (2009) ............................................................ 224 TABEL 48 : ONTLEDING GEBUDGETTEERDE KOSTEN/OPBRENGSTEN IN DE VERBLIJFSDAGPRIJS VAN HET WOONZORGCENTRUM ................................. 226
259
FIGUUR 1: HUIDIGE EN GEWENSTE SITUATIE ..................................................... 5 FIGUUR 2: OVERZICHT VAN HET AANTAL ERKENDE EN GEPLANDE WOONZORGCENTRUMWOONGELEGENHEDEN T.O.V. DE PROGRAMMATIE VOOR DE REGIO MEULEBEKE IN ABSOLUTE CIJFERS (2010-2011) ................. 38 FIGUUR 3: OVERZICHT VAN HET AANTAL ERKENDE EN GEPLANDE WOONZORGCENTRUMWOONGELEGENHEDEN T.O.V. DE PROGRAMMATIE VOOR DE REGIO MEULEBEKE IN PERCENTEN (2010-2011).............................. 38 FIGUUR 4: OVERZICHT VAN HET AANTAL ERKENDE EN GEPLANDE LOKALE DIENSTENCENTRA T.O.V. DE PROGRAMMATIE VOOR DE REGIO MEULEBEKE IN ABSOLUTE CIJFERS (2010)............................................................................... 39 FIGUUR 5: OVERZICHT VAN HET AANTAL ERKENDE, GEPLANDE EN IN AANVRAAG ZIJNDE ERKENNINGEN VAN SERVICEFLATWOONGELEGENHEDEN T.O.V. DE PROGRAMMATIE VOOR DE REGIO MEULEBEKE (2010-2011)........................................................................... 40 FIGUUR 6: OVERZICHT VAN HET AANTAL GEREALISEERDE EN VERGUNDE VERBLIJFSEENHEDEN IN DAGVERZORGINGSCENTRA T.O.V. DE PROGRAMMATIE VOOR DE REGIO MEULEBEKE (2010-2011) ........................... 41 FIGUUR 7: OVERZICHT VAN HET AANTAL ERKENDE, GEPLANDE EN IN AANVRAAG ZIJNDE ERKENNINGEN VAN VERBLIJFSEENHEDEN IN CENTRA VOOR KORTVERBLIJF T.O.V. DE PROGRAMMATIE VOOR DE REGIO MEULEBEKE (2010-2011) ....................................................................................... 42 FIGUUR 8: EVOLUTIE VAN DE PROGRAMMATIE EN DE ERKENNING VAN WOONZORGCENTRUMWOONGELEGENHEDEN IN DE GEMEENTE MEULEBEKE (2005-2011) ....................................................................................... 45 FIGUUR 9: EVOLUTIE VAN DE PROGRAMMATIE EN DE ERKENNING VAN SERVICEFLATWOONGELEGENHEDEN IN DE GEMEENTE MEULEBEKE (20052011) ........................................................................................................................ 45 FIGUUR 10: EVOLUTIE VAN DE PROGRAMMATIE EN DE ERKENNING VAN VERBLIJFSEENHEDEN KORTVERBLIJF IN DE GEMEENTE MEULEBEKE (20062011) ........................................................................................................................ 46 FIGUUR 11: EVOLUTIE VAN DE PROGRAMMATIE EN DE ERKENNING VAN VERBLIJFSEENHEDEN IN DAGVERZORGINGSCENTRA IN DE GEMEENTE MEULEBEKE (2006-2011) ....................................................................................... 46 FIGUUR 12: EVOLUTIE VAN DE PROGRAMMATIE EN DE ERKENNING VAN LOKALE DIENSTENCENTRA IN DE GEMEENTE MEULEBEKE (2006-2010) ....... 47 FIGUUR 13: EVOLUTIE VAN DE PROGRAMMATIE EN DE ERKENNING VAN WOONZORGCENTRUMWOONGELEGENHEDEN IN DE REGIO (2005-2011) ..... 49 FIGUUR 14: EVOLUTIE VAN DE PROGRAMMATIE EN DE ERKENNING VAN SERVICEFLATWOONGELEGENHEDEN IN DE REGIO (2005-2011) .................... 50 FIGUUR 15: EVOLUTIE VAN DE PROGRAMMATIE EN DE ERKENNING VAN VERBLIJFSEENHEDEN KORTVERBLIJF IN DE REGIO (2006-2011) ................... 50 FIGUUR 16: EVOLUTIE VAN DE PROGRAMMATIE EN DE ERKENNING VAN VERBLIJFSEENHEDEN IN DAGVERZORGINGSCENTRA IN DE REGIO (20062011) ........................................................................................................................ 51 FIGUUR 17: EVOLUTIE VAN DE PROGRAMMATIE EN DE ERKENNING VAN LOKALE DIENSTENCENTRA IN DE REGIO (2006-2010) ...................................... 51 FIGUUR 18: INTERNE VERGRIJZING IN WEST-VLAANDEREN IN 2005 EN 202567 FIGUUR 19: EVOLUTIE VAN HET AANTAL GEZINNEN MET POETSDIENST DOOR HET LOKAAL DIENSTENCENTRUM TER DEEVE (2005-2009) ................. 70
260
FIGUUR 20: EVOLUTIE VAN DE WARME MAALTIJDEN IN HET LOKAAL DIENSTENCENTRUM EN AAN HUIS DOOR HET LOKAAL DIENSTENCENTRUM TER DEEVE (2005-2009) ......................................................................................... 71 FIGUUR 21: MEULEBEKE, VERDELING IN WIJKEN ............................................. 72 FIGUUR 22: OUDERDOM VAN DE WONINGEN IN MEULEBEKE, SPREIDING ... 75 FIGUUR 23: ERKENDE EN GEPLANDE VOORZIENINGEN IN DE REGIO MEULEBEKE............................................................................................................ 93 FIGUUR 24: LOCATIE VAN HET TOEKOMSTIG OCMW-COMPLEX MEULEBEKE 96 FIGUUR 25: EVOLUTIE VAN DE ZORGBEHOEVENDHEID IN HET WOONZORGCENTRUM: 1991-2009 ..................................................................... 106 FIGUUR 26: EVOLUTIE VAN DE GEMIDDELDE VERBLIJFSDUUR IN HET WOONZORGCENTRUM : 1992-2009 .................................................................... 108 FIGUUR 27: EVOLUTIE VAN DE GEMIDDELDE LEEFTIJD IN HET WOONZORGCENTRUM: 1988-2009 ..................................................................... 109 FIGUUR 28: EVOLUTIE VAN DE MAALTIJDEN: 2005-2009................................. 115 FIGUUR 29: EVOLUTIE VAN DE POETSDIENST: 2005-2009.............................. 115 FIGUUR 30 : EVOLUTIE VAN DE ACTIVITEITEN IN HET LOKAAL DIENSTENCENTRUM : 2005-2009 ....................................................................... 120 FIGUUR 31: EVOLUTIE VAN HET AANTAL DEELNEMERS, VOLGENS AARD ACTIVITEIT : 2002-2008 ........................................................................................ 121 FIGUUR 32: EVOLUTIE VAN HET AANTAL VRIJWILLIGERS IN HET DIENSTENCENTRUM : 2002-2010 ....................................................................... 122 FIGUUR33: SCHEMATISCH OVERZICHT AFSTEMMING WOONEN ZORGAANBOD IN MEULEBEKE (N.A.V. OVERLEG MET GVO VZW) ................ 163 FIGUUR 34: SCHEMATISCH OVERZICHT AFSTEMMING WOON- EN ZORGAANBOD IN MEULEBEKE VANUIT DE VRAAGZIJDE (N.A.V. OVERLEG MET GVO VZW) ..................................................................................................... 165 FIGUUR 35 : ORGANOGRAM OCMW MEULEBEKE ............................................ 203 FIGUUR 36 : ONDERSTEUNENDE DIENSTEN .................................................... 204 FIGUUR 37 : ORGANOGRAM WOONZORGCENTRUM TER DEEVE ................. 205 FIGUUR 38 : ORGANOGRAM LOKAAL DIENSTENCENTRUM TER DEEVE ...... 205
261