SUBSIDIEREGLEMENT SPORT GEMEENTE MEULEBEKE I.
Algemene voorwaarden
Artikel 1 Binnen de perken van de door de gemeenteraad op het budget goedgekeurde kredieten worden subsidies uitgekeerd aan sportverenigingen voor de kwaliteitsvolle begeleiding van de leden op basis van objectiveerbare kwaliteitscriteria (55%) en volgens kwantitatieve criteria (45%). Het krediet gaat voor 50% naar competitieclubs, voor 50% naar recreatieclubs. Artikel 2 De subsidiëring van het huidig werkingsjaar wordt steeds bepaald op basis van de in het aanvraag‐ dossier opgenomen gegevens van de sportvereniging m.b.t. het voorgaande werkingsjaar. Het werkingsjaar loopt van 1 september tot 31 augustus. Het gemeentebestuur behoudt zich het recht voor de gegeven informatie en bewijsstukken te laten verifiëren. Indien blijkt dat de aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, komt desbetreffende sportvereniging voor het betrokken jaar niet meer in aanmerking voor de onder dit besluit gereglementeerde subsidie. Artikel 3 De sportverenigingen moeten door de gemeente erkend zijn en dus voldoen aan de in het erkenningsreglement omschreven erkenningsvoorwaarden. Artikel 4 De subsidies kan men verkrijgen door te voldoen aan de hierna omschreven procedure:
‐
De aanvraag tot subsidiëring wordt door de sportverenigingen op de daartoe bestemde formulieren ingediend bij de sportdienst. Het reglement en de aanvraagformulieren zijn beschikbaar op de sportdienst. Het aanvraagdossier wordt jaarlijks verstuurd door de sportdienst aan de erkende sportverenigingen. De subsidieaanvraag moet worden ingediend vóór 31 oktober van het betrokken jaar.
‐
De verdeling, bekendmaking en uitbetaling van de subsidies vindt plaats vóór 31 december van het betrokken jaar.
‐
Sportverenigingen kunnen beroep aantekenen bij het College van Burgemeester en Schepenen aangaande de verkregen subsidie.
Artikel 5 De sportvereniging kan geen subsidies voor hetzelfde doel ontvangen via andere gemeentelijke kanalen. Artikel 6 De sportverenigingen aanvaarden verantwoording af te leggen overeenkomstig de Wet van 14 november 1983, die stelt dat de sportvereniging de subsidie moet gebruiken voor het doel waarvoor de subsidie is toegekend.
II. Voorwaarden met het oog op verhoging van de kwaliteit in sportverenigingen Artikel 7 Dit subsidiereglement tracht bij te dragen tot de kwalitatieve verbetering van de sportverenigingen. De subsidie wordt bepaald door de beoordeling van de werking van de sportvereniging op het vlak van de hieronder beschreven doelstellingen. De beoordeling gebeurt op basis van een aantal kwaliteitscriteria per doelstelling waaraan de sportvereniging dient te voldoen. De kwaliteitscriteria worden geobjectiveerd door parameters teneinde de beoordeling om te zetten in een subsidiebedrag (55% van het totale subsidiebedrag voor sportverenigingen).
Doelstelling 1: Beschikken over een kwaliteitsvol sporttechnisch kader Kwaliteitscriterium 1.1: Werken met gediplomeerde trainers ‐
Het valoriseren van het diplomaniveau/gediplomeerde trainer
Trainer Trainers master/lic. LO Trainers bachelor/regent LO Trainers A Trainers B Trainers Initiator Trainers Bewegingsanimator
Waarde/trainer 65 punten 40 punten 85 punten 40 punten 20 punten 10 punten
‐
Het procentuele aantal trainers met een diploma t.o.v. het aantal leden 1 gediplomeerde trainer per 1‐20 leden 500 punten 1 gediplomeerde trainer per 21‐40 leden 300 punten 1 gediplomeerde trainer per 41‐60 leden 100 punten 1 gediplomeerde trainer per meer dan 60 leden 50 punten
Kwaliteitscriterium 1.2: Volgen en/of organiseren van opleiding en bijscholing ‐
Opleidingen gevolgd door de trainers Geslaagde opleiding/trainer < € 50 = 50 punten Geslaagde opleiding/trainer van € 50 tot € 100 = 100 punten Geslaagde opleiding/trainer > € 100 = 150 punten
‐
Opleidingen georganiseerd door de sportvereniging voor de trainers Per opleiding < € 100 = 100 punten Per opleiding van € 100 en meer = 200 punten
‐
Bijscholingen gevolgd door de trainers Bijscholing/trainer < € 50 = 25 punten Bijscholing/trainer van € 50 tot € 100 = 50 punten Bijscholing/trainer > € 100 = 75 punten
‐
Bijscholingen georganiseerd door de sportvereniging voor de trainers Per bijscholing < € 100 = 50 punten Per bijscholing van € 100 en meer = 100 punten
Een opleiding is een cursus binnen een bepaalde sporttak om een diploma of getuigschrift te behalen. Een bijscholing is een uitdieping binnen een bepaalde sporttak. Enkel opleidingen/bijscholingen VTS of door VTS erkende instanties komen in aanmerking. Kwaliteitscriterium 1.3: Beschikken over een hoofdtrainer of een hoofdjeugdtrainer, die de kwaliteit van het sporttechnisch kader ondersteunt en bewaakt ‐
Beschikken over een gekwalificeerde hoofdtrainer 50 punten
‐
Beschikken over een gekwalificeerde hoofdjeugdtrainer 50 punten
‐
Beschikken over een uitgeschreven inhoudelijke functieomschrijving van hoofd(jeugd) trainer waarin ‘de kwalitatieve ondersteuning en begeleiding van het trainerskorps’ als opdracht wordt opgenomen 25 punten per uitgeschreven functiebeschrijving (max. 2: hoofdtrainer/hoofdjeugdtrainer)
Doelstelling 2: Beschikken over kwaliteitsvolle scheidsrechters/juryleden Kwaliteitscriterium 2.1: Werken met gediplomeerde scheidsrechters/juryleden ‐
Aantal gediplomeerde scheidsrechters/juryleden
Scheidsrechter(SR)/jurylid(JL) SR/JL nationale/Vlaamse competitie SR/JL provinciale competitie SR/JL regionale competitie
Waarde/SR/JL 50 punten 25 punten 15 punten
Kwaliteitscriterium 2.2: Volgen van opleidingen en/of bijscholingen ‐
Opleidingen gevolgd door de scheidsrechters/juryleden Geslaagde opleiding/SR/JL < € 50 = 50 punten Geslaagde opleiding/SR/JL tussen € 50 en € 99 = 100 punten Geslaagde opleiding/SR/JL > € 100 = 150 punten.
‐
Bijscholingen gevolgd door de scheidsrechters/juryleden Bijscholing/SR/JL < € 50 = 25 punten Bijscholing/SR/JL tussen € 50 en € 99 = 50 punten Bijscholing/SR/JL > € 100 = 75 punten Delfde voorwaarden gelden als bij opleidingen en bijscholingen trainers (1.2).
Doelstelling 3: Beschikken over transparante structuur met duidelijke functies Kwaliteitscriterium 3.1: Beschikken over een duidelijke structuur ‐
Beschikken over een organogram van de sportclub 100 punten
‐
Doorgeven van het organogram via de website, infofolder, … aan leden 50 punten
Kwaliteitscriterium 3.2: Beschikken over duidelijk omschreven functies van bestuur en/of trainerskader ‐
Duidelijke functieomschrijving van bestuur en/of trainerskader 100 punten
‐
Doorgeven van functieomschrijving van bestuur en/of trainerskader via de website, infofolders, … aan leden 50 punten
Kwaliteitscriterium 3.3: Aangesloten zijn bij de Gemeentelijke Sportraad Meulebeke ‐
Lidmaatschap Gemeentelijke Sportraad Meulebeke 300 punten
Kwaliteitscriterium 3.4: Aangesloten zijn bij een erkende Vlaamse sportfederatie ‐
Lidmaatschap erkende Vlaamse sportfederatie 150 punten
Doelstelling 4: Voeren van een interne en externe interactieve, permanente, doelgerichte en open communicatie Kwaliteitscriterium 4.1: Gebruiken van verschillende communicatiekanalen ‐
Gebruik van actuele website, infovergadering, (elektronische) nieuwsbrief, e‐mail, sms‐ werking naar leden toe
Medium Waarde/medium Actuele website sportvereniging 50 punten Infovergadering leden/ouders 20 punten Elektronische nieuwsbrief leden 10 punten E‐mailing leden 10 punten Sms‐werking naar leden 10 punten Nieuwsbrief leden 5 punten Een bepaald medium kan meer dan één keer ingebracht worden: bv. 5 nieuwsbrieven leden. Bij communicatie worden enkel boodschappen naar groepen en niet naar individuen aanvaard.
III. Voorwaarden met het oog op verhoging van de kwantiteit in sportverenigingen
Artikel 8 Dit subsidiereglement tracht bij te dragen tot een waardering via enkele kwantiteitscriteria. De kwantiteitscriteria worden geobjectiveerd door parameters teneinde de beoordeling om te zetten in een subsidiebedrag (45% van het totale subsidiebedrag voor sportverenigingen).
Doelstelling 5: Stimuleren van jeugdsport en tegengaan drop‐out Kwantiteitscriterium 5.1: Beschikken over actieve jeugdleden in de sportvereniging ‐
Het aantal actieve leden, jonger dan 18 jaar 2 punten per actief lid, jonger dan 18 jaar
Kwantiteitscriterium 5.2: Beschikken over actieve volwassen leden in de sportvereniging
‐
Het aantal actieve leden van 18 jaar en ouder 2 punten per actief lid tussen 18 en 23 jaar 1 punt per actief lid tussen 24 en … jaar
Doelstelling 6: Waardering ervaring (niet‐)gediplomeerde trainers/ SR / JL en aantal wedstrijden per (niet‐)gediplomeerde SR/JL Kwantiteitscriterium 6.1.: Werken met ervaren (niet‐)gediplomeerde trainers/SR/JL
‐
Het aantal dienstjaren/(niet‐)gediplomeerde trainers/SR/JL 4 punten/dienstjaar
‐
Het aantal wedstrijden/jaar/(niet‐)gediplomeerde SR/JL 25 punten voor >20 wedstrijden per jaar 15 punten tussen 10 en 20 wedstrijden per jaar 10 punten voor < 10 wedstrijden per jaar
Doelstelling 7: Verhoging van de medewerking van sportverenigingen aan gemeentelijke sportevenementen Kwantiteitscriterium 7.1.: Medewerking aan gemeentelijke sportevenementen
‐
Het aantal gemeentelijke sportevenementen waaraan uw sportvereniging mee werkte 100 punten/dag/evenement Gemeentelijke sportevenementen zoals Ladies Night, fietshappening, sportkampen, sportklassen, omnisportbrevet, … komen in aanmerking.
Doelstelling 8: Verhoging van het aantal sportevenementen in de gemeente Kwantiteitscriterium 8.1.: Organiseren van sportevenementen door sportverenigingen
‐
Het aantal sportevenementen in organisatie van de sportvereniging Uitstraling: gemeentelijk = 10 punten, provinciaal = 20 punten, Vlaams = 30 punten, nationaal = 50 punten, internationaal = 100 punten Duur: ½ dag = 10 punten, 1 dag = 20 punten, meerdere dagen = … x 20 punten Aantal deelnemers: 5 punten per 10 deelnemers Enkel sportevenementen, die open staan, ook voor niet‐leden van de sportvereniging, komen in aanmerking. Clubfeesten, etentjes, jaarlijkse uitstap voor eigen leden komen niet in aanmerking.
Doelstelling 9: Verhoging van organisatie sportstages/‐kampen door sportverenigingen Kwantiteitscriterium 9.1.: Organiseren van sportstages/‐kampen door sportverenigingen
‐
Het aantal sportstages/‐kampen georganiseerd door de sportvereniging 10 punten per dag sportstage/‐sportkamp 5 punten per 10 deelnemers per sportstage/‐kamp