Radboud Nieuwsbrief voor huisartsen – jaargang 3 – editie III – september 2010
ZorgDomein UMC St Radboud groeit gestaag Op 1 februari 2009 introduceerde het UMC St Radboud ZorgDomein. Dat eerste jaar werden langs deze weg bijna 11.000 patiënten naar het UMC St Radboud verwezen, 10 procent van het totale aantal interne en externe verwijzingen. Radboud en huisartsen zijn op de goede weg. Wat is de stand van zaken? Huisartsen uit het hele land kunnen hun patiënten via ZorgDomein verwijzen naar het Radboud. Maar het zwaartepunt ligt op dit moment nog op de regio Nijmegen: 80 procent van de verwijzingen komt van de Huisartsenkring Nijmegen e.o.
Beperkingen aanpakken Het gemak en de volledigheid van ZorgDomeinverwijzingen is mede door intensieve samenwerking tussen huisartsen en specialisten sterk verbeterd. Desondanks kent het digitale verwijssysteem nog een aantal beperkingen.
in DIT NUMMER 2 Nieuw: de Infectielijn 3 Snelpoli Orthopedie 3 Mindfulness bij depressie 4 Met huisarts om tafel 5 Posttraumatische dystrofie 6 Prostaatpoli 7 Oogheelkunde en huisarts 7 Online scholing ADHD 8 Agenda PAOG-Heyendael
Zo is er onvoldoende aansluiting van de menustructuur van ZorgDomein op de academische ziekenhuiszorg, waardoor sommige afdelingen hun aanbod niet voldoende zichtbaar kunnen maken voor huisartsen. Ook is de functionaliteit op het gebied van elektronische communicatie beperkt: ZorgDomein is eenrichtingsverkeer, waardoor zowel huisartsen als UMC daarnaast gebruik moeten maken van andere communicatiekanalen. Het Radboud blijft zich, samen met de huisartsen, inzetten om ZorgDomein verder te verbeteren.
Samen verbeteren Zowel huisartsen als UMC St Radboud zijn overwegend positief over ZorgDomein en de wijze waarop de implementatie verlopen is. Het aantal verwijzingen groeide vanaf de start 1
dan ook gestaag, inmiddels tot ruim 1.200 per maand. De verwachting is dat de instroom nog wat zal toenemen. Het Radboud spant zich bijvoorbeeld in om tot een uniform verwijsbeleid en eenduidige verwijsprocedures te komen. Ook wil het ziekenhuis het tijdsbestek verkorten waarbinnen de patiënt kan bellen voor een afspraak. Huisartsen kunnen bijdragen door verwijsbrieven tijdig in te sturen, hun patiënten goed te informeren over het maken van een afspraak en door consistent en correct gebruik te (blijven) maken van ZorgDomein. Heeft u inhoudelijke vragen? Mist u bepaalde informatie en functionaliteit of heeft u verandervoorstellen? Stuur een e-mail naar Wim van der Meer:
[email protected].
HET RADBOUD IN BEWEGING
ALGEMEEN INTERNE GENEESKUNDE
Mandaat voor patiëntveiligheid
De Infectielijn: laagdrempelig en direct Dankzij de nieuwe Infectielijn zijn de infectiologen van het UMC St Radboud eenvoudig en rechtstreeks te bereiken. In het verleden was het soms lastig voor huisartsen en specialisten in de regio om kort te overleggen.
Patiënten kunnen in ziekenhuizen te maken krijgen met diverse complicaties en onbedoelde, vermijdbare schade. Geen beste binnenkomer, wel de waarheid, zo is recent gebleken uit een grootschalige, landelijke dossierstudie. Alle ziekenhuizen in Nederland werken daarom momenteel hard aan het Veiligheid Management Systeem (VMS), een systeem gericht op risicoProf. dr. Melvin Samsom inventarisatie en verbetering van kwaliteit en veiligheid van zorg. Het VMS kent tien - grotendeels evidence based - medisch inhoudelijke thema’s, waaronder postoperatieve wondinfecties, medicatieverificatie, kwetsbare ouderen en verwisseling van en bij patiënten. Het UMC St Radboud heeft deze thema’s overgenomen en aangescherpt met de eigen kwaliteits- en veiligheidsrichtlijnen uit het veranderprogramma ‘Beter worden in het Radboud’. Aan elk thema is een themaleider of regiehouder gekoppeld, met een extra mandaat van de Raad van Bestuur. Deze mensen zetten hun expertise ten volle in om het programma te laten doordringen tot in elke vezel van de organisatie. Dat werpt zijn vruchten af. Zo heeft de afdeling Geriatrie een op het VMS gebaseerde, aanvullende set richtlijnen opgesteld voor UMCbrede risicopreventie bij de behandeling van kwetsbare ouderen. En wordt er op de OK met de time-out gewerkt: een procedure van slechts enkele minuten waarbij vlak voor de operatie alle patiëntgegevens en voorbereidingen nogmaals gecontroleerd worden. De Nederlandse ziekenhuizen dienen eind 2012 een geaccrediteerd VMS te hebben. Het UMC St Radboud is met een aantal thema’s al ver, zoals met het voorkomen van postoperatieve wondinfecties en lijnsepsis. Medicatieverificatie is een thema waar wij, net als andere ziekenhuizen, nog flink aan moeten trekken. Welke medicatie gebruikt een patiënt? En hoe gaat hij daarmee om? Essentiële informatie, die bij opname, overplaatsing of ontslag niet altijd bij alle betrokken zorgverleners bekend is. Dat kunnen we veranderen; door op de kwetsbare momenten medicatiegesprekken te voeren met de patiënt, actuele medicatieoverzichten op te stellen en alert te zijn op de overdracht daarvan (inclusief ontslagreceptuur) aan alle betrokken zorgverleners. Zorgmail en ZorgDomein zijn daarbij zeer waardevol en ook door deelname aan het CBO Doorbraak-project ‘Medicatieoverdracht bij spoedopnamen’ kan het aantal medicatiediscrepanties worden teruggedrongen. Een vervolgstap is dat de huisarts bij het project betrokken wordt, aangezien hij over belangrijke gegevens van de patiënt beschikt.
Hoogleraar infectieziekten Bart Jan Kullberg: “Wij houden ons bezig met de behandeling van patiënten met (verdenking op) infecties, van recidiverende erysipelas tot sepsis, maar ook met bijzondere problemen. Bij al deze activiteiten is het natuurlijk van het grootste belang dat wij goed bereikbaar zijn voor overleg.” De Infectielijn staat dagelijks open voor huisartsen en specialisten in de regio. Een infectioloog (of een infectioloog in de laatste fase van de opleiding) beantwoordt rechtstreeks alle vragen over patiënten met koorts of (de verdenking op) een infectie. Indien telefonisch advies onvoldoende blijkt, kan de patiënt vanzelfsprekend gezien worden op de polikliniek of de spoedeisende hulp. De Infectielijn is van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17.30 uur bereikbaar op telefoonnummer: 06-20 24 25 19. Buiten kantooruren neemt u via (024) 361 11 11 contact op met de dienstdoende internist-infectioloog.
Infectiologen UMCN
PATHOLOGIE Richtlijn cythopathologisch onderzoek gewijzigd Het humaan papilloma virus (HPV) kent hoog en laag risico-typen. De hoog risico-typen kunnen (voorstadia van) baarmoederhalskanker veroorzaken. Met deze wetenschap is de landelijke praktijkrichtlijn cytopathologisch onderzoek van de baarmoederhals gewijzigd. Huisartsen die een herhalingsuitstrijk aanvragen vanwege een afwijkende uitstrijk bij het bevolkingsonderzoek, kunnen daarbij een hrHPV-test laten uitvoeren. Dit heeft de Taakgroep Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie besloten. Een hrHPV-test wordt aangeraden bij een PAP II of PAP IIIauitslag. Het verzoek hierom kan worden ingediend via de aanvraagbrief voor de herhalingsuitstrijk. De uitslag van de test kan het herhalingsadvies beïnvloeden.
Tot het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van en in ons ziekenhuis behoort ook een degelijke registratie van klachten, knel- en verbeterpunten. Ik vraag u dan ook ons te informeren als u een kink in de kabel signaleert of een goed advies voor ons heeft. Laat het weten aan de betreffende afdeling/specialist, of ga naar www.umcn.nl, waar u ons uw ‘tips voor beter’ kunt aanreiken. Prof. dr. Melvin Samsom, Raad van Bestuur Van 27 september t/m 3 oktober vindt de Nationale Meldweek Patiëntveiligheid plaats. Kijk voor informatie op:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Judith Vedder: (024) 361 17 584 of Tiny Heijnen: (024) 361 10 294 van de afdeling Pathologie van het UMC St Radboud.
www.meldweek2010.nl.
2
ORTHOPEDIE
Sneldiagnostiekpoli verkort wachttijden Orthopedie is in juli gestart met een sneldiagnostiekpoli voor patiënte met een (relatief ) goede gezondheid. Dr. Jean Gardeniers, chef de policlinique, vertelt waarom de poli er moest komen en wie er terecht kunnen. Waarom een sneldiagnostiekpoli? “Het aantal mensen dat orthopedische hulp nodig heeft groeit, maar de beschikbare capaciteit schiet te kort. Veel patiënten kunnen pas na drie of vier maanden terecht voor een eerste consult en advies. Vervelend voor de patiënt, die kampt met pijn en beperkingen, en vervelend voor de huisarts, die zijn patiënt niet snel verder kan helpen.”
Voor wie is de poli bedoeld? “Sneldiagnostiek is er voor patiënten met heup-, knie-, schouder-, elleboog-, pols-, enkel- of voetklachten, zonder (of met weinig) comorbiditeit, van wie de huisarts vindt dat ze binnen 28 dagen gezien moeten worden voor diagnostiek en orthopedisch advies.”
Patiënten krijgen advies, en dan? “Na een bezoek aan de snelpoli krijgen patiënt en huisarts een eerste advies. Ongeveer 60 procent van de patiënten functioneert na een follow-up en conservatieve behandeling weer als vanouds. De overigen moeten een operatie ondergaan. We beschikken nu niet over de mensen en middelen om de wachttijd daarvoor te-
rug te brengen; in overleg met huisarts en verzekeraar beslist de patiënt of hij drie tot vier maanden wachten acceptabel vindt, of dat hij zich tot een ander ziekenhuis wendt.”
De snelpoli is een tussenoplossing. Wat is de oplossing voor de langere termijn? “We moeten vraag en aanbod met elkaar in overeenstemming zien te brengen. De snelpoli is een maatregel om erger te voorkomen. Het geeft al meer rust en meer zicht op de verhouding conservatieve versus operatieve behandeling.” U kunt uw patiënten verwijzen via ZorgDomein. Voor vragen of overleg belt u de huisartsenlijn: (024) 361 92 26.
PSYCHIATRIE
Mindfulness bij recidiverende depressie Eerste onderzoeksresultaten positief Tegen recidiverende depressies worden doorgaans twee behandelmethodes ingezet: cognitieve gedragstherapie of medicatie. Ook een combinatie daarvan is mogelijk. De afdeling Psychiatrie en het Han Fortmann Centrum voegen daar een derde aan toe: mindfulness. Lopend onderzoek laat inmiddels positieve resultaten zien. Een goed moment om die eerste uitkomsten te delen met huisartsen, vertelt hoogleraar Psychiatrie prof. dr. Anne Speckens. Mindfulness combineert meditatieoefeningen met cognitieve, gedragstherapeutische technieken. De methode leert mensen om ‘met aandacht aanwezig te zijn in het hier en nu’. Speckens: “We leren hen om de gedachte aan wat mis ging en nog mis kan gaan los te laten. We maken hen bewust van het moment zoals het nu is. De volgende stappen zijn acceptatie van je kwetsbaarheid voor depressie en verstandig leren omgaan met de situatie.”
Ingesleten patronen Speckens schetst het schuldgevoel van mensen met een depressie, hun teleurstelling en frustratie over dat wat niet meer kan en de (zelfopgelegde) druk om zo snel mogelijk weer normaal te functioneren. “Mensen veroordelen zichzelf om hoe ze zich voelen. Ze vinden dat ze zich aanstellen, dat ze zwak zijn, een last voor hun naasten. Die gedachten zijn begrijpelijk, maar niet per se waarheid of feit. Bovendien keren ze zich tegen je: wie te zeer zijn best doet of zich juist te veel terugtrekt, belemmert zijn herstel. Mindfulness helpt om deze vaak inge-
sleten patronen te doorbreken en om een nieuwe depressie in een vroegtijdig stadium te herkennen. Stilstaan bij hun ervaringen zorgt ervoor dat patiënten bewust de knop kunnen omzetten om erger te voorkomen.”
in vergelijking tot de gangbare behandelmethode. En dat mindfulness dezelfde resultaten toont als de inzet van anti-depressiva. Op dit moment worden mindfulness, medicatie en de combinatie van de twee in grootschalig onder-
De kans op een terugval bij mensen die drie of meer depressies doormaakten, halveert in vergelijking tot de gangbare behandelmethode.
Cursus De cursus Mindfulness beslaat acht weken. De wekelijkse bijeenkomsten van 2,5 uur worden ingevuld met meditatie, oefeningen en ervaringsuitwisseling met de trainer en medecursisten. De deelnemers krijgen bovendien huiswerkopdrachten mee. Zo leren ze hun gevoelens niet langer te ontlopen of ontkennen. En ervaren vervolgens bijvoorbeeld dat angsten niet altijd uitkomen, dat het toelaten van verdriet een opluchting kan zijn en dat onprettige ervaringen vaak van voorbijgaande aard zijn.
Onderzoek Uit het lopende onderzoek is inmiddels gebleken dat de kans op een terugval bij mensen die drie of meer depressies doormaakten, halveert 3
zoek met elkaar vergeleken. Wellicht dat de combinatie een nog beter resultaat oplevert dan de afzonderlijke behandelingen. Speckens: “Wij nodigen huisartsen van harte uit om patiënten met recidiverende depressie en patiënten die langdurig anti-depressieve medicatie slikken naar ons te verwijzen. Mindfulness is voor hen mogelijk een zeer goed alternatief of een aanvulling op de bestaande behandeling.” Doorverwijzen voor Mindfulness kan via ZorgDomein: Psychiatrie/Volwassenzorg/Angst en stemmingsstoornis/Mindfulness. Nadere informatie over het onderzoek vindt u op www.moment-onderzoek.nl. Of neem contact op met promovenda Marloes Huijbers via (024) 366 80 07 of
[email protected].
INTERVIEW
Huisarts en internist om tafel ‘Overleg, want huisarts is belangrijke informatiebron’ Het UMC St Radboud hecht veel waarde aan een goede communicatie en samenwerking tussen ziekenhuis en huisarts. Dat op dit terrein nog winst te behalen is, is bekend. Vandaar dat het UMC in 2009 het initiatief genomen heeft om Hagro’s in de regio te bezoeken. Adviseurs schuiven samen met een specialist aan tafel bij de huisartsengroepen voor een openhartig gesprek over succesfactoren en verbeterpunten. Afgelopen juni bezochten de Radboudafgevaardigden Hagro Centrum Oud-West (Medisch Centrum Oud-West en Gezondheidscentrum ’t Weeshuis) in Nijmegen. Hieronder een verslag, gebaseerd op de ervaringen van huisarts Eric van den Bergh en Lammy Elving, internist-diabetoloog en chef de policlinique Algemeen Interne Geneeskunde (AIG).
punt van aandacht voor ons.” Complicerende factor is dat AIG bestaat uit een aantal specialismen die zelfstandige afdelingen vormen, zoals Hematologie, Medische oncologie en Nierziekten. Overleg loopt overdag altijd via de specialistische afdeling waar de patiënt onder behandeling is, via het eigen spoednummer van die afdeling. Buiten kantooruren belt de huisarts de dienstdoende AIOS.
Lammy Elving
Bereikbaarheid
De huisarts als informatiebron
Zowel Van den Bergh als Elving spreken van een goede sfeer aan tafel. Er wordt in alle openheid gesproken, ook over zaken die verbetering behoeven, zoals de bereikbaarheid van specialisten voor verwijsadvies. Elving: “AIG heeft een vast nummer voor huisartsen voor (spoed)verwijzingen - ook voor SEH - en voor vragen of overleg. Tijdens kantooruren bemant een vast staflid dit nummer, buiten kantooruren overlegt de huisarts met de dienstdoende AIOS. Verder zijn al onze stafleden op hun eigen sein bereikbaar voor overleg over hun eigen patiënten. Maar dan moet de naam van de arts natuurlijk wel bekend zijn en dat is niet altijd het geval. Ik kan me de frustratie van de huisarts voorstellen als hij dringend wil overleggen, maar de juiste persoon niet te pakken krijgt. Het is en blijft een belangrijk
Dan de informatieoverdracht van specialist naar huisarts. “Bij een ernstige diagnose of zware complicatie bij een van mijn patiënten, wil ik snel ingelicht worden. Maar dat telefoontje wordt wel eens vergeten”, vertelt Van den Bergh. Elving reageert: “De huisartsen behoren hierover inderdaad direct op de hoogte gebracht te worden. Negen van de tien keer gebeurt dat, maar in de hectiek van het moment schiet het er soms bij in. Meer dan vervelend; het mag niet gebeuren. Daar hameren we constant op.” Ook hun betrokkenheid bij bepaalde aspecten van de besluitvorming staat op de agenda van de huisartsen. Van den Bergh: “Wordt een patiënt van de ene naar de andere specialist verwezen, dan willen we daarin gekend worden. En ook als een patiënt ontslagen wordt, willen we dat meteen weten. Huisartsen 4
vormen een belangrijke informatiebron voor specialisten en assistenten, maar daarvan is nog niet iedereen doordrongen.” Op de poli stimuleert Elving de AIOS veel met de huisartsen te overleggen. Bijvoorbeeld bij onduidelijkheid over een verwijzing of wanneer een belangrijke diagnose is gesteld. “Zo leren zij samen met de verwijzers een beleid uit te stippelen.”
De gang naar het Radboud Over hun verwijsbrieven willen de huisartsen weten: worden ze wel gelezen? Van den Bergh: “Het komt voor dat niet al onze vragen beantwoord worden en dat het gevraagde onderzoek niet wordt uitgevoerd.” Elving licht de gang van zaken bij AIG toe: “In de brief die wij terugsturen moeten wij de vraag van de huisarts beantwoorden en toelichten waarom een bepaald onderzoek eventueel niet gedaan is. Heel vanzelfsprekend, maar ook hier geldt: ondanks dat het een punt van aandacht is, blijkt het erg lastig alles perfect rond te krijgen.” Elving voegt daar nog aan toe: “De polikliniek AIG ontvangt patiënten met internistische aandoeningen in de breedste zin. Alle onze specialisten zijn in de eerste plaats algemeen internist. Daarnaast hebben ze een aandachtsgebied, bijvoorbeeld vasculaire geneeskunde, diabetes mellitus of infectieziekten, waaronder tropische ziekten en HIV. Alle verwijsbrieven die binnenkomen, worden door mij gelezen en verdeeld over de diverse spreekuren. De huisarts kan in zijn brief een termijn aangeven waarbinnen een patiënt moet worden gezien; daar houd ik rekening mee. Wij streven ernaar alle patiënten binnen twee weken te zien.” Het UMC St Radboud staat niet bij alle huisartsen bovenaan de verwijslijst, weet Elving. “Huisartsen waarderen het CWZ om de korte lijnen en kleine teams. Dat hebben wij nu eenmaal niet, maar we kunnen wel de drempels verlagen, onder andere door meer en beter overleg. In combinatie met bijvoorbeeld een open dialoog als deze, verwacht ik dat meer huisartsen de gang naar het Radboud zullen maken.”
Open Van den Bergh weet dat de kritiek die hij en zijn collega’s geuit hebben niet uit de lucht is komen vallen. “Deze onderwerpen zijn al vaker besproken en een aantal afdelingen heeft de afgelopen tijd aardig wat verbetering geboekt. Noodzakelijk, want een goede samenwerking is essentieel voor hoogwaardige patiëntenzorg.” Hij vervolgt: “De vertegenwoordigers van het UMC stonden open voor onze ideeën en grieven, maar dat zijn
HEELKUNDE
Dwars door de pijn heen bij CRPS-I
Eric van den Bergh
dan ook mensen met oog voor communicatie. Degenen met wie het contact moeizamer verloopt, zijn in de regel minder goed bereikof benaderbaar. Ik vraag me af in hoeverre de bevindingen uit een gesprek als dit hun weg vinden naar de honderden andere artsen en medewerkers van het Radboud. Hoe raken zij overtuigd van het belang van een betere communicatie met de huisartsen?”
‘Leren om samen een beleid uit te stippelen’ Om de dialoog gaande te houden nodigt het UMC St Radboud Hagro’s uit voor een (tegen)bezoek. Huisartsengroepen die een kijkje in de keuken van het Radboud willen nemen of in de eigen Hagro met het Radboud om tafel willen, kunnen dit melden bij Wim van der Meer, secretaris van de Commissie Transmurale Samenwerking (CTS):
[email protected] of (024) 361 07 25.
Patiënten met CRPS-I (Complex Regionaal Pijn Syndroom, type I) kunnen in het UMC St Radboud in onderzoeksverband een PEPT-behandeling ondergaan. Deze Pain Exposure Physical Therapy zet primair in op functieherstel van de aangedane ledematen en pas in tweede instantie op vermindering van de pijn; een aanpak die haaks staat op de behandeling volgens de landelijke CBOrichtlijn. Chirurg dr. Jan Paul Frölke (Heelkunde) verwacht er veel van. “De CBO-behandeling van posttraumatische dystrofie is symptoomgericht. Het streven is vermindering van pijn door inzet van medicijnen, immobilisatie, fysiotherapie binnen de pijngrens en eventueel psychologische begeleiding. Functieherstel is secundair. Bij de PEPT-behandeling gaan we dwars door de pijn heen. We stimuleren de pijnlijke ledematen om het gebruik van arm, hand, voet of been weer mogelijk te maken. Daarna is de pijn aan de beurt. CRPS-I is lange tijd beschouwd als een uit de hand gelopen ontstekingsreactie. Nu gaan we ervan uit dat de pijnklachten voortkomen uit een verkeerde aansturing door de cerebrale cortex. Die pakken we aan.”
Uitgangspunt: bewegen Elke vrijdag houdt een multidisciplinair team van traumachirurg, revalidatiearts, fysiotherapeut en research-verpleegkundige CRPS-I poli. De aandoening mag dan slecht begrepen zijn, het stellen van de diagnose (op louter positieve criteria) is tegenwoordig eenduidig. Patiënten bij wie CRPS-I wordt vastgesteld, worden uitgenodigd deel te nemen aan een gerandomiseerd onderzoek (PEPTOC) waarbij een derde van de deelnemers wordt behandeld volgens de CBO-richtlijn en twee derde een 5
PEPT-behandeling krijgt. Voor een CBO-behandeling staan gemiddeld 25 consulten op jaarbasis. Een PEPTbehandeling vereist een gemiddelde van vijf sessies van drie kwartier binnen een half jaar, plus dagelijkse oefeningen thuis. Frölke: “Een droomscenario, maar de resultaten tot nog toe liegen er niet om. Bewegen voorkomt uitval van functie. We zien hier werkelijk mensen uit hun rolstoel stappen. We verkeren nog in de onderzoeksfase, maar ik heb stellig de indruk dat PEPT veel leed kan voorkomen. CRPS-I hoeft geen chronische aandoening te worden.”
Een vermoeden van CRPS-I? Het PEPTOC-onderzoek, gesubsidieerd door ZonMw, loopt nog twee tot drie jaar. Om evidence based uitspraken te kunnen doen, zijn 85 deelnemende patiënten vereist. De teller staat op 31. Huisartsen die een vermoeden hebben van CRPS-I bij een patiënt, kunnen verwijzen via ZorgDomein. Patiënten die niet aan het onderzoek willen deelnemen krijgen in overleg een CBO- of PEPT-behandeling. Voor meer informatie: dr. J.P. Frölke of research-verpleegkundige Tjarda Tromp: (024) 361 38 71,
[email protected].
UROLOGIE
Prostaatpoli: specialistisch en multidisciplinair
worden voor cryo-behandelingen. Mulders: “Daarnaast hebben we een geïntensiveerde vorm van brachytherapie ontwikkeld om nog gerichter te bestralen. Als een operatie noodzakelijk is, maken we mede op basis van de MRI-resultaten een keuze: een uitgebreide, conventionele ingreep of een kijkoperatie met robottechniek.”
Hormoonmedicatie Mannen die niet meer voor een ingreep in aanmerking komen, krijgen een hormoonbehandeling. “Voor het eerst in meer dan 50 jaar zijn er nieuwe medicijnen op komst”, vertelt Mulders. “In de kliniek testen we tot het eind van het jaar nieuwe hormoonmedicatie: Abiraterone acetaat, een CYP17blokkeerder die in vroegere fase omzetting van cholesterol naar testosteron blokkeert en MDV 3100, een anti-androgeen dat 70 keer efficiënter is dan de anti-androgenen die we tot nu toe kenden.”
Peter Mulders: “De PCA3-marker is uniek in de wereld.”
Met de ontwikkeling van specifiekere markers, de inzet van MRI, cryo-behandelingen, hoogintensiteit-radiotherapie, vergevorderd onderzoek naar de allernieuwste hormoonmedicatie en moderne operatietechnieken, waaronder de Da Vinci-robot, maakt de Prostaatpoli een grote stap voorwaarts. De afdeling Urologie diagnosticeert en behandelt er mannen die (mogelijk) lijden aan prostaatkanker. De prostaatpoli is onderdeel van het Radboud Universitair Centrum voor Oncologie (RUCO). “Ons multidisciplinaire team kan patiënten nu sneller en preciezer vertellen waar ze aan toe zijn en bovendien de behandeling heel gericht bepalen”, vertelt prof. dr. Peter Mulders, medisch afdelingshoofd Urologie van het UMC St Radboud. “Urologie werkt daarvoor samen met Medische Oncologie, Radiologie, Radiotherapie, Pathologie en met de onderzoekers van Experimentele Urologie.”
Specifieke marker De samenwerking werpt zijn vruchten af, stelt Mulders. Als voorbeeld noemt hij de
PCA3-marker, die nog uniek is in de wereld. “Dit is een prostaatkankermarker, in tegenstelling tot de niet-kankerspecifieke marker PSA die tot nu werd gebruikt. De PCA3-waardes zijn veel specifieker, wat vaak onnodige onrust voorkomt bij patiënten.”
Voor aanvullende diagnostiek, markeronderzoek en behandeladvies verwijst u uw patiënten via ZorgDomein naar de prostaatpoli in Nijmegen of Boxmeer. Beide poliklinieken bieden een fast trackprogramma: snel het juiste advies en start van de meest geschikte behandelingsoptie, ofwel in het Radboud ofwel in het ‘eigen’ ziekenhuis van de patiënt. Voor informatie en overleg kunt u contact opnemen met de oncologieverpleegkundige: (024) 361 54 15.
MRI, bestraling en operatie De samenwerkende specialismen maken ook gebruik van andere moderne diagnostiek. De radiologen Barentsz en Fütterer genieten wereldfaam op het gebied van prostaat MRI-imaging. Met deze techniek bepalen zij standaard de uitgebreidheid van de prostaattumor; MRI kan bovendien ook ingezet
TRANSFERPUNT ZORG Risicovolle voorbehouden handelingen
AWBZ of zorgverzekeringswet? Sinds 1 januari van dit jaar valt een aantal (risicovolle en/of voorbehouden) verpleegtechnische handelingen niet langer onder de AWBZ, maar onder de Zorgverzekeringswet. Nog niet alle huisartsen zijn zich hiervan bewust, zo blijkt uit reacties die het Transferpunt Zorg ontvangt. De nieuwe regeling betreft handelingen waarvoor de specialist de verantwoordelijkheid overdraagt aan de huisarts nadat de patiënt het ziekenhuis heeft verlaten. Daaronder vallen bijvoorbeeld urologische zorg als het wisselen van katheters, maar ook
injectiezorg, vormen van wondzorg en compressief zwachtelen.
AWBZ onder voorwaarden Risicovolle en/of voorbehouden verpleegtechnische handelingen worden alleen nog 6
door de AWBZ gefinancierd als zij dagelijks dienen te worden uitgevoerd of als patiënten beperkt zijn in hun mobiliteit en de huisarts niet zelfstandig kunnen bezoeken.
Zorgverzekeringswet Patiënten die deze zorg niet dagelijks nodig hebben - en zelfstandig mobiel zijn - vallen voortaan onder de huisartsenzorg (zorgverzekeringswet). Dat betekent dat de huisarts de (be)handeling dient uit te voeren en/of te coördineren en daarbij de eindverantwoordelijkheid houdt. Huisartsen die ervoor kiezen de zorg uit handen te geven, ontvangen daarvoor een factuur van de uitvoerende (thuiszorg)organisatie.
OOGHEELKUNDE
Oogheelkunde wil huisartsverwijzing mogelijk maken De afdeling Oogheelkunde van het UMC St Radboud accepteert van oudsher nauwelijks doorverwijzingen van huisartsen. Plaatsvervangend hoofd en chef de policlinique Jeroen Klevering licht toe waarom dat zo is en hoe zijn afdeling streeft naar een keerpunt in deze ongewenste ‘traditie’. Het moet frustrerend zijn voor huisartsen in de regio Nijmegen: een academisch ziekenhuis in de buurt, maar geen mogelijkheid tot doorverwijzen. Klevering is er duidelijk over: “Wij vinden die situatie zelf ook uitermate onwenselijk en doen ons uiterste best om extra oogartsen aan te trekken. Onze afdeling wil graag stevig verankerd zijn in de regio en is voor haar opleidingsbeleid bovendien afhankelijk van huisartsverwijzingen van minder-complexe patiënten.”
Uitbreiding formatie Op dit moment is er nog onvoldoende personele capaciteit om andere dan tertiaire verwijzingen te accepteren, maar Oogheelkunde werft intensief om formatie-uitbreiding te realiseren. Kleve-
ring: “We zijn op de goede weg: één vacature is per 1 januari 2011 vervuld, twee andere staan nog open. Zodra ook die zijn ingevuld, heeft de afdeling de ruimte om rechtstreeks via huisartsen patiënten en verzoeken tot second opinions aan te nemen.” Omdat het bijzonder lastig is om academische vacatures ingevuld te krijgen, kan Klevering geen inschatting maken van de termijn waarop eerstelijnsverwijzingen mogelijk worden. “Vanzelfsprekend informeren wij de ons omringende huisartsen onmiddellijk als het zover is.” Voor nadere informatie neemt u contact op met het stafsecretariaat Oogheelkunde: (024) 361 44 48 of e-mail
[email protected].
PSYCHIATRIE
Tornadopoli traint huisartsen online Jeugdige ADHD-patiënt pakt de winst Nauwe samenwerking met de huisartsen: dat is de insteek van de Tornadopoli, waar kinderen met ongecompliceerde ADHD worden behandeld. “Met een online nascholing versterken we de rol van de huisarts aanzienlijk”, vertelt kinderpsychiater Mijnke Janssen. Kinderen met ongecompliceerde ADHD komen in aanmerking voor eendagsdiagnostiek op de Tornadopoli van Karakter. Janssen: “Na de diagnose willen we de zorg delen. De ouderbegeleiding met uitleg over ADHD en tips bij het opvoeden komt voor rekening van Tornado; de instelling en controle van medicatie ligt bij voorkeur bij de huisartsen. Zo voorkomen we over- en onderbehandeling en kunnen we samen de wachttijden binnen kinderpsychiatrie terugdringen.”
nascholing en daagt tegelijkertijd uit tot innovatie.” De training bestaat uit een mix van geschreven en gesproken tekst en videobeelden. Janssen: “Deze geaccrediteerde scholing kost huisartsen ongeveer een uur van hun tijd. Ze kunnen hem volgen waar en wanneer ze willen, zolang ze maar toegang tot internet hebben. Huisartsen hoeven er bovendien pas tijd voor vrij te maken als de diagnose van Karakter daar daadwerkelijk aanleiding toe geeft.”
Online nascholing
Gedeelde zorg, betere zorg?
“Niet alleen Karakter, ook de huisartsen bestempelen de wachttijden als storend in de behandeling van jeugdige ADHD-patiënten”, vertelt Janssen. “Ze geven echter ook aan zich ‘onvoldoende competent’ te voelen om de medicatiebegeleiding van deze patiëntengroep op zich te nemen. De online nascholing die we samen met Eerstelijnsgeneeskunde ontwikkelden, brengt daar hopelijk verandering in. De training sluit aan bij de dagelijkse praktijk van huisartsen, is makkelijker in te passen dan een reguliere
De online training geeft huisartsen de benodigde kennis en kunde, verwacht Janssen. “Zij kunnen daardoor een prominentere rol spelen in de behandeling van ongecompliceerde ADHD bij kinderen; de inzet van de kinderpsychiater is dan voor deze groep niet (vaak) meer nodig. Maar natuurlijk zijn we wel altijd bereikbaar voor overleg.” Implementatie-onderzoek van Janssen moet aantonen of de online training en de daaruit voortvloeiende gerichtere samenwerking inderdaad leiden tot de verwachte kwalita7
tieve en kosteneffectieve verbeteringen voor kind, gezin, huisarts en specialist. Huisartsen uit de regio Nijmegen/Zetten/Tiel die ADHD-patiëntjes willen doorverwijzen naar de Tornadopoli kunnen contact opnemen met de aanmeldcoördinator via (024) 351 22 22. Meer informatie over de Tornadopoli en de online training: www.karakter.com/tornadopoli. Verwijzen kan ook via ZorgDomein. De Tornadopoli maakt onderdeel uit van Karakter, Universitair Cluster Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Op deze poli vindt eendagsdiagnostiek plaats van kinderen met een ongecompliceerde vorm van ADHD. Nauwe samenwerking met huisartsen uit de regio zorgt voor betere zorg en kortere wachtlijsten. Een nieuwe online nascholing ondersteunt medebehandelend huisartsen in de regio Nijmegen en omstreken. In de toekomst wordt deze ook geïntroduceerd in de regio Tiel-Zetten
PAOG-HEYENDAEL
Geaccrediteerde bij- en nascholing voor huisartsen • 15 oktober - Prof. dr. H.J. Sluiter Studieconferentie COPD en astma Studiedag voor derdejaars huisartsen in opleiding.
• 22 september 2010 t/m 11 mei 2011 - Bijzondere Bekwaamheid Oogheelkunde Huisartsen Het College voor Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden (CHBB) heeft deze cursus erkend. Huisartsen die de cursus met goed gevolg afsluiten, kunnen zich inschrijven in het CHBB-register Oogheelkunde.
• 25 oktober - Avondcyclus Jeugdgezondheidszorg: Slaap en slaapstoornissen bij kinderen en jongvolwassenen • 4 november - Luisteren, kijken en praten: communicatieproblemen bij kinderen Symposium voor artsen maatschappij en gezondheid 0-19 jaar, artsen voor verstandelijk gehandicapten (AVG), huisartsen en kinderartsen.
• 27 september - Avondcyclus Jeugdgezondheidszorg: Hoogbegaafdheid • 1 oktober - Radboud Masterclasses 2010: Andere media, andere gezondheidszorg? Jaarlijkse geaccrediteerde alumnidag van het UMC St Radboud.
• 25 november - Medisch-historische Club D. de Moulin: Zelfdoding
• 11 oktober - Borderline in de huisartsenpraktijk Een borderlinepatiënt kan impact hebben op de gehele huisartsenpraktijk. Niet alleen de crisis waarin de patiënt verkeert, ook de vele telefoontjes en het onderhandelen over medicatie vragen veel aandacht. PAOG-Heyendael en de Zorglijn Persoonlijkheidstoornissen (Psychiatrie UMC St Radboud) organiseren een gratis scholingsavond rondom deze problematiek; voor doktersassistenten, huisartsen en praktijkondersteuners. Accreditatie: 2 punten.
• 29 november - Avondcyclus Jeugdgezondheidszorg: Scoliose • 8 december - De inzet van de praktijkondersteuner bij de behandeling van urine-incontinentie Trainingscursus voor de praktijkondersteuner. Ontwikkeld door Toine Lagro en Doreth Teunissen, afdeling Eerstelijnsgezondheidszorg/Vrouwenstudies Medische Wetenschappen. Kijk voor meer informatie op:
www.paogheyendael.nl
Meer huisartsinformatie vindt u via www.umcn.nl\huisarts. Maak een snelkoppeling op het bureaublad van uw computer of neem de link op in uw favorietenlijst.
BENOEMINGEN Dr. Frank Vandenbussche is per 16 maart 2010 benoemd tot hoogleraar Verloskunde aan het UMC St Radboud, met speciale aandacht voor Foetale Geneeskunde. Het landelijke rapport ‘Een goed begin’ van de stuurgroep Zwangerschap en Geboorte staat hoog op zijn agenda. Vandenbussche krijgt tevens de leiding over een foetale therapie-eenheid waar intrauteriene behandelingen plaatsvinden bij ongeboren kinderen met bloedarmoede en bij gecompliceerde tweelingzwangerschappen. In dit centrum zal ook onderzoek worden verricht naar andere ziektebeelden en behandelingen bij ongeboren kinderen.
AGENDA Dr. Hans de Wilt, benoemd tot hoogleraar Oncologische Zorg, sprak op 17 juni jl. zijn oratie uit. Daarin stelde hij dat hoogcomplexe operaties bij kankerpatiënten moeten worden geconcentreerd in een beperkt aantal gespecialiseerde centra. Als voorbeeld van zo’n aanpak noemde hij het Slokdarm Centrum Oost Nederland (SCON), een samenwerkingsverband van UMC St Radboud en CWZ. Dankzij centralisatie is de overleving van slokdarmpatiënten een jaar na de operatie met maar liefst 15 procent gestegen, zo lieten dr. Han Bonenkamp (UMCN) en dr. Camiel Rosman (CWZ) onlangs weten.
• 27 oktober: Zuidelijke Eerstelijnsdag, 10.30-20.00 uur, Beursgebouw Eindhoven Gratis vakdag voor onder meer huisartsen (in opleiding), doktersassistenten, fysiotherapeuten, apothekers, eerstelijns GGZ-medewerkers en nurse practitioners. Het UMC St Radboud verzorgt zes workshops. Voor alle relevante beroepsgroepen is accreditatie aangevraagd voor een beursbezoek. Info en inchrijven: www.eerstelijnsdag.nl • 3 februari 2011: RUCO-symposium voor huisartsen, 16:00-21:00 uur, Nijmegen
colofon Radboud actueel wordt vier keer per jaar namens alle afdelingen van het UMC St Radboud gratis verspreid onder huisartsen. Redactieraad Mirjam Claessens, Willem van Gerwen, Wim van der Meer, Carel Veldhoven, Maureen van der Vlugt Redactie Ingeborg Hakstege/Ipscript Tekst & Web, tekst@Jolanda van den Braak Fotografie Frank Muller, UMC St Radboud, stock.xchng Cartoon Drew, VOF karikaturen-online.nl Vormgeving Puntkomma Nijmegen Druk Thieme MediaCenter, Rotterdam. Oplage: 5.500 Redactieadres UMC St Radboud, t.a.v. Radboud actueel, Huispost 528, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen,
[email protected] Abonnementenregistratie en aanmelding digitale nieuwsbrief
[email protected] www.umcn.nl/professional/huisarts Radboud actueel online lezen? Ga naar www.umcn.nl ➔ informatie voor verwijzers ➔ huisarts ➔ Radboud actueel. 8