ZORG
1
KIM A L B E RT
Inleiding Voor u ligt de eerste uitgave van een juridische nieuwsbrief voor de Zorg-branche. Voor deze nieuwsbrief hebben wij een selectie gemaakt uit het juridisch nieuws en jurisprudentie die relevant is voor de Zorg. Daar waar mogelijk geven wij tips. Wij gaan deze nieuwsbrief een paar keer per jaar uitbrengen. De bijdragen in deze nieuwsbrief worden verzorgd door advocaten van Bogaerts & Groenen advocaten die deel uitmaken van de branchegroep Zorg. Dit zijn advocaten die onder andere werkzaamheden verrichten voor zorginstellingen. Werkzaamheden op alle juridische aspecten waar een zorginstelling mee te maken kan krijgen zoals: arbeidsrecht, ondernemingsrecht, vastgoed, bestuursrecht, intellectueel eigendomsrecht e.d. Wij hebben een lange ervaring met het werken voor diverse zorginstellingen. Vaak gevestigd in Noord-Brabant, maar soms ook daarbuiten. De ervaring leert dat zorginstellingen graag kennis delen. Bij een dergelijke ambitie hoort ook een zakelijke dienstverlener die eenzelfde ambitie heeft. Die ambitie hebben wij. Mocht u zich afvragen op welke wijze wij kennis kunnen delen en wat wij voor elkaar kunnen betekenen, of mocht u vragen hebben naar aanleiding van deze nieuwsbrief, dan nodigen wij u van harte uit om contact met ons op te nemen.
de arbeidsovereenkomst. Bij verlenging dient aan de werknemer uiterlijk één maand van tevoren medegedeeld te worden onder welke voorwaarden de arbeidsovereenkomst wordt voorgezet.
Lawrence van Woensel Kim Albert
Concurrentiebeding Een concurrentiebeding [daaronder ook relatiebeding verstaan] is in principe slechts toegestaan in een contract voor onbepaalde tijd. Slechts wanneer er een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang is en dit zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelang gemotiveerd wordt weergegeven in de arbeidsovereenkomst, is het mogelijk om een concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op te nemen.
Het arbeidsrecht is ingrijpend veranderd! Door de Wet Werk en Zekerheid [WWZ] is het arbeidsrecht veranderd. Onderstaand volgt een opsomming van de veranderingen die ook in de Zorg van belang zijn: Veranderingen per 1 januari 2015
Tip: zorg ervoor dat in de agenda een attendering staat, ongeveer één week voordat uiterlijk aangezegd moet worden, dan wel dat de aanzegging in de arbeidsovereenkomst wordt opgenomen. Proeftijd Een proeftijd is niet langer toegestaan bij arbeidsovereenkomsten van zes maanden of korter. Het is dus ook niet toegestaan bij een arbeidsovereenkomst van precies zes maanden. Inhoudelijk wijzigt de proeftijd niet. Tip: werk met een eerste arbeidsovereenkomst van zeven of acht maanden wanneer u gebruikt wilt maken van een proeftijdbeding. Dat is tegelijkertijd verstandig met het oog op de ketenregeling [hierover hieronder meer].
Tip: vertrouw niet te veel op uw bestaande concurrentiebeding van vóór 1 januari 2015, de rechter gaat dit veel strenger toetsen dan nu. Als de werknemer u echt “schade” kan berokkenen, ga dan een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan.
juli 2 01 5
Aanzegtermijn Bij het aflopen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst van zes maanden of langer moet uiterlijk één maand voor de einddatum schriftelijk aan de werknemer “aangezegd” worden of de arbeidsovereenkomst wel of niet wordt voortgezet. Zegt een werkgever niet aan, dan is de werkgever een boete verschuldigd van maximaal één maandsalaris, naar rato van hoeveel te laat de aanzegging plaatsvindt. Deze aanzegverplichting geldt ook bij verlenging van
L AWR E NCE VA N WO E NSE L
1
ZORG
Veranderingen per 1 juli 2015
L AWR E NCE VA N WO E NSE L
Route kantonrechter of UWV Tot 1 juli 2015 was de werkgever vrij in de keuze tussen het UWV en de kantonrechter. Vanaf 1 juli 2015 is de ontslagroute afhankelijk van de ontslaggrond. De werkgever heeft dus nog wel zelf een keuze, maar de keuze voor een ontslaggrond brengt wel een verplichte procesgang met zich mee. UWV
KANTONRECHTER
• Bedrijfseconomische redenen • Langdurige arbeidsongeschiktheid
• Veelvuldig ziekteverzuim • Ongeschiktheid van de werknemer anders dan ten gevolge van ziekte of gebreken • Verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer • Werkweigering • Verstoorde arbeidsverhouding • Overige niet genoemde omstandigheden
Tip: - Zorg voor voldoende dossieropbouw! Dat wordt nog belangrijker dan in het verleden. - Een goed onderbouwd dossier is na 1 juli 2015 veel belangrijker dan nu het geval is, dit aangezien de transitievergoeding veel lager uitvalt dan de kantonrechtersformule, waardoor de kans groot is dat de kantonrechter de verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst afwijst [temeer omdat ook de duur van de WW-uitkering verkort zal worden]. Transitievergoeding Vanaf 1 juli 2015 is de transitievergoeding verschuldigd, ongeacht de ontslagroute [kantonrechter of UWV]. De transitievergoeding is voor veel werknemers substantieel lager dan de kantonrechtersformule. Daar staat tegenover dat een goed onderbouwd dossier nodig is voor beëindiging van het dienstverband. Transitievergoeding is verschuldigd voor arbeidsovereenkomsten van twee jaar of langer [dus ook arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd]. Transitievergoeding is ook verschuldigd na afloop van het dienstverband van een arbeidsongeschikte werknemer, ook in het geval dat twee jaar loon door is betaald bij ziekte.
2
De transitievergoeding is over de eerste 120 maanden van de arbeidsovereenkomst gelijk aan 1/6 van het loon per maand voor elke periode van zes maanden dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd. Dat wil zeggen 1/3 maandsalaris per dienstjaar gedurende de eerste 10 jaren van de arbeidsovereenkomst. Vanaf 10 jaar geldt dat een half maandsalaris per dienstjaar betaald zal moeten worden. De transitievergoeding is gemaximeerd op € 75.000,--, of een bedrag gelijk aan ten hoogste een jaarsalaris, indien dat jaarsalaris hoger is dan € 75.000,--. Er zijn afwijkingen van deze hoofdregel voor oudere werknemers en voor kleine werkgevers. Daarnaast mag in een cao een alternatieve regeling overeengekomen worden. De transitievergoeding is gemakkelijk te berekenen met de ontslagapp [in de Apple appstore] van de Vereniging van Arbeidsrecht Advocaten Nederland [VAAN]. De ketenregeling De huidige ketenregeling [tot 1 juli 2015] kenmerkte zich door de rekensom 3 x 3 x 3. Dat houdt in dat gedurende 3 jaar maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar mogen opvolgen met een maximale tussenliggende periode van 3 maanden, voordat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bestaat. De nieuwe ketenregeling wordt 2 x 3 x 6. Dat houdt vanaf 1 juli 2015 in dat gedurende 2 jaar maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mogen worden afgesloten, met tussenposes van maximaal zes maanden, voordat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zal ontstaan. Bij cao kan van deze regeling worden afgeweken, maar dat is een stuk beperkter dan voor 1 juli 2015 het geval was. Tip: Gelet op de ketenregel kan het verstandig zijn om te werken met twee arbeidsovereenkomsten van acht maanden en een arbeidsovereenkomst van zeven maanden [met proeftijd], zodat na 23 maanden de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt, zonder dat daarbij een transitievergoeding is verschuldigd en ook nog geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. Bent u voorbereid? Lawrence van Woensel
TIM D E KL E R CK
Nul-urencontracten, de zorg en de Wet Werk en Zekerheid Bij veel zorginstellingen doet het hardnekkige gerucht de ronde dat nul-urencontracten door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid niet langer zijn toegestaan. Dit gerucht is niet juist, voor nulurencontracten [en ook voor de aanverwante oproepcontracten] verandert er in feite weinig. Uitsluiten loondoorbetalingsplicht
is daar in meegegaan en derhalve zal in de zorg niet meer kunnen worden uitgesloten dat de eerste zes maanden de werkgever het loon van de werknemer moet blijven doorbetalen. Het is van belang om met bovenstaande in het achterhoofd de arbeidsovereenkomsten waarmee u werkt goed tegen het licht te houden. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u uiteraard contact opnemen met ons kantoor. Tim de Klerck
Wat verandert er dan wel voor de zorg, vraagt u zich wellicht af. Een werkgever heeft op basis van de wet de mogelijkheid om voor de eerste zes maanden van een arbeidsovereenkomst de loondoorbetalingsverplichting die op een werkgever rust uit te sluiten, voor gevallen waarin er niet wordt gewerkt wegens omstandigheden die naar redelijkheid en billijkheid voor rekening en risico van de werkgever komen. Zonder een dergelijke bepaling in de arbeidsovereenkomst moet de werkgever in dergelijke gevallen de werknemer zijn loon op de gebruikelijke wijze blijven betalen, ook al werkt de werknemer niet. Tot en met 1 januari 2015 was het mogelijk om bij CAO te bepalen dat onbeperkt gebruik kan worden gemaakt van de wettelijke mogelijkheid om de loondoorbetalingsverplichting uit te blijven sluiten. Aan die laatste mogelijkheid wordt door de Wet Werk en Zekerheid een einde gemaakt. De verlenging van de periode van zes maanden is alleen nog maar mogelijk voor specifieke functies, mits die werkzaamheden incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang hebben. In de zorg is met name van belang dat de mogelijkheid om de loondoorbetalingsverplichting voor de werkgever in de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst uit te sluiten, voor de zorg wordt uitgesloten. De Stichting van de Arbeid heeft het kabinet verzocht om de mogelijkheid van uitsluiting van de loondoorbetalingsverplichting voor de zorg volledig te verbieden. Het kabinet
Herbezinning op Zorgvastgoed De zorg verandert in een hoog tempo. Niet alleen door bezuinigingen, eigen verantwoordelijkheid van burgers, maar ook door de herverdeling van taken en bevoegdheden. Denk aan de WMO, de Wet Langdurige Zorg en de Jeugdwet, maar ook aan veranderingen in de financiering van langdurige zorg [extramuralisatie] waarbij de bekostiging van de zorg gesplitst wordt van het wonen, waardoor de publieke middelen alleen nog voor zorg ingezet worden. Een en ander leidt in de praktijk tot problemen, onder andere op het gebied van huurbescherming. Vaak is een zorginstelling eigenaar van een tehuis en levert zij naast woonruimte ook zorg door middel van een gecombineerde huur- en zorgovereenkomst of door twee aparte overeenkomsten die dan op elkaar afgestemd worden. Het komt ook voor dat woningcoöperaties het vastgoed in eigendom hebben en verhuren aan de zorginstelling of rechtstreeks aan de zorgvrager. De zorg wordt dan afzonderlijk geleverd door de zorginstelling. In het eerste geval wordt vaak een samenwerkingsovereenkomst tussen de woningcoöperatie en de zorginstelling gesloten [waarin ook een koppeling met de zorg gelegd wordt] en in het tweede geval wordt tussen de zorginstelling en de zorgvrager een onderhuurovereenkomst en een zorgovereenkomst gesloten. Daarbij kunnen zich allerlei verwikkelingen voordoen bijvoorbeeld over de vraag of de huur ook eindigt in het geval de zorg beëindigd wordt [denk aan huurbescherming] en in de afstemming tussen de hoofdhuur- en de onderhuurovereenkomst. Daarbij speelt voor wat betreft de koppeling tussen huur- en zorgovereenkomsten ook dat in het Burgerlijk Wetboek bepaald is dat indien een overeenkomst gemengd van aard is [dus zowel zorg als huur] de huur [beschermings]bepalingen van de wet op de gehele overeenkomst van toepassing kunnen zijn. Bij de contractsvorming dient dus op een en ander extra gelet te worden.
3
KIM A L B E RT
ZORG
De hiervoor genoemde [maatschappelijke en wettelijke] ontwikkelingen kunnen er ook toe leiden dat bestaand vastgoed niet meer voor gebruik geschikt is en afgestoten of herbestemd dient te worden. Problematische financiering speelt daarbij steeds vaker een rol. Herbestemming kan uiteindelijk ook leiden tot lagere exploitatiekosten en biedt de mogelijkheid om organisatorische processen opnieuw in te richten. Niet alleen facilitair, maar ook qua zorg. Vaak gaat aan een dergelijke herbestemming een langdurig vergunningtraject vooraf. Indien de herbestemming past binnen de maatschappelijke- of zorgbestemming op grond van het bestemmingsplan, zal in de regel volstaan kunnen worden met een verkorte procedure, maar er zal een uitgebreidere procedure gevolgd moeten worden in het geval dat de bestemming gewijzigd dient te worden of de bouwvoorschriften moeten worden aangepast. Per 1 november 2014 worden dergelijke processen beter gefaciliteerd door de wijziging van het Besluit Omgevingsrecht waardoor met een kortere procedure ontheffing van het bestemmingsplan verleend kan worden voor met dat plan strijdig gebruik van gronden of bouwwerken voor de duur van ten hoogste tien jaar. Deze periode is vaak voldoende om tijdelijk een andere bestemming aan het object te geven als een aanloop naar een meer structurele herbestemming van zorgvastgoed. Herbezinning op zorgvastgoed dient uiteindelijk te transformeren van zorgen naar kansen. Kansen voor de zorginstelling die uiteindelijk ten goede komen aan de kwaliteit van de zorg. Kim Albert
Hoe ontruim ik de huurder in een “begeleid wonen-project”? Veel zorginstellingen hebben te maken met cliënten die worden geholpen in een “begeleid wonen-project”. Om voldoende woonruimte ter beschikking te krijgen, gaan deze zorginstellingen geregeld samenwerkingsovereenkomsten aan met woningbouwverenigingen of andere vastgoedeigenaren. De betreffende cliënt krijgt dan – in juridische zin – enerzijds een begeleidingsovereenkomst aangeboden door de zorginstelling en anderzijds een huurovereenkomst met de woningbouwvereniging. Wat nu als de cliënt zich niet houdt aan de voorwaarden omtrent de begeleiding? Eindigt met de begeleidingsovereenkomst ook automatisch de huurovereenkomst? Hieronder een korte behandeling. De hoofdlijn uit de jurisprudentie komt er – samengevat – op neer dat bij een overeenkomst strekkende tot verschaffing van zowel zorg als woonruimte, de wettelijke huurbepalingen slecht toepassing missen als het verzorgingselement duidelijk overheerst boven het woonelement. Anders gezegd: als de nadruk van het verblijf van een cliënt in een woonruimte met name ligt op de verzorging en begeleiding van de betreffende cliënt, en de cliënt houdt zich niet aan de voorwaarden die daaromtrent worden gesteld, dan is het hoogstwaarschijnlijk dat met het beëindigen van de begeleidingsovereenkomst, ook de huurovereenkomst zal eindigen en de cliënt dus op zoek zal moeten naar andere woonruimte. Nu klinkt dit heel logisch en makkelijk. De praktijk is – zoals zo vaak - weerbarstiger. Ik behandel twee arresten met een voorlopig verschillende uitkomst, maar van hetzelfde Gerechtshof. In een arrest van het Hof 's-Hertogenbosch uit 2009 oordeelt het Hof dat een cliënt zijn woonruimte moet verlaten. De betreffende cliënt had een begeleidings- en huurovereenkomst gesloten, maar hield zich niet aan de voorwaarden van de behandeling. De behandeling was erop gericht de cliënt te begeleiden naar zelfstandig wonen. In dat kader verbleef hij tijdelijk in een woonruimte ter zake waarvan hij een huurovereenkomst was aangegaan voor bepaalde tijd. Het Hof Den Bosch oordeelde heel duidelijk dat het verblijf van de cliënt en de woonruimte nadrukkelijk was gericht op het begeleiden van de betreffende cliënt naar zelfstandig wonen. Het verblijf in de woonruimte was niet zozeer ingegeven door het feit dat de cliënt daar eenvoudigweg woonde. De nadruk lag dus op de behandeling en niet op het wonen. Bovendien, zo oordeelde het Hof, waren de begeleidingsovereenkomst en de huurovereenkomst dusdanig verweven met elkaar, dat met het eindigen van de begeleidingsovereenkomst ook de huurovereenkomst eindigde. De begeleidingsovereenkomst en de huurovereenkomst waren op dezelfde datum en voor dezelfde bepaalde periode aangegaan.
4
BA S COLLARD
Bas Collard
Privacy en data-lek; wat te doen? Daar waar met persoonsgegevens wordt omgegaan bestaat het risico van een data-lek. Op 17 december 2014 bericht het ANP: " Een apotheek in Arnhem heeft per ongeluk de gegevens van ruim 2000 mensen naar zijn klantenkring gemaild. In die e-mail, die ging over de uitwisseling van medische gegevens, was een bijlage toegevoegd met daarin namen, adressen, telefoonnummers, mailadressen en burgerservicenummers van patiënten." Wat zijn persoonsgegevens? Persoonsgegevens zijn al die gegevens die een natuurlijk persoon identificeren of te herleiden zijn tot een natuurlijk persoon. Naast NAW gegevens zijn dat ook telefoonnummers, kentekens en postcodes met huisnummer. Gevoelige gegevens zoals informatie over de gezondheid worden bijzondere persoonsgegevens genoemd en worden extra beschermd. Naar verwachting wordt binnenkort de Wet Bescherming Persoonsgegevens aangepast. In de wet wordt dan een meldplicht op-
genomen voor datalekken. De meldplicht betreft ‘inbreuken die ernstige nadelige gevolgen hebben voor de bescherming van de persoonsgegevens’. Wanneer is sprake van een data-lek? We spreken van een data-lek als persoonsgegevens in handen vallen van derden die geen toegang tot die gegevens zouden mogen hebben. Wie moet het data-lek melden, wanneer en waar? De verantwoordelijke persoon voor een data-lek moet het lek in de eerste plaats melden aan het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Daarnaast moet hij degenen van wie gegevens zijn gelekt informeren, als de inbreuk ongunstige gevolgen zal hebben voor hun persoonlijke levenssfeer. De meldingen moeten ‘onverwijld’ worden gedaan, dat wil zeggen binnen 24 uur na ontdekking. Wanneer degene die verantwoordelijk is niet voldoet aan deze verplichtingen kan hij een bestuurlijke boete krijgen, op te leggen door het CBP. Het wettelijke boetemaximum bedraagt € 810.000,-- met voor rechtspersonen een mogelijke uitloop tot 10% van de jaaromzet. Het uitgangspunt is dat er bij een data-lek van persoonsgegevens per definitie nadelige gevolgen zijn voor de privacybescherming van betreffende personen. Aan de hand van factoren als ‘omvang en aard van de inbreuk’ en ‘aard van de getroffen persoonsgegevens’ moet de verantwoordelijke op het moment van ontdekken de ernst van een data-lek bepalen. Wanneer sprake is van gegevens over de gezondheid zal eerder sprake zijn van "ernstige nadelige gevolgen". Wat betekent dit voor de praktijk: • iedere organisatie in de zorg moet zorgen voor bewustzijn bij medewerkers over privacy en privacybescherming. • iedere organisatie in de zorg moet zich afvragen of zij persoonsgegevens bewerken en of zij dit moeten melden bij het CBP. • iedere organisatie in de zorg zou een privacy verantwoordelijke moeten benoemen. Dit is degene bij wie een data-lek onmiddellijk gemeld moet worden. Dit is ook degene die zou moeten beoordelen of sprake is van een "inbreuk die ernstige nadelige gevolgen heeft voor de bescherming van de persoonsgegevens". • iedere organisatie in de zorg moet zorgen voor duidelijke informatie aan de medewerkers hoe te handelen wanneer sprake is van een data-lek. Heeft uw organisatie privacy en privacybescherming goed in kaart gebracht? Jos van der Wijst
5
J OS VA N D ER WI J ST
In 2014 oordeelde datzelfde Hof echter in een soortgelijke zaak dat met de beëindiging van de begeleidingsovereenkomst niet automatisch de huurovereenkomst eindigde. De cliënt hield zich weliswaar niet aan de voorwaarden van de begeleidingsovereenkomst, zij zou namelijk geluidsoverlast veroorzaken, maar die geluidsoverlast werd door de cliënt betwist. Bovendien stelde het Hof zich de vraag of de geluidsoverlast dusdanig ernstig was, dat dat moest leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst, zeker nu de cliënt daar woonde met haar dochter, en de klagende buren inmiddels verhuisd waren. Het was aan de woningbouwstichting om te bewijzen dat er geluidsoverlast werd geproduceerd en dat dat een dusdanige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst opleverde dat dat ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming met zich mee moest brengen. Wordt dus vervolgd. Het devies in “begeleid wonen-trajecten” luidt dan ook: zorg dat een begeleidingsovereenkomst en een huurovereenkomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Zorg vervolgens dat eventuele klachten over de cliënt, of schendingen van de overeenkomsten, goed gedocumenteerd en bewijsbaar zijn. Toets vervolgens of er voldoende aanleiding is om de begeleidingsovereenkomst én de huurovereenkomst te beëindigen. Zowel aan de voorkant, het opstellen van de overeenkomsten, als aan de achterkant, het afwikkelen van de overeenkomsten, staan wij u graag bij vanuit onze branchegroep zorg.
ZORG
BOXTEL
TILBURG
OISTERWIJK
Postbus 127 5280 AC Boxtel
Postbus 455 5000 AL Tilburg
Postbus 455 5000 AL Tilbu
Parkweg 12 5282 SM Boxtel
Ellen Pankhurststraat 1N 5032 MD Tilburg
Bezoekadres: Moergestelsew 5062 JW Oiste
T +31 (0)88 141 08 00
T +31 (0)88 141 08 99
T +31 (0)88 14
www.bgadvocaten.nl
De Inspectie voor de Gezondheidszorg [IGZ] maakt werk van toezicht op het goed besturen van zorginstellingen. Dat komt de kwaliteit van de zorg ten goede. De IGZ geeft ruimte aan de wijze waarop leiding wordt gegeven aan een zorginstelling. Intern toezicht kan plaatsvinden via de Raad van Toezicht die daarbij de spelregels van good governance in acht neemt. Er gelden echter ook wettelijke kaders. Naast de eisen die het Burgerlijk Wetboek stelt ten aanzien van het besturen van rechtspersonen geldt voor zorginstellingen die onder de Wet Toelating Zorginstellingen vallen de verplichting om de jaarrekening, de zogenaamde Jaarverantwoording Zorg vóór 1 juni elektronisch aan te leveren bij het CIBG, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie. In haar brief van 7 mei jl. heeft de IGZ aangekondigd dat zij strenger zal gaan toezien op het tijdig en volledig aanleveren van de Jaarverantwoording Zorg. Concreet betekent dit dat zorginstellingen die ná 1 juni 2015 niet [volledig] de Jaarverantwoording Zorg over 2014 hebben aangeleverd op grond van de WTZi door de minister een last onder dwangsom opgelegd kunnen krijgen voor de duur van maximaal 10 weken. De dwangsom bedraagt € 1.000,= per week. De controle en beoordeling van aangeleverde gegevens zal steekproefsgewijs plaatsvinden. Overigens zal in de regel eerst een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom verzonden worden. Deze waarschuwing
dient een voldoende prikkel te zijn om in actie te komen. Een bestuurder wil natuurlijk niet geconfronteerd worden met een aanschrijving en met negatieve publiciteit. Mocht het door omstandigheden voor een zorginstelling feitelijk onmogelijk zijn om de gevraagde jaarverantwoording tijdig aan te leveren dan kan binnen vier weken na ontvangst van genoemd voornemen een zienswijze bij de IZG ingediend wordt met het verzoek nog wat respijt te geven. De IGZ heeft aangekondigd slechts in uitzonderlijke situaties met een last onder dwangsom te willen wachten. Overigens hebben instellingen in de geestelijke gezondheidszorg van de minister tot 1 december 2015 uitstel gekregen voor indiening van de jaarrekening over 2014. Kim Albert
Hoe kunnen wij u overtuigen?
Disclaimer Contract en onderneming
Arbeid en ontslag
Overheid en omgeving
Intellectuele eigendom en ICT
Schade en verzekering
Faillissement en herstructurering
Vastgoed en projectontwikkeling
Familie en scheiding
Hoewel de informatie in deze nieuwsbrief met grote zorgvuldigheid is samengesteld, is de informatie van algemene aard en houdt zij geen (juridisch) advies in. Bogaerts & Groenen advocaten garandeert daarom niet dat deze informatie steeds volledig en juist is en beschouwd kan worden als een alternatief voor het vragen van juridisch advies. Bogaerts & Groenen advocaten is niet aansprakelijk voor schade en kosten, van welke aard dan ook, die ontstaan door het gebruik van deze nieuwsbrief zoals schade veroorzaakt door actie die is ondernomen op basis van de informatie in deze nieuwsbrief. Intellectuele eigendom Alle rechten van intellectuele eigendom op de inhoud van deze nieuwsbrief berusten uitsluitend bij Bogaerts & Groenen advocaten. Het is de gebruiker van deze nieuwsbrief toegestaan te citeren uit deze nieuwsbrief zolang daarbij uitdrukkelijk wordt verwezen naar de bron, zijnde deze nieuwsbrief van Bogaerts & Groenen advocaten.
Vanzelfsprekend hopen wij u met deze nieuwsbrief te kunnen overtuigen dat u als zorginstelling bij Bogaerts & Groenen advocaten aan het juiste adres bent. We nodigen u daarom van harte uit om de proef op de som te nemen en ons een vraag of probleem voor te leggen. Wij gaan hier graag mee aan de slag en brengen u een eerste advies en/of plan van aanpak uit. Uiteraard brengen wij hiervoor geen kosten in rekening. Mogen wij u overtuigen? Neem contact op met: Lawrence van Woensel (
[email protected]) of Kim Albert (
[email protected])
KIM A L B E RT
Tijdig inleveren van de Jaarverantwoording Zorg