HETPALEIS ZOO doen ze de dingen 6+ Wederopvoering “ZOO doen ze de dingen is schitterend. Een voorstelling die u dit jaar absoluut gezien moet hebben.” Sarah Vankersschaever in De Standaard (4.03.12) “Een voorbeeld van hoe een dansvoorstelling voor kinderen in al zijn abstractie werken kan.” Ilse De Wever in Gazet van Antwerpen (13.04.12) ZOO doen ze de dingen gaat voorbij aan dieren uitbeelden, maar iedereen herkent zeker de dieren- en insectenwereld in deze dansante voorstelling zonder woorden. Zeven wezens verleiden en intimideren elkaar in een terrarium. Ze paren en vechten. Ze organiseren, verzamelen dingen en delegeren. Ze volgen hun instinct. Aan de rand van hun biotoop kijkt het publiek naar hen. Of is het andersom? Choreograaf Randi De Vlieghe combineert in al zijn voorstellingen humor met esthetiek, energie en emotie, en dat altijd voor een breed publiek. ZOO doen ze de dingen doet je glimlachen om de herkenbaarheid en geeft je zin om zelf te bewegen. In de Grote zaal van HETPALEIS van 19.09 t/m 4.10.15 en van 25.10 t/m 30.10.15. Op reis van 7.10 t/m 23.10.15 en op 31.10.15
MEDEWERKERS CHOREOGRAFIE
Randi De Vlieghe
DANS
Steven Beersmans Danaë Bosman Jade Derudder Miguel Do Vale Julien Josse/Randi De Vlieghe Kayoko Minami/Natascha Pire Laurence Roothooft
CHOREOGRAFISCH ADVIES
Natascha Pire
MUZIEK
Michiel De Malsche
SCENOGRAFIE
Jan De Brabander
LICHTONTWERP- EN UITVOERING
Koen Corbet
KOSTUUMONTWERP
Maartje van Bourgognie
REGIEASSISTENTIE
Kerensa Verhoosel
GELUIDUITVOERING
Patrick Romain
DECORUITVOERING & REKWISIETEN
Fati Ben Azouz Danny Havermans Marco Santy Piet Van Deun Glenn Van Roey (stage) Luk Willekens
KOSTUUMUITVOERING
Maartje van Bourgognie Hilde Mertens Veerle Segers
TONEELMEESTER
Vicente Simon Y Araixa
PRODUCTIELEIDING
Martin Baarda
MET DANK AAN fABULEUS en ZOO Antwerpen
SPEELLIJST September 2015 vr 18 za 19 zo 20
19u 15u 15u
avant-première première familievoorstelling
Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS
+32 3 202 83 60 +32 3 202 83 60 +32 3 202 83 60
di 22 do 24 vr 25 za 26 zo 27
13u30 13u30 13u30 15u 15u
schoolvoorstelling schoolvoorstelling schoolvoorstelling familievoorstelling familievoorstelling
Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS
+32 3 202 83 60 +32 3 202 83 60 +32 3 202 83 60 +32 3 202 83 60 +32 3 202 83 60
di 29
13u30 schoolvoorstelling
Grote zaal HETPALEIS
+32 3 202 83 60
do 01 vr 02 za 03 zo 04
13u30 13u30 15u 15u
schoolvoorstelling schoolvoorstelling familievoorstelling familievoorstelling
Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS
+32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60 +32 (0)3 202 83 60
wo 07 za 10
16u 15u
reisvoorstelling reisvoorstelling
Stadsschouwburg Amsterdam De Grote Post Oostende
+31 (0)20 624 23 11 +32 (0)59 33 90 00
ma 12 ma 12 wo 14 wo 14 zo 18
10u 13u30 10u 16u 15u
schoolvoorstelling schoolvoorstelling schoolvoorstelling reisvoorstelling reisvoorstelling
C-mine Genk C-mine – Genk cc Westrand Dilbeek cc Westrand Dilbeek NTGent
+32 (0)89 65 44 90 +32 (0)89 65 44 90 +32 (0)2 466 20 30 +32 (0)2 466 20 30 +32 (0)9 225 01 01
di 20 wo 21 vr 23 zo 25
14u 15u 19u 15u
schoolvoorstelling reisvoorstelling reisvoorstelling familievoorstelling
MaZ cultuurcentrum Brugge MaZ cultuurcentrum Brugge Schouwburg Kortrijk Grote zaal HETPALEIS
+32 (0)50 44 30 60 +32 (0)50 44 30 60 +32 (0)56 23 98 55 +32 3 202 83 60
di 27 wo 28 do 29 vr 30 za 31
13u30 10u 13u30 13u30 19u
schoolvoorstelling schoolvoorstelling schoolvoorstelling schoolvoorstelling reisvoorstelling
Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS Grote zaal HETPALEIS cc De Spil Roeselare
+32 3 202 83 60 +32 3 202 83 60 +32 3 202 83 60 +32 3 202 83 60 +32 (0)51 26 57 00
Oktober 2015
In 2012 maakten HETPALEIS en het Leuvense gezelschap fABULEUS samen ZOO doen ze de dingen, een dansvoorstelling voor de Grote zaal voor iedereen vanaf zes jaar. Inspiratiebron was de oneindige insecten- en dierenwereld. Op verzoek van scholen en enthousiaste ouders herneemt HETPALEIS deze voorstelling. Wat volgt is een interview met choreograaf Randi De Vlieghe, dat in januari 2012 plaatsvond in de aanloop naar de eerste speelreeks.
‘OVERLEVING, INTIMIDATIE, VERLEIDING: OP DIE DRIE DINGEN KOMT HET ALTIJD NEER.’ Wat is het uitgangspunt voor ZOO doen ze de dingen? Randi: Barbara Wyckmans heeft de eerste aanzet voor deze productie gegeven. Een paar jaar geleden zag ze Gender Blender, een dansvoorstelling met 14 jongeren en jongvolwassenen die ik bij fABULEUS heb gemaakt, en ze was daar erg enthousiast over. In HETPALEIS was al een hele tijd geen dansvoorstelling voor de Grote zaal meer gemaakt en Barbara wou graag iets doen met het gegeven van de ZOO. Niet alleen omdat vele kinderen gefascineerd zijn door dieren, maar ook omdat Antwerpen er vaak mee geassocieerd wordt. De doelgroep werd vastgelegd op kinderen vanaf 6 jaar. Door de vele nationaliteiten in Antwerpen blijken talige voorstellingen soms frustratie op te roepen bij kinderen omdat ze het Nederlands nog niet altijd machtig zijn. Een woordloze voorstelling kan die barrière wegnemen. fABULEUS werd een logische partner omdat zij veel ervaring hebben met dansvoorstellingen voor kinderen en jongeren en omdat ik in het verleden al meerdere creaties bij hen heb gemaakt. Je hebt audities gehouden voor de dansers. Had je een beeld van welk type danser je zocht? Waar heb je op gelet? Zijn er dansers waar je nog al mee gewerkt hebt? Randi: Ik werk vaak met mensen die geen danservaring hebben, maar deze productie maak ik met vijf professionele dansers en twee stagiairs. Met Steven Beersmans heb ik vroeger al gewerkt. Ik had hem al voor de audities aangesproken, onder meer omdat hij een achtergrond als acteur heeft. Het is goed om diversiteit in de ploeg te hebben, om mensen te hebben die vragen stellen. Acteurs worstelen vaak meer met de vraag waarom ze iets staan te doen dan dansers. Dat heeft puur te maken met de codes waarmee ze bezig zijn. Waarmee ik niet wil zeggen dat dansers niet kritisch zijn of geen vragen stellen. In de loop van de audities ben ik op zoek gegaan naar een compagnon voor Steven en zo kwam ik bij Laurence Roothooft uit, die ook een acteursopleiding heeft. Voor de verdere invulling van de ploeg koos ik voor nogal
uiteenlopende types en heb ik mijn buikgevoel gevolgd. Ik heb wel rekening gehouden met de verhouding man-vrouw. De repetities starten binnen drie weken. Hoe bereid je je daarop voor? Wat inspireert je? Randi: Ik ben erg visueel ingesteld, dus ik ga in eerste instantie op zoek naar inspirerende beelden. Die beelden leg ik tijdens de repetities voor aan de dansers zodat zij er op hun beurt mee aan de slag kunnen. Voor ZOO doen ze de dingen heb ik natuurdocumentaires bekeken en programma’s over survival, over hoe mensen overleven in extreme omstandigheden. Daarnaast heb ik me laten inspireren door de mode en de haute couture, vooral dan door experimentele of extravagante modecreaties. Ik heb voor de mode gekozen omdat daar patronen in voorkomen die vergelijkbaar zijn met die in de natuur. Patronen die wij intussen evident vinden, maar die eigenlijk een zekere absurditeit in zich dragen. Wij vinden het normaal dat bepaalde dieren zich aanpassen aan hun context en een metamorfose ondergaan, maar wat die dieren met hun lijf doen is soms waanzinnig. Wij vinden het ook normaal dat mensen zich verkleden voor bepaalde gelegenheden. We stellen ons bijvoorbeeld geen vragen als een motorrijder zich volledig in leer kleedt om zich te beschermen tegen wind of kwetsuren bij een val, of om zich te vereenzelvigen met een bepaalde motor of motorbende. Net zoals we ons geen vragen stellen als dieren er in de winter voor zorgen dat hun temperatuur naar beneden gaat om warm te blijven of als ze een winterslaap houden, terwijl wij dikkere kleren moeten aantrekken om ons te beschermen. Als je er echter op verder denkt is het absurd dat wij heel vaak externe hulpmiddelen nodig hebben om in een bepaalde context te functioneren. Het gedrag van dieren wordt gestuurd vanuit een paar drijfveren: overleving, intimidatie of verleiding. Op die drie dingen komt het altijd neer. Bij mensen is dat voor een deel ook zo, maar wij gaan daar op een heel andere manier mee om. Die vergelijking vind ik erg boeiend. Maak je voor je aan de repetities begint zelf al een verhaallijn? Randi: Ja. Naast de oppervlakkige insteek vind ik het belangrijk om iets maatschappelijks in de voorstelling te steken. Dat is vooral een lijn die ik voor mezelf ontwikkel, maar waar ik de dansers niet noodzakelijk van bij aanvang mee lastig val. Wat ik hen in het begin vooral meegeef, zijn oppervlakkige opdrachten die ik bedenk door het grote blok aan inspiratiebronnen te defragmenteren. Het kan bijvoorbeeld zijn dat ik hen vraag om een scène te beginnen dansen met een bloot bovenlijf en om gaandeweg een wezen samen te stellen met behulp van kleding. Als je dansers te vlug belast met de grote inhoudelijke thema’s gaan ze al snel psychologiseren en dat is iets wat ik liever uitstel tot de laatste fase.
Is die maatschappelijke insteek al helder op dit moment? Randi: Voor mij is het grote verschil tussen mens en dier het moreel besef omdat het in de dierenwereld irrelevant is, terwijl het in de mensenwereld zogezegd relevant is. Mensen projecteren hun ongenoegen heel graag op een andere persoon, een etnische minderheid ... en kunnen bijna niet meer aanvaarden dat de wereldbol niet enkel voor hen is gemaakt. Ik betrap mezelf erop dat ik me daar ook schuldig aan maak. Mensen slagen er blijkbaar niet meer in om eerst bij zichzelf te rade te gaan of om gewoon te aanvaarden. In de dierenwereld is dat veel duidelijker. Breekt er een brand uit in het regenwoud, dan sterven er een bepaald aantal dieren. Punt. Mensen hebben altijd de reflex om de schuld van zo’n gebeurtenis op iemand af te schuiven. Ik weet niet zeker of ik dat in de voorstelling zal krijgen, maar het is belangrijk voor mij als achtergrond tijdens het maken. Je zoekt dus naar het spanningsveld tussen mens en dier. Randi: Het zou fijn zijn mocht dat uit de voorstelling komen, zonder dat het al te expliciet benoemd wordt. Dat je als toeschouwer een danser ziet die met een kostuum of attribuut bezig is, maar dat je verrast wordt omdat die danser plots een fysieke dynamiek heeft die aan beesten doet denken en die vragen oproept. Het interesseert mij niet om op het einde van de voorstelling met een moraal af te komen, maar ik heb zelf nood aan een rode draad of referentiepunt in de zoektocht hoe scènes zich tot elkaar moeten verhouden. Voor de rest zullen er tijdens het repetitieproces natuurlijk ook dingen uitkomen die ik nu nog niet weet. Voor Woudlingen bij KOPERGIETERY liet je je inspireren door het scènebeeld van Jan De Brabander. Jullie werken opnieuw samen voor deze productie. Hoe gaan jullie nu werken? Randi: Ik ben voor Woudlingen vanuit het scènebeeld begonnen omdat die voorstelling een samenwerking was tussen KOPERGIETERY en het Staatstheater van Oldenburg. Dat Duitse theater werkte op een heel andere manier dan wij hier gewoon zijn en dat had consequenties voor mijn manier van werken. Ik kon niet kiezen met wie ik werkte, waardoor ik een veiligheidsmarge heb ingebouwd en vanuit het scènebeeld ben vertrokken. Bovendien moest ik negen maanden op voorhand al weten wat dat scènebeeld was. Daarom wou ik dat het onmiddellijk een grote impact had en koos ik toen voor een boom die in een huis is gevallen, en dat op levensgrote schaal. De uitdaging lag er nadien in om de zes mensen op scène tot hun recht te laten komen, elk vanuit hun eigen discipline. Voor ZOO doen ze de dingen geef ik Jan
de ruimte om een eigen visueel parcours uit te bouwen in de voorstelling. De enige beperking – als je daar al van kunt spreken – is dat hij de beelden die hij oproept ook weer moet kunnen laten verdwijnen. Dat kan ook omdat ik voor deze voorstelling gebruik kan maken van een toneeltoren. Het is de eerste keer dat ik die luxe heb, dus ik wil dat benutten om van de voorstelling een visuele reis te maken. Jan heeft de vrijheid om zijn decor bijna als beeldende kunst of als een installatie op te vatten, maar wel met in het achterhoofd nog een referentie naar de zoo. Ik moet dan vooral denken aan het gevoel dat je hebt in het terrarium van de zoo. Die aquaria zijn een mix van materialen, samengesteld op maat van de dieren. Meestal zie je op een bordje welke kikker of leguaan erin zit, maar duurt het heel lang voor je het dier effectief ziet omdat het al zodanig is opgegaan in de context. Het moet niet zo concreet worden, maar je kan de gebruikte materialen een abstractie geven of ze zo gebruiken dat ze je fantasie prikkelen. Je voorstellingen situeren zich vaak op de grens tussen het reële en het irreële. Zoek je die grens bewust op? Randi: Wat ik probeer te doen – ook al slaag ik daar niet altijd in – is dat de voorstelling zichzelf als voorstelling opeist. Ik hou van voorstellingen waarin een bepaald universum wordt opgeroepen waarvan je het referentiekader in eerste instantie denkt te kennen, maar waarbij het plots de andere kant opgaat. Dat is voor mij de luxe van een live voorstelling. Het medium dans leent zich daar soms iets meer toe dan theater, omdat je niet altijd verplicht bent om een chronologische verhaallijn aan te houden. Je kunt bij dans soms sneller schakelen in impressies, muziek of kostumering. Bij Woudlingen bijvoorbeeld was het een uitdaging om met de constante van het beeld iets te doen wat buiten de verwachting lag zodat je geen voorspelbare voorstelling kreeg. Als het reële en de wereld van de fantasie zich op een organische manier vermengen in een voorstelling, dan is die voor mij geslaagd. Om dat te bereiken moeten de mensen die je omringen op vlak van muziek, kostuum en beeld je mee blijven uitdagen en verrassen tijdens het creatieproces. Het is dodelijk voor een productie als iedereen in dezelfde richting denkt. Ik heb dat gemerkt in Duitsland. Ik werd daar door elke afdeling (rekwisieten, decor, kostuum) braaf gevolgd in wat ik dacht. Als ik sprak over een woud, werd dat bij wijze van spreken ingevuld met paddenstoelen en trollen. Als je dan niet alert bent, ga je mee in die fantasie maar kijk je voor je het weet naar een voorstelling die op geen enkel moment weet te verontrusten. En dan nog. Zelfs als je wel alert bent, kan het toch nog fout gaan. Je mag ook niet in blinde anarchie vervallen. Muziek is daarom belangrijk. De auditieve input zorgt voor een rust in je perceptie.
Hoe belangrijk is muziek voor jou tijdens het creatieproces? Randi: Michiel De Malsche doet de muziek bij ZOO doen ze de dingen. We werken in continue dialoog. Michiel is klassiek geschoold, waardoor we goed over ritme kunnen praten. Voor mij is een dansvoorstelling een partituur. Wat ik ongelofelijk vind bij een klassieke muziekcompositie is de verhouding tussen herhalingen in muziek en hoe het tempo wordt bepaald. Zo kijk ik ook naar een voorstelling. Het kan zijn dat ik Michiel kernwoorden meegeef als ‘verleiding’, ‘intimidatie’, ‘overleven’, ‘aanval’, ‘camouflage’, en hem vraag een bepaald aantal minuten muziek in een bepaald ritme (bijvoorbeeld een wals) te voorzien zodat ik daarmee kan repeteren. Maar het kan ook zijn dat ik een scène repeteer op popmuziek van bijvoorbeeld Adèle of Michael Jackson, en dat ik daarna pas aan Michiel vraag om muziek te maken binnen een bepaalde sfeer (bijvoorbeeld intimidatie) en in een bepaald ritme. Daarna breng ik die twee werelden samen, dat waar de dansers op hebben gewerkt en dat wat Michiel heeft gemaakt. Die wrijving zorgt voor iets nieuws. In een volgende fase vraag ik feedback aan mensen die mij artistiek omringen zoals Natascha Pire. Dans is een moeilijke code. Het streefdoel is om de codes die een toeschouwer meebrengt om te kijken de codes van de dans ontmoeten. Ben je bewust bezig met de doelgroep kinderen? Randi: Wanneer je theater of dans voor kinderen maakt, mag je in de eerste plaats geen enkele beperking voelen. Natuurlijk houd je rekening met je doelgroep door de voorstelling niet te gewelddadig, luid of expliciet seksueel te maken, maar verder moet je alle registers open kunnen trekken. Ik wil de kinderen in de zaal ook niet per se behagen. Dat doen al genoeg andere media. In commerciële producties voor kinderen wordt er gezocht naar de grootste gemene deler die ook het grootste commerciële rendement oplevert. Daar is niets mis mee, maar mij lijkt dat als regisseur een verstikkende parameter voor je werk. Ik zie een kinderpubliek niet anders dan een volwassen publiek. Kinderen hebben evenzeer een eigen mening en specifieke smaak. Niet alle kinderen vinden dans fantastisch, en niet alle kinderen hebben hetzelfde gevoel voor humor of esthetiek. Dat is net een uitdaging. Ik wil vooral een prikkelende en intrigerende voorstelling maken die hopelijk weet te boeien, maar die evengoed soms voorbijgaat aan het referentiekader van het publiek. En of dat publiek dan kinderen of volwassenen zijn, maakt voor mij geen verschil.
BIO’S MEDEWERKERS Steven Beersmans (°1979) studeerde Dramatische Kunsten aan het Leuvense Lemmensinstituut (nu LUCA Drama) en is er sinds 2005 ook vast verbonden als praktijkdocent speltraining/improvisatie. Hij was jarenlang leerling en artiest aan de Leuvense circusschool en volgde vele theaterworkshops in binnen- en buitenland. Als freelance acteur speelde Beersmans in verschillende jeugdtheatervoorstellingen zoals “Romeo en Julia”, “Prins” en “Wit is kleur” (Kollektief D&A), “Het verdragen van Versailles” (KOPERGIETERY), “Warmoes” en “Zoutloos” (Studio Orka) en “Niks is wat het lijkt” (30CC). Bij fABULEUS werkte hij als speler mee aan “Wolfsroedel” en “Candide”, als speler/maker aan “Antoon & Mirabella”, “Spelregels” en “Het Zondagavondgevoel”, en als regisseur aan “Playground love”. Samen met Koen Monserez richtte hij Max Last vzw op, een gezelschap dat zowel voorstellingen voor kinderen als volwassenen brengt. Ze maakten “Een kat een kat” en “One Man Show”. Danaë Bosman (°1991) studeerde in 2012 af aan de afdeling dans van het Koninklijk Conservatorium te Antwerpen en in 2014 behaalde ze een diploma specifieke Lerarenopleiding dans. Tijdens haar opleiding werkte ze samen met choreografen als Filip van Huffel, Iris Bouche en dansers van Sidi Larbi Cherkaoui. Van 2012 tot 2013 werkte ze als assistente bij Andros Zins-Browne in de productie “Welcome to the jungle” (samenwerking met wpZimmer). Momenteel danst Bosman als freelancer bij Theater Tol. Ze werkt ook samen met Sylvie Huysman voor de kindervoorstelling “Wollebol” en speelt mee in de voorstelling “Antigone” van Tg Elektra. Sinds 2009 geeft ze dansinitiatie, jongensdans en hedendaagse dans aan de MA’GO, Academie voor muziek, woord en dans van Antwerpen. Jan De Brabander (°1971) studeerde in 1995 als beeldend kunstenaar af aan Sint-Lucas en belandde via omwegen in het theater. In 1999 ging hij bij BRONKS aan het werk. Daar ontwierp hij de decors van voorstellingen als “Niet kunnen is een kunst”, “Alias de wanprater”, “Smolders en Sobrie”, “Christophe en Willy”, “WaWilWieDoen”. Naast decor- en lichtontwerp bedenkt hij ook allerlei interieuroplossingen en heeft hij zich bijgeschoold als grafisch vormgever. Sinds 2009 is hij freelance ontwerper. Hij was scenograaf voor “Woudlingen” (KOPERGIETERY/Staatstheater Oldenburg), “Blauwe Storm” (fABULEUS/Moldavië vzw), “Happymess” (Cie Barbarie), “Zucht” (luxemburg), “Matador” (Het Gevolg), “Menskes”
(4HOOG) en een aantal voorstellingen van BRONKS waaronder “Brooddoos”, “Sasja en Natasja”, “Kipkappen”, “Ajar”, “Operatie Charlie” en “Toink”. Michiel De Malsche (°1982) studeerde in 2009 af als meester in de klassieke compositie aan het Conservatorium van Gent. Naast zijn werk als hedendaags klassiek componist is hij ook actief in de theater- en danswereld. Hij schreef en produceerde eerder muziek voor “Leuke Mieke” en “Everland” (fABULEUS), “Ronja De Roversdochter” (D’Amor), “Het oor van Maria” (Het Huis van Bourgondië), “Het Huis Huilt” (KOPERGIETERY), “Woudlingen” (KOPERGIETERY/Staatstheater Oldenburg ), “Blauwe Storm” (fABULEUS/Moldavië vzw), “Mr. & Mrs. Murphy” (Wanda & Roel) en “Floor” (Vesta). Michiel De Malsche was de componist van het grote kunstproject “Coup De Ville” van Jan Hoet en Stef Van Bellingen. Als uitvoerend muzikant deelde hij het podium met onder meer Marie Daulne (Zap Mama), Rudeboy (Urban Dance Squad), DJ Grazzhoppa en vele anderen. In 2011 ging zijn eerste symfonie, “IN PROGRESS –a symphonic poem about life”, in première in het Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond. Zijn tweede symfonie, “Samhain”, voor meer dan 300 muzikanten, werd vorig jaar geproduceerd door Musica, impulscentrum voor muziek. In 2014 was hij Artist In Residence in concertzaal de Casino en in 2015 resideert hij een jaar in kunstenwerkplaats Het Bos. Hij schreef inmiddels meer dan 10 werken voor groot orkest. Jade Derudder (°1990) studeerde in 2012 af als danseres aan de dansacademie van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. Ze behaalde vervolgens een diploma specifieke lerarenopleiding Dans aan Artesis Koninklijk Conservatorium Antwerpen en een certificaat Yoga Teacher Training bij AntwerpYoga. Ze danste in verschillende projecten binnen haar opleidingen en bij Nicki Lizsta (“Das Leben ist kein Ponyhof”), Sylvie Huysman (“BonnieAttempts/Pas de Deux”) en in “Under Pressure”, dat ze mee maakte. Als choreograaf maakte ze na haar studies onder andere “Unwedding Party” (deSingel) en “Het ontvlambaar feest” (in het kader van Dansen in ’t park Gent 2014). Als docent gaf ze hedendaagse en klassieke dans aan AMWD Gent en begeleidde ze een educatief project bij Arktos in Merksem. Ze gaf ook een workshop fysieke training bij Wisper vzw en begeleidde deelnemers aan de taalcursus “Langley on stage” (Engeland) bij het maken van een voorstelling. Miguel Do Vale (°1982) volgde een theateropleiding aan de Escola Superior de Música e Artes do Espectáculo in Portugal en studeerde daarna dans aan CODARTS in Rotterdam. Hij danste in het verleden bij het dansgezelschap Meekers in verschillende voorstellingen van Arthur Rosenfeld zoals “Poedelprijs”, “Dancers in Limbo”, “Alfabet Soep” en “Splash!” en
werkte met Ingrid Dalmeijer in “Weggewaaid”, met Tabea Martin in “Keihard Kijken”, met Jaakko Toivonnen in “Bloemen voor Beginners”, met Andrea Boll in “Pic-Pac”, met Liat Waysbort in “Goo Blaster”. Daarnaast danste hij “Blauw” (Project Sally), “Re-creating
PenGwyn” (Joanna Young, UK), "Dusk Ahead" (Junk Ensemble, IR), "Experiment B" (Random Collision, NL). In België danste of acteerde hij in "Grafted" en "Geënt" (beide Ugo Dehaes), "La Preuve" (Mathias Varenne), "Exhibit" (House Crying Yellow Tears/Suze Millius) en in "De Steltenloper" (Goele van Dijk/Nat Gras & De Maan).
Randi De Vlieghe (°1974) studeerde in 1995 af aan de Vlaamse Dansacademie in Brugge. Sindsdien is hij als choreograaf, danser en theatermaker vooral in het jeugdtheater actief. Hij maakte, danste of speelde onder andere bij BRONKS: “Scoliozee d’Artrozee”, “Ola Pola Potloodgat”, “Toope en Toetonne”, “WaWilWieDoen”, “Niet kunnen is een kunst”, “Operatie Charlie” en “Waldeling”; bij KOPERGIETERY: “Het verdragen van Versailles”, “Wilde Dingen”, “De verrassing”, “Kerstbal”, “Solar City” (coproductie LINZ), “Woudlingen” (coproductie Staatstheater Oldenburg) en “Voetbal op hoge hakken”; bij Studio Orka: “Warmoes” en “Jacobsneus” (coproductie BRONKS) en bij Tuning People: “Dadakaka”. Bij fABULEUS maakte Randi De Vlieghe “Ego Sublimo”, “BEET” (i.s.m. Brugge 2002), “The day Dolly danced”, “Baken”, “Eros Flux”, “Gender Blender” en “Tape voor Kleuters” (coproductie Tuning People). Hij coachte er ook producties als “Snipperdagen” en “3 op 3”. In 2011 richtte hij zijn eigen productiestructuur Moldavië op, waarmee hij samen met fABULEUS “Blauwe Storm” maakte. Voor zijn eigenzinnige en veelzijdige bijdrage aan het jeugdtheater in Vlaanderen kreeg Randi De Vlieghe in 2008 de Vlaamse CultuurPrijs. Julien Josse (°1987) studeerde aan de Dances & Cie in Doornik, aan de Salzburg Experimental Academy of Dance en aan P.A.R.TS. Josse werkte onder meer met Matej Kejzar, Christophe Carpentier, Rasmus Olme, Forence Augendre, Osa Major, Lance Gries, Vincenzo Carta, Koen Augustijnen, Yentl de Werdt en Jan Martens. Als danser was hij te zien op verschillende festivals zoals TAZ (Oostende), ITsfestival Amsterdam, Dance platform (Istanbul), New faces new dancers en Summerszene Dance Festival (beide Salzburg) en Les nuits de Danses et Cie (Doornik). In 2006 won hij de eerste prijs van het Concours International des Jeunes Talents. Kayoko Minami (°1980) begon haar opleiding hedendaagse dans bij de Fumie Kanai Dance School in Tokyo en studeerde in 2003 af aan de Nihon Hogeschool voor Kunsten in Tokyo. Ze werkte mee aan verschillende dansproducties in Japan met choreografen als Shinji
Nakamura, Jan Durovcik, Kimio Nosaka en Pierre Darde. In 2005 komt ze naar België met het Overseas Study Programme for Artists van de Japanse overheid en studeert aan het Hoger instituut voor Dans in Lier en daarna ook aan de École LASSAAD - École internationale de théâtre in Brussel. Nog tijdens haar Belgische studies werkt ze aan improvisatievoorstellingen met Paul Estabrook en Joachim Deville, en danst ze met Gustavo Miranda tijdens het Suspect Festival in Gent. Nadien werkt ze in binnen- en buitenland met onder andere de Gisela Rocha Company (“Bloom”), Ugo Dehaes (“Women”, “Grafted” en “DMNT”), Sidney Leoni (“Undertone”), Louise Chardon (“Quintet” en “Vortex”), Heine Avdal en Yukiko Shinozaki (“Deep Blue”, “Borrowed Landscape” en “Distant Voices”), Colette Sadler (“Variation #1 -On order and anarchy”), De Munt (“Jenůfa”), Mokhallad Rasem (“Hamlet Symphony”) en Tino Sehgal (yet untitled). Natascha Pire (°1968) creëerde verschillende hedendaagse dansproducties: ADSEC (selectie Trappend Talent 2000), “BBB en Wasverzachter”, “Instant Karma”, “Indian Curry” en “Everland” (fABULEUS), “mijn veld” (Villa Basta) en “Operatie Charlie” (BRONKS). Als choreografe werkte ze onder meer mee aan “Petroesjka” (Laika), “Beuysband” (KOPERGIETERY), “Mind your step” (Sermoen en Compagnie Lodewijk/Louis) en “Romeo en Julia” (HETPALEIS). Als danseres/actrice was ze onder meer te zien in de producties “Wending”, “de Afscheidssymphonie” en “Bergtocht” (Ensemble Leporello), “Koekeneiennegenmaanden” (Johan De Paepe), “ADDA” (Muziekensemble Emanon), “Bloedzusters” (Drieons), “Het verdragen van Versailles” (KOPERGIETERY), “Woudlingen” (KOPERGIETERY/ Staatstheater Oldenburg) en “Women” (Ugo Dehaes/Kwaad Bloed). Ze danste voor Sidi Larbi Cherkaoui in de film “Anna Karenina” van Joe Wright. Momenteel speelt ze de huiskamervoorstelling “Marcella” (inti vzw), die ze samen met Anabel Schellekens maakte. Laurence Roothooft (°1987) studeerde af aan de toneelacademie in Maastricht. Ze was onder meer te zien in de producties Almschi! (SKaGeN en Octopus), De eenzaamheid van de priemgetallen (Matzer theaterproducties), CCC, de vette jaren zijn voorbij (SKaGeN), Giovanni (Cie Cecilia), De verwondering (Toneelhuis) en Exhibit (House Crying Yellow Tears). Daarnaast speelde ze de hoofdrol in de Nederlandse langspeelfilm Silent City van Threes Anna en was ze te zien in de tv-serie Marsman op één. Maartje van Bourgognie (°1980) studeerde in 2003 af als juweelontwerpster en in 2009 als theaterkostuumontwerpster aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in
Antwerpen. Ze ontwierp kostuums voor onder meer ONR-I, allegory of the night en Arena/Act Three (Chantal Yzermans/Radical Low i.s.m. Troubleyn), Supermarkt Shopping, Coup’ Gazon, Bodyscan en Bib-lieb (allen Alexandra Meijer/Keski.e.space), Beste Sneeuw (Het Lab), Bezemstelenbos (i.s.m. Jef Van Gestel, bij tgMax) en Voetbal op hoge hakken (KOPERGIETERY). Bij fABULEUS werkte ze mee aan de kostuums voor Gender Blender en Pitsers. Maartje van Bourgognie is vaste kostuumontwerpster bij Tuning People en werkte er mee aan PITSERS, Yvod/Robot, Tape voor Kleuters (coproductie fABULEUS), Halve Mens, Dadakaka, Utopia, Leeghoofd, Wijland, Plafondmeisje en dUB (coproductie fABULEUS/ Karolien Verlinden).
PRAKTISCH Meer informatie vind je op de website van HETPALEIS. TICKETS zijn te koop aan €6/€7 (-18) /€15 (+18). Reserveren aan het onthaal van HETPALEIS via 03 202 83 60 of
[email protected], of via www.hetpaleis.be NAAMACTIE Iedereen die Miguel heet, zoals danser Miguel Do Vale, mag gratis naar een voorstelling van ZOO doen ze de dingen in HETPALEIS. Meld dit bij je reservering. ACTIE ZOO ANTWERPEN Iedereen die naar een voorstelling komt kijken in HETPALEIS of op reis ontvangt een kortingsbon van 20% waarmee je vanaf 1 april 2016 de ZOO van Morgen kan ontdekken. www.zooantwerpen.be
vzw De Vrienden van HETPALEIS: Iedereen heeft recht op cultuur, ook kinderen en jongeren die tegen een financiële drempel aankijken. Iedereen die door omstandigheden nog nooit van de bijzondere wereld van het theater heeft geproefd, kan dankzij de Vrienden gratis naar HETPALEIS. Er zijn immers geen excuses om iemand het recht op cultuur te ontzeggen. Jij kan dit recht op theater voor iedereen mee helpen realiseren door lid te worden van de Vrienden van HETPALEIS. Iedereen t/m 18 jaar kan voor €10 een maat worden. Ben je ouder? Dan word je vriend voor €40. Als je voor een duolidmaatschap (twee vrienden) wil gaan, betaal je €60. Maten, vrienden en twee vrienden worden uitgenodigd op alle avant-premières van de Grote zaalvoorstellingen. Met je familie of je bedrijf kan je goede vriend worden voor €150 (4 gratis tickets + uitnodiging voor twee personen op alle avant-premières in de Grote zaal). Voor €300 word je boezemvriend (10 gratis tickets + uitnodiging voor twee personen op alle avant-premières in de Grote zaal). Maar waarom niet kiezen om hartsvriend te worden van De vrienden van HETPALEIS? Voor €1000 krijg je 15 gratis tickets en word je met twee personen uitgenodigd voor alle avant-premières in de Grote zaal. Niet twijfelen, gewoon doen. Als kers op de taart kan je ook nog zielsverwant worden. Voor €2000 krijg je 20 gratis tickets, uitnodigingen voor alle avant-premières en een ereplaats in de foyer van HETPALEIS. Meer informatie via www.devriendenvanhetpaleis.be of
[email protected]
HETPALEIS Meistraat 2 2000 Antwerpen
T: 03 202 83 00 F: 03 202 83 53
[email protected]