VERSLAG REIS BURKINA FASO 9 - 24 JANUARI 2011
In de vergadering van 9 februari 2010 besluit het bestuur van Stichting Balemans dat iemand van hen in 2011 een bezoek gaat brengen aan Burkina Faso. Met als doel de contacten te verstevigen en zich persoonlijk te laten informeren door de werkers ter plaatse. De heer Rini Klep biedt zich aan, en vanwege het taalprobleem gaat vanuit de Witte Paters Pater Piet Buijsrogge mee, een man die daar zelf geruime tijd heeft doorgebracht als missionaris. Echtgenote Lia Klep gaat voor eigen rekening mee; het lijkt haar een hele ervaring en voor Rini is het goed om een naaste vlak bij zich te weten. Daarnaast geven beiden nog extra een substantiële bijdrage aan de kosten van dit werkbezoek. Dit verslag is een weergave van de persoonlijke belevenissen die zij tijdens de reis hebben opgedaan.
Zondag 9 januari 2011 Onze begeleider/tolk pater Piet Buijsrogge heeft vannacht bij ons geslapen, zodat we om ongeveer half zeven ’s morgens gedrieёn kunnen vertrekken. Omdat het zondag is, is er weinig verkeer op de snelweg en we zijn dan ook snel op het vliegveld Zaventem/Brussel. We hadden thuis via internet al ingecheckt, koffers nog afgeven en we konden meteen door. De afstand naar Ouagadougou is 4.326 km, de verwachte vluchttijd is 5.55 uur. De vlucht SN 1255 gaat naar Abidjan (hoofdstad van Ivoorkust) met een tussenlanding in Ouagadougou, waar wij moeten zijn. We vertrekken keurig op de geplande tijd van 10.50 uur. De verzorging aan boord is goed, het eten smaakt lekker. Op sommige stukken is het zicht helder en het lijkt wel de Grand Canyon waar we over vliegen. Twintig minuten voor de landing wordt verzocht om de dekens alvast op te plooien, zodat ze kunnen worden opgehaald. Vanuit de cockpit wordt gemeld dat de temperatuur in Ouagadougou 30 graden is en er is een zandstorm (duidelijk te zien in de lucht). Na de landing taxiet het vliegtuig over dezelfde landingsbaan terug naar het luchthavengebouw, dus zo druk is het hier niet met aankomende vliegtuigen. Op het vliegveld duurt het lang voordat we door de politiecontrole zijn. Dan wachten op de koffers. Hier geen lopende banden, maar de koffers moeten allemaal handmatig worden gelost. Tot onze verbazing worden we in eerste instantie welkom geheten door Paul Lallogo. Verder zijn op het vliegveld aanwezig Abbé Adelphe Rouamba, Joanny Koanda, de secretaris van de bisschop, en onze chauffeur Boureima. We worden naar ons slaapadres gebracht, bij de broeders van de Heilige Familie. Onderweg, als we ergens stil moeten staan, bijv. bij een stoplicht, staan er meteen minstens zes mensen rond de auto die van alles willen verkopen, zoals loten, nootjes, kranten, sigaretten, koekjes etc. We installeren onze koffers op de ons toegewezen kamer en gaan daarna naar een restaurant, waar ook het zojuist genoemde welkomstcomité is. Ook net als in Nederland liggen hier de mobieltjes op tafel en wordt er voortdurend gebeld. Even later sluit ook de bisschop, Thomas Kabore, zich bij ons gezelschap aan. De bisschop is deze hele week in Ouagadougou voor een bijeenkomst van de Bisschoppenconferentie, zodat ons programma ook wat wordt aangepast, want wij zouden hem overmorgen in Kaya ontmoeten, maar daar is hij dus niet deze week. Ook hij speelt heel de avond met z’n mobieltje. De taal is voor ons inderdaad een probleem. Piet doet zijn uiterste best om te vertalen, maar alles lukt natuurlijk niet. Op een gegeven moment ging hij het zelf tegen ons uitleggen in het Frans. Rouamba spreekt wel wat Engels, zij het minimaal. Hij kan zelfs een enkel woordje Nederlands, want hij is deze zomer in Roermond geweest ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Scouting. Thomas Kabore zien we sowieso volgende week zaterdag, want dan gaat hij een nieuwe parochie openen in Dargo. In 1992 is er een klein seminarie gesticht, en daar plukken ze nu de vruchten van. Er zijn nogal wat priesterwijdingen: in 2007 7, in 2008 5, in 2009 1 en in 2010 4 wijdingen. Er zijn nu meer priesters dan parochies, zodat er nieuwe parochies bij moeten komen. Veel volwassenen laten zich dopen. Zij willen namelijk niets van de islam weten en worden katholiek. In 1969 zijn alle katholieke scholen genationaliseerd, maar inmiddels heeft de regering de scholen teruggeven aan de kerk. De regering betaalt wel elf maanden per jaar het salaris van het onderwijzend personeel, een maand moet het bisdom dat betalen. Er wordt ook een bijdrage gevraagd aan de ouders voor het onderhoud van de scholen. In de steden is dit niet zo’n probleem; daar wordt het belang van scholing wel ingezien. Maar in de dorpen is dat heel anders; zij zien veel minder het belang en zeker niet voor meisjes. Na het eten gaan we terug naar ons overnachtingadres in Ouagadougou. We gaan op tijd slapen, want al met al was het toch een vermoeiende dag. 1
Maandag 10 januari 2011 Na een goede nachtrust en een simpel ontbijt (stokbrood met jam) vertrekken we. Rini moet eerst geld wisselen. Volgens onze chauffeur kan dat ook op het kantoor bij de bisschoppenconferentie. Zij berekenen geen kosten. Piet wil een simkaartje kopen voor zijn telefoon. Het kopen van een simkaartje had nogal wat voeten in aarde. Het was er gigantisch druk en het was een chaotische organisatie. Bovendien moest er eerst een kopie van zijn paspoort gemaakt gaan worden. Al met al nam dit wel drie kwartier in beslag. Hierna reden we naar Koudougou. De foto’s die we gemaakt hebben zullen niet helder zijn. Dat komt niet omdat ze niet goed gemaakt zijn en het ligt ook niet aan ons toestel, maar het is mistig: niet het soort mist zoals we dat in Nederland kennen, maar het mistig van het stof. Een aantal mensen rijdt wel met een mondkapje/doekje op de brommer, maar het merendeel toch niet. Ook al zitten wij in een afgesloten auto, toch zit het stof op een gegeven moment in je ogen, oren, neus en keel. Het is ongelooflijk wat er zich allemaal op de weg bevindt. Naast auto’s en brommers lopen er veel mensen met van alles op het hoofd, er worden handkarren voortgeduwd, fietsers met een volle bepakking, veel brommers, overvol geladen karretjes met een ezeltje ervoor, geiten, schapen, varkens, kippen, honden; alles krioelt door elkaar heen. Buiten de stad rijden we door een typisch savannelandschap. Dorre vlaktes met toch nogal wat solitair staande bomen. Daar tussenin staat her en der een cluster huisjes/hutjes waar wat mensen samen wonen. Erbij staan graanschuurtjes, veelal vernieuwd, wat erop duidt dat de oogst dit jaar goed is geweest. Verder zien we, verspreid in het landschap, honderden gemetselde muren zonder dak met een opening voor een deur en een raam, waar voor zover je het kunt zien geen gebruik van wordt gemaakt. De hoofdweg is wel geasfalteerd, maar zodra je rechts of links afslaat bestaat de weg alleen maar uit harde rode stof, met kuilen en gaten. We gaan naar Koudougou voor een bezoek aan pater Maurice Oudet. Pater Oudet is een van de correspondenten met pater Cor van den Brand (die in eerste instantie met ons mee zou gaan) voor het Afrika-Europa netwerk. Maurice Oudet zet zich met name in voor de plaatselijke boeren om een goede prijs voor hun producten te krijgen en dat hun gronden niet worden afgenomen door buitenlandse kapitalisten. Hij is ook bezig met de promotie van de zgn. moringa struik, die voedsel voor zowel het vee als voor de mensen oplevert en een bepaalde boom, de Spirulinde, waaruit veel vitaminen kunnen worden gehaald, die worden toegevoegd aan de voeding voor de kinderen. Om te stimuleren dat de veehouders hun melk kunnen verkopen, is er een melkfabriekje opgericht. Voorheen werd de melk gemaakt met melkpoeder, die op een gegeven moment erg duur werd. Uit vier dorpen brengen de veehouders nu dagelijks plm 65 liter melk naar de fabriek, waar de melk deels wordt gepasteuriseerd en deels wordt er yoghurt van gemaakt. Door Frans Balemans is nog een bijdrage geleverd om materiaal te kopen om het fabriekje op te starten. Het is eigendom van- en wordt geheel gerund door zes vrouwen. Pater Maurice Oudet heeft deze zes vrouwen hierbij begeleid. Wordt er goed verkocht en maken ze winst, dan wordt die gedeeld. Verdienen ze niets, dan hebben ze ook niets. Met de opbrengst kunnen ze o.a. het schoolgeld voor hun kinderen betalen. Afzet van de melkproducten onder de plaatselijke bevolking is geen enkel probleem. De aanvoer van verse melk mogelijk wel. Wij hebben ’s middags het fabriekje bezocht (was ook in Koudougou). Frans Balemans heeft de laatste vijf jaar dat hij in Burkina Faso was, gewerkt in Koudougou. Hij zette zich daar met name in voor de vrede en gerechtigheid op allerlei gebied. Hij schreef in een plaatselijk krantje een rubriek onder de kop “droit dans les jeux”, waarin hij de harde waarheid uitsprak, en dat mocht, want ook in Burkina Faso is er persvrijheid. 2
Deze rubriek is voortgezet door een plaatselijke journalist. Verder heeft Frans op het gebied van de landbouw een techniek geïntroduceerd, die al in het noorden werd gebruikt, voor de bebouwing van het land met o.a. gierst en sorgo. Dit heeft ertoe geleid dat de opbrengst per hectare van 300-500 naar 1.000-1.200 is gegaan. Voorts heeft Frans hulp verleend aan individuele arme vrouwen. Voor dit doel heeft hij een fonds achtergelaten, waarvan momenteel nog een bedrag van 821.900 CFA’s beschikbaar is (onder beheer bij Maurice Oudet). We hebben ook nog een bezoek gebracht aan Ocades in Koudougou, om te kijken of er nog iets gedaan wordt aan het verstrekken van micro-kredieten, wat ook door Frans is opgestart. Het is een roulerend kredietsysteem door ACSO (Association de Credit de Solidarité) voor mensen die nergens anders krediet kunnen krijgen. Bij Ocades werden we te woord gestaan door Soeur Perpetue Guisson. Frans heeft hier bij zijn vertrek een fonds van zestigmiljoen CFA’s (plm. € 90.000) achtergelaten en met dit geld worden heden ten dage nog steeds kredieten verleend. Nu niet meer aan individuele mensen, want die betaalden vaak niet terug. Nu worden er kredieten verstrekt aan groepjes van vijf mensen. Als ze voor de eerste keer een aanvraag doen, krijgen ze maximaal vijftigduizend CFA’s. Betalen ze op tijd terug, dan kunnen ze een volgende keer meer krijgen, tot een maximum van driehonderdduizend CFA’s. Omdat ze nu als groep geld krijgen, zijn ze solidair ten opzichte van elkaar en wordt er beter terugbetaald. In 2009 is voor 15.400.000 CFA’s krediet verleend voor 85 groepen. Hiervan hebben slechts twee groepen nog niet terugbetaald. In 2010 is voor 25.000.000 krediet verstrekt. In het eerste halfjaar was dat 15.000.000, waarvan inmiddels 12.000.000 is terugbetaald. De rente van de kredieten wordt vooraf betaald (12 %). Als men binnen vier maanden terugbetaalt, krijgen ze vier procent terug; betalen ze binnen zes maanden terug, dan krijgen ze nog een restitutie van de rente van twee procent. Overigens wordt voor het merendeel krediet verstrekt aan vrouwen. Zij kopen producten op in de dorpen en gaan die met winst verkopen in de stad, waardoor zij het krediet kunnen terugbetalen. We hebben bij pater Oudet voortreffelijk geluncht. Er waren uitsluitend gerechten gemaakt met plaatselijke producten (o.a. de rijst, yoghurt en papaja’s). Om vijf uur zijn we terug in Ouagadougou. We eten op ons slaapadres in Loretta, het gasthuis van de Broeders. Dinsdag 11 januari 2011 We beginnen de dag, begeleid door Boureima, met een wandeling naar de markt in Ouagadougou. Begin deze eeuw is de markt afgebrand en sindsdien is er een overdekte markt gebouwd. Iedere ondernemer heeft er een ruimte van ongeveer anderhalf bij anderhalve meter, waar hij zijn waren kan uitstallen en ’s nachts opslaan. We waren er om ongeveer acht uur, maar het merendeel was nog gesloten. Na het bezoeken van de markt hebben we onze spullen uit het gastenverblijf van de broeders gehaald en zijn we naar de wijk Paaspanga gegaan, waar is gevestigd het provincialaat van de Missionaires d’Afrique (Witte Paters). Een Vlaming, Theo Caerts, ook een witte pater, is hier provinciaal overste over 118 confraters. Piet kent hem goed. Theo Caerts bleek een vlotte prater te zijn, en gelukkig in het Vlaams, zodat wij aan het gesprek konden deelnemen. Hij is hier nog zes maanden. Dan loopt zijn termijn af en daarna wordt door de overste bekeken waar hij dan naar toe moet. Er zijn nog heel veel plaatsen waar ze mensen te kort komen. Mogelijk gaat hij naar Togo.
3
Het voormalige werk van Frans Balemans is nadrukkelijk besproken in Paaspagna omdat Theo hem goed kende. Ook de toekomst van de Stichting Balemans en de positie van Ocades in Kaya en omstreken kwamen aan de orde. Ook hebben we uitgebreid gesproken over de problemen in Ivoorkust. Dit heeft ook gevolgen voor Burkina Faso, want momenteel liggen er in de haven al goederen die naar Burkina zouden moeten, maar dit vervoer is stilgelegd. Na dit bezoek hebben we een rondrit gemaakt door Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso. In de buitenwijken staan de regeringsgebouwen, de ministeries en de ambassades. Overigens worden er ook voor de “hoge ambtenaren” en succesvolle zakenlieden mooie villa’s gebouwd. Dus ook hier zijn de verschillen enorm groot. Na de stadstour zijn we op weg gegaan naar Kaya. Op de weg naar Kaya is het minder druk. Het landschap ziet er zo mogelijk nog erger dor uit dan gisteren. Het is hier ook veel minder bevolkt. Wel zien we ook weer de gemetselde bouwsels, waarvan er hier wel zijn bewoond; er ligt een golfplaten dak op en er zit een deur en een raam in. Het weer leek vanmorgen redelijk helder, maar in de loop van de dag werd het weer erg mistig. Onderweg stoppen we bij een grote apenbroodboom, de baobab, die minstens honderd jaar oud is. In het regenseizoen heeft de boom bladeren, waarvan een saus wordt gemaakt. De vruchten die er nu aan hangen, zijn ook eetbaar. Boureima slaat er een kapot op een steen, zodat hij open gaat. Piet proeft er wat van en zegt dat het een zoetige smaak heeft. Dan komen we aan in Kaya. We krijgen onze kamers toegewezen in de “fraternité”, het gasthuis van het Bisdom. In eerste instantie waren er allemaal eenpersoons kamers, wat voor ons niet zo handig is, in verband met het gezamenlijk gebruik van onze koffers/spullen. Maar in het andere gebouw waren wel kamers met meerdere bedden, dus hebben we die maar genomen. Na het installeren van de koffers krijgen we wat water te drinken. Het is nog maar half vijf. We gaan nog maar even naar buiten, wat rondwandelen in de tuin van deze missiepost. We zien wat vrouwen bij een waterpomp en helpen hen even mee (voor de foto). Verder komen we langs een schooltje; de kindjes komen allemaal naar ons toe gelopen om een handje te geven.
Buiten de muren van de missiepost om lopen we terug. We zien hier weer de gigantische puinhoop langs de weg. Overal ligt afval en honderden zwarte plastic zakken; deze hangen zelfs in de bomen. In het begin dachten wij even dat er een zwerm zwarte vogels zat, maar dat blijken dus allemaal zwarte plastic zakken te zijn. We kunnen wat mooie foto’s maken van alles wat op en langs de weg is te zien. Je kunt hier ook gewoon rustig lopen, zonder dat je wordt gepusht om van alles te kopen.
4
Om zeven uur gaan we hier eten bij de fraternité. Adelphe Rouamba zal er dan ook weer zijn. Na het eten hebben we kennis gemaakt met de staf van de kathedraal. Hier was een gezelschap Fransen, die hier ook op werkbezoek waren. Zij hadden geld geschonken voor de bouw van een kapel ergens hier in de buurt en hadden hier een etentje. Een van die mensen was een onderwijzeres Engels geweest, zodat we met haar konden praten. Woensdag 12 januari 2011 We gaan om zeven uur naar de mis, die wordt opgedragen door Piet, samen met de econoom van het bisdom. Wij waren de enigen hier; om zes uur was er de dagelijkse mis in de kathedraal, waar de nonnen waarschijnlijk al naar toe geweest zijn. Na het ontbijt gaan we naar het kantoor van Ocades in Kaya. Op het terrein staan veel brommers. 22 Brommers zijn geschonken door USAID, een Amerikaanse hulporganisatie. Op deze brommers gaan mensen van Ocades boeren bezoeken, met een tweeledig doel: landbouwvoorlichting en voorlichting op het gebied van gezondheid en voeding. We maken kennis met het personeel en bezichtigen het gehele gebouw van Ocades. Met geld van de Stichting Balemans is hier een conferentiezaal gebouwd en de lunetterie: een brillenproject. Er is een opgeleide opticien, die ingezamelde brillen gebruiksklaar kan maken. De benodigde apparatuur is allemaal gekocht. We maken kennis met de secretaresse en de kassier, die de uitbetalingen verzorgt (veelal per bank met een cheque). Hervé Kone is belast met het volgen van de voortgang van de projecten en de financiële verantwoording. Sylvain Sawadogo verzorgt de financiële verantwoording. Zuster Adeline is belast met het departement van vrouw en kind in de verschillende parochies. We gaan haar vanmiddag nog ontmoeten bij de zusters, in het verblijfhuis voor gevluchte meisjes. Hierna gaat Aldelphe Rouamba met ons mee om een drietal projecten te laten zien. Als eerste gaan we naar het waterdepartement, waar men zich bezighoudt met hydroliek, ringen en buizen voor putten. Ze hebben zelf geen machines om putten te boren; dat wordt uitbesteed aan een aannemer. Het afwerken van de putten, zoals de buizen erin en een pomp erop wordt wel gedaan door Ocades. Jacques Natama is beheerder van de waterprojecten. Als er in een dorp een pomp geplaatst wordt, wordt er een comité gevormd, bestaande uit een bestuur en twee mecaniciens. Er wordt van het dorp een bijdrage gevraagd van 200.000 CFA’s: 150.000 voor de investering en 50.000 wordt op een speciale rekening gezet. Het comité beslist of elke familie een vast bedrag moet betalen of dat zij moeten betalen per afname. De gemeente delegeert het onderhoud aan het comité. Het comité beslist ook wat er moet gebeuren, als mensen niet kunnen betalen. In principe moet iedereen bijdragen, wel kan eventueel korting worden gegeven of kan men betalen in natura. Er zijn open putten, die 25 à 30 meter diep worden gegraven, met als voordeel dat daarop meer pompen kunnen worden gezet of men boort een put van ongeveer 60 meter diep. Hierna gaan we naar het project Kogl-Ma (letterlijk vertaald: bescherm mij). Dit project is opgestart na het vertrek van Frans en wordt gefinancierd door CRS (= Catholic Relief Service, de Amerikaanse Caritas). Zij bieden ondersteuning aan (aanstaande) echtparen op het gebied van gezinsplanning, voorkoming aids en geslachtsziekten. Zij vormen de animateurs die het werk doen in de verschillende parochies: proberen het gedragspatroon te veranderen. Hierna gaan we nog naar RBC: gehandicaptenzorg, gefinancierd door een Oostenrijkse en Duitse organisatie, met ondersteuning van de Stichting Balemans (Ocades). 12 Mensen werken hier. Mensen met een handicap, zowel geestelijk als lichamelijk, worden geregistreerd. Er wordt gekeken wat voor hulp er nodig is. In samenwerking met de families wordt geprobeerd de levensomstandigheden te verbeteren. De ouders moeten worden overtuigd om ook deze kinderen naar school te laten gaan. Ze worden geholpen door de aanschaf van schoolmateriaal en indien nodig vervoer. Blinden en doofstommen komen terecht in instituten. 5
Terug naar Ocades. Het valt ons op dat veel mensen een muts op hebben. Wij denken dat het is ter bescherming tegen de zon, maar het blijkt te zijn tegen de kou. Eerst even tijd voor koffie. Adelphe Rouamba wordt constant gebeld. Hij krijgt ook onverwacht bezoek, zodat iemand anders met ons meegaat naar de kleuterschool. In 2004 heeft de bisschop gevraagd om een kleuterschool te beginnen. Dominique is hoofd en Irene is penningmeester. Elk jaar zijn er minimaal 120 kinderen en maximaal 160. Er zijn vier leidsters, een leider (die ongeveer 20.000 CFA’s per maand verdienen) en een kok. De kinderen eten op school. Alle gezindten worden aangenomen; er zijn momenteel veel meer moslims dan katholieken en protestanten samen. De kinderen gaan van 7.00 uur tot 16.00 uur naar school van oktober tot juli. De ouders moeten 3.000 CFA’s per maand bijdragen. Het project is tot nu toe ook ondersteund door CRS, de Amerikaanse Caritas, maar zij hebben laten weten hiermee te willen stoppen. Dus de vraag is hoe ze het volgend jaar moeten financieren. De school is eigendom van de zusters, die geen huur vragen.
We hebben hier onze knuffels (plm. 80-90 stuks) achtergelaten, uitgestald op een tafel, zodat de kinderen er mee kunnen spelen. Omdat er wel 160 kinderen waren en we niet zo veel knuffeltjes bij hadden, konden we ze niet persoonlijk geven. De knuffels blijven op de school als speelgoed. Het was schitterend om die blije, lachende snoetjes te zien. Na het bezoek aan de school zijn we gegaan naar het huis van de bisschop voor de maaltijd. Adelphe Rouamba schoof nu ook aan tafel aan. We hebben hem gevraagd hoe het staat met de uitvoering van de overeenkomst, die is gesloten met Bisschop Thomas Kabore toen die in 2006 in Nederland was. Er is toen € 100.000 beschikbaar gesteld, te voldoen in vijf termijnen van € 20.000 voor de bouw van een multifunctioneel gebouw voor educatie en vorming in zijn bisdom. Er is nog maar één termijn van € 20.000 betaald. Rini zegt dat vanwege een aantal onduidelijkheden de verdere bevoorschotting door de Stichting Balemans is stopgezet. Beoordeling van de voortgang van de bouw ter plaatse is voor hem belangrijk. Adelphe meldt dat de bouw inmiddels is begonnen en deze heeft al meer gekost dan € 20.000. Maar er moest wel zo snel mogelijk een dak op. Het gebouw is nog niet klaar. Vrijdag gaan we dit centrum nog bezoeken en kijken dan naar de voortgang van de werkzaamheden. Rini stelt voorts aan de orde dat hij vindt dat Ocades een grote organisatie wordt, met veel personeel, auto’s en gebouwen. Het moet wel beheersbaar blijven. Adelphe legt uit dat er een aantal auto’s is voor het noodzakelijke vervoer. Er zijn negentien mensen in dienst, waarvan dertien in vaste dienst en zes op contractbasis voor de diverse projecten. Als een project klaar is, houdt het dienstverband op. Met het geld van de Stichting Balemans wordt een stuk van de vaste kosten in de bedrijfsvoering betaald. Dit vinden ze zeer prettig omdat hiermee een stuk van het functioneren van Ocades is gegarandeerd. Dat Ocades een “machtige” organisatie is, bevestigt Adelphe volledig. Ocades is niet meer weg te denken in Burkina Faso. Hij noemt als voorbeeld dat de regering van Burkina Faso bij de wateroverlast in het najaar van 2009 een aantal organisaties bijeen heeft geroepen voor een oplossing. Ocades werd hierbij ook uitgenodigd. Dat zegt genoeg.
6
Zowel in ons verblijf in Ouagadougou als hier in Kaya hebben we geen internetverbinding. Nu we hier zijn, mogen we op het kantoor van de bisschop gebruik maken van de internetverbinding, zodat we een email naar het thuisfront kunnen sturen. Al met al nam dit nogal wat tijd in beslag. Het lukte niet meteen zo goed om de mail verstuurd te krijgen, maar we denken dat het uiteindelijk na zo’n anderhalf uur toch is gelukt. Zuster Adeline zal ons komen ophalen om half drie om een bezoek te brengen aan het opvanghuis voor meisjes. Ze is zeker twintig minuten te laat, maar Afrikanen nemen het niet zo nauw met de afgesproken tijd. Zij zeggen: “jullie hebben de klok, maar wij hebben de tijd”. Zuster Augustine is de verantwoordelijke van het opvanghuis. Momenteel verblijven er 39 meisjes. Dit zijn meisjes die gevlucht zijn; weggelopen uit een gedwongen huwelijk, veelal met een oudere man die al meerdere vrouwen heeft. De familiestructuur is zo, dat de chef van de familie, de opa of een oudoom het recht heeft om over de meisjes te beschikken. Een paar dagen geleden is er nog een meisje gekomen, die uren door de bush heeft gelopen en daarbij gewond is geraakt aan de benen. Ze zegt dat ze achttien jaar is, maar waarschijnlijk is ze niet ouder dan vijftien. Als ze bij de zusters aankomen worden ze eerst getest of ze zwanger zijn. Zo ja, dan mogen ze daar niet blijven. In Ouagadougou is wel een opvanghuis voor ongehuwde moeders. De meisjes nemen meestal niets mee als ze vluchten, zodat het niet meteen opvalt dat ze weg zijn en ze een voorsprong hebben. De voldoening van de zusters is dat de meisjes uiteindelijk trouwen met een man, die ze zelf hebben uitgekozen. De meisjes houden zich bezig met activiteiten op allerlei gebied: huishoudelijke taken, het houden van vee, tuinieren, naaien, weven, alfabetisering in de plaatselijke taal. Ze maken inlands bier, bakken beignets en verkopen dat. Van de winst mogen ze een gedeelte houden en leren zo zichzelf te bedruipen. Er wordt geen enkele pressie uitgeoefend om katholiek te worden, maar toch gaan er veel catechismus volgen en deelnemen in de parochie. De zusters hebben ons over hun terrein rondgeleid. Allereerst werden we (Piet, Rini, Lia) door de meisjes door middel van een lied en dans welkom geheten. Werkelijk heel ontroerend. De meisjes droegen allemaal dezelfde pagnes. Ter gelegenheid van een feestdag zijn deze met geld van de Stichting Balemans aangeschaft. Er werd ons ook een cadeau aangeboden. Voor ons alle drie, keurig verpakt, een leren tas en verschillende zakjes nootjes. We hebben toen de keuken gezien, de varkensstallen, (die dag waren er vier varkens verkocht), het weven, het naaien en de verkoop van stoffen. De stof wordt niet per meter verkocht, maar per hoeveelheid stof die een vrouw nodig heeft om zich te kleden, dus voor een, twee of meerdere pagnes. Lia heeft er ook een stuk stof, ter grootte van een pagne, gekocht. De meisjes waren hier erg blij mee. Verder zijn ze bezig met de bouw van een restaurant, waarmee ze straks hopen weer geld te kunnen verdienen. We hebben het bouwwerk gezien; moet van binnen en ook buiten met de aanleg van terrassen nog worden afgewerkt. De zusters zeggen dat het werken met de meisjes niet makkelijk is. Ze hebben allemaal een sterk karakter, anders waren ze bij hun man ook niet gevlucht. Toch zien ze het als hun hoofdtaak om deze meisjes te begeleiden naar uitzicht op een betere toekomst. 7
Vanavond eten we bij deze zusters. Zuster Adeline komt ons weer halen. Adelphe Rouamba is er ook weer en nog twee andere, jonge, zusters. Ze hebben de hele avond ontzettend veel pret. Het eten verloopt zeer chaotisch, maar heel gezellig. Eerst is er een salade. Maar omdat Lia niet zo veel had genomen en als eerste haar bord leeg had, kreeg zij meteen het volgende gerecht (kip) al op haar bord. Toen de kip op was, kwam de couscous en de aardappelpuree, gevolgd door het dessert (papaya). Zuster Adeline was constant aan het zorgen, zodat zij zelf geen tijd had om te eten. Dus de een was nog bezig met de salade, een volgende met de kip, een ander met de aardappels, de volgende met de papaya. Rini heeft namens de Stichting Balemans de zusters voor het meisjesverblijf geld gegeven voor hun vele goede werk. Bij het avondeten zegt zuster Augustine nogmaals dat ze niet weet hoe ze de Stichting Balemans moet bedanken. Zij zal tot God bidden dat het de Stichting Balemans nog lang gegeven is om haar werk te blijven doen. Na de maaltijd moeten we even naar buiten waar de meisjes zich verzameld hebben. Ze zitten allemaal gehurkt: hun manier om dankjewel te zeggen voor de financiële bijdrage. Een drukke, maar vooral zeer indrukwekkende dag vandaag. Niet alleen voor ons, maar ook voor onze reisgenoot/tolk Piet was het heftig. Er zijn veel bezoeken afgelegd, waarbij veel is besproken en er dus veel vertaald moest worden. Piet heeft dit perfect gedaan. Volgens zijn zeggen was het goed te doen. Het was vandaag een heldere lucht, dus ook een stuk warmer. Zowel voor als na het eten heeft Lia het verslag van deze dag nog gemaakt; om 22.30 uur gaan we slapen. Donderdag 13 januari 2011 Vannacht, na het naar de toilet gaan, duurde het wel een hele poos voor ik weer sliep. Ik hoorde honden blaffen, hanen kraaien, ezels balken en er zoemde een mug. Die mug heeft overigens goed zijn best gedaan, want vanmorgen werd ik wakker met wel negen muggensteken in mijn gezicht. Gelukkig is de spiegel niet zo helder, dus kan ik niet goed zien hoe dat er uitziet. We willen niet klagen, maar wat is het overal een ongelooflijk smerige bende. Alles ziet eruit of er na de tijd dat Trude en Riny hier zijn geweest in 2004 niet meer is schoongemaakt. (Volgens Piet bestaat er in de Afrikaanse talen die hij kent niet eens een woord voor het woord “onderhoud”). Dat is niet alleen in ons verblijf zo, maar overal waar we komen. Het is binnen net zo vuil als buiten. Dat er overal stof ligt, is goed te begrijpen, maar het sanitair zou toch wel schoner kunnen. Je krijgt niet het idee dat je van de douche veel schoner wordt, je durft er eigenlijk niet binnen te gaan; en dan hebben we het nog niet over de toiletten. Maar goed, verstand op nul en niet te nauw kijken. De reis vandaag gaat naar Bokin. We vertrekken om kwart over acht. Zuster Adeline vergezelt ons. In Bokin zijn ook zusters van dezelfde congregatie, de Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis, werkzaam. Het is vandaag, net als gisteren, helder en zonnig; geen stoffige mist meer. Wij vinden het al warm, maar zuster Adeline komt aanlopen met over haar habijt een pagne en daaroverheen een lekker dik Adidas trainingsjack, dus lekker warm gekleed! Voordat Frans Balemans naar Koudougou vertrok was hij nog vijf jaar werkzaam in Bokin. De weg ernaar toe is niet geasfalteerd, maar is toch redelijk berijdbaar. Na het regenseizoen wordt deze namelijk gelijk geschoven. Op een gegeven moment komen we langs een stuwmeer. Dat betekent dat hier wat meer bomen staan. Frans Balemans heeft indertijd bevorderd dat de mensen hier bijenkorven hebben geplaatst, zodat zij inkomen konden verwerven met de verkoop van honing. Hier ziet het er zo mogelijk nog droger uit dan gisteren. De dorpen liggen ook verder uit elkaar. Op een bepaalde plaats onderweg is het ineens weer druk. In dat gebied is kennelijk ooit goud gevonden, wat een enorme aantrekkingskracht heeft op de mensen. Zij gaan hier hun geluk beproeven met het zoeken naar goud. De chauffeur moet goed opletten, want er steken veel dieren onverwachts over. Een ezel heeft het niet overleefd en ligt dood midden op de weg. 8
Aankomst in Bokin om tien uur. We worden in Bokin welkom geheten door Abbé George Goudou en Theophile Goudou, twee priesters van deze parochie. De parochie is van oost naar west ongeveer 51 kilometer en van noord naar zuid 60 kilometer groot. Er wonen ongeveer 60.000 mensen, waarvan er ongeveer 5.000 katholiek zijn. Rond Pasen vinden er zo’n 50 volwassen dopen plaats, kinderen ongeveer 100 per jaar. Een groot probleem is hier dat vooral oudere vrouwen beschuldigd worden van “hekserij”, waardoor ze uitgestoten worden. De parochie doet ook veel aan opvoeding van jeugd. Er is een kleuterschool en lagere school en een opvanghuis voor gevluchte meisjes. Er zijn allerlei activiteiten om deze meisjes vooruit te helpen. Gevraagd wordt aan Abbé George of Ocades voor hen ook voordelen heeft? Dat wordt door hem bevestigd, want de parochie zou zonder steun van Ocades geen mogelijkheden hebben om de vrouwen en meisjes op te vangen. Ocades doet goed werk, zegt hij. Het is de long die de lucht erin pompt. We gaan een rondleiding maken over het terrein. Allereerst gaan we naar de kleuterschool. Alle kindjes komen aangerend om een handje te geven. De kindjes zien er allemaal heel armoedig gekleed uit, de een met een kapot hemdje, een ander loopt op maar één schoentje enz.; de kinderen hebben hier geen schooluniform. Daarna gaan we naar het oude vrouwenhuis, dat door Frans Balemans is opgezet. Frans had een zwak voor de oude vrouwen. Ze gaan weer zingen om ons welkom te heten. Traditie is, dat er eerst gezorgd wordt voor een zitplaats, dan wordt er iets te drinken gegeven en daarna volgt de begroeting. Het drinken (uit een kalebas) is hetzelfde drankje (= gierst) dat we gisteren kregen. Eerst is het helder van kleur, maar als ze er in roeren, wordt het melkachtig wit. Er zijn hier ongeveer 35 vrouwen in de leeftijd van 60 tot 90 jaar. Ze zitten er uitgeblust, gedesillusioneerd bij. Wat een triestheid. Een van de vrouwen neemt het woord en spreekt haar dank uit dat we gekomen zijn om hen te bezoeken. Ze hoopt dat we hen hulp willen blijven verlenen, omdat ze daarvan afhankelijk zijn. Een ander vraagt de groeten over te brengen aan Frans Balemans. Deze vrouwen blijven hier levenslang. Ze houden ook wat vee en hebben wat kleine landbouw. Als we weggaan krijgen we als dank een levende kip aangeboden, die Rini in dank aanvaardt. De poten zijn met een stukje plastic aan elkaar gebonden en de kip gaat in de kofferbak van de auto. Dan bezoeken we het meisjesverblijf. Ook hier weer hetzelfde ritueel: zitplaats, drinken, zingen. Hier zijn minder meisjes dan in gisteren in Kaya, omdat hier de ontwikkeling zo is dat er minder meisjes in een gedwongen huwelijk terecht komen. Zuster Pauline is hier hoofd. Ook hier houden de meisjes vee, ze maken bier, hebben een tuin, en ze maken zeep. Als cadeau krijgen we hier jam, een zestal grote stukken zeep en een tafelkleedje. Allemaal zelf gemaakt. Dit productieproces hebben ze ons laten zien. Volgens onze gegevens is voor 2011 geld gevraagd voor de hulp aan deze meisjes. Zuster Pauline lijkt hier echter niets van te weten. Kennelijk wordt door Ocades bepaald, welke projecten er worden aangedragen. 9
We gaan ook nog met de auto een paar kilometer verderop, waar de zusters een grote tuin hebben. Deze grond wordt gehuurd door de parochie, de zusters en de meisjes. Er zijn vijf vaste medewerkers in dienst voor het bewerken van de gewassen. Deze tuin grenst aan een stuwmeer, zodat water voorhanden is. Met een aggregaat pompen ze water uit het meer voor de bevloeiing van de gronden. De tuin staat volgeplant met uien. Dit is een product dat goed kan worden verkocht. Ze gebruiken het inderdaad overal in. Na alles bezocht te hebben gebruiken we hier de maaltijd. Ook nu weer wordt alles tegelijk op tafel gezet. We eten, verrassend, ook weer kip; elke dag twee keer kip. En dan de hele kip: poten, vleugels, borstkas en nek, zodat we moeten kluiven. Na de maaltijd moet Rini meteen naar de toilet, en ja hoor: diarree. Ook mijn darmen rommelen wat. Het blijkt dat het water, dat we te drinken kregen toen we aankwamen, niet uit een dichte nieuwe fles was (kwam wel uit een fles, maar was gevuld met bron/kraanwater!) Even niet goed opgelet. Of het kan ook zijn van het vreemde drankje uit de kalebas. Gelukkig had Lia loperamine bij en die werkt snel. Gelukkig maar; in de loop van de middag gaat het weer goed met Rini. We beginnen aan onze rit terug naar Kaya. We hebben nog extra passagiers: een mevrouw met een kind, die ergens onderweg uitstappen. Als ze hun bagage uit de auto halen, begint de kip te kakelen; hij leeft dus nog. We horen nu dat de bedoeling van de gemetselde, onafgebouwde huisjes van ongeveer 2,5 bij 2 meter die we overal zien staan is, dat de bouwers hiervan een optie claimen op het terrein, voor het geval dat ooit ontwikkeld wordt. Als we terug zijn geven we de kip mee aan zuster Adeline. Ze vraagt waar wij vanavond eten. Dat is bij de zusters van de kathedraal, zeggen wij. Zij zal de kip daar naar toe brengen. Later blijkt dat weer veranderd en we eten gewoon op ons verblijfadres. De zusters komen nog wel informeren of het weer goed gaat met Rini. Een bezorgde Adeline! Vrijdag 14 januari 2011 We gaan weer om 8 uur op pad. Deze ochtend naar Baasneré. Overigens zijn we toch altijd vroeg wakker, want om half vijf ’s ochtends klinkt vanuit de nabijgelegen moskee de oproep tot gebed en dat houdt nogal een poosje aan. Onze chauffeur Boureima vertelt dat de pastoor van Bokin al gebeld heeft om naar de gezondheid van Rini te informeren. Twee mensen, waaronder de directeur van het katholiek onderwijs en een heer van de onderwijsinspectie vergezellen ons. We gaan weer over een ongeasfalteerde weg. Kan het nog droger, nog schraler dan we de afgelopen dagen hebben gezien? Ja dus. Op sommige stukken groeit echt niets dan wat doornstruiken. Soms zie je een vrouw lopen, kindje op de rug, bepakking op het hoofd. Je vraagt je af, waar gaat ze naar toe? In de wijde omtrek is er niets te zien, geen dorpje, geen hutje, niets. Kilometers moeten ze zo lopen.
10
In Baasneré aangekomen zien we de in 1959 gebouwde lagere school. Er zijn 6 klassen met ongeveer 200 leerlingen van 6 tot 12 jaar. De school is destijds gebouwd door de witte paters. Met geld van de Stichting Balemans is hier ook weer een waterput aangelegd, waar de kinderen kunnen drinken. Toen er nog geen water was, hadden de kinderen het toch wel zwaar. Overigens is later op korte afstand ook een put aangelegd door de moslims, met steun van Khadaffi.
De kinderen eten ook op school. Twee vrouwen zijn bezig het vuur te stoken, waarop de ketels met rijst en bonen gaar worden gekookt. De kinderen moeten elke morgen twee stokken meebrengen voor het vuur. De rijst wordt bekostigd door de regering. Het restant van onze pennen hebben we hier afgegeven. Daarna hebben we nog de dorpschef bezocht. Dit schijnt een heel invloedrijke man te zijn. Hij heeft Frans Balemans ook goed gekend. Ook hier weer volgens de traditie: eerst een zitplaats, dan drinken, dan begroeten. Drinken hebben we dus niet echt gedaan, alleen de kom naar onze mond, meer niet. Hij bedankt ons voor het water voor de kinderen en hoopt ook dat de Stichting Balemans haar werk zal blijven voortzetten. Als we terug zijn, is het nog te vroeg om te gaan eten. We hebben nog tijd om een bezoek te brengen aan het ADRK, dat door Frans is opgericht. ADRK staat voor Association pour Developpement de la Region de Kaya. We ontmoeten Lucien Ouedraogo. Hij is thans interimdirecteur, omdat de vorige, door Frans aangestelde, directeur in oktober 2009 is vertrokken. Het ADRK had oorspronkelijk een tweeledig doel: voorlichting voor de boeren en een spaar- en leensysteem om de boeren van de nodige uitrusting (ploegen, karretjes, ezels) te voorzien. In 200-2001 is het spaar- en leensysteem verzelfstandigd. Ze wilden een onafhankelijke boeren organisatie worden, terwijl de ADRK voortging met zijn voorlichtingsprogramma. Beiden hebben volgens Lucien een institutionele/groeicrisis doorgemaakt. 1. Het voorlichtingsprogramma had verschillende onderdelen: landbouw en veeteelt, bescherming van het milieu, bomen planten, promotie van een vrouwenbeweging, gezondheidsvoorlichting. Deze activiteiten waren sterk afhankelijk van financiële steun van buiten. Maar in de loop der jaren zijn de meeste buitenlandse financieringen niet vernieuwd (Lucien wijt dat aan de toenmalige directeur). Alleen het gezondheidsprogramma bleef steun krijgen van de Nederlandse ambassade. Ook deze directe steun is nu beëindigd, maar ze kunnen nog blijven doorgaan dankzij een soort “basket financieringen” (verschillende donoren doen hun bijdrage in een gemeenschappelijke “mand” en ook de begunstigden, zowel regeringsinstellingen als particuliere organisaties moeten ook samenwerken). Lucien is de direct verantwoordelijke voor het gezondheidsprogramma. 2. Het verzelfstandigde spaar- en kredietprogramma heeft ook zijn moeilijkheden. Ze wilden volledig onafhankelijk zijn, ook ten opzichte van het bisdom. Er waren ongeveer 17.000 leden in het programma d.w.z. families en elke familie bestaat gemiddeld uit 7 à 8 personen. Dus in zekere zin een machtige organisatie. Maar om redenen die niet verder werden uitgelegd, zijn er veel achterstallige betalingen. De nu onafhankelijke organisatie (of de leiding daarvan), die als financieel instituut onder het toezicht van het Ministerie van Financiën staat: wil dat de ADRK? 3. Maar Lucien sprak ook van een zekere heropleving van de ADRK. Hij noemde het een “sursaut d’orgueil” (een opleving uit fierheid). Mensen die niet willen dat de ADRK als een mislukking wordt beschouwd hebben in het afgelopen jaar geld bij elkaar gebracht en zo zijn ze in staat geweest een aantal boeren te helpen met ploegen, karretjes en ezels. Hij heeft verder niet uitgelegd waar het geld vandaan kwam en op welke voorwaarden mensen dit materiaal kregen. 11
N.B. Later in de week hoorden we van Adelphe Rouamba dat de voorzitter van de ADRK ons graag had willen spreken. Het middagmaal hebben we genuttigd in tegenwoordigheid van de econoom van het bisdom, een aalmoezenier en Adelphe Rouamba. We hebben even rust en vertrekken weer om 15.00 uur, dit keer naar twee projecten in Kaya. Eerst naar ISTA (Institute Sainte Thérèse d’Avila). Dit is een middelbare school alleen voor meisjes. Het is een particulier college en de ouders moeten er dus voor betalen. Er zijn 340 leerlingen, waarvan ongeveer 100 uit Kaya. Deze gaan elke dag met de fiets of te voet naar huis. De rest is intern. De bisschop probeert voor zoveel mogelijk meisjes, waarvan ze op de lagere school zien dat ze begaafd zijn, de schoolkosten te betalen. Voor alles samen, dus internaat, eten, uniform en boeken, moet 355.000 CFA’s worden betaald (= € 518,00). Dit is erg veel voor veel ouders. De kosten voor het runnen van de school zijn ook hoog; voor elektriciteit moet bijv. al 500.000 CFA’s per maand worden betaald. Als ze geld hebben, willen ze zonnecollectoren gaan aanschaffen. Dit zou al veel besparen. Ook hier is de watervoorziening bij de school door de Stichting Balemans bekostigd. Er is een watertoren, die 30 kuub water kan bevatten en een waterput, waarmee 9 kuub water per uur kan worden opgepompt. Daarna gaan we naar de ESPK, staat voor Ecole Superieure Polytechnique de Kaya. Dit is een technische hogeschool/universiteit voor zowel jongens als meisjes. Het ligt op een terrein van 40 HA, dat eigendom is van het bisdom. Zij hebben het geschonken gekregen van de chef van Boussouma, een zeer invloedrijk persoon hier in de streek van Kaya. Er zijn momenteel 65 studenten. Er zijn twee studierichtingen: elektronica en informatietechniek. Er is door de Stichting Balemans materiaal geschonken voor het vak bouwkunde. En ook hier weer is de watervoorziening door de Stichting betaald. Ze hebben wel pech gehad, want de watertoren is omgewaaid (lag er nog). Er is wel een nieuwe geplaatst. Verder is op dit terrein een polyvalent centrum voorzien. Dit houdt in dat er verschillende gebouwen moeten komen voor de opvang van allerlei studiebijeenkomsten voor de priesters, religieuzen, catechisten en lekenleiders, zoals vergaderzalen, slaapplaatsen en een zusterhuis voor de zusters die voor het runnen van het hele centrum moeten gaan zorgen. Vanwege de toename van het aantal priesters en andere pastoraal werkenden is er nergens geen ruimte meer om deze te kunnen plaatsen; de fraternité waar wij nu verblijven bijv. is te klein geworden. De toezegging die door het bestuur van de stichting is gedaan om hiervoor € 100.000 beschikbaar te stellen, wordt besteed aan een gebouw, waarin zes kamers komen (slaapgelegenheid). Er is tot nu toe slechts € 20.000 betaald, terwijl de bouw nu al meer heeft gekost. Het bestuur van Balemans heeft de betalingen stopgezet omdat niet duidelijk was hoe de stand van zaken was; er waren problemen met de constructie etc. Geconstateerd kan worden dat de ruwbouw er staat en het dak ligt er ook op. De stukadoor was bezig. Rini heeft van de stand van zaken enkele foto’s gemaakt, zodat hij het bestuur kan informeren over de voortgang van de werkzaamheden (en de betalingen). De bouwwerkzaamheden worden uitgevoerd door de aannemer waar het bisdom meer mee werkt. De controle op de bouw, maar ook de zaken rondom BTW en douane betreffende invoer van materialen, wordt door Ocades gedaan. 12
Na terugkomst van onze bezoeken vandaag is pater Willy Burm gearriveerd. Hij is nog de enige Nederlandse witte pater, die werkzaam is in Burkina Faso. Hij werkt in Aribinda, in het uiterste noorden. Omdat hij voor enkele zaken in Ouagadougou moest zijn, is hij langs Kaya gekomen om ons te ontmoeten. Hij gaat met ons mee naar het bisschopshuis voor de maaltijd. Hij is een gezellige prater en we hebben dan ook een fijne, ontspannen avond. Zaterdag 15 januari 2011 Er stond vandaag maar één activiteit op het programma, dus we dachten dat het een rustige dag zou worden. Er wordt vandaag een nieuwe parochie opgericht, door bisschop Thomas Kabore, de achtste in het bisdom Kaya, in het plaatsje Dargo. De feestelijke viering begint om half tien, maar omdat het twee uur rijden is hier vandaan, vertrekken we al om 6.30 uur. Dat betekent om 6.00 uur ontbijten, dus vroeg op. Zr Adeline, Adelphe Rouamba en nog iemand van Ocades reden met ons mee. Met 8 personen dus in de auto. Zr Adeline is heel onderweg weer aan het giechelen en met haar mobieltje aan het spelen/bellen. Het is onbegrijpelijk dat hier in dit land de mobiele telefonie zo goed werkt. Als we onze schoondochter Annelies bellen als ze in Gilze op Altena is, valt de verbinding constant weg, en hier, in the middle of nowhere, kan voortdurend worden gebeld (wat ze dus ook constant doen). Adelphe had al gezegd dat de weg naar Dargo niet zo best zou zijn, dus Rini neemt uit voorzorg maar een reistabletje in. Het voordeel is dat we rijden in een degelijke, veilige, grote Toyota Land Cruiser, die kan wel over de onverharde wegen. Op diverse plaatsen lijkt de weg op een geribbeld wasbord; dat geeft een hoop herrie en trillingen. Verder zitten er zo’n 56 diepe betonnen uithollingen op dit stuk weg. In het regenseizoen stroomt daar water door. Onze driver Boureima kent de weg goed; hij rijdt van links naar rechts om de kuilen te ontwijken. Hij rijdt stevig door, om dan weer plots te remmen voor de diepe bakken. Op een paar kilometer afstand voor Dargo maant Rini hem om te stoppen; hij is misselijk en moet overgeven. Toen alles eruit was, en Boureima rustiger ging rijden, ging het weer beter. Dat alles zo kaal is ligt aan de tijd van het jaar. Normaliter begint het in juni te regenen tot en met september/oktober. Dan heeft de oogst nog een maand tijd om te rijpen, waarna alles van het land wordt gehaald. Je ziet inderdaad nog wel de stoppels van de gewassen op de velden. In Dargo aangekomen was er eerst een ontvangst in het parochiecentrum. We konden even koffie drinken; daar waren we wel aan toe na zo’n rit. Toen we daar even buiten stonden, werd je zowat gezandstraald vanwege de harde wind en de zanderige grond. Even later gingen we naar de kerk, die iets verderop stond. Een ontelbare mensenmassa (1.500-2.000 mensen) was er gekomen. Wij kregen zitplaatsen vrij ver vooraan in de kerk, naast het koor. De meeste priesters van de andere parochies waren er en ook Piet mocht bij de priesters aan weerszijden van het altaar plaatsnemen. Verder zagen wij veel mensen die wij bij onze eerdere bezoeken al hebben ontmoet. De viering was in de plaatselijk taal, het Mooré, dus te verstaan was er niets, maar te genieten des te meer. De mensen hadden voor deze feestdag hun mooiste kleren aan. Er waren heel veel moeders met kindjes (ook leden van het koor) en als die huilden, dan gingen ze gewoon aan de borst. Eigenlijk hadden we hier een filmcamera nodig gehad, want wat hier allemaal gebeurde is niet uit te leggen. Toen de bisschop met zijn gevolg binnen kwam en later ook bij het binnenbrengen van het evangelieboek en de offergaven, begonnen de mensen te joelen zoals bij ons tieners doen voor een popidool. De vrouwen maken daarbij een razendsnel klikklakgeluid met hun tong. De vrouwen hebben sowieso hele schelle stemmen en ze zingen heel hard. Het werd een hele happening. Veel sprekers, waarbij ook pater Frans Balemans voor zijn werk in Burkina Faso nog werd bedankt, veel zang, met muziek, dans en tromgeroffel, zo’n 50 kinderen die werden gedoopt en op het einde van de viering dansend, met swingende heupen, door de gangpaden, Madame La Maire voorop!! 13
Al met al duurde dit festijn wel vier uur. Hierna gingen we terug naar het parochiecentrum, waarvan de officiële opening nog moest plaatsvinden, door middel van het doorknippen van een lint door de bisschop. Daarna werd er ook nog gegeten door misschien wel zo’n 200 mensen. In eerste instantie leek het goed georganiseerd te zijn, maar toen het eten moest worden opgeschept werd het al snel een ongeorganiseerde bende. Rond vier uur vertrokken we uit Dargo voor de weg terug naar Kaya. Boureima reed nu een stuk rustiger, waardoor Rini niet wagenziek werd. Onderweg stopten we bij het plaatsje Boko. Hier liet Adelphe ons een “school” zien. De kinderen waren er niet, omdat het zaterdag was. We hebben wel met de directeur gesproken, die toevallig daar rondliep. Het waren kleine ruimtes met oude houten bankjes en wat doorgezakte rietmatten als dak. Het was haast niet te geloven dat in deze krotjes les kan worden gegeven. Toch zitten hier zo’n 240 kinderen op school. Je snapt niet waar ze allemaal vandaan komen, maar de helft van de bevolking is onder de vijftien jaar, dus heel veel kinderen. Verder bezoeken we hier in Boko nog een project van Ocades. Er wordt hier hard gewerkt aan de bouw van een gezondheidscentrum met o.a. een kraamkliniek, een apotheek en een medische post, met daarbij drie woningen voor het medisch personeel. Dit project is bestemd voor tien omliggende dorpen. Het geld voor dit project is geschonken door een Spaanse vrouwenorganisatie. Om half zeven zijn we terug en om half acht worden we alweer door Adelphe opgehaald om te gaan eten bij het seminarie. Het seminarie heeft van de Stichting Balemans vijf runderen en een aantal schapen gekregen, waar ze mee fokken. De runderen worden vetgemest en na een half jaar kunnen ze deze met een winst van 150.000 CFA’s verkopen. Ook de schapen kunnen goed worden verkocht aan de moslims. Zondag 16 januari 2011 Om kwart voor zeven worden we door Adelphe opgehaald om mee te gaan naar de kathedraal. Hij en Piet gaan zich daar aankleden om mee voor te gaan. Wij worden door een zuster begeleid naar de voorste bank. We schatten dat er wel zo’n 500 mensen in de kerk zijn. De mis is ook hier in de plaatselijke taal. Het koor doet weer zijn uiterste best. Er staan drie microfoons voor, maar die hadden ze maar beter weg kunnen laten, dan had het zeker nog hard genoeg geklonken. Hier weer hetzelfde ritueel als gisteren, wat betreft het joelen en klikklakken met de tong. De priester hield een erg lange preek, waarbij veel werd gelachen. Aan het eind volgden, net als bij ons, de mededelingen, alleen duurde dat hier ook weer erg lang. Er zijn hier nog veel mensen die niet kunnen lezen en schrijven, dus wordt er in de kerk veel verteld. Als dat is gebeurd roept Adelphe ons naar voren en gaat hij uitleggen wie we zijn en waarom we hier zijn. Er wordt weer luid gejoeld en geapplaudisseerd. Deze mis duurde ruim twee uur. Het koor heeft Adelphe nog aangesproken, om Frans Balemans speciaal te bedanken. Zonder hem zou het koor niet tot stand zijn gekomen. De mannen vonden het destijds maar niks, dat de vrouwen bij het koor gingen. Frans heeft toen die families allemaal afzonderlijk bezocht om de mannen van gedachten te doen veranderen en de vrouwen te laten gaan. 14
Na de mis moesten we nog ontbijten en daarna vertrokken we, met Adelphe, naar Laongo. Daar was een park waar door kunstenaars uit verschillende landen, van diverse rotsblokken die daar liggen, prachtige sculpturen zijn gemaakt. Een gids ging mee om de bedoeling achter de afbeeldingen uit te leggen. Daarna was het tijd om te gaan eten.
In Ziniare wilde Adelphe eerst nog een bezoek brengen aan het weeshuis. We kwamen hier onverwacht aan rond etenstijd en de zusters wilden dat we zouden mee-eten. We hebben wel wat gedronken maar eten hebben we geweigerd. In dit weeshuis zijn 120 kinderen, die variëren in leeftijd van 0 tot 12 jaar. Hier zijn kindjes die te vondeling zijn gelegd of die zijn afgestaan. Er was bijvoorbeeld ook een drieling, waarvan de moeder bij de geboorte was overleden en vader weet niet hoe hij de kinderen moet grootbrengen. Het is erg moeilijk om aan voldoende babyvoeding te komen, omdat de moedermelk hier natuurlijk ontbreekt. Erg triest allemaal. Om te eten stopten we bij een restaurant in Ziniare, maar het enige wat er te krijgen was, was gebraden kip. Omdat ze willen dat het de gasten aan niets ontbreekt, vond Adelphe dit maar niets en zijn we een heel stuk terug gereden richting Ouagadougou, waar we ook gegeten hebben toen we van Ouagadougou naar Kaya reden. Zodoende waren we pas weer rond vier uur terug. We hebben eerst nog een stukje van het verslag gemaakt en zijn daarna nog een rondje gaan lopen. In die achterafstraatjes is van alles te zien en te koop. Toen we terugliepen zagen we een internetcafé en hebben geprobeerd om naar huis te mailen, maar dat is weer niet gelukt. Na het eten hier ook nog een keer geprobeerd, maar ook dat ging niet. We hadden wel verbinding maar kregen steeds de melding dat de webpagina niet kan worden weergegeven. Om half tien gingen we slapen, omdat we morgen om kwart voor zeven op moeten, ontbijten en op weg naar Boulsa. Maandag 17 januari 2011 Piet zegt dat de behuizing in de dorpen niet veel is veranderd in dit land sinds de tijd dat hij hier werkte. Wonen heeft ook geen prioriteit, de mensen zijn toch hele dagen buiten. Wat momenteel prioriteit heeft is: scholing (heel belangrijk natuurlijk) en opvoeding, betere voeding en uiterlijk. Dat laatste was ons ook al opgevallen, want heel veel vrouwen hebben een kleurtje in het haar en het haar is vaak kunstig ingevlochten, dus daar wordt inderdaad geld aan besteed. Ook de kindjes hebben al ringetjes in het oor en mooie kapsels. Zr Adeline gaat weer met ons mee naar Boulsa. Ze is te laat en als ze wordt gebeld krijgen we als antwoord dat ze bezig is te komen. Als ze er is vertrekken we naar Boulsa (de onverharde weg die 15
we afgelopen zaterdag ook hebben gereden). De zuster vertelt dat er gisterenavond laat nog door de zusters van het weeshuis is gebeld, om ons nogmaals te bedanken voor de gift. We maken eerst een tussenstop in Bonam bij het CSPS (Centre de Santé et de Promotion Sociale). Hier is gevestigd een gezondheidscentrum, bestaande uit een polikliniek, een apotheek, een kraamkliniek en een consultatiebureau. Door de Stichting is hier ook een waterboring bekostigd. Frans Balemans is hier samen met zuster Lucien ook actief geweest. Hier in Bonam in de kraamkliniek hebben we Yvonne Sedougou ontmoet. Zij was er bij toen drie zonen van Piet en Will Boomaars hier zijn geweest om een gedachtenisplaatje aan hun moeder Will, op te hangen. Zij herinnert zich dat nog goed. Het gedachtenisplaatje kunnen wij eerst niet ontdekken. Yvonne wijst wel op de muur, die vol hangt met affiches en we voelen of het er soms achter hangt. In eerste instantie wordt niets gevonden. Yvonne houdt stellig vol, dat het aan die muur heeft gehangen. Mogelijk dat iemand het weg heeft gehaald? Ze wil gaan navragen of iemand er iets van weet. Dan gaat Rini nogmaals met de handen over de affiches en voelt dan dat het er toch achter zit. De affiches worden weggehaald en we kunnen het plaatje op de foto vastleggen. We staan stil bij de gebeurtenis van toen en we bidden voor de zielenrust van Will. Daarna worden we rondgeleid door de kraamkliniek. Alle vrouwen uit de dorpen komen hier om te bevallen, alleen als een bevalling heel snel gaat gebeurt het thuis. Er zijn ongeveer 20 tot 40 bevallingen per maand. We zien nog een baby die gisteren is geboren, in een roestig ijzeren bedje met wat lappen toegedekt. Na de geboorte komen de vrouwen hier met hun kindje naar het consultatiebureau, waar ze ook voorlichting krijgen over gezinsplanning. De vrouwen willen dat wel, maar de mannen veelal niet. Het centrum wordt momenteel geëxploiteerd door de gezondheidsdienst van de regering. Hierna rijden we door naar Boulsa. We worden welkom geheten door de pastoor van de parochie Boulsa op de pastorie. Hij is hier pas sinds augustus pastoor, daarvoor was hij leraar op het klein en groot seminarie. Er zijn 41 buitenposten; dat zijn plaatsen waar een catechist is. Na een glaasje water gaan we naar de zusters Franciscanessen. Ook hier wordt ons weer water aangeboden, maar we zien dat dit niet uit een afgesloten fles komt, dus we drinken het niet, ook al hoort dat eigenlijk niet zo. De zusters hier bemiddelen met Foster Parents Plan; zij ontvangen van hen geld voor de kinderen en houden een oogje op de besteding van het geld. Het management van de huishoudschool, die destijds door de zusters is opgericht, is drie jaar geleden overgedragen aan een vereniging. Op de huishoudschool zitten jonge meisjes, waarvan sommigen nooit of slechts een paar jaar naar school zijn geweest. Ze leren hier dan ook lezen en schrijven, eerst in hun eigen taal en later ook in eenvoudig Frans. Verder leren ze naaien, breien, borduren, informatica etc. Veel jonge meisjes hebben al een kind en die worden gewoon meegebracht naar school. De directeur van de huishoudschool bedankte ons voor het feit dat we de moeite hebben genomen om de school te bezoeken en onze interesse en waardering te tonen voor hun werk. 16
Verderop zit een groep gehandicapte meisjes en vrouwen. Zij zijn aan het handwerken en hebben hier ook een winkeltje, waar ze de gemaakte spulletjes verkopen. We kopen een mooi popje en iedereen is weer blij. Na deze rondleiding krijgen we onze kamer toegewezen. Buiten ziet het er hier redelijk uit, dus ik dacht dat de kamers ook wel zouden meevallen. Maar dat viel ontzettend tegen. Het is zelfs nog veel viezer dan in Kaya, vooral de toilet. Dit is echt niet leuk meer; het liefst zou je hard willen weglopen. We gaan hier dus echt niet douchen, een washand door het gezicht en weg uit dat vieze hok. Bovendien zit er ook nog een gekko op de kamer, dus ik vrees dat ik vannacht geen oog dicht doe. Misschien loopt dat beest wel over het bed vannacht, grrrrrr. Niet meer aan denken en gewoon doorgaan. Na het eten, dat overigens goed was, ontmoeten we twee meisjes die gevlucht zijn uit een gedwongen huwelijk. Eén meisje is al op haar dertiende weggegeven aan een oude vent. Een catechist heeft haar geholpen te vluchten. Ocades ontvangt van de Stichting Balemans geld voor de opvang van deze gevluchte meisjes. Dit wordt gedeeld over de parochies Kaya, Bokin en Boulsa. Ook de oude vrouwen in Pissila delen mee uit dit fonds. In tegenstelling tot in Kaya en Bokin worden de meisjes hier niet opgevangen in tehuizen, maar worden ze geplaatst in het gezin van een catechist. ’s Middags bezoeken we zo’n gezin. We spreken onze waardering uit voor het werk dat ze doen. Overigens is het in dit land sowieso nog steeds zo, dat de vrouwen onderdanig zijn aan de mannen; in het westen worden de vrouwen al wel wat zelfstandiger. Na het bezoek aan de familie hebben we verder rondgelopen over het terrein van de parochie. Er is ook een project, gefinancierd door “Help Burkina Faso” (een stichting waarvan Sjef Teunissen uit Oud-Gastel, een zwager van Willy Burm die wij eerder ontmoet hebben, één van de oprichters is). Hier verblijven meisjes die in deze streek onderwijs volgen, maar die te ver weg wonen om iedere dag naar huis te gaan. De ouders moeten ongeveer € 37,50 per jaar betalen. Hiervan kan niet het eten worden betaald, dus daar moeten de kinderen zelf voor zorgen; iedereen kookt zijn eigen potje. Toen gingen we nog langs het kantoor van de huishoudschool. Tevens houdt deze vereniging zich ook bezig met hydroliek, bebossing, landbouw, alfabetisering, microkredieten, etc. Ten dele een concurrent van Ocades?? Het is erg warm, we zijn moe en we beginnen onze belangstelling te verliezen. Het ziet er hier ook zo kaal, verlaten, vies en deprimerend uit. Die indruk had ik zaterdag al meteen toen we op weg naar Dargo door Boulsa kwamen. Gelukkig blijven we hier maar één nacht. ’s Avonds gegeten op de pastorie van Boulsa bij Abbé Lambert. Meteen na de maaltijd werd Lia niet lekker; wij zijn direct naar onze kamer gegaan, Lia rechtstreeks naar de toilet, diarree!!! Met een ingenomen pilletje meteen maar gaan slapen. Omdat het mailen ook in Boulsa niet lukt, stuurt Rini een sms-bericht naar Tim Meuldijk van het Propagandabureau Breda, dat het met ons goed gaat. Tim wordt gevraagd dit bericht naar de andere leden van het bestuur van de Stichting Balemans door te sturen. Dinsdag 18 januari 2011 De nacht is voor Lia onrustig verlopen; enkele keren naar de toilet geweest (ook overgeven) en de angst voor de gekko. ’s-Nachts nog een pilletje ingenomen; met tussenpozen geslapen en om 6.30 uur opgestaan. We gaan enkel met een washandje door het gezicht om wat op te frissen, verder blijven we uit de “badkamer”. Om 7.30 uur was het ontbijt. Omdat Rini het theewater hier niet vertrouwt gaat hij de waterkoker en een afgesloten fles water halen en gaat in de ontbijtkamer eigen water koken, zodat we zelf thee kunnen zetten. We worden toch wat voorzichtiger. 17
Na het ontbijt nemen we afscheid van Abbé Lambert en zijn team en vertrekken om 8 uur naar Tougouri. Dat ligt 90 km verderop. We rijden op de voor ons bekende roodkleurige/oranje onverharde zandbaan, echter zonder de vele betonnen waterbakken van afgelopen dagen. Onderweg komen we een paar grote barages (stuwmeren) tegen, die dienen voor de opvang van het water in het regenseizoen. Nabij deze barages zie je vaak dat daar bouwstenen worden gemaakt van gedroogde klei, omdat daar de leem en water beschikbaar is. De stenen worden meestal met ezelskarretjes afgevoerd naar de bouwplaats. Verder zien we vandaag onderweg opvallend veel vee lopen (schapen, geiten, ossen en koeien). Vaak zijn het kinderen die op het vee moeten passen, waardoor deze kinderen niet naar school gaan. Het vee is belangrijker dan de school voor die kinderen. Vee wordt namelijk niet alleen gezien als een productiemiddel, maar meer nog als een soort spaarsysteem: als ze geld nodig hebben verkopen ze vee of andersom kopen ze vee bij. We komen om 10.00 uur in Tougouri aan. Onderweg hebben we dan de vele kinderen en honderden mannen en vrouwen zien lopen, fietsen of met brommers en ezelkarretjes gezien, echter slechts één auto op deze 90 km. Ons eerste werkbezoek vandaag is het vormingscentrum CFC Saint Luc de Tougouri. CFC staat voor Centre de Formation de Catechistes. We spreken hier met directeur Abbé Dennis. Het vormingscentrum kent nu 78 leerling-catechisten, waarvan 21 echtparen. De opleiding duurt vier jaar. De eerste twee jaar bestaan uit algemene vorming: lezen en schrijven, voorlichting op sociaal gebied en over hoe je een gezin onderhoudt en gezinsplanning, maar ook een technische opleiding en een opleiding op het gebied van landbouw en veeteelt, zowel in theorie als praktijk. De laatste twee jaar krijgen ze bijbel, catechese en liturgie. Hun vrouwen en kinderen mogen pas in het 3e/4e leerjaar meekomen en gaan dan gezamenlijk op het centrum wonen. Ze krijgen een kleine toelage voor petroleum en ze worden ook geholpen met het betalen van medicijnen en schoolkosten voor de kinderen. Ze beginnen 's morgens om kwart voor zes met een mis, overdag zijn ze in de klas en 's avonds zijn er gezamenlijke bijeenkomsten voor o.a. muzieklessen, sport e.d. tot 22.00 uur. Na hun opleiding gaan ze terug naar hun dorp; hier moeten ze een voorbeeldfunctie vervullen, ook als modelboer. Met het in de praktijk brengen van hun kennis, worden ze de aminators in de dorpen. De Stichting Balemans geeft ze na hun opleiding enige hulpmiddelen; ze krijgen dan een karretje, een ezel, een ploeg en een fiets mee naar huis. Afgelopen jaren (sinds 1993) zijn er 317 catechisten afgestudeerd.. De opleiding duurt 4 jaar; tijdens het regenseizoen lopen de leerlingen stage in het dorp. Hierna bezoeken we een project in het kader van bebossing. Ook langs de omheining van het centrum zijn bomen (doornstruiken) geplant, met wisselend succes. We gaan naar een gebied vlak bij een barrage, waar ze water kunnen oppompen. Het gebied is aangeplant met sinaasappelbomen, bananenplanten e.d. en er zijn ook velden met groenteteelt, zoals uien, tomaten en kool. Het is deels een project van de bewoners uit de streek en Ocades en voor het andere deel van het Bisdom Kaya. Er werken 5 personen en tal van vrijwilligers. Deze ontvangen geen salaris, maar een bepaald percentage van de verkoopopbrengst. De tomaten zijn moeilijk te verkopen en de korte houdbaarheid is ook een probleem. Anders is dat bij de teelt van uien. Dat gaat beter; deze kunnen langer bewaard blijven; daarom is er een kleine loods gebouwd om de uien op te slaan om ze later tegen hogere prijzen alsnog te verkopen. We hebben daar gesproken met de beheerder van het complex. Hij vroeg de Stichting Balemans om een nieuwe waterpomp, omdat de oude niet (meer) gemaakt kan worden. Deze pomp is van groot belang voor het bevloeien van de velden, zeker met deze hitte. Veel producten komen nu niet tot hun recht. 18
Rini laat via Piet weten dat het zo (met alle waardering) niet werkt; projecten worden aangemeld bij Ocades, die ze jaarlijks toetst aan de afgesproken 14 criteria projecten en binnen het budget indient bij het bestuur van Stichting Balemans. Overigens kan Rini wel melden dat volgens hem het bestuur voor 2011 o.a. een project heeft goedgekeurd voor de aanschaf van een waterpomp voor de groenteteelt. Ocades is hierover november/december jl. geïnformeerd. Hoogstwaarschijnlijk heeft Ocades het probleem van de waterpomp eerder onderkend en wordt het probleem nu binnen afzienbare tijd opgelost. Tijdens het middageten kaart Abbé Dennis van CFC nogmaals het belang van de catechisten aan. Het pastorale werk wordt in belangrijke mate ondersteund door de vele catechisten die het CFC aflevert. Verder hangt de toekomst van het land Burkina Faso af van de kinderen; daarom is scholing zo belangrijk, voor velen alfabetiseringslessen, voor anderen basisonderwijs en vervolg middelbaar onderwijs (college), daarbij zonder onderscheid te maken in geloof, dus voor iedereen!! Om 15.30 uur was een werkbezoek gepland bij gehandicapten (in de thuissituatie). Omdat de begeleider van het gezin niet beschikbaar was, wordt dit bezoek uitgesteld. Daarom hebben we even tijd voor iets anders en proberen wederom te internetten. Lukt nog steeds niet met onze notebook. We krijgen wel verbinding, maar krijgen steeds de melding dat de webpagina niet kan worden weergegeven. We mogen op het kantoor van ons verblijfadres een computer gebruiken en zenden mails naar onze kinderen en familie. Hopelijk komen de mails goed aan. Aangezien Lia nog niet helemaal lekker is (moet nog steeds vaak naar de toilet) gaat ze niet mee naar het avondeten. Vanavond zijn we voor het eten uitgenodigd bij het team van de kathedraal van Kaya. Coca-Cola is goed voor Lia, maar deze hebben ze niet meer in de keuken bij de kathedraal. Adelphe Rouamba gaat elders enkele flesjes cola halen/kopen en geeft deze om plm. 21.30 uur op onze kamer af. Wat een service!! In de tijd dat Rini eten was is Zr Adeline nog bij Lia op bezoek geweest om te vragen hoe het met haar gaat. Echt een zorgzame zuster!! Woensdag 19 januari 2011 Om 6.45 uur opgestaan. Met Lia gaat het gelukkig een stukje beter. Na kwart over negen gisteravond is ze afgelopen nacht nog twee keer naar de toilet geweest. Om half zes vanmorgen twee pillen ingenomen en om 8.00 uur nog een, om de zaak definitief te stoppen. Het ontbijt valt goed bij Lia; we koken weer zelf met onze waterkoker het theewater. Om 8 uur onze afspraak (die gisteren vervallen was) bij een vereniging van gehandicapten in Kaya. De Stichting Balemans heeft deze mensen in het verleden gesteund. We spreken met drie vertegenwoordigers van een club van twintig mensen. Balemans heeft hen een lasapparaat en soldeerbouten ter beschikking gesteld. Veelal met afvalmaterialen produceren ze zinken watergieters, emmers en een soort ijzeren barbecues, waarop de vrouwen kunnen koken. De afzet is goed omdat ze meestal op bestelling werken. Ook wordt er leer bewerkt, waarvan tassen e.d. worden gemaakt. Hiermee hebben 19
8 van de 20 mensen werk. Ze zijn de Stichting Balemans hiervoor zeer dankbaar. Ze geven een kleine demonstratie. Het idee dat wij vaak hebben, dat het geld niet op de goede plaatsen terecht komt, weerspreekt hij. “Bij ons is het goed aangekomen”, zegt hij. Verder heeft Balemans een aantal driewielers gekocht voor hen, zodat deze gehandicapten zich kunnen verplaatsen. Ze vragen Pater Balemans de groeten te doen. Als van onze kant gezegd wordt dat Frans Balemans al ruim 80 jaar is, zegt een van de vrouwen dat ze hoopt dat hij wel 120 jaar wordt. Hierna rijden we naar een volgende plaats waar gehandicapten zijn bijeengekomen. De totale groep bestaat uit 30 personen. Overigens is dit geen project van Balemans, maar geeft wel aan dat de gehandicapten niet meer in een kamertje worden opgesloten, maar dat ze ook deel willen uitmaken van een gemeenschap. Ocades, RBC en een stichting uit Geldrop heeft hen geholpen met de aanschaf van driewielers; eerst werden de banden beschikbaar gesteld, toen heeft een plaatselijke lasser de frames voor de fietsen gelast en hebben zij ze zelf in elkaar gezet. Verder zijn er protheses gefinancierd voor een aantal mensen. Ze tonen hiermee aan dat de aangeboden hulp uitermate goed is besteed, in samenwerking met het RBC. Ook worden gehandicapte kinderen niet meer verborgen gehouden; deze vereniging probeert dat te veranderen, samen met haar zustervereniging in Tougouri. In afwijking van het bezoek aan de eerste groep, heeft deze groep van gehandicapten geen specifieke activiteit. Alleen de woordvoerder van deze groep heeft een eigen wasserij (met een elektrische wasmachine, droger en elektrische strijkbout). Hij is bereid vorming te geven, zodat ook andere gehandicapten een werkplaats kunnen oprichten. Het voordeel van lid zijn van deze vereniging is dat ze gemakkelijker aan onderdelen voor de fietsen kunnen komen en ze kunnen elkaar ondersteunen. Nogmaals dank aan Ocades en Balemans voor hun hulp. Om 9.30 uur rijden we naar Pissila, plm. 30 km van Kaya. Onze chauffeur Boureima weet de weg weer perfect te vinden. Het is veilig rijden met hem, hij komt uit de streek en weet als geen ander overal de weg en bovendien vertelt hij onderweg het nodige over landschap, bewoners en andere zaken. Velen kennen hem ook en groeten hem en ons. Anders is Piet in de auto wel aan het woord met zijn verhalen uit Tanzania, waar hij 20 jaar heeft gewerkt. Bij aankomst maken we eerst kennis met de pastoor van de parochie Pissila. Na de koffie (hier wel, hebben we nog niet veel meegemaakt) maken we een rondleiding en komen eerst uit bij de oude vrouwen. Achter een grote betonnen schutting zijn in enkele huisjes zes oude vrouwen ondergebracht. Ze zijn in hun oude dorp uitgestoten, omdat ze beschuldigd worden van hekserij, “het opeten van zielen”. Het zijn arme, oude vrouwen die geen relaties (meer) hebben met familie en hun dorp. Een Mossie spreekwoord zegt: “de moeder van de chef is nooit een heks”. Ter gelegenheid van ons bezoek waren er wel twee dochters en een zoon van deze vrouwen aanwezig. Ze hebben wel kleine activiteiten, zoals het drogen van zaden, die gebruikt worden voor het maken van saus en ze spinnen op een heel eenvoudige manier katoen. Hiervan kunnen ze echter niet leven. Daarom zijn zij ook zo dankbaar voor de hulp van Ocades en de Stichting Balemans. In het begin stonden de dorpelingen heel vijandig tegenover deze vrouwen; kinderen gooiden zelfs met stenen naar hen. Door de bescherming van de missiehulp is dat veranderd. Nu komen schoolkinderen zelfs langs om hier te drinken. Ook komen dorpelingen soms op bezoek met giften. Overigens zijn er recentelijk geen nieuwe gevallen meer bij gekomen. Een van de vrouwen spreekt haar dank uit. Dankzij de hulp van de priesters en de zusters zijn ze meer geaccepteerd. Na dit treurige bezoek gaan we naar de kleuterschool. De kindjes zingen een mooi liedje voor ons. Het valt ons weer op dat de kindjes allemaal zo dik zijn aangekleed. Maar ja, het is koud, zeggen ze. Er zijn zelfs een aantal kinderen niet naar school gekomen, vanwege de wind en de kou. En wij maar puffen in de brandende zon. 20
Hierna gaan we naar het CREN/SMI (= zorg voor moeder en kind). Het is een consultatiebureau, waar 4790 consultaties per jaar plaatsvinden. De vrouwen krijgen ook instructies op het gebied van voeding. Het gebeurt vaak dat een kindje twee jaar lang alleen borstvoeding krijgt (tot de volgende baby komt). Er zijn daardoor veel ondervoede kinderen: 110 kinderen in zo’n ernstige mate dat ze daar moeten blijven en 327 kinderen krijgen wekelijks bijvoeding. Ook verblijft er een aantal moeders met te vroeg geboren kinderen; hier geen couveuses, maar bedjes vol lappen. Overigens ziet het er hier vrij goed en netjes uit, heel wat anders dan de “kraamkliniek” in Bonam, dat eigenlijk niet meer was dan een betonnen schuurtje. Na de maaltijd hier bij de pastoor in Pissila gaan we terug naar Kaya. We hebben een uurtje rust en om 15.00 uur vertrekken we naar Korsimoro voor een bezoek aan het centrum Balemans. Het centrum Balemans was bedoeld als opleidingscentrum voor jonge mensen, om de manier van werken in de woestijn van Frans Balemans over te nemen. Er is een terrein van 32 HA, dat geschonken is door de dorpschef. Overigens is van dat terrein slechts een klein, omheind gedeelte, geschikt om producten op te verbouwen. Op de rest van het terrein groeit het slecht en hebben ze veel last van termieten, die de geplante bomen afvreten. Ze hebben destijds hulp van de Stichting Balemans gekregen voor het realiseren van logeerplaatsen, een klein huisje voor de bewakers, een kleine stal, een schuur, een varkenshok, een kippenhok, een watertoren en een graanmolen. In 2005 zijn er 1500 fruitbomen geplant en 500 doornstruiken.
De beheerder van nu is een catechist, die weer met hart en ziel voor het centrum in de weer is. De eerste beheerder is verongelukt en de vorige arbeiders zijn ontslagen, omdat dit als het ware kantoormensen waren, die geen vuile handen wilden krijgen. De vloer in de ene varkensstal is verkeerd aangelegd (de mest loopt er niet uit) en moet worden vernieuwd. Uit de andere stal zijn de varkens verkocht en er zijn nog geen nieuwe biggen aangekocht. Daarom stonden deze nu leeg. In de kippenhokken zijn wel jonge kuikens opgezet, dus dat gaat goed. Ook het geven van vorming (o.a. over landbouw en veeteelt) is gestopt, omdat er geen geld is om de mensen tijdens deze vorming op te vangen. Op de terugweg gingen we nog langs een groep vrouwen. Deze vrouwen kopen ongebolsterde rijst op, die groeit nabij de dichtbij gelegen barrage. Deze rijst wordt volgens een bepaald procedé gekookt en ontbolsterd, waarna deze wordt verkocht. Op een hoeveelheid van vijftig kilo maken ze dan een winst van ongeveer € 3,00. De Stichting Balemans heeft dit voor deze vrouwen mogelijk gemaakt door financiële hulp te verlenen bij de aanschaf van de benodigde potten en pannen en de rijst. Zij bedanken ons hartelijk en spreken de hoop uit, dat de hulp niet stopt. Zoals wij ons verbazen over de dikke, warme kleding, die de mensen dragen, waren deze vrouwen verbaasd dat Lia het niet koud had in haar mouwloos bloesje. Om 18.15 uur rijden we terug naar ons verblijfadres in Kaya. Na deze lange, warme, vermoeiende dag snel douchen en om half acht naar het bisschopshuis voor een maaltijd met de bisschop. Ook de bisschop informeert naar mijn gezondheid. Lia probeert wat te eten, maar het lukt haar niet om iets weg te krijgen (zij heeft alleen een gekookt ei op). Wel kregen we als toetje watermeloen en daarvan heeft zij wel een aantal stukken op.
21
Rini vraagt, via Piet, de bisschop om nadere uitleg over de realisatie van het polyvalent centrum, op welk terrein voor rekening van Balemans een gemeenschappelijke ruimte in aanbouw is. Zie eerder!! De bisschop zegt dat het belangrijk is dat de priesters, waarvan hun aantal steeds toeneemt, regelmatig bijeen kunnen komen. Daarvoor is momenteel nergens ruimte meer. Bovendien willen ze de ruimtes ook gaan verhuren aan andere grote groepen, die vergaderruimtes nodig hebben, wat dan ook weer geld oplevert. De bisschop belooft de stichting op de hoogte te houden over de voortgang. Hij stelt zelfs voor om de zalen te vernoemen naar mensen van het bestuur van de stichting Balemans (de Rini Klep-zaal?). Rini deelt nu ook de cadeautjes uit (de foto van het bestuur en het Franstalige boek met foto’s uit Holland) en nodigt de bisschop uit om, samen met Adelphe Rouamba, in 2012 naar Nederland te komen. Het boek valt goed in de smaak, zowel de bisschop als Adelphe zitten er met belangstelling tijdens ons gesprek in te bladeren. Bij ons vertrek biedt de bisschop Kabore aan dat, als de reis naar Bobo Dioulasso a.s. vrijdag voor Lia te vermoeiend is, zij dan hier in Kaya mag blijven. Aandoenlijk dat iedereen zo bezorgd is. Donderdag 20 januari 2011 Omdat de geplande reis naar Dori uit het programma is geschrapt (Willy Burm hebben we in Kaya ontmoet) hebben Rini, Piet en Adelphe een ingelast bezoek gebracht aan Barsalogo. Pater Eugenio Jover, een Spanjaard, die we eerder in Dargo hadden ontmoet had er bij Piet op aangedrongen dat we ook in Barsalogo moesten langskomen, waar hij werkzaam is. Dit is toch ook weer een reis van ruim een uur. Lia besluit om niet mee te gaan, dan kan zij deze ochtend haar rust nemen. Bovendien moet ook het verslag van gisteren nog gemaakt worden, want daarvoor was gisteren geen tijd. Voorts kan zij haar vochtgehalte, dat door de diarree flink is afgenomen, wat op peil brengen door wat extra thee en bouillon te drinken. Het is meerdere dagen voorgekomen, dat we vanaf acht uur ’s morgens tot ’s middags één uur / half twee geen eten of drinken hebben gezien, afgezien van het water dat we wel altijd zelf bij hebben. Gelukkig blijven de buikkrampen deze morgen weg en de rust heeft haar goed gedaan. In Barsalogo maakt Rini kennis met pater Gaby Claerhout. Een bekende voor de Stichting Balemans en heel speciaal voor de familie Boomaars. Will Boomaars zat bij hem in de auto toen zij is gestorven. Gaby, Rini en Piet herdenken Will. Hij vraagt om de hartelijke groeten aan Piet Boomaars over te brengen. Rini zegt toe dat te zullen doen. Op de terugweg gaan we nog even langs een openbare veemarkt. Er wordt drie keer per week veel vee verhandeld. Verderop is een marktplaats voor ezels. Deze kosten ongeveer 50.000 CFA’s ofwel € 75; eenzelfde bedrag wordt betaald voor de aankoop van een karretje. Rini, Piet en Adelphe zijn tegen twaalf uur terug. Om kwart over twaalf worden we opgehaald om te gaan eten bij ISTA. De zusters hier stonden er pertinent op dat wij ook een keer bij hen zouden komen eten. Het zijn hele vrolijke, actieve zusters en ze hebben ook weer uitstekend gezorgd. We staan er wederom van versteld hoeveel deze mensen kunnen eten; ze scheppen nog voor de vierde keer een bord op, waaraan Lia al bij een eerste bord genoeg zou hebben. Daarbij drinken die soeurs ook nog eens een flinke fles bier. 22
Na de maaltijd bieden ze ons cadeaus aan: voor ieder een leren tas en voor de Stichting een schilderij. Eigenlijk allemaal te gek, onder grote dank worden ze aanvaard. Hierna hebben we weer even rust tot kwart voor vier. Rini bereidt zich intussen voor op het afsluitende gesprek van dit werkbezoek met de directie van Ocades (één van de belangrijkste gesprekken van dit werkbezoek). Alle vragen zijn nog niet afdoende beantwoord en moeten nu finaal besproken worden. Een aantal zaken, zoals communicatie, verantwoording en vragen over enkele specifieke projecten komen aan de orde. Eén project, namelijk de boring van een fourage bij polytechnisch centrum in Kaya wordt en detail gecontroleerd (voorbereiding, diepteboring, verschillende grondsoortenlagen en facturering, beheer en onderhoud) én akkoord bevonden. We bedanken de medewerkers van Ocades, met name Adelphe Rouamba en zuster Adeline. Om 18.00 uur weer thuis. Opfrissen en dan worden we om 19.15 uur weer opgehaald door de chauffeur voor een bijeenkomst met alle medewerkers van Ocades; met deze mensen eten we vanavond samen. Rini en Piet kregen vanmiddag van Adelphe een blouse, en Lia een jurkje, gemaakt van een stof met een print van Ocades erop. Deze kledingstukken hebben we ’s avonds aangetrokken. Ze hebben Lia goed geobserveerd, want het jurkje paste goed.
Eerst was er een officiële bijeenkomst, waarin wij hebben verteld hoe wij ons werkbezoek hebben ervaren. We hebben verteld over onze indrukken, vaak emotionele, en warme ontvangst op alle plaatsen. Verder hebben we alle medewerkers van Ocades en het bisdom bedankt voor hun tijd en inzet en hen alle succes voor de toekomst toegewenst. Na afloop hiervan konden er vragen worden gesteld. Een van de vragen was of de toekomst van de stichting is gegarandeerd. Rini heeft hierop geantwoord dat de stichting, voorzover dat in haar mogelijkheden ligt, haar uiterste best zal doen om de nodige gelden te genereren om de werkzaamheden door Ocades met middelen van de stichting zoveel mogelijk te kunnen continueren. Hij kan natuurlijk geen toezeggingen doen voor de langere termijn, omdat de stichting ook te kampen heeft met teruglopende inkomsten van donateurs. Op dit moment houdt de stichting rekening met een jaarlijkse teruggang van vijf procent. Ook is desgevraagd uitgelegd wat de stichting doet om zich bekend te maken. Na deze officiële gesprekken werden er cadeaus uitgedeeld, eerst aan Lia, Rini en Piet, voor ieder twee. Ook voor de overige leden van het bestuur (ze hadden op de foto gezien dat dat er zes zijn), was voor een cadeau gezorgd. De cadeaus worden in dank aanvaard, allemaal veel te gek. Het hoort hier niet om de cadeaus ter plekke uit te pakken, dus we hebben ze ongeopend meegenomen. Omdat het er zoveel zijn en we die niet in onze koffer krijgen, hebben we bij Ocades een grote doos gevraagd. Grote kofferriem er omheen en kan als extra bagage mee in het vliegtuig. Hierna was het tijd om te gaan eten. Er was voor een uitgebreid buffet gezorgd. Tevens trad er een muzikaal gezelschap op met twee meisjes die op de traditionele Afrikaanse wijze, op de ritmische klanken van het orkest, zich in het zweet dansten.
23
We ontkwamen er niet aan om op een gegeven moment ook even mee te doen. Vonden ze perfect. Op een gegeven moment was er een abrupt einde en werden we teruggebracht naar ons slaapadres, voor de laatste nacht hier. Vrijdag 21 januari 2011 We gaan eerst om 9.00 uur afscheid nemen bij bisschop Thomas Kabore. Wij bieden hem als dank voor ons verblijf hier een enveloppe aan voor de goede verzorging overal, de auto met chauffeur, het verblijf overal en voor de tijd die, vooral Adelphe Rouamba en zuster Adeline, hebben vrijgemaakt. Na nog wat foto’s gemaakt te hebben in de tuin, lopen we naar Ocades en zeggen hier ook de medewerkers gedag.
Dan vertrekken we rond 10.00 uur voor onze lange tocht naar Bobo Dioulasso, in het westen van het land. Vanaf Kaya is dat 470 kilometer, 6 à 7 uur in de auto. Wij zouden liever vandaag naar huis zijn gegaan dan nog zo’n eind verder te reizen (en zondag ook weer terug). Onze missie is volbracht: we hebben de projecten die we wilden bezoeken, allemaal bezocht, maar voor Piet is dit natuurlijk een uitgelezen kans om nog eens in zijn oude werkgebied te komen. En voor wat, hoort wat! Het grootste gedeelte van de weg is echter redelijk goed, hoewel niet overal. Op een gegeven moment hoort Boureima dan ook een gerammel aan de auto en hij vertrouwt het niet. Het is dicht bij de grotere plaats Boromo, waar we van plan waren te gaan eten. Hij zet ons af bij het restaurant en gaat zelf met de auto naar de garage. Het blijkt iets met de remschijven te zijn en met een flexibele slang. Gelukkig kan het ter plaatse worden gerepareerd. Wij moesten in het restaurant bovendien een uur wachten voor onze kip werd geserveerd, dus het kostte ook geen extra tijd. Met de gerepareerde auto konden we onze weg vervolgen. Het valt op dat het hier in het westen veel minder kaal is; er is meer bebossing en het is dunner bevolkt. Er lopen wel grote kuddes vee, maar er is veel minder klein vee, dat plotsklaps de weg oversteekt. Voorts zijn hier veel katoenvelden. De katoen is in oktober/november geoogst en de hopen katoen zie je her en der liggen. Rond zes uur bereiken we Ocades in Bobo Dioulasso. Het ziet er hier allemaal nog vrij nieuw uit en dat klopt ook wel, want de laatste nieuwe gebouwen zijn pas vorig jaar in gebruik genomen, de eerste dateren van 2003. We krijgen een kamer toegewezen en zo luxe hebben we die nog niet gezien in dit land. De vloer is betegeld!
24
Na al dat gezweet van vandaag eerst maar eens een lekkere douche. Er is een aansluiting gemaakt voor een warme kraan, alleen zit die er niet op; dus ook hier alleen koud water. Maar daar zijn we intussen al aan gewend. Wel snap je eigenlijk niet als je beter kijkt, dat dit gebouw nog zo nieuw is: de afvoer in de wasbak, de kranen en de doucheslang zijn al helemaal geroest; er zitten scheuren in de muren, de stortbak van de toilet zit los, het water van de douche loopt niet af naar het putje, de tegels zitten scheef en zitten vol strepen van verf, stucadoorsel en cement, rond ramen en deuren is niet netjes afgesmeerd, kortom: ze moeten nog veel leren. We hebben na het eten een computer van iemand van Ocades mee naar onze kamer gehad om te kunnen mailen naar het thuisfront. Hierna slapen in een vrij smal tweepersoons bed, wat na de lange reis van vandaag toch aardig lukt. Zaterdag 22 januari 2011 Piet heeft vandaag een afspraak bij het CESAO. Hier ontmoet hij mensen, waarmee hij zo’n 25 jaar geleden nog heeft samengewerkt als directeur van CESAO. Intussen moet Boureima ons bezig houden. Hij stelt voor een museum te bezoeken van oude muziekinstrumenten. We vinden het prima; we moeten toch onze tijd door zien te komen. Er wordt eerst een DVD in de tv gestopt. We krijgen een Engelstalige versie te zien van de Afrikaanse muziekgeschiedenis, waarna deze instrumenten nog in het museum zijn te bewonderen, een mooie verzameling. Daarna maakt Boureima met ons een rondrit door de stad. Hier zijn wel wat modernere gebouwen te vinden. Ook de bevolking is moderner: veel jonge vrouwen dragen hier ook gewoon een lange (spijker)broek. Boureima brengt ons naar de oudste, traditioneel gebouwde, moskee van Bobo, gelegen in de oudste wijk van de stad.
Tegen betaling mogen we de moskee bezoeken, ook binnen; wel moeten de schoenen uit. Dan gaat er een andere gids mee, zogenaamd voor de bezichtiging van de oudste wijk. Hier moeten ook eerst tickets worden gekocht. De “gids” spreekt geen Engels en neemt ons alleen mee naar plaatsen waar van alles wordt verkocht. Als we geen belangstelling hebben loopt hij zo snel verder dat we hem amper kunnen volgen. Na afloop moet hij ook nog eens 5.000 CFA’s (is zo’n € 6,50) hebben. Hier zijn we dus mooi ingeluisd. Dan nog naar de markt. Onderweg hadden we zulke mooie groenten en fruit uitgestald gezien (hele bergen met kolen), maar hier was het weer de bekende, overvolle, warme drukte. Dus maar weer snel terug naar de auto. Boureima rijdt nog een rondje en gaat dan terug naar Cesao, waar we op Piet wachten. Als hij om kwart over twaalf komt, zegt hij dat hij daar uitgenodigd is om te eten, dus gaan we zonder hem terug. Boureima moet weer met de auto naar de garage, is weer hetzelfde probleem als gisteren. Kan weer meteen verholpen worden. Als we lekker hebben gegeten (4 gangen: salade, kip met gebakken banaan, sperziebonen met lekker stoofvlees en rijst met bijbehorende saus, papaja’s en banaan) komt ook Piet iets later thuis. We rusten wat en rond half vier gaan we op pad om wat inkopen te doen voor de terugreis van morgen naar Ouagadougou. We willen namelijk niet weer het risico lopen om onderweg weer een uur op ons eten te moeten wachten in een restaurant en zorgen daarom dat we brood met beleg bij ons hebben. 25
We gaan ook nog een witte pater (Fransman) gedag zeggen, die Piet nog kent en we hebben om vijf uur een afspraak met de bisschop die in functie was, toen Piet hier werkte en pas sinds twee maanden deze functie heeft neergelegd (het is nu eenmaal de dag voor Piet in Bobo!!). Al met al weer een vermoeiende dag en dat komt dan met name door de hitte. Het is 36 graden met een felle, bakkende, hete zon. Als we terug zijn weer een lekkere koude douche, hoewel het weinig helpt, want tien minuten later staat het zweet weer op het voorhoofd. Om 19.30 uur is het eten, het is deze keer maar 3 gangen, gelukkig maar. We rommelen alvast wat met de koffers en gaan na het eten op tijd naar bed. Zondag 23 januari 2011 We staan op tijd op en gaan hier in Bobo bij Ocades om 7.00 uur naar de mis, die door Piet wordt opgedragen. We hadden wel naar de kerk kunnen gaan, maar de mis daar is pas om 9.00 uur en gezien de ervaring van vorige week, zal dat wel ruim twee uur duren. Het wordt dan te laat voor ons om te vertrekken. We hebben nog een hele reis van ongeveer 400 km. voor de boeg van Bobo Dioulasso naar Ouagadougou. We vertrekken om 8.45 uur en na twee uur stoppen we even in Boromo voor de koffie. Dan weer door met een korte middagpauze voor een picknick met onze gisteren in de supermarkt gekochte spullen (kaas, smeerkaas en sardientjes). Rond 14.00 uur waren we in Ouagadougou waar voor ons een huis was geregeld, waar we onze spullen konden laten en waar we ons straks kunnen opfrissen en omkleden. Adelphe is uit Kaya gekomen om ons nog te vergezellen en met ons te eten, waarna hij ons kan uitzwaaien. Het is 38 graden, dus te warm om buiten te lopen. Hij stelt voor om nog een handwerkatelier te gaan bekijken. Als we daar naar op weg zijn, krijgt Rini een telefoontje van “Vliegwinkel”, dat onze vlucht voor vanavond is geannuleerd. Nee toch, hé. We hadden ons er zo op verheugd om naar huis te gaan. We rijden terug om onze vliegtickets te halen en gaan dan naar het vliegveld. De vlucht is inderdaad geannuleerd en zal morgenavond, zelfde tijd, worden uitgevoerd. Omdat dan rond diezelfde tijd ook een vliegtuig van Air France vertrekt en ze het niet geregeld krijgen om zoveel mensen gelijktijdig in te checken, worden wij verzocht om al vanaf 14.00 uur te komen inchecken. We krijgen een voucher voor het Pacific Hotel om de nacht door te brengen. We gaan dan eerst maar onze bagage halen en bij het hotel afzetten. Intussen is er zoveel tijd verstreken, dat een bezoekje aan het handwerkatelier er niet meer in zit. We moeten wat mensen op de hoogte stellen van onze uitgestelde vlucht. Ons beltegoed is op en we kunnen niet opwaarderen. Het nummer 1200 dat we hiervoor moeten bellen is “niet beschikbaar”, krijgen we steeds in verschillende talen te horen. We kunnen gebruik maken van de telefoon van Piet, die op de eerste dag immers een simkaartje had gekocht, en van internet in het hotel, zodat we de boodschap kunnen doorgeven. Omdat we van Brussels Airlines de maaltijd hier krijgen (een bord rijst met gebakken vis), eten Adelphe Rouamba en onze chauffeur Boureima ook hier mee. Adelphe en Boureima overleggen samen wat ze ons nog kunnen aanbieden voor morgen om de dag door te komen. Auto en chauffeur is zonder meer al geen probleem. Adelphe gaat na het eten nog terug naar Kaya, omdat hij morgenochtend daar weer verplichtingen heeft. 26
Maandag 24 januari 2011 Om 10.00 uur zal Boureima ons komen halen, zodat we tevoren ruim de tijd hebben om te ontbijten en even lekker onder de bomen te zitten bij het zwembad van het hotel. Dan neemt hij ons mee naar het “Lourdes van Burkina Faso”. Een Mariagrot met zitplaatsen voor duizenden pelgrims. Op het terrein is ook een grote, nieuwe kerk gebouwd, die ze nog aan het afwerken waren. Hierna rijden we langs een terrein, waar een nieuwe wijk is opgebouwd voor diegenen, die bij de overstroming in september 2009 dakloos zijn geworden. Sommigen wonen nog in tenten, anderen zijn voortvarender te werk gegaan en hebben een stenen huisje. ’s Middags eten we weer in het hotel. Om 14.00 uur checken we uit en gaan met onze bagage naar het vliegveld om daar in te checken. Er staat een lange rij en het heeft nogal wat voeten in aarde voor we door alle controles heen zijn. Het inchecken van de extra doos met cadeaus is geen enkel probleem, er hoeft niet voor bijbetaald te worden. We zijn blij als het inchecken gebeurd is; het gaat er nu dan toch echt van komen dat we naar huis kunnen. Dan gaan we naar het handwerkatelier, dat gisteren al op het programma stond. Er wordt hier van alles gemaakt, sieraden, tassen, bronzen beeldjes, houten beeldjes, muziekinstrumenten, schilderijen etc. Inmiddels is Adelphe Rouamba met soeur Adeline ook weer teruggekomen uit Kaya. We kopen nog een mooi doek als herinnering aan Burkina Faso. Dan gaan we naar restaurant l’Eau Vive. Eigenlijk gaat het restaurant pas om 19.30 uur open, maar als we uitleggen dat we om 21.00 uur op het vliegveld moeten zijn, kunnen we al binnen komen. Ze hebben hier een “echte”, uitgebreide menukaart. We hebben dan ook heerlijk gegeten. Paul Lallogo, die we bij aankomst hebben gezien en daarna niet meer, was inmiddels ook aangeschoven. Adelphe Rouamba bedankt ons voor de moed die we hebben gehad om naar Burkina Faso af te reizen. Hij zegt dat wij goede gasten zijn geweest, niet veeleisend, altijd tevreden met hetgeen zij ons te bieden hadden. Uiteraard bedanken wij hen ook nogmaals voor de gastvrije ontvangst. We wilden bij het verlaten van het restaurant al afscheid nemen, maar nee, iedereen gaat mee naar het vliegveld. Daar aangekomen, wilden we een handje geven, maar nee, iedereen gaat mee naar binnen tot zover het mogelijk was. Uiteindelijk wordt er dan toch hartelijk afscheid genomen en gezwaaid tot we uit het zicht waren verdwenen. Merci, Merci!! Wij konden weer in de rij voor een nieuwe politiecontrole, fouillering en tassencontrole, waarbij alles werd opengemaakt en nagekeken. Dat nam zoveel tijd in beslag dat we meteen door konden om in het vliegtuig in te stappen. Voordat we in de lucht waren, sliep Lia al, om pas wakker te worden toen het licht aanging voor het ontbijt. Na een voortreffelijk zachte landing, stonden we om plm. 6.30 uur (dinsdag 24 januari) weer op Europese bodem. De koffers ophalen, nog aangifte doen van één kapotte koffer en dan naar onze auto, die wij geparkeerd hadden op Brussels Airport. Van Brussel meteen doorgereden naar Dongen om Piet thuis af te zetten; daar nog koffie gedronken en toen naar Bavel. Buurvrouw Jeanne Diepstraten had de verwarming sinds zondag al omhoog gezet voor een warme thuiskomst. Heerlijk. Wat een reis! Wat een land! Wat een indrukken! Wat een verslag! Bavel, januari 2011 Lia en Rini Klep 27