→ De Reis
MUSEUM BRONBEEK
Dit boekje is van
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
Welkom in Museum Bronbeek! Dit boekje gaat over museum Bronbeek. Het museum gaat over de geschiedenis van Nederland en Nederlands-Indië. Je kent Nederlands-Indië wel als het land Indonesië. Je gaat beginnen op de eerste verdieping bij de tentoonstelling ‘het verhaal van Indië’. Aan de hand van dit boekje ga je een reis maken door de verschillende zalen. Je zult zien dat sommige woorden dikgedrukt staan in dit boekje. Deze woorden kun je achterin het boekje terug vinden in de begrippenlijst. Daar worden de woorden uitgelegd. Als je klaar bent met de reis of even moet wachten, kun je achterin het boekje nog spelletjes vinden die je kan maken.
Wist je dat.. Ik de gids ben in dit boekje. Wist je dat.. Ik voor de weetjes zorg in dit boekje.
Wist je dat.. Ik het officiële Bronbeek pak draag.
Veel succes!
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ Loop de trap omhoog, volg de pijlen START op de grond en loop de schuifdeuren door. Aan het eind van de gang staat een grote wereldbol. Daar ga je beginnen. Zaal 1: De onderneming 1. Maak hieronder een woordweb en kijk hoeveel je al weet over Indië.
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ 2. Om in 1596 in Indië te komen, moest er erg lang gevaren worden. Bijna een heel jaar! Onderweg was het erg warm en er was veel te zien. Zo kwamen de ontdekkingsreizigers langs Spanje, Afrika en India. Eenmaal aangekomen in Indië kwamen ze ogen en oren te kort. Alles was er zo anders dan thuis! a. Zoek op de grote wereldbol of je Indië kan vinden en omcirkel Indië op de kaart hierboven. b. Teken op de kaart de route van Nederland naar Indië
Loop de zaal ‘’De Onderneming’’ in 3. In deze zaal hangt een groot schilderij met schepen erop ‘De slag bij Goa’. Bespreek samen wat er op het schilderij te zien is.
De route naar Indie via het zuiden was al bekend, maar ook erg lang en gevaarlijk. Daarom wilde men een andere ontdekken via het noorden. Ze hoopten dat deze route korter, veiliger en gezonder zou zijn. In 1596 vertrok er een schip onder leiding van Willem Barentsz om de route langs het onbekende noorden te ontdekken. Hierbij zouden ze langs Noorwegen,Rusland en China varen. Met veel moeite zeilde het schip langs het noorden van het eiland Nova Zembla, maar het schip vroor vast in het ijs Ze konden het schip niet meer los krijgen en het was te gevaarlijk en koud om aan boord te blijven. Daarom besloten ze aan land te gaan, om daar een huis te bouwen en te wachten tot het schip weer los kwam. Buiten was het 24 uur per dag donker en de temperatuur was tussen de -20 en – 40 graden. De mannen hebben ongeveer acht maanden in het huis moeten wonen voordat ze konden beginnen aan de terugreis. Hun schip zat nog vast en was grotendeels kapot gevroren daarom maakten ze twee sloepen om mee naar huis te kunnen. Na veel afzien, honger en ziekte bereikten zij Nederland uiteindelijk weer zonder de route naar Indië via het noorden gevonden te hebben. Deze ontdekkingsreis is de laatste poging geweest om via het noorden naar Indië te varen. De route langs het zuiden werd voortaan gebruikt. In de vitrine van de blauwe muur zie je een voorbeeld van een schip dat naar Indië voer.
Wist je dat.. Er in 2011 een film gemaakt is over deze reis. Namelijk de film Nova Zembla.
4. Je weet nu dat het een erg lange reis was om van Nederland naar Indië te gaan. a.
Waarom zouden de Nederlanders daar zo graag naar toe willen gaan? Omdat het een mooi land is en ze graag meer over de dieren leren Omdat de mensen erg aardig zijn Omdat ze er bijzondere dingen kunnen kopen en die in Nederland weer kunnen verkopen voor veel geld
b. Als jij in die tijd leefde, zou jij dan ook naar Indië zijn gegaan? Waarom wel of niet? __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ 5. Op de rode muur kun je meer lezen over het ontstaan van de VOC. a. Waarvoor staat de afkorting VOC? __________________________________________________________ __________________________________________________________ b. Wat deed de VOC? __________________________________________________________ __________________________________________________________
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ c. Het logo van de VOC zie je hier staan. Zoek in de zaal naar een voorwerp of afbeelding waarop je dit logo terug ziet. Schrijf de naam op of omschrijf het voorwerp. __________________________________________________________ __________________________________________________________ d. Bedenk en teken hier onder een eigen VOC logo
6. De belangrijkste producten die de VOC uit Indië haalde, waren specerijen. a. Wat zijn specerijen? __________________________________________________________ __________________________________________________________
Wist je dat.. - Er foelie in cola zit. - Er kaneel in de appeltaart zit. - Je nootmuskaat over de bloemkool doet. - Er kruidnagel in speculaas zit. - Er in bijna ieder gerecht peper zit.
Wist je dat.. Specerijen konden dienen als smaakmaker, conserveermiddel, medicijn of geursieraad.
b. Ruik, voel en proef de specerijen die je ziet. Doe dit zonder te knoeien! Weet jij welke specerijen het zijn? Trek lijnen naar de juiste antwoorden. Als je het moeilijk vindt,kun je ook de bordjes lezen die erbij horen. Foelie Nootmuskaat Kruidnagel Peper Kaneel
B E C A D
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ 7. Hier onder zie je een schip dat op het punt staat om terug te varen naar Nederland. Kun jij vijf dingen in het ruim opschrijven die daar zitten om mee terug te nemen naar Nederland?
Wist je dat.. Peper zo duur en zeldzaam was dat de uitdrukking ‘’Dat is peperduur’’ uit deze tijd komt.
8. Wist je dat er in één jaar wel 1.050.000 gulden verdiend kon worden op de verkoop van alleen al de specerij foelie. Dat is nu te vergelijken met ruim 9 miljoen euro! a. Nu je dit weet, zou je dan als je in die tijd leefde ook naar Indië zijn gegaan? __________________________________________________________ __________________________________________________________
b. Is je mening nog hetzelfde als bij vraag 4b of niet? Waarom wel of niet? __________________________________________________________ __________________________________________________________ c. Wat zou jij doen als je zoveel geld zou verdienen? __________________________________________________________ __________________________________________________________ 9.
In de zaal hangt een groot schilderij van Jan Pieterszoon Coen. Kijk of je het kunt vinden en loop er naar toe. Jan Pieterszoon Coen was de vierde gouverneur-generaal van Indië. Hij was verantwoordelijk voor alle handelsposten van de VOC. Onder zijn leiding ging de handel er erg op vooruit en werd er veel geld verdiend. De keerzijde hiervan is dat hij vaak erg veel geweld heeft gebruikt en veel mensen heeft vermoord om dit te bereiken. In 1619 koos hij de stad Jacatra als nieuwe hoofdstad van Indië. Hij noemde de stad Batavia.
a. Batavia is nog steeds de hoofdstad van Indonesië. Weet jij hoe deze hoofdstad tegenwoordig heet? __________________________________________________________ __________________________________________________________
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ b. Kun je in je eigen woorden omschrijven wat een gouverneur-generaal is? TIP: Kijk bij de begrippenlijst! __________________________________________________________ __________________________________________________________ c. Zou jij graag gouverneur-generaal geweest zijn? Beschrijf in drie zinnen wat je leuk lijkt en wat juist niet. __________________________________________________________ __________________________________________________________ Loop de zaal ‘’Het Wingewest’’ in.
Zaal 2: Het Wingewest 10. Boven de ingang waardoor je de zaal in kwam, zie je portretten van een aantal gouverneur-generaals. a. Wat valt je op aan de schilderijen van de Gouveneurs-Generaals? Kijk bijvoorbeeld naar de kleding en de kleuren. Ken je al een gouverneur-generaal? Wie dan? __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ b. Welk portret vind je er het minst bij horen? Waarom? __________________________________________________________ __________________________________________________________
11. In de zaal staan vier uniformen. Één van deze is het uniform van een gouverneur-generaal. a. Welke van de vier is het? Teken deze op de paspop.
b. Waaraan kan je zien dat het een Nederlands uniform is? __________________________________________________________ __________________________________________________________
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ c. Het uniform is echt gedragen door een gouverneur-generaal. Hij staat op een van de portretten. Kan je zien van wie het uniform is geweest? Kruis hem hieronder aan.
Wist je dat.. Het meest linker portret van Karel van der Heijden is? En dat hij tussen 1887 en 1900 hier op bronbeek woonde? Ze noemden hem ook wel Kareltje Eenoog
12. In de tijd van de VOC kwamen de Nederlanders bijna nooit in het binnenland van Indië. Ze bleven vooral in de haven. Maar tussen 1824 en 1870 veroverde Nederland steeds meer land in Nederlands-Indië. Op de landkaarten tegenover de portretten kan je de uitbreiding van het gebied zien. Het gekleurde gebied is veroverd. Teken het verschil in de kaartjes hieronder.
Het Nederlandse gebied in 1824
Het Nederlandse gebied in 1870
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ 13.
De soldaten die deze veroveringen deden hoorden bij het Nederlandse Leger. In 1830 werden zij een apart leger, het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Dit leger wordt vaak het KNIL genoemd. Nederlands-Indië had nu een eigen leger. Een deel van de soldaten kwamen uit Europa en bleven een paar jaar in Indië. Dit waren bijvoorbeeld Nederlanders, Belgen en Duisters. Een ander deel van hen bestond uit mannen uit Nederlands-Indië zelf. Er waren Javaanse, Menadonese en Ambonese soldaten. Ook kwamen er soldaten uit Afrika. In de tabel kan je zien in welke hoeveelheden deze verschillende nationaliteiten voorkwamen.
Aantal in procenten
Nationaliteit
38 %
Europees
31 %
Javaans
12,5 %
Menadonees
12,5 %
Ambonees
6%
Anders, bv. Indo-Europeaans of Afrikaans
a. In onderstaand cirkeldiagram zie je de verschillende nationaliteiten staan. Het diagram is in verschillende vakken opgedeeld. Elk vak staat voor een nationaliteit. Zoek uit welk vak bij welke nationaliteit hoort. Hiervoor kun je de tabel gebruiken. Als je dat weet kleur je het vak in dezelfde kleur als het blokje voor de nationaliteit, rechts in het diagram.
KNIL
Europeaans Javaans Menadonees Ambonees Anders
14. In één van de hoeken van de zaal zie je een soort kamertje met een stapelbed. Kijk of je dit kan vinden en loop ernaar toe. Hier is een stukje van een Tangsi nagebouwd. Daarachter zie je er een foto van. a. Wat is een Tangsi eigenlijk? __________________________________________________________ __________________________________________________________
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ b. Op de foto kan je een deel van de mensen zien die in de Tangsi woonden. Wie woonden er allemaal in de Tangsi? Kruis het juiste antwoord aan. Soldaten Soldaten, hun inlandse vrouwen en kinderen Inlandse vrouwen en kinderen Soldaten en hun Nederlandse vrouw 15. Zoek in de zaal naar het volgende voorwerp: ‘Het is gemaakt van papier en wit van kleur. Er kan 2 ½ kilogram in. Er staat een fabriek, een suikerbiet en suikerrietstengel op.’ a. Heb je het gevonden? Teken dan hier het voorwerp:
b. Waar wordt het voorwerp voor gebruikt? __________________________________________________________ __________________________________________________________ 16. In 1830 voerden de Nederlanders het cultuurstelsel in op Java. De Nederlanders bepaalden welke planten de boeren op Java moesten verbouwen. Deze planten noemen we gewassen. Ook moesten zij de oogst verplicht aan de Nederlanders verkopen, voor weinig geld. De Nederlanders verkochten die oogst in Europa weer voor veel geld door. Zo wilden de Nederlanders veel geld verdienen. a. Als jij in 1830 een Javaanse boer was en je moest verplicht je oogst aan de Nederlanders verkopen, wat zou je daarvan vinden? Waarom? __________________________________________________________ __________________________________________________________ Bij het voorwerp dat je bij vraag 15 hebt gezocht, hoort een stukje tekst. Hierin staat meer over het cultuurstelsel. Om de volgende vragen te kunnen beantwoorden moet je die tekst eerst lezen. TIP: Met gouvernementsgewassen bedoelen we de gewassen die verplicht verbouwd moesten worden. b. Welke gewassen moesten er vooral verbouwd worden? Noem er twee. __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ c. De Nederlanders bepaalden wat de Javanen moesten verbouwen. Dit hoefde niet op al het land van de boer. Hoe groot was het deel waarop wel de verplichte gewassen verbouwd moesten worden? 1/5e deel 1/10e deel 1/3e deel 1/7e deel
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ d. Wat heeft het voorwerp van vraag 15 met het cultuurstelsel te maken? __________________________________________________________ __________________________________________________________ 17.
Javaanse boeren waren niet rijk genoeg om zelf een stuk land te bezitten. Daarom huurden zij een stuk land van hun dorpshoofd. Een dorpshoofd is een soort burgemeester. De boeren moesten wel betalen voor het stuk land, bijvoorbeeld met een deel van de oogst. De dorpshoofden kregen van de Nederlanders betaalt voor hun oogst. Hoe meer gewassen er verbouwd werden, hoe meer geld het dorpshoofd kreeg. Daarom vroegen de dorpshoofden van de boeren een groter deel van de oogst, als betaling voor het geleende stuk land. De boeren moesten steeds harder werken om dat te kunnen betalen.
a.
Streep het foute antwoord weg. Als er meer werd verbouwd, kreeg het dorpshoofd meer/minder geld van de Nederlanders. De dorpshoofden vroegen van de boeren steeds meer/minder oogst als betaling. Hierdoor moesten de boeren steeds rustiger/harder werken.
b. Wie zouden het cultuurstelsel niet goed vinden? Waarom niet? __________________________________________________________ __________________________________________________________ c. Wie zouden het cultuurstelsel wel goed vinden? Waarom wel? __________________________________________________________ __________________________________________________________ 18. Een aantal Nederlanders zag dat het cultuurstelsel niet voor iedereen goed was. De inlanders werden mishandeld zodat ze harder zouden werken. Ze vonden dat niet goed en schreven boeken over wat er in Nederlands-Indië gebeurde.
a.
Deze boeken kan je hier vinden. Een heel bekende schrijver die ook tegen het cultuurstelsel was, heette Eduart Douwes Dekker. Wat is de titel van het boek dat hij schreef? Max Havelaar De Vrije arbeid te Soerabaja De onderwerping van Atjeh De miljoenen uit Deli
b. Meneer ten Cate schreef het boek ‘Den Vrije arbeid op Java’. Voor wie zou arbeid vrij moeten zijn? __________________________________________________________ __________________________________________________________ c. Als jij een boek zou schrijven tegen het cultuurstelsel, hoe zou jij het boek noemen? Schijf je titel in het boek. __________________________________________________________ __________________________________________________________
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ Zaal 3: Het Rijk 19. In de vorige zaal heb je zelf een titel bedacht voor een boek tegen het cultuurstelsel. In 1870 werd het cultuurstelsel afgeschaft. Na deze afschaffing bezitten Nederlanders grote stukken land in Nederlands-Indië en begonnen hierop plantages. Een plantage is een groot stuk grond waar planten worden verbouwd. De planten noemen we gewassen. Weet je nog dat de VOC naar Indië kwam voor de specerijen? Die werden ook op een plantage verbouwd. Op de plantages werkten inlanders voor hun eigen dorpshoofd. De dorpshoofden werkten weer voor de Nederlanders. De gewassen die de inlanders verbouwden verkochten de Nederlanders voor veel geld in Europa. Daardoor werden de Nederlanders in Nederlands-Indië erg rijk en woonden in grote huizen op de plantage. Op de afbeeldingen zie je zo’n plantage en een huis van een rijke Nederlander.
a. Zou jij bij een plantage willen wonen? Waarom wel of niet? __________________________________________________________ __________________________________________________________
b. Wat zou er verbouwd worden op een plantage? Kruis de goede gewassen aan. LET OP: Er zijn meerdere antwoorden goed!
Kruidnagel
Aardbeien
Thee
Aardappelen
Sinaasappels
Koffie
Suiker
Peper
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ Wist je dat.. Er bij de mannen in witte pakken een kommetje voor een boom staat. En dat hier de latex uit de boom in drupt?
20. Als je met je rug naar het raam staat, zie je rechts op de muur een plantage. Op deze plantage wordt latex uit rubberbomen gehaald. Van de latex wordt rubber gemaakt. Er staat rechts vooraan een man in een gestreept shirt. Rechts achteraan staan twee mannen in een wit pak met een tropenhelm. a. Zet een kruis op de goede plek in de tabel: De man in het gestreepte shirt
De mannen in een wit pak met een tropenhelm
Wie werkt er op de plantage? Wie is er de baas van de plantage? Wie zou er in het bed slapen dat midden in deze zaal staat?
TIP: Als je wat meer wilt zien over het leven in Nederlands-Indië, kan je de film bekijken die bij het bed te zien is.
Wist je dat.. Het uniform van de soldaat niet één pak is. Alle onderdelen komen uit verschillende jaren
21. In de zaal is van drie personen de kleding te zien die ze in Nederlands-Indië droegen. I. Van een man II. Van een vrouw III. Van een soldaat a. Vul op de plattegrond in waar de kleding staat. Schrijf het nummer in de goede vitrine.
bed
b. De soldaat die dit heeft gedragen zat in het leger van Nederlands-Indië. Weet je nog hoe dat leger heette? __________________________________________________________ __________________________________________________________
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ 22. De Nederlanders wilden ervoor zorgen dat de inlandse bevolking een beter leven kon leiden. Daarom stichtten ze veel scholen voor de inlandse bevolking. Een aantal inlandse jongeren ging zelfs in Nederland naar school. Want als je in Nederland naar school was geweest had je in Nederlands-Indie een veel grotere kans op een goede baan. In Nederland zagen ze dat het heel anders ging dan in Nederlands Indie. De mensen werden niet overheerst, maar mochten zelf hun bestuurders kiezen. Dat wilden de inlandse jongeren ook voor Nederlands-Indie! Sommige inlandse mensen wilden alleen maar meer betrokken zijn bij het bestuur van Nederlands-Indie. Met deze mensen wilden de Nederlanders nog wel samenwerken. Er waren echter ook inlandse mensen die vonden dat ze zelf hun land mochten besturen en dat de Nederlanders weg moesten. Hier waren de Nederlanders het natuurlijk niet mee eens!
a. Waarom zouden de Nederlandse bestuurders liever niet willen dat de Indische bevolking te veel macht kreeg? __________________________________________________________ __________________________________________________________ b. Ben jij het er mee eens? Of juist niet? Leg uit waarom. __________________________________________________________ __________________________________________________________ 23. Rechts naast de grote uitgang bij de gang vind je foto’s van de aanval op Pearl Harbor. Loop er naar toe. Nederland werd in mei 1940 door Duitsland veroverd. Een bondgenoot van Duitsland was Japan. De Japanners wilden heel Azië veroveren en daar hoort Nederlands- Indië ook bij. Maar op een eiland in de Stille Oceaan lag een haven in de weg, Pearl Harbor. In deze haven lagen veel marine schepen. De Japanners waren bang dat wanneer zij Azië probeerden te veroveren, deze schepen hen tegen zou houden. Daarom vielen zij de haven aan en verwoestten de haven.
a. Op welk eiland ligt Pearl Harbor? __________________________________________________________ __________________________________________________________ b. Wanneer vielen de Japanners aan? Japan viel Pearl Harbor aan op __________________________________________________________ __________________________________________________________ Loop naar de zaal ‘’Oorlog’’. Deze is aan de andere kant van de schuifdeuren.
Zaal 4: Oorlog 24. Als je de zaal ‘’Oorlog’’ binnenloopt, wat is dan je eerste indruk? Schrijf alles op wat je denkt en leg uit waarom je dat vindt. __________________________________________________________ __________________________________________________________ 25. In mei 1940 werd Nederland door de Duitsers bezet. Nederland was nu in oorlog en kon niks meer voor haar kolonie doen. Indië werd aan haar lot overgelaten. a. Welke oorlog was aan de gang in Nederland? Wereld Oorlog I Tachtigjarige Oorlog
Wereld Oorlog II Oorlog in Afghanistan
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ b. Vul de ontbrekende woorden in de tekst in. Kies uit: Capituleren / Einde / Indië / Japan
Japan was ondertussen bezig om Oost- Azië over te nemen en zag haar kans schoon om ook.........................in te lijven. .................viel Indië binnen en op 8 maart 1942 moest het KNIL........................Het was het.......................van Nederlands-Indië.
26. Loop naar de bovenste treden van de zaal. Deze gaan over de Japanners. Bekijk de afbeeldingen en voorwerpen die in deze treden liggen. a. Herken je de vlag van Japan? Teken deze hier links:
b. De Japanse vlag hangt ook heel groot en duidelijk aanwezig in deze zaal. Waarom zou dit zo zijn gedaan? __________________________________________________________ __________________________________________________________ c. Japan kwam naar Nederlands-Indië met verschillende doelen. Welke zijn dat? TIP: Kijk naar de tekst in de vitrines van de bovenste treden. __________________________________________________________ __________________________________________________________ 27. Loop nu naar de op één na onderste treden. Deze gaan over de Indonesiërs.
a. Je hebt eerder al meer geleerd over het Indische nationalisme en de Japanse doelen bij de bezetting van Nederlands-Indië. Kun je, met dat in gedachten, bedenken hoe de Indonesiërs de Japanners hebben ontvangen?
Ze waren erg verdrietig dat de Nederlanders waren verslagen omdat ze altijd goed hadden kunnen samenwerken met de Nederlanders.
Ze waren blij want ze zagen de Japanners als bevrijders. Ze werden bevrijd van de Nederlanders en ze dachten dat ze snel een zelfstandig land zouden worden.
Het maakte ze niet veel uit wie er de baas was. Ze gingen gewoon door met hun normale werk en merkten weinig verschil. In de vitrine op deze treden zie je een grote spijker. Deze spijker komt van de Birma spoorweg. De spoorweg werd onder de bezetting van de Japanners gedwongen aangelegd door krijgsgevangenen en duizenden Indonesische dwangarbeiders.
b. Op deze afbeelding wordt de aanleg van de spoorweg afgebeeld. Je kunt zien dat de Japanners de baas waren en dat de Indonesiërs en krijgsgevangenen gedwongen moesten werken. Noem twee dingen waar je dat aan kunt zien op deze afbeelding: __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ Veel Indonesiërs merkten dat ze het onder de Japanners niet beter hadden dan onder de Nederlanders. Miljoenen Indonesiërs moesten dwangarbeid verrichten onder slechte omstandigheden. Hierbij zijn velen gestorven. Ook kwamen er grote voedseltekorten en werd het eten ontzettend duur en dus voor de meeste Indonesiërs onbetaalbaar. c. Zouden de Indonesiërs na een jaar nog steeds dezelfde mening hebben over de Japanners als in het begin? Waarom wel of niet? __________________________________________________________ __________________________________________________________ 28. Loop nu naar de onderste treden. Deze gaan over de Indo-Europeanen. Voor de Indo-Europeanen was het erg ingewikkeld. Zoals de naam al zegt, waren ze deels Indonesisch en deels Europees. Sommigen werden als Europeanen gezien. Zij waren meestal rijk en hadden goede banen. Er waren echter ook Indo-Europeanen die als Indonesisch beschouwd werden. Zij hadden het veel zwaarder, zowel financieel als sociaal. In de oorlog werd hun gemengde achtergrond erg lastig. Waren ze nu meer Indonesisch of juist meer Europees? Ze moesten een keuze maken. Lees nu de tekst in de vitrine. Wat wordt er bedoeld met ‘’ ze belanden tussen wal en schip’’ ? __________________________________________________________ __________________________________________________________ 29. Een van de doelen van de Japanners was om al het Europese uit de samenleving te verwijderen. Als je om je heen kijkt, zie je dat de twee zijmuren gaan over de Nederlanders. a. Kun je vinden wat de Japanners met alle Nederlanders hebben gedaan? __________________________________________________________ __________________________________________________________ b. Lees de verhalen die op de muren staan. Dit zijn ervaringen van mensen die het echt hebben meegemaakt. Welk verhaal spreekt je het meeste aan en waarom? __________________________________________________________ __________________________________________________________
c.
Streep het foute antwoord door: De Nederlanders in kampen werden erg goed/slecht behandeld. De mannen, vrouwen en kinderen zaten wel/niet bij elkaar in hetzelfde kamp. Daardoor wisten ze niet/precies hoe het met elkaar ging en hadden ze geen/veel steun aan elkaar. Ze mochten altijd/nooit bepalen wat ze wilden doen en hadden veel/weinig te eten.
Wist je dat.. De gids veel meer informatie heeft over de voorwerpen in de vitrines.
30. Als je het hoekje omloopt richting de volgende zaal zie je verschillende afbeeldingen van de atoombommen die Amerika op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki wierp. Dit zorgde voor de overgave van Japan. a. Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde:
--
--
--
--
--
I. Overgave van het KNIL en bezetting van Nederlands-Indië door Japan / II. Amerika verklaart de oorlog aan Japan / III. Overgave Japan en bevrijding Indonesië / IV. Alle Nederlanders moeten in kampen / V. Aanval op Pearl Harbor door Japan / VI. Amerika gooit atoom bommen op Hiroshima en Nagasaki
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
Wist je dat.. ‘Revolusi’ een Indonesisch woord is voor ‘revolutie’?
Loop de zaal ‘’Revolusi’’ in. Zaal 5: Revolusi 31. Je hebt net geleerd dat de Amerikanen twee atoombommen op Japan gooiden om de oorlog te stoppen. Maar stopte de oorlog daardoor ook echt en wat gebeurde er daarna met Nederlands-Indië? Met de tijdlijn in de zaal kun je ontdekken wat er is gebeurd. In jouw boekje staat ook een tijdlijn. Er zijn echter een aantal lege plekken. Deze vul je in door te schrijven of te tekenen. Ook moeten er nog lijnen getrokken worden van de blokjes naar de goede plek op tijdlijn.
17 augustus 1945 Capitulatie Japan
........................................
1945
........................................
Teken hier de Soevereiniteitsoverdracht
Nederland en Indonesië ondertekenen een verdrag waarin
Soevereiniteitsoverdracht Indonesië
........................................
Nederland probeert Indonesië terug te veroveren. Onder druk van vele andere landen stoppen de Nederlanders met vechten. Wordt ook
........................................
20 juli 1947
Nadat op de twee japanse steden Hiroshima en Nagasaki atoombommen vallen, geeft Japan zich over.
1946
1949
1948
1947
Soekarno verklaart in een toespraak dat Indonesië zelfstandig en onafhankelijk
1 september 1945 Begin Bersiap-periode Na de oorlog willen veel Indonesiërs dat alle nederlanders en Indo-Europeanen weg gaan . Er worden veel Nederlanders en Indo-Europeanen vermoord. Het is een onrustige tijd, omdat er geen regering is.
Teken hier de nieuwe Indonesische vlag
........................................ Tweede Politionele Actie Nederland probeert voor de tweede keer Indonesië terug te veroveren. En weer stoppen de Nederlanders met vechten door de druk van andere landen. Wordt ook wel ‘ Operatie Kraai genoemd
1950
Loop de zaal ‘’Nieuwe Grond’’ in
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ Zaal 6: Nieuwe Grond 32. Zoek het stukje ‘’Weggaan of blijven?’’. Op deze muur zie je een grote kaart. Hier zie je de migratie vanuit Indonesië naar andere landen in de wereld vanaf 1945. a Vul deze staafgrafiek in en gebruik hierbij de informatie op de grote kaart. LET OP: Het gaat hier om de migratie naar Nederland!
Aantal mensen dat naar Nederland gaat
200000 180000 160000
Migratie naar Nederland
140000 120000 100000 80000 60000 40000 20000 1945-1949
1958-1959
1950-1957 Jaartallen
1960-1963
33. Vanaf 1945 kwam de migratie naar Nederland op gang en moesten de mensen in Nederland plaats maken en rekening houden met de nieuwkomers. Dit ging echter niet van harte. a. Waarom niet? Noem twee redenen: _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ 34. Stel dat je op 14 jarige leeftijd zelf vanuit Indonesië naar Nederland hebt moeten verhuizen.
Je bent geboren in Indonesië en moet nu alles achterlaten wat je kent en je gaat naar een land waar je nog nooit geweest bent. Je komt van het warme Indonesië in het koude Nederland.
a.
Schrijf op deze ansichtkaart een kort berichtje naar je achtergebleven familie en vrienden in Indonesië waarin je vertelt hoe Nederland je bevalt en wat je ervan vindt. Vergeet niet de naam en het adres er op te schrijven!
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ 35. Dit is het wapen van Indonesië. Dit wapen staat voor het huidige Indonesië. Waar veel verschillende volken, met verschillende afkomsten en geloven toch één land vormen. Maak hier in en rond om heen een woordweb over Indonesië. Denk na over wat je hier allemaal hebt geleerd en schrijf de belangrijkste punten daarvan op. Vergelijk dit met je woordweb van vraag 1. Als het goed is, heb je nu veel nieuwe dingen kunnen opschrijven!
Wist je dat.. Je hier een berichtje kunt achterlaten op de computer
Verdiepingsvragen 1. Verdiepingsvraag zaal 1: De Onderneming a. Op de wand tegenover de roze muur staat een grote afbeelding van een situatie uit het dagelijks leven. Wat valt je hier aan op? _________________________________________________ _________________________________________________ b. Toen de Nederlanders naar Indië gingen was het niet de bedoeling dat ze daar voor altijd zouden blijven wonen. De regering wilde ook niet dat er Nederlandse vrouwen mee kwamen naar Indië. Waarom wilde de regering dat niet denk je? _________________________________________________ _________________________________________________
Wist je dat.. Baboe het Indische woord voor een dienstmeisje is.
c. Toch bleven mannen daar vaak hun hele leven wonen. Het gevolg was dat Nederlandse mannen vaak gingen samen- wonen of trouwen met een inlandse vrouw. Zo ontstond een Indo- Europese mengcultuur. Deze gezinnen waren vaak rijk en hadden baboes in dienst. Waren deze baboes, denk je, blank of gekleurd? _________________________________________________ _________________________________________________ Waarom denk je dat? _________________________________________________
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ 2. Verdiepingsvraag zaal 2: Het wingewest Nadat het cultuurstelsel werd afgeschaft wilden de Nederlanders Indië juist helpen. Ze wilden proberen om het leven van de inlandse mensen beter te maken. a. Als jij in die tijd een Nederlander was, hoe zou jij de inlandse mensen kunnen helpen? Geef één voorbeeld. _________________________________________________ _________________________________________________ b. Tussen de uniformen hangt een spandoek waarop staat hoe de Nederlanders de inlanders probeerden te helpen. Dit deden ze door: _________________________________________________ _________________________________________________ c. Was dit hetzelfde als jouw voorbeeld? _________________________________________________ _________________________________________________
Het helpen van de inlanders heet de ethische politiek. Ethisch betekent dat je erover nadenkt hoe je het beste en het eerlijkst kan handelen. De Nederlanders die probeerden de inlanders te helpen, wilden dit alleen doen als ze nog steeds veel geld bleven verdienen.
d. Vind je de naam ethische politiek een goede naam? Waarom wel of niet? _________________________________________________ _________________________________________________
3. Verdiepingsvraag zaal 3: Het Rijk
Bij vraag 22 kwam je te weten dat er Indische mensen waren die in Nederland naar school mochten en dat ze daar zagen dat het anders was dan in Nederlands-Indië. In Nederland mochten mensen zelf hun bestuurders kiezen. Dat wilden zij ook voor Indië!
a. Met de inlandse mensen die alleen meer betrokken wilden zijn bij het bestuur van Indië, wilden de Nederlanders wel samenwerken. In 1918 werd dan ook de Volksraad opgericht. Dit is een volksvertegenwoordiging waarin men advies mocht geven aan de bestuurders van Nederlands-Indië. Kan je in je eigen woorden uitleggen wat een volksvertegenwoordiging is? _________________________________________________ _________________________________________________ b. Op een van de bomen in de zaal staat meer over de Volksraad van Nederlands-Indië. Als je deze gevonden hebt, kan je de volgende vragen beantwoorden. De Volksraad bestaat uit 30 inlandse mensen, minimaal 25 Nederlanders en minimaal 3 uitheemse mensen. Hoeveel van deze mensen worden door het volk gekozen? ...............inlandse mensen ...............Nederlanders ...............uitheemse mensen c. Wie benoemd de andere mensen in de Volksraad? _________________________________________________ _________________________________________________ d. Vind je dat de manier waarop de mensen in de Volksraad worden gekozen heel eerlijk is? _________________________________________________ _________________________________________________
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ 4. Verdiepingsvraag zaal 4: Oorlog
Loop naar de trede of vitrine van de bevolkingsgroep waar jij je het meeste mee verbonden voelt.
a. Leg uit waarom je voor deze bevolkingsgroep hebt gekozen _________________________________________________ _________________________________________________ b. Teken het object uit de vitrine dat je het meest aanspreekt hieronder: c. Waarom heb je voor dit object gekozen? _________________________________________________ _________________________________________________
5. Verdiepingsvraag zaal 5: Revolusi
Tussen 1945 en 1949 probeerden de Nederlanders Indonesië weer terug te veroveren. Ze wilden weer net zo machtig zijn als voor de oorlog. Maar de Indonesische bevolking wilde zelf hun land besturen. Zij kwamen in opstand tegen de Nederlanders. De Nederlanders en de Indonesiërs hebben in deze jaren vaak gevochten.
a. Aan twee kanten van de zaal zijn grote vitrines te zien met spullen uit deze tijd. Vertel per vitrine in twee zinnen wat je ziet en van wie de spullen zijn: In de vitrine bij het raam: _________________________________________________ _________________________________________________ In de vitrine bij de gang: _________________________________________________ _________________________________________________ b. Welk voorwerp spreekt jou het meest aan? Waarom? _________________________________________________ _________________________________________________ 6. Verdiepingsvraag zaal 6: Nieuwe grond De tekst die in het woordweb staat ‘’Bhinneka tunggal ika’’ betekent ‘’Eenheid in verscheidenheid’’. Kun jij uitleggen waarom dit heel toepasselijk is voor Indonesië? _________________________________________________ _________________________________________________
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ Afsluiting. wat heb ik geleerd? Zet de zinnen en afbeeldingen op de juiste plaats op de tijdlijn. Sommige zinnen of afbeeldingen mogen naar dezelfde plek op de tijdlijn 1700
1800
1900
1596
nu Migratie naar Nederland Aantal mensen dat naar Nederland gaat
Het eerste Nederlandse schip bereikt Indië
Capitulatie van het KNIL en de bezetting door Japan
200000 180000 160000 140000 120000 100000 80000 60000 40000 20000 1945-1949
1958-1959
1950-1957
1960-1963
Atoombommen op Hiroshima en Nagasaki
Jaartallen
Begin Bersiap-periode Begin van het cultuurstelsel
Eerste Politionele Actie Alle Nederlanders moeten in kampen
Nederlanders stichten scholen voor inlanders
Soevereiniteitsoverdracht
Aanval op Pearl Harbor
KNIL
Europeaans Javaans Menadonees
Dit was de laatste vraag over de tentoonstelling
Ambonees Anders
Begrippenlijst Zaal 1: • Indië
Het huidige Indonesië werd tot 1816 Indië genoemd. Tussen 1816 en 1942 werd het Nederlands-Indië genoemd omdat het land toen een kolonie van Nederland was.
• Gouverneur-generaal
De baas van Indië/ Nederlands-Indië.
• Specerijen
Dit zijn gedroogde kruiden. Deze groeiden niet in Europa en waren daarom erg duur en zeldzaam.
• Ruim
Het deel van het schip waarin de lading wordt bewaard. Dit is het gedeelte dat in het water ligt.
• VOC
De Verenigde Oost-Indische Compagnie bestond van 1602 tot 1799.
• Nova Zembla
Een eiland bij Rusland.
• Sloepen Roeibootjes. • Conserveermiddel
Een stof dat aan eten wordt toegevoegd om het langer houdbaar te maken.
• Handelsposten
Hier verbleven de Nederlanders als ze in Indië waren. Vanuit hier dreven ze handel.
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ Zaal 2: • Koninklijk Nederlands Indisch Leger, KNIL
Het leger van Nederlands-Indië. Het KNIL werd opgericht in 1830. De soldaten kwamen uit Nederland en uit Nederlands-Indië zelf.
• Tangsi
Een legerkazerne van het KNIL. Soldaten woonden hier met hun gezinnen.
• Gewassen
De planten die verbouwd kunnen worden. Ook de planten op een plantage noemen we gewassen. Voorbeelden van gewassen zijn suikerriet, koffieplanten en thee.
• Cultuurstelsel
Op het eiland Java bepaalden de Nederlanders welke gewassen er verbouwd moesten worden. Javaanse boeren moesten op 1/5e deel van hun land deze verplichte gewassen planten. De oogst moesten ze verplicht aan de Nederlanders verkopen. De Nederlanders verkochten de oogst voor veel geld door in Europa. Het cultuurstelsel heeft van 1830 tot 1870 geduurd.
• Gouvernementsgewassen
De gewassen die de Javaanse boeren in het cultuurstelsel verplicht moesten verbouwen. Bijvoorbeeld suikerriet en koffieplanten.
• Ethische politiek
Het helpen van de inlanders. Ethisch betekent dat je erover nadenkt hoe je het beste en het eerlijkste kan handelen. De Nederlanders probeerden de inlanders te helpen, wilden dit alleen doen als ze nog steeds veel bleven verdienen.
• Dorpshoofd
Een soort burgemeester.
Zaal 3: • Plantage
Een plantage is een groot stuk grond waar planten worden verbouwd.
• Pearl Harbor
Een Amerikaanse haven op het eiland Hawaï in de Stille Oceaan. Op 7 december 1941 vielen de Japanners Pearl Harbor onverwachts aan en de haven werd verwoest.
• De Volksraad van Nederlands-Indië
In 1918 werd de Volksraad opgericht. Dit is een volksvertegenwoordiging waarin men advies mochten geven aan de bestuurders van Nederlands-Indië.
Zaal 4: • Inlijven
Bij een land voegen.
• Capituleren
Overgeven aan de vijand.
• Indonesiërs
Toen er een einde kwam aan Nederlands-Indië werd de inlandse bevolking Indonesiërs genoemd.
• Indo-Europeanen
Mensen met gemengd bloed. Een deel Indisch bloed en een deel Europees, bv Nederlands.
• Indonesië
Zo werd Nederlands-Indië genoemd nadat de Japanners zich hadden overgegeven.
• Verhoudingen
Het met elkaar omgaan.
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ Zaal 5: • Bersiap-periode
Na de oorlog willen veel Indonesiërs dat alle Nederlanders en Indo-Europeanen weggaan. Er worden veel Nederlanders en Indo-Europeanen vermoord. Het is een onrustige tijd, omdat er geen regering is.
• Politionele Actie
Nadat Indonesië zichzelf onafhankelijk van Nederland heeft verklaard, probeert Nederland twee keer Indonesië terug te veroveren. Onder druk van andere landen stopt Nederland met vechten.
• Soevereiniteitsoverdracht
Nederland en Indonesië ondertekenen een verdrag waarin staat dat Indonesië onafhankelijk is. De soevereiniteit, de macht op te regeren, wordt aan de Indonesiërs zelf gegeven.
Zaal 6: • Migratie
Verhuizen van volken of bevolkingsgroepen.
• Nationalisatie
Van het land/de regering maken.
• Overdracht
Overdragen/ afstaan.
• Ingeburgerd
Opgenomen worden in de gemeenschap.
• Wapen
Een teken/ voorwerp dat bij een groep hoort.
Spelletjes
1 2 3 4 5 6 7 8 Vul de antwoorden in: 1. Een Amerikaanse haven op het eiland Hawaï in de Stille Oceaan. 2. De baas van Indië/ Nederlands-Indië. 3. De Verenigde Oost-Indische Compagnie. 4. De planten op een plantage, bijvoorbeeld suikerriet, koffieplanten en thee. 5. Opgenomen worden in de gemeenschap. 6. Mensen met gemengd bloed. Een deel Indisch bloed en een deel Europees, bv Nederlands. 7. Na de oorlog willen veel Indonesiërs dat alle Nederlanders en Indo-Europeanen weggaan. Er worden veel Nederlanders en Indo-Europeanen vermoord. 8. Het leger van Nederlands-Indië. Welk woord komt er in de gekleurde kolom te staan?
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→ G M H E J E I T A L U T I P A C T K O N D O C I A E N H K L K A S P A I S R E B O B U J V I P E P E R N U K T E U I A R L M L V A T H E N S I G I D S B L N A O K O T D E A U B O C J S K R B E E D N N T O U N N R I A O H N I E E O S A A P B I T U A A G N R T I T O R F S A F B A E E A R L T I E E M P B S K A R H R O S E T V S R I M I N U O O J W S A R E O S K I H T E O G S T S R I E K N H O I M E U N A E D N E E S K R G L K D S M S I N L I N L E A W N Z A I O E L A U I F E T E E D S N L N O A A V L I N R M F E G N G R E E K I O D N T I I M E E O P E A E A E L L A S O N N J M N M U K R E E T P N V Z U N M P I K S A K E A S D A N N E D E U E E E E H M N E P A W N E E A A O I O S P E E E R I J E N A B R T U O L L U S N B L I N D I E E E L N E K ! M P S R V O C D E O B A B N E R E G R U B N I K
Gids Museum Bronbeek Reis Indie Zee Nederland Barentsz Sloepen Voc Schip Geld Rijk Handel Specerijen Peper Kaneel Kruidnagel Foelie Nootmuskaat Dolk Gouverneurgeneraal Man Baboe Knil Tangsi Cultuurstelsel Java Boer Gewassen Plantage Rubber Boom Suiker Thee Koffie Nationalisme Volksraad Japan Capitulatie Spoorweg Romusha Kampen Atoombom Indonesie Onafhankelijkheid Bersiap Soevereiniteit Migratie Aanpassen Wapen Inburgeren Eten Rijst
Welke zin kun je maken van de overgebleven letters? _________________________________________________
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
Aantekeningen
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙←↑→↓↔↕↖↗↘↙→
Gemaakt door: Marijn Schipper Eva van der Weiden Onder begeleiding van: Judith Reindersma Illustraties door: Fabienne van der Weiden Foto’s: Collectie Museum Bronbeek