Zone Noord-Limburg Zonaal operationeel organisatieplan 2012 – 2013
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 1 van 52
1. Inleiding Het Zonaal operationeel organisatieplan vormt een onontbeerlijk werkinstrument voor de implementatie van de (Pre)Zone. Het zonaal operationeel organisatieplan van de brandweerzone Noord-Limburg (ZOOP- PNL), wordt hierna het “Plan” genoemd. Gelet op de beperkte termijn voor de inwerkingstelling van de (Pre)Zone in 2012, zal deze eerste versie van het Plan er in wezen uit bestaan een overzicht van de huidige toestand te verschaffen en de grote lijnen van de toekomstige operationele oriëntaties te bepalen. Het is de bedoeling om het Plan te laten groeien tot een concept waarin stapsgewijs naar een echte operationele samenwerking in een netwerk van posten en een gestructureerde aanpak van de ondersteuning van de veiligheidsketen zal gekomen worden. Proactie, preventie, preparatie, uitvoering en evaluatie, zoals bedoeld in artikel 11 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid, zijn elementen die bij de opstelling van het Plan in aanmerking werden genomen en verder zullen verdiept worden in functie van de beslissingen van de (Pre)ZoneRaad in de loop van 2012 en 2013. Doelstelling is en blijft om de zone in zijn geheel te starten tegen 1-1-2014, alhoewel het besef volledig is dat zonder inbreng en vooruitgang van FOD Binnenlandse Zaken dit haast onmogelijk is, tenzij we ervoor opteren in de loop van 2013 een eigen onafhankelijke koers voor de zone Noord-Limburg uit te zetten. De (operationele) (Pre)Zone moet daadwerkelijk leiden tot veranderingen op het terrein. Een breed draagvlak, en een degelijke communicatie, m.a.w. veel overleg met betrokken korpsen, adviescommissies en vooral manschappen, zijn daarom uitermate belangrijk. Het is echter ook noodzakelijk om duidelijk te communiceren dat er voortaan zonaal gedacht moet worden i.p.v. lokaal (zeker op niveau van officieren en beleidsvoerders), maar deze omslag zal ook in het beleid van de centrumgemeenten moeten gebeuren. We streven naar een zone met verschillende goed uitgeruste posten (materieel en personeel), die steeds vanuit een netwerkgedachte de dringende hulpverleningsoperaties uitvoeren. In overeenstemming met de wet van 3 augustus 2012, zal dit Plan worden uitgewerkt rekening houdend met de risicoanalyse van het Koninklijk besluit betreffende de minimale normen voor de snelste adequate hulp van zodra deze beschikbaar is voor onze diensten. Dit Plan werd opgesteld door de zonecoördinator Jorissen Jan (brandweer Lommel) in samenwerking met de leden van de Technische Commissie. Het financiële luik ervan werd afgestemd met de Zonale Ontvanger Jean Gielen (Stad Bree). Gezien de beperkte extra budgetten die de brandweerzone ter beschikking gesteld krijgt in kader van het OPZ+ en rekening houdend met het beperkte tijdsbestek waarin er tot een akkoord moest gekomen worden, dienden er strategische keuzes gemaakt te worden. We proberen deze hieronder kort samengevat weer te geven. Korte samenvatting / grote krijtlijnen van inhoud van het Plan: Het Plan is als volgt opgevat, een eerste deel (hoofdstuk 2) beschrijft de situatie zoals die momenteel is, het vertrekpunt als het ware. Van hieruit kan men dan in het tweede deel (hoofdstuk 3) de ideeën voor de toekomst lezen, daar waar men naartoe wil als het ware. Let wel, dit zijn de grote en ruwe lijnen die in de loop van het traject verder uitgediept en verfijnd zullen worden, maar
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 2 van 52
wel al een goed idee geven van wat er zal, of zou kunnen, veranderen in de nieuwe organisatievorm en tot welk eindpunt we uiteindelijk willen komen. In hoofdstuk 4 kan men dan de algemene afspraken terugvinden, rond de rechtspersoon, maar die inhoudelijk (nog) niet van belang zijn. Hoofdstuk 5 daarentegen geeft duidelijk aan welke actiepunten niet zullen opgenomen worden in kader van deze OPZ+ overeenkomst en welke punten er juist wel aandacht zullen krijgen rn weerhouden zijn in het actieplan. Verder wordt er hier duiding gegeven aan het ICT-project (of hoe we van 3 losse netwerken naar één zonaal netwerk, waarin performantie en vernieuwing centraal staan, dienen te evolueren) en uiteraard de vooropgestelde begroting. De grote lijnen van het Plan OPZ+ 2012-2013 zijn: Vertrekkend vanuit de risico-analyse komen tot inzichten met betrekking tot: aantal posten, inplanting van de posten, bemanning en bezetting van deze posten, te weerhouden specialisaties, … en de af te stemmen Service Level Aggreement; Voorleggen van een visietekst aan de (Pre)ZoneRaad om de grote beleidslijnen in alle hoofden in te brengen en alle violen gelijk te stemmen over de vast te stellen en te weerhouden zonale doelstellingen; Overeen te komen welke de financiële zonale verdeelsleutel van de kosten zal worden; Een duidelijk personeelsplan uit te werken, met in eerste fase reeds het aanwerven van extra mankracht om de zonale taken uit te voeren; De veiligheid van de manschappen zal bijzondere aandacht krijgen. We zullen ons op korte termijn in regel stellen met nieuwe KB op de PBM. Hiervoor zullen, naast lokale middelen, heel wat zonale middelen aangewend worden; Preventie vormt één van de speerpunten in het OPZ+ operationeel plan, we wensen het preventiegebeuren zo snel mogelijk zonaal te organiseren, maar hiervoor zullen eerst voorstellen en berekeningen naar bestaffing (werklastmeting) en een voorstel van aanpak voor de dossierverdeling op tafel moeten komen; Materieel en voertuigenplan opmaken met niet alleen inzicht in budgetten en wijze van financieren, maar ook gebruik, procedures, onderhoud, verzekering, … ; VTO of Vorming, Training en Opleiding vormen de basis van adequaat tussenkomen in alle soorten situaties. Daarom zal er een lange termijnplan komen op maat van de brandweerman, maar met aandacht voor de operationele noden; Onderzoeken hoe we de dispatching op zonaal (en interzonaal) vlak beter kunnen organiseren, waarbij samenwerking met andere zones zeker moet bekeken worden en waarbij tevens aandacht moet geschonken worden aan het luik noodplanning; Invulling van de SAH, waarbij we zeker de bezetting en opleiding onder de loep willen nemen, onderzoeken welke bijkomende wachtdiensten of permanenties moeten georganiseerd worden en hoe we dit gegeven inpassen in de dispatchingvoorstellen en de opschaling bij grote calamiteiten; Er zal bijzondere aandacht geschonken worden aan de eigenheid van elke brandweerpost. Ons menselijk kapitaal mag zich verwachten aan een gericht informatiebeleid waar stap voor stap het zonaal denken zijn weg zal vinden, maar waar samenwerken wel centraal staat; ICT en nieuwe technologie wordt aanzien als een tool en geen doel op zich, maar er zal in elk geval gestreefd worden naar maximale automatisatie en vereenvoudiging; Eerste aanzet geven naar een zonale begroting; …
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 3 van 52
2. Beschrijving van de (Pre)Zone (AS IS) Volgende gegevens zijn op de BrandweerZone Noord-Limburg van toepassing: -
De beschermde bevolking: 172.464 inwoners De oppervlakte: 665,6 km² De kaart van de bevolkingsdichtheid:
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 4 van 52
-
Het aantal posten en hun plaats op een geografische kaart van de zone:
Voorpost Neerpelt
Brandweer Lommel Brandweer Bree
Brandweer Leopoldsburg
De dichtheid van de recurrente risico‟s is te bepalen via de toepassing van de software risicoanalyse (Falck-AVD), na verwerking door de FOD van de kadastrale gegevens. Deze dichtheid gaat verder dan de bevolkingsdichtheid per gemeente (er kunnen deelgemeentes zijn of deelgebieden met een andere dichtheid). Met deze software zal ook de dekking van de punctuele risico‟s worden nagerekend. Bij het uitschrijven van dit plan was de software nog steeds niet beschikbaar, maar we gaan er van uit dat we deze belangrijke tool tegen 2013 kunnen inzetten voor het maken van beleidskeuzes.
2.1. Samenstelling van de (Pre)ZoneRaad De (Pre)ZoneRaad is samengesteld uit de burgemeesters van de verschillende gemeenten van de zone. Gemeente
Burgemeester
Lommel
Peter Vanvelthoven
Overpelt
Jaak Fransen
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 5 van 52
Neerpelt
Raf Drieskens
Hamont-Achel
Theo Schuurmans
Bree
Jaak Gabriëls
Bocholt
Jos Claessens
Peer
Theo Kelchtermans
Meeuwen-Gruitrode
Lode Ceyssens
Leopoldsburg
Erwin Van Pée
Hechtel-Eksel
Raf Truyens
Ham
Dirk De Vis
De tabel hieronder neemt de gegevens op van de voorzitter van de raad, de ontvanger en de coördinator. Voorzitter van de Raad Ontvanger Coördinator
Peter Vanvelthoven Jean Gielen Jan Jorissen
2.2. Gemeenten van de (Pre)Zone/bevolking De tabel hieronder herneemt per geografisch perceel dat weerhouden wordt van de gemeenten(NIS), de officiële statistische cijfers van 1 januari 2011 betreffende de bevolking, de oppervlakte en de bevolkingsdichtheid.
NIS Code
Gemeente
Totale bevolking
Oppervlakte
Bevolkingsdichtheid in km²
72003
Bocholt
HA A CA 12.693 593.423,71
72004
Bree
15.238
649.601,55
234,57
72020
Lommel
33.193
1.023.745,48
324,23
72025
Neerpelt
16.583
427.777,61
387,65
72029
Overpelt
14.225
408.471,67
348,25
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 6 van 52
213,89
72030
Peer
16.168
869.513,63
185,94
72037
Hamont-Achel
14.180
436.597,32
324,78
72038
Hechtel-Eksel
11.847
782.688,05
151,36
72040
12.892
912.619,74
71069
MeeuwenGruitrode Ham
10.375
326.902,47
317,37
71034
Leopoldsburg
15.070
224.905,85
670,06
Totalen voor de zone
172.464,00
141,26
6.656.247,08
299,94
2.3. Gemeenten van de (Pre)Zone met/zonder brandweerdienst De tabel hieronder bevat per gemeente van de zone de eventuele brandweerdiensten, de eventuele voorpost(en), de categorie van de brandweerdiensten en de “groepscentrumgemeente”. Een kaart met de plaats van de brandweerdiensten, de voorposten en hun verdeling in gewestelijke groepen wordt bij het Plan gevoegd. Gemeente
Post(en) aanwezig op Groepscentrum het grondgebied van (Wet van 31/12/1963) de gemeente
X/Y/Z/C (KB van 8/11/1967)
Ja – Neen Zo ja, hoofdpost of voorpost Bocholt Bree Lommel Neerpelt Overpelt Peer Hamont-Achel Hechtel-Eksel Meeuwen-Gruitrode Ham Leopoldsburg
Nee Ja - Hoofdpost Ja - Hoofdpost Ja – Voorpost Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja - Hoofdpost
Bree Bree Lommel Lommel Lommel Bree Lommel Leopoldsburg Bree Leopoldsburg Leopoldsburg
Z Y Y
Z
2.4. Personeel van de brandweerdiensten van de (Pre)Zone De tabel hieronder bevat per brandweerdienst / voorpost de volgende gegevens: naam van het diensthoofd, aantal beroepsbrandweerlieden, aantal vrijwillige brandweerlieden, aantal administratief en technisch personeel in VTE (voltijds equivalent) en het aantal gemeentelijke personeelsleden (buiten de brandweerdienst) dat voor de brandweerdienst werkt in VTE.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 7 van 52
Korps / Post
Lommel Neerpelt Bree Leopoldsburg
Naam van het Aantal diensthoofd beroepsbran dweerlieden
- Jorissen Jan Vandermeulen Jos Walthery Robert
Aantal vrijwilligers
Aantal administratiev e personeelsled en (VTE)
27
77
4,5
Aantal gemeentelijke personeelsled en (buiten de brandweerdie nst) (VTE) 1,92
4
63
2
1,1
2
57 (BW) +18 (AMB)
0
0,8
De tabel hieronder bevat, per brandweerdienst en daarna in het totaal voor de zone het aantal effectieven (tussen haakjes de effectieven – daarvoor het voorziene personeel) in de graad van brandweerman, korporaal, onderofficieren en officieren, voor zowel de beroepsleden als de vrijwilligers.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 8 van 52
Bree:
Graden
Categorieën
Aantal betrekkingen Vrijwilligers Hoofdpost
I. Operatief personeel 1. OfficierDienstchef
KapiteinCommandant
2. Officieren
Kapitein Luitenant/OLuitenant
3. Onderofficieren
4. Korporaals 5. Brandweermannen
TOTAAL I
Beroeps
1(1) 2(1)
1(1)
Adjudant Sgt-Majoor/1-ste Sgt/Sgt
3(3)
1(0)
6(5)
3(0)
Korporaal
6(6)
2(0)
48(48)
6(2)
65(63)
14(4)
Brandweerman
79(67)
II. Technisch en administratief Personeel 1. Administratief bediende 2. Administratief bediende 3. Diensthoofd administratie en deskundige preventie 4. Deskundige organisatie 5. Poetspersoneel 6. Technisch personeel
TOTAAL II
Administratief assistent Administartief medewerker
1(1)
Preventie medewerker Preventie medewerker Technisch Assistent Technisch Assistent
3(2)
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 9 van 52
1(0) 1(1)
0
3(2)
III. Niet voltijds tewerkgesteld 1. Monitor lichamelijke opv. 2. Officier Geneesheer 3. Psycho-Sociaal Begeleider 4. Ambulancier (niet)bwman)
TOTAAL III
ALGEMEEN TOTAAL
Regent Lich. Opvoeding Oluitenant/Luitenant
1(0) 1(1)
20(0)
22(1)
22(1)
0
104(70)
87(64)
17(6)
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 10 van 52
Leopoldsburg:
Graden
Categorieën
Aantal betrekkingen Vrijwilligers Hoofdpost
Beroeps
Kapitein Luitenant/OLuitenant
0(1)*
1(0)
3(3)
1(0)
Adjudant Sgt-Majoor/1-ste Sgt/Sgt
3(3)
1(0)
6(4)
3(1)
4. Korporaals
Korporaal
6(6)
2(1)
5. Brandweermannen
Brandweerman
48(40)
6(0)
66(57)
14(2)
0
0
I. Operatief personeel
1. Officier-Dienstchef 2. Officieren
3. Onderofficieren
TOTAAL I
KapiteinCommandant
80(59)
II. Technisch en administratief Personeel
1. Administratief bediende 2. Administratief bediende 3. Diensthoofd administratie en deskundige preventie 4. Deskundige organisatie 5. Poetspersoneel
TOTAAL II
Administratief assistent Administartief medewerker Preventie medewerker Preventie medewerker Technisch Assistent
0
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 11 van 52
III. Niet voltijds tewerkgesteld
1. Monitor lichamelijke opv. 2. Officier Geneesheer
Regent Lich. Opvoeding Oluitenant/Luitenant
1(1)
3. Psycho-Sociaal Begeleider
1(1)
4. Ambulancier (niet)bwman)
20(16)
TOTAAL III
22(18)
22(18)
0
ALGEMEEN TOTAAL
102(77)
88(75)
14(2)
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 12 van 52
Lommel:
Graden
Categorieën
Aantal betrekkingen Vrijwilligers Hoofdpost
I. Operatief personeel 1. OfficierDienstchef
KapiteinCommandant
2. Officieren
Kapitein Luitenant/OLuitenant
Beroep s
Vrijwilligers Voorpost
1(1) 1 (1)
3 (2)
1(1)
1(1)
3. Onderofficieren Adjudant Sgt-Majoor/1-ste Sgt/Sgt
3(2)
3(3)
1(0)
6(3)
4(4)
3(0)
4. Korporaals Korporaal 5. Brandweermanne n Brandweerman
6(3)
4(4)
3(0)
36(42)
12(12)
18(25)
28 (27)
25 (25)
TOTAAL I
106(104)
53 (52)
II. Technisch en administratief Personeel 1. Administratief bediende
Administratief assistent
2. Administratief bediende 3. Diensthoofd administratie en deskundige preventie 4. Deskundige organisatie
Administartief medewerker
4/5 (4/5) ½ (1/2)
Preventie medewerker Preventie medewerker
1 (1) 1 (1) 1,2 (0,8)
Technisch 5. Poetspersoneel Assistent
TOTAAL II
4,5(4,5)
0
III. Niet voltijds tewerkgesteld 1. Monitor lichamelijke opv.
Regent Lich. Opvoeding
1(0)
2. Officier
O-
1(1)
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 13 van 52
4,5 (4,1)
0
Geneesheer
luitenant/Luitena nt
3. Psycho-Sociaal Begeleider
1(0)
4. …
TOTAAL III
ALGEMEEN TOTAAL
3(1)
113,2(109,5)
3(1)
0
0
56 (53)
32,5 (31,1)
25(25)
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 14 van 52
Zonaal Totaal:
Graden
Categorieën
Aantal betrekkingen Vrijwilligers Hoofdpost
I. Operatief personeel
Beroep s
1. OfficierDienstchef
KapiteinCommandant
2. Officieren
Kapitein Luitenant/OLuitenant
1(2)
5(3)
6(5)
3(2)
Adjudant Sgt-Majoor/1-ste Sgt/Sgt
9(8)
5(3)
1(0)
18(12)
10(5)
3(0)
Korporaal
18(15)
8(5)
3(0)
132(130)
24(14)
18(25)
184(172)
61(33)
25(25)
3. Onderofficieren
4. Korporaals 5. Brandweermann en
TOTAAL I
Brandweerman
270(230)
1(1)
II. Technisch en administratief Personeel
TOTAAL II
Vrijwilligers Voorpost
1. Administratief bediende
Administratief assistent
4/5(4/5)
2. Administratief bediende 3. Diensthoofd administratie en deskundige preventie
Administartief medewerker
1,5(1,5)
Preventie medewerker
1(1)
4. Deskundige organisatie
Preventie medewerker
1(1)
5. Poetspersoneel
Technisch Assistent
2,2(0,8)
6. Technisch personeel
Technisch Assistent
1(1)
7,5(6,5)
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 15 van 52
7,5 (6,1)
III. Niet voltijds tewerkgesteld 1. Monitor lichamelijke opv. 2. Officier Geneesheer
Regent Lich. Opvoeding Oluitenant/Luitena nt
2(0) 3(3)
3. PsychoSociaal Begeleider 4. Ambulancier (niet)bwman)
2(1) 40(16)
TOTAAL III
47(20)
ALGEMEEN TOTAAL
324,5 (256,5)
47(20)
231 (192)
68,5 (39,1)
25 (25)
De dienstregeling van de permanentie gebeurt momenteel nog intern binnen elk korps volledig onafhankelijk. Dit zal in het kader van de zonewerking moeten veranderen en gesynchroniseerd worden, zowel naar invulling als naar niveau. De actuele dienstregeling (minimale bezetting) is terug te vinden in onderstaande tabel. Officier
Centralist
Lommel
Voorpost
Leopoldsburg
Bree
Onderoff.
Kpl./Bwm.
B
V
B
V
B
V
Daguren
1
1
0
1
0
8
0
Nachturen
1
1*
1*
0
0
0
0
Daguren
0
0
0
1
0
5
0
Nachturen
0
0
0
0
1**
0
0
Daguren
1
0
0
1
0
1**
0
Nachturen
0
0
1*
0
0
0
0
Daguren
1
1
1**
0
0
2
0
Nachturen
1
1*
1*
0
0
0
0
1*
Afhankelijk van de weekdienst
1**
Geen gegarandeerde aanwezig (periodiek)
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 16 van 52
2.5. Rollend Materieel
Hieronder is een overzicht te vinden van het rollend materieel in onze brandweerzone. Type
Post Lommel
Post Bree
Post Leopoldsburg
Voorpost Neerpelt
Multifunctionele AP
2
2
2
1
Industriële AP
1
1
Zware AP
1
Ladderwagen
1
1
Hoogtewerker
1
1
Bevrijdingswagen
1
1
Materieelwagen
1
Tankwagen 8.000l
1
Tankwagen 14.000l
1
1
Tankwagen 20.000l
1
Bosbrandwagen 4x4
2
1
2
Bostankwagen 4x4
1
2
1
1
Karweiwagen
2
1
2
1
1
1
Multifunctioneel interventievoertuig Ambulance
2
2
2
Commandovoertuig
1
1
1
Commandovoertuig 4x4
1
1
1
Dienstvoertuig – divers
3
1
1
Personeelswagen
1
1
1
Reddingsboot
1
1
Haakarmvoertuig
2
CP-OPS container
1
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 17 van 52
1
1
Slangencontainer
1
Hydrosub debietpomp
1
Buffercontainer
1
Gaspakcontainer
1
Materieelcontainer
1
Laadbak
2.6
2
Niet rollend materieel
Hieronder is een overzicht te vinden van het belangrijkste materieel in onze brandweerzone.
Type
Post Lommel + Neerpelt
Post Bree
Post Leopoldsburg
Motorpomp
3
5
3
Dompelpomp
23
10
12
Aggregaten
9
10
10
Overdrukventilatoren
6
3
3
Onderdrukventilatoren Warmtebeeldcamera
1 2
2
Persslang 150mm
2.100m
Persslang 110mm
2.800m
500m
340m
Persslang 70mm
6.400m
4.000m
2.180m
Persslang 45mm
8.000m
4.000m
1.800m
Persslang 25mm
100m
400m
Mobiele monitoren
7
3
2
Bevrijdingssets
3
4
3
Motorzagen
15
10
10
Ademhalingstoestellen
53
50
48
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 18 van 52
Explosiemeter
6
Multigasmeters
12
2
3
3
Dosismeters
26
4
9
RA-besmettingsmeter
2
1
2
PID
2
Meetbuisjes – koffer
1
2
Zwaar gaspak
8
4
Wegwerp chemicaliënpak
12
20
Oefengaspak
4
2
2
Beschermkledij RA
30
12
10
Beschermkledij Tyvek
70
100
200
Overmaatse vaten
1
2
3 sets
4 sets
Membraanpomp
1
1
Deco-douche
1
Lekdichtingsmaterieel
Decobassins
4
1
Draagbare radio
39
40
14
Mobiele radio
21
20
14
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 19 van 52
2.6 Statistiek
Brandbestrijdingstaken
700
600
500
400
300 Lommel Bree Leopoldsburg Totaal
200 Totaal
100
Leopoldsburg Bree
0 2008
2009
Lommel 2010
2011
2008
2009
2010
2011
Lommel
251
314
216
234
Bree
172
206
195
170
Leopoldsburg
112
110
96
72
Totaal
535
630
507
476
Hulpverleningstaken
4500 4000 3500 3000 2500 2000 Lommel Bree Leopoldsburg Totaal
1500 1000 Totaal 500
Leopoldsburg Bree
0 2008
2009
Lommel 2010
2011
2008
2009
2010
2011
1417
2061
1277
1589
Bree
936
1395
1174
Leopoldsburg
1007
1040
647
878
Totaal
3360
4496
3098
3437
Lommel
970
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 20 van 52
Ambulance
4000 3500 3000 2500 2000 1500
Lommel Bree Leopoldsburg Totaal
1000 Totaal 500
Leopoldsburg Bree
0 2008
2009
Lommel 2010
2011
2008
2009
2010
2011
Lommel
1131
1203
1461
1495
Bree
1050
1191
1004
1050
Leopoldsburg
1012
1155
1039
1090
Totaal
3193
3549
3504
3635
Algemeen overzicht “operationele statistiek”
9000 8000 7000 6000 5000 4000 Lommel Bree Leopoldsburg Totaal
3000 2000 Totaal 1000
Leopoldsburg Bree
0 2008
2009
Lommel 2010
2011
2008
2009
2010
2011
Lommel
2799
3578
2954
3318
Bree
2158
2792
2373
2190
Leopoldsburg
2131
2305
1782
2040
Totaal
7088
8675
7109
7548
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 21 van 52
Statistiek “preventie”
1800 1600 1400 1200 1000 800 Lommel Bree Leopoldsburg Totaal
600 400 Totaal 200
Leopoldsburg Bree
0 2008
2009
Lommel 2010
2011
2008
2009
2010
2011
Lommel
734
1165
1107
1029
Bree
251
316
381
349
Leopoldsburg
153
146
171
160
Totaal
1138
1627
1659
1538
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 22 van 52
2.7 Coördinatiestructuur OPZ In afwachting van de implementatie van de zone, hieronder de organisatorische coördinatiestructuur bepaald voor de voorbereidende werkzaamheden voor de implementatie van de zone. Er wordt echter in herinnering gebracht dat er geen enkele band van ondergeschiktheid bestaat tussen de personeelsleden die opgenomen zijn in het functioneel organigram.
ICT PBM Logistiek Preventie Werkgroepen
BPA Dispatching Opleiding Ambulance Beheer
...
Secretaris
PreZoneRaad
ZoneCollege
Dispatching
Financieel Beheerder
Zonecoördinator
dossiers
Procedures Technische Commissie
Interventie
VTO Operaties
Materieel
Logistiek
Gebouwen
Veiligheid
OPZ + secretariaat
personeel Administrati e
Financiën ICT Secretariaat en ondersteuning Welzijn op het werk
Preventie
Preventiebureel Materieel
BPA
VTO Ambulance
Proc ... Post Bree Post Leopoldbur g Post Lommel Post Voorpost Neerpelt
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 23 van 52
Post overste Post overste Post overste Post overste
3. Veiligheidsketen (TO BE) De wet van 15 mei 2007 heeft de veiligheidsketen bezegeld (proactie, preventie, preparatie, uitvoering en evaluatie). Artikel 11 van de wet geeft ter zake voldoende duiding over te in te vullen opdrachten: Artikel. 11. § 1. De algemene opdrachten van de operationele diensten van de civiele veiligheid zijn : 1° de redding van en de bijstand aan personen in bedreigende omstandigheden en de bescherming van hun goederen; 2° de dringende geneeskundige hulpverlening zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening; 3° de bestrijding van brand en ontploffing en hun gevolgen; 4° de bestrijding van vervuiling en van het vrijkomen van gevaarlijke stoffen met inbegrip van radioactieve stoffen en ioniserende straling; 5° de logistieke ondersteuning. § 2. Maken integraal deel uit van de opdrachten opgesomd in § 1, 1°, 3°, 5°, de proactie, de preventie, de preparatie, de uitvoering en de evaluatie. In de zin van deze paragraaf, worden begrepen onder : 1° proactie : alle maatregelen om de risico's te inventariseren en te analyseren; 2° preventie : alle maatregelen om het zich voordoen van de risico's te beperken of de gevolgen van het zich voordoen te minimaliseren; 3° preparatie : alle maatregelen om te garanderen dat de dienst klaar is om het hoofd te bieden aan een reëel incident; 4° uitvoering : alle maatregelen die genomen worden wanneer er zich daadwerkelijk een incident voordoet; 5° evaluatie : alle maatregelen om de proactie, preventie, preparatie en uitvoering te verbeteren via lessen getrokken uit het incident. § 3. Onverminderd de bevoegdheden van andere openbare diensten, zien de hulpverleningszones toe op de toepassing van de reglementering inzake de preventie van brand en ontploffing.
Noot: De (Pre)ZoneRaad bepaalt het toekomstig beleid (TO BE) van de brandweerorganisatie waarvoor in dit hoofdstuk de actiepunten zijn opgenomen ingedeeld volgens de veiligheidsketen, met een voorstel van de mogelijke inhoudelijke beschrijving als mogelijke insteek, aan te passen, aan te vullen, weg te laten,... enz. in het zonaal plan van de (pre)zone, mits rekening te houden met de vereisten van de Wet. In hoofdstuk 4 worden de prioriteiten en timing van uitvoering en de niet weerhouden actiepunten vastgelegd, onder andere rekening houdend met de eigenheid van de (Pre)Zone, met de mogelijkheden van de (Pre)Zone, met de financiële middelen (onder andere de federale dotatie), met de personeels middelen,... enz.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 24 van 52
In dit verband zal er in de loop van het werkingsjaar een ontwerp van visietekst aan de (Pre)ZoneRaad worden voorgelegd waaruit door de bestuurders de uiteindelijke en definitieve visie rond het te voeren beleid in Noord-Limburg zal gedestilleerd worden. Deze visie zal het houvast en handvat worden in te nemen beslissingen en het vrijmaken van bijhorende budgetten. Een belangrijk en niet te onderschatten facet bij de invoering en het slagen van de brandweerzone zal zijn de bestaande manschappen van alle korpsen achter de nieuwe organisatievorm te krijgen. De brandweermannen moeten betrokken worden in het nieuwe verhaal en zich ook betrokken partij voelen. Daartoe zal een voortdurende en open communicatie moeten gevoerd worden, alleen zo kunnen misverstanden (en angsten) vermeden worden. Als media kunnen hier de zonale website, de algemene vergaderingen, … gebruikt worden. De aandachtige lezer zal begrijpen dat al deze opdrachten, taken, analyses … niet kunnen uitgevoerd worden door de bestaande (lokale) krachten, die hun handen al meer dan vol hebben. Daarom zal er in eerste instantie snel werk gemaakt worden van detacheringen (en aanvullen op lokaal vlak van de gedetacheerde tijdsequivalenten) en van bijkomende aanwervingen op zonaal vlak. Hiertoe kunnen de Federaal ter beschikking gestelde recurrente middelen aangewend worden. Tevens dient er een personeelsbehoeftenplan voor de lange termijn uitgewerkt te worden. Ondersteunend aan het personeel en de werking zullen streven streven naar maximale automatisering en informatisering. Hiertoe zal een ICT-werkgroep in het leven geroepen worden om zowel op het gebied van hard- als software de beste toekomstgerichte keuzes te maken. Deze cel zal ook instaan voor een up-to-date, modern en gebruiksvriendelijk digitaal portaal, zowel voor de externen als voor eigen personeelsleden.
3.1. Proactie Proactie is in termen van de brandweerorganisatie zeker geen nieuw begrip, maar kent tot op heden in de praktijk helaas nog maar weinig uitvoering. Door proactie uitdrukkelijk op te nemen in het te voeren beleid zal ook een belangrijke stap voorwaarts kunnen gezet worden in het concept “integrale veiligheid”. De impact van het inbrengen van proactief denken en doen in een louter reactieve omgeving, die vooral gericht was en is op repressie, mag niet onderschat worden, niet alleen extern, maar zeker ook intern. Hier zal voldoende aandacht aan moeten geschonken worden. Een belangrijk en cruciaal onderdeel van de proactie vormt de risicoanalyse. In de loop van het najaar 2012 zal (hopelijk) het lang verwachte softwarepakket voor de risicoanalyse ter beschikking gesteld worden. Dit pakket moet ons toelaten een doorgedreven nulmeting te doen en een objectieve analyse te maken op basis van de bestaande risico‟s om te komen tot het opstellen van een dekkingsplan “AS IS” en een plan “TO BE”. De uitbouw van sociale wijken, de nieuwe woon- en appartementencomplexen, toename van (middel)hoogbouw en meergezinswoningen, de exponentiële groei van ondergrondse parkeergarages, …. brengen specifieke en nieuwe risico‟s met zich mee, waar aandacht aan dient geschonken te worden. De exponentiële toename van de rust- en verzorgingstehuizen, de serviceflats, mindervalidetehuizen buiten de stedelijke centra brengt een stijging van risico‟s met zich mee, door de concentratie van niet-zelfredzame personen op grote afstand van de actuele hulpverleningsposten. De gestage uitbreiding van industrieterreinen, de industriële groei en nieuwe KMO-zones, de mogelijke uitbreiding van het spoorwegennetwerk in Noord-Limburg zorgt ook hier voor een toename van de risico‟s. Verder dienen onze militaire domeinen en zeker de grote bosen heidegebieden bijzondere aandacht te krijgen, daar zij in het sociaal weefsel van de streek een grote betekenis hebben.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 25 van 52
De impact van klimaatveranderingen en het bouwen in overstromingsgevoelige gebieden leidt tot een stijging van een bijzondere soort tussenkomsten, veroorzaakt door klimatologische omstandigheden. Ook hier dient rekening mee gehouden te worden. Om de diversiteit van risico‟s aan te kunnen en alle interventies adequaat, snel en gericht af te handelen, hebben we nood aan een overkoepelende organisatie in het netwerk van posten waarbij rekening zal gehouden worden met factoren zoals beschikbaarheid en inzetsnelheid van personeel (beroeps en vrijwilligers, permanenties) en materieel, opleidingsniveaus en competenties van personeel, opschalingafspraken,aangepaste procedures in functie van de risico‟s,enz … , Volgende aandachtspunten dienen hierbij in rekening te worden gebracht: - de inplanting van nieuwe risico‟s - de wijziging van de toegangswegen - de wegwerkzaamheden - de bluswatervoorraden - … Los van de te voorziene structurele overlegmomenten moet de zone, gelet op de onthechting van het gemeentelijke niveau, een ingang vinden om betrokken te worden bij de voorbereiding en de uitvoering van werken die een invloed hebben op de dienstverlening. Participatie in de gemeentelijke veiligheidscellen kan hier een eerste aanzet toe zijn. Er is nood aan een structuur en aan middelen die dit kunnen ondersteunen en zich niet beperken tot het opmaken van een dekkingsplan an sich, maar dit plan ook operationeel maken in de praktijk zodat de risico‟s effectief en efficiënt afgedekt zijn. Bovendien evolueren de risico‟s voordurend binnen de zone door de veranderende en maatschappelijke evoluties en ontwikkelingen. Het bijwerken van data zal dan ook een doorlopende opdracht zijn. Het kritisch bekijken van de inplanting van de brandweerposten en het onderzoek naar een mogelijke herlocalisatie van posten of nieuwe inplantingen, maken deel uit van het lange termijnbeleid dat de (Pre)Zone hier voor ogen heeft. De nulmeting zal als het ware het ijkpunt vormen waaraan de impact van het gevoerde beleid kan getoetst worden.
3.2. Preventie De visie rond preventie is erop gericht om de burger nog beter van dienst te zijn en de aandacht van uitbaters/bedrijven en bevolking constant op veiligheid te richten. Hiertoe is het eveneens noodzakelijk om de zelfredzaamheid en de bewustwording van de bevolking aanzienlijk te verhogen. Waarbij er tevens bijzondere aandacht aan de kinderen en jeugd geschonken dient te worden. We verstaan hieronder proactief het thema brandveiligheid aanbieden als educatief onderdeel van het lespakket aan alle scholen. Maximale sensibilisering van onze burgers met promotie van het veiligheidsdenken is een constante opdracht van de preventiedienst. Het voeren van een gericht en gecentraliseerd proactief en kwalitatief preventiebeleid waarbij gedogen zal vermeden worden, inbreuken tegen de wetgeving zullen opgevolgd en binnen onze mogelijkheden ook aangepakt worden. Het preventiebeleid wordt gebouwd op de pijlers van adviseren, controleren, informeren en sensibiliseren. Het preventiegebeuren dient daarom op een andere manier gepresenteerd te worden (als ondersteunend en in functie van de veiligheid) en de informatievereiste dient helder gedefinieerd te worden ten voordele van alle gebruikers. Kennis en expertise op vlak van preventie en wetgeving dienen verder ontwikkeld en verworven te worden, waarbij preventie naast en geïntegreerd in het interventiegebeuren zeker een aparte
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 26 van 52
bestaffing zal kunnen gebruiken. Het gevoerde preventiebeleid is pro-actief en de preventieopdrachten worden strikt centraal opgevolgd. Daarom zal de (Pre)Zone: -
Een zonaal preventiebureel opstarten. Hiertoe zal een werklastmeting noodzakelijk zijn om uit te wijzen hoeveel “tijd” we op basis van de huidige manier van preventievoering zonaal inzetten en welk de tijd is die we moeten inzetten ter implementatie van de nieuwe visie rond preventie, rekening houdend met mogelijke optimalisaties die kunnen doorgevoerd worden.
-
De (Pre)Zone ontwikkelt een beleid inzake Brandveilig SamenLeven (brandveiligheid voor de burger) in overeenstemming met het nationale plan inzake brandpreventie en intoxicaties in woningen. Hierbij wordt het accent gelegd op het bewust maken, het informeren en het verantwoordelijk maken van de burger betreffende de risico‟s inzake brandveiligheid. De mogelijkheid om een zonale brandweerkrant uit te geven wordt bekeken, evenals de opportuniteiten om te communiceren via de gemeentelijke infobladen. In elk geval dienen alvast manschappen gestimuleerd te worden om BPA-er te worden.
-
De (Pre)Zone ontwikkelt een pro-actief preventiebeleid, waarbij in overleg met de bestuurlijke overheid, inrichtingen periodiek en in functie van de risico‟s gecontroleerd worden inzake brandveiligheid. De preventiedienst zal pro-actief en op basis van vast te stellen criteria risicopunten aftoetsen in de regio, dit in samenwerking met de lokale veiligheidscellen waar vanuit de zone grondiger ondersteuning zal gegeven worden.
-
Gebruik maken van preventieloketten (Uitbouw van een preventieloket voor burgers en professionelen en betere triage van preventievragen). Onze preventiedienst zal ook actief naar de burger toestappen.
-
In samenwerking met deze veiligheidscellen zal de rampenplanning verder ontwikkeld en geactualiseerd worden. Het leidmotief zal integrale veiligheid van de te beschermen bevolking zijn, waarbij in overleg met andere disciplines gerichte acties naar alle doelgroepen en zeker naar de meest kwetsbaren in onze maatschappij zullen gevoerd worden.
-
De (Pre)Zone ontwikkelt een actief preventiebeleid, waarbij in overleg met de bestuurlijke overheid, adviezen tot het afleveren van vergunningen worden gegeven voor alle gebouwen en uitbatingen waarvoor advisering door de brandweer wettelijk is vastgelegd. Hiertoe organiseert de zone een zonale preventiecel , waarbij een synergie wordt ontwikkeld tussen algemene kennis en specialisatie. Voor bepaalde domeinen organiseert de zone een netwerk van preventiedeskundigen die dossiers in de volledige zone behandelen.
-
Alle preventiereglementen en afspraken op elkaar af te stemmen en de preventie volgens een zonaal gelijkgeschakeld sjabloon te laten verlopen, centraal beheerd en verlopen volgens vastgestelde procedures. Dit zal niet alleen leiden tot uniforme en eenduidige adviezen maar zal ook meer transparantie binnen het preventiebeleid met zich meebrengen en een vereenvoudiging van het werk van de preventionist.
-
Naast preventionisten die instaan voor het uitvoeren van controles en opstellen van adviezen zal er een administratieve ondersteuning voorzien worden voor de preventie op zonaal niveau (al dan niet lokaal uitgevoerd). Deze administratieve vleugel zal de opvolging van preventieopdrachten centraal coördineren en administratieve ondersteuning verlenen
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 27 van 52
onder de vorm van het opstellen van brieven, aanpassen van adviezen, … . Aan het hoofd van het preventiebureau staat een projectleider welke zonaal zal toezien op de algemene coördinatie en werking van het preventiebureau. -
Het zonaal (centraal) preventiebureau zal instaan voor:
de centralisering van de aanvragen; structuur en informatiedoorstroming en dossierafhandeling het beheer en de activering van brandpreventietechnici (BPT) door een taakverdeling naargelang hun specialisering, beschikbaarheid en ligging; de administratieve opvolging van de dossiers; de organisatie van technische vergaderingen met de BPT’s, om cases aan bod te laten komen en de preventiebeslissingen te harmoniseren, maar ook om hen up-to-date te brengen gelet op nieuwe wetteksten en eventuele niveauaanpassingen die dit voor gevolg kunnen hebben; gemeenschappelijke toegang ter beschikking stellen tot één of meerdere databanken betreffende de wetgeving over preventie, technieken en simulaties; het aanduiden van een preventiecoördinator die de oprichting en werking van het centrale preventiebureau moet organiseren en uitschrijven. het harmoniseren van alle preventieverslagen en afspraken gelijkschakeling van alle gemeentelijke preventiereglementen afstemming van het gevoerde preventiebeleid met de acties rond BrandveiligSamenLeven evalueren op lange termijn in welke mate preventiebeleid zijn vruchten afwerpt …
-
Binnen de zonale brandweerorganisatie kennis en expertise opbouwen om brandoorzaak en verloop van brandstichtingen beter te leren lezen en herkennen
-
Ondersteuning aanbieden aan bedrijven bij het opstellen van een interventiedossier en uitwerken van interne noodplanning.
-
Een duidelijk beleid en bijhorende procedures rond evenementen ontwikkelen. Een zonale cel rond evenementen zal opgestart worden waarin alle vertegenwoordigers van de disciplines betrokken zijn, inclusief het bestuurlijke niveau en de ambtenaren noodplanning, waar evenementen besproken worden en waar er gedefinieerd wordt in functie van de grootte en type evenement aan welke minimale vereisten de organisatoren zich moeten houden. Vanuit deze werkgroep wordt het risico van evenementen ingeschat en bepaald of: een BNIP moet worden opgesteld een PRIMA moet worden ingevuld coördinatievergaderingen dienen plaats te vinden een multidisciplinair Cp-Ops dient te worden opgesteld …
Een beleidsplan “preventie” zal in de loop van het najaar 2012 –voorjaar 2013 gefinaliseerd worden en ter goedkeuring aan de (Pre)ZoneRaad worden voorgelegd. Doelstelling is om tegen
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 28 van 52
ten laatste 1 januari 2014 het zonaal preventiebureau volledig operationeel te hebben indien de financiële middelen dit toelaten.
3.3. Preparatie 3.3.1. Opleiding Een gefinaliseerd zonaal opleidingsplan zal in de loop van 2013-2014, met het oog op het verzekeren voor eenieder (in functie van zijn plaats binnen de organisatie) van een adequaat niveau van kennis en competenties, aan de (Pre)ZoneRaad worden voorgelegd Dit ambitieus, doch uitvoerbaar opleidingsplan, heeft als doelstelling stapsgewijs de kennis en kunde niveau van de operationele en administratieve krachten op te trekken. Dit opleidingsplan is de vertaling van een opleidingsbeleid op leest van de individuele medewerker (op maat van zijn positie in de organisatie en met maximale aandacht voor elk individu) en afgestemd op de noden van de dienst en de gekozen specialisaties met als doel up-to-date te blijven met nieuwe werkwijzen/materialen/… in de brandweerwereld. Dit plan legt vast welke oefeningen en opleidingen jaarlijks minimaal door elke lid gevolgd dienen te worden, doch put ook alle mogelijkheden uit om deze leden te faciliteren. Voldoende kwalitatieve lesgevers dienen beschikbaar te zijn en moderne technologieën dienen zowel van de lesgever als van het lid van de dienst ter beschikking te staan. Dit opleidingsplan is een zonaal plan VTO: Vorming, Training en Oefening. Het zonaal opleidingsplan (zowel praktisch als theoretisch) omvat twee luiken: - Vorming : Het inspelen op en de opvolging van de basisopleidingen en voortgezette opleidingen die binnen de provinciale opleidingscentra worden georganiseerd met het oog op het waarborgen van: o een voldoende aantal personeelsleden dat basisfuncties uitoefent (basiskader, middenkader, officierenkader) en de bevorderingen o behoud van kennis en competenties (recyclage) o bijscholing met het oog op nieuwe kennis en te verwerven vaardigheden - Training en Oefening : De organisatie van opleidingen (competent blijven en niveau behouden) en oefenen in vakbekwaamheid om het kennisniveau op punt te houden en mogelijks bij te stellen in functie van de risico‟s binnen de zone. . Belangrijke aandachtspunten zijn: - de minimale permanente vorming per functie; - externe trainingen: als deel uitmakend van deze permanente vorming - de bijscholingstrajecten van de specialisaties; - de specifieke permanente vorming van de bevelvoerders; - de bijscholing van de bevelvoerders in het kader van de SAH; - onderzoek mogelijkheden tot permanente vorming van de officieren; - de bijkomende bijscholingen aangeboden of ontwikkeld vanuit het Kenniscentrum zoals Beveiliging Incidenten Openbare Weg, Asbest, Redden van dieren, Pijpleidingen,... Binnen de basisopleidingen en de trainingen dient men zeker aandacht en prioriteit te schenken aan functionele vormingen en opleidingen met als doel een verhoging van de kwaliteit van onze hulpverlening op het werkterrein. Hierbij denken we onder andere aan de organisatie van
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 29 van 52
scenariotrainingen, “realistisch oefenen”, opleiding “nieuwe technieken”, opleidingsmodules SAH voor zowel manschappen als bevelvoerders, … Vanuit deze trainingen kan eventueel het behoeftenplan met betrekking tot aankoop van nieuw noodzakelijk materieel (brandbestrijdingsmiddelen, middel technische hulpverlening, …) worden aangevuld of bijgestuurd. Tevens dienen er bijkomende en permanente opleidingen voor bevelvoerders te worden voorzien op vlak van nieuwe technologieën en bevelvoering. Deze invulling kan bekomen worden d.m.v. bijkomende opleiding van officieren en bevelvoerders in de vakgebieden “binnenbrandbestrijding”, “THV”, “signalisatie openbare weg”, “bevelvoering en tactiek”, … Hieraan gekoppeld zal er een zonaal project worden gestart betreffende de aankoop van didactisch materieel (maquette‟s) en de daaraan gekoppelde noodzakelijke vakliteratuur. Binnen het hele oefenbeleid dient men te streven naar uniformiteit en kwaliteit binnen de verschillende posten. Hiertoe dienen oefenleiders en instructeurs degelijk te worden opgeleid. Het zonale “opleidingsplan” moet zich prioritair toeleggen op het operationeel samenwerken van posten die naast elkaar liggen en die in het kader van de SAH samen moeten opereren. Het belangrijkste facet is hier de coördinatie van de opleiding zodat iedere post op termijn hetzelfde oefenprogramma afwerkt, in iedere post de geoefendheid van het personeel individueel wordt bijgehouden, de manier van oefenen wordt geüniformiseerd, enz. Hierbij is het niet zozeer van belang dat men alleen het “grootschalig optreden” oefent, doch wel dat men zeker (be)oefent zodat de eerste inzetploegen, de onderofficieren en de officieren DOELTREFFEND GEZAMENLIJK kunnen optreden bij een interventie. Daartoe is het strikt noodzakelijk dat de onderofficieren en officieren de procedures kennen in de verschillende posten, die op termijn gelijklopend moeten zijn binnen de gehele zone. Samen informatie inwinnen en ploegen doeltreffend inzetten in overleg met elkaar is de eerste maar niet de enige ambitie in het opleidingsplan. Zo worden successen geboekt en kan ook het verdere werk naar de operaties van de manschappen toe gebeuren. Het is een moeilijke maar noodzakelijke weg, die moet afgelegd worden, door mensen weg te trekken uit hun vertrouwde lokale omgeving en hen in de zone te integreren en op te leiden. Opleiding voor bevelvoerders op verschillende locaties is noodzakelijk. Het voordeel van de opleidingen te geven zonder dat men “geconfronteerd” wordt met alleen zijn “eigen” manschappen zal toelaten dat er zaken besproken kunnen worden die “in eigen korps” niet of moeilijk bespreekbaar zijn. Uiteraard horen bij een vormings- en opleidingstraject ook afspraken die de rechten en plichten voor het zonale personeel vastleggen. Deze bepalingen zullen opgenomen worden in het zonale vormingsreglement dat zal opgemaakt worden. De vraagstelling rond de fysieke paraatheid is belangrijk, maar is, in het licht van het werk dat nog moet gedaan worden inzake de opleiding van de posten zodat er op een uniforme manier wordt samen gewerkt, minder prioritair. Het is ten andere ook beter eerst te voorzien in het statuut hoe met deze vraagstelling moet worden omgegaan.
Er wordt om dit alles te realiseren een samenwerking opgezet met de respectievelijke provinciale opleidingscentra en er zal ook overleg gevoerd worden met collega‟s uit andere zones. Belangrijk is dat de doelstelling en het te behalen einddoel helder worden gemaakt en het traject om dit doel te bereiken wordt uiteengezet. De opleidingsverantwoordelijken uit alle posten worden hiervoor samengebracht in zonale werkgroep onder voorzitterschap van een zonale opleidingscoördinator. Uiteraard wordt parallel aan het opleidingsplan een financieel luik gehangen ! Binnen de schoot van deze werkgroep zal tevens onderzocht worden op welke wijze het opleidingsaanbod zal gemonitord en opgevolgd worden en of er mogelijkheden zijn om de leden van de posten maximaal te laten participeren in het gevoerde beleid.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 30 van 52
3.3.2. Materieel Dankzij haar netwerk van posten zorgt de (Pre)Zone ervoor over materieel te beschikken dat modern, performant en doeltreffend is en dat het mogelijk maakt het gewenste kwaliteitsniveau aan te bieden voor de basis en gespecialiseerde opdrachten van de brandweerdiensten. De brandweer zal daarom voorzien worden van moderne en betrouwbare uitrusting, afgestemd op de noden en risico‟s van deze specifieke regio. Hiervoor dient uitvoering gegeven te worden aan de zonaal gemaakte afspraken en opgestelde en op te stellen meerjarenplannen op het vlak van voertuigen, uitrusting, persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen,… Deze meerjarenplannen zullen periodiek geëvalueerd worden en zijn gebaseerd op wetgeving en risicoanalyses. De aankopen zullen centraal gestuurd worden en de zonale aankooptrajecten dienen maximaal begeleid te worden van goedkeuring tot ingebruikname. Er zal voorzien worden in ondersteuning en gepaste administratieve opvolging, handleidingen en ingebruikstelling en inventarisatie. Het gespecialiseerd materieel wordt op zonaal niveau bepaald en wordt, rekening houdend met de risico‟s in een of meerdere posten geïnstalleerd. Om de verdeling van het materiaal te bepalen, wordt rekening gehouden met de risicoanalyse en de inzettijden. Het basismateriaal wordt ook zonaal besproken en op mekaar afgestemd en zal via het uit te voeren meerjarenplan tegen 2020 volledig uniform zijn. In elk geval dient er werk gemaakt te worden van de afbouw van aantal oudere voertuigen. Er zal ook een meerjarenplanning opgemaakt worden voor de vervanging van materieel. Bovendien zal er getracht worden, waar mogelijk, om gezamenlijke aankopen zonaal te lanceren, op te volgen en mogelijks zelfs zonaal te financieren. Eén van de gespecialiseerde materialen waar bijzondere aandacht aan dient besteed te worden (tevens in kader van de noodplanning) is de aanschaf en uitrusting van een zonale Cp-Ops container. Van alle materieel en de procedures voor het onderhoud en controle wordt er een inventaris opgemaakt. De (pre)zone bepaalt de procedures en de criteria voor de vernieuwing en de vervanging van het materieel. De inventaris van zowel rollend als niet-rollend materiaal wordt op zonaal niveau opgesteld. Voor het beheer van materieel in zijn geheel (aankoop, inventaris, onderhoud, wisselstukken,...) wordt nagegaan of de bestaande software voldoet aan het te voeren beleid. Deze software moet een beheersinstrument worden in het beheren van het materieel in al zijn facetten. Indien noodzakelijk wordt hiervoor ondersteuningssoftware aangekocht. De (Pre)Zone stelt een boekhoudkundige inventaris op van: - alle aankopen die gedeeltelijk gesubsidieerd werden in het kader van de OPZ en/of via de geglobaliseerde aankopen met vermelding van het aandeel dat door de Federale staat werd gesubsidieerd, en het (eventuele) aandeel dat de gemeente voor eigen rekening heeft genomen - alle aankopen die volledig gesubsidieerd werden door de Federale Staat in het kader van de OPZ.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 31 van 52
- alle grote aankopen die met lokalen middelen werden gerealiseerd De projectleider materieel doet zijn voorstellen rond de ontwikkeling van criteria, procedures, meerjarenplanning, ondersteuningssoftware... aan de Technische Commissie.
3.3.3. Kazernering Het materieel en het personeel wordt gehuisvest in posten die verspreid zijn over het te beschermen grondgebied. De infrastructuur van elke post zal worden aangepast aan de behoeften van het personeel dat hiervan deel uitmaakt, van het materieel dat er aanwezig is en van de specialisatie die elke post voor zijn rekening zal moeten nemen. Om het beheer van de infrastructuur (en het materieel) te optimaliseren, zal het omkaderingspersoneel op zonaal niveau georganiseerd en gecoördineerd worden. Op langere termijn kunnen de zonale leiding en de centraal georganiseerde diensten worden gehuisvest in gebouwen die daarvoor de ruimtelijke mogelijkheden bieden. De huisvesting van de brandweer zal onderhouden worden en waar nodig verder uitgebouwd. Er dienen bijkomende investeringen gedaan te worden op het vlak van energiebesparing, ergonomie en veiligheid. Op basis van de risicoanalyse zal gekeken worden welke de noden zijn naar bijkomende of te herlocaliseren posten. Aan de hand van deze data dient dan een financieel plan opgemaakt te worden. Dit financieel plan zal ook bekijken welke onderhoudskosten moeten voorzien worden. Hierbij dient extra aandacht besteed te worden oa. het energievriendelijk maken van onze installaties. Er dient onderzocht te worden in welke mate de brandweer zelf huisvesting voor de leden van de respectievelijke posten kan voorzien teneinde de reactietijden in te korten en beschikbaarheden te verhogen.
3.3.4. Preplanning / Bluswatervoorraden De (pre)zone werkt aan de uniformiteit van de voorafgaande interventieplannen (VIP) en de cartografie binnen haar eigen organisatie. Zoals de ministeriële omzendbrief van 26/10/06 (NPU-1) dit verduidelijkt zijn het de voorafgaande interventieplannen die het monodisciplinair interventieplan van discipline 1 aanvullen. In een eerste fase voert de zone een inventarisering uit en werkt een traject uit om deze doelstelling te realiseren. De eventuele implementatie van een voorafgaand interventieplan wordt bepaald op basis van eenvormige zonale selectiecriteria. Hiertoe zal de (pre)zone de criteria opstellen alsook een lijst van de instellingen opmaken waarvoor een plan dient te worden uitgewerkt. Waar nodig zullen deze plannen interzonaal gedeeld worden. Zowel de goedkeuring van de criteria alsook de lijst met weerhouden instellingen zullen aan de Technische Commissie worden voorgelegd. De (pre)zone werkt een gemeenschappelijk sjabloon uit voor haar interventiedossiers met inachtname van bestaande bepalingen. Tevens zullen de bluswatervoorraden op zonaal niveau op uniforme wijze in kaart worden gebracht.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 32 van 52
De systemen die het mogelijk maken toegang te hebben tot de gebouwen (bvb sleutelkluizen) worden eveneens in kaart gebracht en geüniformiseerd. De hard – en software om deze plannen te kunnen raadplegen maakt deel uit van het project in kader van de uniformisering.
3.3.5. Nood- en interventieplannen De zonale werkgroep preventie wordt belast met de opdrachten zoals voorzien in de NPU-4 en hieronder omschreven en zal een advies ter zake aan de Technische Commissie overmaken. De (pre)zone wenst actief betrokken te worden bij de vergaderingen van de veiligheidscellen. Er zal hiertoe een zonale visie ontwikkeld worden (Pro memorie: de omzendbrief NPU-4 van 30 maart 2009 betreffende de disciplines – bepalingen betreffende discipline 1 – somt de opdrachten van de verschillende disciplines op). De werkgroep zal een oefenbeleid uitstippelen rond crisissituaties en het organiseren van rampoefeningen, met voorafgaande opleiding rond beheer en gebruik van de ontwikkelde, aangekochte of ter beschikking gestelde tools. Deze opleidingen en oefeningen moeten in alle gemeenten van de zone georganiseerd worden. De (pre)zone stelt een monodisciplinair interventieplan voor (MIP). Een duidelijk beleid en bijhorende procedures rond evenementen dienen nog ontwikkeld te worden. Binnen de schoot van de werkgroep preventie zal daartoe een cel rond evenementen opgestart worden.
3.3.6. Veiligheid De veiligheid op het werk zal in alle beslissingen en initiatieven worden geïntegreerd en maakt deel uit van de te voeren beleid. De veiligheid van de brandweermanschappen zal permanent bewaakt worden en deel uitmaken van interne te voeren verbeteringsprocessen. Tevens wordt bijzondere aandacht geschonken aan de uitrustingen voor individuele bescherming, instructiefiches en procedures. Hiertoe zal de hulpverleningszone een Globaal Preventieplan opstellen zoals bedoeld in Titel I, Hoofdstuk III van de Codex Welzijn op het werk om een welzijnsbeleid voor de hulpverleningszone op touw te zetten. Dit zal vertaald worden in jaarlijkse actieplannen, doch dit pas vanaf het moment dat de (pre)zone ook effectief over personeel zal beschikken. Voor het niet-zonale personeel blijft deze verantwoordelijkheid behouden op het niveau van de gemeenten. De persoonlijke beschermingsmiddelen in gebruik bij de posten van de (pre)zone worden geïnventariseerd. Er zijn in het kader van de OPZ-overeenkomsten al inspanningen gedaan om het personeel van de korpsen te voorzien van uniforme interventiekledij. Er bestaat een reserve aan interventiejassen en broeken, en helmen. Er zal een project rond een gemeenschappelijk kledijreglement opgestart worden, waarbij zowel afspraken naar dienstkledij als naar (vooral) de PBM zal opgenomen worden. Hierna zal via proefprojecten de haalbaarheid en kwaliteit van de afspraken getoetst worden in de praktijk. Teneinde in overeenstemming te zijn met het koninklijk besluit tot bepaling van de minimale normen inzake individuele en collectieve beschermingsuitrusting (tegen 31 december 2013 ten
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 33 van 52
laatste), wordt overgegaan op de bijkomende aanschaf van individuele en/of collectieve beschermingsuitrusting, en dit zowel door de gemeenten zelf als door de (pre)zone. Na de inventarisering zal bepaald worden wat er nog moet aangekocht worden om te voldoen aan het K.B. en wie zal instaan voor de uitvoering hiervan. In elk geval zullen er ter zake aanzienlijke extra inspanningen noodzakelijk zijn. Er zal naar gestreefd worden om de deadline van 31 december 2013 te halen, doch in functie van de noden, de opmaak van vereiste aankoopprogramma‟s en beschikbare bijkomende budgetten, het vastleggen hiervan in de begroting en het volgen van de aankoopprocedures zal dit een scherpe timing worden .
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 34 van 52
3.4. Uitvoering Om een evaluatie van de risicodekking mogelijk te maken, blijkt het nuttig of zelfs noodzakelijk het huidige niveau van service te identificeren en in kaart te brengen via de risicoanalyse (nulmeting) en de gewenste bedieningsgraad per opdracht en per sector te gaan bepalen. Elke burger heeft recht op een gelijkwaardige dienstverlening. We moeten er ook naar streven om met de uitrukken minimaal de middelen te leveren die beschreven staan in het KB van de minimale voorwaarden van de SAH en van de adequate middelen. Voor de meeste oproepen lijken de middelen inderdaad echt minimaal en in praktijk wordt er meestal meer uitgestuurd. Er zal steeds over gewaakt moeten worden dat er een evenwicht blijft tussen het “optimaliseren” van de interventies en de motivatie van de manschappen. In de toekomst kan in het netwerk van posten, in het kader van de SAH standaard, de uitruk vanuit minimum 2 posten gehanteerd worden voor die deelgebieden die hiervoor, in functie van inplanting en bezetting/beschikbaarheden van de posten voor in aanmerking komen. Dit is ook veel veiliger aangezien hier rekening kan gehouden worden met eventuele wegwerkzaamheden of obstructies op de aanrijroute. Dit heeft als gevolg dat brandweermensen effectief het gevoel zullen hebben dat ze in een echt netwerk opereren. Het spreekt voor zich dat een uitruk uit 2 (of meer) posten niet betekent dat uit elke post de volledige uitruk vertrekt, de uitrukkende voertuigen van de respectievelijke posten vullen mekaar aan. In elk geval zal dit principe automatisch kunnen afgeleid worden uit combinatie van zowel de risicoanalyse als de inventarisatie van de statussen van voertuigen (en beschikbaarheid van manschappen). We zijn hier wel afhankelijk van de mogelijkheden van de aangekochte dispatching (hard- en software) in combinatie met de mogelijkheden ter zake van het HC112. In het kader van de SAH is het onontbeerlijk om op korte termijn een evaluatie te maken van het “werkdagprobleem”. Het is zeker zo dat voor niet permanente posten er een groot onderscheid kan zijn tussen de vertrektijd van de eerste hulp tijdens de werkuren of buiten de werkuren. Dit onderscheid kan in die mate belangrijk zijn, dat de SAH afhankelijk van het moment van de dag vertrekt vanuit een andere post. Ook hier is een projectmatige aanpak de beste oplossing.
3.4.1. Snel De (Pre)Zone definieert de maximale opkomsttijden van de interventieploegen, de adequate middelen en het percentage voor dewelke de opkomsttijd en de adequate middelen moeten worden gerespecteerd. Deze tijden moeten minstens voldoen aan de federale normen Het percentage kan verschillend zijn voor de recurrente risico‟s en de punctuele risico‟s. Het gaat om een SLA (Service Level Agreement). Dit is een middelenverbintenis. Het grondgebied van de zone kan hiertoe verdeeld worden in sectoren en iedere sector kan een specifieke SLA toebedeeld krijgen. De “overeenkomst van het dienstverleningsniveau” (SLA) wordt vastgesteld en vastgelegd aan de hand van het programma voor risicoanalyse, na de levering en de opleiding van de gebruikers voor de (Pre)Zone. De coördinator werkt, in samenwerking met de Technische Commissie, een voorstel van SLA uit, dat onderworpen wordt aan de goedkeuring door de (Pre)ZoneRaad.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 35 van 52
De samenstelling van de interventieploegen gebeurt overeenkomstig de adequate middelen, bepaald op basis van het koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en de minimale middelen. Voor elk type interventie van de eenvormige lijst van standaardinterventies van de centra van het eenvormig oproepstelsel wordt vastgelegd welke de minimale middelen zijn die onmiddellijk moeten vertrekken. Buiten deze minimale middelen zal uit de risicoanalyse moeten blijken welke de totale minimale uitrukcapaciteit van de zone dient te zijn, rekening houdend met mogelijks samenvallen van tussenkomsten en de langdurige inzet bij grotere calamiteiten. In elk geval zal er als eerste basis een aantal type-interventieprocedures worden uitgewerkt die als vertrekpunt dienen voor elke type oproep vanuit de centra van het eenvormig oproepstelsel. Deze type- interventieprocedures dienen voor elke post hetzelfde te zijn. De beschikbaarheid van het personeel, zal zonaal georganiseerd worden en de opvolging ervan wordt centraal verzekerd met behulp van een systeem dat de beschikbaarheid van het personeel en materieel van alle posten monitort, en dit met het oog op de optimale toepassing van het beginsel van de snelste adequate hulp. Er wordt gewerkt met personeel dat permanentie verricht in posten en met personeel dat opkomt van buiten de kazerne (oproepbaarheid). De dienstregelingen worden voor alle posten zonaal vastgelegd.
3.4.2. Adequaat De kwaliteit van het materieel, de kennis en de kunde van het personeel en de nodige personeelssterkte garanderen een adequate hulpverlening. Hiertoe zullen de nodige procedures (uniform voor de (Pre)Zone) worden ontwikkeld (uitrukprocedures, inzetprocedures, onderhoudsprocedures, opleidingsplan, ...). Zie hiervoor de acties zoals beschreven in de hoofdstukken materieel, opleiding, snelste hulp,...
3.4.3. Specialisaties De (Pre)ZoneRaad bepaalt, op voorstel van de Technische Commissie, de manier waarop de aanvragen voor speciale interventies worden beantwoord, zoals duikers, redding op hoogte, gaspakinzet, IGS, redden van dieren, enz… Verder dient er de nodige aandacht besteed te worden aan de uitbouw van expertise in de materie van gevaarlijke stoffen, waarbij we ernaar streven te participeren in het opbouwen, onderhouden en actief participeren in het op te richten AGS-netwerk. Ook het ontwikkelen van meetploegen en uitbouwen van een kennisniveau om ondersteuning te kunnen geven bij milieu-incidenten moet deel uitmaken van het onderzoek. Op het vlak van grote calamiteiten en incidenten zal er een voorstel uitgewerkt worden naar vereiste specialiteiten op het vlak van logistiek en rampenplanning, waarbij ook de functies van Dir Cp-Ops en de participatie van de brandweer in de gemeentelijke en provinciale crisiscellen dient onderzocht te worden naar noodzaak, haalbaarheid en mogelijke realisatie. De weerhouden en noodzakelijke specialisaties dienen, aan de hand van een risicoanalyse, uitgewerkt te worden op zodanige wijze dat: - de samenstelling en aantal van de gespecialiseerde ploegen bepaald is; - de uitrustingen en inplanting gedetermineerd zijn; - de noodzakelijkheid van een permanentie vereist is; - de vereiste, al dan niet voortgezette opleidingen en recyclages, (VTO) beschreven zijn; - de manier van activeren en oproepen van de ploegen omschreven staat; - …
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 36 van 52
3.4.4. Dispatching Zoals bepaald in de wet van 3 augustus 2012, dient de zonale dispatching op adequate wijze te beantwoorden aan de aanbevelingen en alarmen van het/de noodoproepcentr(um)(a) 100/112, om de operaties in het kader van de interventies te beheren, in overeenstemming met de criteria die door de minister krachtens artikel 9 van het koninklijk besluit van 7 oktober 2009 betreffende de dispatching van de operationele diensten van de Civiele Veiligheid werden vastgelegd. Deze dispatching zou het centrum van een goede operationele werking dienen te vormen, zij zal het vertrekpunt van elke interventie vormen en is in die zin van fundamentaal operationeel belang. In de toekomst is het onontbeerlijk dat al het personeel zijn beschikbaarheid kan (en moet) ingeven (dit past ook in de doelstelling voor de optimalisering van de personeelsinzet). Alle noodzakelijke informatie (preplanning, veiligheidsketen en zelfs personeelsgegevens) voor de uitrukkende voertuigen kan dan centraal beheerd worden en ook al het zonepersoneel kan zijn beschikbaarheid opgeven, raadplegen en beheren, zodat er altijd een zicht is op de reële beschikbaarheid van de posten in het kader van de SAH en deze beschikbaarheid ook kan geëvalueerd worden. Het doel is duidelijk, een zonale dispatching uitbouwen, waarbij kennis, kunde en alert reageren centraal staan, waar interventiedossier en noodplannen ter beschikking staan en constant geactualiseerd worden en waar een centraal gevoerd informatiebeleid (Uniforme verwerking van interventiegegevens in interventiekaarten en uitwerking van een systeem om deze gegevens up to date te houden) haar hoofdkwartier heeft, dit alles voor maximale ondersteuning van de mensen op het terrein (Sensibilisatie van het personeel op gebied van belang van kennis en gebruik van interventiekaarten en het uitwerken van een geïntegreerd beleid in het gebruik van deze kaarten tijdens dagelijkse werkzaamheden, oefeningen, opleidingen, … ) De operationele werking van het netwerk van posten wordt gestuurd door een zonale oproepcomputer vanuit de zonale dispatching, al dan niet in samenhang met de bestaande oproepcomputers in de posten, en ondersteund door een communicatie- en informatiecentrum. Moderne en betrouwbare oproepsystemen zullen de geautomatiseerde aansturing van oproepen op basis van uniforme operationele werkwijzen ondersteunen. Dit communicatie- en informatiecentrum wordt geleid door en bemand met gespecialiseerd personeel, voldoende in aantal om een vlotte werking te garanderen en om de werklast op elk moment te kunnen dragen. Het centrum heeft tot doel de zonale organisatie van de brandweerzorg te ondersteunen. Hiertoe worden de hulpvragen aangenomen, de middelen uitgestuurd en opgevolgd, in afstemming met de mogelijke federale ondersteuning vanuit het HC-100 (112). Het centrum wordt uitgerust met de noodzakelijke apparatuur zodat de taken op de meest efficiënte wijze kunnen uitgevoerd worden (denk onder andere aan het aanleveren van informatie ten behoeve van de uitrukkende ploegen). De uitrusting kan ondermeer een module bevatten om GIS-informatie te raadplegen en voertuigen op te volgen via een Track & Trace systeem. Er dient echter wel onderzocht te worden of er op interzonaal of provinciaal niveau geen samenwerking mogelijk is. Tevens moeten garanties ingebouwd worden om ervoor te zorgen dat bij een groot aantal oproepen zoals bij storm of wateroverlast de brandweerposten kunnen ingeschakeld worden via een gecoördineerde en gedecentraliseerde manier van oproepverwerking. Vanuit deze dispatching dient voor de volgende korpsen “oproep”permanentie geleverd of overgedragen te worden:
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 37 van 52
telefoonpermanentie
en/of
Post Bree Leopoldsburg Lommel Neerpelt
“Oproep”permanentie X X X X
Telefoonpermanentie X X X X
Het zonaal implementeren van software om alle gemeentelijke coördinatiecomités op een snelle en doeltreffende manier te activeren en de opkomst op te volgen, zal deel uitmaken van deze dispatchingopdrachten.
3.4.5. Operationele coördinatie en operationele organisatie van bevelvoering Het nagestreefde doel is dat elke interventie dient te worden geleid door een bevelvoerder (B). De bevelvoeringsketen neemt de operationele functies op en verschaft inlichtingen over “wie leidt wie”. In functie van de uit te voeren opdracht en conform met het KB van de minimale voorwaarden van de SAH en van de adequate middelen, zal zoals vermeld in 3.4.1, voor elk type procedure bepaald worden welk niveau van bevelvoering vereist is. Deze procedures worden gelinkt aan de typeinterventies van het HC112. De alarmering wordt vastgesteld op het niveau van de dispatching, dus met inachtname van de beschikbaarheden.
3.4.5.1.
Opschaling
In het kader van de operationele opdrachten dienen er ook in de toekomst “wachtdiensten” georganiseerd te worden. Momenteel vult ieder korps de wachtdienst van officieren zelf in, waarbij de criteria van kwalificaties niet noodzakelijk gelijk lopen. Er moet gestreefd worden naar een zonale organisatie waarbij voor elke sector en dit te allen tijde , 7 dagen op 7, minimaal één officier van wacht wordt voorzien (niet te verwarren met de functie bevelvoerder zoals deze voor de kleinere interventies bedoeld wordt ) en waarbij deze officieren over hetzelfde minimale kennisniveau beschikken. Door het werkveld van onze officieren te vergroten, kunnen ze intenser en gerichter ingezet worden. Met deze officieren organiseren we een parallelle wachtdienst voor de ganse zone om in bijstand te gaan van de reguliere wachtofficier om deze mogelijks te assisteren bij grootschalige incidenten. We gaan ervan uit dat we op elk moment minstens drie functies zullen moeten kunnen bemannen, de Dir Cp-Ops, de Dir-Bw en de officier op het terrein. Hiervoor is het in overeenstemming brengen van alle arbeidsvoorwaarden en afspraken in één zonaal “werkingsreglement” een must. Het beheer dient centraal te gebeuren en hierin zal de dispatching een cruciale rol vervullen. Verder denken we eraan de “hogere” officieren een wachtrol te laten vervullen om de burgemeesters de garantie te bieden om in geval van ramp, steeds minstens één hogere officier af te vaardigen in de gemeentelijke coördinatiecomité. Hiervoor zal er een zonaal toolpakket moeten samengesteld worden (beleidsondersteunende software, documentenbeheer, vervoer, communicatiemiddelen, meetapparatuur, GIS-applicaties, …) dat via de zonale server ondersteuning kan bieden aan deze crisisteams. Op die manier, door het uniform houden van de werkomgeving, kan de brandweer haar rol in crisissituaties makkelijker invullen. Deze officieren
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 38 van 52
zullen ook hun rol dienen te vervullen in de overlegmomenten van de gemeentelijke crisiscellen zoals bepaald in 3.2 Door een centrale zonale aanpak kunnen alle operationeel (en beleidsmatig) noodzakelijke gegevens gemakkelijk met elkaar gedeeld worden. Hierdoor kan de integratie van GIStoepassingen bewerkstelligd worden en kunnen alle tools die bestaan binnen enkele gemeenten makkelijk algemeen bruikbaar gemaakt worden voor alle gemeenten binnen de zone (we denken hierbij aan logboeken coördinatiecomités en Cp-Ops, activatie van Cp-Ops, delen van meetresultaten, enz … ). Bovendien moet dit gegeven deel uitmaken van een plan om in samenwerking met de respectievelijke besturen en de rampenambtenaren een oefenplan uit te werken rond het beheer van crisissituaties. Uiteraard zal hier ook een gepast opleidingstraject aan gekoppeld moeten worden. Een periodiek zonaal overleg van deze wachtofficieren moet het mogelijk maken om evaluaties en bespreekmomenten te organiseren. Dit kan tevens het platform vormen om grotere incidenten te evalueren en leermomenten te delen over de huidige korps- of gemeentegrenzen heen. In het kader van de (pre)zone is het de bedoeling de gemeentelijke noodplanning van de deelnemende gemeenten enigszins te ondersteunen door middel van uniformisatie en harmonisatie (al dan niet via het platform van “Live”). Uitstippelen van een oefenbeleid rond crisissituaties, met voorafgaande opleiding rond beheer en gebruik van de ontwikkelde tools. Deze opleidingen en oefeningen moeten in alle gemeenten van de zone georganiseerd worden. In dit kader past ook de implementatie van de Cp-Ops container.
3.5. Evaluatie De (pre)zone stelt evaluatieprocedures op punt voor elk element van de veiligheidsketen. Als er prioriteiten dienen te worden bepaald, dan zal deze oefening in de volgende orde van belangrijkheid geschieden: uitvoering, preparatie, preventie en proactie. De (pre)zone bepaalt hiertoe kwaliteitsnormen voor de uitvoering, de preparatie, de preventie en de proactie. De aangewezen maatregelen die volgen uit deze evaluaties worden meegenomen in de toekomstige organisatie. Evalueren van interventies en onderzoek naar oorzaken en gevolgen ervan overstijgt de sectorgrenzen en is bijgevolg een taak van de zone, net als gespecialiseerde opvang van het personeel na een interventie en rapportering. Psychosociale begeleiding zou best over de grenzen van de zone ontwikkeld worden. Verder zal het in het kader van OPZ gestarte proefproject rond de (zelf)evaluatie van brandweerploegen te Leopoldsburg opgevolgd worden en mogelijks uitgerold over de ganse brandweerzone.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 39 van 52
4. (Pre)Zone met beperkte rechtspersoonlijkheid
4.1. Bestuur De(pre)zone raad bepaalt het beleid dat in de (Pre)Zone wordt gevoerd. Lokale maatregelen in brandweerdiensten die de toekomst van de brandweerzorg beïnvloeden worden aan het advies van de raad onderworpen. 4.2. Financiering De middelen die door de gemeentes worden begroot ten behoeve van de werking van de brandweerdiensten in de (Pre)Zone moeten de continuïteit van de goede werking van de brandweerdiensten blijven garanderen. Belangrijke beslissingen die een impact hebben of kunnen hebben op de (pre)zone dienen te worden voorgelegd aan (Pre)ZoneRaad voor advies. 4.3. Retributiereglement De gemeentelijke retributiereglementen zullen worden geïnventariseerd tegen eind 2012 en geuniformiseerd tegen eind 2013.
4.4. Personeel van de posten Het personeel van de posten blijft ten laste van de gemeenten. In afwachting van het nieuw personeelsstatuut worden de dienstregelingen, loopbaanvoorwaarden, verloningssystemen en organieke reglementen van de verschillende brandweerdiensten van de (Pre)Zone geïnventariseerd.
4.5. Personeel van de (Pre)Zone Het personeel noodzakelijk voor de uitvoering van het zonaal plan (volgens prioriteiten vastgelegd door de raad) wordt ofwel: - aangeworven of gedetacheerd door een gemeente naar de (pre)zone, in de voorwaarden van de aanwervende of tewerkstellende gemeente; - gedetacheerd vanuit een brandweerdienst of een gemeentelijke dienst (beroepspersoneel); - ter beschikking gesteld van de (Pre)Zone (vrijwillig personeel); - het overig personeel of medewerkers dat voor de (Pre)Zone ter beschikking wordt gesteld of zal worden ingeschakeld (zowel voor administratieven, als vrijwilligers en externen) kan dat op basis van gedeclareerde gepresteerde uren. De lasten worden aan de betrokken gemeente, bedrijven of rechtspersonen terugbetaald door de (Pre)Zone conform de door de Raad vast te stellen bepalingen.
4.6. Communicatie De (Pre)Zone zorgt voor een actief communicatiebeleid, zowel intern als extern.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 40 van 52
5. Prioriteiten voor uitvoering en timing De (Pre)ZoneRaad bepaalt de prioriteiten en de timing, op voorstel van de (pre)zonecoördinator. De prioriteiten en de actiepunten die niet weerhouden werden rekening houdende met de beschikbare begroting, het beschikbare personeel, enz. worden hieronder opgenomen (in de nummering werd deze van tekst “TO BE” weerhouden):
3.1
Overlegmomenten in alle gemeenten (met uitzondering van de veiligheidscellen)
In kader van de pro-actie zullen er nog geen periodieke overlegmomenten georganiseerd worden in alle gemeenten
3.2
Uitwerken van beleid rond BrandVeilig SamenLeven
Ofschoon zeer gewenst en wenselijk, met actuele bestaffing onmogelijk gericht beleid te voeren. Wel zullen diverse kleine initiatieven ontwikkeld worden
3.2 3.2
Uitbouw van preventieloketten
Geen bestaffing mogelijk
Uitwerken van rampenplannen en beleid rond rampen Uitbouwen expertise onderzoek brandoorzaken Ondersteuning bieden aan bedrijven voor aanmaak interventiedossiers en interne noodplannen
Blijft een Lokale opdracht en gemeentelijke verantwoordelijkheid Willen in de eerste plaats reguliere operationele kennis op punt stellen
Oprichten van een zonale cel rond evenementen en het voeren van een gericht beleid rond dit soort manifestaties
Blijft verantwoordelijkheid van de gemeenten. Er is wel nood aan een doorontwikkeling op vlak van aanpak en organisatie, maar helaas zonaal is hier geen mankracht voor beschikbaar.
3.2 3.2
3.2
3.2
Uitgave van een zonale brandweerkrant 3.3.4 Uitwerken criteria voor selectie opmaak monodisciplinaire interventieplannen 3.3.4 Opstellen van zonaal sjabloon voor interventiedossiers (VIP)
Geen budget en middelen beschikbaar Geen mankracht beschikbaar
Geen mankracht beschikbaar
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 41 van 52
3.3.4 De (pre)zone werkt aan de uniformiteit van de voorafgaande interventieplannen (VIP) en de cartografie binnen haar eigen organisatie. Zoals de ministeriële omzendbrief van 26/10/06 (NPU-1) dit verduidelijkt zijn het de voorafgaande interventieplannen die het monodisciplinair interventieplan van discipline 1 aanvullen. In een eerste fase voert de zone een inventarisering uit van de inrichtingen waarvoor een VIP noodzakelijk is (op basis van nog vast te setllen criteria) en werkt een traject uit om deze doelstelling te realiseren
Geen mankracht beschikbaar
3.3.4 Het voeren van een pro-actief
Geen mankracht beschikbaar
opleidingsbeleid naar instellingen en scholen, …
3.3.4 Ondersteuning bieden aan bedrijven
Geen mankracht beschikbaar
en instellingen op gebied van opleidingen en organisatie van interne brandweerploegen
3.3.5 Uitwerken monodisciplinair
Geen mankracht beschikbaar
interventieplannen. In de zonale werkgroep preventie wordt voor de opdrachten voorzien in de NPU-4 een advies voor de T.C. opgemaakt.
3.3.1 Uitwerken plan fysieke paraatheid van operationele manschappen 3.4.1 Uitwerken bouw nieuwe posten binnen de zone
3.4.3 Procedures en afspraken rond de zonale specialisaties
3.4.4 Uitbouw en bemanning van een zonale dispatching
3.4.4 Uitbouw van zonaal communicatie- en informatiecentrum ter ondersteuning van interventies
3.4.5 Uitwerken van visie rond
Blijft een lokale verantwoordelijkheid totdat statuut duidelijkheid verschaft Eerst duidelijkheid hebben over aantal en locatie van de posten, daarna zal er op beslissing PreZoneRaad pas over nieuwe gebouwen gesproken worden Eerst dient er duidelijkheid te zijn welke specialisaties, onder welke vorm en kwaliteit, zonaal weerhouden zullen worden Zal wel voorwerp uitmaken van een studie, maar voorlopig geen plannen, noch budget om dit zonaal te organiseren Hangt samen met de beslissing rond de uitbouw van een dispatching Geen mankracht beschikbaar
samenwerken met de gemeentelijke veiligheidscellen 3.4.5 Uitstippelen van een oefenbeleid rond crisissituaties
Geen mankracht beschikbaar
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 42 van 52
3.5
Buiten het proefproject rond evaluaties dat loopt, zullen geen bijkomende initiatieven rond evaluaties van interventies en calamiteiten, of van personeelgenomen worden
Geen mankracht beschikbaar
5.1. Timing Dit Plan wordt voor een duur van twee jaar uitgewerkt. Het kan op elk moment door de (Pre)ZoneRaad worden aangepast (in de nummering werd deze van tekst “TO BE” weerhouden). 3.0
Visie tekst invulling taken, opdrachten en missie van de zone
1/12/2012 Een visietekst met determinerende factoren rond het toekomstig te voeren beleid zal voorgelegd worden aan de PreZoneraad
3.0
Communicatie zal een voortdurend aandachtspunt moeten zijn
1/01/2013 Oprichten van een communicatiecel en aanduiden van een zonale communicatieverantwoordelijke.
3.0
Uitwerken van personeelsbehoeftenplan OPZ+
1/12/2013 Om alle taken en opdrachten opgenomen in dit plan met goed gevolg te kunnen realiseren, zullen er personen gedetacheerd dienen te worden en bijkomend personeel dient aangetrokken te worden. Er zal moeten gezorgd worden dat de gedetacheerden lokaal ondersteund worden met vers bloed om het project kans op slagen te geven.
3.0
Uitwerken van personeelsbehoeftenplan Zonaal Model
1/12/2014 Aan de hand van de analyses en uit te voeren evaluaties zoals vermeld in dit OPZ+ plan zal er uiteindelijk een personeelskader dienen voorgesteld te worden om de brandweerzone toe te laten al haar opdrachten uit te voeren. Dit plan zal voorgelegd worden aan de PreZoneRaad.
3.1 3.1
Nulmeting Risico-analyse
1/01/2013 Kennen van Toestand "AS IS"
Evaluatie van dekkingsplan
1/06/2013 Analyse van de nulmeting, bijsturing van de parameters, verfijning van de data en neerleggen conclusies
3.1
Bepalen van gewenste dekkingsgraad en opkomstijden
1/12/2013 De PreZoneRaad zal het niveau van Service Level Aggreement bepalen. Deze beslissing zal bepalend zijn voor het uitbouwen van permanenties en het bepalen van het aantal posten binnen de zone
3.1
Evaluatie van aantal en inplanting van de posten
1/06/2014 Op basis van besloten SLA zal er een plan tot dekking van het grondgebied voorgelegd worden, waarbij locatie en aantal posten van de zone zullen bepaald worden
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 43 van 52
3.1
Specialisaties die zonaal zullen georganiseerd worden determineren
1/01/2015 Zowel de aard van de specialisatie, het aantal leden per specialisatiecel als de wijze waarop de permanentie zal georganiseerd worden zullen beslist worden tegen deze termijn, zodat gestart kan worden met de invulling ervan op het terrein
3.2
Inventariseren van alle preventie in de zone
1/12/2012 Het aantal dossier, het aantal mensen dat preventie doet en de aard van alle dossiers, samen met de gebruikte middelen, zullen in kaart gebracht worden
3.2
Werklastmeting preventie (en op langere termijn werklastmeting alle opdrachten)
1/04/2013 Er zal onderzocht worden welk de totale werklast binnen de zone voor alle preventiedossiers zal zijn en welk VTE alsook aantal vrijwillige preventionisten hiervoor nodig zijn
3.2
Alle preventie op zonale server
1/01/2013 Alle preventieopdrachten zullen gecentraliseerd worden en beschikbaar zijn op de zonale server en raadpleegbaar zijn via centraal beheerssyteem
3.2
Uniforme preventiereglementen
3.2
Voorstelling plan preventiebureel
1/06/2013 Alle reglementen en sjablonen zullen zonaal afgestemd worden en volledig uniform zijn 1/09/2013 Een zonaal beleidsplan voor de preventie zal voorgesteld worden. In dit plan zal de rol en de invulling door het preventiebureel uitgewerkt worden en zal duidelijk gemaakt worden welke dossiers lokaal , dan wel zonaal zullen behandeld worden.
3.2
Opstart van preventiebureel
1/01/2014 Vanaf deze datum zal het preventiebureel conform het goedgekeurde beleidsplan operationeel van start gaan
3.2
De tool gebruikt door de BPA-ers om de 3 graden van de lagere scholen te begeleiden zal per post worden aangekocht
1/07/2013 De bestaande doe-koffers, waarvan er momenteel 1 beschikbaar is voor elke graad, zullen geupdate worden en uitgebreid naar 1 kofferset per brandweerpost
3.2
Binnen de zone zal er getracht worden 1/01/2014 Manschappen zullen gestimuleerd worden om bijkomende BPA-ers op te leiden om in het BPA-verhaal in te stappen, ofschoon hier nog geen echt beleid rond gevoerd wordt (zal in de toekomst hopelijk wel gebeuren) Voorstel opleiding bevelvoerders in 1/03/2013 Alle bevelvoerders dienen reeds dringend kader van SAH voor periode 2013 bijgeschoold te worden, hiervoor zal een 2015 traject uitgewerkt worden
3.3
3.3.1 Finaliseren en voorleggen van zonaal opleidingsplan
3.3.1 Starten met implementatie van VTOtraject 3.3.1 In dienst stellen zonale tool beleiding en opvolging opleidingen
1/09/2013 Totale zonale visie en het implementatietraject zal hierin uitgewerkt worden 1/01/2014 Uitvoering van plan zal gestart worden 1/09/2013 Tool zal zonaal de manschappen toelaten hun eigen traject te plannen en de zone de mogelijkheid bieden elk traject en de globaliteit van opleiding op te volgen
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 44 van 52
3.3.2 Uniforme voertuigen, materieel en procedures
3.3.2 Meerjarenplan aankoop voertuigen zonaal goedgekeurd voor periode 2013-2020
3.3.2 Meerjarenplan aankoop materieel zonaal goedgekeurd voor periode 2013-2026
3.3.2 Inventariseren van alle materieel en voertuigen op zonaal vlak
3.3.2 Procedures naar onderhoud, controle van voertuigen en materieel zijn zonaal identiek
1/01/2018 Alle voertuigen, materieel en de gebruikte procedures, zowel naar inzet, onderhoud en gebruik zijn overal in de zone gelijk 1/12/2012 Volledige planning inclusief budgettering dienen voorgelegd te worden aan de PreZoneRaad , met weergave zonale zowel als lokale implicaties. Met de huidige beschikbare middelen is een zonale aankoop niet mogelijk 1/04/2013 Volledige planning inclusief budgettering dienen voorgelegd te worden aan de PreZoneRaad , met weergave zonale zowel als lokale implicaties 1/02/2013 Deze inventaris dient centraal voor alle posten beschikbaar te zijn en moet van proces van voortdurende bijwerking voorzien te worden 1/01/2014 Zonaal beschikbaar en in gebruik nemen van zonale systeem rond afspraken, inventariseren en onderhouden van voertuigen en materieel. Voor het beheer van materieel in zijn geheel (aankoop, inventaris, onderhoud, wisselstukken,...) wordt nagezien of de bestaande software voldoet. Deze software moet een beheersinstrument worden in het beheren van het materieel in al zijn facetten. Indien noodzakelijk wordt ondersteunende software aangekocht.
3.3.2 Boekhoudkundige inventaris van alle
1/07/2013 In samenspraak met ontvanger opstellen van voertuigen en materieel boekhoudkundige waarden 1/12/2013 De aankoop van de Cp-Ops container staat 3.3.2 Aankopen Cp-Ops Container met de daarvoor verworven Seveso-subsidies reeds lang gepland, en zal in kader van dit plan uitgevoerd worden. De gelden voor de container worden door het Seveso-Fonds ter beschikking gesteld. Gezien deze operationele container een grote zonale meerwaarde heeft, zal de inrichting grotendeels met OPZ+-gelden gebeuren.
3.3.3 Inventarisering van alle noodzakelijke aanpassingswerken aan de gebouwen van de posten
3.3.3 Budgettering van alle mogelijks weerhouden aanpassingswerken aan de gebouwen van de posten
3.3.4 In kaart brengen van alle bluswatervoorraden en waterwinpunten
1/06/2013 In kaart brengen van aanpassingswerken die dringend of in de toekomst noodzakelijk kunnen of zullen zijn, inclusief maatregelen naar milieu en energie 1/12/2013 Op basis van voorgelegd plan zullen bepaalde aanpassingstrajecten verder onderzocht worden, doch met voorliggende federale budgetten zal de mogelijke uitvoering lokaal dienen gedragen te worden 1/05/2013 Informatie wordt centraal beheerd en dient beschikbaar te zijn in alle voertuigen
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 45 van 52
3.3.4 Zonale Uniformisering van systemen om toegang te krijgen tot gebouwen
3.3.6 Inventaris PBM in de zone 3.3.6 Inventaris noden om te voldoen aan K.B. Minima BPM 3.3.6 Voorstel uitvoering K.B. Minima PBM
1/03/2013 Centraal delen van de informatie welke gebouwen toegankelijk gemaakt zijn voor de brandweerdiensten en ervoor zorgen dat elke post hiervan gebruik kan maken 1/12/2012 opmaken inventaris van wat beschikbaar is aan PBM binnen de zone 1/01/2012 Welke tekorten zijn er en welke dienen weggewerkt te worden conform KB 1/02/2013 Beslissing welke aankopen zonaal en welke lokaal dienen te gebeuren en goedkeuring hiervoor krijgen van PreZoneRaad (telkens in overleg met lokale preventieadviseur)
3.3.6 Opstellen van zonaal kledijreglement
1/06/2013 Uitwerken en laten goedkeuren van een zonaal kledijreglement dat van toepassing zal gesteld worden vanaf 01-01-2014.
3.4
Opstellen van een personeelsbehoeftenplan om gevolg te geven aan de opdracht van de PreZone op basis van voorliggend operationeel plan
1/11/2012 Uitwerken van een voorstel om bijkomend personeel aan te werven binnen het OPZ+ project en die mensen aan te duiden die naar de PreZone zullen getacheerd worden
3.4
Organiseren en uitbouwen van een zonale telefoonpermanentie
1/01/2014 Zowel hardwarematig als naar bemanning streven naar een centralisatie van het telefoon- en receptiesysteem
3.4
De gemeentelijke retributiereglementen dienen op mekaar afgestemd te worden en uniform te zijn Ontwikkelen zonaal logo
1/01/2014 Goedkeuring van deze reglementen door alle gemeenteraden van de Zone
3.4
3.4.1 Analyse voorleggen van beschikbaarheden per post
1/12/2012 Wedstrijd uitschrijven om zonaal logo te ontwikkelen. In de opdracht dient verwerkt te zitten dat de lokale eigenheid in het logo dient bewaard te worden 1/06/2013 Er zal op basis van de gebruikte beschikbaarheidsystemen een rapport opgesteld worden van de beschikbaarheden per post. Hierbij zullen tevens alle pijnpunten in kaart gebracht worden.
3.4.1 Voorstel zonaal wachtsysteem
1/05/2013 Voorleggen van zonaal wachtsysteem, al dan niet per post georganiseerd , conform de bepalingen van KB SAH. Waarbij alle vereisten rond organisatie SAH en rampenplanning in rekening zullen gebracht worden, dwz dat er ook een wachtrol voor de gemeentelijke crisiscellen dient opgemaakt te worden.
3.4.2 Definieren van type-interventies 3.4.2 Definieren van de uitrukken per
1/01/2013 Zonale definitie en invulling uitrukprocedures
interventietype
3.4.3 De bestaande lokale specialisaties zullen geinventariseerd worden
1/03/2013 Afstemming van de type-interventies op de eenvormige lijst van de HC100-centrales en dit rekening houdend met KB op SAH 1/04/2013 In kaart brengen van de specialisaties die momenteel lokaal georganiseerd zijn en op welke basis en invulling
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 46 van 52
3.4.4 In elke post van de zone de beschikbaarheid van manschappen monitoren en bewaken
3.4.4 Analyse en oplijsting van wachtsystemen binnen de zone
3.4.4 Analyse van de markt naar bruikbare dispatchingsoftware
3.4.4 Beslissing PreZoneRaad toekomstige dispatching
1/01/2013 Niet alleen kijken naar wie er beschikbaar is, maar ook de oproepen op basis van deze beschikbaarheid en in functie van de vereisten het personeel aansturen (per post) 1/03/2013 Er zal zonaal bekeken worden welke wachtdiensten in welke posten momenteel van toepassing zijn. Hierbij moeten ook de kwalificaties van mensen op de wachtrol opgelijst worden. 1/04/2013 Verkenning van de markt naar tools die toelaten op zonaal vlak de beschikbaarheid van manschappen en voertuigen dynamisch te monitoren en op basis hiervan zonaal en interzonaal en conform de afspraken aan type-interventies en in overstemming met de eenvormige lijst van HC100 de interventies centraal aan te sturen en mogelijks op te volgen via GIS en Track & Trace software 1/10/2013 In welk organisatieformat zal de toekomstige dispatching werken, met welke middelen en welke budgetten (eventuele samenwerking met andere zones dient daarbij bekeken te worden)
5.5
Toekomstgericht ICT-beleid voeren
1/05/2013 Er zal een ICT-cel opgericht worden. Deze cel zal vooral naar hardware, maar ook kwa software faciliterend aan de operationele en organisatorische opdrachten werken. Er dient een vernieuwend beleid terzake gevoerd te worden, waarbij technologie niet alleen als tool in zowel de operationele en administratieve taken gezien wordt, maar ook als middel om onze klanten beter te kunnen dienen.
5.5
ICT-traject
1/01/2013 Eerste draft voor zonale hardware zal voorgelegd worden. Hard- en software zijn als ondersteunend in alle facetten van de zonale werking
5.6
Begroting en budgetten
1/10/2013 Opstellen van een ontwerp van volledige zonale begroting op basis van de analyse van de cijfers van elke brandweerkorpsbegroting. Op basis van deze "nulmerting" kan dan de impact van elke beslissing op de gemeenten in kaart gebracht worden.
5.2. Prioriteiten Het is de doelstelling om het rooster zoals in 5.1 vermeld integraal uit te voeren zoals voorgesteld. Ingeval van tegenslagen, beperking van de budgetten of niet-invulling van personeelsbehoeften
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 47 van 52
zal de PreZoneRaad aan de hand van het rooster bepalen welke opdrachten er prioritair dienen uitgevoerd te worden.
5.3. Vergoedingen De projectstructuur voorziet de coördinatie van de acties via medewerkers. De medewerkers die bij een gemeente of brandweer tewerkgesteld zijn worden “ter beschikking gesteld” aan de (Pre)Zone aan de hand van detacheringscontracten. De andere medewerkers zijn vrijwilligers en worden a rato van hun prestaties vergoed. De zonale ontvanger van de (Pre)Zone Noord-Limburg heeft als opdracht het financieel proces van de OPZ+- overeenkomst uit te voeren en te bewaken. Hij doet de ontvangsten en uitgaven van de overeenkomst van de (Pre)Zone. Ten einde een transparante en duidelijke afspraak te hanteren voor de vergoeding van de prestaties zoals hierboven beschreven wordt de volgende werkwijze aangehouden: Gelet op de specificiteit van de opdracht en de bijkomende werklast worden de personeelsleden vergoed volgens vigerende en/of gelijkaardige barema‟s. Dit veranderingsproces kan niet „for free‟ door desbetreffende functionarissen bovenop hun huidige dagtaak gedaan worden. Voor vrijwilligers (lid van een brandweerdienst) is een vergoeding a rato van de extra gepresteerde uren uitvoerbaar. Voor beroepsleden of gemeentepersoneel is dat niet het geval, en daarom wordt voorgesteld een barema inzake vergoeding te hanteren, zoals hieronder beschreven. Deze methode biedt het voordeel van budgettaire duidelijkheid, transparantie en “eerlijkheid” tegenover de inzet van de verschillende soorten functionarissen. De detacheringsvergoeding, die enkel voorzien wordt aan gedetacheerd niet brandweer personeel, gebeurt op basis van een forfaitaire onkostenvergoeding die 10% van de brutoloonkost bedraagt en proportioneel is in functie van het overeengekomen en goedgekeurde detacheringspercentage. Het gedetacheerde brandweerpersoneel komt niet in aanmerking voor deze vergoeding, doch zal in voorkomend geval aan het PreZoneCollege, haar supplementaire prestaties kunnen voorleggen, waarbij het PreZoneCollege deze prestaties, conform de bestaande en geldende lokale afspraken kan waarderen. Deze detacheringskosten worden door de PreZone gedragen zoals overeengekomen in de betreffende overeenkomsten en na voorlegging van een afrekeningsvoorstel door de lokale besturen. Desbetreffende gedetacheerde medewerkers worden enkel aangesteld voor de voorbereidende fase van de zonevorming in het kader van het OPZ+ - project, op basis van hun voorafgaandelijke expertise in de materie. Ze kunnen in geen geval aanspraak maken op een effectieve verlenging van de functie bij de definitieve indeplaatsstelling van de zone, noch kunnen zijn op generlei wijze aanspraak maken op deze vergoeding als verworven recht. Voor de vergoeding van de andere medewerkers en leden van de werkgroepen in de schoot van de Technische Commissie. geldt de volgende regeling : De vergoeding van de vrijwilligers bij een brandweerdienst van de zone zal gebeuren aan de hand van ingediende staten van gepresteerde werkuren, met een maximum van (gemiddeld) 8 uren per week en te viseren door de coördinator en vergoed aan de gemiddelde wedde van de graad (zie bijlage) en terug te betalen aan de gemeente die de vrijwilligers vergoed heeft;
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 48 van 52
Uurtarief: “gemiddelde wedde van de graad” Gemiddelde van de wedden bepaald bij de weddenschaal van de overeenstemmende graad van het beroepspersoneel (index 151,57):
Stagiair
PB1
14,45
brandweerman en ambulanciers
PB2
15,08
korporaal
PB2bis
16,16
sergeant
PB3
16,56
eerste sergeant
PB4
17,17
sergeant majoor
PB5
18,35
adjudant
PB6
18,82
onderluitenant
PBA1
24,15
luitenant
PBA2
25,44
kapitein -
PBA3
30,21
5.4. Boekhouding
Het te voeren boekhoudsysteem in de Prezone periode zal analoog gemeenteboekhouding (NGB), net zoals die ook wordt ingezet bij de politiezones.
zijn
met
de
In Vlaanderen werd decretaal bepaald dat de invoering van een Beleids- en BeheersCyclus (BBC) verplicht wordt voor alle gemeenten ten laatste op 01/01/2014. De boekhouding van de zone kan vanaf diezelfde datum ook daarmee analoog gevoerd worden. Eerstdaags zal een provinciaal overleg worden georganiseerd om de boekhoudingsystemen van de zones af te stemmen. De huidige gemeenteboekhouding werkt voor het budgettaire luik met budgetartikels die een functionele / economische opbouw hebben. In het BBC systeem zal dit vervangen worden door de budgetartikels volgens de combinatie beleidsdomein/beleidsveld/beleidsitem/algemeen rekeningnummer. Om een BBC systeem te implementeren, dienen we samen met het beleid beleidsdomeinen te bepalen. De beleidsvelden zijn vastgelegd conform de IPSAS regels (International Public Sector Accountancy Standards). Zoals hoger in deze nota is er heel wat werk te verzetten inzake beleid. Dit zal als voorbereiding perfect kunnen aansluiten voor de implementatie van BBC. Een eerste stap zal het opstellen van een organigram zijn. Dit organigram vertrekt vanuit het standpunt van de burger/ondernemingen/… Ook wel de front-office van de organisatie genoemd. Hierna een voorbeeld van organogram zoals die bij de gemeenten voorkomen:
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 49 van 52
Hieruit kunnen we voor de implementatie onmiddellijk de te kiezen beleidsdomeinen afleiden, nl. 1. algemene financiering; 2. interne zaken / facilitaire diensten; 3. omgeving; 4. burger; 5. sociaal; 6. vrije tijd. Eenzelfde oefening voor de brandweerzone zou volgend organogram of gelijkaardig kunnen worden:
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 50 van 52
De oefening om hieruit de beleidsdomeinen voor de brandweerzone af te leiden is hier legio. We willen hier aangeven dat de keuze van het boekhoudsysteem bij de start van de prezone logischerwijs volgt uit de gekende gemeenteboekhouding. Overstappen naar BBC als ook alle gemeenten dit doen is het logische gevolg. Eén en ander zal op korte termijn uitgeklaard worden en hierbij kijken we ook naar de regelgeving bij de politiezones. Ook zij zijn organisaties die een samenwerking zijn tussen de federale overheid en de gemeenten.
5.5. ICT Voor de werking van de PreZone en de toekomstige Zone kan wat ICT architectuur (Informatie en Communicatie Technologie) betreft, een keuze gemaakt worden die flexibel blijft. Dit is best denkbaar, gezien enerzijds de evolutie van de IT op zichzelf in aanbod van nieuwe hardware en software, en gezien anderzijds de maatschappelijke acceptatie ervan.
Om de PreZone als één geheel te kunnen laten werken werd aan Infrax een voorstel gevraagd inzake de opbouw van een virtueel LAN (Local Area Network) op hun bestaande WAN (Wide Area Network). Momenteel zijn de brandweerposten aan het Infra-X-net gekoppeld via een glasvezel of modemaansluiting. Willen we die als één netwerk laten functioneren, dan kunnen we gebruik maken van diverse oplossingen. De ene al wat gebruiksvriendelijker en/of performanter dan de andere. De meest aangewezen keuze met de actuele installaties is dat we een zonale server plaatsen in een zogenaamd datacenter. Aan dat datacenter dienen we minimum voorwaarden op te leggen inzake paraatheid van die zonale server(s). Permanente elektriciteitsvoorziening is daar één van. Bij stroomuitval dient een „no-break‟ incidenten op te vangen en in een permanente uitval dient een noodgenerator die permanentie te garanderen. Snelle inzet van techniekers bij calamiteiten is een tweede voorwaarde. Remote access van alle softwares, servers dient voorzien te zijn. Een dergelijke opstelling zal middels virtualisatie meerdere servers bevatten, welke zullen beveiligd worden middels een zogenaamde firewall.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 51 van 52
In het voorbeeld hierboven zien we de architectuur waarbij de brandweerposten via het internet in verbinding staan met het datacenter. Gebruikmakend van de meest recente virtualisatie software kunnen we het concept in het datacenter opbouwen op één server (één machine) die al die onderdelen via „load-balancing‟ de clients kan bedienen. Het grote voordeel ervan is dat centralisatie van zowel operationele software als statusmelding, oproepsysteem, enz. als de administratieve applicaties, zoals personeelsbeheer, boekhouding, documentenbeheer, digitaal archief, enz. toegankelijk zijn middels laptops, tablets, smartphones, … eender wat, als ze maar over een internetverbinding beschikken. Uiteraard beveiligd, maar het niveau waarop en hoeveel veiligheidsdrempels en/of - lagen er nodig zijn, is aan te wijzen door de ICT-cel waarvan hoger in deze nota sprake.
Deze configuratie is met de huidige aanwezige apparatuur deels te implementeren. Een voor dit concept geschikte server is te voorzien en de bestaande servers kunnen worden ingezet voor backup-doeleinden en als redundante server. Een meer performante omgeving verwachten we door tussenkomst van Infrax door het opzetten van een virtueel LAN. Middels dat LAN kunnen zowel data als voice in één netwerk worden samengebracht, wat betekent dat de telecommunicatie ook over dat netwerk zal kunnen verlopen. De ICT éénheid voor de zone kan hierdoor op korte termijn gerealiseerd worden. Een communicatieplatform dient ook in kaart gebracht. Daartoe hebben we de URL www.brandweernoordlimburg.be als domeinnaam reeds gereserveerd. Een content management systeem werd daartoe opgezet welk als portaal zal uitgebouwd kunnen worden en als één van de kanalen kan dienen voor zowel externe als interne communicatie. 5.6. BUDGET & BEGROTING In bijlage kan men begroting voor de werkingsjaren 2012 en 2013 vinden. In het kader van het OPZ+ project staat er ook een analyse gepland van de budgetten en werkingsmiddelen van alle posten binnen te zone. Vanaf die basis zal gekeken worden op welke manier er rationeler met middelen kan omgegaan worden en welke bedragen er voor de zonale begroting dienen vrijgemaakt te worden. Op basis van deze nulmeting kan men dan de impact van elke zonale beslissing toetsen aan de draagkracht van de respectievelijke gemeenten. In elk geval ie het de intentie om de actuele inspanningen van elke gemeente op minstens gelijk niveau te houden en de bijkomend te verwerven middelen te gebruiken om de dienstverlening te verbeteren.
BrandweerZone Noord-Limburg - Bladzijde 52 van 52