Persinfo
Zoals algemeen bekend, veranderen de regels op spaarboekjes op 1 april 2009. In bijgevoegd dossier wordt het nieuwe systeem gedetailleerd uitgelegd. Een eerste verandering voor de klant is de getrouwheidspremie die volgens andere criteria wordt bepaald. De aangroeipremie wordt afgeschaft. Ook de basisrente wordt anders verrekend en wordt voortaan gekoppeld aan het ECB-tarief. De sector staat positief tegenover dit gegeven, het gaat immers om een relevant en neutraal extern ankerpunt. Toch heeft de sector bedenkingen bij een maximale basisrente die enkel het ECB-tarief volgt als dat boven de 3% stijgt. Indien de maximale rente wordt gekoppeld aan het ECB-tarief zou dat in alle omstandigheden het geval moeten zijn, zowel in opwaartse als neerwaartse richting. De sector wenst bovendien de aandacht te vestigen op de wisselwerking tussen de rente op de spaarboekjes en de tarieven van de kredieten. Stijgt de rente op de spaarboekjes, dan kunnen hierdoor de kredieten duurder worden. Laat dat net een gegeven zijn dat in de huidige economische omstandigheden moeilijk ligt.
Marina De Moerlooze, Director Communication | Aarlenstraat, 82 • B-1040 Brussel T + 32 2 507 69 99 | F + 32 2 888 68 11 | M + 32 495 59 69 99 |
[email protected] | http://www.febelfin.be
2
Nieuwe regels vanaf 1 april
op
spaarboekjes
Vanaf 1 april 2009 veranderen de regels betreffende spaardeposito’s grondig1. Zij beogen meer eenvoud en transparantie voor zowel de klanten als de banken. De basisrente en de getrouwheidspremie worden anders bepaald en de aangroeipremie wordt afgeschaft. Voor de periode van 1 april tot 30 juni 2009 zal de maximale basisrente 3% bedragen. De getrouwheidspremie is minimum 25% van de aangeboden basisrentevoet en maximum 50% van de toegestane maximale basisrentevoet. De Belgische financiële sector stelt alles in het werk om zijn klanten transparant en duidelijk te informeren over de nieuwe regels en zo de overgang naar het vernieuwde spaardepositostelsel zo vlot mogelijk te laten verlopen.
De nieuwe regels in detail Algemeen
De nieuwe regels treden in werking op 1 april 2009, en dit voor zowel nieuwe als bestaande deposito’s.
De intrestvergoeding bestaat slechts uit twee delen: een basisrente en een getrouwheidspremie. De aangroeipremie wordt afgeschaft.
Wel wordt voorzien in een beperkte overgangsregeling (voor de berekening van de periodes die reeds aanvingen vóór 1 april 2009) tot: 31 december 2009 voor de aangroeipremies 31 maart 2010 voor de getrouwheidspremies Voor alle bedragen gestort vóór 1 april 2009 blijven de aangroei- en getrouwheidspremie verder lopen. Daarbij worden de periodes berekend volgens de vroegere regeling: tenminste zes maanden voor de aangroeipremie en twaalf maanden voor de getrouwheidspremie.
1
Dat werd bekendgemaakt in het koninklijk besluit van 7 december 2008 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 22
december 2008)
3
Tijdens de overgangsregeling is er geen verschil qua tarief voor de lopende aangroeipremie en getrouwheidspremie: beide premies worden aangepast aan het tarief van de getrouwheidspremie dat op 1 april 2009 wordt toegepast en vast blijft tot het einde van de wervingsperiode.
Basisrente
Het maximale percentage van de basisrente wordt voortaan gelinkt aan de ECB-rente en bedraagt maximaal: 3% of het centrale herfinancieringstarief van de ECB (Europese Centrale Bank) (indien hoger dan 3%) Als algemeen principe geldt dat indien het ECB-tarief lager is dan 3%, de maximale basisrentevoet op spaardeposito’s gelijk is aan 3%. Stijgt het ECB-tarief boven de 3%, dan stijgt de maximale basisrente mee. Het maximale percentage van de basisrente wordt op semesterbasis herbekeken en is van toepassing van januari tot en met juni, en van juli tot en met december.2
2
Elke bank is vrij haar effectieve rentevoet te bepalen (voor zover niet hoger of lager dan het wettelijke kader) en dat tarief op elk ogenblik te wijzigen.
Op eenzelfde spaardeposito en voor eenzelfde periode mag slechts één basisrentevoet worden toegepast. Dit betekent dat meerdere basisrentevoeten binnen eenzelfde spaarrekening en periode niet meer mogelijk zullen zijn.
Het ECB-tarief dat op 10 december van toepassing is, geldt als maximale basisrentevoet gedurende het eerste
kalendersemester van het daarop volgende jaar. Het ECB-tarief dat van toepassing is op 10 juni geldt als maximale basisrentevoet gedurende het erop volgende tweede kalendersemester van het lopende jaar.
4
Getrouwheidspremie
De getrouwheidspremie dient minimum 25% van de daadwerkelijk aangeboden basisrentevoet te bedragen en maximum 50% van de toegestane maximale basisrentevoet. Gelinkt aan de maximale basisrente zal het maximale percentage per semester worden aangepast. Voor de vaststelling van de drempel (minimumpercentage) en het plafond (maximumpercentage) van de getrouwheidspremie wordt bij de berekening afgerond tot op het lagere tiende procent. Bedragen die twaalf maanden op een spaarrekening staan, geven recht op een getrouwheidspremie. Na die twaalf maanden gaat een volgende periode (van 12 maanden) van premieverwerving in. Het percentage van de getrouwheidspremie wordt bepaald op het ogenblik van de storting of bij het begin van een nieuwe getrouwheidsperiode en wordt vastgeklikt voor de volledige getrouwheidsperiode. Dit blijft eveneens zo als het minimum- en/of het maximumpercentage van de getrouwheidspremie en/of de door de bank gehanteerde rentevoet tijdens die periode worden gewijzigd. Ook voor de getrouwheidspremie geldt dat elke bank vrij is haar tarief te bepalen (voor zover niet hoger dan het plafond of lager dan de drempel ) en dat op elk ogenblik te wijzigen.
Klik hier voor een uitgewerkt voorbeeld over de getrouwheidspremie.
FEBELFIN Op 28 maart 2003 werd Febelfin, de Belgische Federatie van de Financiële sector, opgericht. De beroepsfederatie telt vijf aangesloten leden, namelijk de Belgische Vereniging van Banken (die opgericht werd in 1937) en Beursvennootschappen (BVB), de Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA), de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK), de Belgische Vereniging van Beursleden (BVBL) en de Belgische Leasingvereniging (BLV), en enkele geassocieerde leden met een bijzonder statuut. Eind 2007 vertegenwoordigden Febelfin en haar leden meer dan 235 financiële instellingen in België. Samen staan deze rechtstreeks in voor meer dan 100.000 jobs en onrechtstreeks nog eens meer dan 100.000. De gebundelde krachten van de verenigingen in één overkoepelende federatie vormen een unicum binnen de Europese Unie. Febelfin is zowel op nationaal als internationaal vlak de belangrijkste vertegenwoordiger van de Belgische financiële wereld. De federatie neemt de uitdaging op zich een belangrijke rol te vervullen als “shared voice” van de sector en als bruggenbouwer tussen haar leden en verschillende partijen op nationaal en Europees niveau: beleidsmakers, toezichthouders, beroepsfederaties en belangenverenigingen. De federatie volgt trends en evoluties op de voet en helpt haar leden de juiste positie in te nemen. Samen met hen werkt Febelfin, via boodschappen en standpunten, aan het uitdragen van de waarden van de sector: dienstverlening,vertrouwen en transparantie,dynamiek en proactiviteit..
5
VOORBEELD Mijnheer Janssens stort op 5 februari 2010 1000 EUR op zijn rekening Op 18 augustus 2010 stort hij nogmaals 1000 EUR. Wil mijnheer Janssens aanspraak maken op de getrouwheidspremies dan zal hij het geld dat hij gestort heeft op 5 februari 2010 één jaar moeten laten staan. Hetzelfde geldt voor het bedrag dat hij gestort heeft op 18 augustus 2010. Mogelijk zijn beide getrouwheidspremies niet even hoog. De premie gestart op 5 februari kan bijvoorbeeld op 1% liggen, deze van 18 augustus op 1,5%. De getrouwheidspremie kan tijdens het volledige jaar niet veranderen. Indien de bank van mijnheer Janssens op 5 februari 2010 een premie biedt van 1%, dan zal hij een jaar later recht hebben op een premie van 1%, ook al zijn de percentages ondertussen gestegen of gedaald. Eenmaal mijnheer Janssens zijn geld twaalf maanden heeft laten staan en recht heeft op zijn getrouwheidspremie gaat een nieuwe getrouwheidsperiode in. Op dat ogenblik wordt het percentage van de getrouwheidspremie aangepast aan het percentage dat op dat ogenblik van toepassing is bij de bank. Als we de bovenstaande percentages aanhouden, heeft mijnheer Janssens in februari 2011 recht op een getrouwheidspremie van 1% op de eerste 1000 EUR, namelijk 10 EUR. Voor de tweede storting van 1000 EUR heeft hij recht op een getrouwheidspremie van 1,5% of 15 EUR. In februari 2011 begint de nieuwe getrouwheidsperiode van 12 maanden te lopen, tegen het tarief dat op die datum bij de bank van toepassing is. In augustus speelt zich hetzelfde scenario af voor de tweede som van 1000 EUR en de premie van 1,5%. Ook hier gaat een nieuwe getrouwheidsperiode in met het premiepercentage dat op dat ogenblik van toepassing is bij de bank.