Het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt.
Marleen Rompen
0516201
Bachelor Scriptie
2009‐2010
Begeleider: Dhr. Meulemans Inleverdatum: 2 Juli 2010
Abstract Deze scriptie gaat over het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt. Hierbij is als case studie het product Starbucks gebruikt, wat geïntroduceerd wordt op de Nederlandse consumenten markt. Door middel van een enquête is er onderzoek gedaan onder de Nederlandse consumenten en is uiteindelijk de optimale marketingmix ontworpen voor het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt. Door middel van het onderzoek is de literatuur getest en is duidelijk geworden dat de literatuur niet altijd voor alle landen geldt. Het onderzoek heeft zich specifiek gericht op de Nederlandse koffiemarkt en kan hierdoor ook niet gebruikt worden voor andere landen. Het blijkt dat de vicieuze cirkel van de marketing altijd door zal blijven draaien, omdat de consumenten altijd verrast en verblijd willen worden. De loyaliteit van de Nederlandse consument aan een bepaald merk is voor de Nederlandse consument niet aanwezig. Hierdoor is er voor nieuwe merken op de markt altijd ruimte om toe te treden. Belangrijke elementen waar bij de introductie rekening mee gehouden dient te worden zijn het product en haar kwaliteit, de prijs van het product en de plaats waar het product te verkrijgen is. Wanneer dit niet goed wordt gedaan is er een grote kans dat de Nederlandse consument kiest voor de concurrentie en de introductie hierdoor mislukt.
2
Inhoudsopgave 1. Introductie........................................................................................................................................... 4 2. Theoretisch raamwerk ........................................................................................................................ 7 2.1 Over Starbucks® ............................................................................................................................ 7 2.2 De Koffiemarkt. ............................................................................................................................. 8 2.3 De Service markt. .......................................................................................................................... 9 2.4 Een global brand.......................................................................................................................... 10 2.5 De marketingmix ......................................................................................................................... 10 2.6 Brand awareness ......................................................................................................................... 11 2.7 Brand equity ................................................................................................................................ 12 2.8 Het consumenten gedrag model................................................................................................. 15 2.9 Positioneringstrategie ................................................................................................................. 19 2.10 Cultuur....................................................................................................................................... 20 2.11 Starbucks® op de Nederlandse koffiemarkt.............................................................................. 21 2.12 Verder onderzoek...................................................................................................................... 22 3. Methoden.......................................................................................................................................... 23 3.1 Onderzoeksontwerp.................................................................................................................... 24 3.2 Variabelen ................................................................................................................................... 25 3.3 Populatie en sample .................................................................................................................... 28 3.4 Operationalisering....................................................................................................................... 28 4. Uitkomsten ........................................................................................................................................ 37 4.1 uitkomsten naar aanleiding van de literatuur............................................................................. 37 4.2 Uitkomsten uit het onderzoek .................................................................................................... 38 5. Conclusie ........................................................................................................................................... 53 6. Discussie ............................................................................................................................................ 57 Bibliografie ............................................................................................................................................ 58 Appendix A (Enquete) ........................................................................................................................... 60 Appendix B. ........................................................................................................................................... 75
3
1. Introductie Voor ieder product dat op de markt gebracht wordt, is er het eerste moment van kennis maken met de consument. In de growth‐share matrix, beschreven door Hedley (1977), worden beginnende bedrijven ‘Question Marks’ genoemd. In deze matrix kunnen producten vergeleken worden met bedrijven. Question Marks hebben nog een laag markt aandeel omdat ze nieuw zijn, waardoor ze nog weinig geld verdienen, maar wel veel geld nodig hebben om te kunnen groeien in de markt. Het is daarom van groot belang een product op de juiste manier op de markt te brengen, zodat er niet voor niets geld gestopt wordt in een nieuw product, dat vervolgens van de markt verdwijnt. Waar dient een bedrijf rekening mee te houden bij de introductie?
Door de globalisering van de afgelopen decennia is er voor multinationale bedrijven een extra uitdaging bij gekomen, het internationaliseren van het product. Globalisering houdt in dat steeds meer landen in de wereld worden betrokken bij de productie en handel van producten (Kotler & Keller, 2006, p. 668). Een product dat een mega succes is op de Amerikaanse markt, kan een totale mislukking zijn op, bijvoorbeeld, de Franse markt. Er zijn al meerdere artikelen geschreven over deze zogenoemde ‘marketing blunders’. Volgens Dalgic en Heijblom (1994) is een blunder een voorkombare fout die veroorzaakt is door onzorgvuldigheid in het onderzoek naar de markt, een slechte beoordeling van de markt of een incomplete analyse van de markt. Voor een bedrijf is het daarom heel erg belangrijk om goed te onderzoeken wat de consument op een markt belangrijk vindt. De marketingmanager moet begrijpen waarom de consumenten op een bepaalde manier reageren op de stimuli voor een nieuw product (Borden, 1964). Waarom wordt het ene nieuwe product afgewezen, terwijl een ander met open armen wordt ontvangen? Een breder vraagstuk is de vraag hoe een al bekend product geïntroduceerd moet worden op een nieuwe markt. Een product kan een bekende ‘brand name’ hebben waardoor er waarde toegevoegd wordt aan het product, dit wordt ook wel ‘brand equity’ genoemd (Kotler & Keller, 2006, p. 274 ‐ 276). Baker, Nancarrow en Tinson (2005) zeggen onder andere dat, wanneer de naam van het product waarde toevoegd aan een bepaalde marketingtechniek, er sprake is van een merk met ‘brand equity’. Keller (1993) definieërt ‘brand equity’ als de marketing activiteiten die speciale waarden toevoegen aan een merk, zonder de al bestaande merknaam van het product zouden deze speciale waarden nooit toegevoegd kunnen zijn. Voor een bedrijf kan het zeer nuttig zijn om te weten hoe hun product bekend staat bij de consument. Ailawadi, Lehmann en Neslin (2003) geven in hun artikel vier redenen waarom het nuttig is voor een bedrijf om de eigen ‘brand equity’ te weten. Allereerst kan het een houvast zijn voor marketing strategieën en andere tactische beslissingen. Ten tweede om te kijken
4
hoe en waar het product uitgebreid kan worden, ten derde om de effectiviteit van de marketing beslissingen te kunnen evalueren en ten vierde om te vergelijken waar het merk staat ten opzichte van de concurrentie. Ondanks dat er al veel onderzoek gedaan is naar de ‘brand equity’ van een product, is er weinig te lezen over de negatieve invloed van ‘brand equity’ op een product. Een product kan ook bekend staan om zijn slechte kwaliteit, slecht voor het milieu, veel te duur of onhandig in gebruik. Wanneer een bedrijf een product heeft met een negatieve ‘brand equity’ zal het de marketing‐ en promotiecampagnes daar zeker op moeten aanpassen om het product in een beter daglicht te krijgen.
Voor multinationals die gaan uitbreiden op een nieuwe, buitenlandse markt, is het belangrijk om te weten wat de ‘brand equity’ van het product wordt op de nieuwe markt. Hier gaan ze niet alleen te maken krijgen met het onderzoek hoe de buitenlandse markt in elkaar zit, maar ook hoe de cultuur in dat land werkt. Waar houden de mensen van, wat zijn hun gewoontes en zijn ze bereid om nieuwe dingen te proberen? Een voorbeeld hiervan is het introduceren van het product Starbucks® op de Chinese koffiemarkt. De Chinezen waren niet bekend met het fenomeen coffee‐to‐go en wilden in het café rustig kunnen zitten met vrienden of zakenpartners. Starbucks® heeft hiervoor haar cafés vergroot, zodat er genoeg ruimte was om een goede zitruimte te maken (seattlepost, june 16, 2005). Het is van belang de marketingmix goed te gebruiken bij de introductie van een bekend product op een nieuwe markt, omdat consumenten al een (negatief of positief) beeld van het product hebben. De marketingmix bestaat uit twee delen, de interne en de externe marketingmix. De interne marketingmix houdt zich bezig met de uitstraling van het product en bestaat uit de P’s van ‘presentation’, ‘physical distribution’, ‘personnel’ en ‘productivity’. De externe marketingmix is van belang omdat hier de naamsbekendheid en het imago van het product onder vallen en deze bestaat uit de P’s van ‘product’, ‘price’, ‘place’ en ‘promotion’ (Van der Kind, 2004). Dit is echter een van de vele lijsten over de inhoud van de marketingmix. Borden (1964) maakte een marketingmix lijst van 12 punten en hij zegt hier in zijn artikel ook over dat de lijst van elementen in de marketingmix lang of kort kan zijn. Dit hangt af van hoe ver men wil gaan in de verschillende classificaties van de verschillende marketing elementen. Hij voegt onder andere nog ‘Advertising’ (naast ‘promotion’) en ‘Fact Finding and Analysis’ toe aan de lijst met elementen (Borden, 1964).
Naast het kiezen van de juiste marketing elementen, is het van belang om te zorgen dat het
product op de juiste manier wordt gepromoot. Door het element ‘promotion’ uit de lijst van de externe marketingmix uit te breiden wordt de promotiemix samengesteld. De promotiemix is het totale marketingcommunicatie programma voor een product en bestaat uit de combinatie van reclame, sales promotion, PR, persoonlijke verkoop en direct marketing (Kotler e.a., 2005). Een promotiecampagne kan voor alle landen waar het product verkocht wordt gestandaardiseerd zijn,
5
maar om de effectiviteit te maximaliseren zal de boodschap aangepast moeten worden. Een bedrijf kan de boodschap om haar product te promoten op vier manieren aanpassen aan de wensen van het land (Kotler, 2000, p. 276). (1) Een bedrijf kan ervoor kiezen om alleen de taal, de kleuren en eventueel de naam van het product aan te passen, maar verder alles in de campagne hetzelfde te houden. (2) De boodschap kan aangepast worden aan de wensen van de lokale markt, maar het thema van de campagne blijft hetzelfde. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een bierbrouwer die in de westerse samenleving met een alcoholhoudend bier promoot, terwijl in de Islamitische wereld hetzelfde spotje wordt gebruikt alleen dan met een non‐alcohol bier. (3) Een bedrijf kan er ook voor kiezen om verschillende campagnes te ontwikkelen, waar elk land de beste uit kan kiezen. (4) Ook laten sommige bedrijven hun managers in dat land of gebied een campagne ontwikkelen die speciaal gericht is op dat land of gebied. Door middel van promotie wordt ook de ‘brand equity’ van een product weer verhoogd (Rust e.a., 2005, p. 91‐92). Het is voor het betreden van een nieuwe markt goed om te kijken waar deze nieuwe cultuur waarde aan hecht en zo te beslissen welke elementen opgenomen gaan worden in de marketingmix om het product te introduceren. Dit onderzoek zal zich gaan richten op het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt. De hoofdvraag van dit onderzoek zal dan worden:
“Wat is de optimale marketingmix voor het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt?” In dit onderzoek houdt een nieuwe markt in, dat het specifieke product nog niet op de markt te vinden is. Concurrenten zijn al wel op de markt te vinden en hier zal dus rekening mee gehouden moeten worden. Het product is echter wel al wereldwijd bekend. In dit onderzoek zal de Nederlandse koffiemarkt als voorbeeld dienen, dit omdat deze goed beschikbaar is voor dit onderwerp. Verder zal het product dat geïntroduceerd wordt, het product Starbucks® zijn. Er is voor Starbucks® gekozen, omdat dit een wereldwijd bekend product is dat zich nog niet op de dagelijkse Nederlandse consumenten markt bevindt.
6
2. Theoretisch raamwerk In dit hoofdstuk wordt de theorie achter het onderzoek besproken.
2.1 Over Starbucks® In 1971 werd in Seattle de eerste winkel van de nu wereldwijd bekende koffieketen Starbucks® geopend. De opmars van de koffieketen begon in de jaren tachtig, onder leiding van de toenmalig nieuwe CEO Howard Schultz en heeft geleid tot meer dan 16000 koffie cafés verdeeld over 50 landen wereldwijd (Starbucks.com). Het product Starbucks® is een naam apart in de wereld. Bij de jaarlijkse honderd ‘best global brands’ ranglijst van Interbrand staat Starbucks® inmiddels op de 85e plaats (interbrand.com). Het product Starbucks® gaat ook niet alleen over de verschillende soorten koffie die er te krijgen zijn. Het product Starbucks® houdt ook de extra’s in die het concern biedt. Klantvriendelijkheid staat hoog op de lijst van belangrijke dingen voor Starbucks®, ook bieden ze bij bijna ieder café draadloos internet aan zodat zakenmensen snel een kop koffie kunnen drinken, maar tegelijkertijd kunnen doorwerken. Ook zorgen ze ervoor dat er een rustgevend muziekje op de achtergrond op staat, zodat een klant echt tot rust kan komen in de rusthoek (Starbucks.com). Per dag opent Starbucks® drie tot vijf cafés ergens in de wereld (Theodore, S., 2002), maar hoe kan het dan zo zijn dat Starbucks® in Nederland nog maar zo weinig voet aan de grond heeft gezet? Er zijn op dit moment vier cafés op Schiphol, waarvan er twee achter de douane zitten en dus alleen bereikbaar zijn voor mensen die daadwerkelijk met het vliegtuig gaan, en twee ervoor. Verder zijn er Starbucks® cafés te vinden op de NS stations Amsterdam centraal, Utrecht centraal en Leiden centraal (Starbucks.com). Dit laat zien dat Starbucks® alleen nog maar te vinden is op plekken waar mensen komen om te reizen. Het is nog niet te vinden in de steden waar mensen werken, shoppen of gewoon afspreken om koffie drinken. Starbucks® gebruikt het zogenoemde ‘Customer Experience Management’ (CEM) concept. Bij dit concept wordt er gezorgd dat de totale ervaring van een consument met het product strategisch wordt gemanaged. Consumenten moeten zich niet alleen het product herinneren, maar het totale plaatje daar omheen (Kotler & Keller, 2006, p. 245). Dit is een onderdeel van de Brand Equity van Starbucks®. Starbucks® richt zich niet alleen op de koffie waar zij bekend mee is, maar ook op de snelle service, de gezellige cafés en de speciale aanbiedingen voor vaste klanten (Starbucks.com).
7
2.2 De Koffiemarkt. Koffie is, na olie, het tweede meest waardevolle product in de wereld om in te handelen (Ruzich, 2008). Uit onderzoek van de Koninklijke Nederlandse vereniging voor koffie en thee blijkt dat Nederlanders gemiddeld drie kopjes koffie per dag drinken en dat koffie een van de meest geliefde dranken is onder Nederlanders (Jaarverslag 2008, vnkt.nl). De Nederlandse koffiemarkt is een markt waar blijkbaar veel te halen is. De koffiemarkt kan opgesplitst worden in twee delen, de meeneem koffie (coffee‐to‐go) en het koffie drinken op locatie (coffee to stay). In Nederland zijn er op dit moment maar weinig mogelijkheden om koffie alleen mee te nemen. ‘Coffee‐to‐go’ mogelijkheden zijn bijvoorbeeld de Kiosken op de NS stations, de Coffee Company® en het Douwe Egberts® café. De Coffee Company®, dat eenzelfde concept heeft als Starbucks®, heeft slechts 24 koffiehuizen in Nederland terwijl het eerste koffiehuis al in 1996 werd geopend (coffeecompany.nl). Ook de Douwe Egberts® cafés zijn pas met een aantal van 26 te vinden op de Nederlandse markt, deze zijn tevens bijna alleen nog maar te vinden bij universiteiten en hogescholen (de.nl). De groei van de coffee‐to‐go markt in Nederland is erg langzaam. Voor coffee‐to‐stay zijn er veel meer mogelijkheden in Nederland. In elk cafeetje is het wel mogelijk om een kop koffie te bestellen en daar op te drinken, maar ook het thuis drinken van koffie kan gezien worden als een concurrent. Bij iedere supermarkt kan er koffie gekocht worden, die thuis gemaakt en gedronken wordt. Dit valt bij dit onderzoek bij de coffee‐to‐stay markt.
Starbucks® heeft een beetje van allen. In sommige Starbucks® cafés is het alleen mogelijk om koffie mee te nemen, maar in steeds meer cafés is er een gezellige ruimte ingericht waar mensen kunnen afspreken, werken of gewoon uitrusten van een dagje shoppen. Hierbij wordt het ‘Customer Experience Management’ (CEM) concept toegepast (Kotler & Keller, 2006, p.245). Klanten worden van alles voorzien, waardoor de totale ervaring van het consumeren toeneemt. Starbucks® verkoopt ook, op kleine schaal, haar eigen koffie die thuis gemaakt en gedronken kan worden, zij verkopen deze echter niet in de supermarkt maar in het eigen café (Starbucks.com). Wanneer Starbucks® daadwerkelijk op de Nederlandse consumentenmarkt gaat toetreden, zal zij rekening moeten houden met alle concurrenten die de Nederlandse koffiemarkt al heeft. Hieronder vallen de Douwe Egberts cafés, de Coffee Company cafés en alle cafés waar je gewoon rustig een kop koffie kan drinken, maar ook het thuis koffie drinken is een van de concurrenten op de Nederlandse markt.
8
2.3 De Service markt. De koffiemarkt, met daarbij het product Starbucks®, valt onder de service markt. Kotler en Keller (2006) definiëren een service als een handeling of vervaardiging dat een bedrijf aanbied aan een ander, dat in zijn essentie niet tastbaar is en wat niet resulteert in beheer. De productie kan wel of niet vastzitten aan een fysiek product. Er zijn verschillende vormen van service. Deze zijn onder verdeeld in de service mix. De service mix geeft vijf vormen van service, dit zijn (1) puur tastbare producten, (2) Tastbare producten met bijgaande services, (3) producten met evenveel service als tastbaarheid (4) Vooral service eigenschappen met een kleine hoeveelheid tastbaarheid en (5) puur service producten (Kotler & Keller, 2006, p. 403). Starbucks® verkoopt tastbare producten, de koffie en thee en eetbare producten, maar geeft daarbij ook een groot deel service. Volgens Starbucks® zijn het personeel, de sfeer in de cafés en de snelheid van het verkrijgen van het product de belangrijkste factoren van het product (Starbucks.com). Starbucks® valt hierdoor in de categorie ‘vooral service eigenschappen met een kleine hoeveelheid tastbaarheid’.
De servicemarkt is een markt waar consumenten vooral letten op de kwaliteit van de totale
ervaring, daarom zijn er meerdere risicofactoren. Consumenten van de servicemarkt vertrouwen op mond‐op‐mond reclame, kijken vooral naar de prijs, de behandeling door het personeel en de fysieke omstandigheden rondom het product en zijn vaak heel loyaal naar de producent die aan hun eisen voldoet (Kotler & Keller, 2006, p. 404). Met al deze omstandigheden moet rekening gehouden worden bij het introduceren van een product op de servicemarkt. Verder zijn consumenten zeer gevoelig voor vroegere ervaringen, wanneer iets niet aan de verwachting voldoet die er van te voren was gesteld zijn ze snel geneigd naar een andere producent over te stappen omdat ze teleurgesteld zijn in de ervaring (Kotler & Keller, 2006, p.404). Bij het introduceren van een nieuw product is het daarom van belang, zoals uit de literatuur naar voren komt, om vanaf het eerste contact met de consument de verwachtingen waar te maken. Grondig onderzoek vooraf is hiervoor nodig, aangezien er geen fouten gemaakt mogen worden die eventueel tot blunders kunnen leiden. De consument moet vanaf moment één positieve verhalen horen over het product en er binding mee krijgen, hierdoor zullen ze sneller loyaal worden.
9
2.4 Een global brand Als een product overal ter wereld dezelfde merknaam gebruikt, wordt dit ook wel een ‘global brand’ genoemd (Kotler & Keller, 2006, p. 668). In de ‘Blackwell encyclopedic dictionary of international marketing’ uit 1999 wordt een ‘global brand’ omschreven als ‘het gebruik van dezelfde merknaam voor producten, waar ter wereld deze ook verkocht worden. Global branding heeft de voordelen van het opbouwen van naamsbekendheid, nieuwe producten nemen de goede naam aan van gevestigde producten en er zijn schaalvoordelen te behalen in het ontwikkelen van verpakkingen, reclames en trademarks’. Er zijn mensen die beweren dat ‘global brands’ in deze omschrijving niet bestaan. Volgens hen moet een globaal product aangepast worden aan de lokale wensen. De term die wordt gebruikt voor een product dat globaal wordt gedistribueerd, maar aangepast wordt aan lokale wensen is glocalizeren (Svensson, 2001). Door deze lokale verschillen bij een globaal product kan de marketingmix voor een product per land verschillen. Hierdoor moet er gekeken worden naar wat te doen met de prijs, het product, de promotie en de distributie van het product in het land (De Mooij, 1998, p. 21).
2.5 De marketingmix De marketingmix is de set van marketingelementen die een bedrijf gebruikt om marketingdoelen te behalen. De basis uitgang van de marketingmix kent de vier p’s, prijs, product, plaats en promotie. Deze vier p’s reflecteren de marketingelementen vanuit het perspectief van de verkoper, het bedrijf (Kotler & Keller, 2006, p. 19‐20). Voor de service markt, waar het in deze thesis over gaat, komen er nog extra elementen bij in de marketingmix. Dit zijn fysieke omgeving, proces, ‘people’ en productiviteit. Deze acht elementen samen worden ook wel de acht p’s van de service marketing genoemd, die samen voor een strategie moeten zorgen waardoor consumenten krijgen wat ze verwachten in een competitieve markt (Lovelock & Wirtz, 2007). Wanneer een global brand op een nieuwe markt geïntroduceerd gaat worden, moet er gekeken worden of er product adaptation nodig is. Product adaptation is het aanbrengen van kleine veranderingen voor lokale wensen en behoeftes. Wanneer dit zo blijkt te zijn, moet er ook gekeken worden naar wát er veranderd moet worden. Ligt het aan de prijs, het product, de naam of iets anders (Kotler & Keller, 2006, p. 680‐681). Zoals al eerder gezegd door Borden (1964) zijn er marketing mixen van verschillende grootte. Voor dit onderzoek zal een marketingmix van zeven p’s gebruikt gaan worden als standaardmodel, deze is te zien in figuur 1 hieronder. Door middel van het onderzoek zal blijken welke P’s het belangrijkste
10
zijn voor de introductie van een bekend product op een nieuwe service markt, daaruit kan dan de optimale marketingmix gehaald worden. Ook zal blijken of er product adaptation nodig is en eventueel op welke manier, dit zal dan meegenomen worden in het optimaliseren van de marketingmix. De marketingmix is te zien in figuur 1, hieronder.
Figuur 1; Marketingmix
2.6 Brand awareness Brand equity onstaat voor een deel door wat de consumenten weten van het merk en wat hun ervaringen daarmee zijn (Keller, Apéria & Georson, 2008, p.48‐49). Brand equity begint daarom bij het herkennen van het product door consumenten, ook wel ‘brand awareness’ genoemd (Keller, Apéria & Georgson, 2008, p.48‐49). Aaker (1991) heeft de brand awareness onderzocht vanuit het consumenten perspectief. Hieruit heeft hij de ‘Brand Awareness pyramid’ opgemaakt (zie figuur 2).
11
Figuur 2; Brand awareness pyramid
De verschillende lagen in de piramide representeren de verschillende niveaus van merk bekendheid bij de consument, met het uiteindelijke doel voor de marketing manager de ‘TOMA’ (‘Top of mind awareness’). In beginsel is de consument nog onbekend met het product, ‘unaware of a brand’ (Keller, Apéria, & Georgson, 2008, p. 42‐43). Elk merk begint in beginsel bij de onderste laag wanneer het geïntroduceerd wordt. Voor het introduceren van een bekend product op de Nederlandse markt kan dit echter anders liggen. Er kan al een vorm van ‘brand recognition’ bestaan, omdat het product al een bekend merk is. Bij ‘brand recognition’ is de consument in staat om het merk te herkennen onder verschillende omstandigheden, waarbij wel visuele of verbale hints worden gegeven. Brand recal is een stap verder dan brand recognition, hierbij herkennen consumenten het product al bij een bepaalde omstandigheid zonder enige visuele of verbale hints (Keller, Apéria, & Georgson, 2008, p. 43). Bij de introductie van Starbucks® zal er rekening mee gehouden moeten worden dat een groot deel van de bevolking zich al op het niveau van brand recognition, dan wel brand recal bevindt. Er is al een beeld bij het product en de consument heeft er al haar mening over.
2.7 Brand equity
Zoals al eerder gezegd is Starbucks® een zeer bekende merknaam in de wereld (integrand.com). In de jaren tachtig is het concept ‘brand equity’ ontstaan. Hierbij werd het merk van een product steeds belangrijker en kregen marketingmanagers het onderdeel ‘branding’ in het pakket erbij. Branding is het maken van een verschil voor jou specifieke product tegen concurrerende producten (Keller, Apéria, & Georgson, 2008, p. 42‐43). Een voorbeeld hiervan is het verschil tussen Starbucks® en
12
Coffee Company, beiden zitten in hetzelfde product segment, maar door de naam heeft de consument andere ideeën over de beide producten. De marketing managers moeten marketing activiteiten bedenken en implementeren om brand equity op te bouwen en te verbeteren, dit wordt ook wel het ‘strategic brand management process’ genoemd. Bij dit proces wordt de ‘customer‐ based brand equity’ (CBBE) gebruikt. Hierbij is het de bedoeling dat het product, wanneer het voor de eerste keer wordt geprobeerd door consumenten, een positiever gevoel afgeeft bij de consument, omdat ze het al kennen (Keller, Apéria & Georgson, 2008, p.95). Starbucks® heeft een bekende naam, dus het is belangrijk voor het introduceren op de Nederlandse markt dat het eerste contact met de consument goed is. Hierdoor kan ook de concurrentie aangegaan worden. De consument moet van merk gaan wisselen, door de introductie van het product. Voor global brands is het van belang om te zorgen dat het product op alle internationale markten een brand equity heeft. De Amerikaanse marketingmanagers zagen global brand equity als een simpel vervolg op de brand equity in het eigen land, ‘Wanneer het werkt voor 280 miljoen mensen, kan het voor iedereen werken’ (Stout, 1997). Dit hoeft echter helemaal niet het geval te zijn. Keller e.a. (2008) hebben voor global branding en het daarmee samen gaan van global brand equity de tien geboden beschreven (zie figuur 3).
Figuur 3; The ten commandments of global branding (Keller, Apéria & Georgson, 2008, p. 727)
Hierin wordt het duidelijk dat voor elke markt een nieuwe start gemaakt moet worden en niet alles gezien moet worden als gelijk. Voor de verschillende elementen uit de marketingmix moet gekeken worden of deze toepasbaar zijn in het nieuwe land of dat ze veranderd moeten worden. Voor dit inzicht is er voor het product en de communicatie, het concept van de ‘Five International Product and Communication Strategies’ ontworpen. Dit zijn vijf methoden om te kijken of dan wel wat er
13
veranderd moet worden aan de communicatie en/of product strategie voor het introduceren van een product internationaal (Kotler & Keller, 2006). Deze is te zien in tabel 1.
Product
Communications
Do not change
Adapt
Develop
product
product
New product
Do not change
Straight
Product
communications
Extension
adaptation
Adapt
Communication
Dual
communications
adaptation
adaptation
Product invention
Tabel 1; Five international product and communication strategies (Kotler & Keller, 2006, p. 680)
‘Straight extension’ houdt in dat het product op de markt wordt geïntroduceerd zonder aanpassingen. Dit gebeurt veel bij fotocamera’s en andere electronica. Product adaptation, zoals hierboven al is genoemd, houdt in dat het product aangepast wordt aan de lokale wensen en behoeftes. Product invention houdt in dat er een nieuw product wordt gecreëerd. Dit kan door middel van het introduceren van een oude versie of door middel van het introduceren van een compleet nieuw product. Communication adaptation houdt in dat de promotiecampagne aangepast wordt aan lokale wensen. Wanneer en de promotie en het product aangepast worden, product adaptation samen met communication adaptation, wordt het dual adaptation genoemd (Kotler & Keller, 2006, p. 682). Ook voor de prijs zijn er verschillende moeilijkheden voor het internationaal introduceren van het product. Bedrijven die een product in het buitenland willen introduceren krijgen met het probleem van ‘prijs escalatie’ (Price escalation) te maken. Dit houdt in dat de prijs van het product stijgt door toegevoegde kosten voor het verkopen in het buitenland. Dit komt onder andere door invoerbelastingen, transport kosten en overige belastingen voor het verkopen van een product in dat land (Kotler & Keller, 2006, p. 684). Om een prijs te kiezen in een bepaald land geven Kotler en Keller (2006) drie mogelijkheden. Allereerst kan een bedrijf dezelfde prijs overal ter wereld vaststellen. Hierdoor kan het wel zo zijn dat in het ene land het product veel te duur is, terwijl het in het andere
14
land goedkoop is. Ten tweede is er de mogelijkheid om de prijs vast te stellen op basis van de prijzen op die bepaalde markt in het land. Dit kan problemen opleveren, omdat in sommige landen de prijs zo laag komt te liggen dat de toegevoegde kosten er nauwelijks meer uit te halen zijn. Als laatste is er de mogelijkheid om de prijs te baseren op de kosten die gemaakt zijn om het product te kunnen verkopen in dat land. In landen waar veel toegevoegde kosten worden gerekend kan het product dan weggeconcureerd worden door andere, goedkopere, producten. Om de brand equity van het product te behouden, is het bij het introduceren belangrijk om te weten wat er moet gebeuren voor een succcesvolle introductie. Het is daarom belangrijk om de wensen en behoeften van de consument op die specifieke markt te begrijpen.
2.8 Het consumenten gedrag model. Voor dit onderzoek is het belangrijk om te weten waarom consumenten een product wel of niet accepteren. Waarom wordt het ene product wel gekocht en het andere niet? Welke stimuli kunnen er gebruikt worden? Om consumenten gedrag te begrijpen kan het ‘consumenten gedrag model’ gebruikt worden (Kotler & Keller, 2006, p. 184), deze is hieronder te zien in figuur 4. De marketingmanager moet begrijpen wat er gebeurd in het bewustzijn van de consument tussen het ontvangen van de externe marketing stimulus en de beslissing om het product te kopen (Kotler & Keller, 2006, 184). Welke marketing stimuli slaat wel aan bij de, Nederlandse, consument is een belangrijke vraag in de markt penetratie. Wanneer de verkeerde strategie wordt gekozen kan het bedrijf een blunder begaan, waardoor het product door de Nederlandse consument negatief wordt ervaren en uiteindelijk weer van de markt verdwijnt.
15
Figuur 4; Model of Consumer behavior (Kotler & Keller, 2006, p. 184)
De marketing en overige stimuli zijn de externe factoren die gebruikt kunnen worden om een consument te laten nadenken over een product (Kotler & Keller, 2006, p. 184). Zoals te zien in de figuur zijn er acht stimuli om de consument te stimuleren na te denken over het product. Allen belichten zij een andere manier van stimulatie.
Het psychologische proces bij de reactie van de consument op externe marketingstimuli
heeft vier kernelementen. Dit zijn motivatie, perceptie, leren en onthouden. Een motief is een behoefte die de consument er toe aan zet om te reageren. De behoefte om te reageren wordt beïnvloedt door de perceptie van de situatie van die consument. De perceptie is het proces waarbij de consument informatie selecteert, organiseert en interpreteert om een visie te krijgen over deze behoefte en de markt. Perceptie is een belangrijk element, omdat deze bepaalt wat het uiteindelijke gedrag zal zijn van de consument. Leren houdt in dat de consument haar gedrag verandert door de ervaringen die zij heeft gehad met soortgelijke producten. Als laatste in het psychologische proces van de consument is het element onthouden. Een consument heeft een korte termijn en een lange termijn geheugen. Voor een bedrijf is het belangrijk dat het product via het korte termijn geheugen in het lange termijn geheugen terecht komt, waardoor het product niet vergeten wordt. Dit gebeurt
16
via ‘Brand associations’. Dit zijn alle merk gerelateerde gedachtes, gevoelens, percepties, beelden, ervaringen etc. van de consument over het product (Kotler & Keller, 2006, p. 188‐189).
Het gedrag van een consument wordt verder beïnvloed door de culturele, sociale en
persoonlijke factoren van een consument. Cultuur is een kenmerk van de behoeftes en gedragingen van een consument, ook wel de waarden en normen van een consument. Deze worden vaak al meegegeven door ouders aan een opgroeiend kind, welke de cultuur weer doorgeeft aan de volgende generatie. Omdat er veel verschillende culturen bestaan in de wereld, moet een bedrijf bij de marketing strategie rekening houden met multiculturele marketing. Hierdoor kunnen meer verschillende culturele groepen aangesproken worden. De sociale factoren zijn de directe contacten waarmee de consument in aanraking komt. Zoals het soort werk, het soort vrienden, de buurt waar de consument in woont etc. Dezen hebben ook een grote invloed op het gedrag van de consument. Als laatste zijn er dan ook nog de persoonlijke factoren die invloed uitoefenen. Hieronder vallen de leeftijd, sekse, opleiding, persoonlijkheid en levensstijl van de consument (Kotler & Keller, 2006, p. 189). Na de stimuli en het psychologische proces komt, zoals ook in het consument gedrag model te zien, het proces waarin een consument gaat besluiten om een product wel of niet te kopen. Hierbij gaat het om de vragen in de vorm van, wie, wat, wanneer, waar, hoe en waarom. George Belch en Michael Belch hebben een lijst ontworpen die gebruikt kan worden voor het beantwoorden van deze belangrijke vragen. Deze is te zien in tabel 2 hieronder (Kotler & Keller, 2006). Door deze lijst kunnen, in samenwerking met het consumentengedrag model, het gedrag en de gedachten van de consument beter uitgelegd worden.
17
Understanding Consumer Behavior
Wie koopt ons product of service?
Wie maakt de beslissing om te kopen?
Wie heeft invloed op de beslissing om te kopen?
Hoe wordt deze beslissing gemaakt?
Wat koopt de consument? Welke behoefte wordt het meest beantwoord?
Waarom kopen consumenten een bepaald merk?
Waar gaan consumenten kijken om het product/service te kopen?
Wanneer kopen consumenten het product/service? Zijn er seizoensfactoren?
Hoe wordt ons product/service gewaardeerd door de consument?
Hoe staat de consument tegen over het gebruik van ons product/service?
Welke sociale factoren hebben invloed op de beslissing om te kopen?
Heeft de levensstijl van de consument invloed op de beslissingen die zij neemt?
Hoe beïnvloeden persoonlijke en demografische factoren de beslissing?
Tabel 2; Understanding consumer behavior (Kotler & Keller, 2006, p. 190)
Deze lijst kan samen genomen worden met het proces tot beslissing om een product te kopen. De vijf elementen uit het proces om een product te kopen volgen elkaar in volgorde op. Allereerst is er de probleemherkenning. Deze wordt opgeroepen door externe of interne stimuli. Voor marketeers is het van belang om te weten op welke stimuli een consument reageert, zodat deze gebruikt kunnen worden in de marketingcampagne. Waarom ziet de consument dit probleem nu en niet op een ander moment? Als tweede is er het zoeken naar informatie, hierin zijn vier verschillende hoofdgroepen te onderscheiden tot welke een consument zich kan richten. Dit zijn familie, reclame, publieke organisaties en experimentele handelingen. Voor het bedrijf is het van belang te weten tot welk van deze bronnen de consument zich het meest keert en op welke manier de consument de meeste informatie vergaart. Hierna komt het evalueren van alternatieven. Consumenten gebruiken niet
18
dezelfde processen voor de evaluatie, voor ieder persoon kan dit anders zijn. De stappen die in het proces genomen worden zijn echter wel generaliseerbaar, dit zijn de vier stappen (1) de consument wil een behoefte bevredigen, (2) de consument wil voordelen halen uit het gekozen product en (3) de consument ziet ieder product als een pakket van verschillende onderdelen die de behoefte kunnen bevredigen en de voordelen kunnen bezorgen. Hierdoor wordt het product gekozen wat aan alle stappen het meest bijdraagt. Als vierde ontstaat er een koop besluit (purchase decision). Na de evaluatie van alternatieven is er een intentie om te kopen, deze kan dan eventueel nog beïnvloed worden door onverwachte factoren en de houding van anderen tegenover dat product. Zoals uit het model blijkt, het laatste blok, kiest een consument een product door te kiezen voor het merk, het specifieke product, de verkoper waar het product wordt verkocht, de hoeveelheid die gekocht moet/kan worden, wanneer het product gekocht kan worden en hoe er betaald kan worden. Deze keuzen zullen echter bij dagelijkse aankopen minder gebruikt worden. Hieruit volgt dan uiteindelijk het besluit om een product te kopen. De laatste stap in het proces van het kopen van een product is het gedrag na de koop. Een consument kan tevreden zijn over de koop, maar kan in sommige gevallen ook ontevreden zijn over het product. Deze mening kan de consument verder vertellen, dit is weer reclame voor het product, maar dit hoeft niet altijd positief te zijn. Hier is het belangrijk om de relatie te bekijken tussen de verwachtingen en de uiteindelijke ‘prestatie’ van het product. Hoe groter dit gat, hoe hoger de ontevredenheid van de consument zal zijn (Kotler & Keller, 2006, p. 198). Hieruit blijkt dat de marketing niet stopt na het kopen van het product. Ook na deze stap is het van belang de consument goed op de hoogte te houden, tevreden te stellen door extra voordelen wanneer zij terugkomt en hulp te bieden bij problemen.
2.9 Positioneringstrategie Na onderzocht te hebben hoe een consument reageert en wat hij waardeert, komt het moment om het product te gaan introduceren. Wanneer een markt betreden wordt zal het product een plek moeten krijgen binnen deze markt. Alle marketing strategieën zijn opgebouwd uit drie onderdelen, (1) segmentatie, (2) onderscheiden van de doelgroep en (3) positioneren (Kotler & Keller, 2006,p. 24). Een bedrijf verdeelt de markt in verschillende groepen consumenten, daaruit zoekt zij haar geschikte doelgroep en plaatst haar product voor die doelgroep in de markt. Positioneren wordt ook wel omschreven als de daad van het ontwerpen van een speciale boodschap aan de doelgroep, om ervoor te zorgen dat deze doelgroep het product in het hoofd houdt (Kotler & Keller, 2006, p.24). Al Ries en Jack Trout beschouwen positioneren als een creatieve bezigheid wat gedaan wordt met een bestaand product, zei zeggen: “Positioning starts with a product. A piece of merchandise, a service, a
19
company, an institution, or even a person….But positioning is not what you do to a product. Positioning is what you do to the mind of the prospect. That is, you position the product in the mind of the prospect’ (Kotler & Keller, 2006, p. 311). Bij het positioneren gaat het dus om het beïnvloeden van de consument en niet meer over het eventueel aanpassen van het product, dit moet al gebeurt zijn in eerdere stappen. Het product wordt in de markt geplaatst door duidelijk te maken en te communiceren wat de verschillen en overeenkomsten zijn met andere, vergelijkbare producten. Dit gebeurt door het product in een positioning map te plaatsen samen met de andere producten (Lovelock & Wirtz, 2007). Een global brand dat geïntroduceerd wordt op een nieuwe markt, zal voor elke nieuwe markt zichzelf moeten positioneren. Ook moet voor elke markt het consumentengedrag model gebruikt worden, om te begrijpen hoe de consument op die markt reageert en wordt gestimuleerd. Hierbij moet onthouden worden dat het positioneren in een nieuwe markt het creëren van mental maps, het definiëren van de belangrijkste merk associaties en het identificeren van de kenmerkende verschillen met concurrenten met zich mee brengt en dat het tijd kost om een product goed te introduceren (Keller, Apéria, & Georgson, 2008, p. 119).
2.10 Cultuur Voor het introduceren van een global brand in een nieuw land, is het zeer belangrijk om rekening te houden met de cultuur die er heerst op die markt. Cultuur is een collectieve en mentale uiting, die mensen van een groep onderscheid van mensen van een andere groep. Deze waarden, normen en leefregels worden van generatie op generatie doorgegeven (Hofstede, 2005, p. 20‐21; Pinto, 1998). De handelingen, de denkwijze en de manier waarop consumenten hun percepties vormen worden bepaald door de culturele waarden van die consument (Hofstede, 2005, p. 20‐21).
Er bestaan veel cultuurverschillen in de wereld. Pinto (1998) zegt dat mensen tijdens hun
opvoeding de eigen cultuur en de daarbij behorende gedragingen leren. Gedragingen die anders zijn dan zij hebben geleerd worden al snel als slecht gezien en daardoor niet gewaardeerd. Cultuur verschillen kunnen in het marketingproces, bijvoorbeeld in reclames, zorgen voor onbegrip bij een deel van de consumenten (Kotler & Keller, 2006, p.174). Dit kan de brand equity van het product aantasten, wat niet wenselijk is. Om te zorgen dat het product goed wordt ontvangen en wordt gewaardeerd door de Nederlandse consument zal rekening gehouden moeten worden met de Nederlandse cultuur.
20
In Nederland zijn veel verschillende culturen te vinden. Naast de overheersende Nederlandse cultuur zijn er onder andere ook de Turkse, Antilliaanse, Marokkaanse en nog vele andere culturen te vinden. Omdat het onderzoeken van al deze verschillende culturen veel te breed is, zal voor dit onderzoek alleen de officiële Nederlandse cultuur gebruikt gaan worden en wordt dus de hele Nederlandse bevolking gezien als hebbende de Nederlandse cultuur.
Nederland heeft volgens Hofstede (1993, p.41) een Germaanse cultuur. Status is in onze
cultuur niet belangrijk, daarnaast handelen we vaak individualistisch en hebben we behoefte aan privacy. Nederlanders kijken veelal naar de lange termijn, zijn spaarzaam en nieuwsgierig (de Mooij, 1998, p.23). Nederlanders durven te experimenteren met nieuwe dingen, vooral wanneer zij denken dat dezen de behoeftes die ze hebben beter beantwoorden (Hofstede, 1993, p.41). Voor het introduceren van een product op de Nederlandse markt moet hier rekening mee gehouden worden. De marketingstrategie hoeft niet compleet afhankelijk te zijn van deze culturele uitingen, maar moet er gedeeltelijk rekening mee houden. Omdat status in onze cultuur niet belangrijk is, hoeven producten niet geïntroduceerd te worden met dit kenmerk. Op deze manier kunnen alle Nederlandse waarden eventueel gebruikt worden bij de introductie van een bekend product op de Nederlandse markt.
2.11 Starbucks® op de Nederlandse koffiemarkt. Het toetreden van Starbucks® op de Nederlandse markt is in meerdere opzichten interessant. Starbucks® is een product met een wereldwijd bekende merknaam. Hoe staat deze naam in Nederland bekend? Is de naam Starbucks® in Nederland überhaupt bekend? In een eerder gedaan onderzoek wordt gezegd dat Starbucks® een bekend merk in Nederland is, omdat het op de populaire vriendensite Hyves meer dan 40.000 aanhangers heeft en er veel petities op internet te vinden zijn waar mensen vragen om Starbucks® in Nederland (Denekamp, 2009). De vraag is in hoeverre dit volstaat om te zeggen dat Starbucks® een bekende merknaam in Nederland is.
De Nederlandse koffiemarkt is nog niet vertrouwd met het coffee‐to‐go concept, hier zal
Starbucks® bij de markt penetratie zeker rekening mee moeten houden. Het succes van Starbucks® is echter voor een groot deel toe te rekenen aan de kwaliteiten van Starbucks® om een gezamenlijke, gemoedelijke en sociale sfeer te creëren in het café, hier kunnen ze voordeel mee behalen op de Nederlandse, vooral coffee‐to‐stay, koffie markt (Thompson & Arsel, 2004). Howard Schultz, CEO van Starbucks® heeft ooit de uitspraak gedaan, “We are not in the coffee business, serving people. We are in the people business, serving coffee” (Ruzich, 2008). Hieruit komt naar voren dat Starbucks® het
21
totale service pakket voor de consument als hoge prioriteit beschouwt. Het gaat niet alleen om de koffie, maar het gaat vooral om de service die daar omheen zit. Het Starbucks® concept prijst haar cafés dan ook aan als, ‘Starbucks® is not a store, but an oasis, a small escape during a day when many other things are beating you down’ (Ruzich, 2008). Verder is het de bedoeling dat de cafés worden gezien als de, na de eigen huiskamer en de werkplaats, derde huiskamer (Thompson & Arsel, 2004).
2.12 Verder onderzoek Door middel van dit onderzoek zal er getracht worden generaliseerbare antwoorden te krijgen om de optimale marketingmix voor het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt te ontwikkelen. Hier moet echter wel rekening gehouden worden met het feit dat er een case wordt gebruikt, met daarin als voorbeeld Starbucks®. Dit voorbeeld bevindt zich zo goed als volledig op de service markt. Hierdoor kan er niet met zekerheid gezegd worden dat dezelfde marketingmix gebruikt kan worden, voor het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt die anders is dan de service markt. Verder zullen er uitspraken gedaan worden over de optimale marketingmix voor de Nederlandse bevolking. Hier moet echter wel rekening gehouden worden met het feit dat het sample dat gebruikt gaat worden, niet groot genoeg zal zijn om deze uitspraak te generaliseren. Wanneer er een echte uitspraak gedaan moet worden, zal er een veel uitgebreider onderzoek moeten plaatsvinden. Daar is in dit onderzoek echter geen ruimte voor, aangezien het een Bachelor scriptie betreft.
22
3. Methoden Om de literatuur in de praktijk over te brengen is er nog enige moeite nodig. Een conceptueel model kan hierbij hulp bieden. Door alle literatuur samen te nemen kan er een conceptueel model gevormd worden. Hierbij hebben de onafhankelijke variabelen invloed op de afhankelijke variabelen. Zoals later zal blijken zijn de variabelen van de marketingmix de onafhankelijke variabelen en de variabelen uit het consumenten gedrag model de afhankelijke variabelen. Door deze combinatie ontstaat het conceptueel model zoals te zien is in figuur 5.
Figuur 5; conceptueel model
De zeven variabelen vanuit de service marketing mix staan in het eerste blok. Deze hebben invloed op het totale proces van het consumentengedrag model, maar omdat de figuur zeer onoverzichtelijk zou worden wanneer ze overal zouden staan, staan ze nu vooraan. Het consumentengedrag model staat verder hetzelfde, behalve de laatste twee blokken. In het normale model staat de beslissing om te kopen (‘purchase decision’) uitgewerkt in het laatste blok. Deze onderdelen hebben echter een
23
dusdanig grote invloed bij het koop proces dat ze in dit onderzoek bij het beslissingsproces worden betrokken. De eis van kleine aanpassingen aan het product om lokale wensen tegemoet te komen, product adaptation, kunnen hier ook naar voren komen. Hierdoor staat deze factor ook bij het beslissingsproces. Wanneer consumenten uiteindelijk kiezen voor een alternatief product of voor een concurrent (evaluation of alternatives) is het duidelijk dat er iets moet gebeuren aan het product. Hierdoor blijft de echte beslissing om te kopen als laatst over. De uiteindelijke beslissing kan echter ook weer invloed hebben op de karakteristieken van de consument. Bijvoorbeeld het kopen van een product wat normaal niet in de cultuur of het sociale leven van de consument past, kan ervoor zorgen dat er iets veranderd bij een van die factoren van de consument. Daarom loopt deze pijl ook, via de persoonlijke karakteristieken, door naar de service marketing mix elementen. Deze kunnen weer beïnvloed worden door de beslissing van de consument om een product te kopen en zijn reactie hierop. De product adaptation kan ook weer nodig zijn na de beslissing om te kopen (purchase decision). Dit kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer de consument niet geheel tevreden is met zijn aankoop. Daarom loopt deze invloedpijl ook weer naar de invloed die de beslissing om te kopen heeft op de marketingmix elementen. Zo blijft dit conceptueel model een vicieuze cirkel, niet raar bij marketing aangezien de consument altijd geprikkeld moet blijven. In de praktijk zijn de onafhankelijke variabelen van het conceptueel model, vaststaande feiten. Een prijs is vastgesteld, een bepaald product is niet flexibel en de fysieke omgeving is ook niet zomaar aangepast op een bepaalde wens. Uiteindelijk kunnen al deze onafhankelijke variabelen echter wel aangepast worden. Wanneer blijkt dat de consument niet tevreden is, kan er door middel van product adaptation gezorgd worden dat er aanpassingen gedaan worden zodat de consument het product wel positief kan bevinden. De afhankelijke variabelen zorgen ervoor dat de consument het product wel of niet koopt en hier dient dus rekening mee gehouden te worden. Door middel van dit onderzoek is er getracht een inschatting te maken wat de Nederlandse consument verlangt van een product dat zich op de Nederlandse markt bevindt. Hoe belangrijk zijn de afhankelijke variabelen daarbij en welke rol spelen de onafhankelijke variabelen daardoor?
3.1 Onderzoeksontwerp Voor het onderzoek is het belangrijk om te weten wat er op de Nederlandse koffiemarkt belangrijk gevonden wordt en wat niet. Daarom zal er een enquête gehouden worden. Bij een enquête worden variabelen onderzocht die niet gemanipuleerd kunnen worden door een experiment (Hutjes & van Buuren, 1996, p. 14 ‐ 15). In dit onderzoek zal gewerkt worden met onafhankelijke (marketingmix) en afhankelijke (consumentengedrag model) variabelen, die uiteindelijk invloed hebben op de vorming
24
van de optimale marketingmix, waardoor een enquête een passende manier is om onderzoek te doen.
3.2 Variabelen De variabelen die onderzocht zullen gaan worden houden verband met de marketingmix en het consumentengedrag model. In de tabel 3 hieronder is te zien welke variabelen gebruikt worden. De marketingmix zal als basis gebruikt worden. Hieruit worden de variabelen van het consumentengedrag model gevraagd. De marketingmix variabelen zijn hierdoor de onafhankelijke variabelen. De elementen van het consumentengedrag model zijn de afhankelijke variabelen. Wat doet de prijs van het product met de motivatie van de consument om het product te kopen? Waarom keren consumenten terug naar een zelfde café? Bij deze afhankelijke variabelen zullen ook de alternatieven, het Douwe Egberts café en de Coffee Company, besproken worden (Evaluation of alternatives). Daaruit kan weer volgen waarom mensen voor de naam Starbucks® kiezen of voor het product wat Starbucks® aanbiedt (product choice versus brand choice). Hierdoor kunnen er uitspraken gedaan worden die te maken hebben met de Brand name en brand equity, is hier werkelijk een voordeel mee te behalen bij de introductie op een nieuwe markt? Variabelen
Onderdelen.
Marketingmix
Prijs, Product, Plaats, Proces, Fysieke omgeving
Consumentengedrag model (1)
Consumer psychology; Motivatie, Totaal service pakket.
Consumentengedrag model (2)
Consumer Characteristics; Sociaal, cultuur
Consumentengedrag model (3)
Buying decision process; Probleem herkenning, evaluatie van alternatieven
Consumentengedrag model (4)
Purchase decision; Product choice, brand choice.
Tabel 3; Variabelen
25
Wanneer de variabelen zijn onderzocht, zou er gekozen kunnen worden voor product adaptation (Kotler & Keller, 2006, 680‐681). De prijs kan aangepast worden aan de Nederlandse standaarden als de consument daar om vraagt en ook kan er gekeken worden naar wat de Nederlandse consumenten eisen voor deze product categorie. Dit zal na het onderzoek bekeken worden. Niet alle onafhankelijke variabelen uit de marketingmix zullen gebruikt worden in dit onderzoek. In het onderzoek zal de nadruk liggen op de variabelen prijs, product, plaats, proces en fysieke omgeving. Product is een logische variabele aangezien het om dit product gaat wat de consument zal gaan consumeren. Prijs hangt nauw samen met het product en ook hier kan de consument niet omheen. De plaats waar het product te verkrijgen is, kan een motivatiefactor vormen voor de consument om het product juist wel dan wel niet te kopen. Het proces is voor de service markt belangrijk, omdat het het totale consumeren van de consument inhoud (Kotler & Keller, 2006, p. 143). Hier vallen bijvoorbeeld de snelheid van de service, de correctheid van de ontvangen bestelling en de hulp van het personeel onder. Fysieke omgeving wordt onderzocht, omdat het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt, met zich mee kan brengen dat de consument een nieuw soort service gaat ontvangen. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat de caissières bij de supermarkt worden vervangen door computers waar de consument zelf moet scannen, of in het café alleen de mogelijkheid aanwezig is om mee te nemen en niet te zitten.
Deze onafhankelijke variabelen hebben samenhang met enkele afhankelijke variabelen uit
het consumentengedrag model. Om dit duidelijk te maken is het consumentengedrag model, met invloed van de variabelen uit de marketingmix, zo in elkaar gezet zodat te zien is waar welke variabele belangrijk wordt. De variabelen uit de marketingmix hebben invloed op het totale plaatje, aangezien dit de onafhankelijke variabelen zijn en staan daarom ook voor het model. De brand equity en brand awareness staan als eerste bij de marketing stimuli, omdat een bekend product deze kan gebruiken in haar marketing campagne om zo de consument te prikkelen. De andere stimuli zijn cultuur, afstand en bereikbaarheid. Of een product zal slagen op een nieuwe markt hangt deels af van de cultuur van dat land. Wanneer het een product is wat totaal niet op de markt past, zal deze ook niet een bepaalde stimulans oproepen bij de consument (Hofstede, 2005, p. 25). Afstand en bereikbaarheid horen samen, aangezien het een motivatiefactor kan zijn als een gewenst product makkelijk te bereiken is of in de buurt zit. De motivatie van een consument om het product te proberen is een belangrijk element, want zonder deze motivatie zal het product niet geaccepteerd worden (Kotler & Keller, 2006, p.184). Verder is het, zoals hierboven al genoemd, in de service markt van belang dat het totale consumptie pakket voor de consument positief is (Kotler & Keller, 2006, p.143). Daarom staat ook dit element in het model. Ook de sociale omgeving van een consument speelt mee in het uiteindelijke besluit om het product wel of niet te kopen. Wanneer het in het sociale milieu van de consument niet normaal is om een bepaald product te consumeren, zal deze
26
het minder snel of zelfs helemaal niet proberen (Hofstede, 2005, p. 20‐21). Daarna worden de elementen probleem herkenning, ‘motivatie om te kopen’ en de concurrentie genoemd. Een consument kan geïnteresseerd zijn in een nieuw product, maar door een kleinigheid zoals de prijs of te weinig keuze het product alsnog niet kopen. Hier wordt daarom ook product adaptation toegevoegd, wanneer het blijkt dat de consument het product na een verandering wel wil kopen is dit een belangrijke variabele. Verder is het belangrijk om rekening te houden met de concurrenten op dezelfde markt, aangezien ook zij ervoor kunnen zorgen dat consumenten het product niet kopen. Bij de beslissing om te kopen zal rekening gehouden worden met het merk, het soort product en het soort verkooppunt. Het ene café kan een fijne sfeer hebben, terwijl het andere café een kale, ongezellige sfeer heeft. Dit kan meespelen in het proces. Na de koop is er ook nog eventuele product adaptation nodig, omdat de consument bijvoorbeeld totaal niet tevreden is met het product of er een kleine aanpassing nodig is. Het conceptueel model zal daarom niet helemaal onderzocht gaan worden. In figuur 6 is te zien welke factoren van het conceptueel model onderzocht gaan worden en wat het uiteindelijke onderzoeksmodel is.
Figuur 6; Onderzoeksmodel
27
3.3 Populatie en sample Het product Starbucks® is een product dat door een groot deel van de bevolking gekocht kan worden. Bij grote bedrijfsplekken, bij universiteiten/hogescholen en in de centra van de steden zouden de cafés geïntroduceerd kunnen worden. Daarom zal de enquête gehouden worden onder de bevolking met de leeftijd tussen de 18 jaar en 65 jaar. Mensen die geen baan hebben, of thuis werken worden ook in de enquête meegenomen. Hierdoor kan er gekeken worden, hoe deze groep de koffiemarkt ervaart en waar zij de koffie vandaan halen die ze thuis drinken. Het is onmogelijk om de hele Nederlandse bevolking te enquêteren, dus daarom zal er een ‘sample’ gebruikt worden. Het is van groot belang om de verschillen te kunnen onderscheiden tussen mensen die in de steden wonen en komen tegenover de mensen die in de dorpen wonen. Het kan zijn dat de marketingstrategie om Starbucks® te introduceren voor een stad verschilt van de marketingstrategie die gebruikt moet worden om Starbucks® te introduceren in een dorp. Daarom zal de enquête zo afgenomen worden dat er de meeste kans is op een goede spreiding tussen deze twee. Hoewel niet de hele Nederlandse bevolking geënquêteerd kan worden, moet er gezorgd worden dat de groep geënquêteerde groot genoeg is om het onderzoek representatief te houden. Er zal getracht worden om een respons van rond de 100 enquêtes te krijgen. Dit aantal is voldoende voor een uitspraak, maar nooit voldoende voor een 100% betrouwbare uitspraak. Daarvoor moeten er veel meer enquêtes afgenomen worden, hiervoor is in dit onderzoek echter geen tijd. De enquêtes zullen afgenomen worden in de trein van Amsterdam naar Maastricht. Zo is de spreiding in Nederland goed.
3.4 Operationalisering Om te weten hoe een product op de markt gebracht kan worden wordt ook wel het ‘societal marketing concept’ gebruikt. Dit concept houdt in dat het de taak van het bedrijf is om de behoeften, de vereisten en de interesses van de ‘target’ markt te definiëren en om deze effectiever en efficiënter dan concurrenten te gebruiken (Kotler & Keller, 2006, p.24‐25). Dit zal door middel van de enquêtes gebeuren in dit onderzoek. Er zijn een aantal factoren die invloed hebben op de marketing strategie van een bedrijf. Deze factoren zullen samen met de elementen uit de basis marketingmix en het consumentengedrag model gebruikt worden als variabelen in het onderzoek. De vragen in de enquête zullen dan ook gebaseerd zijn op het meten van de invloed van de verschillende factoren. Ook zullen in de enquête socio‐demografische vragen voorkomen, zoals leeftijd, geslacht, opleiding en woonplaats. Verder zal er gevraagd worden naar de nieuwsgierigheid van mensen naar een nieuw
28
product. Willen ze graag dingen uitproberen of blijven ze bij hun oude productkeuze. Ook onder andere de houding tegenover het product en of men open staat voor verandering zal gemeten worden, door middel van persoonlijke karakter vragen. Aaker (1996) schrijft over de tien meetinstrumenten die te gebruiken zijn voor het meten van brand equity tussen producten en markten. De tien meetinstrumenten zijn verdeeld over vijf dimensies, deze zijn loyaliteit, verwachte kwaliteit & leiderschap, associatie en differentiatie, brand awareness en markt gedrag (Aaker, 1996, p. 105). Veel van deze instrumenten zijn te gebruiken in het onderzoek, maar omdat het tijdsbestek voor dit onderzoek niet heel groot is zal van enkele instrumenten maar een klein gedeelte gemeten worden. Ook Yoo en Donthu (2001) hebben enkele voorbeelden gegeven hoe de brand equity onderzocht kan worden. Keller (1993) combineert het onderzoek naar brand equity met enkele marketingmix elementen, waardoor ook deze gebruikt kunnen worden als voorbeeld in dit onderzoek.
Door middel van de hierboven besproken artikelen (Aaker, 1996; Yoo & Donthu, 2001; Keller,
1993) zal de enquête opgesteld worden. Hieronder is te zien hoe de verschillende variabelen in de enquête terug zullen komen.
Product Om vragen te kunnen stellen over het product, zal eerst duidelijkheid verkregen moeten worden of de ondervraagde consument bekend is met het product koffie en hoe belangrijk het product koffie in zijn of haar leven is. De eerste vragen die gesteld zullen worden zijn dan ook
‐
Ik ben bekend met het product koffie
‐
Ik drink elke dag minimaal 3 koppen koffie
‐
Als ik koffie drink, drink ik deze altijd thuis
‐
Als ik koffie drink, ga ik altijd naar hetzelfde café
‐
Ik drink alleen koffie als ik met vrienden afspreek
‐
Ik drink altijd hetzelfde merk koffie
‐
Ik zal nooit veranderen van merk
‐
Als ik een merk koffie niet ken, zal ik deze nooit kopen
29
Deze vragen zijn belangrijk in het vergelijkingsproces van de antwoorden. In combinatie met de volgende vragen over Starbucks® zelf is te zien welk deel van de consumenten eventueel als doelgroep voor Starbucks® kan gaan gelden. De stellingen kunnen weer beantwoordt worden door middel van de 5 punt Likert‐schaal, die loopt van ‘helemaal mee eens’ tot ‘helemaal mee oneens’. Na deze vragen zullen er vragen komen over het product Starbucks®. Om valide antwoorden te krijgen is het belangrijk om te weten of de ondervraagde al bekend is met het product Starbucks®. Dit zal op de volgende manier gevraagd worden ‐
Ik ben bekend met het product Starbucks®
Deze vraag zal beantwoordt worden met een ‘ja’, ‘een beetje’ of ‘nee’. Wanneer een consument het product niet kent, zal het lastig worden de vragen eerlijk te beantwoorden en daarom zal degene die het product niet kent de volgende vragen overslaan ‐
De kwaliteit van het product Starbucks® is veel beter dan die van andere koffiemerken
‐
Ik zal altijd het product Starbucks® kopen, ongeacht de prijs
‐
Ik zal het product Starbucks® altijd aanbevelen aan anderen
‐
De kwaliteit van het product Starbucks® is wisselend
‐
Bij de volgende mogelijkheid zal ik zeker het product Starbucks® kopen
‐
Ik ben altijd positief geweest nadat ik het product Starbucks® heb gekocht
‐
De kwaliteit van het product Starbucks® is altijd zeer hoog
‐
Starbucks® schenkt de beste kwaliteit koffie
‐
De kwaliteit van Starbucks® is zeer laag
De vragen over het product zijn een terugkoppeling van de vragen uit het artikel van Aaker (1996). Zoals Aaker (1996) in het artikel aangeeft, hangen deze weer samen met de loyaliteit van de consument, aangezien vooral in de service markt de loyaliteit van een consument afhangt van de ervaring die hij of zij met het product heeft gehad. De loyaliteit en de tevredenheid van een consument zijn in de service markt daarom ook positief gecorreleerd (Aaker, 1996). Dit kan door de enquête nog een keer opnieuw onderzocht worden. Een tekortkoming van deze vragen, is dat ze alleen gelden voor consumenten die het product ook daadwerkelijk gebruikt hebben. Daarom is de brand equity, die bij deze vragen ook onderzocht kan worden, gelimiteerd. Ook de verwachte
30
kwaliteit van het product Starbucks® wordt, door middel van Aaker (1996), hierin getest (Aaker, 1996). Met de onafhankelijke variabele ‘product’ hangen een aantal afhankelijke variabelen samen. Zo is er een samenhang tussen product en motivatie om te kopen en tussen product en het totale service pakket. Een consument kan de motivatie om te kopen sterk laten afhangen van wat zijn mening is van het product en het totale service pakket kan de mening over het product sterk positief of negatief beïnvloeden. Wanneer een klant heel lang moet wachten om het product in ontvangst te nemen kan dit een negatieve invloed hebben. Ook komt er met de introductie van Starbucks® een redelijk nieuw fenomeen op de Nederlandse koffiemarkt, het coffee‐to‐go concept. Dit houdt in dat er Starbucks® cafés komen waar alleen koffie gehaald kan worden die de consument dan meeneemt. De Coffee Company heeft dat nu al in enkele steden in Nederland, maar verder is daar alleen nog de mogelijkheid toe op NS stations waar mensen ook daadwerkelijk geen tijd hebben om te blijven zitten. Binnen dit onderzoek zal dan ook meegenomen worden in hoeverre de Nederlandse consument behoefte heeft aan dit concept. Hierbij zijn de volgende stellingen ontworpen die ook weer van Aaker (1996) zijn ontleent. Vanaf hier zullen ook de geënquêteerden weer mee doen die het product Starbucks® niet kennen.
‐
Bij de volgende mogelijkheid zal ik zeker Starbucks® kopen
‐
Starbucks® is het beste koffie merk dat er bestaat
‐
Als ik coffee to go kan kiezen ga ik dat zeker doen
‐
Wanneer ik koffie wil drinken zal ik er nooit voor kiezen om coffee to go te nemen
‐
Wanneer de kwaliteit van het product hoger is ben ik bereid een hogere prijs te betalen
‐
Coffee to go zal ik alleen kiezen als ik naar mijn werk/school ga
‐
Coffee to go zal ik nooit kopen
‐
Als ik een dagje naar een stad ga wil ik coffee to go kunnen kopen
‐
Er zou op iedere loopafstand een coffee to go café moeten komen
‐
Wanneer ik een product koop kijk ik alleen maar naar het merk
‐
Wanneer ik een product koop kijk ik alleen maar naar de prijs
31
‐
Wanneer ik een product koop kijk ik nooit naar het merk
‐
Wanneer ik een product koop kijk ik nooit naar de prijs
Prijs De prijs van een product of service is een extern aspect, omdat het gezien wordt als een noodzakelijke stap in het koopproces maar niet direct gerelateerd is aan de prestatie van het product of service. Het is echter wel een zeer belangrijk aspect voor het product of de service, aangezien consumenten vaak een sterke mening hebben over het belang van de prijs (Keller, 1993). Bij de prijs komt het aspect loyaliteit kijken. Een standaard indicator voor loyaliteit van de consument aan het product, is de hoogte van de prijs die de consument wil betalen voor dat specifieke product in vergelijking met een zelfde soort product. Een consument wil bijvoorbeeld 10% extra betalen voor Coca Cola in plaats van Pepsi. Dit wordt ook wel prijs premium genoemd (Aaker, 1996). Deze wordt berekend door een vergelijking te maken met concurrenten op de markt, waarbij gevraagd wordt tot hoeveel meer een consument wil betalen voor een bepaald merk boven een ander merk. Als eerste zal er een vraag komen over de herkenning van de logo’s van de drie merken. Hier kan de geënquêteerde dan aangeven welke van de drie hij kent en waarvan, zo kan er ook getest worden op Brand Awareness. De vraag zal er als volgt uit zien ‐
Welke van onderstaande logo’s herkent u?
‐
Van welk bedrijf heeft u wel eens een product geprobeerd? o
Starbucks
o
Coffee Company
o
Douwe Egberts
o
Geen van allen
De vragen over de prijs en de evaluatie van alternatieven, de concurrenten, zullen er als volgt uit zien
32
‐
Ik ben bereid een hogere prijs te betalen voor een bekend product, ook al is er een ander product op de markt wat vergelijkbare producten heeft.
‐
Ik ben bereid een hogere prijs te betalen voor het product Starbucks®, dan voor een product van de Coffee Company
‐
Ik ben bereid een hogere prijs te betalen voor het product Starbucks®, dan voor een product van Douwe Egberts
‐
Ik zal altijd kiezen voor het product Starbucks®, ongeacht de prijs.
Deze stellingen kunnen in de enquête beantwoordt worden door middel van een 5‐punt Likert‐ schaal, welke loopt van ‘helemaal mee eens’ tot ‘helemaal mee oneens’. Fysieke omgeving De fysieke omgeving van het product Starbucks® heeft betrekking op haar cafés. Zoals eerder gezegd heeft Starbucks® verschillende cafés in de wereld. Toch zijn er vele overeenkomsten. Bij ieder café staat er rustgevende muziek op en is er de mogelijkheid om alle verschillende producten te kopen. Bij alle cafés is er de mogelijkheid om coffee to go te kopen, echter, bij niet alle cafés is er de mogelijkheid om rustig te zitten met een kop koffie. Coffee to stay is dus niet altijd mogelijk bij Starbucks®. Wanneer het product geïntroduceerd wordt op de Nederlandse markt, moet er aan de behoeftes van de Nederlandse consument voldaan worden. Daarom zal er in het onderzoek een gedeelte zitten over de wensen van de Nederlandse consument over het café. Hierbij zullen de coffee to stay en coffee to go cafés besproken worden en daaruit zullen de wensen van de Nederlandse consument volgen. Vragen die in de enquête gesteld zullen worden zijn ‐
Ik vind het belangrijkste aan een café dat ik er rustig kan zitten
‐
Ik wil totaal geen muziek op de achtergrond als ik koffie drink in een café
‐
Ik wil in een café alleen bediend worden en niet in de rij moeten staan
Proces
33
In de service markt is het proces een belangrijk onderdeel. Voor de koffiemarkt houdt dit in, in hoeverre een bedrijf (café) in staat is om op tijd het product te serveren. Consumenten moeten niet te lang wachten op het product, anders kan de interesse alweer verdwenen zijn. Dit geldt overigens voor coffee to go maar ook voor coffee to stay. Deze termen zullen beiden, kort, uitgelegd worden in de enquête. ‐
Ik ga nooit meer terug naar een café waar ik te lang heb moeten wachten op mijn product
‐
Ik maak er geen probleem van als ik een verkeerd product krijg, dit kan altijd gebeuren
‐
Als ik een verkeerd product krijg, hoef ik het goede product niet meer te hebben
‐
Als het druk is vind ik het niet erg om lang te moeten wachten op het product
‐
Ik vind het belangrijker dat ik mijn product snel krijg, dan dat de kwaliteit zeer hoog is
‐
Als de kwaliteit van het product heel hoog is, maakt het mij niet uit hoelang ik moet wachten om het te product te krijgen
‐
‐
Voor coffee to go ben ik bereid om ….. te wachten
1‐5 min
5‐10 min
10‐15 min
>15 min
Voor coffee to stay ben ik bereid om ….. te wachten
1‐5 min
5‐10 min
10‐15 min
>15 min
plaats De plaats waar het product te verkrijgen is, is voor de verschillende onderdelen van de service markt in verschillende mate van belang. Voor het ene deel van de service markt zijn mensen bereid om met de auto een eind te rijden, bijvoorbeeld de woonboulevard, terwijl voor het andere deel mensen er alleen heen gaan als ze er toevallig langs komen. De koffiemarkt moet zich meer richten op de mensen die er toevallig langs komen, maar geldt dit ook voor het product Starbucks®? Het kan zijn dat het product Starbucks® al een grote brand equity heeft waardoor mensen bereid zijn om verder
34
te ‘reizen’ om het product te bemachtigen. Dit zal dan ook door onderstaande stellingen onderzocht worden. ‐
Ik koop het product koffie bij de eerste mogelijkheid
‐
Ik zal nooit doorlopen naar een andere winkel, omdat daar een bekender product te verkrijgen is
‐
Ik zal nooit verder reizen voor een kwalitatief beter product
‐
Ik ben bereid om voor een bekend product verder te reizen, om uiteindelijk het beste product te kunnen kopen
‐
Ook al moet ik naar de andere kant van de stad om een bekend merk te kopen, dan doe ik dat sowieso
‐
Ik zal altijd kiezen voor de Starbucks® winkel, maakt niet uit hoe ver weg de winkel zit
‐
Alleen als Starbucks® op loop afstand zit zal ik hiervoor kiezen.
‐
Al zit Starbucks® in een andere stad, dan ga ik er alsnog heen
Naast de vijf onafhankelijke variabelen hebben we ook nog een aantal afhankelijke variabelen. Door middel van de vragen hierboven worden er al enkelen meegenomen, maar om nog meer duidelijkheid te verkrijgen zal hier nog een vraag over gesteld worden. Er zal gevraagd worden welke persoonlijke factoren (brand personality) de geënquêteerde vindt passen bij het merk Starbucks®. De geënquêteerde kan dan kiezen uit deze opties, waarvan er meerdere mogelijk zijn:
Betrouwbaar
Jeugdig
Aantrekkelijk
Milieu vriendelijk
Vriendelijk
Welvarend
Veiligheid
Plezierig
Rust
35
Verder zullen er nog enkele stellingen gevraagd worden die te maken hebben met de afhankelijke variabelen. ‐
In mijn cultuur wordt alleen het beste product gekocht
‐
Als ik in mijn sociale omgeving niet het beste product koop vinden mensen mij raar
‐
Niemand in mijn sociale omgeving maakt zich druk over welk merk koffie er gedronken wordt
‐
Als ik het product Starbucks® koop stijgt mijn aanzien in mijn sociale omgeving
‐
In mijn cultuur wordt er niet gekeken naar wie het beste merk koopt
‐
Ik laat mijn beslissing om een bepaald merk te kopen zeker afhangen van mijn sociale omgeving
‐
Mijn sociale omgeving heeft niets te zeggen over het merk wat ik koop
‐
In mijn cultuur is het heel erg belangrijk welk merk er gekocht wordt
Na deze vragen komen er nog enkele sociaal demografische vragen. Hier wordt gevraagd naar het geslacht, de leeftijdscategorie, de woonplaats en de opleiding.
36
4. Uitkomsten De vragen in de enquête hebben een antwoord mogelijkheid via de ‘Likert‐schaal’ (Hutjes & van Buuren, 1996). Door middel van deze uitkomsten kunnen er uitspraken gedaan worden over de optimale marketingmix, die Starbucks® kan toepassen bij haar introductie op de Nederlandse markt. Hierdoor kan er een redelijk globale uitkomst geschets worden voor bekende producten in de service markt, die op een nieuwe markt geintroduceerd worden.
4.1 uitkomsten naar aanleiding van de literatuur Naar aanleiding van de literatuur kunnen er al een aantal antwoorden gegeven worden voor dit onderzoek. De verwachting is dat de Nederlandse bevolking het product Starbucks® kent en er een bepaalde graad van brand awareness bestaat. Uit het oogpunt van de brand awareness pyramid, is de verwachting dat het product Starbucks® op het niveau van brand recognition zit. Deze verwachting is ontstaan, omdat het product al in veel Europese landen en ook al op de grotere reis plekken te verkrijgen is. De Nederlandse consument heeft echter nog wel enkele hints nodig om ook precies te weten om welk product het gaat. Er bestaat ook al een toegevoegde waarde (brand equity) aangezien Nederlandse consumenten het product of zelf hebben geprobeerd of via anderen gehoord hebben over het product en er hierdoor al een mening over hebben. Deze uitkomst is redelijk generaliseerbaar. Voor veel service producten zal gelden dat, wanneer er brand awareness en brand equity bestaat, de consument het eerder zal proberen wanneer het op de markt verschijnt. Aangezien de Nederlandse consument, volgens onderzoek van Hofstede (2005), nieuwsgierig is zal zij een nieuw product in eerste instantie accepteren en proberen. De koffiemarkt in Nederland is een markt waar al veel concurrenten op aanwezig zijn, waardoor de consument wel keuzes moet gaan maken. De verwachting hierbij is dat de prijs van het product, de bereikbaarheid van het café en de af te leggen afstand naar het café een zeer belangrijke rol gaan spelen. De variabelen prijs en product spelen, waarschijnlijk, op de hele Nederlandse service markt een grote rol. De Nederlandse consument zal eerder kiezen voor een kop koffie om de hoek, dan voor een ander merk koffie een paar straten verder op. Op dit moment zijn er maar op weinig plekken coffee to go cafés, de verwachting is dat, als er op meerdere strategische plekken zulke cafés komen, deze manier van consumeren heel groot kan gaan worden. Dit komt omdat de consument dan met zijn bezigheden bezig kan blijven en ondertussen een kop koffie kan drinken. De uitkomsten over de afstand en bereikbaarheid van dit specifiek onderzochte product, zullen niet gelden voor alle service producten.
37
Een woningwinkel heeft een grote hoeveelheid service erbij door middel van de hulp van het personeel, het bezorgen van de spullen en vaak een restaurant, maar zit vaak wel op een locatie buiten de bebouwde kom aangezien ze daar de ruimte hebben voor zo een grote winkel. Omdat de Nederlandse cultuur open staat voor veranderingen, zal de cultuur geen grote rol spelen in het wel of niet kopen van een product. De sociale leefomgeving kan echter wel een factor van invloed zijn. De verwachting is dat de Nederlandse consument enigszins rekening houdt met wat zijn sociale milieu vindt van wat hij koopt. Hij wil niet buiten de eigen groep vallen. Verder zullen Nederlanders een goed service pakket zeer waarderen, maar gaan ze daarvoor niet speciaal meer reizen. Wanneer een zelfde soort product op de weg zit die ze moeten nemen zullen ze hiervoor kiezen, in plaats van voor het product met de betere totale service een eind verder op. Wel zal er een groep bestaan die speciaal voor een bepaald merk kiest en dus wel dat extra stukje reist. Merknaam is echter niet voor iedereen zo belangrijk om er meer tijd in te stoppen. Wanneer een Nederlandse consument in het beslissing tot kopen proces zit, kan zij het wel waarderen als het product precies zo is zoals normaal is in Nederland. Het kan dus voorkomen dat Nederlanders over het product na gedacht hebben, maar het alleen gaan kopen als er kleine aanpassingen worden gemaakt. Dit kan een aanpassing in de prijs zijn, maar ook in het product zelf, in het service proces in de winkel etc. Als laatste zullen Nederlanders altijd kritisch blijven naar een product, hierdoor zullen er voordurend onderzoek en aanpassingen gedaan moeten worden, zodat het product de meeste behoeftes blijft beantwoorden.
4.2 Uitkomsten uit het onderzoek Zoals al eerder besproken is de te onderzoeken vraag voor dit onderzoek: “Wat is de optimale marketingmix voor het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt?” Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het conceptuele onderzoeksmodel ontworpen. Uit de marketingmix zijn vijf elementen gekozen die onderzocht worden, te weten de prijs, het product, de plaats, het proces en de fysieke omgeving. Het is belangrijk om te weten in hoeverre de Nederlandse consument deze elementen belangrijk vindt, hier moet namelijk dan rekening mee gehouden worden tijdens het introductie proces. Verder moet er rekening gehouden worden met de Nederlandse cultuur. In hoeverre laten consumenten zich beïnvloeden door de sociale omgeving wanneer er iets gekocht wordt en hoeveel druk is er om het beste of bekendste merk te kopen vanuit de cultuur. Verder bestaat er de concurrentie die zich al op de markt bevindt. Voor Starbucks zijn dit vooral de Coffee Company en Douwe Egberts, hier zal dan ook rekening mee gehouden moeten worden. De onafhankelijke variabelen voor het product, de elementen uit het consumenten gedrag model, zijn gebruikt als extra factoren in de enquête. Dit is ook terug te zien in de uitkomsten.
38
De enquête bestond uit 71 vragen, waarvan er vier persoonlijkheid vragen waren, en de rest van de vragen ging over het product koffie en daarbij de merken Starbucks, Coffee Company en Douwe Egberts. De enquête is terug te vinden in de appendix. Alle belangrijke tabellen van het onderzoek zijn te vinden in de appendix, enkelen van deze tabellen zullen ook hier gepresenteerd worden. Allereerst is er begonnen met de analyse van de persoonlijke vragen. Het aantal mannen en vrouwen, de leeftijd en de dagelijkse bezigheden, deze zijn te zien in tabel 4.
Descriptive Statistics N
Minimum
Maximum
Mean
Std. Deviation
geslacht
81
1
2
1.70
.459
leeftijd
81
2.00
5.00
2.6296
1.14504
dagelijkse leven
81
2.00
7.00
3.3704
.96753
Valid N (listwise)
81
Tabel 4. (1=man, 2=vrouw; 1=<18, 2=18‐25, 3= 26‐35, 4= 36‐45, 5= 46‐65, 6= >65; 1=MBO, 2=HBO, 3= Universiteit, 4= Werkzaam, 5=Werkzoekend,6=Werkloos en niet zoekend, 7=anders)
In de tabel is te zien dat er in totaal 81 respondenten een geldige enquête hebben ingevuld. In totaal zijn er 103 enquêtes ingevuld, daarvan zijn er 22 niet bruikbaar gebleken. Dit kwam ondermeer doordat mensen geen koffie dronken of geen tijd meer hadden om voldoende vragen te beantwoorden. Er is speciaal gekozen om alleen mensen die koffie drinken te enquêteren, omdat dit het grootste gedeelte van het product Starbucks beslaat. In totaal zijn er 24 mannen en 57 vrouwen die de enquête hebben ingevuld. Daarvan zat het grootste gedeelte in de leeftijdscategorie 18 tot 25 jaar, namelijk 57 respondenten. De dagelijkse bezigheden van de respondenten speelden zich voornamelijk af op de universiteit of op het werk. Al deze getallen zijn ook terug te zien in de tabel hierboven, bij ‘mean’ (gemiddelde) is te zien waar het gemiddelde van de vraag ligt. Van de 81 respondenten is ook gevraagd of zij bekend zijn met het product Starbucks. In de grafiek hieronder is te zien hoe die verdeling ligt.
39
Bekendheid Starbucks bij de consument 70 60
Hoeveelheid
50 40 Series1 30 20 10 0 1
Figuur 7; 1= ja, 2= Een beetje, 3= nee
2
3
Uit de grafiek hierboven blijkt dat het grootste gedeelte van de ondervraagde consumenten Starbucks kent, namelijk 64 van de 81 respondenten. Negen van de respondenten zegt Starbucks maar een beetje te kennen en slecht acht respondenten kennen Starbucks niet. Naast de bekendheid is het belangrijk om te weten hoe de consument denkt over de kwaliteit van het product. Hier moet rekening mee gehouden worden tijdens het introduceren van het product op de markt. De respondenten die Starbucks niet kenden hebben in de enquête deze vragen overgeslagen en zijn verder gegaan met de vragen die na de specifieke Starbucks vragen kwamen. Voor het product Starbucks is in onderstaande tabel te zien hoe de respondenten denken over het product Starbucks. Er zijn twee respondenten die een of meerdere vragen over Starbucks niet hebben ingevuld, deze zijn te zien samen met de respondenten die Starbucks niet kennen bij ‘missing’.
40
Mening over de kwaliteit van het product Starbucks Cumulative Frequency Valid
Missing
zeer goed
Percent
Valid Percent
Percent
4
4.9
5.6
5.6
goed
28
34.6
39.4
45.1
wisselend
24
29.6
33.8
78.9
slecht
9
11.1
12.7
91.5
zeer slecht
6
7.4
8.5
100.0
Total
71
87.7
100.0
System
10
12.3
81
100.0
Total
Tabel 5
Zoals te zien geeft het grootste gedeelte van de respondenten, 79%, aan dat zij het product Starbucks kwalitatief wisselend tot zeer goed vinden. Hierdoor komt naar voren dat de Nederlandse consument redelijk positief is over de kwaliteit van het product Starbucks.
Wanneer een product geïntroduceerd wordt is de prijs een belangrijke factor. Voor een bekend product is er vaak al een gemiddelde prijs die gehanteerd wordt in de verschillende landen. Van belang is daarom om te weten hoe belangrijk de consument in het land van introductie de prijs vindt. Uit het onderzoek kwam naar voren dat het grootste gedeelte van de respondenten, namelijk 69.1 %, de prijs wisselend belangrijk vindt (‘neutraal’). De uitloop ligt vooral naar de kant waar de consument de prijs wel belangrijk vindt, namelijk nog 22.2%. In de appendix is een specificatie van deze tabel te vinden, verdeeld in de dagelijkse bezigheden en de leeftijd van de respondent. Hoe belangrijk is de prijs? Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
totaal onbelangrijk
3
3.7
3.7
3.7
onbelangrijk
4
4.9
4.9
8.6
Neutraal
56
69.1
69.1
77.8
belangrijk
11
13.6
13.6
91.4
7
8.6
8.6
100.0
81
100.0
100.0
zeer belangrijk Total
Tabel 6.
41
Met neutraal wordt in dezen bedoeld dat de respondent de prijs wisselend belangrijk vindt. Dit houdt in dat men bijvoorbeeld geen hogere prijs wil betalen voor een bekend product, maar wel een hogere prijs wil betalen voor een kwalitatief beter product. Dit is ook te zien in onderstaande tabellen. hogere prijs voor een bekend product ook al is er een vergelijkbaar product Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
helemaal oneens
15
18.5
18.5
18.5
oneens
26
32.1
32.1
50.6
neutraal
20
24.7
24.7
75.3
eens
17
21.0
21.0
96.3
3
3.7
3.7
100.0
81
100.0
100.0
helemaal eens Total
Tabel 7.
Hier is te zien dan 50.6% van de respondenten geen hogere prijs wil betalen voor een bekend product als er een vergelijkbaar product op de markt is te verkrijgen. Slechts 24.7% van de respondenten zegt dit wel te doen en 24.7% van de respondenten heeft hier geen duidelijke mening over. Om de tegelstelling duidelijk te maken is er ook onderzocht hoe men staat voor een hogere prijs voor een kwalitatief beter product, dit is te zien in tabel 8. Hieruit blijkt dat 81.5% van de respondenten een hogere prijs wil betalen voor een kwalitatief beter product.
voor een hogere kwaliteit een hogere prijs betalen Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
helemaal oneens
1
1.2
1.2
1.2
oneens
4
4.9
4.9
6.2
neutraal
10
12.3
12.3
18.5
eens
47
58.0
58.0
76.5
helemaal eens
19
23.5
23.5
100.0
Total
81
100.0
100.0
Tabel 8.
42
Het is dus belangrijk dat bij de introductie van een bekend product, niet de prijs hoger is omdat het een bekend product is. Er moet gewezen worden op de betere kwaliteit van het product, slechts dan is de Nederlandse consument bereid een hogere prijs te betalen. In het theoretisch kader wordt er al gezegd dat de Nederlandse consument nog niet in grote mate bekend is met het concept van coffee to go. In de enquête is ook gevraagd wanneer men bereid is om deze vorm van koffie drinken te gaan proberen. Bij de uitkomst is er een onderscheid gemaakt in wat de respondent in het dagelijks leven doet, zo kan er gekeken worden welke doelgroep gebruik wil gaan maken van coffee to go. Dit wordt duidelijk in onderstaande tabel.
Interesse in het product coffee to go dagelijkse leven hbo Coffeetogo
Total
universiteit
werkzaam
werkzoekend
Total
anders
geen interesse
2
10
13
0
0
25
Lage interesse
0
6
2
1
1
10
interesse
6
14
7
0
0
27
Hoge interesse
1
11
3
0
2
17
9
41
25
1
3
79
Tabel 9.
Zoals te zien in de tabel zijn er in totaal 54 respondenten die aangeven enige mate van interesse te hebben in het product coffee to go, dit is 68% van het totaal aantal respondenten. Er kan hierdoor gesteld worden dat er een matig positieve interesse is in het product coffee to go in Nederland, omdat een deel van de respondenten aangeeft maar een lage interesse te hebben in het product coffee to go. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met het feit dat 52% van de werkzame respondenten aangeeft geen interesse te hebben in het product coffee to go. Dit tegenover de respondenten die nog op de universiteit zitten, daarvan heeft 61% van de respondenten interesse tot hoge interesse in het product coffee to go. Ook bij de HBO studenten geeft het grootste gedeelte, 67%, aan interesse te hebben in het product coffee to go. Voor de introductie van een nieuw element op een al bestaande markt, moet dus goed gekeken worden welke doelgroep gekozen wordt. Voor het product coffee to go zijn dat vooral de hoger opgeleide studenten, dus is het het beste om de coffee to go cafés te plaatsten in de buurt van universiteiten en hogescholen.
43
Zoals hierboven al blijkt is het belangrijk om te besluiten op welke plaats een product geïntroduceerd wordt. Voor het product Starbucks houdt dit de plek van de cafés in. Uit het onderzoek blijkt dat de Nederlandse consument de plaats waar het product te koop is voor het grootste deel van de tijd redelijk onbelangrijk vindt. Men zal niet bij de eerste de beste mogelijkheid het product kopen en is wel bereid voor een bekender product iets verder te reizen, maar dit heeft ook zijn grenzen. Echter, de plaats waar het product te koop is, is weldegelijk van belang. Wanneer het product te ver weg zit zal een consument kiezen voor een ander vergelijkbaar product. Voor Starbucks is het dus noodzaak om meerdere cafés te openen, afhangend van de grote van de stad en de plekken waar veel geleefd wordt. De centra van steden en de omgeving van de universiteit en hogeschool zijn hierin belangrijke kernpunten voor Starbucks, aangezien in het onderzoek is aangegeven dat men juist daar koffie wil drinken.
plaats Cumulative Frequency Valid
totaal onbelangrijk
Percent
4.9
5.1
5.1
onbelangrijk
32
39.5
41.0
46.2
neutraal
17
21.0
21.8
67.9
belangrijk
23
28.4
29.5
97.4
2
2.5
2.6
100.0
78
96.3
100.0
3
3.7
81
100.0
Total
Total
Valid Percent
4
zeer belangrijk
Missing
Percent
System
Tabel 10.
De concurrentie kan nauw samenhangen met de plaats waar het product te verkrijgen is. Wanneer de concurrentie dichterbij zit kan de consument ervoor kiezen om dat product te kopen. Om te kijken in hoeverre de consument een voorkeur heeft voor de merken Starbucks, Coffee Company en Douwe Egberts is er gevraagd naar de brand awareness van de respondent voor deze drie merken. Dit is gedaan op het vlak van brand recognition, aangezien de respondent een visuele hint kreeg in de vorm van de logo’s van de drie merken. In de grafieken hieronder is te zien hoe de bekendheid van de drie merken is verdeeld onder de respondenten.
44
Brand recognition 90 80
Hoeveelheid
70 60 50 40 30 20 10 0 1
2
3
1= Starbucks, 2=Coffee Company, 3=Douwe Egberts
Figuur 8.
Zoals te zien ligt de verhouding van respondenten die het product wel kennen en respondenten die het product niet kennen voor de Coffee Company het laagst. Dit zou kunnen komen omdat de Coffee Company alleen in Amsterdam, Utrecht, Groningen, Den Haag, Rotterdam en Delft te vinden is en verder geen wereldmerk is. Douwe Egberts heeft de minste niet‐kenners en de meeste kenners, dit is logisch aangezien Douwe Egberts al een zeer bekend merk is in Nederland. Voor Starbucks zijn er 73 respondenten die aangegeven hebben Starbucks te kennen en acht respondenten die aangeven Starbucks niet te kennen. Voor een product dat nog niet op de markt te vinden is dit een goede score, die te danken is aan de wereldwijde bekendheid van Starbucks. Naast het herkennen van de merken is het ook handig om te weten hoe de verhoudingen liggen tussen de merken, voor het aantal respondenten dat het merk ook daadwerkelijk wel eens geprobeerd heeft. Dit is te zien in onderstaande grafiek.
45
Merk geconsumeerd 80 70
Hoeveelheid
60 50
1 2
40
3
30 20 10 0 1
2
3
1=Starbucks, 2=Coffee Company, 3=Douwe Egberts
Figuur 9.
Zoals te zien is het aantal respondenten dat Starbucks ooit geconsumeerd hebben het hoogst, namelijk 70. Het bekendere merk Douwe Egberts blijft hierbij achter, met 63. Hieruit blijkt dat Starbucks de concurrentie slag met het bekendere Douwe Egberts aan moet kunnen wanneer zij op de markt treden. De coffee company is door 68 respondenten geconsumeerd. Starbucks zal ook alleen concurrentie met dit merk kunnen verwachten in de steden waar de Coffee Company cafés heeft. Douwe Egberts wordt niet alleen bij haar eigen cafés geschonken, maar in veel meer etablissementen. Hierbij kan gedacht worden aan de kiosk op het centraal station, bij gewone cafés en in restaurants. Een respondent heeft aangegeven geen van de merken ooit geconsumeerd te hebben. Interessant om te weten is hoe de verhouding ligt tussen de prijs die consumenten willen betalen voor het product Starbucks vergeleken met de producten Coffee Company en Douwe Egberts. Dit is in onderstaande grafiek te zien. Hieruit volgt dat de consument niet bereid is meer te betalen voor Starbucks dan voor de Coffee Company of Douwe Egberts. Samengevat met het onderzochte van het element prijs, blijkt dat de Nederlandse consument de kwaliteit van het product Starbucks niet beter vindt dan de kwaliteit van de Coffee Company of van Douwe Egberts. Wanneer Starbucks zich gaat introduceren op de markt, zal zij rekening moeten houden met de prijzen die haar concurrentie vraagt.
46
Meer betalen Starbucks dan concurrentie 60 oneens 50
Oneens
Percentage
40
30
eens
eens
neutraal neutraal
20
10
0 Douwe Egberts
vs
Coffee Company
Figuur 10.
Uit bovenstaande wordt duidelijk dat Starbucks® is Nederland (nog) geen hogere brand equity heeft dan Douwe Egberts of de Coffee Company. Het is daarom belangrijk om het strategic brand management process, zoals al eerder genoemd, goed te gebruiken. De Nederlandse consument is bereid om voor een betere kwaliteit meer te betalen, dus wanneer het eerste contact met het product Starbucks® zeer goed is kan de ‘customer based brand equity’ (CBBE) stijgen. Hierdoor kunnen op de lange termijn voordelen ontstaan, waar Starbucks® gebruik van kan maken. Het volgende element uit de marketingmix dat onderzocht is, is het proces. Hierbij gaat het om het proces van het ontvangen van het product. Gevraagd is onder andere of de respondent langer wil wachten wanneer het druk is, wat er gebeurt als ze het verkeerde product ontvangen en of ze nog terug gaan naar een café waar de wachttijd te lang was. Wanneer bekend is hoe de consument hierover denkt, kan hierop ingespeeld worden om voordeel te behalen. Wanneer de consument niet lang wil wachten moet er gezorgd worden dat het totale proces snel gaat. Wanneer de consument het belangrijker vindt om altijd het juiste product te ontvangen, is de snelheid van het proces iets minder belangrijk. In het onderzoek is het belang van het proces in haar totaliteit onderzocht. De uitkomsten staan in onderstaande tabel.
47
proces
Cumulative
Frequency
Valid
totaal onbelangrijk
Valid Percent
Percent
3
3.7
3.8
3.8
onbelangrijk
16
19.8
20.0
23.8
neutraal
60
74.1
75.0
98.8
1
1.2
1.3
100.0
80
98.8
100.0
1
1.2
81
100.0
belangrijk
Total Missing
Percent
System
Total
Tabel 11.
De respondent heeft in het onderzoek aangegeven het proces onbelangrijk tot neutraal te vinden. Hiermee wordt bedoeld dat zij vindt dat het kan gebeuren dat er een verkeerd product geleverd wordt, dat zij het niet erg vindt om langer te wachten als het druk is, maar wanneer er geen externe factoren zijn zoals drukte ze niet lang willen wachten en dat ze niet bij meerdere bezoeken bij het zelfde café een verkeerd product willen ontvangen. Wat de respondenten wel mondeling aangaven is dat ze het extra waarderen, wanneer het proces soepel en snel verloopt. Omdat de wachttijd een belangrijk element is in het proces van een koffiecafé, zijn de uitkomsten hiervoor uitgezocht.
48
Figuur 11.
Figuur 12.
De grafieken tonen aan dat het proces in de cafés waar coffee to go gehaald kan worden een stuk sneller moet werken, dan het proces in de cafés voor coffee to stay. Hier moet Starbucks® rekening mee houden bij de penetratie van de markt. Wanneer de consument de eerste keer te lang moet wachten op het product, zal haar CBBE (customer based brand equity) laag zijn wat schadelijk is voor de totale brand equity. Een gevolg hiervan kan zijn dat er de volgende keer gekozen wordt voor een concurrent.
49
Naast het proces is de fysieke omgeving een belangrijk element voor het café. Zoals hierboven al gezegd is er onder de Nederlandse consumenten een matig positieve interesse in het product coffee to go. Voor de introductie zal er hierdoor rekening gehouden moeten worden met het soort café wat waar geïntroduceerd gaat worden. Coffee to go cafés hebben geen rustige zit ruimte nodig, terwijl coffee to stay cafés deze wel nodig hebben en hierdoor de fysieke omgeving belangrijk wordt. Uit het onderzoek komt naar voren dat de respondenten wel muziek in het café willen (95.1%), maar het daarnaast zeer belangrijk vinden dat ze rustig kunnen zitten in het café, (51.1%). Starbucks pretendeert deze elementen te bezitten, dus bij de introductie is het belangrijk dat deze eigenschappen ook duidelijk naar voren komen. Alle onafhankelijke variabelen hebben invloed op de afhankelijke variabelen, maar wat zeker niet vergeten moet worden is dat de cultuur van het land ook een zekere invloed heeft op de onafhankelijke variabelen. Wanneer een product geïntroduceerd wordt, wat al wereldwijd bekendheid heeft vergaard, dient er rekening gehouden te worden met deze cultuur. Er kunnen blunders en daardoor mislukte introducties ontstaan, wanneer de cultuur aan de kant wordt geschoven. Om dit te voorkomen is het belangrijk om te kijken hoe een cultuur denkt over bepaalde elementen. In dit onderzoek zijn er dan ook enkele vragen gesteld over de Nederlandse cultuur. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat het grootste gedeelte van de respondenten de beslissing tot kopen niet laat beïnvloeden door de cultuur. Dit is ook te zien in onderstaande tabel.
Cultuur Cumulative Frequency Valid
Percent
22
27.2
27.8
27.8
onbelangrijk
38
46.9
48.1
75.9
neutraal
13
16.0
16.5
92.4
6
7.4
7.6
100.0
79
97.5
100.0
2
2.5
81
100.0
Total
Total
Valid Percent
totaal onbelangrijk
belangrijk
Missing
Percent
System
Tabel 12.
De Nederlandse consument vindt de cultuur en de sociale omgeving blijkbaar niet belangrijk in het koop proces. Ook wordt de status van een persoon niet verhoogd wanneer er een bepaald bekend merk gekocht wordt, hier wordt geen waarde aan gegeven. Dit is in de enquête nog eens gecheckt met de controle vragen of het aanzien van de respondent verhoogd wanneer het product Starbucks
50
wordt gekocht samen met twee vragen of de cultuur het merk belangrijk vindt. Hieruit kwam ook significant naar voren dat het merk niet belangrijk is in de Nederlandse cultuur.
merk Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
totaal onbelangrijk
53
65.4
65.4
65.4
onbelanrijk
20
24.7
24.7
90.1
neutraal
7
8.6
8.6
98.8
zeer belangrijk
1
1.2
1.2
100.0
81
100.0
100.0
Total
Tabel 13.
Starbucks® kent zichzelf een aantal kenmerken toe. Zo pretenderen ze dat er op verschillende vlakken gedacht wordt aan het milieu, dat de consument kan vertrouwen op de kwaliteit van het product en op de eerlijkheid van de productie en dat de consument rust kan vinden in de cafés (Starbucks® company profile). Om te kijken hoe er over de karaktereigenschappen van Starbucks® gedacht wordt in Nederland is er gevraagd welke karaktereigenschappen de respondent vond passen bij het product Starbucks®. Het resultaat is terug te vinden in onderstaande grafiek.
In totaal hebben 83 respondenten de vragen beantwoord. Het blijkt dat nog geen 25% van de
respondenten Starbucks® milieuvriendelijk vindt, terwijl het bedrijf zelf pretendeert dit zeker te zijn. Meer dan de helft van de respondenten geeft aan Starbucks® als welvarend en aantrekkelijk te zien. Ook wordt Starbucks® als betrouwbaar gezien, terwijl de karaktereigenschap rust door nog geen 15% aan Starbucks® wordt gekoppeld. De eigenschappen die Starbucks® zelf aangeeft te bezitten, milieuvriendelijk en rust in het café, worden dus niet toegekend door de Nederlandse consument. Bij de introductie op de Nederlandse markt kan hier gebruik van gemaakt worden, zo kan een nog grotere doelgroep aangesproken worden.
51
Figuur 13.
52
5. Conclusie Het onderzoek heeft plaats gevonden om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag. Niet alle verwachte uitkomsten vanuit de literatuur zijn ook daadwerkelijk uit het onderzoek naar voren gekomen. In dit hoofdstuk volgt een samenvatting van de uitkomsten en de uiteindelijke beantwoording van de onderzoeksvraag. Zoals verwacht is Starbucks in Nederland een bekend merk. Het grootste gedeelte van de consumenten kent het product en is er wel eens mee in aanraking gekomen. Er kan dan ook gezegd worden dat er brand awareness bestaat voor het onderzochte product. De brand equity blijft echter achter bij de brand awareness. Starbucks heeft dan wel een bekende brand name in Nederland, consumenten zijn niet bereid om voor dit bekende merk meer te betalen. Dit geldt overigens niet alleen voor het product Starbucks. Nederlanders geven aan überhaupt niet meer te betalen voor het merk, ze willen alleen meer betalen wanneer de kwaliteit van het product duidelijk beter is dan van andere, vergelijkbare producten. De prijs van het product wordt door Nederlanders dan ook als belangrijk ervaren. Wanneer de prijs van het product duidelijk hoger ligt dan de prijs van concurrerende producten, terwijl de kwaliteit niet beter wordt bevonden zal de Nederlandse consument eerder het product bij de concurrent kopen. Het is daarom van belang bij de introductie een duidelijke scheiding te maken tussen de kwaliteit van het product en de merknaam. Om blunders te voorkomen, is het van groot belang ervoor te zorgen dat het eerste contact van de consument met het product uitstekend is. Zo is de consument positief gestemd over het product en kan uiteindelijk de prijs boven de prijs van de concurrentie uitsteken. Wat hiermee gezegd wordt is dat de prijs bij de introductie gelijk of net boven de prijs van de concurrentie kan liggen, maar geen extreme verschillen moet vertonen. Wanneer het product aanslaat en de consument positief is kan de prijs eventueel iets stijgen, dit kan echter alleen als er enige vorm van loyaliteit gekweekt is bij de consument.
Het product dat geïntroduceerd wordt in dit onderzoek bestaat al op de Nederlandse markt,
maar verbreed deze markt enigszins. Naast de normale coffee to stay cafés komen er nu coffee to go cafés bij. Aangezien Nederlanders redelijk nieuwsgierig zijn is het geen verrassing dat uit het onderzoek naar voren komt dat er enige interesse is in het nieuwe segment coffee to go. Hier moet echter wel bij vermeldt worden dat deze interesse slechts bij enkele doelgroepen speelt. Vooral de hoger opgeleide studenten vinden dit element van het product interessant. Hier zal rekening mee gehouden moeten worden tijdens het introductie proces. Wanneer deze cafés op de verkeerde plek worden geïntroduceerd, is er een grotere kans op een mislukking. Dit komt ook omdat Nederlanders aangeven niet speciaal verder te gaan reizen voor een speciaal product.
53
De plaats wordt hierdoor redelijk belangrijk. De consument zal niet bij de eerste de beste
mogelijkheid haar product kopen, maar heeft ook grenzen aan de afstand die eventueel afgelegd gaat worden voor een bekender product. Bij de introductie is het daarom van belang de locaties waar het product gekocht kan worden regelmatig te verspreiden. Zo krijgt de consument optimaal de mogelijkheid om het product te kopen. Hierbij moet dan wel, zoals hierboven al gezegd, rekening gehouden worden met de speciale elementen van het product die alleen voor specifieke doelgroepen interessant zijn. Voor deze case studie over het product Starbucks geldt bijvoorbeeld, dat de plek van de coffee to go cafés verbonden is aan een specifieke doelgroep. Het proces voor het verkrijgen van het product wordt door de Nederlandse consument niet als heel belangrijk gezien. Hierdoor wordt de literatuur over dit onderwerp ontkracht, deze veronderstelde dat het proces in de service markt een van de belangrijkste elementen is. Een foute levering of een iets langere wachttijd wordt geaccepteerd wanneer het niet standaard gebeurt of als er een drukte heerst. De consument geeft echter wel aan dat het extra gewaardeerd wordt, wanneer het proces altijd soepel en snel verloopt en dat ze hierdoor sneller zullen terugkeren naar dat verkooppunt. Consumenten kunnen hierdoor aan het product verbonden worden wanneer het proces altijd beter verloopt dan bij de concurrentie. Hierdoor kan de brand equity dan weer verhoogd worden, omdat met de marketing het proces dan als zeer goed wordt gezien en dit een positieve invloed heeft op de merknaam. Samen met het proces komt de fysieke omgeving. Wanneer de consument het café ziet als een ‘derde huiskamer’, zoals Starbucks dat graag ziet, zal de consument eerder terugkeren naar die locatie. Dit is echter wel markt gebonden. Een meubelboulevard zal minder snel gezien worden als derde huiskamer, aangezien daar een ander soort consumeren plaatsvindt als bij een café. Om de derde huiskamer sfeer te kunnen creëren is het daarom van belang te weten wat een consument belangrijk vindt. De Nederlandse consument geeft aan het belangrijk te vinden dat zij rustig kan zitten in een café met een rustige en luchtige achtergrond muziek. Wat als laatste belangrijk is om te weten over het land waar het product geïntroduceerd wordt, is in hoeverre de cultuur en sociale omgeving invloed hebben op de beslissing tot kopen en hoe belangrijk het kopen van bekende merken is in deze cultuur en sociale omgeving. De Nederlandse consument heeft in het onderzoek aangegeven, dat de beslissing tot kopen niet of nauwelijks wordt beïnvloed door de cultuur dan wel sociale omgeving. Verder wordt ook het kopen van een bepaald merk gezien als oninteressant. De consument geeft aan dat het niet uitmaakt welk merk iemand in zijn of haar sociale omgeving koopt, dit speelt geen rol in het aanzien of de status van de consument. Hierdoor wordt de uitspraak van Hofstede (1993) bekrachtigd, dat status in de Nederlandse cultuur niet belangrijk is. De andere uitspraak, dat de sociale omgeving als belangrijk wordt gezien is echter niet bevestigd in dit onderzoek.
54
Al met al kan de conclusie getrokken worden dat bij de introductie van een bekend product op de Nederlandse markt er ‘straight extension’ kan plaatsvinden (Kotler & Keller, 2006, p.680). Let hierbij op dat dit niet altijd voor alle producten zal gelden, maar dat deze uitspraak nu wordt gedaan voor product soorten die zich al op de markt bevinden. Om dit te verduidelijken, het product Starbucks wordt geïntroduceerd op de koffie markt en het product koffie is al bekend op de Nederlandse markt. Het product Starbucks kan in haar totaliteit geïntroduceerd worden op de Nederlandse markt. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de hoogte van de prijzen op de markt en de doelgroepen die aangesproken gaan worden. Wanneer deze twee elementen niet juist worden gebruikt kan de introductie uitlopen op een mislukking, omdat het product niet te bereiken is voor de doelgroep die geïnteresseerd is of omdat de concurrentie met haar prijzen de consument aantrekt.
Na dit onderzoek kan er gezegd worden dat de optimale marketingmix voor het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt, vooral bestaat uit de prijs van het product, de plaats van het product en natuurlijk het product zelf. Met deze drie factoren kan de concurrentie voor een groot deel al verslagen worden. Deze conclusie geldt wel alleen voor de Nederlandse markt! Andere landen kunnen andere invloeden hebben van de cultuur, het sociale milieu of het hele dagelijkse leven, hierdoor kunnen er andere antwoorden uit het onderzoek komen. De Nederlandse markt is bijvoorbeeld niet te vergelijken met de Amerikaanse markt. Naast de drie belangrijkste factoren spelen de andere twee factoren, proces en fysieke omgeving, natuurlijk wel een rol. Deze zijn echter in mindere mate belangrijk en hebben hierdoor ook minder invloed op het goede verloop van de introductie.
55
In de figuur hierboven is te zien welke marketingelementen het meeste invloed uitoefenen binnen de Nederlandse consumenten markt. In dit model zijn, zoals uit het onderzoek blijkt het product zelf, de prijs daarvan en de plaats waar het product te verkrijgen is de belangrijkste marketingfactoren. Het proces en de fysieke omgeving hebben een mindere invloed en zijn daardoor de variabelen die op de tweede plaats invloed uitoefenen. De invloed van deze marketing elementen op de consument wordt voor een deel bepaald door de kwaliteit van het product en door de keuze van alternatieven, de concurrentie. Wanneer de kwaliteit lager is dan gewenst, kan het product een negatieve invloed uitoefenen op de consumenten. De kwaliteit hangt ook weer samen met de prijs van het product, want bij een hogere kwaliteit is de consument bereid meer te betalen voor het product. Kwaliteit is dus een belangrijke externe factor voor de marketing elementen. Ook de keuze uit alternatieven is een belangrijke factor om rekening mee te houden. Wat uit het onderzoek al duidelijk werd is dat de Nederlandse consument niet heel merkgericht is. Hierdoor is de loyaliteit van de consument aan een bepaald merk ook lager. Het is daarom belangrijk om voor de introductie rekening te houden met de concurrentie en om hier op in te spelen. De concurrentie is daardoor ook een belangrijke externe factor in het marketingmix model.
56
6. Discussie Het introduceren van een nieuw product is op zich zelf al een lastige opdracht. Alles moet kloppen voordat de introductie kan beginnen, om zo blunders en mislukkingen te voorkomen. Het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt zorgt voor een extra uitdaging. De consument heeft al een beeld van het product en heeft daardoor haar mening klaar liggen. Dit onderzoek heeft getracht een antwoord te geven op de vraag, welke marketing elementen het belangrijkst zijn om een bekend product te introduceren op de Nederlandse markt. Het antwoord is gebaseerd op een onderzoek binnen de servicemarkt en is dus niet volledig generaliseerbaar voor alle producten. Naast deze beperking zijn er nog een aantal beperkingen. Zo zijn er in totaal 81 valide enquêtes gebruikt in het onderzoek, maar dit is niet genoeg om te kunnen spreken over de gehele Nederlandse bevolking. Daarnaast lag de leeftijd van de respondenten vooral tussen de 18 en 25 jaar en is de uitkomst dus vooral sprekend voor deze groep, die voornamelijk studenten inhoud. Verder zou het goed zijn om een echte scheiding te maken tussen consumenten die in de grote steden wonen en consumenten die in de kleine dorpen wonen, aangezien de verschillen in mening groot kunnen zijn over de afzonderlijke marketing elementen. Al deze beperkingen waren echter in dit onderzoek onmogelijk om helemaal uit te zoeken, aangezien er een tijdslimiet aan verbonden zit. Het antwoord voor dit onderzoek kan hierdoor gebruikt worden als richtlijn, maar niet als volledig bruikbaar model voor het introduceren van een bekend product op een nieuwe markt. Marketingmanagers zullen altijd bezig zijn met de problemen van het introduceren van een nieuw product. Zelfs voor de kleinste aanpassing aan een product dient er grondig onderzoek gedaan te worden, om blunders en afwijzingen te voorkomen. Hierdoor blijft de wereld van de marketing een vicieuze cirkel die niet op zal houden na de introductie van het product.
57
Bibliografie www.starbucks.com. www.interbrand.com. www.de.nl. www.coffeecompany.nl. Seattlepost, June 16, 2005. www.vnkt.nl (Koninklijke Nederlandse vereniging voor koffie en thee, Jaarverslag 2008) Starbucks® Company Profile (www.starbucks.com) Aaker, D. A. (1991). Managing Brand Equity. New York: Free Press. Ailawadi, K. L., Lehmann, D. R., & Neslin, S. A. (2003). Revenue premium as an outcome measure of brand equity. journal of marketing , vol. 67, issue 4, p. 1‐17. Baker, C., Nancarrow, C., & Tinson, J. (2005). The mind versus market share guide to brand equity. International journal of market research , vol. 47, issue 5, p. 525‐542. BOLT, K. M. (2005, June 16). Starbucks adjusts its formula in China; Stores add food and room to chat for culture that doesn't take its coffee to go. Opgeroepen op februari 27, 2010, van www.seattlepost.com: http://www.seattlepi.com/business/228728_sbuxchina16.html Borden, N. H. (1964). The concept of the marketing mix. In G. Schwartz, Science in Marketing. New york: John Wiley. Dalgic, T., & Heijblom, R. (1994). International marketing blunders revisited; some lessons for managers. journal of international marketing , vol. 4, issue 1, p. 81‐91. Denekamp, F. (2009). De relatie tussen brand equity en marktaandeel. Amsterdam. Hedley, B. (1977). Strategy and the business portfolio. Long range planning , Vol. 10, issue 1, p. 9‐15. Hofstede, G. (2005). Allemaal andersdenkenden: omgaan met cultuurverschillen. Amsterdam/Antwerpen: Contact. Hofstede, G. (1993). Images of Europe. Maastricht: University of Limburg. Hutjes, J. M., & van Buuren, J. A. (1996). De gevalsstudie. Heerlen: Boom. Keller, K. L. (1993). Conceptualizing, measuring, and managing customer‐based brand equity. Journal of marketing , vol. 57, p. 1‐22. Keller, K. L. (2003). Strategic Brand Management, building, measuring and managing brand equity. New Yersey: Prentice Hall.
58
Keller, k. l., Apéria, T., & Georgson, M. (2008). Strategic brand management. Harlow: Pearson Prentice hall. Kind, v. d. (2004). Retailmarketing. Houten: Wolters Noordhoff. Kotler, P. (2000). Marketing Managment; the millenium edition. New Jersey: Prentice Hall. Kotler, p., & keller, k. l. (2006). Marketing Management. New Yersey: Pearson Prentice hall. Kotler, P., Armstrong, G., Saunders, J., & Wong, V. (2005). Principes van Marketing. Pearson. Lovelock, C., & Wirtz, J. (2007). Services marketing. New Yersey: Pearson prentice hall. Mooij, d. M. (1998). Wereldmerken; hoe reclame omgaat met cultuurverschillen. Deventer: Kluwer. O'Connell, J. (1999). The Blackwell Encyclopedia of Management and Encyclopedic Dictionaries, The Blackwell Encyclopedic Dictionary of International Management. Oxford: Wiley‐Blackwell. Pinto, D. (1998). Interculturele communicatie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Rust, R. T., Lemon, K. N., & Narayandas, D. (2005). Customer Equity Management. Pearson education. Ruzich, C.M., (2008) For the love of Joe: The language of Starbucks. The journal of popular culture, vol. 41, issue 3 Stout, K. (1997). Thinking global? Brandweek , pp. 22‐26. Svensson, G. (2001). Glocalization of business activities: A glocal strategy approach. journal of management decision , vol. 39, issue 1, p. 6‐18. Theodore, S. (2002, October). Expanding the Coffee Experience. Beverage Industry , pp. 56‐62. Thompson, C.J., & Arsel, Z. (2004). The Starbucks Brandscape and Consumers’ (anticorporate) experiences of glocalization. Journal of consumer research. Vol 31
59
Appendix A (Enquete) Beste mensen, voor mijn thesis moet ik een enquete houden. De thesis gaat over het introduceren van het product Starbucks op de Nederlandse markt. Het zou heel fijn zijn als jullie een klein deel van jullie tijd willen besteden aan het beantwoorden van de vragen!! Mvg Marleen Rompen
Deze enquete is gemaakt voor een Bachelor scriptie aan de Universiteit van Amsterdam. Het invullen van de enquete zal ongeveer 5 tot 10 minuten in beslag nemen. Er worden verschillende stellingen getoont, hierbij kunt u uw antwoord weergeven door 1 van de bolletjes aan te vinken. De antwoord mogelijkheden lopen van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens, het middelste bolletje staat voor neutraal. Alvast hartelijk bedankt voor het invullen!
1. Ik drink koffie
*
Ja
Nee
2. Ik ben bekend met het product koffie
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
3. Ik drink elke dag minimaal drie koppen koffie
60
helemaal mee oneens
helemaal mee eens
4. Als ik koffie drink, drink ik deze altijd thuis
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
5. Als ik koffie drink ga ik altijd naar hetzelfde cafe
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
6. Ik drink alleen koffie als ik met vrienden afspreek
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
7. Ik drink altijd hetzelfde merk koffie
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
8. Ik zal nooit veranderen van merk koffie
61
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
9. Als ik een merk koffie niet ken zal ik deze nooit kopen
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
10. Ik ben bekend met het product Starbucks
Ja
*
Een beetje
Nee
(Bij Nee, ga door naar vraag 20)
Hieronder volgen enkele stellingen over het product Starbucks. Probeert u deze zo eerlijk mogelijk voor u zelf te beantwoorden.
11. De kwaliteit van het product Starbucks is veel beter dan de kwaliteit van vergelijkbare producten
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
12. Ik zal altijd het product Starbucks® kopen, ongeacht de prijs
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
13. Ik zal het product Starbucks® altijd aanbevelen aan anderen
62
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
14. De kwaliteit van het product Starbucks® is wisselend
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
15. Bij de volgende mogelijkheid zal ik zeker het product Starbucks® kopen
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
16. Ik ben altijd positief geweest nadat ik het product Starbucks® heb gekocht
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
17. De kwaliteit van het product Starbucks® is altijd zeer hoog
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
18. Starbucks® schenkt de beste kwaliteit koffie
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
19. De kwaliteit van Starbucks® is zeer laag
63
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
Onderstaande vragen zullen, onder andere, gaan over 'coffee to go'. Coffee to go houdt in dat er koffie gekocht wordt om mee te nemen en dus NIET wordt opgedronken in het café.
20. Bij de volgende mogelijkheid zal ik zeker Starbucks kopen
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
21. Starbucks is het beste koffie merk dat er bestaat
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
22. Als ik coffee to go kan kiezen ga ik dat zeker doen
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
23. Wanneer ik koffie wil drinken zal ik er nooit voor kiezen om coffee to go te nemen
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
24. Wanneer de kwaliteit van het product hoger is ben ik bereid een hogere prijs te betalen
64
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
25. Coffee to go zal ik alleen kiezen als ik naar mijn werk/school ga
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
26. Coffee to go zal ik nooit kopen
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
27. Als ik een dagje naar een stad ga wil ik coffee to go kunnen kopen
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
28. Er zou op iedere loopafstand een coffee to go café moeten komen
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
29. Wanneer ik een product koop kijk ik alleen maar naar het merk
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
30.
65
Wanneer ik een product koop kijk ik alleen maar naar de prijs
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
31. Wanneer ik een product koop kijk ik nooit naar het merk
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
32. Wanneer ik een product koop kijk ik nooit naar de prijs
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
33. Bent u bekend met het voorgaande logo?
Ja
*
Nee
66
34. Bent u bekend met voorgaand logo?
*
Ja
Nee
35.
Bent u bekent met voorgaand logo?
Ja
*
Nee
36. Van welk bedrijf heeft u wel eens koffie geprobeerd?
Starbucks
Douwe Egberts Cafe
Geen van allen
De Coffee Company
37.
67
Ik ben bereid een hogere prijs te betalen voor een bekend product, ook al is er een ander product op de markt wat vergelijkbare producten heeft.
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
38. Ik ben bereid een hogere prijs te betalen voor het product Starbucks, dan voor een product van de Coffee Company
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
39. Ik ben bereid een hogere prijs te betalen voor het product Starbucks®, dan voor een product van Douwe Egberts
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
40. Ik zal altijd kiezen voor het product Starbucks, ongeacht de prijs
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
41. Ik vind het belangrijkste aan een café dat ik er rustig kan zitten
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
42. Ik wil totaal geen muziek op de achtergrond als ik koffie drink in een café
68
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
43. Ik wil in een café alleen bediend worden en niet in de rij moeten staan
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
44. Ik ga nooit meer terug naar een café waar ik te lang heb moeten wachten op mijn product
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
45. Ik maak er geen probleem van als ik een verkeerd product krijg, dit kan altijd gebeuren
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
46. Als ik een verkeerd product krijg, hoef ik het goede product niet meer te hebben
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
47. Als het druk is vind ik het niet erg om lang te moeten wachten op het product
69
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
48. Ik vind het belangrijker dat ik mijn product snel krijg, dan dat de kwaliteit zeer hoog is
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
49. Als de kwaliteit van het product heel hoog is, maakt het mij niet uit hoelang ik moet wachten om het te product te krijgen
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
Naast coffee to go (koffie om mee te nemen), bestaat er ook coffee to stay. Coffee to stay houdt in dat de koffie gedronken wordt in het café.
50. Voor coffee to go ben ik bereid om ….. te wachten
1-5 Minuten
10-15 Minuten
5-10 Minuten
15-20 Minuten
*
>20 Minuten
51. Voor coffee to stay ben ik bereid om ….. te wachten
1-5 Minuten
10-15 Minuten
5-10 Minuten
15-20 Minuten
*
>20 Minuten
52. Ik koop het product koffie bij de eerste mogelijkheid
70
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
53. Ik zal nooit doorlopen naar een andere winkel, omdat daar een bekender product te verkrijgen is
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
54. Ik zal nooit verder reizen voor een kwalitatief beter product
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
55. Ik ben bereid om voor een bekend product verder te reizen, om uiteindelijk het beste product te kunnen kopen
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
56. Ook al moet ik naar de andere kant van de stad om een bekend merk te kopen, dan doe ik dat sowieso
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
57. Ik zal altijd kiezen voor de Starbucks® winkel, maakt niet uit hoe ver weg de winkel zit
71
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
58. Alleen als Starbucks® op loop afstand zit zal ik hiervoor kiezen.
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
59. Al zit Starbucks® in een andere stad, dan ga ik er alsnog heen
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
60. Kunt u uit onderstaande lijst aangeven welke eigenschappen u vindt passen bij het product Starbucks?
Betrouwbaar
Milieu vriendelijk
Veiligheid
Jeugdig
Vriendelijk
Plezierig
Aantrekkelijk
Welvarend
Rust
61. In mijn cultuur wordt alleen het beste product gekocht
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
62. Als ik in mijn sociale omgeving niet het beste product koop vinden mensen mij raar
72
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
63. Niemand in mijn sociale omgeving maakt zich druk over welk merk koffie er gedronken wordt
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
64. Als ik het product Starbucks® koop stijgt mijn aanzien in mijn sociale omgeving
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
65. In mijn cultuur wordt er niet gekeken naar wie het beste merk koopt
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
66. Ik laat mijn beslissing om een bepaald merk te kopen zeker afhangen van mijn sociale omgeving
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
67. Mijn sociale omgeving heeft niets te zeggen over het merk wat ik koop
73
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
68. In mijn cultuur is het heel erg belangrijk welk merk er gekocht wordt
Helemaal mee oneens
Helemaal mee eens
De laatste vragen zullen persoonlijke eigenschap vragen zijn.
69. Mijn geslacht is
*
Mannelijk
Vrouwelijk
70. Mijn leeftijd ligt tussen de
*
<18 jaar
26-35 jaar
45-65 jaar
18-25 jaar
36-45 jaar
>65 jaar
Student aan het MBO
Werkzaam
Werkloos en niet zoekende
Student aan het HBO
Werkloos en zoekende
Anders namelijk:
71. In het dagelijks leven ben ik
*
Student aan de Universiteit
74
Appendix B. Overzicht onderzoeksgegevens.
1) Hoeveelheid tabellen.
Descriptive Statistics N
Minimum
Maximum
Mean
Std. Deviation
geslacht
81
1
2
1.70
.459
leeftijd
81
2.00
5.00
2.6296
1.14504
dagelijkse leven
81
2.00
7.00
3.3704
.96753
Valid N (listwise)
81
geslacht Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
man
24
29.6
29.6
29.6
vrouw
57
70.4
70.4
100.0
Total
81
100.0
100.0
leeftijd Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
18 -25
59
72.8
72.8
72.8
26 - 35
7
8.6
8.6
81.5
36 - 45
1
1.2
1.2
82.7
46 - 65
14
17.3
17.3
100.0
Total
81
100.0
100.0
75
dagelijkse leven Cumulative Frequency Valid
hbo
Percent
Valid Percent
Percent
9
11.1
11.1
11.1
universiteit
43
53.1
53.1
64.2
werkzaam
25
30.9
30.9
95.1
werkzoekend
1
1.2
1.2
96.3
anders
3
3.7
3.7
100.0
81
100.0
100.0
Total
2) Belang van de prijs
Hoe belangrijk is de prijs? Count Prijs totaal onbelangrijk dagelijkse leven
Total
onbelangrijk
Neutraal
belangrijk
zeer belangrijk
Total
anders
0
0
2
1
0
3
werkzoekend
0
0
1
0
0
1
werkzaam
3
3
14
4
1
25
universiteit
0
1
32
5
5
43
hbo
0
0
7
1
1
9
3
4
56
11
7
81
76
Hoe belangrijk is de prijs? Count Prijs totaal onbelangrijk leeftijd
onbelangrijk
Neutraal
belangrijk
Total
zeer belangrijk
18 -25
1
1
43
7
7
59
26 - 35
1
1
4
1
0
7
36 - 45
1
0
0
0
0
1
46 - 65
0
2
9
3
0
14
3
4
56
11
7
81
Total
3) Concurrentie hogere prijs Starbucks betalen dan voor Douwe Egberts Cumulative Frequency Valid
Percent
Percent
Valid Percent
helemaal oneens
18
22.2
22.2
22.2
oneens
20
24.7
24.7
46.9
neutraal
20
24.7
24.7
71.6
eens
19
23.5
23.5
95.1
4
4.9
4.9
100.0
81
100.0
100.0
helemaal eens Total
hogere prijs betalen voor Starbucks dan voor de coffeecompy Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
helemaal oneens
25
30.9
30.9
30.9
oneens
18
22.2
22.2
53.1
neutraal
15
18.5
18.5
71.6
eens
19
23.5
23.5
95.1
77
helemaal eens Total
4
4.9
4.9
81
100.0
100.0
100.0
3) Belang van het proces Wachttijd coffee to go
Cumulative
Frequency
Valid
Percent
Valid Percent
Percent
1 - 5 min
63
77.8
77.8
77.8
5 - 10 min
17
21.0
21.0
98.8
10-15min
1
1.2
1.2
100.0
81
100.0
100.0
Total
Wachttijd coffee to stay
Cumulative
Frequency
Valid
Percent
Valid Percent
Percent
1 - 5 min
11
13.6
13.6
13.6
5 - 10 min
50
61.7
61.7
75.3
10-15min
16
19.8
19.8
95.1
15-20 min
4
4.9
4.9
100.0
81
100.0
100.0
Total
78
proces
Cumulative
Frequency
Valid
Missing Total
Percent
Valid Percent
Percent
-10.00
2
2.5
2.5
2.5
-9.00
1
1.2
1.3
3.8
-7.00
3
3.7
3.8
7.5
-6.00
3
3.7
3.8
11.3
-5.00
6
7.4
7.5
18.8
-4.00
4
4.9
5.0
23.8
-3.00
7
8.6
8.8
32.5
-2.00
8
9.9
10.0
42.5
-1.00
8
9.9
10.0
52.5
.00
12
14.8
15.0
67.5
1.00
7
8.6
8.8
76.3
2.00
11
13.6
13.8
90.0
3.00
4
4.9
5.0
95.0
4.00
3
3.7
3.8
98.8
5.00
1
1.2
1.3
100.0
Total
80
98.8
100.0
1
1.2
81
100.0
System
79
4) De fysieke omgeving.
geen muziek in cafe Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
helemaal oneens
43
53.1
53.1
53.1
oneens
34
42.0
42.0
95.1
neutraal
2
2.5
2.5
97.5
eens
2
2.5
2.5
100.0
Total
81
100.0
100.0
belangrijkste cafe rustig zitten Cumulative Frequency Valid
helemaal oneens
Percent
Valid Percent
Percent
5
6.2
6.2
6.2
oneens
10
12.3
12.3
18.5
neutraal
24
29.6
29.6
48.1
eens
28
34.6
34.6
82.7
helemaal eens
14
17.3
17.3
100.0
Total
81
100.0
100.0
5) coffee to go als ik naar de stad ga wil ik coffee to go kunnen kopen Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
helemaal oneens
10
12.3
12.3
12.3
oneens
10
12.3
12.3
24.7
neutraal
22
27.2
27.2
51.9
eens
21
25.9
25.9
77.8
helemaal eens
18
22.2
22.2
100.0
Total
81
100.0
100.0
80