Zo hoor je nog eens wat…
In Memoriam: het bijzondere leven van Ot
Voorwoord Toen in Ot’s laatste levensjaren zijn geheugen steeds meer lacunes begon te vertonen, heb ik Frauke gevraagd zijn biografie te schrijven. Dit werd ook belangrijk toen hij steeds meer afhankelijk werd van ‘vreemde’ zorgverleners. Gelukkig was Martien aanwezig bij de sessies met Frauke, zijn kennis van de familie-genealogie en zijn foto-archief zijn onmisbaar. Nu is het achterhaald door de realiteit en een ‘In Memoriam’ geworden, gewoon voor deze heel bijzondere man. In dierbare herinnering,
Yvonne
Korte geschiedenis n.a.v de aantekeningen van Ot 1924 Otto Samuel wordt op 13 januari geboren om 03.45 ’s morgens in de Jacob Catslaan 1 te Bussum. 1927 Watske wordt geboren. (niet relevant denk ik) 1929-1936 Ot zit op de lagere school, De Brandsma School. 1931 Roshan wordt geboren. (niet relevant denk ik) 1932 Verhuisd het gezin van Bussum naar Naarden (klopt dit?) naar de Jan Steenlaan 46. 1937 Ot gaat naar de Mulo. 1938 Ot gaat naar de HBS in Hilversum. 1939 Verhuisd het gezin in Naarden van de Jan Steenlaan 46 naar de Rubenslaan 23. 1940-1945 De duitse bezetting. 1944 Ot gaat als jongste bediende werken in de Chemische Fabriek Naarden. 1944 Op 17 mei wordt Yvonne geboren. 1944 De hongerwinter. De familie (hele familie?) duikt onder bij Iki Coerman in Laren. (klopt dit?) 1945 De bevrijding. Ot gaat voor de canadezen werken als tolk. In Aurich. 1946 Ot wordt tolk in Hannover. 1947 (kan t niet lezen…) 1948 Ot gaat druiven plukken in Zuid-Frankrijk met Dodo Berretty en Giapthe. (??)
1955 Ot trouwt met Roshan op 11 november in het stadhuis van Naarden. 1958 Ot en Roshan maken een rondreis door Pakistan en wat nu Bangladesh heet. Bij terugkomst gaan ze bij de vader en moeder van Ot wonen. 1959 Ot en Roshan verhuizen naar de PC Hoofdstraat in Amsterdam en trekken in bij vrienden Erik en Hans de Vries. 1964 Ot en Roshan scheiden van elkaar en Ot begint met verzamelen. 1967 Ot trouwt met Watske op 9 oktober en hij neemt in Tunesie een film op met Roshan en regisseur en, inmiddels nieuwe vriend van Roshan, Reggie. 1968 Ot is de opname- en productieleider van de beroemde nederlandse speelfilm: Floris. 1970 Ot pakt zijn studie rechten op in Utrecht. 1975 Ot Studeert af. Watske en Ot kopen het huis op de Jan Luijkenstraat met 4 verdiepingen, voor 165.000 gulden. 1983 Ot en Watske gaan op rondreis door India. 1989 Ot en Watske kopen het huis op Kanteel 88 in Buitenveldert. Ze maken het volledig naar hun zin en trekken er in 1990 in. 1991 Watske krijgt een operatie. Daarna gaan ze drie maanden op reis naar Rome, Keulen en Parijs. (hier is denk ik ergens Watske overleden?)
1993 Ot gaat met Yvonne een reis maken naar India en Sri Lanka. 1993-2005 Yvonne en Ot maken verschillende reizen naar: Istanbul, Praag, Wenen, Budapest, Australie, Nieuw Zeeland, Bali, Portugal, China, Pakistan, La Palma, Turkije, Lanzarote, Fuerteventura, Portugal, Vietnam en Cambodja.
Drie maal Otto Samuel 1925-1926
Achtergrond en jeugd van Ot Otto Samuel Junior wordt in 1924 geboren in Bussum. Hij is vernoemd naar zijn vader Otto Samuel Senior. Otto Senior komt uit Zwartsluis, ten Noord Oosten van Zwolle. Hij groeit op in een domineesgezin en gaat net als zijn twee broers de predikanten opleiding volgen. De vader van Otto Senior, Leendert Martinus van Noppen, is predikant in Friesland.
A
ls Otto Senior na lang aandringen mag stoppen met zijn predikantenopleiding begint hij aan de opleiding Tuinbouwkunde en na afstuderen en stagelopen start hij in 1919 de Kwekerij “Midlandkwekerijen Parmentier en Noppen.” Zij zijn gespecialiseerd in buxussen, rozen en fruitbomen en leveren veel aan Amerika. De vader van Otto had misschien liever gehad dat zijn zoon, net als zijn twee broers, predikant was geworden. Maar bomen en planten, ofwel de natuur, is ook het werk van God. De vader van Otto kon het werk met de natuur ook wel waarderen. In 1922 gaat de Kwekerij failliet. Dan komt Otto Senior via een kennis in het verzekeringswezen terecht. Hij wordt inspecteur bij de eerste Nederlandse Levensverzekering Maatschappij en zal dat tot zijn pensioen in 1947 blijven doen.
Otto Senior heeft een grote liefde voor motorvoertuigen en kan dat mooi combineren met deze baan. Hij rijdt op zijn motor Harley Davidson heel Noord Holland door om bij klanten op bezoek te gaan. In zijn vrije tijd doet hij motor-rallies en terreinritten.
Otto Junior kan zich nog een keer herinneren dat zijn vader mee deed aan een circuit ter ere van een nieuwe type motor. Het circuit was in totaal 25.000 kilometer lang. Men deed er bijna een maand over, van 5 tot 30 december 1930, om het circuit af te leggen.
Na zijn pensioen gaat Otto Senior door met het verkopen van verzekeringen, maar dan vanuit huis. Na zijn overlijden neemt zijn vrouw zijn taak over. Zijn vrouw, de moeder van Otto Junior komt uit Zutphen, ze heet Bernardina Léauteaud (roepnaam Dies). Het is onbekend hoe Dies Otto Senior In de krant van 30 december 1930 heeft leren kennen maar het lijkt vinden we een artikel over dit waarschijnlijk dat de familie circuit. Hakkert in Dedemsvaart waar Dies bij in woonde hen aan elkaar heeft gekoppeld. ij kunnen het niet na laten een motorrijder Otto Junior heeft twee oudere bij name te vermelden. Wij broers. Lex (1921-2013) en Leo bedoelen hiermede den heer (1919 – 2002). O.S. van Noppen uit Bussum. Verscheidende rondjes heeft Ze groeien op in een gelukkig, deze sportieve motorrijder “De vooruitstrevend gezin. Er zijn Blauwe Prins” vergezeld, doch weinig zorgen. De crisis jaren niet overdag, maar bij voorkeur doorstaan ze zonder al te veel ’s nachts. Beloofde het al eens een problemen. heldere nacht te worden zag men Van Noppen niet verschijnen. Otto: “Ik kan me nog wel Maar kwam er tegen de avond herinneren dat mijn vader een mist opzetten, waardoor verwacht auto tot zijn beschikking had, kon worden dat de rijder van de van de Verzekeringsmaatschappij. nachtronde het zwaar te verduren En hij had motoren. Dat was zijn zou krijgen, dan was Van Noppen grote hobby. We hadden ook een present. “Och”, zoo verklaarde piano in huis. Zowel mijn vader als hij dan eenvoudig, “als het mooi moeder hebben piano gespeeld. Ik weer is kunnen de rijders het wel en mijn broers deden ook veel aan alleen af, maar als het zoo mist sport. Aan tennis en voetbal. Toen als nu, dan kunnen zij er best een we later een zeilboot kregen vond ‘nachtpitje’ bij gebruiken.
W
ik het heerlijk om uit te waaien op de Loosdrechtse plassen. Ik herinner me onze vakanties in Schoorl die we ieder jaar hadden. Met het hele gezin kamperen. Met de tent. Dat gaf me een geweldig gevoel van vrijheid. Buiten spelen, hutten bouwen. Ik geniet heel erg van buiten zijn en de natuur.” Otto heeft een fijne jeugd. Hij is de jongste van de drie en heeft vooral veel eigen speelkameraden. De moeder van Otto is onderwijzeres voordat ze trouwt. Ze is daarom erg kritisch op de opleiding die behalve aan het gebruikelijke taal de kinderen gaan doen. Ze gaan en rekenen ook aandacht wordt allemaal naar een vrije school waar besteed aan creatieve vakken.
Ot met zijn grote broers
Een sportieve familie
Clara met o.a Pat Law
Boer Otto
Bij het ‘War Crimes Tribunal’ als tolk voor de Canadezen
De oorlog Otto kan zich de Tweede Wereld Oorlog nog goed herinneren. Otto: “Ik was een jaar of vijftien toen de oorlog uitbrak. De hele wereld veranderde. Je kon niemand meer vertrouwen.”
I
k kwam te werken in de chemische fabriek Naarden. Dat was positief omdat ik daar goed te eten kreeg. Mijn twee broers moesten eigenlijk naar Duitsland, maar dat is niet gebeurt. Ik kan me niet meer precies herinneren hoe het zat, maar volgens mij zijn zij ondergedoken geweest. Mijn broer Leo heeft in het kamp in Amersfoort gezeten en het is hem gelukt te ontsnappen. Hij is van Amersfoort helemaal lopend naar Naarden teruggekeerd. En mijn broer Lex heeft ondergedoken gezeten bij de familie Hopman in St. Pancras. Na de oorlog ben ik vrijwillig in dienst gegaan. Ik kwam in Duitsland te werken in Aurich
bij het ‘War Crimes Tribunal’ als tolk voor de Canadezen. Ik sprak goed Duits en Engels. Ik ben altijd goed geweest in mijn talen. Later kwam ik te werken in Bielefeld, bij een legereenheid die o.a. nieuwe Duitse bestuurders aanstelde.” Ot heeft geen haat gevoeld jegens de Duitsers en hij heeft het werken in Duitsland ook niet als lastig ervaren. Ot: “Na de oorlog waren wij de overwinnaars en dat voelde ik ook zo. Haat heb ik jegens de Duitsers niet gevoeld. Dat komt misschien omdat er in mijn directe omgeving niemand is omgekomen. Gelukkig.”
Kolen halen in de winter
Ot met Dinky in Parijs
Studie en de Parijse tijd Otto gaat in september 1947 Politieke en Sociale Wetenschappen studeren in Amsterdam aan de UVA. Hij stopt voortijdig met zijn studie omdat hij door invloed van zijn goede vriend Fred Brommet de modefotografie heeft leren kennen. Ot gaat rond 1951 Fred Brommet in diens fotostudio in Parijs helpen, later begint Ot voor zichzelf. Hij werkt voor verschillende mode magazines en hautecouture-huizen, zoals Dior, Balmain, Charles Montaigne en Pierre Cardin.
N
og voordat Ot zich daadwerkelijk gaat settelen in Parijs, heeft hij al kennis gemaakt met de grote stad. In juli 1950 gaat Ot met zijn ouders met de Fiat naar Parijs op vakantie. Ot: “Mijn eerste kennismaking met Parijs was met mijn ouders. Wij gingen met onze Fiat 500 Topolino naar Parijs. Een hele
belevenis. Wij noemden die auto ‘Het Fiatje’ of ‘De Fie’. De auto was ‘heel eigen’, hij viel erg op. Later ben ik daadwerkelijk in Parijs gaan wonen om daar in de mode fotografie te gaan werken. Dat vrije leven trok me wel. Het vak heb ik geleerd van Fred Brommet en ik dacht; wat hij kan, kan ik ook, of misschien zelfs beter.” ‘De Fie’
Otto van Noppen & Dodo Berretty
Ot: “In Parijs was het leven vrij en royaal. Het was voor mij een grandioze tijd. De vrijheid die ik toen had. De mogelijkheden die ik kreeg om door de wereld te bewegen. Ik heb voor zowel een agentschap ABC gewerkt, als voor mezelf. Het was werkelijk een ongekende tijd waar ik veel vrienden voor het leven heb gemaakt. Ik ging veel om met Karel Appel, Simon Vinkenoog, Gerard Reve en zijn vrouw Hannie Michaelis. Dodo Berretty was een van mijn beste vrienden. Ik heb ook veel met hem samen gewerkt en we hebben altijd contact met elkaar gehouden. Hij is inmiddels al lang overleden.
“In Parijs werd er een onderscheid gemaakt tussen de rechter en de linkeroever van de Seine. Ik woonde aan de linker oever. Daar woonden de studenten en de artistiekelingen. Aan de rechter oever woonden ander soort mensen. Ik weet niet hoe ik dat moet uitleggen. Voor mij was de vrijheid en ongebondenheid het mooiste van de Parijse tijd. Doordat ik als fotojournalist en later mode fotojournalist werkte reisde ik de hele wereld over. Daardoor kon ik mijn eigen ideeën ontwikkelen. Bovendien heb ik in Parijs mijn Indisch Pakistaanse vrouw Roshan Dhunjibhoy ontmoet. Zij was op doorreis via Europa naar de VS André Glavimans en later ook zijn om uiteindelijk terug te gaan naar vrouw Christien zijn ook vrienden haar geboorteland. van me die ik in Parijs heb ontmoet. André was correspondent voor verschillende Nederlandse bladen. We maakten veel uitjes samen. Hij was een erudiet mens en wist ontzettend veel van kunst en cultuur. Ik heb veel van hem geleerd. Ik kan wel zeggen dat hij me heeft geïntroduceerd in het vak van verzamelen van o.a. Jugendstil.” Ot geniet van het vrije leven in Parijs. Hij woont op een kamer aan de linkeroever van de Seine. Ot:
Roshan Dhunjibhoy
“Als ik naar onze trouwfoto kijk zie ik een heel gelukkig man.”
haar vader. Hij was psychiater in het leger. En we trokken veel op met haar zusje en haar man, Magy en Abul. Na onze reis heb ik de modefotografie vaarwel gezegd en Ot en Roshan hebben een hele zijn wij verhuisd naar Amsterdam. mooie tijd samen waarin ze veel reizen maken naar o.a. het Midden Op 11 november 1955 zijn wij Oosten, Indië, China, een treinreis getrouwd in Naarden. Als ik naar van Budapest naar Moscow en onze trouwfoto kijk zie ik een heel een treinreis van Peking naar gelukkige man. Roshan en ik zijn uiteindelijk in 1964 gescheiden Hongkong. maar wij zijn vrienden voor het Ot: “Ik was natuurlijk erg benieuwd leven gebleven. Toen Roshan in naar het geboorteland van Roshan Duitsland ging wonen zocht ik en we hebben samen een rondreis haar daar regelmatig op. Toen ze in gemaakt door Pakistan. Daar Chang Mai, Thailand, ging wonen, leerde ik haar ouders kennen. Ik bezocht ik haar daar. Ze overleed kon heel goed opschieten met in 2011.” Maar dat liep anders. We gingen al heel snel samenwonen in Parijs. Later zijn we getrouwd in Nederland.”
Ot
: “Ik denk graag terug aan de vele reizen die we hebben gemaakt, vaak ook samen met haar nieuwe man, de Duitse regisseur Reggie. Ik heb met hen diverse films en documentaires mogen maken in voornamelijk Zuid-Amerikaanse en Aziatische landen. Ik was bovendien de eerste Nederlandse fotograaf die een verslag mocht maken in en van China in de Mao tijd. Westerse journalisten kregen de kans om in China rond te kijken en ik kon meereizen met een Belgische delegatie. Dat was heel bijzonder.”
Otto op de chinese muur
Amsterdam, Watske en het verzamelen Ot verhuist in 1958 van Parijs terug naar Amsterdam waar hij, na zijn scheiding van Roshan, zijn tweede vrouw Watske van der Wal ontmoet. In deze tijd ontstaat zijn liefde voor het verzamelen van keramiek en grafiek.
O
t: “Watske is mijn tweede vrouw. Ik ben haar tegengekomen in het café in Amsterdam waar we altijd zaten. We hebben op de Prinsengracht 512 gewoond waar we met twee mede-eigenaren het pand verbouwden met in de kelder een restaurant: ‘De Soepkelder’, erg populair onder studenten van toen. Later verhuisden we naar de Jan Luykenstraat alwaar we een prachtig groot pand kochten met drie verdiepingen en uitzicht op het Rijksmuseum. In dat pand kregen we uiteindelijk de ruimte om onze keramiek verzameling, die steeds verder uitbreidde, op te stellen. Daarnaast hadden we als vakantiehuis, in Friesland in Boyl, een boerderijtje kunnen kopen. Die twee totaal verschillende werelden; de grote stad en het platteland. Dat vonden we juist leuk. We hadden ook een konijn; Hummeltje, en die reisde dan mee tussen die twee werelden.”
Ot heeft in zijn Parijse tijd André Glavimans leren kennen. Zij worden goede vrienden en André vertelt enthousiast over zijn verzamelingen. Hier wordt de basis gelegd voor de grote verzameling die Ot en Watske uiteindelijk bij elkaar vergaren door vele veilingen te bezoeken. Verschillende keren
Ot met Pierre en Kees, zijn trouwe vrienden
vergezelden André en zijn vrouw Christine Ot en Watske. Ot en Watske beleefden veel plezier aan de zoektochten, het herkennen en het onderscheiden van kunst. Ot: “Door vrienden van Watske en mij die ik nog ken uit de Parijse tijd, André en Christien Glavimans, zijn we in aanraking gekomen met het verzamelen van Jugendstil keramiek. Ik specialiseerde me in eierschaalporselein. In het begin dat we gingen verzamelen was dat nog niet zo prijzig. Toen we zo’n beetje alles in huis hadden en de stukken die ontbraken ons niet konden veroorloven zijn we ons gaan richten op grafieken en Japanse tekeningen. Ik ben
alles van Pieter du Pont gaan verzamelen. Daar had in die tijd nog niemand van gehoord. Ik vond het bijzonder om weer iets heel nieuws te ontdekken. Watske had een eigen liefde ontwikkeld, voor modern keramiek. Wij hebben in de loop van de jaren veel verzamelaarsvrienden gekregen zoals Toos en Willem Spijker, Kees en Pierre, Benno, Fred & Micheline. Zo werd het verzamelen ook echt een deel van ons leven. Het mooie aan verzamelen is de jacht op dat wat je wil hebben. We zijn bij verschillende veilinghuizen geweest. Veilinghuis Mak van Waay, Veilinghuis de Zon, Veilinghuis van Spengen, Veilinghuis van Zadelhoff,
Notarishuis de Oprechte in te groot en we verhuisden naar Haarlem. Ik herkende op veilingen een kleiner appartement. Dat meteen wat mooi was. Dat kwam was in 1989, wij zijn samen gaan omdat ik er veel werk van maakte, wonen op Kanteel 88, de vierde verdieping met mooi ik studeerde erop. uitzicht. Het was een In ons huis op de “Het mooie aan fijn huis. Net nieuw Jan Luijkenstraat verzamelen is de gebouwd. Door een hadden we de jacht op dat wat vriend van mij, Frans drie verdiepingen je wil hebben.” van Riel, had ik de ingericht met al het eerste keus. Hij was verzamelde werk. Daar heb ik veel tijd doorgebracht. namelijk de projectontwikkelaar Ik kan wel zeggen dat ik goed daar. Watske en ik zijn dertig contact had met mijn werk. In jaar samen geweest. Wij waren de loop van mijn leven heb ik gabbers. Het was een moeilijke een grote verzameling kunnen tijd toen Watske ziek werd. En aanleggen die ik uiteindelijk het werd nog moeilijker toen ze voor een groot deel heb moeten uiteindelijk overleed. De tijd met verkopen aan ‘Glerum’ in Den Watske is een heel bijzondere tijd Haag. Ons huis werd simpelweg geweest.”
Paarden op de Seinekade. Ets Pieter Dupont
Ot leert Yvonne kennen Na de dood van Watske raakt Ot in een depressie. Het is voor hem onverdraaglijk dat Watske er niet meer is. Via een vroegere collega van Watske, Yvonne Kas, raakt hij langzaam maar zeker wat vrolijker. En uiteindelijk worden ze zelfs verliefd!
O
t: “Watske en Yvonne waren collega’s in het St. Jansziekenhuis in Laren. Toen Watske ziek werd belde ik wekelijks met Yvonne en zo hebben we elkaar leren kennen.” Yvonne vult aan: “Watske en ik waren ontzettend goede collega’s. We konden heel erg lachen met elkaar. Wij waren de enige twee vrouwelijke specialisten tussen al die mannen. Zij was voorzitter en ik was secretaris van de medische staf en wij begeleidden het proces om van zes ziekenhuizen naar een centraal streekziekenhuis te gaan. Dat betekende ook dat specialisten een stapje terug moesten doen. Wij waren een goed team, Watske bescheiden, lief en zachtaardig en ik als Amsterdamse straatmeid rechtdoorzee.”
eenzaam. Ik wist iedereen te vertellen dat ik zelf vast binnen twee jaar ook dood zou zijn. Toen ik werd uitgenodigd bij Yvonne in Italie, ‘Rocca di Papa’, voelde dat als een bevrijding. Ik ging er iedere drie maanden heen.”
Yvonne besluit na tien jaar in Italië gewoond te hebben terug te keren naar Nederland. Ze kan met haar drie kinderen terecht in een woongroep in Utrecht bij haar jongere zusje. Al snel vliegen de twee oudsten uit om te gaan studeren aan de universiteit, de jongste Sarah blijft bij haar wonen. In dezelfde tijd maken Ot en Yvonne talloze reizen. In ’99 verandert er veel omdat Ot een hersenbloeding krijgt en hij niet meer mag autorijden. Yvonne verhuist naar Amsterdam om bij hem te kunnen zijn. Ze richt Ot: “Ik had na de dood van Watske met vrienden een woongroep absoluut geen zin meer in het op, want in die tijd is het niet te leven. Ik voelde me ontzettend doen om woonruimte te vinden in
Amsterdam. Inmiddels is in 2000 de derde woongroep voor ouderen opgericht in Buitenveldert, een mooie locatie en betaalbaar. Ot: “In de tijd dat ik veel naar Italië ging sloeg de vlam in de pan. Vanaf toen waren Yvonne en ik een stel. Dat was natuurlijk heel leuk. Alleen is het jammer dat naarmate je ouder wordt je steeds minder van die leuke tijd herinnert. Ik ben dankbaar dat ik veel van de wereld heb mogen zien. Zowel met Roshan, Watske als met Yvonne heb ik prachtige reizen gemaakt. Ik ben in Amerika
geweest, in Indonesië, Peru, India, Zuid Amerika, je kunt beter vragen waar ik niet ben geweest. Yvonne en ik hielden ook van reizen. Wij zijn samen naar China, Indonesie, Sri Lanka, Cambodje, Vietnam, Australië, Nieuw Zeeland, Rusland, de Baltische Staten, Noorwegen, Finland, Engeland en Schotland geweest. Het ging ons om het leren kennen van andere culturen. Hoe leven mensen daar. Ik heb dat eigenlijk mijn hele leven gehad, hoe gaat het er ergens anders aan toe? Ik vind dat heel erg interessant.”
Rhododendron valley Amstelpark
Ot heeft een druk, zeer bijzonder leven geleid en met zijn geliefden prachtige reizen mogen maken. Ot heeft nooit kinderen gekregen. Ot: “Dat ik nooit kinderen heb gekregen is een bewuste keuze geweest. Wat ik me niet gerealiseerd heb is dat geen kinderen krijgen ook geen kleinkinderen krijgen betekent. Later heb ik bij Yvonne gezien dat het hebben van kleinkinderen ook heel leuk is. Yvonne heeft ooit eens een Indiaas meisje voor me ‘geadopteerd’. Niet dat zij dan naar Nederland kwam, maar dat ik haar maandelijks geld
kon storten. Dat was toen ons ‘Fosterparentskindje’.” Als de gezondheid van Ot wat achteruit gaat besluiten Ot en Yvonne dat Ot gaat verhuizen naar de Buitenhof. Ot: “Ik ben 18 oktober 2013 naar dit huis gemoeten. Voor mijn gevoel is dat allemaal nogal overhaast gegaan. Ik moest nogal wennen aan het idee. Ik moest ineens van mijn hele leefomgeving afstand doen, dat is wel lastig. Ik heb het hier ook best goed hoor.”
Yvonne: “Wij hebben net op tijd is. Het is belangrijk voor mij dat het ‘Otto van Noppen’ fonds in het mijn verzameld werk behouden leven geroepen met als doelstelling blijft en te zien blijft voor het grote publiek. Toen ik de promotie van De grote wens van Ot is ging verzamelen de Nederlandse een fonds op te richten was keramiek nog Kunst nijverheid om daar zijn verzameld rond 1900 in ruime geen kunst met een werk te behouden. Zijn grote K, om het zo zin, met name wens gaat in vervulling. te formuleren, dat educatie. De erfenis is het nu wel. Dat van Ot zal ook geldt ook voor mijn grafieken en hieraan worden besteed.” Ot: “Het is wel het vieren waard dat foto’s die ik in de loop van mijn er nu een ‘Otto van Noppen fonds’ leven heb gemaakt.”
Nadat Ot afscheid heeft genomen van zijn geliefde mensen...
...verlaat ook de Boeddha de Buitenhof.
Op 17 april 2014 komt Otto van Noppen te overlijden.
Toespraak van Yvonne
T
ja Lieverd, je hebt het toch maar mooi vol weten te houden tot over je negentigste. En dat voor iemand die al in 1991 absoluut zeker wist binnen een half jaar dood te gaan.
Het geeft aan de enorme schok van Watske’s ziekte en overlijden: jullie hadden samen bedacht dat jij eerst zou gaan, want jij kon onvoldoende voor jezelf zorgen en Watske zou het ook alleen wel redden. De mens wikt en God…Zij beschikt. Zo ook het lot dat wij verliefd werden op elkaar, met elkaar. Vanaf 1992 weer terug in Nederland, deelde ik grotendeels jouw leven: “Ik was ook jouw zorgverzekering.” Dat dit ons gelukt is, is een grote voldoening want toen ik ernstig ziek werd was mijn eerste gedachte: als ik mama en Ot maar overleef! Ik ben de laatste in een reeks vrouwen en vriendinnen. Wat maakte jou zo aantrekkelijk voor ons (er zijn hier in elk geval drie vrouwen aanwezig die veel van je houden). Je leek zo gewoon: een beetje een Carmiggelt type in slonzige Gabardine jas. Maar in de gesprekken bleek je enorme eruditie, je fijngevoeligheid, je psychologisch inzicht, je liefde voor en kennis van kunst en muziek, je dichterstalent… Dat fascineerde mij, voor mij was het grotendeels een terra incognito. Daarnaast was er je moeilijke kant, je achterdocht naar alles en iedereen, je huwelijk met Roshan is daarop gestrand. Je somberheid, hypochondrie, je zelfzuchtigheid (behalve als minnaar waarin je er liefdevol voor mij was), je gebrek aan sociaal invoelen en er zijn voor vrienden. Daarom was je ook zo’n uitstekende filmer en fotograaf: goed kijken en vastleggen maar geen connectie aangaan. We hebben samen intensieve, prachtige jaren gehad, waarin het soms ook flink schuurde. Prachtige reizen gemaakt, heel veel genoten van en met elkaar, van kunst en cultuur, je verzamelingen en je zoektocht naar wat nog ontbrak. Het is goed, waardevol en … leerzaam geweest, zelfs de laatste jaren met voortschrijdende dementie. Lieverd, dank voor alles, Adieu et au revoir.
Toespraak van vriendin Heleen Toet Heel bijzonder, heel gewoon, Gewoon een heel bijzondere man. Vlak na de oorlog, in Loosdrecht, leerde ik Ot kennen. Ik was met een paar vriendinnen op avontuur uit, net van school af en in Loosdrecht was wat te beleven, met andere jonge mensen die zelfs, zoals Ot, een eigen zeilboot hadden! Ik herinner mij de nachtelijke boottochten over de stille plassen, maar ook de persoonlijke en soms ‘diepzinnige’ gesprekken met Ot. Ik vond hem wel bijzonder: iemand die veel gelezen had, kennelijk, die goed kon argumenteren en iemand die veel humor en fantasie had. Met Sinterklaas stuurde Ot mij een bundeltje gedichten, het eerste van Vasalis, dat heet ‘Parken en Woestijnen’.
Er was een briefje bij: “Dit is van Sint voor een lief meisje in Eindhoven. Eigenlijk moest er een lang gedicht bij, om der tradities wille. Maar Sint wil zo veel tegelijk zeggen en als hij gaat rijmen wordt het zo’n onzin, dat hij liever niets zegt. Hij rekent op een vertrouwelijke behandeling van deze zaak, want eigenlijk past het een bisschop natuurlijk niet om een vriendinnetje te hebben. Als je in dit boekje eens een enkele maal leest, denk dan terloops nog eens aan die Sinterklaas. Hij is er wel aan gewend dat de kinderen hem vergeten als ze groter worden, maar een enkele maal een hartelijke gedachte, eventjes maar, heeft hij zo nodig.” De Sint
Ik vond het heel bijzonder om dit gedichtenboekje met het leuke briefje te krijgen en heb het altijd bewaard.
De jaren daarna hebben we elkaar uit het oog verloren, zoals dat gaat met vrienden uit je jeugd. Toevallig kwamen we elkaar een keer tegen, op straat in Amsterdam. Ot was toen even in Nederland, maar werkte als fotojournalist in Parijs.
ongeluk in een ver land, voor alle mensen die mij hebben verwend met belangstelling en goede wensen, een tussentijds bericht: “Ik ben mobiel met behulp van een rollator en een stok. Het is een kwestie van verplaatsing van balans en gewicht naar rechts. Het linkerbeen doet geen loopwerk, het is afhankelijk van de spieren. Achter de rollator probeer ik te stappen en roep tegen de spieren: “vooruit jongens, hop, hop, hop! “ Ze mompelen terug: “hoe bedoelt u?” (mijn spieren zeggen wel u tegen mij, maar ze doen alleen maar wat ze zelf wel of niet willen!) Hartelijke groet, Otto”
Tot 15 jaar geleden, via een gemeenschappelijke vriendin, ontmoetten we elkaar weer, nieuwsgierig naar hoe onze levens verlopen waren. Ot was behalve jurist vooral kunstverzamelaar, collectioneur, geworden. Maar ook fotograaf gebleven. Maakte prachtige foto’s over het thema ‘versieren’. Ik vond wel dat hij gewoner was geworden, minder alternatief dan ik mij herinnerde, meer aangepast. Maar hij had nog hetzelfde gevoel voor humor en kon nog steeds heel goed schrijven. Inderdaad, Ot is gewoon een heel Zoals in een bedankbriefje, na een bijzondere man geweest. Een briefje van Ot voor Yvonne waarin duidelijk wordt hoe Ot zijn dementie ervaart. “Geen herinnering meer. Weet geen namen meer, van mensen en van dingen. Ik herinner me niet hoe dingen ook al weer werken. Moeite met de boerderij. Heb hulp nodig van Yvon. Heb meer tijd nodig om de dingen te doen. Kan bepaalde dingen niet meer vinden. Bijvoorbeeld in de C1000, dingen die ik altijd koop, dan denk ik waar pakte ik die ook al weer altijd? Kan ook geen eisen programma meer maken voor degene die vóór me beslissen. Zelfs niet voor het verloop van de dag…”
De muziek tijdens de crematie plechtigheid was: Pastorale van Beethoven, slot deel Mahler: Ich bin der welt abhanden gekommen (Ruckert) Janet Baker Stravinsky uit suite Italienne ‘Serenata’
Uitgave van: www.fraukeschrijft.nl Tekst: Frauke van Hulten